CVN-advies Welzijn in tijden van onbehagen

Page 1

Advies Adviezen aan de Nederlandse en Vlaamse regering onderwerp

Welzijn in tijden van onbehagen

datum

6 februari 2003

aan

• •

cc

• • • •

advies

Clémence Ross-van Dorp, Nederlands staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mevr. Mieke Vogels, Vlaams minister voor Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen A. Nicolaï, Nederlands Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Jaak Gabriëls, Vlaams minister voor Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting Marc Morris, Directeur-generaal Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap M.P. van Gastel, Directeur-Generaal Welzijn en Sport, Nederlands Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

(Het volledige advies, dat verscheen in de vorm van een rapport , telt 58 pagina' s en kan worden aangevraagd bij het CVN-secretariaat. Hier volgt de aanbiedingsbrief) "De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN) biedt u hierbij het advies "Welzijn in tijden van onbehagen" aan. Het Cultureel Verdrag dat in 1995 in werking trad, stelde de Commissie in om de Nederlandse en Vlaamse regering te adviseren wat de samenwerking betreft op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschap en welzijn. Dat laatste aandachtspunt was nieuw in het Nederlands-Vlaams Cultureel Verdrag en kwam niet voor in het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag, dat voor 1995 in werking was. Aan beide kanten van de grens werd duidelijk de noodzaak gevoeld om tot meer samenwerking in deze sector te komen zowel vanwege de meerwaarde die samenwerking voor de beide landen zelf oplevert als met het oog op een effectievere samenwerking in Europees verband. Daarom werd in april 2000 een CVN-stuurgroep opgericht die eerst onder het gezamenlijke voorzitterschap van dhr. Jef Mostinckx (Administratie Gezin en Maatschappelijk Werk) en dhr. Wim Woertman (Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en vanaf juli 2002 onder het voorzitterschap van mevr. Judith Belinfante (vanaf 14 juni 2002 lid van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland) op het gebied van welzijn een aantal terreinen heeft afgebakend waarop samenwerking en uitwisseling van ervaringen goede resultaten kan opleveren. Al gauw bleek dat de wijze waarop de welzijnssector in Vlaanderen en in Nederland beleidsmatig georganiseerd is, zeer verschillend is. Juist dat maakt het belangrijk en interessant om de aanpak aan beide kanten van de grens te vergelijken. De stuurgroep vroeg aan vier deskundigen om een analyse te maken van


de problemen in de welzijnssector, om ook de beleidsstructuur aan beide kanten van de grens duidelijk weer te geven en om in het kader daarvan tot het formuleren van aanbevelingen te komen. Hiervoor werden aangezocht: • • • •

Dhr. Herman Baert (hoogleraar Katholieke Universiteit Leuven) Dhr. Mark Elchardus (hoogleraar Vrije Universiteit Brussel) Dhr. Piet Philipsen (voormalig directielid Symbiose, Sittard) Dhr. Koos Vos (voormalig directeur Verwey-Jonker Instituut, Utrecht)

In het bijgevoegde advies wordt geconcludeerd dat men aan beide kanten van de grens in feite met dezelfde ontwikkelingen te maken heeft. Er is een toenemend gevoel van onbehagen waarneembaar. De oorzaken hiervoor kunnen niet alleen in de sociaal-economische omstandigheden worden gezocht. Uit het eerste analytische hoofdstuk van het advies blijkt dat de ontwikkeling van gevoelens van onbehagen samenhangt met een vermindering van de sociale cohesie in de maatschappij en met het gevoel bij bepaalde groeperingen dat de mogelijkheden om het eigen leven te sturen, afnemen. Concluderend wordt vastgesteld dat oplossingen gezocht moeten worden langs de lijnen van vergroting van de sociale cohesie in de maatschappij, van empowerment van de burger en van een grotere participatie van de burger aan het maatschappelijke leven. Om dit thema in concreto uit te werken, wil CVN specialisten uit het veld bij elkaar brengen. Omdat vraagstukken van sociale cohesie en aktief burgerschap niet alleen kunnen worden benaderd vanuit een doelgroepenbeleid maar een algemeen beleid vereisen dat de werking van de samenleving als zodanig betreft, is CVN voornemens in de tweede helft van 2004 een brede conferentie te organiseren over het thema "Welzijn in tijden van onbehagen". Voorafgaand aan en ter voorbereiding van deze grote conferentie organiseert CVN in 2003 kleinere studiedagen over enkele belangrijke thema's zoals de ontwikkelingen op het platteland, de etnisch-culturele minderheden en het kwaliteitsbeleid. Deze bijeenkomsten worden grondig voorbereid zodat er ook werkelijk concrete aanbevelingen zullen worden geformuleerd. Deze aanbevelingen zullen u uiteraard na afloop worden toegestuurd. Daarnaast zijn er op enkele punten, o.a. voor de stimulering van personele uitwisseling zowel voor ambtenaren en professionals als voor studenten, en voor het stimuleren door de instelling van een prijs van innovatieve projecten al aanbevelingen geformuleerd die in het vijfde hoofdstuk van het advies zijn uitgewerkt. CVN beveelt deze aanbevelingen in uw aandacht aan. Dit advies moet beschouwd worden als een eerste stap in de advisering van CVN aan de Vlaamse en de Nederlandse regering met betrekking tot de welzijnssector. Het geeft het kader aan waarbinnen de advisering plaatsvindt. CVN is erkentelijk voor de reeds door uw ministerie toegezegde ondersteuning met de benodigde middelen van de studiedagen. Ook voor de organisatie van de conferentie in 2004 zal CVN een beroep op u doen voor financiële ondersteuning. Daarnaast dient de kleine staf waarover CVN beschikt in 2003 en 2004 ook nog de vele werkzaamheden van dit welzijnsproject op zich te nemen.


Graag willen we u op korte termijn een voorstel doen om ons daarin te ondersteunen." gevolg

Op 25 maart 2003 antwoordde J. GabriĂŤls, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, het volgende: "Ik heb uw schrijven van 17 februari goed ontvangen en aandachtig doorgenomen. Dit advies in het kader van de Vlaams-Nederlandse samenwerking is niet enkel actueel, maar ook inhoudelijk erg interessant. Als minister bevoegd voor Huisvesting ken ik de gevaren van een strikt doelgroepenbeleid en pleit ik ook voor een geĂŻntegreerde benadering waarbij men het algemene benadrukt in plaats van het specifieke. Ik dank u dan ook voor het mij toezenden van deze informatie."

Op 20 mei 2003 antwoordde C. Ross-van Dorp, Nederlands staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het volgende: "Hiermee zeg ik u dank voor de toezending van het advies "Welzijn in tijden van onbehagen". Ik heb dit advies met veel interesse en genoegen gelezen. Het advies gaat allereerst in op enkele politiek-actuele maatschappelijke gebeurtenissen en trends in Vlaanderen en Nederland die kunnen worden toegeschreven aan onbehagen en geeft vervolgens aan waar de oorzaken van dit onbehagen kunnen worden gevonden in de huidige samenleving. Geconcludeerd wordt dat dit toe te schrijven is aan een vermindering van sociale cohesie en dat moet worden gewerkt aan vergroting van empowerment en van grotere participatie van de burger. Voorts wordt het sociaal beleid in beide landen beschreven waardoor overeenkomsten en verschillen kunnen worden onderscheiden. Op bestuursniveau zijn er aanzienlijke verschillen, zodat samenwerking niet altijd gemakkelijk is. Dit betekent naar mijn mening dat een voorwaarde voor een goede samenwerking tussen de beide landen is, dat aan deze verschillen extra aandacht wordt besteed en dat extra inspanning moet worden geleverd om eventuele moeilijkheden, stagnatie van de werkzaamheden dan wel misverstanden te vermijden en zo mogelijk te voorkomen. Echter de problemen waarvoor de overheden van beide landen worden geplaatst zijn veelal dezelfde. Dit maakt het alleszins de moeite waard om als buren die eenzelfde taal spreken wegen te zoeken om op verschillende niveaus samen te werken bij het vinden van oplossingen en samenwerking tussen anderen te stimuleren. In het advies wordt voorgesteld een brede conferentie te organiseren in de tweede helft van 2004 over het thema van het advies, waarbij vraagstukken van sociale cohesie en actief burgerschap worden benaderd vanuit de werking van de samenleving zelf en recente maatschappelijke verschijnselen als gevoelens van onbehagen en onveiligheid, verlies van vertrouwen in de publieke sector, de roep om herstel van waarden en normen, minder gedogen en meer handhaven. Vervolgens kan op basis hiervan worden nagedacht over de implicaties voor sociaal beleid. Deze aanpak spreekt mij zeer aan. Inmiddels is uw Commissie bezig met het organiseren van studiedagen die een bijdrage kunnen leveren aan de voorbereiding van de conferentie.


In de eerste plaats studiedagen over twee inhoudelijke thema's, te weten plattelandsontwikkeling en etnisch-culturele minderheden. Ik heb vernomen dat de studiedag over het eerste thema inmiddels heeft plaatsgevonden op 21 maart jl. en zeer leerzaam was. Voorts zijn twee instrumentele thema's gekozen ter ondersteuning van het hoofdthema over 'kwaliteitsbeleid' en over 'informatie- en communicatietechnologie'. Ik acht het een goede zaak dat naast het organiseren van studiedagen ook andere vormen van samenwerking zullen worden toegepast, zoals personele uitwisselingen in de vorm van stages, detacheringen of beurzen, alsmede de verknoping van informatie- en kennisnetwerken en het gebruik van ICT door burgers ter bevordering van de zogenoemde 'social inclusion'. Met uw voorstel om na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor het instellen van een Vlaams-Nederlandse prijs voor innovatieve projecten in het sociale domein kan ik geheel instemmen. Wat betreft de benodigde financiĂŤle ondersteuning bij de organisatie van de studiedagen en de conferentie in 2004 zal binnenkort op ambtelijk niveau overleg plaatsvinden over de mogelijkheden binnen het beschikbare budget. Uw voorstel voor personele ondersteuning wacht ik af. Tenslotte kan ik u toezeggen dat de medewerkers van dit ministerie de samenwerking in het kader van de CVN met plezier zullen voortzetten en samen met hun Vlaamse collega's een actieve rol willen spelen bij het stimuleren van de samenwerking tussen andere instanties in beide landen."


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.