Brugge schuttersgild, stijn streuvelsstraat 59 sint jorisgilde

Page 1

193

OPEN MONUMENTENDAG 2011 | CONFLICT

27. STIJN STREUVELSSTRAAT 59 SINT-JORISGILDE


OPEN MONUMENTENDAG 2011 | CONFLICT

Open op zaterdag 10 september van 14.00u tot 18.00u zondag 11 september van 14.00u tot 18.00u De leden van de gilde begeleiden de bezoekers Sinds 1939-1940 heeft de Koninklijke en Prinselijke Sint-Jorisgilde Stalen Boog haar verenigingslokaal in de Gezellewarande. Na de ontbinding van de gilde in 1870 had ze geen vaste stek meer in de binnenstad. Hier in de ‘Gezellewarande’ kwam de vereniging opnieuw tot bloei. Net als de Sint-Sebastiaansgilde speelde de Sint-Jorisgilde een belangrijke rol in de stadsgeschiedenis. Wanneer de gilde juist is opgericht, is niet bekend, maar al in 1302 zou ze roem op het slagveld hebben vergaard. Op 11 juli 1302 waren 320 Brugse kruisboogschutters present op de Groeningekouter. In 1397 was het ledenaantal zo groot dat er een splitsing gebeurde in een Oud Hof en een Jong Hof. Beide verenigingen hadden toen hun lokaal in de Sint-Jorissstraat. Het Oud Hof op de plaats van de huidige

194

Rijksnormaalschool (SintJorisstraat 71) waarvan enkel de vroeg 16de-eeuwse traptoren is bewaard en het Jong Hof in Sint-Jorisstraat 33, waar het lokaal in 1541 met een prachtige renaissancegevel is opgesmukt. In de buurt van de twee verenigingslokalen herinnert de Schuttersstraat nog aan de plaats waar oorspronkelijk de doelen waren opgesteld. Tot op het einde van de 15de eeuw hield de gilde haar religieuze diensten in de Sint-Pieterskapel in de Philipstockstraat. Als patroonheilige vereerde ze SintJoris en als gildekleuren koos ze wit en rood. De Sint-Jorisgilde was ontstaan uit een militaire noodwendigheid. Stadsmilities werden toen ingezet voor de verdediging van de stad. Ook de graven van Vlaanderen deden beroep op de schuttersgilden voor het voeren van hun talrijke oorlogen. De gilden bleven in de strijd goed herkenbaar, want boven hun maliënkolder droegen ze steeds hun eigen tweekleurige wapenrok. In de 15de eeuw al evolueerden de schuttersgilden van een militaire instelling naar een recreatieve en


195

sociale vereniging en dat zijn ze vandaag nog. De Sint-Jorisgilde telt nu 46 trouwe leden. In de loop van de geschiedenis werden heel wat luisterrijke schuttersfeesten en toernooien ingericht, die meestal dagenlang duurden en het recreatieve aspect van de vereniging accentueerden. De verslagen van dergelijke toernooien zijn kleurrijk. Beroemd was en is nog steeds de jaarlijkse konings-of papegaaischieting, waarbij houten vogels, die op de wieken van één van de molens op de Kruisvest werden bevestigd, moesten

OPEN MONUMENTENDAG 2011 | CONFLICT

geschoten worden. Dit was (is) aanleiding tot het inrichten van een feest en het drinken van de erewijn! Een tweede belangrijke jaarlijkse feestdag was HeiligBloeddag. In het verleden waren de schutters heel vroeg uit de veren om samen een religieuze eredienst bij te wonen en daarna speciaal uitgedost in een ‘parurekostuum’ op te stappen in de Heilige-Bloedprocessie. In de Sint-Jorisgilde moest, net als in de Sint-Sebastiaansgilde, een doodsschuld betaald worden. Wat inhield dat de leden na hun overlijden een som geld nalieten aan hun vereniging.


OPEN MONUMENTENDAG 2011 | CONFLICT

Het bestuur van de gilde was (en is) samengesteld uit een hoofdman, een stadhouder, een thesaurier, een griffier, een koning, een hofmeester en een eed. Elk van deze leden heeft een specifieke opdracht. De hoofdmannen waren vroeger leden van belangrijke families. Het huidige verenigingslokaal werd ca. 1940 (bouwvergunning dateert uit 1940) gebouwd. Het bouwplan is niet bewaard en de ontwerper niet gekend. Maar mogelijks was dit met medewerking van arch. Maurice Vermeersch, die als lid van de gilde mee de oplevering tekende

196

op 2 september 1941, en dit samen met aannemer Maurice Verbuere. Het bakstenen gebouw is anderhalve bouwlaag hoog en afgedekt met zadeldaken. De stijl van de architectuur neigt naar het neo-Brugs, en wit geschilderd oogt het fraai in deze Gezellewarande. De schutters hebben zowel in de tuin als in het pand een schietstand en doelbanen. Binnen in het pand trekt naast de gelagzaal, waar heel wat kruisbogen en gildesouvenirs worden bewaard, vooral de


197

zogenaamde gildekamer of raadzaal de aandacht van de bezoeker. Hier vergadert de Eed of het gildebestuur en worden de mooiste schilderijen en kruisbogen tentoongesteld. Heel wat portretten van hoofdmannen uit de 17de, 18de en 19de eeuw zijn er opgehangen. Twee schilderijen springen speciaal in het oog: Sint-Joris en de Draak, geschilderd door de Brugse schilder Jan Antoon Garemijn (1712-1799) en het dubbelportret uit 1783 van prins Albert Casimir en prinses Maria Christina van Oostenrijk. Dit prinselijke echtpaar is voorgesteld omringd door putti, kruisbogen en pijlen. De schilder is niet bekend. Naast de gelagzaal bevindt zich de doelbaan waar de winterschietingen plaatsvinden. Hier zijn gildesouvenirs te bewonderen. De sireketting of zogenaamde breuk, de hoofdmansketting, de zilveren erestaf van de ceremoniemeester, de koningsstaf en de zilveren pijl (een waardigheidsteken) zijn merkwaardig. De miniatuurartillerie (prima passend bij het jaarthema Conflict) wordt hier eveneens tentoongesteld.

OPEN MONUMENTENDAG 2011 | CONFLICT

Op de Open Monumentendagen zullen de leden van de SintJorisgilde demonstreren hoe kruisboogschieten in zijn werk gaat en de bezoekers inwijden in de geschiedenis. In april-mei 1998 vierde de gilde haar 675-jarig bestaan (hoewel een juiste oprichtingsdatum niet is bekend) en dit ging gepaard met heel wat feestelijkheden en een tentoonstelling in het Stadsarchief. In 1873 verwierf het Stadsarchief het volledige archief van de gilde, wat een perfecte bewaarplaats bleek na de tijdelijke ontbinding van de Sint-Jorisgilde in 1870. Het Sint-Jorisarchief omvat negen portefeuilles. In W.O. II moesten de gronden van de gilde (eigendom van de stad, maar in bruikleen van de gilde) gebruikt worden voor de ‘landbouwteelt’ zoals dit door een Ministerieel Besluit in november 1941 was beslist voor alle braakliggende gronden. Om de schietingen toch te kunnen laten doorgaan, besliste het gildebestuur van Sint-Joris om de gronden door de leden zelf te laten bewerken. De grote tuin werd in februari 1942 ‘verdeeld’ in 17 percelen van elk minimum


OPEN MONUMENTENDAG 2011 | CONFLICT

210m² en maximum 415 m². Op 11 juli 1942 meldde de heer Claeys, toenmalig hoofdman, aan het stadsbestuur dat in de nacht van 5 op 6 juli ‘ontvreemdingen van groenten hebben plaatsgevonden op de Gezellewarande die op uw vraag in een hovening herschapen is. Er wordt nachtcontrole gevraagd aan de stad of ons bestuur ‘de Sint-Jorisgilde’ is desgevallend bereid zelf een private nachtdienst in te richten, indien het van u heer Burgemeester, de toelating kan bekomen. ‘Oorlogsburgemeester Jef Devroe antwoordde op

198

3 augustus dat het stedelijk politiekorps niet talrijk genoeg is om in de omgeving een bestendige bewakingspost in te richten, ‘evenwel in geval gij bereid zijt zelf een privaten nachtdienst op touw te zetten, kunt gij hieromtrent afspreken met den heer Hoofdcommissaris van Politie’ (archief Sint-Jorisgilde). Of er nadien nog groenten gestolen werden is niet bekend (met dank aan de heer Omer Minnebo voor deze gegevens).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.