11 minute read
Belgische Autofiscaliteit
> De fiscaliteit van de bedrijfswagen: een complex kluwen Met ongeveer 300.000 nieuw ingeschreven bedrijfswagens in 2018 is België een echt “fleet”-land. Al die auto’s worden onderworpen aan een uitgebreide reeks belastingen. Een beknopt overzicht. Belasting op inverkeerstelling, ecomalus, verkeersbelasting, CO2-bijdrage, btw, belasting op het Voordeel van Alle Aard en belasting op de verworpen uitgaven… Zeven verschillende vormen van belastingen die geheven worden op firmawagens, maar niet allemaal op elke auto, want ook het gewest waar de klant is gevestigd en het statuut van de gebruiker spelen een rol. Zo is de CO2-bijdrage niet verschuldigd voor zelfstandigen, is er geen Voordeel van Alle Aard voor de auto van een zelfstandige in eigen naam, en is de ecomalus enkel verschuldigd voor wie zijn auto in Wallonië inschrijft.
> Belasting op inverkeerstelling, ecomalus en verkeersbelasting Iedereen die in ons land een auto inschrijft, betaalt een eenmalige belasting op de inverkeerstelling (BIV) en een jaarlijkse verkeersbelasting (VKB). Het gaat in dit geval om gewestelijke belastingen. Vlaanderen, Wallonië en Brussel zijn er dus onafhankelijk van elkaar voor bevoegd. Vlaanderen is reeds geruime tijd overgeschakeld op een systeem dat rekening houdt met de CO2-uitstoot, de brandstofsoort, de euronorm en de leeftijd van de auto en belast auto’s met een lage uitstoot beduidend minder zwaar dan vervuilende exemplaren. De berekening van de BIV gebeurt op basis van een ingewikkelde formule en varieert tussen € 45,35 en € 11.336,47. Voor de berekening van de verkeersbelasting vertrekt men nog steeds van de cilinderinhoud, uitgedrukt in fiscale pk, waarna een dubbel bonus-malussysteem wordt gebruikt dat het bedrag respectievelijk kan verhogen of verlagen naargelang van de uitstoot en de euronorm. Auto’s zonder uitstoot (elektrisch of op waterstof) zijn in Vlaanderen vrijgesteld van BIV en verkeersbelasting. Ook plug-inhybrides met een CO2-uitstoot van maximum 50 g en auto’s op aardgas (CNG) met maximum 12 fiscale pk zijn ervan vrijgesteld, en dat tot 31/12/2020. Om de BIV of verkeersbelasting in Vlaanderen te berekenen kan u surfen naar https://belastingen.fenb.be/ ui/public/vkb/simulatie In Wallonië en Brussel wordt nog steeds gewerkt met een tabel die het bedrag van de BIV bepaalt op basis van de cilinderinhoud van de auto, uitgedrukt in fiscale pk, in combinatie met het motorvermogen in kiloWatt (kW). Ook voor de verkeersbelasting wordt hier nog geen rekening gehouden met de uitstoot of de euronorm, maar enkel met de fiscale pk’s. Bij de inschrijving van auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 145 g/km moet in Wallonië ook een eenmalige ecomalus van € 100 tot € 2.500 betaald worden (behalve als de auto op CNG rijdt). Leasingmaatschappijen hebben een speciaal statuut. Of ze nu in Vlaanderen, Brussel of Wallonië gevestigd zijn, de auto’s die ze inschrijven volgen altijd het systeem zoals het van toepassing is in Brussel en Wallonië, voor zowel de BIV als de verkeersbelasting, maar zonder de Waalse ecomalus.
> BIV-bedragen voor Wallonië, Brussel en leasingmaatschappijen > Verkeersbelasting voor Wallonïe, Brussel en leasingmaatschappijen
Motorvermogen in kW* Fiscale pk*
> 70 71 - 85 86 - 100 101 - 110 111 - 120 121 - 155 > 155
8 9 / 10 11 12 / 14 15 16 / 17 > 17
*De hoogste waarde bepaalt het tarief
BIV-bedrag nieuwe auto in €
61,5 123 495 867 1.239 2.478 4.957
In alle regio’s van ons land zijn lichte bedrijfsvoertuigen (bestelwagens, pick-ups…) vrijgesteld van BIV, en is de verkeersbelasting gebaseerd op de maximaal toegelaten massa van het voertuig. De maximumbedragen liggen beduidend lager dan bij de personenwagens.
> Ecomalus Wallonië voor auto’s met meer dan 145 g/km CO2-uitstoot
CO2-Uitstoot in g/km 146155 156165 166175 176185
Bedrag in € 100 175 250 375
186195
500
Fiscale pk
4 en minder = minimum 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Meer dan 20
196205
600
206215
700
Tarief incl. gemeentelijke opdeciemen in €
83,56
104,68 151,14 197,47 244,20 290,93 337,13 437,45 537,90 637,96 738,41 838,73 1098,50 1358,54 1618,58 1877,96 2138 2138 + 116,56 per pk boven 20
Aanvullende verkeersbelasting voor LPGvoertuigen in €
89,16
89,16 89,16 89,16 148,68 148,68 148,68 148,68 148,68 148,68 208,20 208,20 208,20 208,20 208,20 208,20 208,20
216225
1000
226235
1200
236245
1500
246255
2000
>255
2500
> De solidariteitsbijdrage of CO2-bijdrage Werkgevers die aan personeelsleden een voertuig ter beschikking stellen dat ook voor privédoeleinden mag gebruikt worden, moeten daarvoor een solidariteitsbijdrage betalen aan de sociale zekerheid. Deze bijdrage wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot en de brandstofsoort van de auto. Zelfstandigen moeten deze bijdrage niet betalen. De minimumbijdrage wordt elk jaar aangepast en is voor 2020 vastgelegd op € 27,24/maand. Benzine: [(CO2-uitstoot x € 9) - 768] : 12 x 1,3078 Diesel: [(CO2-uitstoot x € 9) - 600] : 12 x 1,3078 LPG/CNG: [(CO2-uitstoot x € 9) - 990] : 12 x 1,3078 Elektrische auto’s: € 27,24/maand (= minimumbijdrage)
> BTW Op het vlak van de btw is de bedrijfswagen een speciaal geval. In tegenstelling tot het algemene principe waarbij btw-plichtigen de betaalde btw integraal kunnen recupereren, is dit voor personenwagens niet het geval. Er zal maximaal 50% van de btw teruggevorderd kunnen worden, maar in de praktijk gaat het voor de meeste btw-plichtigen slechts over 35%, wat dus betekent dat 65% van de betaalde btw deel zal uitmaken van de totale kost van het voertuig. Hoeveel exact kan afgetrokken worden, wordt bepaald op basis van twee formules die het beroeps- of privégebruik nagaan, ofwel op basis van het (meestal gebruikte) forfait van 35% beroepsgebruik en dus 35% btw-recuperatie.
> Belasting op het Voordeel van Alle Aard Wie in het kader van de arbeidsrelatie van zijn werkgever of vennootschap de beschikking krijgt over een auto die hij ook voor privédoeleinden mag gebruiken, moet een belasting betalen op dat voordeel. De basis voor die belasting wordt voor personenwagens bepaald door een formule die rekening houdt met de fiscale cataloguswaarde van de auto, zijn CO2-uitstoot, de brandstofsoort en de leeftijd. Voor 2020 bedraagt het minimumbedrag waarop de bestuurder belast wordt € 1.360 per jaar. > Belasting op de verworpen uitgaven De laatste en meest besproken belasting is die op de verworpen uitgaven, die dus samenhangt met de fiscale aftrekbaarheid van het voertuig. Hier gaan we dieper op in in het volgende hoofdstuk. Dit artikel geeft de stand van zaken op 16 november 2019. Eventuele latere wijzigingen door veranderingen in wetgeving zijn vanzelfsprekend niet opgenomen in dit overzicht.
Veranderingen 2020
2020 is een schakeljaar voor de bedrijfswagens want de federale regering heeft in 2017 besloten dat vanaf 1 januari 2020 een nieuwe berekeningsmethode wordt toegepast voor de fiscale aftrekbaarheid. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de Total Cost of Ownership (TCO).
> Fiscale aftrekbaarheid en verworpen uitgaven De fiscale aftrekbaarheid van een auto bepaalt hoeveel procent van de autokosten in mindering kan gebracht worden van de belastbare basis van de onderneming en hoeveel procent van de kosten verworpen worden. Die verworpen uitgaven worden belast zoals inkomsten en zouden dus idealiter zo laag mogelijk blijven.
Tot en met 2019 konden ondernemers de kosten voor hun bedrijfswagens nog fiscaal in mindering brengen van hun belastbare winst op basis van een aftrekbaarheidstabel die de aftrekpercentages vastlegde tussen 120% en 50%. Die tabel is vanaf 1 januari 2020 voltooid verleden tijd. Vanaf die dag wordt de fiscale aftrekbaarheid van personenwagens van een onderneming, of ze nu nieuw zijn of reeds langer in gebruik zijn, niet langer volgens een algemene tabel maar volgens een specifieke formule bepaald. Die formule leidt in ieder geval tot een lager aftrekbaarheidspercentage dan voorheen, en maakt – net als die tabel- een onderscheid tussen benzine- en dieselmotoren, met nu ook een specifieke regeling voor plug-inhybrides.
> Algemene regel
Vanaf 01/01/2020 is dit de te hanteren formule voor de fiscale aftrekberekening: 120% – (0,5% x coëfficiënt x CO2/km)
Voor diesel (en dieselhybrides) is de coëfficiënt 1.
Voor CNG is de coëfficiënt 0,90 (tot 11 fiscale pk).
Voor alle andere brandstoffen en motorisaties is de coëfficiënt 0,95.
Vanaf 141g uitstoot bedraagt de fiscale aftrek automatisch 50%, vanaf 200g zelfs maar 40%. Dat is meteen het minimum.
Waar een diesel of benzine met 100 g/km uitstoot in 2019 nog recht gaf op 90% fiscale aftrek wordt dat in de nieuwe formule voor de benzine: 120% - (0,5% x 0,95 x 100) = 72,5%
Voor de diesel wordt dat 120% - (0,5% x 1 x 100) = 70% De gemiddelde fiscale aftrek zal dus dalen. Gelukkig daalt ook de aanslagvoet in de vennootschapsbelasting in 2020 verder naar 20 of 25% naargelang de situatie, maar die daling compenseert de stijging in de verworpen uitgaven slechts gedeeltelijk en geldt niet voor eenmanszaken die volgens de barema’s van de personenbelasting belast worden. > Elektrische auto’s Auto’s zonder uitstoot waren tot eind 2019 nog voor 120% aftrekbaar. Vanaf 2020 wordt dat automatisch 100%. > Plug-inhybrides Voor plug-inhybrides wordt vanaf 2020 het onderscheid gemaakt tussen zogenaamde “fake” hybrides en de “echte” plug-ins op basis van een dubbel criterium. In de eerste plaats mogen de plug-in hybrides om niet als “fake” beschouwd te worden niet meer dan 50g CO2/km uitstoten. Het gaat hier momenteel nog om de NEDC 2.0-waarde. Pas in 2021 zal WLTP gebruikt worden op federaal niveau. Daarnaast moet ook de energiecapaciteit van de aandrijfbatterij bekeken worden, want die zal mee bepalen welke CO2-waarde gehanteerd moet worden voor de fiscaliteit. De verhouding tussen het vermogen van de batterij en het wagengewicht moet minimaal 0,5 kWh per 100 kg wagengewicht bedragen. Als aan die voorwaarde voldaan is mag de CO2–uitstoot van de plug-in als referentie gekozen worden voor de aftrekbaarheid. Is de energiecapaciteit echter lager en/of ligt de uitstoot hoger dan 50g, dan moet de CO2-uitstoot van de versie met verbrandingsmotor en zonder plug-in-aandrijving van dat model als referentie voor de aftrekbaarheid gebruikt worden. Indien er zo geen klassieke versie bestaat, dan moet de CO2 van de plug-in met 2,5 vermenigvuldigd worden. De enige uitzondering geldt voor plug-ins die gekocht werden tot 31 december 2017. Zolang die bij dezelfde gebruiker blijven mogen ze, ook al voldoen ze niet aan de nieuwe vereisten, hun officiële CO2-waarde blijven gebruiken voor de fiscale berekeningen. > Anders voor eenmanszaken? Al het voorgaande is vanaf 2020 trouwens onverminderd van kracht voor eenmanszaken (zelfstandigen in eigen naam). Ook zij worden qua aftrek dus geconfronteerd met de berekening volgens de nieuwe formule, waarbij voor auto’s die sinds januari 2018 zijn aangeschaft komaf wordt gemaakt met het minimum van 75% fiscale aftrek dat wel nog gold voor in 2017 of vroeger gekochte auto’s.
> Andere wijzigingen Naast die fundamentele wijziging worden – buiten de indexatie van de CO2-bijdrage en nieuwe CO2-uitstootreferentiewaarden en een nieuw minimumbedrag voor het Voordeel van Alle Aard – geen wijzigingen verwacht, al kan de nieuwe regering natuurlijk initiatieven nemen waar we op het moment van afsluiten van deze tekst nog geen zicht op hebben. In de loop van 2020 zal er ongetwijfeld duidelijkheid komen rond de invoering van de WLTP, die vanaf 2021 de norm wordt voor de berekening van de fiscaliteit op basis van de uitstoot. Of de regering de nieuwe aftrekbaarheidsformule die hierboven besproken wordt, zal aanpassen omwille van de (gemiddeld) hogere WLTP-uitstootcijfers en of ook de formule voor het VAA en de CO2-bijdrage aangepast zal worden eenmaal WLTP de norm wordt, is nog maar de vraag.
2020, het jaar van de plug-inhybride
Hybride voertuigen die u aan het stopcontact kunt laden, hebben een groot fiscaal voordeel – als ze voldoen aan bepaalde regels. Die gunstige fiscaliteit draagt net als het lagere brandstofverbruik bij tot een interessante TCO.
In het vorige hoofdstuk worden de nieuwe fiscale spelregels voor plug-inhybrides toegelicht. Komt de auto in aanmerking, dan varieert de aftrekbaarheid tussen 95 en 100% naargelang van de CO2-uitstoot en de brandstofsoort.
Een benzinehybride met een verhouding batterijcapaciteit/voertuiggewicht van minimaal 0.5 kWh/100 kg die 48 g/km uitstoot, is bijvoorbeeld aftrekbaar voor (120 – (0,5 x 48 x 0,95)) = 97,2%. Een dieselhybride met een voldoende grote batterij en een CO2-uitstoot van 50 g/km komt uit op 95% (120 –(0,5 x 50 x 1)).
> Verstrekkende impact Die fiscale aftrekbaarheid heeft een grote impact op de TCO. Een plug-inhybride is doorgaans duurder dan een gelijkwaardige versie op diesel of benzine, maar de hogere fiscale aftrekbaarheid doet dit prijsverschil vaak teniet. In veel gevallen is een plug-inhybride op het einde van de rit zelfs voordeliger dan de versies met verbrandingsmotor. Veel hangt af van het aantal kilometer dat u rijdt en de mate waarin u elektrisch kunt rijden. Om te beginnen volgt de aftrekbaarheid van de brandstofkosten die van het voertuig. Rijdt u bijvoorbeeld 20.000 kilometer per jaar met een diesel die 120 g/km uitstoot en in de praktijk 6 l/100 km verbruikt, dan heeft u een jaarlijkse brandstofkost van € 1800*, die slechts 60% (120 – (0,5 x 120 x 1)) aftrekbaar is. Rijdt u met een plug-inhybride op benzine, die pakweg 44 g/km uitstoot en in de praktijk eveneens 6 l/100 km verbruikt – omdat er bijvoorbeeld vaak op de snelweg wordt gereden – dan komt de jaarlijkse brandstofrekening ook op € 1800*, maar deze kosten zijn wel 100% aftrekbaar (120 – (0,5 x 44 x 0,9)). Kortom, zelfs in het meest ongunstige scenario, namelijk eentje waarin de plug-inhybride amper wordt opgeladen en dus vooral op benzine rijdt, is er sprake van een fiscaal brandstofvoordeel. Natuurlijk is het de bedoeling om zo vaak mogelijk elektrisch te rijden. 20.000 kilometer per jaar stemt ongeveer overeen met 70 kilometer woon-werkverkeer per dag. Als u de helft daarvan elektrisch kunt rijden, dan daalt het jaarlijkse energiebudget aanzienlijk. Veel hangt natuurlijk af van de kostprijs van de elektriciteit.
> Verkeersbelasting en BIV Tot slot nog een woordje over de belastingen die geind worden voor de inschrijving en het gebruik van het wegennet. Beide zijn een gewestelijke bevoegdheid en verschillen per regio, tenzij het voertuig wordt ingeschreven door een leasingmaatschappij. In dat geval geldt het oude systeem. Dat is niet bepaald gunstig voor een plug-inhybride, omdat die vaak krachtiger is dan een conventioneel model. Goed rekenen en vergelijken is daarom de boodschap.