BEVATTENDE BIJNA 2 0 0 AARDIGE EN KLUCHTIGE GOOCHELTOEREN.
1. A m De vroolijke knnstjesniaker in gezelschappen. 2. De grappige goochelaar of halsbrekende toeren zonder veel moeite. 3. > Toeren met de kaart. •4. Kunstjes, door twee personen te verrichten.
Sr f
NIJMEGEN—ARNHEM,. UKIJKS.
E.
& M. 1884.
CO
HEN.
EN
IN GEZELSCHAPPEN.
BEVATTENDE BIJNA 200 AARDIGE EN KLUCHTIGE G00CHELT0EREN.
ARNHEM窶年IJMEGEN, GEBRS.
E. & M. COHEN. 1883.
'
INHOUD.
EEESTE AFDEELING. DE VROOLIJKE KUNSTJESMAKEK IN GEZELSCHAPPEN. 1. 2. 3.
E e n e "weddenschap . . . . . . . . . . . D e s o m v a n een door v e r m e n i g v u l d i g i n g g e v o n d e n g e t a l t e r a d e n De W o n d e r k l o l i
Bladz. 3 . 3 i
ê. Van 5 vierkanten er 3 te maken ,. . . 5. Het getal 81 met 2 cijfers te vermeerderen, waardoor het echter meer dan 10 maal verkleint . . . . . . . . 6. De diamantendief 7. In alle richtingen 15 te tellen 8. In alle richtingen 28 te tellen 9. Wat vaderlandsliefde vermag 10. Om in alle richtingen 65 te kunnen tellen . . . . . . 11. In alle richtingen 6 te tellen 12. De Voorsnijder 13. Iets voor jongelui die veel uitgaan 14. "Van 32 smukken geld een vierkant te maken, waarvan men altijd geld afneemt bij 't verplaatsen en toch in iedere rei 9 stukken liggen. 15. Om uit 9 cijfers 8 maal het getal 15 te maken door optelling, zonder 2 maal dezelfde cijfers te gebruiken 16. De erwtendans 17. De zwarte danser . . . . . . . . . . . 18. De kunst om het hoofd van iemand door een ring te steken . . 19. Balanceeren 20. Om in één woord: Wildbraad, Visch en Ezelsgebalk te kunnen schrijven 21. De kruik toe 22. Een glas vol wijn, zonder storten om te keeren 23. Het onbreekbare ei 24. Het huilende glas water 25. Een flesch wijn te ledigen zonder er den kurk af te trekken, of zonder de flesch te breken 26. Kunt ge het volgende goed lezen?
5 5 6 7 8 8 9 10 10 11 11 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 15 15
INHOUD.
IV
27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48.
Bladz. Even of oneven 15 D e k a a r s niet k u n n e n aansteken 16 Een glas w a t e r h e t o n d e r s t e boven op d e tafel te z e t t e n , z o n d e r t e storten 16 Om een k w a s t b e e t te n e m e n . . . . . . . . . 17 Om v a n 3 s t r e e p e n e r 9 te m a k e n z o n d e r iets bij t e s c h r e v e n . • . 17 I e t s t e t o o n e n , d a t nog nooit gezien is en ook nooit m e e r gezien wordt 17 I e m a n d h e t h e m d u i t t r e k k e n , z o n d e r h e m u i t te kleeden . . . 18 E e n m i d d e l om altijd geld t e h e b b e n 18 Met i e m a n d w e d d e n d a t hij n i e t over een stokje k a n springen . . 19 I e m a n d bij den neus n e m e n . . . . . . . . . 19 De 36 nullen 20 E e n koord door h e t k n o o p s g a t uwer j a s te doen s t e k e n , de 2 einden stevig laten v a s t h o u d e n en er t o c h v a n bevrijd t e r a k e n z o n d e r hetzelve door te snijden . . . . . . . . . 21 Uit 3 n a a s t e l i a a r liggende v o o r w e r p e n h e t m i d d e n s t e t e doen v e r dwijnen zonder aan te r a k e n 21 I e m a n d 2 stokken in zijne h a n d g e v e n , w a a r m e e hij n i e m a n d k a n slaan . . . . . . . . . . . . . 21 Om 3 stukjes b r o o d o n d e r één hoed te goochelen . . . . 21 Het onzichtbare voorwerp 22 „Het k a n m e niet schelen!" . . . . . . . . . 22 Eene weddenschap 22 T o t 100 t e l l e n 23 H e t opstijgende water. . . . . . . . . . . 23 E e n glas op d e n g r o n d laten vallen z o n d e r d a t h e t b r e e k t . . 24 I n 4 maal een glas in stukken te slaan 24
TWEEDE
AFDEELING.
DE GRAPPIGE GOOCHELAAR OF HALSBREKENDE TOEEEN ZONDER VEEL MOEITE.
1. 2.' 3. 4. 5. 6.
Om eene kaars van ijs te doen branden. . . . . . . 'Wonder 1 wonder! boven wonderI Om door de dominosteenen heen te zien wat er onder staat . . Bier en water in één glas te doen, zonder dat het zich vermengt . De helft van twaalf Een voorwerp uit het water te halen, zonder dat de hand nat wordt
27 27 27 28 28 28
INHOUD. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44.
V '
Bladz. Boode rozen groen of wit doen worden 28 De brandende kamer 29 Brandend ijzer . . . . . . . . . . . . 29 Het niet te grijpen geld . . . . . . . . . . 29 Een kogel door den arm . . . . . . . . . . 30 Water uit een droog stuk hout drukken 31 Een dubbeltje uit de hand doen verdwijnen . . . . . . 31 Het verdwijnen van geld 32 Verdwijnen der ring 33 Twee geldstukken doen verdwijnen 33 De draaiende ring 34 De ring tusschen hemel en aarde 34 Tooverworpen met "bellen . . . . . . . . . . 35 Een zakdoek doorsnijden, en met behulp eener vlam weer aan elkaar hechten . . . . . . . . . . . . . .35 Twee galdstukken te verwisselen . . . . . . . . 36 Om door een visitekaartje te kruipen 36 Eene brandende kaars op te eten . . . . . . . . 37 Een stuk geld in eenen brief smelten 37 Verscheidene pijpen op don grond doen dansen . . . ' . . 38 De spierkracht 38 De wonderslinger . . . . . . . . . . . 38 De kunst, alle soorten van bloemen eene andere kleur te doen krijgen 39 De vliegende worsten 39 Geld spuwen 40 Het vliegende geld 40 Vallende sterren 41 De handige timmerman 41 Onweder in de kamer . . . . . . . . . . . 42 De vuureter 42 De wonderprent 43. Met onzichtbare letters schrijven 43 De wonderschotel 43 De tooyerflesch 44 De onbrandbare doek 44 Vuur spuwen 45 De Metamorphose in doodshoofden 45 Idem in Mooren 45 Do kunst om wijn, likeuren, inkt, cognac enz. uit ĂŠĂŠne flesch te schenken. . . . . . . . . . . . . '45
VI
INHOUD.
45. 40.
I e m a n d d e nn e u s afsnijden E r u i t t e zien, alsof m e n geheel i n b r a n d staat
47. 48. 49. 50. 50. 51. 52. 53. 54. 55.
Negen eieren s • • • • • • • • • • • • Het toovcrpaleis E e n e i , z o n d e r h e t t e b e s c h a d i g e n in e o n n a u w e fiesch t e s t o p p e n . Een ei, dat vuur spuwt . . . . . . . . . . H e t l o o p e n d e ei Melk in bloed te v e r a n d e r e n Een nieuw soort diamant . . . . . . . . . . Eene k a a r s , die in w a t e r w o r d t aangestoken. . . . . . De nieuwe koekenpan O m een door een toeschouwer geschreven zin te doen verdwijnen en dan weder leesbaar te maken . . . . . . . . Wonder boitquet De Kameleon-toer I e m a n d een lijkkleur doen krijgen . . . . . . . . De Vuureter O m u i t e e n stuk p a p i e r m e t eene enkele s c h a a r s n e d e al d e onders t a a n d e figuren t e k n i p p e n . . . . . . . . . O m een pannekoek m e t drie maal te snijden in 8 stukken te verdeelen O m e e n g l a s w a t e r u i t e e n e g e s l o t e n e flesch t e d r i n k e n . . . "Water d o e n b r a n d e n . . . . . . . . . . . Eene wolk boven 2 ledige theekopjes te tooveren. . . . . Spoken E e n m e s van eene hoogte midden op een stuivertje laten vallen . O m m e t een m e s , wijn, vleeseh enz. uit den grond te trekken. . O m een ketel kokend water op de h a n d te n e m e n zonder dat m e n zich brandt . . . . . . . . . . . . O m e e n lint a a n verscheidene stukken te laten snijden . . . O m vlas te eten en lint uit d e n m o n d te doen k o m e n . . . O m e e n ei i n d e l u c h t t e d o e n o p s t i j g e n , v i j f h o n d e r d z e v e n e n z e v e n tig en een halve voet hoog : . . . O m e e n l e v e n d p e r s o o n h e t hoofd af t e snijden e n w e d e r o p t e z e t t e n O m vlooien te m a k e n O m naalden in een glas te doen dansen. . . . . . . O m e e n horloge telkens als m e n wil t e doen stil s t a a n . . . O m aardappelen uit den pot te laten springen . . . . . O m zijn h a n d of v i n g e r i n d e v l a m t e h o u d e n , z o n d e r p i j n t e l i j d e n H e t in willekeurige stukken verdeelen v a n eenen grooten steen . De onbreekbare ruit . . . . . . . . . . .
56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79.
.
.
.
.
.
46 46 47 47 48 48 48 48 49 49 49 50 50 51 51 52 52 53 53 53 54 54 54 55 55 56 56 56 57 57 58 58 58 58 59 59
I N H O U D .
VII Bladz.
30. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89.
W i e k a n e e n glas bier uitdrinken z o n d e r t e staan, t e liggen o f t e z i t t e n e n n o c l i b u i t e n n o c h b i n n e n d e d e u r t e zijn ? . . . D eslechte gymnast . . . . . . . . . . . D e haan e n niet d ekuikens . . . . . . . . . D eonbluschbare vlam . . . . . . . . . . D eo n k w e t s b a r e Achilles I j s m a k e n o p een oven . . . . . . . . . . Eene uitgeblazene kaars m e t een m e s aansteken V u u r b l u s s c h e n d o o r olie e n d o o r w a t e r w e e r a a n s t e k e n . . . H e t iemand onmogelijk m a k e n een zakdoek door eene geopende deur te w e r p e n W e g m e t d e stoelen
DEEDE
59 60 60 60 61 61 61 61 62 62
AFDEELING.
TOEKEN MET DE KAART.
1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Eene kaart te denken en die van zelf uit het spel doen komen . Om de kaarten bij het afnemen een voor een te noemen . . . Om met iemand 100 uit te sjoelen, hem 9!) voor te geven, uwe tegenpartij met 24 en gyzelf met 8 kaarten te spelen en het toch te winnen . . . . . . . . . . . . . Eene getrokken kaart aan t e geven als men geblinddoekt is . De ontbrekende kaart te raden Twee gedachte kaarten te raden . . . . . . . . . Al de kaarten van een spel te raden De 4 jonge boeren De 4 vrouwen . . . . . . . . . . . . Door verscheidene personen een kaart laten trekken en die te raden Een spel kaarten, nadat ze dooreen geschud zijn, één voor één t e kunnen noemen . De kaarten van een geheel spel te noemen zonder ze te zien . . Om de gelijke kaarten bij elkander t e krijgen Van 21 kaarten de gedachte kaart t e raden Hetzelfde kunstje met 33 kaarten Van 27 kaarten degeuo die gedacht is te raden Eene kaart naar de zwaarte te raden Wie kan een spel zoo in de hoogte werpen, dat er bij het neervallen aan den neus van eiken toeschouwer een blijft hangen ? . . Even
65 65
65 66 66 67 68 69 69 70 71 71 72 72 73 73 73 74 7é
VIII
INHOUD.
Bladz. 20. O m oenc k a a r t v o o r s t o o m k e t e l t e g e b r u i k e n 75 21. D e b e k w a m e R e c h e r c h e u r . . . . . . . . . . 75 22. E e n e k a a r t r o o d doen w o r d e n v a n s c h a a m t e . . . . . . 77 23. D e b e t o o v e r d e a z e n . . . . . . . . 78 24. K u n s t i g k a a r t c n v i e r k a n t . . . . . . . . . . 78 25. E e n e v o o r u i t b e p a a l d e k a a r t . 79 20. D e g e d a c h t e k a a r t t e r u g v i n d e n , hoewel h e t spel is a f g e n o m e n . 80 27. D e g e d w o n g e n k e u s e e n e r k a a r t . . . . . ' . . 80 28. K u n s t j e m e t ééne k a a r t , die b r e e d e r is 81 29. H e t z e l f d e k u n s t j e n o g v e r r a s s e n d e r 81 30. E e n sx^el k a a r t e n i n t w e e h o o p j e s t e v e r d e e l e n , u i t elk h o o p j e e e n i g e k a a r t e n t e l a t e n t r e k k e n , en d a n o p t e geven wellie k a a r t e n i e d e r d a a r u i t g e t r o k k e n heeft 82 31. E e n e k a a r t u i t e e n spel doen t r e k k e n en t e r u g v i n d e n , n a d a t die e r w e d e r i n g e s t o k e n is e n d e k a a r t e n g o e d d o o r g e s c h u d zijn . . 82 32. V r o u w of H e e r ? 83 33. T w e e p e r s o n e n dezelfde k a a r t t e doen t r e k k e n u i t v e r s c h i l l e n d e spellen . . . . . . . . . . . . . 84 34. E e n e k a a r t i n e e n a n d e r v o o r w e r p t e v e r a n d e r e n , e n h a a r ook d e e e r s t e g e d a a n t e w e e r t e geven . . . . . . . . 84 35. Do o v e r w i n n e n d e v r o u w 86 36. Eeno k a a r t i n e e n z w a r t b l a d v e r a n d e r e n 89 37. E e n z w a r t b l a d w e e r i n e e n e k a a r t v e r a n d e r e n . . . . . 89 38. E e n e k a a r t i n e e n z w a r t a c h t i g b l a d t e v e r a n d e r e n . . . . 89 39. E e n e k a a r t in e e n r o o d g e e l b l a d t e v e r a n d e r e n . . . . . 89 40. E e n e k a a r t in e e n g r o e n b l a d t e v e r a n d e r e n 90 41. E e n e k a a r t i n een b r u i n b l a d t e v e r a n d e r e n 90 42. E e n e k a a r t in e e n b l e e k - r o o d b l a d t e v e r a n d e r e n . . . . 90 43. E e n e k a a r t in e e n r o z e n r o o d b l a d t e v e r a n d e r e n . . . . . 91
K U N S T J E S , D I E M E T B E H U L P VAN E E N MAAT O F H E L P E R VEERICHT WORDEN. 1. T e r a d e n of eene k a a r t eene figuur is of n i e t 2. E e n e k a a r t i n d e n z a k 3. D e t o o v e r k a a r t 4. E e n e k a a r t t e r a d e n , welke d o o r i e m a n d a a n g e r a a k t is 5. T e r u i k e n welke v a n d r i e k a a r t e n is a a n g e r a a k t . 6. D e a a n g e r a a k t e t e r a d e n v a n v e r s c h e i d e n e r y e n k a a r t e n
91 92 93 94 94 95
EERSTE AFDEELING.
DE VROOLIJKE KUNSTJESMAKER IN GEZELSCHAPPEN.