Weltethos 3

Page 1

SOCIALE EN POLITIEKE ETHIEK Weltethos 3: Een moraaltheologische discussie Drs. J.L.C. Marechal

Weltethos


2

Vooronderstelt ethiek het geloof? Discussie tussen Umberto Eco en (kardinaal) Carlo Maria Martini Is volgens Martini voor ethiek het geloof nodig? Volgens Martini is er geen geloof nodig om ethisch correct te handelen. Uit de praktijk blijkt volgens Martini dat gelovigen en niet gelovigen een even goed zedelijk leven leiden. Maar Martini blijft gefascineerd m.b.t. de vraag waar ongelovigen hun ethisch handelen in funderen. Waarom handelen ongelovigen onder alle omstandigheden goed, wat is hun motivatie daartoe? Wat is volgens hem de betekenis van het geloof voor de ethiek? De betekenis van het geloof voor de ethiek is letterlijk een fundamentele. Het morele handelen wordt gefundeerd in een voor de mens overstijgend geheim. Het geloof is de transcendente fundering van het menselijk ethisch handelen. Een juiste levenshouding (naar het voorbeeld van Jezus Christus) moet de mens helpen onder alle omstandigheden het goede te doen. De solidariteit gaat terug op de Schepper van alles en iedereen.

Waarin is voor Umberto Eco de ethiek “gegrond”? Ethiek is volgens Umberto Eco gegrond, gefundeerd in de ander. De ethiek begint daar waar andere mensen deelgenoot worden van mijn zijn. Het aangezicht van de ander maakt uiteindelijk duidelijk wie wij zelf zijn want “wij hebben de anderen in ons”. De ander maakt ons mens. De ander is een transcendent begrip en daarmee de fundering van mijn ethische verantwoordelijkheid. Hoe zou je beide auteurs plaatsen t.o.v. het “project Weltethos”? Martini: volgt het betoog van Küng: “Alleen iets absoluuts kan absoluut funderen en verplichten.” Dit is in ieder geval iets wat godsdiensten kunnen (en moeten) doen. Het verschil met Küng is dat Martini niet bij voorbaat al zegt dat een ongelovige dit niet kan, maar rechtstreeks aan de ongelovigen vraagt waar voor hen de grond van hun ethisch handelen ligt. Hij vraagt zich af of zo’n grond er wel is en neigt ertoe deze alleen aan de godsdiensten toe te schrijven, maar hij onderzoekt het wel. Bij Martini is sprake van een echte dialoog tussen gelovigen en niet-gelovigen.

2


3

Eco: Bestrijdt met Küng dat een ongelovige ethiek niet onvoorwaardelijk kan funderen. De absolute grond van de ethiek ligt in de ander: het aangesproken worden door de ander en door de ander een eigen identiteit krijgen.

Mensenrechten – Universeel? (gem. tekst, bijdragen van Karl Merks en Arnold Burms in Musschenga, Does Religion matter Morally? The critical reappraisal of the thesis of morality’s independence from religion) Probeer de argumentatielijn van Merks in het kort vast te leggen: De centrale vraag van dit artikel is of moraal afhankelijk is van religi e? De vraag wordt bestudeerd vanuit de optiek van de moraal theologie. Volgens vele filosofen en theologen is moraal niet afhankelijk van religie. Moraal is namelijk universeel en rationeel en religie is dat niet. Maar wat wordt er hier met onafhankelijk en universeel bedoeld? Hebben we het hier over logische onafhankelijkheid of de facto onafhankelijkheid? Universele aanvaarding of universeel gefundeerd? De these dat moraal niet afhankelijk is van religie omdat het rationeel zou zijn is ook aanvechtbaar. Het is helemaal niet duidelijk of rationaliteit een universeel cultureelonafhankelijk concept is. De project van een universele moraal doelt op een algemene communiceerbaarheid van ervaringen van zinvolheid en verplichting. Daarom zegt Merks, een universele moraal betekent de bevestiging dat de ervaringen van mensen en de daar uit voortkomende morele verplichtingen overeenkomsten vertonen. De vraag van de universaliteit van de moraal is niet alleen een methodologisch probleem maar tevens een identiteitsprobleem. De universaliteit van de moraal is een existentiële probleem. Elk geloof heeft zijn particuliere moraal en wil deze universeel opleggen/uitdragen. Moraal theologen gaan verder dan het eigen geloof en moeten tot de conclusie komen dat hun moraal niet exclusief verbonden is met het christelijke geloof. Gelovigen en ongelovigen kunnen voor een deel dezelfde moraal hebben zonder dat ze voor de rest fundamentele overeenkomstige denkbeelden hebben. Het christendom moet haar identiteit bijstellen want het kan niet de bedoeling zijn dat zij een bepaalde universele moraal particulier monopoliseert. Het gaat er om hoe men de eigen overtuiging universeel wil uitdragen: opdringen of overtuigen met rationele argumenten. Morele theologen verdedigden een rationeel concept van moraliteit, lang voor de Verlichting. De universele rationaliteit van de moraal betekent dat de eigen morele opvattingen niet exclusief verbonden kunnen worden met de eigen religie. Doe je dit wel dan krijg je fundamentalisme. Ethische universaliteit is niet langer gebaseerd op een specifiek geloof. Een heroverweging van de rol van het eigen geloof is het gevolg. Het christelijke geloof mag dan uniek zijn maar niet de moraal die dit geloof bezigt. Universele moraal is een weg naar 3


4

vrijheid, want het opent de weg naar kritiek op religieus gefundeerde morele onderdrukking. Het idee van een universele moraal is een verdediging tegen religieus moreel positivisme en tegen andere vormen van moreel positivisme. Maar de vraag is of de zgn. universele moraal eigenlijk niet meer is dan een uitdrukking van onze eigen dominante cultuur wat wij universeel humaan achten? (kritiek vanuit het postmodernisme). Universele acceptatie van moraal is alleen mogelijk als we differentiatie toelaten op het concrete niveau. Mensen Rechten zijn universeel maar moeten cultureel, verschillend worden uitgevoerd. Dit geldt zelfs voor de Rechten van de Mens, wat we toch als het paradigma van de universele moraal zien. (Het is de basis van de universele moraal). Heeft dit gevolgen voor de identiteit van de christelijke moraal? Volgens Merks moet over deze vraag serieus worden nagedacht. In hoeverre is Burms tegen Merks: Wat is het hoofdargument van Burms? De Mensen Rechten wordt verweten niet helemaal universeel te zijn. Ze benaderen de problemen niet van alle kanten. Dit probleem noemt Merks en hij probeert er oplossingen voor aan te dragen. Maar hij ziet blijkbaar geen enkel probleem zijn (populaire) veronderstelling dat het respect voor andere mensen identiek is met de bereidheid problemen vanuit hun standpunt te benaderen. Burms ziet dit als een grote fout. Ons respect voor andere mensen moet inhouden respect voor baby’s, zij die geestelijk gehandicapt zijn of gek. Maar welke waarden heeft het verzoek om hier het van hun standpunt te benaderen. Vaak beseffen zij niet wat hun optiek is en zowel dan is die vaak verward. Wat goed is voor hen hoeft nog niet samen te vallen met wat zij zelf willen. Het standpunt van de ander kunnen innemen is slechts één manier van respect voor de ander tonen/hebben. Waarom is dit simpele feit vaak genegeerd of ontkent? Antwoord: de autonomie van de mens staat hoog genoteerd in de morele taxonomie. Narcistisch wordt de indruk gewekt dat het zelfbeeld ook absoluut goed is. “Universele acceptatie van moraal is alleen mogelijk als we differentiatie toelaten op het concrete niveau. Mensen Rechten zijn universeel maar moeten cultureel, verschillend worden uitgevoerd”, aldus Merks. Burms is het daar ook niet mee eens want de Mensen Rechten zijn juist ontworpen als culturele onafhankelijke controle op regimes die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten. Het heeft weinig zin als dit soort culturen met dit soort regimes de mensrechten hun eigen culturele invulling mogen geven. Onafhankelijke mensenrechten moeten individuen juist beschermen tegen dit soort cultureel bepaalde uitwassen. De mensenrechten kunnen dan ook geen groot uitgewerkt plan zijn, maar een minimum, een conceptueel raamwerk. Harmonie: individu – cultuur (Burms) maar individu tegen cultuur (Merks). Mensenrechten zijn gebaseerd op smalle moraal eigenlijk brede moraal. vrijheid voor iedereen en geen schade doen! Conclusie Ik ben het met Merks eens dat universele acceptatie van moraal alleen mogelijk is als we differentiatie toelaten op het concrete niveau. Mensenrechten zijn universeel, maar moeten

4


5

cultureel, verschillend worden uitgevoerd. We moeten oppassen dat wij onze westerse moraal niet proberen op te leggen aan andere landen. De communicatie moet worden gezocht en niet manipulatie, bevoogding of morele onderdrukking door bijv. bepaalde westerse ‘mensenrechten’ overal proberen af te dwingen aan de hand van financiële steun en ontwikkelingsgelden, want naar mijn mening hebben de West-Europese landen er mede schuld aan dat door de kolonisatie politiek er onderontwikkeling is.

“Erklärung des Parlaments der Weltreligionen” (ed. Kuschel/Küng; cf. “Twee verklaringen”) Wat is het motief voor de Verklaring? De verantwoordelijkheid bij de verantwoordelijken leggen. Een meetlat voor wereldse humaniteit onder welke vlag, alliantie of geloof dan ook omdat elke individu een eigen menselijke verantwoordelijkheid draagt die universeel is. Want globale problemen eisen globale oplossingen op basis van dezelfde basiswaarden, normen en ideeën, die gerespecteerd worden door alle culturen en samenlevingen. Er is een globale ethiek nodig want de verschillende wetten en voorschriften is niet voldoende. Het motief is de vrijheid van burgers in balans te brengen met hun menselijke verantwoordelijkheid. Het is echter ook een middel om de ideologieën, geloven en politieke opvattingen met elkaar te verzoenen. Welke feiten “noodzaken” tot de Verklaring? Globale problemen eisen globale oplossingen. De wereld is namelijk in angst: het aardse ecosysteem wordt geschonden, armoede, honger, economische problemen, mensen die buitenspel worden gezet, kinderen die sterven aan geweld, en vooral haat en agressie in naam van religie. De oude problemen lijkt niemand te kunnen oplossen terwijl er elke dag weer nieuwe problemen bij komen. Dit alles is niet nodig want er is al sprake van een basis ethiek. Een ethiek die zorgt voor individuele en globale orde. Wat zijn de eisen, die uit zo’n wereldethos voortvloeien? Een fundamentele eis is: Elk mens moet menselijk worden behandeld. (What you do not wish done to yourself, do not do to others of meer positief: What you wish done to yourself, do to others). Je moet de ander welwillend bejegenen. Het goede doen en het kwade laten (verplichten tot goedheid). Men moet zich moreel gedragen. Vier onherroepelijke eisen: 1. -

Een binding met een cultuur van geweldloosheid en respect voor het leven. You shall not kill of meer positief: Have respect for life. Problemen niet met geweld oplossen maar met een vreedzaam rechtsysteem. Jonge mensen moet geleerd worden dat geweld nooit een oplossing kan zijn. We moeten in harmonie samenleven met de natuur en de kosmos. Iedereen verdient respect, we moeten daarom tolerant zijn t.o.v. elkaar.

5


6

2. Een binding met een cultuur van solidariteit en een rechtvaardige economische orde - You shall not steal of meer positief: Deal honestly and fairly. (respecteer de eigen sfeer van de ander.) - Er is globale rechtsvaardigheid nodig voor globale vrede. - Jonge mensen moet geleerd worden dat bezit draagt verplichtingen met zich mee en op hetzelfde moment moet het de gemeenschap ten goede komen (just economic order). - Als we de situatie van de minder bedeelde willen verbeteren dan moet de wereld economie rechtvaardiger worden gestructureerd. - Economische en politieke macht moet worden gebruikt om de menselijkheid te dienen vanuit een wederzijds respect in soberheid en bescheidenheid. 3. -

Een binding met een cultuur van tolerantie en een leven van waarheidsliefde You shall not lie of meer positief: Speak and act truthfully! Er is geen globale rechtvaardigheid zonder liefde voor de waarheid en menselijkheid. Jonge mensen moet geleerd worden dat ze naar waarheid en geweten moeten denken, spreken en handelen. De waarheid moet nageleefd worden ook al komt dit ons soms niet goed uit.

4. Een binding met een cultuur van gelijke rechten en deelgenootschap tussen mannen en vrouwen - You shall not commit sexual immorality of meer positief: Respect and love one another! - Er is geen authentieke menselijkheid zonder in verbondenheid samen te leven. - Jonge mensen moet geleerd worden dat ze seksualiteit zien als levensbevestigend en niet als iets destructiefs. - Menselijke voldoening is niet identiek aan sexualiteit maar aan liefde. - Het huwelijk is los van culturele en religieuze variëteit gebaseerd op liefde, trouw en duurzaamheid. - Alleen wat op het niveau van persoonlijke en familiaire relaties beleefd wordt (liefde, respect, trouw,…) kan worden nageleefd op het niveau van naties en religies. Waarom juist een verklaring van de wereldgodsdiensten? Elke keer zien we weer dat leiders en leden van religies mensen aansporen tot agressie, fanatisme, haat en xenofobie – zelfs inspireren ze anderen om tot geweld over te gaan. Religie is vaak misbruikt voor puur politieke macht spelletjes, inclusief oorlog. We walgen hiervan. Een ethiek bestaat al in het religieuze gedachtegoed, wat de problemen van de wereld kan aanpakken. Ze zullen de problemen niet oplossen maar bieden een moreel fundament voor een betere individuele en globale wereldorde. Wij constateren dat er binnen de verschillende religies consensus bestaat voor een globale ethiek. Een minimale fundamentele consensus betreffende bindende normen en waarden, onherroepelijke regels, en fundamentele morele houding. Zonder zo’n fundamentele ethische consensus zal vroeg of laat elke gemeenschap bedreigd worden door chaos of dictatuur en individuen in problemen. We vertrouwen er op dat onze duizenden jaren oude religies en ethische tradities kunnen zorgen voor een ethiek die overtuigend en praktisch is voor alle mannen en vrouwen, religieus of niet-religieus. Religie mag ons niet weerhouden van het onderschrijven van waar we het allemaal over eens zijn. Ze kunnen misschien niet alle problemen oplossen maar ze kunnen wel ons op een ander spoor zetten. Een verandering in onze innerlijke oriëntatie, onze hele mentaliteit, de harten van mensen en een bekering van het slechte pad naar een nieuwe oriëntatie in het leven. Spirituele

6


7

vernieuwing. De spirituele kracht van religies kan ons een fundamenteel vertrouwen geven, een grond van zinvolheid, uiteindelijke manier van leven, en een spiritueel huis. De mogelijke universaliteit of universaliseerbaarheid van dit ethos: een conclusie Globale problemen verlangen globale oplossingen. Daar ben ik het helemaal mee eens. De wereld wordt steeds ‘kleiner’ door moderniseringsprocessen als globalisering. Individuele opvattingen mogen niet tot de universele opvattingen worden gereduceerd, want dan is er uiteindelijk sprake van anomie. Universele ethos is mogelijk en noodzakelijk. Een norm die de individuele mens, cultuur of land overstijgt, opdat wij in de wereld in vrede kunnen en mogen leven zoals wij leven.

Hans Küng

7


8

Hans Küng: Weltethos für Weltpolitik und Weltwirtschaft Thomas Hoppe, Weltinnenpolitik durch Weltethos? De stappen van küngs uiteenzetting Een grote ethische consensus voor de wereld is dat geen illusie? Er zijn zulke grote verschillen tussen landen en culturen. Juist door de grote verschillen is er een basisconsensus noodzakelijk. 1. De praktijk laat een grote polarisatie zien tussen gelovigen en ongelovigen (geseculariseerden). De democratie overleeft het niet als er geen coalitie wordt gevormd, in onderling respect, tussen gelovigen en niet-gelovigen. 2. De praktijk laat een strijd tussen culturen zien. Er is geen vrede tussen culturen zonder vrede tussen religies. En er is geen vrede tussen de religies zonder een dialoog tussen de religies. 3. De praktijk laat zien dat dogmatische, fundamentalistische opvattingen religies er van weerhouden samen te werken. Er is weinig dialoog door de waarheidsclaim van elke religie. De ethische positie moeten we niet laten bepalen door een voorethisch principe (overtuiging, religie,…). We moeten de ethische positie ontkoppelen van voorethische visies. Er is geen nieuwe wereldorde zonder een nieuwe wereldethos. Een globale ethiek is geen nieuwe ideologie of supercultuur,… Globale ethiek is positief gezegd niets anders dan een noodzakelijk minimum van gemeenschappelijke waarde, maatstaven, en grondhoudingen die door alle gelovigen, ondanks de dogmatische verschillen, en niet-gelovigen onderschreven wordt. Een allgemeingültige ethische standard: algemeen aanvaarde waarden, normen en houdingen als richtsnoer, maatstaf voor ons zedelijke handelen. Hier wordt geen ethische totaal consensus mee bedoeld want de identiteit van de verschillende culturen moet gewaarborgd blijven. Maar de verschillen zijn ook weer niet zo groot want het gaat overal over mensen. We hebben het hier over een ethische minimumconsensus als humane eenheid in de verscheidenheid. Michael Walzer: De overeenstemming tussen volken is waarheid en gerechtigheid. Dit is de elementaire ethische standaard, de kernmoraal: recht op leven, recht op gelijke behandeling,… Walzer noemt dit een minimale moraal of een moreel minimum. Hiermee wordt bedoeld morele begrippen die een minimale betekening en invulling hebben. Deze dunne moraal moet in de verschillende culturen inhoud krijgen totdat er een dichte moraal ontstaat. Met deze concrete inzet van Walzer onderscheid hij zichzelf van twee belangrijke sociaalfilosofieën van onze tijd (John Rawls en Karl-Otto Apel/Jürgen Habermas). Küng spreekt liever niet van dunne en dichte moraal maar van elementaire en gedifferentieerde moraal. Belangrijker is echter wat dit onderscheidt betekend voor de ethische consensus. - Dunne/elementaire moraal: deze moraal is het fundament die consensus mogelijk maakt. Deze pure moraal van waarheid en gerechtigheid mag nooit worden opgegeven. (abstract, algemeen, universeel) - Dichte/cultureel gedifferentieerde moraal: vertaling van de basismoraal waar geen consensus over nodig is. (concreet, relativistischer, particulier) (Ik denk hier ook aan de tekst van Merks die de Mensenrechten cultureel gedifferentieerd wil vertalen i.t.t. Burms).

8


9

Menselijkheid is de kleinst mogelijke voorwaarde voor het menselijk samenleven en gemeenschappelijk handelen. In de verscheidene grote religieuze tradities vindt men variaties op: Doe al dat gene wat jij zelf ook wilt en wil je dat zelf niet dan moet jij het ook niet doen. Rechten functioneren niet zonder plichten. De mens heeft niet alleen maar rechten maar tevens plichten. We leven in een tijd waar de mens rechten op eist zonder enige plichten te erkennen. Natuurlijk is het woord plicht misbruikt door bijv. totalitaire systemen. Plicht is plicht (Befehl ist Befehl). Dit mag nooit meer gebeuren maar dit mag ons niet verhinderen het begrip gedifferentieerd op te nemen. Het is namelijk door Kant een sleutelbegrip van de moderne tijd geworden. De plicht doet een beroep op het verstand. Het onderscheidt ons van de dieren die slechts hun lusten nastreven. Alle rechten impliceren plichten maar niet alle plichten volgen uit rechten. “Rechte implizieren gewisse Pflichten, das sind rechtliche Pflichten (vollkommenen Pflichten). Aber keineswegs alle Pflichten folgen aus Rechten. Es gibt auch originär ethische Pflichten (unvollkommenen). Fundamentele rechten zijn vastgelegd in de wet en daarmee af te dwingen. Maar mensen hebben ook persoonlijke plichten die niet door het gerecht worden opgelegd. We bevinden ons hier op het gebied van de ethos. Door onze vrijheid is deze niet af te dwingen. Uit de mensenrechten alleen kan geen omvattende menselijke ethos worden geformuleerd. Dit valt niet mee het recht functioneert vaak niet omdat de ethische wil er niet is. Je sluit bijv. een vredesverdrag maar houd je daar enkel aan totdat het weer gunstig is dit verdrag te verbreken. De verwerkelijking van vrede, gerechtigheid en menselijkheid hangt af van het inzicht en de bereidheid van de mensen. Het recht heeft een moreel fundament nodig: - De wereldorde kan niet alleen met het recht worden bereikt. - Mensenrechten veronderstelt bewustzijn van de eigen plichten waar de ratio en het hart van de mensen op aangesproken moet worden. - Geen nieuwe wereldorde zonder een wereldethos. Hoe moeten we de Wereldethos concretiseren? Criteria - Een concretisering van het wereldethos mag niet enkel een dunne/minimum ethos inhouden. Het moet een ethos zijn die door gelovigen en niet-gelovigen onderschreven kan worden ook als ze het transcendentele fundament niet delen. Het moet een ethos zijn voor iedereen ook niet-intellectuelen. - Een concretisering van het wereldethos mag niet enkel een dichte/maximum ethos inhouden. De ethiek mag niet een speelbal van de politiek of het gerecht worden. Ethiek is meer dan dat. Ethiek valt niet samen met wat is maar vraagt naar wat er uiteindelijk gedaan behoort te worden. Om bij de concretisering uit te komen zijn er drie doodlopende wegen die we van meet af aan moeten zien te vermijden: 1. Een verdubbeling van de mensenrechtenverklaring: Een wereldethos-concretisering moet de mensenrechtenverklaring van de VN, die vaak genegeerd wordt, ethisch voeden, stutten. Maar als daarbij enkel verklaringen van de mensenrechtenverklaringen herhaalt worden, kan men van zo’n concretisering afstand doen; Ethos is, zoals we zagen, meer dan recht, ethische plichten zijn meer dan slechts rechtelijke plichten. Bovendien wordt zo’n ethos-concretisering vooral een typisch westerse 9


10

onderneming en blijft de oosterse naties en culturen vooral de verwijten niet bespaart. Dat mag het niet zijn. 2. Een casuïstische morele preek: Een weltethos-concretisering zal ook uitspraken doen over eerbied voor al het leven en sexuele moraal. Maar dit mag niet vanuit de religies en hun dogma’s gebeuren door een wijzend vingertje op te houden. Voor vele vrouwen en mannen zal dit op weerstand stuiten en geen consensus bevorderen. De voor alle landen en culturen omstreden vragen rond euthanasie en abortus zal van meet af aan worden getorpedeerd. 3. Een geestdriftige religieuze proclamatie: Religieuze mensen kunnen hun weltethos religieus concretiseren omdat zij de empirische wereld niet als uiteindelijke wereld zien maar ze moeten daarbij wel de economische, politieke en sociale wereld serieus nemen anders wordt de concretisering wereldvreemd. Een formeel wereld-ethos moet: 1. De werkelijkheid recht doen. We moeten de wereld zien zoals hij is en niet alleen zoals hij behoort te zijn. We moeten altijd van wat is vertrekken om van daaruit naar wat behoort te zijn te komen. 2. Op het diepere ethische vlak doordringen, het vlak van verplichtende waarde, vaststaande maatstaven, en innerlijke grondhoudingen. Men mag niet op het vlak van het gerecht en de politiek blijven hangen. 3. Voor iedereen te begrijpen zijn. Technisch en wetenschappelijk jargon moet worden vermeden. 4. Geschikt zijn om tot consensus te komen: geen numerieke eenstemmigheid, wel echter een morele eensgezindheid is na te streven. Er moeten uitspraken worden vermeden die dit in de weg staan. Er is een acceptatieproces noodzakelijk opdat de Weltethos door de verschillende culturen, religies en ongelovigen onderschreven kan worden. Een goed teken is het InterAction Council (1996) waarin voormalige staatslieden en ministerpresidenten onder voorzitterschap van voormalig Bondkanselier H. Schmidt spreken (en onderschrijven) over hun zoektocht naar een globale ethische standaard. (“In search of Global Ethical Standards”). Chicago-verklaring (1993 door 6500 mensen van verschillende religies: dit is een goed teken in een tijd waarin men elkaar naar het leven staat om religieuze verschillen. Het is een begin, en geen eindpunt, van een lange weg naar acceptatie van elkaar) wordt door hen onderschreven. Natuurlijk weten ook deze staatslieden dat religie in het verleden een negatieve rol heeft gespeeld maar dat weerhoudt hen niet de positieve rol te belichten. Een rol die alle mensen bij elkaar brengt. De staatslieden zijn zeer duidelijk over de rol van ethiek en politiek. De ethiek komt voor de politiek en het recht. De ethiek moet een minimale maatstaf van menselijk handelen formuleren die ons mensen, de politiek en het recht informeert en inspireert. Ze zijn blij met de Chicago-verklaring. Over de mensenrechten en de mensenplichten. Er komt geen betere wereldorde zonder een wereldethos. Het gaat hier om een minimale fundamentele consensus met bindende waarden, onherroepelijke maatstaven en morele houdingen, die door religieuze (los van hun dogma’s) en nietgelovigen onderschreven kan worden. Een alliantie tussen gelovigen en nietgelovigen is belangrijk. Waarop doelt zij? De Chicago-verklaring is de meest elementaire maar die toch uiteindelijk menselijk is. Elk mens (zonder onderscheid te maken) moet menselijk worden behandeld. De maatstaf van menselijkheid verplicht ons het goede te doen en het slechte te laten. De Chicago verklaring is zeer elementair:

10


11

-

Elk mens moet menselijk worden behandeld. De mens behoort zich menselijk te gedragen door het goede te doen en het kwade te laten. Wat jij wilt dat ze jou doen doe dat ook de ander.

De InterAction Council formuleert vier plichten: - Geweldloosheid en respect voor het leven - Culturele solidariteit en een gerechtelijke economische orde - Culturele tolerantie en leven in waarheidsliefde - Culturele gelijke berechtiging en partnerschap tussen man en vrouw De mensen hebben de plicht de waarheid te zeggen. De mens mag niet liegen. We moeten denken en handelen in waarheid. Er is geen wereldgerechtigheid zonder waarheid en menselijkheid: Verpflichtung auf Wahrhaftigkeit A.Van de grote tradities leren we: Je mag niet liegen! of positief: denk en handel naar waarheid en geweten. B. Dit geldt voornamelijk voor: - de massamedia; - de kunst, literatuur en wetenschap; - de politiek en politieke partijen; - de vertegenwoordigers van religies. Niemand hoeft zich te vergissen: Er is geen wereldgerechtigheid zonder waarachtigheid en menselijkheid! C. Jonge mensen moet geleerd worden waarachtigheid in denken, praten en handelen. Ieder mens heeft recht op waarheid en waarachtigheid. D. Waarachtig mens zijn is in de geest van onze grote religieuze en ethische tradities het volgende: - In plaats van vrijheid met willekeur en pluralisme met beleefdheid te verwarren, de waarheid betekenis te verlenen. - In plaats van oneerlijkheid, huichelarij, en opportunisme, de geest van waarachtigheid, ook in het dagelijkse leven. - In plaats van ideologische of partijdige halfwaarheden uit te dragen, in een onomkoopbare waarachtigheid de waarheid steeds op nieuw te zoeken. - In plaats van opportunisme aan te hangen, in betrouwbaarheid en voortdurend de enige echte waarheid te dienen.

11


12

De positieve en/of negatieve aspecten die Hoppe ter sprake brengt Weltinnenpolitik durch weltethos? Wereldse politiek met behulp van wereldethiek? Positief: a. Spelregels voor de nieuwe wereldorde die in de tijd waarin het projekt wereldethos begon mogelijk leek (val van Berlijnse muur. Het symbool dat de verschillen tussen de twee blokken overwonnen zou worden. Dit viel samen met het belangrijkste document: “Charta van Parijs voor een nieuw Europa”, de conferentie voor veiligheid en samenwerking in Europa. b. Wereldethos als een bewustzijnsproces in de lijn van de politieke en ethische overdenkingen van Carl Friedrich von Weizsäcker in zijn studie “Wege in der Gefahr”. Ook Küng gaat het om een herontdekking van de ethiek in de politiek en de economie. Ook hij wil een ethische consensus door een interreligieuze dialoog en met geseculariseerde instituten. c. Ook bij Küng wordt de ethos verankerd in zijn religie en gezien als het ethische fundament i.p.v. slechts een historisch feit. Religie kan het ethos afdwingen. Twee opgaven: 1. verbreiding van de consensus basis voor ook inhoudelijke contouren van de elementaire ethos. 2. Een weg zoeken naar identificatie opdat deze ethos voor de feitelijke politiek en maatschappij vruchtbaar gemaakt kan worden in spanning met de realistische politiek. d. Een verantwoordelijkheidsethiek tussen realistische en idealistische politiek. Wat is waar ook wat zijn moet in de humanitaire zin van het woord. Wat menselijk gezien mogelijk is. e. Een deugdenethiek (mesotes-leer van Aristoteles): Basisconsensus van de grote wereldreligies in vijf geboden samengevat. (blz. 412) f. Op macro niveau wil iedereen gerechtigheid. (dunne moraal daar is consensus nodig maar niet bij de dikke moraal). Negatief: a. Weizsäcker heeft meerdere malen laten zien dat het niet te min een vergissing is om te menen dat zo’n wereldethos-politiek genoeg is om mensen nader bij te brengen op economisch en maatschappelijk vlak. Het subject komt niet of nauwelijks in het geobjectiveerde projekt voor. Er is een vrees voor onbekwaamheid van vrede. Religie kan hier bij helpen. b. De spanning theonomie-autonomie. Kan een niet-religieuze mens ook, niet enkel descriptief, het verschil maken tussen menselijk en onmenselijk als het ethos van Küng een religieus fundament heeft? c. Zijn eigen opgelegde opgaven kan er echter niet in bestaan modellen uit te werken die inhoudsloos zijn, of het formuleren van wereldpolitieke waarden die de schaden moeten beperken of proberen te overwinnen. d. Maar wat is er eigenlijk veel mogelijk menselijk gezien als je beseft hoe mensen met macht omgaan. e. Wat maakt een handeling een zedelijke handeling en waarom?

12


13

f. Maar op microniveau komen de vragen want wat ziet iedere cultuur als gerechtigheid. Particulariteitsprobleem die de realisering van een abstract begrip als gerechtigheid onmogelijk maakt. Er is een differentiatiecriterium nodig die pluraliteit in ethisch denken toelaat.

Helmut Schmidt

13


14

H. Schmidt: Allgemeine erklärung der menschenpflichen Van onze correspondent

2 september 2000

Rechten impliceren plichten Op 1 september 1997 werd de “Universal Declaration of Human Responsibilities” door de Verenigde Naties, onder leiding van secretaris-generaal Kofi Annan, opgesteld. Een document mede opgesteld en ondertekend door hen die hun sporen in de internationale politiek meer dan hebben verdiend. Hun autoriteit en internationale invloed moet dit, waarschijnlijk niet zo populaire document, behoeden voor de papierversnipperaar. Namen als J. Carter, M. Gorbatschov, H. Schmidt, A. van Agt, ….en vele andere prominente wereldburgers moeten dit document daadkracht meegeven opdat er werk wordt gemaakt van een universele wereldethos. Geen papierentijger maar een document die naar mijn mening net als de Rechten van de Mens afgedwongen moet worden door de wereldgemeenschap. Dit document is net zo belangrijk als ‘De Verklaring van de Rechten van de Mens’. Alleen dit document is waarschijnlijk minder populair dan de Rechten van de Mens (alhoewel zelfs dat document niet bij iedere burger en staat even veel aanhang geniet) want mensen willen wel rechten maar zijn niet thuis als die rechten pas gestalte kunnen krijgen als zij voldoen aan enkele (negentien) plichten. Mensenrechten zijn belangrijk maar niet toereikend. Uit rechten als vrijheid, gelijkheid en solidariteit vloeien verantwoordelijkheden voort. Rechten impliceren namelijk plichten. Het is hier niet de plek om alle negentien artikelen de revue te laten passeren. Ik wil hier slechts enkele kanttekeningen plaatsen bij drie plichten. De eerste plicht gaat van het meest vanzelfsprekende uit. Mensen hebben de plicht zonder enige uitzondering andere mensen menselijk te behandelen (artikel 1). Met deze plicht is natuurlijk iedereen het eens. Maar in de praktijk blijkt dat niet altijd te kloppen. Verkrachting, intimidatie, moorden, … elk land heeft er mee te maken. We moeten hier beter georganiseerder en gecoördineerder internationaal aan werken. Maar wat gebeurt er als een staat mensen niet menselijk behandeld? En wat wordt er eigenlijk verstaan onder menselijk, is dat wat wij het rijke Westen als menselijk ervaren? Gaat het Westen ingrijpen in China omdat daar mensen monddood worden gemaakt en gefolterd? Hebben wij dan de plicht om in te grijpen? De tweede plicht waar ik enkele kanttekeningen bij wil plaatsen is dat alle eigendommen en rijkdommen rechtvaardig en verantwoordelijk verdeeld moeten worden. Economische en politieke macht moet altijd in dienst staan van economische rechtvaardigheid en sociale orde (artikel 11). Het IMF moet beginnen met de arme landen hun schulden kwijt te schelden en een einde te maken aan de economische kolonisatie van de derde wereld. Dit soort plichten doet het goed op papier en tijdens de verkiezingen maar een wereldethos verwacht ook daden en daar schort het vaak aan. Tenslotte wil ik stilstaan bij de plicht die voortkomt uit het recht van elk mens in vrijheid een religie te praktiseren. De vrijheid van religie brengt de plicht met zich mee dat we vooroordelen en discriminatie van andersgelovigen moeten vermijden. Tolerantie en Wederzijds respect moeten bevorderd worden (artikel 15). Religies hebben vele goede kanten maar tolerantie is er vaak niet een van. De grens aan godsdienst vrijheid is dat we anderen ook hun vrijheid moeten gunnen om anders te denken en te leven (permissiviteit). Daar kunnen wij het natuurlijk allen van harte mee eens zijn, vooral als het onze vrijheid en levensopvatting betreft. Toch wordt in Nederland iemand vrij gesproken, die homoseksualiteit vergelijkt met criminelen, door een beroep te doen op zijn godsdienstvrijheid. Het stond namelijk in de Bijbel. Dit soort praktijken maakt deze Verklaring meer dan noodzakelijk maar tevens laat het de zwakke kanten zien. Welke plicht weegt het zwaarst en kan die worden gewaarborgd? Kortom: De ‘Algemene Verklaring van de Plichten van de mens’ is een goed initiatief maar tot mislukken gedoemd als de wereldgemeenschap niet in dialoog treedt en niet deze negentien waardevolle artikelen anders en daarmee gunstig probeert uit te leggen. Alles is multi-interpretabel maar uiteindelijk weten wij natuurlijk allemaal wat er met menselijk handelen bedoelt wordt. Mensenrechten impliceren Mensenplichten en die laatste kunnen enkel afgedwongen worden als men hieraan wil meewerken als eerste steen van een gigantisch bouwwerk; ‘Wereldethos’ genaamd.

14


15

H. Schmidt: Auf der suche nach einer öffentlichen moral Welke elementen vindt Schmidt belangrijk voor een publieke moraal? Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn of haar daden tegenover de naasten, de gemeenschap, eigen geweten (of – religieus – voor God). Eenieder heeft rechten maar ook plichten. (zelfontplooiing mag niet ten koste gaan van anderen). Een goede opvoeding (we hebben instincten gekregen en geen deugden) voor kinderen maakt dat ze onbewust goede zeden overnemen (instelling van sociaal dienstjaar voor jonge mannen en vrouwen). Jongeren moeten niet alleen eisen stellen maar leren hun verantwoordelijkheid te kennen. Dienstplicht niet afschaffen. Ons land moet zich bewust worden dat als we de grondrechten van 80 miljoen mensen willen respecteren dan hebben we voor alle 80 miljoen mensen regels nodig. Deze orde kan niet alleen van bovenaf ingesteld worden maar we moeten iedereen erop aanspreken. Zonder plichten geen rechten; Zonder deugden geen bestaan; Zonder opvoeding geen deugden. We hebben een duidelijke moraal nodig. Zonder plichten zijn onze rechten op den duur niet veilig. H. Schmidt wil de weg wijzen naar een nieuw begin in de politiek, bedrijfsleven en maatschappij. Niet zwartwerken (maar belasting betalen), geen leugentje om bestwil, geen kadaverdiscipline (dan kan de staat de mens op het verkeerde pad brengen WOII), geen egoïsme of individualisme (maar burenhulp),… Tot hulp bereid zijn is een belangrijke deugd die vooral in de steden verloren is gegaan. (Er is een groot verschil tussen het met je mond belijden en het doen). De VN heeft vastgesteld dat ieder mens plichten heeft tegenover de gemeenschap want dan alleen kan hij zichzelf geheel ontplooien. (Kennedy: “Vraag niet wat Uw land voor U kan doen maar vraag wat U voor Uw land kan doen”). Deze gezindheid kom je in ons land zelden tegen. Het verval van goede zeden is duidelijk maar er is geen een maatschappij die zich kan permitteren de kwestie rechten en plichten niet op te lossen. Omdat plichten door Hitler en ook door de communisten is misbruikt wil bijna niemand meer iets van plichten hebben. Vrijheid en orde kun je alleen in evenwicht houden als je ze door wetten ondersteund. De verhouding tussen mensen, burgers en moraal moeten we in onze jeugd leren. Zo leren we voor anderen verantwoordelijkheid te dragen. Verantwoordelijkheid kan een zware last zijn. Hoe meer invloed, hoe meer verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van politici is groot. Politici en managers hebben verantwoordelijkheden voor het volk en moeten die kunnen verdedigen en uitleggen. Belangrijk is dat hun gedrag onberispelijk is en dat ze ook financieel geen scheve schaats rijden.

15


16

Het is jammer dat mensen zo vaak onder hun verantwoordelijkheid proberen uit te komen. “Ik bemoei mij er niet mee”… als iedereen zo dacht dan zou dat het failliet van de maatschappij zijn. Popper: “iedereen moet bedenken dat zijn manier van leven invloed heeft op het leven van anderen.” Deugden als; hulpvaardigheid, waarheid, zelfdiscipline, toegenegenheid en moed gestalte geven (Geloof, hoop en liefde). Schmidt noemt vier kardinale deugden:

Moed Gerechtigheid Dapperheid en Matigheid (soberheid).

Niet alleen de wil tot vrede is voldoende maar deugden zoals dapperheid, oordelingsvermogen zijn nodig om de vrede te bewaren. Compromissen blijven noodzakelijk (een correlatie tussen moed en gerechtigheid). Waarden, houding en deugden moeten door voorbeeld en vorming geleerd worden. Dat geldt van het lager onderwijs tot en met de universiteit. Conclusie Hij hangt de leraar uit die met zijn vinger iedereen die uit de pas loopt terecht wijst. Ik ben het in grote lijnen met Schmidt eens. Mensen hebben zelf verantwoordelijkheid en rechten impliceren plichten. Als leraar ben ik ook iemand die van discipline, orde en netheid houdt. Uiteindelijk waarderen mijn leerlingen dit veel meer dan een docent die zijn verantwoordelijkheid (als docent) niet op zich neemt. In het begin verlies ik het van zo’n docent, want hij brengt snoep in de klas, de leerlingen mogen hun pet ophouden en de docent met de voornaam aanspreken. Zo’n leraar is voor korte duur even heel populair, maar dan komt het punt dat hij de klas niet meer onder controle heeft. Leerlingen gaan namelijk altijd opzoek naar een grens. Een grens die de populaire leraar niet wil of durft aan te geven. Leerlingen vinden dan dat hij opeens zo streng (leerlingen noemen dat dan chagrijnig) doet en dat ze niets bij hem leren. Er wordt volgens de leerlingen minder gewerkt en veel gekletst. Leerlingen hebben rechten en zeker ook plichten, maar als een docent al niet zijn plichten op zich neemt dan kunnen we niet verwachten dat leerlingen hun verantwoordelijkheid nemen. Leerlingen, maar eigenlijk elk mens in het bijzonder, hebben een voorbeeld nodig van waaraan hij of zij zich kan spiegelen. Een voorbeeld van iemand die niet alleen zijn rechten opeist, maar tevens de verantwoordelijkheid neemt zijn plichten na te komen.

16


17

Thema: discussie mensenrechten – mensenplichten (Teksten: J. B. Cobb, JR. interreligiöser dialog…; Thomas Hoppe, Priorität der menschenrechte) De hoofdargumenten van John Cobb JR. Hans Küng heeft meer dan wie ook aan de interreligieuze dialoog bijgedragen: 1. christelijk theologisch overleg (het religieuze wordt ingebracht); 2. duidelijke deelname aan de dialoog; 3. overleg wat er in de dialoog gebeurd en hoe het verbetert kan worden; 4. interpretaties van een andere religies zorgt voor verdieping en vervolg. 5. Tenslotte is dit van betekenis voor de dialoog van alle mensen met elkaar. (christenen gaan vaak in dialoog om solidariteit met andere religieuze gemeenschappen te bewerkstelligen). Cobb staat in de lijn van Küng. Küng: “dass dialog dient grundsätzlich wichtigen sozialen Zwecken”. Küng plaatst de dialoog in een globale situatie. Hij spreekt niet voor een traditie maar voor de grote religieuze gemeenschap. Geen andere christen speelt een soortgelijke rol zoals hij in Projekt Weltethos!!! Aldus Cobb. Küng maakt een onderscheidt tussen twee perspectieven waarin zijn boeken zijn geschreven ‘Extern’ en ‘intern’. Projekt Weltethos is in het externe perspectief geschreven maar heeft ook passages in het interne perspectief. Extern: zo objectief mogelijke weergave over de globale situatie. De positieve en negatieve rol van religie. Uiteindelijk moet er een wereldethos zijn voor gelovigen en ongelovigen (geseculariseerden). Want iedereen is op het humane gericht (Idee des Humanum) alleen de manier waarop verschilt. Welke argumentatie levert Hoppe voor de prioriteit van de mensenrechten? Hoppe begint met: “Über die Universalität der Menschenrechte wird gestritten.” De prioriteit is een praktische prioriteit. De universaliteit van de mensenrechten is noodzakelijk opdat deze culturen, regeringen en wetten kunnen overstijgen als basis voor een ‘Weltethos’. Het is noodzakelijk een universele minimale consensus te hebben van fundamentele rechten en vrijheden waar alle mensen zich op kunnen beroepen; mensenrechten geven de internationale gemeenschappen iets in handen om de willekeur van nationale regeringen in te perken en zonodig in te grijpen (tegen discriminatie, genocide, folteren,...) en de internationale gemeenschap wordt met de mensenrechten ook gedwongen in te grijpen. Mensenrechten kunnen een waarborg zijn voor een universeel gedragen ‘Weltethos’.

17


18

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.