Ketterijen binnen Christendom
Terrminologie
Orthodoxie: enig toegestane Kerkleer, leer volgens de letter. Heterodoxie: afwijking van deze Kerkleer. Ketterijen: veroordeelde en bestreden afwijking. Schisma: scheuring in Kerkorganisatie. Heidendom: voorchristelijke, ‘oude’ godsdienst.– meestal: animistische (anima=zielen) Met aanbidding van voorouders.
Constanten in ontstaanswijzen en boodschap van ketterijen
1. Ketterijen zoeken altijd naar een historiserende verantwoording Refereren aan -voorbeeld Jezus - oorspronkelijk oerchristendom: ‘gouden tijdperk’ Sindsdien: Kerk wijkt af van zijn oorsprong, is in verval geraakt. Dus spanningsveld tussen voorbeeld/theorie in het Evangelie en de navolging in de praktijk. Dus: Niet zijzelf wijken af, maar geestelijken zijn de ketters!
2. Grijs middengebied
Geen zwart-wit verschil tussen ketterij en toegestane leer, maar een vloeiende overgang, zonder scherpe scheidslijn. Dit komt ook voort uit Kerk zelf: het zwalken van Paus ten aanzien van opkomst Armoedebewegingen in de 12e eeuw: Aanvankelijk verwerping: Verkettering van Waldenzen in 1180. Dan: Accepteren Dominicanen in 1216 en Franciscanen in 1223 Uiteindelijk adopteren (omhelzen) van armoedeleer na matiging van hun principes Inkapseling Domini Canes als ketterjagers in Inquisitierechtbank
3. Dichttimmeren leidt tot uittreden
Ketterijen komen voort uit toenemende gevoeligheid van Kerk voor afwijkingen in de leer. Uitleg: Afwijkende inzichten komen voortdurend voor. Dit is eigen aan een godsdienst in beweging. Zij worden pas ketterij als de godsdienst verstart. Dus: Ketterijen komen voort uit uitkristallisering van de officiële boodschap (vorming van een orthodoxie, dichttimmeren van een open gedachtegoed, uitbouw van de macht van het Kerkinstituut, met behoefte aan een sluitende en uitsluitende Kerkleer, met canon en dogma’s) waardoor elke afwijking ineens bedreigend wordt en. Dus het is niet zo: actie ketterij noopt Kerk tot reactie, maar eerder: Actie Kerk (afsluiting gedachtegoed) brengt diversiteit aan het licht:.
Ketter word je niet in één dag
4. Ketterij is stapsgewijs wegdrijven van hoofdkudde Beginnend met profilering: accentuering van één bepaald aspect uit Kerkleer, bijvoorbeeld:
einde der tijden (apocalyptische zieners) geloof in gelijkheid (egalitaire idealen, o.a.‘levellers’) boetedoening (flagellanten) leven in eenzaamheid (heremieten)
Overaccentuering van dit accent leidt tot heterodoxie Kerkelijke vermaningen volgen Na volharding: Kerkelijke veroordeling (verkettering) Na verkettering: radicalisering, brandschatting Niet alleen tegen Kerkleer, maar ook tegen Kerkorganisatie: buiten de Kerk geplaatst En tegen de maatschappelijke organisatie: ketters worden paria’s
5. Ketterij is boodschap van de hoop
Primair staat niet het theologische dispuut, maar de maatschappelijke noodkreet. Dit is de visie o.a. van Jacques Le Goff : nadruk op sociale (dus niet: theologische) achtergrond van ketterijen. Zie paragraaf in zijn boek: De uitgestotenen (ketters, leprozen, heksen, sodomieten) Deze mening is overgenomen door Eco, zie Derde dag, Noon, pagina 206 e.v. Lees pagina 213: “Inderdaad …Daarom worden ze ketters.” Onderdeel van deze ‘hoop’ is geloof in de eindoverwinning. Perspectief op een hemelse beloning bij Laatste Oordeel maakt aards lijden en vervolgingen draaglijk. Dit verklaart fanatisme van ketterijen.
Ketterijen wordt gezien als één pot nat
6. Ketterijen vermengen zich onderling: Eco zegt “elke beweging erft de zonen van de andere bewegingen” Gelijkenis door hun gemeenschappelijke boodschap Door hun eenvoudige aanhang, met gering begrip voor nuances Door de Inquisiteurs: toeschrijven van misdaden van een aan ander (categorie Intertekstualiteit), bijvoorbeeld rituele kindermoorden – ook aan Joden toegeschreven.