1 minute read
Lichtmeting en belichting
by Reshift
Nergens in de fotografie is ‘meten is weten’ meer van toepassing dan bij de belichting. Om je daarbij te helpen, beschikken actuele camera’s over een uitgebreid arsenaal aan mogelijkheden om het licht te meten. Maar hoe bepaal je welke methode de beste is in een bepaalde situatie? We laten ons licht schijnen op de ins en outs.
Advertisement
↘ Fotografie betekent letterlijk ‘schrijven met licht’. Het door het objectief geprojecteerde beeld wordt vastgelegd op een lichtgevoelig medium. Voor een realistisch en technisch optimaal beeld moet op dat lichtgevoelige medium (sensor of film) niet te veel licht vallen, maar ook niet te weinig. Anders wordt de afbeelding te licht respectievelijk te donker. Die zogenaamde belichting doseer je met een drietal variabelen. Met het diafragma , een verstelbare opening in je objectief, regel je de hoeveelheid licht die de sensor of film bereikt. Via de sluitertijd of belichtingstijd bepaal je hoelang licht naar sensor of film wordt doorgelaten. Een kleiner diafragma, dat minder licht doorlaat, kun je compenseren door een langere belichtingstijd en vice versa.
Als je te weinig licht hebt, bijvoorbeeld voor een belichtingstijd die kort genoeg is om bij actiefotografie het bewegende onderwerp te ‘bevriezen’, kun je naar een medium grijpen dat lichtgevoeliger is en dus minder licht nodig heeft voor een correcte belichting. Vroeger stopte je dan een film met een hogere gevoeligheid in je camera. Bij digitale camera’s is de sensor vast ingebouwd. Je kunt echter de lichtgevoeligheid kunstmatig verhogen door een hogere iso-waarde in te stellen, zodat het sensorsignaal elektronisch wordt versterkt. Dat gaat echter ten koste van de beeldkwaliteit, in de vorm van minder scherpte en meer ruis. Bovendien neemt het dynamisch bereik af bij hogere isowaarden, waardoor de sensor minder goed hoge contrasten tussen licht en donker kan overbruggen. Daarover verderop meer.
Belichting en verlichting
→ De termen ‘belichting’ en ‘verlichting’ worden vaak willekeurig door elkaar gebruikt, niet zelden door vertaalfouten. Omdat dit verwarrend kan zijn, leggen we kort uit wat we onder beide begrippen verstaan. De term belichting (Engels: exposure) slaat puur op de helderheid van het beeld dat door de sensor wordt geregistreerd. Daarentegen heeft verlichting (Engels: lighting) betrekking op het licht dat op onderwerp en/of omgeving valt. Het gaat daarbij niet alleen om de hoeveelheid, maar ook om de aard van dit licht (gebundeld of diffuus/hard of zacht, enzovoort).
Als een beeld voornamelijk uit donkere beeldpartijen bestaat, zal de camera overbelichten wanneer geen correctie wordt toegepast.