ICS magazine december 2016

Page 1

Informatieblad van de Belgische Unie van Installateurs Centrale verwarming, Sanitair, klimatisatie en aanverwante beroepen Bulletin d’information de l’Union Belge des Installateurs Chauffage, Sanitaire, climatisation et professions connexes

DECEMBER DÉCEMBRE

2016

DRIEMAANDELIJKS LEDENBLAD REVUE DES MEMBRES TRIMESTRIELLE

magazine

V.U. / E.R. : D. Peytier - ICS - Joseph Chantraineplantsoen 1, 3070 Kortenberg - Afgiftekantoor / Bureau de dépôt: Antwerpen X

Certificaat van bekwaamheid Samen voor hernieuwbare energie Stockage de chaleur Arrêté royal exigences lieux de travail magazine

• december-décembre 2016

1


Heeft uw klant geen aardgas? Votre client n’a pas de gaz naturel? Propaangas van Antargaz vormt de oplossing! Le gaz propane d’Antargaz est la solution!

Laat uw klanten genieten van alle comfort van gas dankzij propaangas Faites vos clients bénéficier de tout le confort du gaz grâce au gaz propane Is de woning van uw klant niet aangesloten op het aardgasnetwerk en wilt hij toch profiteren van alle voordelen van gas? Propaangas in een tank, boven of onder de grond, biedt hem exact hetzelfde comfort als aardgas. Bovendien is propaan de juiste keuze voor het milieu én voordelig dankzij de evolutie van de energieprijzen.

L’habitation de votre client n’est pas raccordée au réseau de gaz naturel mais il souhaite quand même profiter de tous les avantages du gaz ? Le gaz propane d’Antargaz dans une citerne, aérienne ou enterrée, lui offre exactement le même confort que le gaz naturel. De plus, le propane est durable et économique grâce à l’évolution des prix de l’énergie. Meer info op www.antargaz.be Plus d’infos sur www.antargaz.be


IN DIT MAGAZINE:

5: Edito 6: ODE, ICS en FEDELEC

10:

De sector trekt aan de noodrem

14:

het hele jaar door

30: Toptechnologie

5: Édito 8: ODE, ICS et FEDELEC

slaan handen in elkaar

18: RESCert-certificatie 22: Expo 26: Zonnewarmte

DANC CE MAGAZINE :

in urinoirs

34: WTCB 38: Persberichten 42: ICS in actie

unissent leurs forces Le secteur tire la sonnette d’alarme

20: La certification RESCert 24: Expo 28: De l’énergie solaire

toute l’année

32: Une technologie de pointe

dans les urinoirs

36: CSTC 42: ICS en action 44: Nouvelles

6 14

Samen voor hernieuwbare energie Bram Claeys is sinds midden juni de nieuwe Algemeen Directeur van de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE). Zijn brede ervaring met het energiebeleid in binnen- en buitenland is een enorme versterking voor de organisatie, zeker op een moment dat er cruciale beslissingen moeten genomen worden over onze energietoekomst. Het is zijn ambitie ervoor te zorgen dat hernieuwbare energie de centrale component wordt van het toekomstig energiesysteem.

AR exigences lieux de travail La nouvelle législation est très controversée dans la pratique, car elle est impossible à réaliser, ni dans sa conception ni dans l’exécution des installations techniques ou son application concrète par les employeurs.

magazine

13

• december-décembre 2016

3


WARMT ECOMFOR T VANOP AFSTAND GE R E GE L D...

“ PROMO ” BI J A ANKOOP VAN 10 T HERMOS TAT EN IN ÉÉN BE S T ELLING ÉÉN GR AT IS HOV ERBOARD !!! Een gratis hoverboard bij aankoop van 10 RiCloud thermostaten (ref.: 20117394) in één bestelling, gefactureerd vóór 31 december 2016*.

Meer informatie

Download de app

www.riello.com/ricloud Riello S.A./N.V - Waverstraat 15 - 9310 Moorsel T: 053/769.030 - F: 053/789.440 - info@riello.be - www.riello.be

DE INT ELLIGENT E T H E R M O S T A A T.

* Actie bestemd voor verwarmingsinstallateurs, geldig van 15/11/2016 t/m 31/12/2016 en tot uitputting voorraad. Zie voorwaarden bij Riello N.V. of bij uw Riello verdeler.

E E N V OUDIG, O V E R A L , A LT I JD.


EDITO What’s another year?

Qu’est ce qu’une année de plus?

Alle redactie klaar voor de laatste editie van het jaar… enkel nog snel een voorwoord schrijven en het magazine kan in druk zodat het voor de feestdagen bij de abonnees is. Nog snel…zo makkelijk is dat niet altijd…als ik een onderwerp heb gaat het vlot… maar tot een minuut geleden had geen enkele inspiratie. En net op dat moment krijg ik dan via sociale media een privé-bericht van een goede kennis / relatie:

Toute la rédaction prête pour l’édition finale de cette année... juste encore vite écrire une préface et le magazine peut être mis sous presse, de sorte qu’il arrive chez l’abonnée avant les jours fériés. Vite... ceci n’est pas toujours aussi évident... lorsque j’ai un sujet c’est facile... mais jusqu’à il y a une minute je n’avais absolument aucune inspiration. Puis, je reçois via les médias sociaux un message personnel d’une bonne relation:

“Hey Gunther, jij moet zowat de drukst bezette persoon zijn die ik ken... als ik dagelijks zie wat jij allemaal doet: pure waanzin! Het stelt me ergens op mijn gemak te weten dat er nog professionele perfectionisten rondlopen op deze planeet die niet lijken af te stevenen op een burnout... maar de boel dagelijks juist in de fik steken... niet letterlijk natuurlijk  Goe bezig... voilà, dat moest er even uit... haha!”

““Salut Gunther, tu es probablement la personne la plus occupée que je connaisse ... lorsque je vois tout ce que tu fais tous les jours: de la folie pure et simple ! Néanmoins, cela me réconforte de voir qu’il existe encore des perfectionnistes professionnels sur cette planète, qui ne vont pas tout droit au burn-out ... mais qui, justement, font preuve d’un zèle et d’une ardeur sans précédent...  Félicitations... voilà, j’avais besoin de te le dire... haha!”

Dat zijn dan berichten die een mens verrassen en deugd doen maar meteen ook met de neus op de feiten drukken. We zijn goed maar wel heel druk bezig. Het is een bewogen jaar geweest. Zowel op privé-vlak als professioneel en daardoor lijkt het ook weer voorbij te zijn gevlogen. Wellicht omdat ik alles wat ik doe met plezier doe en nog nooit met tegenzin heb gedaan, hoewel de deadlines soms dwingend zijn en het aantal vrije momenten beperkt. Dat is dan misschien een goed voornemen voor het nieuwe jaar: af en toe toch eens wat gas terug nemen en tijd vrijmaken. We hebben allemaal een jachtig leven en daar waar je mensen vroeger in de bar van een hotel, wachtend op hun afspraak, een praatje zag maken met elkaar…zit nu iedereen op zijn GSM zijn mails te beantwoorden. We sparen tijd uit door zaken telefonisch of via e-mail te regelen – en met de huidige verkeersellende is dat vaak een zegen – maar ‘face to face’ ontmoetingen en besprekingen zijn toch altijd nog aangenamer en efficiënter.

Voilà donc des messages qui vous surprennent et vous font le plus grand bien, mais qui attirent également votre attention sur les faits. En effet, nous faisons du bon travail, mais nous sommes continuellement occupés. Cela a été une année mouvementée. Tant au niveau privé que professionnel et nous ne l’avons donc pas vue passer. Peut-être parce que j’aime faire ce que je fais et que je ne le fais donc jamais à contrecœur, bien que les échéances soient parfois très serrées et les moments libres plutôt rares. Alors, une bonne résolution pour le nouvel an: prendre un peu plus de temps pour soi. Nous avons un mode de vie effréné et alors qu’à l’époque, les gens conversaient agréablement dans le bar d’un hôtel en attendant leur rendez-vous… maintenant, tout le monde répond à ses mails sur son portable. Nous gagnons du temps en organisant des choses par téléphone ou par e-mail, mais les rencontres ‘face à face’ sont toutefois toujours plus agréables et efficaces.

Dus ook volgend jaar iets meer tijd vrijmaken voor persoonlijke contacten, persconferenties, studiedagen, werfbezoeken en beurzen in plaats van gewoonweg de stapel persberichten in de mailbox te doorworstelen. En tussendoor ook genoeg tijd vrijmaken voor vrienden, gezin en familie want voor u het weet wens ik u alweer opnieuw prettige feestdagen! Gunther Guinee

Donc, l’année prochaine, il faudra libérer un peu plus de temps pour des contacts personnels, des conférences de presse, des journées d’étude, etc. plutôt que de se frayer un chemin à travers la pile de communiqués de presse dans sa boîte aux lettres électronique. Libérez aussi assez de temps pour les amis, la famille et les parents, car avant même de vous en rendre compte je vous souhaiterai à nouveau de joyeuses fêtes! Gunther Guinee

Redacteur ICS magazine

Rédacteur ICS magazine

COLOFON Confederatie Bouw • Confédération Construction Lombardstraat 34-42 • 1000 Brussel confederatiebouw.be • confederationconstruction.be BTW: BE 406 479 092 Periodiciteit • Oplage - Périodicité • Tirage 4x per jaar/par an • 4.500 exempl.

Verantwoordelijke uitgever • Editeur Responsable Dirk Peytier • Nationaal Voorzitter ICS • Président national ICS Directeur Communicatie • Directeur Communication Filip Coveliers • filip.coveliers@confederatiebouw.be filip.coveliers@confederationconstruction.be

ICS Jan Lhoëst Directeur ICS • Joseph Chantraineplantsoen 1 3070 Kortenberg T. +32 2 520 73 00 • F. +32 2 520 97 49 info@ubbu-ics.be • www.ubbu-ics.be Publiciteit • Publicité Inge De Ridder T. 053 80 87 47 • F. 053 80 87 48 inge.deridder@confederatiebouw.be inge.deridder@confederationconstruction.be

Hoofdredactie • Rédaction en chef Gunther Guinée Hoogboomsteenweg 135 bus 4 • 2950 Kapellen T. +32 (0)3 888.27.33 gunther.guinee@telenet.be Vertaling • Traduction technique: Anouk van den Broek Vormgeving • Graphist nikka.cuypers@confederatiebouw.be Drukwerk • Imprimeur Graphius


ODE, ICS en FEDELEC slaan handen in elkaar

“Eindelijk een structurele samenwerking om de doelstellingen op het vlak van hernieuwbare energie samen waar te maken.” De Organisatie voor Duurzame Energie (ODE), de federatie van elektrotechnische ondernemers (Fedelec) en de federatie van installateurs van centrale verwarming en sanitair (ICS) slaan de handen in elkaar. De drie organisaties starten een structurele samenwerking voor een duurzaam Vlaams en Belgisch energiebeleid dat optimaal inzet op PV en warmtepompen. Sinds augustus is de kogel door de spreekwoordelijke kerk, tot grote tevredenheid van Bram Claeys, de nieuwe directeur van ODE Vlaanderen. ODE, de Organisatie Duurzame Energie is de sectororganisatie voor duurzame energie in Vlaanderen en brengt een goede 220 leden (bedrijven, kenniscentra, universiteiten en organisaties) samen in technologieplatformen en werkgroepen, om kennis uit te wisselen en aan belangenbehartiging te doen.

ODE is dan ook belangrijkste stakeholder inzake hernieuwbare energie voor de betrokken overheden. Op 13 juni startte Bram Claeys als Algemeen Directeur bij ODE. Bram heeft een ruime ervaring met hernieuwbare energiebeleid in België, Europa en in de staat Massachusetts van de USA, waar hij verantwoordelijk was voor hernieuwbare warmte en financiering van lokale hernieuwbare energieprojecten. Hij kwam het ODE-team versterken op een moment dat hernieuwbare energie op een kantelpunt stond. Hij heeft er heel veel zin in en wil samen met het team en de ODE-leden ervoor zorgen dat hernieuwbare energie een centrale rol speelt in het toekomstige energiesysteem. In dat opzicht is hij alvast erg opgetogen over de nieuwe samenwerking tussen de drie organisaties.

Twee jaar in de maak

“Onze leden zijn mensen en bedrijven die actief zijn op het vlak van hernieuwbare energie en dit in de meest brede zin van het woord.”, aldus de nieuwe directeur. “Of het nu gaat om zonnestroom, warmtenetten, windenergie, warmtepompen of bio-energie…noem maar op. Zo verenigen we een 220-tal KMO’s, producenten, energieleveranciers, enz…. waarvan een aantal leden ook lid zijn van de federaties Fedelec en ICS. Via deze gemeenschappelijke leden ontstond er automatisch al een soort van kruisbestuiving en overlapping, maar van een echt structurele samenwerking was er geen sprake. En dat was toch een zeker gemis. Wanneer men met verschillende organisaties eenzelfde doel nastreeft is dat immers toch een zeker verlies aan efficiëntie. Zo ontstond dus het plan om daadwerkelijk nauwer te gaan samenwerken, maar de uitwerking van dat plan had meer voeten in de aarde dan men zou denken. Na twee jaar heen en weer praten en ver-


N Nieuw w! Uw w WP-- vragen op pgelosst mett: een

gaderen werd deze zomer dan de knoop doorgehakt en is de samenwerking een feit.”

Nieuwe beleidsmedewerker Starrt

coördineren van een beroepsfederatie bij “Friends of the Supergrid. PV en warmtepompen zijn prachtige complementaire technologieën met een groot potentieel in Vlaanderen. Door de samenwerking kunnen we het economisch en energiebelang van deze sector efficiënter verdedigen en zo hun potentieel in realiteit omzetten. Om de Vlaamse 2020 hernieuwbare energiedoelstellingen te halen zullen we beide technologieën immers keihard nodig hebben.”

op doo 14 maaart 2013:

De drie organisaties zullen samen standpunten, visies en dossiers uitwerken en de PV en warmtepompsector vertegenwoordigen. Ze zullen ook gezamenlijke activiteiten organiseren. Concreet ondertekenden de drie organisaties een samenwerkingsovereenkomst, die toelaat een nieuwe beleidsmedewerker aan te werven bij ODE in functie van de samenwerking.

Prraktijkg gerichte e Cursu us overr Warm mtepom mpen bijj: Iedereen tevreden www w.adp-bijscho olingen .be.

Ook Kris Van Dingenen van Fedelec is opgetogen over het akkoord: “De samenwerking realiseert een meer gecoördineerde “Het is namelijk zo dat we overlappende lidmaatschappen wil(m modulair) len voorkomen. ODE heeft een duidelijke beleidswerking teraanpak. De verhoging van efficiëntie zal niet alleen resulteren wijl Fedelec en ICS meer met de ondersteuning van de vakman in een betere verdediging van de sector, maar ook in een meer in de dagelijks praktijk bezig zijn. Die werking kan zeer comkwalitatieve service voor de installateurs. De leden-installateurs plementair zijn, maar het is dan ook in het belang van de leden worden betrokken via het “Sectorcomité Fotovoltaïsche installaties” en het “Sectorcomité Warmtepompen”. dat ze in de richting gestuurd worden van het platform waarbij ze het best gebaat zijn. De grotere ondernemingen, studiebuof email naar: info o@123ko oelcertifficatie.b be reaus en projectontwikkelaars zullen dus bij ODE aangesloten “Deze samenwerking is inderdaad een belangrijke en logische blijven terwijl er zich een migratie voltrekt van vakmensen die stap in de verdere uitbouw en ontwikkeling van een federatie eerder bij de andere federaties thuishoren. Dat verlies aan leden van speciale technieken.”, besluit Jan Lhoëst van ICS tenslotte. “De zinvolheid bestaat enerzijds uit de meerwaarde die en dus ook lidgelden wordt dankzij de samenwerkingsovereenkomst gecompenseerd door de indiensttreding van Jozefien kan gerealiseerd worden voor de leden van de verschillende Vanbecelaere op 19 september als nieuwe beleidsmedewerker organisaties afzonderlijk en anderzijds uit de strategische positionering die zo kan ingenomen worden binnen het Vlaams PV en warmtepompen bij ODE, mee betaald door de beide hernieuwbaar energielandschap.” andere federaties. Jozefien bouwde ruime ervaring op met het

En

vervolg g tot ce ertifice ering ko oeltech hnicus met: m www.123ko oelcerttificatie.be

N Nieuw Uw wBroodnodig) WP-- vragen Praktijkgerichte Korte Bijscholingen ( Ook inw! 2017:

op pgelo

een Starrt op doo 14 maaart 2013:

Prraktijkg gerichte e Cursu us overr Warm mtepo www w.adp-bijscho olingen.be.

Inschrijven is NU al mogelijk ( tot max = 16p)

andre.depaepe@belgacom.net info@123koelcertifcatie.be

En (m modulair) vervolg g tot ce ertifice oelte Luchtzijdig HVAC Inregelen di 10-01 13u30 ering ko Basisconcepten Koeltechniek di 10-01 14u wwwwo .123ko oelcert HVAC van A tot Z 11-01 13u30 tificatie.be Warmtepompen (Rescert) do 12-01 8u email aar:12-01 info o@123ko Industriële Akoestiek ( of lawaai ) ndo 19u oelcertifficatie Koelcertificatie Ex EERSTE of ACT wo 18-01 8u Airco Energie Deskundige AED wo 25-01 13u30 Waterzijdig HVAC Inregelen di 31-01 13u30 Ontwerp Koelinstallaties do 16-02 19u

Inhoud en Aanmelden: www.123koelcertifcatie.be of www.ADP-Bijscholingen.be Leess detailinhoud van cursuss Warmtepompen op ww ww.adp‐bijsscholingen.be

magazine

• december-décembre 2016

7


ODE, ICS et FEDELEC unissent leurs forces

“Enfin une collaboration structurée pour réaliser ensemble les objectifs dans le domaine de l’énergie renouvelable” L’Organisation de l’Energie Durable en Flandre (ODE), la fédération pour les installateurs-électriciens (Fedelec) et la fédération des installateurs de chauffage central et sanitaire (ICS) unissent leurs forces. Les trois organisations démarrent une collaboration structurée pour une stratégie d’énergie durable en Flandre et en Belgique, axée de façon optimale sur les installations PV et les pompes à chaleur. Depuis août, les dés sont jetés, à la grande satisfaction de Bram Claeys, le nouveau directeur de l’ODE Flandre. ODE, l’Organisation de l’Energie Durable est l’organisation sectorielle de l’énergie durable en Flandre et elle rassemble un peu plus de 220 membres (entreprises, centres de connaissances, universités et organisations) dans des plates-formes technologiques et des groupes de travail, afin de partager des connaissances et défendre les intérêts du secteur. ODE est donc la

plus importante partie prenante pour l’énergie renouvelable pour les autorités concernées. Bram Claeys a commencé le 1er juin comme directeur général chez ODE. Bram dispose d’une longue expérience dans l’énergie renouvelable en Belgique, en Europe et l’Etat du Massachusetts aux Etats-Unis, où il était responsable de la chaleur renouvelable et du financement de projets locaux d’énergie renouvelable. Il a rejoint l’équipe de l’ODE à un moment où l’énergie renouvelable était à un point de basculement. Il est vraiment enthousiaste et ensemble avec l’équipe et les membres de l’ODE, il veut faire en sorte que l’énergie renouvelable joue un rôle central dans le système énergétique futur. A ce sujet, il est déjà très enthousiaste sur le nouveau partenariat entre les trois organisations.

Deux ans de préparation

“Nos membres sont des personnes et des entreprises actives dans le domaine de l’énergie renouvelable et ce, dans le sens le plus large du terme.”, déclare le nouveau directeur. “Que ce soit en matière de l’énergie solaire, de réseaux de chaleur, de l’énergie éolienne, de pompes à chaleur ou de la bioénergie... ou autres. Ainsi, nous rassemblons environ 220 PME, fabricants, fournisseurs d’énergie, etc., dont certains membres sont également membres des fédérations Fedelec et ICS. A travers ces membres communs, il y avait déjà automatiquement une sorte d’échange et de recouvrement, sans réellement pouvoir parler d’une collaboration structurée. Ceci était effectivement regrettable. Lorsque vous poursuivez le même objectif avec plusieurs organisations, ceci est après tout une perte d’efficacité. Ainsi est née l’idée de créer une collaboration étroite, mais la réalisation de ce projet était plus complexe que l’on ne pourrait se l’imaginer. Après deux ans de concertations et de réunions, la décision définitive a été prise cet été et la collaboration est actuellement un fait”.


Nouvelle coordinatrice

sionnelle chez “Friends of the Supergrid”. Les installations PV et pompes à chaleur sont de magnifiques technologies complémentaires avec un grand potentiel en Flandre. La collaboration permet de défendre plus efficacement les intérêts économiques et énergétiques du secteur et donc de convertir leur potentiel en réalité. Afin d’atteindre les objectifs d’énergie renouvelable en Flandre de 2020, ces deux technologies seront absolument indispensables.”

“Nous voulons en effet éviter des affiliations qui se recouvrent. L’ODE a clairement une fonction de gestion, tandis que Fedelec et ICS se préoccupent plutôt d’assister le professionnel dans la pratique quotidienne. L’effet peut être très complémentaire, mais il est dans l’intérêt des membres qu’ils soient orientés vers la plate-forme qui leur apporte le plus. Les grandes entreprises, bureaux d’étude, promoteurs resteront donc affiliés chez l’ODE, alors qu’une migration aura lieu de professionnels qui seront mieux placés chez les autres fédérations.

Tout le monde satisfait

Les trois organisations élaboreront des positions, des visions et des dossiers et représenteront le secteur des installations PV et pompes à chaleur. Ils organiseront également des activités communes. Concrètement, cela signifie que les trois organisations ont signé un accord de coopération, qui permet de recruter une nouvelle coordinatrice chez l’ODE au service de la coopération.

Cette perte de membres et donc de cotisations est compensée grâce à l’accord de coopération par le recrutement de Jozefien Vanbecelaere le 19 septembre comme nouvelle coordinatrice installations PV et pompes à chaleur chez l’ODE, payée également par les deux autres fédérations. Jozefien a acquis une vaste expérience par la coordination d’une fédération profes-

Kris Van Dingenen de Fedelec est également enthousiaste sur l’accord: “La collaboration permet d’obtenir une approche plus coordonnée. L’augmentation de l’efficacité ne conduira pas seulement à une meilleure défense des intérêts du secteur, mais aussi dans un service plus performant pour les installateurs. Les membres-installateurs sont impliqués à travers le “Comité de filière systèmes photovoltaïques” et le “Comité de filière pompes à chaleur”. “Cette collaboration est en effet une étape importante et logique dans l’expansion et le développement d’une fédération de techniques spéciales.”, conclut Jan Lhoëst d’ICS. “L’utilité consiste à la fois dans la valeur ajoutée qui peut être réalisée pour les membres des différentes organisations, ainsi que dans le positionnement stratégique qui est pris ainsi dans le paysage de l’énergie renouvelable flamand.”

SOLO - DuETTO - AquA Groupes thermiques COMPLETS, en fonte avec brûleur à mazout intégré, à bas NOx

SOLO ErP BE chauffage seul DuETTO ErP BE chauffage et production d’ecs instantanée AquA ErP BE chauffage et production d’ecs par boiler intégré de 110 litres, en acier inoX 316 CHAuDIERE CONFORME A LA DIRECTIVE BELGE RELATIVE AuX EMISSIONS NOx

englebert alain gsM +32 495/54.04.75 • faX +32 2/771.58.28 alain.englebert@dps-pro.com info@dps-pro.com • www.dps-pro.com

magazine

• december-décembre 2016

9


De sector trekt aan de noodrem

Niet zomaar akkoord met verlichting en ventilatie Op 14 april 2016 publiceerde het Belgisch Staatsblad het Koninklijk Besluit van 25 maart 2016 omtrent de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden, met wijzigingen op het vlak van de eisen voor verlichting en luchtverversing. Zo wordt er voortaan onder meer geëist dat de werkgever ervoor moet zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen lager zou zijn dan 800 ppm en in elk geval 1200 ppm niet zou overschrijden. Deze nieuwe wetgeving stuit in de praktijk echter op heel wat protest aangezien ze niet realiseerbaar is, noch bij het ontwerp, de uitvoering van technische installaties als voor de concrete toepassing ervan door de werkgevers.

10

magazine

• december-décembre 2016

Het bewuste Koninklijk Besluit heeft tot doel het Koninklijk Besluit van 10 oktober 2012 aan te passen op het vlak van de verlichting (afdeling III) en de lucht­ verversing (afdeling IV).

Krachtlijnen van het KB

Zo is er een nieuwe bijlage die beschrijft wat de minimumwaarden zijn voor de gemiddelde verlichtingssterkte voor verschillende soorten werkposten en waar de gemiddelde verlichtingssterkte moet gemeten worden. Ze beschrijft ook de kwalitatieve eisen waaraan de verlichting moet voldoen. Op arbeidsplaatsen waar werknemers bij het uitvallen van de


nieuwe regelgeving voor van arbeidsplaatsen kunstverlichting aan een verhoogd r­isico zijn blootgesteld, moet er verder een verlichtingssysteem aanwezig zijn die het mogelijk maakt om het werk op een veilige manier af te sluiten. De werknemers moeten over voldoende verse lucht beschikken, rekening houdend met de werkmethoden en de l­ichamelijke inspanningen. Hiertoe dient de werkgever ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen lager ligt dan 800 ppm en in elk geval 1200 ppm niet overschrijdt. Indien er een airconditioninginstalla-

tie wordt gebruikt dient deze installatie zodanig ingesteld te zijn dat de over een werkdag gemiddelde relatieve luchtvochtigheid – indien technisch haalbaar – tussen 40 en 60 % ligt. Hierop wordt een uitzondering voorzien: de relatieve luchtvochtigheid mag tussen 35 en 70 % liggen indien de werkgever aantoont dat de lucht geen chemische of biologische agentia bevat die een risico kunnen vormen voor de veiligheid en de gezondheid van de aanwezige personen. Vermits met name de verluchtingseisen inzake relatieve vochtigheid streng geformuleerd zijn, wordt er aangeraden om de opdrachtgever voor akkoord te laten ondertekenen

dat van deze eisen afgeweken kan worden.

Praktische bezwaren

Meteen na de publicatie werd al duidelijk dat er serieus wat protest kwam uit de sector, vooral op de nieuwe eis van een CO2-concentratie in de werklokalen die lager moet liggen dan 800 ppm en zeker de 1200 ppm niet mag overschrijden. Deze wetgeving stelt namelijk een groot probleem bij zowel het ontwerp en de uitvoering van technische installaties als voor de concrete toepassing ervan door de werkgevers. Met andere woorden: ze is in de praktijk niet werkbaar. magazine

• december-décembre 2016

11


De sector trekt aan de noodrem

Daarom kroop de bouwsector (vertegenwoordigd door Confederatie Bouw, Agoria, Bouwunie, de architectenorganisaties NAV/UWA/AriB, BVS, ORI, Ventibel, ICS, Fedelec alsook het WTCB, BCCA en UGent) in de pen om de betrokken Minister Kris Peeters met een onderbouwde brief op een paar b­elangrijke punten te wijzen. Om te beginnen is het zeker nodig om te specifiëren vanaf wanneer deze eisen van toepassing zijn: met andere woorden, vanaf welke datum moeten nieuwbouwprojecten hieraan voldoen en vanaf wanneer bestaande gebouwen? De ontwerpers en uitvoerders van instal­ laties hebben bovendien meer specificaties nodig dan een maximaal CO2-­ niveau, zoals informatie met betrekking tot de nominale bezetting van lokalen, CO2-concentratie van de buitenlucht, CO2-emissie per persoon, enz. In de praktijk zijn er omstandigheden waarbij de maximale bezetting hoger is dan de nominale bezetting (bijv. een vergaderzaal die ook gebruikt wordt voor een receptie, toevallige samenkomst in de gangen). In die omstandigheden zal men hogere concentraties meten dan toegelaten. Werknemers kunnen tijdens zo’n omstandigheden gemakkelijk aantonen dat de maximum waarden overschreden zijn, zonder dat de werkgever hieraan een eenvoudige oplossing kan geven. Een ander probleem dat zich stelt is dat het meten van CO2-niveaus momenteel bijzonder eenvoudig en goedkoop is geworden en de kans dat werknemers zelf gaan meten en niet-conformiteiten vaststellen is dan ook groot. De bouwsector hecht uiteraard veel belang aan goede werkomstandigheden, maar over het algemeen kan men stellen dat de zeer aanzienlijke toename van de ventilatie­ volumes per persoon per uur (in vergelijking met de oude versie van het ARAB) – tot 3x de huidige debieten – technische en economische gevolgen heeft die zeer nadelig kunnen zijn voor de ontwikkeling en de haalbaarheid van vastgoed­ projecten.

Technische haalbaarheid?

Naast de kosten is het verder ook essen­ tieel om rekening te houden met de rea­

12

magazine

• december-décembre 2016

liteit van bestaande gebouwen, en te letten op hoogtes, leidingen, technische ruimtes, enz. die grotendeels moeilijk of niet aan de nieuwe eisen kunnen worden aangepast. Wat bijvoorbeeld voor gebouwen waarvoor geen renovatieplannen bestaan? Verder wordt er in de brief ook gewezen op het feit dat deze nieuwe regelgeving mogelijk ingaat tegen de criteria voor de energieprestatie van gebouwen, gezien het grotere vermogen – en het daaraan gekoppelde verbruik – van ventilatie-­ installaties. Hier zouden de kosten volgens de bouwsector ook veel groter zijn dan de baten. Op technisch vlak is er dus ook een discussie nodig over de maximumwaarden voor CO2 en andere polluenten (alsook relatieve vochtigheid…), maar dit is voor de briefschrijvers in deze fase niet de prioritaire bezorgdheid. Wel werd er gevraagd om hierover op korte termijn een overleg te organiseren met de betrokken diensten om deze diverse aspecten te ­bespreken, te zoeken naar werkbare oplossingen en de limietwaarden te bespreken.

Overleg kabinet Peeters

Op 6 december was dat eerste overleg er dan ook. Daar werd door Peter Wouters van het WTCB, in naam van de coalitie, herhaald dat de bouwsector de gezondheidsbetrachtingen van het kabinet inzake een betere binnenluchtkwaliteit ondersteunt maar dat het KB in zijn huidige vorm in de praktijk niet werkbaar. Niet alleen de bouwsector maar ook vertegenwoordigers van overheidsgebouwen hebben overigens hun bezorgdheid op dit vlak geuit. Een aantal onduidelijkheden, meer specifiek omtrent de ppm-eisen, geven daarenboven aanleiding tot juridische onzekerheden en uitstel van investeringen en projecten. Zo werd er onder meer gewezen op:

· Het fundamenteel verschil met de be-

staande wetgeving met betrekking tot controle van de eisen en de risico’s op klachten · Onvoldoende rechtszekerheid voor ont­­ werpers en uitvoerders m.b.t. conformiteit van de eisen

· Onduidelijkheid bij nieuwbouw vanaf · · ·

wanneer de eisen van toepassing zijn. Onduidelijkheid bij bestaande bouw van­af wanneer aan de eisen dient te worden voldaan en bezorgdheden rond economische haalbaarheid Hoe voldoen bij afwezigheid van mecha­nische ventilatie in iedere ruimte? Coherentie met andere eisen (regionale wetgevingen, …)

Ook de andere argumenten uit de brief kwamen aan bod en na een korte discussie kwam het kabinet met de vraag of de sector bereid is om een “Code van goede praktijk” op te stellen. Dat dit proces een jaar of langer zou kunnen duren bleek niet echt een struikelblok te zijn.

Soort van overgangsjaar

De coalitie merkte wel op dat, indien tijdens deze periode het KB wel onverminderd van kracht blijft, de onzekerheid en de vragen zullen blijven bestaan. Het kabinet reageerde hierop met de melding dat er het eerste jaar van een KB geen echte inspecties zullen worden uitgevoerd en dat ze bereid zijn op de website een melding te plaatsen dat een code van goede praktijk geschreven wordt die de praktische implicaties van het KB duidelijk zal moeten maken. Of dit voldoende is, al nog verder moeten worden bekeken. Om een goede start te maken vraagt het kabinet om een voorstel van aanpak uit te werken voor enerzijds de ppm-doelstellingen en hun vertaling in een set werkbare eisen, anderzijds het opstellen van voorstellen voor een overgangsregeling voor Nieuwbouw en Renovatie Voor renovatie bestaat volgens het kabinet de mogelijkheid bijvoorbeeld voor de werkgever om tijdelijk ramen te openen, of denkt men aan een ruime overgangsperiode (bijv. 15 jaar). Ook over de juiste betekenis van de niveaus van 800 en 1200 ppm is nog overleg mogelijk. Een nieuw overleg met het kabinet is voorzien op vrijdag 10 februari 2017 waarbij het de bedoeling is om al deze voorstellen te bespreken. Uw beroepsfederatie ICS volgt dit dossier uiteraard verder op.



Le secteur tire la sonnette d’alarme

Pas d’accord avec la nouvelle l’éclairage et l’aération Le 14 avril 2016, le Moniteur Belge a publié l’arrêté royal du 25 mars 2016 fixant les exigences de base générales auxquelles les lieux de travail doivent répondre, avec des adaptations dans le domaine des exigences d’éclairage et d’aération. Ainsi, l’employeur doit veiller à ce que la concentration de CO2 dans ces locaux de travail soit inférieure à 800 ppm, et ne dépasse en tout cas pas 1200 ppm. Cependant, cette nouvelle législation est très controversée dans la pratique, car elle est impossible à réaliser, ni dans sa conception ni dans l’exécution des installations techniques ou son application concrète par les employeurs.

14

magazine

• december-décembre 2016

Cet arrêté royal vise à adapter l’arrêté royal du 10 octobre 2012 en ce qui concerne l’éclairage (section III) et l’aération (section IV).

Les axes de l’AR

Ainsi, la nouvelle annexe décrit quelles sont les valeurs minimales pour les différents ­types de postes de travail, et où l’éclairement ­moyen doit être mesuré. Elle décrit également les exigences qualitatives auxquelles l’éclairage doit satisfaire. Sur les lieux de travail où des travailleurs sont exposés à un risque accru en cas de panne de l’éclairage artificiel, il doit y avoir un système d’éclairage qui permet d’arrêter le travail en toute ­sécurité.


réglementation concernant des lieux de travail Les travailleurs doivent disposer d’air neuf en quantité suffisante, compte tenu des méthodes de travail et des contraintes physiques. A cet effet, l’employeur doit veiller à ce que la concentration de CO2 dans ces locaux de travail soit inférieure à 800 ppm, et ne dépasse en tout cas pas 1200 ppm. Si une installation d’air conditionné est utilisée, elle doit être conçue de façon à ce que l’humidité relative de l’air en moyenne sur une journée de travail soit comprise, si techniquement possible, entre 40% et 60%. Une exception est cependant prévue: l’humidité relative de l’air peut se

situer entre 35% et 70%, si l’employeur démontre que l’air ne contient aucun agent biologique ou chimique susceptible de constituer un danger pour la santé et la sécurité des personnes présentes. Puisque ce sont avant tout les exigences de ventilation de l’humidité relative qui sont strictement définies, il est recommandé de faire signer le maître d’ouvrage pour accord en cas de dérogation à ces exigences.

Objections pratiques

Immédiatement après sa publication, il était clair que le secteur énonçait de sérieuses objections, en particulier concernant la nouvelle exigence de la concen-

tration de CO2 dans les locaux de travail, qui doit être inférieure à 800 ppm, et ne peux en aucun cas dépasser 1200 ppm. Cette loi présente un problème majeur dans la conception et la mise en œ ­ uvre des installations techniques, ainsi que pour l’application pratique par les employeurs. En d’autres termes, elle n’est pas applicable dans la pratique. Par conséquent, le secteur de la construction (représenté par la Confédération Construction, l’Agoria, la Bouwunie, les organisations d’architectes NAV/ UWA/ AriB, BVS, ORI, Ventibel, ICS, Fedelec, ainsi que le CSTC, la BCCA et ­l’Université de magazine

• december-décembre 2016

15


Le secteur tire la sonnette d’alarme

Gand) a mis la main à la plume pour attirer l’attention du ministre compétent Kris Peeters sur quelques points clés par une lettre dûment motivée.

plupart sont difficiles ou ne peuvent pas être adaptés aux nouvelles exigences. Par exemple, que faire des bâtiments existants sans projet de rénovation ?

D’abord, il est indispensable de préciser l’entrée en vigueur de ces exigences: en d’autres termes, la date à partir de laquelle les nouveaux projets de construction doivent se conformer et à partir de quelle date les bâtiments existants?

Par ailleurs, on a également souligné dans la lettre qu’il est possible que cette nouvelle réglementation va à l’encontre des critères de la performance énergétique des bâtiments, étant donné la plus grande puissance - et donc la consommation accrue qui s’y rapporte - des systèmes de ventilation. Dans ce cas, le secteur de la construction est d’avis que les coûts seraient beaucoup plus grands que les avantages.

En outre, les concepteurs et les constructeurs d’installations nécessitent davantage de spécifications qu’un niveau maximum de CO2, telles que les informations relatives à la capacité nominale des locaux, la concentration de CO2 de l’air extérieur, l’émissions de CO2 par personne, etc. Dans la pratique, il y a des circonstances dans lesquelles la capacité maximale est supérieure à la capacité nominale (par ex. une salle de réunion qui est également utilisée pour une récep­tion, un rassemblement imprévu dans les couloirs). Dans ces conditions, on mesurera des concentrations plus élevées que celles autorisées. Les employés peuvent facilement démontrer dans de telles circonstances que les limites sont dépassées, tandis que l’employeur ne pourra résoudre cela de manière simple. Un autre problème qui se pose est que la mesure des niveaux de CO2 est devenue à présent particulièrement simple et peu coûteuse et que le risque est donc grand que les employés effectuent eux-mêmes des mesures et constatent des non-conformités. Bien entendu, le secteur de la construction attache beaucoup d’importance à de bonnes conditions de travail, mais généralement parlant, on peut affirmer que l’augmentation très importante des volumes de ventilation par personne par heure (par rapport à l’ancienne version du RGPT) - jusqu’à 3 fois les débits actuels – a des conséquences techniques et économiques qui peuvent affecter gravement le développement et la faisabilité des projets immobiliers.

Faisabilité technique?

Outre les coûts, il est également indispensable de tenir compte de la réalité des bâtiments existants et d’accorder de l’attention aux hauteurs, à la tuyauterie, aux locaux techniques, etc., dont la

16

magazine

• december-décembre 2016

Sur le plan technique, une discussion sur les concentrations maximales de CO2 et autres polluants (ainsi que l’humidité relative de l’air…) est nécessaire, mais à ce stade, ceci n’est pas le principal souci des auteurs de cette lettre. Toutefois, on a demandé d’organiser dans un bref délai une concertation avec les départements concernés pour discuter de ces différents aspects, chercher des solutions viables et déterminer les limites.

Concertation avec le cabinet Peeters

La première concertation a donc eu lieu le 6 décembre. Lors de cette réunion, Peter Wouters du CSTC a réitéré, au nom de la coalition, que le secteur de la construction soutient les objectifs de santé du gouvernement pour une meilleure qualité de l’air intérieur, mais que l’AR est irréalisable dans la pratique sous sa forme actuelle. Outre le secteur de la construction, les représentants des bâtiments du secteur public ont également exprimé leurs préoccupations à cet égard. Un certain nombre d’ambiguïtés, plus précisément sur les exigences ppm, suscitent de plus des incertitudes juridiques et le report d’investissements et de projets. Ainsi, l’attention a entre autres été attiré sur: • La différence fondamentale avec la législation en vigueur relative au contrôle des exigences et les risques de plaintes • La sécurité juridique insuffisante pour les concepteurs et les exécutants concernant la conformité des exigences • Le manque de clarté concernant la date

d’entrée en vigueur des exigences pour la construction neuve • Le manque de clarté concernant la date d’entrée en vigueur des exigences pour les bâtiments existants et des préoccupations quant à la faisabilité économique • Comment se conformer en l’absence de ventilation mécanique dans chaque pièce? • La cohérence avec les autres exigences (législation régionale,...) Les autres arguments de la lettre ont également été traités et après une brève discussion, le cabinet a demandé si le secteur est disposé à établir un “code de bonne pratique”. Que ce processus pourrait prendre un an, voire plus, ne semblait pas réellement être un obstacle.

Genre d’année de transition

La coalition a néanmoins fait remarquer que, si au cours de cette période, l’AR reste pleinement en vigueur, les questions et l’incertitude subsisteront dans ce domaine. Le cabinet a réagi en déclarant qu’il n’y a pas de véritables contrôles la première année après la publication d’un nouvel AR et qu’ils sont disposés à publier une notification sur leur site web mentionnant qu’un code de bonne pratique est en cours d’élaboration afin de clarifier les implications pratiques de l’AR. Il faudra attendre pour savoir si cette mesure sera satisfaisante. Pour prendre un bon départ, le gouvernement demande d’élaborer une proposition d’action, d’une part, pour les concentrations ppm et de traduire celles-ci en une série d’exigences réalisables, et d’autre part, de formuler des propositions pour un régime transitoire pour les nouvelles constructions et les rénovations. Pour la rénovation par exemple, il existe en attendant la possibilité selon le cabi­ net d’ouvrir des fenêtres ou est-ce qu’il faut considérer une période de transition plus longue (par ex. 15 ans). En outre, la ­notion exacte des niveaux 800 et 1200 ppm est encore discutable. Une nouvelle concertation avec le cabinet est prévue le 10 février 2017 pour discuter de toutes ces propositions. Bien entendu, votre fédération professionnelle ICS suit le dossier de près !


Une nouvelle chaudière au mazout label A est tellement plus économe, qu’ils auront envie de la vénérer. Vos clients désirent réaliser de belles économies ? Alors, conseillez-leur une nouvelle chaudière au mazout avec un label A. Ils consommeront jusqu’à 30 % de moins et bénéficieront d’une chaudière écoénergétique de la dernière génération. Les dieux seront avec eux !

Plus d’infos sur www.informazout.be

Chaleur innovante, chaleur rassurante


Nieuwe wetgeving vanaf 1 juli 2017

RESCert-certificatie om van premies te kunnen genieten

18

Het juist berekenen en plaatsen van zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen of pelletketels is weggelegd voor ervaren en bekwame vaklui. Om erop toe te zien dat installateurs goed opgeleid worden en de installaties volgens de regels van de kunst worden geplaatst, hebben het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest samen een certificatiesysteem voor installateurs uitgewerkt. De tijdelijke vennootschap RESCert werd opgericht om de certificaataanvragen van de installateurs in deze gewesten te beheren. (RESCert staat voor Renewable Energy Systems Certification) Rond dit certificaat van bekwaamheid is er momenteel heel wat te doen, want door een beslissing van de Vlaamse Regering zullen er vanaf 1 juli 2017 enkel nog premies worden toegekend aan bouwheren die een warmtepompinstallatie laten plaatsen door een aannemer die over een dergelijk certificaat beschikt.

sen de aparte vakgebieden (zoals elektriciteit, verwarming en koeling) vervaagt meer en meer. Tegelijkertijd worden deze vakgebieden geconfronteerd met een gezamenlijke uitdaging om de technische installaties te laten voldoen aan de strenger wordende eisen op het vlak van energieprestatie en binnen­ klimaat van gebouwen. Daarom werkt ICS al geruime tijd samen met de andere federaties waardoor de gezamenlijke uitdagingen met meer slagkracht kunnen worden aangepakt. Eén van de zichtbare resultaten daarvan zijn de verschillende Sectorcomités en Werkgroepen die gezamenlijk met de partners worden aangepakt.

De RESCert gecertificeerde installateurs en de koppeling met de nieuwe energiepremies was trouwens één van de agendapunten op de tweede bijeenkomst van het sectorcomité warmtepompen van ICS en Fedelec dat plaats vond op 27 september 2016.

Ze vormen het bewijs dat een persoon over de nodige competenties beschikt om een hernieuwbaar energiesysteem te ontwerpen en te realiseren. Als erkenning in de drie Gewesten en in de andere Euro­pese landen vormt ze ook een kwaliteitsgarantie en bijgevolg een

magazine

• december-décembre 2016

ICS evolueert steeds meer naar een overkoepelende federatie van speciale technieken. Vanwege de diverse technologische innovaties worden verschillende vakgebieden en technieken immers meer en meer geïntegreerd in technische installaties en de grens tus-

Het RESCert certificaat

De certificaten van bekwaamheid hebben veel voordelen en worden aan natuurlijke personen (werfcoördinatoren, technische verantwoordelijken,…) toegekend, niet aan bedrijven.


meerwaarde voor de werkgever of klant. Er kan mogelijkerwijze naar gevraagd worden bij overheidsopdrachten. De certificatie is in eerste instantie een vrijwillig systeem, maar vanaf 1 juli volgend jaar zullen klanten dus enkel nog een energiepremie krijgen voor hun warmtepomp of zonneboiler als hun installateur over het bewuste certificaat van bekwaamheid beschikt.

Welke premies en certificaten

De nieuwe regeling is van toepassing op de premies die de netbeheerders geven aan particulieren voor zonneboilers en warmtepompen in renovatietoepassingen. De nieuwe premies voor hernieuwbare energie gelden trouwens al voor installaties met eindfactuur vanaf 1 januari 2017, maar pas voor installaties met eindfactuur vanaf 1 juli 2017 werd er door de Vlaamse regering bepaald dat die voortaan moeten geplaatst worden door een installateur met ‘een certificaat van bekwaamheid’. Meer specifiek wordt er op het soort certificaat niet ingegaan, maar het is te verwachten dat het hier

om het RESCert certificaat zal gaan. De grote vraag is natuurlijk welke certificaten er nodig zullen zijn om van de premies te kunnen genieten. Aangezien er geen premies bestaan voor PV-installaties of voor biomassa-installaties, zijn ook die certificaten overbodig. Hoewel ‘overbodig’ een groot woord is, want er kan bijvoorbeeld wel naar verwezen worden in een lastenboek. Ook voor zonneboilers is het in principe niet nodig om het certificaat voor zonthermische installaties voor gecombineerde systemen te behalen om van de premies te kunnen genieten. Voor warmtepompen heeft men als installateur evenmin het bijkomend certificaat voor ondiepe geothermische systemen nodig voor de premies. Het gaat hier dus enkel om twee twee certificaten: dat voor ‘zonthermische installaties voor sanitair warm water’ en dat voor ‘warmtepompen’.

Procedure

Om zo’n certificaat te behalen moet men om te beginnen een opleiding volgen

bij een hiervoor erkende opleidingsinstelling, in één van de categorieën waarvoor men een certificaat wenst te behalen. Deze opleidingen duren meestal 4 tot 5 dagen of het dubbel aantal halve dagen. Na het passeren van het examen in een hiervoor erkend examencentrum kan men dan zijn certificaat aanvragen bij www.rescert.be, binnen het half jaar na het slagen in het examen. Het behaalde certificaat is dan geldig voor de komende 5 jaar. De kost voor de opleiding zelf kan variëren van ca. 700 euro tot 1200 euro (ex BTW) terwijl de kost voor het indienen van een aanvraag tot certificatie 250 euro bedraagt, excl. btw. Het behaalde certificaat is dan geldig in de 3 Gewesten. Wie echter van mening is dat men met een RESCert-certificaat alle soorten werken mag uitvoeren aan een installatie komt bedrogen uit. Het certificaat betekent namelijk geenszins dat niet meer over de n ­ odige specifieke toegang tot het beroep moet beschikken voor de activiteit die men uitvoert.

magazine

• december-décembre 2016

19


Nouvelle législation à partir du 1er juillet 2017

La certification RESCert afin de bénéficier de primes Le calcul et l’installation correcte de panneaux solaires, chauffe-eau solaires, pompes à chaleur ou chaudières à pellets est réservé aux professionnels expérimentés et qualifiés. Pour veiller à ce que les installateurs soient dûment formés et que les installations soient placées selon les règles de l’art, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale ont élaboré ensemble un système de certification pour les installateurs. La société momentanée RESCert a été constituée pour gérer les demandes de certificat des installateurs dans ces Régions. (RESCert signifie Renewable Energy Systems Certification). Ce certificat de compétence est actuellement un sujet brûlant, car le gouvernement flamand a décrété qu’à partir du 1er juillet 2017, des primes seront seulement octroyées aux maîtres d’ouvrage qui font installer leur système de pompe à chaleur par un entrepreneur disposant de ce certificat. Les installateurs certifiés RESCert et le lien avec les nouvelles primes d’énergie était en effet un des sujets à l’ordre du jour lors de la seconde réunion du comité de filière pompes à chaleur d’ICS et Fedelec, qui a eu lieu le 27 septembre 2016. ICS évolue de plus en plus vers une fédération de coordination pour les ­

20

magazine

• december-décembre 2016

techniques spéciales. En raison des différentes innovations technologiques, les différents domaines professionnels et techniques sont intégrés de plus en plus dans les installations techniques et la frontière entre les différentes domaines (telles que l’électricité, le chauffage et le refroidissement) s’estompe. En même temps, ces différents domaines spécialisés sont confrontés à un défi commun

pour faire répondre ces installations techniques aux exigences de plus en plus strictes en matière de performance énergétique et de climat intérieur des bâtiments. Ainsi, ICS collabore depuis déjà assez longtemps avec les autres fédérations, ce qui permet de relever les défis communs avec plus d’efficacité. Ceci a e.a. résulté dans la création de divers Comités de filières et Groupes de travail, qui sont organisés de concert avec les partenaires.

Le certificat RESCert

Les certificats de compétences présentent de nombreux atouts et sont octroyés à des personnes physiques (coordinateurs de chantier, responsables techniques,...), donc pas aux entreprises. Ils constituent la preuve qu’une personne dispose des compétences nécessaires pour concevoir et installer un système d’énergie renouvelable. Reconnus dans les trois Régions et dans les autres pays européens, ils constituent une plus-value envers l’employeur ou le client. Il pourrait être demandé pour les marchés publics. La certification est avant tout un systè-


me volontaire, mais à partir du 1er juillet, les clients pourront uniquement obtenir une prime énergie pour leur pompe à chaleur ou chauffe-eau solaire si leur installateur dispose dudit certificat de compétences.

Quels primes et certificats

La nouvelle réglementation est d’application sur les primes attribuées par les gestionnaires de réseau aux particuliers pour les chauffe-eau solaires et pompes à chaleur dans les applications de rénovation. Les nouvelles primes pour l’énergie renouvelable s’appliquent déjà pour les installations avec facture finale à partir du 1er janvier, 2017, mais pour les installations à partir du 1er juillet 2017, le gouvernement flamand a décrété qu’elles doivent désormais être placées par un installateur disposant d’un ‘certificat de compétences’. Le type de certificat n’est pas précisé pour l’instant, mais on présume qu’il s’agira du certificat RESCert. La question est évidemment de savoir

quels certificats seront nécessaires pour bénéficier des primes. Puisqu’il n’existe pas de primes pour les installations photovoltaïques ou les installations de biomasse, ces certificats semblent être superflus. Bien que ‘superflus’ est un grand mot, car il est possible par exemple qu’on y réfère dans un cahier des charges. Pour les chauffe-eau solaires il n’est pas nécessaire en principe d’obtenir le certificat pour les installations solaires thermiques pour systèmes combinés pour bénéficier des primes. Pour les pompes à chaleur, l’installateur ne requiert pas non plus le certificat pour les systèmes géothermiques superficiels afin de bénéficier des primes. Il s’agit donc de seulement deux certificats: celui pour les ‘installations solaires thermiques pour l’eau chaude sanitaire’ et celui pour les ‘pompes à chaleur’.

Procédure

Pour obtenir un tel certificat, il faut d’abord suivre une formation dans un cen-

tre de formation reconnu, dans une des catégories pour laquelle vous souhaitez obtenir un certificat. Ces formations durent généralement 4 à 5 jours ou le double de demi-journées. Après avoir passé l’examen dans un centre d’examen ­reconnu, vous pouvez introduire votre demande de certificat sur www.rescert. be, au plus tard dans les six mois après avoir réussi l’examen. Le certificat obtenu est valable pour 5 ans. Le coût de la formation en soi peut varier entre 700 euros et 1.200 euros (hors TVA), tandis que le coût pour introduire une demande de certification est de 250 euros, hors TVA. Le certificat obtenu est valable dans les 3 Régions. Cependant, si vous croyez qu’avec un certificat RESCert, vous pouvez réaliser tous types de travaux sur une installa­ tion, vous vous trompez. Le certificat ne signifie nullement qu’il ne faut plus disposer de l’accès à la profession spécifique pour l’activité que vous exercez.

Viega Megapress

Maakt het onmogelijke mogelijk. Tot 60 % sneller bij dikwandig staal. Rend possible ce qui était impossible. Temps de mise en oeuvre réduit de 60 % pour l’acier lourd.

Koude perstechniek voor dikwandige stalen buizen. Of het nu gaat om een verwarmingsinstallatie, koelsysteem of industriële toepassing, dikwandige stalen buisleidingen waarborgen een duurzame en economische installatie. Met Viega Megapress kan u stalen buizen in de maten van 3/8 tot 2” met behulp van koude perstechniek verbinden.

Technique de sertissage à froid pour tubes en acier lourd. Qu’il s’agisse d’installations de chauffage, de systèmes de refroidissement ou d’applications industrielles, les tuyauteries en acier lourd garantissent une installation durable et rentable. Viega Megapress permet de raccorder les tubes en acier de 3/8 à 2”, à l’aide de la technique de

Viega. Connected in quality.

sertissage à froid. Viega. Connected in quality.

viega.be/Megapress/nl

viega.be/Megapress/fr

magazine

• december-décembre 2016

21


Expo

Verrassende en persoonlijke verhalen in het MIAT De tentoonstelling ‘Made by children’ geeft kinderarbeid een gezicht. Veertien kinderen nemen het woord. Het zijn stuk voor stuk mee­ slepende verhalen. Van vroeger en nu. Uit de textiel­industrie, de steenbakkerijen en de showbizz. Verhalen van bij ons en verhalen van kinderen uit het Zuiden.

Pieter, een schoorsteenvegerskind

Schoorsteenvegers spreken tot de verbeelding. Ze duiken op in literatuur, liedjes, films... Op een aantal porseleinkaarten zijn schoorsteenvegers te zien, vergezeld van kinderen. Pieter Decause­maeker is zo’n schoorsteen­ vegerskind uit Sleidinge. Hij is geboren in 1828. Hij vertelt zijn verhaal in de t­entoonstelling in het MIAT. Zijn ouders stierven toen hij nog maar vijf jaar was. Hij ging als negenjarige in Gent wonen en werken. Daar waren een aantal meester-schoorsteenvegers op zoek naar knechten. Bij meneer Moret, meneer Van Daele en ook bij meneer Bauters leerde Pieter het vak. Hij kreeg kost en inwoon en ook wat geld in ruil voor het schoonmaken van schoorstenen. Pieter zag je steeds in donkere kleren en met een petje of hoedje. Ook had hij altijd een vreemde borstel bij zich, samen met een schoorsteenwisser met een ronde, zware bol en een krabber. Meestal kroop hij in de schoorstenen. Zo ging dat. Want kinderen waren klein, fijn en beweeglijk. Daardoor konden zij gemakkelijker doorheen de nauwe en donkere schoorstenen dan volwassenen. Met zijn krabber schraapte Pieter het roet uit de schoorsteen, een vreselijk geluid. Het roet deden ze in een jute zak en die verkochten ze aan boeren. Pieter kon niet lezen of schrijven, de schoolbanken zag hij nooit. Zijn leermeesters leerden hem het vak. Zo groeide hij zelf ook uit tot een meesterschoorsteen­veger.

22

magazine

• december-décembre 2016

Op onderzoek in Italië

De Gentse schoorsteenveger Marc Beun hielp het MIAT op weg naar verhalen van kinderarbeid in deze sector. We trokken op onderzoek naar Noord-Italië. Vanuit die streek boden arme ­families 7-jarige kinderen te huur aan om schouwen in Noord-­Europa te vegen. De kinderen trokken te voet naar Frankrijk, België, Duitsland en Nederland. In Santa M ­ aria Maggiore biedt het Museo degli Spaz-

zacamini beeldmateriaal en getuigenissen over kindschoorsteenvegers. Jaarlijks vindt in het eerste weekend van september een herdenkingsstoet voor deze kinderen plaats.

EXPO Made by children. K ­ inderarbeid vroeger en nu. 20.11.2016 – 07.01.2018 miatgent.be


De meest moderne gaswandketel Met ingebouwde energie-cockpit en kleuren touchscreen Compacte gascondensatieketel Vitodens 200-W voor wandmontage met een rendement van 98 % (energie-efficiëntieklasse A). Aantrekkelijke vormgeving en hoog bedieningscomfort dankzij 5 inch-touchscreen met kleurendisplay. Met gebruiksvriendelijke en energiebesparende energie-cockpit die u doorlopend up-to-date houdt met actuele verbruikscijfers. Meet o.a. het gasverbruik voor uw verwarming en warm water en het zonnerendement van aangesloten zonnecollectoren. In combinatie met Viessmann zonnecollec-

10 jaar garantie* op alle roestvast stalen warmtewisselaars voor olie-/gascondensatieketels tot 150 kW

toren behaalt de Vitodens 200-W een energie-efficiëntieklasse A+. Meer info op www.viessmann.be

Bedien via smartphone

Viessmann Belgium b.v.b.a. · Hermesstraat 14 · 1930 Zaventem (Nossegem) info@viessmann.be

De ViCare-app biedt nieuwe mogelijkheden voor de regeling van uw verwarming op afstand via internet met uw smartphone of tablet.

Smartphone bediening voor 89 € bruto (ex. btw) tot 1 april 2017

*voorwaarden op www.viessmann.be


Expo

Des histoires personnelles à couper le souffle au MIAT L’exposition ‘Made by children’ donne un visage au travail des enfants. Quatorze enfants prennent la parole. ­ Autant d’histoires émouvantes, d’hier et d’aujourd’hui. De l’industrie du textile, des briqueteries et du showbiz. Des histoires de chez nous et des histoires d’enfants du Sud.

Pieter, un enfant ramoneur

Les histoires de ramoneurs stimulent l’ima­ gination. Elles apparaissent dans la littérature, les chansons, les films.... Des ramoneurs sont représentés sur certaines cartes porcelaines, accompagnés d’enfants. Pieter Decausemaeker est un enfant ramoneur de Sleidinge. Il est né en 1828. Il raconte son histoire à l’occasion de l’exposition au MIAT. Ses parents sont décédés lorsqu’il avait seulement cinq ans. A l’âge de neuf ans, il est parti vivre et travailler à Gand. Dans cette ville, plusieurs maîtres ramoneurs étaient à la recherche d’apprentis. Pieter a appris le métier chez Monsieur Moret, Monsieur Van Daele et aussi chez Monsieur Bauters. Il était n ­ ourri et logé et recevait un peu d’argent en échange du nettoyage des cheminées. Pieter était toujours habillé de vêtements sombres et portait une casquette ou un chapeau. Il avait toujours une brosse étrange avec lui, ainsi qu’un hérisson avec une tête noire ronde et un racleur. Généralement, il grimpait à l’intérieur des cheminées. Ceci était habituel, car les enfants étaient petits, fins et flexibles. Ceci leur permettait d’accéder plus aisément aux cheminées noires et étroites que les adultes. Avec son racleur, Pieter raclait la suie dans la cheminée, un bruit horrible. La suie était récupérée dans un sac en jute et vendue aux agriculteurs. Pieter ne savait ni lire ni écrire, il n’avait jamais vu les bancs de l’école. Ses maîtres lui ont appris le métier. Ainsi, il est devenu lui-même plus tard maître ramoneur.

24

magazine

• december-décembre 2016

A la découverte en Italie

Le maître ramoneur gantois Marc Beun a aidé le MIAT à trouver des histoires de travail des enfants dans ce secteur. Nous sommes partis à la découverte en Italie du Nord. A partir de cette région, des familles pauvres proposaient des ­enfants de 7 ans ‘à louer’ pour ramoner des cheminées en Europe du Nord. Les enfants partaient à pied en France, en Belgique, en Allemagne et aux Pays-Bas.

A Santa Maria Maggiore, le ‘Museo d­ egli Spazzaca­ mini’ ­ représente en images et par des témoignages l’histoire d’enfants ­ramoneurs. ­Chaque année, une marche de commémoration pour ces enfants a lieu la ­première semaine de septembre.

EXPO Made by children. L­ e travail des enfants hier et aujourd’hui. 20.11.2016 – 07.01.2018 miatgent.be


Daikin Altherma

Monobloc

All in one lucht-water warmtepomp : een toekomstgerichte, betrouwbare en efficiënte verwarmingsoplossing. - Geen koeltechnische handelingen nodig - Verwarmingsleidingen worden rechtstreeks op de unit aangesloten - Hoog rendement en voldoet aan de huidige EPB-regelgevingen - Perfect voor installaties met een beperkte beschikbare plaats Ideale warmtepomp om uw eerste stappen te zetten met hernieuwbare energiebronnen! Pompe à chaleur air-eau “toute-en-un” : une solution de chauffage orientée vers l’avenir, fiable et efficace. - Aucune manipulation en technique du froid nécessaire - Les tuyauteries de chauffage sont connectées directement à l’unité - Offre de hautes performances et répond à la législation PEB - Idéale pour les installations dans des espaces restreints Pompe à chaleur idéale pour faire les premiers pas avec les sources d’énergie renouvelables.

www.daikin.be


Warmteopslag

Foto van de mobiele MERITS demonstrator opgesteld in Lleida, Spanje

De vraag die op natuurlijke wijze uit deze vaststellingen volgt is dan ook: waarom is de bijdrage van zonne-energie in de huidige energiemix nog steeds zo beperkt? Eén van de oorzaken ligt in de seizoensgebonden wanverhouding tussen vraag naar energie en aanbod van zonne-energie. De hoofdtoepassingen van energie zijn ruimteverwarming en sanitair warmwaterproductie; en bedraagt, op residentieel niveau, de helft van de jaarlijkse energievraag van een doorsnee gezin. De vraag naar ruimteverwarming is echter het hoogst tijdens de wintermaanden, wanneer de zonne-instraling zijn laagste niveau bereikt. In de zomer ontstaat er dan weer een groot overschot. Warmteopslag vormt bijgevolg een essentiële factor om deze seizoensgebonden kloof te overbruggen. De meest gekende en gangbare technieken om momenteel warmte op te slaan zijn voelbare en latente warmte. Bij opslag onder de vorm van voelbare warmte wordt de temperatuur van het opslagmateriaal verhoogd. Dit is het o.a. het geval bij zonneboilers waarbij doorgaans water als opslagmedium gebruikt wordt. In plaats van louter gebruik te maken van een temperatuursverandering, kan ook energie opgeslagen worden in de faseverandering van een materiaal. Zo kan warmte gebruikt worden om een materiaal te smelten, waarna het in vloeibare toestand bewaard wordt. De energie kan vervolgens terug gewonnen worden uit het stolproces. Beide technieken zijn toepasbaar voor opslag op korte tijdschalen. “De thermische verliezen naar de omgeving zijn aanzienlijk en resulteren in een inefficiënte oplossing. Bovendien zou het benodigde opslagvolume erg oplopen. Het volume van een waterbuffer over de seizoenen heen in een individuele woning bedraagt al snel 80 m3, wat geen realistisch scenario is. Een efficiënt, compact opslagsysteem dringt zich op”, aldus Jan Diriken, onderzoeker energietechnologie bij EnergyVille/VITO.

26

magazine

• december-décembre 2016

Zonnewarmte Wereldwijd bedraagt de totale energieconsumptie om en bij de 550 Exajoule per jaar; equivalent aan ongeveer 150.000 TWh. Het grootste deel van deze energievraag wordt nog steeds ingelost door gebruik te maken van klassieke en fossiele energiebronnen zoals kernenergie, steenkool, olie en gas. De zon zendt continu, door middel van straling, energie uit. Per jaar bereikt 3.850.000 Exajoule de aarde. De hoeveelheid zonne-energie die de aarde in 1 uur bereikt is dus bijna even groot als de jaarlijkse energievraag! Met andere woorden: de zon biedt een gigantisch en uiterst duurzaam potentieel. Als innovatieve oplossing werkte EnergyVille binnen het kader van het FP7 MERITS project samen met diverse Euro-

pese partners, mee aan de ontwikkeling van een “warmtebatterij”. Dit systeem berust, net zoals een elektrische batterij,


De thermochemische warmtebatterij, het hart van het concept

het hele jaar door op omkeerbare chemische reacties om warmte op te slaan. Zo kan overtollige warmte in de zomermaanden gebruikt worden om de componenten in chemische verbindingen te splitsen, waarna ze gescheiden opgeslagen worden. Tijdens het verwarmingsseizoen kunnen ze opnieuw in verbinding gebracht worden, waarna de omgekeerde reactie gebeurt en de warmte teruggewonnen kan worden. Hierdoor ontstaat een quasi verliesvrij opslagsysteem met een hoge opslagdichtheid, in theorie zes maal hoger dan een warmwatervat. Dit vormt een belangrijke stap in het creëren van energie-neutrale woningen. In het MERITS-concept worden zouthydraten, welke goed en op grote schaal

aanwezig zijn, als actieve werkingsstof gebruikt. Naast onderzoek op materiaalniveau, lag er ook grote nadruk op componentontwikkelingen, systeemintegratie en demonstratie. Zo werd een mobiele demonstratieopstelling in twee verschillende klimaatomgevingen getest. De eerste testen gebeurden in Spanje, waarbij de focus lag op koeling door middel van absorptietechnieken. Zonne-energie, gecapteerd door efficiënte zonnecollectoren, wordt in dit geval gebruikt om een warmte-gedreven warmtepomp te voeden. Ook dit is een belangrijk aspect van het systeem, aangezien verwacht wordt dat de koelvraag op residentieel niveau de komende decennia sterk zal stijgen. Het potentieel van de thermochemische seizoensopslag

werd gedemonstreerd in Polen. Hierbij werd de warmte gewonnen door zonnecollectoren gebruikt om de warmtebatterij te laden. “De demonstratie van het concept toont aan dat seizoensgebonden warmteopslag wel degelijk mogelijk is. De theoretische opslagdichtheid wordt momenteel nog niet bereikt. Dit toont aan dat er nog verdere ontwikkelingen en onderzoek noodzakelijk zijn om dit concept naar de markt te brengen, maar het perspectief is er zeker.”, aldus Diriken.

MEER INFORMATIE over het “warmtebatterij”-concept is te vinden op www.merits. eu of bij Jan Diriken (jan.diriken@vito.be) magazine

• december-décembre 2016

27


Stockage de chaleur

La question qui découle naturellement de ces constatations est donc: pourquoi la contribution de l’énergie solaire est alors encore tellement limitée dans la palette énergétique actuelle? L’une des raisons réside dans le déséquilibre saisonnier entre la demande d’énergie et l’offre d’énergie solaire. Les principales appli­ cations de l’énergie sont le chauffage et la production d’eau chaude sanitaire. Ceci représente au niveau résidentiel la moitié de la demande énergétique annuelle d ­ ’une famille moyenne. Cependant, la demande d’énergie pour le chauffage central atteint son sommet durant les mois d’hiver, lorsque le rayonnement solaire atteint son niveau le plus bas. En été, il y a un grand surplus d’énergie. Le stockage de chaleur est donc un facteur essentiel pour compenser cet important écart saisonnier. Les techniques les plus connues et les plus courantes pour stocker de la chaleur sont pour l’instant la chaleur sensible et la chaleur latente. Dans le cas de stockage sous chaleur sensible, la température de la matière stockée est modifiée. Ceci est notamment le cas par ex. pour les chauffe-eau solaires, où l’eau est généralement utilisée comme support de stockage. Au lieu de simplement faire usage d’un changement de température, de l’énergie peut également être stockée dans la phase de changement d’état d’un corps. Ainsi, de la chaleur peut être utilisée pour faire fondre un matériau, après quoi il est stocké en état liquide. Ensuite, l’énergie peut être récupérée durant le processus de solidification. Ces deux techniques sont applicables pour le stockage à court terme. “Les pertes thermiques sur l’environnement sont considérables et se traduisent par une solution inefficace. En outre, le volume de stockage nécessaire pourrait vraiment devenir trop important. Le volume d’une réserve d’eau au cours des saisons dans une maison individuelle atteindrait facilement 80 m³, ce qui n’est pas un scénario réaliste. Un système de stockage compact et efficace s’impose”, déclare Jan Diriken, chercheur technologie énergétique chez EnergyVille/VITO. Comme solution innovante, EnergyVille a collaboré - dans le cadre du projet

28

magazine

• december-décembre 2016

De l’énergie Au niveau mondial, la consommation d’énergie totale est estimée à environ 550 exajoules par an; l’équivalent d’environ 150.000 TWh. La majeure partie de cette énergie est encore couverte par l’utilisation de sources d’énergie classiques et fossiles, telles que l’énergie nucléaire, le charbon, le pétrole et le gaz. Le soleil émet de l’énergie en continu, au moyen de rayonnement. Par an, 3.850.000 exajoules atteignent la Terre. La quantité d’énergie solaire atteignant la Terre en une heure est presque aussi grande que la demande annuelle d’énergie! En d’autres termes, le soleil représente un énorme potentiel extrêmement durable. FP7 MERITES - avec plusieurs partenaires européens, au développement d’une “batterie à chaleur”. Ce système

repose, de même qu’une batterie électrique, sur des réactions chimiques réversibles pour stocker de la chaleur. Ainsi,


Photo de la configuration MERITS mobile montée à Lleida, Espagne

La batterie à chaleur thermochimique, le cœur du concept

solaire toute l’année la chaleur excédentaire en été peut être utilisée pour diviser les composants en composés chimiques, après quoi ils sont stockés séparément. Pendant la saison de chauffage, ils peuvent à nouveau être rassemblés, causant la réaction inversée, ce qui permet de récupérer la chaleur. Ceci représente un système de stockage quasiment sans perte avec une haute densité de stockage, théoriquement six fois supérieure à celle d’un réservoir d’eau chaude. Ceci constitue une étape importante dans la création de maisons énergétiquement neutres. Dans le concept MERITS, des hydrates de sel, qui sont disponibles en abondance, sont utilisés comme substance active. Outre l’étude au niveau des matériaux,

l’accent a également été mis sur le développement de composants, l’intégration de systèmes et la démonstration. Ainsi, un montage de démonstration mobile a été testé dans deux environnements climatiques différents. Les premiers essais ont été effectués en Espagne, en mettant l’accent sur le refroidissement au moyen de techniques d’absorption. Dans ce cas, l’énergie solaire, captée par des capteurs solaires efficaces, est utilisée pour alimenter une pompe à chaleur. Ceci est également un aspect important du système, car on prévoit que la demande de refroidissement augmentera également de manière significative au niveau résidentiel pendant les décennies à venir. Le potentiel de stockage saisonnier thermochimique a été démontré en Pologne.

Dans ce cas, la chaleur a été récupérée par des capteurs solaires utilisés pour charger la batterie à chaleur. “La démonstration du concept montre que le stockage saisonnier de chaleur est effectivement possible. La densité de stockage théorique n’est pas encore atteinte pour le moment. Ceci démontre que d’autres développements et recherches sont nécessaires pour lancer ce concept sur le marché, mais la perspective est bien présente”, déclare Diriken. Vous pouvez trouver de plus amples informations sur le concept de la “batterie à chaleur” sur www.merits.eu ou chez Jan Diriken (jan.diriken@vito.be)

magazine

• december-décembre 2016

29


Toptechnologie in urinoirs

achterlaten? Alle mogelijke situaties moesten worden getest en de problemen die kunnen ontstaan moesten worden opgelost en uitgesloten.

Volgeladen met slimme functies

Minder sanitair watergebruik dankzij iPee Wie een plasje gaat doen verwacht zich niet meteen aan ruimtevaart­ wetenschap, maar het Resistens spoelsysteem van iPee is toch een sterk staaltje van geïntegreerde technologie in sanitaire systemen. Het betreft hier een universeel toepasbare oplossing voor het automatisch spoelen van urinoirs. De intelligente sensor meet doorheen kunststof en keramische oppervlakten wanneer het urinoir wordt gebruikt en op basis van deze data wordt er gespoeld. Bij verstopping zal het systeem ook automatisch worden uitgeschakeld. Dankzij deze technologie is het systeem volledig onzichtbaar en resistent tegen vandalisme. IPee NV is het vruchtbare resultaat van een IWT project dat in 2012 werd opgestart. Een team van ingenieurs elektronica en productontwikkelaars kampten met het idee om slimme sensoroplossingen voor toiletten te ontwikkelen en produceren. Deze sensoren meten dezouten aanwezig in urine doorheen materialen, waardoor de spoeling geactiveerd wordt. Dit alles zorgt voor een verstandig watergebruik, een verbetering van de hygiëne, alsook een kostenver-

30

magazine

• december-décembre 2016

mindering voor de sanitaire industrie.

Eenvoudige installatie

De installatie van het ­Resisens spoelsysteem is makkelijk en snel uit te voeren. De sensor wordt bevestigd tegen de achterzijde van het urinoir met behulp van de bijgeleverde hightack silicone. Na het plaatsen van de flexibels voor de watertoevoer en het aansluiten van de voeding met behulp van de verlengkabel is het systeem operationeel. Het urinoir

wordt tegen de muur bevestigd en tenslotte geactiveerd met behulp van de bijgeleverde Smart Key. De installatie van het spoelsysteem is overigens mogelijk op alle gangbare urinoirs met een achterinlaat. Het ontwikkelen van het gepatenteerde systeem was een complex proces en vooral ook uitdokteren wat er allemaal mis kan gaan was geen sinecure: wat gebeurt er bijvoorbeeld als de stroom uitvalt? En als het urinoir verstopt raakt? Of als vandalen er voorwerpen in

Resisens beschikt verder over alle functies die men zou kunnen verwachten van een ultramodern en intelligent spoelsysteem: stadion modus, 24u spoeling, aanpasbare spoelvolumes,... maar dat is nog niet alles. Wanneer het urinoir verstopt is, zal het systeem zichzelf uitschakelen en zo overspoelingen voorkomen. Doordat de sensor urine detecteert – en niet gewoon de aanwezigheid van een persoon – spoelt het systeem ook enkel wanneer dat nodig is. Desondanks zou het systeem in zijn soort het laagst geprijsd zijn in de markt.

Interesse uit USA

Na de succesvolle introductie in België en de opstart in Duitsland heeft Ipee onlangs ook verkennende gesprekken gevoerd in de VS. Toch is men er zich van bewust dat het veroveren van die markt niet zomaar van een leien dakje zal lopen. De sector is er namelijk behoorlijk conservatief en nieuwe technieken vinden er maar moeizaam hun ingang. Er zijn vaak heel wat partijen betrokken bij het ontwerp, de bouw en het onderhoud van sanitaire ruimtes die allemaal overtuigd moeten worden om de zaken anders aan te pakken. Maar volgens iPee is het vooral een kwestie van tijd en is vooral toch de jongere generatie al veel meer bezig met digitale oplossingen en innovaties, wat niet alleen gunstig voor de activiteiten van het bedrijf, maar vooral ook voor het milieu.


Inruilactie

testo thermography app

JE OUDE ROOKGASANALYSER IS TOT WAARD

€ 350,-

Koop tussen 1-12-2016 en 13-01-2017 een Eurolyzer STx pakket, stuur je oude rookgasanalyser naar ons toe en krijg tot € 350,- retour!

Meer info? euro-index.be/STx-inruilactie of bel 02 757 92 44

De beste thermische camera voor elke toepassing • Uitstekende beeldkwaliteit • Eenvoudige thermografie • Draadloze verbinding met smartphone

La caméra thermique préférée pour chaque tâche • Qualité d’image supérieure • Thermographie aisée • Connexion sans fil avec smartphone www.testo.be

Ad-testo-865-868-871-872-thermography-90x260-DE-EN-ES-FR-NL.indd 1

12/2/2016 9:31:12 AM


Une technologie de pointe dans les urinoirs y déposent des objets? Tous les scénarios imaginables ont dû être testés et il fallait résoudre et exclure les problèmes pouvant surgir.

Plein de fonctions intelligentes

Moins d’eau sanitaire grâce à iPee En allant uriner, vous ne vous attendez pas aussitôt à une technologie spatiale, mais le système de chasse d’eau Resistens d’iPee est un exploit dans le domaine de la technologie intégrée dans les systèmes sanitaires. Il s’agit d’une solution universelle pour rincer automatiquement des urinoirs. A travers les surfaces synthétiques et céramiques, le capteur intelligent mesure lorsque l’urinoir est utilisé et ce dernier est rincé sur base de ces données. En cas d’obstruction, le système sera également automatiquement mis hors service. Grâce à cette technologie, le système est totalement invisible et résistant au vandalisme.

Une collaboration ­entre Edmire et les ingénieurs en électronique de la SPRL Actur a mené à la fondation de la SA iPee. Actur jouait avec l’idée de développer et produire des solutions de capteurs intelligents pour les toilettes. Ces capteurs mesurent la quantité d’urine qui passe, de sorte à y adapter la quantité d’eau de rinçage nécessaire. Ceci assure une utilisation rationnelle de l’eau, l’amélioration de l’hygiène, ainsi qu’une réduc­tion

32

magazine

• december-décembre 2016

des coûts pour l’industrie sanitaire.

Une installation simple

La mise en œuvre du système de rinçage Resisens est aisée et rapide. Le capteur est fixé à l’arrière de l’urinoir à l’aide de la silicone à haute adhérence livrée standard. Après avoir installé les conduits pour l’alimentation en eau et le raccordement de l’alimentation électrique à l’aide de la rallonge, le système est opération-

nel. L’urinoir est fixé contre le mur et activé finalement par la Smart Key incluse. En outre, l’installation du système de rinçage est possible sur tous les urinoirs courants avec alimentation à l’arrière. Le développement du système breveté était un processus complexe et surtout l’évaluation des problèmes potentiels n’était pas une sinécure : que se passe-t-il par exemple en cas de panne? Que faire lorsque l’urinoir est obstrué ou lorsque des vandales

Resisens dispose en outre de toutes les fonctionnalités que l’on pourrait attendre d’un système de chasse d’eau ultramoderne et intelligent: un mode de stade, rinçage 24h, des volumes de rinçage réglables, ... mais ce n’est pas tout. Lorsque l’urinoir est obstrué, le système sera automatiquement mis hors service afin d’éviter des inondations. Puisque l’urinoir détecte de l’urine – et non seulement la présence d’une personne - le système activera uniquement la chasse d’eau en cas de nécessité. Malgré cela, le système serait le moins cher actuellement disponible sur le marché.

De l’intérêt des Etats-Unis

Après le lancement réussi en Belgique et aux Pays-Bas, iPee a récemment eu des entretiens exploratoires avec les Etats-Unis. Pourtant, on a conscience qu’il ne sera pas si évident de conquérir ce marché. Ce secteur y est en effet assez conservateur et des nouvelles technologies ont des difficultés à y trouver leur entrée. Il y a souvent de nombreuses parties impliquées dans la conception, la construction et l’entretien d’espaces sanitaires, qui doivent toutes être convaincues de l’efficacité d’une autre approche. Néanmoins, selon iPee c’est avant tout une question de temps et c’est principalement la jeune génération qui se préoccupe déjà beaucoup plus de solutions et d’innovations numériques, ce qui n’est pas seulement bénéfique pour les activités de l’entreprise, mais aussi surtout pour l’environnement.


Cube Duo “less is more” Chaudière murale pour alimentation de chauffage sol et radiateurs sans accessoires supplémentaires A B C D E F G

XS

A

S

A

M

A

L

- Débit royal en eau chaude jusqu’ à 16L/min en continu

B

B

B

- 5 ans (si installé XS de garantie omnium S M par un ID dealer) L - Sonde C extérieure fournie C standard XS

S

M

C

- Maximum 12kw de puissance sur le circuit

D

basse XS température S

D

M

D

- Pas deEcirculateur en supplément, vanne E E 3 voies XS

S

M

et bouteille casse pression nécessaire XS

XS

F

S

G

S

F

G

M

M

F G

L

A

XL

B

XL

C

Zone primaire thermostat D on/off L

L

L

L

E F G

XL

XL

XL

XL

XL

A++ A+ A B A C B D E C F D G E F G

XXL

XXL

XXL

XXL

38˚C

XXL

XXL

XXL

A B

Sonde extérieure

C 2 ème zone thermostat on/off

D E

60˚C

F G Retour commun

Pas de groupe pompes nécessaire

Économis ez la main d’o minimum € 1200,su euvre et a ccessoires r

Vanne thermostatique

www.ithodaalderop.be


WTCB

Mag de afvoerleiding van het condenswater van een condensatieketel rechtstreeks aangesloten worden op de riolering?

Is de plaatsing van een sanitair expansievat voor een boiler aan te raden? Indien ja, welke aanbevelingen dienen opgevolgd te worden?

Mag men in een technische schacht naast concentrische rookgaskanalen ook andere leidingen (gas, watertoevoer en -afvoer, elektrische kabels...) plaatsen?

Het condenswater van een condensatieketel vormt een zure oplossing (pH < 5) die in principe geneutraliseerd dient te worden voordat deze naar de riolering afgevoerd wordt. Voor kleine huishoudelijke installaties kan de neutralisatie gebeuren door het condenswater te vermengen met het (eerder alkalische) huishoudelijke afvalwater. In andere gevallen is het aan te raden om het condensaat met een specifieke behandeling te neutraliseren.

In het algemeen is de plaatsing van een sanitair expansievat en een veiligheidsgroep stroomopwaarts (op de koudwatertoevoer) van de boiler aangewezen. In afwezigheid van een expansievat kan de uitzetting van het water -te wijten aan de verwarmingscycli- een regelmatige opening van het ventiel tot gevolg hebben; deze beveiliging kan zich op termijn (afhankelijk van de waterhardheid) niet langer volledig sluiten vanwege kalkafzettingen in deze zone, met een abnormale waterstroom ter hoogte van de veiligheidsgroep tot gevolg. Met een correct gedimensioneerd expansievat zal het veiligheidsventiel zich normaalgezien nooit openen, waardoor het zijn functie correct kan uitvoeren bij problemen (oververhitting). De goede werking van de veiligheidsgroep moet uiteraard regelmatig gecontroleerd worden. Men opteert het best voor expansievaten die van boven naar onder doorstroomd worden (geen stagnatie) om het risico op legionellaontwikkeling te beperken.

Ondanks een recent corrigendum aan de norm NBN B 61-002 omtrent de plaatsing van ketels met een vermogen < 70 kW heerst er nog steeds verwarring over de vraag of men in technische schachten met concentrische rookgasafvoerkanalen voor ketels van het type C3* (gesloten ketel met een individueel concentrisch afvoerkanaal) of C4* (gesloten ketel met een gemeenschappelijk afvoerkanaal, bv. van het type CLV), ook andere leidingen en kabels mag aanbrengen.

MEER INFO • NBN B 61-002 (§ 7.1.2.3) • TV 235 (§ 3.3)

MEER INFO • NBN EN 806-2 (§ 10.3 en § 10.4) • Infofiche 38.16 • WTCB-Monografie Nr. 16 (§ 6.5.1)

Volgens de Hoge Raad voor de Beveiliging tegen Brand en Ontploffing mag dit niet: tussen de rookgaskanalen (in metaal of in kunststof; al dan niet concentrisch) en de andere leidingen moet er steeds een afscheiding van het type EI 30 aanwezig zijn. De technische koker zelf moet minstens tot het type EI 60 (lage en middelhoge gebouwen) of EI 120 (hoge gebouwen) behoren. Bij de doorvoering van rookkanalen doorheen brandwerende wanden moeten er nog bijkomende voorzieningen in acht genomen worden (zie § 7.3 van de TV 254).

Wat is de aanvaardbare wachttijd voor sanitair warm water aan een tappunt?

Deze wachttijd is zowel afhankelijk van de tijd die nodig is om het afgekoelde water uit de uittapleiding te verdrijven en te vervangen door voldoende warm water, als van de tijd die het eventuele doorstroomapparaat nodig heeft om op temperatuur te komen. In de norm NBN EN 806-2 wordt aangegeven dat de watertemperatuur minimum 60 °C moet bedragen binnen de 30 seconden na het openen van de kraan. Uit sommige enquêtes is echter gebleken dat het merendeel van de gebruikers voor het bekomen van water van ongeveer 40 °C eerder een wachttijd van 5 à 10 seconden aanvaardbaar vindt. Het is dus aangewezen om te opteren voor een ontwerp van de installatie dat de wachttijd redelijkerwijze beperkt. De wachttijd kan ingeschat worden in functie van het waterdebiet en van de lengte, de diameter en de het materiaal van de leiding.

MEER INFO • NBN EN 806-2 (§ 3.6) • WTCB-Dossier Nr 2014/02.12

MEER INFO •NBN B 61-002:2006/AC: 2016 • TV 254

BRON: WTCB, FAQ (www.wtcb.be)

34

magazine

• december-décembre 2016


EUROTIP Uw partner in rookkanalen Inlichtingen en catalogus Een bezoek van onze vertegenwoordiger Een prijsofferte Uw gegevens : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Stuur deze kaart naar ons binnen de 10 dagen en U bekomt een bijkomende korting van 5%

Eurotip SA - Tél. + 32 (0)2 384 80 55 - Fax. + 32 (0)2 385 18 90 - Email : info@eurotip.biz - www.eurotip.be

DE NIEUWE THISION® MINI.

Compact design en flexibele aansluittoebehoren : de

Klaar voor iets bijzonder.

Zijn roestvrijstalen warmtewisselaar garandeert een

nieuwe gaswandketel Thision Mini is ideaal voor renovaties. maximalewarmte en warm water comfort. Door zijn intelligente regeling kan elk kind dit bedienen. Bent u klaar voor iets bijzonder ?

I

II 3312054 THISION MINI COMBI 25

XL A++ A+ A B C D E F G

De digitale display is eenvoudig te verwijderen • Kan gebruikt worden als afstandsbediening • Geen bijkomende kamerthermostaat nodig

A

A B C D E F G

A

22 49 dB 2015

kW

811/2013

ELCO Belgium nv - Industrielaan 61 - 1070 Anderlecht. www.elco.net

ELCO-4081 ANNONCE THSION MINI_185X132,5_NL.indd 1

9/06/16 09:56


CSTC

Le conduit d’évacuation des condensats d’une chaudière à condensation peut-il être raccordé directement à l’égout ?

Pour un boiler, faut-il recommander l’installation d’un vase d’expansion sanitaire et, si oui, quelles recommandations respecter ?

Les condensats d’une chaudière à condensation sont des rejets acides (pH < 5) qui nécessitent en principe d’être neutralisés avant leur évacuation vers l’égout. Pour de petites installations de bâtiments résidentiels, la neutralisation peut consister en un simple mélange avec les eaux ménagères (de nature plutôt basique). Dans d’autres situations, il peut être nécessaire de prévoir un dispositif de traitement spécifique pour la neutralisation de ces condensats acides.

D’une manière générale, nous recommandons la pose d’un vase d’expansion et d’un groupe de sécurité, tous deux placés en amont du ballon (sur l’eau froide). En l’absence d’un vase d’expansion, la dilatation de l’eau -engendrée par son réchauffement cyclique- peut en effet être à l’origine d’une ouverture régulière de la soupape qui, à terme (en fonction de la dureté de l’eau), peut ne plus se refermer complètement en raison de dépôts de tartre à cet endroit, avec comme conséquence un écoulement d’eau anormal au droit du groupe de sécurité. Avec un vase d’expansion correctement dimensionné, la soupape de sécurité ne s’ouvre normalement jamais et peut ainsi jouer correctement son rôle en cas de problème (surchauffe). Notons enfin que le bon fonctionnement du groupe de sécurité doit être contrôlé régulièrement et que des vases dans lesquels il y a un écoulement du haut vers le bas (pas de stagnation) sont à privilégier pour réduire le risque de développement de ­légionelles.

PLUS D’INFORMATION • NBN B 61-002 (§ 7.1.2.3) • NIT 235 (§ 3.3)

PLUS D’INFORMATION • NBN EN 806-2 (§ 10.3 et § 10.4) • Infofiche 38.16 • Monographie CSTC N° 16 (§ 6.5.1)

Dans une gaine technique contenant des conduits de fumée concentriques, peut-on prévoir d’autres conduits (distribution de gaz, amenée ou évacuation d’eau, câbles électriques,…) ?

Malgré la publication d’un corrigendum à la norme NBN B 61-002, il n’est pas toujours aisé de savoir si l’on peut admettre ou non d’autres conduits dans une gaine technique contenant des conduits d’évacuation de fumée de type concentrique pour des chaudières de type C3* (chaudières étanches munies d’un conduit individuel concentrique) ou C4* (chaudières étanches raccordées à un conduit collectif, de type CLV par exemple). D’après le Conseil Supérieur de la Sécurité contre l’Incendie et l’Explosion, la réponse est non. Dans tous les cas (conduit métallique ou synthétique, conduit concentrique ou pas), une séparation de type EI 30 est requise entre les conduits d’évacuation et les autres conduits. Quant à la gaine technique même, celle-ci doit être de type EI 60 (bâtiments bas et moyens) ou EI 120 (bâtiments hauts). En cas de traversées de parois résistant au feu par des conduits de fumée, d’autres dispositions doivent par ailleurs être prévues (voir § 7.3 de la NIT 254).

Quel est le temps d’attente acceptable pour l’eau chaude sanitaire à un point de puisage ?

Ce délai d’attente dépend, d’une part, du temps nécessaire pour que l’eau froide s’écoule de la canalisation et qu’elle soit remplacée par de l’eau suffisamment chaude et, d’autre part, du temps nécessaire à l’éventuel chauffe-eau instantané pour se mettre à chauffer. Selon la norme européenne NBN EN 806-2, l’eau doit atteindre au moins 60 °C dans les 30 secondes qui suivent l’ouverture du robinet. Certaines enquêtes indiquent cependant que la grande majorité des utilisateurs se contentent d’un temps d’attente de 5 à 10 secondes pour obtenir de l’eau à environ 40 °C. Il convient donc d’opter pour une conception de l’installation qui limite raisonnablement le temps d’attente; celui-ci peut être évalué en fonction du débit d’eau et de la longueur, du diamètre et du matériau de la conduite.

PLUS D’INFORMATION • NBN EN 806-2 (§ 3.6) • Dossier CSTC N° 2014/02.12

PLUS D’INFORMATION •NBN B 61-002:2006/AC : 2016 • NIT 254

SOURCE: CSTC, FAQ (www.cstc.be)

36

magazine

• december-décembre 2016


Lucht | water-warmtepomp WPL 15/25 Pompe à chaleur air | eau WPL 15/25

Innovatie en energie-efficiëntie op maat Innovation et efficacité énergétique sur mesure › Revolutionaire Inverter

› Technologie révolutionnaire

› Geschikt voor nieuwbouw

› Convient aux nouvelles

3.0 technologie: eerste inverter compressor speciaal voor verwarming ontwikkeld en renovatie

› Tot 65 °C met hoog rendement

› Zeer stille werking

Inverter 3.0 : le premier compresseur inverter spécialement conçu pour le chauffage constructions comme aux rénovations

› Jusqu’à 65 °C à haut rendement

› Fonctionnement très silencieux

www.stiebel-eltron.be


Persberichten

Betrouwbare condensaatverwijdering tijdens verwarmen en koelen

Bij zowel verwarmen (condensatieketel-technologie) als koelen zal altijd condensaat ontstaan. Conden­ saat-opvoermodules maken het mogelijk het ontstane ­condensaat te verwijderen. De Dortmundse pompfabrikant Wilo brengt nu met de nieuwe Plavis familie een bijzonder energie­zuinige, geruisarme en eenvoudig te installeren oplossing op de markt voor deze problematiek. Deze nieuwe conden­saatopvoermodule zorgt voor het verzamelen en wegpompen van het ontstane condenswater uit verwarmings- en luchtbehandelingssystemen en is dankzij de efficiënte, stille motor en de eenvoudige installatie (Plug & Pump) ideaal voor gebruik in vrijstaande of halfvrijstaande huizen. Alle Wilo-Plavis producten zijn voorzien van een gelijkstroommotor. “Deze hoogrendementsmotor zorgt voor hoge prestaties bij een laag geluidsniveau en verbruikt weinig stroom”, verklaart Thomas Chambon, de productmanager van Wilo. “De motor draait bijna geruisloos met minder dan 40 decibel, dat komt ongeveer overeen met het achtergrondgeluid in een stille bibliotheek. Dankzij de compacte en moderne vormgeving past het afvoersysteem ook nog eens perfect in zijn omgeving”.

Het systeem is stekkerklaar, heeft aanpasbare toevoeraansluitingen, een draaibare afdekkap en motor­ eenheid en is daardoor snel en eenvoudig aan te sluiten. Het is bovendien gemakkelijk te onderhouden dankzij het afneembare onderhoudsdeksel en de geïntegreerde terugslagklep. De vulhoogte van het 1,1 liter grote reservoir wordt door twee ingebouwde elektrodes gemonitord. De pomp stelt de vulhoogte van de tank vast en pompt deze automatisch leeg via een slang waarin een terugslagklep is opgenomen en dat voorkomt het terugstromen van het weggepompte ­condensaat.

38

magazine

• december-décembre 2016

Riello presenteert nieuwe intelligente thermostaat

Riello pakt uit met ‘RiCLOUD’, een eenvoudige en intelligente oplossing om de verwarmingsketel en de temperatuur in huis te regelen, zelfs van op afstand. Het installeren gebeurt in een handomdraai en d ­ aarna zal de gebruiker versteld staan van het ­gebruiksgemak. RiCLOUD is voorzien van de laatste nieuwe technologische snufjes en in combinatie met de wifibox, kan RiCLOUD gemakkelijk verbinding maken met de router om op afstand de temperatuur van de woning en de ketel te sturen. Wanneer men de oude thermostaat vervangt door RiCLOUD blijft de elektrische installatie van de woning ongemoeid. Het systeem kan ook draadloos worden geïnstalleerd en gebruik maken van de radiofrequentie. Het is bovendien zo flexibel dat men verschillende verwarmingszones kan creëren, elk met hun eigen programma. Met de speciale RiCLOUD-app, beschikbaar in de Apple Store of Android Market, zorgt men zelf altijd en overal, op een handige, eenvoudige en intuïtieve manier, voor een comfortabel binnenklimaat. ­RiCLOUD regelt de temperatuur in huis, maar met de BUS-aansluiting krijgt men ook de bediening van de Riello-ketel op zijn smartphone of tablet, zodat men van op afstand de ketel kan aan- en uitschakelen, de temperatuur regelen, enz. Zo controleert men niet alleen de status van het verwarmingssysteem, maar programmeert men eveneens de in- en uitschakeling, de temperatuur en de timerprogramma’s van de verwarmingsketel. De RiCLOUD-app bevat overigens ook een weekprogramma voor de temperatuurinstelling. RiCLOUD is compatibel met alle bestaande verwarmingsproducten van Riello, ook de oudere, en kan eveneens gecombineerd worden met alle producten van de grote verwarmingsmerken als programmeerbare aan/uit-thermostaat.


Formalis

uw springplank naar zorgeloos ondernemen

U start of heeft een bouwbedrijf? Vertrouw dan op Formalis:

votre tremplin pour une gestion sans soucis

Vous démarrez ou gérez déjà une entreprise de construction? Faites confiance à Formalis :

> bij de afhandeling van al uw administratieve formaliteiten. > voor de inschrijving en wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen. > voor onze expertise en kennis van de bouw.

formalis.be

Formalis

> pour accomplir vos formalités administratives. > pour l’inscription et les modifications dans la Banque Carrefour des Entreprises. > pour notre expertise et notre connaissance de la construction.

formalis.be

ondernemingsloket

guichet d’entreprises

SOLO - DuETTO - AquA COMPLETE thermische groepen, in gietijzer met geintegreerde mazoutbrander lage NOx

SOLO ErP BE enkel verwarMing DuETTO ErP BE verwarMing en instant productie van sww AquA ErP BE verwarMing en productie van sww door geintegreerde boiler van 110 liter, in staal inoX 316 DE KETEL VOLDOET AAN DE BELGISCHE RICHTLIJN OVER DE NOx EMISSIE

Malrain thomas gsM +32 472/91.41.36 • faX +32 2/771.58.28 thomas.malrain@dps-pro.com info@dps-pro.com • www.dps-pro.com


Persberichten

Testo introduceert

nieuwe thermische camera´s

Testo, de specialist op het gebied van meettechniek, brengt vier nieuwe warmtebeeldcamera´s op de markt. De modellen testo 865, testo 868, testo 871 en testo 872 bewijzen volgens de fabrikant dankzij hun goede prijs-kwaliteitverhouding dat topkwaliteit ‘Made in ­Germany’ en een aantrekkelijke prijs elkaar niet uitsluiten. De nieuwe Testo innovaties maken hun opwachting in de zwaar bevochten markt voor warmtebeeld­camera´s en bezitten een resolutie tot wel 320 x 240 pixels. Met de standaard testo SuperResolution technologie kan deze op de PC zelfs worden verhoogd tot 640 x 480 pixels. Met uitzondering van het instapmodel testo 865 kunnen alle warmtebeeldcamera´s ook worden verbonden met de testo Thermography App. Deze voor iOS en Android verkrijgbare app maakt de smartphone/tablet van de gebruiker tot een tweede display en de afstandsbediening van de camera, en dient ertoe om ter plaatse snel compacte rapporten aan te maken, online op te slaan en per e-mail te verzenden. De modellen testo 871 en testo 872 kunnen bovendien draadloos met de thermo-hygrometer testo 605i en de stroomtang testo 770-3 worden verbonden. Zo kan snel en eenduidig worden herkend, waar precies in een gebouw zich vochtige plekken bevinden of wat het probleem is in de schakelkast. Temperatuurschaal en kleurgeving van warmtebeelden kunnen individueel worden aangepast en daarom is het niet ondenkbaar dat bijv. het warmte-isolerende gedrag van een gebouw verkeerd wordt geïnterpreteerd. De nieuw ontwikkelde functie testo ScaleAssist lost dit probleem op, doordat hij de kleurverdeling van de schaal aanpast aan de binnen- en buitentemperatuur van het meetobject en aan het verschil daartussen. Dit zorgt voor objectief vergelijkbare en foutloze warmtebeelden van het warmte- isolerende gedrag van gebouwen.

40

magazine

• december-décembre 2016

Zelfstandig? Werk aan uw pensioen!

Wie als zelfstandige met pensioen gaat, weet dat hij wellicht een grote stap terug zal moeten doen op financieel vlak er enkel wordt gerekend op het wettelijk pensioen. Dit pensioen bedraagt immers ongeveer de helft van het pensioen van een loontrekkende. Wie dus een appeltje voor de dorst wil aanleggen, kan best nu al actie ondernemen. Vita VAPZ, een tak 21-levensverzekering, van Federale Verzekering werd speciaal ontworpen voor de zelfstandige die een gezond extra pensioen wil opbouwen. Met deze verzekering bouwt men, op basis van zijn beroepsactiviteiten, een bijkomend pensioen op. Het maximum dat gespaard kan worden bedraagt 8,17 % van het jaarlijks inkomen van 3 jaar geleden, met een bovengrens van € 3060,07 in 2016. Zelfstandigen die bijdragen betalen voor hun sociaal statuut als zelfstandige en geen achterstanden hebben, kunnen deze premies volledig fi ­ scaal inbrengen. Bovendien leidt het betalen van premie in de Vita VAPZ onrechtstreeks tot een lagere ­sociale bijdrage. Hierdoor situeert de werkelijke besparing gemakkelijk rond de 50 à 60% en zal de nettokost van de premie slechts 40% bedragen. Elk jaar geniet men ook van een performant en gewaarborgd rendement dat wordt verhoogd met een eventuele winstdeelname, afhankelijk van de resultaten van de maatschappij, de beslissingen van de Raad van Bestuur en van de economische context. De oplossingen van Federale ­Verzekering voor het aanvullend pensioen kunt u ontdekken op mijnhogerpensioen.be.


PP/Galv a CLV

COLLECTIEVE SYSTEMEN IN OVERDRUK

PP enke lw CLV

dig an Alumini um CLV

Gemeenschappelijke rookgasafvoer en luchttoevoer voor meerdere ventilator-gestuurde toestellen voorzien van een terugslagklep.

Ubbink nv Jan Samijnstraat 9, 9050 Gentbrugge | Tel: 09 237 11 00 | www.ubbink.be

member of

DOORDACHTE KRACHT... Met zijn diverse uitvoeringen biedt de nieuwe Poker-reeks voor elk seizoen een betrouwbare oplossing voor zowel verwarmen, koelen als voor productie van sanitair warm water tot 70°C.

Elke Poker module heeft een 34 kW vermogen, uitbreidbaar in serie tot een totaal verwarmingsvermogen van 136 kW.

THAETY 234

35 °C A++ A+ A B C D E F G

- dB

A +++ ++++ AA A+ A B C D E F 37 kWG 32 kW 41 kW

74 dB

... GELUIDSARM, FLEXIBEL, EFFICIËNT, BEDRIJFSZEKER EN PERFORMANT TOT ˜20°C.

2015

811/2013

www.climapac.be

A-80% A-60% A-40% A-20%


Persberichten

ADP-bijscholingen

Bijscholing & Training- Consult bvba en zijn directeur André De Paepe organiseren sedert 1975 korte, maar zeer praktijkgerichte bijscholingen voor technici van ­diverse ­niveaus. Technici worden immers geconfronteerd met heel wat evoluties in hun vakgebied en ze willen alles blijven volgen wat hen wezenlijk aanbelangt naar de toekomst toe. Het kwaliteitsconcept B&T Consult schuift in dat verband vier troeven naar voren: docenten uit de praktijk, coherente ­Nederlandstalige cursus­ teksten, een follow-up van de vorderingen en de cursussen zijn merk­neutraal. Sinds de milieu- en klimaataspecten steeds belangrijker worden komt er ook sturing uit het Vlaams Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie om de uitstoot van koelgassen te beperken. Het opleidingscentrum heeft dan ook meteen de Erkenning aangevraagd om zijn klanten van dienst te kunnen zijn met Koelcerti­ficatie (via de afdeling “123koelcertificatie”). Maar ook energie­besparing dringt zich op en daarvoor heeft het opleidingscentrum al sinds 2013 de Erkenning Warmte­pompen en de Erkenning Airco Energie Deskundige (AED). De voorbereiding op weg naar het verwerven van een koelcertificaat is modulair toegankelijk. Men kan dus enkel inschrijven voor de examendag ( 1uur theorie, 3 uur hardsolderen en 3 uur koelmiddelhandelingen), maar dat is nooit echt de juiste weg. Het instituut is van mening dat men beter de examenstress wegneemt via haar vier voorbereidende avonden over o.a. wetgeving en praktijkproef-eisen gevolgd door een praktijk-oefendag en een simulatie-examendag voor de échte examendag. Er zijn op die manier al zeer goede resultaten geboekt voor personen die reeds koeltechnisch kunnen redeneren. Voor anderen (chauffagisten/ koelhelpers/elektrotechnici, enz.) wordt aangeraden om eerst de korte opkleiding ‘Basisconcepten Koeltechniek’ te volgen waarin met vijf theorie­dagen en één praktijkdag de nodige fundamenten worden gelegd om het traject naar het koelcertificaat aan te vatten. De Warmtepomp cursus wordt met één dag uitgebreid en loopt over vijf theoriedagen en één praktijkdag, wat de slaagkansen bij de kandidaten nog moet vergroten. Wie geslaagd is in het theorie- en praktijkexamen kan het RESCert-certificaat aanvragen dat geldig is in gans België. Men voorziet ondersteuning vanaf 2017 voor Warmtepompprojecten, maar enkel voor projecten uitgevoerd door gecertificeerde WP installateurs. Daardoor is er veel vraag naar een cursistenplaats in de TWP-­ cursus die van start gaat op donderdag 12 januari 2017. De vierde AED cursus tenslotte start op woensdag 25 jan­uari en er lopen nu al inschrijvingen binnen. Een gloednieuwe avondcursus Koeltechnische Specia­ lisatie Ontwerp start opnieuw op 16 januari. Alle info is terug te vinden op www.ADP-Bijscholingen.be.

42

magazine

• december-décembre 2016

ICS IN ACTIE

Cluster Speciale Technieken Oost-Vlaanderen: infosessie “Software voor de installateur” Op 30 juni 2016 zijn de leden van Fedelec & ICS Oost-Vlaanderen, samen de Cluster Speciale ­Technieken Oost-Vlaanderen, ingestapt op het ­bootje van hun federatie. Letterlijk dan! Het bestuur van de Cluster Speciale Technieken Oost-Vlaanderen had namelijk een speeddating­ sessie georganiseerd voor hun leden rond softwarepakketten en alles wat daarbij komt kijken. Om de installateurs meer uitleg te geven rond wat de mogelijkheden zijn van de verschillende pakketten die momenteel voorhanden zijn, werden een aantal spelers van deze boeiende markt aangesproken. De standhouders kregen uitgebreid de kans om hun producten aan de deelnemers voor te stellen. De infosessie werd afgesloten met een heerlijke ­barbecue en een netwerkmoment.

ICS EN ACTION

Cluster Techniques Spéciales Flandre orientale : session d’information ­“Logiciel pour l’installateur” Le 30 juin 2016, les membres de Fedelec & ICS Flandre orientale, formant ensemble le C ­ luster Techniques Spéciales Flandre orientale, sont ­montés à bord du bateau de leur fédération. ­Littéralement! La direction du Cluster Techniques Spéciales Flandre orientale avait organisé une session de speed dating pour leurs membres sur les logiciels et tout ce qu’ils impliquent. Pour fournir plus d’explications aux installateurs sur les possibilités des différents logiciels actuellement disponibles, plusieurs acteurs éminents de ce marché passionnant avait été invités. Les exposants ont eu largement l’opportunité de présenter leurs produits aux participants. La ­session d’information a été clôturée avec un délicieux ­barbecue et un moment de réseautage.


Ils voulaient plus pour leur pension… Ils n’ont pas attendu ! Et vous ? Zij kozen vandaag al voor een hoger pensioen. En u?

Wilt u – zoals hen – een hoger pensioen? Denk misschien eens aan Federale Verzekering!

Comme eux, pensez à Fédérale Assurance pour une pension plus élevée !

Hoe vroeger u begint met het sparen voor uw pensioen, hoe groter uw gespaard kapitaal zal zijn op het einde van de rit ! Wenst u nog meer, kies voor de hoge rendementen van Federale Verzekering. Ze behoren tot de hoogste op de markt.

Plus tôt vous commencez à épargner pour votre pension, plus élevé sera votre capital-pension à l’arrivée. Et si vous en voulez encore plus, choisissez comme eux les hauts rendements de Fédérale Assurance. Ils figurent parmi les plus élevés du marché.

Ontdek waarom onze rendementen tot de hoogste op de markt behoren op mijnhogerpensioen.be

0

€ 3 nus* startbo

Découvrez pourquoi nos rendements figurent parmi les plus élevés du marché sur www.pluspourmapension.be

€ 30

de cadeaeunue* bienv

www.federale.be Les rendements du passé ne constituent pas une garantie pour l’avenir. Les participations bénéficiaires évoluent avec le temps en fonction des résultats de l’entreprise et de la conjoncture économique. Elles ne sont pas garanties pour l’avenir et varient pour chaque produit. Les règles relatives à l’octroi des participations bénéficiaires sont définies dans les statuts de l’Association d’Assurances Mutuelles sur la Vie. Ceux-ci peuvent être consultés sur www.federale.be. * Vous trouverez les conditions de l’action sur www.pluspourmapension.be. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. De restorno’s en winstdeelnames evolueren met de tijd in functie van de resultaten van de onderneming en de economische conjunctuur. Ze zijn niet gewaarborgd in de toekomst en variëren voor elk product. De regels inzake de toekenning van de winstdeelnames of restorno’s zijn vastgelegd in de statuten van elkeen van de ondernemingen van de groep Federale Verzekering. U kunt deze statuten raadplegen op www.federale.be. * De actievoorwaarden vindt u op www.mijnhogerpensioen.be. Federale Verzekering, Stoofstraat 12, 1000 Brussel, www.federale.be. Vereniging van Onderlinge Levensverzekeringen. Financieel rekeningnummer BIC : BBRUBEBB - IBAN : BE64 3100 7685 9452 - RPR Brussel BTW BE 0408.183.324 - Fédérale Assurance, Rue de l’Etuve 12, 1000 Bruxelles, www.federale.be. Association d’Assurances Mutuelles sur la Vie. Compte financier BIC : BBRUBEBB - IBAN : BE64 3100 7685 9452 - RPM Bruxelles TVA BE 0408.183.324.

Pensioensparen 185 x 132,5.indd 1

De verzekeraar die zijn winst met u deelt L’assureur qui partage ses bénéfices avec vous

30/11/16 10:22


Nouvelles

Testo introduit de nouvelles caméras thermiques

Riello présente son nouveau thermostat intelligent

Riello lance ‘RiCLOUD’, une solution facile et ­intelligente pour maîtriser le confort thermique à la maison, même à distance. L’utilisateur sera surpris par sa simplicité d’installation et d’utilisation. ­RiCLOUD est équipé des derniers gadgets technologiques et en combinaison avec le box Wi-Fi, ­RiCLOUD peut se connecter facilement au modem de l’habitation pour que l’utilisateur puisse gérer son système de chauffage à distance. En cas de remplacement d’un ancien thermostat, RiCLOUD ne nécessite aucune intervention sur l’installation électrique. Une installation “sans fil” est également possible en passant par la fréquence radio. En outre, le système est tellement flexible qu’il permet de créer différentes zones de chauffage, chacune avec leur programmation autonome. Grâce à son application RiCLOUD spéciale, ­téléchargeable sur l’Apple store ou sur Android ­Market, le contrôle d’un climat intérieur confor­ table n’a encore jamais été aussi facile, intuitif et pra­ tique. RiCLOUD gère la température de la maison, mais en le connectant par BUS, il fournit également les commandes des chaudières Riello sur le Smartphone ou la tablette de l’utilisateur, de manière à pouvoir mettre en marche ou d’éteindre à distance la ­chaudière, d’en régler la température, etc. Ainsi, vous ne contrôlez pas seulement l’état du ­système de chauffage, mais vous programmez également l’activation et la désactivation, la température et les programmes de minuterie de la chaudière. L’application RiCLOUD dispose également d’une programmation hebdomadaire pour le réglage de la température. RiCLOUD est compatible avec tous les produits de chauffage Riello existants, également les produits plus anciens, et il peut aussi être combiné avec tous les produits des principales marques de chauffage comme thermostat programmable.

44

magazine

• december-décembre 2016

Testo, le spécialiste des techniques de mesure, commercialise quatre nouvelles caméras thermiques. Les modèles testo 865, testo 868, testo 871 et testo 872 démontrent selon le fabricant - grâce à un rapport q­ ualité-prix ­inégalable - qu’il est tout à fait possible d’allier qualité de pointe “Made in Germany” et prix attractif. Les dernières innovations de Testo représentent un réel tournant sur le marché des cameras thermiques en forte concurrence. Celles-ci offrent en effet une résolution jusqu’à 320 x 240 pixels. La technologie testo SuperResolution disponible standard permet encore d’augmenter cette valeur à 640 x 480 pixels sur ordinateur. Aucune ­autre camera thermique comparable n’offre une meilleure qualité d’image. A l’exception du modèle de base testo 865, toutes les cameras thermiques peuvent être connectées au moyen de l’application testo ThermographyApp. Cette Appli disponible pour iOS et Android transforme le Smartphone ou la tablette de l’utilisateur en ­second écran et télécommande pour la camera et permet de générer des rapports compacts rapidement et de les ­enregistrer en ligne ou de les envoyer par e-mail. Les modèles testo 871 et testo 872 peuvent être connectés sans fil au thermo-hygromètre testo 605i et à la pince ampérométrique testo 770-3. Ainsi, il est possible de savoir rapidement et sans aucun doute possible où se situent les zones humides dans un bâtiment, ou encore, détecter le problème dans l’armoire de commande. L’échelle de température et la répartition des couleurs des images thermiques peuvent être adaptées individuellement et il est donc possible de mal interpréter la qualité de l’isolation thermique d’un bâtiment. La nouvelle fonction testo ScaleAssist résout ce problème en adaptant la répartition des couleurs de l’échelle de l’image thermique aux températures intérieures et extérieures de l’objet mesuré, ainsi qu’a leurs différences. Les images thermiques peuvent ainsi être comparées de manière ­objective et permettent d’évaluer sans confusion l’isola­ tion thermique des bâtiments.


CHEMINÉES • SCHOORSTENEN

Réf : 16-C

CHEMINÉES • SCHOORSTENEN

Réf : 16-D

La Solution qui s’impose … De Oplossing is … k ij l e k a z d o o n ie d

Réf : 16-E

Action d’échange

• Réduit la pollution • Supprime la condensation • Économise le combustible • Minder pollutie • Voorkomt condensvorming • Bespaart de brandstoffen

VOTRE ANCIEN ANALYSEUR DE GAZ DE COMBUSTION VAUT JUSQU’À

€ 350,-

Achetez entre le 1-12-’16 et le 13-01-’17 un Kit Eurolyzer STx, renvoyez nous votre ancien analyseur de gaz de combustion et recevez jusqu’à € 350,- de retour!

BÂTIR EN TOUTE CONFIANCE BOUWEN MET VERTROUWEN

39, rue Trixhay - 4020 WANDRE • Tel. 04 362 65 34 www.colli-net.com • info@colli-net.com

Plus d’info? euro-index.be/fr/STx-action-echange ou appelez le 02 757 92 44


Nouvelles

La suppression fiable du condensat lors du chauffage et du refroidissement

Le condensat s’accumule toujours lors du ­chauffage (technologie de chaudière à conden­sation) et du ­refroidissement. Les stations de relevage de condensats permettent de supprimer le condensat qui s’accumule. Le fabricant de pompes Wilo, implanté à Dortmund, lance avec la nouvelle série P ­ lavis une solution particulièrement écoénergétique, silen­cieuse et facile à installer sur le marché. Cette nouvelle ­station de relevage du condensat assure la collecte et le pompage de l’eau de condensation dans les systèmes de chauffage et de climatisation. Grâce à son moteur efficace et silencieux et de sa mise en œuvre aisée (Plug & Pump), elle est particulièrement adaptée pour l’utilisation dans des maisons indivi­ duelles ou individuelles jumelées. Tous les produits de la gamme Wilo-Plavis sont équipés d’un moteur à courant continu.

Indépendant? Travaillez à votre pension! Tous les indépendants le savent : s’il faut compter uniquement sur la pension légale, il faudra se serrer la ceinture. Cette pension est environ la moitié de la pension d’un employé. Agissez dès maintenant pour y remédier !

Vita PCLI, une assurance-vie de la branche 21, a été spécialement conçue pour l’indépendant qui souhaite se constituer une pension complémentaire performante. Vita PCLI vous permet de constituer une pension complémentaire sur base de vos activités professionnelles. Le montant maximal de la prime correspond à 8,17 % de vos revenus annuels d’il y a 3 ans revalorisés, avec un plafond absolu qui ­s’élève à € 3 060,07 pour 2016. Pour les indépendants qui paient des cotisations sociales pour leur statut d’indépendant et qui n’ont pas d’arriérés, ces primes sont totalement déductibles des impôts. En outre, le paiement de primes dans le cadre de la Vita PCLI conduit indirectement à une réduction des contributions sociales. Ainsi, l’économie réelle se ­situe aisément vers les 50 à 60 % et le coût net de v­ otre prime ne sera que de 40 %. Chaque année, vous béné­ficierez d’un rendement performant et garanti, ­majoré éventuellement d’une participation bénéficiaire, en fonction des résultats de la société, des décisions du conseil d’administration et du contexte économique. Découvrez nos solutions pour votre pension complémentaire sur www.pluspourmapension.be

46

magazine

• december-décembre 2016

“Le moteur haute efficacité permet d’obtenir des performances élevées avec un faible niveau sonore et une consommation électrique réduite”, explique Thomas Chambon, chef de produit chez Wilo. “Le bruit de fonctionnement de moins de 40 décibels est comparable au bruit de fond dans une bibliothèque silencieuse. La conception compacte et moderne ­permet également l’intégration parfaite du système de drainage dans son environnement. “

Le système est prêt à brancher et dispose d’entrées réglables ainsi que d’un emplacement moteur et d’un capot réversibles, ce qui permet une installa­ tion ­rapide et facile. L’entretien du système est tout aussi simple grâce à un bouchon d’entretien amovible et un clapet de non-retour intégré. Le niveau de r­ emplissage du réservoir de 1,1 litre est contrôlé à l’aide d’électrodes intégrées. La pompe identifie le niveau de remplissage du réservoir et le vide automatiquement lorsque cela est nécessaire via un flexible avec un clapet de non-retour intégré, ce qui évite le reflux du condensat pompé.


L A MAÎT RISE DU CONFOR T T HERMIQUE À DIS TANCE...

“ PROMO ” À L’ACHAT DE 10 T HERMOS TAT S EN UNE COMMANDE UN HOV ERBOARD OFFER T !!! Un hoverboard offert à l’achat de 10 thermostats Ricloud (réf. 20117394) en une seule commande, facturée avant le 31/12/2016*.

Plus d’informations

Téléchargez l’application

www.riello.com/ricloud Riello S.A./N.V - Waverstraat 15 - 9310 Moorsel T: 053/769.030 - F: 053/789.440 - info@riello.be - www.riello.be

LE T HERMOS TAT I N T E L L I G E N T.

* Action destinée aux Installateurs chauffagistes, valable du 15/11/2016 au 31/12/2016 et dans la limite des stocks disponibles. Voir conditions auprès de Riello S.A. ou auprès de votre revendeur Riello.

S IM P L E , PA R T O U T, T O U T L E T E M P S .


BWT – uw partner in waterbehandeling - bezoek onze stand 7100 @ Batibouw BWT – votre partenaire en traitement d'eau - visitez notre stand 7100 à Batibouw

Zijdezacht water met de BWT AQA perla

L'eau douce

avec l' AQA perla de BWT

Hoogwaardige, technologische waterbehandeling. Un traitement d'eau de qualité pour des spécialistes en sanitaire ! Kent u de AQA perla? Een waterontharder die automatisch en proportioneel regeneert. Intelligent en ecologisch dus! Dit toestel heeft een automatische ontsmetting bij iedere regeneratie. Hij beschikt over een overloopbescherming en heeft een vakantieprogramma. Deze ontharder is eenvoudig te plaatsen. BWT doet een gratis indienstname. Bent u een pro in sanitair maar heeft u nog geen ervaring in waterbehandeling? Geen nood, schrijf u dan in voor een BWT-opleiding via onze website. Of bezoek onze stand 7100 @ Batibouw. Connaissez-vous l'AQA perla ? Intelligent et écologique, c’est un adoucisseur volumétrique à régénération proportionnelle. Il désinfecte automatiquement à chaque régénération, possède un programme spécial vacances et est facile à installer. BWT vous offre la mise en service.Vous êtes expert en sanitaire mais vous n'avez aucune expérience en traitement d'eau ? Alors, devenez expert de l'eau en vous inscrivant à une formation BWT via notre site web, ou visitez notre stand 7100 à Batibouw.

www.bwt.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.