Nome della Rosa, 1980
Verfilmd J.J. Annoud, Bernd Eichinger, The Name of the Rose, 1986. Ondertitel film: “een palimpsest” Een hergebruikt perkament Een tekst verscholen onder een jongere tekst
Beroemd voorbeeld: Verborgen tekst Aristoteles in Archimedes-palimpsest
Intertekstualiteit Palimpsest heeft te maken met verschijnsel intertekstualiteit Betekenis: ď Ž in boeken/beelden zitten verwijzingen naar over oudere boeken/beelden ď Ž schrijvers/ kunstenaars spreken over oudere werken, met andere werken
Semiotiek
Intertekstualiteit: stokpaardje van Umberto Eco: Hoogleraar semiotiek in Bologna Leer der tekens, symbolen, signalen Teksten moet je behandelen als tekens Letters zijn tekens, die verwijzen naar … Resultaat van deze opvatting: De Naam van de Roos is een citatenboek Verwijzend naar middeleeuwse debatten Plot is slechts een omhulsel
Doel Eco in NvdR: schijnhistoriciteit
Doel Eco: - Jou op verkeerde been zetten! Geloofwaardigheid van zijn roman - Historiciteit aantonen van zijn zogenaamd waar gebeurde verhaal. Hulpmiddelen hierbij: 1. Gebruik van authentieke citaten (zie hierboven).
Raamvertelling
Tweede truc Eco: Maakt gebruik van middeleeuwse verhaalvorm: raamvertelling (verhalen verpakt in een hoofdverhaal). Noem twee voorbeelden
Boccaccio, Decamerone
Boek der tien dagen Tien gasten vertellen elkaar en vrouwelijke fans elke dag een verhaal
Gevlucht voor de pest uit Florence, 1348 Verboden vanwege ‘vrijmoedigheid’ en kritiek op losbandige geestelijken
Chaucer, Canterbury Tales, 14e eeuw Vertellingen van pelgrims op weg naar Canterbury Met moraliserende fabels: draak steken met, spiegel voorhouden Openingspagina Hengwrt Chaucer manuscript MS Peniarth 392D 16e eeuw
Raamvertelling
Functie bij Eco: vertelling is nu via-via, wordt nu afgeschermd van de lezer Daarmee: schijn van authenticiteit
Raamvertelling in de vierde graad Eco, 1980 ↑ Eco, notities na Praagse Lente 1969 ↑ Abt Vallet, 1842 ↑ Pater Mabillon, 1721 ↑ Adson van Melk aan einde van zijn leven ↓ Terugblikkend op gebeurtenissen in jaren als novice: 1327
Derde hulpmiddel voor verkrijgen van schijnhistoriciteit
Eco maakt gebruik van typisch middeleeuwse vorm van geschiedschrijving: kroniek Meest beroemde: AngloSaxon Chronicles, Geschreven vanuit diverse kloosters, gestart voor 900, doorlopend tot 1154
Kroniek van Adson van Melk
Adson lijkt op een authentieke kroniekschrijver. Schrijft over gebeurtenissen uit zijn jeugd toen onbegrijpelijk. Enige zekerheid voor hem: teken van God, met boodschap voor mensheid: voorteken Dus is Adsons taak: “tekens nalaten van voortekenen”.
Historische werkelijkheid 1 Wat weten we met zekerheid? 9 juni 1327 Paus Johannes XXII in Avignon geeft bevel aan generaal der franciscanen, Michael van Cesena, om naar hem te komen Om zich te verantwoorden over denkbeelden van zijn orde.
Historische werkelijkheid 2
1 december 1327 Michael komt aan in Avignon Wat is gebeurd in tussentijd? Helaas! Lacune in de bronnen Opvulling van de leemte door Eco Het is speculatieve geschiedschrijving, zelfs fictie maar wel: zo geloofwaardig mogelijk gebracht En zo verantwoord mogelijk
Maximale geloofwaardigheid: een juist beschreven historische context
Laatste ‘truc’ om jullie te overtuigen: Verhaal gegoten in een juiste historische context Met ‘echte’ historische personages: zie lijstje achterin: wie is echt?, wie niet? Met juiste historische gebeurtenissen op de achtergrond van het verhaal: - armoededebat binnen franciscaner orde: zie opdracht Zoek achtergronden - strijd tussen troonkandidaten in Duitse rijk, Habsburg tegen Wittelsbach
Maximale geloofwaardigheid 2
- Ontstaan en en vervolging ketterijen Gefocused op Dolcinieten: Fra Dolcino, Italiaanse volksheld contra machtige, rijke Kerk Eindigend op brandstapel met zijn liefje - Inhoud ketterijen met eindtijdverwachtingen
Maximale geloofwaardigheid 3 Nog een goed beschreven context: Afkalvende positie kloosters en verminderd prestige kloosterlingen in verstedelijkt Italië: Door concurrentie van nieuw geld: Venetië, Florence en nieuwe kenniscentra: Bologna Met productie van toegankelijke kennis
Maximale geloofwaardigheid 4
Constante in middeleeuwen, van Kerkhervorming 1000 tot aan Erasmus en Luther: kritiek op geestelijkheid - op bemiddelende rol: monopoliepositie bij sacramenten - op werelds gedrag: vette, wulpse monniken (zie Decamerone)
Kardinaal en Paus: draai de plaatjes thuis om, wat zie je?
Maximale geloofwaardigheid 5 Laatste juiste context: de kentering in de theologie Eerst: Geloof in ratio gebaseerd op logica Aristoteles: scholastiek Thomas van Aquino Gaf fundament aan Kerk Zie portret: Crivelli, 15e eeuw Naar: mystiek van de late middeleeuwen, 14e-15e eeuw Fundament ondergraven, want ratio is ontoereikend
Eerste kwart van 14e eeuw: scharnierpunt op weg naar mystiek
Overgang vond juist plaats na 1300 Twee personen van belang: Meister Eckhard, gestorven 1328 Streeft naar diepere band met God Niet via ratio, maar via inleving (mystiek) Hoofdwerk: Boek van de goddelijke troost In 1326 verdacht van ketterij Voor zijn verdediging in hoger beroep naar Avignon. Net als zijn tijdgenoot:
Vroege 14 eeuw: scharnierpunt e
William van Ockham, …. – 1348 † Meest bekend: scheermes Eco’s William van Baskerville in op hem gebaseerd Waarom Baskerville? Verwijzing naar - Lettertype - En naar … (zie opdracht Zoek voorbeelden)
Verschuiving 14e eeuw is opgehangen aan een romanfiguur
Meest geniale ‘context’ in boek Eco: Willem van Baskerville weerspiegelt kentering in theologie 14e eeuw: Van geloof in ratio, naar overgave aan oppermacht god Hij komt met opdracht vol zelfvertrouwen naar abdij Als ‘detective’: verwacht oplossing volgens scholastiek, met ratio Verlaat abdij gedesillusioneerd: Aristoteles heeft hem niet geholpen!