Sleutels tot Verzilveren Beleidsadvies over Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking richting Derde Landen
Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland Brussel, 10 april 2013
Inhoudsopgave Samenvatting .................................................................................................................................. 2 Aanbevelingen voor beleid ............................................................................................................ 2 Aanbevelingen voor uitvoering ..................................................................................................... 3 Inleiding .......................................................................................................................................... 4 Deel 1: Analyse van beleid en uitvoering ......................................................................................... 5 Analyse van Vlaams en Nederlands vigerend beleid.................................................................................. 6 Speerpunten in het beleid ............................................................................................................. 6 Analyse van uitvoering ............................................................................................................................. 10 Drie niveaus van internationale samenwerking .......................................................................... 10 1.
Binnen de Europese Unie (EU) ................................................................................... 10
2.
Richting verre Derde Landen ..................................................................................... 10
3.
Lokale samenwerking ................................................................................................ 10
Aandachtspunten ........................................................................................................................ 12 SWOT-Analyse .......................................................................................................................................... 14 Deel 2: Aanbevelingen voor beleid ................................................................................................ 15 Vlaanderen – Nederland Toets .................................................................................................... 16 Cultureel Ambassadeur ............................................................................................................... 17 Deel 3: Aanbevelingen voor uitvoering .......................................................................................... 18 Drie Sleutels tot Verzilveren ........................................................................................................ 19 1.
Optimale inzet van competenties ........................................................................................ 20
2.
De juiste aanwezigheidspolitiek ........................................................................................... 24
3.
De paradepaardjes ............................................................................................................... 29
Reeds geĂŻdentificeerde mogelijkheden voor uitvoering ............................................................. 34 Deel 4: Bronnen en bijlagen .......................................................................................................... 35 Overzicht van bronnen ............................................................................................................................. 36 Bijlagen ..................................................................................................................................................... 39 De beleidsadviesaanvraag ........................................................................................................... 39 Het preadvies............................................................................................................................... 39 Reactie op het preadvies met verwerking door CVN .................................................................. 40 Colofon ......................................................................................................................................... 41
Pagina 1 van 40
Samenvatting In een tijd van globalisering, en groeiende internationale concurrentie, is bilaterale samenwerking een troef. Voor Vlaanderen en Nederland is het zelfs noodzakelijk om in de toekomst op internationaal toneel nog gezien te worden en van invloed te zijn. Vlaanderen en Nederland hebben volop mogelijkheden om op het internationale toneel te scoren. De vraag die voorligt is hoe zij dat door middel van gezamenlijke culturele (re)presentatie kunnen realiseren. Dit beleidsadvies is gericht op het aangaan van deze uitdagingen en beschrijft daartoe de Sleutels tot Verzilveren. Om het Nederlands als internationale taal op de kaart te zetten en te behouden. Om meer internationale publiciteit te genereren voor de economische en culturele troeven van onze regio, en, niet onbelangrijk, expertise te bundelen en kosten-efficiĂŤnter te opereren, of kort gezegd: geld te besparen. In een systeem van gezamenlijk Halen en Brengen, op maat van drie onderscheiden niveaus van internationale samenwerking: lokaal, binnen de Europese Unie, en richting verre Derde Landen.
Op basis van literatuuronderzoek van vigerende beleidsdocumenten, interviews met deskundigen en betrokkenen uit de sector, analyse van actuele ontwikkelingen en overige voor dit beleidsveld relevante informatie is een SWOT-analyse gemaakt. De daaruit voortvloeiende conclusies geven CVN aanleiding een onderscheid te maken tussen enerzijds aanbevelingen voor beleid, anderzijds aanbevelingen voor uitvoering.
Aanbevelingen voor beleid Vlaanderen – Nederland Toets CVN beveelt hantering van de Vlaanderen-Nederland Toets aan als standaardprocedure bij de ontwikkeling van (plannen voor) gezamenlijke Vlaams-Nederlandse culturele (re)presentaties. Het uitgangspunt van deze toets is dat Vlaanderen en Nederland samenwerken, tenzij het in een specifiek geval geschikter is om samen te werken met een andere partner, of om unilateraal te opereren. Cultureel Ambassadeur CVN beveelt aan elke drie jaar een nieuwe Cultureel Ambassadeur aan te wijzen die met behulp van een bescheiden en toereikend budget op een positieve manier, richting een breed publiek op internationaal toneel de Vlaams-Nederlandse culturele ruimte en samenwerking verpersoonlijkt. De Ambassadeur brengt de Vlaams-Nederlandse samenwerking dichtbij een breed en internationaal publiek. Daarmee haalt hij of zij aandacht en publiciteit naar de culturele troeven die Vlaanderen en Nederland gezamenlijk te bieden hebben
Pagina 2 van 40
Aanbevelingen voor uitvoering Sleutels tot Verzilveren De presentatie van de Vlaams-Nederlandse culturele identiteit moet effectief, zichtbaar en herkenbaar zijn om doeltreffend te zijn: een optimale invulling van het begrip Soft Power. CVN vat deze samen in 'Sleutels tot Verzilveren '. 1.
Optimale inzet van competenties (effectiviteit) CVN beveelt aan om beleid te ontwikkelen met een faciliterend karakter, gericht op hĂŠt netwerken, waardoor de sector de ruimte krijgt om op basis van expertise initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren. Het beleid faciliteert de activering van de hoogwaardige kennis die in de sector aanwezig is. 1a. De Vertegenwoordigingen in het buitenland als experts in hĂŠt netwerken 1b. Inzet van competenties van experts uit de sector op inhoud 1c. Beleid op basis van Vlaams-Nederlandse topevenementenkalender
2.
Juiste aanwezigheidspolitiek (zichtbaarheid) CVN beveelt aan om in te zetten op enerzijds de aanwezigheid op internationale presentatiemomenten die van tijdelijke aard zijn, en anderzijds de instandhouding van de functie van een beperkt netwerk van fysieke ankerpunten voor de presentatie in de vorm van cultuurinstituten. Hierin ligt complementariteit, als basis voor aanwezigheidspolitiek die zichtbaarheid van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking verzekert. 2a. Een beperkt netwerk van ankerpunten in het buitenland voor Vlaams-Nederlandse culturele presentatie 2b. Aanwezigheid op internationale presentatiemomenten 2c. Offline en online zichtbaarheid
3.
Paradepaardjes (herkenbaarheid) CVN beveelt aan dat, op maat voor elk aangeduid niveau van internationale samenwerking, de gezamenlijke Vlaams-Nederlandse culturele (re)presentatie wordt vormgegeven rond te identificeren paradepaardjes, uit verleden ĂŠn heden. Algemeen (t.a.v. alle internationale niveaus van samenwerking) 3a. Campagne op basis van noemer Flanders and The Netherlands | The Low Countries 3b. Rondreizende Vlaams-Nederlandse academische leerstoel rond het erfgoed van de Oude Meesters Binnen de EU 3c. Gezamenlijk gastlandschap tenzij daartegen relevant en onoplosbaar bezwaar bestaat 3d. Samenwerken in de aanvraag en bemachtiging van EU-fondsen Richting verre Derde Landen 3e. Gezamenlijk toerismebeleid Op lokaal niveau 3f. Optimale benutting van Soft Power incorporeren in samenwerkingsproject VlaamsNederlandse Delta
Pagina 3 van 40
Inleiding In een tijd van globalisering, en groeiende internationale concurrentie, is bilaterale samenwerking een troef. Voor Vlaanderen en Nederland is het zelfs noodzakelijk om in de toekomst op internationaal toneel nog gezien te worden en van invloed te zijn. Vlaanderen en Nederland hebben volop mogelijkheden om op het internationale toneel te scoren. De vraag die voorligt is hoe zij dat door middel van gezamenlijke culturele vertegenwoordiging en (re)presentatie kunnen realiseren. Dit beleidsadvies is gericht op het aangaan van deze uitdagingen. CVN is verzocht vraaggestuurde aanbevelingen te verstrekken “ten behoeve van de Nederlandse en Vlaamse overheden inzake internationale culturele samenwerking […]. Onder “aanbevelingen” worden zowel het detecteren van knelpunten als het proactief signaleren van nieuwe opportuniteiten verstaan. Dit kan gaan over bilaterale samenwerkingsvormen, maar ook over het gemeenschappelijk optreden van Vlaanderen en Nederland in derde landen.”1 Op basis van gedocumenteerde analyse, Deel 1, formuleert CVN in dit advies in Deel 2 aanbevelingen voor beleid, en in Deel 3 aanbevelingen voor uitvoering, de Sleutels tot Verzilveren. Hierdoor beantwoordt CVN de expliciete vraag van de overheden om, naast het leveren van beleidsadvies, ook mogelijkheden te signaleren voor concrete uitvoering van het aanbevolen beleid. De Sleutels tot Verzilveren zijn tevens het instrument om meer internationale publiciteit te genereren voor de economische en culturele troeven van onze regio. Om het Nederlands als internationale taal op de kaart te zetten en te behouden. En, niet onbelangrijk, om expertise te bundelen en kostenefficiënter te opereren, of kort gezegd: geld te besparen. Dit alles in een systeem van gezamenlijk Halen en Brengen, op maat van drie onderscheiden niveaus van internationale samenwerking: lokaal, binnen de Europese Unie, en richting verre Derde Landen.
1
Nota aan de Vlaamse Regering betreffende Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland (juni 2012), pag. 12. Pagina 4 van 40
Deel 1: Analyse van beleid en uitvoering
Pagina 5 van 40
Analyse van Vlaams en Nederlands vigerend beleid De ambitie om de samenwerking richting Derde Landen vorm te geven is aan zowel Vlaamse als Nederlandse kant uitgesproken; het is de basis van het onderlinge Cultureel Verdrag en de organisaties die daaruit voortgekomen zijn.
Speerpunten in het beleid Hieronder volgt een weergave van de speerpunten uit het Vlaamse en Nederlands beleid, door middel van een korte toelichting en de bijbehorende citaten uit de beleidsdocumentatie. 2 Culturele samenwerking als vorm van Soft Power: positief middel voor versterking van relaties en imago (1A) Cultuur ondersteunt de positieve uitstraling die Vlaanderen en Nederland inzetten in Derde Landen om de politieke en economische belangen optimaal te behartigen. Uit toelichting op het culturele programma bij NLTR400 (bilateraal vieringsjaar ter markering van het 400-jarig bestaan van de TurksNederlandse betrekkingen) (via www.nltr400.nl) “… het inzetten van kunst en cultuur ter bevordering van de buitenlandse betrekkingen. Het programma is bedoeld om kennis over en weer te versterken, mensen kennis te laten maken en om meer en betere samenwerking tot stand te brengen.” Uit toelichting op het culturele programma bij NLRF2013 (bilateraal vieringsjaar ter markering van de Russisch-Nederlandse betrekkingen) (via www.nlrf2013.nl) “Het samenwerkingsjaar 2013 versterkt banden tussen overheden en particuliere cultuurinstellingen. Marktvergroting, uitwisseling van ideeën en inspiratie, zijn het resultaat. Het Nederlandse culturele programma in Rusland is geen serie eenmalige incidenten, maar opent de weg naar een verder engagement met de Russische samenleving en cultuurwereld.” Vlaanderen en Nederland zijn elkaars prioritaire partners (2A) Uit de verschillende beleidsdocumenten komt naar voren dat Vlaanderen en Nederland elkaar als prioritaire partners beschouwen. Dat is sinds jaar en dag het geval; hieronder twee recente vermeldingen van deze beleidsopvatting. Uit Kamerbrief inzake beleid ten aanzien van België en Vlaanderen (2013) “Vanwege de gemeenschappelijke geschiedenis en de met Vlaanderen gedeelde taal en cultuur zijn de culturele samenwerking en uitwisseling zeer intensief. De politieke en economische dimensie daarvan mag niet worden onderschat. Samen met België kan in de internationale samenwerking kritische massa worden opgebouwd en efficiëntie behaald.” 2
Nb.: Achter de onderstaande punten van analyse, en ook verderop in het document, staat steeds een cijferlettercombinatie aangeduid. Dit is een verwijzing naar de plaats waarin het punt is weergegeven in de sterktezwakte-analyse op pagina 10. Pagina 6 van 40
Uit Regeerakkoord Vlaamse Regering 2009-2014 “De samenwerking met Nederland blijft een prioriteit en wordt verder versterkt, onder meer via de bestaande instrumenten en instellingen.” (pagina 84) Aanwezigheid van organisaties, netwerken en locaties voor samenwerking (3A) Kenmerkend voor de culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, in vergelijking met de samenwerking van Vlaanderen en Nederland met andere landen en regio’s, is de aanwezigheid van verdragen, organisaties, netwerken en locaties zoals het Vlaams-Nederlands Huis deBuren, Ons Erfdeel vzw, de Brakke Grond, de Nederlandse Taalunie en CVN. Hierdoor kan de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking rekenen op een goede uitgangspositie. Uit Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland “Artikel 4: De Verdragsluitende Partijen streven naar samenwerking in en met derde landen.” Mogelijkheden voor diplomatieke Vlaams-Nederlandse samenwerking worden momenteel praktisch verkend (5A en B) De Vlaamse en Nederlandse vertegenwoordigingen werken op ad hoc basis samen. Dit is evenwel nog niet verankerd in staand beleid. Uit reactie op preadvies dd. 8 november 2012 “Het voorstel om te laten onderzoeken op welke posten gezamenlijke culturele vertegenwoordigingen mogelijk en/of wenselijk zijn, is een piste die ook in de Mededeling aan de Vlaamse Regering over het lnternationaal Cultuurbeleid is opgenomen en in de nabije toekomst verder zal worden onderzocht. Op dit moment loopt al een initiatief waarbij Vlaamse vertegenwoordigingen samen met de culturele afdeling van Nederlandse ambassades een voorstel voor gezamenlijke presentatie kunnen voorleggen aan Departement internationaal Vlaanderen en het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Concreet voorbeeld is een gezamenlijk literatuurproject dat dit jaar in Londen plaatsvindt.”
Pagina 7 van 40
Informaliteit, veelvuldigheid en onvermoeibaarheid van de VlaamsNederlandse culturele samenwerking in binnen- en buitenland: de bottom up werking (7A) Al sinds jaar en dag weten ondernemers van over de grens elkaar te vinden. Zo ook creatievelingen. De uitwisseling tussen Vlaanderen en Nederland overstijgt de sectoren, is levendig en vruchtbaar. Uit Kamerbrief inzake beleid ten aanzien van België en Vlaanderen (2013) “Aan weerszijden van de grens weten cultuurmakers elkaar te vinden. Nederlandse kunstenaars, ontwerpers, curatoren en programmeurs werken in België en omgekeerd. Mede vanwege de taalverbondenheid vallen vooral de culturele relaties met Vlaanderen op.”
Uit Mededeling aan de Vlaamse Regering betreffende het Internationaal Cultuurbeleid (d.d. 1 juni 2012) “Binnen het ICB [internationaal cultuurbeleid, CVN] wordt maximaal met Nederland samengewerkt waar het versterkend een resultaatsgerichte uitstraling in concrete actie tastbaar maakt. Bij voorkeur worden initiatieven vanuit het veld zoveel als mogelijk gevolgd om dit hard te maken.” (pagina 7) Gemeenschappelijke taal, gedeeld cultuurhistorisch verleden en bijbehorend erfgoed als voedingsbodem voor samenwerking (8A) Kenmerkend voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking, is dat zij verloopt door middel van de Nederlandse taal. Daarnaast staan Vlaanderen en Nederland in veel gevallen bekend als ‘de regio van Rembrandt en Rubens’. Het erfgoed van deze kunstenaars en hun tijdgenoten, uit zowel de schilderkunst als uit andere kunstdisciplines, is ons visitekaartje over de hele wereld. Het doet toeristen afreizen naar onze musea in Brugge en Amsterdam en is effectief als middel om diplomatiek boodschappen kracht bij te zetten. Bovendien is het erfgoed ook in Derde Landen verspreid over vele prestigieuze musea. Uit Kamerbrief inzake beleid ten aanzien van België en Vlaanderen (2013) “De verhouding met België als buurland, EU-partner en Beneluxpartner met een bewogen gemeenschappelijke geschiedenis heeft een sui generis-karakter.” Uit Strategienota Nederland 2005 – 2009 van de Vlaamse Regering “Een belangrijk speerpunt in de opbouw van het Vlaamse imago zijn de verschillende artistieke uitingen in het buitenland. Daarbij kan zowel aan historische (b.v. oude meesters), als aan hedendaagse uitingen (beeldende kunst, video, popmuziek …) gedacht worden. […] Voor Vlaanderen geldt tot op grote hoogte, wat ook voor Nederland zelf van toepassing is: zijn identiteit en beeld naar buiten uit is in belangrijke mate bepaald door de schilderkunst. Een uit olieverf op doek bestaande beeldvorming die onuitwisbaar blijft.” (pagina 156)
Pagina 8 van 40
Uit Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie “Artikel 3: Tot de doelstellingen van de Taalunie behoren: a. de gemeenschappelijke ontwikkeling van de Nederlandse taal; b. de gemeenschappelijke bevordering van de kennis en het verantwoorde gebruik van de Nederlandse taal; c. de gemeenschappelijke bevordering van de Nederlandse letteren; d. de gemeenschappelijke bevordering van de studie en verspreiding van de Nederlandse taal en letteren in het buitenland.”
Lidmaatschap van Vlaanderen en Nederland van de EU (9A) Zowel Vlaanderen als Nederland signaleren de kans om gezamenlijk op te trekken in het aanvragen van EU-subsidies om de succesgraad te optimaliseren. Vanuit Europa worden regionale samenwerkingsverbanden aangemoedigd in het kader van de Interregprogramma’s, evenals de fondsen die specifiek op cultuur, media en creatieve industrie gericht zijn. Uit Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions. Creative Europe – A new framework for the cultural and creative sectors (2014-2020) “EU intervention will aim to deliver systemic impact and to support policy development. In this respect the European added value will consist of: – the transnational character of activities and their impact which will complement national, international and other EU programmes; […].” (pagina 8)
Pagina 9 van 40
Analyse van uitvoering Drie niveaus van internationale samenwerking De kenmerken van Vlaams-Nederlandse samenwerking richting Derde Landen verschillen, afhankelijk van het internationale niveau waarop ze zich afspeelt. 1.
Binnen de Europese Unie (EU) In deze context zijn Vlaanderen en Nederland in veel gevallen elkaars concurrenten, vanwege het feit dat collega-lidstaten vertrouwd zijn met Vlaanderen en Nederland als losstaande entiteiten. Concurrerende samenwerkingsverbanden zijn gemakkelijk beklonken vanwege functionaliteit en wenselijkheid. Zie bijvoorbeeld de samenwerkingsverbanden van Nederland met Duitsland en van Vlaanderen met de Franstalige gemeenschap en Frankrijk. Het gevolg is dat Vlaams-Nederlandse samenwerking binnen de EU niet altijd noodzakelijk is om beleid te verzilveren. Tegelijkertijd kunnen Vlaanderen en Nederland binnen de EU gezamenlijk een grotere vuist maken in verband met:
Vertegenwoordiging en profilering van de Nederlandse taal en bijbehorende sectoren zoals Nederlandstalig theater en het boekenvak; Presentatie en behoud van historisch verwant erfgoed, onder meer middels Codart; De verwerving van Europese subsidies.
CVN constateert een gebrek aan automatisme tot Vlaams-Nederlandse samenwerking binnen de EU. 2.
Richting verre Derde Landen “Feitelijk vormen Nederland en Vlaanderen een regio, de Vlaams-Nederlandse delta. Zo beziet men ons ook vanuit Azië of Latijns-Amerika. Van afstand bekeken zijn onze onderlinge verschillen verwaarloosbaar”, aldus de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans.3 Experts uit de sectoren cultuur en toerisme bevestigen het beeld: Vlaanderen en Nederland worden door bewoners van verre Derde Landen vaak als één culturele regio beschouwd. 4 De weerspiegeling hiervan zou kenmerkend moeten zijn voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking richting Derde Landen: Vlaanderen en Nederland als ‘de regio van Rembrandt en Rubens’. CVN constateert een gebrek aan automatisme om het imago van één culturele regio te benutten voor de ontwikkeling van Vlaams-Nederlandse samenwerkingsverbanden richting verre Derde Landen.
3.
Lokale samenwerking Binnen Vlaanderen en Nederland wordt met veel inspiratie in veel sectoren samengewerkt zonder dat de grens belemmerend werkt. Dit beleidsadvies is niet de juiste plaats om hiervan een opsomming en analyse te geven; noch is dat de ambitie van CVN. Evenwel zijn er binnen Vlaanderen en Nederland samenwerkingsverbanden die beeldbepalend zijn richting Derde Landen en daarmee een plaats
3
Uit: ‘Nederland en Vlaanderen organiseren gezamenlijke handelsmissie’, nieuwsbericht op www.rijksoverheid.nl d.d. 4 februari 2013. 4 Kabinet Geert Bourgeois; Toerisme Vlaanderen. Pagina 10 van 40
verdienen in dit beleidsadvies. Een van de belangrijkste recente ontwikkelingen is die van het Model van de Lage Landen. 5 “In dit model is plaats voor onze gezamenlijke cultuur, onze gezamenlijke taal en ons gezamenlijk erfgoed.” 6 CVN beveelt aan dit uitgangspunt steeds toe te passen in de praktijk. De VlaamsNederlandse Delta is daar een prominent recent voorbeeld van. CVN is zich ervan bewust dat de Vlaams-Nederlandse Delta in eerste instantie een initiatief op provinciaal niveau is. Gezien het belang ervan voor de totale beeldvorming van Vlaanderen en Nederland richting Derde Landen, en bovendien de belangstelling die de Minister-presidenten dhr. Rutte en dhr. Peeters voor het initiatief aan de dag leggen, meent CVN dat dit beleidsadvies de juiste plaats is om uitspraken te doen over de Vlaams-Nederlandse Delta. De Vlaams-Nederlandse Delta “De Vlaams-Nederlandse Delta is bij uitstek een voorbeeld van de manier waarop de provincies in Vlaanderen en Nederland een grote meerwaarde betekenen op het vlak van externe relaties, die de inspanningen op het regionale en nationale niveau kunnen versterken.” 7 De Vlaams-Nederlandse Delta is een visitekaartje in het buitenland. Dit lokale regionale project met internationale allure en impact richt zich op de economisch-logistieke ontwikkeling van de deltazone die zich uitstrekt over de provincies Antwerpen, Noord-Brabant, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Zeeland en Zuid-Holland. De Vlaams-Nederlandse Delta gaat uitsluitend uit van het verzilveren van Hard Power. CVN constateert dat ten aanzien van de Vlaams-Nederlandse Delta een kans onbenut blijft om Soft Power te verzilveren. Naast de economische aantrekkingskracht, bevindt de regio zich op excellent niveau ten aanzien van vestigingsklimaat, afgemeten aan de aanwezigheid en de kwaliteit van publieke voorzieningen, onderwijs, huisvesting, welzijn en cultureel aanbod. Ten aanzien van de beeldvorming van de Vlaams-Nederlandse Delta richting Derde Landen, wordt de positieve kracht van Soft Power op dit moment suboptimaal benut; bij een project van dergelijke omvang en importantie voorwaar een (gemiste) kans.
5
D.G. Van Beuningenlezing, op 11 maart uitgesproken door Vlaams Minister-president Kris Peeters. D.G. Van Beuningenlezing, op 11 maart uitgesproken door Vlaams Minister-president Kris Peeters. 7 Verslag Conferentie Vlaams-Nederlandse Delta 2012 (21 november 2012). 6
Pagina 11 van 40
Aandachtspunten Naast een uitgebreide samenwerking in de sector, waar veel initiatieven succesvol tot stand komen, kent ook het beleid betreffende Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking reeds een goede uitgangspositie. Denk hierbij aan het Verdrag en de daarop gebaseerde organisaties. Toch signaleert CVN een mismatch tussen enerzijds kansen en ambities en anderzijds de realisatie ervan, die onvoldoende is. Hiervoor wijst CVN de volgende redenen aan. Kracht van Soft Power is moeilijk te omschrijven en vaak onderwerp van discussie (1B) De kracht van Soft Power is niet direct in geld uit te drukken. Effect en doeltreffendheid zijn moeilijker te meten. Soft Power wordt hierdoor als middel ter versterking van internationale relaties en het Vlaams-Nederlandse imago nog te vaak over het hoofd gezien. Gebrek aan automatisme om gezamenlijk op te trekken in uitvoering van het beleid. (2B) In de Vlaamse en Nederlandse beleidsdocumentatie liggen de ambities voor samenwerking vastgelegd. Tegelijkertijd worden niet alle kansen voor samenwerking benut in de uitvoering van het beleid. Voorbeelden zijn de verschillende momenten waarop Vlaanderen en Nederland unilateraal een gastlandschap hebben verzorgd op een internationaal presentatiemoment. Er blijkt een gebrek aan automatisme om elkaar als natuurlijke partner bij projecten te betrekken. Behoud van nationale cultuurhuizen in het buitenland ter discussie (3B) Over het voortbestaan van de nationale cultuurhuizen in het buitenland wordt volop gediscussieerd. De functie van deze huizen, namelijk effectiviteit, zichtbaarheid en herkenbaarheid van de nationale cultuur in het buitenland, komt hierdoor mogelijk onder druk te staan. Asymmetrie in regelgeving en infrastructuur (4B) De sector loopt tegen belemmeringen op door verschillen in de Vlaamse en Nederlandse regelgeving en de infrastructuur die daarop gebaseerd is. Zo worden cultuursubsidies langs verschillende methoden verstrekt: in Nederland grotendeels middels een fondsenmodel en in Vlaanderen grotendeels door het departement. De samenwerking tussen Toerisme Vlaanderen en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen verloopt semi-effectief doordat de organisaties een verschillende samenstelling van stakeholders hebben. Dit is van directe invloed op de samenwerking van Vlaamse en Nederlandse organisaties richting Derde Landen. Taakopvatting van Ambassades, Consulaten en Vertegenwoordigingen in de praktijk (6B) CVN constateert dat de Ambassades, Consulaten en Vertegenwoordigingen (hierna: de vertegenwoordigingen in het buitenland) in de praktijk een ruime taakopvatting hanteren. Zij ontplooien volledige projecten, naast de kerntaak van vertegenwoordiging van het moederland in het buitenland, het netwerken en het stimuleren van culturele uitwisseling.8
8
Taakomschrijving ambassades, geciteerd van www.rijksoverheid.nl: “De ambassades, consulaten en consulatengeneraal zijn er om de belangen van Nederlanders te behartigen in het buitenland. […] Ook onderhouden de posten een uitgebreid netwerk met de lokale bedrijven en overheidsinstanties. Dat is goed voor Nederland, omdat van 3/4 van het nationaal inkomen in het buitenland wordt verdiend.” Taakomschrijving Vertegenwoordigingen, geciteerd uit Beleidsnota Buitenlands beleid, internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking 2009-2014: “De opdracht van de Vertegenwoordiger bestaat erin binnen een breed lokaal netwerk opportuniteiten te detecteren voor samenwerking met Vlaanderen; […].” Zie ook: “De Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland vervullen een aanjagende en ondersteunende rol bij internationale culturele samenwerking.” (www.sica.nl, geraadpleegd op 19 maart 2013). Pagina 12 van 40
Deze huidige praktijk laat minder ruimte aan de sectoren om initiatieven te ontplooien en daarmee hun unieke expertise te verzilveren. De kwetsbaarheid van bottom up samenwerking, die vaak afhangt van persoonlijke verhoudingen (7B) Het spreekt voor zich dat de persoonlijke verhoudingen van cruciaal belang zijn. Ze zijn echter niet voldoende om er een duurzame praktijk van samenwerking op te bouwen en ze maken het systeem bovendien kwetsbaar. Het verdient aanbeveling om hierin formalisering aan te brengen. De onderlinge concurrentie op naamsbekendheid, productie en innovatie (8B) Uit de praktijk van Vlaams-Nederlandse samenwerking komt naar voren dat het gebruik van de noemer The Low Countries meerwaarde heeft. Het is een bekend merk dat geassocieerd wordt met kwaliteit en bovendien door de historische aard ervan reeds diep is ingeworteld in de beeldvorming van Vlaanderen en Nederland als één culturele regio. Desondanks constateert CVN terughoudendheid om het gebruik van de noemer The Low Countries in beleid te verankeren. De wens van de overheden om zich, gedreven door handelsgeest, unilateraal te profileren blijkt hier soms sterker dan de ambitie om internationaal samen te werken. Eventuele perceptie van Vlaams-Nederlandse samenwerking als kneuterig, te kleinschalig (9B) “Kneuterigheid ligt op de loer”, aldus Ed Jonker. Van essentieel belang is dat Vlaanderen en Nederland niet te bescheiden moeten willen zijn. In het licht van grote internationale bewegingen, de opkomst van landen met omvangrijke populaties en evenzo grote internationale ambities, zouden Vlaanderen en Nederland internationaal een grotere vuist moeten en kunnen maken, als ze punten van samenwerking identificeren.
Pagina 13 van 40
SWOT-Analyse
1. 2. 3. 4. 5.
STERKTE A
ZWAKTE B
Culturele samenwerking als vorm van Soft Power: positief middel voor imagoversterking Vlaanderen en Nederland zijn elkaars prioritaire partners Aanwezigheid van organisaties, netwerken en locaties voor samenwerking
Kracht van Soft Power is moeilijk te omschrijven en vaak onderwerp van discussie. Gebrek aan automatisme om gezamenlijk op te trekken in uitvoering van het beleid. Behoud van nationale cultuurhuizen in het buitenland ter discussie Asymmetrie in regelgeving en infrastructuur Praktische verkenning van gezamenlijke VlaamsNederlandse culturele diplomatie niet verankerd in het beleid Taakopvatting van de vertegenwoordigingen in het buitenland in de praktijk De kwetsbaarheid van bottom up samenwerking wanneer die afhangt van persoonlijke verhoudingen.
Mogelijkheden voor diplomatieke VlaamsNederlandse samenwerking worden momenteel praktisch verkend
6. 7.
8.
9.
Informaliteit, veelvuldigheid en onvermoeibaarheid van de VlaamsNederlandse culturele samenwerking in binnen- en buitenland: de bottom up werking Gemeenschappelijke taal, gedeeld cultuurhistorisch verleden en bijbehorend erfgoed als voedingsbodem voor samenwerking. Lidmaatschap van Vlaanderen en Nederland van de EU.
KANSEN 10. De vertegenwoordigingen in het buitenland als experts in hét netwerken
11. Samenwerking als fenomeen dat bottom up floreert en resultaten boekt, met name waar het opkomende sectoren betreft zoals de creatieve industrie. 12. Aanwezigheidspolitiek o.b.v. complementaire combinatie: enerzijds aanwezigheid internationale presentatiemomenten, anderzijds het behoud van de functie van een beperkt netwerk van fysieke ankerpunten voor Vlaams-Nederlandse culturele identiteit. 13. Vlaams-Nederlandse culturele presentatie die een afspiegeling is van de gedeelde culturele ruimte. Op maat gemaakt t.a.v. de drie internationale niveaus van samenwerking. 14. Vlaanderen – Nederland Toets t.a.v. de drie internationale niveaus van samenwerking 15. Cultuur als speerpunt incorporeren in het Model van de Lage Landen (uitvoering i.h.k.v. de Vlaams-Nederlandse Delta (www.vndelta.eu).
De onderlinge concurrentie op naamsbekendheid, productie en innovatie.
Eventuele perceptie van Vlaams-Nederlandse samenwerking als kneuterig, te kleinschalig.
BEDREIGINGEN Te veel beleid dat top down stuurt op inhoud en daarmee de ontwikkeling van inhoudelijke programma’s door experts uit de sector en het ontstaan van nieuwe verbindingen belemmert. Bottom up samenwerking moeilijk af te stemmen op planning officiële acties en beleid van overheid (kansen missen van publiek-private samenwerking) Afwezigheid integrale aanwezigheidspolitiek resulteert in verminderde zichtbaarheid en impact van Vlaams-Nederlandse culturele identiteit in Derde Landen. Aldus een gemiste kans om de gedane investeringen te verzilveren. Wens van de overheden om zich, gedreven door handelsgeest, unilateraal te profileren
Mogelijkheden om concurrerende samenwerking aan te gaan met Derde Landen Het Model van de Lage Landen als concept met voornamelijk aandacht voor ontwikkeling van economische waarde; suboptimale benutting van imagoversterkende kracht van Soft Power.
Pagina 14 van 40
Deel 2: Aanbevelingen voor beleid
Pagina 15 van 40
Vlaanderen – Nederland Toets In de ontwikkeling van Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking richting Derde Landen, acht CVN de tijd rijp voor de volgende stap: de Vlaanderen – Nederland Toets. Het uitgangspunt van deze toets is dat Vlaanderen en Nederland samenwerken, tenzij het in een specifiek geval geschikter is om samen te werken met een andere partner, of om unilateraal te opereren. De toets wordt onderdeel van de standaardbeleidsprocedures waar het de ontwikkeling en totstandkoming van culturele (re)presentaties betreft. De toets wordt gehanteerd binnen alle organisaties waar plannen voor culturele presentatie het licht zien: de departementen belast met buitenlandse zaken en cultuur, evenals de vertegenwoordigingen in het buitenland.
CVN beveelt de Vlaanderen-Nederland Toets aan inzake de mogelijkheid en wenselijkheid van gezamenlijke Vlaams-Nederlandse presentatie . Deze toets is een standaardprocedure bij ontwikkeling van (plannen voor) culturele presentaties.
Pagina 16 van 40
Cultureel Ambassadeur Om de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking op een positieve manier, richting een breed publiek op internationaal toneel herkenbaar te maken en publiciteit te bezorgen, beveelt CVN vertegenwoordiging aan door een Cultureel Ambassadeur. Hij of zij is de verpersoonlijking van het beste dat Vlaanderen en Nederland te bieden hebben, zowel lokaal als richting Derde Landen. Tegelijkertijd kan de Ambassadeur speciale aandacht vestigen op een specifieke sector of discipline die van wereldklasse is en op dat moment in het bijzonder bijdraagt aan de zichtbaarheid van de VlaamsNederlandse culturele samenwerking op internationaal toneel. Dit is bijvoorbeeld een innovatieve uiting van Vlaams-Nederlandse topcultuur, die een nieuw publiek weet te bereiken. De Ambassadeur helpt een dergelijk initiatief aan publiciteit, zodat Vlaanderen en Nederland er internationaal mee kunnen scoren. De materialisatie van de Vlaanderen-Nederland Toets. De Ambassadeur brengt de Vlaams-Nederlandse samenwerking dichtbij een breed en internationaal publiek. Daarmee haalt hij of zij aandacht en publiciteit naar de culturele troeven die Vlaanderen en Nederland gezamenlijk te bieden hebben. De Ambassadeur heeft een mandaat van drie jaar met daaraan gekoppeld een bescheiden, toch toereikend budget om ook concreet iets tot stand te brengen en werkelijk “aanwezig” te kunnen zijn. Mogelijke organisatievormen: De verkiezing van de Cultureel Ambassadeur Prominente figuren en organisaties uit de Vlaams-Nederlandse samenwerking zijn verkiesbaar. Zij voeren een campagne die nieuwsgierig maakt in uiteenlopende media, zodat de verkiezing an sich de aandacht op zich weet te vestigen. Laureaat van prestigieuze kunstprijs wordt Ambassadeur Naar voorbeeld van Sidi Larbi Cherkaoui, die in 2012 de Vlaamse Prijs voor Podiumkunsten toegekend kreeg. Hij is nu verkozen tot één van de drie culturele ambassadeurs voor Europese Unie. CVN beveelt aan elke drie jaar een nieuwe Cultureel Ambassadeur aan te wijzen die met behulp van een bescheiden en toereikend budget op een positieve manier, richting een breed publiek op internationaal toneel de Vlaams-Nederlandse culturele ruimte en samenwerking verpersoonlijkt.
1.
Cultureel Ambassadeur CVN brengt een afzonderlijk subadvies uit met aanbevelingen voor uitvoering van de verkiezing van een Cultureel Ambassadeur.
Pagina 17 van 40
Deel 3: Aanbevelingen voor uitvoering
Pagina 18 van 40
Drie Sleutels tot Verzilveren In de sector ontstaan vele initiatieven zonder ondersteuning door specifiek beleid. Het is daarom de vraag of Vlaams-Nederlands beleid een essentiële voorwaarde is om de samenwerking te laten slagen. CVN constateert dat een steviger verankerd beleid de sector had kunnen helpen adequaat in te spelen op kansen voor samenwerking. Als de overheden zelf een duidelijker signaal over de wenselijkheid van samenwerking afgeven, gaat daarvan een voorbeeldfunctie uit, en daagt het de sector ook tot snellere en betere samenwerking. Ter illustratie: het heuglijk feit dat, na jaren van twijfel, Vlaanderen en Nederland definitief hebben besloten in te zetten op een gezamenlijk gastlandschap op de Frankfurter Buchmesse van 2016. De presentatie van de Vlaams-Nederlandse culturele identiteit moet effectief, zichtbaar en herkenbaar zijn om doeltreffend te zijn: een optimale invulling van het begrip Soft Power. CVN vat deze kenmerken samen in onderstaande kernbegrippen (‘Sleutels tot Verzilveren’):
Figuur 2a: de drie Sleutels tot Verzilveren
Optimale inzet van competenties: alle bij samenwerking betrokken partijen concentreren zich op de taken waarvoor zij het beste toegerust zijn, ten dienste van culturele samenwerking die effectief is.
De juiste aanwezigheidspolitiek: Vlaanderen en Nederland zetten in op complementaire acties van enerzijds ankerpunten voor permanente presentatie en anderzijds aanwezigheid op de prestigieuze internationale presentatiemomenten, ten dienste van culturele samenwerking die zichtbaar is.
De paradepaardjes: de Vlaams-Nederlandse culturele identiteit presenteert zich aan de hand van het oude en hedendaagse erfgoed dat als specifiek Vlaams-Nederlands herkenbaar is.
De drie Sleutels tot Verzilveren worden hieronder uitgewerkt in praktische beleidsaanbevelingen, gevisualiseerd in de steeds terugkerend ovaalvormige figuur waarvan figuur 2a de kern vormt.
Pagina 19 van 40
1.
Optimale inzet van competenties Het is van belang beleid te ontwikkelen dat enerzijds het bottom up-proces van de ontwikkeling van initiatieven respecteert, en anderzijds de signalering van de ideeĂŤn op een centrale plaats regelt met als doel ze te verbinden in de vorm van samenwerking. De core business van de culturele en creatieve sector is het ontwikkelen en uitvoeren van initiatieven. Beleid is wenselijk als faciliteit om, uitgaand van deze kracht van de sector, adequaat te kunnen reageren op een kans voor samenwerking. CVN beveelt aan om beleid te ontwikkelen met een faciliterend karakter, gericht op hĂŠt netwerken en matchmaking, waardoor de sector de ruimte krijgt om op basis van expertise initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren. Het beleid faciliteert de activering van de hoogwaardige kennis die in de sector aanwezig is. (10A t/m 11B)
Uit deze Sleutel tot Verzilveren volgen praktische beleidsaanbevelingen, die hieronder zijn weergegeven en vervolgens toegelicht. De beleidsaanbevelingen zijn van toepassing op alle geĂŻdentificeerde internationale niveaus van samenwerking.
Pagina 20 van 40
Aanbevelingen voor uitvoering:
Figuur 2b: Samenwerken op basis van ‘halen en brengen’: optimale inzet van competenties
1a.
De vertegenwoordigingen in het buitenland als experts in hét netwerken 9 (10A en B) CVN beveelt aan dat de vertegenwoordigingen in het buitenland zich focussen op hun kerntaak, zijnde hét netwerken en matchmaking, en deze opgebouwde kennis en contacten duurzaam vastleggen in een database die raadpleegbaar is voor externen uit de sector. Een database die meer is dan alleen een droge opsomming van enkele organisaties.10 (De toegang tot) deze database vormt een essentiële voorwaarde voor feitelijke waardecreatie door de sector. Het bestaande kapitaal van netwerk en contacten wordt hierdoor verzilverd. Matchmaking kan zo resulteren in kansen voor de realisatie van zowel eenmalige gezamenlijke projecten, als voor de opbouw van een langdurige samenwerkingsverbanden. Zonder de sector top down grensoverschrijdende samenwerking op te leggen, of zelf te diep inhoudelijk op de materie in te gaan.
9
Vgl.: Reactie Minister van OCW Jet Bussemaker op advies 'Ontgrenzen en verbinden' van de Raad voor Cultuur (31 januari 2013) 10 Een dergelijke database kan gemaakt worden in overeenstemming met privacywetgeving. Het voor externen raadpleegbare gedeelte, is het overzicht van organisaties waar de vertegenwoordiging contacten heeft zonder vermelding van persoonlijke gegevens. De externe kan de vertegenwoordiging benaderen om in contact gebracht te worden met de betreffende organisatie. De vertegenwoordiging als matchmaker. Pagina 21 van 40
De verankering van hét netwerken en matchmaking bij de vertegenwoordigingen is zo tevens het antwoord op de kwetsbaarheid van samenwerking die momenteel nog te veel steunt op individuele competenties en persoonlijke verhoudingen. De database ondervangt het risico op het verlies van contact tussen instellingen, bedrijven en organisaties aan weerszijden van de grens, wanneer medewerkers een andere functie aannemen en bijgevolg de persoonlijke contacten ‘meenemen’11. Hierdoor wordt het netwerk duurzaam en robuust vastgelegd. 1b.
Inzet van competenties van experts uit de sector op inhoud (11A) Wanneer de vertegenwoordigingen in het buitenland zich beperken tot hét netwerken en matchmaking, worden experts uit de sector in de gelegenheid gesteld om hun waardevolle competenties aan te wenden voor de ontwikkeling en uitvoering van initiatieven van samenwerking. Vanuit de sector bestaat veel behoefte aan deze dienstverlening. Zo krijgt het bottom upproces van ideeënontwikkeling vanuit de sector optimaal de ruimte om te bloeien. CVN acht een goede taakverdeling tussen de overheid en de sector cruciaal, en adviseert dan ook bovenstaande rolverdeling zo veel als mogelijk te respecteren.
1c.
Beleid op basis van Vlaams-Nederlandse topevenementenkalender 12 (11B) CVN beveelt aan dat de Vlaamse Cel Cultuur Internationaal (CINT) en het Dutch Centre for International Cultural Cooperation (DCICC, voormalige SICA) in onderling overleg een Vlaams-Nederlandse topevenementenagenda ontwikkelen en publiceren. Vlaanderen en Nederland wensen goed geplande en goed georganiseerde gezamenlijke presentatie tijdens culturele topevenementen met een zekere regelmaat te ondersteunen. Om dit te realiseren, beveelt CVN regelmatig overleg aan tussen de CINT en DCICC. Hierin wordt afgestemd op welke evenementen gezamenlijk ingezet wordt en hoe deze gezamenlijke actie georganiseerd wordt.13 Op de kalender staan in ieder geval prestigieuze evenementen zoals de Frankfurter Buchmesse en de Biënnale van Venetië. Maar ook innovatieve en opkomende sectoren krijgen er ruim baan voor (re)presentatie, zie bijvoorbeeld South by Southwest® (SXSW®) Conferences & Festivals te Austin, Texas (VS). Deze aanbeveling is een combinatie van de aanbevelingen 1a en 1b. De overheden bepalen hun gezamenlijke prioriteiten middels de kalender. Vervolgens jagen zij de sector(en) aan om samen te werken. De sector richt zich op de uitvoering en maakt daartoe gebruik van de netwerken die de vertegenwoordigingen in binnen- en buitenland hen bieden. De uitvoerders zijn daarmee minder of in het geheel niet afhankelijk van persoonlijke contacten en verhoudingen om het initiatief te realiseren. Dit is de juiste inzet van competenties, vertaald naar de praktijk.
11
Vgl: “In een land met een zo ingewikkelde staatsstructuur als België waar bovendien persoonlijke contacten vaak noodzakelijk blijken om voortgang te boeken, spelen de Nederlandse ambassade in Brussel en het consulaat-generaal in Antwerpen bij de behartiging van de betrekkingen vaak een doorslaggevende rol.” Uit: Kamerbrief inzake beleid ten aanzien van België en Vlaanderen. Ministerie van Buitenlandse Zaken (2013), pagina 3. 12 Zie ook: Kamerbrief inzake beleid ten aanzien van België en Vlaanderen. Ministerie van Buitenlandse Zaken (2013), pagina 4. En Nota Internationaal Cultuurbeleid van Vlaamse Minister van Cultuur Joke Schauvliege (2012), pagina 4. 13 Dit naar voorbeeld van de de culturele topevenementenraad en -kalender, zoals vastgesteld door de Vlaamse Minister voor Cultuur Joke Schauvliege in de Mededeling aan de leden van de Vlaamse regering betreffende het internationaal cultuurbeleid (1 juni 2012). Pagina 22 van 40
1d.
Transparant overzicht van beschikbare fondsen voor grensoverschrijdende culturele samenwerking (11A) Om de sector maximaal te laten profiteren van de voor grensoverschrijdende projecten geoormerkte middelen, is het van belang inzicht te geven in de beschikbaarheid van deze middelen. CVN doelt hierbij op de budgetten voor projectsubsidies van het Departement internationaal Vlaanderen en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Een deel van de budgetten is gedelegeerd aan de Vlaamse Vertegenwoordigingen, in de vorm van de zogenaamde ‘culturele rugzakjes’, en aan de Nederlandse Ambassade en Consulaten. Daarnaast hebben ook de departementen belast met cultuur en de uiteenlopende fondsen middelen beschikbaar voor internationale (project)subsidies. 2.
Fondsen voor grensoverschrijdende culturele samenwerking CVN beveelt aan om de actuele informatie over de omvang en beschikbaarheid van budgetten voor culturele projectsubsidies, inclusief weergave van de richtlijnen en voorwaarden voor aanvraag, op transparante en toegankelijke wijze inzichtelijk te maken op de website van het departement dat de middelen verstrekt. CVN levert binnenkort een subadvies op met aanbevelingen voor uitvoering.
1e.
Pragmatische oplossingen voor verschillen in regelgeving (11B) Het is niet altijd mogelijk of wenselijk om de verschillen in regelgeving of organisatiestructuren geheel weg te nemen. CVN beveelt daarom aan om te inventariseren waar de verschillen leiden tot belemmering van Vlaams-Nederlandse samenwerking. Als vervolgstap kan voor elk problematisch verschil een oplossing gezocht worden, in de vorm van een bilaterale werkafspraak die het mogelijk maakt het verschil te omzeilen. 3.
Werkafspraken i.v.m. verschillen in regelgeving CVN brengt een afzonderlijk subadvies uit met aanbevelingen voor beleid en bilaterale werkafspraken die de nadelige effecten van verschillen in regelgeving tussen Vlaanderen en Nederland helpen oplossen. CVN doet deze aanbevelingen mede op basis van een inventarisatie van belemmeringen voor Vlaams-Nederlandse samenwerking, in kaart gebracht door de bilaterale culturele organisaties, fondsen en sectorinstellingen.
Pagina 23 van 40
2.
De juiste aanwezigheidspolitiek Door de (re)presentatie van de Vlaams-Nederlandse culturele identiteit onder te brengen bij lokale culturele infrastructuren in Derde Landen, zoals musea en toneelhuizen, komt de reguliere publieksstroom van deze lokale instellingen in aanraking met Vlaams-Nederlandse cultuur. Een dergelijk vergroting van het publieksbereik is een ontwikkeling die CVN zou toejuichen. Evenwel bestaat er een risico op versnippering en verwatering bij (re)presentatie over (te veel) verschillende locaties. Als gevolg raakt ook het publiek versnipperd over de verschillende presentaties op verschillende locaties. Het risico groeit dat het publiek de ‘bekende weg’ niet meer kan vinden. Dit tast de vindbaarheid en zichtbaarheid aan van de identiteit van Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking en daarmee finaal dus de mogelijkheid tot verzilveren van de geïnvesteerde middelen. CVN beveelt dan ook aan om de functie van een beperkt netwerk van fysieke ankerpunten te behouden, als complementaire aanvulling op de aanwezigheid op prestigieuze internationale (re)presentatiemomenten zoals beurzen en biënnales. CVN beveelt aan om in te zetten op enerzijds de aanwezigheid op internationale presentatiemomenten die van tijdelijke aard zijn, en anderzijds de instandhouding van de functie van een beperkt netwerk van fysieke ankerpunten, ook in Derde Landen. (12 A en B)
Uit deze Sleutel tot Verzilveren volgen praktische beleidsaanbevelingen, die hieronder zijn weergegeven en vervolgens toegelicht. De beleidsaanbevelingen zijn van toepassing op alle geïdentificeerde internationale niveaus van samenwerking.
Pagina 24 van 40
Aanbevelingen voor uitvoering:
Figuur 2c: Samenwerken op basis van ‘halen en brengen’: de juiste aanwezigheidspolitiek
2a.
Een beperkt netwerk van ankerpunten in het buitenland voor Vlaams-Nederlandse culturele presentatie14 (12A) Hier ligt een kans voor Vlaanderen en Nederland om diplomatieke samenwerking in beleid te verankeren. CVN acht de instandhouding van de functie van een beperkt netwerk van ankerpunten voor de Vlaams-Nederlandse culturele identiteit in het buitenland een waardevolle investering, naast het bereiken van een breed publiek via tijdelijke internationale presentatiemomenten. CVN is (ook) van mening dat investeringen niet per se in fysieke gebouwen (“bakstenen”) gedaan moeten worden. CVN adviseert dat Vlaanderen en Nederland de kosten delen van een vast ankerpunt voor (re)presentatie, ondergebracht bij de lokale infrastructuur in Derde Landen. Dit sluit zowel inhoudelijk (verzilveren) als budgettair (besparen door te delen) aan bij de ambities van Vlaanderen en Nederland om gezamenlijke presentatie in Derde Landen neer te zetten.
2b.
Aanwezigheid op internationale presentatiemomenten (12A) Zie aanbeveling 3c.
14
Vgl.: ‘Nieuwe opzet culturele activiteiten in Frankrijk.’ Nieuwsbericht van de Nederlandse Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl), 8 februari 2013. Pagina 25 van 40
2c.
Offline en online zichtbaarheid (12A) CVN beveelt online culturele presentatie aan, die de offline acties en evenementen complementeert. Om Vlaanderen en Nederland binnen de EU en daarbuiten, met name in verre Derde Landen, van een sterk gezamenlijk profiel te voorzien, is dit vruchtbaar en noodzakelijk.15 Om een online presentatie aan te bieden van de Vlaams-Nederlands visuele culturele ruimte, kan ter inspiratie gekeken worden naar initiatieven als Arttube, LUKAS Art in Flanders en het Google Art Project. Soortgelijke innovatieve initiatieven bieden een online aanvulling op het bestaan van de fysieke ankerpunten, en vergroten de toegankelijkheid en zichtbaarheid van VlaamsNederlandse culturele identiteit. CVN constateert de afwezigheid van een dergelijk initiatief dat het Vlaams-Nederlandse culturele erfgoed op een uitgebalanceerde en frisse wijze presenteert. Naast de aanwezigheid van bestaande databases, ziet CVN de mogelijkheid tot creatie van moderne, interactieve en overkoepelende online presentatiemiddelen.
15
Vgl: de Nota Internationaal Cultuurbeleid van Vlaamse Minister van Cultuur Joke Schauvliege (2012), pagina 5. Zie ook: “De economie van de toekomst wordt een op netwerken gebaseerde kenniseconomie met het internet als spil.�, uit Een digitale agenda voor Europa door de Europese Commissie (2010) via Eur-Lex. Pagina 26 van 40
ARTtube ARTtube is het online videokanaal van vijf musea uit Nederland en BelgiĂŤ. www.arttube.nl Ruim 3400
Lukas Art in Flanders Lukas manages digital imagery of the finest works and masterpieces of Flanders’ artistic heritage at the behest of museums and heritage organizations. www.lukasweb.be 671
Google Art Project Explore collections from around the world with thousands of artworks photographed in extremely high resolution. www.googleartproject.com Ruim 20.000
Pagina 27 van 40
De totstandkoming van een dergelijk Vlaams-Nederlands platform verloopt ofwel via samenwerking met de genoemde drie bestaande initiatieven, of wel via de bouw van een nieuw, typisch Vlaams-Nederlands platform. Een keuze dient gemaakt te worden op basis van verdergaand onderzoek. Naast het bewerkstelligen van deze online zichtbaarheid, ziet CVN de noodzaak om de aangeboden inhoud constant te actualiseren, zodoende in te spelen op recente culturele ontwikkelingen. Door op deze manier aandacht te vestigen op erfgoed en hedendaagse cultuur, blijft het imago van de Vlaams-Nederlandse gedeelde cultuur up-to-date en beantwoordt deze samenwerking eveneens aan de vraag van het publiek dat vandaag hongerig is naar actuele, betrouwbare en kwaliteitsvolle informatie en het bijbehorende (stilstaand of bewegend) beeldmateriaal. De impact van nieuwe communicatiemiddelen en sociale media biedt een mooie kans om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Ten aanzien van deze aanbeveling kan CVN, in samenwerking met de collega-organisaties in het Vlaams-Nederlandse veld, als kennisnetwerkverbinder van de lokale experts een cruciale rol spelen. 4.
Creatie van innovatief online platform voor presentatie van Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking CVN brengt een afzonderlijk subadvies uit met aanbevelingen voor de creatie van een Vlaams-Nederlands platform naar voorbeeld van ARTtube, Lukas Art in Flanders en Google Art Project. De precieze totstandkoming van het platform verdient nader onderzoek: zelfstandig of in samenwerking met een bestaand initiatief.
Pagina 28 van 40
3.
De paradepaardjes CVN stelt dat de optimale inzet van competenties en de juiste aanwezigheidspolitiek meest effectief zijn in combinatie met de presentatie van de paradepaardjes van de VlaamsNederlandse culturele ruimte . Met de term paradepaardjes doelt CVN op het erfgoed dat het artistieke product is van de gedeelde Vlaams-Nederlandse culturele ruimte. Dit zijn met name:
het erfgoed van de Oude Meesters de kunstvormen op basis van de Nederlandse taal
5.
Identificatie van paradepaardjes van nu Naast deze twee erkende paradepaardjes, verdient ook het identificeren van paradepaardjes van hedendaagse cultuur aandacht. Naar voorbeeld van onder meer het Nederlandse topsectorenbeleid, zou ook in Vlaams-Nederlands verband de nieuwe generatie van wereldburgers aansprekende sectoren moeten worden aangeduid. Dit versterkt de mogelijkheden om te verzilveren door samen te werken. CVN brengt over dit aspect een afzonderlijk subadvies uit.
Per aangeduid niveau van internationale samenwerking, beveelt CVN op maat gemaakt beleid aan voor de presentatie van paradepaardjes. Hoe verder de doelgroep fysiek verwijderd is van de Vlaams-Nederlandse culturele ruimte, hoe kleiner de onderlinge concurrentie tussen Vlaanderen en Nederland wordt en hoe groter de kansen om ons samen te profileren met een paradepaardje dat van dichtbij eerder als specifiek Vlaams of Nederlandse gepercipieerd wordt. CVN beveelt aan om het concept van Vlaanderen en Nederland als ‘regio van Rembrandt en Rubens’ zo optimaal en vaak mogelijk in te zetten, en daarnaast (óók) de actuele paradepaardjes onder de aandacht te brengen en te benutten. CVN beveelt aan dat de gezamenlijke Vlaams-Nederlandse culturele presentatie de paradepaardjes centraal stelt, uitgaande van een benadering op maat voor elk aangeduid niveau van internationale samenwerking. (13A t/m 15B)
Uit deze Sleutel tot Verzilveren volgen praktische beleidsaanbevelingen, die hieronder zijn weergegeven en vervolgens toegelicht. De beleidsaanbevelingen zijn van toepassing op alle geïdentificeerde internationale niveaus van samenwerking.
Pagina 29 van 40
Aanbevelingen voor uitvoering:
Figuur 2d: Samenwerken op basis van ‘halen en brengen’: de paradepaardjes
Algemeen (t.a.v. alle internationale niveaus van samenwerking) 3a.
Campagne op basis van noemer Flanders and The Netherlands | The Low Countries (13A) Deze noemer mag in het buitenland al op (h)erkenning rekenen. CVN vindt het gebruik van deze noemer cultuurhistorisch verdedigbaar en te prefereren boven de introductie van een nieuwe term, wat verwarring zou kunnen zaaien. CVN beveelt aan om over bestuurlijke gevoeligheid en terughoudendheid heen te stappen. Die past niet bij de pragmatiek van de uitvoering, ten aanzien waarvan geen terughoudend bestaat om onder deze gezamenlijke noemer Vlaanderen en Nederland op de kaart te zetten en te verkopen.
3b.
Rondreizende Vlaams-Nederlandse academische leerstoel rond het erfgoed van de Oude Meesters (13A) Codart,16 het internationale netwerk van conservatoren van het erfgoed van de Vlaamse en Hollandse Oude Meesters, en de Vlaamse Kunstcollectie signaleren dat de expertise over de restauratie en conservering van het erfgoed tanende is. Dat is zorgwekkend; het gaat om het behoud van het meest waardevolle erfgoed dat Vlaanderen en Nederland
16
Zie ook www.codart.nl. Pagina 30 van 40
hebben voortgebracht. Het werk van deze Meesters is een van onze belangrijkste visitekaartjes in het buitenland. Hieruit komt de wens voort om een Vlaams-Nederlandse leerstoel op te richten rond het erfgoed van de Vlaamse en Hollandse Oude Meesters. Doel van de leerstoel is de kennis over het erfgoed van de Vlaamse en Hollandse Meesters, die momenteel wegebt, te verankeren in de museale en academische wereld, ter ondersteuning van de conservering van het erfgoed. Naast het veiligstellen van het Vlaams-Nederlandse erfgoed voor toekomstige generaties, dient de leerstoel ook een diplomatiek doel. Het ontvangende land profiteert door expertise te ontvangen. Door dit aan te bieden, ontvangen Vlaanderen en Nederland in ruil good will, wat de onderlinge diplomatieke banden ten goede komt. CVN beveelt aan de instelling van deze Vlaams-Nederlandse leerstoel nader te onderzoeken op haalbaarheid en uitvoerbaarheid.
Pagina 31 van 40
Binnen de EU 3c.
Gezamenlijk gastlandschap tenzij daartegen relevant en onoplosbaar bezwaar bestaat (13A) Binnen Europa zijn verschillende prestigieuze culturele presentatiemomenten. De Frankfurter Buchmesse en de Biënnale van Venetië zijn de meest in het oog springende varianten. Hier ligt een kans voor Vlaanderen en Nederland om samen te werken, in het gezamenlijk verzorgen en dragen van het gastlandschap. Hieraan is een belangrijk budgettair voordeel verbonden. CVN signaleert de noodzaak dat het initiatief voor een gezamenlijk gastlandschap door de betreffende sector gedragen wordt. Tegelijkertijd constateert CVN dat een duidelijke stellingname vóór samenwerking van excellenties voor doorslaggevende motivatie en doortastendheid in de sector zorgt. Op basis van deze analyses beveelt CVN aan dat Vlaanderen en Nederland inzetten op het verzorgen van een gezamenlijk gastlandschap, tenzij een van beide partijen hiertegen grondig en relevant bezwaar maakt.
3d.
Samenwerken in de aanvraag en bemachtiging van EU-fondsen (9A) Met de evolutie van de doelstellingen in verband met de fondsen die de Europese Unie beschikbaar heeft voor culturele activiteiten, neemt de nadruk op grensoverschrijdende samenwerking toe. Het is vanaf 2014, wanneer het nieuwe programma ‘Creatief Europa’ van start gaat, een absolute voorwaarde om een beroep te kunnen doen op een bijdrage. Eerder dan kneuterig, is Vlaams-Nederlandse samenwerking in deze context de sleutel tot het bemachtigen van extra middelen voor de uitvoering van projecten. Naast partijen uit de sector, zijn bij projecten die de EU steunt regelmatig publieke instellingen betrokken. Een aantal van deze instellingen beheert het erfgoed dat een weerspiegeling is van de culturele ruimte die Vlaanderen en Nederland delen. Zij kunnen gebruik maken van bijdragen van de EU waar het bijvoorbeeld de circulatie en digitalisering van erfgoed betreft; voorbeelden van zaken die cruciaal zijn voor het bereik van een breed publiek. CVN beveelt aan dat de overheden publieke instellingen actief attenderen op de bloeiende Vlaams-Nederlandse samenwerking als basis voor het zoeken van nieuwe samenwerkingsverbanden in het kader van de aanvraag van EU-bijdragen, bijvoorbeeld door middel van een kleinschalige campagne. Het bundelen van de krachten is potentieel zeer succesvol. België en Nederland staan allebei in de top-5 van EU-lidstaten die het meest succesvol zijn in het aanvragen van bijdragen. Door ervaring en expertise te bundelen, kunnen beide landen deze positie in de toekomst vasthouden en verder verzilveren.17
17
Zie bijvoorbeeld http://eacea.ec.europa.eu/culture/funding/2011/selection/documents/strand121/applications_selected_by_cou ntry.pdf. Pagina 32 van 40
Richting verre Derde Landen 3e.
Gezamenlijk toerismebeleid (13A) CVN beveelt aan om het toeristische beleid aan te laten sluiten op het imago van Vlaanderen en Nederland in verre Derde Landen als één culturele regio, daarbij gebruikmakend van eerder genoemde oude en nieuwe paradepaardjes. De aanwezigheid van Toerisme Vlaanderen in Den Haag biedt de ideale gelegenheid om een dergelijke strategie te ontwikkelen in samenwerking met het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC), waarbij aandacht voor de onderling afwijkende organisatievorm noodzakelijk is.
Op lokaal niveau 3f.
Optimale benutting van Soft Power incorporeren in samenwerkingsproject VlaamsNederlandse Delta (15A) In z’n huidige vorm concentreert het samenwerkingsproject Vlaams-Nederlandse Delta, een realisatie op basis van het Model van de Lage Landen, zich op de inzet van Hard Power ten aanzien van de economisch-logistieke ontwikkeling van de regio. CVN beveelt aan om deze om deze eendimensionale benadering aan te vullen met uitingen van Soft Power (zoals ook vermeld op pagina 17 van dit beleidsadvies) Bijkomend beveelt CVN aan om de culturele presentatie, die onderdeel is van Soft Power, in de Vlaams-Nederlandse Delta toe te spitsen op de paradepaardjes. Overweging is dat de Delta een samenwerkingsproject is rond industrie van wereldniveau. Daarbij passen slechts kunsten en erfgoed van hetzelfde kwaliteitsniveau. De paradepaardjes bieden hiervoor de juiste selectie.
Pagina 33 van 40
Reeds geïdentificeerde mogelijkheden voor uitvoering Optimale inzet van competenties 1.
Op maat gemaakt advies voor mogelijke internationale posten voor gezamenlijke VlaamsNederlandse culturele vertegenwoordiging Voor het afwegen van de culturele belangen als één van de belangrijke componenten in de besluitvorming, is goed advies nodig van experts zoals de leden van CVN en collega’s van de andere organisaties die deel uitmaken van het Vlaams-Nederlandse netwerk. De Commissie ziet hier een belangrijke taak weggelegd om de overheden van betrouwbare en kwaliteitsvolle informatie te voorzien, in samenwerking met de collega Vlaams-Nederlandse instellingen. Aanbevolen partijen voor uitvoering: De Vlaamse en Nederlandse overheden; in samenwerking met CVN en collega-instellingen.
De paradepaardjes 2.
Uitbouw van de samenwerking van Letterenfondsen en de Nederlandse Taalunie in Expertisecentrum Literair Vertalen18 Op het vlak van Nederlandstalige literatuur verloopt de Vlaams-Nederlandse samenwerking goed. CVN pleit ervoor dit vast te houden en verder uit te bouwen. Aanbevolen partijen voor uitvoering: Het Nederlands Letterenfonds Het Vlaamse Fonds voor de Letteren De Nederlandse Taalunie
3.
Gezamenlijk gastlandschap op Frankfurter Buchmesse 2016 als pilot voor toekomstige samenwerking i.v.m. de topevenementen CVN beveelt aan om tijdens de editie van 2016 te onderzoeken hoe de samenwerking verloopt, welke kansen er liggen voor verbetering, wat optimale rolverdeling is ten aanzien van organisatie en inhoud, et cetera. De uitkomsten worden samengebracht in een evaluatie, ten gunste van de totstandkoming van het gezamenlijke gastlandschap in de erop volgende jaren. Op deze manier fungeert 2016 als pilot. Aanbevolen partijen voor uitvoering: Vlaamse en Nederlandse overheden Uitgevers Brancheorganisaties uit het boekenvak Vlaams Fonds voor de Letteren Nederlands Letterenfonds Nederlandse Taalunie
18
Vgl: de sterkte-zwakte-analyse die, als onderdeel van dit beleidsadvies, de taal en literatuur als een sterke kant van de Vlaams-Nederlandse samenwerking naar voren laat komen. Pagina 34 van 40
Deel 4: Bronnen en bijlagen
Pagina 35 van 40
Overzicht van bronnen Geraadpleegde experts, sleutelfiguren en -organisaties:
Dhr. Mark Andries, Kabinet Geert Bourgeois (Viceminister-president, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Dhr. Pascal Cools, Flanders DC Dhr. Hugo De Greef, Kabinet van Vlaamse Minister van Cultuur Joke Schauvliege Dhr. Peter De Wilde, Toerisme Vlaanderen. Mevr. Yolanda Ezendam, Raad voor Cultuur Mevr. Sofie Foets, destijds medewerker Marietje Schaake Dhr. Teun Gautier, De Groene Amsterdammer Prof. Dr. Ed Jonker, Universiteit Utrecht Dhr. Geert Joris, Nederlandse Taalunie Dhr. Jan Kennis, destijds directeur SICA Dhr. Piet Menu, De Brakke Grond Mevr. Marietje Schaake, lid Europees Parlement (D66) Dhr. Jan Seurinck, Flanders DC Dhr. Dorian van der Brempt, Vlaams-Nederlands Huis deBuren Mevr. dr. Gerdien Verschoor, Codart Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in België (Brussel) Vlaamse Kunstcollectie (VKC) Nederland Rusland 2013 (organisatie achter het bilaterale jaarprogramma, onderdeel van Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken) Holland Turkije 400 Jaar Diplomatieke Relaties (organisatie achter het bilaterale jaarprogramma, onderdeel van Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken) Strategische AdviesRaad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC, Vlaamse Overheid) Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV, Vlaamse Overheid)
Beleidsdocumenten bilateraal
Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland (1995) Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie (1980)
Beleidsdocumenten Nederland
Beleidsbrief Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Meer dan kwaliteit, dd. 10 juni 2011. Gezamenlijke beleidsbrief Ministeries van BZ en OCW over het internationaal cultuurbeleid (dd. 24 april 2012). ‘Grenzeloze Kunst beschrijft de gezamenlijke prioriteiten en instrumenten voor de periode 20092012’. Den Haag: Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2008). Kamerbrief betreffende uw verzoek inzake de inzet Nederland-Ruslandjaar 2013. Ministerie van Buitenlandse Zaken, 14 februari 2013. Kamerbrief inzake beleid ten aanzien van België en Vlaanderen. Ministerie van Buitenlandse Zaken, 4 februari 2013. Toelichting bij Rijksbegroting Buitenlandse Zaken, 2012. Toelichting bij Rijksbegroting Buitenlandse Zaken, 2013. Toelichting bij Rijksbegroting voor Cultuur, 2012. Toelichting bij Rijksbegroting voor Cultuur, 2013.
Pagina 36 van 40
Beleidsdocumenten Vlaanderen
Regeerakkoord Vlaamse Regering 2009-2014. Strategienota Nederland 2005 – 2009 van de Vlaamse Regering. Nota Internationaal Cultuurbeleid van Vlaamse Minister van Cultuur Joke Schauvliege (2012). Beleidsnota Buitenlands beleid, internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking 20092014. Beleidsnota Cultuur 2009-2014.
Overig
Advies Culturele Vertegenwoordiging in het buitenland. Raad voor Cultuur, 2010. ‘Advies bij de rol van het sociaal-cultureel werk in het Vlaams Internationaal Cultuurbeleid’, Advies Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk, Strategische AdviesRaad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC), 29 maart 2013 ARTtube, www.arttube.nl. Beheydt, Ludo (2013). ‘Buitenlandse stemmen voer de kunst van de Lage Landen, Neerlandia. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij, jaargang 117 nr. 1, pagina 4 – 8. Codart, www.codart.nl. D.G. Van Beuningenlezing door Kris Peeters, Vlaams Minister-president en Vlaams Minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid. Uitgesproken te Rotterdam op 11 maart 2013. Google Art Project, www.googleartproject.com. ‘Havens kunnen alleen samen overleven. Vlaanderen en Nederland denken na over hun toekomst.’ De Standaard, 22 maart 2012. Hofstede, Geert. Allemaal andersdenkenden. Amsterdam: Uitgeverij Contact (1995). ‘Internationale werkgevers: “Beheersen Nederlandse taal essentieel”. Artikel op website Maastricht University (25 februari 2013). Joining the dots. Brussel: BAM, Muziekcentrum Vlaanderen e.a., 2011. Kansen en bedreigingen van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking in de Europese Unie. Comité Buitenlands Cultureel Beleid, 2008. Ketelaars, Pauline. De Lage Landen 2020-2040. Vlaams-Nederlandse strategische economische samenwerking op middellange termijn. Antwerpen: Steunpunt Buitenlands Beleid, 2011. Lukas Art in Flanders, www.lukasweb.be. ‘Luik 1.3.5: Samenwerkingsacties met derde landen’. Nieuwbericht van het Vlaamse Departement voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media via www.cjsm.vlaanderen.be (geraadpleegd op 13 maart 2013). ‘Nederland en Vlaanderen organiseren gezamenlijke handelsmissie’. Nieuwsbericht van de Nederlandse Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl), 4 februari 2013 ‘Nederland en Vlaanderen samen sterker’. In: Het Nederlands Dagblad, 5 februari 2013. ‘Nieuwe opzet culturele activiteiten in Frankrijk.’ Nieuwsbericht van de Nederlandse Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl), 8 februari 2013 ‘Ploumen: 2 miljoen euro voor Holland Paviljoens’. Nieuwsbericht op www.rijksoverheid.nl (27 december 2012). Reactie Minister van OCW Jet Bussemaker op advies 'Ontgrenzen en verbinden' van de Raad voor Cultuur (31 januari 2013) Sectoranalyse Internationaal en Intercultureel 2013-2016. Raad voor Cultuur, 2012. ‘SG BZ bij VNO-NCW: ‘De kansen voor Nederland liggen in het buitenland’.’ Nieuwsbericht op www.rijksoverheid.nl (6 maart 2013) Speech uitgesproken door de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans tijdens diner Nederlands-Belgische Vereniging (Brasschaat, 4 februari 2013). Toespraak secretaris-generaal Renée Jones-Bos van Buitenlandse Zaken bij VNO-NCW. Via www.rijksoverheid.nl (6 maart 2013). ‘Turkije – Nederland’. Nieuwsbericht op Archined (www.archined.nl), 12 maart 2013. Pagina 37 van 40
Vanhestelezing uitgesproken door de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans en de Vlaamse Minister-president Kris Peeters (Nijmegen, 10 december 2012). Van Ostaaijen, Julien. Lezing ‘Nog steeds vreemde buren? De bestuurscultuur in Vlaanderen en Nederland.’ Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, Universiteit van Tilburg (2010). Verslag Conferentie Vlaams-Nederlandse Delta 2012 (21 november 2012). Via www.vndelta.eu. Visienota Creatieve Industrieen in Vlaanderen. Leuven: Flanders DC, 2011. ‘Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond neemt een nieuwe start’. Persmededeling door Joke Schauvliege, Vlaams Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. Brussel: 15 maart 2013. Vlaanderen Vakantieganger anno 2011. Brussel: Toerisme Vlaanderen, 2012.
Pagina 38 van 40
Bijlagen De beleidsadviesaanvraag Deze is terug te vinden in de verschillende beleidsdocumenten: CVN is verzocht vraaggestuurde aanbevelingen te verstrekken “ten behoeve van de Nederlandse en Vlaamse overheden inzake internationale culturele samenwerking […]. Onder “aanbevelingen” worden zowel het detecteren van knelpunten als het proactief signaleren van nieuwe opportuniteiten verstaan. Dit kan gaan over bilaterale samenwerkingsvormen, maar ook over het gemeenschappelijk optreden van Vlaanderen en Nederland in derde landen.” (Nota aan de Vlaamse Regering betreffende Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland (juni 2012), pag. 12).
Het preadvies CVN heeft in een preadvies op 16 juli 2012 de volgende zeven aanbevelingen geformuleerd:
Vier aanbevelingen op beleidsniveau: 1. 2. 3. 4.
Gebruik van noemer The Low Countries als vaste merknaam voor samenwerking richting Derde Landen Gezamenlijke culturele vertegenwoordiging en diplomatie Inventarisatie van gastlanden die zich op dit moment al lenen voor VlaamsNederlandse culturele presentatie Inventarisatie van vraag naar Vlaams-Nederlandse presentatie in de sector
Drie aanbevelingen op uitvoerend niveau: 5. 6. 7.
De Nederlandse cultureel attachés en Vlaamse vertegenwoordigers werken aan gezamenlijke Vlaams-Nederlandse projecten in Derde Landen Intensivering van de samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse culturele Instellingen Gezamenlijke culturele presentatie wordt een vast onderdeel van VlaamsNederlandse handelsmissies
Deze aanbevelingen fungeren als ‘menukaart’. In de inleiding van het preadvies verzoekt CVN de geadresseerden om een voorkeur uit te spreken voor onderdelen van de menukaart. Een antwoord op de voorgestelde aanbevelingen heeft CVN ontvangen op 8 november 2012 in de vorm van een formele bilaterale reactie op het preadvies.
Pagina 39 van 40
Reactie op het preadvies met verwerking door CVN CVN ontving in de formele reactie (d.d. 8 november 2012) de volgende punten van feedback.
Aanbeveling 6 met enthousiasme onthaald.
De gezamenlijke culturele vertegenwoordiging en diplomatie (aanbevelingen 2 en 5) is als staand beleid in ontwikkeling. CVN: dit is opgenomen als punt van vigerend beleid (pagina 7).
Naar aanleiding van de aanbevelingen 3 en 4 werd opgemerkt dat het zwaartepunt van inventarisatie en afweging te allen tijde bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Departement internationaal Vlaanderen ligt. CVN: de aanbeveling tot het maken van een inventarisatie maakt geen onderdeel uit van dit beleidsadvies.
Als reactie op aanbeveling 7 werd opgemerkt dat het concept van de Vlaams-Nederlandse an sich eerst geëvalueerd dient te worden, alvorens beleid te ontwikkelen voor een culturele component als onderdeel voor een dergelijke missie. CVN: Indien het concept van de gezamenlijke missie positief geëvalueerd wordt, kunnen op de totstandkoming van toekomstige edities de aanbevelingen van dit beleidsadvies toegepast worden waar het de culturele aspecten van de missie betreffen, gezien het feit dat de aanbevelingen in dit advies zich op fundamenteel niveau bevinden en daarmee op alle vormen van culturele samenwerking betrekking hebben.
Merknaam The Low Countries occasioneel (niet structureel) inzetten voor de promotie van specifieke Vlaams-Nederlandse culturele initiatieven in het buitenland. CVN: Op basis van het onderzoek in verband met dit beleidsadvies, is CVN gekomen tot de reactie op dit punt zoals weergegeven in de Uitvoeringsanalyse (pagina 13), en de daarop volgende aanbeveling 3a.
Focus op korte termijn op mogelijkheden voor ad hoc samenwerking in het buitenland zoals: gezamenlijke prospecties, aanwezigheidspolitiek op belangrijke internationale toonmomenten et cetera. CVN: Hierop richten zich de aanbevelingen 1c, 2b en 3b tot en met 3f.
Houdt de nota voldoende breed door niet alleen te adviseren over het organiseren van culturele voorstellingen of tentoonstellingen. Gezamenlijke culturele presentatie kan immers ook matchmaking tussen ondernemers uit de creatieve industrie tot doel hebben of andere dan louter culturele doelstellingen dienen. CVN: hierop richt zich de aanbeveling 1a.
Pagina 40 van 40
Colofon Sleutels tot Verzilveren Beleidsadvies over Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking richting Derde Landen Dit advies is een uitgave van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland (CVN).
P/a Vlaams Departement CJSM Arenbergstraat 9 B-1000, Brussel T: +32 2 553 41 68 E: commissie@cvn.be W: www.cvn.be Het is toegestaan (delen van) de inhoud van deze publicatie te citeren of te verspreiden, mits daarbij CVN en deze publicatie als bronnen vermeld worden.
Met steun van: Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken; en
Het Departement internationaal Vlaanderen.
Aan deze publicatie kunnen geen rechten ontleend worden. Brussel, 10 april 2013
CVN adviseert de Vlaamse en Nederlandse regeringen op het terrein van culturele samenwerking, op basis van het in 1995 ondertekende Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland. CVN is onafhankelijk en adviseert gevraagd en ongevraagd over actueel bilateraal beleid inzake cultuur, onderwijs, wetenschap en welzijn.
Pagina 41 van 40