L'ENTREPRISE
Une entreprise - une société
Un entrepreneur / une entrepreneuse
L'entrepreneuriat (m.)
Entreprendre
Créer / monter une entreprise
Se lancer dans le business
Réaliser un projet
Travailler - le travail / le boulot / le taf (pop.)
Une PME
Une multinationale
Une start-up
Le chef d'entreprise / le patron
Le gérant / le manager
Le / la secrétaire
Le vendeur / la vendeuse
Le personnel
Les ouvriers
Les employés
Les salariés
Les clients
Les prospects (= les clients potentiels)
Engager / embaucher / recruter
↔ licencier / renvoyer / virer
Travailler à temps plein, à temps partiel, à mi-temps
Les conditions de travail (f.)
Le salaire
Les charges sociales (f.)
La formation professionnelle
Développer ses compétences (f.)
DE ONDERNEMING
Een bedrijf - een onderneming
Een ondernemer / onderneemster
Het ondernemen
Ondernemen
Een bedrijf oprichten
Zich in de bedrijfswereld lanceren
Een project realiseren
Werken - het werk
Een KMO
Een multinational
Een start-up
De bedrijfsleider / de baas
De zaakvoerder / de manager
De secretaris / secretaresse
De verkoper / de verkoopster
Het personeel
De arbeiders
De bedienden
De werknemers
De klanten
De prospects (= de potentiële klanten)
In dienst nemen / aanwerven
↔ ontslaan
Voltijds, deeltijds, halftijds werken
De werkomstandigheden
Het salaris
De sociale lasten
De beroepsopleiding
Zijn vaardigheden ontwikkelen
L'ESPACE DE TRAVAIL
La réception / l'accueil
Le bureau - se rendre au bureau
La salle de réunion (f.)
La machine à café
Discuter autour de la machine à café
La pause-café
L'espace (m.) de coworking
Le télétravail - le distanciel
Le télétravailleur - télétravailler
La conf call (pop.) - la visio(conférence)
LE SERVICE CLIENT
Appeler un client - l'appel téléphonique
Répondre au téléphone
Donner des infos - la demande d'info
Envoyer un mail
Faire une offre
Passer une commande
Faire une facture
Effectuer un paiement
Envoyer un rappel
Emballer un produit - l'emballage (m.)
Envoyer un produit - l'expédition (f.)/ l'envoi (m.)
Livrer un produit - la livraison
Les frais de livraison
Ne pas être satisfait - la réclamation
LE MARKETING
La pub(licité)
La brochure
Le catalogue
Le dépliant
La stratégie de communication sur les réseaux sociaux
La présence en ligne d'une marque
DE WERKOMGEVING
Het onthaal
Het bureau / werk - naar het werk gaan
De vergaderzaal
De koffiemachine
Babbelen aan de koffiemachine
De koffiepauze
De coworking space
Het telewerken
De telewerker - telewerken
De online meeting
DE KLANTENDIENST
Een klant opbellen - de oproep
De telefoon opnemen
Informatie geven - de informatievraag
Een email sturen
Een offerte maken
Een bestelling plaatsen
Een factuur opmaken
Een betaling uitvoeren
Een herinnering sturen
Een product inpakken - de verpakking
Een product verzenden - de verzending
Een product leveren - de levering
De verzendkosten
Niet tevreden zijn - de klacht
MARKETING
De reclame(boodschap)
De brochure
De catalogus
De folder
De communicatiestrategie op sociale media
De online zichtbaarheid van een merk
Ma maman a monté son entreprise il y a 15 ans.
Mijn mama heeft 15 jaar geleden haar bedrijf opgericht.
- Tu travailles à temps plein?
- Non, à temps partiel. Je ne travaille pas le mercredi.
- Werk je voltijds?
- Nee, deeltijds. Ik werk niet op woensdag.
Je m'occupe de la stratégie marketing sur les réseaux sociaux.
Ik hou me bezig met de marketingstrategie op sociale media
Les PME ont d'autres besoins que les multinationales.
KMO's hebben andere noden dan multinationals
Cette entreprise veut embaucher 20 nouveaux employés d'ici le mois de mars.
Dat bedrijf wil 20 nieuwe bedienden in dienst nemen tegen de maand maart
Les employés doivent continuer à développer leurs compétences
De bedienden moeten hun vaardigheden (skills) blijven ontwikkelen.
Depuis le Covid, beaucoup de personnes font du télétravail.
Sinds Covid doen vele mensen aan telewerk / werken vele mensen van thuis uit
- Vous pouvez me donner des infos sur votre produit ?
- Bien sûr, je vais vous envoyer une brochure d'information par mail.
- Kan u me info geven over uw product ?
- Natuurlijk, ik zal u een informatiebrochure sturen per mail
Est-ce que le produit a déjà été livré au client ?
Werd het product al geleverd aan de klant ?
A quelle heure commence la visio ?
Om hoe laat begint de online meeting ?