BEDRIJFSETHIEK IN MORAALTHEOLOGISCH PERSPECTIEF
Drs. J.L.C. Marechal
BEDRIJFSETHIEK IN MORAALTHEOLOGISCH PERSPECTIEF De markt – geschiedenis en antropologie van socio-economische institutie: Francisco Gomez Camacho a. A. Smith: de markt als ‘natuurlijke’ vorm tussen personen – vraag en aanbod – zelfregulerend mechanisme onzichtbare hand vrije economie. b. Historisch – alleen in de kapitalistische vorm zien ze uitwisseling van goederen en diensten – evolutie van de mens – o.a. Marxisten. De markt in de geschiedenis De markt en de menselijke natuur Men is voor of tegen de vrije markteconomie. Vrijheid is een antropologische wortel en veronderstelt optimisme. De tweede antropologische wortel is de epistemologie (kennis van de economie) – de economische waarheid heeft altijd gelijk want deze is een vertaling van vraag en aanbod – net zo als een democratisch gekozen regering het gelijk aan zijn zijde heeft door de stembus uitslag – klassiek liberale antropologie i.t.t. Keynes Keynesiaanse (paternalistische bevoogding) pessimistische epistemologie – vrijheid van liberale weten was niet altijd het juiste sociale weten. Keynes heeft geen vertrouwen in de ‘objectieve’ boodschappen die afkomstig waren van de vrije markt – de staat/de economische raadslieden van de regering moesten bemiddelen en sociaal gunstig interpreteren – met behulp van de monetaire en fiscale politiek. (zoals de mercantilistische markteconomie). Het gaat hier om sociale zekerheid en welvaart versus vrijheid. 1997: Keynes en Smith beiden niet meer relevant – nieuwe waarden formuleren – toekomst mondiale crisis. Probleem van kwaliteit of kwalitatieve verandering van leven en economische activiteit – keynes toekomst visie – tijdperk van het einde van het rijk van de behoefte. Wereld van vrijheid en moraliteit. Buiten de markt om: de ontwikkeling van een niet-officiële economie: Gregory Baum 1. De mondialisering van de economie door de nieuwe electronische technologie: De macht om leiding te geven aan het rationele leven verschuift geleidelijk aan van de nationale regeringen naar supra-nationale organisaties. Geen belasting voor de bedrijven uit concurrerende motieven – de zwakste moeten betalen want de regering moet bezuinigen – materiële welzijn valt niet meer te garanderen. 2.
De klaverblad-samenleving De samenleving lijkt steeds meer op een klaverblad met drie blaadjes of sectoren: 1. economische/politieke elite: 2. mensen met vast inkomen: 3. mensen in de marge (1+2: John Kenneth Galbraith noemt dit ‘de tevreden meerderheid’: Zij hebben geen oog voor het lijden van
de derde sector. Maar hoe lang is dit de meerderheid? Er valt steeds meer een verschuiving te zien. 3. De ontwikkeling van een gemeenschap – derde groep (zelfhulporganisaties) organiseert zich met een: 1. politiek doel: druk uitoefenen op de regering 2. economisch doel: ingaan op plaatselijke behoeften 3. maatschappelijk doel: instellingen (onderwijs en zorg) Emancipatie: mensen uit isolement halen – uiteindelijk ontwikkelt een gemeenschap (steun regering en betaling cliënten). Typerend voor de gemeenschapsontwikkeling (democratische i.t.t. welzijnsorganisaties) is, dat de activiteiten ervan beantwoorden aan de sociaal-economische en culturele behoeften die door de plaatselijke gemeenschap worden geuit. Een maatschappelijk leerproces (democratisch: gesprek met cliënten en krachten die hulp bieden) bepalen de behoeften – mensen vanuit verschillende lagen van de samenleving werpen een tegencultuur op t.o.v. de kapitalistische denkbeelden. 4. De niet-officiële economie – buiten de markt om, in hoofdzaak bestaande uit vrijwilligers, wederzijdse dienstverlening, ruil en de huishouding. (Behalve als ze banen schept) Net als in de pre-kapitalistische samenleving (karl Polany: The Great Transformation). Als je tot zo’n solidaire gemeenschap behoort is economische armoede geen ramp. Economische activiteiten opnieuw inbedden in het leven van de gemeenschap. 5. Zijn er redenen om sceptisch te zijn: I: De zelfuitbuiting van de armen II: Steun om armen te weerhouden van protest III: Gemeenschapsontwikkeling is niet het antwoord op de werkloosheid – de regering doet dan niets (onderwijs) aan de situatie maar ziet dit als de toekomst. 6. De bredere maatschappelijke betekenis: I: Creatieve oplossing en mogelijke beweging onder de kapitalistische die de internationale markt aan banden legt. II: Deel van de vrijwillige sector – die de bezuinigingen op zorg door de overheid kunnen opvangen. DE MARKT EN DE KAPITALISTISCHE SOCIALE LEER: D. HOLLENBACH De encycliek Centesimus annus van Johannes Paulus II (1991) behandelde de kwestie van de betekenis van de ineenstorting van het communisme voor de houding van de kerk jegens markt – kapitalisme. Centrale vraag: Is het kapitalisme de overwinnaar en verdient zij steun? Ja, als deze markteconomie bevorderlijk is voor menselijke waardigheid, sociale solidariteit en rechtvaardigheid. In de lijn van Augustinus wordt morele goedkeuring gegeven aan wat intrinsiek goed is en niet alleen nuttig – menselijke vrijheid in haar geheel en niet een economisch reductivisme (communisme) (Eendimensionale ideologieën) of reductivistisch (laissez faire) individualisme. Maar niet alleen de ideologie bepaald de markteconomie van de toekomst ook de praktische bruikbaarheid die menselijk welzijn moet bevorderen. Als de
markt opereert op alleen haar eigen termen (marktkapitalisme of staatssocialisme), kan ze een zeer vernietigende uitwerking hebben op de arbeiders, op het milieu en vooral op de armen. Joh. PaulusII Beaamt de effectiviteit en productiviteit van markteconomieën door de vrijheid en initiatief die individuen krijgen maar stelt ook dat veel personen niet de middelen hebben hieraan deel te nemen. Mensen worden gemarginaliseerd. Er moet een fundamentele rechtvaardigheid zijn een minimum-nivo van participatie aan de markt. De markten worden ingeperkt binnen een sterk juridisch kader ter voorkoming dat marktmechanismen het enige referentiepunt worden voor sociaal leven. De katholieke sociale leer baseert deze praktische kritiek op zowel onbelemmerde markten als op verstikkende staatscontrole op een antropologie die personalistisch communitarisme genoemd kan worden. -
Personalistisch: omdat ze erop aandringt dat de waardigheid, de waarde en de vrijheid van alle mensen volledig gerespecteerd moet worden op economische en politiek terrein. Communitarisch: vrijheid – alleen solidariteit i.t.t. de libertarische markttheorie (individuele antropologie; Milton Friedman)
Kerk: Groeiend onderlinge afhankelijkheid heeft concequenties voor het prive-bezit: niet alleen natuurlijke bronnen maar ook individuele kennis en vaardigheid is door God geschapen voor het welzijn van heel de mensengemeenschap. Creativiteit/vaardigheid ten dienste stellen van de gemeenschap. Inzetten om mensen uit hun gemarginaliseerdheid te halen. Subsidiariteits-beginsel inzetten om mensen te helpen uit hun gemarginaliseerdheid te geraken. Balans zoeken tussen rechtvaardigheid en vitaliteit. De overheersing van marktkracht moet aan banden worden gelegd – mensen zijn bijv. geen handelsartikelen. Subsidiariteit – solidatiteit – sociale bijstandstaat. Recht eigen school te stichten + hulp van de staat = subsidiariteit Vraagt beperking regering tot rechtvaardigheid = solidariteit Arthur Okun: Vrijheid en efficieny van markteconomieen en tegen de onderdrukking en ineffectiviteit van gecentraliseerd geleide economieen – fundamentele vrijheid van alle burgers stelt grenzen aan wat kan worden gekocht en verkocht. De lijm die de maatschappij bijeenhoudt is niet te koop. Wat is het doel en middel binnen de economie? POSITIEVE WAARDERING VAN DE MARKT IN ETHISCH PERSPECTIEF: ANTONIO LATTUADA De overvloedige literatuur die zich vanuit ethisch oogpunt bezighoudt met de markt als coordinatie van de economische activiteit wordt veelal gekenmerkt door twee fundamentele tekorten: 1. De apologetische opzet: voor of tegen de markt, voor of tegen een cultuur/levensvisie – neiging tot propaganda. Het gevoel won van de rationele vragen aan de economie (mislukken: planeconomie in Oost-Europa … centraal geleide economie)
2. Anachronisme: Oude maar goede argumenten hoeven het nu niet meer goed te doen als legitimering of bestrijding van de markteconomie. Voor een juiste benadering van het vraagstuk van de moraliteit van de markteconomie kan het goed zijn enkele preciseringen voor ogen te houden die doorlopend gebruikt worden door wie studie maakt van de economie. Hier gaat het vooral om het onderscheid tussen de ideale markt enerzijds, en anderzijds om de concrete historische vormen van de markt die het ideale marktmodel op allerlei manieren meer of minder benaderen. De ideale markt: de ethische voordelen Het prijzenmechanismen zorgt automatisch voor een optimale coordinatie van de vraag naar goederen en diensten van de gebruikers en de productie daarvan door de ondernemingen. Volledige concurrentie zorgt spontaan voor de morele eis van evenwicht/rechtvaardigheid. - efficientie: investeren (technologische/hulpbronnen/geld) waar de vraag groot is en minderen waar deze afneemt. - Individuele vrijheid: wordt verhoogt in een economie van een hoog technologisch nivo door de groeiende specialisering. De ideale markt: haar grenzen Er zijn dus ook vanuit de ethiek duidelijke redenen om te kiezen voor een economische marktsysteem en dus tegen het opleggen van een centraal geleide economie. Maar er zijn ook grenzen en tekorten: - Er is geen sprake van volledige concurrentie want niet iedereen beschikt over de vereiste economische hulpbronnen om te kunnen deelnemen aan het marktverkeer. Er wordt dus niet automatisch het algemeen goed veilig gesteld of ruimer… gerechtigheid is niet verzekerd. - Bovendien is de markt niet in staat te voorzien in de zgn. publieke goederen die voor iedereen toegankelijk moet zijn (rechtstelsel, wegenpatroon, het fysieke en culturele erfgoed en het milieu). De werkelijke markt: noodzaak van politiek bestuur De ideale markt kan alleen ontstaan als er voldaan wordt aan een volledige concurrentie: 1. De vrije markt wordt door ondernemingen net als de concurrentie beperkt door monopolies te vormen met als doel het programmeren van aantal en prijs van hun product. 2. Arbeider (consument) beschikken niet over de noodzakelijke informatie om vrij en bewust te kiezen. 3. De dynamische behoeften worden psychisch en niet biologisch bepaald – bepaald door de publieke communicatie die in handen is van de economische machten. 4. Milieucrisis die ons de technologische ontwikkelingen worden opgedrongen hebben geen invloed op machtmechanismen en het bepalen van de prijzen -–de zwaktste mogen hier voor betalen. Het politieke systeem moet de markt enkel beheersen om de mogelijkheidsvoorwaarden te scheppen voor de vrije concurrentie/de ideale markt. En dit zo ethisch mogelijk te doen. O.a. door de publieke communicatievormen en systemen uit het economische, de markt te halen – richten op consensus tot waardig samenleven van Burgers. De bijdrage van de recente business ethics
Nieuwe belangrstelling voor de ethische vragen die de markteconomie oproept: business ethics/zakenethiek - Grote corporations – managers hebben oog voor meer dan het financiele want zij zijn geen eigenaren meer van het bedrijf. - De markt van de ondernemingen nam toe en ook de schandalen: De vertrouwenscrisis tegenover de samenleving, en meer in het bijzonder de risico’s door het verval van handelstradities of de handelscultuur hebben vele ondernemingen ertoe gebracht te proberen de gecompromitteerde morele geloofwaardigheid te herstellen: Institutionalisering van de ethiek in de onderneming - ethische codes - ethische directeurscommissies (top en morele verantwoordelijkheid voor de onderneming) - ethics Officers - uitvoering - cursussen over business ethics - stockholder – stakeholder (voor allen wier belang of interesse op een of andere manier verband houden met de activiteiten van een onderneming op wat voor terrein dan ook economie en/of ethisch het is allemaal even belangrijk. Er is natuurlijk geen ethische consensus maat toch is de business ethics van waarde. Van onder uit de persoonlijke ethiek (micro ethiek) verschuift de vraag zich naar de (‘mesoethiek’) van de onderneming zelf naar de (macro-ethiek) – internationaal (christelijk reflecteren) DE MARKT IN HET ETHISCH PERSPECTIEF VAN DE BEVRIJDINGSTHEOLOGIE: E. DUSSEL Vanaf de eerste ethische wetgevingen die de mensheid zich herinnert, bestonden er tegelijk met de economische eisen ook kritische eisen. We zullen zien dat deze ethisch-economische criteria met een hoog kritisch gehalte een materieel kritische, economische betekenis hebben. Daarom kunnen we van nu af aangeven dat we tegenover de zes stadia van moreel bewustzijn die door Lawrence Kohlberg geanalyseerd zijn, zes graden van ‘ethisch-kritisch’ bewustzijn zouden kunnen plaatsten. Zodanig dat we in een heel lage formele graad van morele ontwikkeling, al materiële ethisch-kritische criteria en principes van hoge ontwikkeling vinden. 1. Hoe ontstaat de ethisch-theologische theorie van de moderne markt? De moderne economische wetenschap komt op vanuit de ethiek en als theologische oplossing voor een aporie. Of schoon de markt een sociale en economische ruimte was die erkend werd in alle pre-moderne ethieken, was toch het geld object van voortdurende veroordeling. De moderne markttheorie ontstaat als oplossing voor een ethisch-theologische discussie. Bernard Mandeville (the fable of the Bees) – persoonlijke gebreken = publiek voordeel. Dit werd niet geaccepteerd. Adam smith weet deze aporie op te lossen door God in te brengen: Het eigenbelang van ieder particulier individu – dat niet simpelweg meer gezien wordt als de ondeugd van het egoïsme -, die op chaotische, irrationele en ongeordende wijze vecht voor zijn eigen doelen, produceert als zijn vooruitziende God, die het Al regelt als een klok (de zelfverwijzende machine van Newton in handen van de goddelijke klokkenmaker. De markt is zelf-regulerend, de mens is hoogmoedig als hij aan deze klok komt). De weg naar de
economische wetenschap stond open. Er wordt geen beroep gedaan op humanitaire gevoelens, maar op eigenliefde (self-love). God schrijft recht langs kromme lijnen. Maar uiteindelijk is het een theologie die de tegenstellingen verzoent; het is de vooruitziende (onzichtbare) hand van God die, op noodzakelijke en niet-intentionele wijze, een rationele orde (de markt, de ruimte van de universaliteit) te voorschijn haalt vanuit de chaos of de irrationele wanorde (van het egoïsme, particuliere eigen belang). God promoveert het eigen belang tot publiek belang. Tot hiertoe hebben we ons bewogen op het nivo van de economische behoefte, vanuit een goddelijke (het is dan een economisch-theologische) tussenkomst. Nu concludeert hij ethischtheologisch: Het is goed dat het niet in de mens zijn bedoeling ligt het maatschappelijk belang na te streven want dan zou hij de markt willen reguleren en dan ga je hoogmoedig op de stoel van God zitten. Je moet je aan de realiteit van de markt houden. Uit deze stand van zaken komt voordien de formulering van het zgn. natuurlijk bedrog van Hume voort: het feodaal, moralistisch moeten-zijn wordt vervangen door een effectief zijn van de markt. Het zijn (van het eigenbelang van de markt) is van belang; het moeten-zijn blijft ongewis en is niet meer noodzakelijk (als louter ethiek van de welwillendheid). Eigenlijk bezit het Zijn zijn ethiek al. 2. De ethiek die functioneel is voor de markt Friedrich von Hayek 1. Hayek is een conservatieve econoom tegen het constructivistische rationalisme van de staat als weldoender: Omdat er geen perfect systeem bestaat moet je de slachtoffers niet uit het oog verliezen.
Adam Smith 1. Kritisch econoom t.a.v. het feodalisme en het mercantilisme
2. De markt is een ontologische voorwaarde tot mogelijkheid van het kennen, voldoende voor al het noodzakelijke om te kunnen opereren (om het aangebodene aan te bieden of het gevraagde te verkiezen).
2. De markt wordt geleid door de onzichtbare hand van God
Het marktsysteem een fundament nodig voor zijn functioneren; dat is de vigerende morele orde, die de gewoonten en instituties geeft die de marktmechanismen in acht nemen (blz. 24). Hayek wil de heersende morele orde van de huidige burgerlijke markt opnieuw opbouwen. – reden: het overleven van de mensheid. Een functionele ethiek (basisnormen) – waarmee men de markt wil funderen. Deze functionele ethiek wordt afgeleid van; a. functionele sociale-wetenschap b. kapitalistisch systeem Profetische kritiek op de markt Het leven moet men beschouwen in zijn sacramentele materialiteit: leven 1. Het materiële ethische principe of het principe van universele inhoud (deontisch: elk ethisch subject is verplicht…) symmetrische
participatie
2. De toepassing van dit universele materiële principe heeft een ander formeel moreel principe nodig – ander als gelijke accepteren en helpen in gelijkwaardigheid deel te zijn aan het koninkrijk van God.
uitvoerbaar- 3. De waarachtige en geldige gekozen bemiddeling moet uitgevoerd kunnen heid worden om goed te zijn. Geen enkel economisch systeem maakt niet-intentioneel slachtoffers. Het is noodzakelijk rationele argumenten te hebben voor het waarom van de ellende. 4. Het ethisch-principe dat ertoe verplicht op profetische wijze het marktsysteem te kritiseren vanuit de slachtoffers. 5. Het formele instemmende principe dat verplicht tot het organiseren van de symmetrische participatie van slachtoffers (bewegingen) 6. Het bevrijding-principe dat verplicht tot het werkelijk afbouwen van de negativiteiten en het praktisch opbouwen van de nieuwe instanties die noodzakelijk zijn. Eten geven aan hij die honger heeft want anders gaat hij dood. Gaat hij dood dan ga je uiteindelijk zelf dood. Hume: Empirisme versterkt Al datgene wat niet aan te tonen valt is onzin John Stuart Mill – Nut/resultaat Mijn verrijking is een middel tot het bereiken van het goede resultaat voor de gehele maatschappij. Telos ------------ nut (moraal na Hume) – beschrijving van de feitelijkheid voor het resultaat. Is - zijn Ought- moeten Rechtschapenheid, geslacht en de markt Lisa Sowle Cahill De markt in de rooms-katholieke leer wordt onder voorwaarden aanvaard maar is ook stevig onder kritiek. De situatie van de vrouw is namelijk mondiaal erg verschillend. De markt maakt de sterken sterker en de zwakkere worden nog verder weggedrukt. IMF (belangen van de rijke landen) Vrouwen extra kwetsbaar Lagere arbeid + beloning in landen met economische problemen.
Radicale herstructurering van de wereldomvattende economie. Mondiaal kan de markt rechtvaardig en onrechtvaardig zijn. In de geschiedenis al was er sprake van verschillen tussen de rechten van mannen en vrouwen. Vrouwenhandel – VN kan iets doen. Overheersing of niet van de markt en vanuit welk perspectief. Wordt niemand buitengesloten. Uitdaging: 1. Plaatselijk definiëren van het algemeen welzijn in relatie tot levensgemeenschappen. 2. Plaatselijke economie plaatsen in de veel bredere economische netwerken. Niet alle beslissingen kunnen lokaal genomen worden. Niet de onzichtbare hand maar een spiraal van effecten (vrijheid, gelijkheid,…) produceert effecten die steeds meer onvrijheid en ongelijkheid inhouden. Bretton Woods 1944 – 71 te veel dollars om te ruilen tegen goud. Muntslang < bandbreedte – stabiliteitspact. A VISION OF BUSINESS IN EUROPE: HENK J. L. VAN LUIJK Een Europese markt valt niet mee als je alleen al kijkt naar de verschillende eisen voor het handelen in tractoren. Maar anderen willen meer dan alleen een europese markt. Zij willen een verenigde staten van Europa waar iedereen deelt in de rijkdom, gelijkwaardigheid en vrede (W. Churchill). Luijk: Als het niet mogelijk is een Europese tractor te ontwikkelen dan ook geen Verenigde Staten van Europa. These: Europa is vandaag de dag verwikkeld in een sociaal-economisch en sociaal-politiek experiment dat een grote verandering inhoudt voor de vrije markt economie, en dat zal de deur open zetten voor een markt maatschappij van deelnemers, een maatschappij waar het zaken doen belangrijker zal worden dan ooit, en het zal meer dan ooit te voren verstrengelt raken met sociale en politieke instituties die voor een deel nog moeten worden ontwikkelt Om deze these te verdedigen wil Luijk de volgende drie begrippen herdefinieren: 1. Europa 2. Business en 3. Sociale verantwoordelijkheid – dit moet duidelijk maken wat het tegenwoordig betekent zaken te doen in Europa en wat de rol van de ethiek hierin is. 1. herdefinieren van het begrip europa de herdefiniering van europa moet zich bewust zijn van drie problemen: 1. de stichting van europa; 2. moving force (drijfkracht); 3. haar grenzen. 1. de stichting van europa C. Dawson schreef: The making of Europe – An introduction to the history of european unity: Europa was ooit verenigd door het geloof in de middeleeuwen. Tegenwoordig een postindustriele mogelijkheid als er sociaal-economische voorwaarden wordt voldaan.
2. moving force (drijfkracht) twee optieken zijn mogelijk: een van de buitenkant (buitenstaanders) en de andere van binnenin (deelnemers): Outside: Buitenstaanders (twee Amerikaanse schrijvers T. Devinney en W. Hightower: De Europeanen zijn politiek zo verschillend dat ze geen politieke of sociale integratie willen. Ze willen slechts economisch samenwerken maar de rest gaat al snel tegen landsaard in. Je hebt straks economische en nationale Europeanen. Inside: Deelnemers: Er is ondanks of zelfs door de grote verscheidenheid ook nog sprake van een cultureel Europa. Europa is een wonder van tweedracht. Voor eeuwen heeft het geweigerd een geheel te worden maar ook om totaal uit elkaar te vallen. – Omdat het historisch een eenheid is in het christelijk geloof ondanks de secularisatie (C. Dawson). Credo Quia absurdum; Ik geloof er in omdat het absurd is. De eenheid hoeft niet worden nagestreefd – want dit leidde in het verleden tot oorlog en ellende. We moeten de eenheid gewoon niet in de weg staan dan voltrekt deze zichzelf. (het wonder/paradox van tweedracht) 3. Haar grenzen (Its Borders) Maar de eenheid voltrekt zich niet zonder een politieke beslissing. In eerste instantie ging de eenheid om een Europese markt (tractor) maar later om verdergaande Europese integratie – 3 vraagtekens ontstaan: 1?. Is deze grote eenheid/macht in strijd met de sociale rechten van de mens? 2?. Welke landen mogen eigenlijk meedoen in Europa? 3?. Wordt Oost-Europa ook bij het plan betrokken of blijft het een project voor de rijkere westerse-europese landen? Europa als sociale constructie is het product van: A. Economische stabiliteit; B. Culturele verschillen; C. En politieke stoutmoedigheid. 3. Herdefiniering van de business Europa herdefinieren is een zaak waar veel mensen aan werken. Business herdefinieren is een zaak van minder mensen en sommigen zullen het niet eens zijn met de resultaten. De ontwikkeling van de Europese markt begon met de stekker die overal in een zelfde soort stopcontact moest passen (Tractor). Maar langzaam kreeg deze markt een politieke component. – We zien dat de politiek niet alleen maar business reguleert maar deelnemer (participant) is: regering en business (bedrijfsleven) krijgen dezelfde doelen (beiden veranderen) – de relatie regering en bedrijfsleven veranderd. Met de beweegredenen en onderhoud (handhaving) van de ene Europese markt is een grote stap gezet in het herstructureren van ons sociaal-economisch systeem. Theoretisch is dit niet nieuw: Economie heeft zich verabsoluteert tot een op zichzelf staand terrein – die mensen de gelegenheid geeft rationeel hun eigen belang na te leven en daarmee het belang van allen. Karl Polany (moderne economie): 1. Vrije markt economie
2. regulering van de regering 3. Sociale regulatie Deze drie punten van Polany zijn niet zichtbaar voor elkaar. Tegenwoordig in de moderne economie: 1. Wat in de theorie en de praktijk voordoet wordt verbonden en aanvaard; 2. De nieuwe sociaal-economische structuren resulteren niet automatisch in nieuwe bureaucratische instituties. – public-private relationship. 3. Herdefinieren van de sociale verantwoordelijkheid (haar grenzen) Business (bedrijfsleven) veranderd in een stichtend element van een nieuw voordoende markt samenleving van samenwerken (deelnemers). Maar stelt het bedrijfsleven ook ethische vragen? Dit is een oude vraag van een oude niet interessante discussie: - Door de beperking van de moraal van een bedrijf; - Er worden twee zeer ideologische stellingen verdedigd die beiden geen algemene goedkeuring hebben: 1. Een bedrijf moet zorgen voor winst (welvaart) 2. Een bedrijf moet zorgen voor welzijn, zelfs ten koste van zichzelf. Het bedrijf wordt in de discussie beperkt tot economie waardoor de ethiek geen kans krijgt. Laten we dit veranderen: In het bedrijfsleven wordt de sociale verantwoordelijkheid niet meer van buitenaf opgelegd maar steeds meer ervaren als deel van het zaken doen. De zakenwereld is niet opeens ethisch maar deelnemer van de samenleving waar ook zij verantwoording voordragen. (De vraag verandert van ethisch naar een sociale verantwoording als deelnemer van de samenleving). Deze opvatting heeft een drievoudige boodschap: 1. Bedrijfsethici moeten zich meer gaan bezighouden met vragen rond de sociale verantwoordelijkheid van het bedrijf als deelnemer van de samenleving en niet alleen interne ethische vragen. 2. Bedrijfsleiders moeten zich niet alleen met zware dilemma’s bezighouden maar ook met het vormgeven van een “participatory market society” binnen het bedrijf en daar buiten (stakeholders) 3. Iedereen die betrokken zijn moeten ooit deelnemen aan coalition die nooit vorm heeft gehad. “participatory sociale markt” is niemand alleen het belangrijkst maar niemand mag ook weggelaten worden. (allemaal belangrijk) Europa lijkt het meest geschikt voor deze markt. Van Luijk zegt dat we bij onze normatief-ethische verwachtingen rekening dienen te houden met de specifieke plaats een rol die maatschappelijke instellingen hebben in het geheel van onze samenleving. Om dit inzicht te verhelderen onderscheidt van Luijk drie typen ethiek namelijk: 1. Transactie-ethiek: (abstracte gelijken: belangenbehartigen als gelijken – elk belang wordt gehonoreerd): economische/juridische sectoren. Een morele ondergrens met de minimale
ethiek van recht en fatsoen. 2. Erkenningsethiek: (Algemeen welzijn – ongelijke belangen): zorgsector – rechten spelen een centrale rol (recht opleven en gezondheid) bijv. aanspraakmaken en erkenningsplichtigen van iemands recht op… (rechten opgeven voor de rechten van een ander) 3. Veranderingsethiek: (realiseren van universele waarden en idealen): kerken/actiegroepen,… - Het bedrijf wordt nauwelijks serieus genomen – ze vragen soms aan het bedrijf de eigen existentie op het spel te zetten. Een morele bovengrens die de maatschappelijke solidariteit nastreeft. Drs. T.L. Meijlink, die een studie verrichtte naar de ontwikkelingen in het denken van Prof. Dr. H. van Luijk, geeft aan dat we de volgende lijnen kunnen trekken uit de onderzoeken van Van Luijk: -
Bedrijfsethiek regionaliseren – bedrijfsethiek als aparte regio binnen de ethiek; Aldus komt Van Luijk tot een ordening, waarbij de functie van ethiek in de sociale coordinatie uitgesplitst wordt in drie gebieden:
a. De behartiging van belangen (transactie-ethiek) – utilistische ethiek “het welbegrepen eigen belang”. b. De bescherming van rechten (erkenningsethiek) – Kant (rechten corresponderen met plichten) c. De marketing van maatschappelijke idealen (veranderingsethiek) – Het Griekse ideaal van de schone en goede mens, in de christelijke visie “het kind Gods”, holistische strevingen naar de ‘hele mens’.
Breathing New life into a corparate code of ethics: Joanne Ciulla * Introduction NBA financiele instelling met een oude ethische code vroeg om een ethisch programma voor het hele bedrijf * Ethics code and the law De ethische code was geschreven door hun juridische afdeling. Men verward ethiek in the USA snel met de wet. Ze zijn vaak alleen maar opgestelt tegen aanklachten, in het bedrijf zelf Heeft het geen rol van betekenis. “Business ethics policy Statement” was geen ethische code maar een juridisch document. Eerst moest het document leesbaar worden gemaakt voor iedereen. De code op zichzelf is niet belangrijk maar vooral hoe ze zijn ontwikkelt en of ze door iedereen gedragen worden. Iedereen, van hoog tot laag moet deelnemen aan de ontwikkeling van de code. * The Presidents’ Meeting Halve dag om de dialoog rond ethiek en de code op gang te brengen: - Waarom is het belangrijk? - Regels veronderstellen medewerking maar dat hoeft niet. - Waarom een ethische code: organisatie veranderd recent schandaal nieuwe wettelijke regels nieuwe technologie culturele verschillen in het bedrijf ….. - Daarna groepsproces over e delen van de code o.a. het aanvaarden van cadeau’s. Iedereen interpreteerde dit anders daaruit blijkt dat er een ethische code nodig is. * Incentive systems (rewardsystem: beloningssysteem) Elk moreel systeem faalt als het niet overeenkomt met het beloningssysteem. Case-studies ging vaak over het feit dat de problemen niet worden besproken omdat de manager de carriere van de werknemers kan bepalen als hij het probleem aan de werknemer wijdt. Het werd bijna onmogelijk ethisch je werk goed te doen als dit beloningssysteem niet veranderde. – geld is net zo belangrijk als integriteit. * Communication “Open voor” policy – de werknemer gaat naar de manager als hij voor ethische dilemma’s zit. * Designing the training Programme