Eem kallepingsje med uutlEh
zakwoordenboekje
Door repertoire te verbinden aan een vorm van het West-Vlaamse dialect zorgt Theatermakery Het Eenzame Westen voor sterk, pakkend theater vol schrijnende humor. Elk stuk wordt bewust in een ander dialect hertaald, aansluitend bij de inhoud en onderliggende socio-culturele lijnen. De Spil neemt het gezelschap onder haar vleugels en treedt op als partner voor de voorstellingen.
“z'is moa nunne
toet'an eur kniein�
ze is schijnheilig
Het Torhouts
Er bestaan verschillende soorten West-Vlaams. Je kan ze ruwweg opdelen volgens de streek: het noorden, het westen en het zuidoosten. ‘Slachtinge’ wordt gespeeld in het Torhouts, hoewel dat dialect strikt genomen niet bestaat. Het is een streekdialect: verschillend, soms in kleine nuances maar evengoed in woorden, volgens de deelgemeente waar de stad aan grenst.
Eerste Hulp bij het Torhouts Persoonlijke voornaamwoorden: Ik: ik of ‘k Jij: gie Hij/zij: ie/zie Wij: wiedre Jullie: giedre Zij: ziedre De vervoeging van het woord ja: Joak: ja ik Joaij: ja jij Joaij/joaes: ja hij/ja zij Joaet: ja het Jow: ja wij Joaeg: ja jullie Joaes: ja zij (meervoud) De vervoeging van het woord nee: Ningk: nee ik Neij: nee jij Nieij/nieis: nee hij/nee zij Nint: nee het Nieiw: nee wij Nieig: nee jullie Nieis: nee zij (meervoud)
Vervoeging van werkwoorden: Bij alle vervoegingen wordt bij de eerste persoon tegenwoordige tijd altijd de noemvorm gebruikt. Ik probeer: ‘k probbeer’n / ik wandel: ‘k waandel’n Behalve bij: Kunnen: 'k koste Durven: 'k doste Moeten: 'k moste De hij-vorm kent een samentrekking wanneer het werkwoord begint met een klinker (of de letter h, want die wordt nooit uitgesproken) Hij heeft: j’eed / hij opent: j’oop’mt Als het werkwoord begint met een medeklinker volgt er geen samentrekking, maar verandert “hij” in “je” Hij rijdt: je riedt / hij twijfelt: je twieffelt Als de klemtoon op het persoonlijk voornaamwoord ligt, krijgen we een dubbel gebruik. Kan ik: ku’k ik / moet hij: moett’n ie / kunnen zij: kunn’ze zied’re
Uitspraak:
- G wordt altijd uitgesproken als H - Eindklanken EN en DEN worden samen getrokken: eten – eet’n, smeden – smee’n - EN voorafgegaan van K klinkt als NG (als deling): koeken – koek’ng - Eindklanken na de P krijgen een extra M: lopen – lo(i)pm, kruipen – kruup’m - Woorden eindigend op N gevolgd door woorden beginnend met P of B krijgen de uitgang M: een beeldje – eem beeld’je, negen paaltjes – negem paoltjes, aanpakken – ampakk’n(g) - (Werk)woorden beginnend met KN worden altijd TN uitgesproken: knagen – tnaag’n - (Werk)woorden beginnend met KN en eindigend op PEN kennen een dubbele vervorming: knoppen – tnoop’m, knippen – tnipp’m - Woorden met dubbele L (LL) krijgen de uitgang LJ: vanille - vanielje - AA wordt AO: stralen – straol’n, kwalen – kwaol’n - AA gevolgd door R wordt AOI: kaart – kaoirte, taart – taoirte
- EE wordt Ê (als être) of OEI (als Pierre): been – biein, benen – bie’in - OO wordt OO, EU of OI (als doigt in het Frans): boren – boir’n, door – deure - VOOR wordt VOI uitgesproken wanneer het volgende woord met een medeklinker begint en VOIR wanneer het volgende woord met een klinker begint - UU wordt EU of IE: schuur – scheure, vuur – vier - IE krijgt een extra J: bier – biejr, verdienen – verdiejn - IJ wordt IE: lijf – lief, stijf – stief - UI wordt UU: druiven – druuv’m, kruipen – kruup’m Verkleinwoorden worden bepaald door de laatste letter van het woord: - Woorden eindigend op D en voorafgegaan door IE of AA krijgen JE: lied – liej’je - Woorden eindigend op F krijgen VJE: duif – duuvje - Woorden eindigend op S en voorafgegaan door lange klinker krijgen Z: kaas – kaoz’je
- Woorden eindigend op S en voorafgegaan door korte klinker krijgen SCHJE: vis – visch’je - Woorden eindigend op G krijgen SCHJE: haag – oagschje - Woorden eindigend op K krijgen SJE: koek – koeksje - Woorden eindigend op P en W krijgen TJE: kop – koptje, leeuw - lieiwtje
Zakwoordenboekje voor Slachtinge In volgorde van verschijnen. Vertaald in de betekenis die gebruikt wordt in de voorstelling: overdragen klikken rouelleke roulade bruuzeln kruimelen pennepisse/zoetekoeke peperkoek ezelsblend droenke zien stomdronken zijn
dwaoz’n stomkop, dommerik ’t fienste is wok zen oar en ‘tis nog en stroij dikke hij is oliedom ge moed ekiei ip zukke karre riein dat moet je eens meemaken weere bell’n terugbellen doe je buuksje moa zielemesse doe je maar tegoed, eet je buik maar rond passeerde week vorige week gie ligleert da voirt jij regelt dat verder een overdrager een klikspaan iemand een trom’lienge gev’n iemand een pak rammel geven een bitje een beetje undre erte zakt in undre nen onderbroek ze zijn bang attakeer’n aanvallen ommenekiei plots gelik ne kerremelk’schiettre als iemand met een lijkbleek gezicht
primperan middeltje/medicijn tegen misselijkheid j’ee nog een bitje wiend in z’ne broek, wè hij heeft veel noten op zijn zang verkloit’n verknoeien (verkloten) ogliek toch spuug’n braken dad is miene rayon dat is mijn verantwoordelijkheid (mijn afdeling) bassing (plastic) teil(tje) vanensentends helemaal, volledig gepatieild besmeurd peure pure ze kan niet’n in oed’n ze houdt niets binnen reukewaotre parfum nieverst nergens speit’n spuiten nachtmirje nachtmerrie dikkenekke iemand die het hoog in zijn bol heeft ip iemand ziene knop duuw’n iemand uitdagen, iemand pushen
o tetoet o jawel vools vals z’is moa nunne toet’an eur kniein ze is schijnheilig ze zoed in de kerk schiet’n en ’t ip d’illigen steek’ng ze is schijnheilig ze mag ne stroent zien daans’n, zegoa nog niej lach’n ze kijkt altijd stuurs, nors stikt ne bustelsteirt in eur gat en hieil de straote is gevaogd preutse, heupwiegende vrouw blêtkoesse iemand die snel of veel weent met eur grote blaffeteure met haar grote mond pekelteeve kwaadspreekster potieze babbelkous krits’re ruziestoker aoketisse kreng be toet jawel en etre eentwiein en als er iemand da begot iedriein an dat gaat iedereen aan, is voor iedereen belangrijk molje molletje
stief enorm da messaan niet dat is niet erg, het geeft niet allesies alleszins kalant klant pertank nochtans kunn’n we ’t juuste zo hoed nie zien kunnen we het net zo goed niet zijn toelegg’n (de telefoon/hoorn) neerleggen biezoe zoen verwiet’n verwijten diengsje dingetje wo kuk ik anders zegg’n wat kan ik anders zeggen zot van contentement in de wolken zijn benauwd (zien) voe bang (zijn) van kienders kinderen olmedekiei plots hieilehans helemaal in’t gehieil nie helemaal niet oanzichte gezicht (…) kan miene zak ipblaoz’n (…) kan ze kussen
ne braove sluffre een pantoffelheld, een brave Hendrik per kontraorie in tegendeel g’affronteerd beledigd tegaore / toape samen be’nint maar neen, helemaal niet me zien nu toch ol zo verre geschoov’n we zijn nu al zover ge- raakt (maar we zijn er nog niet) ej’ (mensch’n uutnodigt) als je (mensen uitnodigt) famielje familie nieih nee wa mak e ’t uut wat maakt het uit, wat doet het ertoe ’t ka’n em nie schêln het kan hem niet schelen doa vaag je gie fien joen voetn an dat laat je onverschillig meuglekeid mogelijkheid j’ee stief veel zieir hij heeft heel veel pijn e’twod’ iets da stienkt voe doit dat stinkt verschrikkelijk (naar de dood) peiz’n (na)denken
d’essenzsje de essentie kompasje medeleven ‘k zien wok nie van hedacht voe d’riein te kwieik’n ik wil er ook geen kweken (ik ben niet van zin om er een te ontwikkelen) ’t uuwlik het huwelijk etre mien als er mij ‘k zien ’t ol tzoi moeë gelik gestamte fiegn ik ben het kotsbeu ’s nuch’ens ‘s morgens ’s naovens ‘s avonds hiel de santeboetiek alles samen menaozje gezin (relatie) nao de wuppe zien kapot zijn joengk jong mo be jaot maar ja (dat is…) rappeleer’n herinneren (aan) voe slachtens gie om zoals jij lampett’n (alcohol) drinken olsan / asan altijd da gao d’ier sligt uutdraoi’n dat zal hier slecht aflopen
hieilehans helemaal kontraorje in tegendeel nouwers nergens gieisteg leuk ’t is wok ne droog’n ee hij is ook wat saai, he, een beetje een droogstoppel kallutje klein apparaatje, klein gereedschap, pruts biekans bijna eetaleer’n tentoonstellen, tonen de swiejns loip’n me strooij in under mulle (de varkens lopen met stro in hun muil) smalend gezegd over iemand met een sigaar in zijn mond gekuuld (geweldig) gerookt zieivre (ge)zever bekkenieil mond jamre jammer eentwien die joe kan beschiein iemand die je het kan uitleggen, uitleg kan geven
striej’n strijden miein’dzje da nuu meen je dat nu kuust moa j’en schippe of vertrek maar zjakosse handtas h’angt zo mien kloit’n uut ik ben je zo beu tienke venijnige vrouw ‘k vaoge mien hat an… dat kan me niets schelen wuuvje / wuuf vrouwtje / vrouw toe tnoasteki tot de volgende keer te lange leste uiteindelijk strabaansje (maken) ophef (maken) mussle mossel, slap persoon messienk mesthoop tote gezicht eentwaos’n ergens
familie
“famielje�
Recept clafoutis CLAFOUTIS VAN APPEL, PEER EN PEPERKOEK ingrediënten : 1/2 kg appelen 1/2 kg peren 2 sneetjes peperkoek in stukjes gesneden 3 grote eieren 125 g suiker 1tl limoen-of citroensap 50 g gesmolten boter, 50 g boter in blokjes 150 g gezeefde bloem 20 g maïzena (zo zakt de taart niet in !) 150 ml kookroom 150 ml volle melk 1 snuifje zout eventueel een scheutje calvados,cognac,... poedersuiker bereidingswijze : Oven voorverwarmen op 180°C. Plaats het ovenrek net iets onder het midden in de oven. Vet een ovenschaal goed in met boter.
Appelen schillen, klokhuis verwijderen en in kleine blokjes snijden. Peren schillen, klokhuis verwijderen en in iets grotere blokjes snijden (peren worden sneller gaar). Alle stukjes in een kom leggen, besprenkelen met limoenof citroensap. Doorscheppen en eventueel sterke drank aan toevoegen. Nog eens doorscheppen en opzij zetten. Eieren samen met de suiker luchtig kloppen tot het bijna gaat schuimen. De room en de gesmolten boter doorroeren en de gezeefde bloem samen met de maĂŻzena voorzichtig onder spatelen. Een snuifje zout toevoegen en goed mengen tot je een mooi, glad beslag krijgt. Schenk het beslag in de dik beboterde vuurvaste schotel en verdeel het fruit samen met de stukjes peperkoek over het beslag. Leg er kleine klontjes boter op en schuif de ovenschaal in de oven. Bak de clafoutis in 40-45 minuten goudbruin en gaar, Laat wat afkoelen en strooi er om te garneren poedersuiker over.
www.heteenzamewesten.be fb: heteenzamewestentheatermakery info@heteenzamewesten.be
vu Dirk Cornelis H.Spilleboutdreef 1 Roeselare
zorgde voor een bijdrage aan de tulpen in de voorstelling Met dank aan Marc Verkeyn, auteur van ‘Verse Buuketetjes en Ruggevintjes’
co-producent roeselare