Historisch stadhuis Kortrijk. Een rijk verleden.

Page 1

HISTORISCH STADHUIS KORTRIJK Een rijk verleden



HISTORISCH STADHUIS VAN KORTRIJK EEN RIJK VERLEDEN Op de Grote Markt, tussen de Leiestraat en de Rijselsestraat, bevindt zich het historisch stadhuis van Kortrijk. De gevel is rijkelijk versierd en getuigt net als het interieur van een boeiend verleden. Het gebouw straalt kwaliteit, voornaamheid en autoriteit uit. Maar vergis je niet, het bevat ook speelse knipoogjes voor de aandachtige bezoeker. Van een roekeloze kruisvaarder, een mysterieuze meetlat en een pseudo gravin tot een naĂŻeve dichter, die uitgelachen wordt om zijn versierdrift. Benieuwd?




GEVEL Vensters en dak

Stoere stamvaders

Bekijk van op enige afstand alle gotische vensters van het stadhuis. Je telt twee rijen van drie en zeven ramen, heel evenwichtig en mooi in cadans met de toegangsdeur, waarboven een elegant balkon prijkt. Het volume van het stadhuis dateert uit de 17de eeuw en is verbonden met de naam van stadsbouwmeester Robert Persyn. Het huidige uitzicht kwam tot stand door toedoen van architect Pierre Nicolas Croquison, die in de jaren 1856-1875 het stadhuis liet restaureren. Ook in 1959 vonden belangrijke restauratiewerken plaats onder leiding van architecten Jos en Luc Viérin. Recent, in 2016, werd de gevel grondig opgefrist.

Wie dichter bij de gevel staat, krijgt een mooie les geschiedenis. De 19de eeuwse beelden stellen graven en gravinnen van Vlaanderen voor. Helemaal links zet Boudewijn I met de IJzeren Arm de rij in. Hij slaagde erin om anno 862 de 19-jarige Judith, dochter van de Franse koning, te ontvoeren en tot de zijne te maken. Een groen blaadje, denk je nu? Helemaal niet, zij was al aan haar derde huwelijk toe. Ondanks een woedende schoonvader wist Boudewijn de verbintenis te legaliseren en stichtte het koppel een invloedrijke dynastie.

De houten luiken van de negen dakkapellen bovenaan zijn versierd met van links naar rechts de wapenschilden van de steden Ieper, Brugge en Gent en vervolgens van de regio’s waarover Kortrijk als kasselrijhoofdstad gezag uitoefende: de roede van de 13 parochies, die van Menen, van Deinze, van Tielt, van Harelbeke en als laatste het wapenschild van Kortrijk zelf. Kijk nu aandachtig naar de vorm van de vensters. Zie je dat één ervan uit de band springt? Inderdaad, het raam helemaal links onderaan heeft een andere spitsboog en is minder hoog en breder dan de andere. Dat heeft te maken met de toegang tot de kelders onder het stadhuis (zie verder), maar ook met de totstandkoming van het scepenhuus of stadhuis. Nog een opvallend element is het beeld boven de ingangsdeur. Dit is Sint-Paulus met het zwaard . Hij verwijst naar de oorspronkelijke functie van de schepenen: het uitoefenen van rechtspraak.

Verderop zien we, aan weerszijden van het vooruitspringend balkonnetje, vader Diederik (†1168) en zijn zoon Filips van de Elzas (†1191). Zij trokken op kruistocht naar het Heilig Land. Diederik bracht het Heilig Bloed mee naar Brugge, Filips bezorgde Kortrijk het Heilig Haar. Lange tijd was de stad befaamd voor de Heilig Haar processie. Bemerk op de borst van Filips van de Elzas de stoere ‘Leeuw van Vlaanderen’. Hij voerde dit wapenschild in.




Foute dame

Mannen met macht

Dan volgt de eerste dame in het gezelschap. Volgens de boekjes is dit gravin Beatrijs, de burchtvrouw van Kortrijk. Naast haar krijg je graaf Boudewijn IX (met kruis) en dan zijn dochter Johanna van Constantinopel. Maar, chronologisch gezien moet Boudewijn (†1205) eerst staan. Daarop volgen de gravinnen Johanna (†1244) en haar zus Margaretha van Constantinopel (†1280). Beatrijs (†1288) was de schoondochter van Margaretha en staat chronologisch niet op de juiste plaats. Meer nog, ze heeft Vlaanderen nooit als gravin bestuurd. Enkel als burchtvrouw van Kortrijk had ze een betekenis.

Het volgende standbeeld is dat van Gwijde van Dampierre. Pas op 52-jarige leeftijd, na het aftreden van zijn oude moeder Margaretha van Constantinopel, kreeg hij de touwtjes volledig in handen. En het liep fout, want Vlaanderen raakte in een bloedige oorlog met Frankrijk verwikkeld.

In feite zouden Boudewijn IX en de dame links van hem van plaats moeten verwisselen. Dan heb je de correcte volgorde: man – vrouw – vrouw: Boudewijn, Johanna, Margaretha. Maar dan zou Beatrijs buiten de reeks vallen. En toch was ze heel belangrijk voor Kortrijk!

KELDERS Onder het Kortrijkse stadhuis bevinden zich niet minder dan zes oude, in elkaar lopende kelders. Ze behoorden bij verschillende huizen, die in de loop der eeuwen ingepalmd en verbouwd werden. De grootste ervan meet 21 bij 10 meter en komt in oppervlakte goed overeen met de hal, waarvan de bouw teruggaat tot het begin van de 15e eeuw. Deze huizen hadden geen nummer, maar welluidende namen zoals De Zwaan, Het Paerdekin, De Baers of De Zwarte Leeuw. Eeuwenlang dienden de stadhuiskelders als herberg, tot in 2006 de toenmalige horecazaak De Raadskelder er de deuren sloot.

De reeks gaat verder met de stijlvolle hertog van Bourgondië, Filips de Goede. Hij stichtte in 1430 de Orde van het Gulden Vlies en draagt de typische ketting ervan . Tussen de twee laatste vensters treffen we het beeld van keizer Karel V (†1558) aan. Om de hoek in de Leiestraat zijn nog Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje te bewonderen. Hij draagt een modieuze molensteenkraag en een hoedje met een pluim, zij een opstaande kanten kraag. Tijdens hun bewind in de eerste helft van de 17de eeuw kende Kortrijk een opmerkelijke bloei. Het begijnhof bijvoorbeeld kreeg dan zijn (bewaarde) stenen behuizing en kunstschilder Antoon Van Dyck leverde zijn ‘Kruisoprichting’ aan de OnzeLieve-Vrouwekerk.



ONTVANGSTHAL Zodra Kortrijk stadsrechten bezat, was er een symbolische plaats nodig om de naleving van die rechten af te dwingen. Dat was het geval vanaf de 12de eeuw, met als ijkpunt de oorkonde van 1190. De rechtspraak gebeurde aanvankelijk met opzet in de openlucht, op vier banken (= vierschaar) en meestal onder een boom, want God moest kunnen meeluisteren. Toch ontstond de behoefte aan een centraal gebouw. De oudste vermeldingen van een scepenhuus aan de Grote Markt van Kortrijk dateren uit de 14de eeuw. Na de grondige verwoesting van de stad in 1382 startten de bouwwerken voor een nieuw en groter stadhuis. Van de vroeg 15de eeuwse bouwfase zijn in de ontvangsthal nog vier hoge stenen spitsbogen te zien . Het stadhuis bevatte toen een schepenkamer, een raadskamer, een ruimte voor de stadsontvanger en zijn klerk en een kapel. Deze oude kern van het stadhuis werd later uitgebreid tot aan de Leiestraat, door de aankoop en inname van de aangrenzende huizen.

Stadssirenen Links van de verbindingsgang naar de Beatrijszaal trekt een prachtige oude deur de aandacht. Gelukkig bleef ze gespaard tijdens de vele verbouwings- en restauratiewerken. Ze dateert uit de 16de eeuw en is bovenaan versierd met het wapenschild van Kortrijk: in zilver een keper en een uitgeschulpte zoom van keel. De keper en de rand zijn duidelijk, de kleuren wit (= zilver) en rood (= keel) moet je erbij denken. De schilddragers zijn opmerkelijk. Terwijl er nu twee wildemannen van vleeskleur, omgord en gekroond met eikenbladeren van sinopel (= groen) en steunend op een knots van natuurlijke kleur het Kortrijkse

schild dragen, staan hier op het eerste gezicht een meermin en een meerman afgebeeld. Alhoewel, ze dragen (dubbele?) vleugels en geen van beiden heeft een baard. Zijn het engelen? Of sirenen? Naast hen zien we sierlijke vogels. Eén ervan prikt met zijn snavel in een granaatappel. Deze vrucht staat symbool voor vruchtbaarheid en rijkdom, voor eenheid in verscheidenheid en voor de lente, die elk jaar de natuur doet herleven. In het midden van de deur is een opspringende leeuw te zien. Hij reikt omhoog naar een vogel. Ook de leeuw is een eeuwenoud symbool voor de Opstanding. Al bij al brengt de deur dus een frisse boodschap.

Een halve mantel Langs de trap naar boven hangt een monumentaal schilderij van de Gentse schilder Gustave Vanaise (1854-1902). Het stelt SintMaarten, de patroonheilige van Kortrijk voor, als ruiter te paard. Naast hem knielt een bedelaar, die de helft van de mantel krijgt die Martinus met zijn zwaard afsnijdt. Waarom gaf de heilige zijn kledingstuk niet helemaal weg, als hij dan toch zo goedhartig was? Dat kon niet, want hij was een Romeinse legioensoldaat en de helft van zijn uitrusting behoorde toe aan de keizer. Van Sint-Maarten, één van de populairste West-Europese heiligen, bestaan er ontelbaar veel afbeeldingen. Zijn feestdag valt op 11 november, de dag waarop destijds het vee op stal werd gezet, voor de winterkou.



RAADZAAL Stad en kasselrij Betreed via een fraaie hoog-gotische toegangsdeur de oude raadzaal op de eerste verdieping. Hier vergaderden de schepenen-rechters om te besturen en de wetten te doen naleven. Zonder de scheiding van de machten, die we nu kennen, liep alles meer door elkaar. Over welke gebieden hadden ze zeggenschap? Dat valt af te lezen op twee grote 17de eeuwse wandkaarten, geschilderd op linnen door de Kortrijkse landmeter Louis de Bersaques. De ene kaart biedt een overzicht van de kasselrij Kortrijk, die bestond uit vijf regio’s of zogenaamde roedes. De andere toont het grondgebied van de stad, het schependom en de keurstaken (= grenspalen) van Kortrijk. In de brandglazen in deze ruimte zijn de wapenschilden van BelgiÍ, West-Vlaanderen en de 46 gemeenten van het bestuurlijk arrondissement Kortrijk (tot 1976) afgebeeld. De muren zijn bekleed met eikenhout en Mechels goudleer.



Vrouwenlisten Afbeeldingen van vrouwen die hun geliefden vernederen of in het verderf storten waren populair tijdens de renaissance (16de eeuw). Ze dienden als waarschuwende voorbeelden van de macht van de vrouw over de man, die dan meestal door zijn kracht of wijsheid uitmunt. Dat gegeven vormde de inspiratie voor de versiering van de acht balksteunen, te zien aan het plafond van deze zaal. Achteraan links is de oudste vrouwenlist ooit uitgebeeld: de verleiding van Adam door Eva. Overmand door schaamte dragen ze vijgenbladeren. Links daarvan een tafereel met de Griekse wijsgeer Aristoteles in een weinig benijdenswaardige positie. Hij wordt als paard bereden door Phyllis, die hem slaat met een zweepje. Omstaanders lachen om zijn vernedering. De derde in de rij is de Romeinse dichter Vergilius. Omdat hij avances maakt bij een dame in de toren, laat hij zich in een mand naar boven hijsen. Maar de mand stopt halverwege en in plaats van haar te mogen beminnen, wordt hij bespot door voorbijgangers. In de hoek links volgt een scène met Samson en Delila. Door zijn haren af te knippen, ontneemt zij de grote held al zijn kracht .

Aan de andere kant, rechts van de schouw, zet de rij in met de lotgevallen van Hercules. Zijn geliefde heeft zijn hemd met een gifdrank bewerkt, waardoor hij zal sterven wanneer hij zich aankleedt. Daarnaast laat koning Salomon zich door zijn hofdames verleiden tot afgoderij. Op de derde balk ondergaat koning Sardanapal een totale vernedering. Hij zit tussen vrouwen draad te spinnen, een onwaardige klus. De laatste list komt van harde tante JaĂŤl, die haar geliefde Sisera vermoordt door een tentharing in zijn hoofd te slaan . Inderdaad, de heren rechters zullen zich met deze voorbeelden voor ogen niet laten benevelen door slechte vrouwen. De 16de eeuw was overigens een zeer gewelddadige tijd, in het bijzonder voor vrouwen, of beter: voor zogenaamde heksen. Op de Grote Markt van Kortrijk bracht stadsbeul Pieter Bailliu op 30 april 1569 tegelijkertijd zes ketters ter dood op evenveel brandstapels. Een schouwspel!



Deugd en ondeugd In de periode 1517-1527 werd het stadhuis verfraaid en uitgebreid. Het nieuwe bouwwerk stond onder invloed van de opkomende renaissance, maar had ook nog veel gotische elementen. Uit deze tijd dateert de prachtige stenen sierschouw in de oude raadzaal. In het midden prijkt keizer Karel V, bewindvoerder over Vlaanderen, met zwaard en rijksappel (een bol met een kruis op). In de acht nissen links en rechts van de vorst schuiven de beeltenissen van ongeloof (afgodsbeeld) en van de verpersoonlijkingen van de zeven ondeugden aan. Dat zijn links (1) hoogmoed: vrouw met spiegel op een paard; (2) gierigheid: vrouw met geldbuidel op een mol of pad en (3) onkuisheid: vrouw op een bok, met man die haar omhelst. Rechts van keizer Karel V volgen (4) nijd: vrouw op een hond, met een bot in de muil; (5) gulzigheid: vrouw met kruik op een everzwijn; (6) woede: vrouw met zwaard op een beer en (7) traagheid: een man op een ezel.

Telkens wordt een zonde dus verbeeld door middel van een dame op een passend rijdier en met een speciaal attribuut. Enkel bij traagheid zien we een man, die blijkbaar beter past bij deze ondeugd .

De afbeeldingen onderaan tonen mogelijke straffen of gevolgen van ondeugd. Uit extreme woede volgt zelfmoord . Wie zich te buiten gaat aan overspel en onkuisheid belandt in een kookpot. Een venijnige duivel port het vuur extra aan met een blaasbalg. Helemaal bovenaan symboliseren de houten beelden het geloof en de zeven deugden: nederigheid, mildheid, kuisheid, goedheid, matigheid, zachtmoedigheid en waakzaamheid.



GOTISCHE ZAAL Achter de statige rij vensters van de voorgevel schuilt op de eerste verdieping een al even statige ontvangstruimte: de gotische zaal. Ze is bestemd voor officiële huldigingen, lezingen of toespraken, prijsuitreikingen en dergelijke meer. De muurschildering achteraan de zaal is in 2002 aangebracht naar aanleiding van 700 jaar Guldensporenslag. Kunstenaar Jan Van Imschoot (°Gent, 1963) beeldt de strijd uit met kinderen als hoofdpersonages.

Hij inspireerde zich op de Witte van Zichem. Blauwe plastic zwembadjes verbeelden het water van de Groeningebeek, de barrière tussen het Vlaamse en het Franse ‘leger’. Het wandtapijt in de gang is een Antwerps exemplaar en het toont een scène uit het Oud Testament. We zien Mozes die midden in de woestijn water uit een rots slaat. Ditzelfde thema ontmoeten we ook op de schouw van de schepenzaal, beneden.



SCHEPENZAAL - TROUWZAAL Beneden bevindt zich achteraan rechts in de hal de schepenzaal, gebruikt voor ontvangsten en ceremonieën zoals huwelijken en jubileumvieringen. Het aantal schepenen schommelde in de geschiedenis altijd tussen zeven en dertien. Het woord ‘schepen’ is afgeleid van ‘recht schep(p)en’, waarvan ‘rechtschapen’ (= integer, eerlijk) een variant is. Schepenen waren rechters en ze bewaakten de wet. In Nederland heten ze trouwens ‘wethouders’.

Mozes en Thomas: een duo Net als in de raadzaal hier vlak boven, is het pronkstuk in de schepenzaal een in steen gebeeldhouwde 16de-eeuwse sierschouw . De essentie van wat hier meegegeven wordt, staat helemaal bovenaan onder de twee spitsbogen. Links bevindt zich een groepje mensen met Mozes in het midden. Hij slaat op een rots en er vloeit water uit, bestemd voor het Volk van God dat door de woestijn trekt. Dit verhaal hoort thuis in het Oud Testament. Daarnaast zien we uit het Nieuw Testament de ‘ongelovige’ apostel Thomas bij Christus. Hij voelt aan diens wonden vooraleer hij overtuigd is dat het echt om de verrezen Heer gaat. Besluit: het geloof (Mozes) en tastbare bewijzen (Thomas) zijn de onmisbare steunpilaren voor een rechtvaardige beslissing.

Heraldiek en wijsheid In de onderste sectoren van de sierschouw herkennen we opnieuw, zoals op de zolderluiken aan de voorgevel, de wapenschilden van verschillende gebieden en steden. De namen staan erbij én de patroonheiligen, vb. Sint-Maarten met de bedelaar bij Kortrijk, Sint-Pieter met de sleutel bij Tielt en Sint-Vedastus met een beer bij Menen. Zo krijgt elke figuur netjes een nis toebedeeld, met voor iedereen herkenbare visitekaartjes. In het midden van de rij troont een zittende Madonna met kind. Zo’n beeld komt vaak voor en verwijst zowel naar de Regina Coeli, Koningin van de Hemel als naar de Sedes Sapientia of Zetel van de Wijsheid. De centrale plaats, de kroon op het hoofd en de aanzet van een scepter in de linkerhand van O.-L.-Vrouw bewijzen de doorslaggevende en overkoepelende waarde van deze voorstelling. De grote Vlaamse steden Gent, Brugge en Ieper zijn hier ook met hun wapenschild vertegenwoordigd, net als het Brugse Vrije (helemaal rechts), dat op de gevel niet voorkwam.


VROUWE JUSTITIA Net als in de raadzaal zijn ook in de schepenzaal de acht balksteunen aan het plafond versierd. EĂŠn thema staat hier voorop: de rechtspraak, verbeeld door Vrouwe Justitia met een kroon. Telkens horen daar natuurlijk weer symbolen bij. Wat zien we? Een spiegel geeft aan dat wie gezag draagt in staat moet zijn om ook zichzelf kritisch te beoordelen (foto 4). Een nar in een zotskap met ezelsoren (foto 8) belichaamt de dwaasheid, waartegenover Justitia liefde en voorzichtigheid dient te stellen. Een opvallend zonnerad (foto 1) is het attribuut van de waarheid, omdat het licht van de zon alles onthult . Geen duistere praktijken!

1

4

2

3


Er verschijnen overal schenkkannen (foto’s 5, 6, 7, 8) als symbolen van haar mededogen. Zo geeft ze een kan aan een in lompen geklede arme, aan een pelgrim (met een ‘pelerine’ over zijn schouders), aan de dwaze nar en aan een man die de dood (= een schedel) in de ogen kijkt. Ze maant met een beeld van de stervende Christus een koning aan tot nederigheid: hij neemt zijn kroon af (foto 2). Een gewone man met een rugtas (een reiziger?) verheft ze tot bestuurder: ze zet hem een kroon op en steekt hem een goed gevulde zak geld toe (foto 3) .

5

8

6

7



Feest met Guffens en Swerts In de jaren 1873-1875 vonden belangrijke restauratiewerken plaats in Kortrijk. Zowel de Broeltorens, de Onze-LieveVrouwekerk als de Grote Hallen op het Schouwburgplein (nu verdwenen) kregen een grondige opknapbeurt. Maar de meeste aandacht ging naar het stadhuis. De gevel werd opgefrist met nieuwe beelden en de grote gotische zaal op de bovenverdieping kreeg vorm. Als kers op de taart mochten kunstschilders Godfried Guffens en Jan Swerts in 1875 de wanden van de schepenzaal van muurschilderingen voorzien. Er werd gekozen voor taferelen uit de geschiedenis van Kortrijk. Links van de sierschouw geeft Sint-Elooi de start. Hij zorgde voor de kerstening en legde de grondslag voor de Sint-Maartenskerk. Dan volgt een cultureel onderonsje. Diederik van Assenede leest een gedicht voor aan een illuster gezelschap. Gravin Margaretha van Constantinopel zit naast Beatrijs (in het blauw), haar schoondochter. De jonge knaap wordt beschouwd als de neef van Beatrijs, die later bekendheid verwierf als Robert II van Artois, aanvoerder van de Franse troepen in 1302. Op de grote zijwand neemt graaf Boudewijn IX afscheid van zijn zwangere vrouw en kind . Hij vertrekt in 1202 op kruistocht en zal twee jaar later gekroond worden tot keizer van Constantinopel. Dat is een grote eer. In de middeleeuwse

hiërarchie komt hij terecht boven de Franse koning! Helaas niet voor lang, want in 1205 wordt hij gevangen genomen door Bulgaren en verdwijnt hij van het toneel. Intussen is zijn echtgenote Maria van Champagne overleden in Akko. Vlaanderen is in handen van twee kleine meisjes, Johanna en Margaretha van Constantinopel. Zij heersen gedurende drie kwart van de 13de eeuw over het graafschap. Een voorspoedige tijd… Tot er een oorlog uitbreekt tussen Vlaanderen en Frankrijk. De vooravond van de Guldensporenslag staat afgebeeld op de achterwand van de schepenzaal. We zien hoe iedereen zich zenuwachtig klaar maakt voor de krachtmeting. In de 19de eeuw genoten de heldhaftige vrijheidsstrijders van Kortrijk 1302 van een romantische verering. Hendrik Conscience beschreef hen in 1838 in de ‘Leeuw van Vlaanderen’. Het opgeknapte stadhuis kreeg in september 1875 de Belgische koning Leopold II en zijn familie over de vloer. Het feestmenu is bewaard gebleven. Het gezelschap deed zich te goed aan Engelse oesters, juliennesoep, sorbet met kirsch, tarbot met Hollandse saus, champignons à la crème, patisserie, méringue à la Parisienne, ananas, meloen, peren en nog veel meer lekkers.





GEMEENTERAAD ZAAL Rechts van de schepenzaal, aan de kant van de Grote Markt, bevindt zich de gemeenteraadzaal. Binnen trekt de aankleding in hout de aandacht. Dat is niet toevallig, want de Kortrijkse firma De Coene, gespecialiseerd in houtbewerking, realiseerde het meubilair in 1962. Hier vergadert de Kortrijkse gemeenteraad elke maand. Rechts zitten de leden van het college van burgemeester en schepenen en links de raadsleden. Er is ook plaats voor pers en publiek. Deze opstelling dateert van begin 1977, na de fusies van steden en gemeenten. Toen steeg het aantal raadsleden van 25 naar 41.



BEATRIJSZAAL Boomstammen meten Achteraan de hal loopt een verbindingsgangetje naar de receptiezaal. Hier bemerken we links aan de muur een mysterieuze lange metalen staaf. Ze is slechts 5 cm breed en meer dan 3,70 m lang en heeft als opschrift FASSEEL MAET VAN ’T GESLOTEN HOUT, gevolgd door het gekroonde wapenschild van Kortrijk en de datum 1780. Pas sinds de 19de eeuw is het decimaal metriek stelsel in voege. Deze staaf legt enkele oudere Kortrijkse standaardmaten vast. Op de bovenkant links zijn Kortrijkse duimen (= 2,7 cm) afgebakend door koperen plaatjes met één stip. De Kortrijkse voet (= 11 duim of 29,7 cm) is de afstand tussen plaatjes met twee puntjes boven elkaar. De fasseel is een volumemaat, die overeenkomt met een cilinder (vgl. boomstam) van 4 voet lang en 53,4 cm omtrek. Daarom staan op de voorkant van de staaf afstanden van 53,4 cm afgetekend. De (hout)handelaars kwamen hier aftoetsen of

hun meetinstrumenten overeenkwamen met de standaard. Het woord fasseel is verwant met fascisme, afgeleid van de naam van een Romeinse bundel roeden, een oud machtssymbool. Met ‘gesloten hout’ bedoelt men volle boomstammen in plaats van bundels takken.

Onder een glazen dak In 1993-1994 werd de binnenplaats achter het stadhuis tot receptiezaal omgebouwd. Een glazen dak biedt aan deze ruimte openheid en licht. Tegelijkertijd komen de ruwe gevelstenen en vensteropeningen ten volle tot hun recht. Je ziet de buitenmuren van de historische schepenzaal (beneden) en raadzaal (boven). Aan de ingang rechts bevindt zich een derde toegang tot de kelders, naast die aan de Grote Markt en die in de Leiestraat.



GRAVIN BEATRIJS Wie was dan die fameuze ‘gravin’ Beatrijs, die we al tussen de gevelbeelden zagen en die hier nu weer opduikt? Deze edelvrouw was een dochter van hertog Hendrik II van Brabant. Ze trouwde in 1247 met de erfgenaam van het graafschap Vlaanderen, Willem III van Dampierre. Een voorname jonge vrouw en een knappe ridder, met alles erop en eraan… Deze alliantie had de basis kunnen leggen van een lange en machtige dynastie, heersend over Vlaanderen en Brabant. Helaas! Willem overleed in 1251 op 26-jarige leeftijd, na een steekspel tegen zijn aartsrivaal en halfbroer Jean d’Avesnes. Beatrijs bleef alleen achter en kreeg als weduwengoed Kortrijk, waar ze de rest van haar leven vertoefde. Ze stimuleerde cultuur en religie en nodigde dichters en zangers uit. Door haar toedoen verhuisden de zusters van Groeninge van Marke naar een nieuwe abdij dicht bij de Leie en de weg naar Gent (nu Abdijkaai). Ze overleed daar in 1288. De stenen van haar hartmonument, hergebruikt in de latere Groeningeabdij (nu museum Kortrijk 1302), zijn teruggevonden. Een loden urne met haar hart (!) bleef bewaard in de Sint-Michielskerk. Haar overige stoffelijke resten kregen een begraafplaats naast die van Willem in een verloren gegane Noord-Franse abdij. Beatrijs van Brabant heeft dus veel betekend voor Kortrijk, als burcht- en beschermvrouw. Ze was gedurende korte tijd getrouwd met de erfgenaam van het graafschap Vlaanderen. Maar zij noch haar man heeft ooit de grafelijke macht uitgeoefend.



Voor gidsbeurten of andere toeristische info: www.toerismekortrijk.be Colofon Tekst: Greet Verschatse Foto’s: Kattoo Hillewaere Vormgeving: Connie Janssens, Yves Debaes Met dank aan AimÊ Pauwels, Guido Dekeyrel en de West-Vlaamse gidsenkring Kortrijk Uitgave: 2017 Verantwoordelijke uitgever: Vincent Van Quickenborne, K. Leopold I-straat 13/0042, 8500 Kortrijk



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.