1 minute read
RUBRIEKEN
Dna heeft zijn waarde,
nog meer in de toekomst
Advertisement
‘Met cijfers kan je alles bewijzen.’ Een vaakgehoorde uitspraak, maar volgens mij niet geheel correct. Voor mij is het eerder dat met de interpretatie van cijfers vooral veel wordt bewezen. De cijfers zelf zijn er zwart op wit. De voorbije weken woedde er online een stevige discussie over het nut van merkerfokwaarden voor Belgisch witblauw. De tegenstanders zagen in de cijfers geen meerwaarde. Een enkele vleesveehouder die voor was, werd snel in de hoek gedreven. De cijfers konden niet kloppen, een fokker ziet dat ook. Ik ben een fan van merkerfokwaarden. Maar ook dat laatste – een fokker ziet dat – is vaak waar. Merkerfokwaarden zijn simpelweg extra informatie die je op jonge leeftijd nog niet kan weten. De huidige fokwaarden hebben nog niet de grootste toegevoegde waarde, een witblauwfokker met kunde en ervaring kan op basis van wat hij ziet bij een jong dier en wat hij weet van de voorouders een goede selectie- en fokkerijkeuze maken. Maar de ontwikkeling van nieuwe merkerfokwaarden, vooral die voor vruchtbaarheid en slachtkenmerken, zal én moet er komen. Het gaat over twee rendementgerelateerde kenmerken die we vandaag nog niet altijd goed kunnen voorspellen. En zeker daar hebben merkerfokwaarden een enorme toegevoegde waarde. Te vaak worden cijfers zo geïnterpreteerd dat ze in de waarheid van de gebruiker passen. Ik denk dat het geen verkeerde vaststelling is als ik merk dat het vaak de landbouwsector is die met dit fenomeen te maken heeft. Wie op sociale media zit, merkt al snel wat ik bedoel. Het Nederlandse stikstofdebat wordt er soms beslecht met dezelfde cijfers, maar een andere interpretatie. Hetzelfde gebeurt met de klimaatinvloed van onze koeien. Sociale media zijn vaak niet de meest aangewezen media om te reageren, rechtstreeks reageren met een telefoontje of mail werkt vaak veel beter. Een wat negatieve kop boven een gesponsord artikel van Limburg.net, een Vlaamse bedrijf in de afvalsector, in een Vlaamse krant werd onlangs zo aangepast. Niet tweeten, maar rechtstreeks enige bedenking en nuance per mail sturen aan de verantwoordelijken was alles wat hiervoor nodig was.
WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR