Frankville Studenten met groene vingers Frank van der Waals in gesprek met Mark Sekuur
96
plek verbeteren
vliegwiel
duurzaam
De Zernikecampus. Een gigantisch terrein met opvallend vormgegeven faculteitsgebouwen, grote parkeerterreinen en lege grasvelden. Maar direct naast de entree van deze campus ligt er opeens een kleurrijk en levendig moestuintje. Frank van der Waals, initiatiefnemer van de moestuin, wist ĂŠĂŠn van de lege grasvelden om te toveren tot een prettige verblijfsplek. 97
Veel studenten voelen zich niet thuis op de kille Zernikecampus. ’s Avonds is het gebied uitgestorven en tijdens lunchtijd kun je maar beter in de kantine blijven zitten omdat het buitengebied niet echt aantrekkelijk is ingericht. Begin 2013 bedacht Frank van der Waals het plan om een studentenmoestuin te starten en zo de campus op te fleuren. Dankzij de Rijksuniversiteit Groningen mogen Frank en z’n team een deel van het grasveld aan de kop van de campus gebruiken om hun droom werkelijkheid te maken.
Dichtbij de natuur In 2013 ontstond bij Frank het idee om een moestuin voor en door studenten te starten. Samen met een vriend, die eveneens Frank heet, droomde hij over een plek waar mensen getriggerd worden om na te denken over het belang van eerlijk voedsel. Frank vertelt: “Voor mezelf had ik altijd zoiets van ‘ik wil dichter bij de natuur komen te staan, of eigenlijk bij de bron van je bestaan.’” Het bewustzijn daarover bij jongeren vergroten is één van zijn drijfveren. De moestuin Frankville is hiervoor het middel én de boodschap. De doelgroep van Frankville bestaat uit studenten en jongeren tot circa 35 jaar oud. Dat vertaalt zich door in de activiteiten die ze ondernemen en de manier waarop ze werken en communiceren. Frankville wil jongeren stimuleren zelf te gaan moestuinieren. Educatie is daarom één van de belangrijke pijlers, zo geeft Frank aan: “Mensen leren bij ons hoe het werkt, zodat ze ook op hun balkonnetje kunnen beginnen. We willen mensen raken; ze de ‘guidelines’ geven om ook voor zichzelf dingen te kunnen doen.” Daarnaast ziet Frank dat moestuinen van maatschappelijk
98
belang zijn: “Ze zorgen ervoor dat je weer met elkaar in gesprek komt. Naast de opbrengsten uit de tuin, heeft de moestuin ook vooral een sociale functie.” De naam Frankville heeft een tweetal betekenissen. Naast dat de initiatiefnemers allebei Frank heten, betekent frank in het Engels ‘eerlijk’. Binnen de naam Frankville wordt dat vertaald in eerlijke voedselproductie zonder chemische bestrijdingsmiddelen. “Gewoon puur
“ Een moestuin zorgt ervoor dat je weer met elkaar in gesprek komt. Naast de opbrengsten uit de tuin, heeft de tuin ook vooral een sociale functie.”
natuur”, volgens Frank. Ville staat voor de sociale component; een eerlijke moestuin die samen beheerd wordt en de basis vormt voor een community.
Een ontzettend saai grasveld “Maar waar beginnen we een moestuin?”, was de vraag die opkwam toen het idee steeds meer vorm kreeg. Er werd gedroomd van een plek op de Zernikecampus, maar eerst werd alle hoop gevestigd op het bemachtigen van een stukje grond via de gemeente Groningen. Al snel bleek dat de gemeente weinig te bieden had. Een stuk grond zou waarschijnlijk te duur worden, waardoor er veel subsidiegeld nodig zou zijn. Dat wilde Frank niet. Deze tegenslag betekende dat ze terug vielen op de eerste gedachte: een plek op de Zernikecampus. Via via legden ze de eerste contacten met de Rijksuniversiteit Groningen, grootgrondbezitter op de campus. In het eerste gesprek stelde Frank zich bescheiden op en was de hoop gevestigd op een stukje achteraf op het terrein. Maar tot zijn grote verrassing kwam de terreinbeheerder met het voorstel om stukjes grond bij de hoofdentree van de campus te gebruiken. Zo kreeg Frankville een mooi plekje in de voortuin van de Zernikecampus. Op een voorheen leeg grasveld waar dagelijks duizenden studenten langsfietsen is sinds april 2014 een ware moestuin verrezen. Frank verwacht dat de moestuin uitgroeit tot een nette hangplek: “Een fijne plek waar mensen hun tijd kunnen doorbrengen. Eindelijk een leuke plek op het Zernike waar je kunt zitten en geïnspireerd wordt.”
99
Koffiedik van de bewakers De grond onder de moestuin is tijdelijk in bruikleen gegeven. Daarbij stelde de universiteit als belangrijke eis dat het initiatief zich continu moet ontwikkelen. Frank vertelt: “Ze waren eerst bang dat het weer een stelletje studenten was die met een los idee kwam, zonder dat er echt toekomstmuziek in zat.” De insteek was heel helder: ”Begin maar eens en laat maar zien wat jullie kunnen.” Ze evalueren regelmatig en bij een positieve ontwikkeling wordt de bruikleenovereenkomst telkens voor een jaar verlengd. Naast deze overeenkomst gaf een ‘groen-endoen-voucher’ van €1000,- van het Ministerie van Economische zaken een enorme impuls. Deze subsidie heeft een educatief label en is besteed aan hulp van moestuinexpert Janneke Tops. Zij helpt Frankville met de aanleg en onderhoud van de tuin. Dankzij de voucher krijgen ze tips om de tuin winterklaar te maken, maar weten ze ook wanneer er geoogst moet worden. Frank vertelt: “Janneke is onze steun en toeverlaat, zeker omdat we allemaal geen enkele tuinervaring hebben.” De gemeente heeft er voor gezorgd dat er een minikraan kwam voor de grondwerkzaamheden en dat er een grote berg teelaarde is gestort. Dit dankzij een speciale gemeentelijke coördinator voor groenprojecten. “De gemeente heeft ons initiatief echt een injectie gegeven”, zo vertelt Frank. Daarnaast zijn er veel contacten met andere groene initiatieven, waaronder TuinindeStad en De Eetbare Stad. Hiermee delen ze kennis en de opslag van materialen.
100
Maar ook de Rijksuniversiteit helpt Frankville met van alles en nog wat. Ze krijgen koffiedik van de bewakers, het gras om de tuin wordt regelmatig gemaaid en soms zelfs, als ze er snel bij zijn, krijgen ze oude straatklinkers om bouwwerken mee te maken. Dankzij deze contacten bouwen ze verder aan het netwerk en heeft Frank de hoop dat Frankville misschien zelfs ooit op kleine schaal producten aan de studentenkantines mag leveren.
Kantelpunt Op dit moment is Frankville nog erg losjes georganiseerd. “We doen veel op de bonnefooi”, zo geeft Frank aan. In 2013 is het initiatief begonnen met een groep van veertien mensen. Uit die oorspronkelijke groep zijn er nu nog acht betrokken. Een aantal daarvan zijn sleutelfiguren en hebben een cruciale rol in de ontwikkeling. Frank concludeert: “Als zij er niet zouden zijn, dan zou het ook niet lukken. We zijn als team daarom ook nog niet zo duurzaam.” Inmiddels bestaat Frankville uit een groep van 25 á 30 enthousiaste personen en werken ze hard aan de oprichting van een vereniging, waarmee er tegelijkertijd wordt gediscussieerd over de kernwaarden. Hiermee professionaliseren ze de organisatie verder en laten ze de Rijksuniversiteit zien dat ze zich positief ontwikkelen. Na de oprichting van de vereniging betaalt elk lid een kleine contributie. Daarmee kopen ze gereedschappen en zaden. De leden helpen mee in de tuin en krijgen interessante lezingen en uitjes voorgeschoteld. Daarnaast geeft een vereniging mogelijkheden om subsidies aan te vragen voor bijvoorbeeld een tuinhuisje.
Iedereen voelt zich eigenaar Voor de vereniging is het belangrijk dat er een gevoel van saamhorigheid is. Aan het gemeenschappelijke wordt veel waarde toegekend, zo geeft Frank aan. “We praten heel veel in ‘wij’, iedereen voelt zich eigenaar.” Naast het samen tuinieren, moet Frankville ook een fijne en inspirerende verblijfsplek zijn. Nu al wordt er regelmatig gebarbecued en genoten van de zelfontwikkelde tuin. Er zijn ook regelmatig lezingen en bijeenkomsten met zeepkistsprekers en gastsprekers die de aanwezigen inspireren en motiveren. In oktober wordt een groot oogstfeest gehouden, waarmee alle arbeid feestelijk beloond wordt. Dit is het grote verschil met andere buurtmoestuinen, waar het gezamenlijk dingen ondernemen minder belangrijk is en ieder persoon zijn eigen kaveltje heeft. “We zijn hier met z’n allen ermee bezig en dragen voor alles gezamenlijk verantwoordelijkheid”, vertelt Frank.
Eerst laten zien Het afgelopen halfjaar heeft Frank veel ervaring opgedaan en is er mede dankzij de groenvoucher een vliegende start gemaakt. Terugblikkend geeft Frank aan dat hij tevreden is over de ontwikkeling: “Ik zou niks anders doen, want juist doordat we het zo hebben gedaan ligt het er nu zo bij.” Hij geeft wel aan dat “je altijd de hoop moet hebben dat dit iets wordt van de toekomst.” Handel daarnaar en maak het de realiteit, is zijn motto. Zijn tip voor andere initiatieven is gewoon aan de slag gaan. Door te doen en fouten te maken wordt je elk jaar een beetje wijzer. Frank vertelt: “Nu is het leren, observeren en innemen en dan volgend jaar met al die blokjes die je hebt verzameld weer een nieuw muurtje bouwen.” Daarnaast
101
geeft Frank aan dat er op internet heel veel informatie te vinden is. Voor Frankville geldt dit bijvoorbeeld voor informatie over hoe planten groeien. Een andere tip is dat het belangrijk is om een groep mensen te verzamelen die hetzelfde denken. Ga met elkaar aan de slag, waarna er vanzelf meer mensen aanhaken: ”Eerst laten zien wat je doet en daardoor mensen inspireren dat ze mee gaan doen.”
De toekomst Frank hoopt dat de moestuin over vijf jaar een boomgaard heeft, er bankjes en tuinhuisjes staan en bestaat uit een sterke verenigingsstructuur met een hoge educatieve waarde. Hij droomt over een “goed geoliede machine met een duidelijk beleid en circa tweehonderd leden”, met daarbij “een plek waar je je kunt verbazen over alternatieve landbouwmethodes.” Hiermee ontwikkelt de tot voorheen saaie Zernikecampus zich tot een gebied met een prettig en inspirerend verblijfsklimaat. Een ontwikkeling die niet van bovenaf is ontworpen, maar door jongeren is bedacht en gemaakt.
Interview met Frank van der Waals – initiatiefnemer www.frankville.nl Tekst: Mark Sekuur Foto’s: Mark Sekuur
102
CLG Groningen beschouwt Impact De impact van Frankville is zowel ruimtelijk als sociaal van aard. Het is een levendige toevoeging op de saaie Zernikecampus waar een nieuwe verblijfsruimte is ontstaan. Daarnaast is het de eerste Groningse moestuin voor jongeren waar ze elkaar kunnen ontmoeten en leren tuinieren. Succesfactoren Frankville is in korte tijd uitgegroeid tot een succes. Dit is mede te danken aan de externe ondersteuning en het actuele onderwerp. De externe ondersteuning dankzij de groenvoucher, de gemeentelijke coördinator voor groenprojecten en de goede contacten bij andere groeninitiatieven, zorgen ervoor dat Frankville is ingebed in een sterk netwerk. De gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit leveren hierbij als faciliterende partijen een belangrijke ondersteunende bijdrage. Maar ook het actuele onderwerp draagt bij aan het succes. Guerrillagardening, stadstuinieren en slowfood zijn concepten die enorm in opkomst zijn. Het initiatief van Frankville sluit aan bij de toenemende belangstelling voor voedsel. Dit gecombineerd met een maatschappelijke component en een specifieke doelgroep, maakt het concept voor Groningen een succes. Uitdaging De uitdaging voor Frankville is het scherp definiëren van hun kernwaarden en daarmee mensen te inspireren om lid te worden van de vereniging. Om de continuïteit te waarborgen zou een gebruiksovereenkomst voor langere periode wenselijk zijn. Hiermee wordt het makkelijker om sponsors aan je te binden en subsidieverstrekkers te vinden. De huidige termijn van telkens één jaar is daarvoor te kort. Om het initiatief grotere lokale bekendheid te geven en meer potentiële leden én ambassadeurs aan te trekken, zou Frankville de vindbaarheid en herkenbaarheid van de locatie kunnen verbeteren.
103