3 minute read

Bijdrage aan de biodiversiteit

Cruydt-Hoeck Bijdragen aan meer biodiversiteit

Kies voor inheemse zaden en planten van regionale herkomst!

Advertisement

Bloemenmengsels winnen aan populariteit, omdat de roep om de biodiversiteit in Nederland te versterken almaar luider wordt. Er zijn veel mengsels op de markt. Hoe kies je uit het grote aanbod het juiste mengsel dat de lokale biodiversiteit ook écht bevordert? Kies voor zaden van inheemse soorten met een regionale herkomst.

Inheemse planten, goed voor onze insecten

De wilde planten die van oorsprong in Nederland voorkomen, voelen zich thuis in deze regio: ze zijn aangepast aan ons klimaat en onze bodems. Bovendien hebben veel van onze insecten een nauwe relatie met inheemse planten. Ze delen een geschiedenis die miljoenen jaren teruggaat en zijn onderling van elkaar afhankelijk geworden.

Veel insecten zijn, met name als larve, afhankelijk van een specifieke plantensoort of kleine groep planten voor de overleving. Een voorbeeld is de Kleine vuurvlinder. De rupsjes van deze vlinder leven alleen op Schapenzuring en Veldzuring. Dit zijn de planten waar de vlinder haar eitjes op afzet en waar ze altijd in de buurt te vinden is. Ook wilde bijen zijn vaak zogenaamde specialisten en voeren hun jongen alleen het stuifmeel van één of een selecte groep wilde planten. Dat betekent niet dat je ze niet op andere bloemen kunt aantreffen, maar daar drinken ze alleen nectar. Op deze manier zijn inheemse planten onontbeerlijk voor de biodiversiteit in een gebied. Exotische planten die vaak worden ingezaaid zoals Cosmea en Phacelia, komen vaak uit andere werelddelen, zoals Amerika. Ze bieden aan onze insecten, met name de minder kritische soorten als hommels en schoenlappers (vlinderfamilie), wel nectar, maar zijn geen voedselplant voor de larven. Dus voor de o zo belangrijke voortplanting hebben ze geen waarde. Ook gecultiveerde soorten als dubbele korenbloemen zijn niet bevorderlijk voor insecten. De nectar is vaak slecht bereikbaar en ook de hoeveelheid nectar en stuifmeel kan door het proces van veredeling beïnvloed zijn.

Om onze vliegende vrienden te helpen, kies je dus voor wildebloemenzaden met een regionale herkomst. Pas ze toe in je tuin of in de openbare ruimte en lever samen met ons een substantiële bijdrage aan het vergroten van de biodiversiteit.

Onderzoek: Meer biodiversiteit met Inheemse Bloemenmengsels van Cruydt-Hoeck

Buro Bakker onderzocht in 2018 de betekenis van diverse zaadmengsels voor de biodiversiteit. Voor dit onderzoek werden mengsels van Cruydt-Hoeck vergeleken met (vaak bontgekleurde) mengsels met veel exoten. Deze keer werden bloembezoekende insecten buiten beschouwing gelaten, omdat zij vaak weinig kritisch zijn wat betreft hun bloemkeuze. In plaats daarvan werden meer specialistische, zogenaamde plantparasieten onderzocht, die als larve van de groene delen van een plant leven en waar bijvoorbeeld ook vlinderrupsen toe behoren. De bevindingen zijn verrassend helder en eenduidig. Op inheemse plantensoorten werden gemiddeld drie keer meer soorten plantparasieten aangetroffen dan op exoten. Inheemse planten bleken met name onmisbaar voor de meest kritische en kwetsbare soorten, die vaak van één of enkele planten afhankelijk zijn. De verklaring hiervoor is dat insecten tijd nodig hebben om zich aan te passen aan planten. Daar gaan vaak vele honderden tot duizenden jaren over heen. Dus hoe langer een plantensoort al in Nederland voorkomt en dus hoe inheemser deze is, des te meer insecten er gebruik van maken. Alle kleine beestjes uit dit onderzoek zijn voedsel voor andere insecten en voor vogels, en dragen daarmee stuk voor stuk bij aan een grotere biodiversiteit. Hoe groter de biodiversiteit – de verscheidenheid aan planten en dieren – hoe gezonder en weerbaarder het ecosysteem. Inheemse planten vormen hierin dus een onmisbare schakel.

Kleine vuurvlinder op Veldzuring.

Rapport ontvangen? Neem contact met ons op.

De Breedbandgroefbij leeft in kruidenrijke graslanden en bloemrijke uiterwaarden en haalt graag stuifmeel en nectar bij onder andere Knoopkruid en Grote centaurie (foto). Stuifmeel en nectar van deze planten is geliefd bij veel wilde bijen, zoals zandbijen, metselbijen, groefbijen, behangersbijen en hommels. De Helmkruidvlinder is vrij zeldzaam en komt voor op de zandgronden. De opvallend getekende rupsen kunt u vinden op verschillende soorten helmkruid en toorts.

De opvallend getekende Pyjamaschildwants is te vinden op schermbloemigen als Peen en Pastinaak (foto). De wantsen zitten meestal boven in de plant, in het bloemscherm, waar ze sappen uit de zaden zuigen.

This article is from: