VA N A F G H A N I S TA N T O T Z W I T S E R L A N D Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn
blz.
2
Burkina Faso Alimata Olga Tontorogobo “Belgisch vlees heeft geen smaak”
blz.
6
Burundi Fidele Barandagye “In mijn café komen ook veel Vlamingen”
Teksten: Kristin Matthyssen, Maaike Floor Coördinatie: Kris Vanmarsenille Foto’s, illustraties: Bert Hulselmans, Ludo Mariën, Wim Hendrix, Raymond van Beygaerden, Belga, EPA, Reuters, GVA
blz.
8
Cambodja Ron Peng Sath Gyselinck “Ik ben helemaal verwesterd” Eindredactie: Carine Tollenaere
donderdag 13 november 2008
18
Burkina Faso MALI 100km
NIGER
Ouahigouya Kaya
Ouagadougou
Koudougou
BURKINA FA S O
Diapaga
Tenkodogo
BENIN GHANA
TOGO
IVOORKUST
© GRAPHIC NEWS
Bobo-Dioulasso Banfora
Arm maar vreedzaam
O Opper-Volta (Haute-Volta) is de oude naam van het huidige Burkina Faso. Tot het einde van de 19de eeuw is het gebied gedomineerd door de Mossi. De Mossi probeerden vanaf de 11de eeuw een groot imperium te maken van Noord-West-Afrika. Na de komst van de Fransen in 1896 werd het een Franse kolonie onder de naam Haute-Volta, toegevoegd aan Frans West-Afrika. O Op 5 augustus 1960 werd Opper-Volta onafhankelijk en door de toenmalige marxist-leninist Thomas Sankara hernoemd tot Burkina Faso. De Franse invloed is nog sterk aanwezig in het onderwijs en de administratie. De geschiedenis van het land is vreedzaam in vergelijking met andere Afrikaanse landen. De verscheidene staatsgrepen zijn zonder bloedvergieten verlopen. O Burkina Faso is een van de armste landen van de wereld. 80% van de bevolking is afhankelijk van de landbouw die gesubsidieerd wordt door de VN. Droogte, slechte bodem en infrastructuur, maar ook slechte opleiding zijn de belangrijkste problemen. O De grootste steden, na de hoofdstad Ouagadougou met ruim 1 miljoen inwoners, zijn BoboDioulasso met 360.000 inwoners en Koudougou met bijna 90.000 inwoners. De munteenheid is de franc CFA (Centrale bank van WestAfrikaanse staten). O Als sportief evenement geniet in België de Ronde van Burkina Faso (Tour du Faso) enige bekendheid. Dit najaar pakte de Kruibeekse stukadoor Guy Smet de eindoverwinning.
Tien voor taal Baarka! Alimata is mossi van etnische afkomst. Een mossi spreekt normaal de etnische taal mooré, maar omdat Alimata in het Frans werd opgevoed, kent ze haar roots-taal niet meer zo goed. ”Spreken lukt nog net, schrijven niet”, lacht ze. Een kleine poging. Dank u. Baarka. Goeiendag! Nèyiibéoogo! Mooré wordt gesproken door 5 miljoen Burkinezen en 50.000 etnische verwanten in Benin, Ivoorkust, Ghana, Mali en Togo.
Antwerps-Burkinese idylle in een oervlaams appartement
”Belgisch vlees heeft geen smaak” In Brussel economie studeren en daarna terugkeren naar Ouagadougou. Dat was het plan van Alimata Olga Tontorogobo (28) toen ze acht jaar geleden naar België kwam. Maar de liefde stak daar een stokje voor. Antwerpenaar Danny Feyen (41) stal haar hart. In februari van dit jaar ging Danny op traditionele wijze de hand van zijn beeldschone bruid vragen bij de dorpschef in Burkina Faso. Het koppel bouwde zijn nest in een oervlaams appartement in Ekeren.
Burkina Faso betekent letterlijk ‘land van de integere mensen’. Alimata is een van de 39 Burkinezen die in Antwerpen wonen. Met gratie schrijdt ze in haar traditionele jurk door de woonkamer. Burkinezen zijn niet alleen integer, ze zijn ook bijzonder gastvrij. Alimata staat erop om ons het typisch gerecht kip met mout (poulet rabilet) te laten proeven. ”Aan de kippen van de GB moest ik wennen”, lacht onze gastvrouw. ”Voor een Afrikaan heeft het Belgisch vlees geen smaak. Het vlees in Burkina is veel taaier. Je moet sterke tanden hebben. Daarom lopen de mensen er de hele dag met een tandenstoker rond. Onze kippen zijn ook veel kleiner, amper een hand groot. De eerste keer dat een Burkinees een Belgische kip ziet, denkt hij dat het een kalkoen is.” Alimata laat ons ook de yamakeougi proeven, een pittige gemberdrank die Burkinezen ter verwelkoming en verfrissing aan hun gasten aanbieden. Gember is een bekend afrodisiacum, knipoogt Danny. Ouagadougou is kleiner dan Antwerpen, ”met veel minder auto’s en véél meer motorfietsen”, zegt Alimata. ”Het is er stoffig, omdat
Poulet rabilet of kip met mout. de hoofdstad tussen de sahel en groen Afrika ligt.” ”Ik ben niet op een Afrikaanse verliefd geworden, ik ben voor Alimata gevallen. Ze had uit eender welk land kunnen komen, eender welke kleur mogen hebben, dan had ik haar nog graag gezien”, zegt Danny. ”Je hebt mensen die naar Afrika reizen, daar gepassioneerd raken door het land en dan naar een zwarte vrouw op zoek gaan die ze dan naar België brengen. Bij ons is het helemaal anders gegaan. Wij hebben elkaar in Brussel ontmoet, op een moment dat ik zeker was dat Alimata haar draai hier kon vinden. Ze blijft volbloed Burkinees, luistert naar de ’ballades d’amour’ van haar favoriete zanger Georges Ouedraogo. ”Maar ik ben ook een héél grote fan van Axelle Red”,
Grenzeloze vriendschap In dit rubriekje vragen we onze gesprekspartner naar kennissen of vrienden buiten hun eigen gemeenschap. Alimata moet diep nadenken als we vragen of ze een grenzeloze vriendschap heeft. Danny geeft zelf het zetje. ”Je kent toch iemand van de Nederlandse les in Antwerpen?” ”O ja, Ahmed’Ou uit Mauretanië, aan de westkust van Afrika, grenzend aan Algerije, Mali, Senegal en de Atlantische Oceaan. Qua cultuur is Mauretanië helemaal anders. Het zijn musulmannen”, vertelt Alimata. ”Maar toch klikt het. We gaan af en toe iets drinken,maar de jongste tijd hebben we het allebei te druk.” Alimata belt Ahmed of we hem in het artikel mogen vermelden. ”Geen enkel probleem.” We mogen hem zelfs contacteren als de aflevering over Mauretanië eraan komt.
In Antwerpen wonen 39 Burkinezen. Alimata en Danny aan tafel. lacht ze. ”Die zingt in het Frans, maar ze blijft een Vlaamse, hé!” Alimata Tontorogobo studeerde vier jaar economie in Brussel, waar veel Burkinezen wonen. ”Véél meer dan in Antwerpen. Toen ik Danny leerde kennen, was die taalbarrière NederlandsFrans nog het moeilijkst.” Frans is de officiële taal in Burkina Faso, maar de meeste Burkinezen spreken ook hun etnische taal. Alimata behoort tot de mossi, de grootste en meest verspreide etnische groep. In totaal leven er zo zestig groepen, die ieder hun taal spreken. ”De meeste families brengen hun kinderen groot in de etnische taal, maar mijn ouders gaven me een opvoeding in het Frans. Ik had het geluk dat ik opgroeide in een welstellend gezin. Mijn vader is landbouwingenieur. Hij
heeft in Frankrijk gestudeerd en heeft een tijd als staatssecretaris voor de Burkinese regering gewerkt. Moeder is inspectrice bij de post. Daarom kreeg ik de kans om in het buitenland te studeren. De Burkinese universiteiten halen niet het niveau van de Europese. Mijn grote broer studeerde in de VS en mijn jongere zus in Senegal.” “Je mag blij zijn als je de kans krijgt om in een land als België een diploma te halen. Met een beurs welteverstaan, want het leven in Brussel is veel duurder dan in Ouagadougou. Op veel plaatsen in Burkina Faso kan je de armoede voelen. Ik besef dat ik tot de geluksvogels behoor.” Alimata werkt als bediende voor Tele 2 in Antwerpen, waar ze instaat voor telefonische contacten met de Franstalige klanten.
Moeder katholiek, vader moslim Religie is vrij in Burkina Faso. Katholieken, protestanten en moslims leven er door elkaar. Alimata is daar zelf het beste voorbeeld van. ”Mijn moeder is katholiek, mijn vader moslim. Nee, zo uitzonderlijk zijn huwelijken tussen verschillende religies niet. In Burkina Faso zijn de mensen heel tolerant. Daarom ook heb ik twee voornamen. Mijn eerste voornaam, Alimata, is mijn moslimnaam, terwijl mijn tweede naam, Olga, mijn katholieke naam is. In Ouagadougou staan zowel een kathedraal als een moskee. Je kan er op vrijdag naar het avondgebed of op zondag naar de eucharistie. Er is weinig godsdienstfanatisme.”
Eet Smakelijk! Welkomstdrank yamakeougi Recept voor verfrissende gemberdrank die Burkinezen schenken om gasten te verwelkomen. » mix twee stukken gember fijn » voeg liter water aan toe » snij halve ananas in stukken en voeg erbij in mixer » alles fijnmalen » suikeren volgens eigen zoetebek
Belg is geen Burkinees Na acht jaar weet Alimata dat een Belg geen Burkinees is. ”Het grote verschil is dat Belgen minder warm zijn. Maar dat heeft met het klimaat te maken. Belgen plooien zich terug in hun huis. In Burkina Faso leven we meer op straat. ’Chez moi’ is er altijd iemand thuis. Tantes, neven, buren: we telefoneren niet naar elkaar om een afspraak te maken, je bent altijd overal welkom. Niet elk gezin heeft een televisietoestel. Daarom gaan veel Burkinezen bij elkaar tv kijken.” ”Onze manier van leven is simpel: Burkinezen zijn arm, maar gelukkig. Ze kennen geen stress op het werk. Hun filosofie is: men leeft met wat men heeft. Die gelatenheid komt ook door de religie. Als je arm bent, is het niet je eigen schuld. Het is de wil van God. Want: ”C’est Dieu qui veut” of ”C’est la volonté de Dieu.” Men berust. Ik praat dat niet goed. Het komt ook door die berusting dat er nog zoveel armen zijn. Een beetje meer ambitie zou mogen. Burkina Faso heeft veel natuurlijke rijkdommen, zoals mangaan, een element dat in legeringen wordt gebruikt om metaal harder te maken. Maar wij kunnen onze rijkdommen niet zelf exploiteren. De meeste Burkinezen zijn nog altijd landbouwers. Behoor je tot de gelukkigen die wel wat geld hebben, dan kan je je een tuinman, poetsvrouw en klusjesman veroorloven. En dan moet je niet eens zo rijk zijn.”
Hoogvliegers
De Ronde van Burkina Faso geniet ook bij ons bekendheid.
» Georges Ouedraogo (zelfde familienaam als onze atlete Elodie): volgens Alimata is dit de Jacques Brel van Burkina Faso. Hij schrijft prachtige ’ballades d’amour’ en zijn teksten dragen een boodschap uit. » Pascal Kabore: de Koen Wauters van Burkina Faso. » Monique Ilboudo: bekend schrijfster, doctoreerde aan de Sorbonne, schreef boeken over vrouwenrechten en is nu politiek actief. Bekleedt een ministerpost.
donderdag 13 november 2008
19
Burundi Kivumeer RWANDA
Kirundo
Muramvya
Ruyigi Gitega
Mwaro
ur aga ra z i
Rutana Bururi Makamba
© GRAPHIC NEWS
Cankuzo
BURUNDI
Bujumbura
Tanganyikameer
Ru vub
Karuzi
u
Ngozi
Bubanza CONGO
TANZANIA
Muyinga
Cibitoke Kayanza
M
30km
Vluchten voor geweld
O Burundi grenst aan Congo, Ruanda en Tanzania. Tussen 1993 en 1999 heeft het etnisch geweld tussen de Hutu- en Tutsi-stammen honderdduizenden vluchtelingen veroorzaakt en ten minste 250.000 doden. O Op 1 juli 1962 werd Burundi als onderdeel van Ruanda-Urundi onafhankelijk van België. Het land werd een onafhankelijk koninkrijk, maar bleef lange tijd gekweld door coups en staatsgrepen, waarbij de tegenstanders er niet voor terugdeinsden om de leiders te vermoorden. In 1995 en 1996 woedde er een bloedige burgeroorlog. Op 19 augustus 2005 koos het nieuwe parlement, na de eerste democratische verkiezingen in 12 jaar, Pierre Nkurunziza tot president. Maar de rust is fragiel. De opeenvolging van slachtingen heeft een geweldscultuur doen ontstaan die moeilijk kan worden ontmanteld. O Grootste stad: Bujumbura met 235.440 inwoners. O Grootste etnische groepen: de Hutu, Tutsi en de Twa. O Op de VN armoede-index staat Burundi op de 82ste plaats. O Achtergronden conflict: de Tutsi-minderheid heeft vanouds meer rechten dan de Hutu-meerderheid. De Tutsi’s hebben steeds regering en leger gedomineerd. Ook in economisch, militair en maatschappelijk opzicht domineren de Tutsi’s. Deze ongelijke verhouding leidde tot spanningen en bloedige moordpartijen. O De oorspronkelijke bevolking in het huidige gebied van Burundi zijn de Twa. Zij maken nu ongeveer 1% van de totale bevolking uit. Ze leefden als jagers-verzamelaars. Later ontwikkelden zij zich tot pottenbakkers. De Hutu, veelal akkerbouwers, maken nu de grootste etnische groep uit. Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit het gebied dat nu Kameroen heet. De Tutsi’s vestigden zich waarschijnlijk vanaf de 13de eeuw in het gebied. Zij waren veehouders die in de plateaus tussen de Grote Meren op zoek waren naar weilanden. Iemands sociale positie werd bepaald door de grootte en kwaliteit van zijn kudde. Militair prestige en respect voor aristocratie staan centraal in de Tutsi-samenleving.
Tien voor taal Goeiemorgen. Bwakeye! Goeienavond. Mwiriwe. Hoe gaat het met jou? Goed. Murako? Ego. Welk nieuws? Amakuru maki? Dag! Nagasaka!
Antwerpen heeft Burundees trommelkorps
“Dit is geen djembé maar een ingoma” ”Nee nee, dat is geen djembé!” Jean-Pierre Claver Nduwumwami (52) kijkt licht verwijtend in onze richting. ”Voor Vlamingen is elke Afrikaanse drum een djembé. Wij, Burundezen, trommelen op een ingoma. Die is veel groter. En wij doen dat met stokjes, niet met onze handen.” Antwerpen heeft een eigen Burundees trommelkorps, Bekribu, dat elke vrijdagavond repeteert in basisschool De Brenne in Berendrecht. Het trommelkorps vormt een onderdeel van de vzw Bekribu, de Belgische Vriendenkring van Burundi met Antwerpenaar Jean-Pierre Nduwumwami als voorzitter. Een buurman met gevoelige oortjes dreef de Burundezen een tijd geleden richting Berendrecht. ”Wij trommelden vroeger in de garage van mijn rijhuis in Borgerhout”, vertelt Jean-Pierre in perfect Nederlands. ”Tot mijn buur mij beleefd kwam vragen om ermee op te houden, want hij werd er tureluurs van. Schooldirecteur Ronald Van Egeren van de vrije basisschool De Brenne in Berendrecht heeft ons trommelkorps toen ’asiel’ verleend. Wij mogen hier nu gratis ons materiaal stockeren, repeteren en taallessen Kirundi geven aan de scouts.” Het verhaal van Jean-Pierre klinkt zoals de meeste Burundese vluchtelingenverhalen. ”Ik ben twaalf jaar geleden naar België gekomen. Op dat moment leefde ik al ruime tijd samen met mijn vrouw in een vluchtelingenkamp bij Bujumbura. Het ging om een voormalig psychiatrisch ziekenhuis dat onder bescherming stond van het PAM (Pro-
Jean-Pierre met een ingoma, een Burundese trommel. gramme Alimentaire Mondial). Ik herinner me hoe we een maand in de heuvels zijn gebleven nadat ons kamp was aangevallen door soldaten. De regering verplichtte ons terug te keren. Elke dag ging ik vanuit het vluchtelingenkamp naar mijn werk in het parlement. In Burundi is dat de normale gang van zaken.” “Op een gegeven moment kreeg ik de kans een week stage te lopen bij het Belgisch parlement en aansluitend nog twee weken in Amerika. Net toen ik in Amerika zat, werd ons kamp andermaal aangevallen. Mijn vrouw Melanie vluchtte naar Uganda. Ik ben in België gebleven. Een jaar hadden mijn vrouw en ik een LAT-relatie. In 1997 kon ook Melanie naar België vluchten. Onze drie kinderen, Bénis (10), Oda (8), Jimmy (7), zijn in Antwerpen geboren. Intussen is ook mijn kind Kaneza Larissa (17) nog naar Antwerpen gekomen.”
i
Hulp: de Antwerpse vzw Bekribu wil ook Burundezen in hun thuisland steunen. In oktober werd nog 2.500 kilo materiaal ter waarde van 5.000 euro naar de zustervereniging in Burundi gestuurd, van schoolgerief tot sportmateriaal, kinderkleding, computers enz. ”Allemaal dankzij verschillende Antwerpse instellingen, organisaties en vrienden. Mag ik graaf Daniel Legrelle uit Berendrecht bedanken? Zonder zijn financiële steun hadden we al die spullen nooit kunnen versturen.” Meer weten? vzw Bekribu, Cecilianenstraat 7 in Antwerpen. Tel: 03-219.55.40
i
Ingoma: het trommelkorps van de vzw Bekribu heeft ’Made in Antwerp’-trommels. ”De originele ingoma’s bestaan uit hout, maar die waren te duur om speciaal uit Burundi te laten overkomen. Daarom hebben wij metalen ketels beschilderd en bespannen met koeienhuid van Belgische koeien. Hoe droger de huid, hoe beter ze klinken. Vroeger werd er getrommeld bij koninklijke feesten of bij de aanstelling van een nieuwe koning in het paleis.”
Grenzeloze vriendschap In dit rubriekje vragen we onze gesprekspartner naar kennissen of vrienden buiten hun eigen gemeenschap.
Twiga Ikirundi: wij leren Burundees.
Sara, Karolien en Liesbeth krijgen taalbad Kirundi
“Eén woord voor
De Burundees Fidele Barandagiye is goed bevriend met de Ruandees Ibrahim Kanyoni (33). ”Ibrahim is een speciale klant. Hij komt minstens twee keer per week naar Le Poète”, vertelt Fidele. ”Er zijn veel gelijkenissen tussen Ruanda en Burundi”, vindt Ibrahim. ”Wij spreken min of meer dezelfde taal. Voor de Burundezen is dat het Kirundi, voor de Ruandezen het Kinyarwanda. Vergelijk het met het Nederlands en het Vlaams. De klanken zijn hier en daar anders, maar we verstaan mekaar naadloos. Er wordt hier veel Burundese muziek gedraaid. Op dit moment zitten er alleen mannen in het café, maar in het weekend komen er ook veel vrouwen, zeker als de Vlamingen komen.” Wat Fidele het meest mist van zijn land? ”De zon, de mooie vrouwen, familie en jeugdvrienden. Ik woon hier het liefst in de zomer, tijdens de vakantie, omdat er dan ook veel Burundese vrienden die in Scandinavië, Amerika of Canada wonen, op bezoek komen naar Antwerpen.” Ibrahim klinkt iets cynischer. ”Ik heb het niet zo op Antwerpen begrepen”, zegt hij, ”Er is hier veel racisme. Ik ben er zelf al een paar keer mee geconfronteerd.” ”Maar gelukkig zijn niet alle Antwerpenaars racistisch”, pikt Fidele snel in. ”Het zijn de enkelingen die de boel verzieken.”
In Antwerpen wonen 117 Burundezen.
kussen, lezen en drinken” Burundezen spreken de Bantoetaal Kirundi of Ikirundi, een van de allermoeilijkste talen ter wereld. ”De voertaal in Burundi is Frans en in de steden of provincies die aan Tanzania grenzen wordt vaak Swahili gesproken. Maar Ikirundi is eigenlijk onze moedertaal.”
Sara Bosman (23)
Jean-Pierre Nduwumwami vindt het een eer dat hij zijn taal ook aan Antwerpenaars mag aanleren. Momenteel zitten er drie jonge meiden in zijn cursus, die ieder zo hun eigen reden hebben om ’s avonds laat door het donker helemaal naar Berendrecht te rijden voor een taalbad.
Antwerpen
Antwerpen
Karolien Verbruggen (23)
Liesbet Vanneuville (23)
Waarom? ”Een tijdje geleden nam ik deel aan een speelpleinproject van de Salesianen van Don Bosco in Ruanda. Daar leerde ik een Burundees kennen, die me uitnodigde naar zijn land. Intussen heb ik Burundi bezocht en ik ben zeker van plan om nog terug te keren.” Moeilijk? ”Een vreselijk moeilijke taal omdat geen enkel woord een belletje doet rinkelen, uitgezonderd ’i friti’ wat frieten betekent, en ’i kikero’, een kikker.”
Waarom? ”Ik ben een vriendin van Sara en heb destijds haar project in Ruanda bezocht. Ik ga zeker nog eens terug naar Ruanda, en vermits je met het Ikirundi ook goed je plan kan trekken in Ruanda, volg ik nu lessen bij Jean-Pierre.” Moeilijk? ”In het Ikirundi betekent ’ejo’ zowel gisteren als morgen. Burundezen gaan ervan uit dat als je zegt ’Ik kom ejo’, dat je dan weet dat het over morgen gaat, en niet over gisteren.”
Waarom? ”Ik ben een vriendin van Karolien, en we zijn van plan om volgend jaar in juli naar Rwanda te reizen voor vormingswerk.” Moeilijk? ”Voor de werkwoorden kussen, lezen en drinken bestaat maar één woord: gusoma. Uit de context moet je afleiden of het over kussen, lezen of drinken gaat. Dat kan wel voor spraakverwarring zorgen en er zal wel eens iemand een zoen hebben gekregen terwijl hij een glas wou drinken.” JeanPierre lacht. ”Een boek lees je, een vrouw kus je en een glas drink je. Daar is toch geen verwarring mogelijk!”
Antwerpen
”Wij groeten zelfs onze grootste vijand op straat” Een bekende Burundese zegswijze luidt ”Bwakeye ntibubuza ndak-wanka”. Letterlijk: ”Ook al haat je iemand, je zou op z’n minst goeiedag kunnen zeggen.” JeanPierre Nduwumwami had het er in het begin knap lastig mee dat de Vlamingen dat spreekwoord niet kennen. ”Ik herinner me nog goed hoe ik 12 jaar geleden in Borgerhout kwam wonen en al mijn buren die ik in de traphal tegenkwam uitbundig groette. Maar niemand zei iets terug. Ik was geshockeerd. Nadien ging ik naar de kerk, en zelfs daar liepen de mensen mekaar straal voorbij. Ik kon het niet begrijpen. Ik kom uit een arm land met veel sociale problemen, waar de mensen mekaar wel nog groeten, terwijl België een rijk land is met weinig sociale problemen, maar de inwoners hebben geen aandacht voor hun medemensen. Ik ben het nu zo gewend en begrijp dat er geen kwaad achter zit, maar die kilheid in jullie omgangsvormen blijft heel vreemd voor een Afrikaan.”
Burundezen gebruiken maniok om een lekkere pâte (deeg) te bereiden.
Eet Smakelijk! Geen keukenpiet maar een toffe winkelknecht “Burundezen eten veel bananen, zoete aardappelen, bonen en maniok. Van die maniok met meel maken we een lekkere pâte (deeg), die we dan in saus van vis of rundvlees soppen”, zegt Jean-Pierre Nduwumwami. Jean-Pierre staat zelf niet veel achter de kookpotten, maar hij doet wel mee inkopen. Burundese winkels zijn er weinig, en zeker niet in Antwerpen. “De maniok en groenten die wij hier aankopen om in onze gerechten te verwerken, komen meestal uit Uganda, en de jongste tijd met de recente ontwikkelingen komt er ook goed verpakte maniok uit Rwanda.” “In Antwerpen heb je twee winkels in de Plantin en Moretuslei, waar wij soms inkopen doen. Bij de ene, Oriental House, komen de meeste producten ook echt uit Midden-Afrika. In de andere shop komen de zoete aardappelen bijvoorbeeld uit Zuid-Amerika.” “Als wij met het gezin naar Brussel reizen, doen we onze grote inkopen in de Rwandese winkel aan het Zuidstation of in de Matonge-wijk.”
donderdag 13 november 2008
19 ”Hier komen ook Fidele Barandagiye
Burundi Hoogvliegers
O De bekendste Antwerpse Burundees is zonder twijfel Eric Baranyanka, de immer opgewekte zanger van de Ketnet-band. Sinds kort heeft hij de Belgische nationaliteit. ”Ik voel me geen Belg of Burundees, maar een wereldburger”, zegt de acteur, muzikant, zanger, auteur. O Eric Baranyanka komt van Muhinga in Noord-Burundi. Is op driejarige leeftijd verhuisd van Muhinga naar Lembeek, zeven jaar geleden van Lembeek naar Hoboken. O De naam Baranyanka doet een belletje rinkelen. Eric helpt een handje. ”Denk je soms aan Virginie Baranyanka, de bruine advocate van Michel Nihoul tijdens het proces-Dutroux? Zij is nog een nicht van mij. En Esther Kamatari, de Burundese prinses die het tot topmannequin schopte en in 2004 nog meedong naar het presidentschap, is ook nog familie. Als je in Burundi binnen dezelfde clan bent geboren, is iedereen wel van iedereen familie.” O Eric Baranyanka stamt net zoals Esther Kamatari af van het Burundees koningshuis. Ondanks zijn roots, vertoeft Baranyanka eigenlijk heel weinig onder Burundezen. ”Mijn moeder en zus wonen sinds kort opnieuw in Burundi. Ik heb er nog halfbroers en -zussen. Maar het is niet zo dat ik in Antwerpen speciaal de Burundese gemeenschap opzoek. Als ik nu hoor van de Burundese cafébaas, dan heb ik wel eens zin om langs dat café Le Poète te gaan. Maar ik spreek geen Ikirundi. Eenmaal in België, sprak moeder alleen nog Frans met ons. (lachend) Misschien herinner ik me onder hypnose nog iets van die taal, maar ik vrees dat dat alleen wat peutergebrabbel kan zijn.”
veel Vlamingen” In de Dambruggestraat, tussen de Afrikaanse kapsalons en supermarkten, bevindt zich één Burundees café. Het enige in heel Antwerpen. Fidele Barandagiye (46) staat er achter de tap van de kroeg die de mooie naam Le Poète draagt. Vzw Solidarité et developpement en Afrique staat er op de uitbatingsvergunning die tegen het raam plakt. Café Le Poète is niet zomaar een woord. Er worden geregeld poëzie-avonden gegeven, waarbij Afrikaanse en Vlaamse dichters uit eigen werk voorlezen. Alle soorten nationaliteiten schuiven aan, maar toch vooral uit de voormalige Belgische kolonie. De vorige uitbater was een Congolees. ”Burundezen, Congolezen, Rwandezen, maar ook veel Belgen”, zo somt Fidele Baran-
Eric over:
O de Burundese keuken. ”Ik ben een zeer goede amateurkok, maar eerlijk gezegd waag ik mij nooit aan typische Burundese recepten. De Burundese keuken is niet zo geraffineerd. Er worden heel veel bonen gegeten. En ook tomatenbouillons met rund, een beetje zoals het Belgisch stoofvlees, maar dan minder dik. In België is er een soort Belgo-Burundese keuken ontstaan, waarbij bijvoorbeeld de zoete aardappel vervangen wordt door rijst. Ik herinner me balletjes in tomatensaus. En dan zijn er natuurlijk nog de gebakken bananen.” O de Burundese vluchtelingen. ”De mensen die naar hier komen, hebben meestal heel zware genocidetoestanden meegemaakt.” O de flexibele Burundees. ”Ik heb net zo goed familie in Brussel wonen als in Geraardsbergen. Burundezen zijn zeer flexibel, wij passen ons overal aan. Veel Burundezen kunnen snel vreemde talen oppikken, omdat ze al zo’n moeilijke moedertaal hebben. Burundezen maken een intellectuele sport van woordspelletjes.” O subtiel volk. ”Ik vind Burundezen een heel subtiel volk. Ken je l’apologie du mensogne, de apologie van de leugen? In de Burundese cultuur is het zo dat als iemand op een fantastische manier een leugen kan opbouwen, en je trapt daarin, dat je je niet bedrogen mag voelen, maar dat de leugenaar eigenlijk applaus verdient voor zijn meesterschap. Dat klinkt vreemd, maar je mag het niet negatief opvatten.” www.ericbaranyanka.be
@
Lekker: bananenwijn. Het sapje ernaast is gezond, verfrissend én komt recht uit Burundi.
De Burundees Fidele Barandagiye met zijn Rwandese klant Ibrahim Kanyoni bij de vlag van Burundi. De drie sterren symboliseren de drie grootste etnische groepen: de Hutu’s, de Twa en de Tutsi’s. dagiye zijn klantenkring op. Tegen de muren hangen foto’s van zijn moederland én een overzicht van alle koningen en staatsleiders die Burundi sinds de onafhankelijkheid hebben geleid. Een ongelooflijke rist! Het is pas nadien, als ik over alle staatsgrepen lees, dat ik besef waarom het er zo veel zijn. Vroeger werkte Fidele bij de mutualiteit in Burundi. Hij is afkomstig van Cibitoke, aan de westkant. In België, waar hij nu 10 jaar woont, werd hij cafébaas. Wie Burundese specialiteiten wil proeven, moet zeker eens de bananenwijn Hozagara (met honing en gierst) proberen die Fidele via Charleroi naar Antwerpen laat overkomen. Als niet-alcoholische drank, kan Fidele ons de ’jus de maracica’ aanraden, een passievruchtenfruitsap. ”In het weekend hebben we hier vaak een chef in de keuken staan, die Burundese specialiteiten voor de gasten klaarmaakt, zoals groente-bananen-spiesjes die we op de barbecue grillen.”
Een biertje drinken Burundezen ook graag. ”Primus en Heineken”, zegt de cafébaas. ”Jammer genoeg is het te duur om speciaal Primus en Heineken vanuit Burundi in te voeren. In Burundi staan ook brouwerijen van Primus en Heineken, en het bier dat daar wordt gebrouwen proeft enigszins anders, omdat het water bij ons anders smaakt.”
i
Café Le Poète, Dambruggestraat 44 in Antwerpen, maandag gesloten, andere weekdagen open vanaf 17u, in het weekend open vanaf 15u.
Tip van Fidele Les Tambourinnaires du Burundi, een Afrikaans percussiecollectief uit Antwerpen dat garant staat voor een spetterende liveshow. Hou deze naam in de gaten, je kan de groep geregeld op festivalletjes in Antwerpen zien. Soms ook aangekondigd als Rama Burundi.
Fidele achter zijn toog in café Le Poète, met Ibrahim als klant. De andere klant is Charles Kaburahe, afkomstig uit Gitega in Centraal-Burundi. Hij werkt nu in de informaticasector in Antwerpen.
20
Cambodja LAOS
THAILAND
100km
Sisophon
Angkor Wat Siemreab
Batdambang
Stoeng Treng
Tonle Sap
Kampong Thum
Pouthisat
Krong Kaoh Kong
Kampong Chhnang
Phnom Penh
Mekong
C A M B O D J A Kracheh
Kampong Cham
VIETNAM
M
o ng ek
Golf van Thailand Kampong Saom
Kampot
Ismail Kadare. © GRAPHIC NEWS
O Tussen 802 en 1350 maakte Cambodja onderdeel uit van een groot en machtig Khmer-rijk, waar ook delen van het huidige Thailand, Laos en Vietnam bij hoorden. Angkor Wat was lang de hoofdstad van dat rijk. De tempels uit die periode zijn nu een belangrijke toeristische trekpleister. O Vanaf de vijftiende eeuw werd Cambodja bestuurd door een reeks zwakke koningen. Het land was veel minder machtig dan vroeger en werd verscheurd door interne conflicten. O De Fransen stelden Cambodja vanaf 11 augustus 1863 onder Frans protectoraat. Veertien jaar later maakte het onderdeel uit van Frans Indochina, en in 1949 trad het land toe tot een associatie met Frankrijk. Niet voor lang, want vier jaar later werd Cambodja onafhankelijk. O Tijdens de Vietnam-oorlog vielen er in Cambodja veel slachtoffers bij bombardementen. Maar de periode daarna werd nog woeliger. In 1975 verdreef de Rode Khmer de regering van Lon Nol. Ongeveer 25 procent van de bevolking stierf onder het schrikbewind van Pol Pot. Tussen de 1,5 miljoen en 2,5 miljoen mensen werden vermoord, velen vluchtten. Nadat de Vietnamezen in 1978 Cambodja waren binnengevallen, woedde er jaren een burgeroorlog. In 1993 waren er voor het eerst verkiezingen, maar pas sinds 2003 is de situatie er vrij stabiel. • • • • • • • • • • • • •
Officieel: Preahreacheanachakr Kampuchea Hoofdstad: Phnom Penh Oppervlakte:181.040 km² Aantal inwoners: 12,24 miljoen Levensverwachting: 59,6 (mannen) en 63,8 (vrouwen) Talen:Khmer (officiële taal), Frans en Engels Godsdiensten: Theravadaboeddhisme (95%), 3% is islamitisch en er is een vervolgde christelijke minderheid. Munteenheid: Riel (KHR) Telefoon landencode: + 855 Internet landencode: .kh Bevolkingssamenstelling: Khmer (90%), Vietnamezen (5%), Chinezen (1%), overige (4%) Export: de kledingindustrie zorgt voor meer dan 70% van de export Plaats op lijst van rijkste landen: 131 op 177
Cambodjaanse runt wassalon In de Van Stralenstraat 62 in Antwerpen is een wassalon dat gerund wordt door een NederlandsCambodjaans koppel. Gerard Fianen (35) en Nin Sokmalen (28) wonen sinds 1 april 2007 in België. Sinds begin augustus samen met hun pasgeboren dochtertje Eline. ”Ik ben geboren in 1980, toen veel Cambodjanen juist wegvluchtten”, vertelt Nin. ”Omdat mijn moeder zelf in een klein huisje is gaan wonen, heeft ze geld gespaard voor mijn studies.” De stationsbuurt bevalt hen wel. ”Het is hier gezellig, met al die Chinese winkeltjes in de buurt. Het was niet zo gemakkelijk om alle papieren in orde te krijgen, maar we worden in Antwerpen wel goed onthaald dankzij alle voorzieningen voor nieuwkomers.”
Eline (16), Mony (45) en Nicolas (14) en Luc (46). Midden vooraan: Emily (10).
Roth Mony Dith vluchtte met moeder en broers en zussen uit Cambodja
“We hebben een Boeddha-kamer” bidden en zet iedere week verse bloemen neer.” Met Cambodjaans Nieuwjaar in april gaan moeder Mao, Mony, Luc en de kinderen naar een boeddhistische tempel in park Vincent in Parijs. Met de dodenherdenking in september gaan ze naar een tempel in Brussel. En op verjaardagen met een O erin Veel mensen stierven door ziek- nodigen ze Franse monniken uit tes of vermoeidheid. “Wie niet om bij hen thuis te komen bidgehoorzaamde, werd onthoofd, den. doodgeschoten of geslagen. Dat Ondertussen is de familie ook al was vreselijk om te zien.” vaak teruggeweest naar CambodMony’s ogen worden vochtig. Eli- ja. Mony: “De armoede daar blijft ne (16) komt achter haar moeder schrijnend. Families met zes kinstaan en slaat een arm om haar deren die in een hutje van een heen. “Nadat de Vietnamezen paar vierkante meter wonen. Dan het land waren binnengevallen, besef je toch hoe goed het leven mochten we naar huis”, vertelt bij ons is.” Moeder Mao zit al een Mony verder. “Ik zal nooit verge- hele tijd stilletjes op de bank. Af ten hoe mijn moeder naar mij keek en toe werpt Mony een blik over toen ze me terugzag.” haar schouder. “Ik bewonder mijn Het gezin besloot richting de Thai- moeder enorm. Echt waar. Zonse grens te gaan, waar de Vietna- der haar moed hadden we het niet mese soldaten zaten. Maar ook overleefd.” die waren niet te vertrouwen. www.prahok.com “Er werden onder andere meisjes verkracht. In Thailand, waar we daarna heen trokken, was dat niet veel beter. Via het Rode Kruis belandden we uiteindelijk in Leuven, net als veertien andere families. Een nichtje van mijn vader woonde al in België. Voor ons wat dat land een paradijs. We hadden eindelijk onze vrijheid terug.” Ondertussen woont Mony met haar moeder, haar man en de kinderen in Mortsel. Ze spreekt vloeiend Nederlands én Cambodjaans. “Ik voel me nog wel altijd Cambodjaanse. We hebben ook een Boeddha-kamer in huis. Mijn moe- Mony, man en kinderen op een trouwfeest der gaat iedere avond in Cambodja.
Het is geen vrolijk verhaal dat Roth Mony Dith (45) over Cambodja kan vertellen. Als zestienjarig meisje vluchtte ze met haar moeder en broers en zussen het land uit. Haar vader was vermoord door het Rode Khmer-regime en zelf waren ze ook niet meer veilig. “Ik heb zulke vreselijke dingen gezien dat ik er soms nog nachtmerries van heb.” Met haar moeder spreekt Mony nog iedere dag Cambodjaans. En vaak staan er Cambodjaanse gerechten op tafel. “Soms kook ik voor ons tweetjes. Aziatisch en voor Luc en de kinderen Belgisch. We eten vaak in shifts, ook omdat iedereen op een ander tijdstip thuis is”, vertelt Mony. Zestien was ze toen ze samen met haar broers en zussen via Thailand naar België kwam. Vier jaar hadden ze overleefd in het wrede regime van Pol Pot. Mony herinnert zich de dag dat de communisten de macht overnamen nog goed. “Iedereen moest zijn huis uit. Mijn vader was bij de luchtmacht en werd meegenomen in een vrachtwagen, samen met collega’s. Jaren later hoorden we hoe hij zijn eigen graf heeft moeten graven en ervoor moest staan, zodat hij precies in de kuil viel als ze hem doodschoten.” Mony en de rest van het gezin moesten te voet naar een landelijk gebied kilometers verderop om daar zelf een huis te bouwen.
Vogelverschrikker
Al gauw werden de kinderen gescheiden en per leeftijd bij elkaar gezet, kilometers van elkaar. “Ik was toen twaalf en kreeg met een paar andere kinderen de taak om te koken voor zestig leeftijdsgenootjes. Toen ik veertien was, moest ik ook op het veld werken. Mijn broer was gehandicapt, hij had maar één been. Hij moest de hele dag als vogelverschrikker op het veld staan.”
@
donderdag 13 november 2008
20
Cambodja
Cambodjaanse gerechten bij Cambodge Het zou logisch zijn als restaurant Cambodge, bij de Nationale Bank, gerund zou worden door Antwerpenaars uit Cambodja. Dat is niet zo, want Dung Nguyen (45) komt uit Vietnam. Maar er staan wel heerlijke Cambodjaanse gerechten op de kaart!
De Cambodge werd opgestart door een Cambodjaanse vrouw, vandaar de naam. Maar al snel daarna nam een Antwerpenaar de zaak over. Na hem kwam de zaak in handen van Vietnamese Antwerpenaars. De verschillen tussen Thais, Vietnamees of Cambodjaans zijn niet enorm groot. ”De mensen uit die landen zijn sowieso bekend met elkaars eten”, legt uitbater Dung Nguyen uit. ”Zoals mensen in België ook graag spaghetti eten en dat ook zelf veel klaarmaken.” Veel klanten uit Cambodja heeft de Cambodge niet. ”Er wonen hier weinig mensen uit het land. Af en toe zijn er mensen voor hun werk hier en komen ze eten. Maar het gebeurt veel vaker dat er Antwerpenaars komen die in Cambodja zijn geweest en die smaak van vakantie weer willen proeven.” Bourlastraat 19. tel: 03-234.09.79
i
Er wonen 7 Cambodjanen in Antwerpen.
Eet Smakelijk! Ancheung chhngang! Lok lak Ingrediënten: rundvlees, olie of boter, sla, tomaten, ui, komkommer, oestersaus, peper, sojasaus, look en een beetje suiker. Bereiding: snijd het vlees in blokjes van ongeveer 1 cm. Meng de sojasaus, oestersaus, peper en zout met de fijngesneden look. Gebruik dit mengsel om het vlees te marineren. Leg een bedje van sla op een bord. Snijd de tomaten in schijfjes en leg ze op de sla. Voeg ook schijfjes komkommer toe. Zet de wok op het vuur en laat de olie (of boter) warm worden. Bak eerst wat fijngesneden look tot die bruin is, voeg dan pas het vlees toe. Bak ongeveer 2 minuten. Voeg op het laatste wat schijfjes ui toe. Leg de inhoud van de wok op het bedje van sla. Dien op met rijst of noedels.
Tien voor taal Goeiemorgen! A run sour sdey! Hoe gaat het met u? En met de kinderen? Ter nak sok sabay te? Chos koun robos nak vinh? Als het regent, dan droom ik van vakantie. Nov pel na del mean pleang tlak kjom taeng soben kheujn tgai chub samrak. Als ik tijd had, zou ik alle talen van de wereld leren spreken. Brosin beu kjom mean pel velear kjom ning rean krob pheasa taong os.
Volgende week:
Canada, Centraal-Afrikaanse Republiek, Chili
Ron Peng Sath Gyselinck groeide op in adoptiegezin in Antwerpen
”Ik ben helemaal verwesterd”
Haar eerste jaar in Antwerpen, bracht Ron Peng Sath Gyselinck (39) door in het Tropisch Instituut in de Nationalestraat. ”Ik was elf jaar en woog negentien kilo. In mijn lijf zaten 24 soorten wormen”, vertelt Ron. ”Mijn moeder zat iedere dag aan mijn bed. Ik heb veel geluk gehad met mijn Belgische familie.”
Ron vluchtte rond 1980 weg uit Cambodja, net zoals Mony. Het belangrijkste verschil is dat Ron met een groep kinderen rondzwierf voor ze via Thailand in België belandde. ”Ik was ondergebracht in een school. Om les te volgen, dacht ik eerst, maar wij moesten ook op het veld werken. De leraren van die school dropten ons op een gegeven moment in het bos, zodat we konden vluchten. We sliepen op de grond, en we leefden van bladeren, sprinkhanen en soms wat rijst”, vertelt Ron. Ongeveer een jaar zwierf ze rond, en belandde uiteindelijk in Thailand. ”Een moeilijke tijd. Je trekt je plan wel als kind, maar het was zwaar. Ik zorgde een tijdje voor een zieke vrouw, die uiteindelijk overleed. Haar man wilde mij als vrouw, maar ik kon me gelukkig via een organisatie aansluiten bij een kinderkamp. Daar zag ik vrienden terug. Samen zijn we naar België gekomen. We wisten eigenlijk niet waar we naartoe gingen. We wisten alleen dat er beter eten zou zijn.” Omdat Ron zo ziek was, belandde ze in het Tropisch Instituut. ”Ik ben mijn pleegouders heel dankbaar dat ze mij eruit hebben gekozen. Voor hen was het ook lastig dat ik zo lang daar moest blijven. Toen ik na mijn opname naar huis mocht, was het opnieuw wennen. Ik had altijd honger toen.
’s Nachts sloop ik naar beneden om de koelkast leeg te eten.” In de loop der jaren is Ron wel helemaal verwesterd. ”Verantwerpst eigenlijk. Ik ben veel Cambodjaanse woorden gewoon vergeten. Ik ben ook niet boeddhistisch opgegroeid. Ondertussen ben ik gewoon een Antwerpse geworden. Het feit dat ik ondertussen een man en twee kinderen heb, heeft dat gevoel versterkt.” Het gezin woont in Berchem. ”Een fijne buurt. Er zijn hier mensen van allemaal verschillende nationaliteiten. Een Marokkaanse buurvrouw brengt me soms koekjes. En als ik lenterolletjes maak, geef ik er een paar af bij haar. We organiseren ieder jaar een straatfeest. En
met Kerstmis steek ik bij iedereen kaartjes in de bus.” Dat ze ondertussen wel is teruggeweest naar Cambodja, heeft ze eigenlijk aan haar kinderen Jeroen (15) en Jolien (11) te danken. ”Die wilden graag zien waar ik vandaan kwam. Schattekes, heb ik gezegd, het kan zijn dat mama het soms moeilijk heeft. Dat was ook zo, en dat begrepen ze.” Ron wil haar leven niet te veel vergelijken met dat van haar kinderen. ”Ik werkte al toen ik zes was, ik wil dat mijn kinderen zorgeloos opgroeien. Maar ze zijn zich wel bewust van problemen in de rest van de wereld. Toen Jolien hoorde dat een nicht in Cambodja van alles beroofd was, gaf ze meteen al haar zakgeld weg.”