DGD - MOBILITE - VOC - 2425

Page 1

LA MOBILITÉ ET LE MOUVEMENT

Se déplacer → le déplacement

Circuler→ la circulation / le trafic

Se rendre à / aller à

Retourner / revenir de Faire la navette

Choisir son mode de transport

La mobilité douce / responsable

À PIED

Marcher → la marche à pied

Se déplacer à pied

Un piéton

Une rue piétonne

Se promener →faire une promenade

Faire une randonnée

Faire demi-tour

Traverser la rue

Attendre au carrefour / aux feux rouges

À VÉLO

Se déplacer à vélo

Le guidon

La roue

Le frein

La pédale - pédaler

le cadenas / l'antivol (m.)

Un cycliste

Prendre le vélo pour aller à l'école

Porter un casque pour sa sécurité

Porter un gilet fluo / jaune

Etre visible sur la route

Aménager des pistes (f.) cyclables

NOUVEAUX MOYENS DE TRANSPORT

La trottinette électrique - trottiner

Le vélo électrique

L'hoverboard (m.)

Le gyropode - la gyroroue

Zich verplaatsen → de verplaatsing

Rondrijden → het verkeer

Gaan naar

Terugkeren naar / van

Pendelen

Zijn vervoersmiddel kiezen

De zachte / verantwoordelijke mobiliteit

TE VOET

Stappen → het stappen

Zich te voet verplaatsen

Een voetganger

Een voetgangersstraat

Wandelen → een wandeling maken

Een wandeltocht / trektocht maken

Rechtsomkeer maken

De straat oversteken

Wachten aan het kruispunt / aan het rode licht

MET DE FIETS

Zich met de fiets verplaatsen

Het stuur

Het wiel

De rem

De pedaal, trapper - trappen

het slot

Een fietser

De fiets nemen om naar school te gaan

Een helm dragen voor zijn veiligheid

Een fluohesje dragen

Zichtbaar zijn op de weg

Fietspaden aanleggen

NIEUWE VERVOERSMIDDELEN

De elektrische step - steppen

De elektrische fiets

De hoverboard

De gyropod - het gyrowiel

1 CREAFRENCH

LA MOBILITÉ ET LE MOUVEMENT

DANS LES TRANSPORTS EN COMMUN

Voyager en train, en bus, en métro,...

Les usagers / passagers

Prendre les transports en commun

Avoir un abonnement

Acheter / prendre un ticket / un billet

Voyager à tarif réduit

Monter (dans le bus) ↔ descendre (du bus)

Prendre le train, le métro, le bus

La gare

Le quai

La station de métro

La ligne de métro

L'arrêt de bus

Le chauffeur de bus

EN VOITURE

Un véhicule

Un automobiliste

Une auto / voiture

Le volant

Les rétroviseurs

Le pneu - avoir un pneu crevé

Une voiture électrique

Recharger la voiture → une borne de recharge

Une voiture autonome

Conduire (une voiture) → un conducteur

Rouler en voiture

Aller au travail en voiture

Faire du covoiturage

Se garer / garer sa voiture

Rouler aux heures (f.) de pointe

Une file - un embouteillage / bouchon

Suivre les déviations (f.)

Avoir un accident

Renverser une personne

Ecraser une personne

IN HET OPENBAAR VERVOER

Met de trein, de bus, de metro,…reizen

De gebruikers / de passagiers

Het openbaar vervoer nemen

Een abonnement hebben

Een ticket kopen / nemen

Met korting reizen

Instappen ↔ uitstappen

De trein, de metro, de bus nemen

Het station

Het perron

Het metrostation

De metrolijn

De bushalte

De buschauffeur

MET DE WAGEN

Een voertuig

Een automobilist / autobestuurder

Een auto / wagen

Het stuur

De achteruitkijkspiegels

De band - een platte band hebben

Een elektrische wagen

De wagen opladen → een oplaadpunt

Een zelfrijdende auto

Een bestuurder - (een auto) besturen

Met de auto rijden

Met de auto naar het werk gaan

Carpoolen

Parkeren / z'n wagen parkeren

In de piek(uren) rijden

Een file - een opstopping

De wegomlegging volgen

Een ongeval hebben

Iemand omverrijden

Iemand overrijden

2 CREAFRENCH

LA MOBILITÉ ET LE MOUVEMENT

Nous profitons du week-end pour aller faire une balade dans la forêt.

We profiteren van het weekend om een wandeling te maken in het bos.

Pour stimuler l'utilisation des vélos, le gouvernement va faire aménager de nouvelles pistes cyclables

Om het gebruik van fietsen te stimuleren, gaat de regering nieuwe fietspaden laten aanleggen.

Il a renversé un piéton qui traversait la rue.

Hij heeft een voetganger die overstak omvergereden.

Savais-tu que les jeunes et les personnes âgées voyagent à tarif réduit en bus?

Wist je dat jongeren en oudere mensen met korting reizen op de bus?

De nombreuses voitures roulent aux heures de pointe; cela crée des embouteillages.

Vele wagens rijden tijdens de piekuren; dat zorgt voor files.

Tu vas à l'école à vélo ou tu prends les transports en commun?

Ga je naar school met de fiets of neem je het openbaar vervoer?

Pour ta sécurité, porte toujours un casque et un gilet fluo. Voor je veiligheid, draag steeds een helm en een fluohesje.

Ma maman fait du covoiturage pour aller travailler à Bruxelles. Mijn mama carpoolt om te gaan werken in Brussel.

Le trafic était terrible aujourd'hui dans le centre-ville. Het verkeer was vandaag verschrikkelijk in het stadscentrum.

Nous rechargeons notre voiture électrique à une borne de recharge dans la rue.

Wij laden onze elektrische wagen op aan een oplaadpunt in de straat.

Les passagers viennent de monter dans le train

De passagiers zijn zonet op de trein gestapt.

3 CREAFRENCH

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.