8 minute read

Twaalf clichés over ambtenaren

AMBTENARENCLICHÉS

12 clichés over ambtenaren onder de loep

Advertisement

Ambtenarenclichés, iedereen kent ze wel. Maar kloppen ze echt of zijn het alleen maar vooroordelen? We gingen ze even voorleggen aan Alexandra Arys van FOD Financiën. Zij ontkrachtte of bevestigde de meest voorkomende clichés voor ons.

Alexandra Arys (25 jaar) werkt al twee jaar bij de Bijzondere Belastinginspectie als business analist. Ze gaat niet actief op zoek naar fraude, maar werkt mee aan de ontwikkeling van applicaties en ondersteunt haar collega’s bij het gebruik ervan. Ze is afgestudeerd als handelsingenieur en zocht naar een job met een maatschappelijke meerwaarde.

TEKST LISA VAN GARSSE FOTO MATHIS DE VOS ILLUSTRATIE ROBERT PIECHOWIAK

1 AMBTENAREN DRINKEN DE HELE DAG KOFFIE

“Ja en nee. De tijd dat er twee keer per dag een koffiedame op kantoor langskwam, heb ik niet meer gekend. Maar een keer in de voor- en namiddag naar de cafetaria gaan voor een kopje koffie, dat doen we wel. Af en toe is een pauze ook nodig.”

2 AMBTENAREN HEBBEN EEN NINE-TO-FIVE JOB

“Dat is niet waar. Afhankelijk van het type job dat je doet, kun je je werkuren binnen je dag zelf bepalen. Als je eerder een ochtendpersoon bent, dan kun je ‘s morgens vroeg starten, of je kunt later beginnen om bijvoorbeeld de kinderen naar school te brengen. Je dag is vrij flexibel in te delen. Daarnaast krijgen we de mogelijkheid om drie dagen per week te telewerken.”

3 BIJ DE BIJZONDERE BELASTINGINSPECTIE ZIJN HET ALLEMAAL PITBULLS

“Ook deze stelling kan ik ontkrachten (lacht). In de maatschappij worden we zo afgespiegeld, omdat we bij de Bijzondere Belastinginspectie grootschalige en georganiseerde fraude bestrijden. We proberen ervoor te zorgen dat iedereen zijn belastingen correct betaalt, maar dat blijven we wel altijd doen op een rechtvaardige manier. Pitbulls zijn we dus zeker niet.”

4 AMBTENAREN KUNNEN GEEN CARRIÈRE MAKEN

“Niet waar, we hebben juist ongelofelijk veel carrièrekansen. Binnen FOD Financiën kun je zowel horizontaal als verticaal groeien. Als je binnen je huidige job geen uitdaging meer hebt, of je wilt gewoon vernieuwing, dan kun je solliciteren bij een andere dienst of overheidsinstelling. Wanneer je een baas of expert in het werkveld wilt worden, kun je meedoen aan examens. Als je teamchef wilt worden, word je op verschillende punten getest. Je competenties en motivatie, maar ook je werkhouding en inzicht worden in aanmerking genomen. Het allround plaatje dus.”

5 AMBTENAREN ZIJN OUDE MENSEN

“Dit cliché moet ik ook ontkrachten. Bij de Bijzondere Belastinginspectie bijvoorbeeld werken wemet een jong team, maar ook in andere teams van FOD Financiën worden veel jonge collega’s aangeworven.”

6 AMBTENAREN HEBBEN ENORM VEEL VAKANTIE

“Klopt (lacht). Ik heb 26 vakantiedagen en 12 compensatiedagen. Hier mag ik zeker niet over klagen. Het is wel zo dat in sommige privésectoren een feestdag die in het weekend valt, vervangen wordt door een verlofdag de maandag daarop. Bij ons is dat niet het geval, maar worden die feestdagen gecompenseerd door een week vakantie tussen kerstmis en nieuwjaar.”

7 AMBTENAREN GAAN TE SNEL MET PENSIOEN

“Dat cliché klopt niet voor een ambtenaar. Je pensioen wordt namelijk berekend op de laatste tien dienstjaren en er wordt rekening gehouden met periodes van inactiviteit, loopbaanonderbreking of studies. Vroeger op pensioen gaan is mogelijk vanaf zestig jaar, maar dan moet je wel inboeten op je pensioen. Dat is een afweging die je zelf moet maken.”

8 AMBTENAREN HEBBEN EEN GOED PENSIOEN

“Ik vind dat wij een goed pensioen hebben. Het is natuurlijk niet te vergelijken met dat van iemand uit de privésector. Wij hebben geen groepsverzekering. Wel kun je ons pensioen vergelijken met ‘uitgesteld loon’, omdat er maandelijks meer wordt afgehouden van ons loon om dat pensioen te betalen. Maar ik denk dat wij zeker niet mogen klagen.”

9 AMBTENAREN LEZEN ‘S MORGENS EERST DE KRANT VOOR ZE WERKEN

“Dat kan. Ik doe het zelf ook, maar wel buiten de werkuren. Het is natuurlijk voor een belastings inspecteur interessant om up-to-date te blijven met wat er in de maatschappij gebeurt en de krant te lezen.”

10 FOD FINANCIËN ZIJN MUGGENZIFTERS

“Wij zijn eerder correct. Bij de Bijzondere Belastinginspectie, en FOD Financiën in het algemeen, passen we eigenlijk gewoon de wet toe. Regels zijn regels. Als je volgens deze regels te weinig betaalt, wordt dat rechtgezet. Omgekeerd, als je te veel betaalt, zullen we dat ook corrigeren.”

11 DE OVERHEIDSDIENST IS GEEN INTERESSANTE OPDRACHTGEVER

“Dat is natuurlijk afhankelijk van wat jij zelf belangrijk vindt. Op elk potje past een dekseltje. Voor mij is het belangrijk dat mijn werk een maatschappelijke meerwaarde heeft. Een mooi loon en een degelijke work-lifebalance speelden voor mij ook een rol. Bij FOD Financiën heb je daarnaast ook werkzekerheid en een goede vakantieregeling.”

12 ALS AMBTENAREN VASTBENOEMD ZIJN, IS HUN MOTIVATIE WEG

“Dat imago hangt vast aan de ambtenarij, maar niets is minder waar. Ik mag met genoegen zeggen dat we bij de Bijzondere Belastinginspectie een gedreven team hebben waar ik enorm trots op ben. We werken enorm hard om fraude en belastingontwijking te voorkomen. We dragen allemaal ons steentje bij en zo kunnen de mensen in de maatschappij erop vertrouwen dat belastingen, taksen en rechten correct en rechtvaardig betaald worden.”

TIP voor young graduates

alexandra arys

“Zie solliciteren als daten. Je moet een werkgever zoeken die bij je past. Kijk eerst naar jezelf. Waar ben je naar op zoek? Wat vind jij belangrijk in een job? Denk eraan dat je bij je werkgever moet passen maar ook omgekeerd.”

BAANBREKENDE WERKGEVER

Hoe kijken jonge professionals naar de mobiliteit van de toekomst?

Voor de werkgevers van de toekomst is het een no-brainer om milieuvriendelijke vervoersmodi te stimuleren. Maar op welke vervoersmodi zet je het best in?

TEKST FELIX FERRET FOTO KOEN BAUTERS

65,84 procent van het woon-werkverkeer gebeurt vandaag met de wagen, volgens het Onderzoek Verplaatsingsgedrag van de Vlaamse overheid. De wagen is en blijft dus de dominante vervoerswijze van de werkende mens. Met de fiets naar het werk rijden, zit de laatste jaren wel in de lift dankzij de opkomst van de elektrische fiets. 15,40 procent neemt de fiets naar het werk. Openbaar vervoer is goed voor 10,7 procent van de woon-werkverplaatsingen.

De centrale vraag in het mobiliteitsdebat: hoe kunnen werkgevers inzetten op alternatieve vervoersmiddelen voor hun werknemers? Een enthousiaste groep jonge professionals ging, in functie van het project Baanbrekende Werkgever, erover in debat onder de begeleiding van Davy Janssens en An Neven, mobiliteitsexperts van de Universiteit Hasselt.

GROENER ONDERWEG

Baanbrekende Werkgever is een traject om werkgevers te helpen een duurzaam mobiliteitsbeleid en mensgericht personeelsbeleid te voeren. De fiets krijgt een centrale plek in het mobiliteitsbeleid van deze werkgevers. Het is het vervoersmiddel bij uitstek om groener onderweg te zijn én gemakkelijk te promoten als onderdeel van het mobiliteitsbudget, waarbij de werknemer een budget flexibel kan besteden aan actieve vervoersmodi en openbaar vervoer.

Als we de wagen nemen, laat het dan de meest milieuvriendelijke zijn: hybride wagens, elektrische wagens en deelauto’s. Baanbrekende Werkgevers maken werk van een carpolicy die de keuze voor groene bedrijfswagens of deelauto’s sterk aanmoedigt en daar ook de aangepaste infrastructuur aan koppelt. Een Baanbrekende Werkgever speelt dus een voortrekkersrol in de duurzame modal shift: de blijvende verschuiving naar meer duurzame vormen van mobiliteit. Al is en blijft de auto een sterk product in ons huidige mobiliteitsklimaat. Complexiteit, keuzestress en de extra inspanningen die bij multimodale mobiliteit komen kijken, zijn de vaak gehoorde redenen waarom alternatieven links blijven liggen.

An Neven, mobiliteitsexperts bij Universiteit Hasselt.

BEDRIJFSWAGEN

De bedrijfswagen is en blijft een heet hangijzer in het debat, zo bleek ook tijdens de workshop. Eén op de vijf wagens op onze wegen is een bedrijfswagen, net als meer dan de helft van alle nieuwe wagens. Heel wat deelnemers aan het debat wezen erop dat de bedrijfswagen voor de werkgever een grote troef is in de war for talent. Anderen benadrukten dan weer dat het concurrentievoordeel volledig wegvalt als je de bedrijfswagen gewoon afschaft.

Maar iedereen was het erover eens dat het mobiliteitsbudget de belangrijkste stap is om mobiliteit inclusiever te maken en een duurzame modal shift mogelijk te maken. In die duurzame mobiliteitsshift zullen smartcitytoepassingen een belangrijke rol spelen. Technologie kan ons bijstaan om mobiliteit efficiënter te beheren en te sturen. Carpoolen, geconnecteerd vervoer, autonoom vervoer, elektrisch rijden: allemaal profiteren ze van smartcitytechnologieen. Voor zwakke weggebruikers kan de technologie ten dienste staan van hun veiligheid en efficiëntere infrastructuur.

Is jouw organisatie klaar voor het talent van morgen?

Sluit je aan en word een Baanbrekende Werkgever:

www.baanbrekendewerkgever.be/ certificatietraject-24

THE MAKING OF

Go for happy Magazine nummer 9 is de tweede Young Graduates Special die de Gentse Arteveldehogeschool mocht maken. Voor dit project werkten studenten uit drie opleidingen een semester lang samen onder de kundige leiding van drie teamleaders: Lisa Van Garsse (communicatie), Gitte Van der Meersch (journalistiek) en Laura Oosterlinck (grafische en digitale media). Laura nam er ook nog de algemene coördinatie bij en werd zo centraal aanspreekpunt voor studenten, begeleidende docenten en opdrachtgevers.

TEKST GEORGES BLOEMEN

WAT HEBBEN JULLIE TIJDENS HET MAKEN GELEERD OF AFGELEERD?

“Werken volgens strak afgelijnde processen die hun nut al bewezen hebben in het verleden, dat was zeer leerrijk voor mij”, weet Lisa. “Er zijn zo veel mensen betrokken bij deze uitgave, je moet zo veel regelen, dus ik heb een heel andere kant gezien van wat we later zullen doen.”

WAT WAS DE GROOTSTE MEEVALLER?

“De samenwerking tussen de studenten van de drie opleidingen was top”, aldus Lisa. “Onze suggesties werden vlot aangenomen, we luisterden naar elkaar en we gaven elkaar krediet. Zo was er een algemene consensus over sociale media bijvoorbeeld: die zijn voor de studenten communicatie, die kunnen dat het best.”

WAT WAS DE GROOTSTE TEGENVALLER?

Laura twijfelt geen seconde over haar antwoord: “Twee van onze fotografen vielen op een cruciaal moment tegelijkertijd uit met corona. We moesten dus snel reorganiseren en onderhandelen met alle opdrachtgevers. Maar het is uiteindelijk allemaal gelukt.”

WAT IS JULLIE LEUKSTE ANEKDOTE?

“Bij de eerste fotoshoot had ik zo weinig geslapen dat ik steeds de slappe lach had”, weet Gitte nog. “Gelukkig hebben ze een goede koffiemachine daar op die campus!”

“En ik heb een uur lang foto’s moeten uploaden, toen ik op een verjaardagsfeestje was”, zegt Laura. “Ik heb daarvoor een uur aan de kant gezeten en niemand had ook maar het flauwste idee waarmee ik bezig was.”

WAT GA JE NOG GEBRUIKEN IN JE LATERE CARRIÈRE?

“Al die nieuwe kennis en ervaring, die pak ik zeker mee”, zegt Lisa. “Ik heb nog niet beslist wat ik ga doen. Daarom heb ik dit ook heel bewust meegedaan. Het was voor mezelf ook het leerrijkst, want ik voelde me voor dit project eigenlijk (nog) geen echte copywriter.” Laura Oosterlinck

Gitte Van der Meersch

Lisa Van Garsse

ILLUSTRATIE GILLES VISART, LAURA OOSTERLINCK & NICOLAS TOLLENAERE

This article is from: