16 minute read

AMEDEO MODIGLIANI

Next Article
ROCKIN’1000

ROCKIN’1000

Amedeo Modigliani, ‘Jeanne Hébuterne met hoed en halssnoer’, Parijs 1917 (privé-collectie).

©IMAGESELECT/ALAMY/HISTORY & ART COLLECTION

Advertisement

Ongekend talent voor kunst en zelfdestructie

Zijn leven stond in het teken van kunst, drank en drugs. De uit Livorno afkomstige beeldhouwer-schilder Amedeo Modigliani (1884-1920) groeide uit tot een legendarische figuur in de Parijse kunstwereld van begin 20ste eeuw. Zijn werken leveren op veilingen astronomische bedragen op. Portret van “een zoon van de sterren, voor wie de werkelijkheid niet bestond”.

TEKST RONALD KUIPERS

In de zomer van 1884 ligt Eugenia Modigliani te puffen in haar bed. Niet door de hitte, maar vanwege de barensweeën die de geboorte van haar vierde kind aankondigen.

De omstandigheden zijn verre van ideaal. Haar echtgenoot Flaminio, een handelaar in hout en steenkool, heeft enkele verkeerde zakelijke beslissingen genomen en is onlangs failliet verklaard. De deurwaarders hebben alle meubels in zijn fraaie woning in de Toscaanse havenstad

Livorno in beslag genomen.

Gelukkig bestaat er een oude wet die bepaalt dat het bed van een zwangere vrouw (en alles wat daarop ligt) niet mag worden meegenomen.

Daar maken de leden van de familie

Modigliani gretig gebruik van: ze stapelen al hun kostbaarheden op op het bed van de puffende Eugenia. En zo komt de kleine Amedeo ter wereld op 12 juli 1884: te midden van dure kleding, horloges, sieraden en servies.

Zijn moeder Eugenia ziet de bizarre situatie als een slecht voorteken. Ze vreest dat haar Amedeo weleens een zwaar leven tegemoet kan gaan… De jonge Amedeo, luisterend naar het koosnaampje Dedo, is een heetgebakerd en emotioneel kind, maar valt daarmee niet uit de toon bij de rest van de Joods-Italiaanse familie Modigliani. Onder de vele neven, nichten, ooms en tantes is geestelijke instabiliteit eerder regel dan uitzondering, variërend van suïcidaal gedrag tot achtervolgingswaanzin.

De professor

Amedeo heeft weinig contact met zijn vader Flaminio (die vaak op zakenreis is), maar hij trekt des te meer op met grootvader Isaac, die in Livorno inwoont bij het gezin. Isaac heeft regelmatig een zenuwinzinking en is ervan overtuigd dat de tuinmannen hem achtervolgen, maar hij is ook zeer erudiet en spreekt zes talen. Amedeo hangt aan Isaacs lippen als deze vertelt over kunst en geschiedenis, waardoor zijn vriendjes hem ‘de professor’ gaan noemen. Op zijn veertiende wordt Amedeo geveld door tyfus met hoge koorts. Hij ligt dagenlang te ijlen dat hij felle kleuren ziet in allerlei vormen. Als hij is hersteld, begint hij als een bezetene te tekenen en te schilderen. Moeder Eugenia, zelf ook kunstzinnig aangelegd, is ervan overtuigd dat de hoge koorts Amedeo’s artistieke talent heeft doen ontwaken: “Dedo doet niets anders dan schilderen. Hij doet het de hele dag en elke dag, met enorm veel enthousiasme!” Omdat Amedeo op school niets meer uitvoert en een loopbaan in de handel of techniek hem doodongelukkig zou maken, besluit Eugenia hem in de leer te laten gaan bij schilder Guglielmo Micheli, een leerling van grootmeester Giovanni Fattori. In Micheli’s studio maakt Amedeo kennis met alle aspecten van de schilderkunst. Van het bestuderen van naakten tot werken in de openlucht, van het schilderen van obscure steegjes in Livorno tot grootse landschappen. Een rijke oom maakt het >

mogelijk dat Amedeo verder kan studeren aan de Accademia di Belle Arti di Venezia, waar hij wordt geschoold in de rijke schildertraditie van de lagunestad. In het verre Venetië, zonder toezicht van ouders en familie, ontdekt Amedeo de geneugten van het bohemienleven, van een artistiek bestaan dat zich grotendeels afspeelt in cafés en bordelen, onder het verdovende genot van hasj, ether en cocaïne. Op zijn 22ste, in 1906, vertrekt Amedeo naar Parijs, waar elke zichzelf respecterende kunstenaar ontdekt wil worden. Als na enkele weken het geld dat zijn moeder hem meegaf op is, slaan de honger, kou en eenzaamheid keihard toe. Amedeo sjokt in de kunstenaarswijken Montmartre en Montparnasse van het ene vochtige, door ratten bewoonde krot naar het andere. Vlak voor de dag waarop de huur moet worden betaald, vertrekt hij vaak als een dief in de nacht, met zijn schaarse spullen in een oude kruiwagen. Als ‘betaling’ laat hij enkele tekeningen of schetsen achter. Bij restaurantjes probeert hij eten los te praten, maar vrijwel niemand wil zijn kunst als betaling ontvangen. Moeder Eugenia stuurt hem regelmatig geld. In plaats van voedsel koopt hij daar meestal drugs voor: hasj en ether om alle ellende te vergeten, cocaïne om scherp te blijven en tot diep in de nacht te kunnen tekenen. In de Parijse kunstenaarscafés bouwt Amedeo al snel een geduchte reputatie op als dronkenlap, met een voorkeur voor ‘de groene fee’ absint (meer dan 50 procent alcohol!). Aanstormende talenten als Picasso, Diego Rivera en landgenoten als Boccioni en Severini nemen hem niet echt serieus, maar waarderen hem als gangmaker en (als hij even geld heeft) gever van rondjes – totdat de kroegbaas hem diep in de nacht op straat gooit. Na verloop van tijd besluit Amedeo het roer om te gooien. Hij heeft genoeg van schilderen, van het moeizame mengen van pigmenten, het geklieder met tubes en de kwetsbaarheid van de doeken. Ook is hij de eindeloze discussies beu over ‘de stijl van de toekomst’: de ene kunstenaar zweert bij expressionisme, de andere bij kubisme en weer een andere bij futurisme. Amedeo wil zijn eigen pad volgen. Hij besluit beeldhouwer te worden. En dan bij voorkeur niet van kleine bustes, maar van kolossale monumenten, bestemd voor de eeuwigheid.

©IMAGESELECT/FINE ART IMAGES Amedeo Modigliani in zijn studio, ca. 1915.

Uitgemergeld

Amedeo bedelt bij bouwplaatsen om blokken steen, maar krijgt die slechts zelden. Daarom sluipt hij ’s nachts door openingen in de hekken rondom metrostations in aanbouw, om daar stiekem stukken steen te bemachtigen. De hoofden die hij met engelengeduld uithakt zijn vaak geïnspireerd op Afrikaanse maskers, beelden uit het oude Egypte en uit Oceanië: krachtige, vaak verlengde of ovale koppen, steunend op lange,

©ADOBE STOCK ‘Rood naakt’, Parijs 1917 (privé-collectie). In 2015 geveild bij Christie’s voor meer dan 170 miljoen dollar.

In de Parijse kunstenaarscafés bouwt Amedeo al snel een geduchte reputatie op als dronkenlap, met een voorkeur voor ‘de groene fee’ absint

ronde nekken. Hij krijgt nuttige tips van de Roemeense beeldhouwer (voorheen herder) Constantin Brancusi, die al langer op zoek is naar ‘de absolute vormen’. Amedeo’s obsessie om een succesvol beeldhouwer te worden heeft een hoge prijs. Terwijl hij er jarenlang, ondanks zijn armoede, in slaagt er verzorgd uit te zien, met zijn karakteristieke flamboyante hoed, rode sjaal en corduroy jasje, begint hij nu te verslonzen. Op een dag treft een van zijn vrienden hem bewusteloos aan in zijn studio, ondervoed en vervuild. De vriend zamelt geld in zodat Amedeo naar zijn moeder in Livorno kan reizen, om daar op te knappen. Moeder Eugenia schrikt als ze haar zoon voor het eerst in vele jaren terugziet. Waar is de knappe jongeman gebleven die ooit met zoveel dromen naar Parijs vertrok om het te gaan maken als kunstenaar? Ze ziet een uitgemergelde clochard, met een vale huid, een gehavend gebit en een onverzorgde bos haar. Zijn gescheurde broek hangt op zijn heupen met een stuk touw. Amedeo laat zich enige tijd verwennen door zijn moeder, maar zodra hij zich weer sterk genoeg voelt keert hij terug naar Parijs. Daar moet hij echter vaststellen dat zijn zwakke gezondheid een verdere carrière als beeldhouwer onmogelijk maakt. Het hakken en schuren in steen veroorzaakt veel stof, waardoor Amedeo zijn longen – in zijn jeugd beschadigd door tuberculose – bij elke werksessie uit zijn lijf hoest. Rond 1914 gooit hij de beitels erbij neer en besluit hij noodgedwongen terug te keren naar de schilderkunst. Qua stijl bouwt Amedeo echter voort op zijn beeldhouwwerk, door portretten te maken op basis van robuuste, plastische vlakken, die met donkere belijning scherp worden afgezet tegen de achtergrond. Een criticus merkt erover op: “Modigliani beeldhouwt in verf.”

Lomperik

In zijn warme kleurstelling grijpt Amedeo terug op grootmeesters als Titiaan en Carpaccio, die hij tijdens zijn studie aan de Venetiaanse academie goed heeft leren kennen. Amedeo’s stijl begint aan te slaan, >

Hij kent geen enkele schaamte bij het afbeelden van zijn vrouwelijke modellen. In 1917 exposeert hij vijf naakten precies tegenover een politiebureau

mede dankzij de inzet van zijn agent Leopold Zborowski. Zijn schilderijen verschijnen in enkele galerieën en er wordt zowaar af en toe een werk verkocht. Van de opbrengst koopt Amedeo in een opwelling een peperduur pak, waarmee hij loopt te pronken door Parijs. Diezelfde avond wordt hij echter vreselijk dronken en belandt hij letterlijk in de goot; zijn pak is geruïneerd. Het is niet de enige vorm van ophef die Amedeo veroorzaakt. Hij kent geen enkele schaamte bij het afbeelden van zijn vrouwelijke modellen. In 1917 exposeert hij vijf naakten, inclusief edele delen, precies tegenover een politiebureau. De agenten sluiten de expositie wegens ‘belediging van het fatsoen’. Amedeo’s bescheiden succes zorgt ook voor extra druk om meer en sneller schilderijen te leveren. Dit verergert zijn verslaving aan drugs, nicotine en alcohol. Hij kan alleen nog schilderen met meerdere flessen sterke drank onder handbereik. Een journalist merkt grappend op dat Modigliani’s beroemde ‘zwanenhalzen’ wellicht zijn ontstaan omdat hij zijn modellen altijd ziet door de gebogen hals van een fles absint. De drank en drugs beginnen zijn karakter aan te tasten. De ooit zo beleefde en zelfs verlegen Amedeo wordt een sarcastische en verbitterde lomperik, die zonder aanleiding vrienden beledigt en uitscheldt. In cafés schopt hij relletjes en zoekt hij ruzie met andere kunstenaars. Hij is zelfs onbeleefd tegenover de oude schilder Renoir. Als deze bij een toevallige ontmoeting zegt trots te zijn op de mooie roze billen die hij vaak schilderde, antwoordt Amedeo bot: “Ik houd niet van achterwerken.” Over zijn eigen werk wordt Amedeo steeds kritischer. Hij werkt manisch

©IMAGESELECT/ALAMY/MAIDUN COLLECTION Portret van een roodharig meisje, (waarschijnlijk Modigliani’s vriendin Jeanne Hébuterne), Parijs 1918 (privé-collectie). Portret van schilder Chaim Soutine, Parijs 1917 (Washington, National Gallery of Art).

ONLINE 1 ©IMAGESELECT/GRANGER/F

tot diep in de nacht maar als het resultaat hem niet bevalt, aarzelt hij niet om een tekening of schilderij in een aanval van razernij aan flarden te scheuren. De relaties die Amedeo heeft met meerdere van zijn vrouwelijke modellen (en die naar verluidt enkele buitenechtelijke kinderen opleveren) eindigen steevast in ruzies, vechtpartijen en huilbuien.

Zoon van de sterren

In 1917 lijkt er enige rust in het leven van Amedeo te komen, als hij de veertien jaar jongere Parijse kunststudente Jeanne Hébuterne ontmoet. Jeanne, afkomstig uit een burgerlijk milieu, is diep onder de indruk van de bohemien-kunstenaar Modigliani en steunt hem zoveel ze kan. Een jaar later baart Jeanne een dochtertje, tot grote vreugde en trots van vader Amedeo. Maar al snel krijgt Amedeo’s door de drank en drugs veroorzaakte destructieve gedrag weer de overhand. Terwijl hij tot diep in de nacht de cafés van Parijs onveilig maakt, begint hij steeds heftiger te rochelen. Als hij daarbij ook bloed begint op te hoesten, weet hij dat de tuberculose voor de tweede keer in zijn leven heeft toegeslagen. Hij blijft echter uitgaan, totdat zijn verzwakte lichaam dat onmogelijk maakt. Eind 1919 treft een vriend Amedeo aan in zijn ijskoude studio. Hij ligt zwetend van de koorts in bed, terwijl Jeanne apathisch en met een dikke buik naast hem zit, negen maanden zwanger van hun tweede kind. Rondom hen ligt de vloer bezaaid met lege wijnflessen en opengemaakte sardineblikjes (sardientjes zijn het enige voedsel dat Amedeo nog kan binnenhouden). Als Amedeo in coma raakt, wordt hij met spoed naar het ziekenhuis gebracht. De dokters constateren dat de tbc-bacterie zijn hersenvlies heeft aangetast en dat er geen redding meer mogelijk is. Hij overlijdt op 24 januari 1920, op 35-jarige leeftijd. Jeanne is volledig in shock. Omdat haar familie vreest dat ze zichzelf iets zal aandoen, besluit haar broer haar scherp in de gaten te houden. Maar als hij ’s ochtends vroeg in slaap dommelt, ziet Jeanne haar kans schoon. Ze opent het raam van haar ouders woning op de vijfde verdieping van een Parijs appartementencomplex en springt dan ruggelings naar beneden. Zij en haar ongeboren kind overleven de klap niet. Amedeo wordt begraven op Père Lachaise, waar enkele jaren later ook het lichaam van Jeanne zal worden bijgezet. Amedeo’s agent Zborowski schrijft aan de familie Modigliani: “Hij was de meest getalenteerde kunstenaar van onze tijd, een zoon van de sterren, voor wie de werkelijkheid niet bestond…” Niet lang daarna schieten de prijzen van Amedeo’s werk omhoog. •

Amedeo Modigliani, ‘Hoofd van een cariatide’ in Cosenza, Calabrië.

TIPS

©IMAGESELECT/ALAMY/REALYEASYSTAR/VINCENZO CAROLEO

Geboortehuis

In 2023 zal Amedeo’s bewogen Parijse bohemienleven worden verfilmd door Johnny Depp (regisseur) en Al Pacino (producent). Voor wie al eerder meer wil weten over Amedeo’s werk en leven, kan in Livorno (op afspraak) een bezoek brengen aan zijn geboortehuis. casanatalemodigliani.it

susan

SUSAN VAN DETH WOONT IN PADUA, EN DEELT HIER HAAR KEUKENGEHEIMEN MET ONS.

Pasta & een zoen

Een donkere avond, een slechts door kaarsen verlichte tafel, romantische muziek en een bord vol spaghetti bolognese. Het bord is bijna leeg, maar in vervoering gebracht door de muziek hebben Lady en de Vagebond niet door dat zij hetzelfde sliertje spaghetti in hun mond hebben, en onverwacht vinden zij elkaar in een romantische kus. In deze scène uit de wereldberoemde Disneyfilm staat een van de meest bekende – en wellicht geconsumeerde – gerechten uit de Italiaanse keuken centraal: pasta alla bolognese. Laten we maar meteen twee dingen corrigeren die deze scène overduidelijk niet authentiek Italiaans maken. Ten eerste: een ragù alla bolognese wordt in Italië nooit geserveerd in de vorm van gehaktballetjes, dat is een puur Amerikaanse uitvinding. Ten tweede: je zult geen pasta alla bolognese vinden die wordt opgediend met spaghetti, de ragù wordt in Italië altijd geserveerd met tagliatelle. Bij voorkeur handgemaakt uiteraard, en op basis van eieren. Wil je een Italiaan écht boos krijgen, dan moet je hem vragen om een ‘lekker snel recept’ voor een ragù bolognese; dat is vloeken in de kerk. Er zijn zeker fijne pastagerechten, zoals een carbonara of een spaghetti aglio e olio, die in een mum van tijd op tafel staan. Een ragù daarentegen heeft tijd nodig, veel tijd. Maar wees eerlijk, bestaat er iets beters dan een huis dat is doortrokken van het parfum van een van de meest troostrijke Italiaanse gerechten? Zoek in je kast de grootste pan met dikke bodem die je kunt vinden, we gaan namelijk geen ragù maken voor één enkele maaltijd, dit wordt een grote pan vol bubbelende rode saus. Zoals bij zoveel Italiaanse gerechten geldt: er is slechts een beperkt aantal ingrediënten nodig voor deze ragù, en daarom is het des te belangrijker dat je ingrediënten gebruikt van de hoogste kwaliteit die je kunt vinden. Een goede ragù alla bolognese is zeker geen studentenmaaltijd voor een halve euro per persoon. Zorg ervoor dat je een goede kwaliteit rundergehakt haalt bij je slager, of nog beter, vraag hem om deze ter plekke voor je te maken. Koop de beste Italiaanse tomaten in blik die je kunt krijgen, en vergeet zeker ook niet de pancetta. Idealiter maak je de ragù een dag van tevoren, hij is namelijk nog lekkerder als de smaken een dag hebben kunnen intrekken. En aangezien je een grote pan hebt gemaakt, gaat de rest zo de vriezer in voor andere dagen waarop je een hartverwarmende maaltijd kunt gebruiken. Nu alleen nog de tafel dekken met een wit tafelkleed (dat is gevaarlijk met tomatensaus en rode wijn, ik weet het), een paar kaarsen, mooie wijnglazen en romantische muziek. En dan alleen nog hopen dat je aan het einde van het laatste sliertje pasta een paar fijne lippen vindt voor een warme filmkus. •

Buon appetito!

Van mijn keuken naar jouw keukentafel, Suus @su.sana.superfood

Ragù alla bolognese

Ingrediënten (voor 6-8 porties) • 500 g rundergehakt • 100 g gerookte pancetta • 2 blikken (van 400 g) Italiaanse gepelde tomaten (bijv. Mutti) • 700 g Italiaanse passata (bijv. Cirio of Mutti) • 1 grote wortel • 1 stengel selderij • 1 kleine ui • 1 groot glas rode wijn (200 ml) • 1 groot glas melk (200 ml) • 1 pak tagliatelle op basis van eieren • 1 stuk Parmigiano Reggiano

Bereiding

Zoals altijd met traditionele Italiaanse recepten heeft ieder huishouden zijn eigen variant. Dit is mijn recept voor ragù alla bolognese, met iets meer tomaten dan wellicht andere families toevoegen en zonder de bouillon die je vaak terugvindt.

Snijd de groentes in kleine blokjes (brunoise) en fruit deze samen met de fijngesneden pancetta in olijfolie op een zacht vuurtje in een pan met dikke bodem (ongeveer 10 minuten). Voeg vervolgens het gehakt toe, braad dit aan en breng op smaak met peper en zout. Voeg als het gehakt een mooie kleur heeft het glas rode wijn toe en laat de alcohol in een paar minuten verdampen. Voeg vervolgens de gepelde tomaten en de passata bij het gehakt, evenals het glas melk. Breng alles aan de kook en zet vervolgens de pan op het laagste vuur dat je hebt. Laat de ragù minimaal 2 uur heel zachtjes pruttelen, met het deksel op de pan. Je mag de ragù gerust 1 à 1,5 uur langer op laten staan, dit komt de smaak alleen maar ten goede. Controleer af en toe even of de ragù niet te droog wordt, je kunt eventueel wat extra melk toevoegen. Proef na twee uur of de ragù verder op smaak moet worden gebracht met meer zout en peper. Serveer de ragù met tagliatelle (op basis van eieren) en lekker veel versgeraspte Parmigiano Reggiano.

TIP!

Als je de ragù een dag van tevoren maakt, laat hem dan op een lekker koele plek staan (maar bij voorkeur niet in de koelkast), zodat de smaken nog beter in kunnen trekken.

mangiare

MIKE VAN DER ZALM IS EIGENAAR VAN BILDERDIJK WIJNHUYS IN AMSTERDAM. BILDERDIJKWIJNHUYS.NL

Heilige wijn

Fattoria di Basciano uit de Chianti houdt graag lokale wijntradities in stand, zoals de ‘heilige’ wijn vin santo. De zoete dessertwijn wordt gemaakt van druiven die na de oogst tot begin februari te drogen worden gehangen. Hierna wordt het geconcentreerde sap in kleine vaatjes van Frans en Sloveens eikenhout vergist en zo rijpt het

Mike's wijntip

nog vier jaar verder. De amberkleurige, naar noten en gedroogd fruit geurende wijn is heerlijk bij notentaart of een stukje gorgonzola. Maar wij dopen cantucci in de wijn. Heiligschennis misschien, maar zo lekker. Fattoria di Basciano, Vin santo 2015, € 19,95

le rd t

Maak een kleurige pasta met deze orecchiette (oortjes) uit Puglia, waar ze vaak bereid worden met rapini, een aan broccoli verwante groente. Maar je kunt ze ook al sugo eten, in tomatensaus. Taste of Puglia, Orecchiette ‘5 kleuren’, € 4,75. tasteofpuglia.nl

D g p ank

Deze opvallende kaasplank van beukenhout heeft een sierlijk bewerkte rand die hem iets elegants en exotisch geeft. Ontworpen door de Nederlandse Marcel Wanders voor het Italiaanse Alessi. Alessi, Dressed in wood, € 82. eu.alessi.com

Groen koken

De Dr. Green-lijn van het pannenmerk Risoli is duurzaam geproduceerd en heeft een antiaanbaklaag op waterbasis met een lange levensduur. Zo krijg je met weinig of geen vet toch een perfect resultaat. En de pan is ideaal voor slow cooking. Er is een serie gemaakt van gietaluminium maar speciaal voor inductie is er Dr. Green ExtraInduction van roestvrij staal. Risoli, Sauspan met glazen deksel Dr. Green ExtraInduction, € 150. risoli.com

This article is from: