BREUKF~N
EN
SCHi\ECK~LS
BELOENBERDEN
EN
,
SCHYNCKTALLIOREN
STJ~D~ERTS
door Broeder Gagtan
Laat u niet bedriegen door dit opschrift. Het gaat in dit korte stukje over de breuken uit ons gewest. En er komen nog enkele ditjes en datjes bij over tinnen platelen van de vrouwengilden, kanonnetjes bij de mannen, en djes meer. Bekijk eerst met mij de foto nr 1. Dan weet u aanstonds wat een breuk is: de zilveren ketting die de koning van de St—Sebastiaansgilde mocht dragen bij de schuttersfeesten en in de ommegangen. De hier afgebeelde is die van Dudzele, en zonder twijfel is het de schoonste uit ons gewest. Wat een pronkstuk! Bekijk eens aaandachtig elke schakel afzonderlijk en u zult met mij akkoord gaan dat we hier te doen hebben met een enig stuk je edeismeedkunst. 110e sierlijk en hoe gevarieerd is het loofwerk omheen de schildjes ajour uitgewerkt. De moeite waard om door een specialist in zil— versmeedkunst van naderbij onderzocht te worden: wellicht kunnen de namen van enkele van deze kunstsmeden achterhaald worden. Hier vinden we meteen de oorsprong van de naam “Schakel” die gegeven wordt aan de zilveren platen die later aan de breuken gehangen werden. Dit hier zijn nog echte schakels die, door de nieuwe koning geschonken, telkens bij de “halsband” ingelast worden. De schildjes vermelden alleen de naam en de datum. De laatste schakels echter dragen al een Croter schild ten nadele van het loofwerk. De scl’enkers willen er reeds meer op schrijven, zoals blijkt uit de “Voorlopige Inventaris” die als bijlage volgt. Dit is waarschijnlijk gebeurd onder invloed van de grote zilveren schilden met lange teksten, uit de naburige dorpen. ~~aar dit juweel hier blijft ons prnkstuk! Onderaan de breuk werd een zilveren vogel geh~-ingen. Het moest een pape— gaai voorstellen. Soms golijkt die meer op een duif met lange staart.. .maar nooit is het juweeltje banaal. Te Dudzele is het een vogel met open.geslagen vleugels en met een kroon op de kop. Te Moerkerke is het een gekroonde vogel; te Westkapelle, een gekroonde vogel met op de borst het wapcn van de schutters— gilden,t.t.z. het wapen van Jeruzalem (foto 2).
100. Soms hangen er onder de vogel kleine schildjes. Deze mooie hangertjes dragen een naam: misschien die van de schenker van de vogel. Bewonder die van Ldriaen Van Rosebeke en van Gautier Vander Beke te Westkapelle (foto 2) of het sierlijke hangertje van Pieter Uterwuighe met op de keerzijde het wa— pen van Lissewege (foto 3). Daarnevens heeft Knokke gemist met aan de vogel een banele moderne penning te hangen (foto 5). E~n keer, te Westkapelle, vinden we bij ons een sluitstuk van de breuk (foto 4), dat op de rug moest hangen. Het heeft de vorm van een halve maan; het is het oudste sieraad (1803) van de jonkmansgilcle na de hangertjes (1615) De plezierige tekst kunt u lezen in de Inventaris: Jonkm. nr 2. In e statuten lezen wij: De Koning van de Gilde zal gehouden zijn een eerlijk presentatie te doen volgens vermogen om te versieren “den Coliere van den Gaey” dewelke niet zal mogen veranderd worden noch van naam noch van wa pen ten genen tijde. Die Gaaf met eretekens zal bewaard worden door de hoofd— man of iemand door hem daartoe aangesteld. De breuk mag de p~rochie niet verloten “ten ware om andere schietspelen in andere prochies te vereren”. Het waren dus de koningen die aan de gilde een schakel jonden. ï’~aar er zijn een paar uitzonderingen. Te I~ioerkerke geeft baron ‘t Serclaes tot 2 maal toe een schakel ter gelegenheid van zijn verkiezing tot hoofdman, in 1869 en in 1877. Te Westkapelle had hoofdman Petrus van Hemel dit reeds ge daan in 1790, Dit zelfde jaar gaf ook Frans Gheile een mooie schakel als “hoofdman van de prochie”. Maar in Westkapelle was het in bijzondere omstan digheden, zoals ik verder vertel. Bij de jonkmansgilde van Westkapelle vin den we ook een penning geschonken door de “Staethouder”. In deze gilde was een stadhouder (wat was zijn bediening?),lid van de eed. De schakel werd gejond kort nadat de schenker tot koning was verheven. Soms werd gewacht tot hij werd afgeschoten. Zo kan het gebeuren dat wij in Lissewege voor het jaar 1822 vier schakels aantreffen: 2 bij de mansgilde en 2 bij de jonkmansg-ilde, telkens door de afgeschoten en door de nieuwe koning geschonken. Het gebeurt wel dat de schakel pas jaren later gegeven wordt bv Veilsoet v~n Lissewege, koning in 1716, geeft zijn schakel in 1725. fis— schien was hij eerder niet rijk genoeg. Dhr. Gustaaf Vandepitte vertelt ons daarvan een treffend voorbeeld. Arsenius Herman komt naar Uitkerke -‘ls hoeve— knecht en smidsgast. Hij schiet koning in 1~19. Zijn b~tas sterft en hi trouwt met de weduw Rosa Claeys. Nu is hij een welstellende boer en geves tigd paardesmid. Hij wordt burgemeester en schenkt in 1827 een dure schakel (mv Uitk nr 12) versierd met hamer en nijptang gekruist boven het aambeeld. In 1800 wordt het blijkbaar hier en daar de gewoonte slechts om de 5 jaar koning te schieten. En dan geven de koningen een schakel op het einde van hun ambtsperiode. “‘t Is dry jaer dat hij heeft koning geschiet, en het heeft hem nog niet verdriet” (Fr. Claeys Liss 1819). “Joseph Sette 1828 teynde synder dry jaeren” (Liss). Freyne geeft de laatste schakel te ]Lisse— wege, gemerkt 1876—1879. Te Oostkerke lezen we:”1787 J. Van Belleghem koning zag, ende geconstinueert tot dat hij heeft deze schakel aan de gilde vereert ten jare 1791” En verder zijn daar schakels gedateerd: 1803, 1o06, 1810, 1812 Dus ook om de drie jaar. Over de teksten op de schakels is er een lang artikel te schrijven. Het geschrift is gewoonlijk goed verzorgd, soms erg onhandig; meestal druk— letter, maar op andere gewoon handschrift; weleens stuntelig met “nagelpunt”
101. ingeklopt, maar merendeels fijn gegraveerd. De spelling en de zinsbouw op onze buiten in de 17 en de 18e eeuw is onvast, gebrekkig,, en gaat zo mank dat ge niet altijd direkt de zin vat. Aan originaliteit zijn de koningen zich niet te buiten gegaan. Tientallen keren komt hetzelfde voor. “Als koning ver heven, heeft de schakel gegeven” leest men te Lissewege. Want elk dorp had zo een beetje zijn eigen formule. tIQp welke dag, men hem koning zag”, is van Oostkerke. In Knokke is het tot op onze dagen een trditie dat de koning de schakel “jont”. Te Westkapelle geschiedt dit “ter ere Gocls ende St. Sebasti— aan”. Dan vindt iemand een ander rijmpje (Liss 1805):”ten heeft hem niet ver— droten, dat hij heeft koning geschoten”. Andries Hansens schrijft in 1654: Sinte ~ndries houdt ick voor min patroon ter eeren Godts ende Ste Sebastiaen ydoon sao b,eb ick gegeven dese schaekel schoon. (Knokke) Dat “y~oon” is dialekt voor gedaan en past in ‘t rijmpje; verder komen we dat idoon tegen, nageschreven zonder dat de nieuwe koning de betekenis ervan schijnt te vatten. In het verzen maken is Knokke niet zo sterk. Daarvoor moeten we vooral naar Uitkerke en naar Westkapelle. Wie deze “gedichten” opmaakte, blijft een raadsel. Soms de koster, zeker soms de pastoor (ze ruiken naar wierook) of misschien de factor van de plaatselijke rederijkerskamer zoals te Middelburg. Ze kortien zeker soms uit hebzelfde brein, met dezelfde goede spelling en woor— denkeus en met dezelfde struktuur en spellingsfouten. De oudste schakel van Uitkerke uit 1662 (i) draagt al verzen: Als cle Gilde eerst begonste toonde ick rnyn goede jonste om de Gilde van Hutkercke tot begin van goede wercken. Eerasimus Berrens 1662. Dit is dezelfde Berrens die reeds in 1650 aan Lissewege een schakel jonde met “Eerasimus Berrens Coninok van S. Sebastiaen in Leisewe. heeft (den eergaey geschoten) 1650”. De tekst is onderbroken door een gekrooncie vogel ~et een pijl doorboord. De plaat is versierd met 5 beren (foto 8). Ook deze rebus wijst naar de invloed van de rederijkers. Het “spontane gedicht” is meerma~ls: Hij schoot straf, de gaai van ere af; waarvoor hij hier uit ‘s herten grond, dees zilvren schakel jont. ‘en bron v~n inspitatie is dikwijls de naam van de koning of de koningin: Brigita De Naert t’ Uytkercke onvervaert behaelde d’eer Crans (de erekrans) voor ‘t smiten den gans (1779) De Meulenaere en De Ketelaere worden dankbaar gebruikt bij “desen jaere”; 1. Van Uitkerke bestaat er nog in privé—bezit: het gildeboek van 1809, een rol rekeningen, de sluier en de zilveren pijl voor de koning en de breuk met schakels. Al wat wij over Uitkerke vertellen, halen wij uit de nota’s van ons »edelid Gustaaf Vandepitte, die ons uit.deze,~bron liet putten. Jammer genoeg, door verstrocidheid, hebben wij in de “Voorlopige Inventaris” de tekst van de oudste en van de jongste schakel laten wegvallen. Daarom geven wij ze voluit in dit artikel.
102. Blauwet past bij gelet. De woordspeling is niet altijd zo gelukkig. In Uest— kapelle klinkt het: “Dees schaekel is gejont door Petrus van Hemel, Een bakker van syn styl, een man gelyck een kemel” (1790) Het spelen met de naam blijft niet altijd bij het rijmpje: i~o1enaar Baer— voets ging er in 1816 barrevoets bij staan om tot koning verheven te worden en later nog eens om zijn schakel te geven (mv Uitk nr io). In kleine on— schuldige dingen vonden die mensen hun pret. En de verzen groeien maar langer, vooal te Westkapelle. Het wordt een plezier om ze te lezen in de Voorlopige Inventaris.hierna. “Aensiet ~it schoon geschenk, met milde hand gegeven Door Gheil die hooftman is, een man weerdig geprezen Van ‘t Westcap~elsche voick. Wat verdient hij voor 1oon~ Plaes hem op synen cruin, een wel gevlochte croon.”(1790) En voor de jonkmansgilde Westkapelle 1840: “Pieter Lateste als koning verheven Schoot in ‘t fleur van zijn leven En zijn hert was vol van eeren En dat doet zijn jeugt vermeeren.” Een paar keren maar treffen we een echo aan van de grote geschiedenis. Te Westkapelle heeft men , eigenaardig genoeg, maar één schakel van voor 1790, ni. die van Marten Coppens van 1649 (foto 19). Mar herlees in de “Voorlopige Inventaris” de nrs 2.5.4 respekt~velijk geschonken door de koning Sebastiaen Vervaecke, door de hoofdman van de gilde Petrus van Hemel en door de hoofd— man van de parochie Franciscus Gheile. Waar zijnde vroegere schakels naartoe? Nr 2 gecft de oplossing. Vervaecke schenkt een schakel, een nieuwe “keten en gaye” omdat de vorige eretekens bij de Brabantse Revolutie door hem (hij was hoofdmen sedert 1789) en de andere oonfraters “int doen van den eed van trouw aen ‘t Volck wierd opgedragen voor onderstandt aen de Staeten”. Maar nu de wind gedraaid is, hangen ze aan de (ook nieuwe?) gaai van de jonkmans— gilde een vergulde keizersarend (foto 2). En aan de nieuwe breuk van de mansgilde, drie “Vanderlandsche Schaekels” versierd met de bubbelkoppige Oostenrijkse arend, met teksten als: “In het jaer 1790 den moed die was soo groot van heel het Nederlant ‘T scheen al dat Keysers was, dat moeste op het sant Den arent lag gevelt dog voor een korten tyd En wij weer keysers syn, trots alle die benyd.” Hebben ze kort daarop weer hun wieken naar de wind gezet? Slechts één keer wordt er meegedaan met de Franseni.te.Westkapelle! “F.R. (Franse Republiek) Op den ~9 Fructiclor xii jaer (=1805) heeft Pieternelle Teresia Raanmelaere huysvr van Frans Allaert ~1s koninginne verheven heeft dese schaekel aen De gilde van St Sebastiaen gegeven ter commune (sic!) van Westcappelle”. ‘We moeten naar Uitkerke om nog iets van het grote gebeuren to vernemen. Constantinus Blauwet boft dat hij koning schoot op de dag dat Bonaparte “kwam voorbij Uytkerk gereden” (jammer zonder datum) En in 1820 houden zij schut— tersfeest op 19 en 20 juni “ter gedagtenisse van den gloorieusen veitslag van Waterloo” (=18 juni 1815). We ruiken ook een klein beetje Frans in Oostkerke waar Vanden Buicke, secretaris van de Mey.erie te Damme, in 1803 een schakel jont. Ven den Bulcke is niet de enige die zijn ambt vermeldt. P. Pollet was burgemeester van de stadt ende port van Blankenberge (Uitk 1786); .A. Herman,
103. burgemeester van Uitkerke (1827); Franckin, secretaris der Gemeente (Liss 1828). En nog in 1862 lezen we: Ph. Tavernier, Burgemeester en Dijkgraaf te Knocke en oud lid van de Staten van West—Vlaanderen. Daarmee weten we hoe de oude schakels van Westkapelle verdwenen. Waar schijnlijk hielde ze cle oudste, zoals ze ook deden te Uitkerke. Daar hebben ze al de schakels van de overleden leden (min de oudste) in 1803 verkocht aan een Brugse zilversmid... om met de opbrengst een gaaipers te kopen. Op de jongste schakel van Uitkerke lezen we:”t’ jaer 1835 schoot ik straf/ ~t Pie— ters avond den gaey van eeren af/ in de uytkerksche gild van St Sebastiaen/ ik schenke voor myn jonst dees schakel hier aen/ in t’ jaer als ik zede Confraters WILt gIJ konlnCk Wezen/ Doet Devolr geLIJk Ik Voor Dozen (=1838) F.1. De Langhe zinspeelt op zijn voornaam en stelt een chronogram op. Hij schenkt dus zijn schakel na zijn driejarige ambtsperiode. Een gans ander genoegen verschaft ons de studie van de vorm van de scha— kels. Daarom hebben wij er een hele reeks in foto gereproduceerd, want dat moet ge bekijken. Te Knokke blijft men traditiegetrouw houden aan een heel eenvoudig zilveren plaatje: .gestyleerd schild met uitgesneden halfmaantje (fo to 14.15.17.20.21). Later gaat men over tot een meer hartvormige plaat, om zoals de andere gilden uiteindelijk v~n het kunstig handwerk te vervallen in de nietszeggende “gemekanizeerde~ penning. Te Lissewege en te Westkapelle volgt men de stijl van cle tijd. Van dat schone klassieke Renaissance schild van smid 1 arck Aldein (foto 6 en 7) in 1617 de vorm van Marten Coppens 1649 (foto 19) is minder gelukt gaat men naar grote en rijke Barokke platen in gedreven zilver (foto 10.11.12) om langs de grillige Rococo (foto 13) bij de rustige Louis XVI te komen (foto 9). Er zijn echte kunstwerken bij. aar Moerkerke moet nog schonere bezitten. —
—
Van Moerkerke bezitten we voorlopig enkel penningen, voorol herinnerings— penningen aan schietingen en optochten in vreemde gemeenten. ‘7o krijgen ze in 1839 en 1842 te Sluis een penning als “Societeyt met de luijsterijkste e~vetekens”. Als prachtigs~ gilde verschenen ze te Beerst in 1841, te St. André—lez—Bruges in 1842, te Brugge in 1846. Ze waren met het grootste aantal schutters te Sluis in 1842, te St. Laureins in 1843, te Brugge in 1883 en in 1895! Ze schitterden in de stoeten bij het inhuldigen van Simon Stevin ‘5 standbeeld te Brugge in 1846 en bij het onthullen van Jacob van Maer~ant te Damme in 1860. Deze luisterrijke eretekens kunnen bijna onmogelijk verzwon— den zijn? Waar zijn deze schakels, waar de oude standaard, waar de twee mooie bronzen kanonnetjes die er voor kort nog waren, waar het beloenberd? Wij hopen dat we ze nog ergens in privé—bezit kunnen terugvinden. Maar wat, als zelfs een beroemd museum na 195, de mo schone schakels van Oostkerke kan kwijtgeraken? ‘.
Bij het bekijken van de foto’s zult u gelet hebben op de verschillende emblemen van ambachten die de koningen uitoefenden. Bakker van Hemel uit Westkapelle (1790) laat zijn schakel op voor— en keerzijde versieren met de gekruiste.pale en loete. ~olenaar C. Van Kersschaever (fot 13) uit Lissewege 1780, laat er een mooie molen op aanbrengen. Smid Marck Aldein 1617, laat tussen zijn initialen een gekroonde hamer graveren boven een aambeeld daar= bij is deze zeer schone schakel (foto 6 en 7) in de punt nog versierd met een bloemmotief. De rijke brouwers uit Lissewege J. D’hondt in 1787 (foto 12) en 0. D’Hondt in 1812, tonen ons het ge~ende brouwerssymbool: stuikma~d op —
104. twee gekruiste roervorken. Natuurlijk vinden we van de schutters hun wapen— schild (foto 9) of de gekruiste bogen en pijlen (foto 16) omheen de gaaipers (Liss 1721), of gekruiste boog met pijlenkoker (liss 1819). Rond 1900 zijn er te Knokke verschillende koningen die hun beroep vermelden: brouwer, hotel ier, juwelier. De vroegere vormgeving getuigde van meer smaak en inspi±atie. Op de schakels vraagt ook het gr~reerwerk onze aandacht. De ene keer is het de patroon van de schutters, Sint Sebastiaan, zoals dit goede werk bij Veilsoet (Liss 1725) op foto 18. Een andere keer wordt het de patroon van de schenker, zoals voor Marten Coppens, Westkapelle 1649 (foto 19). Te Dudzele vinden we een kar met 2 bereden paarden (166 ) of ecn pers en een met vlaggen versierd schuilhuisje (1845). Op een penning van Westkapelle, nog eens een gaaipers, een bierton en een schutter die naar doelen mikt. Op cle penningen wordt het weeral seriewerk: dezelfde weerkerende St—Sebastiaan of dezelfde gaaipers. Ik wil nog even verwijlen bij de schakels van Knokke. Niet alleen omdat we daar oude kennissen ontmoeten, zoals in 1650 aryn De Boodt, brouwer en tavernier in cle Roode Leeuw ten voorh.. in de Smeestrate, de man van wie we het proces—verbaal lazen toen hij cle duinen in gevaar bracht door er het hout tc laten wegkappen. Zijn schakel (foto Li. en 15) is tevens een voorbeeld van een “geschreven”..tekst. flaryn doet hier goclvruc~tig. Hij is te Knokke niet alleen. Qoeris (lees Gooris) De Cuper laat op de keerzijde zijn patroon gra— veren: St. Joris te paard velt de draak (1671). Francoeis De Snick (1679) maakt er een Kruis—Lieve—Heer van: een primitieve gravuur, simpele volkskunst zoals cle St. Seb~tstiaan bij Giliaxn Brom ( Gilliaume Braem?) 1701, op een schakel vol dwaze spellingfouten. Dhaese schrijft in 1782 “Een yder wensche desen coninck sigh te bereyden/ om met G.odt end n H. Sebastiaen hem eeuwigh te verblijden”. Ondertussen ver blijden ze zich ook een beetje op aarde en laat Jacques Wouters in 16 op zijn schakel een lustige wijnschenker gr~’veren (foto 17). .~
Ik wil vooral uw aandacht trekken op een specialiteit ven Knokke: de bloemmotieven, dan vooral in het eerste deel van de 17e eeuw. i-Ieinckx in 1649, Breidel in 1650, De Boot in 1662, Heins in 1659, Van Ackere in 1661 en Verrie in 1662, leveren ons kunstige modellen van gestyleerde bloemen, die ons doen denken aan de 17—eeuwse haardtegels. Bewonder met ons de twee kanten van de schakel van Lauwereins Heins (foto 20) en vooral de keurige tulp van I.enaert Verrie (foto 21°. Jammer genoeg schakelt Knokke over naar ander gra— veerwerk en slechts sporaclisch komt de bloem terug, zoals bij Nicolas Pini in 1682 en 1685: het is een kleinere bloem in de punt van het schild. Wij willen nog het mooie gansje vermelden in de punt van de schakel van ~rie Lateste in 1959; en u doen letten op de vele zilvernerken door Broeder Filip opge tekend: bv. de G.B. en het tulpje. Dat de coafraters en de confrateressen niet wachtten tot in de eeuwig heid om zich met den Heiligen Sebastiaan te verblijden, vertellen ons ook in ~estkapelle schakelteksten als: “De mannen inoetsn hem wel genegen zyn/ Want hij wierd beschonken niet menig commen wyn”. In het bovenstaande artikel o— ver het schuttersfeest te Oostkerke, hebt u kunnen lezen welke omvang die jonsten aan cle nieuwe koning of koningin konnen aannemen. De “commen wyn” zijn allicht kommen kandeel.
Die v dal gebloemde,
105. wijde kandeelkommen moeten nogal groot geweest zijn: in Uitkerke heeft men ge noeg met 3 om heel de gilde te trakteren. Kandeel is opgewarmde wijn —ook bij dopen en huwelijken gepresenteerd waarin dooiers van eieren geroerd wor— den en een snuifje kaneel. Ze werd gedronken uit een smalle hoge kroes of een gl~s, soms uit een tinnen kroes met glazen bodem. Daarin werd geroerd met een kandeellepeltje met lange steel; aan het einde wan de steel voorzien van een stampertje om de kandijsuiker te verbrijzelen op de bodem van de kroes —
1 et bier waren ze nog milder. Na de koningschieting te Uitkerke geeft de nieuwe koning als jonste 1 ton bier, de koningin eveneens 1 ton. De dag daarop, bij de prijsschieting jont de koning nog een halve ton bier. En de zondag daarna laat de koning “voor de knechten” een halve ton tappen, en de koningin ook een halve ton “voor de arbeiders”. De “zijvogels” trakteren met “een kwaerte bier”, volgens een reglement van 1855. ejuffrouw Esther Van Kersschaver uit Knokke, die zorgvuldig de ere— tekens van Lissewege bewaart haar vader was de laatste hoofdman heeft ons enorm geholpen en op weg gezet bij het opmaken van dit speciaal St—Sebasti— aansnuinmer. Heel de St—Guthagokring is haar daarvoor dankbaar. Zij bezit ook nog twee kostbare tinnen platelen; gewonnen door haar beide grootmoeders: elanie Claeys en Rosalie Van Kersschaver. Op deze mooie “schyncktallioren” staat het ganzeknuppelen van de vrouwen goed afgebeeld (foto 22 en 23). —
—
In de randversiering van de Oogst in een getijden boek van de Bru~se mi— niaturist Simon Bening (+ 1561), vinden we reeds heel duidelijk dit zeer oude spel afgebeeld. Te Oostkerke werd het zeker v5ôr 1750 door de vrouwengilde beoefend. En hoe verrast keken we op, toen we in de tentoonstelli4g “Knokke 1900”, op de schoorsteenmantel van het oude huisje, een waarlijk prachtstuk van een ereplateel zapen pronken. We hopen u die later eens in foto mede te delen. Hij dateerd van 1764 en draagt tweemaal 2 gekruiste knuppels. De vrouwengilde had dus ook een koningin en die jonde ook wel een scha kel, die aan een zilveren ketting (vrestkapelle) of aan een veelkieurig lint (Knokke) werd vastgemaakt. Aan die ketting of dat lint hing niet een papegaai maar een gans. Bekijk maar eens het kunstvolle gansje met de knuppel van Westkapelle (foto 24) en ook de zittende gans van Knokke (foto 25). Ze mogen gezien zijn! Ik vernoemde de gans op de schakel van Marie Lateste (Kn 1859), maar die vinden we ool terug in de punt van het schild bij Rosalie Quataert, vrouw van burgemeester Sebastiaan Nachtegaele, in 1862. Het bestuur of “de Eed” van de vrouwengilde bestond uit een hoofdman en 2 zorgers. Zij waren leden van de mansgilde, maar werden gekozen door de vrouwtjes. En moeders letten op hun centen:”de sorgers sullen pertinent re— gister houden ende rekeninge doen 50 vander ontfanc als van en uitgeef”. Te Westkapelle worden op de schakels de hoofman en de koningin bezongen: Ten jaer duysd acht honderd negen/ Antone Meysman met Oods zegen/ wierd hoofdman van de vrouwe gild/ Het welk dat ieder vrouwken wild, Want ~t was een schutter snel en sterk/ Die schoot voor preufstuk van zijn werk/ Op Sin— xendag van ‘t jaer sestien/ Den eeregaye by de mannelien. En voor koningin Freubonie T areydt klinkt het : Ten Jare negentien honderd cn acht/ heeft het voorzoker niemand gedacht/ Maar ‘t is dat den Heer het alzoo wilcle/ dat men heeft als koningin van de gilde/ Febronie T areydt in de gilde hooggeacht/ Het is een vrouw vol kracht en moed/ en alles voor de gilcies welzijn doet/ En daarom roepen wij ten allen kant/ Xij hebben de best koningin van ‘t land.
106. Natuurlijk kregen de mannen bij prijsschietingen ook “schynckta11ioren~ We hebben er een voor u geroproduceerd (foto 26). Hij werd geschoten door Michiel Fournier, de oude “suisse” van Knokke en is een gifte van Stanislas Haine, vice—consul van Amerika in ‘t j~ 1912. Die schonk nog zulk een pia— teel in 1905 en in 1910. Op de bodem van deze drie platelen is het oude volle wapen van de Knokse Gilde gegraveerd. Reeds sedert 1648 voeren zij een dub bel schild: Lissewege Knokke had geen wapen, maar behoorde bij de Ambacht Lissewege en Jeruzalem. Let eens hoe de tekenaar van dat heerlijk wapenbeeld de lokale folklore heeft weten opt te roepen door als helmteken een guitig duinkonijntje mee te geven. -~
—
Als de gilde op straat kwam, ging de tamboer voorop, gevolgd door de standaarddrager. De “standaert” was de geschilderde vlag, later een gebor duurde en nog later een eenvoudig gestikte. Van de eerste en kostelijkste soort bezitten wij in ons Poldermuseum te Lissewege een prachtexemplaar uit de 18e eeuw. Het is de standaard ook de oorspronkelijke ge’raaide stok is er nog bij van Lissewege, bestaande uit een afgerond langwerpig stuk roze— rode damast met gihiden franje, en beschilderd met een keurig medaillon (foto 27): de marteldood van de H. Sebastiaan. Ook op de keerzijde draagt het vaan del een kunstig medaiflon: het schutterswapen op 2 gekruiste boegen en 2 ge— Irruiste pijlen, boven twee paimtakken; de jaartallen zijn later aangebracht. Lissewege, Westkapelle en Knokke bezitten ook nog een vierkant geborduurci vaandel. In de aloude statuten van Knokke staat er: “ den lesten afgeschoten ~oninok sal den standaert vande Gilde voeren”. Ook de vrouwen van Uitkerke hadden hun vaandel, zeker v68r 1812. —
—
Ouder dan de standaard, is het gebruik van een beloenberd. Het is een ruitvormig (beloen) omlijste bard met twee draagstokken. Altijd is er St Sebastiaan op geschilderd. Knokke bezit er gelukkig nog twee, echte en oude~ Een oudere en een jongere? of zijn het dit van de mansgilcle en dat van de jonkmans”iide? (fot 29). De be1oenberd~ragers waren geen leden van de schut— tergilde en werden vergoed. Op de feestmalen van St Sebastiaan, moest de waard hen “den cost geven”. We vernamen reeds dat te Oostkerke op de 2e dag, de prijsschietingsdag, de winnaar Sebastiaansheer was. Was dit misschien de “staethou er” van kapelle? Te Knokke en te Zuienkerke zijn er twee Ridders. Encle naer (na) het schieten van den Gaey soo sullen zy eick een schote schieten naerde doelen (waar een staak voor geplaatst is). ~Faeraf de naeste twee Ghildebroeders aende staecke, sullen wesen Rudders vanden nieuwen Coninck, sonder dat yemant sal vermogen syn p~yl uuyt te trecken totdat de schote van de sorgers geoordeelt sal wesen. . Welcke twee ridders alsdan gaen sullen met cen voors. Coninck ende sitten ter maeltyt nevens zyn zyde. Waernaer volgen sullen de afgaende Coningen van een en twee jaeren’.! .
Op de grote schuttersfeesten werden muzikanten gehuurd. Uitkerke be— w~-arde voor ons hun namen uit L816: den vijoelspeelder Bonneure’ tot Blanken— berge, den tamboer Pieter Waege tot Ra~skapelle en den fijfeiaere Joseph de Graeve tot Dudzele. In cle oude teksten wordt een duidelijk verschil gemaakt tussen de stom— pe “bouten” waarmede “opwaerts naer den Gaey” wordt geschoten, en de scher pe “schicht’en” clie moesten blijven vastzitten als men schoot “ten doele”.
107. De cloodschuld van “wie daer goet, meubelen, cateylen achtergelaeten heb ben” wordt door de familieleden betaald “uit het eerste gereedste goet” van de overleden gildebroeder; ook de boeten, verbeurten, gelaggelcten van St—Se bastiaansdag of van gaaischietingsdag~ en de jaargelden moesten door de erf genamen aangezuiverd worden. Maar zo iemand van de gildebroeclers “soo ver weect ende verarmt waere dat men hem met syn goet niet uytten (uitvaart bezor gen) en coste”, dan moet hij op kosten van cle gilde behoorlijk begraven wor den. Er is nog zoveel over onze Sint—Sebastiaansgilden te vertellen. Vnie van de Leden van Sint—Guthago helpt ons bij het verzamelen van gegevens? Hier volgt nu in bijlage de Voorlopige Inventaris van de Breu1~en en Schakels. Daaraan hebben medegewerkt: Germain Vandepitte, Rene De Keyser, Broeder Filip, Gustaaf Vandepitte, Karel Desmecit, Vïilly Theerens en Broeder GaÈ~tan.
%~ ib;v~(:4~~0 ~%~b// ~ /~7/~.~) •~ ~& ~.. /0
,~.
.9
25
~
/0
\~
,0
108. Bijlage
IV
Voorlopige Inventaris van de Breuken en Schakels van de St—Sebastiaansgilden in ons Qewest. —oo000-LI SSEWEGE Breuk
1’
‘~i1veren ketting van gewone schakelstjes, een zilveren papegaai 5.5 x 3.5 daaruit hangende, en 19 Schakels: 1. Vlak zilveren schild 10.5 x 7.8 met brouwersembieem. Tekst: ]?rancois De Jaegher als Koning van de jongmans gilde van St Sebas— tiaan van Lisseweege. Onderaan het ing kraste jaartal l600van een andere hand: komt heel t~ijf 1— achtig voor. 2. Zilveren renaissance schild 7.3 x 7.3. Voorzijde: I’~arck Aldein was cueninck als men et jaer 1617 heeft gheschre— ven soo heeft hi dese schilt an de gilde van de hantboghe in Liseweghe ghegeven. (foto 7) Keorzi~do: Aambeeld met erboven een ~oIa’oonde rechtstaande hamer tussen de initi~l~n~ 11. (foto 6)
3. B.cchthoeki~ renaissance plaatje 4 x 2 in zilver.
Tekst: Marin.Van.Pachterbeke.als.hy.hy.(sic)was.00nink.als.men.de.gaey. schot. 1618
4.Zilveren schild 11.6 x 8.7 Voorzijde: Michiel brocquet als coninck verheven heeft deze schakel aen de jonghe gilde van St Sebastiaen tot Lisweghe gegeven 1721 ..o~. Keerzijde: op~taande wip met koningsvogel, met links twee gelauiste bogen en rechts twee gekruiste pijlen. (foto 16)
5. Zilveren schild met versierde rand. 11 x 12
Tekst: t~mandus Van Belle als Koninck verheven heeft deze schaekcl aen de iongmans gilde van St Sebestiaen tot L~weghe gegeven ten iaere 1768
6. Zilveren schild
—
Voorzijdc: Jacobus Claeys als coning verheve heeft deze schild aende gilde van St Sebastiaen gejond in Liswege 1785 Keerzijde: Op den 10 juny 1783
7. Zilveren rococo schild 12.5 x 15
Tekst: Jacobus D’hondt als koninck verheven heeft deze schaekel aen de jonghe gilde van St Sebastiaen tot Liswege gegeven ten jaere 1787 Versierd met uitgeklopt brouwersembieem (foto 12).
~.
Zilveren ovaal met rand versierd in empire stijl 15 x 9.5 Tekst:Ten jaere 1805 was Hinricus Timmermans als Koning verheven heeft deze schaekel aen de jonge gilde van St Sebastiaen ter prochie van Lisseweghe gegeven. Ten heeft mij niet verdroten dat ik den Eergaey hebbe afgescho—. ten. Onderaan in ‘t midden: het wapen van Jeruzalem.
/
109.
9. Zilveren schild 10 x 8, tekst ingeklopt met nagelpunt. J. Claeys hoog verheven heeft geschooten binnen Liswege 21 Juni 1810. Koning van de jongmans gilde en heeft deze schaekel gegeven. l0..Zilveren schild 12 x 9 Constaritinus Van den Kerkhove als koning verheven heeft deze schaekel aen de jonge gilde van St Sebastiaen tot Liweghe gegeven 1816. 1l.Zilveren rococo schild 16 x 13.5 Franciscus loannes Claeys als Koning verheven heeft deze schaekel aen het jongmans gilde gegeven in Lissewege ten jaere 1819. ‘T is dry jaer dat hy heeft Koning geschiet en het heeft hem nog niet verdriet. Onderaan, gegraveerd: boog gekruist met gevulde pijlenkoker.
/
12. Ronde penning in verguld metaal Voorzijde: Gedenk penning vereert aen de Jongmans gilde in Lisseweghe door Philippus D’hondt als koning ten jaerc lC22 Keerzijde: beeltenis van St. Sebastiaan 13. Zelfde penning als voorgaande Bernardus Claeys heeft ‘(oning geschoten in de Jongrnans gilde in Lissewege ten jare 1822. 14. Ronde penning in verguld metaal Voorzijde: Jongman gilde. Koning Ioseph Sette te Lisseweghe. Keerzijde: iledalie gegeven teynde zijnder dry jaeren 1828. 15. Zelfde penning als voorgaande Gedenkpenning vereert aen de Jongmans gilde in Lisseweghe door de Heer Franciscus Franckin Secretaris der Gemeente als Koning ten jaere 1828.
16. Zelfde penning met gegraveerde St. Sebastiaan als de nrs 12 en 13 Gedenk penning vereert aen de Jongmans gilde in Lissewegh2 door Jacobus Blommaert als koning ten jaere 1838. 17. Gewone ronde penning Voorzijde: Gedenkp~nning vereerd aen de Jongmans gilde te Lisseweghe Keerzijde: door D. Van Kersschaever Koning geschooten den 2 juny 1867 18. Ronde zilveren pennin~ met konin~skroon Voorzijde: Koning geschoten door F. Maenhoudt 23 juni 1873 Keerzijde: Geschonken aen de jongmansgilde te Lisseweghe l8~6. 19. Zelfde penning als voorgaande Voorzijde Gejonci aan de Jongmansgilde van St—~ebastiaen Lisseweghe Keerzijde: Freyne Louis koning geschoten ten jare 1876—1879. —00000— Breuk
B
ilveren ketting van gewone schakeltjes met 18 Schakels. 1~iZilveren renaissance sohildje 4 x 2 Voorzijde: Pieter Tjterwulghe Keerzijde: het wapen van Lissewege(foto 3) Waarschijnlijk het oudst bewaarde van Lissewege.
110. 2. Plat zilveren schild 6.6 x 7. De tekst stopt bij een pijl die door een ge— kroonde vogel zit. Onderaan de voet van de pijl staat een beer, iets hoger geflankeerd opo±eder zijde door nog een beer. Tekst: Erasmus Berrens coninck van St Sebastiaen in Leisewe heeft.. .1650 (foto 8).
5. Effen zilveren barok schild 12 x 8.7
Voorzijde: Pieter veilsoet als coninck verheven heeft deze schaekel aen d’ oude gilde van St Sehastiaen tot Lisweeghe ghegeven ten jaere 1725 Keerzijde: St Sebastiaan gegraveerd met de droge naald cn daarbij: Ten heeft hem niet verdrooten dat hij ten jaere 1716 den gaei heeft afgeschoten.
4. Zilveren schild 1O~x 8; .Tekst ingeklop met nagelpunt:
Froncicus Coppens als Coninck verheven heeft dezen schakel Aen de Jonge gilde van den H. Sebastiaen tot Lisweghe gegheven den 14 Ieye 1775
5. Zilveren schild, ~
13.6 x 10.8 sierlijke rococo. Uitgeklopte molen op kot. Daarrond tekst ingeklopt met nagelpunt: Carolus Van Kerschaever als Koninch verheven heeft desen schaekel aen de oude gilde van St Sebastiaen gegeve tot Liswege 1780. (foto i~)
6, Effen zilveren schild 12.5 x 8.5 Ingeklopte tekst: Francois De Swaef als Coninck verheven heeft de schaekel aen de gilde van St Sebastiaen gegeven tot Liswege den 31 Meye 1784
7. Zilveren rococo schild 13.3 x 11.8 In top het wapen van Jeruzalem.
Gregorius Dondt als koninok verheven heeft deze schaekel aen de gilde van St Sebastiaen gegeven. Ter P~oghe van Lisweghe ten Jaere 1787
8. Effen zilveren plaat, schijnt door cle schenker zelf gesmeed. Voorzijde: Carolus Keisse Kooninck geschooten ten jaar 1805 in Lisse— weghe. Smit. ICetrzijcle: gegraveerd tafereel van werkende wmid en zijn knecht langs weers zijden van een aambeeld.
9. Effen zilveren plaat
Voorzijde: Josephus Van Keerschaver molenaer heeft Koning geschoten van de mansgilde in Lissewege op den IX Juny i~d1DCCCXVI (1816)
10. Ronde penning met gegraveerd brouwersembieeni Darolus D’Hondt, brouwer heeft Koning geschoten van cle mansgilde in Lisse— wege ten jaere 1822 Ronde penning Vo~rzijde: Gedenk penning vereert aen cle Mansgilde in Lisseweghe door Jo Sette als koning 1822. 12. Ron~.e vergulde penning Voorzijde: Gedenk penning vereert aen de Mansgilde in Lisseweghe door Bernardus Claeys als Koning ten Jaere 1838 Keerzijde: beeltenis van St Sebastiaan. 15. Ronde zilveren penning n~t empire versiering diam 6.4 Voorzijde: ivlansgilde St Sebastiaen Lisseweghe Keerzijde: Koning De Vlieger, 25 Juny 1867
111.
34. Ronct, zilveren penning Voorzijde: D’Heer Cst Van Kersschaever Bakker Lisseweghe Keerzijde: In 1870 den 20 Juny schoot ik straf Met kloeken moed cle Gaei van eere af.
/
15. Ronce zilveren penning, met in top het volledige Belgische wapen, omkr~n met 5 fleurons, waarvan één verdwenen. Voorzijde: D’Heer Jh Van Kersschaver, brouwer te Lisseweghe Keerzijde: In 1870 den 12 Juny schoot ik straf met kloe~ moed den gaei van eere af.
/
16. Ronde penning Voorzijde: Mansgilde St Sebastiaen Lisseweghe IÇ~crzij~e: Dheer E. De Jonghe Koning geschoten 15 Juny 1873 17. Ronde verguldepenning Voorzijde: P. Diericlac Visschers heeft koning geschoten den Keerzijde: Mansgilde St Sebastiaen Lisseweghe
juni 1876
1P. Ronde penning met beeltenis van St. Sebastiaan Livinus llaenhoudt (zonder jaartal) —o000o— Brei~k
0
itmetalen ketting 112 cm, met vogel en juweel. De vogel ziet er eerder een postduif uit met een bericht in de poot dan een papegaai op een stokje. Sporen van verguidsel Zilveren juweel 7 x 7 : Pauw met gestileerde vleugels en doorschoten met twee pijlen. Tekst: Dit viErslagh behoort toe de jonge ghilde van Lisweeghe. —00000—
Breuk
D
Zilveren ketting van 120 cm met Zilveren schild 10.5 x 8.6 : is een gedreven hart met vlammen ei~oven, en midden op het hart een krans van blaadjes, maar geen doornen. Late barok Deze 4 breuken zijn in privé—bezit te Knokke. ——--ooo000o——— 00 STKERKE Wij geven alleen de tekst van cle schakels. De zilveren ketting met de vogel en de zes prachtige zilveren schakels is voor het ogenblik zoek!!! 1. Op 16.6.1787 Johannes Frans Van Belleghem koning zag ende geconstinueert tot dat hij heeft deze schakel aen d’oude gilde van St Sebastiaen t’ Oostkerke vereert ten jaere 1791. 2. Gilde van St Sebastiaen in Oostkerke, Dese vereert tot eeuwige geheugnis
112. aen den koning. Oostkerke 19 Juni 1803 op Wilhemdag, men Dheer Louis Van den Buicke secretaris van de Meyerie wonende te Damme, koning zag.
3. Dese vereert tot eeuwige geheugnis aan de mansgilde van St Sebastiaan in Oostkerke. Oostkerke 19 Junius 1806, op welken dag De Laere koning zag.
/
men Dheer Patricius
4. Dese vereert tot eeuwige geheugnis aan de mansgilde van St Sebaatjaan in Oostkerke. Oostkerke 9.7bre 1810, op welken dag smid, koning zag.
/
men Dheer J. Bossee
5. Dese vereert tot eeuwige geheugnis aan de mansgi].de van St Sebastiaan in Oostkerke. 18 augst 1812, op welken dag koning zag.
/
men Dheer Jacobus De Smidt
6.Kubertus De Smidt heeft koning geschoten op 3 Mei 1S19 in de oude mansgilde in Oostkerke. ———oo000oo——— M 0 E R K E R K E Breuk: zilvcr n ketting met zilveren gekroonde vogel Een en twintig Schakels: alle van rond formaat, diam 5 cm. 1. Insta11ati~ van den hoofdman Jonker d’Hanins de 1 oerkerke De Deurwaerder le Prys afgeschoten door Peterus De1eyn~, 26 7bre 1856 2. Id. als 1
5. Confrérie de St Sébastien
keerzijde: wapen van leper
~.
Ypres
—
pour la meilleure tenue 1857
4. Vereerd door de Regeringe der Stad Sluys, den 15 augustus 1859. Wapen keerzijde: aen de Societeyt die met de luysterlykste eereteekens zyn verscheynen
5. Guillaume Teil
B~erst Dexmude voorstad 1841 keerzijde: afgelegenste Gild. Versiering: twee bogen met pijl. —
—
6. Guillaume Teil Beerst Dixmude voorstad 1841 keerzijcl.e: Prachtigste Gild. Versiering: twee bogen met pijl. —
—
7. Vereerd door de Regering der Stad Sluis
den 16 Mei 1842. Wapen van Sluis keerzijde: aan de societeit van het grootste getal Schutters. —
8. Vereerd door de Regering der Stad Sluis den 16 Mei 1842. Wapen van Sluis keerzijde: aan de Societeit die met de luisterijkste Eereteekens is ver schenen. —
9. Soci~té de St Sébastien ~ St André—lez.~Bruges (+ versierd schild) keerzijde: Pri~ de la plus beile tenue des cornmunes
—
le 14 Août 1842
10. Gilde St—Laureyns den 25 7bre 1843. Versiering: pijikoler. keerzijde: Verst afgelegen —
11. Gilde St—Laureyns 4den 25 7bre 1043. Versiering: pijikoker. keerzijde: Grootste getal schutters.
113. 12..Simon Stevin inaug. MDCCCXLVI (1846) Buste van Simon Stevjn keerzijde: schild rand: Soci~té Royale de St Sébastien, Prix de tenue. —
l~5. Eer Teken Der Inhuldiging Van Jacob Van Maerlant’s Standbeeld te Damrne den 9 7bre 1860. keerzijd : Gemeente Damme De Vereenigde Broeders der hand boog schutters. —
—
—
14. Erinstelling der i~iaatschappij de Hoofdman aan het Gilde St—Sebastjaan te i\’ioerkerke den 4den April 1869 keerzijde: Jonkheer Werner Baron cle t’Serclaes Hoofclman gekoøen den 4 Octo ber 1869. Versierd met wapen en wapenspreuk “Rien sans Dieu”. —
—
l~. Jonckheer Werner Baron de t’Serclaes de Wommersom gekozen 4 October 1876 Versierd met wapen en wapenspreuk “Rien sans Dieu”. keerzijde: de hoofdman aan de Gilde St Sebastiaan te Moerkerke 12 Augustij
1877
-:
16: Sociét~ Royale de St. Sébastien Bruges + wapen van Jeruzalem keerzijde: Tir du 9 septembre 1883. Prix décerné ~ la société la plus nombreuse. —
17. Prinselijk Gild St. Sebastiaan. St—Pieters. keerzijde: Verst komend. 23 Juli 1893
+
schild
18. Cilde St. Sebastiaan 1869—1894 Moerkerke keerzijde: Gejond door 1. De Vestele en .5. Van Reybrouck 19. Société Royale de St Sébastien, Bruges. + wapen van Jeruzalem keerzijde: Grand Tir due 11 Aoüt 1895. A la Société la plus nombreuse eeste getal. 5 September 1897
20. Gilde St Sebastiaan Knocke. keerzijde: wapenschild
21. Gilde St Sebastiaan Knocke. Verstafgelegen. 13 Semterber 1897 keerzijde: wapenschild ———ooo0ooo——— UIT KERKE Hier beschikken we voorlopig slechts over de teksten op de ~chake1s.
/
/
1. Den 6 juny desen jaere schoot Cornelis de iVleulenaere met syn pyl en bo— ghe straf t’utkerke den heergaey af/ waer voor hy uyt herten gront t’gilde desen schaekel jont. 1752
/
/
2. Den 10 juni van dit jaer sshoot Johannes Bentein met pijl en booghe seer straf/ den gaey van eren af Vïaerom ick hier uyt s’herten grondt ~en t’ gildt dees silver schaekel jont. anno 1766
/
~.
/
Den 6 juny van Dit jaer Schoot Emanuel Bassens met Pil en Boogh seer straf/ den Gaey van Eeren af waer voeren lek hier uyt herten Grond’t aen het Gildt dees Silver Schae~kel jont. anno 1779
/
4. Brigita De Naert
/
t’Uytkerke onvervaert voor ~t smiten den gans. 1779
/
/
behaelde d’eer Crans (erekrans)/
CA)
F~)
‘
:•
d
~
~ ~
~
f
~
~;_~
•~.
ç
è
4~
‘.~
~
~
‘
-‘
.~d
~
~t
~
~
~
-~
\4~
)
1•.)
/4
11
5. Op den 25 Juny heeft den heer Burghmeester Pieter Pollet van de stadt ende
port van Blankenberge afgeschoten den heer vogel op de Prochie van uytkerc— ke en desen schaekel verheert aen de selve gilde. 1786
6. Pieter Schoutteeten
/
/
met Pyl en Boog heel straf Schoot hy den Gaey van eeren af tot Uytkercke op den 21 juny 17 9 / Strakx nu dezen weerden schat gejont, wenst ‘t gilde proficiat.
/
/
7. Den 15 juny desen jaere verheven
/
/
/
is Joannes patiste de Ketelaere als koning heeft desen achekel (sic) aen St Sebastiaen gilde gegeven 1805
/
/
/
8. Constantinus Blauwet uw naem is weerd geprezen hier dien te zijn gelet dat Gij onlangs voordezen als Bonaparte kwam voor bij Uytkerk gereden d’eer van Koning aennam waer voor Gij die schaekel geeft op heden.
/
/
/
9. Ten jaere een duyst acht—hondcrd negen
/
/
/
Heeft Uytkerke aen de zee gelegen/ Den Eergaey op de pers gezet De Schutter Constantijn Blauwet Trof met de Pijl als met e~n kogel Den gouden Koninglijken Vogel Die Schutter zoo vermaerd, zoo straf Schootandermael den Eergaey af Hij heeft aen ‘t Gilde thans geschonken Dit zilver Schild, het welk zal pronken Ter eer vanSint Sebastiae Zoo lang als Uytkerke zal staen.
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
10. ‘t Uytkerke in ‘t jaer een duyst acht honderd en zesthien elk broer van Bastiaen kwam naar den eerprijs bien Den molder Baervoets kwam ook op ‘t veld getreden en heel ras door z~l pyl den vogel viel beneden een ieder was verheugt, hij wierd baervoets gekroond het is nu ook baervoets dat hy zyn weerjonst toond.
/
/
/
/
/
11. ‘t Jaer Duyst achL. honderd en zesthien wie zoud zig daer in niet verblien/ Haer doghter, dorreken Blauwet die op haer moeders voorbeeld let:/ smeet den eervogel dat hy vloog wel vijf en twintig voeten hoog waer voor zy t’ Uytkerk wierd gekToond en hier door haere gunste toonci.
/
/
/
/
12. Op den 3ln mei 1819 schoot Arsenius Herman, meester paarde—sm~t te Uitkerke den eer—gaai af; die aan het Ste Sebastiaans gild dezen schakel gaf, op den 24fl juny 1827, en dan burgemeester was. Liefhebbers van den boog en laat het u niet verdrieten van in den somer— tyd den eer—vogel af te schieten zee Gy hem niet en raakt geen eer word u gedaan en noyt zal uwen naam op eenig wapen staan.
/
/
/
/
/
/
/
/
/
15. ‘t jaer 1827 schoot ik straf met eenen kloeken moed den gaey van eeren af Confraters let wel op en laet het u niet verdrieten van nu op dezen keer den eervogel te schieten ik scizenke voor mijn jonst deez’ schae— kel nu hier aen Confraters schept den moed den gaey zal niet lang staen Js Gielis. 1835,
/
/
/
/
/
/
/
/
———0000ooo——— WEST KAPELLE r e u k
van de Oude Mansgilde
ubbele platte keten met vogel langs onder. Onder aan de vogel hangen 2 klei ne schildvormige plaatjes in renaissance stijl. De tekst op beide plaatjes is dezelfde: Gautier Vander Beke 1616. Dit alles van zilver. (foto 2)
115. 1. Ingesneden zilveren schild 8 x 7 voorzijde: Ter heere Godts en S Sebastiaen verheven, soo heeft 1 arten Coppens 1649 (deze schakel hangt aan d~bveuk~.van de jonlanansgilde) keerzijde: afbeelding van St. Maarten (foto 19) 2. Zilveren ovale p1~at 14 x 11 voorzijde: Ten Jaere 1789 is S. B. Vervaecke als koning verheven en heeft in het jaer 1790 schakel, keten en gaye aen d’oude gilde gegeven, maer int doen den eed van trouw aen ~t Volk met de andere confraters den zelven had opgedragen voor onderstand.t aen de Staeten. keerzijde: Men siet hier claer al of ‘t was waer als den pyl geschoten van Bastiaen door Gods bestier de gaye had afgedaen/ mits hy in ‘t gaye schieten niet vast en was/ al ook den vogel al d’elft van was/ ita est // aer ‘t en is van daege noch van g4ster niet/ dat men geeft d’heer aen Cod maer aen sich zelven niet.
/
/
/
3. Zilveren ovale plaat 15.5 x 12
voorzijde: Petrus van Hemel, als hoofdman gekozen ten jare 1788. Dees schaekel is gejont door Petrus van Hemel/ een bakker van syn styl, een man gelyck een kemel/ een hoofdman van de gilde van ‘t mannelijk geslacht/ van VTestcappelsche voick ten hoogsten seer geacht. Bovenaan de dubbele keizerlijke arend van Oostenrijk met rechts het wapen van Vlaanderen en links dat van Jeruzalem t.t.z. het wapen van de Schuttersgilden. keerzijde: In het jaer 1790 den moed die was soo groot van heel het Neder— land/ ‘T scheen al dat Keysers was, dat moeste op het sant/ Den arent lag gevelt dog voor eenen korten tyd/ En wij weer keysers syn, trots alle die benyd. Op voor— en achterkant,gekruist: paal en loete van de bakker.
4. Zilveren ovaalronde plaat 16 x 12
In de rand staat geschreven: Dese Vader— landschen schaekel is Gejont door Francicus Geile Hooftman der prochie van (er was geen plaats meer!!) Op het schild bovenaan in een “aangezet” stuk, de vergulde Oostenrijkse arend; onderaan gedeeltelijk buiten de rand; het gildewapen of wapen van Jeruzalem. Aen siet di:h schoon geschenk/ met milde hand gegeven/ Door Gheil die hooft man is/ een man weerd.ig geprezen/ Van ‘t Westcappelsche Volck/ wat ver dient hij voor loon/ Plaes hem op syne cruin/ een wel gevlochte croon. (foto o) 5.Hartvormi schild 11.5 x 12
)
Op den 2 7bre 1804 Is den Eersaemen Pieter Verlinde als koning verheven en heeft dese schaekel aen het mans Gilde tot West Cappelle gegeven. 6. Zilveren schild 14 x 12 Ten jaere duysd acht honderd negen/ ~ntone Meysman met Gods zegen/ Wierd hoofdman van de vrouwe gjl~./ Het welk dat ieder vrouwken wild/ x ant ‘t was een schutter snel en sterk/ Die schoot voor preufstuk van zijn werk/ Op Sinxendag van ‘t jaer sestien/ Den eeregaye by de manne(lie)n/ Waarvoor hy koning wierd gekroond/ Nu voor dit schild zijn jonste toond/ Den gild van Ste Sebastiaan/ Voor de eer die hij heeft ontfaan. (1816)
7. Zilveren ovaal schild 15.5 x 12
Ik heb geweest hooftman zorger en deken/ Ik hebbe altijd voor de gild moe ten spreken/ ‘t En heeft my nog niet verdrooten/ Ik heb op den V Juny den ~aev van Eer~n afges~hoten/ Loft heer. In ~ie ranci.: iJesen sonaekei gejont o.oor my Jacobus Dickx als koning, aan d’oude gilde in Westcappelle ten jaero 1809. + wapen v d schutters.
11 8. Zilveren penning 5.5 Den 8 Juni 1840, den eerzaernen Joannes Versohoore als koning verheven, heeft deze medalie aan de mans g~blde te Westkappefle gegeven het jaer 1843 keerzijde: eenpers en een afdakje.
9. Zilveren penning 5.5
voorzijde; Gifte gejond door Jh Lesberghe als koning der mansgjlde keerzijde: van ~estkappelle
10. Zilveren ovaal schild 13 x 11.5 Mansgilde van Westkappelle, den 22 Juni 1905 heeft L. .L~ntheunis van Parys koning van dit gilde geschoten en heeft ter dier gedachtenis deze zilveren schakel aan de gilde geschonken. + boven, wapen van de schutters 11. Zilveren ovaal schild 15.5 x 12 Mansgilde van Westkappelle. Den 8 Juni 1908 heeft Pieter Van Zandweghe..Lje.. vens koning van dit gilde geschoten en heeft ter dier gedachtenis deze zil veren schakel aan het gilde beschonken. + bovenaan het wapen v d schutters. keerzijde: Ten jaer 1900 en acht/ Heeft Pieter Van Zandweghe niet gewacht/ Van op tweeden Sinxendag alhier/ Den eeregaai te schieten met plaisir/ Eet is een man van ~t ware bloed/ En voor het gilde al het Zijne doet/ Voor de mannengilcie is het een ware schat/ Want men heeft nooit zoo’n koning gehad/ Het is een schutter niet te fel/ Maar daarom past hij het wel/ De mannen moeten hem wel genegen zijn/ Mochte God onze koning nog lange jaren/ Tot welzijn onzer gilde wel bewaren. 12. Ronde zilveren medalje 5,5 voorzijde: Provincie West—Vlaandern. Westkapelle keerzijde: het wapen van Be1gi~ 13. Hartvormige zilveren plaat (deze schakel hangt aan de breuk van de Vrouwen) T~oud mansgilde van Westkappelle. Den len Juni 1923 Heeft Camiel Vlaminck— Platteuw koning van de gilde geschoten en heeft ter dier gedvchteni~deze zilveren schakel aan de gilde geschonken. —oo0oo-. B r e u k
van de Jonkmansgilde
1. Platte dubbele keten versierd met Dubbele Oostenrijks Arend. Aan de Arend hangt een zilveren papegaai van 8 cm breed en 5 hoog. Op de kop een kroon, op de borst het gildewapen. Onderaan de papegaai, twee hangertjes 3.5 x 2.5: het ene met r° St. Sebastiaan, v° 1613; het tweede r° Adriaan van Roosbeke, V° 1614. (foto 2) 2. Boven is de ketting samengehouden door een zilveren rugstuk, halve maan 15 wijd, 5.5 hoog.
Op heden le Junis 1803, heeft men geschoten op de perse, te weten joncmansgilde van West~appeUe de gaye van Heeren. Wij waeren bly al op ons gayefeest. Wy dachten al te gaer al om te weten wie het die Koninc van dien gaye met slict weer. Wy saegen al vys maer by siel het lot viel op Frans Matthys. (foto 4)
het oucit— van geest sou syn myn
3. Zilveren barokice schild 15 x 12 Philippus Callant als Koninck verheven, heeft dezen schaekel aen de jong— mansgilde tot West Cappelle gegeven dezen 23 Hunius 1809. (foto 10)
117.
4. Zilveren schild 12.5 x 10
Pieter Kerckhof als Koning verheven/schoot den gaye van Eeren in het fleur van zijn leven. Ter eere van St Sebastiaen/ heeft hij dezen Schaekel aan de jongmans gilde gedaen/ te Westcappelle den 1 Juny 1818
5. Zilveren barok schild 13 x 10.5
Pieter Gouweloose als kong verheven heeft dezen schaekel aen de jongmans— gilde tot Yestcappelle gegeven Anno 1820. (foto II)
6. Vierkante schild met strik bovenaan 10 x 10 Joannes Meysman Koning verheven, heeft dezen schakel aen de jongmans gegeven. Westcappelle 1834
7. Zilveren penning 4.5
Jongmans gilde Westkappelle
—
gilde
keerzijde: Staethouder
8. Ovalè borokke_plaat in gedrev~ri zilver 15.5 x 12 zilvermerken Pieter Lateste als koning verheven/ schoot in ~t fleur van zijn leven/ en zijn hert was vol van eeren/ en dat deed zijn jeugt vermeercleren/ en met d’eere van St Sebastian hebbe ik deze schaekel aan ~t jon~nans gilde tot/ Westcappelle aangedae 1840 —
/
9. Zilveren penning diam 9;5
~ Jan Lateste was lid van ~t Westcappellesche jongmans gilde voor de— zen en is in 1863 tot Eoofdman tot hoofdman verheven keerzijde: gaaipers, bierton en schutter die hoiiz~aa1 naar een doeL schiet. —oo0oo—
B r e u k
van de Vrouwengilde
Gewone zilveren ketting. l.Ovale barokke schakel in zilver F.R. (Franse Rupubliek?) Op den 29 Fructidor xii jaer (1805) heeft Pieter— nelle Teresia Rammelaere huysvr van Frans Allaert als koninginne verheven heeft dese schaekel aen De gilde van St Sebastiaen gegeven ter commune van Westcappelle. Aan deze schakel hangt het mooie zilveren gansje(foto 24). 2. i~envoudige ovale schakel I’~ansgi1de van West Cappelle. Den 22 Juni 1905 heeft Albertine Van Landschoot vrouw van Joannes Ketele, eerste schepen der gemeente, in het gilde de gans geknuppelci en werd diensvolgens tot koninginne van de gilde verheven. Ter dier gedachtenis heeft zij deze zilveren schakel aan het gilde geschonken.
3. Fxartvormige schakel
voorzijde: ansgilde van Westcappelle. Den 8 Juni 1908 heeft Febronie Mareydt vrouw van Leon Van Damme in het gilde de gans geknuppeld en werd diensvolgens tot koningin van het gilde verheven. Ter dier gelegenheid heeft zij deze zilveren schakel aan het gilde geschonken. keerzijde: Ten Jare negentien honderd en acht/ heeft het voorzeker niemand gedacht/ Maar ‘t is dat den Heer het alzoo wilde/ dat men heeft als konin gin van de gilde/ rebronie Mareydt in de gilde hooggeacht./ Het is een vrouw vol kracht en moed/ en alles voor de gildes welzijn doet.! En daar— om roepen wij ten allen kant/ Wij hebben de beste koningin, van ~t land./ En dat den Heer u nog lange spare/Tot vrouwengilde en u welvaren. ———o000ooo———
110. KNO KKE Breuk
A
Zilveren ketting bestaande afwisselend uit gewone en versierde schakeltjes (zie foto 17). Daaronder uithangende een zilveren papegaai van 1648 met on deraan een moderne penning (foto 5). Daaraan 28 schakels. 11e Schakels zijn schildvormige plaatjes waaruit meestal op de beide zijden een maantje is uitgesneden. 1. r° Maeten Heincks coeninc van cnook van iaer 1649 v° Bloemmotief 2. r° Toemaes Breidel coeninck van Cnocke verheven heeft int ~iaer 1650 dese schaekel gegeven. + zilvermerk v° Gestyleerde bloem
3. r° Jan De Boot Coeninck van Cnocke verheve heeft int tiaer 1652 dese schaekel gegeven v° Gestyleerde bloem
4. r° Andrjes Hansens coeninck van Cnocke voor de tweede keer verheug heeft int tjaer 1654 dese schaekel ter heere Gods gegeve. + zilvermerk v° Sinte Andries houdt ick voor min patroon/ ter eeren Godts ende Sirite Sebastiaen ydoon/ soo heb ick gegeven dese schaekel schoon.
5. r° Adriaen Schram Coninck van Cnocke vant het iaer 1655 v° Adriaen Schram Conick van Cnocke vanthet iaer 1655
+
zilvermerk
6. r° aryn de Boodt conijnck van Cnocke voor de deerste keer verheven/ heeft in t Jaer 1656 dese schaekel ter heere Godts gegeven (foto 14) v° Sinte Iaryn houdt ick voor mijn patroon/ ter eeren godts ende sinte Seb~stiaen Idoon/ soo heb ick gegeven dese schaekel schoon (foto 15)
7. r° Lauwerejns Heins Conick van Cnocke voor de tweede keer verheven heeft dese schaekel gegeven tiaer 1659 v° gestyleerde bloem (foto 20)
+
gestyleerde bloem
8. r° Andries Hansems Coninck van Cnocke voor de derde reyse van sin leven heeft int iaer 1660 dese schaekel ter eere Godts ende Sint 5eb~stjaen ghegeven v° Ter Heeren Godts en Sinte Sebastiaen idoon/ hebbe ick ghegheven dese schaekle schoon 1660 + zilvermerk = een tulp
9. r° iviaerten van Hackere Coninck van Cnocke verheven heeft dese schaekel ghe~even tiaer 1661. v° Bloemmotief
10. r° Lenaert Verrie coninck van Cnocke verheven heeft dese schakel ter eere Godts ende St Sebastiaen ghegeven 1662 ÷ zilvermerk = G B v° een Tulp (foto 21) 11. r° laques Wouters Coninck mde mans gylde van Cnocke vereeven heft dese schaekel ter Heeren Godts ende St Sebastiaen ghegheven 1663 + zilvermerk v° gegraveerde wijnschenker met kan en glas (foto 17) 12. r° Andries Hansens Coninck mde mansgilde van Cnocke voor de vierde reise van sin leven heeft int jaer 166 dese schaekel ter eere Godts ende Sinte Sebastiaen ghgheven. v° zilvermerk
119. 13. r° G-oeris De Cuper als coninck verheven van Cnocke verheven heeft dese schaekel ghegeven in tjaer 1671 v° gegraveerd~ een St. Joris te paard doodt de draak 11. Fransoeis De Snick als oofman ende coninek van Cnocke verheven heeft dese schaekel ter Heeren Godts ende Sinte Sebastiaen ghegeven 1679 v° gegrveerd: Kristus aan het Kruis 15. r° 1680 lan Giselinck/ gaef met sin pil de gaei een clinck/ tot Cnocke fraey/ was daerme coninck/ vande gaey/ Daerom gef t y ser milde/ dese cakel aen de gilde. v° vier zilvermerken 16. r° Nicolas Pini als coninck van Onocke int iaer 1682 v° zilvermerk
in de punt een bloem
+
17. r° Sa Gilde Broeders al wilt dit wel ghedincken/ en op dees Conineks ghe— sonteit drincken/ hoe Lowys Villems fraey/ wiert Coninck vande gaey/ tot Cnocke verheven/ daerom gaef hy seer inilde/ det present de gilde/ 1683. 18. r° Nicol~.s Pini als coninck van Cnocke int iaer 1685 bloem v° een zilvermerk
+
in de punt een
19. lan Traien als coninck verheven heeft dese schaekel aen de gilde ghege— ven in de proci van Cnocke 1688 20. r° Giliame Brom (Guillaume Braem’?) als coninck verheven heft desen schoe— kel aen de Gide S Sbastiaen tot Cnoeke gengeven in iaer 1701,~ (alle fou ten staan er!) v° Be~ltenjs van St. Sebastiaan 21. r° boris van Henschoote als koninck tot Knocke 1711 (onhandig met nagel— punt ingeklopt) v° zilvermerk 22. f’ls Guillaume Braem tot Coninck w~s verheven, heeft hij dese schaekel aen de Gilde van St Sebastiaen tot Cnocke gegeven l7~’0 + zilvermerk 23. Yan Ghyselinck als Coninok verheven, heeft desen Sclaeckel aen de houde gilde van Sinte Sebastiaeri gegheven op de proghie van Cnocke ten iaere 1727 ÷ w~pen van Jeruzalem zilvermerk —
24. Francois De Neve als coninck verheven heeft deze schakel ghegeven aen de oudemans gilde van S Sebastiaen tot Cnocke ten iaere 1732 25. Pieter Temmermans als Koninck Verheven heeft Dese Schaekel aen de Houde Gilde gegeven ten Prochie van Knovcke 25 junius 1766 26. Slordig gesneden plaat met zilvermerk. Tekst in handschrift met “nagel punt~ ingeklopt: Joannes baptista dhaese als Coninck verheven jont dese schaekel aen de mans~i1de van den H Sebastiaen op Cnocke. Een yder wen— sche desen Coninck s~h te bereyden/ om met godt en den 1-. Sebastiaen hem eeuwigh te verblijden 1782 27. Ovaalronde plaat met sierlijk gildewapen, versierd met lauwertakken en lauwerkroon. Tekst: Gilde van St Sebastiaen te Knocke. Kooninc geschoten t’ jaer 1838. boannes Quataert 28. Op den l9sten Juny 1862 Heilig Sakrament dag heeft koning geschoten Phi lippus Tavernier Burgemeester Dijkgrae~f te Knocke en oud lid der provin ciale Staten van West Vlaanderen. Deze schakel gejong aen de gilde van Knocke. (Hartvormig schild ~et in de punt een kolvenier.
~,
,.,‘.
.J.
28
(Copyrlght
A. C. L.
Brussel)
120: Breuk
B
Zilveren ketting bestaande uit ovale, platte schakels, met naar binnen ge— keerde krullen. Zilveren vogel met onderhangend schild:”St Sebastiaan. Knocke is hier.” Versiering: boog met gekruiste pijlen. Daaraan 5o ronde penningen: 1. Op den 21 Juli 1890. Kermis iIaandag. heeft Koning geschoten. Tavernier Louis. Hotelier. Dezen schakel gejond aan de. Gilde St Sebastiaan. Knokke
A/Z
2.Op den 6den April 1896 tweeden Paaeschdag.HeeftKoning geschoten.Burette E— mjel.I~ieester Beenhouwer.Dezen schakel gejond aan de.Gilde St Sebastiaan. Knocke A/ 3.Op den 5den April 1899.tweeden Paaschdag.heeft Koning geschoten.Demey Ca— mille.Brouwere.Dezen Schakel gejond aan de Gilde St Sebastiaan.Knocke A/Z
4. Op den l9ste i~iei 19O2.tweeden Sinksendag.heeft voor den tweeden~aa1 ach— tereenvolgend.Koning geschoten.Demey Camille.Brouwer. Schakel gejond aan de Gilde St. Sebastiaan;Knokke f/z
5. (gouden schakel) Demey Kamiel.Koning geschoten.3den April 1899.l9ste Mei 19O2.24ste April 19O5;Keizer uitgeroepen.20 April 1908
6. Gegeven door Edmond Mergaert.aan de Koninklijke pers.te Knocke.Koning ge schoten van 1910 tot 1913
7. Op 2de Paaschdag 1919.heeft Koning geschoten.Barrevoets gejond aan de Gilde St. Sebastiaan Knocke
A/z
ug.Dezen Schakel
8. Op 2de Paaschdag 192O;heeft Koning geschoten. Rombout Florimond.R9elier. Dozen Sch~’kel gejond aan de.gilde St Sebastiaan.Knocke •/z
9. Op 2de Paaschdag l921.heeft Koning geschoten. Amys Pieter.Dezen Schakel gejond aan de. Gilde St Sebasjiaan.Knocke
~/z
1O.Op 2de Paaschdag l922.Kermis Maandag.heeft Koning geschoten.Cafmeyer Stanis— las.Juweelier.Dezen Schakel gejond aan de Gilde St Sebastiaan.Knock A/Z 11. Op 2de Paaschdag l925.heeft koning geschoten.De Witte Leon. Dezen Schakel gejond aan de.O-ilde St Sebastiaan.Knocke A/Z 12. Op 2de Sinxendag 1924.heeft Koning geschoten.Van De,Pitte Albert.Dezen S~hakel gejond aan de.Gilde st Sebastiaan.Knocke A/Z 15. Op 2de Paaschdag l925.heeft Koning geschoten.Van Zandweghe Pieter.Dezen Schakel gejond aan de.Gilde st Cebastiaan.Knocke A/Z 14. Op 2de Paasdag 1926 —zelfde tekst
—
15. Op 24 April 1927
Dewitte Henri
—
zelfde tekst
—
Tavernier Frans
16. Aan de K.G.St Sebastiaan van Knocke. De Sire Mr. Ed. Mergaert. 1931 17. Hoofdman Robert Parmentier als Koning verheven, heeft deze schaekel aan de K. Gilde van Ste Sebastiaan gegeven, op de Parochie van Knocke ten jaere 1957 + schild vnn Jeruzalem.
121. 18. Koninklyke Handboog.St Sebastiaan Knokke.Sire geschoten 1937 tot 1939. Rombout Jules 19. OP 4de Augustus l940.heeft voor de 2de maal Koning geschoten.Tavernier Frans.Hotelier.Dezen schakel gejond.aan de.Gilde St Sebastiaan.Knocke f/z 20. Ploeg “De Jonkheden”.Pater V.L. De Wilde,Balj. 1946.Pol De Vu1der~oorzjttar. Flor V~n Speybroeck,Vr. Omer Van Speybroeck,Zn. Erniel Vande Walle,Sire. Gerard Vande Walle. Albert Vande Walle. Pol Van Maldegem. 21. Koninklijke Gilde St Sebastiaan.Knokke.Sire geschoten.voor de tweede maal. door Rombout Jule 1949 1951 —
22. Op 11 mei 1952. Heeft Koning geschoten.Gustaaf Van ~Iuchem.deze schakel ge jond aan.de Kon. Gilde. St Sebastiaan. Knokke A/Zee 23. Op den 24 April 1955.heeft.Schramme Medard Koning geschoten.deze Schakel is door hem gejond.als Aandenken aan de.Kon Gilde St Sebastiaan Knokke /z 24. Op den 27 April l958.Heeft koning geschoten.Willemkens René.deze schakel gejond.aan de. Kon Gilde St Sebastiaan.van Knokke 25. Op 23 April 1961
—
zelfde tekst
—
Van Speybroeck Omer
26. OP 29 April 1962
—
zelfde tekst
—
Lebbe
27. Op 22 April 1963
—
zelfde tekst
—
Van Landschoot Maurjce
aurice
20. Op 19 April 1964 zelfde tekst Gyselinck Guido 29. Heeft Site geschoten. Heer Dryepondt Gerard~ 25—.—1965. deze schakel ge— jond aan de.Kon Gilde St Sebastiaan;Knokke A/Z —
—
50. Op 24 April 1966 —zelfde tekst als nr 24
—
Van Speybroeck Omer
——ooOoo—— B r e u k
van de Koninginnen
Driekleurig Lint (rood—geel—zwart) met zilveren Gans (foto 25)
—
Schakels:
1. Gejonci door Marie Lateste huysvrouw van Philippus Monbaillu den 20 janu— ary 1859 (in de punt van het hartvormig schild: een gans) 2. Gejond door Rozalie Quataert Huysvrouw van Sebastiaen Nachtegaele Knocke den 19 juny 1862 (in de punt een gans) Op den 9ste ~uni 1865 heeft Koningin geworpen Marie Traen Huisvrouw Devos .
Leopold. Schakel gejond aan de Gilde St Sebastiaan Knocke .,~:z ‘,.
-i
schutter
Zoals de drie andere: hartvormig e zilveren plaat: Op den 24ste Mei 1900 tweeden Sinksendag heeft Koningin geworpen ene van Gutsem Huisvrouw Pieter De Cocq. Schakel gejond aan de Gilde St Se— bastiaan Knocke A/Z + in de punt eveneens een boogschutter ———o000oo o———
122. D UD ZE LE B r e u k
van de Mansgilde
Deze uitzonderlijk schone Breuk wordt bewaard in het Koninklijk Kunst en Geschiedenis te Brussel (foto 1)
useum voor
Ronde Gildebreuk (diam 44) bestaande uit 22 schakels in de vorm van een schil1 omgeven door ajour bewerkt loofwerk. Onderaan gekroonde zilveren Papegaai met opgeheven vleugels; sporen van ver— guldsel. Aan een kettinkje, kleine ongekroonde Papegaai. Sporen van zilvermerken. 1. CONINCK
i~DRIAEN
2. COWENCK
PIETER
DE
1~’iM~E
DISERINCK
1651 1633
5. CONINCK FRAN(S) VAN HOUTTE 1650. HOUT 62 4. CONINCK CORNELIS VERLAERE 1661 5. Voorstelling van een kar met twee ~ereden paarden. CONINCK
CO1iN]LLIS
6. CONINCK CORKELIS 7. CONINCK 9. CONINCK
CONINCK
LDRIAEN
ALS
12. JOLM~ES
Li~ECKEN5
FS
BALTAZ.AER
14. 1766
CONINCK
BERTHOLF
16. T :F VAN
WIN]~JE5EELE
17. IOAI’U~ES
BLO1’MVIL.ERT
18. Ci~R0LUS
FULPIN
20. JUSTUS 21. JACOB 22. PLiTER
JACOBUS
DE
TEN
DE
I~U~.N5
CONYNGH
C. 1751
1759
1774
TEN IAKRE
1782
TEN IAERE 1786 TEN
ALS KONINCH DE
VAN
JAERE
KONINCK KONINK
LDRIAEN
RRE
fL5 KONINCK
MAE}~
FS
LIWREIJNS
CONINCK
CONINCK
1 731
CONINCK
13. 1762
DE
1724 (d.i. Pastoor en Koning)
GHELEYNS
FOCKEDEI
19. 1 ~C0B
REX
VERHOFSTEDE
11. JACOBUS
15. L.B. CATTOOR
1686 ?
1716
PASTOR ET
LENAERT
Eronder:
1664
FOCKEDEIJ
EVERAERT EELEE
8. R:D: A. MAHIEU 10. 1749
FOORE
DTJDSEELE
DVDZEELE
1789
TOT
DUDZEEIE
TEN JLERE 1792
TOT
DUDZERLE
ALS
FRE~E
JJiERE
TOT
TOT
KONINCK
TEN
JAERE
1801
TOT
dO~13ALIU
ALS
KONINCK
TEN
JAERE
JVII~REYDT
~LS
KONINCK
TEN
1LERE 1804
——000oo——
TOT
1798
TOT
DITDZEELE DUDZEEIE
DUDZEELE
123. B r e u k
van de Jonkmansgilde
Een zilveren ketting van heel gewone schakeltjes, met onderaan een zilveren vogel van 6 cm, die op een duif gelijkt, Daaraan 15 Schakels. 1. Zilveren schild 10cm. Jacob van Santweghe heeft dit gegeven als hij tot Koning wiert verheven van de jongmans gilde van Dudzeele van den H. Ridder van S. Sebastiaen anno (niet ingevuld) 2. Zelfde als vorige: Cornelis Blommaert heeft dit gegeven als hij tot Koning wiert verheven van de Jongmansgilde van Dudzeele van de H. Ridder van S Sebastiaen. anno (niet ingevuld)
3. Zelfde als vorige. Leonardus I~Iaertens heeft dit gegeven als hij tot Koning wiert verheven van de Jongmans gilde van Dudzeele van den H. Ridder van 3. ~ebastiaen. anno (niet ingevuld)
4. Zelfde als vorige: hier is de tekst niet gegraveerd maex met de “nagelpunt~ ingeklopt in gewoon handschrift. Pieter De Brune als coninck verheven heeft dese schaeckel aen de Gilde van St Sebastiaen gegeven op de prochie van Dudseele in het jaer 1716
5. Baro~ke schild 12 cm:
Als Philippus Ludovicus De ivlaecker schoot Coninck verheven heeft hij desen schaekel aen de jongmans gilde van Dudzeele gegeven den 11 7ber 1808
6. Ronde penning diam 6: Deze medalie is gejond door Jacobus Caderon Koning Jongmans Gilde Tot Dudzeele 1816. Frans Matthys Hoofdman, v° gegraveerd: de marteldood van St. Sebastiaan.
7. Zelfde als voorgaande: Gejond door Franciscus Josephus Monbaliu Die Koning geschoten heeft in de Jongmans gilde tot Dudzele ten jaere l~25
8. Zilveren penning diam 5: Gejond door P. De Vliger Koning geschoten te Dudzeele 1857 v° gegraveerd een gaaipers
9. Zilveren penning diam 5
r° Gejond door F. Rotsaert Koning geschoten te Dudzele 1840 v° zoals voorgaande
10. Zilveren penning diam 4.5 r° Gejond door E. Cattoore Koning geschoten te Dudzeele 1843 v° gegraveerd: gaaipers en een met vlaggen versierl schuilhuisje 11. Zelfde als voorgaande r°~,t~ojond door Frans de Ivlaecker Koning geschoten te Dudzeele 1846 v° zoals voorgaande 12. Ronde penning met versierde oog 4.5 r° Sire geschoten door J. Van Audenaerde 12 juny 1852 v° Jongmans Gilde Dudzeele 15. Zilveren penning diam 5 r° Gejond door Sebastiaan Rotsac.rt Koning geschoten te Dudzeele 1852. v° gegr~-tveerd: een ga~ipers
t.:. ~
•
•
•~
•:•
• -
~
•
•~ -
,~
29 (vervolg van blz 129) 12. M o e r k e r k e In het dorp te Moerkerke was er in 1765 een herberg genoemd “Het Gil— denhuis”. (Rijksarch Brugge: Vrije 582) ——o o000—— 15. U i t k e r k e In 1674 namen de schutters deel aan de plaatselijke Ommegang. Rond 1700 bestond er een schuttersplein “met de gaey-perse hier op staende”. (1) Vvie kent er een oudere vermelding van een gaaipers in ons werkterrein? Het laatste schuttersplein van Uitkerke was gevestigd op de weide bij de herberg Rozendale, even ten oosten van het eerste schuttersplein. (i) 1.
i.
Coornaert: Uitkerke, 1967, blz 57 en 157 ———0000000———