GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kul~ureel Tijdschrift· van de Heemkundige en Histori· · · sche Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres: Sint-tievensdoorgang 1, 9000 Gent. Sde Jaargang, nr. 1.
15 januari 1976
Voorzitter: G Hebbelynck Onder-Voorzitter: H. Collumbien Secretaris ! R.. Van Geluwe Penningmeester : A. \erbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent · Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. -Tel. 26.23.28 Postrekening: 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent · Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD. G~nt
in 184 7. Het Hongerjaar De Sillt-Jorisgildè te Gent · Martin J oseph Mengal De Melkmarkten te Gent Te Gent Vraélj; enAntwoord Bibliografie . Aanvullende Ledenlijst Kijk~hij-Kijke
L !.
blz. 3 20 37
38 39 40 41 41 43
Verantwoordelijke uitgever: G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alle~n verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. · ' · · 1
\
Waarde Leden, Van een lid van de H. en H. Kring Gmt ontvingen we het volgende schrijven : "Alhoewel geen gewone druk stel ik vast dat uw tijdschrift kwa vorm en presentatie prachtig is uitgegeven. Mijn oprechte felicitaties ! Wat de inhoud betreft : degelijk en verscheiden ! Aan alle medewerkers mijn beste gelukwensen en de moed tot volharding." . Voor de Raad van Beheer van de H. en H. Kring Gent is zo'n briefje een flinke stimulans om verder te werken. We denken de leden te mogen verzekeren, dat de vijfde jaargang van Ghendtsche Tydinghen nog beter zal zijn dan de vorige. We hebben met genoegen vastgesteld, dat talrijke leden gevolg gegeven hebben aan ons verzoek hun bijdrage voor 1976 onmiddellijk te storten. Op 1 december hadden we reeds 235 bijdragen ontvangen; op 20 december was dit aantal aangegroeid tot 458. Aan allen: onze beste · dank. Het januari-nummer wordt nog gezonden aan al de leden van 1975. De leden, die tegen 1 maart de bijdrage voor 19 76 niet gestort hebben, zullen het maart-nummer niet ontvangen. De bloei van Ghendtsche Tydinghen hangt onder meer af van het aantal leden. We doen een bijzondere oproep aan al de Gentse leden om ons blad - Uw blad - te leren kennen aan vrienden en kennissen. We moeten nog meedelen, dat het vervolg van het artikel over "De Maagd van Gent" van onze medewerker M. Van Wesemaelzal verschijnen in het maart-nummer. Over dit artikel willen we niets verklappen, maar we durven verzekeren, dat na de lectuur van het artikel vele lezers een verkenningstocht zullen maken in onze stad Gent. Met oprechte achting, De Raad van Beheer. OP ZONDAG 25 JANUARI OM 10U15 IN HET DAMBERD, KOORNMARKT VOORDRACHT DOOR DE HEER A. DE BUCK OVER "DE GODSHUIZEN TE GENT". OP ZONDAG 15 FEBRUARI OM 10U15 IN DE KREDIETBANK, KOUTER TE GENT VOORDRACHT MET DIAPROJECTIE DOOR DE HEER J?IEPERINCK OVER "VERLEDEN EN HEDEN VAN HET GRAVENSTEEN". OP ZONDAG 14 MAART BEZOEK ONDER DE LEIDING VAN DE HEER ARCHITECT M. BOURGOIS AAN HET VOORMALIG DOMINIKANENKLOOSTER (PAND, ONDERBERGEN). SAMENKOMST: ONDERBERGEN OM 9 U 50. 2
GENT IN 1847 Het Hongerjaar Op 15 october 1846 werd in ons land. eel.l algemene volkstelling en een algemene industriële telling gehouden. Om de .geschiedenis van. Gent in de tweede helft van de negentiende eeuw te begrijpen is het noodzakelijk even stil te sta<m bij de gegevens van de tellingenvan 1846. Belangstellenden willen we verwijzen naar de grondige studie van Prof. J. Kruithof "De sociale samenstelling van de bevolking te Antwerpen, Brussel, Gent en Luik in 1846.,184 7". (Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, deel XI, 1957). In 1847 had ons land 4.338.447 inwoners; vier steden tel-d;en meer dan 50.000 inwoners, nl. Brussel (123.874), Gent (103.977),Antwerp~n (88.487),en Luik (75.?61 inwoners). In 1847was Gent dus de tweede stad van ons land met 2,4 O/o van de Belgische bevolking. De groep "personen met een inkomen" bedraagt te Gent 53,8 ofo van de bevolking (Brussel49,1 O/o, Luik 47,7 O/o, Antwerp~n 41,7 O/o). GEGEVENS VAN DE VOLKSTELLING BETREFFENDE DE BEROEPSSTRUCTUUR TE GENT 1,52 O/o· 842 1. Landbouw . 2.286· · 4,13 O/o 2. Grondeigenaars en renteniers 0,20 O/o 3. Burgerlijke en milit~e gepensionneerden 113 · ·· 4. Handelaars· 7,06 O/o 3.906 5. Chderofficieren en soldaten 5,22 O/o 2.889 6. Dienstknechten en die!}stboden 4.018 7,26 0/o 1,26 Ofo 7. Persqnen met een vrij beroep 696 8. Ambtenaren en bediènden 2,63 ofo 1.458' 9. Diversen 4,41 O/o 2.440 10. Personen werkzaam in het transportwezen 1,31 O/o 728 11. Personen werkzaam in industrie en ambachten a) voeding 1.783 3,22 O/o b) kleding 5.901 10,67 ofo c) bouwbedrijf 4.133 7,47 ofo d) ameublement • • 9.19 1,70 O/o 51,38 O/o 28.421 e) textielindustrie 13.826 25,00 O/o f) metaaiindustrie · i47 1,35 O/o g) andere sectoren 1.092 1,97 O/o 12.Dagloners ~n arbeic,lers zonder bepaaid beroep 7.512 13,58 O/o Algemeen totaai :
. 55.309 100,00
0/d
Op een soort bedrijvigheid na vertoont de beroepsstructuur van de vier. steden slechts geringe verschillen, wat trouwens begrijpbaar is, gezien de bedrijven practisch epkel in de lokale behoeften voorzien. De uitzondering is de textielindustrie, die te Gent 25 ofo van de personen met een .inkomen 3
telt. Deze groep is als volgt samengesteld : a) katoenindustrie : 57 ondernemingen met 7.527 arbeiders (gemiddeld 132 werklieden per onderneming) b) vlasindustrie : 9 ondernemingen met 2.879 arbeiders (gemiddeld 320 werklieden per onderneming) c) kantwerksters : 3.207 d) overige : 213. . Luik heeft wel als tegenhanger de metaalindustrie, maar samen met de arbeiders uit de kolenmijnen telt deze groep toch slechts 3.766 arbeiders of 10,4 O/o van de Luikse werknemers. Gent was dus in 1846 wel de meest geïndustrialiseerde stad van België. J. Kruithof wijst er op, dat de Luikse industrie zich minder leent voor vrouwen- en kinderarbeid dan de Gentse textielnijverheid. Het aantal werkende vrouwen tussen 15 en 70 jaar is te Gnt dan ook merkbaar hoger dan in de drie andere steden. (Gent 57 O/o, Luik 49 O/o, Brussel48 O/o en Antwerpen 40 Ofo.). "De industrialisatie, stelt Kruithof vast, veroorzaakt een sterke aangroei van het proletariaat, van een klasse mensen, die bereid of liever verplicht is tegen lage lonen te werken. Het gevolg hiervan is, dat de man die als arbeider in de fabriek werkt, te weinig verdient om zijn gezin te kunnen onderhouden. Zijn vrouw en in veel gevallen ook zijn kinderen moeten werk zoeken om de noodzakelijke levenskosten te dekken." In verband met de kinderarbeid werden tijdens de periode 1864-1870wel ongeveer twintig jaar na de volkstelling van 1846, maar de toestand zal in 1846 wel niet beter geweest zijn - gemiddeld 235 jongens of 6,2 ofo van de bevolking en 162 meisjes of 4,7 O/o van de bevolking van de Gentse gemeentescholen jaarlijks tewerkgesteld in een fabriek. Hiervan waren 24,87 O/o van de jongens jonger dan 10 jaar en 51,74 ofo jonger dan 11 jaar; bij de meisjes waren 20,97 O/o jonger dan 10 jaar en 43,57 O/o jonger dan 11 jaar (1). Kruithof komt tot het besluit "Te Gent is de industrialisatie het verst gevorderd en daardoor de algemene sociale toestand het slechts : het proletariaat is er zeer aanzienlijk, de personen die steun genieten zijn bijzonder talrijk, terwijl de burgerij betrekkelijk klein is."
Op 3 januari verschijnt in de kranten een oproep van de bisschop aan de begoede personen van Gent om steun te verlenen aan liefdadige werken. De correctionele rechtbank veroordeelt een groot aantal personen wegens diefstal. Hierbij bevinden zieh een elftal kinderen jonger dan achttien jaar : een kind van tien, drie kinderen van elf, een van twaalf, een van dertien, twee van veertien, een van zestien en twee van zeventien jaar. De kinderen worden tot hun achttiende jaar in het "boetingshuis" geplaatst. (1) Bron: Renseignements statistiques sur les garçons (fillesj qui_ont quitté les · écoles communales. (B.R.U.G. 223 B 6 (4) ).
4
10 januari : Huisgezinnen uit de omliggende dorpen komen naar de stad en zijn hier zonder "levenshulp" noch onderkomen. Ze smeken om een aalmoes. In de Korte Munt verbrijzelden een man en vrouw de ruiten van een winkel. Daarna bleven ze onbeweeglijk staan tot ze door de politie naar de gevangenis werden gebracht. 13 januari : Het hulpcomité, opgericht na de oproep van de bisschop, is samengesteld uit de heren d'Hoop en. Vergauwen, senators, Jules de Saint-Genois en de kanunniken De Mulder, Verduyn en De Decker, overste van de Broeders van Liefde. De vier vrijmetselaarsloges van de stad hebben besloten vanaf woensdag 13 januari wekelijks een grote hoeveelheid broden uit te delen aan de armen gedurende de vier wintermaanden in hun vergaderingsplaatsen. 17 januari : Het Bureau van Weldadigheid deelt wekelijks 9~000 broden uit. In de "warmzaal" is het aantal armen, die zich aanbieden, het dubbel van vorig jaar. De armen ontvangen er •s morgens een stuk brood en een liter soep, 's middags krijgen ze bonen. Het hulpcomité heeft reeds 16.680 fr. ingezameld en deze som verdeeld aan de 62 behoeftigste gemeenten van de provincie. _ Ter gelegenheid van een dansfeest ingericht door de maatschappij "de Club" zullen op 23 januari meer dan 2.000 broden worden uitgedeeld. 20 januari : In de Gazette van Gent lezen we : "Het gouvernement -- .. heeft een subsidie van 350.000 fr. geschonken voor de armen in WestVlaanderen. Ofschoon Oost-Vlaarideren aan de- hevigste· armoede ten _ prooi is en dat te Gent de straten als het ware met armenbezaaid zijn, hebben we het genoegen niet zulke tijding aan de meàebur-gers mede te delen." _ Dinsdagochtend (19 januari) heeft men in het Schepenhuisstraatje een van honger ster\rendè man gevonden, die te Evergem' woonachtig is. Er wordt een buitengewone vertoning ingericht ten· voordele van de armen. "Het schone Oestermeisje", "De nieuwe Landheer" en "Keizer Karel en de Berchemse Boer" worden opgevoerd: De prijzen : eerste rang : 4 fr., tweede rang : 2 fr., parquet : 1,60 fr. . 22 januari :Op maandag 18 januari hebben vrijmaats bij de Walpoortbrug vier nieuwe broeders ontvangen. Na onder het drinken van een pint rivierwater de eed van trouw te hebben afgelegd, werden ze met zestig emmers koud water gereinigd en gedoopt. Duizenden nieuwsgierigen waren bij deze natte plechtigheid aanwezig. _ De straten zijn te Gent met armen opgevuld. Geheel_ de dag door wordt aan de deuren gebeld. Over dag wordt door de noodlijdenden bij winkeliers gestolen en de vensterruiten ingeslagen; 's avonds worden rustige burgers aangerand. Er verschijnt een tweede lijst ,met de namen van 62 gemeente_n, die
5
door het hulpcomité door de bisschop opgericht, samen 11.500 fr. hebben ontvangen. 27 januari : De bestendige bezoekers van het Salon Napoléon zullen in de loop van deze week een tweede uitdeling van 1.500 broden aan de armen doen. Gisteren had ook een tweede uitdeling van 900 broden door de maatschappij Cockeril buiten de Brugse poort plaats. Verder vermeldt de Gazette van Gent talrijke diefstallen en aanraildingen. Op maandag 1 februari zal in de verkoopzaal van het Sint-Jorishof de verkoping beginnen van de Bibliotheca Willemsiana. Men weet, dat deze vermaarde boekerij, tot welker verzameling J.F. Willeros zo veel jaren besteedde, vooral rijk is aan oorkonden omtrent de geschiedenis der Nederlanden. Verder bevat de krant een artikel over het maalrecht en het recht op het geslacht vee. MAALRECHT Op 100 kg. tarwe Brussel : sedert 1830 afgeschaft Antwerpen Gent Dendermonde Mechelen
2,25 2,12 2,63 1,50
Op 100 kg. rogge ·
fr. fr.
fr. fr.
0,70 fr. geen geen 0,47 fr.
Ter vervanging van het maalrecht werd te Brussel een belasting van vier fr. op 1.000 kg. steenkool geheven; te Gent bedraagt dit recht slechts 0,70 fr. per ton. RECHT OP Ossen Brussel 27,95 fr. 17.00 fr. Antwerpen 16,00 fr. Gent
HET GESLACHT VEE Koeien en vaarzen Stieren 24,40 fr. 17,10 fr. 17,00 fr. 12,75 fr. 12,50 fr. 12,50 fr.
Blijkbaar publiceert de Gazette van Gent dit artikel om aan te tonen, dat te Gent de belastingen op brood en vlees lager zijn dan in andere steden. De maatschappij Union heeft duizend broden uitgedeeld.
5 februari : Tijdens de voorbije maanden december en januari werd door het Weldadigheidsbureau uitgedeeld : 23.441 broden van 1,5 kg. 416.806 kg. steenkool 89.780 kg. aardappelen 905 hemden
579 paar klompen 579 paar kousen 850 katoenen dekens 19.082,09 fr. in geld. 6
5 februari : In de Gazette van Gent verschijnt een gedicht "Aen de Ryken" getekend P... Alhoewel het stuk geen literaire waarde heeft, toch publiceren we een deel van het gedicht om ons een beeld te vormen van· toestanden en gevoelens in 184 7. Ja weet gy, o ryken, in uwe paleizen Waer weelde u beveiligt voor kommeren vry, Waer lagebende monden hun heil u bewyzen, En 't wichtje u streelt ofwel speelt aen uw zy : Wat pynen dien vader het herte beknellen, Wen by zyne kinders met lompen bedekt Ziet bloazen halfnaekt, en hun tranen ziet wellen Op 't schamele strooi dat tot bed hun verstrekt ? Wen 't jammergeklag "ik heb honger, o vader" Zich droevig herhaelt als een stemme der dood, En zwykend hy snikt met de handen· te gader : "Geef, God, geef toch myne arme kinderen brood ! " Ach ! wilt dan, o ryken, uw broèr niet verstooten, Er klopt in uw boezem geen marmerensteen; En geven zal nog uwe goederen vergrooten, Want 't geven verrykt, ja, het geven alleen. Laet dan uwe handen de giften ontvloeijen, · Want Vlaenderen kwynt, ons schoon Vlaenderen sterft ! Eilaes ! lieve land, zal 'k u nooit meer zien bloeijén Gy dat aller eeuwen bewondering erft ? . Waer duizende stemmen hun zaligheid zongen Van 't duinenstrand tot 's zilvren Scheldenat heên, En nu- in een afgrond ter neder gedrongen Slechts zuchten gefolterd door lyden en weên ! 7 februari : Er zijn in Vlaander~n drie maal meer sterfgevallen dan geboorten. In januari 1847 waren te Gent 300 geboorten en 416 overlijdens. Op de Groentemarkt is een koperen kan vol melk gestolen van een melkboerin van Oostakker .. 10 februari : Op het plein aan het Spanjaardkasteel werd F. Van de W. oud 25 jaar, terechtgel!tel<l wegens moord. De toneelvereniging "Broedermin. en Taalijver" heeft 1..-200 tarwebroden uitgedeeld in het Hof van Flora. 12 februari : Door de grote duurte van de granen werden de brouwers 7
van Gent gedwongen de prijs van de uitzet te brengen op 23 fr. en de prijs van het dubbelbier op 29 fr. per ton. Enkele veroordelingen door de correctionele rechtbank te Gent : 5 februari : voor verbrijzelen van eeri ruit uit behoeftigheid : twee maand voor diefte van een brood bij een bakker uit behoeftigheid : :drie maand 28 februari : voor stelen van drie broden : zes weken voor stelen van aardappelen : twee maand voor stelen van kippen en aardappelen : drie jaar. 3 maart : Zondagavond hebben tot wanhoop gedreven arme lieden ruiten ingeworpen in de Koestraat om in de gevangenis te worden opgesloten. 7 maart : Op zondag 7 maart werden twee tentoonstellingen geopend : de 18e tentoonstelling van schilderijen m de voorzaal van de universiteit en de 84e bloemententoonstelling in het Casino.Onderzoeken we thans even ~de broodprijzen begin 184 7.
8 januari 29 januari 5 februari 16 februari 2 maart 7 maart 13 maart 19 maart 27 maart 17 april
Tarwe gebuideld 4 7 cent. 48 cent. 49 cent. 51 cent. 52 cent. 57 cent. 60 cent. 58 cent. 56 cent. 58 cent.
Tarwe ongebuideld 36 cent. 37 cent. 37 cent. 38 cent. 39 cent. 41 cent., 44 cent. 43 cent. 42 cent. 44 cent.
Masteluin
33 34 35 35 38
cent. cent. cent. cent. cent..
36 cent. 39 cent.
Rogge 28 29 29 30 30 30 30 30 30 33
cent. cent. cent. cent. รงent. cent. cent. cent. cent. cent.
We kunnen een -ongelooflijke stijging van de prijs van het brood vaststellen. Begin maart besluit de gemeenteraad : "Als de prijs van het_brood te boven gaat - voor roggebrood 30 centimes en voor ongebuideld tarwebrood 40 centimes - zal het deel boven voornoemde prijzen gedragen worden door de stadskas, te weten : geheel-het bedrag voor het roggebrood en tot maximum vijf centimes voor het tarwebrood." Op 1 maart waren in de gevangenis op de Coupure opgesloten : 296 mannen, 70 vrouwen en 64 kinderen onder de zestien jaar. De Gazette van Gent meldt nog, dat te Brugge bakkerijen werden geplunderd; alle samenscholingen van meer dan vijf personen werden verboden. Een schip met tarwe bestemd voor Frankrijk werd tussen Baarle-Drongen 8
. , ,t ,
•
~.fl .tt•t,·r· ~ . "~' • ,ii 1 ~ l'l·frat
ti
.
'[ ·· - I.
.,.[Jj
>
1 .
~.. *'lU. f:.• . r ~~~ .. -;. tt •I~ ~. rf··.~ ~ ~ ·~ rtt. .f t•.
t •..
,
t'
a;
5EJI
t!j .....
~ ~·
•
.
·~lul
'
f ·r:J ·H ." !I.i_
1
J! .. ··-· .... , . 11:
• :i i~
· ••
11.· .
a,
-
~-·~• .. f!sr•r ·. ·'.ffr il ;iJl ! ~.i. I ~ E• :t~: r t raL Jt :. ~. ~ ; ~ .lfl'Hi·l . - ~....
•t
11 [· •i. "' .
1
..hht
1~
'i;b...
~.· ~· · •. l,
'
1 I'
:. ·· ., •
. •111.
~-
'11·
~
·.t~ ·.. fit ·. ·IliJ.i· ~~ ...... "1t ;1113 .. ~~ 1· ~ :"tJ~rr ;.;i ·J~~ l !!&: est •·fn . ~. t!ti t··•n·~'h ·u :-«"' ~ ;r~ i<I!~i lf~tr ~ ~~ r.Jt.ti.. ·. s 4!'' . " . . ·~r·tl;g.. ~ { " ' I ·~ . r · ihi " '·.. ·
. ' !" '
~ ·a~orr~
..
"'
.,;
~Jf.~·~~ HHff . i 'ti!~ . -~u u Jtl'J"
• 1 ' I~5' ·til:~
.
.
·· . "·
. tI .
:~
ft
.,
~~:
· · ~{~.:..· .
..
. f.JII.·.,. ",
•
~
en Leerne op de wijk Gaverland aangevallen en geplunderd. De minister van justitie heeft de procureurs:-generaal verzocht krachtdadige maatregelen te nemen tegen onlusten. De minister van oorlog heeft aan de generaals zeer strenge bevelen gezonden ten einde volksopstanden te voorkomen. Begin augustus verschijnen de personen, die beschuldigd werden het graanschip te Baarle te hebben geplunderd, voor de rechtbank. Van de 27 beschuldigden worden er 19 vrijgesproken, zes worden veroordeeld tot vijf jaar opsluiting, de twee overigen krijgen een lichte straf. 10 maart : Door路 de maatregel van de gemeenteraad wordt het brood goedkoper verkocht dan de werkelijke prijs.
Gebuideld tarwebrood Ongebuideld tarwebrood Masteluin Roggebrood
Werkelijke prijs 62 cent. 46 cent. 40 cent. 32 cent.
Verkoopprijs 57 cent. 41 cent. 35 cent. 30 cent.路
Op 8 maart vaardigt het college van burgemeester en schepenen het volgende besluit uit : "De landbouwers kunnen blijven volharden de markten van de stad Gent zonder vrees en met de grootste verzekering bij te wonen; zij zullen aldaar alle veiligheid en de gewenste bescherming genieten". 路De Gazettevan Gent meldt onlusten te Luik, Verviers, Brussel, Dinant, Geraardsbergen. 12 maart : De Gazette van Gent publiceert een路 artikel over de ellende te Waarschoot. Deze gemeente telt ongeveer 5.800 inwoners. In 1812 waren te Waarschoot 1.650.lijnwaadgetouwen in gebruik; het dagloon bedroeg 2,25 fr.Daarnaast waren er nog 2.030 handspinsters, die 0,50 fr.per dag verdienden. Het totale inkomen van deze huisarbeid bedroeg 1.418.250 fr. per jaar. In 1846 waren er nog 229 lijnwaadgetouwen (dagloon 0,75 fr.) en 530 handspinsters aan 0,18 fr. per dag. Dit geeft een jaarlijks inkomen van 80.145 fr. Het verschil met 1812 bedraagt dus 1.338.105 fr. Als besluit schrijft de krant "Moet .men nog verwonderd zijn die menigte uitgehongerde en met vodden bedekte eertijds naarstige wevers te ontmoeten, wier bleke gekrompen en door ellende mismaakte gezichten de voorbijgangers van afschrik en medelijden het hart toenijpen, wier zwakke lichamen zich als schimmen door de straten bewegen. De helft ~ de bevolking is ingeschreven voor steun bij het Liefdadigheidsbureau." . 17 maart : Wij krijgen een beschrijving van de "foor" op het Sint-Pietersplein. Naast kleine circussen is er ook een tent, waar twee Hollandse soldaten vechten tegen een Javaan, "die zijn broek heeft vergeten aan te doen" en die reeds met zijn braadspit een lelijke veeg aan een 10
van zijn vijanden heeft toegebracht. Er zijn ook tenten met geleerde honden en apen, met misvormde dieren en met· geleerde vogels. Er is ook een tent met een "gigante calabresse, zo verschikkelijk groot, dat men bij donker weder moeite heeft om zijn hoofd te ontdekken". Er zijn ook enkele kramen met quincaillerie en met lekkernijen. 14 maart : Begin februari had de publicist Vandecasteele een brief gericht aan minister de Theux. Het kabinet de Theux-Malou (31 maart 1846 - 12 juni 1847) was het eerste homogeen katholiek ministerie. Het begin van de brief verscheen in de J ournal des Flandres van 18 februari. Het begin luidt als volgt "Vous voulez donc laisser mourir ces populations de faim", s'est écrié un député des Flandres". Deze volksvertegenwoordiger was Rodenbach van Roeselare, die nochtans behoorde tot de meerderheid van het parlement. Aanvankelijk gebeurde er niets, maar na de onlusten te Brugge werd in de pers, die het kabinet steunde, de mening geopperd, dat Vandecasteele de oor.zaak was van de onlusten. Vandecasteele werd aangehouden. Half maart werd de uitgever van de Journal des Flandres voor de rechter gedagvaard om onderhoord te worden in verband met de publicatie van de brief van Vandecasteele. Begin april werd de auteur van de brief over de armoede in Vlaanderen vrij gelaten. 21 maart : Te Gent worden twee straatzangers aangehouden, nl. de reizende muzikant Hoste, genaamd het Begijntje en Bogaert, gewe:z;en dokwerker en dit om een lied te hebben gezongen over Jacob van Artevelde. Het lied begon aldus : Komt vrienden in het ronde, Zoo wel de armen als de rijken. Spijtig hebben we de tekst niet kunnen terugvinden. De politie heeft een driehonderd tal exemplaren van het lied aangeslagen. 24 maart. Op 19 maart overleed Karel-Lodewijk Ledeganek te Gent. Hij werd geboren te Eeklo op 9 november 1805. 28 maart : Koornwindmolen te koop gestaan buiten c;le Brugse poort, genaamd "De Vlieghe" wijk Rooigem op kàsseiweg Gent-Brugge. Groot 20,90 aren. Verkoping in de herberg "De Hulstenboom" buiten de Brugse poort. 31 maart ; Het Spiegelhof aan de Coupure is verkocht voor 55.500 fr. aan de kolenhandelaar De Lattre. In 1837 werd deze eigendom gekocht voor 68.000 fr. door De Meulemeester. De grote zaal door de vereniging Sint-Cècilia gebouwd, kostte 80.000- fr. · 3 april : De gemeenteraad beslist tot de rechttrekking van de Brahant'dam; een zijde zal niet veranderen, langs de overzijde zullen een aantal huizen worden afgebroken vanaf de Abeelstraat. Volgens de Gazette van Gent hebben deze huizen weinig waarde.
11
21 april : Zaterdag werden bij zeven bakkers in de tweede wijk 130 broden aangeslagen, die niet het vereiste gewicht hadden. Ze werden geschonken aan de Liefdadigheidswerkplaats. Ook in de derde wijk werden bij drie bakkers 72 broden aangeslagen. Verscheidene bedelaars werden gisteren voor het inslaan van vensterruiten en het stelen van brood aangehouden. 25 april : Op zondag 25 april heeft de inhuldiging plaats van het nieuw paviljoen van de Sint-Jorisgilde. Het gebouw ontworpen door bouwmeester Leclerc-Restieaux staat op het einde van de Nieuwe Wandeling, bevat een koffiehuis en restaurant en op de eerste verdieping een grote feestzaal. 26 april : Enkele aangeslagen broden zouden lijnzaadmeel bevatten. 2 mei : Op 11 juni 1841 werd het genootschap H. Joannes Fransciscus Regis opgericht met als doel armen te helpen met het kosteloos verschaffen van de nodige documenten voor het huwelijk tussen personen, die onwettig samenleven en voor het wettigen van onechte kinderen. Sedert haar oprichting tot einde december 1846 heeft de vereniging hulp verleend voor 563 huwelijken en voor het wettigen van 308 kinderen. 5 mei : Maandag¡ bevond zich een arme dorpeling op de Coupure een aalmoes smekende om zijn honger te¡ stillen. Radeloos geworden van niets te ontvangen wierp hij zich in het water. De caileierge van het Casino heeft de man kunnen redden. Tot de nieuwe oogst kan de prijs van het brood niet dalen. Hierbij de evolutie van de prijzen tot half juli. ¡ Gebuideld Ongebuideld Masteluin Rogge brood brood 41 cent. 58 cent. 44 cent.' 36 cent. 24 april 43 cent. S9 cent. 47 cent. 38 cent. 8 mei 41 cent. 29 mei S7 cent. 4S cent. 38 cent. 46 cent. 42 cent. 37 cent. S8 cent. 12 juni 40 cent. 34 cent. S7 cent. 4S cent. 6 juli 43 cent. 36 cent. 28 cent. SS cent. 17 juli 17 mei : Op maandag 17 mei werden in verschillende wijken van de stad en bijna tegelijkertijd bakkerijen aangevallen en geplunderd en werden een aantal winkels geheel of gedeeltelijk verwoest. De Gazette van Gent schrijft : "Hongerige magen hebben geen oren. Door het gebrek is de misnoegdheid bij de arnien groot; ook de werkende klas is misnoegd daar de werklieden door de arbeid niet meer kunnen voorzien in hun onderhoud." Nog volgens de Gazette van Gent zou de . meerderheid van de oproerlingen bestaan uit straatjongens. De politie was machteloos en het leger werd opgeroepen om de orde te handhaven. 12
Ook op dinsdag hadden nieuwe plunderingen plaats. Sterke patrouilles van linietroepen en van de ruiterij doorkruisen de stad; de pompiers zijn bestendig onder de wapens. De Gazette van Gent meldt nog : "Op het Arteveldeplein hebben soldaten tot het uiterste gebracht een losbranding gedaan in de richting van de Keizer Karelstraat, waarop de plunderaars de wijk namen. Gelijkvormig de geest van hun instelling hebben de stads aloude hoofdgilden de wapens genomen om personen en eigendommen te beschermen." In het verslag van de gemeenteraad van 18 mei lezen we : "Le bourgmestre dit que Ie conseil a été convoqué d'urgence par suite des désordres qui ont eu lieu dans la soirée du jour précédent et qui ont consisté dans l'enlèvement de vive force par la populace des pains et autres objets chez divers houlangers et la dévastation de leurs boutiques, désordres qui ont eneare repris ce matin. A ce moment on vient réclamer la présence de monsieur le bourgmestre, ces désordres se reproduisant. Les désordres non obstant l'emploi de la force militaire ont continué jusqu'à une heure du matin". De gemeenteraad besluit, dat alle samenscholingen van meer dan vijf personen op de openbare weg verboden zijn en dat de herbergen moeten gesloten worden om negen uur 's avonds. Verder lezen we nog in het verslag : "Le service de la troupe est extrèmement pénible pour repousser Te désordre lorsqu'il se reproduit sur plusieurs points é!oignés à la fois. Le boutgmestre a requis dès hier Ie commandant de la garde civique de concourir avec cette garde au maintien du bon ordre. Le collège est autorisé à organiser quelques compagnies de volontaires, afm de concourir au maintien du bon ordre et de la tranquillité publique". Een afvaardiging van de gemeenteraad zal naar Brussel reizen om aan de regering de toestand van· de katoennijverheid uit een te zetten. Reeds op 5 juni keurt de geméenteraa4 een uitgave van 8. 986 fr. goed om de aangerichte schade te vergoeden. Later worden nog vergoedingen aan bakkers verleend; de totale uitgave beliep 13.481,91 fr~ (ongeveer vier miljoen in onze huidige munt.) In totaal werden 63 bakkerijen geplunderd. Voor de plunderingen verscpenen 51 betichten voor de correctionele rechtbank op 19 september : 41 mannen en 10 vrouwen. Een vierde van,de betichten was jonger dan twintig jaar, waarbij twee kinderen van dertien en twee kinderen van veertien jaar. Enkele betichten worden met hun bijnaam vernoemd : Jan den Beer, Gust de pijpenmaker, den Duim. Onder de betichten is een "solferstekverkoper". Op 22 september volgt de uitspraak : een persoon : vijf jaar opsluiting en vijf jaar onder toezicht vijf personen : drie jaar opsluiting vier personen : twee jaar opsluiting· Verder : 18 maand (2 pers.), 15 maand (1 pers.) 12 maand ( 2 pers.), 6 maand (5 pers.), 4 maand (6 pers.), 3 maand (5 pers.) en 2 maand (3 pers.); vijf werden vrij gesproken "als hebbende zonder kennis van zaken gehandeld" maar werden voor vier jaar in het "huis van correctie" geplaatst, vijf werden vrijgesproken, vier waren afwezig wegens 13
ziekte en twee waren overleden. Een betichte verklaarde "Ik ken geen handwerk en zal gedwongen zijn, wanneer ik de gevangenis verlaat, hetgeen ik gedaan heb, opnieuw te doen". 20 mei : Het verhaal is eentonig, maar om de schrijnende ellende aan te voelen, moeten we verder vertellen. Op 20 mei spreekt de correctionelerechtbank te Gent de volgende straffen uit : drie personen voor het stelen van wortels : elk zes maand; een andere voor hetzelfde feit : drie maand. Voor het stelen van nieuw geplante aardappelen : vier maand. Vier personen : voor het breken van ruiten en het stelen van koeken : elk dertien maand. 30 mei : Een nieuwe gilde van de kleine kruisboog is buiten de Heuvelpoort in de estaminet "De Vier Winden" opgericht onder de benaming "Jan I, her!og van Brabant". De CafĂŠ Suisse is verrijkt met een spiegel van 3,04 m. op 2,24 m.; het is de grootste spiegel te Gent. 2 juni : Op de graanmarkt dalen de prijzen : van drie tot vier frank per hl. tarwe en twee frank per hl. rogge. Dit is te verklaren door het feit, dat de opkopers thans hun graan wensen te verkopen voor de nieuwe oogst. Sedert 11 mei wordt de pegel niet meer toegepast; de bakkers beweren tegen de prijs van de pegel hun brood niet te kunnen verkopen. De volgende tabel geeft de broodprijzen aan op 1 juni in 1845, 1846 en 1847.
gebuideld ongebuideld masteluin rogge
1845 37 c. 30 c. 22 c. 18 c.
1846 43 c. 33 c. 27 c. 21 c.
1847. 57 45 41 36
c. c. c. c.
8 juni : Op 8 juni hadden verkiezingen plaats voor de kamer. Er waren tien kiesbureaus : vier op het stadhuis, in het gasthof "De Boer" in de Sleepstraat, in de "Hertog van Wellington" in de Drabstraat, in de herberg ''De Prins" in de Ramen, in het Lakenmetershuis, in het justitiepaleis en in de rechtbank van eerste aanleg in de Volderstraat. Daar we in de toekomst de namen van de kandidaten nog zullen ontmoeten, hierbij dan de uitslag van de verkiezing. In het arrondissement behaalden de liberalen de zeven zetels : Delehaye, advocaat (1.4 21 stemmen) Manilius, katoenfabrikant (1.390 stemmen) d'Elhougne, advocaat (1.409 stemmen) graaf Charles D'Hane (1.286 stemmen) Hendrik Vispoel; grondeigenaar (1.331 stemmen) Eug. Van Huffel, advocaat (1.357 stemmen) T'Kint-De Naeyer, grondeigenaar (1.344 stemmen) De kandidaten van de conservatieven waren : 14
Desmaesières, gouverneur (1.067 stemmen) H. Kervyn, grondeigenaar (986 stemmen) De Saeger, procureur des Konings (967 stemmen) Coppens, fabrikant (908 stemmen) De Block, hoogleraar (911 stemmen) De Rycke, rustend hoogleraar (916 stemmen) Nuyttens, koopman (905 stemmen) De kamer telde 108 zetels : 54 liberalen en 54 conservatieven of katholieken. De nieuwe regering stond onder de leiding van Charles Rogier. 16 juni : Men keilt de aloude laridzwervers, die hier en elders onder het geroep "Ketellap. Fourchetten vertinnen" de straten doorkruisen en beschadigd of gebroken keukengerei afhalen en herstellen. De eerste jaren na de eerste wereldoorlog kon men nog te Gent die rondreizende ketellappers aantreffen; rond 1930 waren ze definitief verdwenen. 23 juni : De werkzaamheden aan het aridstation vorderen goed; ook de gebouwen van het nieuw station buiten de Dampoort zijn bijna klaar. 27 juni : Op 27 en 28 juni had te Gnt het festival van het VlaamschDuitsch Zangverbond plaats. De eerste manifestatie van het Zangvervond had plaats te Brussel in 1845. In 1846 had een groot zangfeest plaats te Keulen, waar onder meer Prudens Van Duyse, Conscience en Nolet de Brauwere aanwezig waren. Aan het festival te Gent namen 41 Duitse zangverenigingen met 529 uitvoerders-en 50 Vlaamse en Waalse maatschappijen met 950 uitvoerders deel. Hierbij een plan van Gent, dat gedrukt was op¡ de rugzijde van het programma van het zangfestival. Het plan geeft honderden details van Gent in 1847. Het festival had plaats in het paleis van justitie onder het voorzitterschap van Prudens Van Duyse~ Door verschillende redenen hadden na 1847 deze zangfestivals geen plaats meer. "Een zeer grote betekenis hebben deze zangfeesten niet gehad" zegt Elias. (zie deel 2 blz. 354 en 355 ). Op 27 juni werd de Minard-schouwburg plechtig ingehuldigd. De feestrede werd uitgesproken door G. Verhaeghe, die als thema behandelde "Wie zijn taal bemint, bemint zijn Vaderland". Als openingstuk werd opgevoerd "Brigitte of de twee vondelingen" zangspel op tekst van VanPeeneen muziek van K. Miry. Reeds op 20 juni had de Gazette van Gent geschreven: "De Minard-schouwburg is gebouwd door een Gentenaar, het schilderwerk is van een Gentenaar, het eerste opgevoerde toneelstuk is geschreven door een Gentenaar en gecomponeerd door een Gentenaar; ook Gentenaars zullen het stuk opvoeren". De toegangsprijzen waren: eerste rij : 2,50 F, balkon: 1 F, galerij: 0,75 Fen paradijs 0,30 F. 7 juli : Op het Veerleplein verkocht een boerin aardappelen tegen 26 cent per steen. Een aantal werklieden betuigden hun ontevredenheid. De politie kwam tussen en om verdere onregelmatigheden te voorkomen, werd de boerin verplicht de aardappelen te verkopen tegen 18 .cent. 16
's Anderendaags waren er opnieuw moeilijkheden. De politie heeft bepaald, .dat de nieuwe aardappelen nu tegen 15 cent per steen moeten. verkocht worden~ 25 juli : Op zondag 25 juli heeft er te Drongen in de herberg De Boomgaard een waterfeest plaats. De volgende· prijzen werden uitgereikt : eerste prijs : een horloge tweede prijs : een nieuw modische pantalon derde prijs : een schone witte kiel vierde prijs : een sterke blauwe kiel vijfde prijs : een schone zijden halsdoek en een snel gebraden paling of wel een gebakken snoek met alle toebehoorten,: waaronder een stoop Krabeleere of Uytzet. 24 juli : Öp 24 juli aanvaardde de gemeenteraad een schenking van . 100.000 fr. door J. Van Caeneghem voor de bouw op de Coupure van ~en godshuis voor behoeftige blinden. He~ gesticht zal gebouwd worden m 1852--1855 naar de plannen van arch1tect Van Buffel. Van Caeneghem werel geboren te Ledeberg in 1764. Hij wist een aanzienlijk vermogen te verwerven. In 1845 schonk hij naamloos het bronzen borstbeeld van Jacob van Artevelde g~1naakt door De Vigne aan de stad Gent. Hij overleed te Gent op 29 juni 184 7 _en werd_ begraven te Bellem. Het graf bestaat nog en ~evindt zich rechts vari de kerk. Op de gedenksteen staat de volgende--t~ks.t, opgesteld door Prudens Van Duyse : "Door het werk, dat. hij. gedurig. aan ontelbare ·arbeiders, 50 jaar lang wi_st te geven om de oinJ.iggende hei,(J:eri en boschgronden vruchtbaar te maken, mag hij de verlichte ~eld0 ener dezerstreek genoemd worden". · Toen de wijk van het .Nîeuwland werd veranderd, werd in 1864 zijn na~ gegeven ~neen str;aatbij het Godshuishammeken. (zie V. Fris : · De Historische Perso.oO.sna.tnen-dèr straten van· Gent) 30 juli :lil de herberg Nantes aan de Vleesllulsbrug werd eeri liefdadige vereniging opgericht met als doel aardappelen te kopen en ze aan verminderde prijs te verkope!l· Tijdens de periode 9 .tot 29 juli werden . 33:244 kg. aardàppelen gekocht ,YQOr 2.809 fr. eJl'-verkocht voor _1.521 fr. In totaal heeft het gerootschap 81.500 kg. _aardappelen verkocht. De schilderijenverzamelmg tellende 146 stukken vän wijlen Egide van Laerebeke, wonende in de Peperstraat, werd verkocht. De verzameling bevatte onder meer werken van de Crayer7 Teniers, de Notc;:r, Ruys<b.el en BreugeL In het mid_den. van de negentiende eeuw waren te Gent. ongeveer een zeventigtal particulieren, die een schilderijenkabinet hadden; de grote hetenhUizen van die tijd schonken voldpeJJ.de plaatsruimte .. 6 augustus : Op vrijdag 30 j-.:diwerd een zeker.e Raman op de ~à~~ markt a.ap.gehouden om gramm a.an hogere prijzen te ·hebben opgekocht. Hij wor.dt _beticht van ov;erpieding en ~n het tuchthuis opgesloten. Op 14 augustüs wèrd Raman veroordeeld tot een jaar gevangenis en duizend 17
frank boete. Het toneelgezelschap Broedermin en Taelyver zal het toneeljaar openen met het stuk "Willem van Dampierre" door Van Peene. 11 augustus :Veel bakkers weigeren brood te verkopen aan de vastgestelde prijs. De Gazette van Gent geeft zijn lezers de raad de feiten aan de politie kenbaar te maken. Bij andere bakkers zouden de broden niet het vereiste gewicht hebben.
15 augustus : De Waesche spoorweg van Gent naar Beveren-Waes wordt geopend; er zijn vier treinen per dag. 18 augustus : De korenwindmolen aan het Spanjaardkasteel is te huur. 20 augustus : Men is bezig buiten de Antwerpse poort de windmolen, die zich langs de grote weg in de nabijheid van de herberg Het Meuleken bevindt, naar de Dendermondse steenweg te vervoeren. 22 augustus : Tijdens een godsdien~tige plechtigheid in de Onze Lieve Vrouwkerk op het Sint-Pietersplein werd een nieuw orgel ingewijd. Het orgel werd gebouwd door Van Peteghem en is 36 voet hoog. 1 september : De twintigste tentoonstelling van schilderijen wordt gehouden. (bespreking in de Gazette van Gent op 23.7, 28.7, 8.8, 13.8, 20.8, 22.8 en 1.9). Het reglement van de tentoonstelling verbiedt, dat gewapende soldaten de zaal betreden. In 1844 werd aan de manschappen, die dit verbod wilden overtreden, het reglement voorgelegd. Crossée, kolonel van het achtste regiment, die daar aanwezig was, vertrappelde het reglement en deed zijn manschappen gewapend de zaal binnentreden. De Gazette van Gent betreurt, dat dezelfde Crossée thans aangeduid werd om generaal Leboutte te Gent te vervangen. Generaal Leboutte werd in 1804 ingelijfd in het regiment der oude garde. Van de slagvan Austerlitz tot Waterloo nam hij aan al de veldtochten van het keizerrijk deel. 10 september : De gezusters Vm Loo lang bekend voor hun frisse en lekkere oesters, hebben de eer het publiek te laten weten, als dat er ten hunne huize in de Korte Meir 10 alle dagen verse oesters te bekomen zijn. 11 september : De gemeenteraad keurt een nieuw reglement· op de aardappelmarkt goed; Het gebruik aardappelen per zak te verkopen wordt verboden. · De verkoop mag enkel geschieden per kg. of per hl. Er zullen een of twee gezworen wegers-meters worden aangesteld. De vergoeding wordt bepaald op vijf centimes per weging-meting ten laste van de verkoper. Tevens wordt de aardappelmarkt verplaatst naar het Arteveldeplein en dit omdat de Graslei, waar de markt gehouden werd, te smal is. 18
26 september : Achter de. estail)inet "De Champs Elysées" buiten de Brugse poort, wordt een nieuwe danszaal gebouwd van 103 voet op ·44 voet; rond de zaalloopt een galerij. De zaal zal ·met gas worden verlicht. De voormalige Champs Elysées zal nu Cité de Gand worden genoemd. 3 october : in het Casino heeft een herfsttentoonstelling van bloemen · plaats. 6 november : Te Gent verschijnt de brochure "Vlaemsche Beweging. Verklaring van Grondbeginselen door de verdedigers der Nederduitsche volksregten aen hunne landgenooten gegeven". Het stuk werd opgesteld door Snellaert naar een .ontwerp van Conscience. Het programma telt twaalf punten, waaronder het gebruik van het Nederduits in het gerecht wanneer de beschuldigde tot de Vlaamse bevolking hoort, het gebruik van het Nederduits in de Vlaamse provincie- en gemeenteraden, geen he. noemingen meer van Vlaamsonkundige ambtenaars in het Vlaamse land. Op 28 november verschijnt in de Gazette van Gent een brief van Prudens Van Duyse, waarin hij het manifest bij.treedt. Van Duyse meent echter dat men ongelijk had het manifest naamloos uit te geven. Op 10 december verschijnt het bericht, dat het manifest door geheel het Vlaams Gezelschap werd goedgekeurd. (zie Elias deel 2, blz. 202 en volgende). ··_. 11 december : De gemeenteraad vraagt aan de minister. van Binnenlandse Zaken een tussenkomst in de werken tot behoud van de overblijfse~ len van de Sint-Baafsabdij. · Kijken we. thans even naar de evolutie van de broodprijzen .. Tarwe Tarwe Masteluin Rogge gebuild ongebuild 55 c. 4,3 c_. 36 c. 24 juli 25 c. -53 c. 42 c. 31 c~ 18 c;. 31 juli 44c. 33 c. 26 c. 18 c. 14 augustus 39. c. 32 c. 24 c. 17 c.4 september . A3 c. 34 c. 26 9 october 18 c. 37 c .. · . 3-Ö c. 23 c .. 30 october 16 c. 39 c. . 31 c. 24 c. . 20 november 17 c.
c:
184 7 is ten einde. In f84 7 stierf Felix Mendelssohn en werd Thomas Alva Edisbn gebóren; Eniily Brontë publiceerde haar boek "Wuthering Heights" en Berlioz schreefzijn ..DamriaHon He Faust'! Iti Engelarid .. werd door Simpsari dé eerste chloroform-narèose toegepast en Sobrero vervaardigde nitroglycerine. In 1847w~rden te Gent 3.432 kinderen geboren, maar stierven ook 3,434 inwonerspf33,34.sterfgevalle_n .ÖP cluizend inwoners, waardoor voor de eerste maal sedert 1833 een negatiefverschil onts'taattussen _ geboorten. en sterfgevallen. Wel stijgt de bevolking, omdaf in184 7 · 3.895 pers~nen immigreren, terwijl slechts 2A67 inwoners emigreren.
19
Het Liefdadigheidsbureau steunde in 1847 4.147 gezinnen tellende 16.588 personen het ganse jaar, alsook 4.257 gezinnen met 17.028 personen tijdelijk. In tot.aai werden 33.616 personen ondersteund of 31 O/o van de bevolking. De toelagen verleend door het stadsbestuur om de prijs van het brood te drukken, vergde een onvoorziene buitengewone uitgave van 200.000 frank. In 1846 werkten in het metaalbe-¡ drijf Phoenix 600 werklieden; in september 184 7 zijn slechts 300 werklieden aan 't werk en dit slechts acht uur per dag. Met de oogst van 1847 worden de broodprijzen weer normaal en vermindert de honger en de ellende. Een verschrikkelijk jaar is voorbij, maar ... er staan nog donkere jaren voor de deur. M. STEELS
DE SINT-JORISGILDE TE GENT De Sint-Jorisgilde, een der vier hoofdgilden, was zeker wel de voornaamste gilde van Gent. Toen het buskruit nog onbekend was, waren het de kruisboogschutters en voetboogschutters, die het gevaarlijkste wapen hanteerden. De kruisboog bestaat uit een houten of stalen boog, bevestigd aan een eikenhouten lade, waarin de pijl wordt gelegd. De pees wordt bij het spannen achter een nok gebracht, welke bij het afschieten door middel van een trekker om laag gebracht wordt, waardoor de pees naar voren schiet. De kruisboog zou reeds bij de Chinezen en bij de Romeinen in gebruik geweest zijn; in de vroege middeleeuwen verdwijnt de kruisboog. Hij komt weer in gebruik rond de tiende eeuw en kent een bloeiperiode in .de twaalfde eeuw. Op het Lateraans Concilie van 1139 werd het gebruik van de kruisboog verboden, maar natuurlijk zonder resultaat. De pijlen afgeschoten met een kruisboog, zijn korter en dikker dan gewone pijlen en zijn meestal van een stalen punt voorzien. (naar Winkier Prins, deel 2 : artikel "armborst".) De Sint-Jorisgilde was aanvankelijk een militaire gilde. Ten tijde van Jacob van Artevelde nam de Sint-Jorisgilde deel aan de militaire tochten naar Assenede, Biervliet, :Br,ugge (1338), in 1339 trok de gilde naar Kortrijk, Ieperen en Doornik, in 1340 naar Kassei en Sluis. Na de invoering van de vuurwapens"zal de gilde geleidelijk overgaan tot een gilde, die zorgde voor de ontspanning van zijn leden. ¡ De oudste documenten dagtekenen van ongeveer 1.340. Dan beza,t de Sintjorisgilde.. een schiet.stand en een lokaal bij de Vijf Wiridgaten. Rond 1381 kocht de gilde een huis en een stuk grond bij het Belfort en de Sint-Jansstraat. Volgens de ordonnantie van 1413 bestond de 20
Kruisboogschutters van de Sint-Jorisgilde. (Album du Cortège des Comtes de Flandre. DessinÊs door Felix De Vigne ).
21
.~·
~
~ .!!! ~
...
J El & ~
.f•
.:
:3
ö 1 <=
."'
....""' ~ ·
"'"'
-Je:
""".."'
"'
~
~ .~ s:.
~
rn .....
~ ~:: ,.0
e ..."'"'
=
·~ '-J
"'
~ ~ ."..,
.!!!
t::
~
.."!?
~
'"><,
"'
~
~ ·~
...
"' -=
~~ r~
ro.:: 1
~
~~. ~
"
··, :.J!''I,I .,
...,,1.
I
/!·
,; I :. ; I
·.~. ·;: ,.i
I'
I
,, I i J/
l" I
I
I
, I '"
lrl I
i
1:
,I 11•· I
(1'1 · ~ I
'.
,,,, ,/' 1
' ·~,
\,,I
!;
i.
~.
~
:t.
f
~
~
.
·!:
~
~
~~
c
"'-\. ·•
~
I
lt .
t
t
t'
D{ .
$!\
22
"eed" (het bestuur) van de gilde uit een heuverdeken, een onderdeken en proviseurs gekozen uit de verschillende standen : de burgerij, leden van de kleine ambachten, leden van het groot ambacht van de wolwevers. Door de ordonnantie van 1423 wordt bepaald, dat "de voorscepene ende onderdekene van der kuere alle jaeren dekene zijn zouden vander gulde te wetene es de voorscepene upperdeken ende andre onderdeken". In 14 24 werd een deel van het terrein afgestaan aan de stad voor het bouwen van de lakenhal. Later werden aanpalende gebouwen aangekocht. De Sint-}orisgilde bouwde van 1469 tot 14 77 haar nieuw gilde-huis op de plaats van de oude lakenhal. In 1469 begonnen de werken op de plaats van het huis "de -~oote Loeve" n.aast het.huis "de grooten Moor". In 1472 bekwam de gilde ook de grond op de hoek van de Hoogpoort, waarop twee schrijvershuisjes stonden. "Item ghegheven Cornelis Van den Kerchove over dat zijn schrijfhuusekin, dat hij hadde · staende ande plaetse bij scepenhuus, van der stede weghe nieuwelinghe gheweert es, ende erve van dien toegheleyt den gtJJ.de van SentJoorijs. Item Miehiel Cockuut, muelen~ere, van eenen andren scrijfhuusekine der neffens". (Stadsrekeningen över1472-1473). De eerste steen van de nieuwe vergaderzaal van de gilde werd gelegd op 20 april1474 door de hertogiil Maria van Bourgondië. Voor het bouwen van de kapel_moest nog een schrijvershuisje worden aangekocht. De eigenaar Laurent Boc<;aett:was bereid zijn huisje_ te verkopen op voorwaarde, dat de~gild~,oJ? d~~elfè:le plaats een winkel bouwde met een kamer op de \l'erdlepmg en. een kelder:. "Een scrijfhuusekin ofte winkel staende in den ri.Q.c, élfide plaetse -bij scepenhuus van der kuere, twelk Laurens ter beg}letfut~J]_ van den gulde heeft gheconsenteert gheweert ende 'afghebrokên t.e wordene, omme tvulcommen vanden werke van eender nieuwer cappeJle". (Register van akten en contracten. 14731474, f. 116). Het la$ten,~oek geeft eennauwkeurige beschrijving van de uit te voeren wer~en :~ op.de hoek komen twee schrijvershuisjes met elk een raam en een deur met er boven vier kleine ramen; hierboven vier grote ramen en tenslotte een.groot raam in de trapgevel. Het gilde-: huis was voltooid in 147'7. In januari 147Ïsnetiveld~ Karel de Stoute. De Staten-Generaal hielden een vergadering tê Gèi:it en op 11 februari 14 77 ondertekende Maria van Bourgondië het Çrqót:J>rivjlegie in het lokaal van de Sint-Jorisgilde. Op 27 april bood het Gents magistraat een prachtig banket aan de gevolmachtigden van MaximUiaan van Oostenrijk in de lokalen van de SintJorisgilde. Na de dood van Maria van Bourgondië vergaderden er de Staten-Generaal in 1482. De Sint Jorisgilde was de machtigste gilde van kruisboogschutters van Vlaanderen. In 1486 werd de eerste steen gelegd van een galerij, die de toegang tot de doelen moest vergemakkelijken en de schutters beschermen tegen de pijlen. De stad kwam tussen in de kosten. Marcus van Vaernewyck beschrijft de galerij alzo "een schoone gallerye van blauwe 23
~
-1:
~
~
!I
·~
..
~ -
~\
~
!i
.
~
•
~
~
....
~
'}.
• ~
~ rl:
.
-!!
f> ·
1
24
~
l
~
"Î
..
:e
~
~
J . l
~
t
~
~~
l.. . 1.. \.
1·t.
\ ..\..l t
25
steen, lang van den eenen steger tot den anderen 154 schreden". De galerij werd afgebroken in 1798 na de verkoop van het lokaal als nationaal goed. Wekelijks werden er schietoefeningen gehouden. Volgens een reglement van 1416 werd de eerste zondag van de hooimaand naar de papegaai geschoten. Nu en dan werden ook wedstrijden ingericht, waaraan talrijke gilden van kruisboogschutters deelnamen. Talrijke voorname personen waren lid van de Sint-Jorisgilde en namen deel aan de feestelijkheden en .de wedstrijden. We vermelden onder meer- : Filips de Stoute, Karel de Stoute, Maximillaan van Oostenrijk, Filips de Schone, Keizer Karel, Filips II, aartshertog Albrecht. De registers vermelden ook de namen van de zusters van Keizer Karel, Maria van Hongarije en Isabella van Denemarken, van MargĂĄreta van Parma, aartshertogin .Isabella, van de graven Egmont en Hoorn. Ook geestelijken waren lid van de Sint-Jorisgilde, onder meer de bisschoppen Triest en P. Damman, de abt van de Sint-Pietersabdij Viglius d' Aytta. Talrijke wedstrijden werden ingericht. Een van de beroemdste had plaats in 1440, waaraan 56 gilden deel namen; een bijzondere wedstrijd was voorbehouden aan achttien gilde-koningen. Filipl~ de Goede nam deel aan de wedstrijd en aan het banket. De archieven vermelden verder nog belangrijke wedstrijden in 1464 en in 1483, alsook de buitengewone schitterende wedstrijd in 1498, genaamd "het Groot Landjuweel". De feesten duurden tot zes weken, ze gingen gepaard met voorstellingen door de retorica-kamers en allerlei feesten. In de 16e eeuw kunnen nog de wedstrijden vermeld worden in 1519, 1524 en 1562. De tweede helft van de zestiende eeuw was natuurlijk geen gunstige tijd voor de Sint-Jorisgilde en de gilde geraakte in verval. Met Albrecht en Isabella kwamen rustiger tijden. Om de gilden te steunen werd door het stadsmagistraat op 29 november 1605 een ordonnantie uitgevaardigd, waarbij de schepenen en de gemeentebedienden moesten lid zijn van een gilde. Er komt nieuw leven en hier moet het schuttersfeest van 1618 vermeld worden, waaraan de aartshertogen deelnamen. Als herinnering aan het bezoek werd door een onbekend schilder een schilderij gemaakt, waarop de Infante met de kruisboog de papegaai afschiet. Het feest had plaats op de Kouter. De aartshertog zit rechts op het verhoog. Op de achtergrond ziet men het lokaal van de Sint-Sebastiaansgilde. Onderaan leest men de volgende tekst : ''DEN Ven AUGUST! 1618 HEBBEN HAERLIEDER Sm~.HOOCHden DIT GULDE VEREERT MET HAERLIEDER PNTIE (=presentie) ALDAER DE Sme INFANTE GHESCHOTEN HEEFT MET DE GHEMEENE GULDEBROEDERS NAER DEN PAPEGA Y ... (volgen de namen van de bestuursleden van de gilde). Het schilderij, groot 215 x270 cm, bevindt zich in het museum in de abdij van de Bijloke. De talrijke oorlogen op het einde van de zeventiende eeuw (devolutieoorlog (1665-1669), de negenjarige oorlog (1688-1697) en de Spaanse Successie-oorlog (1701-1714) ) waren ongunstig voor Vlaanderen ĂŠn 26
27
v · .....
::l
Vl Vl
ÇQ
..., ...c
:>--
.~ .....
0.. 0
u
voor Gent. De financiële toestand van de stad was erg ongunstig. Rond 1703 worden vele openbare gebouwen en ook de lokalen van de vier hoofdgilden gebruikt voor het logement van troepen. Het stadsbestuur ontvangt de toelating op 3 april 1703 de vier hoofdgilden op te heffen. Het Sint-Jorishof werd verhuurd als "herberghe ofte huys van teere", de kapel en de grote zaal werd ter beschikking gesteld van het garnizoen. Het bestuur van de Sint-Jorisgilde was natuurlijk niet tevreden en deed al vlug pogingen om de gilde opnieuw op te richten. Eerst op 12 november 1729 mocht de gilde haar activiteiten hernemen. Op 19 april 1730 werd door de "Schepenen vander Keure ende Raedt der Stadt Ghendt" een nieuw reglement "Regel ende Ordonnantie die men schuldig is te observeren ende achtervolgen ter Kamer ende in het Hof van den ouden Souvereynen Gilde van mynen Edelen Heere den Ridder St.-Joris, onderhouden met den Voet-Boge binnen der Stadt van Ghendt" (gedrukt by de Weduwe Petrus de Goesin en Soon, Drucker van Haere Majesteyt) goedgekeurd. Het reglement is veertien bladzijden lang en telt 59 artikels. Het is onmogelijk dit reglement hier te publiceren; toch willen we er even bij stilstaan. De nieuwe leden moesten een doodsschuld van ten minste een pistool ten voordele van de gilde erkennen (pistool : benaming voor de dubbele Spaanse escudo en dubbele Franse kroon of louis d'or), en moesten de volgende eed afleggen : "Dat sweere ick Gilde-Broeder te zyn van den grooten GILDE van mynen Heere den Edelen Ridder St. JORIS binnen dese Stadt Ghendt, de Catholyke Roomsche Religie t'onderhouden ende vooren te staen, den Keyser ende Koning onsen Souvereynen Heere, als Grave van Vlaenderen, mitsgaders Heere ende Weth deser Stede, goet, ende getrouwe te zyn, de Rechten, Vryhedèn~ ende Preëminentien van den selven GILDE te beschermen ende onderhouden, ende voorts al te doen dateenen goeden ende getrouwen Gilde-Broeder schuldig is te doen : Alsoo moet my Godt helpen, alle syne Heyligen, ende den Edelen Ridder St.]ORIS." _ Gilde-broeders, di_e zich onwaardig hebben gedragen, worden uitgesloten. De gilde-broeders hielden ook van goede maaltijden. Art. X : Alle de gone die haerlieder woordt gegeven zullen hebben om naer het Koningschap te schieten, worden gehouden ter maeltydt te komen, ende t'onderstaen d'onkosten daer aen klevende dry dagen geduerende, weder sy daer komen ofte niet. De gilde-broeder, die drie l:l-f~eenvolgende malen de koningsgaai afschoot, werd keizer- en "ende syn leven lanck voor al sitten, oock vry wesen in alle Banq~etten. ende andere onkosten den Gilde aengaende; zal oock t'synen prpfyte behouden de keten, de welke die van den Eedt niet te min zullen- mogen lossen voor vyftig Carolus guldens, indien het haerlieder belieft." Art. XIV : Die Koning bedydt van desen Gilde, ~al d'eerste plaetse, ende voix hebben in den Eedt soo lanck hy Koning blyven zal, ende 28
Gildebeuk van de Sint-Jorisgilde (Copyright A.C.L. Brussel ). Achttiende eeuw; goud, edelstenen en email. Oudheidkundig Museum Gent (zie : Gent duizend jaar kunst en cultuur, deel 2, glz. 300 ).
29
exempt wesen van onkosten in alle Banquetten ende Maeltyden, tot dat door eenen anderen Gilde-Broeder het Koningschap gewonnen wort. De gilde-broeders moeten op Sint-Jorisdag de mis bijwonen en ter offerande gaan "op peyne van te verbeuren de boete van twaelfgrooten", tevens moeten ze aanwezig zijn bij " 't zy inhaelen van Princen, Gouverneurs van desen Lande, Bisschoppen, ·ende alle· andere, daer toe sy zullen aensocht worden, op de boete van twaelf grooten als vooren." Het reglement bevat ook een aantal verboden. Art. XIX : Den gonen die sweert by den Naeme Godts, syne Heylige Sacramenten, doet diergelyke ofte andere Eeden, 't zy in de Doelen, ofte daer buyten, zal verbeuren de boete van twee grooteii; welke boete oock zullen verbeuren de gone die noemen den boasen vyandt ofte swàtten man, soo lange men schiet, ofte Gilde-wys vergadert is. Art. XX : Van gelyken die eenige oneerlyckheyt bedryft met woorden ofte werken, 't zy met het vertellen van onkuysche discoursen, 't singen van "liedekens, ofte andersints, geduerende den tydt als vooren, zal verbeuren de boete van twaelf grooten. Art. XXI : Gelyke boete zullen incurreren die geduerende den selven tydt hun water lossen ontrent de Doelen ofte kleyne muerkens. Art. XXII : Als mede de gone geduerende het Schiet-spel ende Vergaderinge als boven, zullen spelen met Kaerten, Teerlitigen, ofte Toeback smooren; ten waere sy te vooren daer toe consent verkregen hadden van de bywesende Heeren Próviseerders. Art. XXIII : Voorts indien het geviele dat eenige Gilde-Broedersofte andere, binnen den Have ofte Kamer wesende, den eenen ofte den anderen injurieerde, present ofte absent wesende, van man ofte vrouwe eenige blaeme seyde, die zal verbeuren twaelfgrooten, ende bovendien worden gecorrigiert, ter arbitraige van. den Eedt. . Art. XXN : Den gonen schietende zal gehouden zyn te roepen aleer hy synen Pyl op synen Boge legt, op de boete van,twee grooten; gelyck den Schutter oock gehouden zal zyn in het opleggen vail synen Pyl hem zydewaerts te stellen, ende den Boge om hooge te houden, · op gelyke boete. Art. XXV : Die schiet son~r, roepen, ende aleer den Teekenaere behoorelyck heeft geantwoort, zal verbeuren twaelf grooten, ende vier schellingen grooten in profyte van de Capelle, boven de voldoeninge van de schaede ofte intrest, indien hy iemant griefde. Art. XXVI : Soo iemant staet om te schieten, en geroepen heeft den gewoonelyken roep, niemant en zal sig vervoorderen te spreken, ofte eenig ramour te rnaeken voor dat den Wyser ofte Teekenaer de scheute zal aengewesen hebben, op de boete van twee grooten. 30
Blazoen van het Sint-Jorisgild (Oudheidkundig Museum Gent )
31
Art. XXXI : Den gonen synen Bogen gevende om te spannen sonder de Notte in haere ruste gestelt t'hebben, zal verbeuren de boete van twee grooten. Art. XXXII : Niemant en vermag te schieten buyten synen tour, ofte in te breken, op peyne dat syne scheute niet en zal worden gerekent, ende bovendien te verbeuren eène boete van vier grooten, alles ten waere by consentè van de Schutters. Art. XXXIII : Nieinant ·en sal vermogen te stellen op synen Boge eenige schietwyserkens, ofte Ionck-machienen, van wat nature die souden mogen zyn, op peyne dat syne scheute niet en sal worden gerekent, ende te verbeuren de boete van twaelf grooten. Op het schieten werd er ook gewed, maar art. XLI bepaalde : "Zynde verboden hooger tè wedden dan om verthien grooten, op pyne van nulliteyt van de weddinge ende te verbeuren de boete van ses grooten, mitsgaeders te betaelen dobbel verlies ten profyte van de Capelle." De Sint-Jorisgilde hernam haar oude gebruiken en nodigde in 1736, 1767, 1773 en 1777 de gilden van kruisboogschutters van andere steden uit voor "een schietspel naar de peerse" en een "schietspel nàar de wip". Opnieuw beleefden Vlaanderen en Gent moeilijke tijden; op 25 juli 1745 deed Loclewijk XV Zijn intrede te Gent. De bezetting door de Fransen duurde vier jaar; door de oorlogslasten en de opeisingen door. de Fransen waren de sèhulden van Gent geweldig :toegenomen. Na de vrede van Aken van 18 october 1748 verlieten de Franse troepen Gent op 28 januari 1749; de Oostenrijkse troepen werden geestdriftig ontvangen. Karel van Lorreinen werd opnieuw plechtig ingehuldigd op p mei 1749 en de.Sint-Jorisgilde richtte luisterrijke feesten in. Op 10 september 1752 nam Karel van Lorreinen deel aanhet schuttersfeest op de Kouter en ingericht door de Sint-Jorisgilde~ Deze gebeurtenis werd twee maal op doek gebracht : door F .K. Marissal, de stichter van de academie te Gent, en door P.J~van Reysschoot. Beide schilderijen worden bewaard in het Oudheidkundig Museum in de Abdij van de Bijloke. Tijdens de Brabantse omwenteling in 1789 werd de Sint-Jorisgilde, samen met de andere hoofdgilden, belast met het handhaven van de orde. De laatste koningschieting had plaats in 1793. Op 4 juli 1794 deden de Franse troepen hun intrede te Gent.De gilden werden afgeschaft en het Sint-Jorishof werd verkocht als nationaal goed. Een deel werd gebruikt alsllotèl; de kapel en de gilde-kamer werden gebruikt tijdens de "foor" door foorreizigers; de Sint-Cecilia-maatschappij gaf er concerten; men hield er ook banketten. In 1838 vestigde er zich de "Foire de Leipzig", een magazijn waar speelgoed en allerlei voorwerpen werden verkocht. In 1804 kregen de kruisboogschutters de toelating zich opnieuw te ver\
32
33
/
enigen. Eerst werd een schietstand opgericht in het oud Spanjaard kasteel; wat later verhuisde de gilde naar de Bijloke-meersen. In 1817 vestigde de Sint-Jorisgilde zich in de herberg De Koornbloem in de Ekkergemstraat. (Vandaar de straatnamen op Ekkergem : Kruisboogstraat, Pijlstraat en Korenbloemstraat). De verkoop van het park van de gilde verplichtte haar opnieuw te verhuizen. Dank zij de mildheid van de .. markies Rodriguez d'Evora y Vega, oud deken van de gilde, kon een · casino in Italiaanse stijl gebouwd worden op een stuk grond tussen de Nieuwe Wandeling en de Leie. Het nieuw lokaal werd ingehuldigd in 1847. De Sint-Jorisgilde had echter weinig geluk, want reeds in 1860 werd het terrein gekocht door de spinnerij La Lys voor de uitbreiding van haar fabriek. De gilde vond een onderkomen in een eenvoudig paviljoen op de Nieuwe Wandeling; hier was echter geen mogelijkheid om te schieten en de activiteit van de gilde beperkte zich tot vriendschappelijke vergaderingen. Het aantalleden verminderde snel en in 1887 kwam een einde aan de vergaderingen. De waardevolste voorwerpen werden in bewaring gegeven aan het Oudheidkundig Museum. De gilde was uitgestorven. En toch. In 1904 besloten enkele jonge Gentse kunstenaars, grote liefhebbers van de kruisboog, een poging te ondernemen om de gilde opnieuw op te richten. Ze vergaderden in een lokaal van het oud Vrouwe'" broersklooster in de Kuiperstraat (thans Vrouwebroersstraat). In 1907. werd het nieuw lokaal door een aantal kunstenaars, waaronder Frans Coppejans, August Poppe, René Cramer, Georges Verbanek en· Oscar Sinia versierd. Bleef nog de versmelting van de jonge vereniging met de oude gilde. De overlevenden van de 'oude Sint-Jorisgilde hadden de pogingen van de jonge kruisboogschutters met vrèugde begroet. Er waren dan ook geen moeilijkheden en in he,t gulden boek van de Sint-Jorisgilde kan men lezen : "Gezien de nog overblijvende leden der Oude Hoofdgilde, die sedert 1886 feitelijk opgehouden had te bestaan, zich in Februari 1912, bij de nieuwe Sint-Jorisgilde hebben aangesloten, wordt met wederkeerig "consent", zoo van de nog levende leden der oude gilde, als van de huidige leden, de Oude Souvereine Hoofdgilde der Kruisboogschutters van Sint-joris, als bepaald heringericht verklaard. De heringerichte gilde zal door het regelmatig houden van hare vergaderingen, door geregelde oefeningen in het schieten met den kruis~<?<>.~· door het handhaven van de oude gebruiken der Souvereine Hoofdgilde, in zooverre die met de tege11woordige omstandigheden overeenstemmen, alles doen wat mogelijk is om de Oude Sint-Jorisgilde in eer te herstellen en haar door de eeuwen bezegelden roem op te houden". De oude gebruiken werden weer in· ere hersteld en regelmatig werden opnieuw wedstrijden ingericht. In 1913 richtte de Sint-Jorisgilde samen met de kruisboogschutters van Sint-Rochus wedstrijden in binnen de wereldtentoonstelling van 1913 te Gent. De Sint-Jorisgilde nam tijdelijk haar intrek in het huis "Het Lammeken" in "Oud Vlaanderen". Ontwerper was Valentin Vaerwyck. 34.
~=========~======~~~===~-_:____ -~
----- _:_-__\1 I
i
------+--------+-----if---~-+ï-----4--~+---t-----'-1"1 J!rttc"f
f.dtd/r ,". 1-p
"
/
"Het Lammeken" was een nabootsing van een huis te Veere bij Middelburg uit de 16e eeuw; de woning was van binnen versierd met schilderijen en kunstvoorwerpen in verband met de oude gilden. Tijdens de tentoonstelling van 1913 werden regelmatig wedstrijden ingericht. Om te eindigen nog een woordje over het lokaal van de Sint-Jorisgilde. In 1796 werd het gebouw verkocht aan Vander Linden voor 80.000 ponden, het klein huis er naast "De Turk" werd verkocht voor 26.000 ponden aan een zekere Vanden. Berghe. Op 9 november 1903 keurde de gemeenteraad de aankoop goed van het hqtel Sint-Jorishof met tuin, groot samen 1.132 m2, voor in totaal 70.000 k In 1911-1912 werd het gebouw hersteld onder de leiding van Charles van Rysselberghe, stadsarchitect en van Henri Gerinaert, architect. Georges Verba.Ilck maakte het Sint-Jorisbeeld, dat de gevel versiert; het beeld van de Maagd is van Aloïs de Beuleen de schilden van Frans Coppejans. In het Jaarverslag van de stad Gnt voor 1912 lezen we : "Vermelden wij, onder de laatste werken, het aanbrengen der wapenschilden op den voorgeveL De blazoenen zijn ten getalle van vier en twintig : Keizerrijk, Spanje, Castille, Arragon, Léon, Sicilie, Jerusalem, Portugaal, Napels, Grenade, Nieuw Castille, Toledo, Valencia, Galicie, Majorca, Sevilla, Sardinie, Cordoua, Guinea, Bourgondie, Oud-Vlaanderen, Vlaanderen, Gent, St Joris. De sluitsteen dêr inrijpoort draagt het blazoen van de hoofdgilde. Men heeft op een wand, onder de poort, het klein verheven beeldwerk geplaatst verbeeldende St-Joris. Deze steen, welke vroeger den achtergevel versierde, brokkelde te veel .af om in open lucht. bewaard te worden. Werd vervolgens hersteld : het gebouw thans genaamd De Turk, en die b~j zijnen oorsprong bestemd was voor de jonge gilde der zelfde hoofdgilde. Thans heeft heel het St.-Jorishofhet uitzicht dat het had op het oogenblik dat Alexander Farnèse zijne intrede deed te Gent, in 1584. Voorbehoudingen dienen echter gemaakt te worden voor den trap langs de Hoogpoort, wiens beeldhouwwerk de teekening van Vander Schelden niet hervoorbrengt." De Sint-Jorisgilde is thans nog altijd een bloeiende vereniging met ongeveer 120 leden, die_,de oude tradities in ere houden. M. LIEVENS BRONNEN 1. Fr. De Potter : Gent van den oudsten tijd tot heden. 2. Ed. De Busscher : La confrérie St. Georges. 3. Pr. Claeys : Concours d'arbalétriers organisés par la Gilde de St.Georges. Suppression de la Gilde de St.-Georges. Reconstitution de la Gilde de St.-Georges. (in Pages d'Histoire locale) 36
Le pare de la chef-confrérie de St.-Georges (in Notes et souvenirs). 4. J. Casier : ·La Chef Confrérie Saint-Michel. 5. Inventaire Archéologique : L. Cloquet : La cour Saint-Georges (544) A. Ván Werveke : La cour Saint-Georges (545). 6. Catalogus van de Schilderijen. Oudheidkundig Museum, Abdij van de Bijloke te Gent. 7. De volledigste beschrijving van de geschiedenis van het Sint-Jorisgild is vermoedelijk te vinden in het tijdschrift "Oud en Nieuw", dat verscheen in 1865.
MARTIN JOSEPH MENGAL
Martin Joseph Mengal werd geboren te Gnt op 27 januari 1784. Zijn vader speelde hoorn in het orkest van de schouwburg. Reeds zeer . vroeg gaf de jonge Mengal blijk van een uitzonderlijke aanleg voor de muziek. Bij zijn vader leerde hij hoorn spelen, terwijl volgde hij ook vioollessen. Nauwelijks twaalf jaar trad Mengal op in het publiek als violist en het volgend jaar speelde hij de eerste partij hoorn in het orkest van de opera. Zonder opleiding zette Mengal zich aan het componeren. Faipoult, prefect van het Schelde-departement, stuurde Mengal in 1804 naar Parijs om aan het conservatorium zijn studies te voltooien. Wat later werd hij ingelijfd bij het muziekkorps van de grenadiersvan de keizerlijke garde en trok met zijn regiment naar Italië, Oostenrijk en Pruisen. 's Winters kWam zijn regiment telkens naar Parijs terug; waardoor Mengal zijn muziekstudies kon verder zetten. In 1807 werd hij bij het leger ontslagen. Hij behaalde een eerste prijs voor hoorn en een tweede prijs voor harmonie te Parijs in 1809. Hij werd aangeworven bij het orkest van de Opéra Comique van Parijs. Hier werd in 1818 zijn eerste opera '~Une nuit au: chateau" ,opgevoerd. Later schreef hij nog een vijftal opera's alsook talrijke muziekstukken. Talleyrand bewonderde het talent van Mengal en nodigde hem jaarlijks uit voor een verblijf in september en october op Zijn kasteel te Valenèay. In 1824 keert Mengal naar zijn vaderland terug. Piers de Raveschoot, burgemeester van Gent, verzocht Mengal het bestuur van de Gentse opera op zich te nemen; dit werd echter een mislukking. Daarna werd Mengal dirigent van het orkest vàn opera. In 1830 werd de schouwburg gesloten en Mengal dirigeert eerst het orkest te Antwerpen en daarna te Den Haag. In 1835 is Mengal opnieuw te Gent en wordt hij belast met de directie van het pas opgeriCht conservatorium. De "stedelyke toon- en zang- · konst ~bewaerschool" werd ondergebracht in een deel van het stadhuis, Hóogpoóh 42. Onder de kundige leiding van Mengal kwam het conser37
vatorium alras tot bloei. Mengal zelf onderwees harmonie, compositie en hoorn. Onder de knapste leerlingen van Mengal moeten F.A. Gevaert en· K. Miry worden vernoemd. Mengal was ook muziek- en orkestleider van de "Muziek- of ToonkonstMaetschappy van S.Cecilia", die aanvankelijk haar concerten gaf in het Casino en daarna verhuisde naar Spiegelhave op de Nieuwe Wandeling. Mengalleidde ook de "Société des Choeurs" of "Choor-Gezang-Maetschappy", gesticht in 1835 en gevestigd in de herberg "In den Prins" in de Ramen. Mengal schreef kerkelijke muziek, een zestal opera's, een aantal koren, waaronder een "Hymne aan Artevelde", ontelbare romances, een aantal stukken instrumentale muziek en tientallen werken voor kamermuziek. Hij overleed op 4 juli 1851. In 1859 werd op zijn graf op het Campo Santo van Sint-Amandsberg een monument opgericht. Een broer van Mengal, nl. Jean-Baptiste Mengal, geboren te Gent op 21 februari 1792, studeerde ook muziek en behaalde een eerste prijs voor hoorn in 1814 te Parijs. Hij bleef te Parijs en speelde in het orkest van de opera. Hij was ook lid van de muziekkapel van Loclewijk . XVIII en wis een van de stichters van de "Société des concerts àu Conservatoire". Hij overleed te Parijs op 19 december 1878. Nog twee andere broeders werden ook muzikant. In de Wegwijzer van Gent ontmoeten we nog juffr. Adèle Mengal en juffr. Aimable Mengal, dochters van Martin-}oseph Mengal, als pianistèn. M.VANGENT BRONNEN: 1. P~ Bergmans : Variété musicologiques. (Gent 1891) 2. Dictionnaire bilbiographique.
EEN WOORDJE OVER DE MELKMARKTEN TE GENT
Het gebruik van de grote provinciale wegen was vroeger onderworpen aan het bet:dén van tolrechten of barreelrechten. Het tarief bedroeg : Voor elk paar wielen van welkdanig voertuig (drie wielen te rekenen voor twee paar) 5 centimes Voor elk paard of muilezel bespannen of onbespannen, tot vier toe : 10 centimes. De plaats van ontvangst van de rechten werd aangeduid door een paal, die van zonsondergang tot zonsopgang werd verlicht. Volgens de art. 7 tot 15 waren de karren en wagens, die voedingswaren en melk rechtstreeks naar de markt van een stad voerden, vrij van deze rechten.· Ge38
zien er echter te Gep.t geen melkmarkt was, verplichtten de in~ers van de tolrechten de melkboeren de- rechten te betá.leri. Om vrij gesteld te worden van deze rechten vroegen enkele landbouwers v-an Oostakker aan het gemeentebestuur van Gent melkmark~èn te richten. De gemeenteraad gi?g in op dit verzoek en besloot op 6 mei 1848 : Art. I : Vanaf 1 juni zal een melkmarkt worden ingericht op 1. het klein plein bij Vijfwindgaten 2. aan de Rode Torenkaai 3. nabij het Heilig Kerst . ·. 4. aan de Hebberechtstraat (=begin Kortrijksestraat) 5. op het Sint-Pietersplein 6. nabij de Nieuwe Wandeling aan de Coupure. -Art. 11 : De landbouwers, die melk naar de stad brengen, zullen hun melk mogen verkopen op de voornoemde plaatsen· tot 9 uur 's morgens · mits een maandelijks recht van 25 centimes. We weten niet of de melkmarkten veel succes hebben gekend. Nog tussen de twee oorlogen zulle11 de boeren .-: meestal de boerin geholpen door haar dóchter - met kar en p~d naar de. stad kQmen. Op de kar glinsterden een achttal koperen kannen in de zon. Onze melkboerin kwam dagelijks van Zeveneken, een andere boerin kwam dagelijks van Zomergem. In de maand mei brachten ze meikevers mede voor de kinderen. De opkomst van grote. melkerijen en de verkoop van melk" in flessen in zuivelwinkels hebben stilaan de melkboeren verdreven. Wereldoorlog 11 met de verplichte levering van de melk aan de melkerijen stelde een einde aan het naar de stad komen van de melkboeren. De tolrechten op de wegen werden afgeschaft door de .wet van 15 no:v;eJ,llber 1866.
m
M.VANGENT BRON: Verslageil gemeenteraad. Deel4:9 · .
'-··
TE GENT
1. De stad Gent is d?or d~ ~d· van ..Etiropa aa11gewe~en a,b l~ureaat . vari de wedstrijd "~onumèntenzorg": .Door eÇn int.eriïa,tiqnaie juryte Straatsburg werden. de dqssiers in verband·):n,~t de festau!"atie van de Sint-Niklaaskerk en de Sirit-Pietersabdij bekroond inet é·en èei:ste prijs. (zie :·De Gentenaar 31;10.1975). "Ghendtsche Tydingh~n" verheugt zich over dit prachtig resultaat, hoopt dat de werken tot een goed einde kunnen gebracht worden en dat in de toekomst voldoende aandacht zal geschonken worden aan de particuliere gebouwen en aan de omgeving van de historische gebouwen.
39
2. De V.Z.W. Ganclae, een vereniging die een beschutte werkplaats en een tehuis voor gehandicapten heeft opgericht, heeft twee woningen in het Oud Begijnhof, Gravin Johannastraat, prachtig laten herstellen. Onze oprechte felicitaties aan Gandae voor de inspanningen voor zo'n humaan en edel doel. 3. In de solidariteitsreeks verscheen op 24 november 1975 een zegel met het portret van E. Moyson (Gent 9.1.1838 -Luik 1.12.1868) en een zegel met het portret van dokter F. Snellaert (Kortrijk 21.7.1809- Gent 3.7.1872). 4. Op 1 november 1975 overleed te Gent de componist Norhert Rosseau. Hij werd geboren te Gent op 11 december 1907 en componeerde een groot aantal werken. "Kenmerkend voor zijn oeuvre zijn een volkomen technische beheersing van het métier en een overtuigende lyrische kracht". (Drs. K. Cooremans). 5. Door ACEC-Gent werd de grootste gasturbine ter weteld gebouwd voor de electrische centrale van Drogenbos. De turbine heeft een kracht van 100 megawatt. 6. Een van de schoorstenen van de electrische centrale in de Ham werd afgebroken in de maanden november-december 1975.
VRAAG EN ANTWOORD
Antwoord op vraag 69 We kregen een antwoord op vraag 69 van de heren G. Bracke en Ch. Van Burm. Beide leden verwijzen naar het boek "Société Anonyme de la Lys 1838-1938", dat uitgegeven werd ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de fabriek. Antwoord op vraag 67 In "Dagh-Cronijcke van Gent 1538-1559" fol. 53 r (Univ. biblioteek Gent Hs. 2562) leest men : "soo ist datmen op den 22 december op de comptoiren ten stathuyse ende over al schreef te zijne den eersten januarij stylo novo ende was alsdan ghepasseert kerstdach ende nieu avont, waer van luttel menschen ofte gheene onder tghemeente de eau· se wisten". Dr. J. SCHEERDER
40
BIBLioGRAFIE 1. Dr. J. Decavele : De Dageraad van. de Reformatie in Vlaanderen (1520-1565). Voornoemde studie werd bekroond door de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten. Uit de besluiten van de auteur blijkt, dat men het protestantisme niet mag beschouwen als enkel een voorwendsel om economische ambities te rechtvaardigen, maar integendeel het grondmotieven toekennen, die voor alle aanhangers gelden, na~elijk de religieuse aantrekkingskracht, die het bestaan van een dergelijke massale beweging en haar verspreiding in alle sociale klassen mogelijk maakte en in de jaren zeventig zo gevaarlijk werd voor de gevestigde orde. Het werk kost 2.800 fr. en kan besteld worden bij de Kon. Academie, Kunstlaan, 43, Brussel. 2. Door het stadsbestuur van Gent wordt een brochure verspreid "De Dienst voor Culturele Zaken van de Stad Gent". In deze zeer verzorgde en rijk geïllustreerde brochure worden¡ naast een bondige geschiedenis de activiteiten van de verschillende culturele diensten behandeld. (musea, bibliotheek, schouwburgen, enz.).
AANVULLENDE LEDENLIJST 817.- Beer H.L. Jubileumlaan 143 9000 Gent 818. -Dujardin J. Lisbloemstraat 58 9000 Gent 819. - School te Gent 820.- Dr. Heughebaert R. Sint-Miebielsstraat 12 9000 Gent 821. - Demeyer J. Iepenstraat 5 9000;Gent 822. - Van Outryve A. Steenaardestraat 10 9820 Sint-Denijs-Westrem 823.- Demeyer Ph. Rotsestraat 15 9744 Dikkelvenne 824. - D'hont J. Nevelsestraat 26 9910 Mariakerke 825. -Mw. Plasschaert Y. Rue du Nouveau Monde 30 7400 Soignies 826. -Vervliet Fr. Dorpstraat 24 9710Zwijnaarde 827. -Bombay J. Gent-Deinzesteenweg 33 9810 Drongen 828.- Van den Bossche E.L. Gustaaf Callierlaan 28 9000 Gent 829.- Vermeulen J. Molenweidewegel 5 9210 Heusden 830. -Claeys R. Weldadigheidsstraat 34 9930 Zomergem 831.- Roegiers L. Wellingstraat 122 9210 Heusden 832. -Dr. Boddaert J. Paul Fredericqstraat 110 9000 Gent 833. - Christophe J. Nelemeersstraat 9 9830 Sint-Martens.:.Latem 834. - Claessens J. Charles de Kerchovelaan 85. 9000 Gent 835. - Pauwels M. Heirweg 106 9720 De Pinte 41
836.- Mw. Mortier R.S. Brusselsepoortstraat 75 9000 Gent 837. - Piret J.F. Gordunakaai 22 9000 Gent 838. - Rummens M. Sluizeken 7 9000 Gent 839.- De Mulder A. R. RinskopHaan 19 9219-Gentbrugge 840. - De Bruyne Elslo 249 9050 Evergem . . . 841.,. Mgr. Van Petèghem L.A. Bisdomplein 1 9000 Gent 842.- ~teenbrugge H. Koningstraat 4 9000 Gent, 843. - Mej. Balcaen E. Kapelstraat 79 9820 Sint-Denijs-Westrem 844.- Mw. Lannoy C. Meerhem 2 9000 Gent 845. - Ongena L. Kouterstraat 53 9110 Sint-Amandsberg 846. - Van Daele G. Ham 71 9000 Gent 847.- Verhaeghe A. Voskenslaan 389 9000 Gent 848.- Ceuterick R. Smidsestraat 162 9000 Gent 849.- De Vilder M. Baliestraat70 9000 Gent 850. - Bomhals S. Predikherenlei 7 9000 Gent 851.- Van Hauwermeiren M. Schoonmeersstraat 39 9000 Gent 852. - De Prêter M. Holstraat 2 9000 Gent 853. - Ruys R. Doornweg 29 · ~9298 Wichelen 854.- Demeyer J. Martelaarslaan 13 9000 Gent 855.- Mw. De Clercq-Gernaey M. Kon. Fabiolalaan 5 9820 Sint-DenijsWestrem 856. - Steep G. Huidevetterskaai 53 9000 Gent 857.- De Winter M. Gebr. Van Byekstraat 9 9000 Gent 858.- Lievens A. Dr.J. Appelmanslaan 79 1710 Dilbeek 859. -De Bruyne A. Brankardierstraat 10 9000 Gent 860.- De Somme J. Drie-Leienstraat 12 9821 Afsnee 861.- Vervaeke R. Brabantdam 60 9000 Gent 862. - Schalek F. Krijtestraat 63 9040 Oostakker 863.- Mw. Van Humbeeck J. Magdalenasteenweg 25 1000 Brussel 864. - Lievens J. Brilstraat 4 9310 Lede 865.- Sarens F. Oude Brusselseweg 150 9219 Gentbrugge. 866. -Claeys W. Patijntjestraat 187 9000 Gent 867.- Kluyskens J. Krijgslaan 21 9000 Gent 868. - Mw. Bracke - Staelens Tulpstraat 52 9000 Gent 869.- Haeck F. Doornzelestraat 7 -9000 Gent 870.- Van Daele E. Oude Houtlei 124 9000 Gent 871. - De Roeck R. Voorhoutkaai 24 9000 Gent 87 2. - Merchiers L. Pres. F. D. Rooseveltlaan i7 8 9000 Gent 87 3. - Dabhelaere D. Nekkersberglaan 502 9000 Gent.
STEUNFONDS (aanvulling lijst 1975) Ch. Passin - 500 fr.; Mej. Van Winckel, Sint-Jan-Baptistinstituut, Dr. R. Heughebaert - 25 fr.
42.
KIJK-HIJ -K.IJKE ! I.
Hier in -ons goeie stad van Gent gebeuren soms wel vieze dingen daarom wil ik op den moment in dees revue daar iets van zingen Van 't geen er hier zoo ommegaat Zal 'k eenige staalkens laten blijken en vast ge zult van meenige daad heel zeker aardig staan te kijken (bis) II.
G'hebt hier op onze groenselmort een pompe staan met stinkend water wie er van drinkt, wordt ziek in 't kort hewel aanhoorders, wat bestaat er ? men spoelt in dat ondrinkbaar nat al 't geen dat g'op de moort ziet prijken ! mij dunkt dan d 'heere van de stad' ne keer daar naar zoûn meuge kijken" ! (biS) · liL Het bier van 't oude. mansgesticht geleverd bij adjudicatie kost negen frank de ton, maar 't ligt ook niet in d'ouwkens ilder gratie ' maar 't bier geleverd aan 't prison veur boeven die niet veel gelijken ach ! dat kost drij frank meer de ton· •. · ge ziet hoe d'ouwkens staan te kijken (bis) ~·-_
)
_;_.
'-
IV. Wij hên hier op den lotingsdag · wel vijf, zes moorden zien gebeuren geen Mn politie die dat ,zag zeg, es dat nu toch niet te beti-euren ? binst dat men moordt langs hier en daar ziet men schier geen politie prijken ! maar kijk : is 't werkstakinge maar tons zijn ze dapper aan het kijken ! (bis)
V. De trams met accumulateurs die gaan uit Gent in 't kort verdwijnen den trolley zal in plaats daarveur 43
de trams tons trekken op de lijnen Welnu dien élektrieschen draad die elders overal moest wijken gaat hier ontsieren, mort en straat daar zal veel volk komen naar kijken (bis) VI. Het stadsbestuur moest in de gaz onlangs den kolenhandel staken 't en was maar just, want 't es wat kras een anders nering aan te raken Maar in zwemschool en theatrezaal de stad, doet dáár maar voort pratijken Men tapt er drank op groote schaal en d'herbergiers staan stom te kijke (bis) VIL Den beestenhof in zijne fleur gaf aktiës aan zestig ballen nu dat hij weg moest par malheur meent gij dat d'actiën zijn gevallen ? Pardon ze zijn nu 't dobbel weerd 't Secret van eenige groote rijken ? Wie daar nen kop aan krijgt of steert Mag zeggen dat hij fel kan kijke ! VIII. 'k Schie uit, mij dunkt 'tes al genoeg hoewel 'k nog veel kan openbaren maar 'k zoe hier staan tot morge vroeg dus 'k zal veur later dat bewaren En wil 't publik aandachtig nu Het eene met het ander vergelijken dan zal 't ook zien dat dees revue met recht mag heeten, "Kijk-hij-kijke" !
Lied uit de Gentse revue "Kijk-hij-Kijke" door]. Antheunis en A. Comelis, opgevoerd in 1903.
Offsetdruk VITA, 97 50 Zingem
44
GHENDTSCHETYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.z;w. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent. Sde Jaargang, nr. 2
15 maart 1976
Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. V erbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaïSstraat 235, Gent Secretariaat : MaïSstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening: 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gent in 1848 De Maagd van Gent. De Tuin Gentse Brouwersuithangtekens in 1494 en in 1663 Nog eens Karelke Waeri Te Gent Vraag en Antwoord Bibliografie Nog Livius Cruyl Bibliotheek Aanvullende ledenlijst
47 63 74 84 95 97 97 98 99 100
Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor. zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. 45
OP ZONDAG 14 MAART BEZOEK ONDER DE LEIDING VAN DE HEER ARCHITECT M. BOURGOIS AAN HET VOORMALIG DOMINIKANENKLOOSTER ( PAND, ONDERBERGEN). SAMENKOMST : ONDERBERGEN OM 9 U 50. OP ZONDAG 28 MAART OM 10 U 15 IN DE KREDIETBANK, KOUTER TE GENT, KLANK- EN KLEURDIAMONTAGE OVER " DE GENTSE BEGIJNHOVEN " DOOR DE HEER VAN DAMME. OP ZONDAG 25 APRIL OM 10U15 IN DE KREDIETBANK, KOUTER TE GENT, VOORDRACHT DOOR DE HEER JOAN V ANDENHOUTE, CONSERVATOR DIENST ARCHEOLOGIE EN HISTORISCHE MONUMENTEN OVER " ARCHEOLOGIE, EEN WETENSCHAP ALS HOBBY ". OP ZONDAG 16 MEI BEZOEK AAN DE SOUVEREINE GILDE VAN SINT-JORIS. BIJEENKOMST HOEK LANGE STEENSTRAAT EN VROUWENBROERSTRAAT OM 10 U 15. ENKEL VOOR DE LEDEN. OPLOSSING PUZZLE 1 - A nne Marie Van Reysschoot 2- Q ionyse 3-
Y irginie Loveling 4 - I heresia Verhaeghe 5 - A da Deprez 6 - Q ravin Joanna 7 - Q histel (Margareta van- ) 8 - N iane Lucie 9- ~ ele (geliefde van Tyl Uylenspiegel) 10 - M aria van Bourgondië 11 - ~ lisabeth Dhanens 12 - A gnete van den Bossche 13 - M A A G D V A N G E N T De volgende leden vonden de juiste oplossing : De Heer De Vriendt J., Mevr. Sarteel D., Mevr. De Smet G., de Heer Decaluwe P. Aan deze vier leden onze hartelijke felicitaties. 46
DEEL IX. GENT IN 1848 Woelingen te Gent Vooraleer ons verhaal te beginnen moeten we even kijken naar Frankrijk. Op 23 februari 1848 brak te Parijs een opstand los : koning LouisPhilippe, op de Franse troon sedert 1830 als opvolger van Charles X en schoonvader van koning Leopold I, moest aftreden. De tweede republiek werd uitgeroepen op 24 februari 1848. In decembér 1848 zal prins Charles Louis Napoléon (1808-1873), derde zoon van Louis Bonaparte, koning van Holland en van Hortense de Beaubarnais en toekomstige Napoléon III, tot president worden verkozen. Intussen werd een arbeidersoproer te Parijs op 23-26 juni 1848 bloedig onderdrukt. Na de staatsgreep van 2 december 1851 zal het tweede keizerrijk worden uitgeroepen. De Franse omwenteling had haar weerslag in België. Vooreerst hebben we het incident Risquons-Tout op 29 maart 1848, waarover verder meer. De liberale regering Charles Rogier (1847-1852) trof een aantal maatregelen. Door de wet van 12 maart 1848 werd de kiescijns tot het grondwettelijke minimum gebracht, dit is 20 gulden of 42,32 fr. Daardoor werd het aantal kiezers gevoelig vermeerderd. AANTAL KIEZERS TE GENT EN PERCENT VAN DE BEVOLKING 1847 Gemeenteraad Provincieraad Parlement
1819 1116 1097
of 1,73 o/o of 1,06 o/o of 1,04 o/o
1848 3482 3266 3244
of 3,27 o/o of 3,07 o/o of 3,05 o/o
De verlaging van de kiescijns had een grondige wijziging in de samenstelling van het kiezerskorps in het arrondissement Gent voor gevolg : voor de hervorming bezaten de plattelandskiezers 54,5 o/o van de stemmen, na de hervorming nog slechts 41 o/o. Dit heeft natuurlijk een invloed op de uitslag van de verkiezingen. Aan de hand van deze gegevens onderzoekt Prof. J. Dhondt in zijn studie "Woelingen te Gent in 1848'" (Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde - 1949) de sociale struktuur van de bevolking te Gent in 1848. Groep A : betalen meer dan 169 fr belasting (kiesrecht voor parlement in 1847) Groep B : betalen tussen 100 fr. en 169 fr. belasting (verschil aantal kiezers voor parlement en gemeenteraad in 1847)
1097 gezinshoofden
722 gezinshoofden 47
Groep C : betalen tussen 42 fr. en 100 fr belasting (verschil tussen gemeentekiezers 1847 en parlementkiezers 1848) 1425 gezinshoofden totaal : 3244 gezinshoofden Groep D : betalen minder dan 4 2 fr belasting (In 1848 waren er te Gent 11.050 belastingsplichtigen) 7806 gezinshoofden nieuw totaal : 11050 gezinshoofden Groep E : betalen geen belasting ongeveer : 15000 gezinshoofden volledig totaal : 26050 gezinshoofden Groep A telt dus ongeveer vier percent van de bevolking en behoort tot de rijke burgerij. Opmerkelijk is wel, dat bij de 54 verkiesbaren voor de senaat { die meer dan 2116 fr. belasting betalen) geen enkel Gents industrieel wordt aangetroffen. Groepen B en C tellen samen ongeveer acht percent van de bevolking en omvatten de families, die tot de middelmatige en geringe middenstand behoren. GroepDomvat ongeveer dertig percent van de bevolking en behoort tot de zeer geringe middenstand; ze hebben geen kiesrecht en het is duidelijk, dat zeker een gedeelte van deze groep zal ijveren voor dit recht. Groep E omvat de armen en behoeftigen, ongeveer 57 percent van de bevolking. In 1848 werden door het Liefdadigheidsbureau gesteund : volledig : 4262 gezinnen met 17.048 personen tijdelijk : 5409 gezinnen met 21.636 personen totaal : 9671 gezinnen met 38.684 personen of 36,5 o/o van de bevolking. De oorzaken van de behoeftigheid waren ziekte {typhusepidemie), werkloosheid, onvoldoende loon met te groot aantal kinderen, ouderdom. Een tweede maatregel, die door de regering werd genomen, was de afschaffing van het dagbladzegel door de wet van 25 mei 1848. Een eerste gevolg hiervan was, dat de prijs van enkele kranten daalde. Gazette van Gent: vĂ n 15 fr. per jaar naar 14 fr.vanaf 2.7.1848. Gentsehen Mercurius : van 17 fr. per jaar naar 16 fr.vanaf 25.6.1848. Joumal des Flandres : van 50 fr. per jaar naar- 44 fr: per jaar vanaf 1.7.1848. L'organe des Flandres : van 44 fr. per jaar naar 36 fr. per jaar vanaf 20.6.1848. Alhoewel politieke factoren de aanleiding zijn om in 1848 enkele nieuwe bladen op te richten, toch heeft de afschaffing van het dagbladzegel dit vergemakkelijkt. Op 11 juni 1848 verscheen het eerste nummer van "Vlaenderens Wel48
varen"; de ondertitelluidde "Dagblad toegewijd aan de belangen van landbouw, handel en nijverheid en aan de verbetering van het Lot der Wetkende klassen". Hoofdredacteur was de advocaat Delwaert, die we nog elders zullen ontmoeten. Volgens Prof. E; V oordeckers was het een "liberaal, republikeins, democratisch strijd- en informatieblad". "Vlaenderens Welvaren" had echter een kort bestaan en werd reeds einde juli 1848 versmolten met "De Broedermin'~. "De Broedermin"verscheen van 23 juni 1848 tot juni 1859 en zal dan worden voortgezet door "De Stad Gent". Het blad werd opgericht door Constant Leirens; bij de medewerkers treffen we aan G. Callier, F. Boone, J. Stecher, Em. de Laveleye, Dr. C. Fredericq, die allen tot de studiegroep van Prof. Fr. Huet behoorden. Het motto van het blad luidde : "Het regt is de souverein der wereld". De titel zelf was een programma: "ofbroederniinof broederoorlog : geen middelweg".Het blad komt op voor verbetering van het lot van "de ysselyke menigte door armoe verwilderd, door miserie ontzenuwd, door diepe onwetendheid meestendeels ontaerd" (uit het eerste nummer). "Ontstaan in de leerlingenkring van Prof. Huet, evolueerde het blad van een christendemokratische strekking met republikeinse inslag naar een overtuigd liberalisme, dat op sociaa! gebied een v~.el gemat~der .to~n aansloeg, zich ec~~er op[oli.tiek gebted tot een stnjdend antiklerikalisme bekende" schnjft Pro . E. V oor· . deckers. . Ziehier hoe de minister van justitie in een brief van 27 juli 1848 aan minister Rogier de krant Broedermin beschrijft : "Parmi les journaux républicains qui se publient à Gand et qui ne négligent aucun rnayen p~ur ~xit~r ~e p~uple à se re~dre ~os~il~ à nos ?tstitutions, f~e la publicatlOn mtttulee Broedermm". Vttgmte Loveling vertelt ons m haar boek "Herinneringen", dat de titel van de nieuwe krant door haar zuster Rosalle werd voorgesteld. Een derde blad "De Gentsche Telegraph" versoheen van 1 juli 1848 tot einde september 1849; het blad had geen politieke strekking. Een vierde blad "Les Nouvelles du Jour" werd opgericht eind 1848 door A. Neut en zal tot in 1852 verschijnen. Het was een katholiek nieuwsblad. Over die A. Neut (1812-1884) zou veel te vertellen zijn; hij beheerde een ware perstrust. Naast eigenaar van de Gentse bladen "L'Organe des Flandres" en "!)en Vlaming", beide conservatief katholieke bladen, stichtte hij later de "Gazette voor Vlaenderen en Braband" en was ook eigenaar van Brugse kranten. Van deze nieuwe kranten had enkel De Broedermin betekenis, omdat het ietS nieuws bracht en zich voornamelijk wendde tot de groepen Cen D. Een nieuwe krant oprichten was en is natuurlijk niet zo een gemakkelijke zaak; daarom werd door sommigen als oplossing het uitgeven van een weekblad verkozen. Reeds einde 184 7 was het weekblad het "Gentsch Vosken" opgericht. 49
r 50
In de principe-verklaring lezen we : "Voor ons zijn de staatkundige benamingen van katholiek en liberaal valsche benamingen, nietsbeduidende woorden. Buiten en boven de partijen vinden wij ons vaendel en ons rigtsnoer in de constitutie". Het was "een katholiek satirisch strijdblad" (E. Voordeckers), dat in juli 1848 vervangen werd door "De Vlaemsche Leeuw" en zou verdwijnen einde 1848. Half juni 1848 verscheen een derde weekblad "De Draek" met als ondertitel "Liberael en Vaderlandsch Weekblad", dat ook reeds einde 1848 verdween; "De Draek" was een antirepublikeins strijdblad en bestreed de democratische Liberalen, gesteund door de Messager en Broedermin. In 1847 verscheen het weekblad "De Volksvriend", eigenaar, drukker en uitgever was een zekere A. Verbaere, wonende Sint-Lievensstraat,3 te Gent. Het was een vrijzinnig en sociaal vooruitstrevend blad. Bij Verbaere werd ook "Vlaenderens Welvaren" gedrukt. De ondertitel van "De Volksvriend" luidde "Weekblad toegewijd aan de belangen der werkende en noodlijdende klassen". Het weekblad verdween snel en werd in juni 1848 opgevolgd door "Artevelde". Ook dit blad werd gedrukt bij Verbaere. "Artevelde" werd opgericht door de advocaat Spilthoorn; bij de medewerkers ontmoeten we C. Leirens en advocaat Delwart. De titel staat in verband met een ~eheime republikeinse groep "Artevelde" genaamd. (zie Willem RogghĂŠ : Gedenkbladen en Elias : Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, deel 2, blz. 21l)."Artevelde" poogde de republikeinse gedachten te verspreiden en mag als een "presocialistisch blad beschouwd worden" (Prof. E. Voordeckers); door het onmiddellijk wegvallen van Spilthoorn werd het vlug ertkel een schandaalblaadje. "Artevelde" zal verdwijnen in 1852. De regering nam nog twee maatregelen : door de wet van 26 mei 1848 werd de onverenigbaarheid verklaard tussen een politiek mandaat en een openbaar ambt en door een wet van 8 mei 1848 werd de inrichting van de burgerwacht in al de gemeenten met meer dan 3000 inwoners verbeterd. De wet van 30 juli 1853 zal de burgerwacht beperken tot de gemeenten met meer dan 10.000 inwoners. Na deze inleiding, die ons een algemeen beeld geeft van de voorvallen in 1848, volgen we nu de gebeurtenissen. 7 januari : Men begint aan de verdere afbraak van het SpanjaardkasteeL De aanbesteding bedroeg 7.000 fr.; de bedoeling was werk te verschaffen aan een deel van de bevolking. 14 januari : Te Gent overleed de katoenfabrikant Jan Rosseel (geboren te Gent in 1766 ). Hij was ook gemeenteraadslid. In 1817 bezocht Willem I de fabriek van Rosseel aan de Groene Briel. Deze gebeurtenis werd op doek gebracht doorPieterVan Huffel. (Oudheidkundig Museum in de Abdij van de Bijloke ). De "Messager" geeft op 13.1.1848 een biografie van Rosseel : hij was een vennoot van Lieven Bauwens en was de tweede, die een stoomma51
chine in zijn katoenfabriek plaatste in 1805. 15 januari : De gemeenteraad keurt de verkoop goed van een stuk grond op de Nieuwe Wandeling voor 122.494 fr. (vier fr. per m2) door de Commissie der Burgerlijke Godshuizen aan de staat voor het bouwen van een gevangenis. De octrooibedienden ontvangen naast hun wedde jaarlijks een aandeel in de opbrengst van de rechten met een maximum van 16.000 fr. De opbrengst van de rechten was echter in 1847 aanzienlijk minder, waardoor de bedienden samenslechts 9.060 fr. zouden ontvangen; op verzoek van de directeur der rechten besluit de gemeenteraad dit bedrag te verhogen tot 12. 000 fr. 23 januari : Volgens het "Gentsch Vosken" is het hospitaal veel te klein; men is verplicht twee zieken in een bed te leggen en slechts half genezen moet men de zieken naar huis zenden om plaats te maken voor andere zieken. Volgens het Vosken wordt veel geld nutteloos verkwist aan een troep "comedianten". Als uitgaven vermeldt ons weekblad : 20.000 fr.aan de directeur, 2.700 fr.voor het patent, 12.000 fr voor gas, 4.000 fr. voor steenkolen, 3.000 fr. voor herstellingen. "En dit illes om wat Fransche springers en schreeuwers te onderhouden". Op 26 januari deelt de Gazette van Gent mede, dat op zondag 23 januari in de zaal Flora in de Holstraat een meeting werd gehouden, waar Jottrand, Spilthoorn, Kats en Pellering het woord voerden. De Gazette van Gent stelt de vraag: "Waar men met deze democratische betoging naar toe wil, weet men niet". J ottrand en Kats waren geen onbekenden te Gent; reeds in 1839 hadden ze samen met Spilthoorn hier meeting gehouden. (zie : Gendtsche Tydinghen n. 9 sept. 1973 : Het Gentse werkvolk maakt opstand in 1839). Hoe de keuze van Gent te verklaren ? Gent was de tweede stad in BelgiĂŤ; het was de enige stad met een fabrieksproletariaat, dat geweldig geleden had door de duurte van het leven en de economische crisis. Hier moeten we herinneren aan het feit dat Marx (1818-1883) en Engels (1820-1895) sedert einde 1846 verbleven te Brussel en in 184 7 een "Association dĂŠmocratique" hadden opgericht, waarvan J ottrand, Kats en Spilthoorn lid waren. In februari 1848 zal' het "communistisch manifest" verschijnen. Tijdens de februarirevolutie te Parijs zal Marx door de Belgische regering worden uitgewezen. Er zullen nog twee meetings worden gehouden : een op 1 februari en dP. laatste op 13 februari. De eerste meeting lokte slechts een driehonderd tal belangstellenden, de tweede meeting kende meer succes en zou door meer dan duizend personen zijn bijgewoond. Het Gentsch Vosken spot natuurlijk met wat het noemt de "zogenaamde democraten" en weet te vertellen, dat ze na de eerste meeting in de zaal Flora aan de deur werden gezet. 29 januari : De gemeenteraad verleent de toelating het beluik De Vreese 52
te bouwen bij het Sint-Pietersplein. 12 februari: Uit de bespreking in de gemeenteraad van de bouw van het huis voor blinden ontlenen we het volgende : "Le relevé des aveugles existant dans la ville au premier janvier, joint à la circonstance que 1'ophthalmie diminue graduellement ses ravages dans 1'armée, nous donne la conviction que trente places sufftront". Het totaal aantal blinden te Gent bedroeg 93, waarvan 69 (42 mannen en 27 vrouwen) steun ontvingen van het Liefdadigheidsbureau. 18 februari : Er zijn weer talrijke brooduitdelingen. "Broedermin en Taelyver" zal op 21 februari in de herberg naast de schouwburg Minard 900 broden uitdelen. In de estaminet Den Boer in de Sleepstraat werden door twee genootschappen ook broden uitgedeeld. Een menslievend genootschap is in de estaminet Nantes bij de Vleeshuisbrug opgericht; voor de tweede maal werden duizend broden uitgedeeld. Ook de maatschappij De Fonteinisten zal in haar lokaal op de Houtlei broden uitdelen met de opbrengst van een toneelvertoning. 23 februari : Halsregting van De Wilde. Maandag 21 februari 1848 heeft de halsregting plaats gehad van Jan De Wilde, 39 jaar oud, geboren te Lokeren, hebbende gewoond te Gent en veroordeeld op 4 december 184 7 te Brussel tot de doodstraf als plichtig van moord. De halsregting had om 10u15 plaats op het plein van het SpanjaardkasteeL · 3 maart : De Société Littéraire Gantoise zal op zaterdag 4 maart 700 broden uitdelen aan de armen. In de gemeenteraad wordt verslag uitgebracht van het onderhoud tussen een afvaardiging van de stad en het ministerie. Als gevolg van de omwenteling in Frankrijk is de verkoop van de textielproducten in Frankrijk zeer sterk gedaald; bovendien kunnen de fabrikanten hun handelseffecten niet verdisconteren. "La population ouvrière de cette ville se trouverait d'ici à peu de jours sans travail et sans pain et il serait difficile de répondre dans de telles circonstances du maintien de la tranquillité publique" lezen we in het verslag. De regering zal zes weken per week 50.000 fr. aan de stad lenen, die het geld moet overmaken aan de Banque de Flandre om alzo de fabrieken de nodige kredieten te verlenen. De stad zal 4 o/o interest betalen. De Messager .meldt : "Les canons de notre citadelle sont placés dans les embrassures. Ils sont tournés vers la France:' Reeds op 28 februari had het blad gemeld, dat een compagnie artillerie per trein vertrokken was naar Menen. Nog op 3 maart verschijnt in de Messager de volgende oproep : "Au nom de 1'humanité et de la liberté nous proposons une souscription en faveur des blessés et de la familie des morts des immertelles journées de février". De volgende dagen worden de volgende stortingen vermeld : Steven (eigenaar van de Messager) 20 fr., Huet 20 fr., Moke, Molitor, 53
Callier en Voituron : elk 10 fr., Frédericq, De Laveleye en Stecher: elk 5 fr. : de redactie van het tijdschrift La Flandre libérale (revue politique, littéraire et scientifique, opgericht in 1847) 50 fr.; verder nog 35 studenten met bijdragen van 0,50 fr. en een frank alsook vier advocaten (Dervaux, De Paepe, Tydgadt en Verdussen). De meeste personen behoren tot de studiegroep Huet. 12 maart : In de Messager lezen we : "L'Indépendance a annoncé U y a quelques jours que 1'on s 'occupait à Paris de 1'organisation d 'une légion beige". Op zondag 12 maart had in de zaal Willem Telleen vergadering plaats van het liberaal provinciaal kiesgenootschap. Hier willen we even herinneren aan de scherpe kiesstrijd in 1842 (zie Ghendtsche Tydinghen blz. 43 jg. 197 5 ). Stilaan had de radicale vleugel van de liberale partij het overwicht weten te verwerven. De radicalen vormden geen homogene groep; volgens Dr. Els Witte zijn er een vijftal subgroepen te onderscheiden : de groep Spilthoorn met Vispoel, De Coster en Delwart : de harde republikeinen, de groep die tot de belastingsgroep C behoorde en geen vertegenwoordigers bezat, de groep D'Elhougne als gematigde radicalen, de groep rond Metdepenningen met de laatste verbitterde orangisten en tenslotte de groep Huet met Callier, Stecher, Leirens. De vergadering voorgezeten door Metdepenningen sprak zich uit voor een scherpe petitie aan de regering, waarin aangedrongen werd op besparingen bij het leger. De petitie wordt echter niet verzonden. Maandag 13 maart : Heden werd de openbare rust in onze stad verstoord. Vanaf vijf uur 's avonds hadden samenscholingen plaats op de Kouter. Het publiek riep "Vivat de republiek ! Vivat de garde nationale ! " Later trok een bende van ongeveer veertig straatjongens naar het klooster van de Jezuïeten in de Bestormstraat, waar de ruiten werden ingegooid. Na de aankomst van een piket soldaten, later geholpen door gendarmes en kurasiers werd de menigte verspreid. Rond halfnegen werd een bataljon infanterie op de Kouter opgesteld. 's Avonds was de rust hersteld. Op dinsdag hadden opnieuw samenscholingen op de Kouter plaats; de menigte werd verspreid door pompiers. De herberg "De Oude Diligence" op de hoek van de Kouter waar leden van het democratisch genootschap vergaderden, werd op politiebevel gesloten. Door een proclamatie van burgemeester Constant de Kerchove worden de samenscholingen verboden. 's Avonds worden opnieuw de ruiten van het Jezuïetenklooster ingegooid. We kunnen de vraag stellen "Waarom trokken de oproermakers naar het klooster van de Jezuïeten ? " We menen een antwoord te vinden in het Gentsch Vosken. Volgens dit weekblad (6 februari) zou Spilthoorn verklaard hebben "Die Jezuïeten hebben het volk nog meer onderdrukt dan de pausen; ze hebben altijd samengespannen met de koningen, de edelen en de rijken om het volk te onderdrukken". We hebben reeds gezien, dat op 8 maart 1846 door Rens, Snellaert, 54
Blommaert en Heremans het "Vlaemsch Gezelschap" werd gesticht. De leden van het Vlaemsch Gezelschap, beangstigd door de vrees dat ons land opnieuw door Frankrijk zou worden veroverd, richtten een soort "gewapend vrijkorps" op (Willem Rogghé) en kregen de toelating wapenoefeningen te houden met oude geweren. Volgens W. Rogghé behoorden Jules de Saint-Genois en Pieter De Decker, minister in 18SS, bij deze vrijwilligers. Na een banket op 13 maart, waarop de burgemeester aanwezig was, trok een groep van het Vlaemsch Gezelschap al zingend door de stad. "Een hoop onzer mannen bedreef toen een onvoorzichtige daad. Bij de Sint-Baafskerk gingen zij bij professor Huet, onder luid geroep, de ruiten inslaan om vandaar hetzelfde te gaan verrichten bij professor Moke op het Steendam". (W. Rogghé) Volgens de Messager hebben enkele leden van Het Vlaemsch Gezelschap hun ontslag ingediend, waaronder Serrure. Woensdag 1S maart : Aanvankelijk is alles rustig, maar in de late namiddag stroomt de menigte opnieuw samen op de Kouter. Al zingend trekt een bende naar de Koornmarkt om het wapenmagazijn van Montagu te plunderen. De gewapende macht kan dit echter verhinderen. 20 maart : Te Kortrijk werd advocaat Spilthoorn aangehouden. Het wordt nu t~jd de ftguur Spilthoorn nader te belichten. Charles-Louis Spilthoorn werd geboren te Kruishoutem op 12 october 1804. Hij behaalde het diploma van doctor in de rechten aan de Gentse universiteit in 1829. In 1830 wordt hij aangesteld als commissaris van de voorlopige regering voor de provincie Oost-Vlaanderen. Reeds nu verdedigt Spilthoorn een republikeinse staatsvorm. Spilthoorn heeft contact met L. Jottrand(1804-1877) en is bevriend met J. Katsen Pellering. Samen met J ottrand zal hij Pellering en enkele anderen verdedigen voor het assissenhof te Brussel voor de publicatie van het "Appel à tous les vrais Belges par les amis du peuple des Flandres". Bijna zeker is het ook op initiatief van Spilthoorn, dat in 1839 en in 1848 Jottrand en Kats meetings houden te Gent. Spilthoorn is lid van de "Association Démocratique" te Brussel. Hij wordt eind februari belast met een "adresse aux citoyens membres du gouvernement provisoire de la république française" van de Association Démocratique over te brengen naar Parijs. Hij blijft echter een hele tijd te Parijs en keert eerst op 20 maart naar België terug. Intussen verscheen in de Parijse krant "La République" een "appel à tous les patriotes belges résidant à Paris à l'effet de farmer une légion destinée à être 1'avant-garde des armées républicaines". Er moeten volgens Prof. J. Dhondt "drukke betrekkingen tussen het Parijse comité en de Gentse democraten hebben bestaan". Was Spilthoorn de leider van de groep Belgische opstandelingen of kwam hij naar Gent terug om de ontvangst van de opstandelingen voor te bereiden ? In elk geval Spilthoorn wordt aangehouden "pour avoir organisé ou contribué à organiser les bandes de Risquons-Tout". Einde augustus 1848 kwam de zaak Risquons-Tout voor het hof van assisen te Antwerpen. Er waren
ss
43 beschuldigden, waarvan 14 Belgen; twaalf waren voortvluchtig. Negen beschuldigden waren geboren of wonen te Gent. Na de ondervragingen, getuigenissen en rekwisitoor luidt de eerste vraag "Spilthoorn est-il coupable d'avoir en 1848 en France, concerté et arrêté avec un ou plusieurs individus, la résolution de renverser par une attaque à main armée Ie gouvernement établi en Belgique?" Spilthoorn verklaart niet te hebben medegewerkt aan de voorbereiding van de Franse inval. Zeventien beschuldigden, waaronder Spilthoorn en zes andere Belgen, worden ter dood veroordeeld. Bij de uitspraak riepen de veroordeelden met uitzondering van Spilthoorn, Tedesco en generaal Mellinet "leve de republiek", Op 4 september betreurt de Messager, dat het proces te Antwerpen en niet te Gent werd voorgebracht en besluit het artikel met de zin "en vérité l'on pouvait s'attendre à plus de mansuétude". Spilthoorn weigert een genadeverzoek in te dienen, omdat "zijn geweten zuiver was", "je n 'ai fait que Ie bien et je n 'ai aucune faute à me reprocher". Leden van de Gentse balie dienen een genadeverzoek in; later zendt de balie van Gent een petitie aan de Koning ten gunste van Spilthoorn. De doodstraf werd omgezet in twintig jaar opsluiting. Spilthoorn werd overgebracht van de gevangenis van Antwerpen naar de citadel van- Hoei. Op 20 september 1850 schrijft hij in een brief aan Jottrand : "La gloire et Ie bonheur de notre pays ont été mes rêves les plus chers. Moralement tranquille je supporte philosophiquement mon sort". Een tussenkomst van J ottrand bij de minister om de vrijlating van Spilthoorn bleef zonder antwoord. Op 22 januari 1855 schrijft de Messager :"Le dernier des 17 condamnés de 1'affaire de Risquons-Tout, Mr. Ch. Spilthoorn, avocat à Gand, vient de sortir de la prison de Huy, Ie restant de sa peine lui ayant été remis par le Roi sous condition de s 'embarquer pour les Etats-Unis et d'y fixer sa résidence". Spilthoorn verbleef nog in het geheim wat te Gent en vertrok dan in mei 1855 naar New-York, waar hij zich vestigde als advocaat en weldra een drukke practijk had. Op initiatief van Spilthoorn werd aan het Columbia-College een cursus in het Romeins recht ingericht. Na vijftien jaar ballingschap keerde Spilthoorn naar Europa terug; hij wilde zich vestigen te Parijs, maar door de gebeurtenissen van 1870 kwam hij naar Brussel. Hij stierf in 1872 en werd door La Libre Pensée begraven op 12 september 1872 op het kerkhof van Sint-Joost ten Node. De lezer zal de vraag stellen :"En professor Huet?" Tijdens de februarirevolutie reist Huet naar Frankrijk; half maart verblijven twee Franse revolutionairen Johannat en Hetzei- die zelf in contact staan met Spilthoorn- bij Huet te Gent. Op 3 april1848 doet Huet samen met Jottrand de twee Fransen uitgeleide aan het station te Brussel. "Men mag dus besluiten, schrijft E.C.Coppens, dat Huet in die kapitale maand maart 1848 in voortdurend contact stond met de organisatoren van een mogelijke republikeinse staatsgreep in België". Welke houding Huet heeft aangenomen tegenover de gebeurtenissen is echter moeilijk te achterhalen, gezien de archiefstukken erg onvolledig zijn. Huet was echter in de eerste
56
plaats een filosoof, een denker, een ziener, maar beslist geen demagoog. "Zijn afkeer voor geweld en ziin burgerlijk vertrouwen in de sociale rust, maakten dat hij vrede nam met een revolutie in de ideeën" zegt E.C.Coppens. Na dit intermezzo keren we naar ons verhaal terug. In een brief aan de Messager, overgenomen door de Gazette van Gent, verklaart Constant Dossche, die we reeds ontmoet hebben in 1839, dat hij gepoogd heeft het volk van hun voornemen de hoofdwacht te ontwapenen, de Jezuïeten te verjagen en de republiek af te kondigen, te doen afzien. Hij beklaagt zich over de houding van de politie en deelt mede, dat hij de stad heeft verlaten. In werkelijkheid heeft hij zich enkele dagen verborgen. Volgens Prof. Dhondt was Dossche mogelijks een verbindingsagent tussen de Gentse arbeiders en het legioen, want op 27 maart is hij te Rijsel. "Constant Dossche, ontmoedigd, trok naar Afrika, waar hij een rol zal spelen in de eerste Belgische koloniale expeditie, de tocht naar Rio Nunez" weet Prof. Dhondt nog te vertellen. Maandag 20 maart : De stad is onrustig. "Wat er ook van al deze verbindingsagenten zij, zeker is dat de Gentse arbeiders verwittigd waren en klaar om de inval van het legioen af te wachten en dan zelf in te grijpen" schrijft Prof. Dhondt. ~agelijks beg~ven zich groepen arbeiders naar het station, waar het legtoen per trem zou toekomen. Maandag 27 maart : Er zijn opnieuw samenscholingen; zingende benden trekken door de straten. De dinsdagavond wordt gepoogd de straatstenen op de Vrijdagmarkt uit te graven, maar de gendarmerie verdrijft de massa. Woensdag 29 maart : Op deze dag had het incident van Risquons-Tout plaats. Een groep van ongeveer 2000 gewapende werklieden poogde de grens te overschrijden om in België de republiek uit te roepen, maar na een gevecht van een tweetal uur werden de oproerlingen verdreven. In de namiddag met de aankomst van de trein uit Kortrijk wordt te Gent bekend, dat de oproerlingen werden verslagen. 's Avonds stromen arbeiders opnieuw samen op de Kouter en op de Vrijdagmarkt. Donderdag 30 maart : Enkele leiders van de Association Démocratique, waaronder Balliu, Perrin, Mathieu, komen naar Gent en houden er een vergadering samen met de Gentenaar Dupré. 's Anderendaags zullen ze aangehouden worden en allen met uitzondering van Dupré zullen samen met Spilthoorn worden ter dood veroordeeld. Zaterdag 1 april : Een arbeider, die al zingende "Leve de republiek" door de Korte Dagsteeg trok, werd aangehouden door twee agenten, maar de menigte poogde de arbeider te bevrijden. Daarop kwamen een sergeant en een vijftal soldaten hulp bieden. Ze werden aangevallen door het volk, waarop de soldaten het vuur openden; twee jonge arbeiders werden gedood. Wat later had er op de Kouter nog een samenscholing
57
plaats, die door gendarmes te paard werd uiteengedreven. Het was de laatste dag van de onlusten. Op 30 maart had een tWeede vergadering plaats van de "Société électorale". Door de krachtdadige houding van ·de regering hebben de radicalen de wind niet i:neer in de zeilen. Metdepenningen zit de vergadering weer voor. Er wordt besloten het verzenden van de petitie aan het parlement uit te stellen. 6 mei : De gemeenteraad besluit melkmarkten op te richten. Juni : Door de wet van 12 maart 1848, waarbij de kiescijns werd verlaagd - het kiesrecht voor het parlement zal niet meer veranderd worden tot aan de eerste grondwetherziening van 1893- wordt het parlement ontbonden en zullen op 13 juni verkiezingen worden gehouden. In de Messager verschijnt de kandidatenlijst van de "Société électorale" van Guillaume Teil (de groep Metdepenningen). In de Journal des Flandres versch~int het bericht, dat een nieuwe "association électorale"is gevormd, waar Rolin de leiding heeft. De lijst van de nieuwe liberale vereniging vermeldt vier kandidaten van de lijst van de Messager plus drie andere kandidaten. De Messager is natuurlijk verbolgen over dit gebeuren en schrijft :"Le 8 juin 1847 (verkiezingsdag) avait brisé la coalition du clergé, du gouvernement, de 1'aristocratie; le club Rolin veut la reconstituer". Later schrijft de Messager :" A la réunion de Rolin-Rogier on remarquait les hommes de 1'Organe des Flandres (het conservatief katholiek ~blad) et quelques eunuques politiques que possède notre ville". De uits1ag van de verkiezing was als volgt : Senaat : Vergauwen Frans Van Remoortere Grenier-Lefebvre Kamer : Delehaeye Manilius D'Elhougne 't Kint-De Naeyer Van Hoorebeke Reyntjens Van Grootven De Coster-Wittocx Dubais De Beil
2. 946 stemmen (herkozen) 2.920 stemmen " 3.004 stemmen " 3.085 stemmen " 3.133 stemmen " 2.847 stemmen " 3.173 stemmen " 2.345 stemmen (verkozen) " 2.354 stemmen 2.18.7 stemmen " 858 stemmen )kandidaten van 916 stemmen )de Messageren 905 stemmen )niet verkozen
We stellen vast, dat de katholieken te Gent geen lijst hebben ingediend. De Journal des Flandres van 15 juni schrijft dan ook "11 y a un an, le Messager soutenait nos candidats. Aujourd'hui le parti de l'Organe a cru devoir donner son appui à la liste de la société libérale constitionnelle". Op 18 juli wordt Rolin minister van Openbare Werken ter vervanging van Frère Orban, die overgaat naar Financiën. Hier willen we 58
er aan herinneren, dat het nieuw parlement 51 nieuwe leden telde op 108 zetels en de nieuwe senaat twintig nieuwe senatoren op 54 zetels, en dit als gevolg van de wet op de onverenigbaarheden van 26 mei 1848. Emièl Van Hoorebeke, die ie Gent_ en te Eeklo was verkozen, diend~ zijn ontslag in voor Gent. Op 28. juli werd Rolin verkozen voor de vrijgekomen zetel; er was geen tegenkandidaat. Juni : Op 20,21 en 22 juni verschijnen in het Staatsblad de K.Bi in verband met de burgerwacht. lil de gemeenteraad van 15 juni verklaarde schepen Van Pottelsberghe, dat op de ongeveer 15.000 'te Gent ingeschrevenen voor de burgerwacht ongeveer 3.000 onmogelijk een uniform kunne11 kopen. Natuurlijk worden al de ingeschrevenen niet opgeroepen. Te Gent werden vier legioenen gevormd, elk legioen ingedeeld in drie bataljons en per bataljon vier compagnies. Per compagnie werden door de leden verkozen : èen kapitein, een luitenant, twee onderluitenanten, vier sergeanten, een foerier en acht korporaals. Op 31 juli hadden de eerste-verkiezingen voor de burget:wacht plaats. 29 juni : Te Sint-Amandsberg werd het grafmonument van J.F.Willems ingehuldigd. Om tien uur vormde zich aan het stadhuis een lange stoet, die zich naar de gemeente Oostakker begaf. Na de uitvoering van een symphonie door het muziekkorps van het leger. huldigde hoogleraar Serrure de afgestorvene. Vervolgens spraken Terbrugge van Antwerpen voor de toneelmaatschappij "De- Olijftak", M·. Van der Voort voor het Taal:: en Letter]cundig Genootschap van Brussel, Ho Conscience voor de Maätschappij ter bevordering van de Nederlandse Letterkunde van Antwerpen en Dr. Snellaaert. Op de voorzijde van het monument staat ge- · beiteld : "J.F.Willèms . Geboren te Bouchout 11 maart- 1793. Overleden te Gent 24 juni 1846". Op de achterzijde leest men "Dit graf bewaart zijn assche; het vaderland zijn naam". Augustus : In de Gazette van Gent lezen we, dat de Gentenaar- Couvreur gesneuveld is te Risquons-Tout. Tevens vernemen we, dat onderde 540 opstandelingen van de juni-revolutie te Parijs, zich 24 Belgen bevonden, waarbij zeven Brusselaars en drie Gentenaars; ze werden allen v-an Parijs naar Brest overgebracht en vèi-moedelijk naar de galeien gezonden. Op 27 augustus werd in de Veldstraat Lo11is Blanc aangehouden. Hij werd- opgesloten in de Maromelokker en reeds de volgende dag overgebracht naar Oostende om in· te schepen voor .Engeland. Op 23 augustus- moeten gemeenteverkiezingen worden gehouden. Na de nederlaag-van de radicalen is de.."so~iété électorale de_<?uillaume Tell" _ ontbondeJl. Toch zal er nog stnjd ZlJn tussen de twee hberale groepen. De Messagerblijft trouw aan het ingenomen standpunt : "La société électorale constitutionnelle ne peut espérer à représenter la véritable opinion de Gandu; op 22 augustus stelt de Messager de vraag "Par quels moyens M. de Kerckhove est-il parvenu à gagner les bonnes graces du Joumal des Flandres et de son acolyte le Vaderland? Pendant tout le 59
60
cours de son administration M. de Kerchove a été livré par Ie Vaderland à la risée publiqtie". En dan : "Avec Guislain St.-Genois, candidats del'association ministérielle, c'est le parti catholique qui ferait entrée au conseil communal". De Joumal des Flandres mengt zich natuurlijk ook in de strijd : "Metdepenningen était Ie chef du parti, qui a été vaincu aux élections de juin. I1 y aurait de la part des électeurs une espèce d 'inconséquence à lui conserver son mandat à coté de M. Rolin. La colère républicaine ne manquerait pas d'en triompher". Metdepenningen voelt -dat de strijd verloren is en stelt zich niet meer kandidaat. Er zijn 3484 kiezers, maar slechts 1813 stemmen werden uitgebracht. De liberale constitutionnele vergadering behaalde 28 op de 31 zetels. C. de Kerchove bleef burgemeester; Verhaeghe-de Naeyer, Van Pottelsberghe de la Potterie en De Pauw bleven schepen, de vierde schepen is Van Lokeren, die Rolin vervangt. 5 october : De gemeenteraad bespreekt grondig het probleem van de octrooirechten. Deze belasting is onrechtvaardig, omdat ze armen en rijken treft; ze belemmert tevens de nijverheid en de handel, omdat in de randgemeenten geen octrooirechten worden geheven. Ook de smokkelhandel wordt er door bevorderd. Het is echter onmogelijk de octrooirechten af te schaffen omdat men niet ziet hoe de inkomsten te vervangen. De gemeenteraad besluit het gewelf van de Sint-Lievenspoort af te breken omdat de doorgang te eng is. 11 october: De krant De Vaderlander vraagt de aandacht van schepen De Pauw voor de watertrap aan de Waaistraat, waar de bewoners van de dicht bevolkte wijk water komen scheppen. De trap. is volledig versleten en gevaarlijk. 26 november: De Messager schrijft, dat de bewoners van de Veldstraat klagen over de talrijke ontuchtige vrouwen, die 's avonds de straat belegeren, post vatten op de voetpaden en aldaar de· schaamtelooste gesprekken voeren. Het is namelijk van de hoek van de Hoornstraat tot verder op naar het Recollettenplein, dat men die beklotte nymfen aantreft. Ze bepalen zich niet alleen met de voorbijgaande mannen na te roepen, maar jagen de dames van voor de tribunes der magazijnen. 20 december : Gezien de onvoldoende inkomsten besluit de gemeenteraad vanaf 1 januari 1849 al de octrooirechten te verhogen met 10o/o met uitzondering van de rechten op wijn, stokvis en gedroogde vis, slachtdieren, hooi, granen en steenkool. Om te eindigen de broodprijzen in 1848.
8 januari
tarwe gebuild
tarwe ongebuild
masteluin
rogge
38 c.
31 c.
23 c.
17 c.
61
12 februari 4 maart 8 april 6 mei 17 juni 19 augustus 9 september 2 december
35 36 34 34 33 34 35 34
c. c. c. c. c. c. c. c.
28 29 27 27 26 27 29 27
c. c. c. c. c. c. c. c.
22c. 22 c. 21 c. 21 c. 2o c. 21 c. 22 c. 21 c.
16 18 16 16 16 16 16 15
c. c. c. c. c. c. c. c.
1848 is ten einde. De woelingen van het voorjaar hebben niets opgebracht; de burgerij koos voor orde en rust en heeft de behoudsgezinde vleugel versterkt. De voornaamste spelers zoals Metdepenningen, Spilthoorn zijn van het toneel verdwenen; andere meer gematigde radicalen nemen plaats in de liberale partijrangen. Later zal Metdepenningen nog een voorname rol spelen in de liberale partij. Het leven is terug "normaal" geworden, een nieuw onheil staat echter voor de deur. M. STEELS NOOT Hippolyte Metdepenningen werd geboren te Gent op 21 maart 1799. Hij behaalde het diploma van doctor in de rechten aan de Gentse uni.:. versiteit in 1818. Gedurende zijn 63-jaar lange advocatenpractijk was hij zeven maal stafhouder van de Gentse balie. Hij zetelde tevens gedurende achttien jaar in de gemeenteraad en was de leider van het orangisme tot het bittere einde. Metdepenningen was gedurende vijftig jaar van 1831 tot 1881 -voorzittend meester van de Gentse loge "Le Septrention", wat zeker een unicum is in de geschiedenis. Hij overleed op 6 october 1881. Op 20 juni 1886 werd zijn standbeeld, werk van de beeldhouwer J. Dillens en opgericht door vrijmetselaars, onthuld. BRONNEN A : Verslagen gemeenteraad (delen 49 en 50), jaarverslag. B : de in de tekst vermelde kranten en weekbladen. C : J. Dhondt : Woelingen te Gent in 1848 (Handelingen Maatschappij Geschiedenis en Oudheidkunde 1948 ). Els Witte : Politieke Machtstrijd in en om de voornaamste Belgische steden 1830-1848). L. Jottrand : Charles-Louis Spilthoorn (Brussel 1872). W. Rogghé : Gedenkbladen (1898). E.C. Coppens : La société Huet. Tussen revolutie en reaktie. H. Wouters : Documenten betreffende de geschiedenis der arbeiders. beweging (1831-1853). E. Discailies : Spilthoorn in Biographie Nationale deel 23 ). V. Loveling: Herinneringen (blz. 17 en 18). 62
DE MAAGD VAN GENT
11. DE TUIN Zonderling genoeg hebben de talloze kunstenaars die zich bij het op stapel zetten van hun penne-, burijn-, penseel- en beitelvruchten lieten inspireren door Boydins "visioen", als bij afspraak "vergeten" dat die lieve Gentse Maagd paalvast thuishoorde in een wonderschoon prieel. , En nergens anders. Was het plekje weide dat het meisje uitgekozen had om er zich neer te vlijen misschien niet rijk genoeg bezaaid met bloemen van allerhande geuren en kleuren? Of waren de haagvormige wanden van haar groene huisje te schaars bestrooid met nog andere rozen en nog andere lelies? Waarom en wanneer men haar heur groen en blauw prieeltje afgenomen heeft om haar een armzalig stukje omheinde grond in de plaats te geven, zijn vragen die zo maar niet op een ik en een gij kunnen beantwoord worden. Bijna nog lastiger te beantwoorden is de vraag in hoeverre Boydin oorspronkelijk geweest is bij de verzinning van zijn verhaal. Dat vraagstuk wensen we voorlopig liefst niet aan te roeren. Naar het ons wil voorkomen zullen sommige lSde en 16de-eeuwse miniaturen en schilderijen niet vreemd geweest zijn aan de decorverwisseling der Maagden residentie. Eerst en vooral wat die miniaturen betreft. Zowel het Brevier van Maria van Gelre (1) als dat van Filips de Goede ( 2); zowel het getijdenboek van Catharina van Kleef (3) als de kroniek "La Fleur des Histoires" van Jean Mansel (4) en de Hortulus animae ( 6) bevatten schitterende schilderijtjes die de Madonna of een andere bijbelse ftguur ten tonele voeren. Telkens heeft de artiest het personage in een beperkte ruimte geplaatst, ruimte die ofwel gedeeltelijk ofwel volledig afgesloten is door middel van meestal een laag gemetseld muurtje. In de eerstgenoemde miniatuur is het muurtje veelhoekig van vorm en bekroond met een niet al te hoog metalen hekwerk dat eerder schaars versierd is met witte bloemen. Maria van Gelre verschijnt in de gedaante van een Madonna. In de miniatuur uit het Brevarium van F.D.G. is het Jesse alias Isaï die het voor het zeggen heeft. Hij ligt, gewoonte getrouw, languit te slapen op een stukje met bloemen bezaaid grasperk. Een C-vormig muurtje (één lang en twee korte delen) schijnt hem tegen alle mogelijke onheil te zullen beschermen.In de miniatuur uit het Getijdenboek van C.V.K. "Christus in de Hof van Gethsemane" (6) afbeeldend , speelt zich de scène af- Christus biddend vóór een altaar; aan zijn voeten 3 apostelen, waarvan er één waakt, één rust en één slaapt - binnen een cirkelvormige witgetenen omheining.Deze omheining
63
is voorzien van 2 openingen waarvan één een (openstaand) hekje gekregen heeft. lil hetzelfde handschrift is er een tweede miniatuur te zien
die verdient bekeken te worden. "Madonna met Kind tussen de wijnranken" heeft men ze betiteld. O.L.V. zit in het midden van een vermoedelijk vierkante grasperkje dat omgeven is met 3 (van de 4? ) lage begroeide bakstenen muurtjes waaraan men een gouden traliewerk bevestigd heeft. Ontelbare wijnranken en trossen druiven vullen de ruimten, door de de traliën gevormd, letterlijk op. Zonder overdrijving een luisterrijk bladgroen en druive-blauw prieeltje. In "La Fleur des Histoires" is het de "Geboorte van Mozes" die we in ons betoog betrekken. Drie tamelijk hoge niet begroeide maar wel afgedekte muren in Cvorm omheinen een nogal grote ruimte. Omdat de twee zijmuren tot aan de rivieroever reiken heeft men een van die zijmuren van een (romaanse) deuropening voorzien. Aan de "Hortulus animae" (:hofje of tuintje voor de zielen) ontlenen we de miniatuur die ons de H. Catharina laat zien : hoe ze neergehurkt zit te zitten voor een laag begroeid bakstenen muurtje dat waarschijnlijk deel uitmaakt van een omheining. Tot achtergrond van het tafereel dient het Gents Gravensteen. Eigenlijk zouden we nog een tweetal getuigenissen moeten inroepen; de eerste omdat ze uit de verre vreemde en de tweede omdat ze uit een andere dan religieuze hoek afkomstig zijn. Inderdaad bevat de "Historia Novi Testamenti" (7) een schilderijtje "Christus Tuinman der Zielen" dat er waarachtig niet om liegt : de spittende Christus bevindt zich te midden van een niet onaanzienlijk stuk akkerland dat omgeven is door een cirkelvormige, minstens 1 m hoge tenen afsluiting waarvan evenwel slechts een gedeelte zichtbaar is. In het "Liedboek van Jean de Montchenu" (8), een werk met een meer wereldse inhoud, krijgen we op een miniatuur die ditmaal in de vorm van een hart geschilderd is, een smaakvol uitgedoste dame te zien die haar lied zingt op een plaats die ook alweer omringd is door een laag begroeid muurtje. Deze ietwat lange waslijst van bewijsplaatsen zouden we, hadden we daartoe de lust, nog een langere staart kunnen geven. Liever zullen we voorlopig afscheid nemen van al die bekende en minder bekende grotendeels Vlaamse miniaturisten· om ook eens een kijkje te gaan nemen bij hun in het algemeen heel wat beter bekende ambtsbroeders, de paneelschilders, die uiteraard een talrijker legioen vormen. Om ons verhaal niet al te langdradig te maken, stellen we voor die "meesters" ietwat minder uitvoerig te behandelen.
Jan van Eyck, "Madonna bij de Fontein", 1439, Mus. Antwerpen : laag begroeid muurtje. (O.L.V. met het Kind staat op een rijk bebloemd tapijt dat door twee zwevende engelen omhoog wordt gehouden). Gerard David, "De verloving van de H. Catharina", Nat. Gall. Londen : er is een hoge muur met deksteen, grotendeels door een haag verbor64
gen; het traditioneel grasperk is door een vloer met tegels vervangen.
A. Isenbrandt, "De Maagd der Maagden", Mus. New York : het begroeid muurtje heeft een C-vorm. Q. Metsys, "Maria in de besloten Hof', partic. verzameling, Zwitserland: laag begroeid muurtje waarvan slechts drie delen zichtbaar zijn. H. van der Goes, "De H. Maagd, het Kind en een Franciskaner Monnik", Mus. Brussel : lage zodenbank. Brussels Meester, "Madonna", part. verz .. Stokhalm : laag begroeid muurtje. Elzasser Meester, "La Vierge Ă la treille de Roses", Mus. Straatsburg : bakstenen muurtje met begroeid hekwerk. Meester met het geborduurde loof, part. verz. Amsterdam : de zodenbank schijnt geen gemetseld muurtje te zijn; het houten hekje van de omheining is gesloten. Meester van de Lucia-legende, "Maagd in de besloten Hof' : een laag stenen muurtje met een ongev. 1 m hoge haag die bovendien een licht ge.welf vormt.
Meester van het Tweeluik te Brunswijk, van wie ook werken bewaard
worden. te Brussel en te Amsterdam, "Anna, Maria en Kind", : Anna zit op een begroeid muurtje; Maria zit in het gras.
Wat we van die rijke verzameling schilderijtjes (in kostbare manuscripten gepenseeld) en schilderijen (op deugdelijke eiken planken geborsteld) onthouden is dat die kleurrijke dingen ontstonden NA de verschijning van Boydins "visioen". Of er ook van die kunstwerkjes VOOR dat moment ontstaan zijn , zijn we niet te weten gekomen. Wellicht niet want ware dit wel het geval, dan zou onze dichter zijn Maagd in plaats van een prieel, een versterking gegeven hebben. Toen in 1405 de Hollandse graaf Willem III, een zwager van ons aller maar om te best bekende Jan zonder Vrees, in de loop van de Arkelse Oorlog (1396-1412) de belangrijke burchten Hagestein en Everstein op de Arkelse vijand wist in te nemen en - vanzelfsprekend - te verwoesten, werd die roemrijke overwinning bezegeld met de creatie van wat men sedert die heuglijke gebeurtenis een Hollandse Tuin heeft genoemd. Een tuin die nota bene een Maagd onder zijn bescherming had genomen. Een maagd die trouwens - evenals haar Gentse zuster - uit oorlogsomstandigheden geboren was. Zou het waar zijn dat de zegevierende Hollanders (in 140 5) de dito Gentenaars (uit 138?) zo maar klakkeloos nagebootst hebben? Tussen die twee Maagden was er evenwel meer dan een in het oog vallend verschil waar te nemen. Zat de Gentse jonge dame neergehurkt IN een prieeltje, de Hollanders hadden de hunne neergezet BINNEN een van een gesloten hekje voorziene, van wilgetenen gevlochten, omheining. Omheining die ze, zoals we reeds zeiden, van meet af aan Hollandse Tuin noemden. Over de betekenis van dat woord moge hier even uitgewijd worden. Zo65
als we enkele regels hoger gezien hebben wordt er in de titel van de opgesomde miniaturen of schilderijen niet gezinspeeld op een volwaardige omheining of iets gelijkaardigs. Nu eens klinkt die titel "In de HOF van Bethsemane", dan eens "La Vierge à laTREILLEde Roses". Verder horen we spreken van een "Madonna in de besloten HOF" of van een "Madonna in de TUIN, ofwel yan een "Madonna vóór een ROZENHAAG". Ook van een "Madonna im GARTCHEN'' ="Madonna befare a GRASSY BENCH" zoals een anoniem werk berustend in het Berlijns Museum betiteld wordt. Ik onderstreepte de woorden HOF en TUIN niet pro forma maar wel om eraan te herinneren dat beide niets anders betekenden dan wat de Fransen een "jardin" heten. Doch oorspronkelijk betekenden die HOF en die TUIN geen "jardin" maar wel de omheining van dat "jardin" of om het even welke andere kleine of grotere ruimte. Eerder dan het met het woord tuin het geval was, ging men met het woord hof het "jardin" of gewoonweg de omheinde strook grond aanduiden in plaats van de omheining zelf. Trouwens, betekende "Paradijs" in den beginne niet zoveel als ommuurde ruimte? En waren de Hof van Eden en de Hof van Suzanna niet in hetzelfde geval? En ontmoeten we in het Hooglied (4-12), opgenomen in het Oud Testament, niet deze begeesterde hartekreet : "Mijn zuster, gij zijt een besloten Hof! "? Zowel in het oudnederfrankisch (tûn) en het angelsaksisch (tûn) als in het Iers (dûn) en het middelnederlands (tuun, tuyn, tuen, tune en toene) betekent tuin in de eerste plaats omheining of vesting en pas in de tweede plaats de door die omheining of vesting omsloten ruimte. We hoeven slechts aan de bekende zegswijze "Iemand om de tuin leiden" te denken om ons van die primitieve betekenis te vergewissen (9). Inderdaad het is niet omheen een bloemenperk dat men een belegeraar zendt wandelen, maar wel omheen een (liefst flink versterkte) stadsomheining of -vesting. Met andere woorden iemand beetnemen. Niet recht op het doel afgaan. Bedriegen. Als proef op de som : herlees eens dit paar versjes die we uit onze Reinaert de Vos lichten : 2019 Tibert sprac : "nu haestewi !" 2020 Ende met dien worden spronghen si, 2021 Ende liepen vort harde blide zeer 2022 Ende pynden hem te stride dwongen om strijd 2023 Te springhen OVER MENEGHEN TUUN. 64 5 646
Reynaert met sinen gheselle Brune Tote Lamfroits BI DEN TUNE tot Lamfroits erf
Als we in de regels die volgen van de Maagd van Gent in haar tuin (M. V.G.I.H.T.) zullen spreken, gelieve de lezer zich te herinneren wat met die TUIN bedoeld wordt. Tussen haakjes : In het Frans spreekt men doorgaans van La Pucelle de 66
Gand dans son enelos (enelos dat ook alweer de betekenis heeft van cloture). Uit ons woord tuin ging een eeuw geleden zo'n sterke straling uit dat het zdfs in het Frans zo maar overgenomen werd : "La Pucelle de Gand assise dans une thuin, la main gauche... " "La Pucelle de Gand assise dans son tuin et portant une bannière... " (10) We herhalen de vraag die we ons hoger gesteld hebben : Wanneer nam onze Maagd voor het eerst plaats in haar tuin? Het blijft een open vraag. Nochtans... Alhoewel we onmogelijk chronologisch kunnen te werk gaan bij het opsforen en rangschikken van de ontelbare voorwer,pen e.d. die het stempe van onze Maagd dragen, zullen we desniettemin trachten die zdfde chronologie geen al te groot geweld aan te doen. Mogen we J.Boes (11) geloven, dan zouden de Gentse tinnenpotgieters reeds in de loop van de 15de eeuw de afbeelding van de M.V.G.I.H.T. als meestermerk gebruikt hebben. Dat er geen dat merk dragende tinnen voorwerpen uit die eeuw (en uit de jaren die erop volgden) tot ons gekomen zijn, zal waarachtig niemand verwonderen. Evenmin zijn voor het merken gebezigde matrijzen bewaard gebleven. Dank zij een cirkelvormige gegoten tinnen plaat die in het Bl]L,OKEMUSEUM berust zijn we heel wat beter ingelicht wat de merken uit latere eeuwen betreft. Bedoelde 23,2 cm grote plaat die door Conservator A. Van den Kerkove uitstekend beschreven werd (12), heeft een vooruitziende ziel, waarschijnlijk. omtrent het jaat 17 30, gebruikt om er de in die tijd in zwang zijndt: merken in te prenten. Laten we zeggen · · een soort kataloog. Van de 97 in de plaat geprente merken zijn er een dozijn die de M.V. G.I.H.T. afbedden. Al die merken hebben deze bijzonderheid gemeen dat de Maagd neergezeten is en dat de tuin bestaat uit een groot aantal dicht naast elkaar in de grond geheide palen : een palissade die voorzien is van een gesloten hekje. (Wil vergelijken met de beschrijving van de Hollandse Tuin). . In de linkerhand omknelt ze een vlaggestok waaraan een vlag die ofwel een leeuw (mogelijk een Gentse) ofwel de sigel S~P.Q.G. (Senatus Populusque Gan_davensis = De Raad en het Volkvan Gent) bevestigd is. Met de rechterhand presenteert ze een wapenschild waarop de Vlaamse Leeuw. Een (levende) (Gentse) leeuw heeft zijn voorpoten op haar ·. . linkerknie gelegd. Vermelden we volledigheidshalve dat al die merken gebruikt werden van omstreeks 1680 tot een heel eind in de 18de eeuw. Nu we toch in het Bijlokemuseum verwijlen zullen we maar liefst van de gelegenheid profiteren om een paar grote zaken en enkele kleine dingen te gaan bekijken : .waardevolle documenten die allemaal het stempd dragen van de M.V.G.l.H.T. We trekken eerst naar de zg. zaal 1715, waar we een groot doek zien hangen (359 cm x 292 cm). Het is het werk van A. Van den Heuvel en meldt zich aan als "Ferdinand ontvangen door de Maagd van Gent". 67
~
., ·• • HOU 'ENDE .
Stadhuis : De Maagd van Gent.
,.,QMUW:i!Otkl!llt!tWtJ%2/.,
.~
(Foto : Dienst voor Toerisme Stad Gent)
De (gelauwerde) Maagd is neergezeten in haar halfcirkelvormige wilgetenen tuin waarvan de twee uiteinden opgevangen worden door vierkante piedestallen. Op het linkerpiedestal pronkt een leeuw die in de rechterpoot een vl~estok met wimpel vasthoudt. Zijn linkerpoot rust op een wapenschild met de Vlaamse Leeuw. Had men destijds het schil- . derij niet aan alle zijden afgesneden, dan zouden we op het tweede piedestal een leeuw zien zitten hebben een wapenschild met de Gentse Leeuw erop aanbiedend. De in een lang kleed gehulde Maagd biedt (op 28-1-1735) de stadssleutels aan de nieuw aangestelde gouverneur-generaal, Kardinaal-Infant Ferdina.nd van Oostenrijk, broeder van de koning van Spanje, Filips IV, terwijl ze met de andere hand de kop van een voor haar liggende leeuw streelt (13). Niet ver van de 1715-zaal versiert een 143 cm x 111 cm grote "Gheluck-wensch aen de begonsterstelde Vlaemsche Maegt .. ; " een der muren van de kloostergang. Van de 4 kleine wapenschilden die de fraaie tekening versieren is er één dat aan Gent gewijd is. De Maagd zit in haar palissade-tuin die onderbroken is door een opening zonder hek.Ook hier heeft de leeuw zijn voorpoten in haar schoot gelegd. Een banier met twee staarten zonder enige afbeelding erop voleindigt de voorstelling. We zetten onze wandeling voort. Om uiteindelijk te belanden in de zg. Gentse zaal. Daar ontdekken we een paar gedenkpenningen waarvan de oudste dagtekent van 1678. De· 7 3 mm metende bronzen penning werd geslagen ter herinnering van de Inneming van Gent door de legers van Ladewijk XIV (14). Op de voorzijde van de penning prijkt een borstbeeld van een geharnaste en gelauwerde Zonnekoning. Op de keerzijde herkennen we onze bloedeigen M.V.G.I.H.T. Naast haar zit een leeuw en achter haar pronkt een tropee versierd met het vaandel van Gent. Graveur : F. Molart. Op het einde van de vorige eeuw leverde de graveur Lemaire heel wat gedenkpenningen op wier voorzijde we onze M.V.G.LH.T. afgebeeld zien : die geslagen ter herinnering van de "50ste verjaring der stichting van het Koninklijk Stamhuis. Stad Gent. Leopold 11 huldigt de Zeevaartinrichtingen in. 5 Sept. 1881." Die geslagen ter herinnering aan de "Société royale des Mélomanes. 4 Sept. 1881". Lemaire graveerde nog andere medailles, o.a. in 1882, 1885, 1887, 1890. Een van zijn werkjes is in het Bijlokemuseum terecht gekomen : "Ce jourd'hui 17 juin 1892 furent inaugurées les cales sèches par l'entrée de la barque anglaise Endymion (een driemaster). Capitaine John B. Booth". We verlaten (voorlopig) het Bijlokemuseum om een kortstondig maar leerrijk bezoek te brengen aan het STADHUIS Wat we tegenwoordig kentien als voorportaal of vestibule was eertijds 69
de Gerechtszaal van de Schepenen van Ghedeele. Van de talrijke schilderijen die de wanden van het lokaal versieren is er een die dadelijk in het oog springt : een grote afbeelding van de M.V.G.I.H.T. Ditmaal hebben we werkelijk met een Stedemaagd te doen, want een muurkroon tooit haar hoofd. Met haar rechterhand houdt ze een groot wapenschild in evenwicht. Alle misverstand is hier waarlijk uitgesloten : we staan voor het Gents wapenschild uitgevoerd volgens de rigoureuze regels van de heraldiek (15). Op haar linkerknie rusten de voorpoten van haar trouwe metgezel, de leeuw. Een stuk palissage-tuin fungeert als achtergrond van het alleszins levendig spectakel. Een eindje gang brengt ons naar de Gemeenteraadszaal, die een half millennium geleden gebouwd werd als Vergaderzaal van het College van de Keure. De 5 maal 2 glasschilderingen die de M.V.G.I.H.T. voorstellen zijn natuurlijk moderne kunstwerken. De Maagd draagt een gouden kroon. Haar golvend lang haar bedekt gedeeltelijk een wit bovenkleed. Een blauwe rok voleindigt haar garde-robe. De leeuw heeft zich voor haar voeten neergevlijd. Een vlag met de Vlaamse Leeuw erop die zonderling genoeg. niemand schijnt vast te houden, geeft nog meer kleur aan de reeds kleurrijke compositie. De (eveneens historische) zaal die zich boven de Gemeenteraadzaal bevindt en te boek staat als Arsenaalzaal (16) maar oorspronkelijk Collatiezolder en naderhand Comediantenkamer genoemd werd, is 2 schoorstenen rijk : een gelegen aan de zuidkant van het vertrek ( de oorspronkelijke schoorsteet;l) en een gelegen aan de tegenovergestelde zijde van de plaats, een moderne kopij van de eerstgenoemde. Het is het rechterbeen ( of verticaal opgaande profilering) van de oorspronkelijke schoorsteen dat we eens extra gaan bekijken. De steenkapper Jan den Otter heeft er, naar eigen ontwerp en zelfgemaakte maquette, een prachtig stuk gepolychromeerd beeldhouwwerk van gemaakt. Wat het voorstelt, dat been? Een Maagd met een gouden haarbos die evenals haar zusters in de Gemeenteraadzaal uitgedost is met een wit bovenkleed en een blauwe rok. Ze omarmt een leeuw die met een zijner voorpoten een zwart wapenschild vasthoudt dragende een gouden leeuw, rood getongd en dito geklauwd. Beiden, Maagd en leeuw hebben plaats genomen gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten de tenen tuin. Slechts enkele schreden scheiden ons van een ander openbaar maar in tegenstelling met het Stadhuis geen historisch gebouw : de KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHOUWBURG Van de twee M.V.G.I.H.T. waarmee architectE. DE Vigne zijn bouwwerk versierd heeft is er een die men niet zo vlug ontdekt. Het betreft het cirkelvormig medaillon dat aangebracht is in het opperste gedeelte van de geveltop,precies onder de bronzen Apolloon die de monumentale gevel van de Schouwburg bekroont. Volgens de regels van de kunst houden Maagd, leeuw en wapenschild elkander gezelschap. Ook de tuin is aanwezig maar dan meer opgevat 70
als een symbolische voorstelling : een lange rij naast elkaar geplaatste palen, waarachter de Maagd zich als het ware schuil houdt. Om het tweede beeldhouwwerk in het vizier te krijgen moet u zich naar de zij-ingang van de Schouwburg begeven. Die is te vinden aan de Biezekapelstraat.Niet met een ronde maar met een ovaalachtig tafereel hebben we deze keer te doen. De Maagd laat haar mooie haren in alle richtingen wuiven. Zoals naar gewoonte heeft de leeuw zich van haar rechterknie meester gemaakt. In de linkerhand omknelt ze een vlaggestok zonder wimpel of vaandel. Minder gewoon is dat de palissade-tuin waarachter ze post gevat heeft afgesloten is door middel van een met een bloot schild versierd hekje. In gedachten zetten we onze wandeling voort. Na en passant een vluchtige blik geworpen te hebben op de M.V.G.I.H.T. die tronen, die ene boven een zij-ingang van het Postgebouw (hoek Koornmarkt en Pakhuisstraat) - bemerk haar muurkroon - en de andere in het midden van het tympanon van een binnengevel van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en die alle twee wilgetenen tuinen gekregen hebben, maken we halt aan de Vleeshuisbrug. Aan de Kleine Vismarkt, kant Kraanlei, moet u beslist die twee 17 deeeuwse huizen bekijken. Ze steken nog steeds uit : dat aan uw linkerhand 't Gauden Hant en dat ernaast gelegen, 't Groen Cruys. Hoe de bebeeldhouwde gevel van 't Gauden Hant er uitziet, of liever uitzag, laten we hier maar buiten beschouwing. Onze aandacht gaat integendeel naar de versieringen, of liever wat van die versieringen overgebleven is. Bekijk dus met argusogen de rij van 6 naast elkaar geplaatste cartouches. Ze dagtekenen van 1890 en zijn, naar verzekerd wordt, getrouwe nabootsingen van de oorspronkelijke 17 de-eeuwse reliĂŤfs die (in 1890) grotendeels vergaan waren. Op de eerste cartouche lezen we het woord ANNO; op de tweede is (was) het oud gebuurtewapen afgebeeld; op het vierde prijkt(e) de Vlaamse Leeuw; op de vijfde zijn (waren) de letters AG V D W (de initialen van de toenmalige eigenaar, tevens degene die de restauratie deed uitvoeren : Amedeus Geenens- Van De Walle) gebeiteld; op de zesde het bouwjaar van het huis : 1614. De derde cartouche moet u niet met argus- maar met dedective-ogen te lijf gaan, zo niet ontgaat het u dat u voor een onverbasterde, ras- en wasechte M.V.G.I.H.T. komtte staan (17). Onze rondgang beĂŤindigen we op de Koornmarkt, waar we onze laatste M.V.G.I.H.T. in ogenschouw zullen nemen : in het boogveld van het kerkportaal der Sint-Niklaaskerk. Voor zover ik weet is deze de enige kerk die zich met de Maagd ingelaten heeft. Een omtrent 1 m groot min of meer ronde medaillon waarvan de uitstekende rand vervormd is tot een palissade-tuin,rust op de monumentale kroonlijst van de nis waarin een Sint-Niklaasgroep een veilig onderkomen gevonden heeft. Alleen de pagekop van de Maagd 71
steekt boven de tuin uit. Ook zij is in het bezit van haar onafscheidelijke attributen, de heraldische leeuw en het wapenschild met de waarschijnlijke Gentse Leeuw. Van deze M.V.G.I.H.T. kennen we tenminste haar geboortedatum : 1681 (18). M. VAN WESEMAEL
slot volgt. NOTEN 1. Brevier van Maria van Gelre, voltopid door broeder Helmich die Lewe, Arnhem, 1415, bewaard in,de StaatsbibL Berlijn, afbeelding in wit-zwart (plaat 6) in Katalogus "Noordnederlandse Miniaturen" van Tentoonstelling te Brussel, 1971.
2. Brevier van Filips de Goede, 2 delen, Vlaanderen, ±1455, bewaard in Koninkl. Bibl. Brussel, de afbeelding in wit-zwart "Boom van J esse" (plaat 56) in Katalogus "De Librije van F. d. G. in Tentoonstelling te Brussel, 1967. 3. Getijdenboek van Catharina van Kleef, Utrecht, 1440-1445, bewaard in Pierpont Morgan Lihrary te New York, handschrift uitgegeven door Meulenhoff,Amsterdam, z.j., de afbeeldingen (platen 16 en 17) uit de uitgave. 4. La Fleur des Histoires, Mansel, Valenciennes, ±1440, bewaard in de Koninkl. Bibl., Brussel, de afbeelding (plaat 27) in Katalogus "De Vlaamse Miniaturen" van Tentoonstelling te Brussel, 1959. 5. Hortulus anirnae voor Margareta van Oostenrijk, toegeschreven aan verschillende schilders, o.a. aan Sirnon Beningen Gerard Horenbout, 1510-1520,bewaard in de Osterr. National Bibl. te Wenen, de afbeelding (plaat 4) in Katalogus "Keizer Karel en zijn Tijd" van Tentoonstelling te Gent, 1955. 6. G(h)etsemane (=oliepers); de Hof Getsemane was rijkelijk beplant met olijfbomen en gelegen op de Olijfberg (hij Jeruzalem). 7. Historia Novi Testamenti, Tsjechoslowakije, 14de eeuw, bewaard in de Bayerische Staatsbibl., München, de afbeelding (plaat 108) in "Romaanse en Gotische Miniaturen", Meulenhoff, Amsterdam, 1964. 8. Liedhoek van Jean de Montchenu, miniaturist onbekend, 1460-1476, bewaard in de Bibl. National, Parijs, de afbeelding (plaat 160) in "Romaanse en Gotische Miniaturen", Meulenhof, Amsterdam, 1964. 9. N. Van Wijk, Frank's Etymologisch Woordenb. der Nederl. Taal, 's-Gravenhage, 1971; J. Verdam, Middelnederl. Woordenb., 's-Gravenhage, 1932; F.A. Stoett, Nederl. Spreekwoorden en Gezegden, Zutphen, 1953. 10.De Navorscher, deel39, 1889. ll.J. Boes, De Tinnenpotgieterij te Gent, Oostvlaamsche Zanten, jan.-april1935.
72
12. Gent, Duizend Jaar Kunst en Cultuur, Tentoonstelling in St.-Pietersahdij, Kataloog p. 412. 13. Carl Van de Velde en Hans Vlieghe, Stadsversieringen te Gent in 1635 voor de Blijde Intrede van de Kardinaal-Infant, Oudheidkundig Museum Abdij van de Bijloke, de afbeelding (plaat 21) in genoemde kataloog. 14. Zo fier diende Louis Ie Grand over zijn heldendaden niet te zijn. Daarvoor hebhen zijn legerbenden zich ten onzent veel te slecht gedragen. "Le meurtre, le pillage et 1ineendie étaient les armes favorites auxquelles généraux et soldáts du roi très chrétien avaient 1'habitude de recourir pour vaincre la résistance des peuples qui défendaient leur pays". Het is Pr. Claeys die aldus spreekt in zijn Pages d Histoires locale, I, p. 129. 15. De officiële verlening van een wapen aan de Stad Gent dagtekent van 1817, dus tijdens de Vereniging van ons land met Nederland. Het Gemeentebestuur had de Regering verzocht terug in het bezit gesteld te worden van haar wapen, een recht dat door de Franse Overheersing afgeschaft was geworden. In deze bewoordingen werd het onrecht, de stad aangedaan, hersteld : "1817. 's-Gravenhage, 3 December. Vanwege den Koning, De Hooge Raad van Adel gebruik makende van de magtaan den zelven verleend hij besluit van den 20 Februari 1816 bevestigt bij dezen de Stad Gent ingevolge het door haar gedaan verzoek, in het bezit van het navolgende Wapen zijnde : Van sabel beladen met een klimmenden leeuw va11
zilver, getongd van keel, gekroond, genageld en hangende om deszelfs hals een lint waar aan een kruis, alles van goud. Het schild gedekt met eene kroon met drie fleurons, alles van goud." De heraldische regels zijn zo streng, dat, mocht men aan een van _de opgesomde details een wijziging aanbrengen, het Wapen meteen zou ophouden een Gents Wapen te zijn.
16. Deze zaal werd op 29 febr. 1484 plechtig ingehuldigd met het houden van een banket door de Gentse Magistraat aangeboden aan de zesjarige Filips de Schone. Het was ook in deze plaats dat Filips 11 in aug. 1559 het 23ste Kapittel van het Gulden Vlies voorzat. De te dier gelegenheid geschilderde blazoenen van de 51 Vliesridders die de plechtigheid bijwoonden, versieren tegenwoordig het zuidelijk transept van de Sint-Baafskathedraal. 17. A. Van Werveke, artikel in Volksbelang, 4 okt. 1890. 18. Dr. E. Dhanens, Sint-Niklaaskerk Gent, p, 61. ERRATUM Blz. 214 noot 1. (4 jg.) lees : 1. De Maagd van Gent is wat men noemt een stedemaagd. Ook Brugge (de Brugse en de Gentse dames zijn als twee druppels water), Antwerpen (de Antwerpse zit op haar troon, is gekroond zoals de meeste stedemaagden met de zg. muurkroon, ...
73
GENTSE BROUWERSUITHANGTEKENS IN 1494 EN IN 1663 Het "Gildeboek van de Pijnders" uit het Gentse stadsarchief (186/1 folio 25 r 0 en v 0 en folio 26 r 0 ) vermeldt Gentse brouwerijen uit het het jaar 1496 (1). Het is een verbluffend volkskundig-historisch document. In die tekst (2) staat een schets en het toegepaste pijnderstarief naast elke brouwerijbenaming. Het gaat hier duidelijk om uithangtekens, uithangborden of gebeurlijk ook gevelstenen, honderd en vier tekeningen in totaal. (Naast enkele benamingen ontbreekt een schets, o.m. bij de laatste vijf. Hadden die brouwerijen misschien geen uithangteken? ) We staan verbaasd over dat groot aantal (111 ! ) brouwerijen in onze stad, maar we zijn erg dankbaar om die rijke, authentieke informatiebron uit de 15de eeuw. Of het nu gaat om tekeningen of schilderijtjes die oorspronkelijk op plankjes boven de winkeldeur, op de deuren zelf of op de gevels waren aangebracht of eventueel in steen gebeiteld, om het even. Zeker is, dat ze plaatsbepalend waren, b.v. "Int tharekin (arendje) achterden Jacoppinen", "Int zwaenkin daerneven" ; "Inde pale an cleen vleeschuus", "Int vispaen ieghen overe" enz. Meer dan waarschijnlijk lagen ze aan de basis van enkele straatbenamingen. Daarenboven zijn ze de weerspiegeling van het maatschappelijk leven uit die periode inzake kennis, bezigheden, geloof enz. De keuze der onderwerpen staaft dit.
1. Gebruiks- en beroepsvoorwerpen Inde belle. Inde mande. Inde tassche. Inde pale. Inde cogghe. Inden roostere. Inden keerscorf. Inden lanteerne. Inden spieghel. Inde rake. Int houftsere. Inden teenen pot. Int spikeiboor (zwengelboor). Int paenderkin (mandje). Inde cause. Inde sickele. Int laghelkin (tonnetje). Inden voetboghe enz. 2. Dieren Int zwaenkin. Int perdekin. Int beerkin. Int paukin. Inden papengaey. Int lammekin. Inden snouc. Int everhooft. Inden hertshoorn. Int scomminkele (kleine aap). Inden katere enz. 3. Feodale en burgerlijke wapenkunde Int tharekin. Int scildekin. Inden rooden hoet. Inden hellem. Inden roen leeu. Inde lelie. Int guldiin hooft. Inde drie duiven enz. 4. Planten Inde roose. Int hulsekin (hulsteboom, palmboom). Inde lelie enz, (1) Zie ook V. Vander Haeghen, Les brasseries à Gand au XVe et XVIe siècle, Gand, 1886. Volgens deze auteur had de reproduktie v.d. uithangtekens waarschijnlijk tot doel de ongeletterde pijnders te helpen bij het opsporen der toe te passen tarieven. (2) Zie toegevoegde fotografische kopij.
74
5-. Mvthologie en verhalen Inde meerminne. Inden blenden zele. Inden wÝdenman. Int moriaenshooft enz. 6. Godsdienst Inden inghele. Int bachghinhof. In inghelborch (engelenburcht). Int moriaenshooft enz. 7. Hemellichamen Inde mane. Inde sterre. Inde guldin weerelt. Zoals blijkt uit de lijst, ging de voorkeur der brouwers naar benamingen, gekozen onder de gebruiksvoorwerpen, de wapenkunde en de plantnamen. Opmerkelijk is ook dat verscheidene brouwerijen geconcentreerd waren in "buter ketelpoorte" (Nederkouter), "buter torren poorte" (Hoogstraat), in de Veldstraat en in Onderbergen. LIJST DER UITHANGTEKENS UIT HET "GILDEBOEK DER PIJNDERS", 1494 Inde belle an tsente Michielsbrugghe Int tharekin (3) achterden Jacoppinen (bij Predikherenlei) Int zwaenkin daerneven Int scildekin onder berghene Int perdekin onder berghene Int beerkin onder berghene Int paukin onder berghene Inden inghele onder berghene Inde mande onder berghene Inde tassche buter santpoorte (bij Annonciadenstraat) Inde meerminne up diperstrate Inde pale bider waelpoorte (Brugse Poort) Inden papengaey voor de lazarie (Hoogstraat : Pesthuis) Inde cogghe voor tsente lysbetten (Begijnhof) Int hachghinhof van tsente lisbetten Inde inghel inde borchstrate Int peerdekin inde borchsttate Inden roostere inde borchstrate Int lammekin buter torren poorte (Hoogstraat) Inden keerscorf buter torren poorte Inden lanteerne buter torren poorte Inden spieghel buter torren poorte (3) Dezelfde dubbelkoppige adelaar treffen we tiidens de middeleeuwen aan op het wapen van het Gentseverversarnbacht:Witte dubbelkoppige arend op rood veld (zie P. Bergmans, Armorial de Flandre du XVle siècle, Brussel en Parijs, 1919). Ging het hier gebeurlijk om de vergaderplaats van de Gentse ververs?
75
Inde rake buter torren poorte Inde pale buter torren poorte Int houfisere buten torren poorte Int evershooft inde drapstrate Inden hertshooren inde drapstrate Inde lelie ande minne brugghe (Jan Breydelstraat) Inden rooden hoet tsanders walle (Prinsenhof) Int thaenkin (4) tsanders walle Inde valke tsanders walle Inden teenen pot tsanders walle Inden osse ande liefbrugghe Inden home ande liefbrugghe Int peerdekin ande gheltmunte Int zwaenkin bider scaepbrugghe (Sleuteltjesbrug aan Grauwpoort) Inden scleutelle over de scaepbrugghe (5) Inde roose up meerem bachten tempelhuus Inden herdt up meerem Inde rake an meerem brugghe Int spikeiboor up de mude Int hulsekin up de mude ghenaemt thoech huus Inde lanteerne up de mude Inde cause up de mude Inden snouc voorden filendieusen (Rode Lijvekensstraat) Inden hellem upt slusekin tusschen poorten Inden roen leeu an plaetsekin bachter dauborch (6) Int paenderkin up dauborch Inde lelie ande suvelbrugghe Inden papengaey ande crane (Kraanlei) In inghelborch inde langhemunte Int scomminkele inde langhemunte Int houfisere inde langhemunte Inden lanteerne inde langhemunte Inde inghele inde waeistrate Int hulsekin inde waeistrate Inde cause inde waeistrate Inden keerscorf up plaetsekin achter vrindachmaerct Int moriaenshooft daer naerst Int laghelkin over de vrindachmaerct Inde naelde over de vrindachmaerct Int wielkin over de vrindachmaerct Inde cogghe upden cortten steendam (4) Hierbij staat geen tekening (5) Zie gevelsteen "De Drie Sleutels" aan de Grauwpoort (6) "Rode Leeuw", hoek Lange Munt - Groot Kanonplein (?)
76
Inde rake upden cartten steendam Int evershooft upden cartten steendam Inden blenden ezelebider nieuwerbrugghe (Keizer Karelstraat) Inden blaesbalc upde selve strate Inde mane ande nieubrugghe Inden hoorne ande nieubrugghe Inde cogghe ande nieubrugghe Int guldiin hooft an tpas (Rode Torenstraat) Int huizekin an tpas Inde meerminne over dĂŠ nieubrugghe Inde roose over de nieubrugghe Int tsint Jooris up den reept (4) Inden bekere buter braempoorte (Brabantpoort) Inde zwane buter braempoorte Inde ghecroende lelie buter braempoorte Inde cause overscelde (land v. Brabant, naar Keizerpoort toe) Inden hoorne overscelde Inde vust overscelde Int hulsekin overscelde Inde sterre bider volderhuus (Brabantdam, kapel) Inde pale an cleen vleeschuus (Bij Brabantdam) Int vispaen ieghen overe Inden spieghele ter vierweechscee ( aan Korte Dagsteeg) Int thaenkin upden calanderbergh Inden wildenman buter walpoorte Inde vust buter walpoorte Int lammekin buter walpoorte Int verxkin te spriete buter ketelpoorte . Inden hertshoren buter ketelpoorte Inde beerie buter ketelpoorte Inde cogghe buter ketelpoorte Inde rake buter ketelpoorte Inde rose buter ketelpoorte Inde sickele buter ketelpoĂłrte Int duufkin buter ketelpoorte Int ketelkin inde velstrate Inde valke inde velstrate Int meulekin inde velstrate Inde lelie inde velstrate Inde horen inde velstrate Inde inghele inde velstrate Inde drie duiven inde velstrate Inde byloke neffens spittael
77
78
-...J
"' Brouwerij en te Gent in 1494 : uithangtekens. (Gildeboek der Pijnders, S.A.G./86/1 foli o XXV rec to)
Hierop volgen nog enkele brouwerijnamen zonder schets : Inde scelpe inden hooghen quaetdam (Kwaadham) Inden neren quaetdam int tzaenkin ( Roskamstraat) Inden voetboghe anden wijenaerde (Wijdenaard bij Reep) Inde guldin weerelt buten der braempoort Inden katere up meerem
*
*
Vergelijken we vorige lijst met een andere, in 1663 door Just. Billet opgemaakt en opgenomen in zijn "Politye boeck" (IV, folio 80 v 0 en 81 r 0 en v 0 ) (7). Op dat ogenblik waren er te Gent nog eenenvijftig brouwerijen. Opmerkelijk is, hgeveel benamingen, hier uithangtekens, de jaren trotseerden en hoe we op dezelfde plaats hetzelfde uithangbord van 1494 in 1663 terugvinden. Enkele voorbeelden zullen dat ·verduidelijken. 1494 Inden teenen pot, tsanders walle
1663 Tinnenpot, achter 't Princenhof (Sanderswal) Inghel, onderberghen Inden inghele, onder berghene Inde tassche, buter santpoorte Tassche, deur de Zantpoorte bij d' Annonciaten Inde cogghe, voor tsente lysbetten Cogghe, op de Baghinnegracht (H. Elisabeth) Inden keerscorf, buter torren Keerscurf, op d'hoochstraete (bij poorte Turrepoort) Int houftsere, buter torren poor- Hoeftjzer, op de Poele (idem) te Inden scleutelle, over de scaepSleutelken, bij de Schaepbrugghe (Grauwpoort) brugghe Raecke, inde Paelijnckstraete, bij de Inde rake, an meerem brugghe Chartreusen (Meerhem) Lelie, in de Suijvelsteghe Inde lelie, ande suvelbrugghe (Meerseniersstraat) Inden hoorne, ande n~eubrugghe Hooren, op de Nieuwstraete ( aan de Nieuwbrug) Cause , op den Brabantdam (aan 0Inde cause, overscelde verschelde) t'Hulstken, op den Brabantdam Int hulsekin, overscelde Roose, inden Neercauter, op St.PieInde rose, buter ketelpoorte ters (aan Ketelpoort) Int ketelkin, inde velstrate Ketel, inde Veldtstraete (7) Zie ook V. Vander Haeghen, Les brasseries à Gand au XVe et XVIe siècle, Gand, 1886 en toegevoegde kopij.
80
Inde horen,. inde velstrate Int meulekin,. inde velstrate Inde drie duiven, inde velstrate Inde naelde, over de vrindachmaerct
Hooren, inde Veldtstraete t'Meuleken, inde Veldtstraete Dry du}rven, inde Veldtstraete Naillie, bij t' dooster van Baudeloo (Vrijdagmarkt)
* * * Het leefpatroon was in 1663 weinig gewijzigd.De interesse ging nog
steeds naar dezelfde onderwerpen. Nieuw in de reeks blijken een paar belangrijke Vlaamse steden te zijn. Er werd ook meer gereisd! Naast sommige uithangtekens staat de familienaam der eigenaars-brouwers vermeld. Het aantal brouwers viel terug op minder dan de helft. De onderwerpen der uithangtekens uit de lijst van J .Billet werden geput uit volgende groepen :
1. Gebrniks- en beroepsvoorwerpen : ancker, balance, clocke, cause, cogghe, lantheiren, paele, raecke, spiegel, tassche enz. 2. Dieren : t'hertjen, t'haentien, leeuw, peerdeken, pauw, t'vercken, salm enz. 3. Feodale en burgerlijke wapenkunde : drij duijven, dobbelen ancker, vijf helmen, croone. 4. Hemellichamen :halfmaene, sterreken, sonne, weireldt. 5. Planten : t'hulstken, roose, lelie. 6. Mythologie en verhalen : eenhoorn, fortuijne, vier heemskinderen. 7. Steden :Antwerpen, Mechelen.
8. Godsdienst: inghel,_ lammeken. VOLLEDIGE LIJST DER UITHANGTEKENS;Ă&#x2013;PGENOMEN IN HET "POLITYE BOECK", DOOR J.BILLET, 1663 Antwerpen an de Coepoorte (8) Ancker door de Ketelpoorte Balance op de Leije achter de Predicheeren Boghe bij de Liefvebrugghe Clocke op het Steendam Cause op den Brabantdam Croone op de Muije Cogghe op de Baghinnegracht (8) In deze lijst staan de uithangtekens alfabetisch gerangschikt.
81
Brouwerijen te Gent in 1663 : uithangtekens. (zie : J. Billet. Politye boeck IV - folio 81 r 0 )
82
Drij duijven inde Veldtstraete Dobbelen ancker op St.-Christ (H.-Kerst) Eenhoorn inde Posternepoorte (9) (Houtlei) Hooren inde Veldtstraete Hooren op de Nieuwstraete Hoefijzer op de Poele Hoedt int ghewat Halfrnaene op de Nieuwstraete Hoepel op den Brabantdam t'Hertjen op de Tichelrie t'Hulstken op den Brabantdam t'Haentien in d' Auburgh Inghel onderberghen Keerscurf op d'hoochstraete Ketel inde Veldtstraete Lammeken op de burghstraete Leeuw op de Beghinnegracht Lantheiren op de Nieuwstraete Lelie in de Suijvelsteghe (Meerseniersstraat) Lelie door de Vijfwindtgaeten (Lange Violettenstraat) t'Meuleken inde Veldtstraete Mechelen inde Crommewaele Naillie bij t'Clooster van Baudeloo Paele inde Brabantstraete bij de Watermeulen (aan de Reep) Pauw op d'Hoochstraete Peerdeken op de Slijpstraete Raecke inde Paelijnckstraete bij de Chartreuzen Roose inden Neercauter, op St.-Pieters Swaene op de Coorenleie Sleutelken bij de Schaepbrugghe Spiegel inde Brabandtstraete Sterreken op de Tijckstraete (bij de Petercellepoort) Sonne op Sinte Pieters Salm bij t'Clooster van Baudeloo Tassche deur de zantpoorte bij d' Annonciaten Tinnenpot achter t'Princenhof Vijf helmen inde Drapstraete Vier heemskinderen opt Steendam t'Vercken inde Waeijstraete Wildeman deur de Braempoorte, Sinte Pieters Weireldt over de Nieubrugghe Wanneken an den Halsbreker (Meerhem)
*
*
*
(9) Tussen "Eenhooren" en "Hooren" komt "FORTUIJNE" doch zonder plaatsbepaling.
83
Interessant om te noteren is dat er, in vergelijking met de 15de eeuw, een aantal brouwers zich nu ook in de omgeving van de Brabantdam gingen vestigen. Volgende uithangtekens bleven als gevelsteen of als gevelversiering tot op heden bewaard : - de ·Lelie in de Suijvelsteghe (nu Meerseniersstraat nr 10.) · -de Pauw op d'Hoochstraete (Nu Hoogstraat nr 9) -De Swaene op de Coorenleije (nu Koornlei nr 9) -het Sleutelken bij de Schaepbrugghe (nu aan de Grauwpoort) -de Vier heemskinderen opt Steendam (nu Steendam nr 57) - het Wanneken an den Halsbreker (nu St.-Salvatorstraat nr 1) L.H. NOG EENS KARELKE WAERI In de 'Ghendtsche Tydinghen' Nr 5 van 1972 hebben wij een documentaire fiche gepubliceerd die gewijd was aan deze populaire Gentse figuur. Wanneer wij daar nu op terugkomen zijn daar 2 redenen voor : in de eerste plaats waren wij toen nog helemaal niet uitgepraat, in de tweede plaats werd er de laatste jaren zo veel gezeverd over Karelke Waeri en werden er zo veel onzinnigheden verteld, dat het de hoogste tijd wordt zekere zaken recht te zetten. De ware figuur van Karelke werd totaal vervormd en men kan dan ook den indruk krijgen dat ze enkel maar gebruikt wordt voor zaken waar Karelke nooit iets mee te maken had. Zo kan het toch wel op zijn minst verbazingwekkend genoemd worden dat men op de "Mallemunt" in Brussel gaat verkondigen dat Karelke Waeri gesneuveld is in een gevecht met katholieke studenten ! ! ! (Comment on écrit l'histoire). Anderzijds kan men evenmin zijn ogen geloven wanneer men niet zo lang geleden in een interview verschenen in een Gentse krant de volgende passage kon lezen : Zo'n kontestataire figuur, iemand die in zijn eigen tijd geschuwd werd als de pest". Stel u voor ! Bepaalde radio- en T'V'-uitzendingen hebben er overigens niet toe bijgedragen een juist beeld te geven van de figuur van Karelke Waeri. Van de nog in leven zijnde kleinkinderen zijn er 2 die Karelke nog gekend hebben, namelijk Mevrouw De Valck (oudste dochter van een zoon van Karelke) en de Heer Rodolf Procureur (oudste zoon van de enige dochter van Karelke). Toen hun grootvader in 1899 stierf waren zij respectievelijk 8 en 5 jaar oud. Beiden (die tussen haakjes gezegd lid zijn van onze Kring) bewaren nog levendige herinneringen aan de figuur van hun grootvader. Anderzijds is het zó dat zij vanzelfsprekend nog veel over hem weten via hun ouders. Met beiden zijn wij eens een babbeltje gaan doen en wij hebben er en84
kele gezellige uurtjes gesleten. Zij hebben dan ook nog zo veel te vertel. len wanneer het over hun grootvader gaat. Begrijperlijkerwijze zijn ze helemaal niet te spreken over wat er de laatste tijd allemaal over Karelke verteld werd door mensen die hem niet gekend hebben, niets begrepen hebben van zijn ftguur en die zich de moeite niet getroosten om te trachten er iets meer over te weten te komen. De ftguur van Waeri steeds in verband willen brengen met "café-chantant" is pure onzin, Karelke heeft nooit gezongen in een café-chantant en heeft er nooit iets mee te maken gehad. Hem anderzijds willen voorstellen als een straatliedjeszanger is ook weer de bal helemaal misslaan. Karelke zong niet op straat. Het is juist dat hij zijn debuut maakte, samen met zijn broer, in 1862 toen de katoencrisis uitbrak (hij was toen 20 jaar). Om het gezin van zijn broer dat veel van de crisis te lijden had te helpen, trokken zij er de zondagavond samen op uit en gingen zij in de herbergen zingen, zichzelf begeleidend, Karel op de viool, zijn broer Jan op de violoncelle. Het is ook herhaalde malen gebeurd dat zij de kermissen afdeden in het Vlaamse land en de zondagmorgen, na de hoogmis, aan de uitgang van de dorpskerk gingen zingen. Dit is trouwens maar enkele malen gebeurd want het bleek vrij vlug dat de boeren van 1862 maar een weinig receptief publiek vormden. De samenwerking met zijn broer is overigens maar van tijdelijke aard geweest en weldra zou Karelke zijn eigen weg gaan, een weg die er zou voor zorgen dat driekwart eeuw na zijn dood zijn naam nog iedere Gentenaar familiair in de oren ligt. Het heeft niet veel zin Karelke Waeri te willen vergelijken met hedendaagse ftguren. De tijden en de toestanden zijn immers veel te veel veranderd; daardoor wordt iedere vergelijking noodgedwongen zeer gebrekkig. Moesten wij dit tóch willen doen, dan zouden wij nog het best de vergelijking kunnen maken met de chansonniers van de cabarets van Montmartre. Ook hij haakte in op de politieke actualiteit en aarzelde niet bepaalde mistoestanden en deze die er verantwoordelijk voor waren fel te hekelen. Hij vertolkte daarbij (misschien onbewust) het scepticisme en het gezond verstand van het volk. Ook hij bezong zonder kwaadaardigheid en op humoristische wijze kleine menselijke gebreken en tekortkomingen. En een veeg uit de pan zat er gewoonlijk wel voor de een of andere in. Karelke willen afbeelden als een revolutionnair die op de barricades stond is werkelijk al te gek. Hij contesteerde, dat klopt! Maar hij deed het op de hem eigen wijze, met ftjne spot en satire waardoor de tegenstrever belachelijk gemaakt werd. En dit is nog altijd een veel doeltreffender wapen dan gebrul en geweld. · Karelke : een klein deftig ventje (1,53 m.), altijd proper en verzorgd, beleefd, voorkomend, vriendelijk, steeds goed gehumeurd en onverander85
lijk getooid in een zwarte redingote. Neen, Mevrouw De Valck, uw grootvader was inderdaad geen "hippy" ! · Karelke ging in cafés zingen, maar niet in allen. Hij had zijn "vaste" cafés en het waren niet alleen de deftige volksherbergen, maar evenzeer de grote etablissementen bezocht door de gegoede burgerij. s Zomers kwamen daar nog de guinguettes bij zoals "Het Staakske", "Boer Janssens", "De Vleermuis", enz. Veel minder gekend is het feit dat hij regelmatig optrad op feesten en banketten bij de hoge burgerij : dokters, advocaten, ingenieurs, notarissen, kortom bij deze klassen die in principe toch minder open moesten staan voor de strekking die hij vertegenwoordigde. Het is dus op zijn minst belachelijk te durven beweren van iemand die de kunst verstond populair te zijn, èn bij het werkvolk, èn bij de burgerij, dat "hij geschuwd werd als de pest". Opmerkelijk is wel dat er al heel wat verteld en geschreven werd over Karelke, maar dat nog maar zelden iets gezegd werd over zijn vrouw Sidonie die hem nochtans zéér dikwijls vergezelde. Was Karelke niet groot (1,53 m.) zij was nog een stuk kleiner en mat nauwelijks 1,47 m. Dochter uit een logementshuis uit de Veerstraat, was zij vanaf haar geboorte licht gebrekkig (haar één been was wat korter dan het andere). Het was dan ook onvermijdelijk dat de Gentenaars met hun ingeboren en onweerstaanbare drang om aan alles en iedereen een bijnaam te geven zouden spreken van "Manke Sidonie", iets wat haar gloeiend maakte. Het was een zéér intelligent, actief en resoluut vrouwtje die precies wist wat ze wilde. Samen met Karel heeft zij lang en hard gewerkt om een gezin van 6 kinderen groot te brengen, ze allen een serieus beroep te laten leren en ze alle 6 conservatoriumstudies te laten doen (viool, piano, hoorn, fagot, piston, trombone). Zij zèlf had een mooie stem en speelde op vrij behoorlijke wijze gitaar. Het is nog gebeurd dat zij en haar man 's nachts terugkwamen van een feestje waar ze opgetreden waren en dat zij van de vaak en vermoeidheid viel en daarbij haar gitaar brak. Wanneer Sidonie met Karelke meeging op "tournée" had zij gewoonlijk een heel klein zwart valiesje mee. Daar werden de centen in opgeborgen die Karelke oogstte. Hij stond recht en zij zat naast hem neer. Nu en dan hefte zij eens het valiesje om te schatten hoeveel er al zou inzitten. Was het eengoede daggeweest en begon 's avonds het valiesje een behoorlijk gewicht te krijgen, dan gebeurde het wel dat ze zei :"Kom Kaorel, we schiender mee uit, 't ès genoeg veur vandaoge". Ieder jaar gingen Karel en Sidonie voor een week naar de jaarmarkten in Tielt en Izegem waar zij logeerden bij kennissen. De kinderen werden dan tijdelijk uitbesteed bij andere kennissen in de Veerstraat. Traditioneel was dan de terugkomst met de grote valies die vol stak met schoenen voor heel het gezin. 86
Opvallend is dat de kleinkinderen van Sidonie steeds met een zekere verering en een zekere vertedering over de "Bon" spreken zoals zij haar noemden. Zij stierf toen ze 97 jaar was en overleefde Karelke 4 7 jaar. Karelke zou sterven in het huis in de Veerstraat (nr 2) waar hij een paar jaren vóór zijn dood was komen wonen. Voorheen woonde het gezin in de Puinstraat, nr 14, een huisje "met 2 trapjes op". De Heer Procureur wiens ouders in de nabijheid woonden herinnert zich nog goed hoe hij als kleuter, als hij thuis "ne schieve" had gekregen optrok naar de Puinstraat 14 om er zijn nood te gaan klagen bij "de Bon". Het staat hem ook nog klaar voor de geest hoe zijn grootvader bij het zien van zijn kleinzoontje steeds schalks tegen hem zei : "Ah! èwe pirdendieP'. En hoe hij op een goede dag met zijn ouders naar "La Cour d' Autriche" ging. Dit was vroeger een groot café op de hoek van de Vlaanderstraat en de Statiestraat. Het baasje was altijd gefascineerd door een reusachtig orgel dat achteraan in het café opgesteld stond. Vóór dit orgel stond er een kleine "treteau" die gereserveerd was voor Karelke die er regelmatig kwam zingen. Toen zij het café binnenkwamen was Bonpa juist aan het zingen. De kleine Rudolf rukte zich los, liep recht naar de treteau en zei tegen zijn grootvader : "Ah! èwe pirdendieP'. Karelke was zo uit zijn lood geslagen door deze onverwachte opmerking en moest er zó mee lachen dat hij geen noot verder kon zingen. Wel te verstaan tot groot vermaak van zijn toehoorders. Een andere herinnering aan Karelke die dateert van enkele dagen vóór zijn dood : hij was ziek en zat lusteloos en kouwelijk naast de stoof, zijn sletsen waren afgevallen en in een van zijn kousen zat er "ne gruute petaoter". Dit was niet ontsnapt aan de aandacht van zijn 2-jarig kleindochtertje Marlette dat daar toevallig was en prompt met haar vinger in het gat ging peuteren en kriebelen. Vermoeid glimlachend zei Karelke : "Gij kleine teef, ge weet da'k zu ziek ben en ge ligt mij nog te kl... ". De Heer Procureur kan uren vertellen. Zo herinnert hij zich nog zeer goed hoe hij als kind op een avond bij de Bonpa en de Bon was. De kamer werd verlicht door een "lampe beige". Hij stond op een stoel en was aan het spelen met een foulard. Op een goede moment kreeg hij het lumineus idee om te beginnen rondzwaaien met deze foulard en hij wist het toch zo aan boord te leggen dat hij er de petroleumlamp mee trof die op de grond kletterde en direct in brand schoot. Gelukkig ontbrak het Karelke niet aan tegenwoordigheid van geest, hij wierp er onmiddellijk een natte dweil op en de ramp was voorkomen. Met dezelfde tegenwoordigheid van geest heeft hij dan de kleine Rudolf een "smirrijnge" toegediend. Maar geef toe dat hij ze deze keer niet gestolen had. Tussen de vele honderden liedjes die Karelke geschreven heeft zit er een87
tje dat ongetwijfeld het meest Gents mag genoemd worden, namelijk "De Kl.... ". · Mevrouw De Valck heeft meer dan éénmaal van haar vader horen vertellen hoe dit liedjè feitelijk tot stand kwam. Deze authentieke historie is te sappig opdat wii ze u zouden onthouden. Ge moet weten dat in het huis in de Puinstraat Karelke zijn "bureau" had in een kamerke boven. Het was meestal dáár dat hij zijn liedjes schreef. Op een goede dag vond hij geen inspiratie en was naar beneden gekomen. Op een psychologisch zéér slecht ogenblik evenwel want Sidonie was aan het schuren. Iedere man kent allicht dat gevoel van onbehagen en hulpeloosheid dat hem overvalt wanneer hii geconfronteerd wordt met een dergelijke situatie. Het is meestal metzéér vijandige blikken en een vastberaden intentie weinig geduld op te brengen dat de hond in dit al te frequent opgevoerd kegelspel wordt onthaald. Karelke was ook "embêtant" wegens het feit dat hij vruchteloos naar een thema zocht voor een nieuw liedje en dit gevoel werd dan nog versterkt door het ongezellig geschuur. Een botsing hing dan ook in de lucht. De Heer des huizes liep daar geweldig in de weg, stapte met natte voeten op de plaatsen waar het al geschuurd was, kortom verstoorde op grondige wijze het "kuisprogramma" van Sidonie. Zij aarzelde dan ook geen ogenblik om hem op een niet verkeerd te interpreteren wijze te verstaan te geven dat zijn aanwezigheid niet op prijs gesteld werd en dat zijn prompte verdwijning als een bijzonder gelukkig initiatief zou geïnterpreteerd worden. Deze goede raad werd door Karelke niet onmiddellijk opgevolgd en hij bleef maar zagen dat hij geen thema vond voor een nieuw liedje. Wij hebben reeds gezegd dat Sidonie een zeer "resolute" was, bovendien bezat zij véél meer macht dan men normaal van zo een klein vrouwtje zou verwachten. En dan kwam het onvermijdelijke, haar geduld was ten einde, zij liet de schuurborstel vallen, pakte Karelke gewoon op alsof hij een klein kind was, deponeerde hem op de trap en zei : "Hier, trek naar boven en dicht van den bok zijn kl. ... ". De huiselijke vrede was op slag hersteld : Sidonie kon rustig verder schuren en Karelke wierp zich vol enthousiasme op de uitwerking van dit machtig thema'... De Heer Procureur bezit nog tal van voorwerpen die toebehoord hebben aan Karelke. Hij houdt die vanzelfsprekend zorgvuldig bij en het is te hopen dat zij bewaard zullen blijven. Zo heeft hij o.m. de certificaten van 27-8-1855 en 25-8-1856 van de "Distribution des Prix" van de school in "Aeltre" die Karelke als knaap bezocht. Ook zijn "Certificat d'Identité" van 1864 (Identitietskaarten bestonden toen nog niet). Karel was toen 22 jaar en als beroep staat aangegeven : Musicien ambulant. Verder is er nog een zakboekje waarin hij tal van inlichtingen noteerde zo o.m. de adressen van gelegenheden waar hij wel eens ging zingen; niet alleen in Diksmuide, Lokeren, Nieuwpoort, Moerbeke, Lapscheure 88
en Watervliet, maar ook in Aardenburg, Hulst, Middelburg en Noord_ Frankrijk. Dit zakboekje gaat van 1874 tot 1889 en daarin noteerde hij nauwgezet ieder jaar de grootte van de kinderen, van zijn vrouw en van hemzelf. Het is amusant aldus te kunnen va.Ststellen dat het toch wel een zeer kleine familie was, wij bedoelen klein van gestalte. Abstractie gemaakt van de jongste zoon die een achterkomerke was en in 18 89 nog maar 7 jaar was, zien wij dat de grootste in de familie de zoon Pier was met zijn 1,61 m. De andere zonen geraakten nauwelijks aan 1,56 m. en 1,58 m. en de dochter was 1,48 m. Een zekere vooruitgang op de 1,4 7 m. van Sidonie en de 1,53 m. van Karelke. Ook heeft de Heer Procureur een "quinquet" staan die in de Puinstraat fungeerde als nachtlampje. Hij stond op een consoleke op de palier. De kinderen waren toen al opgegroeid en kwamen 's avonds op verschillende uren thuis. Het was de taak van de laatst binnengekomenen om de quinquet uit te draaien. Verder toonde de Heer Procureur ons het brilletje van Karel. Velen menen dat het berust in het Museum van Folklore op de Kraanlei, maar dit is niet juist. Wat dààr onder die naam ligt is in feite de bril van Sidonie. Deze van Karel is nog steeds in het bezit van de Heer Procureur. De familie weet ons ook nog te vertellen dat Karelke eeuwig traag was. Alles deed hij op zijn uiterste gemak en hij- zou de ene voet niet vlugger vooruitgezet hebben dan de andere. Hij behoorde zeker niet tot het type van mensen dat last zou krijgen van de "managerziekte". Misversta dit evenwel niet : Karelke heeft heel zijn leven hard gewerkt. Dit, samen met zijn niet zo stoere constitutie, zal er dan wel de oorzaak van geweest- zijn dat hij ~nkele jaren voor zijn dood het zingen had moeten op_ geven en dat hij stierf toen hij nauwelijks 55 jaar was. Moesten er onder onze oudste lezers mensen zitten die Karêlke Waerie (uiteraard toen zij zelfnog kind waren) nog geho~rd hebben, dan zou het ons genoegen doen dit te mogen vernemen. Misschien kunnen: zij een aspect van zijn persoónlijkheid belichten dat wij nog niet kennen. Enkele jaren_ geleden hadden wij voorgesteld een straatje of een pleintje naar hem te noemen. Vanzelfsprekend niet door het herdopen van een bestaande straat, maar. er komen regelmatig genoeg nieuwe wijken en straten bij. Dit initiatief zou Gent ècht niet tot oneer strekken. Daar werd van hogerhand niet op ingegaan. Sedertdien heeft men een hele resem nieuwe straatnamen uitgedacht die nu niet speciaal getuigen van bijzonder veel verbeeldingskracht. Men kan natuurlijk nog vele jaren voortgaan met straten te noemen naar bomen, bloemen, vruchten, vogels eri vissen. Zijn die reeksen uitgeput dan kan men nog altijd voortdoen met insecten, delfstoffen, hemellichamen enz. Spijtig toch, als men bedenkt dat nog zo veel verdienstelijke Gentenaars 89
KARET__;
vV AERI
den Gentsehen " Beranger
â&#x20AC;¢t
90
uit het verleden te vergeefs wachten op iets dat nog aan hen herinnert, al was het maar een straatnaam. Dat wij niet alleen staan en dat deze suggestie niet nieuw is willen wij aantonen door hier een uittreksel te laten volgen uit een krantenartikel dat meer dan 40 jaar geleden geschreven werd : "Men mag niet zeggen dat Karelke Waeri reeds vergeten is, dat is een onwaarheid. Oude mensen spreken er nog dagelijks van, in eigen huiskring zingt men nog wel een zijner refreintjes en tal zijner rijmen en spotwoorden zijn spreekwoordelijk geworden en zullen weldra in de eeuwigheid der folklore opgenomen worden. Doch er moet gezegd worden dat dit onvoldoende is : Gent is zijn Béranger niet dankbaar genoeg geweest. Frankrijk heeft Béranger en Nadaud door boeken en standbeelden vereeuwigd; Gent, die de naam van een aantal politieke knullen aan zijn straten heeft geschonken, heeft nog niets gedaan in dien zin, om den volkskunstenaar, die er de arbeidende massa hielp ontvoogden, die dertig jaar lang Gent heeft doen lachen, maar ook schreien en nadenken, een blijvende hulde te verzekeren". Verleden jaaar heeft "De Gentenaar" een fenoplaat uitgegeven met Gentse liedjes. Daarop staat o.m. "De Fransche cafés" van Karelke Waeri. Wij vinden dit vanzelfsprekend een uitstekend initiatief, maar willen er toch de aandacht op vestigen dat dit een sterk ingekorte versie is. Om te bewijzen dat de fantasie van Karelke bij het uitwerken van een dergelijk dankbaar thema toch veel verder ging dan de plaat zou laten vermoeden, laten wij hier tot slot de integrale versie volgen van dit liedje. H.C. DE FRANSCHE CAPES Hoeveel soort van fransche cafés, Dat men hier in Vlaand'ren ziet, Dat en kan ik u niet zeggen, Hoeveel duiz' den weet ik niet; Zoals ik schat, hier in de stad, Aan 't zien van d'uithangborden. Café français, café des Arts, Café Roval. café Renard, Café d'Paris, café de Rome, Café de Lille, café V endome, Café Parci, café Paria, Café Kaka, etcetera.
91
Grand café de la potence, Grand café de l'Univers, . Au jardin de la plaisatice, Grand café des gt.i.eux de mer, Café du port, café du nord, Café de la concorde, Café Ducal, café Lambert, Café chantant, café Concert, Au Robinet, au Liverpool, Au Béranger, en heel den boel, Café van hier, café van daar, Meest allegaar in 't fransch met haar. Grand café du Comte de Flandre, Grand café Duc de Brabant, Grand café bij roste Sandre, Café Suisse, café St-Jean, Au Lévrier, au Damier, Café de la fortune, Café St-Pierre, café St-Paul, Au grand café de Léopold, Café Sultan, café ]ambon, Au grand Salon Napoléon, 't Is al café partout, partout, Met &ansche blague et puis v'la tout. Grand café de l'Espérance, Société des francs-tireurs, A la Vieille diligence, La Descente des voyageurs, Au paysan, au grand géant, Nouvelle lmpératrice, Au grand café de l'Industrie, Bij lange Pier en scheele Mie; Au pont de fer bij Cies den beer, Au grand café du Pré au clercs, En op den hoek, au grand Mallebroeck, Daar bakt men visch en oliekoek. Grand café de la Couronne, Grand café du comte d'Egmont, Grand café des Milles colonnes, Grand café de l'Union, Café d'la Bourse, café de l'Ours, Au grand café de l'Etoile, Au grand café du chemin de fer,
92
Au Pauvre diabl', à la Chaudière, Hotel de Vienne, Maison prussienne, Chez belle Hortense la Tournaisienne, Au grand Chapeau, café Bordeaux, Au petit Caveau, café Chameau. Grand hotel de 1' Allemagne, Grand Turc, café Brasseur, Grand café du Roi d'Espagne, Grand café 2hateau des fleurs, Au Grand théatre et aux Arcades, Met fransche complimenten; Au grand café Duc de Bavière, Au Pantalon, à la Chaumière, Au Grand hotel, cour de Bruxelles, Daar is een schoone demoiselle, Maar bovenal Palais d'Cristal, Daar zijn de schoonste nog van al. Grand café de la Trompette, Grand café de Picardie, Grand café chez vuil Jeanette, Café Beige, café Midi, Au grand Bachus ou l'on s'amuse, Au café de Commerce, Au café de la Station, A la Boule d' or au Grand canon, Au grand café d' Sodalité, La Fleur de blé, porte clouée, Au grand hotel du pou volant, Estaminet et logement. Grand café d'la Lune, Grand café Fraternité, Grand maison de la commune, Société d'la Liberté, Au cheval anglais, au p'tit Courtrai, Au café de la Carpe, Au trois Clefs d'or, et au Chinois, Au grand Chat noir et au trois Rois, Au quatre coins, au bien venu, Au grand café de la belle vue; Maïs avant tous la maison rouge, Daar is beaucoup de malsche poes.
93
Grand café de la Rotonde, Grand café de Rotterdam, A la ville de Termonde, Grand café, Hotel du Tram, Roeher d'Cancale, Prince Cardinal, Café des mousquetaires, Au grand café Vingt trois millions, Au Numéro Cinq, au Trois pigeons, · Au Bruiloft et au Numéro dix, La Cour d' Autriche et Fleur de lis, In ~t Vuil kabaas, verkoopt men kaas, Voor al d' artisten van Soepe Raes. Grand café d'la Rizerie, Grand café du p'tit Tonneau, A la grande Brasserie, L'avenue du Casino, A l'Opéra, au Bodega, Café du grand Kiosque, Au grand café de 1' Are en Main, Au prince Albert et Baudouin, Au p'tit Chasseur, la Reine des fleurs, Au St-Sauveur, café Blagueur, Chalet du Tir, et 1' Avenir, Van al dit fransch, mijn hoofd doet zeer. Grand café de la Fontaine, Grandcafé du grand Lion, Grand café Faridondaine, Grand café Faridondon; En algemeen van tien geen een, Waar café is te krijgen : Waar kwak en thee en ander bier, Met fransche wind, avec plaisir, Mais du café, presque jamais, Al heet het ook : le Grand Café; De cité en de chicorée, En pakt hem vast en speelt er mee. Ge zult mij misschien nu vragen, Waar dat liedje wil naartoe, Wel 'ten dient maar om te plagen, Al die apen van chez-nous, Die zien met 't fransch alleen de kans, Om hun fortuin te maken,
94
Precies als of het was een schand, Te zetten vlaamsch in 't vaderland, Of in de Kluis, bij Pier de luis, 't Jenuiver, bier of kaféhuis, Of in de Fluit, bij Jan Schavuit, Maar in het fransch, 't komt schooner uit.
TE GENT 1. De studie "Het Stadhuis te Gent" van mevr. Fr. Dambre-Van Tyghem doctor in de kunstgeschiedenis en verbonden aan het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde van de universiteit te Gent, werd bekroond door de Koninklijke Academie voor Letteren, Wetenschappen en Schone Kunsten. De studie telt 1200 bladzijden en is de vrucht van vijf jaar vorserswerk. Tot heden was er geen wetenschappelijke studie over het Gentse Stadhuis; "Ghendtsche Tydinghen" feliciteert mevr. Dambre-Van Tyghem en hoopt dat haar studie zal gepubliceerd worden (zie "Vooruit" 12.12.1975). 2. De studie van mevr. M. Fredericq-Lilar "Het Huis Falligan op de Kouter te Gent" werd ·te Parijs bekroond met de prijs voor een oorspronkelijk essay over de achttiende eeuw. Mevr. Fredericq-Lilar is licentiate in de kunstgeschiedenis, assistente aan de universiteit en wetenschappelijk medewerkster aan het Museum voor Schone Kunsten te Gent. 'Ghendtsche Tydinghen' is gelukkig mevr. Fredericq-Lilar te mogen feliciteren en hoopt, dat deze studie zal gepubliceerd worden (zie Het Rijk der Vrouw, 5.11.1975). 3. De driejaarlijkse cultuurprijs voor plastische _kunsten van de stad Gent werd toegekend aan de schilder Jan Burssens. In maart 1976 zal een tentoonstelling van het werk van Jan Burssens worden ingericht. 4. Op 29 januari 1976 werd het· "Kabinet Maurice Maeterlinck" in het hotel D'Hane-Steenhuyse, Veldstraat 55, plechtig opengesteld. Maeterlinck, geboren te Gent in 1862 en overleden te Nice in 1949, ontving de Nobelprijs voor literatuur in 1913. 5. Het stadsbestuur van Gent zal twee huizen in de Jan Breydelstraat met een houten achtergevel op de Lieve aankopen; alzo zullen deze achtergevels kunnen hersteld en bewaard worden. 6. Wijlen dr. Paul Rogghé heeft bij testament vijf kunstwerken geschonken aan het Museum voor Schone Kunsten te Gent, waaronder werk van F. Roggeman, M. De Keyzer en 0. Landuyt. 7. In februari zijn de werken aangevangen om de Dankersteeg te veranderen in een wandelstraat. 95
96
VRAAG EN ANTWOORD Vraag 70 van H. Collumbien Weet een van onze lezers waar de RENODEYNSTRAAT precies gelegen was? Deze straat wordt vermeld in de_ eerste helft van de 19e eeuw. Ik kan ze nergens terugvinden op oude stadsplannen. Zij gaf uit in de Ekkergemstraat, maar waar ? Bestaat zij nog onder een andere naam ? Kent iemand de origine van deze naam ? Vraag 71 van M. Steels a) In de negentiende eeuw leefden te Gent een aantal de Vigne's, voornamelijk muziekbeoefenaars en beeldhouwers. Graag zou ik over de Vigne's de volgende gegevens ontvangen : geboorteplaats en datum, naam echtgenote of echtgenoot, datum van overlijden, beroep, familieverwantschap en dit voor de periode 1820-1900. b) Wie kent de datum van overlijden van Cambier, gemeenteraadslid en schepen te Gent voor 1914 ?
BIBLIOGRAFIE 1. "Op Bezoek bij Joos Clemmen, de eerste katoenbron te Geht" door
René de Herdt in "ToeriSme in Oost-Vlaanderen" 240 jg. nr. 5)
2. "Het Wenemaershospitaal op het Veerleplein" door J. Decavele en "Gentse Waterzooi" door E. Vermeulen in "Toerisme in Oost-Vlaanderen" 24 jg. nr. 6.
°
3. "Het Grafzerk van Sabinà. Bruggheman, laa~te abdis van de Bijloke te Gent" door M. Smessaert, W. Van Hille en A. Van den Kerkhove en uitgegeven door de v;z.w. "De Familiegraven'" in 1973 : als herinnering aan de restauratie te Ursel op 13.10.1973. 4. "Sint-Sebastiaansgilde volgens oude regels" in De Gentenà.ar (12.12.75). 5."Gent koopt Ryhovesteen in Onderstraat" inDeGeutenaar (16.12.75). Hopen we, dat dit voorstel- wèrkelijkheid wordt. 6. "Russische anarchist schiet twee politiemannen neer in de Lange Violettenstraat te Gent op 15 januari 1909" inDe Gentenaar van 2,6,7 en 10 januari 1976. 7. Op het einde van het jaar zal een boek verschijnen over de geschiedenis van de Gentse haven. Het wordt een luxe-uitgave-prijs 2.500 Fr. en is bedoeld als geschenk aan hoge bezoekers. Zeker is zo'n uitgave 97
niet voor de gewone m~. We menen dan ook, dat een gewone uit. gave zeer welkom zou ZlJn. 8. Met zijn studie "Determinanten van kerkelijkheid. Relaties tussen de strukturele uitbouw van de kerk, haar aanhang en de sociaal-economische evolutie (bisdom Gent 1830-1914)" heeft doctor Jan Art, assistent aan de rijksuniversiteit, de provinciale prijs voor geschiedenis gewonnen. 9. "Firmin De Smidt bouwde mee aan Gent van vroeger" in De Gentenaar van 11.2.76.
NOG LIVINUS CRUYL Vorige maal stonden er bij de monumenten vermeld door L. Cruyl3 vraagtekens : het klooster van St-Georg (? ) de abdij der Rijke Klaren (? ) · de gebedsplaats van St-Catherina (?)-G.T. 4de jrg. 1975,blz. 226-227228. In de beschrijving van Gent door Gab. Celis (1) staan deze monumen. ten vermeld. Alhoewel in Gent af en toe een monument opduikt met dezelfde naam. Het nu nog bestaande St-jorishof kan bij het eerste vraagteken niet bedoeld zijn. Er is wel degelijk sprake van een klooster in de tekst van Liv. Cruyl. · · blz. 98 ... op de plaats, waar nu het schoolgebouw van St-Joris staat was vroeger het klooster der Engelse Jezuïeten, die er kwamen in 1623 en er bleven tot bij de afschaffing der orde in 177 3 ... - ook dit kan niet veiwijzen naar het bedoelde gebouw. blz. 236 . ... aan de andere zijde der straat (Lange Violettenstraat) ziet men de overblijfsels van het St-]onsklooster namelijk de kapel. Ten jare 1340 had het gilde van de "scelschutters" of de schutters met den kruisboog, onder naam van St-Joris gekend, hier een grond aangekocht tot oefeningsplein. Zij bouwden er hun hof en een hospitaal met kapel. Alhoewel het gilde in 1381 dit hof verliet, bleven het hospitaal en de kapel bestaan. . - Dit gebouw wordt hier bedoeld. Voor de oplossing bij het tweede vraagteken dient men de tekst van Celis blz. 238 te lezen : ·... In de St-Lievensstraat, van het Zand naar de oude poort bij Ledeberg leidende, ziet men op de hoek van het Rijke Ciarenstraatje de overblijf(1) Beschrijving van Gent door Gab. Celis- Drukke.rij A.Cosijns- Minne-
1920~Gent..
98
seis van de abdij der Rijke claren... Voor de oplossing bij het derde vraagteken lezen wij blz. 129 : Bijna rechtover het predikherenklooster en de Vrouwmattenstraat, welke haren naam heeft van het klooster van Sinte Cathelijne; wier zusters "Matewiven" bij het volk genaamd werden, zij stichtten het klooster in 1403... Dus er konden gerust bij de_ drie gebouwen vraagtekens geplaatst wor..: den; daar er van de door Liv. Cruyl vermelde en geschetste gebouwen practisch niets meer overblijft; teniij wat verloren en verborgen grondvesten en ergens een ingeb_ouwde muur. Voortgaande op de tekst van pr. Cehs ta 0 1920), zegthij dat_ het huis nr. 80 het laatste overblijfsel is in de St-Lievensstraat van de Rijke Clarissenabdij. In hoeverre ver:; bouwd,kan nog moeilijk worden nagegaan. - ·_.
P. Vljeghe Gentbrugge BIBLIOTHEEK Wij ontvingen met dank de aaiJ.winstèn hienia van de heer Van Wàesberghe ~Vijftien punten plan van Gent (A. Van Hove ), Foto Zuidstation, Huldebètoon mevrouw Courtmansy Les he~· guinages (Van Bever G.), Geschiedenis der Nederlandse. begijnen (Philippen), Begijnhoven (Halin), Koop van vrijdom vim de nèerings van de wijnmeters, Maandblad voor doven en vrienden (maart en mei 1975), Officieel programma der gemeentefeesten 1975, Het-groot begijnhof van St. Elisabeth (pater Lucas Luyts), Officiële lijst· der Belgische zee.:. schepen, L'Adoration de l'Agneau mystique (Claeys-Bouuaert), 3e Canipo-Santodag, Muidelied. van de-heer Verbeke :.,Ekkergemnum:mer uit"De Autotoerist" van de heer Hebbelynck-: Càtalogus tentoonstelling "De industriële archeologie" van de heer Van Hillè : ''Het grafzerk van Sabina Bruggeman" van de heer Quintijn J.P.
!
"H. Metdepenninghen"
99
AANVULLENDELEDENLUST 874. 875. 876. 877. 878. 879. 880. 881. 882. 883. 884. 885. 886. 887. 888. 889. 890. 891. 892. 893. 894. 895. 896. 897. 898. 899. 900. 901. 902. 903. 904. 905. 906. 907. 908. 909. 910. 911. 912. 913. 914. 915. 916. 917.
Buysse P. ,Tennisbaanstraat 73, 9000 Gent Willeros A., Sint-Bernardettestraat 15, 9000 Gent Sioen A.,Oudburg 42, 9000 Gent Moulin J., Vaderlandstraat 5, 9000 Gent O.B. Willemsfonds nr 6,Wasstraat 120, 9000 Gent Dabhelaere M.,Gasmeterlaan 84, 9000Gent Nowé H.,Prinses Clementinelaan 5, 9000 Gent Van Damme L., Poststraat 9, 9100 Lokeren Haes G., Hoge Kouterstraat 32, 9910 Mariakerke Verplaetse A., Rijsenbergstraat 266~ 9000 Gent Willaert W. , Sint-Jansvest 4, 9000 Gent Van de Voorde P.,Koepoortkaai 10, 9000 Gent Van Speybroeck M., Schildpadstraat 294, 9000 Gent Machiels A., Karel van de Woestijnelaan 4, 9910 Mariakerke Buntinx W., Herfstlaan 6, 9220 Merelbeke Linters A., Muinkkaai 103, 9000 Gent Perot G., Meeuwstraat 21, 9000 Gent Manesse G., Glasgowstraat 10, 9000 Gent Manesse E., Glasgowstraat 20, 9000 Gent De Groote P., Kapiteinstraat 12, 9000 Gent Mw Van Hoecke M., Diksmuidestraat 48, 9000 Gent Mw Rappe,Coupure 237, 9000 Gent Mw Vandevyvere M., Martelaarslaan 392, 9000 Gent Bijn F., Dorp 34, 9831 Deurle Magnel J., Kon. Leopold 11 laan 52H, 9000 Gent Mw Van De Voorde J., Godshuizenlaan 59, 9000 Gent Martens D., Thonetlaan 78, 2050 Antweryen Steyaert R., Kerkdries 36A, 9030 Wondelgem Mw Desmul M., Voorhavenlaan 57, 9000 Gent Koek M., Antwerpsesteenweg 497A, 9110 Sint-Amandsberg Mw Goethals 1., Aan de Bocht 8, 9000 Gent Gemmei I., Verpleegstersstraat 92, 9000 Gent Stroobants A., Binnenstraat 3, 9330 Dendermonde Gabriels G., De Pintelaan 75, 9000 Gent Van Speybroeck R., Verbindingsstraat 10, 9910 Mariakerke Dely D., Fratersplein 14, 9000 Gent Blondeel A., Mazestraat 50, 9910 Mariakerke De Busscher H., Holstraat 45C, 9068 Ertvelde De MolM., Molenstraat 134, 9030 Wondelgem Ervynck G., Gebroeders Desmetlaan 32, 9219 Gentbrugge Verhaeghe W., Koekoeklaan 10, 9000 Gent De Vlieger G., Ernest Claeslaan·7~ 9820 Sint-Denijs-Westrem Pierre Ch., Frère Orbaniaan 104, 9000 Gent Bailleul M., Bergwegel 34, 9220 Merelbeke 100
GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent. Sde Jaargang, nr 3
15 mei 1976
Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-V oorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke RuUdierist : Van Geluwe-Eggermont A., MaĂŻSstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻSstraat 235, Gent . - Tel. 26.23.28 Postrekening : 000-105.04.73.60 - Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent. Lidgeld : 200 &. per jaar. INHOUD Het cholera-jaar te Gent De Maagd van Gent In of zonder Haar tuin De Broederschap van Sint-Jakob-ht-Compostella Eerste archeologisch onderzoek in het Patershol Het huis De Rave Een lezer schrijft Bibliografie Te Gent Vraag en Antwoord Aanvullende ledenlijst De Schoonste Dag zijn's Levens
102 115 127 134 139 141 142 142 142 143 144
Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage. Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het ProvinCiebestuur van Oost-Vlaanderen. 101
OP ZONDAG 16 MEI BEZOEK AAN DE SOUVEREINE GILDE VAN SINT-JORIS. BIJEENKOMST HOEK LANGE STEENSmAAT EN VROUWENBROERSTRAAT OM 10.15 UUR. ENKEL VOOR DE LEDEN. OP ZONDAG 20 JUNI OM 10.15 UUR VOORDRACHT DOOR DE HEER DR. DE MEYER N. OVER "ONS GELD VAN VROEGER" IN DE ZAAL VAN DE "ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS" INGANG KORTE MEIR, GENT.
GENT IN 1849 HET CHOLERA-JAAR Cholera is een ernstige, acute besmettelijke darmziekte, die veroorzaakt wordt door de bacterie Vibrio cholerae ontdekt in 1883 door Robert Koch. Deze ziekte is endemisch in sommige delen van India, voornamelijk in de Ganges-delta. In de 19e eeuw verspreidde cholera zich nu en dan in Europa. Een eerste epidemie van cholera teisterde de stad Gent in 1832 : er waren meer dan 2000 gevallen, waarvan 1227 sterfgevallen of één sterfgeval op 69 inwoners. In 1833 kwam slechts een lichte epidemie voor met 95 slachtoffers. In 1834 waren er 201 slachtoffers. In 1838, 1839, 1840 en 1843 stierven veel kinderen aan rode koorts en in 1847 vielen er veel slachtoffers aan tyfus. De eerste gevallen van cholera werden opnieuw gemeld rond 20 januari 1849. De ziekte verspreidde zich uiterst snel. Periode
Aantal gevallen
aantal sterften
van 20.1 tot 31.3 ap~ me1 juni juli augustus september
679 387 478 2081 943 231 12
306 183 232 887 476 136 4
Totaal
4811
2224 102
Dit betekent één sterfgeval aan cholera op 4 7 inwoners of ongeveer 2,09 o/o van de bevolking. Dit had natuurlijk een nadelige invloed op het bevolkingscijfer : in 1849 bedroeg het aantal geboorten 3540 (33,30 per 1000 inwoners wat een vermeerdering betekent tegenover de slechte jaren 1846 en 1848); het aantal sterften was geklommen tot 5917 (of 55,65 per 1000 inwoners) waardoor het nadelig verschil 2377 bedroeg. Het aantal overlijdens veroorzaakt door andere ziekten dan cholera is echter buitengewoon hoog in vergelijking met andere jaren, waardoor vermoed wordt, dat een aantal cholera-gevallen niet werden aangegeven. Het verschil tussen immigratie (3258 gevallen) en emigratie (2581 gevallen) gaf een winst van 6 77. In totaal verminderde dus de bevolking ~et 1700 eenheden ,op 31 december 1849 telde de stad Gent 104.618 mwoners. De ziekte kwam niet gelijkmatig voor in de verschillende wijken van de stad. Wijk
1. 2.
aantal gevallen
aantal sterften
3. 4. 5.
538 821 1072 1586 794
292 393 449 707 303
Totaal
4811
2224
In het burgerlijk hospitaal werden 1006 gevallen van cholera opgenomen, waarvan er 564 overleden; in het St.Janshospitaal werden 30~ kinderen en 43 vrouwen opgenomen, waarvan 153 kinderen en 14 vrouwen stierven. Een hulphospitaal werd ingericht in de Kapucijnerkerk, maar werd niet gebruikt. We kunnen vaststellen, dat slechts een derde van de gevallen in een hospitaal werden verpleegd. De verklaring vinden we in een verslag aan de gemeenteraad: "Depuis l'époque de l'invasion de la maladie la classe nécessiteuse et ouvrière manifeste une répugnance invincible pour les hopitaux; ni prières, ni sollicitations des médecins, des prêtres ou des personnes charitables, l'espoir d'une guérison plus certaine, la certitude d'un soulagement à leurs maux, rien ne peut les soustraire à leurs déplorables idées de fatalisme. Ils répondent presque taujours : "si telle est notre destinée nous mourrons à l'hopital comme chez nous, U est don,c inutUe de nous y laisser trans porter". Op de wijk van de Sassepoort werd een consultatiebureau opgericht met een apoteek, waar een geneesheer de zieken verzorgde. Er werden geen raadgevingen aan de bevolking verstrekt en wel "pour nepasjeter l'épouvante dans la population et qu' en second lieu leur exécution pour beaucoup de nos concitoyens était complètement impossible; pour s'en convaincre U suffrra d'en rappeler quelques unes : on recommandait de se vêtir chaudement et de porter de la flanelle , de ne jamais sortir le rnatin à jeun, de ne pas sortir avant 103
Ie lever du soleil, d'éviter I' air froid et humide de la nuit et une trap grande fatique dans les temps pluvieux; de suivre enfm un régime alimentaire tonique et nourrisant". n a semblé au collége que publier de parelies instructions, bonnes certainement en elles mêmes, mais inexécutables pour les classes pauvres offrait plus d'un danger". Tijdens de epidemie hadden de Grijze Zusters, die zich in 1849 te Gent hadden gevestigd, zich verdienstelijk gemaakt met het verzorgen van behoeftige zieken. De cholera-epidemie had in de provincie Oost-Vlaanderen in totaal4397 slachtoffers gevergd of 0,55 o/o van de bevolking. Er waren dus meer slachtoffers te Gent dan in het overige deel van de provincie. Houden we geen rekening met de stad Gent, dan bedroeg in Oost-Vlaanderen het aantal slachtoffers 0,31 o/o of een sterfgeval op 314 inwoners. De verhouding slachtoffers cholera Oost-Vlaanderen tegenover Gent is dus een tegen zeven, waaruit duidelijk de sterk nadelige invloed van het milieu blijkt. Vermelden we nog, dat in maart 1849 door prof. J.G. Block, hoogleraar aan de faculteit der geneeskunde, het boek "Le Choléra Morbus" werd gepubliceerd. De mogelijkheid van de cholera-epidemie was natuurlijk toe te schrijven aan de erbarmelijke hygiënische toestanden en aan de bittere armoede van een groot deel der bevolking. 7 januari : Men ziet jonge schepsels, die nu in de ijskoude en heseholde straten naakt en blootsvoets de wegen doorkruisen en met een gelaat, dat de tekenen van onschuld en de sporen van lijden draagt, u smeken om een aalmoes (G. vanG.). 19 januari : De burgerwacht heeft wapens ontvangen : eerste legioen : 762 geweren en 182 sabels tweede legioen : 714 geweren en 17 6 sabels derde legioen : 717 geweren en 178 sabels vierde legioen : 769 geweren en 183 sabels ruiterij : 92 pistolen en 46 sabels artillerie : 60 sabels 26 januari : In het Spanjaardkasteel werd een zekere Fr. M. van SintNiklaas terechtgesteld. 27 januari : De gemeenteraad bespreekt de octrooirechten. In het verslag van Groverman lezen we : "Quatre membres du parlement - waaronder Ch. de Brouckère- ont été d'avis de demander ces quatre millions à l'impot sur Ie revenu. Nous avons eu, nous devons en convenir, beaucoup de peine à nous persuader que cette proposition de la cammission ministérielle fut sérieuse". Helias d'Huddeghem verklaart " l'abolition des octrois des viiies est impossible" en raadslid De Pauw voegt er aan toe "Les octrois ne söilt pas un dèbris, mais un monument du moyen:.age ". De octrooirechten dagtekenen van de middeleeuwen en werden door de Franse revolutie afgeschaft, maar tijdens de Republiek en het Keizerrijk 104
opnieuw ingevoerd. Volgens raadslid De Pauw zouden de arme gezinnen, die enkel roggebrood eten, slechts 9,19 fr. per jaar aan octrooirechten betalen; de gezinnen, die tarwebrood eten 26,19 fr per jaar, terwijl de rijke gezinnen 351,44 fr per jaar zouden betalen. Persoonlijk moeten we deze berekeningen betWijfelen, als we de tarieven van de stedelijke rechten nazien. De oplossing van het probleem- het middel vinden om de inkomsten van de octrooirechten te vervangen- zal eerst in 1860 worden gevonden. 23 maart : Uit de Gazette van Gent vernemen we dat "kroeghelden" en soldaten nu en dan vechten in de ontuchthuizen gevestigd in de Kromsteeg, Modenaaisteeg, Schuurkenstraat en Stoppelbergstraat. De G.v.G; herinnert eraan, dat door de voorgeboden van de schepenen van de Keure van 30 maart 1486 alle ontuchthuizen uit de Sint-Niklaasparochie werden verbannen naar de wijk Overschelde, voorgeboden die aangevuld werden op 3 april1587, 14 december 1587, 28 februari 1588 en 28 maart 1602. 31 maart : H. Conscience biedt aan de gemeenteraad een exemplaar aan van zijn werk Jacob van Artevelde, dat verschenen is. 28 april : De gemeenteraad keurt de plannen van het gesticht Van Caeneghem, getekend door architect Van Huffel goed. De nieuwe tarieven voor de doorvaart aan de stedelijke bruggen worden goedgekeurd. 10 centimes Schepen tot 25 ton 18 centimes Schepen van25 tot 75 ton Schepen van 76 tot 150 ton 36 centimes Schepen boven de 150 ton 53 centimes Zeeschepen (twee- en driemasters) boven de 150 ton 85 centimes De schepen voor het vervoer van beer, die sleçhts na de avondklok tot de stad zijn toegelaten en voor de morgenklok de stad weer moeten verlaten, zijn vrij van: rechten; De· gemeenteraad besluit jaarlijks een wedstrijd voor het vee in te richten. 9 mei: In de bloemenkwekerij van Louis Van Houtte wordt een tuinbouwschool geopend. Er werden 24 leerlingen toegelaten. L. Van Houtte moet instaan voor al de uitgaven (intëmaat, voeding, verwarming, lesgevers) en ontvangt hiervoor van de staat vijfhonderd frank per leerling en per jaar. Deze school had een grote betekenis voor de bloei van de Gentse hofbouw. Een aantal zeer verdienstelijke bloemenkwekers werden hier opgeleid. 9 juni: De gemeenteraad bespreekt het verslag van de geneeskundige commissie. ·Een geneesheer verklaarde het volgende : "Le seul moyen d'arrêter le fléau était de diminuer la misère : la faiblesse corporelle des classes nécessiteuses était encore augmentée par les chaleurs acca105
blantes qui règnaient depuis quelque temps. La distribution de soupes pouvait atteindre Ie but qu'on se proposait". De gemeenteraad besluit in de verschillende wijken van de stad verder soep uit te delen. Op 13 october vernemen we, dat ,de buitenge~one uitgaven voor de bestrijding van de cholera-epidemie, 36.098,54 fr bedragen. 23 juli : Heden wordt in tegenwoorcÜgheid van de koning en koningin, de hertog van Brabant en de graaf van Vlaanderen de tentoonstelling van de nijverheidsproducten van Vlaanderen geopend. Net zoals in 1803 en in 1820 werd de tentoonstelling ingericht in de zalen van het stadhuis. Het initiatief was genomen door minister Rogier en dit om de nijverheid, die een ernstige crisis doormaakte, aan te moedigen. Op 23 october 1848 verscheen het K.B., dat bepaalde : "tl sera institué une exposition publique en 1849 des produits de !'industrie linière et des autres industries manufacturières des Flandres. " · Een aanvullend besluit van 23 maart 1849 bepaalde : "tl sera ouvert à Gand, à !'occasion de l'exposition des produits de !'industrie des Flandres, une exposition spéciale de machines, moteurs et articles de construction beige ou étrangère employés dans la fabrication des tissus". Meer dan 600 nijveraars van de beide Vlaanderen namen aan de tentoonstelling deel. Onder de Gentse deelnemende firma's willen wevernoemen: Katoennijverheid: Felix de Hemptinne, Voortman, E. de Smet, Dierman, C. de Bast, Guequier, Hooreman-Cambier. Vlasnijverheid : La Lys, La Gantoise, Dobbelare-Hulin Brons : Trossaerts-Roelants · ~jtuigmakerij : Lockx, vander Cruyssen, J. de Ruyter Machines : Phoenix, Carels, Nolet Piano's : van Hyfte . De tentoonstelling van 1849 werd een groot succes. Op 6 november werden in het Justitiepaleis de prijzen uitgereikt. Op zestien gouden medailles werden er zeven gewonnen door Gentse firma's·: De Smet :. gesponnen katoen, Rosseel : calicot, Moerman : lijnwaad, La Lys en . · La Gantoise : garen, F. de Heniptinrie :. gedrukt lijnwaad,' Hooreman- .·. Cambier : cotonnette, Legrand : tule. Vier Gentse ·exposanten óntvin- · gen de Leopoldsorde : de Smet de Naeyer~ E. Jacquemyns, Ad. Rosseel en Alex. Verschaffelt. V oor de Smet-de Naeyer werd als motivering opgegeven : "Monsieur de Smet-de Naeyer est un des vétérans de !'industrie cotonnière. Déjà à l'exposition qui eut lieu à Gand en 1820, les produits de sa fabrique étaient jugés dignes de la médaille d'or. La même distinction lui fut accordée dans diverses occasions postérieures". De fabriek de Smet-de Naeyer werd later La Louisiane genoemd. Er hadden echter nog meer feestelijkheden plaats. In 1848 had de Fonteine besloten de vierhonderdste verjaring van haar octrooi te vieren en onder meer met een feeststoet. Een ontwerp werd opgesteld door Felix de Vigne. De gebeurtenissen van 1848 verhinderden de ·uitvoering van dit plan. De idee van een historische stoet werd hernomen in 1849 106
en dit ter gelegenheid van de tentoonstelling. Er werd een comitÊ gevormd met A. De Cock als voorzitter, prof. A. Burggraeve als ondervoorzitter, Kervyn de Volkaersbeke, P.C. Vandermeersch, Edm. De Busscher en A. Pauw als secretarissen; onder de leden : prof. Serrure, Portaels, directeur academie, Felix de Vigne en Pieter de Vigne. Felix de Vigne was de ziel van de historische stoet "De Graven van Vlaenderen". Een bladzijde uit het programma geeft ons een duidelijk beeld van de praalstoet. "De schikking des praelstoets, samengesteld uit zes honderd persoonen, honderd dertig peerden en negen praelwagens, geeft aan deze eene zeer schilderachtige eigenaerdigheid. De hoofdpersoonagien, graven of gravinnen van Vlaenderen, feestelyke of gemeentelyke dignitarissen, doorluchtige krygsmannen o magiStraten, zyn nauwkeurig gekenmerkt en onderscheiden door historische kleedy en gevolg. Nu verschynen de oorlogs- of ridderkostumen, dan het geestelyck gewaed, verder de civiele kosturnen hetzy van de magistratuer, hetzy van de burgery, en eindelyk die van de neeringen en gilden, gewapend of ongewapend. Daer tusschen, op het tydstip dat haer eigen is, doen zich voor de verbeeldingen van eeredienst, oorlog, nyverheid, kunst of letteren. De kostumen, geteekend door den. heer Felix Devigne, vervaerdigd onder zyn byzonder toezigt zyn al de getrouwe navolging der oorspronkelyke, over 't algemeen zeer¡ryk en regt schitterend. De praelwagens getuigen van eene v~rnuftige en poÍtische vindingskracht; zy zyn in een aenvalligen trant samengesteld en opgeluisterd. door schilderingen, zinnebeeldige toebehoorten en versierselen bewonderenswaerdige voor de gedachte, verscheidenheid en pracht. De praelwagen der Godsdienst is van den heer' Adolf Pauli; die van den Draek, het Groot Kanon, de Van Eyck's, van den heer Felix Devigne; de praelwagen van Jacob van Artevelde is van den zelfden kunstenaer, en het schoone standbeeld van den volksheld is gebeiteld door den heer Devigne-Quio; De Boekdrukkerswagen van Dirk Martens, van Aelst, en de praelwagen der Maegd van Gent, zinnebeeld der aloude vlaemsche gemeente, zyn van den heer Lodewyk van Overstraeten; de praelwagen der Eendragt (van de Concorde ), die zoo heilige wensch, is van de heer Portaels." De optocht trok drie maal door de stad en wel op maandag 23 juli, maandag 6 en: zondag 26 augustus en lokte een massa toeschouwers. Ook de koninklijke familie woonde de optocht bij. Koning Leopold I en zijn familie waren te Gent aangekomen op zondag 22 juli en werden verwelkomd met de grote klok en kanonschoten. In een feestelijke. optocht we~~en de ~t.en, verge~eld door de burgerwacht, het leger, de gilden en talnJke veremgmgen geleld naar het gouvernementshotel. 's Avonds was er een bal in de salons van de schouwburg, dat vereerd werd door de aanwezigheid van de koninklijke familie. We hebben reeds gezien, dat op maandag 23 juli de nijverheidstentoonstelling werd geopend en de historische praalstoet door de stad trok.' s Avonds was er nog een feest in het Casino, dat schitterend was verlicht en een volks-
107
\
I
,'J'
'I
N
V'~~~ ,4'~ ;•~ .
\.
·~~ ~~ \
'#I -
·:·
~ ~ üo """ \
\
A..."
,.-.J
,...","'
-:
-
-
~I(~ ~"'? 4-J" ( ,.
)
(; $.;( J ~ ....::( .~
-"'
r:.~
108
bal op de Kouter. Op dinsdag 24 juli had de tweede grote uitdeling van brood aan de armen plaats, en dit door het Weldadigheidsbureau (een eerste uitdeling had plaats gehad op 16 juli). · Er hadden nog een massa andere feestelijkheden plaats, zoals een wapenschouwing van de burgerwacht, een zangfestival ingericht door de Melomanen, wedstrijden in handboogschieten en schermen enz. Een voorval willen we nog vertellen. De toneelvereniging Bradermin en Taalijver had de koninklijke familie uitgenodigd voor een toneelvertoning in de Minard-schouwburg. Gouverneur Desmaisières als ere-voorzitter hield de feestrede. Er was door de Vlaamsgezinden gevraagd om op de gala-vertoning_ de Vlaamse Leeuw te zingen. Desmaisières vond de tekst voor de koninklijke oren vermoedelijk niet passend en Van Peene werd verzocht een Welkomstgroet te schrijven op de muziek van de Vlaamse Leeuw. Aldus werd het nu: Wees Welkom in dees tempel. Waar 't Vlaamsch zijn vaan ontrolt, En dat de kreet weergalme : Lang Leve Leopold ! Na een verblijf van drie dagen keerde Leopold I en zijn familie op woensdag 2 5 juli naar Brussel terug. 31 juli : Heden overleed Egide Cornelissen. De man was geboren te Antwerpen in 17 6 7; hij was de eerste schrijver, die in 1812 de aandacht vestigde op de figuur van Jacob van Artevelde. 17 augustus : Een aantal bewoners van de Veldstraat en omgeving richten een verzoekschrift naar de gemeenteraad om aandacht te vragen voor het probleem van de ontuchthuizen, die sedert de laatste jaren een schrikbarende uitbreiding hebben genomen. lil verband hiermede schrijft de Gazette van Gent op 2 september : " Onze voornaa.Iilste straten zijn ware boeleerplaatsen geworden: en het meerendeel der ontuchthuizen zijn daarbij in vechtkuilen veranderd". 26 augustus : Er had nog een derde voorname gebeurtenis plaats te Gent. Op initiatief van Dr. P.A. Snellaert werd door het Vlaemsch Gezelschap van 26 tot 28 augustus in de gebouwen van de Gentse universiteit het eerste "Nederlandsch Congres" ingericht. De uitvoerende commissie bestond uit F.A. Snellaert, voorzitter, Ph. Blommaert en baron Jules de Saint-Genois, secretarissen, prof. Serrure, Ph. Kertryn de Volkaèrsbeke, ·Frans Rens en Prudens van Duyse, allen woonachtig te Gent. In de uitnodiging tot het congres werd het doel als volgt voorgesteld : "Het behoud van den Nederlandsehen stam; het thans gespleten Nederland voor wederzydsch vergaen te behoeden; naer middelen om te zien om eenheid te brengen in de werking derNoora-en Zuid-Nederlanders tot behoud van den gemeenschappelyken volkszin en van de gemeenschappelyke volkstael'". Bij de Nederlandse congressisten willen we vermei-
109
den : de hofpredikant en hoogleraar aan het Remonstrants Seminarium te Amsterdam Abraham des Armorie van der Hoeven (1798-1855 ), aan wie het voorzitterschap werd opgedragen, B. Schreuder, hoofdinspecteur voor het onderwijs in Nederlands Limburg en J. Alberdingk Thym (Amsterdam 1820-1889). Bij de Belgen kunnen we opnoemen prof. David (1801-1866), kanunnik D. de Haerne, volkvertegenwoordiger (1804-1890), Jottrand, een-Brusselsadvocaat (1804-1877), die op het congres het algemeen kiesrecht verdedigde om door de politieke ontvoogding van het Vlaamse volk de Vlaamse beweging politieke macht te geven. Jan Van Beers (Antwerpen 1821-1888), Nolet de Brauwere van Steeland (1815-1888), J.L.D. Sleeclcx (1818-1901), Zetternam. Dit eerste congres werd een succes; katholieken, vrijzinnigen en protestanten zaten er naast elkaar; Nederlanders en Vlamingen waren voor het eerst verenigd sedert 1830. Tijdens het congres werd het monument op het graf van Ledeganek op het kerkhof te Sint-Amandsberg ingehuldigd. Jottrand verdedigde nog op het congres het uitsluitend georuik van het Nederlands voor bestuurszaken in Vlaanderen; de vervulling van die wens zou nog zeer lang op zich laten wachten. Het volgend Nederlands Congres zal gehouden worden in 1850 te Amsterdam. De voornaamste betekenis lag vermoedelijk in het feit, dat door dit congres de culturele afzondering van de Vlaamse provinciĂŤn werd doorbroken. 1 september: De stad Gent ontvangt het bericht, dat de overeenkomst tussen de stad Gent en het ministerie van openbare werken in verband met de afstand van de gronden van het gewezen Spanjaard kasteel aan de stad werd goedgekeurd. Hierdoor zal het mogelijk worden deze wijk te urbaniseren. 29 september : De gemeenteraad besluit de houten watertrappen door trappen in gegoten ijzer te vervangen. Er waren 62 watertrappen met samen 813 treden; de gemiddelde uitgave per jaar voor onderhoud en herstelling bedroeg 1104,84 fr. De nieuwe trappen vergen een uitgave van 8073 fr. Alzo zullen de uitgaven aan onderhoud van de watertrappen gevoelig verminderen. 12 october: Bij Joste, boekhandel, Veldstraat 93, Gent Jacob van Artevelde door H. Conscience in drie delen en een plan van Gent ten tijde van J. van Artevelde. Prijs : zes frank. 10 november : De gemeenteraad besluit de verhoging van de octrooirechten met 10 o/o ook in 1850 toe te passen. 11 november : Sedert maandag 5 november zijn de wevers van de katoenfabrieken in staking; ze vragen een beter loon en een vermindering van de werkuren. Op 11 november weet de Gazette van Gent te vertel110
len, dat dreigschriften werden aangeplakt. Wat later gaan ook de spinners in staking. Onze krant keurt de staking af en meent, dat indien het waar is dat de textielarbeiders minder verdienen dan andere werklieden, de wevers en spinners hun kinderen naar de fabriek leiden van zodra ze zes of zeven jaar oud zijn en reeds geld verdienen, wat onmogelijk is voor andere werklieden. Op 23 november lezen we :" Een dertigtal werklieden zitten reeds vast. Zij moeten de kost door hun huisgezin verschaft worden of moeten van de kost der misdadigers leven". Op maandag 26 november waren bijna alle werklieden terug aan het werk. De staking had dus drie weken geduurd. In de krant Broedermin vernemen we heel wat meer over de staking. Er werd gevraagd tot de lonen betaald in 1836 terug te keren. Tijdens de crisisjaren waren de lonen sterk gedaald. De Fabriekplaats was gisteren het toneel van een zekere beweging. Een peloton gendarmes en pompiers hebben er de ganse dag post gevat (8.11). Op 10 november vernemen we, dat de arbeiders ook wensen de verlichting van de werkplaatsen niet te moeten betalen, zoals het in sommige fabrieken gebruikelijk is. Op 22 november dringt Brodermin er op aan, dat de stedelijke overheid zou bemiddelen tussen patroons en werklieden. "Dat men rechtzinnig poge om overdreven eisen en onredelijke tegenstand te doen verdwijnen". Broedermin vindtverscheidene eisen van de arbeiders geenszins onredelijk en is van oordeel dat ze kunnen voldaan worden zonder de katoennijverheid in de grond te helpen. Als klachten worden vermeld : 1. de betaling van de verlichting in de werkplaatsen . 2. de onkosten bij het breken van.de getouwen 3. de onkosten voor aankoop en onderhoud van de schietspoelen 4. de onkosten voor het smeren van de machines 5. het zondagwerk Deze lasten verschillen van fabriek tot fabriek en zijn in sommige zelfs onbekend (23 november). In december verschijnen een reeks artikels over "De katoen-industrie" waarbij de krant aantoont, dat de mededinging van de Engelse textielproducten ongegrond is en dit wegens de hoge invoerrechten. Daarmee was de zaak echter niet afgelopen. Half december werden 34 aangehouden stakers door de boetstraffelijke rechtbank te Gent tot de volgende straffen veroordeeld : : 1 vijf jaar twee jaar : 2 drie maand 5 twee maand : 1 een maand : 5 veertien d. :14 drie dagen : 6 Op 19 december wijdt Broedermin een artikel aan het vonnis : de Gentse werklieden werden veroordeeld wegens coalitie-vorming. Volgens de openbare mening te Gent waren de klachten van de werklieden gegrond.
111
De wet is echter niet gelijk voor werklieden en patroons. Voor de patroons kan volgens de wet enkel van coalitie sprake zijn in geval van kwaadwilligheid en ongegrondheid, wat onmogelijk aan te tonen is. Het is duidelijk, dat Broedermin, het blad van Constant Leirens en in 1848 opgericht een ganse andere toon laat horen. "Den Vaderlander" van 4 november klaagt het feit aan, dat sommige fabrikanten hun werkvolk gedeeltelijk betalen in winkelgoederen. Ook te Gent komt dit misbruik voor. Sommige bedienden en meesterknechten van fabrieken houden in petto winkel en dwingen de werklieden bij hen te kopen. Op 11 november lezen we : " De wevers winnen maar een gering loon en met 8 à 9 frank per week kunnen de werklieden hun vrouw en kinderen niet onderhouden". Natuurlijk werd de staking door de overheid nauwkeurig gevolgd. Op 23 november schrijft gouverneur De Jaegher aan minister Rogier : "Les ouvriers ont fait preuve d'un remarquabfe esprit d'union, d'une discrétion éprouvé et d'une discipline qui donne à réfléchir. n'y a pas de doute qu'ils doivent avoir habillement conseillés; leur organisation n'a eu contre elle que Ie manque d'argent". Op 6 december schrijft De Jaegher : "Jamais coalition d'ouvriers n'y avait pris ni cette forme ni cette extension, ni cette caractère, ni cette forme d' organisation". De gouverneur schrijft de oorzaak van de "démoralisation croissante de 1' ouvrier'' toe aan· de plaatselijke pers en wel aan Broedermin. Professor Huet wordt aangeklaagd, als de man, die in handen houdt "les flls de toutes les intrigues républicaines et socialistes, dont la ville de Gand est travaillé de longue main". Als besluit suggereert De Jaegher : "Huet est l'audacieux sectaire qui a monté et développé tout eet échaffaudage; s'il disparaisse du pays et s'il reste de mauvais fruits, l'arbre qui les a porté sera au moins coupé. Stecher, doit pour l'honneur de la Belgique, ne pas rester charger de 1' enseignement de l'histoire nationale; Callier, agrégé, devait également être écarté d'un cours dans lequel il ne peut inculquer que de pernicieux principes". Voorlopig zal minister Rogier nog geen gevolg geven aan de suggesties van De Jaegher. E.C. Coppens merkt op, dat Rogier zag "dat de hand van Mgr. Delebecque, bisschop van Gent, die van de gouverneur had vastgehouden waar deze schreef: "Sa philosophie s'annonça basée sur des principes catholiques maïs de la nuance que Ie haut clergé des Flandres dut combattre plus tard chez ces vicaires, la nuance Lamenniste". We vernemen nog enkele gegevens over de staking in de Messager de Gand. De timmerlieden, schilders en metselaars verdienen 2,02 fr per dag, maar schrijft de krant, deze werklieden zijn jaarlijks drie maanden werkloos, wat niet het geval is voor de textielarbeiders. De wevers verdienen 9 tot 10 fr per week, de spinners 18 tot 20 fr. Ook de Messager vestigt de aandacht op het inkomen van de kinderarbeid. Verder schrijft onze krant op 20 november :"Quant au travail du dimancheil n'a nullement pour but de parfaire Ie travail de la semaine, ce n'est pas un travail de
n
112
production, mais d'entretien de la fabrique et qui a taujours existé. C'est un travail de nettoyage des machines, qu'll serait impossible de supprimer et qu' on ne pourrait que reporter_ sur un autre jour". 5 december : In een brief van minister Ch. Rogier van 20.4.1849 wordt aandacht gevraagd voor de reinheid van de straten en ook voor de reinheid in de beluiken. "De groepen van werkmans-woonhuizen, gemeenlyk onder de benaming van vierkantig bataillon aengeduid, de straetjes en zakstraeten roepen inzonderheid hunne bezorgdheid in.Deze plaetsen, waer, byna in al de steden, zich eene talrycke bevolking van werklieden en behoeftigen opgehoopt vindt, verbergen, inderdaed, menigvuldige oorzaken van ongezondheid. By het gebrek van lucht en licht, dat men, over het algemeen, in deze ongezonde wyken opmerkt, voegen zich de pestachtige uitwasemingen der talryke oorzaken van bederf welke men op den openbaren weg laet verblyven, en het is ook in diezelfde wyken dat meestal de besmettelyke ziekten ontstaen en zich ontwikkelen". Op 5 december bespreekt de gemeenteraad de reinheid in de stad. Alhoewel het rapport van de commissie van openbare werken en van hygiëne zeer lang is, toch willen we wat over dit verslag vertellen en wel omdat we een beeld krijgen van de stad Gent. Vooreerst wordt vastgesteld, dat de thans genomen maatregelen volstrekt onvoldoende zijn. Welke zijn de oorzaken van de vervuiling van de straten ? 1. Keukenafval wordt dagelijks op straat geworpen; worden vernoemd :
2.
· 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
as, veegzand, gebroken eetgerei, afval van groenten, fruitschillen, mosselschelpen enz. Bedorven eetwaren en gebroken voorwerpen worden op straat geworpen door winkeliers en handelaars, visverkopers, haarkappers, enz. Mest van paarden, koeien en andere dieren ( de koeien werden door de stad geleid naar de markt). · De aarde tussen de stenen wordt modder bij regenweer. Hier geven we de tekst : "Les urines dont les passants souillent journellement les trottoirs et le bas des édifices publies ou particuliers". Het schotelwater, dat men langs een buis op straat laat vloeien. Allerlei materiaal dat achter gelaten wordt door metselaars, zoals zand, mortel, steengruis. Schoorsteenroet Modder aan de wielen van de wagens, die van de buiten komen.
De eerste en tweede oorzaak worden niet doelmatig bestreden door poli-
tiemaatregelen, want elk reglement, waarvan de uitvoering moeilijk is of gemakkelijk te omzeilen is, wordt niet toegepast. De huidige reglementen werden nooit geobserveerd. Men zal een dienst met wagens inrichten, die dagelijks het huisvuil zal ophalen. De aannemer van de aanbesteding zal verplicht worden al het huisvuil, dat op straat werd gewor113
pen, zonder vergoeding op te ruimen en bij nalatigheid gestraft worden met een boete indien hij geen verhaal doet tegen de overtreders. In- de tekst spreekt men van een "police privé". Het ophalen van de paardevijgen door de mestrapers is meestal doelmatig. "Les ramasseurs de fumier s'acquittent avec activité de cette besogne". Toch zal de aannemer van de aanbesteding door het lastenboek verplicht zijn ook de mest op te ruimen. De eerste jaren na 1918 kon men soms nog een mestraper in de stad zijn beroep zien uitoefenen. Wat betreft de aarde tussen de kasseien men zal in de toekomst straatstenen aankopen, die rechthoekig gekapt zijn en ze goed aan elkander doen aansluiten. De vijfde oorzaak van vervuiling zal bestreden worden door het bouwen van urinoirs. Het keukenwater, dat op straat wegvloeit, is een grote oorzaak van bevuiling en bovendien bij vrieswater gevaarlijk voor de voetgangers. Men zal rioleringen bouwen langs waar het afvalwater en het regenwater kunne wegvloeien. Wat betreft de afval van bouwwerken, de aannemer van het ophalen van het huisvuil zal verplicht worden het achtergelaten steengruis weg te nemen; de aannemer kan de overtreder aanklagen. De achtste oorzaak van vervuiling is van minder belang; de vervuiling door de laatste oorzaak is sterk verminderd sedert de wegen van tweede en derde klas geplaveid werden. De beide commissies zijn van mening dat aldus de vervuiling doelmatig kan bestreden worden. Verder lezen we :"Les intérêts des ramasseurs de fumier ne se trouvent pas lésés; ils auront encore la faculté de s'approprier les épaves de la voie publique; ils auront la faculté en outre · d' aller chez les particuliers recueillii les cendres, épluchures de légumes, etc. En un mot, ce n' est pas un monopole que nous établissons, mais une série de mesures qui en respectant les intérêts existants, a pour but d'assurer la propreté de nosroes et l'assainissement de notre ville". 6 december : De maatschappij l'Union heeft het oud hotel der paardenpesterij op de Kouter (gebouw gelegen tussen de huidige Bank van Parijs en de Nederlanden- vroeger het Posthotel- en de ingang van de Beurs- aangekocht voor 68.000 fr. Het Posthotel bleef aan 81.000 fr en werd niet verkocht. Om te eindigen kijken we nog even naar de broodprijzen. 30.12 12.8 Gebuideld brood Ongebuideld brood Roggebrood
40 c. 30 c. 15 c.
35 c. 27 c. 14 c.
1849 : het midden van de negentiende eeuw, thans 125 jaar geleden. In ongeveer vijftig jaar was de bevolking van Gent verdubbeld (1801 : 55.161 inwoners, 1849 : 104.618 inwoners) en dit op practisch dezelf114
de oppervlakte (het intra-muros). Hierdoor een grote oorzaak van vervuiling, terwijl de colleCtieve voorzieningen niet werden aangepast. De overheid wordt geconfronteerd met ernstige problemen en zal maatregelen moeten treffen om de hygiënische toestanden te verbeteren; ook het individu zal moeten opgevoed worden. De medische wetenschappen staan nog in hun kinderschoenen : de ontdekkingen vanPasteuren Koch dagtekenen van de jaren 1870-1880. Op wereldvlak is weinig te vermelden: na de storm van 1848 is er rust. In Frankrijk sterft Fr. Chopin en in Oostenrijk vader Joh. Strauss. Terwijl doet Livingstone zijn eerste grote reis en ontdekt het Ngamimeer in Afrika. . Vermelden we nog dat in ons land op 1 juli 1849 de eerste ongetande postzegels in gebruik werden genomen, de beroemde Leopold I van tien en twintig centimes. Eerst op 11 april 1863 zullen getande zegels verschijnen. BRONNEN 1. V erslagen van de gemeenteraad. Jaarverslag. 2. Gazette van Gent. Broedermin. Den Vaderlander. L'Organe des Flandres. 3. P. Fredericq : Schets eener Geschiedenis der Vlaamsche Beweging. W. Rogghé: Gedenkbladen. H. Elias : Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte (deel 2). Ed. De Busscher : Album du cortège des comtes de Flandre : Persannages et costumes dessinés par Félix de Vigne (1852). H. Wouters : Documenten betreffende de geschiedenis der arbeidersbeweging, (1831-1853).
DE MAAGD VAN GENT IN of zonder HAAR TUIN Over de Gentse Maagd geraken we gewoon niet uitgepraat. Waar we ook gaan of staan, nu eens kuierend langs Gentse wegen, dan eens speurend in hoeken en kanten van Gents oudste gebouwen, overal kruisen ze onze paden. Zullen we dan al die gekroonde of niet gekroonde, al die tronende of niet tronende dames de revue laten passeren ? Bijlange niet, want dat ware warempel een lastige karwei, een onbegonnen werk. Uit het vergeetboek wensen we alleen maar diegenen te halen die werkelijk verdienen met een eresaluut begroet te worden. We zullen, zoals we reeds deden, kriskras de stad doorkruisen en slechts die drempels overschrijden die toegang verlenen tot zich aldaar schuil houdende voorname jonkvrouwen. Ons eerste bezoek geldt de gewezen St.-Baafsabdij. We steken de centra115
Ie kloostertuin over om, via een oneigenlijke doorgang, de westelijke tuin te bereiken. Tegenover de zg. welput van St.-Macharius ontwaren we, opgericht tegen de omheiningsmuur, een indrukwekkend halfverheven beeldwerk, de MVGIHT voorstellend. Ze draagt geen kroon. Heur haar golft tot op haar schouders. De leeuw heeft zijn voorpoten en kop op haar linkerknie neergevlijd. Met de rechterhand houdt ze het (Gents) wapenschild. De palissade-tuin is voorzien van een gesloten hekje. Dank zij een latijns opschrift met chronogram : pietatls ganDae sChoLa paUperUM (MOCLUUII) weten we dat het reliëf in kwestie afkomstig is van een weeshuis voor arme kinderen (met name voor jongens) en dagtekent van 1662. Inderdaad, links en rechts van de Maagd hebben twee knapen post gevat. Hun kledij (uniform) draagt natuurlijk het stempel van de 17de eeuw. Vooral valt het kort wambuisje op dat van geelleder zal gemaakt geweest zijn en kolder genoemd werd. Aldus heette in de middeleeuwen een gelijkaardig kledingstuk zonder mouwen~ (U weet wel, was dit vervaardigd door middel van dooreengevlochten metalen ringetjes, dan noemde men het maliënkolder of maliënkulder). Het dragen van dat leren jasje was voldoende om de drager ervan met dezelfde naam aan te duiden: kolder of kulder. Populaire naam die ze trouwens b%;: dragen zijn zolang ze de "kulderschool" gelegen aan de Martelaar bewoonden. Een korte wijde broek en een breedgerande hoed volledigden de garderobe van de kereltjes. Mogen we De Potter geloven, dan zouden de portretten van de jongens pas in 1851 aan de Maagd toegevoegd zijn. Het beeldwerk, dat hoe langer hoe meer van weder en wind te lijden heeft, verlaten zonder eraan te herinneren welke gevel het jaren lang versierd heeft, ware voorzeker èn Maagd èn kulderkeus onrecht aandoen. Vóór 1433 stichtten de Jeronymieten een broederschap wier huis (klooster) op een bepaald ogenblik een complex vormde bestaande uit het Duivelsteen en een aantal gebouwen, het geheel begrensd door de Reep, het Bisdomplein, de Maaseikstraat, de Geraard de Duivelstraat en de Henegouwenstraat. (1) In het gedeelte van het complex, ten N. van het Duivelsteen gelegen, werd in 1519 een armenschooltje voor 16 leerlingen ingericht. Precies 50 jaar daarop werd het klooster afgeschaft. Het schooltje bleef zonder de fraters bestaan maar ernaast riep men een Bisschoppelijk Seminarie in het leven. In 1623 kocht de Stad het gebouwencomplex aan (2) en · gebruikte de vrijgekomen lokalen van het Seminarie om er een weesjongenshuis in te richten. Dit kwam klaar in 1628 en bood onderdak aan 22 jongens. In 1662 moeten er tamelijk belangrijke verbouwingen plaats gehad hebben, want het was te dier gelegenheid dat de ingangspoort bekroond werd met het halfverheven beeldwerk waarover we het zoëven hadden. Die monumentale poort keek op het Bisdomplein (toenmaals St.-Baafsplein) en moet zich bevonden hebben waar we tegenwoordig de ingang van de Nationale Bank aantreffen. Of daaromtrent. Het 116
panoramaplan in de Flandria ffiustrata wiist die ~ heel duidelijk aan : Fraters- of knechtj. weesh. Het Museum herbergt nog meer Maagden. In de zopas bezochte tuin komt u er npg een tegen en binnenshuis zit er een andere op u te wachten, met name in de zg. Mercatelzaal. Op welke plaats deze jonge dame in haar jonge tijd haar dagen sleet, weet ik niet. Wel weet ik dat ze de kenmerken vertoont van een niet te miskennen rasechtheid : ongekroond pagekopje, lang kleed, palissade-tuin met hekje, de linkerhand strelend de leeuw wiens voorpoten en bovenlijf op haar linkerknie rusten, de rechterhand houdend het lint van een (Gents ? ) wapenschild, dat op haar rechterknie rust. In de gewezen slaapzaal van de abdij is er nog een brok beeldhouwwerk in ogenschouw te nemen. Een kleinigheidje is het beslist niet : een vierkante arduinen tichel van eventjes 1,75 m zijde. Van 1524- hij draagt trouwens dat jaartal - tot 1540 was hij ingemetseld in de Hospitaal- of Spitaelpoorte, die gesloopt werd in laatstgenoemd jaar. Als centrale figuur fungeert de Gentse Maagd. Zij en de gekroonde leeuw zitten in hun tuin. Een niet nader te beschrijven hoofddeksel tooit haar weelderige haardos. Met de rechterhand houdt ze voor haar met een breloque versierde borst een tuil madeliefjes (zinspeling op Margareta van Oostenrijk ? ). Opdat we niet zouden vergeten dat de gevelsteen in Keizer Karels tijd ontstaan is, kreeg de Maagd het gezelschap van de Herculeszuilen, het wapenschild van de jonge vorst (helm, kroon en zinspreuk "Plus oultre") en het Bourgondisch vuurslag. De Vlaamse Leeuw en zijn Gentse metgezel (met halsband) volledigen het zo schilderachtig als indrukwekkend schouwspel. Verlaat met mij al die oude, verweerde stenen getuigen om, steeds in mijn kielzog, afwisselend in het Stadsarchief of in de Universiteitsbibliotheek een paar uurtjes te gaan doorbrengen. En daar in plaats van oude stenen, al even oude of nog oudere perkamenten en papieren getuigen aan het woord te laten komen. We weten het : de Gentse Maagden hebben zich praktisch in alles en nog wat letterlijk genesteld. We vangen onze speurtocht aan in de U.B. Daar doen we navraag naar het bijna nietig boekje genummerd G 891 en getiteld "DesiderĂź Erasmi Rotterdami vtrvsque langvae Doctissimi concio de pvero iesu a pvero in schola coletica nvper Londoni institvta pronvncianda". Lange tijd heeft men aangenomen dat het uiterst zeldzaam (leer)boekje te Gent zou gedrukt geweest zijn in sept. 1513, en wel door een vriend van Erasmus, Robert de Keysere alias Robertus Cesaris ofte Robertus Gandenses. Tegenwoordig meent men integendeel dat Robert het werkje niet daadwerkelijk drukte, maar de uitgave ervan eerder patroneerde. Dit zou dan gebeurd zijn ten vroegste in 1511 ofwel te Gent, ofwel te Parijs. (3) Wat ons naar dat didactisch geschrift doet grijpen is de houtsnede (9,5cm x 7cm) die de onderste helft van het titelblad in beslag neemt, een houtsnede die de Maagd als onderwerp heeft. Deze is ongekroond en heeft lange tot op de rug neergolvende haren. Ze is gehuld in een lang gedrapeerd kleed en zit in haar met een hekje afgesloten palissade-tuin.Geen 117
leeuw houdt haar gezelschap. Met de linkerhand houdt ze een groot wapenschild (zilveren Leeuw op zwart veld) welks lint ze in de rechterhand genomen heeft. Als achtergrond koos de xylograaf vier kerktorens en het Belfort. Het geheel is omlijst door een paar zuiltjes en een met acanthusbladeren versierde boog. Een afbeelding van het plaatje vindt u in "Vict<r Vander Haeghen, L'Humaniste-imprimeur de Keysere, etc.", in "Handelingen Maatsch. Gesch. en Oudheidk. Gent, 1906", p. 328 en in "Gent, 1000 Jaar, II", afb. 1. Behalve Gent bezitten ook Nuremberg (Stadsbibl) en Parijs (Bibl. Nat.) het boekje. Het prentje heeft Robert eveneens in andere. drukwerkjes een ereplaats gegeven : in "De ratione studii, etc." waarvan een exemplaar te Parijs en te Nuremberg (afgebeeld in Machiels, a.w., afb. 1), in het (schoolboekje getiteld "Introductorium iuvenum in artem grammaticum", waarvan een exemplaar in het Plantijn-museum (afgebeeld in Machiels, a.w. afb. 2). Een naam- en tijdgenoot, waarschijnlijk geen familielid van Robert, Piet er de Keysere, (4) alias Petrus Cesaris, was - meestal tegelijkertijd boekhandelaar, papierfabrikant, drukker (van 1516 tot 1547), boekbinder, en op de koop toe notaris bij de Raad van Vlaanderen. Robertus' Gentse Maagd moet danig in Petrus' smaak gevallen zijn, want waar hij de titelbladzijde van zijn boeken niet van zijn (drukpers)-drukkersmerk voorzag, gebruikte hij Roberts houtsnede. In 1519 ten gerieve van het boekje "Charitis, etc." ; in 1520 van "Oratio, etc. " ; in hetzelfde jaar van "De f:tguris, etc.". Eigenaardig genoeg was hij, ruim zes jaar vóór het verschijnen van "Charitis" met een Maagd van eigen inventie voor de dag gekomen. We ontdekken ze in een werkje getiteld "Lambertus de Ramponibus, Distinctiones super digesto veneri", gedateerd 11 september 1513. De U.B. bezit er een exemplaar van : G 86. Het vignetje is een stuk groter dan Roberts houtsneden (14,5 cm x 11 cm). We stellen gelijkenissen, maar ook verschillen vast. De Maagd, lange haren die schouders en rug volledig bedekken; een plooienrijk kleed dat zelfs de voeten verbergt; gekroond met iets dat op een palissade-tuin gelijkt; zit te midden van een met talrijke plantjes bezaaid grasperk. Een tuin ontbreekt te enenmale. De grafelijke gekroonde leeuw heeft zich naast de jonkvrouw neergezet. Hij heeft een in het oog vallend menselijk gelaat, uitzonderlijk lange haren en dito baard. Met de rechterklauw omknelt hij een stevige vlaggestok waaraan de Vlaamse standaard. Er is geen achtergrond voorhanden. De omlijsting bestaat uit een paar slanke zuilen en een boog versierd met slechts weinig acanthusbladeren en twee naakte kinderHguurtjes. Wat er Petrus later toe aangezet heeft de identiteit van de jonge dame te willen accentueren door de toevoeging van de woorden GANDA VIRGO, weten we niet. Wel weten wè dat onze drukker naderhand 118
119
minstens 3 boekjes met de aldus "verbeterde en vermeerderde" uitgave van zijn houtsnede merkte of liever versierde. Van elk van die werkjes bezit de U.B. een exemplaar. Het zijn : 1. "Andrelinus Faustus, Elegie, etc." ... gheprent ... Petrus Caesar Gandavus... Impressum Gandavi ante Capitolium... Per Petrus Cesarem. 20 mei 1520, (G 87); 2. "Lievin· Oosterlijnc, Ditestregiment ende onderwys ghemaect jeghen die pestilentie.. ... Men vercoopse voor tscepenhuus vander Kuere tot Pieter de Keysere diese gheprent heeft. 28 sept. 1521, (G 89); 3. "De Keyserlycke Ordonnancien Gheprent te Ghendt by Pieter de Keysere bouc prentere by der crane diese by consente van myn heeren Scepenen vander Kuere ghetranslateert heeft, 15 nov. 1531, (G 91). Een product van eerder middelmatige hoedanigheid. Opgenomen in "Gent, 1000 Jaar", ~~~
.
Heel wat beter vertrouwd dan met deze kleine prentjes, zijn de meesten onder ons met die veel grotere xylografie, die bekend staat als "Plan De Keysere" of "Plan van 1524". Aangezien G.T. dit uitermate interessant document, voorzien van commentaar, meedeelde (vóór p. 33 in 1ste jg.) lijkt het mij overbodig er nog langer bij stil te staan. Niettemin wil ik toch op een paar zaken wijzen. Ten eerste wat het tuin-tafereeltje betreft. Weelderig begroeid is de zeshoekige gemetselde tuin. De leeuw die de vlaggestok waaraan de Vlaamse standaard, omkneld houdt is drager van de grafelijke kroon. Ook de Maagd is gekroond, blijkbaar met de palissade-kroon. Wat de houtsnede zelf betreft, dit nog: Meer dan 2 oorspronkelijke afdrukken zijn nooit geweest : een tamelijk gehavend exemplaar dat destijds in de U.B. bewaard werd doch sedet:t ik weet niet wanneer zoek geraakte en een gaaf exemplaar dat te Gotha bewaard werd maar eveneens niet meer te vinden is. Het was laatstgenoemd stuk dat V. Vander Haeghen en A. Heins gebruikten om de bekende uitgave ervan te verwezenlijken. Een groot geluk dat ze dat gedaan hebben ! Van De Keysere's Plan van 1524 graveerde Ch. Onghena in de eerste helft van de 19de eeuw een kopergravure (27,5 cm x 10,5 cm), zonder schaal en zonder legende; een gravure die "volledig afwijkt van het origineel : de spitsen der kerktorens zijn bijgewerkt, de huizen zijn scherper doch fantaisistisch afgelijnd, de voorgrond is weggevallen." ( 5) Met Pieter De Keysere zijn we bijlange nog niet klaar. Wel als drukker maar nog niet als boekbinder. In die hoedanigheid wordt hij reeds in 1511 vermeld. Aangezien hij het vak tot in 1559 beoefende, mag geredelijk aangenomen worden dat gedurende die lange tijdspanne een serieus aantal banden zijn werkhuis (vanaf 1524 gelegen aan de "sente Veerhildeplaetse", "by de crane", "devant Ie chateau au conte", "empres leglise saincte Pharault") (6) moeten verlaten hebben. Wat van die massa boekbinderswerk terecht gekomen is ? Betrekkelijk weinig natuurlijk. Om het even, ons interesseren momenteel slechts die bandjes welke als versiering de Maagd meegekregen hebben. 120
Eerst en vooral bekijken we een boekje dat bewaard wordt in de U.B. en genummerd is Res. 789. Het is getiteld "Johannes Chrysostomus, De profectu evangelü humalia" en werd ged._rukt te Antwerpen in 1536-37. Van dit drukwerkje heeft de boekbinder zowel het voor- als het achterplat gestempeld met een omlijsting van dubbele ftlets waarbinnen de afbeelding van de Gentse Maagd. Volgens Derolez (7) een paneel dat Petrus uitstekend prentte. Dat de Maagd-houtsnede en de Maagd-stempel meer dan een gelijkenis vertonen, kan men onze Pieter niet kwalijk nemen : in die tijd kende men geen auteursrecht; wie om het even op welke manier een gesneden plaat verwierf mocht daarmee handelen naar goeddunken. Noteer : de ho.uding van de on~kroontic:. Maa.~· de aanwezig~eid van. de .palissadeturn, de spectaculaire torenrtj (zes m plaats van VlJf ! ). D1t alles heel duidelijk herkenbaar. Een groot verschil valt onmiddellijk in het oog : het wapen met de zilveren leeuw op het prentje heeft plaats gemaakt voor de niet al te best te onderscheiden neergehurkte leeuw. Er zijn nog banden die met dezelfde stempel versierd zijn, o.a. het boekje : "Steriometria, Ars Oeconomica (... ) Autore D. Burchardo Mithobio Mathematica ac Phisico (... ) Anno M.D.XLIII" dat gedrukt werd te Frankfurt en bewaard wordt te Brugge in de Stadsbibliotheek. Banden die voor ons veel minder of in het geheel niet toegankelijk zijn, bevinden zich te Munster in Westfalen, te Leuven, te Eindhoven. (8) De bandstempel Ui kwestie werd meermaals gereproduceerd, namelijk in : Luc. Indestege, Catalogus van de Tentoonstelling ''Boekbanden uit vijf Eeuwen", U.B., 1961, plaat XIV; in : Guido Hendrix, Die Maghet van Ghend, in.: Oostvlaamse Zante.n, 1961•.P·. 232; ~: Dero~ez, afb. 43, gekleurd; m: Ferd. Vander Haeghen,_ B1bhograph1e gant01se, als frontispice vóór het eerste dèel (gravure van Ch. Onghena); in : Paul Bergmans! J:teliure de Pierr~:ae Keysere, ~ : Inv. Arch. de Gand, 24 jan. 1897 (weuug geslaagd afwriJfsel ofte frottls). Is Petrus Cesaris de èriigeboekhinder geweest 'die de platten van door hem bewerkte banden_met ·Maagden gestempeld heeft ? Zeer zeker niet. O.a. was de opvolgervan die andere goed bekende Gentse binder, Victor van Crombrugghen, in: dat geval. Getuige daarvan een te Lyon gedrukt (1546) boekje getitèld"De arte testandi", waarvan beide platten met dezelfde steinpd (10;2 cm x 4,9 cm) versierd zijn : de Maagd gezeten in haar palissädè'-tuin, waarvan het hekje vervangen is door een hoge, smalle ingangspoort. De leeuw heeft zijn rechtervoorpoot in haar sclioot gelegd ; met de andere poot houdt hij een vlaggestok, op welks wuivende wimpel de naam GHENDT prijkt. Op de achtergrond(nog al eens ! ) de torenrij en in de bovenhoeken de initialen V en C. Een afbeelding van het plat vindt u ia : de Bibliographie gantoise deel VI en in : Indestege, plaat XIII. Wat we beslist niet links mogen laten liggen zijn de banden wier platten met nog een andere Maagd-compositie - en welke ! - opgesmukt zijn. Een boekje, getiteld "A. Sanderus, Opuscula minora", voorhanden in 121
i->
N N
Het kan geen verwondering wekken dat men (gewoonlijk) het titelblad van de oorkonden met een Maagd versierde. Dit was o.a. het geval met de Costumen van Ghendt anna 1537 en met de Costumen ende Wetten der Stad Gendt, Tot Gendt by Petrus de Goesin, 1765, waarvan hierbij een afbeelding. Let op het Vlaams wapenschild dat het hekje vervangt en op het vierkante vlaggetje met de S.P.Q.G.-sigle.
de U.B. (sign. G 7310), in 1651 te Leuven gedrukt, heeft dergelijke platten. De vergulde stempel (9,2 cm x 6,1 cm) vraagt om hem eens extra te bekijken. De lijst bestaat uit een dubbel ftlet, waartussen ranke guirlandes van bloempjes, blaadjes en vruchtjes. In een ovaalvormig medaillon kijkt ons de met bloemen gekroonde Maagd aan. Haar palissade-tuin is met een hekje gesloten. De eveneens gekroonde leeuw houdt een vlaggestok waaraan de vlag met de Gentse Leeuw. Onder de bovenrand van het medaillon prijkt de specifiek Gentse leuze TROV EN LIEFDE, tegelijkertijd de vernederlandsing van het Latijn FIDES ET AMOR en een parafrase van het meer gebruikelijke HOU EN TROUW. Boven het medaillon hebben twee gaande leeuwen post gevat; elk van hen presenteert een (Bourgondisch) vuurslag; onderaan bevinden zich twee andere gaande leeuwen die samen een gedeeld (Oostenrijks en Bourgondisch) wapenschild aanbieden. (9) De afbeelding van het plat kreeg een plaats in "Gent, 1000 jaar", 11, afb. 49. In de Koninkl. Bibliotheek berust een "Almanach ofte Waer-zegghinge voor het Jaer ons Heeren Iesu Christi MDCLXV (... )door Mr Joannes Willemsems (... ) Te Ghendt, Ghedruckt by Bauduijn Manilius woonende inde witte Duyve, 1665", een almanak die de U.B. jammer genoeg niet bezit. Ook de twee platten van de band van het boekje dragen dezelfde stempel. Het is niet uitgesloten dat de gebruikte stempel veel ouder is dan 1651, het uitgavejaar van Sanderus' werkje; inderdaad in de 17de eeuw nog met Bourgondisch-Oostenrijkse wapenschilden uitpakken lijkt eerder onwaarschijnlijk. Een enkel woord nog in verband met onze Maagd- Trav-en-Liefde-afbeelding. Fr. de Potter drukt in zijn "Gent, I, p. 475" als curiosum een reproauctie van bedoelde afbeelding af. Amper 3 regels wijdt hij aan zijn illustratie : "Bijna op dezelfde manier ziet men ze (de Maagd) voorgesteld op eene oude kopergravuur, ons medegedeeld door den heer Poelman, boekdrukker ter stede". Is het mogelijk dat Poelman een stempel voor een kopergravure aanzien heeft ? Hoe dan ook heeft De Potter dat verschil niet gekend, zo niet zou hij ons geen Zwarte O.L.V., pardon, geen. Zwarte Maagd van Gent voorgeschoteld hebben. Wie kan het verwonderen dat een bibliofiel zoals Ferdinand Vander Haeghen er een was, zijn oog en zijn keus liet vallen op de zojuist besproken gestempelde Maagd om er enkele van zijn meest geliefde boekbanden mee te versieren ? In casu door de Gentse binder Duquesne. Van diezelfde voorstelling inspireerde hij zich voor het ontwerpen van een parel van een exlibris : een vignet van eventjes 8,5 cm x 6, 7 cm, waarvan de middenzone ingenomen is door de reproductie van het ovaal medaillon, hoger vernoemd. Daaromheen schikte de graveur op aanwijzing van Vander Haeghen, maar liefst 32 verschillende merken van zoveel 15de en 16de-eeuwse Nederlandse drukkers. Onnodig te zeggen dat de Gentse meesters van de partij waren : Arend de Keysere, wonende "by den Beelfroete", Pieter de Keysere, dat ziet u van hier; J oas Lambrecht, 123
wonende "in de Onderstrate"; Comelius Manilius, "inde Scheldstrate"; Hendrik vanden Keere, "rechtover tstadthuus"; om ons bij de meest bekenden te bepalen. Een banderol verklapt ons wie de gelukkige bezitter van het exlibris is : "Ex Bibliotheca Ferd. Vander Haeghen". Aan de. onderkant is de gravure gesigneerd door de ontwerper ervan (F.V.Inv.) en door de uitvoerder ervan (Ch. Onghena Sc.). (9bis) Zoals men geen processie zou hebben laten uitgaan zonder er de Heilige Maagd bij te betrekken, dacht men er geen ogenblik aan een stoet of optoc~t door de stad te zenden zonder de-Wereldse Maagd er een ereplaats m te geven. Als we spreken van stoeten gaan onze gedachten onwillekeurig naar die onvergetelijke "Optogt der Cavalcade" die ter gelegenheid van het zevenhonderdjarig jubileum van de H. Macharius in juni van het jaar 1767 drie keren de stad doorkruiste. De derde praalwagen van de paardenstoet was volledig aan de Gentse Maagd gewijd : "bespannen met vier peirden, waer op zit de Maegd van Gend, beschermd door den Leeuw; zy houd den Standaerd (waarop het letterwoord S.P.Q.G. :;: Senatus PopulusQue Gandensis) en de wapen der zelve Stad. Nevens de Maegd vanGend is eenen Leeuw, wezende haer gewoonelyk teeken van getrouwigheyd, ende door den welken zy ook beschermt wordt : Gy zyt, o gendsche Maegd ! beschermd door dezen Leeuw, Ook zy gy door Macaer beschermd van eeuw tot eeuw." (10) Op de platte wagen was een reusachtige schelp gemonteerd die geheel ingenomen was door een met een hekj_e afgesloten palissade-tuin. Erin zat de met een muurkroon getooide Maagd die haar leeuw liefkoosde. Met de linkerhand hield ze de vlaggestok waaraan een vierkant S.P.Q.G.standaard. Net alsof de aldus gebrachte hulde niet volstond eaf men haar eveneem een plaats op de vierde praalwagen. Ditmaal diende ze het te doen zonder tuin maar niet zonder leeuw. Ze zat erop : "beweenende den ellendigen staet der Inwoonders (pestlijders), die haer omringen." Ook op de vierentwintigste wagen had ze haar rolletje te spelen. Hier overheerst ze meer dan dat ze hen vergezelt : keizers (Maximiliaan en Keizer Karel), hertogen (Filips de Schone) en hertoginnen (Maria van Bourgondië), allemaal beschermers van de stad zoals de door haar gehouden wimpel het uitbazuint : "His Geniis tuta Ganda." Het lijkt er wel op dat de Historische Stoet gewijd aan de Graven van Vlaanderen, die in 1849 eveneens drie keren door de stad trok, voor Macharius' "optogt" niet ten onder wilde doen. Inderdaad, luxueuzer had L. van Overstraeten onmogelijk zijn door vijf paarden bespannen 12 m lange en 8 m hoge (in die tijd waren onze straten nog door geen trolleys in hun beweging belemmerd) praalwagen niet kunnen bouwen : "La Pucelle de Gand, d' ordinaire placée dans une enceinte palissadée,
124
Plat (93 mm x 62 mm ) van een exemplaar van de Almanach ofte Waer-Zegghinge voor het Jaer ons Heeren Iesu Christi, M. DC. LXV. Te Ghendt Ghedruckt by Bauduijn Manilus woonende inde Witte Duyve, 1665. Copyright Kon. Bibl. Brussel. · sous la proteetion du Lion de Flandre, apparaissait ici seule, sur un trêne élev'( ... ) la tête ceinte de la couronne murale en or, sa couronne symbolique( ... )portant un manteau de velours noir au lion d'argent, tient la ham pe de sa bannière séculaire." (11 ) Kreeg ze in de Historische Stoet van de Pacificatie ( 18 7 6) een eervolle plaats toegewezen, in de ommegang voorstellende "Gent door de Eeuwen heen (1894) daarentegen werd ze gewoonweg feestelijk genegeerd ten voordele van een even statige maar overigens spiksplinternieuwe Belgische Maagd. De 7 5ste verjaring van de Onafhankelijkheid werd te Gent ondermeer gevierd dooreen schitterend Venetiaans Feest, beter bekend als de geillumineerde Waterstoet van 1905. Mogen we de 20 nummers tellende reeks prentkaarten, meesterlijk getekend door A. Heins en als "héliotypie artistique" gedrukt door De Graeve, au sérieux nemen, dan zou de " Boot der stad Gent" ontworpen 125
geweest zijn door de architect Claessens. Het officieel programma daarentegen schrijft het ontwerp toe aan Claessens' collega Jotthier. Luister hoe onze Gentse boot beschreven wordt : "Dichtbij de Maagd van Gent zitten onder een,. baldakijn 3 meisjes die de drie andere hoofdplaatsen van het arrondissement onzer provincie verbeelden. Andere jonge deernen omringen deze groep die door wapenherauten beschermd wordt. Achter den Leeuw van Vlaanderen, fier op den voorsteven van het vaartuig gezeten, staat een monsterreukwerkbrander. Verder wordt de opsmuk van dit prachtig schip door planten en bloemen volmaakt." Vanzelfsprekend hebben de sigle S.P.Q.G. en het Gentse wapenschild hun gerechtigde plaats in het pittoresk schouwtoneel gekregen. De laatste Historische Stoet die naam waardig dagtekent van 1913, het jaar van de Wereldtentoonstelling. Om de 300 ste verjaring van de erkenning van hun vereniging te vieren, richtten de gildebroeders van St.Miehiel een wijde waaier van feestelijkheden. De hoofdschotel van die viering bestond uit het 3 keren laten uitgaan van de "Groote Historische Ommeganck" waarvan de regie toevertrouwd was geworden aan P. Bergmans en A. Heins. Of deze onverbeterlijke minnaars van Gent en diens verleden ervoor gezorgd hadden dat de door 4 paarden bespannen "Ghendt"- "Hou en Trou"-praalwagen mocht gezien worden ? De Maagd met aan haar voeten de leeuw zat niet zo maar op haar troon, · op de koop toe waren beiden beschermend omringd door de bijna nooit ontbrekende palissade-tuin. Toegegeven dat Gent op 8 mei 1949 nog een Historische Stoet uit de grond stampte, namelijk om de Stropjes eraan te herinneren dat hun stad als Handelsstad in dat jaar de eerbiedwaardige ouderdom van een half millennium bereikt had. Jammer genoeg mocht die gebeurtenis geen schitterende prestatie genoemd worden. Spraken sommigen van "Ik wil maar ik kan niet", toch moeten we bekennen dat de Stad-Gent-praalwagen met een bijzondere zorg opgebouwd werd. Gehuld in een weids hermelijnen kleed zat de met de muurkroon getooide Maagd op haar troon geflankeerd door een reusachtig Gents schild te midden van een met tinnen en kantelen bezette tuin. Slot volgt.
M. VAN WESENMAEL
NOTEN
1. A. Van den Kerkhove, Museum voor stenen Voorwerpen, Gids v.d. Bezoeker, 2de uitgave, 197 3; A. van Werveke, Ruines de 1' Abbaye Saint Bavon et Musée lapidaire, 1912; L. Sanglet, Het Geeraard Duivelsteen te Gent, Reeks art. in Vooruit, jg. 19 54. 2. Zie de afb. "De Reep te Gent in ongeveer 1820" door L. Sanglet, in G.T., jg. 1, vóór blz. 157.
126
3. J. Machiels, Robert en Pieter de Keysere als drukker, in Archief- en Bibliotheekwezen in België, Dl. XLVI, 1-2, 1975, blz. 1-32. 4. Zijn naam werd gegeven aan een straat (van Veermanstraat tot J. de . . Vigneplein). 5. G. Milis-Proost, Inventaris der Kaarten en Globes, bewaard in de U.B., Gent, 1967. 6. J. Machiels, a.w. blz. 20. 7. A. Derolez, Boekbanden, in "Gent, 1000 Jaar Kunst en Cultuur, 11. 8. W. de Vreese, De Legende op den Band van Pieter de Keysere, in "Het Boek", 1928. 9. Catalogue de l'Exposition de Reliures, Brux.1931. 9 bis. G. van Severen, L.Ex-libris de F. Vander Haeghen, in La Flandre Libérale, 23-7-1964. 10. Beschryvinge van het zeven honderdjaerig Jubilé van den heyligen Macarius, Tot Gend, by Jan Meyer, op d'Hoog-poorte in 't gekroond Zweird, 1767. 11. Chars du Cortège Historique des Comtes de Flandre par Félix Devigne et Edm. De Busscher, Gent, 1853; Description du Cort. Hist. des Comtes de Fl. par Edm. De Busscher, Gent, 1849.
DE BROEDERSCHAPVAN SINT-JAKOB-IN-COMPOSTELLA, GEVESTIGD IN DE GENTSE SINT-JAKOBSKERK, OP HET EINDEVAN DE XVeEEUW De broederschap van SINT-JAKOB-IN-COMPOSTELLA is ongetwijfeld een der oudste religieuze konfrerieën van Gent. Het is ook zeer goed mogelijk dat de bouw van de eerste houten Sint-Jakobskapel (vóór 1093) zijn oorsprong vindt in de stroom van bedevaarders naar het spaanse Compostella, die reeds van de Xe en zelfs van de IXe eeuw langs vaste bedevaartsroutes vanuit het noorden van het land, Nederland, Duitsland en Skandinavië opmarcheerden naar de stad van Santiago, waarheen, volgens een spaanse overlevering, de relikwieën van Jacobus de meerdere zouden _. _ zijn overgebracht en in de negende eeu~ teruggevonden. Op elke vaste pleisterplaats van de bedevaartroute vindt men telkens de St. Jakabskerken terug en in de onmiddellijke buurt daarvan een St.-Jakabsgodshuis of hospitium, waar de pelgrims een paar dagen mochten verblijven. Onze broederschap was oor~pronkelijk gevestigd "tJ.P de Mude" in het
127
St.-Jakohshuis, gelegen over de Leie, in de buurt van het Godshuishammeke. Dit godshuis lag buiten de eerste stadskern, zodat late pelgrims nog een onderkomen konden vinden, wanneer de- stadspoorten reeds gesloten waren. De bedevaarders gingen meestal, om veiligheidsredenen, op weg in groepsverband, en werden door hun medebroeders in de verschillende eta{?peplaatsen opgewacht en ~stvrij ontvangen. Zij waren gekleed in een lange pelgrimsplJ, met de breedgerande hoed,waarvan de rand langs een zijde was omgeslagen en versierd met de gekende sint-jakobsschelp. Zij hadden ook een lange reisstaf in de hand, waaraan de typische drinkbus was bevestigd. Staf, schelp en drinkbus zijn de symbolen die men steeds terugvindt bij instellingen die de naam van Sint Jakob dragen. Wanneer dan op nieuwjaar 1494 de baljuw, de schepenen en de Raad van Gent een ordonnantie uit~ven betreffende het gilde van Sint Jakob, dan is dit geen oprichtingscertiHkaat, maar om, op aanvraag van de pastoors en de re_geerders van het gilde, de reeds bestaande regels en gewoonten een ofHcieel tintje te geven en wat meer ruchtbaarheid : een soort onbetaalde reklame dus ! De oorkonde richt zich, met de gekende stadhuisvolzinnen, tot allen die de voettocht hebben gedaan "tsente Jacops kercke binnen deser stede". De schepenen beweren vervolgens dat het hun bedoeling is de "vermeerderinghe vanden goddelijken dienst ende de broederliken minne en vriendschap" te bevorderen van allen die "ten aultaer vanden voorn. apostelle ende groeten vriend gade" de dienst van St.-Jakob onderhouden "inden buec neven den heghen choor". (Welke kapel uit de kooromgang hiermee bedoeld werd is nog niet achterhaald). Hierna worden enkele regels en gewoonten van de broederschap nauwkeurig omschreven. Deze omvatten o.a. de verplichting alle zondagen in de vasten een gelezen mis te laten doen in hun kapel en een jaargetijde voor de overleden medebroeders. Ook vrouwen mochten deel uitmaken van het gilde, inaar allen, zowel broeders als zusters, moesten, in persoon, de H.apostel te Compostella hebben bezocht. Vervolgens wordt nog gewezen op de verplichting hun altaar te onderhouden, de plicht van eerst mis te horen vooraleer op bedevaart te vertrekken en de vreemde pelgrims gezelschap te houden tot buiten de stadspoort. Ten slotte wordt erop aangedrongen dat eventuele giften moeten besteed worden voor een godsdienstig doel(1). Twee jaar later, op 9 juni 1496, verschijnt een nieuwe ordonnantie van de schepenen, nadat hun "zekere supplicatie is overghegheven in ghescrift" door de bestuurders van de broederschap, die hier voor het eerst worden genoemd "de Vader en zijn twaalf Kinderen". (2) "Allen den ghoonen die dese presente lesen zullen, zien oft hooren lese~. Scepenen ende raadt vander stede van ghendt doen te wetene dat by ons ghesien ende ghevisenteert wesende zekere supplicatie ons overghegheven in ghescrift bij Thomaes Jacop filius, Vadere, Jan Sanders, Jan de moor, Pieter tryoen, hertheirneus hueghebaut, pieter de vechtere, Joos zoetine, baudin staessin, adriaen scallint, rnaere vander varent, (1) Archief St.-Jakobskerk, nr. 1491/201 (2) AS.J. nr. 1492/206
128
Jacob de pape, gillis de wulf ende gillis ampeltin, zijne kinderen." Hierna worden meer details gegeven over de inrichting van de broederschap en haar reglementen. Volgens deze oorkonde komen de huidige supplianten voort "uut den gulde van st. jacopshuus up de mude" en werd reeds een toelating gegeven op 1 januari 1493 om "gheselscap ende broederscap te houdene.. ter vermeersinghe van allen godlijken diensten in zijn kercke binnen deser stede". "Over hemlieden ende den ghemeenen broederen vander broederscape vanden weerden appostle gods mijnen heere sint Jacop de meerdere, die nu zijn ende voort over alle de ghoone die hare peregrimage in persoone ghedaen ende de voorn, appostel sent jacop de meerdere ghelijc hemlieden supplianten te composteRe versouebt hebben noch versoueken ende inne selve broederscepe comen zullen te kennen gheven dat... eist zo dat w.ij ende onse voorsaten den voorn. supplianten als comende uut den gulde van sr. jacopshuus up de mude thaerlieder nieuwste bede up den eersten dach van fauwt. Xllllc drie ende neghentich lestleden actroyeerden ende consenteerden gheselscap ende broderscap te houdene ende up te steRene inde eere ende weerdicheyt vanden voors. weerden appostel sent jacop de meerdere ende ter vermeersinghe van allen godlijken diensten in zijne kercke binnen deser stede met zekeren pointen ende artyclen zo de wet die daer af es inhoudt ende begrijpt."
De supplianten vreesden immers dat de broederschap nog niet zo stevig gefundeerd was en niet "gheduerich zijn en bliven zoude menichte van jaeren". "Ende supplianten hier up wel gheadviseert raedt ende advis ghenomen hebbende met diversehen haren medebroeders duchtende dat met den pointen bij hemlieden inde voorn. bede regheert tselve broederscap niet zo steerc noch vast ghefundeert en zouden wesen dat gheduerich zijn ende bliven zoude menichte van jaeren zonder verhinder of te termenten gade ende te dien hende dat de schoone godlijcke diensteu, provemden ende aelmoessenen die zij inde voors. keercke voor den autaer vanden voorn. sent jacoop in eeuweghen ghefundeert ende upghestelt hebben ende daghelix doende zijn niet vermindert noch achtergelaten maer vermeerst ende onderhouden -moghen werden zendden zelve ootmoedetic hemlieden te willen consenteerne confirmeerne ende approbeere de pointen ende artijclen hier naer verclaert."
De goddelijke diensten moeten zoals vanouds gedaan worden en er moet een nieuwe Vader gekozen worden met zijn twaalf Kinderen, "daertoe nemende goede eerbare persoonen nut ende oirhoidie wesende". ''Ende w.ij gheneghen zijnde thuerlieder begheerten ende up al ghelet hebbende alsoot behoort hebben in voorderighen vanden godlijken dienste ende 0 me dien tonderhoudene gheordonneert ende ordonneren bij desen solennelen diensten diemen te dien daghe v?or haerlieder voorn. ault~r ghecostu~eert es ende upghestel~ zijn te doen zal vem1euwen den Vader ende ZlJDe twalef kmderen, broeders en reg1erers vander voors. gheselscap daertoe nemende goede eerbare persoonen nut ende cirboirlic wesende ome tonderhouden vanden zeiven gheselscap van den aultare haerlieden consent daer toe eerst ghedaen hebbende."
Nauwkeurige voorschriften werden gegeven voor het bijwonen van de gildemis: men mocht niet te laat komen of te vroeg buiten gaan (niet v66r het bidden van het "de profundis" en "tghewijde water gheworpen werdt") 129
bij de offerande moest men de hiërarchische volgorde in acht nemen, men moest zijn habijt dragen op straf van boete. "De welcke in toecammende jaeren dienen zullen ~nde zo langhe daer naer toet dat zij tzijnen ancommene bij advijse vanden oudsten ende vooriaetste vander zeiven gheselscepe gheordonneert ende ghestelt zullen we sen,. zonder eeneghen van dien hem te ananghene voor den anderen te offeme buuten zijnder ordene gaende oft knielende ter messen oft offerende blivende ooc naer de offerande de messe vulkomen toet dat de dreprofundis ghelesen ende tghewijde water gheworpen werdt zonder van daer te scheedeneten waer bij consente vanden Vader ende datte elc met zijner habijte ende parure vanden broederscepe van st. jacops daghe den meerderen voorwaerts toet haerlieder afganc. Ende wie van eenich van al dien in ghebreke ware ofte ter contrarien dade dat ware up zulcke boete als bij hemlieden int ghemeene thaerlieder ancommene gheordonneert sal werden."
Wie een bedevaart naar Compostelia wenste te ondernemen, moest's morgens aan het altaar van St.-Jakob de mis bijwonen, waarbij ook de Vader en zijn Kinderen moesten aanwezig zijn, hiertoe verwittigd door de knaap. Allen samen moesten de pelgrim uitgeleide doen tot buiten de stadspoort. Ook bij zijn terugkomst moesten de regeerders van de broederschap de pelgrim opwachten en plechtig de stad inleiden. Indien iemand verhinderd was hierbij aanwezig te zijn, mocht deze een medebroe· der in zijn plaats zenden met zijn habijt ! "Item zo wanneer dat eenich broeder of zuster vanden voorn. gheselscepe oft andere persoonen wie die zijn ghemoghen ende in meeneghen wesende den voorn. appostel st. jacop den meerderen te versouckenen in compostelle begbeerde tsijnen versouckene voorn. aultaer een messe ghedaen te hebbene so zullen de voorn. vader ende kindren daer toe verrnaent wesen bij haerlieder cnape alsoot behoort ghehouden zijn te commene ter zelver messe te offerne ende naer de messe met zuleken pelgrim alle tsamen te gane oft eenen anderen broeder met haerlieder abijte te zendene ende hem uutgheleede te doene toet buuten der poorten daer hij den wech in nemen wille, hem van ghelijcken tzijnder weder comste van st jacops up dat zij de wech hebben ende behoorlic verrnaent werden weder inhalende ghelijck men van ghelijcken useert te doene toet vele plaetsen ende in diversehen steden binnen desen lande van vlaenderen ende daer buuten, zo wie vanden eenen oft vanden anderen verrnaent zijnde in ghebreke ware zoude verbueren twee groote, beauden daer eenich vander vader of broeders u ut der stede waren oft consent hadden dat zij dan onghehauden zullen zijn vander voorn. boete, waert ooc dat eenich persoon tvoorn. uutgheleede ende messe begheerden ghedaen te hebben die niet wel souffiss.c noch ghestaede en waere den cost vander voors. messe te dooghene zo salmen die biden voorn. vader ende kindren betalen ten laste vanden broederscepe ende tuutghelede doen ghelijck booven."
De Kinderen moeten steeds bereid zijn vóór de Vader te verschijnen, als deze om een onderhoud verzoekt over zaken het altaar of de broederschap aanbelangende. "Item werde elc vanden kindren dienende vanden voors. broderscepe ghehouden ten ontbiedene vanden vaderooft in zijn absentie vanden ghoonen die hij daer mede lasten sal tallen tijden dat hij noodt sal hebben met hemlieden te sprekene omme eeneghe saken den aultaer ofte broederscepe angaende te commene te zuleken plaetsen als hij hemlieden biden cnape vanden gheselscepe sal doen beteeckenen, zo wie daer af in ghebreke waer zoude verbueren naer dat hem de boete bestheeden waere te wetene up de ghelijcke boete eenen groten ende up de hooghste boete twee gro. al-
130
so omwille ende menigwaerfte alst tghebuerde."
In geval van twist of woordenwisseling moet de onenigheid vóór de V ader beslecht worden, op straf van een pond was. Op voorwaarde echter "datter gheen bloet gheloopen en es" of erger,_ want dan komt de zaak voor de heer en de wet. "Item waert dat eenich persoon van desen broederscepe in eeneghe vergaderinghen vanden gheselscepe oft elders jeghen eenen andren broeder woorden, twist of ghescil naeme, daer af zullen de vader ende zijne kindren moghen zijn middelaers ende apponeerders ende tghescil van beede den broeders themlleden waerts begheen ende nemen enneroeere datter gheen bloet gheloopen en es noch eenighe saken ghebuert daer de heer kennesse af behoort te hebbene ende waer eenich van zuleken persoonen die zijn ghescil den vader ende zijnen kindren of twee van huerlieden ghedeputeerden ende medeghesellen niet upgheven en wilde of te tghenendt dat hernl.ieden gheordonneert ende gheseyt werde niet en onderbilde ende vulquaroe zoude verbueren thelcen reyse een pondt was ter discretie vanden gheselscepe."
Dan wordt nog eens herhaald dat slechts zij lid mogen worden die "den voorn. heleghen appostel st. jacop de meerdere in persoone versacht hebben binnen der stede van compostelle int land van galisien". "Item in dit voors. brodersĂŠap zullen moghen ontfanghen werden de ghoone diet begheeren zullen ende den voorn. heleghen appostel st J acop de meerdere in persoone versocht hebben binnen der stede van compostelle int land van galissien andere ghelijcke persoonen vinden zullen die bij haerlleder consente ten voorn. daghe in huerlieder stede comen ende den last aneveerden willen zonder anderssine yemen daer toe moghen dwinghene.
Degenen die aangesteld zijn om te "dienen" d.i. het bestuur waar te nemen, mogen zich niet onttrekken aan deze taak, of desnoods een vervanger zoeken. "Item ware eenighe faulte van dienste in zuleken nieuwen anghenomen het ware bij dat hij overleden oft anderssins zonder eerst eenen andren in zijn stede ghestelt te hebbene ende zonder de ghoone die zuleken faellant ghestelt hadde ghehouden zijn ten eersten daghe vander kuere den last ende werandwoorden te dooghene den dienst te anveerdene ende te behoudene tot dat hij yemende ghestelt hadde die hem behoorlic quitte inder manieren als vooren."
Uit het volgend paragraaf leren we het insigne van het gilde kennen. Elk jaar nl. moeten de regeerders een nieuw habijt laten maken met op de linker mouw de afbeelding van de apostel" staende inden tac van eenen garnaet boome met appelen ende blommen". Op het feest van Sint Jakob, 25 juli, moeten zij, in hun habijt, de mis bijwonen, of bij belet, een medebroeder zenden met hun habijt. "Item werden de voorn. Vader ende zijne kinderen Regierders vander broederscepe ghehouden elec jaar te makene elc een habijt van ghelijcken couluer zulc als zij alle tsamen ende ome... de meeste menichte van huerlieden ordonn'en over eendraghen ende sluiten zullen, welc habijt metgaders den parure ende teeckene vander apostel st J acop staende inden tac van eenen garnaet boome met appelen ende blommen
131
zulc als zij supplianten jeghenwoordelix draghen ende anghenomen hebben up de mouwe van huerlieder linckteren aerme, zij vader ende kinderen eerst waerf an hebben moeten ende daermet commen of te eenen anderen broeder indien zij noodsaketic beledt hadden zenden ter messe up den dach van St. J acop den meerderen den XXV en in hoymaent. Zo wie daer af in ghebreke ware zoude verbueren ten proffijte ende onderhoude vanden aultaer III.e gro. wel verstaende ware eenich van dien gheselscepe in een habijt hadde van zulchen couleur als zij ghecoren zullen hebben ende zulc als dat hij daer mede wel behoorde toutstant dat zulc persoon tselve habijt vanden ghemeenen eede zijne medeghesellen eerst ghevisiteert zijnde daer mede sal moghen passeren ende up tselve habijt stellende de voorn. parure ende commende oft zenden ten voorn, daghe te messen ende dienst ende den aultaer toelegghende also vele als hem bi den vadere ende andrekindren gheordonneert ende gheseyt sal werden."
De Vader en de Kinderen, wier diensttermijn is afgelopen, moeten op Sint-Jakobsdag, samen met de nieuwe bestuurders, in dienst aanwezig zijn. "Item werden elc vanden houden vadere ende kindren die ten ste jacops dagheden meerderen afghegaen zullen werden ghehouden met haren voorn. keerle vander parure te commene oft zendene up sentjacops dach den meerdere den nieuwen vader ende broeders ter messe ende dienste vander gheselscepe elc up de verbuerte van twintich grooten ten proffijte vanden gheselscepe."
Bij de herkiezing van het bestuur worden alle leden uitgenodigd op een maaltijd. "Item datmen ten selver daghe sal veernoghen te haudene eene.â&#x20AC;˘â&#x20AC;˘ maeltijdt van alle den broeders ende zusters wesende binnen deser stede die den voorn. weerden apostel st jacop de meerdere te compostelle versocht hebben ende in de jeghenwordlich broederscap zijn oft dan commen willen mids te zulcker maeltijdt ghelden eenen redelieken penninc naer den incoop vander vitaelge ende zulc als de vader ende zijne kindren dan dienende ordonneren zullen ende tyghuene dat daer boven vanden zeiven maeltijdt... commen sal zullen de selve vader ende kindren dan dienende ghelden ende betalen als enyghlyc weder zij ten zelver maeltijdt zijn zullen ofte neen."
De Vader en zijn Kinderen moeten elke zondag aanwezig zijn in de hoogmis, ' s zomers om 8 uur en 's winters om 9 uur. Ook zullen zij een jaarboek aanleggen om het doodgeld en het jaargeld in op te tekenen. "Item zullen de voorn. vader ende kindren ghehouden zijn alle zondaghe te weetene van tzondaghe naer alfmaerte toet tzondage naer bamesse te commene ter messe vanden voorn. broederscepe diemen beghinnen ende anslaen sal ten acht hueren ende van tzondachs naer bamesse voort toet den zondaghe naer alf maerte ten IX hueren ende aldaer elc te offeme knielende ende plaetse nemende zulc als zij biden zeiven vader ende negheene andre al waert zo dat zij den zeiven st J acop hadden doen besoucken bij andren persoonen eens, tweewaerft of meer. Ende sal van zuleken broeders ende persoonen onderhauden ende ghemaect werden eenen register ende bouc daer alle de zelve inne gheteekent ende ghescreven staen zullen met tghuene dat zij uut haer selfs mainemente ende vrijen wille st jacoppe ende den voorn. broederscepe ordonn. en ende toelegghen zullen het zij lettel oft vele te heffene naer haerlieder overlijden zonder anders ghehauden te zijne van eeneghen incommene oft jaerghelde welcke ghifte men sal orconden naer de wet vander poort."
132
De regeerders zijn gehouden alle inkomsten te besteden "int onderhoudt ende reparatie vander broederscepe" en bij de wisseling van bestuur rekenschap te geven van de inkomsten van testamenten, giften en boeten en de inventaris van het zilverwerk en de "juwelen" te overhandigen. "Item de voorn. vader ende zijne kinderen re~erders vander broederscepe zullen ghehouden zijn alle zulcke dootghelden insghelijcx de boeten ende appoorten die ten aultaer incommen zullen ende zulcke andre proffijten van testamenten ende ghiften als den voorn. broderscepe gheordonneert ende ghegheven zullen werden te employeeren ende besteedene int onderhoudt ende reparatie vanden broderscepe int coopen van den baghen ende zelverwerck hem behouvende ende anderssins int proffijt vande zeiven ende daer af binnen viertien daeghen naer haerlieder afgaen den nieuwen vader ende kindren ende ander vander broederscepe rekeninghe bewijs ende... te doene deucheleic ende alsoot behoort. Item sal de vader ten zeiven daghe bewijs ende overlegh doen van allen den juweelen onder hem biden vader zijnen voorsate volghende den inventarisse die men daer af ghemaect sa1 hebben tzijnen incoomen gheleidt ende bewijst waeren als de ghoone binnen zijnen tijde bij consente vanden gheselscepe verandert gheconguesteert ghecocht ende vercreeidten ende als nieuwe vader onder wiene alle zuleken iuweelen rusten zullen sal ghehouden zijn daer vooren ende van zijnder handelinghe goeden zeker te doene."
De nieuwgekozen Vader zal, bij zijn aanstelling, beloven, in handen van den "ouden Vader", dat hij al deze bepalingen gewetensvol zal nakomen. "~tem omme tonderhouden ende•.. van deser jeghewoordegher confirmatie zal elc nieuwe vader ende kindren tzijner incomene ghehouden zijn te belovene inden handen vanden ouden vader ende kinderen tgheel inhouden van dien te onderhoudene ende achtervolghene doen onderhoudene ende doen achtervolghene naert haerlieder vermoghene in alle poincten ende elc zonderlinghe den tijt gheduerende dat zij dienen zullen. De welkcke pointen ende ertyclen metgilders huerlieder eerste confirmatie wij hemlieden over ons ende onse naercomers ghegheven gheconfirmeert ghewillecuert ende gheapproveert hebben ende bij desen mids den consente vanden heer ghenen çonsenten willecueren ende approberen teeuweghen daghen onvermindert altijt den ins .. en deser stede .. tonswaert..•.•van al desen up datter eeneghe onzekerhede of ghescil ghemaect omme ons ende onse naercommers daer af ter kennesse te hebbene omme die te meerderoe minderne corrigierne ende verarideroe up date noodt worde in kennessen van weleken zo hebben wij hier an doen hanghen den zeghel van saken der voors. stede van ghendt den XX:en dach van wedernaent int jaer ons heeren duust XXXX:c zesse ende neghentich."
Deze ordonnantie vandeG_entseschepenen werd op 22 mei 1497 bekrachtigd door hertog Philips van Boergondië. (3)
FRANS VERSTRAETEN
(3) A.S.J. nr. 1493/207
133
EERSTE ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK IN HET PATERSHOL Dat de historisch en architecturaal zo belangrijke stadswijk het "Patershol" nog steeds het grote zorgenkind is van elke cultuurbewuste Gentenaar, staat buiten kijf. Het moet de lezer bitter stemmen te vernemen dat over deze aloude en steeds erger bedreigde nederzetting zo weinig historisch onderzoek is gebeurd en dat helemaal niet het minste archeologisch bodemonderzoek werd uitgevoerd. Gezien zijn ligging, enerzijds aan de voet van de grafelijke dwangburcht, en anderzijds onverbrekelijk verbonden met de vlakbij gelegen merk- ¡ waardig rijke "stadskuip" van Gent, en de historische relatie tussen deze drie elementen, moet het de lezer duidelijk zijn dat hier dringend iets moet gebeuren, zowel wat betreft historisch-archeologisch onderzoek, als wat betreft redding van het architecturaal erfgoed. Op een vergadering van de "Vereniging voor Culturele Milieuzorg v.z.w." (Gent) in maart 1975 bracht ik een voorstel tot archeologisch onderzoek te berde. Pas op 25 september 11. kwam de "Werkgroep Archeologisch onderzoek van het Patershol te Gent" tot stand, bestaande uit studenten en afgestudeerden van de RUG en leraars en studenten uit de kringen van het St.-Lucasinstituut. Ze kregen hierbij de steun van de "v.z. w. Sterrepoort", de buurtwerkvereniging uit deze stadswijk. Onder mijn leiding startte op 26 september het archeologisch onderzoek, geadviseerd door de heren Johan Vandenhoute, conservator van de stedelijke dienst voor Archeologie en Historische Monumenten, en Frans A. Verhaeghe, assistent Middeleeuwse Archeologie aan de R.U.G.
Even enkele gegevens uit de rijke geschiedenis van het Patershol in herinnering brengen... Het "Patershol" bestaat historisch gezien uit 2 delen. Het oudste deel, eertijds begrensd door de Plotersgracht (N), de Schipgracht (0), de Leie (Z) en de Lieve (W), behoorde in de tiende eeuw tot het ~afdijk "castrum". Op dit grafelijk domeindeel waren de zgn. ploters of leertouwers gevestigd in dienst van de graaf en zijn militair hof. Over deze lederbewerkers weten we nagenoeg niets; hun werktuigen en methoden zijn quasi onbekend. Toen het Gravensteen zijn functie als dwangburcht verloor, werden deze gronden tussen de thans gedempte Plotersgracht en de Leie door de grafelijke overheid aan Gentse notabelen verkocht (tweede helft van de achttiende eeuw). Tot het einde van de achttiende eeuw bouwden zij er hun patriciè'rswoningen. Op het deel ten noorden van de voormalige Plotersgracht stichtten de Geschoeide Karmelieten hun klooster, na aankoop van de refuge en het erf van de abdij van Cambron (1287). Ook de Norbertijnen van Drongen stichtten er op het einde van de dertiende eeuw een refugium. De negentiende eeuw betekende geleidelijk het einde van het economisch
134
Grijze voorraadpot uit de XIVde eeuw, gevonden in één der puinputjes. (tekening : M. Jacobs-J. De Puydt; foto : P. Peremans)
135
en administràtief belang van deze wijk. Gezien het "Patershol" niet meer aan de moderne woningbouwwijze van de rijke burgerij kon voldoen kwijnde deze buurt stilaan weg. De rijke burgerij werd opgevolgd door een middenklasse, die in de tweede helft van de negentiende eeuw op haar beurt plaats maakte voor kleineambachts-en werklieden. Pas tijdens de periode 1880-1890 komt de laagste bevolkinw;klasse haar intrek nemen in het "Patershol". Na de eerste wereldoorfog tot het einde van de hippierage was deze wijk synoniem voor verzamelplaats van alle aan de zelfkant van de maatschappij levende individuen.
Doel en mogelijkheden van het archeologisch onderzoek Het belang van een archeologisch onderzoek in het "Patershol" staat in het kader van het historisch onderzoek van deze wijk buiten kijf. · Het bodemonderzoek kan verrassende gegevens opleveren over de oorsprong van de stad en haar vroegste bewoning, over de functie van het "castrum", de leefwijze, het werk en de sociale status van de leertouwers enz. Het leert ons de bodemstructuur kennen en verschaft heel wat informatie bij de archeologische studie van momenteel bovengronds bestaande constructies (i.v.m. rioleringen, dichtgemaakte kelders, funderingen, enz.). In die zin kan het archeologisch bodemonderzoek ook een belangrijke aanbreng vormen voor eventuele verantwoorde saneringen. Het archeologisch bodemonderzoek steunt zich in de eerste plaats op de bodemstructuur, zoals die weergegeven wordt door de bodemprofielen en de grondplannen. De opeenvolging van de diverse grondlagen (stratigrafie) vormt de basis van de studie en de datering van de vondsten. Voor het "Patershol" werd door het onderzoeksteam een grote en snelopeenvolgende verscheidenheid in· de vondsten vastgesteld. Maar dit onderzoek is ook en vooral gericht op de toekomst : mogen de resultaten van het onderzoek stimUlerend zijn voor het behoud van deze wijk met zijn rijke architectuur en zijn middeleeuws stratenplan. Het is immers van het grootste bel3idat elke destructieve planning van wie ze ook mag uitgaan zo spoe · mogelijk ontzenuwd wordt. Het onderzoek wordt tevens gekappel aan een sensibilisatie-actie bij de Gentenaars, en meer bepaald om bij de huidige inwoners van de wijk, een diepgaande interesse op te wekken voor de getuigenissen van hun rijk verleden. Daarom gebeurt het onderzoek ook met de medewerking van de mensen ter plaatse, wordt de bevolking er over ingelicht en regelmatig met sprekende gegevens geconfronteerd .. Gezien het gaat om een privé-initiatief, wordt het onderzoek beperkt tot de plaatsen waarover toestemming verkregen wordt. De voorkeur van het onderzoeksteam ging uit naar het oudste deel, d.w.z. het mogelijk site van het "castrum", zodat voorbereidend het uitzoeken en opmeten van plaatsen die in aanmerking konden komen, gebeurde.
136
Een eerste proefsleuf In het ter beschikking gesteld pand in de Plotersgracht, werd de eerste proefsleuf (van 2m op 3,54m) uitgezet op basis van de aanwezige constructieelementen, d.w.z. ze werd zo gesitueerd dat alle gekende, afgeleide, of vermoede "obstakels" (funderingen, kelder, afvoer, behorende bij het huidig bestaande pand) enkel in het grensgebied van de sleuf vielen. Op die manier blijft er dan genoeg ruimte vrij om : .. -over een degelijke werkbewegingsruimte te beschikken, - de diverse grondlagen te kunnen bestuderen, -gegevens over die obstakels te verkrijgen. Het spreekt voor zichzelf dat deze werkwijze in eerste instantie afhankelijk is van de stabiliteit van het gebouw, de belangrijkste in het oog te houden factor bij de stadsarcheologie. Daar dit het eerste archeologisch bodemonderzoek in het "Patershol" is, wordt dan ook uiterst voorzichtig, nauwkeurig en dus langzaam gewerkt. Men mag daarbij niet vergeten dat de opgravingsploeg uit vrijwilligers bestaat, die hieraan hun vrije uren wijden. Aanvankelijk liep alles vlotter dan verwacht, tot de novemberregens als spelbreker optraden. De overvloedige regenval bracht een gevoelige verhoging van het grondwaterpeil teweeg. Hierdoor werd veel tijd verloren met wegnemen van het water en waren de werkomstandigheden bar slecht. Een klein gedeelte van een putwand stortte zelfs in. Gelukkig was dit van weinig nadelige aard. Eerste voorlopige resultaten Het gehele bodempakket, waarin sporen van menselijke handelingen voorkomen, rust op. een uitgeloogde zandlaag met ijzervorming (diepte t.o.v.· de begane grond : ca. 180 cm). Hierop ligt een roestgele zandlaag, waarin sporen van paalgaten gedetekteerd werden. De overige, jongere lagen bestaan vooral uit zand en/ of leem. · Behalve de naar nion,delinge getuigeniSsen verm~de kelderruimte, hehorendehij h~t hui~-bestaande pand, werd .een..e7rtijds gedeeltelijk afgebroken rwmte vrtjgemaakt. Interessant hterblJ 1S dat:geen ellkele · van deze ruimtes tot de moederbodem, d.w.z. de natuurlijke, onberoerde grond, doordringt en dat aldus een groot pakket van de door toedoen van mensen gevonrtde cultuurlagen nog onaangeroerd bewaard bleven. Een vrij rijke gamma aan aardewerkfragmenten overspant de periode IXde - X:Vlllde eeuw. Twee kleine- puinputten leverden na reconstructie van het daarin gevonden aardewerk een aantal quasi volledige aarden potten op, waarvan één meer luxueus aandoend exemplaar als tweede keus werd gei:dentificeerd. Het materiaal van deze puinputjes werd voorlopig in de XIVde-tot XVIde eeuw gedateerd. Opmerkelijk is verder de verscheidenheid schelpenkeramiek (algemeen gedateerd Xde- Xllde eeuw) en Pingsdorffragmenten (algemeen gedateerd IXde- Xllde eeuw), alsook een hele reeks rood aardewerk (XIIIde- XVIIIde eeuw).
137
....... (j.)
00
Steengoedkruikje, gedateerd tweede helft XV de - eerste helft XVIde eeuw. Dergelijke kruikjes werden in grote getale geproduceerd in het Rijnland, o.m. in het Belgisch grensdorp Raeren. (tekening : P. Peremans - J. De Puydt; foto : P. Peremans)
Hoewel het onderzoek in een eerste stadium verkeert, beantwoorden de reeds bereikte resultaten aan de verwachtingen. Het betekent minstens een gedegen aansporing tot het voortzetten van dit onderzoek. Aldus kan verder bijgedragen worden tot de kennis van het verleden van het "Patershol". · Voor meer informatie kan men steeds terecht op de maatschappelijke zetel van de Vereniging voor Culturele Milieuzorg v.z.w., Laurent Delvauxstraat 5, 9000 Gent. ]ARM DE PUYDT, voorzitter.
HET HUIS DE RAVE Het huis gelegen op de hoek van de Onderstraat en de Schepenhuisstraat draagt de naam "De Rave". Een voorstelling van een raaf is gebeeldhouwd op de trapgevel onder de eerste verdieping. De datum is sinds lang verdwenen. Het uitzicht van het huis komt wat vreemd voor en wel omdat de woning bestaat uit twee delen : het voorste gedeelte, dat herbouwd. werd en het tweede deel in de Onderstraàt, dat gebouwd werd boven een verhoogde kelder. Dit deel heeft zijn oorspronkelijke bouwstijl bewaard met zijn ramen en ankers. Dit deel van "De Rave" vormt een voutkamer met verdieping en is wel een uniek exemplaar van een huis van de 16e eeuw te Gent. Dit hoekhuis moet dagtekenen van het begin van de 17 e eeuw en heeft een "steen" vervangen, in archiefstukken van 1444 genaamd de "grooten steen". Van 1421 tot 1428 behoorde het huis. toe aan eeri. zekere Jan de Meyet, een "sarchouwer", een steenkapper van zerken. Een zekere Triestram uten Zwamen wordt vermeld als huurder in 1428 : het huis in. de Onderstrate up den houc van der Saystrate. Op de andere hoek.was ook een steen, dat toebehoorde aan de grauwen lammerwerkers, daarna aan de goud-· en zilversmeden vanaf 1540 tot 1658. Dierlex heeft muren van het oude gebouw gekend in het begin van de 19e eeuw. · · A. HEINS Ondeend aan "Inventaire archéologique de Gand" 22 april 1909. Noot : 1 april is reeds anderhalve maand voorbij; hier volgt dus geen aprilvis. Vermoedelijk zal het Ministerie voor de Nederlandse Cultuur de huizen van het Van Duyseplein classeren. Iedereen vraagt zich natuurlijk af "waarom ? ". En terwijl bestaat de mogelijkheid, dat het huis 139
140
De Rave wordt afgebroken. Het huis is wel erg bouwvallig, alle woningen die niet ~egelmatig onderhouden worden, zijn dit na een zekère ¡tijd. Met goede wil kan De Rave worden gered.
EEN LEZER SCHRIJFT : Een tijdje geleden lazen we een bericht in het dagblad dat een weefmachien verwaarloosd in het Gravensteen lag en er werd dan een voorstel gedaan een museum te openen over de weefnijverheid in het Gentse. Nu nog laatst de vraag : wat gaat er gebeuren met het orgel van de St.Niklaaskerk ? Wij stellen nu de vraag : zal de St. Niklaaskerk nog als parochiekerk gebruikt worden of wordt het een museum van kristelijke kunst ? Als dit het plan is, kan dan dit orgel nu niet reeds elders gebruikt ? We voorzien niet dat de St. Niklaaskerk nog parochiekerk moet zijn, de kerken liggen dicht genoeg bij mekaar om twee parochies samen te brengen. Of kan een ander voorstel niet overwogen ? Wie de zondag als toerist de St. Baafskathedraal bezoekt wordt gedurende de diensten tegen gehouden door een of andere kerkbaljuw, wat een stoornis verwekt voor de diensten maar ook de toerist ontevreden stemt. Zou de St. Niklaaskerk dan niet beter parochiekerk worden in plaats van de St. Baafskathedraal waar dan maar een dienst meer zou zijn, als het nodig is dat de E.H. Kanunniken hun dienst in die kerk hebben. De zijbeUken zouden ruim plaats geven als museumruimte bij de vele waardevolle dingen die er al te zien zijn. Maar dat is toekomstmuziek. Er is ook nog de St. Annakerk. De werken gaan niet verder. Wordt ze afgebroken ? Moet ze als parochiekerk nog bewaard worden of kan ze dienst doen voor andere doeleinden in liet quasi centrum van de stad. De begijnhofkerk, die mooi hersteld is, heeft ruimte genoeg om als parochiekerk te dienen en het parkeerprobleem, waar soms wordt over gesproken, krijgt dan ook wel een oplossing. Iets anders moet ik ook nog schrijven. Wanneer komt toch een oplossing voor het mooie vleeshuis waar ook nog de muurschilderij buiten alle belangstelling moet blijven. Wat we van toeristen dikwijls vernemen is : we weten niet genoeg van de geschiedenis van Gent als we de gebouwen in het centrum bezoeken. Zou niet, zonder veel moeite, na herstel, in het vleeshuis een blijvende tentoonstelling ingericht kunnen worden over de geschiedenis van Gent en alle gebouwen ? Uit vroegere tentoonstellingenkan men al zeer veel materiaal gebruiken. De toerist zou dan niet als dwaze kijker van stenen rondlopen in onze mooie stad maar zou eerst over de gebouwen, in het
141
vleeshuis, .zeer .~oed ~het centrum geleg~n, .wat geschiedenis leren. De vraag ts alttjd : Wte gaat dat allemaal mrtchten ? Hoeveellezers van uw blad zijn er niet, met verdiende rust, die gaarne een handjè zullen toesteken om iets nuttig tot stand te brengen uit eerbied voor hun Gentse stede ? ERRATUM In het artikel "De Sint-Jorisgilde te Gent" januari-nummer blz. 26 regel 15 en 16 lees : de bisschoppen Triest en P. Lamman, Gillis Temmerman, abt van de Sint-Pietersabdij, Viglius d' Aytta, proost van Sint-Baafs.
BIBLIOGRAFIE 1. "Te Schande op de Vismarkt'; door René De Herdt in "Toerisme in Oost-Vlaanderen" 25e jaargang, N.l. 2. "Bouwdata op Gentse Huisgevels" door L. Hoste in "Oostvlaamse Zanten" L I - 197 6 I. 3. "Harmonie Vooruit negentig jaar" door André Minne in "Vooruit" van 17 maart 197 6. 4. "Marcel Deruelle en beeldhouwer Berten Coolens" door Jos. Murez in "Vooruit" van 10 maart 197 6.
TE GENT 1. Te Gent werd de v.z.w. "Stichting Victor Stuyvaert'' opgericht, die van Mevr. Wed. Stuyvaert een aantal werken en documenten van de Gentse kunstenaar ontving. De mogelijkheid bestaat, dat de werken zullen tentoongesteld worden in een zaal in het Vanderhaegenhotel. 2. Vermoedelijk krijgt Gent een textielmuseum. 3. Komt "Fray Pedro" straks op het Fratersplein ? (De Gentenaar 24.2.1976).
VRAAG EN ANTWOORD Vraag 72 van P. De Pue
Zoals bekend is woonden de Paters Dominikanen in het Begijnhof van St. Elisabeth ten tijde dat de begijnen daar nog verbleven, zoals ze nu nog verblijven in het begijnhof van St. Amandsberg. Zou me iemand het huis kunnen aanduiden dat de Paters bewoonden vóór de verhuizing naar St . Amandsberg ? In de Provenierstraat vond 142
ik een Buis van St. Dominicus met een beeldje van St. Dominicus. Was dat hun woonst ? Vraag 73 van A. van ElsZander Bij het klaarmaken van de tekst van de novellen en schetsen van Cyriel Buysse voor de uitgave van het Verzameld Werk bleek één stuk onvindbaar, nl. Beter laat dan nooit. Het wordt nochtans nauwkeurig beschreven door Dr. R. Roemans in zijn Kritische Bibliographie van Cyriel · Buysse, p. 17. Het is een boekje van 48 bladzijden, 21,S cm hoog bij 13,S cm breed, en werd te Gent gédrukt bij Ad. Hoste in 1891. De novelle was vooraf verschenen in het eveneens onvindbare Gouverneurs Oude Huisvriend dat te Nijmegen werd uitgegeven. Heeft een van onze lezers het boekje ooit ontmoet ?
AANVULLENDE LEDENLIJST 918. 919. 920. 921. 922. 923. 924. 92S. 926. 927. 928. 929. 930. 931. 932.
MwFoket A. Breendonkstraat 9, 9000 Gent Mw Böss E. Holstraat SS, 9000 Gent Bots M. Hettingen 49, 92S8 Scheldewindeke Mw Haerens L. Warande 1, 9810 Drongen De Vos H. Sint-Baafskouterstraat 27, 9110 Sint-Amandsberg Mej. Verheye Chr. Aaigemstraat 107, 9000 Gent Cardon M. Walbosstraat 6 7, 9120 Destelbergen Baete R. Kalandenstraat 12, 9000 Gent Mw Wwe Decuyper-Mestdagh Baron de Gieylaan 201, 9720 De Pinte Vanderheyde M. De Reep 1S, 223.0 Schilde Verdonck J. Krijggasthuisstraat 68, 9000· Gent De Tremerie E. Gentstraat 1S1, 9110 Sint-Amandsberg Bogaert C. Leopold 11 straat 130, 9110 Sint-Amandsberg Mw Germis L. Fortlaan SO, 9000 Gent Blancke A. Sint-Theresiastraat 16, 9000 Gent.
WIJ ONTVINGEN MET DANK Van dhr Luc Kongs: Bibliografie van België 1971, 1972,1973 Belgisch Tijdschrift voor fllologie en Geschiedenis LUI 197S-4 ~an de provinciale Kulturele dienst Gent : Kultureel jaarboek provincte Oost-Vlaanderen 197 4 Van dhr. W. Steeghers : De familie Sierens (Appeltjes van Meetjesland XXVI 197S) 143
DE SCHOONSTE DAG. ZIJN'S LEVENS Air : Musique de Chambre
'k Hê mijn eeste komun' gedaan En 'k ben nu jonman hoor ik zeggen, Maar 'k hê der veur wat afgestaan, 't Es weerd om 't u hier uit te leggen : 'k Hê zeven weken dag op dag In de kapelle zitten beven, En z'heeten da mee veel beslag Den schuunsten dag van g'heel mijn leven ! Op straate spelen mocht ik niet, 'k haa buiten schreeve kunnen loopen; Al wat ik dee was opposiet En 'k moest het mee nen klets bekoopen; Te biechten hê 'k veel moeten gaan Hoewel da 'k niets en haa misdreven, Want 'k moest toch goed in orde staan Op d'schuunste dag van heel mijn leven ! Te morgend ben ik van te vier Ja uit mijn bedde al gemoeten, Rap naar de kerk, ge ziet van hier Mee grooten vaak en kewwe voeten; Een spierken eten mocht ik niet, Ons heer zoe mij da niet vergeven; En dat es nu gelijk ge ziet, Den schuunste dag van g'heel mijn leven ! En zie mij ni ne keer hier staan, Te wijd zijn allemaal mijn kleeren; Mijn hoed wil mij geen beetje gaan, Mijn schoenen doen mij schriklijk zeere ... Mijn prente es al g'heel gescheurd, Mijn strek es ook nie g'heel gebleven, Ge ziet wat er mee mij gebeurt Op d'schuunsten dag van heel mijn leven ! (Ontleend aan de revue "Hoe hedd' het op den" opgevoerd in 1907).
144
GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent. 5de Jaargang, nr. 4
15 juli 1976
Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester :A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaĂŻsstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻsstraat 235, Gent.- Tel. 26 23 28 Postrekening: 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD De Pacificatie van Gent Gent in 1876 De Pacificatiefeesten te Gent in 18 7 6 Te Gent Bibliografie Vraag en Antwoord Aanvullende Ledenlijst Het Liber Floridus Klacht Koer 99
146 150 161 180 180 182 185 186 188
Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. 145
DE PACIFICATIE VAN GENT : TAAL VAN VERZOENING EN EENSGEZINDHEID IN DE VERSCHEURDE NEDERLANDEN Er zal nu wel geen rechtgeaarde Gentenaar meer zijn die niet weet dat men straks in de stad met allerlei manifestaties op luisterrijke wijze de Pacificatie van Gent gaat herdenken. Uit krantenberichten en publiciteitsfolders is het eenieder duidelijk geworden dat de viering een verjaardag betreft van een historisch gebeuren, waarbij zowel de Noordelijke (het huidige Nederland) als de Zuidelijke Nederlanden (thans België en een deel van Noord-Frankrijk) betrokken waren. Dat de Pacificatiezaal in het stadhuis haar naam aan dit geschiedkundig feit moet hebben ontleend, zal iedereen uit zichzelf wel hebben opgemaakt. Precies vierhonderd jaar geleden is het Gentse schepenhuis inderdaad het decor geweest van onderhandelingen tussen verschillende Nederlandse partijen, die uitmondden op een accoord dat voor het hele gebied van de toenmalige Zeventien Provinciën belangrijke consequenties heeft gehad. Deze Pacificatie van Gent was het voorlopig eindpunt van een lange ontwikkeling, die kort na de troonsafstand van Karel V al was ingezet. Onder zijn opvolger Filips II zorgden de politieke reactie van de inheemse adel, de macht van het opkomend protestantisme en de dreiging van een nakend einde van de economische vooruitgang, voor een algemene malaise die uitliep op de Beeldenstorm van 1566. De komst van de geduchte hertog van Alva vermocht slechts tijdelijk te vuur en te zwaard de rust te herstellen. De genadeloze vervolgingen van de Raad van Beroerten en niet minder Alva's fiscale maatregelen door de Tiende, de Twintigste en de Honderdste Penning, zetten opnieuw allerwegen kwaad bloed. Vanaf 1572 slaagden de geuzen erin Holland en Zeeland in hun macht te krijgen. Onder de leiding van Willem van Oranje konden de opstandelingen zich in de beide provincies blijvend handhaven. Toen Requesens in 1573 de landvoogdij van Alva overnam, trof hij de Nederlanden aan in een toestand van gevaarlijke gisting. De Spaansgetrouwe gewesten waren er om bedacht een einde te stellen aan het vele leed en de ellende die de vijandelijkheden meebrachten. Met afgunst keken velen naar Holland en Zeeland, waar de situatie weliswaar ook niet rooskleurig was, maar waar men zijn zaken zelf kon bedisselen. Steeds luider klonken dan ook de stemmen die aandrongen op onderhandelingen met de rebellen. Inderdaad zijn er al in de jaren 15 7 3-15 7 5 officieuze en officiële besprekingen gevoerd tussen vertegenwoordigers van de landvoogd enerzijds en afgevaardigden van Oranje en de Statenvergaderingen van Holland en Zeeland anderzijds. Men bleek op verschillende punten elkaar te kunnen vinden, maar het grote struikelblok bleef de religie, te meer daar inmiddels in beide rebellengewesten de uitoefening van het katholicisme verboden was. Requesens achtte zich echter niet gemachtigd op dit punt enige concessies te doen, zodat de strijd weer met de wapens werd ver146
der gezet. De plotselinge dood van Requesens in het voorjaar van 1576 bracht opeens een kettingreactie in beweging, die snel tot een crisissituatie leidde. De Raad van State, waaraan bij ontstentenis van een nieuwe gouverneur het landsbestuur was toegevallen, was totaal onmachtig om het regeringsheEt in handen te houden. Niemand was nog in staat de sinds lang niet meer betaalde vreemde troepen te controleren. Onder hun zelfgekozen "eletto's" zakten deze naar de rijke gewesten Vlaanderen en Brabant af om er het land af te schuimen. Nadat ze bij verrassing Aalst hadden ingenomen, was het gevaar groot dat de Spaanse citadellen van Antwerpen en Gent gemene zaak met de muiters zouden maken en de beide grote steden in hun handen zouden spelen. In deze uiterste nood kwam nu een groot deel van de zuidelijke Nederlanden in beweging. Die gang van zaken was bijzonder naar de zin van Oranje. Zijn agent~n doorkruisten weldra onze gewesten en ook zelf zocht hij daar contacten, o.m. te Gent met Jan van Hembyze, die later een zo vooraanstaande rol zou spelen in de Calvinistische Republiek. Gretig ook ging Oranje in op het verzoek van een aantal Vlaamse edelen, troepen te sturen naar Gent. Al zongen die in de Arteveldestad geuzenliederen en de bekendste protestantse psalmen, ze werden toch maar al te graag geduld omdat ze het enige doelmatige verweer vormden tegen de roerige Spaanse troepen in het SpanjaardenkasteeL Intussen was er in Brussel heel wat gebeurd. De vergadering van de standenvertegenwoordiging van Brabant, de zogenoemde Staten van Brabant, hadden de uitstippeling van het regeringsbeleid aan zich getrokken. Het wettige regeringslichaam, de Raad van State, was na de staatsgreep van 4 september 1576 nog slechts een speelbal in hun handen. Brabant, daarin van meetaf aan gesteund door de Staten van Vlaanderen en deze van Henegouwen, riep op eigen gezag alle Nederlandse gewesten bijeen voor een vergadering van de Staten-Generaal. Deze daad was volkomen onwettelijk omdat alleen de vorst zelf het recht had de Staten-Generaal samen te roepen. Een groot aantal gewesten gaf niettemin gevolg aan de oproep. Zoals te verwachten was, nam deze algemene Statenvergadering terstond het contact terug op met Holland, Zeeland en de prins van Oranje. Deze laatste was intussen naar Middelburg verhuisd om dichter bij het Zuiden te zijn waar in de komende maanden belangrijke gebeurtenissen te verwachten stonden. Beide partijen werden het spoedig eens om onderhandelingen aan te vatten die moesten leiden tot de verdrijving van de gehate Spaanse troepen en het herstel van de vrede in het land. Als onderhandelingsplaats werd Gent gekozen, en wel op aandringen van Oranje die hier immers veel aanhangers telde en wiens troepen hier gelegerd waren. De negen onderhandelaars uit Brussel en de evenveel koppen tellende delegatie uit Middelburg arriveerden met hun gevolg op 18 oktober 1576 in de stad. Hadden eerstgenoemden een vermoeiende reis te paard moeten doen met veel omwegen om de muiters van Aalst niet in de armen te lopen, de 147
laatsten hadden een meer comfortabele scheepsreis verkozen via de · nieuwgegraven Sasse Vaart en waren aan de Hoofdbrug vlakbij het Gravensteen aan wal gegaan. De volgende dag, 19 oktober, grepen de eerste gesprekken plaats op de Collatiezolder van het Gentse stadhuis. De afgevaardigden van de Staten-Generaal uit Brussel wensten geen herhaling van de vroegere mislukkingen en toonden zich bijzonder tegemoetkomend. Psychologisch speelden de Hollanders overigens een sterke troef uit door de tweede dag uit te pakken met onderschepte en door Marnix van Sint-Aldegonde ontcijferde brieven in geheimschrift tussen Filips II en Jeronimo de Roda, waarin verdachtmakingen voorkwamen tegen een aantal hoge Nederlandse machthebbers die het vertrouwen bezaten van de Staten. Tijdens de besprekingen van de volgende dagen zorgden alleen nog twee knelpunten voor wat hitte en spanning : het godsdienstvraagstuk en de gehoorzaamheid aan de vertegenwoordiger van de vorst. Een eerste geschil betrof de erkenning van de nieuwe landvoogd don Juan van Oostenrijk die, zo wis~ men, reeds in aantocht was. Die van Brussel stemden in met de eis dat de gouverneur slechts zou aanvaard worden nadat hij de bepalingen van de vrede had bezworen en na zijn belofte de vreemdelingen uit het land weg te zenden. De grootste moeilijkheid betrof de regeling van de godsdienstkwestie. Tot het laatst toe hebben de Staten-Generaal vastgehouden aan de eis, dat in het gebied van de opstand ook aan het katholicisme vrijheid zou worden gelaten. Toen tenslotte alleen op dit geschil de zaak dreigde te stranden, hebben ze zich bij de weigering van Holland en Zeeland neergelegd. Na tien dagen onderhandelen werd op 28 oktober tussen de beide delegaties in Gent een concensus bereikt over 25 artikelen. Het goede nieuws van het bereikte accoord verspreidde zich onmiddellijk in de stad en één van de onderhandelaars, de abt van Sint-Pieters, was zo verheugd dat hij de klokken van zijn abdijkerk liet luiden. Elders in Gent schrok men ietwat terug voor dergelijke luidruchtige vreugdebetuigingen. Het geschut van het Spanjaardenkasteel, waar de Spaanse troepen nog steeds heer en meester waren, stond immers op het stadscentrum gericht ! Twee afgevaardigden spoedden zich met de teksten naar Brussel, om ze ter beoordeling voor te leggen aan de Staten-Generaal. Daar maakte de vergadering enig bezwaar tegen een aantal punten, maar onder druk van het samengelopen Brusselse volk werden de voorwaarden dan toch integraal aanvaard. De Raad van, State kon niet anders dan de tekst te bekrachtigen, echter niet zonder enkele reserves te hebben geformuleerd, voornamelijk in verband met de religiekwestie en de gehoorzaamheid aan de koning. Toen men op 5 november in Brussel de tijding ontving van de Spaanse Furie die de dag tevoren Antwerpen in vuur en vlam had gezet, was het definitieve besluit reeds gevallen : het is dus niet juist dat slechts het nieuws van de beestachtige uitspattingen van de Spaanse soldaten te Antwerpen uiteindelijk de doorslag zou hebben gegeven in de aanvaarding van de overeenkomst. Wel zijn de onderhandeliars door
148
dit verschrikkelijk gebeuren gesterkt in hun overtuiging dat ze een dringend noodzakelijke onderneming tot een goed einde hadden gebracht. Toen dan op 8 november 1576 de acte doorbeide partijen op het Gentse stadhuis ondertekend werd, rees er overal hoop op een vreedzamer toekomst. In Gent zelf kreeg die hoop zoveel te meer voedsel omdat op dat ogenblik de belegering van het Spanjaardenkasteel in een beslissende fase was gekomen; drie dagen na de ondertekening van de Pacificatie gaf de bevelhebber van het kasteel, de Spanjaard d'Avalos Maldonado, zich met zijn manschappen over. Al in de aanhef van de Pacificatietekst spraken de beide partijen van vergeven en vergeten. Zij beloofden elkaar wederzijdse hulp en bijstand om de muitende troepen te verdrijven. Alle ballingen van beide zijden mochten naar hun woonplaatsen terugkeren en zouden in het bezit van hun in beslaggenomen goederen worden hersteld. Het vrije verkeer van personen en goederen in alle Zeventien Provinden werd gewaarborgd. Oranje werd bevestigd in zijn rechten als stadhouder van Holland en Zeeland en zou vergoed worden voor de gedane onkosten tijdens zijn expedities van 1568 en 1572. In godsdienstig opzicht zou de zaak blijven zoals ze was : Holland en Zeeland bleven gereformeerd, de andere gewesten katholiek. Deze regeling was echter provisioneel. Zodra de vreemde troepen verdreven waren en de vrede en rust in het land hersteld waren, zou er een vrije vergadering der Staten-Generaal bijeenkomen die een definitieve beslissing zou nemen in godsdienstzaken. De burgeroorlog was ten einde en¡ de eendrachtigheid tussen alle Nederlandse gewesten leek hersteld. Het aantal vertegenwoordigers van de verschillende provincies in de Staten-Generaal nam alsmaar toe, en iedereen was er zich van bewust dat dit lichaam in de toekomst een steeds belangrijker betekenis zou hebben, ook voor de regeling van de nog hangende zaken. Toch was het spoedig duidelijk dat men slechts een broos en wankel vergelijk had bereikt. Dit bleek al bij de vraag onder welke voorwaarden men de nieuwe landvoogd don ]Qan, die reeds in Luxemburg was, zou erkennen. Wel kon men er hem toe brengen de Pacificatie van Gent te bezweren en de Spaanse troepen weg te zenden, maar in zijn eis tot absolute handhaving van het roomskatholicisme, ook in Holland en Zeeland, en tot onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de koning, bleef hij onwrikbaar. Toen de Staten-Generaal zich door het Eeuwig Edict (17 februari 1577) bij zijn voorwaarden aansloten, ontstonden er al barsten in de Generaliteit. De prins van Oranje was er zich maar al te goed van bewust dat het einddoel nog lang niet was bereikt. Door zijn politiek van tolerantie dacht hij althans de grootste splijtzwam, het religievraagstuk, te kunnen neutraliseren. Maar het radicalisme van sommige nieuwe bewindhebbers, vooral in Gent waar Hembyze en Ryhove een calvinistische dictatuur vestigden, dreef de partijen verder uit elkaar. Het militaire genie van Alexander Farnese zou uiteindelijk de definitieve scheuring bespoedigen. 149
De idee van de vorming van een gemenebest der Zeventien Provinciën, die in het Gentse Pacificatieverdrag besloten lag, is in de veiWarde tijd niet kunnen openbloeien. In plaats daarvan ontstond de Republiek der Zeven Nederlandse Provinciën, terwijl de Zuidelijke Nederlanden weer· Spaans werden. Dr. J. DECAVELE
GENT IN 1876
Op het wereldvlak verloopt 1876 kalm : koningin Victoria (1819-1901, koningin sedert 1837) neemt de titel van keizerin van Indië; terwijl ontdekt H. Schliemann de beroemde graven van Mykene, H. Stanley (1841-1904) maakt zijn tweede reis door Centraal Afrika en vaart de ganse Kongostroom af (in 1871 had hij Livingstone teruggevonden aan het Tanganika-meer). Lombroso heeft zijn boek "De misdadige mens" gepubliceerd en in Bayreuth wordt het Festspielhaus geopend met de eerste volledige uitvoering van de Ring der Nibelungen van R. Wagner. In Frankrijk overlijdt Georges Sand (1804-1876 ). Ons land wordt bestuurd sedert einde 1871 door het katholiek ministerie de Theux-Malou (de Theux overleden in 1874), dat aan het bewind zal blijven tot 1878. Na de gemeenteverkiezingen van october 1875 blijft graaf Charles de Kerchove burgemeester en Wagener (hoogleraar) en Levison (koopman) schepen, de nieuwe schepenen L. Vermande!, advocaat en Ch. Pickaert, brouwer, werden benoemd bij K.B. van 7.12.1875. Als inleiding enkele aankondigingen uit de Gazette van Gent. IN DE KLEINE WINST, KOESTRAAT 8, GENT Gekleurde zakdoeken van 0,15 F verkocht aan 0,08 F " " 0,24 F Handdoeken zuiver garen van 0,32 F Wollen dekens 10:4 van 13 F " " 10,00 F Katoenen dekens van 2 F " " 1, 50 F GROTE PRIJSVERMINDERING. NAAIMACHINE SINGER Prijs : 175 F. 10 O/o korting voor camptante betaling. 14 maanden krediet; betaalbaar 2,50 F per week. Bij Derison, Zonnestraat 4, Gent. TAVERNE RESTAURANT DE BEURS Koophandelsplaats 10, rechtover het Justitiepaleis. Diner aan 1,50 F Foto hiernaast : Prent ontleend aan het "Neder-landtsche GedenckClanck" (1626) door Adriaen Valerlus (Middelburg± 1575-Vere 1625). 150
.t DeT&uvnder 17 Ptovitniêi.
Oe maeohdetl
t
en 'tondet-
fcheyc der {etvor tandé'. 3 Oe Nededát•
fr:henLeen,de t>efcl\et
(c1ve
mende. 4 \Voecfende_
Sp.-..enfr:he~eti
Wcheemfchc Coldaten • dte den thuyn
foecké ce bre·
ken.
ogrtJole htmtlfth• Vlff{1, di~ lot (}IJ! ntd~rJimle.
~ SJ' à o#'lfotçk vtm om htJI! Wat l tm(tn beftm tlitllt/e ,... Cbp:llts btbt vrtflh~ft; mrl &m ons lkve 14mi H~111 ghy ntJçb, t;fllf•rreer gotdiglij&i d( hstmi.
Jo"
v{l onfi raet tfl IÛ~I iJ VAn u 4fgthmt~,
B11tl aJlt •tg~tl dsr otJ,t by MJ IJ vo01JUIPmM•
Bnl ooc1 (dtult~ m~Jit a {,11!)/Ût fWtrviiJtt ViN gtll, \iW(Jçll(ff/Qçhs fo1111~' ~s) ~1111111 dfJJ JPert.bejle/t,
5 januari : In de herberg De Zalm op de Groentenmarkt werd een peperkoek van 30 kg. met de teerlingen verspeeld. De gelukkigewinnares heeft de peperkoek geschonken aan de weesmeisjes. 12 januari : In 1875 werden door de 52 brouwers te Gent 175.600 hl. bier gebrouwen of ongeveer 130 Ă 140 liter bier per inwoner~ 16 januari : Er worden klachten geuit over het reinigen van de straten. "De personen met deze dienst belast zijn afgeleefde en versleten ouderlingen, die met moeite een schop of een bezem kunnen hanteren". Het loon van de straatvegers is nog geen 1 ,50 fr. per dag. 11 februari : De brug aan de Kromme Wal is in gebruik genomen. 14 februari : De gemeenteraad besluit het conservatorium, dat tot heden was ondergebracht in het stadhuis, kant Hoogpoort, over te brengen naar het oud weeshuis naast het Geeraard Duivelsteen, dat vrij is gekomen door de bouw van een nieuw weeshuis op de Bijloketaan (nu Martelaarslaan). In het verslag krijgen we een beschrijving van het gebouw. Voor het toneeljaar 1876-1877 zal de toelage aan de concessiehouder van de opera gebracht worden van 20.000 fr. op 32.000 fr.met als voorwaarde, dat opera's zullen opgevoerd worden. Nog in verband met de gemeenteraad kan aangestipt worden, dat de voertaal het Frans is; slechts Heremans, Dierman en De Vigne spreken Nederlands tijdens de vergaderingen. 24 februari : "Le Bien Public" heeft medegedeeld, dat het blad van af heden slechts huwelijken zal afkondigen, die medegedeeld werden door de pastoors van de parochies en niet meer volgens de inlichtingen verstrekt door de bureau van de burgerlijke stand van het stadhuis en dit om te voorkomen, huwelijken aan te kondigen, die maar enkel burgerlijk gesloten worden. 8 maart : De genie is begonnen met het doen springen van een bastion van de citadel. De Italiaanse populieren op het Sint-Pietersplein zijn te hoog geworden en werden gerooid. De Gazette van Gent stelt voor ze te vervangen door rode kastanjebomen, zoals er op de Vrijdagmarkt werden geplant.
6 april : Op de "foor" heeft het circus "Grande cirque Cotrelly" zijn tenten opgeslagen. Het circus beschikt over 55 paarden, 3 olifanten en apen. De toegang bedraagt : stallen : 3 fr., eerste rij : 2 fr., tweede rij : 1 fr. 10 april : Door de gemeenteraad wordt de afstand van 1,64 ha. grond van de citadel aan de staat goedgekeurd voor de bouw van een normaalschool in toepassing van de wet van 29 mei 1866. Uit een verslag blijkt, dat de parochie van Sint-Jozef 3.056 inwoners telt, waarbij de 500 inwoners van het Guislaingesticht zijn begrepen. De duizend bewoners van het 152
deel van de Kerkstraat gelegen over het Verbindingskanaal zijn er echter niet in begrepen, gezien dit deel tot de gemeente Wondelgem behoort. Het K.B". van 14 juni 1872 "ordonne l'érection en succursale de l'église de Saint Joseph à Gand". Het stuk grond tussen het Nieuwland en de Ham en ten zuiden begrensd door de linker oever van de Leie lag nog onbebouwd en was doorsneden door een aantal smalle waterlopen. Aan de rechteroever grensde de botanische tuin (de huidige Baudeloohof) aan de Leie. De bewoners van de Sleepstraat en omgeving, die zich naar een van de stations aan de Dampoort moesten begeven, waren verplicht een lange omweg te maken ofwel de trekweg te volgen van de Grendelgatbrug, gelegen aan een brede gracht, die ongeveer aan de huidige Minnemeersbrug in de Leie vloeide tot aan de Ham aan de Sint-Jorisbrug. Deze trekweg was 's winters onbegaanbaar. De eigenares van het stuk grond kreeg de toelating een straat van twaalf meter breed aan te leggen, de Blekersdijk mits de volgende voorwaarden : a) de straat kosteloos afstaan aan de stad, b) de ophoging van de grond, de aanleg van de riolering en het opvullen van de grachten op kosten van de eigenares. De dagorde van de gemeenteraad van 10 april bevatte nog meer. Door een decreet van de Constituante van 8 juli 1791, van toepassing in ons land na de aanhechting bij Frankrijk, waren alle uitgaven voor kazernement van het leger ten laste van de staat; bij hetzelfde decreet werden al de militaire gebouwen staatseigendom. Door een keizerlijk decreet van 23 april 1810 werden de kazernen, hospitalen, wachthuizen en andere militaire gebouwen teruggegeven aan de gemeenten, die de gebouwen moeten onderhouden en behouden voor hun huidige bestemming. De wet van 22 juni 1873 ontlastte de gemeenten van de uitgaven in verband met het onderhoud van de militaire gebouwen, maar deze gebouwen kwamen terug zonder vergoeding aan de staat. In uitvoering van deze wet besluit de gemeenteraad de volgende gebouwen over te maken aan de staat : · 1 de grote cavalerie-kazerne, gen~amd Pesthuis 2 de kleine cavalerie-kazerne 3 het groot en klein kwartier van de Kattenberg 4 het militair hospitaal 5 een deel van de Sint-Pietersabdij 6 de gebouwen van het Jezuïetencollege in de Voldersstraat 7 het magazijn voor levensmiddelen in het oud klooster van Sint-Agnes 8 het poedermagazijn bij de Sint-Lievensbrug. Met uitzondering van de gebouwen van Sint-Agnes en de gebouwen in de Voldersstraat, die een andere bestemming krijgen, blijven de overige gebouwen in gebruik door het leger. Het wachthuis op de Kouter blijft eigendom van de stad. In het verslag lezen we nog : "Depuis plusieurs années l'administration communale avait réussi à exonérer les habitants de la charge de lager des troupes de passage en logeant les miliciens à l'incorporation et en généralles militaires de passage à l'étage de la ca153
serne 3". Een gemeenteraadslid verzoekt het college om tussen te komen om deze toestand te behouden. De stedelijke begroting, die nu wordt besproken, voorziet een uitgave van 32.000 fr. voor verbeteringswerken op de Kouter : a) er zullen 39 lantaarnpalen met vier armen en vijf gaslichten worden geplaatst, b) er wordt een tweede rij bomen geplant, c) rond de Kouter wordt een voetpad aangelegd, d) er zal een ijzeren kiosk worden gebouwd. 19 april : Gemeenteraadslid Groverman vestigt de aandacht op de Watermolen en op de Apostelstraat "la rue la plus insalubre du quartier du Bas-Escaut". Deze straat heeft geen riolering. "Les eaux ménagères qui doivent s'épandre dans la rue, s'y corrompent et infectent presque toutes les maisons de cette rue populeuse". Burggrave vraagt aandacht voor de waterbedeling en verklaart verder "Les vidanges se font dans les plus mauvaises conditions; les paysans viennent envahir la ville avant l'heure réglementaire soit sonnée et répandent l'infection dans nos rues". Hij vraagt een nieuwe reglementering, waarbij het ruimen met een zuigpomp zou worden verplicht. Schepen Vermandel antwoordt, dat de sluis op de Schelde aan de Heirnis reeds voltooid is sedert 186 7, maar niet werkt (werk uitgevoerd door de staat); de watermolen werkt sedert lang niet meer. Wat betreft de wijk van de Apostelhuizen "le travail de ce quartier consiste dans la suppression d'une foule de roelies et dans Ie relèvement du sol". Beide problemen werden reeds vroeger besproken; de oplossing zal eerst over enkele jaren worden gevonden. Ook over de stadsharmonie is er discussie. Waelbroeck verklaart : "J'ai entendu jouer à la place d'Armes des pots-pourris ou l'on suppléait aux instruments qui manquaient par des coups de pistolet ou d'autres rnayens de ce genre. C'est cela qui pervertit Ie goût musical". Waelbroeck vindt dan ook de uitgave te hoog. Het college wenst de kwaliteit van de concerten te verbeteren en wil de toelage aan de stadsharmonie van 14.000 fr. opvoeren naar 21.000 fr. Waelbroeck vindt de uitgave voor de concerten op woensdag op de Kouter gedurende vier maanden toch te hoog, maar de schepen merkt op, dat de harmonie ook concerten geeft in de Dierentuin en in het Casino, waarvoor beide verenigingen jaarlijks zesduizend frank betalen aan de stad. De gemeenteraad aanvaardt het leg Adolf Sunaert, bestaande uit een reeks etsen, volgens Vanderhaeghen "une colleedon très remarquable". Sunaert werd geboren in 1826 en was leraar aan de Nijverheidsschool en de Academie. De stad Gent koopt het "Panoramisch Gezicht op Gent in 1534" samen met twee schilderijen van advocaat Goetgebuer voor 42.00 fr. (blz. 388 Gemeenteblad). Tevens voorziet de begroting een buitengewone uitgave van 3.000 fr. voor de reproductie van het plan van Herenbaut van 1619. 20 april : Beeldhouwer Isidoor de Brucq heeft het beeld gekapt voor het praalgraf van bouwmeester Minard op het kerkhof van Sint-Amandsberg. Ook de borstbeelden van Minard, Destanberg en Snellaert zijn van 154
f-'
Ul Ul
Het Kuldershuis (Het bisschoppelijk paleis is nog niet gebouwd).
I. de Brucq.
29 april : Twee officieren van het kavalerieregiment hebben een burgerlijke begrafenis bijgewoond. Zij krijgen hiervoor een blaam van de bevelvoerende generaal. Als antwoord op een interpellatie in het parle:. ment keurt de minister van oorlog de houding van de generaai goed. (Het Volksbelang) 1 mei : Er wordt een feest gegeven ter ere van Pauli, Canneel en P. De Vigne, alle drie gedurende vijfentwintig jaar leraar aan de academie. 7 mei : Broodbakkerij Jan De Corte, Groentenmarkt 13 Heropening. Brood tegen 33 centimes. Hollandsch Heerenkleedingmagazijn, Veldstraat 27 Gent Kostuum van molton 35 fr. Kostuum van fijn laken 60 fr. Overjas 25 fr. Broek 20 fr. 13 mei : Heden had de begrafenis plaats van Ladewijk Van Houtte (zie afzonderlijk artikel). 22 mei : De gemeenteraad keurt een ordemotie in verband met het kanaal van Terneuzen goed, omdat de conventie met Nederland van 24 juni 1874 nog niet is goedgekeurd door het parlement. Gemeenteraadslid Burggrave merkt op "En tant que ville industrielle, la ville de Gand n'a devant elle qu'un paupérisme effrayant; si elle ne peut s'ouvrir une voie sur l'océan par la grande navigation la ville de Gand est perdue." De raad keurt een uitgave van 4.000 fr.goed als tussenkomst bij de aankoop van zeldzame manuscriften van werken van Hadewijch, Rousbroec, van Maerlant en Boendae door de bibliotheek van de universiteit. Deze manuscripten behoorden tot de bibliotheek van prof. Constant Serrure (1805-1872) en berusten thans in de universiteitsbibliotheek. De slagers verkopen voornamelijk vlees op zaterdag en zondag; de veemarkt wordt op vrijdag gehouden, wat nadelig is en wel omdat de aanvoer meestal te gering is met als gevolg hoge prijzen, het slachthuis te veel werk heeft en het geslacht vlees de zaterdag nog niet zo goed is voor verbruik. De gemeenteraad besluit een tweede veemarkt te houden op woensdag en dit van af 1 januari 1877. De reden van deze datum ligt in het feit, dat de rechten op de veemarkt verpacht zijn tot einde december en dat de pachter oordeelt, dat hij verlies zallijden indien nu reeds een tweede marktdag zou worden gehouden. 28 mei : Een kapitein van het 14°' linierègiment te Gent werd gedood in een tweegevecht, dat plaats had in de rijschool van de krijgsschool te Brussel. 3 juni : De gemeenteraad tekent protest aan bij het parlement, omdat 156
de conventie tussen BelgiĂŤ en Nederland in verband met het kanaal van Terneuzen werd verworpen door het parlement. Schepen Wagener verklaart : ''We hebheil oril vooruit te gaan en te leven slechts een hulpmiddel : ons werk. We zijn dus gedwongen een fabriek- en handelsstad te zijn, die als dusdanig zich niet kan ontwikkelen dan op voorwaarde rechtstreeks met de zee verbonden te zijn door een brede vaart". 13 juni : In de provincies Antwerpen, Brabant, West-Vlaanderen, Namen en Luxemburg werden verkiezingen voor het parlement gehouden. De vo4-!ende dag hebben er woelingen plaats te Gent. Het eerste legioen van de burgerwacht werd onder de wapens geroepen. Een bataljon werd op de Kouter opgesteld, een tweede b~taljon op de Botermarkt. 15 juli : Op het stadhuis wordt een tentoonstelling van schilderijen geopend met werken van Tijdtgadt, Lybaert, MattelĂŠ, Den Duyts, L. Geens, Geirnaert. 26 juli : Men vent tegenwoordig niet alleen in onze stad de romans van Alex. Dumas, waarin het overspel wordt verheerlijkt, maar de geheele reeks smeerlapperijen, die tot heden de gewone lezing was der Brusselsche nachtridders en trottoirjuffers. De titel alleen van die vuilnis doet een deftige mensch walgen. (uit het Fondsenblad) 27 juli : De zusters Kapucinessen van Merendree zijn maandag 24 juli in hun nieuw klooster op de Keizersvest aangekomen. De kapel en het klooster gebouwd in neo-gotische stijl zijn het werk van bouwmeester Flor. Van Varenbergh. (zie : Godsdienstige Weekvoor Vlaanderen 28.7. 1876) 6 augustus :
Ezelinnenmelk. Te bekomen allerbeste ezelinnenmelk bij Francles Raes, huurhouder te Merelbeke.
18 augustus : In de Gazette van Gent lezen we :"De waterloop achter de Brabantdam ligt te stinken dat het ondraaglijk is. Nu het water zo laag is, kan men zien, dat er gezinnen zijn, die verkiezen hun vuilnis in het water te werpen in plaats van aan de "mestpacht" te geven. Wanneer zal eindelijk de Brabantdam verbreed worden". Hier moeten we bemerken; dat de Brabantdam een staatsbaan was, waardoor dit probleem buiten de bevoegdheid lag van de gemeenteraad. Bij graafwerken aan de Watermolenbrug werden twee grafzerken ontdekt. Ferd. Vanderhaeghen, bibliothecaris van de universiteit, heeft de opschriften doen optekenen. 1 september : De boter gold heden ter markt van 3,90 fr. tot 4 fr.het
kg., de eieren van 2,45 fr. tot 2,50 fr. de 26. 10 september : Te Gent wordt het vijfde congres van de Belgische Onderwijzersbond gehouden. Op 11 september werd in het Casino een 157
groot turnfeest ingericht, waaraan de maatschappijen La Gantoise, de Gymnastische Volksmaatschappij en de Vrijheidsliefde meewerkten. Op 12 september had een banket plaats : het was te Gent de eerste maal, dat dames aan een banket deelnamen. 21 september : De nieuwe kerk O.L.V. Lourdes te Slootendnes is bijna voltooid. 1 october :
Estaminet-Restaurant In den Vos Lange Violettenstraat 68 Gent Te bekomen : alle zondagen en maandagen : goede portie konijn met een glas bier. Prijs : 70 centimes.
3 october : Men werkt ijverig aan de voltooiing van een nieuw restaurant in de Korte Meir. Dit restaurant zal het grootste zijn van Gent. Zijn inwendige versiering is in Moorse trant. Men kan reeds het plafond bewonderen, dat rijk is aan kleuren en door twee palmbomen zal ondersteund worden. Er zijn ook grot.e zalen voor vergaderingen en banketten. De ligging is uitmuntend naast de maatschappij La Concorde. 8 october : Sedert enige tijd zijn in de katholieke kring van onze stad, alsook in de hotels en koffiehuizen, waar meest katholieken vergaderen, bussen geplaatst voor het inzamelen van de katholieke schoolpenning. (Fondsenblad) Op initiatief van D. Roels, H. Seis en A. Siffer werd op 17 october 1876 te Gent een maatschappij opgericht met het doel het katholiek volksonderwijs te ondersteunen en voor titel had "De Katholieke Schoolpenning". Erevoorzitter was W. Verspeyen, A. Siffer was de algemene secretaris. Sedert enkele jaren was te Gent een andere vereniging "L'Avenir" werkzaam, die tot doel had het lekenonderwijs te bevorderen. 24 october : De gemeenteraad keurt de aanleg goed van drie straten tussen de Blaisante Vest en het Verbindingskanaal. Van de Wondelgemstraat, waarvan het plan van aanleg werd goedgekeurd op 26 mei 1874, is reeds 450 m. opgehoogd en geplaveid; het laatste deel, 75 m. lang, zal aangelegd worden op de kosten van de grondeigenaars Ch. en J. de Hèmptinne. Er is nog geen definitief besluit genomen in verband met het bouwen van de Wondelgembrug, waarvan de raming 125.000 fr. bedraagt. Uit een ondervraging blijkt, dat de nieuwe lantarens op de Kouter enkel 's zondags branden. 5 november : In de Minardschouwburg is een nieuwigheid ingevoerd : voortaan zal het begin van de voorstelling aangekondigd worden door een electrische bel, geplaatst aan de voorgevel, in de foyer en in het koffiehuis naast de schouwburg. 6 november : Heden zijn in de lokalen van het gewezen weeshuis de leergangen van het conservatorium geopend; er zijn vijftien klassen, de klassen voor de jongens en voor de meisjes zijn volkomen gescheiden. 158
12 november : In de Minarelschouwburg wordt het stuk "Ben Leil of de Zoon van de Nacht" opgevoerd. In het stuk worden verscheidene personen doodgeschoten, kinderen gestolen, vrouwen geschaakt. Men woont een gevecht op zée bij tussen zeerovers en een groep soldaten. Gans de schouwburg ruikt naar buskruit en het regent bijlslagen op de arme soldaten. Bij dit alles is er nog een dans van kleine negertjes. Driemaal moest het gordijn worden opgehaald om het schip te laten bewonderen, waarop de zeerovers zo dapper hadden gevochten. De reporter van de Gazette van Gent is niet goed te spreken over het stuk en betreurt de geringe smaak van het publiek. Het College geeft een naam aan een aantal nieuwe straten en pleinen : Nijverheidsplein, Kleine Dok, Kromme Wal, Verbindingsstraat, Marnixstraat, Leopoldlaan, Maria Theresiastraat, Keizer Jozef 11 straat, De Smetstraat, Ijskelderstraat, Wondelgemstraat, Vlotstraat, Rietstraat, Wilgstraat, Elsstraat, Turfstraat, S. Van Akenstraat, H. Lammensstraat, Frobelstraat, Mathias Gesweinstraat. 16 november : De gemeenteraad keurt een verzoekschrift aan de Kamer goed, waarbij gevraagd wordt het verplicht gebruik van gedrukte stembrieven in te voeren, waarop de kiezer enkel de namen van een aantal kandidaten moet schrappen. De gemeenteraad betreurt het groot aantal fraudes bij de kiesverrichtingen, voornamelijk de laatste jaren; In het verslag lezen we : "Dans les Flandres le vote de la majeure partie des électeurs de la campagne n'est plus libre. Menés au scrutin conime un troupeau, isolés des autres électeurs ils sont obligés de déposer dans l'urne un bulletin marqué, dont la sortie est controlée à l'aide de manoeuvres que la loi de 1867 sur les fraudes électorales a été inpuissante de réprimer". 18 december : De ~emeenteraad b~.sp~e~kt de toestand van de bomen op de Kouter. De linden werden vtJfttg Jaar geleden geplant en het wordt tijd ze te vervangen. Er werd een commissie gevormd, waarin Verschaffelt, Burvenich, Hofman en Van Hulle zetelen. Tijdens de bespreking merkt het gemeenteraadslid Dierman op "Moi aussi je suis un arbre et même un gros arbre, mais je me porte bien, parce que je m'arrose en temps utile". Er wordt besloten de grond rond de bomen te verbeteren, de grond regelmatig te besproeien, de bomen behoorlijk te snoeien. Over twee tot drie jaar zal dan een defmitief besluit worden genomen. De gemeenteraad bespreekt ook een reglemen~ op de danszalen en dit omdat "le nombre de ces cabarets ne faisant que s'accroître" en "compromettant à un haut degré la moralité des jeunes gens des deux sexes ou plutot des enfants qui les fréquentent en grand nombre". Er wordt echter nog geen besluit genomen. 22 december : In de troonzaal op het stadhuis wordt een "Engels kiesbureel tentoongesteld. Het bestaat uit vier afgesloten hokjes, waarin de
159
kiezers op een gedrukte stembrief met de namen van de kandidaten, met een kruis de kandidaten aanduiden, voor welke ze stemmen. In de herberg "De Ploeg" op de Koornmarkt is een zolder gebruikt als bewaarplaats voor granen ingestort. 28 december : De rechten op de veemarkt worden verpacht voor 25.175 fr.voor het jaar 1877. 30 december : In de herberg "De Teerlingbak" in de Barrestraat werd een nieuw toneelgezelschap "Het Van Peene's genootschap" opgericht. De eerste voorstelling zal plaats hebben in de zaal Thalia op het SintPietersplein; het blijspel "Het bevallig Strijkmeisje" van Stappaert zal worden opgevoerd. 1876 : We komen in het laatste kwart van de negentiende eeuw. De geschiedenis gaat een versnelling vertonen. Om het gebeuren in de volgende jaren te begrijpen moeten we nog enkele feiten vermelden. Einde 1875 kwam er een verzoening tussen de Broederlijke Wevers, gesticht in 1857 en de Weversmaatschappij Vooruit, gesticht in november 1865. "Benige dagen nadien verhuisden wij onze meubelen en boeken naar Den Duitsch, het lokaal der Broederlijke Wevers" vertelt Paul Verbauwen in zijn werk "Geschiedenis der Gentsche Wevers". Op zondag 18 januari 1876 had een feestzitting plaats. "Van vroeg in den morgen was er eene groote bedrijvigheid in en rond de herberg Den Duitsch. Van alle kanten der stad kwamen wevers en weefsters toegesneld om in stoet naar de meeting te gaan die in de zaal Parnassus Houtlei, gehouden werd". (P. Verbauwen). In voornoemd werk kunnen we ook het "Herinneringslied aan de Verbroedering der beide Weversmaatschappijen" geschreven door P. Verbauwen lezen. Op 7 mei werd de katoenspinnersmaatschappij, opgericht in 1857 maar die practisch alle activiteit had gestaakt, opnieuw ingericht onder de benaming "De Spinners van Gent" en met als kenspreuk "Eendracht maakt macht". In mei 1876 veranderde "Het Leesgezelschap" opgericht in 1860 door de Broederlijke Wevers zijn naam in "Vrijzinnige Werkmansbibliotheek" en werd thans toegankelijk voor al de werklieden. In de zaal Polka in de Vanderdoncktdoorgang was in september 1874 een meeting gehouden, waar Van Beveren, Paul De Witte en P. Verbauwen het woord hadden gevoerd over vrouwen- en kinderarbeid. Op deze meeting was Edward Anseele (geboren in 1856) aanwezig als toeschouwer. Op zondag 21 september 1874 werd E. Anseele lid va:n de afdeling van de Internationale te Gent. Alras wordt Anseele een vurig propagandist. Op initiatief van Louis Bertrand werd op 10 december 1876 te Brussel een congres gehouden met twee punten op de dagorde : regeling van de kinderarbeid en stichting van een "union ouvrière". Van Beveren zat de vergadering voor, terwijl Anseele fungeerde als tolk. Op het congres 160
kreeg de Gentse afvaardiging opdracht een programma tot stichting van een socialistische werkliedenpartij op te stellen en een congres voor te bereiden, dat op Pasen 1877 te Gent zou worden gehouden. M. STEELS
DE PACIFICATIEFEESTEN TE GENT IN 1876 Op 7 juni 1875 besloot de gemeenteraad op voorstel van schepen Wagenerin 1876 de driehonderdste verjaring van de Pacificatie van Gent plechtig te vieren. De commissie van feestelijkheden en de commissie van schone kunsten en onderwijs kregen opdracht een plàn uit te werken. Op 14 februari 1876 keurt de gemeenteraad het voorstel van de beide commissies goed. Er wordt nu een Commissie voor Kunst en Geschiedenis opgericht met Wagener als voorzitter en P. Fredericq als secretaris. Paul Fredericq was geboren te Gent op 12 augustus 1850 als zoon van dokter Cesar Fredericq (1817-1887) en van Mathilde Huet (1827-1865). Hij hadgeschiedenis gestudeerd te Luik en was thans leraar aan het atheneum te Gent. In voornoemde commissie zetelden nog Picquaert, schepen, C. Dè Bast, Hulin, De Meulemeester, Vervier, Heremans, gemeenteraadsleden;Ferd. Vanderhaeghen, W. Rogghé, Pe Keghel, Max Rooses, Louis en Jules Van Biesbroeck, kolonel Védrine en kolonel Marson, A. Pauli, Geets, Cluysenaer, Capeinick, Lebrun, Metdepenningen, Den Duyts, Wante,PaulDevigne, Hofman. Voor de stoet moest men beschikken over 1127 deelnemers. In maart werd een oproep gedaan tot de Gentse maatschappijen om hun medewerking te verlenen. Om een idee te kunnen vormen over de houding van de Gentse verenigingen tegenover de Pacificatiefeesten, hier een overzicht van de dertig deelnemende maatschappijen : de Koormaatschappij, Nijverheid en Wetensc~.ap, Cl~b Nautique, Moed en Vlijt, De Gymnastische Volksmaatschapptj, de Vter Gekroonden, Fanfare de Onbekende, het Kunstgenootschap, de fanfare Kunstliefde en Broedermin, de Eendracht, de Sint-Antoniusgilde, de Sint-Michielsgilde, de Vrij1teidsliefde, de Leie-en Scheldezonen, de harmonie Hoop in de Toekomst, de Fonteini~tên, ~et Willemsgenootsc~~p, de Verenigde Werklieden, de fanfare . La Ltberte, de turnmaatschappiJ Help U Zelf, het Van Crombrugghe Ge~ nootschap, de Jonge Wacht Brugse Poort, de Chasseurs-Eclaire~s, Moedertaal en Vrijheid, Vooruit (niet de socialistische maatschappij, die nog niet was opgericht)> dé_ muz~ekmaatschappij Sint~cilia, de Cercle Humoristiquè Jes·Chinois, l'Orphéon Gantois, de Burgerwacht, de Jonge. · Zouaven. Bij vermelde verenigingen treffen we natuurlijk een aantalliberale verenigingen aan, maar ook een aantal, die politiek neutraal waren, maar met een bestuur, waarvan de meerderheid vrijzinnig of liberaal was. 161
f-'
0\
N
De Pacificatiefeesten vergden natuurlijk veel voorbereiding. Een inschrijvingslijst bracht 8.230 fr. op (leden gemeenteraad : 2.995 fr.; maatschappij La Concorde 4.535 fr., Société Littéraire : 700 fr.). Andere inschrijvingslijsten brachten in totaal 4.428 fr. samen. Er werden een aantal commissies gevormd : een algemene commissie, een commissie belast met het toezicht op het historisch drama, een commissie van het album; in al deze commissies was P. Fredericq secretaris. De voorbereiding van de stoet was een zware taak : tekenen van ontwerpen en kostuums, die historisch juist moesten zijn, vervaardigen van wagens, kledij -een aantal kledingsstukken werden gemaakt in het stedelijk ouvroir, een soort vakschool voor meisjes reeds gevestigd in de Tweebruggenstraat -,wapens, schilden, enz. Uit de verslagen blijkt, dat alles werkelijk zorgvuldig werd voorbereid. De moeilijkheden werden nog vergroot, omdat de commissie zeer zuinig moest zijn; de stad had een toelage van 50.000 fr. verleend en de giften hadden niet het verhoopte succes gekend. Ter illustratie enkele zinnen uit de commissieverslagen : "schepen Wagener verklaart dat de voorstelling van het schavot niet toegelaten wordt door het schepencollege, omdat het "une chose immorale et trop lugubre" is." (31 maart). Op 2 september wordt besloten, dat noch in de stoet, noch tijdens het komen naar het lokaal van Sint~Agne te - de verzamelplaats -het "Ongedierte der Papen" te spelen of te zingen, ten einde aan de vijanden van de cavalcade geen hoegenaamde wapens in de hand te geven~·"Het Ongedierte 'der Papen"was een strijdlied van de liberalen. De Pacificatiefeesten vingen aan op zaterdag 2 september met het luiden van de grote klok en het spelen van de beiaard. Op zondag 3 september verenigden zich een groot aantal maatschappijen op de Kouter, die iii- stoet naar het stadhuis opstapten. In de Pacificatiezaal werd een gedenkplaat onthuld. Tijdens de plech,tigheid werd het woord gevoerd door schepen Wagener, door P. Fredericq en door burgemeester Charles de Kerchove. P. ~redericq behandelde de geschiedenis van de Pacificatie van Gent. Eerst herinnerde Fredericq aan de gebeurtenissen voor 1576. Daarna vervolgtie desprekeraldus :
"En van hunnen kant, pleegden de getergde Bosch- en Watergeuzen allerlei wreedheden op pastoors, paters, nonnen en weerlooze Roomschgezinden. Over_ de gansche uitgestrektheid der Nederlanden hoorde __ men het ge-kerm-der martelaars en slachtoffers vap de beide onver· zoenlijke vijandige partijén.'' " ... werd in dit Stadhtris, waar wij vergaderd zijn, den 8e November 1576, een verbond tussÇ}ien Katholi~ken en Protestanten. op het gebied van 's ·lands onafhankelijkheid en van wederzijdsche verdraagzaamheid gesloten." "Doch, noch de Pacificatie, noch de Religievrede mochten vruchten dragen, en met spijt voegen wij er bij : vooral door de schuld der pro163
0fll81Jolltmbtr 1)7{> lllti'IIB8118fa8111ikk
:Qariftrattr naa 6rlll
,_
Herdenkingsplaat in de Pacificatiezaal (Copyright : Dienst voor Toerisme Gent ).
164
testantsche Gentenaars, die onder Hembijse, Rijhove en Dathenus, hunne katholieke stadgenooten gruwelijk vervolgden, kerken en kloosters uitplunderden en zelfs zoo verblind waren, dat zij het voorbeeld, hetwelk hun door de Inquisitie gedurende zoo lange jaren was gegeven, zeiven volgden; op hunne beurt verbrandden zij ter Vrijdagmarkt vier Minderbroeders en twee paters Augustijnen, en eene maand later, te Brugge, weeral drie Minderbroeders (1578). De verdraagzaamheid, in de Pacificatie voorloopig en in den Religievrede plechtig uitgeroepen, werd aldus door de Hervormden zeiven onder de voeten getrapt." In het slot van,zijn rede toont P. Fredericq aan wat volgens hem de bedoeling van de Pacificatiefeesten moet zijn. "Alle goede Nederlandsche burgers wënschen vurig, dat in onzen tijd ook eene nieuwe politieke en godsdienstige Pacificatie onder al de kinderen van hetzelfde vaderland, voorgoed worde gesloten. En de stad Gent, die in de zestiende eeuw eene zoobetreurenswaardige houding had aangenomen, toeint heden door dit verjaringsfeest, dat wij het dwaalspoor van Filips 11 en van Hembijse voor altoos hebben verlaten om de wegen der christelijke verdraagzaamheid te bewandelen." 's Nadmiddags tengevolge van het slechte weer kon de historische stoet niet uitgaan. 's Avonds had in de schouwburg een galavertoning plaats van het historisch drama "De Pacificatie van Gent" op tekst van Emiel Van Goethem en muziek van Peter Benoit. Het stuk telde vijf bedrijven en tien taferelen; de opvoering duurde niet minder dan vijf uur. Het werk was zeker geen meesterstuk en werd vermoedelijk gered door de muziek van P. Benoj.t. Het historisch drama werd nog opgevoerd op dinsdag 5 en zondag 10 september. Het werd uitgegeven door het Willemsfonds. Het stuk werd nog eens opgevoerd op Snovember 1878. Op maandag 4 september hield het Willemsfonds in de Arsenaalzaal op het stadhuis een algemene vergadering ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de vereniging. ·'s Namiddags trok de historische stoet voor de eerste maal door de stad. De stoet werd geopend door 25 ruiters van de Gentse burgerwacht van de :XVIe eeuw. L HET EEDVERBOND DER EDELEN. - Een muziekkorps. - Zes vaandrigs te paard.. - Zes wapenboden te voet. - 19 Edellieden, ondertekenaars van het Eedverbond. - Zes wapenboden te Paard. - Twee stafdragers der Landvoogdes.- Wagen ontworpen door J. Dekeghel : Brederode biedt aan de landvoogdes Margaretha van Parma een verzoekschrift aan. (4 april 1566) 11. DE BLOEDRAAD. - Tien Spaanse trommelaars en pijpers. - Muziekkorps. - Vier ruiters : de hertog van Alva, zijn zoon Don Frederik van Toledo, Julian de Romeroen Jeronimo de Salinas.- Twee vaandrigs, een officier en 14 busschieters. - Twee vàandrigs, een officier en 14 lansknechten. - Twee wapenboden, dragende de wapens van Egmond en 165
so~
GBARS ET
DE
L.A.
:P..,.ê
PRll~lFiUX
GRO-E
(;~~!W'
"" ~ :-"tf *"-
:::IFICATION D .E GAND_ lES DIJ t6RTÉGE BlSTORIQUE.
lt. .-t%,~ L-1,...1~. f'l . ~.td»l:> f';Jrkl>.:p.'t;"nd~A i!,~..-. i'!. /tr
u:..v;h,:! --.-r:-M W.r,._.._"_..t:!t
·\<-11-
J! , ... <~vl".JjJ
,\ n'".tr:<J,
""A~~ /-'Jt>-~<t p A.A,lP#''JI~-
'·t.;;M 4ll ...
r~-~~-vt· ~~ <~· •.
j
\' .,i.i~
STAD GENT. GROOT SCHOUWBURG. kstltt4tr J. t'uco~\nm. a
ZondagDtu""'las;r
Rep'tenllu•t·.
~
Zoudftfif 10
1• (gu.tu) up,.<... rinj,C !..,!:...
()}>,~c:H.~oJ'"'hlfl'
a·
i•pv.-•·inJ~:
P'ACIFICATIE VAN GENT, 1/ifrlorhr.-11 drtlttltt J>OOR
:,w;ir/.
til :;
lR><trijr·en
J.:. V.-\2'i l'tt~
r11 ~ lt!J~rp"fl'lt,
GOETiiE~.
{'Er:t:R St::\ IJlT.
fooneelaclliUinö \1111 .t.•u b•-.:t •:... Rr.sll&IC~. - "Ylcu\\<' <"<).;iut•u•n '•" d•• 1..-,r UY.u:~. le llru:;~d. ·- l1oo..f~ k#psels van d••n Jl<!rr I;M~•. lt• 11ru:<""f. - H~r'""'ffl· waP""' <'>HI1h1tM<ng~n '"" d•u 1~'"' l'. Ruu..t:~t, \au Gelrl.
VERDEELIHG DER TAFEREELEN ,. Uetlrijf.
4• R<>dri.1r. I•
r
den Kenotr
Tan
:Hol·
Taf.-l'eel.
De Spuneche J'vie. ~· Bedrijf, 1• 1'afc11'1'1.
rf
!' T~ferccl. Ttm
p&'OVÏJlCII6D
lenden~.
'!' B<!drijf. i• T~fl'l'Mll. Willel Ttm ~ M AUt'lf'el'J)!lU.
De iJltreik
T•f~ .
Het wariliopia' beàu.it der
Het llleclv411'boAd tkr Bclelen.
De oDderteeJten.iD&' der P~Ulifklatie, teu PD'-" achen Stlldhuize. f' Tafereél. ,il' De lllkondfgt.Dg der P~Ulifklatte. - Volb-
Al"Va.
3< Bedrijf. De :Bloeclnad..
't"''eUCde·-
!f
l!'~- A~.
PERS<.>NEN :
••n OJ:rl>tJ•·
$\-vihm:~.
l'o~J'fti!J
llla..lx vu <>im·Aidtl<<>llll<'.
V .Mt DIJ.:- KttUJIIJU)I.
}loutUruy.
lh'A'itT.
U..~nAAl•a,
\\'AS!'n,,
\arga~~
R.4M&;Jtn~
WUI-
~
llclaiel fQ 0•••-lk
ti~,
fi())JJC".~
J.>.UnJ~Ov.......Ue.
~&re~U- DWrk~~~>. ~Mjk.,.r.
Oéltia 1'.........-) •M "'"u J>t-Pi<!t<>n, \"g StraletJ, bafl'êm~r van
Rflft ólfirof'l~·
.,..,....
tl•i-Juoilyu ~.
l.odowiJk ..n s'~.."'"·
W A:'fll.""Uf"t.ottc. lluJt•nt•a!\ ,
u.xrou ('J..r~o!\. )1~. Z•éf.übft. 1Af,o(J ·u.a l~otot ~l'lt!l"b4nd-) Sp~h~ &df;ltieders, s,.nttieb,. ~ldaf~Ia,. 1'(edet<l#tt•IR-hé 'Bnilll"'MnicllUB, fJ~,
:\.nn'\
~ .YI'"llL!ttat·l't'.
\l«!l.
E~~~ ~~
\ltl~k~.
lkrt~.
v...
I»IL PK \.&Cf.
tls••uT.
..........Hr-n.ll&MJJtfC~. ....,_..,..
f 11
___.____ ...... ~
PI\IJZES »ER
!..."..., ..,.. 4l'tl
PI,\.\~'\;
•
~' h.....,il?tJ:. (;,rlftit...fatd~it. Mt~ ,~(kt, tr. +GO. -ll'l_."..,.,.;u~u l>s...,.rr. 1J.6(1. «•.t. r-rr.l-60. - lil'd.- ,.~fr.t.(IQ.- H.l...-!j fr. o.eo.-
-1'11-
P»i'Wtij•
..:.t:J:.o::=.=~~-~
lll~d, ••rw<>~<>eMen.....,.. """ -~
~=~~~=:~;;;;~~~=~r!:~~~j!'r:.-4~:::
rr~O.SG,..
--.. --. . . . .M.._ .......
# '"
-'"""'-..,.,."~'11· Jo"!""' •••lilt
\u.
168
Hoorne. -Een justiciet te paard.- Wagen ontworpen door Ladewijk Van Biesbraeek : de graven Egmond en Hoorn worden veroordeeld door de Bloedraad (2 juni 1568). 111. DE INQUISITIE. - Muziekkorps. - Een Spaans officier te paard en 15 geharnaste hellebaardiers. - Dertien geestelijke rechters. - Negen dienaars, dragende foltertuigen. - Wagen ontworpen door W. Geets, verbeeldende het ophangen aan de galg van zeven protestantse Gentenaars en de verbranding van vier Anabaptisten op het Veerleplein. IV. DE SPAANSE FURIE TE ANTWERPEN.- Vijftien Spaanse trommelaars en pijpers. -Drie vaandrigs. - Zes officiers te paard. -Officier met 14 busschieters. - Twee kano~nen met paarden bespannen. - Twee lontdragers. - Officier met 14 lansknechten. - Tien soldaten met gestolen voorwerpen.- Wagen ontworpen door Ad. Pauli : Antwerpen in brand; de wagen wordt omringd door tien Spaanse soldaten met laaiende fakkels. (4 november 1576) V. DE VERENIGDE PROVINCIEN DER NEDERLANDEN. - Zestien vaandrigs der provinciën. - Muziekkorps. - Twee en twintig afgevaardigden van alle gewesten der Nederlanden.- Wagen ontworpen door Alfred Cluysenaar : zestien vrouwen, de zestien provinciën voorstellende gezeten rond het beeld van de Eendracht. Vl. DE GODSDIENSTIGE BEVREDIGING. - Twee officiers en 24 soldaten van het Nederlands Statenleger. - Muziekkorps. - Drie wapenboden der Katholieken, Lutheranen en Calvinisten.- Wagen ontworpen door F. Met de penningen de verzoening tussen de Katholieken en de Protestanten voorstellende. VII. TERUGKEER DER BANNELINGEN.- Vier trommelaars van het Geuzenleger. - Drie wapenboden. - Muziekkorps, voorafgaande de groep der Bo~- en Watergeuzen. · VIII. DE PRINS VAN ORANJE. - Vier bazuiriblazers te paard. - Muziekkorps te paard. -Zes vaandrigs. -:-Vier stafdragers. -De Gentse schepenen der XVIe eeuw.- Vier wapenboden te paard.- Vier vaandrigs te voet. - Vier schildknapen. - DE PRINS VAN ORANJE, rijdende onder een verhemelte, dat door zes mannen gedragen wordt.- Twee jonge pages van de Prins. -Twaalf Nederlandse edellieden te paard. - Veertif!n ruiters van het leger van de Prins. IX. DE ONDERTEKENING DER PACIFICATIE OP HET GENTS STADHUIS. - Acht bazuinblazers te paard. - Negentien wapenboden met de schilden der ondertekenaars. -Drie stafdragers. -Wagen ontworpen door Jan Capeinick, voorstellende een gedeelte van het stadhuis te Gent en de negentien ondertekenaars van de Pacificatie op 8 november 1576. X. DE STAD GENT. - Muziekkorps. - De vier hoofdgilden van St.-Antoon, St.-Michiel, St.-Joris en St.-Sebastiaan. - Twaalt schilddragers. Negen en twintig leden der neringen. -Zes en twintig leden der rederijk169
kamers, waaronder de Fonteinisten. - Wagen ontworpen door L. Lebrun, voorstellende de Maagd van Gent omringd door het magistraat. De stoet zou nog driemaal uitgaan, nl. op dinsdag 4, zondag 10 en zondag 17 september. Telkens werd een andere weg gevolgd. De stoet lokte natuurlijk een massa kijklustigen. Ook van buiten Gent en zelfs van uit Nedeland waren nieuwsgierigen toegestroomd. Volgens La Flandre Libérale van 6 september werden dertig bijzondere treinen ingelegd, die ongeveer 20.000 bezoekers aanbrachten. Er kwamen zelfs minder gewenste gasten, want de Gazette van Gent deelt op 9 september mede, dat een zestal beurzensnijders, meestal vreemdelingen, werden aangehouden. Tijdens de derde uitgang, werd halt gehouden aan het GravenkasteeL De groep, die de geuzen voorstelde, zong er geuzenliederen en er werd een opschrift aan de poort van het Gravensteen gehangen met de volgende tekst : "Ter nagedachtenis aan de menigvuldige slachtoffers der inquisitie, die hier in de kerker gezucht hebben en op het Veerieplein onthoofd, opgehangen of verbrand werden. Aan al deze gruweldaden moest de Pacificatie een einde stellen". Het gemeenteraadslid Kerfijzer hield er een korte toespraak, waarin hij onder meer verklaarde "Les gueux étaient au 16e siècle les libéraux de l'époque". Tijdens de uitgangen van de stoet werd geld ingezameld door de vereniging l'Avenir; een vereniging met als doel het verspreiden van het lekenonderwijs. De omhalingen hadden opgebracht : maandag 4 september : 31.675 geldstukken of 2.196,63 fr. dinsdag 5 september : 84.649 geldstukken of 4.637,58 fr. zondag 10 september : 106.4 73 geldstukken of 5.317,93 fr. verkoop kaarten 6.273,00 fr. 222.797 stukken of
18.425,14 fr.
Deze kaarten van 5,2 en 1 frank hingen de kopers aan hun vest, waardoor ze niet meer lastig gevallen werden door de geldinzamelaars. Het · geld werd verdeeld onder de maatschappij CaHier, het Willemsfonds, zeven lekenscholen in de provincie en de vier Laurentkringen; 1.400 fr. werd geschonken als studiebeurzen aan meisjes, die voor onderwijzeres studeerden. Tijdens de vierde rondgang werd geld ingezameld voor liefdadige werken; de opbrengst - 5.136 fr. -werd verdeeld onder het Liefdadigheidsbureau (de helft), de maatschappij der kinderkribben en de Zonder Naam niet zonder Hart (elk een kwart). De Pacificatiefeesten hadden een massa volk op de been gebracht en de herbergen deden natuurlijk goede zaken. De weerklank hiervan vinden we in een mededeling op de vergadering van de commissie van 9 september : "Les recettes faites dans les cafés sant pyramidales. Aux Arcades on a distribué 4.800 cafés et 1.800 backs le premier jour. Dans une petite cantine au l'on boit debout, on a en un jour hu sept tonneaux de bière, c'est-à-dire qu'environ 2.100 personnes ont passés par
là". In het verslag van 7 januari 1877 lezen we : "Dans la première quinzai170
ne de septembre 1876 on a abattu à !'abattoir de Gand 840 têtes de gros bétail de plus que pendant la quinzaine correspondante de 1875 sans campter Ie petit bétail, dont il a été fait des hécatombes .... On a brassé de même 600 hl. de bière en plus qu'en septembre 1875". We willen hier aan toevoegen, dat tijdens de Pacificatiefeesten het Willemsfonds en de Belgische onderwijzersbond te Gent een congres hadden gehouden. Op maandag 4 september werd door de Koninklijke Maatschappij der Melomanen in het Casino een groot concert ingericht, waarop de historische cantate "De Pacificatie van Gent" op tekst van E. Hiel en muziek van H. Waelput door meer dan 500 zangers werd uitgevoerd. De tekst -een gelegenheidsstuk- kan en kcm vermoedelijk weinig bekoren; Waelput had in de muziek enkele oude Vlaamse liederen verwerkt. Er hadden nog andere feestelijkheden plaats, zoals volksfeesten, vuurwerk, veldfeesten, volksbal, enz. · Er waren ook enkele handelaars, die hoopten met een nieuw artikel wat geld te verdienen. Zo lezen we in de Gazette van Gent van 20 augustus : "Dezer dagen hebben we een nieuwe pacificatiepijp gezien. Zij draagt als opschrift op de twee zijden van de steel een paar regels uit een volkslied van de 16e eeuw. Op de kop leest men "Pacificatie 15761876". En op 6 december lezen we : "P. van der Want, pijpenfabrikant te Gouda, vervaardiger der Gentse Pacificatiepijp, heeft aan het stedelijk bestuur als geschenk toegezonden de koperen vorm, welke dienstig was voor het vervaardigen van de pijpen". De vorm en een exemplaar van de pijp worden thans bewaard in het Museum van.Volkskunde te Gent en zijn tentoongesteld in de vetzameling pijpen. Ook sigaren der Pacificatie werden in de handel gebracht; ze zaten in een fraaie koker, waarop het portret en het wapen van Marnix van St.Aidegoode te zien was. . . . Op 7 october vonden· we de volgende aankondiging. GAAT PROEVEN in de Maatschappij La Concorde Café des Arcades . Café Van dePutte Roeher de Cancale Van Crombrugghe's genootschap De Lelie Hotel Graaf Egmont Café des Boulevards Café Bellevue het Galgenhuis de lekkere gezondheids-en maagversterkende likeur der Pacificatie. Zij is van extra kwaliteit en bevat geen kleurenmengsel, dat zoo nadelig is voor de gezondheid. Verkoop in 't groot en 't klein bij F. Hellens, Veldstraat 77. Prijs : 1,75 fr. per fles van een liter. Hellens liet etiketten drukken, waarop de wagens uit de optocht werden afgebeeld. Enkele drukkers verkochten prenten in verband met de Pacificatiestoet.
171
172
Er werd ook een "Elixir des gueux" verkocht door een Brusselse likeurstoker. We mogen zeggen, dat het stadsbestuur de Pacificatie luisterrijk had gevierd, maar ......... .
We zouden erg onvolledig zijn indien we hier het verhaal over de Pacificatiefeesten zouden eindigen. Wie enigszins iets afweet van de Belgische geschiedenis van de negentiende eeuw kan zich gemakkelijk voorstellen, dat de viering van de Pacificatie van Gent niet door iedereen met dezelfde geestdrift werd onthaald. In 1825 verwekte het boek van J.J. De Smet, op dit ogenblik leraar aan het college te Aalst, heel wat herrie. Bij een omzendbrief van 15 juli 1825 geeft de gouverneur de politie opdracht te onderzoeken in welke scholen het boek Histoire de la Belgique gebruikt wordt en gebeurlijk de werken aan te slaan en dit om de "schadelijke denkbeelden". De Journal de Gand van 4.8.1825 wijdde een lang artikel aan het boek : "aucun (auteur) m'avait osé se prononeer avec autant d'assurance en faveur d'un des plus exécrables tyrans qui aient souillés le trone (Philippe II) et contre les malheureuses vierimes que ses sanguinaires agens immolèrent à son affreux despotisme. L'écrivain qui par fanatisme ou tout autre motif, présente l'histoire de son pays sous un faux point de vue, ... ne saurait être comparé qu'à ces militaires félons qui vont ce placer dans les rangs des ennemis de la pattie pour combattre". Van 1831 tot 1846 zal J.J. De Smet kerkgeschiedenis doceren aan het Groot Seminarie te Gent. Het boek van J .J. . De Smet zal na 1830 worden herdrukt. Voornamelijk de voorstelling van de geschiedenis van de zestiende eeuw was een bron van geschillen tussen de katholieke kerk en de tegenpartij. Een ander voorbeeld vinden we bij Louis Hymans in zijn werk "Notes et Souvenirs" (blz. 292 en volgende). Hymans had een boek geschreven "Histoire de Belgique". Volgens _de afgevaardigden van de bisschoppen waren sommige bladzijden "très répréhensibles au point de vue de !'orthodoxie catholique". (zie ook : Rapp()rt triennal de l'instruction primaire, deel 7). We gebruikten het woord "tegenpartij" en dit omdat er in de periode 1820-1875 natuurlijk een evolutie in de ideeënwereld plaats vond. "Niet alleen in het parlement komt in deze jaren (18701880), de onverzoenbaarheid tussen de liberale radicalen en de katholieke kerk in België meer en meer tot uiting" schrijft prof. Luykx. In de encycliek "Mirari Vos" (1864) en ook in de "Syllabus" had de paus "de moderne vrijheden" veroordeeld. Hierop steunend verwierpen de Ultramontanen, een vleugel van de conservatieven, de Belgische grondwet. "Vooral door deze anti-constitutionele houding, zegt prof Luykx, gaven ze de liberalen een machtig wapen in de hand". De tegenstellingen tussen de extreme vleugels - de Ultramontanen bij de katholieken en de Radicalen bij de liberalen - werden scherper en scherper. 173
Dat de uitspraak van prof. Luykx nog geldig is in 1875 kunnen we aantonen door een citaat van Le Bien Public van 17 juni 187~ : "Le fait qui ressort chaque jour avec plus d'évidence des discussions publiques et des événements qui se déroulent sous nos yeux, c'est !'antagonisme de la société moderne et de l'Eglise. La raison de ce fait est bien simple; c'est que la société moderne est basée sur la négation, tout au rnains pratique, des vérités dont l'Eglise est la dépositaire et l'organe. L'Encyclique et le Syllabus de 1864 nous ont appris à choisir entre ces deux thèses contradictoires". V ooraleer nu het verhaal van de twisten rond de viering van de Pacificatie van Gent aan te vangen willen we vooraf de volgende bedenkingen maken : voor ons, mensen die leven in 1976, is het wel moeilijk ons in te leven in de gedachtengang en in de gemoedsgesteldheid van de mens van 1876 en dit omdat we geconfronteerd worden met gans andere uitdagingen dan in 1876. Bovendien moeten we bedenken, dat we allen tot een van de beide kampen zouden hebben behoord. Laat ons dus indulgent zijn voor de beide partijen. In de zitting van de gemeenteraad van 7 juni 1875 had schepen Wagener verklaard : "Si la Pacification de Gand n'a pas eneare ouvertement praelamé la liberté de conscience, on peut dire qu'elle la contient en germe". In het verslag van de zitting lezen we op 8 juni 1875 in Le Bien Public" Nous convier à célébrer la Pacificarlon de Gand c'est donc nous inviter à glorifi.er le machiavélisme du Prince d'Orange et ce libéralisme hypocrite qui dès lors ne parlait que de liberté que pour mieux opprimer l'Eglise". Op 9 juni antwoordt Le Joumal de Gand : "Les ultramontains ont leurs jubilés, ayons les notres; rappelons par des fêtes à l'éclat desquelles contribuera largement !'enthousiasme populaire, les dates historiques chères aux amis de la liberté; que ces fêtes soient magnifi.ques, qu'elles glorifi.ent nos grandes luttes, celles auxquelles nous devons d'être indépendants et libres; qu'elles célèbrent le triomphe de l'intelligence humaine et les échecs du parti de l'oppression et de l'abrutissement". Als besluit zegt Le Journal de Gand : "La Pacifi.cation de Gand est à tous ces titres une des plus glorieuses pages de l'histoire de l'humanité". De standpunten zijn ingenomen. De krantenpolemiek zal nog een tijdje aanhouden. "Le Joumal de Gand affi.rme carrément que la fête de la Pacifi.cation de Gand sera l'antithèse des nos solemnités catholiques, une démonstration libérale" antwoordt Le Bien Public op 10 juni. De krant vervolgt : "Il est facile de reconnaître que notre libéralisme municipal compte célébrer le trois centième anniversaire de la Pacification de Gand par une déclaration de guerre." Het oordeel over de Pacificatie van Le Bien Public luidt als volgt : "C'est donc un anniversaire anti-catholique, c'est le triomphe sournois et félon du protestantisme sur le catholicisme, c'est un acte de traitrise et de duplicité; c'est un parjure avec la circonstance aggravante du guet-apens et c!e la trahison". Op 30 juli komt Le Bien Public tot de volgende besluiten : "1. La Pacification de Gand fut un leurre. 2. Loin d'établir la tolérance 174
Wagen van de Spaanse Furie.
Wagen van de zestien ProvinciĂŤn.
175
religieuse, elle donna aux gueux Ie temps de refaire leurs forces épuisées et de préparer de nouveaux actes de persécution et de vandalisme. La Pacification de Gand : Ie chef-d'oeuvre de sa diplomatie astucieuse et machiavélique". (sa= Willem de Zwijger). · We stellen vast, dat de twee partijen verschillen in de keuze van de historische feiten als ook in de interpretatie; bovendien wordt de bedoeling van de Pacificatiefeesten verschillend verklaard. Na deze eerste pennetwisten komt een tijdelijke stilte om te hernemen begin 1876 en in crescendo te gaan tot juli-augustus. Begin 1876 verschijnen in de Gentse bladen - Le Bien Public, Het Fondsenblad, Le Joumal de Gand, La Flandre Libérale, De Godsdienstige Week van Vlaanderen- historische artikels in verband met de Pacificatie van Gent. Op 16 maart 1876 komt Le Journal de Gand tot de volgende besluiten: "A Gand comme à Anvers il s'agit d'honorer la mémoire de nos frères tombés au seizième siècle pour la défense des libertés que les descendants des dresseurs de bûchers d'autrefois songent f:ncore à nous disputer." "L'anniversaire de la Pacification de Gand est avant tout une fête de l'intelligence et du patriotisme. Elle n'a pas, comme le prétendent les cléricaux, Ie caractère d'une agression contre Ie catholicisme, car l'acte important obtint l'adhésion des catholiques les plus respectables de l'époque". In juli verscheen de brochure "Stad Gent. Officiëel programma van den Historischen Stoet der Pacificatie van Gent. Historische beschrijving van den stoet door Paul Frédericq". Onmiddellijk daarop verscheen in hetzelfde formaat, maar zonder vermelding van drukker noch uitgever een andere brochure "Pacificatie van Gent. Programma en historische beschrijving van den stoet." en dit als kritiek op de tekst van Frédericq. Terwijl werd door La Flandre Libérale een parodie-programma uitgegeven "Ad Majorem Loyola Glorium. Programme aux ficelles des Fêtes de la Mystifi.cation des Gens. 300e Anniversaire des funérailles de l'Inquisition", een stuk dat bijzonder kwetsend was voor de Kerk en de geestelijkheid." Ondertekend door Ie père Vetsmoel was dit schotschrift van aard om op zeer doelmatige wijze de woede van de katholieken op te wekken" schrijft U. Vermeulen in zijn studie. In verband hiermede lezen we in het verslag van de commissievergadering van 28 augustus : "Frédericq communique à la Commission la contrefaçon clérical du programme officie! imprimé chez Vanderschelde. U flétrit Ie dégoûtant programme comique imprimé par }'éditeur de La Flandre Libérale". Op 22 juli lezen we in Het Fondsenblad : "Het krijgsbestuur heeft de vraag van het stedelijk bestuur ingewilligd om voor het opluisteren der Pacificatiefeesten paarden en mannen te leveren. We vernemen, dat een groot aantal katholieke burgers dezer stad zich bij verzoekschrift tot het gouvernement hebben gewend ten einde de intrekking van deze maatregel te vorderen." Op 2 augustus kunnen we in dezelfde krant lezen : "De Groote Stoet der Gentsche Falsificatie." De Prins van Oranje wordt 176
er genoemd : "de eerste dief onder allen, model van geslepenheid, arglist, huichelarij". Luisteren we nog wat naar Het Fondsenblad : op 24 augustus "Het gemeentemuziek leert de geuzendeuntjes spelen van het dievengespuis der 16e eeuw"; op 27 augustus "Sedert eenige dagen heerscht de Aziatische cholera in onze stad. Men noemt reeds verscheidene personen, meest vrouwen, die aan de vreeselijke kwaal bezweken zijn". Op 10 september verschijnt een Open Brief aan den Heer Frédericq, professor geschiedenis aan het Atheneum, waarop Frédericq zal antwoorden op 11 september. Maar niet alleen in de pers loeit de strijd. Pater Van Mullem S.J. houdt een reeks sermoenen in de Sint-Barbarakerk over de geschiedenis van de Pacificatie; in Le Bien Public verschijnen zijn "Lettres sur la Pacification de Gand", die daarna als brochure zullen verschijnen. In Le Journal de Gand van 21 augustus vinden we de reactie : "Le texte des sermans dans la plupart des églises de notre ville était hier le cortège de la Pacification de Gand. A 1'église des J ésuites un prédicateur, après avoir résumé à sa façon les événements qui amenèrent la Pacification, disait à ses auditeurs : "Allez vair dans les rues ce honteux spectacle, il vous fera lever le coeur et vous retirerez profit de vair à quel état de dégradation arrivent les libéraux". Ook het brave weekblad "De Godsdienstige Week in Vlaanderen" mengt zich in de strijd. Hoe sterk de gemoederen zijn gewekt, blijkt wel uit het volgende : "Alles loopt te zamen om de kwade driften op te hitsen en tot de uiterste buitensporigheden te brengen. Zekerlijk zullen de katholieken zich niet laten plunderen, mishandelen, doodslaan. Laffelijk en gansch onrechtvaardig aangerand zouden zij hun leven verdedigen. Het zal voorzichtig zijn voor de vurige katholieken die drie dagen te huis te blijven, en voor de vreemdelingen naar Gent niet te komen." En op 1 september schrijft De Godsdienstige Week : "De feesten der Pacificatie worden dagelijks meer en meer gekend. Hetis geuzerij, 't is vervalsehing der geschiedenis, 't is haat voor de katholieke Kerk, 't zijn pogffigen om het volk op te hitsen tegen de priesters en hunn_e heilige bedieningen. In 't midden der afgrijselijkheden, welke de stad Gent gaan bezoedelen, hebben wij maar éénen troost. Wij hopen dat de overdrevenheid der vijanden van God en van zijne Kerkdeoogen zullen openen van sommigen, die nog niet gelooven wat onze liberalen in den zin hebben." Natuurlijk worden door enkele drukkers lithografieën in verband met de Pacificatiefeesten verspreid. Als reactie wordt door "l'Oeuvre des bons livres" een tegenhanger uitgegeven : "A !'occasion des fêtes gueuses l'oeuvre des bons livres a publié une gravure populaire représentant le supplice des martyrs de Gorcum et d'autres scènes de l'histoire des gueux du 16e siècle". De gravure is te koop, maar wordt ook kosteloos uitgedeeld. Als negende boek wordt door het Davidsfonds uitgegeven "De Pacificatie of Bevrediging van Gent beschouwd in hare wording, wezen, voorstaanders en verdrukkers" door P.V. Bets, pastoor te Neerlinter. Een folder, die het boek aankondigt en practisch zeker opgesteld door
177
Fr. De Potter -Frans de Potter was hoofdredacteur van het Fondsenblad en de artikels over de Pacificatie zijn zeker van zijn h_and - eindigt als volgt : "Neen ! al wie katholiek is, al wie het hart op de rechte plaats heeft, al die nog gevoel heeft voor rechtzinnigheid, echte vrijheidsliefde en verdraagzaamheid, zal weigeren mee te vieren in een feest, dat, volgens de les der geschiedenis, niets anders beteekent dan Valschheid, List, Tirannie, Verkrachting van den plechtig bezworen eed!" Na de rondgang van de cavalcade krijgen we natuurlijk commentaar in de pers. Het Fondsenblad schrijft op 14 september : "Verdere pronkten in de stoet oprechte specimen van Gentsche bier- en jeneverkoppen, echt uitschot eener partij, die zich het recht aanmatigt vreedzame werklieden voor schurken, boosdoeners en moordenaars te doen doorgaan". In Le Bien Public van 12 september : "Le but trop visible des organisateurs de nos mascarades soi-disant "pacificatrices" a été de soulever contre le clergé les haines populaires". Verder haalt Le Bien Public een artikel aan verschenen in het te Antwerpen uitgegeven socialistisch weekblad : "Bornons-nous à relever cette formelle accusarion dont nous laissons d'ailleurs à la feuille radicale toute la responsabilité : c'est qu'il est universellement connu que la moralité des figurantes du char des XVI provinces sont des femmes de mauvaise vie soumise comme telle à la surveillance de la police. Nous hésitons à en admettre l'exactitude. I1 faut dire cependant que les allures de certaines persannages et les propos que le char des Provinces recueillait sur son passage semblent confirmer les dires du Werker". Als reactie hierop werden tijdens de laatste rondgang aan de meisjes van de wagen der zestien provinciën bloemen aangeboden.
De Pacificatiefeesten zijn voorbij. Eind december werden in de benedenzaal van het stadhuis een duizendtal kledingstukken, een zevenhonderd wapens en nog een aantal andere voorwerpen, die in de optocht waren gebruikt, verkocht. De opbrengst hiervan beliep ongeveer 20.000 frank. In de zitting van de gemeenteraad van 19 februari 1877 werd de rekening opgemaakt : de buitengewone uitgaven beliepen 122.000 fr.; de openbare inschrijving had 12.808 fr. opgebracht, zodat de totale uitgave voor de stad ongeveer 89.000 fr. bedroeg. De Pacificatiefeesten kregen ook hun weerklank in het parlement, waar katholieke parlementairen, waaronder Kervyn de Volkaersbeke de katholieke minister van oorlog interpeleerden over de deelneming van het leger aan de Pacificatiefeesten. Op 17 februari 18 77 had in het Hotel Royal een feest plaats aangeboden aan schepen Wagener. Een album met de portretten van de leden van de feestcommissie werd hem aangeboden. De foto's waren genomen door Gust. De Vylder. Een exemplaar van dit album wordt bewaard in de bibliotheek van de universiteit te Gent (G. 122 98 Fêtes Pacification), 178
met onder meer een portret van Den Duyts, Geiregat, Van Goethem, Wante, enz. Op 10 maart had een banket plaats in het Posthotel aangeboden door het schepencollege aan de leden van de feestcommissie. De uitlatingen in De Werker, overgenomen door Le Bien Public en La Patrie kregen een staartje; er volgde een proces. Het weekblad De Werker werd veroordeeld; de beide andere bladen werden vrijgesproken. M. STEELS NOTEN 1. Belangstellende lezers willen we verwijzen naar de beide studies van U. Vermeulen : Katholieken en Liberalen tegenover de Gentse Pacificatiefeesten (Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, deel XX 1966) Paul Fredericq en de Gentse Pacificatiefeesten (Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde, deel XXI 1967) 2. Voor de jongere lezers enkele gegevens over de in de tekst vernoemde personen. BENOIT Peter : (Harelbeke 1834-Antwerpen 1901) Peter Benoit won de prijs van Rome in 1857. Hij werd directeur van de muziekschool te Antwerpen in 1867. Door zijn composities was hij de bewerker van de wederopstanding van de Vlaamse muziek en alzo werkte hij mede aan de culturele verheffing van het Vlaamse volk. . CAPEINICK Jan : (Gent l8J8-Brussel1890) Brussels bloemenschilder. CLUYSENAER Alfr. : .(Brussel1837-1902) historieschilder, schilder van de fresco's in de aula van de universiteit te Gent. DEKEGHEL Jules : Leraar academie Gent, portretschilder. DE POTTER Frans : (Gent 1834-1904) historicus, medewerker aan de BeurzenCourant, daarna hoofdredacteur van het Fondsenblad. In deze krant publiceerde hij einde 1874 een oproep om het Davidsfonds op te richten als tegenhanger van het liberaal geworden Willemsfonds. Van 1878 was hij secretaris-generaal van het Davidsfonds; in 1886 werd hij bestendig secretaris van de Kon. Vlaamse Academie te Gent. Zijn bedrijvigheid als historicus is bekend. hij was katholiek-conservatief en Vlaamsvoelend. FREDERICQ Paul: (Gent 1850-1920) Hoogleraar·in de geschiedenis aan de Gentse universiteit; bestl}deerde voornamelijk de 16e eeuw. Rector van december 1918 tot aan zijn dood. Prof. Milis beschouwt hem als een "overt\ligd maar gematigd vlaarnsgezind liberaal". Aan zijn woning in de Winkelstraat te Gent werd een herdenkingsplaat aangebracht. DE SMET Joseph-Jean : (1794-1877) Van 1831 tot 1846 doceerde hij kerkgeschiedenis aan het groot seminarie te Gent. HEREMANS J. Fr. (Antwerpen 1825-Gent 1884) In 1845 leraar aan het atheneum te Gent. In 1854 werd hij belast met de cursus Nederlandse letterkunde aan de llniversiteit. Hij was schepen van onderwijs te Gent van 18'79 tot 1882. HIEL Emmanuël (Sint-Gilles-Dendermonde 1834-Schaarbeek 1899) Hij was een van de voornaamste Ûg\lren van het Vlaamse leven te Brussel van zijn tijd en een van de meest geziene dichters voor Van Nu en Straks. (prof. F. Lissens) PAULI Adolplie : (Gent 1820-Keulen 1895) Na dat Pauli het diploma van ingenieur-architect aan de universiteit had behaald, werd hij leraar, later directeur van de academie te Gent. In 1856 volgde hij Roelandt op als stadsarchitect. Hij verving ook Roelandt aan de llniversiteit . ROOSES Max : (Antwerpen 1839-Antwerpen 1914) Was leraar aan het atheneum te Gent (1866-1876), daarna conservator van het Plantinmuseum te Antwerpen.
179
Zeer begaard kunstcriticus. VAN GOETHEM Emiel : (Gent 1847-Gent 1907) boekhandelaar en schrijver. WAELPUT Hendrik : (Gent 1845-Gent 1885) Hij behaalde de prijs van Rome in 1867 met de kantate Het Woud. Waelput schreef een groot aantal liederen, alsook vijf symfonieĂŤn. WAGENER Auguste : (Roermond 1829-Gent 1896) Wagener behaalde het diploma van doctor in de klassieke filologie te Bonn in 1849 en een tweede doctoraat aan de universiteit te Luik. Reeds in 1851 werd hij belast met de cursus moraal aan de Gentse universiteit; later doceerde hij de klassieke filologie en de cursus Romeinse oudheid. Hij was schepen van onderwijs te Gent van 1863 tot 1876 als opvolger van G. Callier en was volksvertegenwoordiger van 1882 tot 1886.
TE GENT 1. E.B.E.S. bouwt te Roodenhuyze een vierde productie-eenheid met een vermogen van 279 MW. Het totaal vermogen van de electrische centrale zal in 1978 693 MW bedragen. De schoorsteen zal 150 m. hoog zijn met aan de top een diameter van zes meter. De afkoelingstoren zal een hoogte hebben van 145 meter. 2. Het stoffelijk overschot van de in 1957 overleden Gentse kunstschilder Jos Verdegen werd op 8 mei 1976 overgebracht naar het Campo Santo te Sint-Amandsberg. (zie De Gentenaar 10.5.1976) 3. Prof. W. Fiers ontving de Franqui-prijs voor zijn studie van de bouw van de virussen. (zie De Gentenaar 10.5.1976) ¡ 4. De Gentse kunstschilder Ernest Van Hoorde ontving de A. Oleffeprijs. (zie Vooruit 11.5.1976; in dit artikel wordt ook herinnerd aan de inhuldiging van het standbeeld E. Claus op 10.5.1926) 5. Bij K.B. van 12 mei 1976 werden de huizen Serpentstraat 4 en 6 geklasseerd. De klassering van de toren Nieuwen-Bossche, Tweebruggenstraat (K.B. van 19.1.1952) werd uitgebreid tot het klooster van Nieuwenbos. BIBLIOGRAFIE 1. Einde april verscheen het jaarboek "Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent" deel XXIX 1975. Het jaarboek bevat acht bijdragen, waaronder we vermelden : A. Van Oost: Sociale stratifikatie van de Gentse opstandelingen van 1379-1385; M. Desittere : Archeologische Kroniek en R. De Herdt : Bibliografie van de geschiedenis van Gent (1974-1975). Ook de bijdrage van J. Art 180
"Moerbeke-Waas : Een type-geval van plattelandsontkerkelijking ?" moeten we vermelden, omdat dit artikel ons een aantal gegevens verstrekt over de families De Kerchove en Lippens. Het Jaarboek is verkrijgbaar bij Dr. H. De Ridder-Symoens, Blandijnberg 2 Gent. Prijs voor niet-leden : 350 F.; bijdrage voor de leden : 300 F. 2. "Wat blijft er nog over van ons geduchts herenhof ten Walle of het Prinsenhof" door René De Herdt in "Toerisme in Oost-Vlaanderen" n. 2, 19 7 6. Zeer goed artikel. 3. "Gentse bijdragen tot de Kunstgeschiedenis" is een tijdschrift dat sinds 1934 wordt uitgegeven door -het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde (HIKO) van de RUG, met de steun van het Universiteitsvermogen (Blandijnberg 2). Resultaten van het kunsthistorisch en archeologisch onderzoek van professoren en oud-studenten worden bij voorkeur gepubliceerd. Het :XX:IIIe deel dat komt te verschijnen (bevat 18 merkwaardige bijdragen), is volledig gewijd aan architectuur en monumentenzorg en tevens opgedragen aan prof. Dr. em. F. De Smidt, die het H.I.K.O.verliet in 1974 en ontelbare geschriften naliet. De bouwgeschiedenis van St.-Baafs (kath. & Abdij), St.-Niklaas- en St.Jacabskerk werd o.m. door hem opgesteld. . Het is aan de restauratie van de St.-Niklaaskerk dat hij zijn beste krachten heeft gewijd. In dit laatste deel van de'Gentse bijdragen' wordt eenlezenswaardige bijdrage van Frieda Van Tyghem over de Vlaamse kaai te Gent gepubliceerd. Het is, naar schrijfster, een typisch voorbeeld van negentiende· eeuws eclectisme (stijlbeweging). De huizen aan de Vlaamse Kaai maakten, tot vóór een tiental jaren, een ensemble uit, dat vrij uniek kan genoemd worden. Ongeveer de helft van die huizen werd sedertdien afgebroken. Ze dagtekenden grotendeels van het laatste decennium van de 19de eeuw, enkele begin van de 20ste eeuw. De bouwmeester was Jacobus Semey, die vermoedelijk geen architect was, wat toen niet vereist was. Het waren eenvoudige burgerwoningen, in verschillende stijlen opgetrokken, die de naam droegen van een Vlaamse kunstenaar, schrijver, componist, schilder (o.m. Prudens van Duyse, Julius Vuylsteke, Peter Benoit, K.L. Ledeganck, Jan Frans Willems, Zetternam, F.A. Snellaert, H. Van Peene, H. Waelput, Courtmans- Berchmans, Hendrik Conscience, Tony Bergman, Virginie Loveling, Gaspar de Crayer, villa der Van Eyck's, de Liemaeker). · Overvloedig gei11ustreerd, is deze bijdragè een waardevolle aanvulling tot betere kennis van onze stad, alsook de bijdrage van Linda Wylleman over "Het Instituut der Wetenschappen, behorende tot de Universitaire gebou. wen der Stad Gent" Jozef Plateaustraat. 181
Het tijdschrift is verkrijgbaar bij de uitgever : Seminarie voor Plastische Kunsten - Blandijnberg, 2 B - 9000 Gent. 4. Toneelstudio 50-Arca heeft in de jaren 1950-1975 een zeer belangrijke rol gespeeld in het toneelleven in Vlaanderen. Zeker was het wenselijk te beschikken over een studie van de activiteiten van deze toneelgroep. Niemand kon dit beter doen dan de bekende criticus Rik Lanckrock. Het werk "Geschiedenis Toneelstudio 50-Arca. Brandpunt en Uitstraling" verscheen als kultureel jaarboek van de provincie Oost-Vlaanderen. 5. In het tweemaandelijks blad "Gebeurtenissen" verspreid door de Dienst voor Toerisme van de stad Gent verschijnen korte bijdragen in verband met de Gentse geschiedenis. R. d'Exsteyl schrijft over de Gentse abdijen en J. Decavele over Q.L.Vrouw met de inktpot. (januari-, maart- en meinummer 1976)
VRAAG EN ANTWOORD
ANTWOORD OP VRAAG 70 DOOR DE HEER G. HEBBELYNCK De RENODEYNSTRAAT was waarschijnlijk de eerste (volks)naam van de HOVENIERSTRAAT (sedert 1942 : Koolkapperstraat). In de Wegwyzer der Stad Gent 1847- bij de BOUWKUNDIGEN: RENODEYN, hovenierstraat 37 (Akkerghem) Volgens V. Fris : Les Accroisements etc au XIXe werd de Hovenierstraat zo genoemd sedert 1843. In de Wegwyzer van 1841 treffen wij Renodeyn aan bij de Bouwmeesters-Timmermans en Schrynwerkers : Bennesteeg 1. Nogmaals bij de bouwkundigen in 1856 : Casinostraat 17. ANTWOORD OP VRAAG 71 We ontvingen antwoorden op vraag 71 van de leden G. Hebbelynck; P. Huys, Jo Van Waesberghe en H. Vercautere. FAMILIE DE VIGNE lgnatius de Vigne 1767, +na 1849
I
Felix 1806-1862
Eljdie xJules Breton
II Edm~nd
I
I 11 Pieter Alexander 1812-1877
Eduard 1808-1866
JLes 1842-1918 1844-1908
Jaul 1843-1901
T
1.
~UlSe
Ma._L_ 1vma
I
E mma
182
Ignatius de Vigne, Gent 1767, +na 1849, was decoratieschilder. Felix de Vigne, Gent 1806-1862; historie-, genre- en portretschilder; studeerde bij zijn vader en aan de Gentse Academie. Hij deed onderzoekingen over historische klederdrachten en schreef "Recueil des costumes du moyen age", door hemzelf geïllustreerd. "Winteravond" (Brussel); "Kermis in de :XVe eeuw"; "Doopfeest in de XVIIIe eeuw" (Gent). Eduard de Vigne, Gent 1808-1866; landschapschilder, tekenaar en etser; deed reizen naar Italië en Engeland. "Boslandschap in Italië" (Ieper); "De Abdij van Cava" (Gent). Pieter de Vigne (-Quyo), Gent 1812-1877; beeldhouwer; studeerde aan de Academie te Gent en te Antwerpen, verder te Parijs en in Italië, 1837; te Gent gevestigd, 1841; directeur van de Academie, 1850-1877. Van hem zijn : het standbeeld van Jacob van Artevelde, Vrijdagmarkt, onthuld in 1863; borstbeeld van J.F. Willems (marmer, 1853); "de Droom van Eva", 1851 (Mus. Gent); "De Geest des Kwaads" (Gent); standbeeld van Lieven Bauwens, 1885 ). Edmond de Vigne, Gent 1842-1918, zoon van Felix; architect; ontwierp o.a. de Kon. Nederlandse Schouwburg, 1899. ]ulius-Octaaf de Vigne, Gent 1844-1908, zoon van Felix; dr. in de Rechten, schrijver van juridische werken; gemeenteraadslid, provincieraadslid, schepen van Financiën, 1888-1907; volksvertegenwoordiger, 1900; stadsadvokaat. Hij deed belangrijke schenkingen aan het Museum voor Schone Kunsten. Paul de Vigne, Gent 1843-Brussel1901, zoon van Pieter; leerling van zijn vader en van J.R. calloigne; studeerde aan de Academie van Gent, Antwerpen en Leuven. Bij een reis naar Italië zeer heinvloed door de beeldhouwers der Renaissance, werd hij met Thomas Vinçotte, Julien Dillens e.a. een vertegenwoordiger van een italianiserende richting, maar ging later zijn eigen weg. Van hem zijn : "De Onsterfelijkheid"; standbeelden van Breydel en De Coninck te Brugge, 1887, van Marnix van St.-Aldegonde (Brussel), het monument L. Van Houtte te Gentbrugge, 1879 enz. Louise, 1844-1867, Malvina, Emma de Vigne, 1850-1892, dochters van Pieter, waren schilderessen van bloemen en vruchten. ]ules Breton, Courrières (Pas-de-Calais) 1827- Parijs 1905; leerling en schoonzoon van Felix de Vigne en vriend van Lieven De Winne; ging zich verder bekwamen aan de Ecole des Beaux Arts te Parijs, 1843; onderging de invloed van Daubigny, Millet, Troyon. Na enkele genre-stukken schilderde hij uitsluitend landschappen, gekenmerkt door onberispelijke factuur en een harmonie die de mooie kant der dingen belicht : 183
"De Terugkeer der Maaiers", 1853, "De Zegening van het Koren", 185 7; "Wilde Lelies". Verder wordt verwezen naar : Dictionnaire Biographique des Sciences, des Lettres et des Arts en Belgique (De Seyn 1835 ). Virginie Demont-Breton: Les maisons que j'ai connues. Dans les Flandres: Gand et Douai. (Plonl930). Mevr. Demont was de dochter van Jules Breton. De heer P. Huys deelt ons mede : "De grootmoeder van Albert Servaes langs moeders zijde was een De Vigne, rechtstreeks verwant met de familie der beeldhouwers en musici De Vigne uit Gent. Ze heette Sophia Desideria De Vigne (Harelbeke 17.1.1827 - vermoedelijk te Gent na 1881) en was gehuwd met Martinus De Sutter (Sint-Gorits-Oudenhove 1821 -Gent 13 juli 1881). Ze was de dochter van Joannes Ignatius De Vigne en van Isabella Theresia Van Loo (Gent ca. 1800-Gent 11 juni 1871). G. Hebbelynck wijst er op, dat de opgegeven geboortedatum van Julius De Vigne in het werk van V. Fris "De Historische Persoonsnamen der Straten van Gent" foutief is. Het is 1844, niet 1814. We danken alle leden voor hun interessante gegevens. Maar hiermede is de vraag nog niet volledig opgelost. Te Gent was er ook nog een familie De Vigne met talrijke leden musici. Waren deze musici verwant met de familie De Vigne, schilders en beeldhouwers ? Wie kan iets over deze musici vertellen ? ANTWOORD OP VRAAG 71 b. De Heer ere-notaris Ed. Troch verstrekte inlichtingen over Felix Cambier. Felix Cambier werd geboren te Gent op 2 november 1854. De periode 1875-1900 is bijzonder belangwekkend als men de sociale evolutie nagaat, maar bijzonder pijnlijk als men denkt aan de vrouwen- en kinderarbeid. De periode 1855-1866 was zeer bewogen; te Gent braken onlusten los. Onder de regering Rogier en onder de invloed van Frère Orban deden sommige liberalen inspanningen om de emancipatie en de sociale vooruitgang te bevorderen. In 1874 vormde zich de eerste "Cercle progressiste". Paul Voituren, advocaat, zal een belangrijke rol spelen in het plaatselijk politiek leven tussen 1875-1890. Ă&#x2021;onstant Heynderyckx en Felix Cambier zijn dan ongeveer 25-27 jaar oud. Beiden, zeker onder de invloed van Fr. Laurent, hebben belangstelling voor de oprichting van Laurent-kringen (werkliedenverenigingen). In 1881 wordt Cambier verkozen tot liberaal gemeenteraadslid. Hij is een tijd ook hoofdredacteur van de krant "Journal de Gand", een liberaal en stilaan liberaal-progressistisch opinieblad (prof. E. Voordeckers). Cambier werd op de poll in 1890 op de liberale lijst geweerd. Samen met Heynderyckx verleent Cambier zijn medewerking aan de groeiende socialistische partij. Cambier wordt opnieuw verkozen voor de gemeenteraad in 1895. 184
Hij is socialistisch kamerlid van 1902 tot 1908 en schepen van onderwijs in 1909 samen met E. Anseele, Siffer en Van de Vijvere. Verder schrijft ere-notaris Ed. Troch : "J'ai personnellement connu Constant Heynderyckx à la belle barbe blanche impressionnante et Félix Cambier, toujours habillé comme un clergyman à chapeau noir à grands bords. Ils avaient à cette époque de 70 à 75 ans et vivaient retirés de la vie politique et locale". Felix Cambier overleed te Gent op 8 december 1934. VAN DE HEER A. DE BUCK ONTVINGEN WE DE VOLGENDE MEDEDELING (G.T. 1976, blz. 98) .. In het antwoord van de heer P. Vlieghe is er benevens het St.-Jorisklooster en de abdij van de Rijke Klaren, spraak van een gebedsplaats (sacellum) van St.-Catharina. Er is hier spraak van een bedeplaats of bedehuis en geen klooster. . Voor beide eersten ga ik akkoord. Voor St.-Catharina maak ik voorbehoud en wel om het volgende : Waar nu het grote huis Lange Violettenstraat 55, zetel van het consulaat van Italië, staat, bevond zich sinds 1203 -eerste vermelding- een kleine kapel omgeven door een kerkhof. Ze was een hulp-bedehuis van de St.-Janskerk. Die kapel werd later toegewijd aan St.-Catharina van Sienna. In circa 1644 werd ze vergroot. en omgevormd en enige jaren later opgedragen aan de Heilige Anna (eerste St.-Annakerk der parochie). Ze werd - zeer spijtig- in 1818 afgebroken. Het is goed mogelijk dat het hier het kwestieus gebouw betreft vermeld door Livinus Cruyl. ERRATUM Meinummer 1976. blz. 110 : Lees : Bij Hoste. blz. 104 : grande fatigue ... tonique et nourrissant. blz. 142 : lees P. Damman. blz. 128 : op de 19e lijn moest staan : ... tot allen die de voettocht hebbengedaan"tsente'Jacops in compostellen, allen guldebroeders zijnde in sentJacops kercke binnen deser stede"· AANVULLENDE LEDENLIJST 933. 934. 935. 936.
Vergeylen E., Zwijnaardsesteenweg 174, 9000 Gent. Debaillie A., Stoppelstraat 45, 9000 Gent. Van den Heede D. Rozebroekslag 23, 9110 Sint-Amandsberg. Dr. Steyaert M., Grote Baan 111, 3822 Sint-Lambrechts-Herk. 185
937. Koninklijke Kring God en Vaderland v.z.w., p.a. Lange Kruisstraat 4, 9000 Gent. . 938. De Herdt R., Hoge Weg 89, 9500 Geraardsbergen. 939. Sarens Chr., Graaf van Vlaanderenstraat 81, 9910 Mariakerke. 940. Van Mol 0., Jef Van der Meulenstraat 33, 9219 Gentbrugge. 941. Van Slembrouck D., Geldmunt 6, 9000 Gent. 942. Mw. Standaert A., Europalaan 124, 9000 Gent. 943. Mej. De Meyere M., Hullekensstraat 7, 9831 Deurle. 944. De Potter L., Pleispark 15, 9820 Sint-Denijs-Westrem. 945. Mw. De Caluwé M., Martelaarslaan 415, 9000 Gent. 946. Goethals E., Pastoor Haegenstraat 19, 9910 Mariakerke. 947. Mw. Decoodt G., Groot-Begijnhof 80, 9110 Sint-Amandsberg. 948. Balcaen A., Kapittelstraat 9, 9000 Gent. 949. Mw. Van Heddeghem, Nieuwe Beestenmarkt 6, 9000 Gent. 950. Mej. Anseele H., Heiveldstraat 162, 9110 Sint-Amandsberg. 951. Mw. Ledru-Waedemon H., Avenue de Paris llbis, Bonneuil sur Marne. 952. Maes E., Dr. Dhaenenslaan 23, 9220 Merelbeke. 953. Dimiaux R., Brugsesteenweg 4, 9050 Evergem. 954. Mw. Wwe. Ameye-Van Meenen F., Koning Albertlaan 115, 9000 Gent. 955.- Hebbelynck P.G., Drabstraat 1, 9000 Gent. 956. Weymeis W., Stalhof 23, 9000 Gent. 957. Mw. Neyt-Wittevrongel, Kasteellaan 44, 9000 Gent. 958. Bruyneel M.L., Keizersvest 41, 9000 Gent. 959. Zwaenepoel J., Dankersteeg 31, 9000 Gent. 960. Mw. Rothlisberger J.-Peeters, Rijsenbergstraat 280, 9000 Gent. 961. Brugse Boekhandel, Dijver 2, 8000 Brugge. 962. Van Audenhove E., Kongostraat 30, 9000 Gent. 963. Eliat L., Gustaaf Callierlaan 88, 9000 Gent. 964. Heyerick J., Holstraat 48, 9000 Gent. 965. De Wulf G., Vinkendal 10, 9810 Drongen.
HET LIBER FLORIDUS
Weinige bibliotheken zijn zo rijk aan bronnenmateriaal als de Gentse Universiteitsbibliotheek. Een van de merkwaardigste compilaties in haar bezit is de manuscript-encyclopedie, het Liber Floridus uit de Xllde eeuw door kanunnik Lambert, van St-Omaars rond 1120 samengesteld. Er bestaan 9 kopijen van ·dit merkwaardig boek, in de loop van de 12de tot de 16de eeuw nagebootst. Dit illustere boek werd vóór een paar 186
jaar prachtig heruitgegeven. Verscheidene geleerden hebben hun naam verbonden aan de studie van dit werk uit de 12de eeuw : onder andere was dat V. vander Haeghen, die een studie wijdde aan de miniaturen. Het was ook L. Delisle (1) die om 1906 verscheidene bevindingen deed omtrent de illustraties. Hij vergeleek het origineel met de bestaande kopijen. Het is interessant te weten dat er een "onhandige" kaart van Europa in voorkomt, de Saint-Genois (2) vond dat deze miniaturen nogal "ruw waren uitgevoerd". Vóór hem had Augustin Voisin (3) ze bestempeld als "weinig gracieus". Het zijn echter voor zijn tijd merkwaardige getuigen voor de kunst in Vlaanderen rond 1150. Vooral de dieren zijn weergegeven op zonderlinge wijze : op folio 56 staat een leeuw in het groot afgebeeld. Voor menselijke figuren heeft de kunstenaar meer vaardigheid getoond. De weergave van Sint-Omaar op fol. 260 is merkwaardig. Er komen nogal wat fantastische dieren in voor : de groene draak, de griEfoen met arendskop, een leviatan, zeemonster, de minotaurus in zijn labyrint en de krokodil met mensenfhoofd. De ivoorkunst en het glasraam zijn hier van bijzondere invloed geweest. Kanunnik Reusens (4) heeft aan de hand van een tekening in het manuscript de gewijde klederdracht in de Romaanse periode bestudeerd. Er zijn ongeveer een 30-tal artistieke composities in aangebracht. We besparen u de opsomming. Een aantal bladzijden die de Apokalyps beschreven in het Gentse handschrift, zijn verdwenen. Wanneer we het vergelijken met het handschrift van Chantilly, weten we ongeveer wat hier werd weggenomen. Het manuscript is van belang om de invloed na te gaan bij de schilders van een paar eeuwen later, hier te lande. Het Gentse handschrift kan als basis dienen; want in de latere kopijen is weinig nieuws aangebracht. De kopij van Chantilly werd uitgevoerd op last van de abt van St-Pieters te Gent, Philippe Conrauld (:!: 1448). Hier is reeds Bourgondische invloed vast te stellen. De kopij, in 1460 te Ninove nagemaakt (nu in de K..B. in Den Haag) getuigt van minder fijnheid. Er werd een Franse vertaling gemaakt in 1512 (Bib. Den Haag). Het is een nabootsing in inkt van het origineel. (1) Notice sur les manuscrits du Liber Floridus, Paris, 1906. (2) Messagers des sciences historiques 1844-1845. Catalogue des manuscrits de Gand 1849-1852. (3) Recherches historiques sur la bibüothèque de Gand, 1840. (4) Eléments d'archéologie chrétienne, Leuven, 1886.
187
Noot : Hoe verder we ons in de tijd verwijderen van het origineel des te beter, stelt men vast dat wanneer men reeds over fijner middelen beschikte, (bv. a0 1460) men gepoogd heeft het origineel te benaderen; en men is er niet in het minst in geslaagd het te evenaren, gezien de tijdsafstand. Het Gentse origineel moet dus voor de vier volgende eeuwen als een meesterwerk hebben gegolden. Ook al wilde ieder bekende abdij een gelijkaardige kopij van het meesterwerk uit die dagen. Bron : Le manuscrit Gantois du Liber Floridus- V. vander Haeghên, 1908- Gent. P. VLIEGHE
KLACIIT KOER 99 I.
't Is dus beslist, de raad die heê gesproken, Koer negen-en-negentig heê 't er gestaan. Ons pierkens worden al'maal afgebroken. Daarom vergoten wij al meen'geen traan ! II.
We leefden daar gezellig in famielde, Al was er veel dat 't daglicht moest ontvliên, Al stool men meer dan kolen en schrebielden, Politie was er toch haast nooit te zien. lil. En als er soms een pinne het dierf wagen Op onzen koer te spelen op zijne poot, Tons was den dits g'heel zeker te beklagen, Op een, twee, drij, die sloegen z'hem half dood !
IV. 't Was zoo plezierig, al die zatte wijven, Haast alle dagen was 't er boven op ! Ja veur ne niet die gingen z'aan het kijven, En trokken 't hair uit mallekaar ze kop !
V. Maar nu is 't uit meê al die goeie lollen, We vliegen al meê onzen boel op straat, En mogen nu van 't een naar 't ander dolen Al door de schuld van den Gemeenteraad. Revue "Onder de Draeke" Gent 1902. 188
GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent. 5de Jaargang, nr. 5
15 september 1976
Voorzitter: G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst: Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. -Tel. 26 23 28 Postrekening: 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr.per jaar.
INHOUD Gentin 1850 De Maagd van Gent De Schuttersfeesten van het Sint-Jorisgild in 1752 Het huis van de nering van de visverkopers Bibliografie Vraag en Antwoord Te Gent Aanvullende ledenlijst
191 207 220 230 232 234 235 236
Verantwoordelijke uitgever: G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent. Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage. Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. · 189
OP ZONDAG 26 SEPTEMBER OM 10 U 15 IN DE ZAAL VAN DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS VOORDRACHT DOOR DE HEER Dr. W. VAN HILLE OVER 'DE MENTALITEIT VAN DE BURGERIJ IN DE XIX0 EEUW'. OP ZONDAG 17 OCTOBER OM 10 U 15 IN DE ZAAL VAN DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS VOORDRACHT MET DIAPROJECTIE DOOR DE HEER G. HEBBELYNCK OVER 'DE BRUGGENPERIKELEN IN MEI 1940 TE GENT'. OP ZONDAG 28 NOVEMBER OM 10 U 15 IN DE ZAAL VAN DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS VOORDRACHT DOOR DE. HEER M~ MEIRESONNE OVER 'JACOB VAN ARTEVELDE'.
VAN HET TIJDSCHRIFT ZIJN DE VOLGENDE NUMMERS NOG BESCHIKBAAR 1973 2 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 1974 : 1 - 3 - 4 - 6 1975 : 1 - 3 - 6 Prijs : 40 fr. per nummer. Verkrijgbaar de eerste zondag van de maand in het lokaal 'Het Damberd', Koornmarkt, Gent tussen 10 U en 11 1{2 U. Voor de leden, die buiten stad wonen, schrijven naar het secretariaat. In het lokaal is tevens verkrijgbaar : Plan Gent 1641 (prijs 50 fr.) en Gentse Volkstypen (prijs 300 fr.) GRATIS te bekomen : De Gentse floraliën 1808-1975 (Trivier) Vlaamse begijnhoven (Van Mechelen Jo) ZO kwam Gent van de pers
gift K.B. gift K.B. gift G.B.M.
Ter gelegenheid van de tentoonstelling 'Zo kwam Gent van de pers' die in 1974 plaats had, werd onder hoofding van het eerste nr. van de 'Gazette van Gend', een blad verkocht waarin de geschiedenis van de Gentse pers wordt verteld. Dit is nog I~OSTELOOS verkrijgbaar in onze bibliotheek, de eerste zondag van elke maand, van .1 0 tot 20 u. 190
GENT
IN
1850
De begroting van een stad leert ons heel wat over de toestanden, opvattingen en reglementen. Natuurlijk is het onmogelijk de begrotingen van jaar tot jaar te vergelijken. Een vergelijking echter van twee begrotingen, met een tijdspanne van tien jaar, kan ons wel een evolutie aantonen. Een moeilijkheid is echter, dat de begrotingen niet altijd gelijkvormig worden opgesteld. Dit probleem kan opgelost worden door de begrotingen op dezelfde manier te onderzoeken.
Hoe zag de begroting 1850 eruit ? Vooreerst de ontvangsten. I. Gewone ontvangsten 3,8 o/o 56 967,34 fr. a) 7 o/o op de personele belastingen b) octrooirechten 1 170 000,00 fr. 78,3 o/o c) allerlei 266 521,62 fr. 17,8 o/6
II.Buitengewone ontvangsten
1 493 488,96 fr. 313 247,03 fr.
Totaal
1 806 735,99 fr.
100
o/o
De buitengewone ontvangsten vertonen grote verschillen van jaar tot jaar en komen onder meer voort van verkoop van gronden. Wat de gewone begroting betreft, we¡ stellen vast dat het leeuwenaandeel, namelijk te vier vijfden komt van de stadsrechten. Dit zal zo blijven tot in 1860, het jaar waarin deze rechten werden afgeschaft. Slechts 3,8 o/o komt van belastingen op eigendommen. Stilaan zullen allerlei nieuwe belastingen worden geheven. De opbrengst van de octrooirechten ¡is een ware barometer voor de economische toestand te Gent. In 1850 bedroeg de werkelijke opbrengst 1 263 764 fr. of 93 764 fr. meer dan voorzien. In 1850 was er veel werk en waren de prijzen laag. De evolutie van de inkomsten van de stadsrechten weerspiegelt de economische toestand. 1845 1 264 34 7 fr. 1846 1 266 497 fr. verslechtering toestand en verhoging prijzen 1847 1 158 301 fr. door de hoge prijzen aanzienlijke vermindering van het verbruik 1848 1 123 900 fr. idem plus politieke troebelen 1849 1 189 762 fr. : verbetering van de toestand 1850 1 263 764 fr. 191
Het artikel allerlei omvat toelagen van de overheid (staat en provincie) en een reeks inkomsten van allerlei verpachtingen. Enkele voorbeelden : Bruggen 1 463 fr. Verhuur stadsgebouwen 19 728 fr. Verhuur stadsgronden 2 243 fr. Stadspoorten 7 000 fr. Wegen, meten 8 000 fr. Vleeshuis, vismarkt 16 096 fr. Kaaien, markten 41 500 fr. Maairechten 1 351 fr. Lijnwaadzegel 2 600 fr. Visrechten 583 fr. Deze posten zullen een evolutie vertonen ; sommige zullen verdwijnen, enkele zullen in opbrengst stijgen. Onderzoeken we nu de uitgaven. Vooraf een totaal beeld : I. Gewone uitgaven 1. administratie 280 645,68 fr. 28,8 279 902,62 fr. 28,8 2. openbare veiligheid 198 419,38 fr. 20,4 3. liefdadige werken 13 100,00 fr. 4. erediensten 1,3 5. onderwijs en schone kunsten 185 186,05 fr. 19,0 6. allerlei 15 500,00 fr. 1,5
o/o o/o o/o o/o o/o o/o
972 753,73 fr. 100,0o/o II. Aflossingen leningen, interesten en pensioenen 528 120,65 fr. lil. Buitengewone uitgaven 1 270 605,42 fr. Algemeen totaal
1 771 479,80 fr.
De begroting zal dus met een batig saldo van 35 306,19 fr. sluiten. Het is nodig deze posten even naderbij te bekijken. De titel 'administratie' omvat de wedden van burgemeester, schepenen, stadssecretaris, stadsontvanger, bedienden, alsook het onderhoud van gebouwen, wegen, enz. De voornaamste uitgave is hier echter bestemd voor de dienst van de stadsrechten met 118 770 fr. of 12,2 o/o van de gewone uitgaven. Bij de uitgaven voor administratie is ook een artikel 'klokkenluiders', namelijk acht wakers op de belforttoren, die elk 108,85 fr. per jaar ontvangen en drie trompetblazers, die elk 257,75 fr. verdienen. Deze wakers bevonden zich 's nachts op de vier hoektorens van het belfort en moesten alarm slaan bij brand. In de eerste titel vinden we ook uitgaven voor onderhoud : onderhoud gebouwen 18 000 fr. onderhoud wegen 15 000 fr. onderhoud bruggen en 12 000 fr. kaaien 5 479 fr. baggeren vaarten 192
Titel veiligheid : a) politie b) brandweer c) verlichting d) overige uitgaven
44 56 83 95
770,00 872,62 000,00 260,00
fr. fr. fr, fr.
279 902,62 fr.
4,6 5,8 8,5 9,8
o/o o/o o/o o/o
28,8 o/o
Het politiekorps telde 46 leden : zes commissarissen (jaarwedde : 1 800 fr.), zeven adjunct- commissarissen, een hoofdbrigadier (680 fr.), vijf brigadiers (650 fr.) en 27 agenten (620 fr.). Zeker geen uitgebreid korps. Het politiebureau wasgevestigd op de Botermarkt ; op elke wijk had de commissaris een bureau in zijn woning ; ze ontvingen een jaarlijkse vergoeding van 6oo fr.voor woonst, verwarming, aankoop van · registers, papier, pennen, inkt, enz. Het brandweerkorps tdde 110 leden : een commandant (2 400 fr.), een eerste luitenant (1 600 fr.), een tweede luitenant (1 270 fr. ), een sergeant-majoor (845 fr.), vier sergeanten (elk : 576,70 fr.), dertien korporaals (474,50 fr.), 34 sapeurs (438 fr.), 53 pompiers (416 fr.) en twee tamboers (438 fr.). Dè kazerne was gevestigd in het oud Rasphuis (het Geeraard Duivelsteen), de hoofdwacht onder het stadhuis op de Botermarkt. De brandweer moest ook de politie bijstaan. De verlichting, alhoewel volstrekt onvoldoende, slorpte 8,5 ö/o op van . de gewone uitgaven eri was dus een bdangrijke post; De verlichting met gas werd te. Geilt ingevoerd in 1827. De oorspronkelijke prijs van 4 Cent. 4444/10000 per bek èn per uur werd in 1845 teruggebracht tot 2,5 cent. per bèk en per uur. Naast de gasverlichting wareri er ook een aàntal olielampen, die in 18~3 zullen vervangen worden door petroleumlampen. · Jaar
Aantal gaslampen
Aantal olielampen.
Aantal uur verlichting per lamp en per jaar
1840 670 524 2 407 uur 1850 878 324 2 610 uur De overige uitgaven waren bestemd voor het· onderhoud van de militaire gebouwen en voor het kazernement van het leger. Hiervoor ontving dè stad. een rijkstoelage. Wat betreft artikel drie 'Liefdadige Werken' het betreft hier toelagen, want elke dienst had zijn eigen bestuur met eigen inkomsten en eigen begroting. 9 400,00 fr. 0,96 o/o Burgerlijke godshuizen 99 866,38 fr. 10,2 o/o Liefdadigheidsbureau 193
Liefdadigheidswerkplaats Vondelingen Allerlei
46 000,00 fr. 21 000,00 fr. 22 153,00 fr.
4,7 o/o 2,12 o/o 2,27 o/o
---------
-----
198 419,38 fr.
20,4
o/o
De gewone begroting van het Liefdadigheidsbureau is een tweede indicatie van de economische toestand. Jaartal
Begroting
1845 1846 1847 1848 1849 1850
232 236 245 257 275 275
873 430 747 820 293 314
Aantal gesteun- o/o van de de behoeftigen bevolking fr.
fr. fr.
fr. fr. fr.
25 28 33 38 37 34
120 588 616 684 127 748
23,5 27,7 31,0 36,5 35,5 32,5
o/o o/o o/o o/o o/o o/o
Het bestuur van de burgerlijke godshuizen beheerde heel wat instellingen. Vooreerst natuurlijk het burgerlijk hospitaal in de Bijloke alsmede het Sint-Janshospitaal voor kinderen en vondelingen opgericht in 1834 door de commissie der Burgerlijke Godshuizen en bestuurd door de Zusters der Kindsheid Jesu. Dan waren er drie weeshuizen : 'De Kulders' gesticht in 1623 en ondergebracht in het gewezen klooster der Hiëronymieten naast het Geeraard Duivelsteen (234 wezen), de Blauwe Meisjes in de Onderstraat (89 weesjes) en de Rode Lijvekens (67 weesjes). Voor de bejaarden waren er een aantal gestichten ; voor de zeventigjarigen : het gesticht Sint-Antonius voor de vrouwen (327 verpleegden) en een gesticht in de Bijloke voor mannen (197 verpleegden). De zestigjarigen verbleven in wat men noemde 'de kleine gestichten' zoals het Sint-Laurentiusgesticht op het Veerleplein, het Sint-Catharinagesticht of Alynshospitaal, het gesticht Sint-Hubertus of Poortacker op de Houtlei, enz. me~ samen 207 personen. De krankzinnige mannen werden verpleegd door de Broeders van Liefde op de Schokkebroedersvest in het gewezen klooster der Alexianen, terwijl de krankzinnige vrouwen verpleegd werden door de Zusters van Liefde in de Bestormstraat bij de Zottepoort. Ten slotte waren er nog een aà.ntal kleine inftrmerieën, zoals deze verbonden aan het Groot en aan het Klein Begijnhof. In totaal waren er ongeveer 24 gestichten, waarvan echter een drietal, zoals het gesticht van de kleermakers, van de volders en van de wevers niet meer werkten ; -aan de rechthebbenden werd een geldelijke steun verleend. In de komende twintig jaar zullen heel wat wijzigingen komen aan de instellingen onder het bestuur van de Burgerlijke Godshuizen. 194
De titel 'Onderwijs en Schone Kunsten' omvat het volgende : 15 000,00 fr. 1,5 o/o Beurzen studenten universiteit Atheneum 275 lln. 50 500,00 fr. 5,19 o/o 37 469,89 fr. 3,8 o/o · Lagere scholen 3 019 lln. Nijverheids1,25 o/o soo nn. 12 239,28 fr. school ong. 1,8 o/o 17 714,04 fr. Academie 498 lln. 1,7 o/o 224 lln. 16 856,89 fr. Conservatorium 3,6 o/o 35 405,95 fr. Allerlei --------- - - - - - - 19,0 o/o 185 186, 05 fr. Ook hier betreft het toelagen aan elk bestuur, omdat de scholen nog over andere inkomsten beschikken (de schoolgelden) met uitzondering van de lagere scholen. Alhoewel in de vijf stedelijke lagere scholen enkel kinderen van behoeftige ouders woroen toegelaten, toch valt onmiddellijk de wanverhouding op tussen de uitgaven voor het lager onderwijs en de uitgaven voor de andere onderwijsin.stellingen. Door de wet Rogier op het middelbaar onderwijs van 1 juni 1850 zal het Gents atheneum een rijksinstelling worden en zullen de uitgaven merkbaar verminderen. Naast het stedelijk atheneum waren er nog twee colleges : het college van de Jezuieten en het college van de Augustijnen. Vermelden we nog, dat de rijkslagere hóofdschool, gesticht door Willem I in 1820 door de wet Rógier omgevormd wordt tot rijksmid. delbare school. . . Naast· de stadsscholen, ook armenscholen genoemd, waren er nog enkele armenscholen opgericht door :geestelijke orden en een aantal kantwerkscholen, waar de meisjes· practisch geen onderwijs óntvingen. Voor de kinderen van de burgerij waren er enkele scholen opgericht door kl?osterorden - meestal met een kostschool - alsook 22 particUliere schoolmeesters en 18 particuliere schóohneesteressen. . Bij allerleivinden we een postvan 20 000 fr. als toelage aan de directeur van de Franse schouwburg; maar ook onder de titel 'administratie' komt een artikel van 9 500 fr.voor onderhoud, verwarming en verlichting van he~ gebouw. De totale uitgave bedraagt dus 29 500 fr. of 3 o/o van de gewone begroting. De schouwburg was een statussymbool voor de overheid, die toch enkel de burgerij vertegenwo~:>rdigde. Bij deze uitgave zou nog de interest van de kostprijs van het gebouw .kunnen gerekend worden, maar het is voldoende duidelijk, dat in onze ogen de uitgave niet in verhouding was met de belangrijkheid van de opera voor de Gentse bevolking noch met de dringende behoeften, die bij gebrek aan de nodige financiën .niet konden worden opgelost. 195
Bij de buitengewone uitgaven vinden we onder meer de volgende artikels : 16 000 fr. aanleg voetpaden 21 000 fr. plaveien straten balustraden 5 000 fr. bouwen brug aan Spanjaardkasteel 10 000 fr. bouwen rechter vleugel van een serre 1n de botanische turn 30 000 fr. Hier zijn ook vermeld drie uitgaven van 1849 : historische stoet 10 000 fr. maatregelen tegen de choleraepidemie 36 098 fr, inrichten nijverheidstentoonstelling ¡ 17 612 fr. De gewone begroting bedroeg 9,11 fr. per inwoner. Uit de begroting blijkt dat ze nog duidelijk onder de invloed staat van toestanden, die dagtekenen van voor 1800. Eerst langzaam, maar naarmate de negentiende eeuw haar einde nadert in versneld tempo, zal de stadsbegroting, maar ook het stadsbeeld en het leven in de stad aanzienlijk veranderen. Vooraleer de gebeurtenissen in 1850 te volgen, nog een woordje over de bevolking. In 1850 telt Gent ongeveer 106 000 inwoners. De randgemeenten zijn nog weinig bevolkt. Afsnee 394 inw. Drongen 4 584 inw. Mariakerke 1 172 inw. Sint-Denijs-Westrem 1¡ 497 inw. 3 263 inw. 1 256 inw. Merelbeke Wondelgem Zwijnaarde . Ledeberg 1 957 inw. 3 638 inw. Oostakker Gentbrugge 1 669 inw. 5 994 inw. Totaal : 25 424 inwoners. Sint-Amandsberg zal eerst in 1872 afgescheiden worden van Oostakker. Eerst na 1880 zal de bevolking in de randgemeenten stilaan aangroeien. Tussen Gent en de randgemeenten liggen nog grote oppervlakten landbouwgrond. 6 januari : Het merken van de misdadigers wordt afgeschaft. In de Gazette van Gent lezen we : 'De voornaamste en schoonste weg van de stad naar het Casino loopt langs de Bestormstraat. De Bestormstraat, Zwarte Zustersstraat en nog enkele andere straten maken deel uit van het te weinig aantal straten, die goed aangelegd zijn : niet te breed om alles aan de ov.:erzijde wel te kunnen zien en niet te smal om voor het gerij geen hindernis op televeren. Nu de Bestormstraat, die bij haar uitweg op de Bestormbrug en de Houtlei versierd is door de schone
196
gevel van de Jezuïetenkerk en vooraan op de Houdei door het bevallig geveltje der Recolletten, de Bestormstraat-zeggen we, blijft nog altijd ontsierd door de bouwvallen van het. voormalig deel van de Bestormpoort. Het zicht van deze puinen is zo afkerig ; daarbij worden de rijtuigen er door gehinderd. Men moet _ten minste zorgen, als men stads oudheden vernietigt, deze geheel te doen verdwijnen, want een zwarte, rotsvormige en neerhangende muur is een weinig aangenaam souvenir van historische oudheden. 12 januari : In de gemeenteraad wordt de opmerking gemaakt : '34 agenten kunnen zich niet op alle punten van de stad bevinden'. Het schijnt, dat de verkoping .der voonyerpen, voortkomende van de historische praalstoet geen schatten zal opbrengen : ettelijke gewaden van prinsen, hertogen, baronnen .\Vorden voor geringe prijzen aan de oud· kleerkopers verkocht. In de gemeenteraad wordt d:e -toestand van het gesticht voor krankzinnige mannen besproken. 'Après inspection, M~ Guislain a reconnu que toute espèce de changement, d'amélioration oude réparation de l'établissement actuel des Alexiens est impossible'.
20 februari :. Vastenavond;c.is ~ondag op een luisterrijke wijze afgelopen. De toer atiopmde van watiadaars en gema$kerden. De maatschappij Nemrod _ye~gèzèld-van eeJV-:grqot aantal deftige liecJ.en, hadden een mooie gekostum_èc;rde çarnav.algrq~F.;gevonnd, di~ voorgegaan. werd. door de maatschappij der Fanfares;l\I.natellr$.. De omhaliDg heeft 929,68 fr. o~ gebracht. e~ zal dienen vo&rj~en brooduitdeling in het Jóbal Gouastraat. Een Fran~romance 'Aux Pa-mes Charitables' getoonzet door Gevaert, werd. door de omhalers _uitgedédd. c . 22 februari.:· De. maatschap~j~'-Concorde heeft Kouter aangekocht voor 110 000 fr.
h~t huis Limmander op de
10 maart : Het Hotel de la P()ste:op de Kouter werd verkocht voor 100 000 fr. Er werd een dienst met omnibussen ingericht om de reizigers van het station_ naar het station van _de Wase spoorweg te vervoeren. Prijs : 40 centÎnles. 23 maart : De gemeenteraad bespreekt de aan het Belfort uit te voeren werken, maar komt nog niet tot een oplossing. GJ;overman vraagt de- Muinkkaai te plaveien. De vraag van de paters Dominikanen op~euw over hun gronden naast het Rijke Gasthuis te beschikken voor het. bouwen van een kerk krijgt een gunstig gevolg. 27 april : De gemeenteraad keurt een politiereglement op de reinheid van de straten en het straatvegen goed. De huurder, bewoner of eige11-
197
.,
'
·-
_____ / :
198
aar van woningen moet regd.matig het voetpad en de straat tot aan de aslijn vegen. Er wordt verboden afval en vuilniS . op straat te werpen. Overtreding zal gestraft worden met een boete van een tot ~jf frank en bij herhaling binnen de maand met een boete van vijf tot tien frank. Mei : In de vorige bijdragen hebben we reeds enkele malen de lastercampagne tegen prof. Huet vermeld. Minister Rogier had er geen gevolg aan gegeven. De campagne hield echter niét op, en dit zo wel in de pers als in de Kamer. Einde 1849 kwam ookkoning Leopold I tussen. E. Discailies schrijft in zijn werk 'Charle~. Rogie.r' :· "L'écho des accusation8 et des critiques était arrivé jusqu'au Roi, que nous voyons demander la révocation de M. Huet et la réor:.. ganisation de la Faculté de philosophie de Gand sur des ba.Ses 'royalistes'. Fallait-il que l'on eut dépeint l'enseignement de M. Huet sous des couleurs effrayantes, pour que le Roi le traitat d'ennemi et l'accusat d'entretenir à l'Université de Gand depuis quelques ann'ées un foyer très dangereux ! Fallait-il aussi que l'on eût peur de l'influence exercée par son enseignement tant calomnié, pour que Paul Devaux, à son tour, émit l'avis que l'on ne devait confier aucune chaire de philosophie, ni à Liège, ni à Gand, à son disciple Ie plus remarquable, à son alter ego, M. Callier ! " . (blz. 292 - 293) Na enkele gesprekken tussen minister Rogier en professor Huet vraagt de hoogleraar in mei zijn pensioen aan, vermoedelijk als gevolg van een zekere druk van Rögier. De oud-studenten van Huet lieten een medaille slaan met op de voorzijde 'A François Huet. Ses élèves reconnaissants' en op de achterzijde 'Science, loyauté, vertu'. Huet vestigde zich in. Frankrijk .en zal een tijd gouvernetir zijn van prins Milan Obrenowitsj, die in 1868 zijn neef zal opvolgen als koning van Servië. (1) Niettegenstaande zijn verwijdering zal Huet nog invloed uitoefenen op de universitaire middens te Gent. Dit blijkt uit de verslagen van de vergaderingen van de bisschoppen uitgegeven door A. Sirnon ·(Réunions des évêques 1830-1867). Op de vergadering van de bisschoppen in juli 1856 vestigt de bisschop van Gent de aandacht op het werk van Huet 'Essai sur la réforme catholique' door de kerk veroordeeld bij decreet van 9.4.1856, werk dat een vervolg was op 'Le règne social du Christianisme' uitgegeven in 1853 en op de index geplaatst op 18. 7.1853. Bisschop Delebecque verklaart, dat Huet blijft school maken bij de jonge studenten te Gent, de publicaties van Huet worden verslonden en geroemd door de hoogleraars en de leerlingen, waar al de beginselen van Huet ontvangen worden als orakels. Aan de Gentse bisschop wordt. de toelating verleend namens het Belgisch episcopaat aan de aartsbissclop 199
van Parijs te wijzen op de 'funeste leerstellingen van Huet'. (2) Huet overleed in 1869. Het is moeilijk in het raam van dit artikel de opvattingen van prof. Huet weer te geven. Prof. Luykx beschouwt hem als een voorloper van de latere Christendemocratie (blz. 184 ). In de biografie van Huet lezen we : 'Huet entreprenait de montrer qu'il n'y a pas de déaccord entre l'Eglise et la Révolution, entre Ie Christianisme et le socialisme et prétendait fander ce qu'il désignait sous Ie nom de socialisme chrétien'. (Biographie Nationale) Zeker een gevaarlijk stelling in de jaren 1845-1850. Hoe loste Rogier het probleem verder op ? G. Callier werd hoogleraar benoemd te Gent, Steeher werd benoemd aan de universiteit te Luik, evenals De Laveleye. L. Hymans, medewerker aan de Messager, kreeg met steun van Rogier, een betrekking te Brussel. E. C. Cappens schrijft terecht 'De beslissing van Rogier wás van groot belang voor de liberale partij. Men denke maar aan de latere rol vanG. Callier te Gent, de invloed van Heremans op de Vlaamse studenten, het belang van Hymans te Brussel en de betekenis van Steeher en De Laveleye voor de vorming van zo vele jonge libetale geesten'. We willen hier nog aan toevoegen, dat G. Callier, die als schepen zich volledig van 1858 tot 1863 zal inzetten voor de uitbreiding van het onderwijs, het belang van het onderwijs heeft leren inzien door Huet. Op het Congrès des Amis de la Paix universeTie gehouden te Brussel in september 1849 verdedigde Huet algemene ontwapening en de noodzakelijkheid het volk een degelijk onderwijs te verstrekken. 25 mei : De gemeenteraad keurt de plannen van het te bouwen Blindenhuis op de Coupure goed. De architect was Van Huffel. 1 juni : De gemeenteraad keurt de aanbesteding voor het reinigen van de straten goed. Het werk wordt toegewezen voor een termijn van drie jaar aan een zekere A. De Raeve voor het bedrag van 46 000 fr. voor de drie jaar. Op 21 juni lezen we in de Gazette van Gent : 'Heden is de dienst voor het reinhouden van de straten begonnen. Een groot aantal karren, elk door drie werklieden en een politieagent vergezeld, doorkruisen van zes uur 's morgens de straten. Met genoegen zag men, dat de inwoners de afval en vuiligheid, welke anders onmisbaar de straatvloer moeten bemodderen, met een loffelijke bereidwilligheid aanbrachten om het in de vuilniskar te storten'. 3 juli : Door uitscheiding van bedrijf over te nemen : Het Hotel Den Rooden Hoed, gestaan in het Klein Turkije. 5 juli : In de talrijke kroegen in de zijstraten van de Veldstraat wordt regelmatig gevochten tussen soldaten en de waarden. De Gazette van Gent vraagt de soldaten te verbieden met hun sabel uit te gaan. 200
Augustus : H. Rolin, minister van Openbare Werken, neemt ontslag en wordt vervangen door E. Van Hoorebeke van Eeklo, die minister zal blijven tot in 1855. Vermoedelijk was dit ontslag veroorzaakt door wet Rogier op het middelbaar onderwijs. 3 augustus : In een mededeling aan de gemeentebesturen van 11 december 1849 heeft gouverneur E. De Jaegher er op gewezen, dat het tot de plicht van de gemeentelijke overheid behoort te waken op de openbare gezondheid en in het bijzonder op de gezondheid van de woningen. Verder wordt verwezen naar een omzendbrief van minister Rogier, waarbij aanbevolen wordt prijzen van netheid in te stellen, die jaarlijks aan de werkende klas zouden uitgereikt worden. Op 3. augustus keurt de gemeenteraad een reglement op de beluiken goed. Beluiken mogen slechts gebouwd worden mits toelating van het college van burgemeester en schepenen. De toelating zal verleend worden als de commissie van openbare gezondheid en de provinciale geneeskundige commissie hebben vastgesteld, dat de geplande bouwwerken alle waarborgen bieden in verband met de openbare gezondheid. Er zal geen bouwtoelating verleend worden, als er voor de woningen geen vrije ruimte is van ten minste vijf meter. De gevels mogen slechts een hoogte hebben van zeven meter. De beluiken moeten in verbinding staan met de straat door een niet overbouwde toegang van minstens 3,50 m breedte. Voorgaande reglementen laten ons toe enigszins de bouwdatum te bepalen van nog bestaande beluiken. Beluiken met -een overbouwde ingang of met een toegang van minder dan 3,50 m dateren dus van voor 1851. Gent bezit thans nog enkele dergelijke bewoonde beluiken.. We menen, dat het zou wenselijk zijn een typisch beluik te bewaren voor de toekomst: Niet enkel woningen van de rijke burgerij behoeven geclasseerd te worden. In de woningen van het beluik zou een museum van het leven in de negentiende eeuw kunnen worden ingericht. Keren we terug naar het reglement. De woningen moeten een verdieping hebben. Het gelijkvloers moet minstens¡ drie meter hoog zijn, de eerste verdieping minimum 2,50. De oppervlakte moet minstens 12 vierkante meter bedragen. De vrije ruimten moeten geplaveid zijn en voorzien zijn van een greppel voor de afloop van het water. Er mag geen teerput gebouwd worden. Zo het mogelijk is, zullen de bestaande teerputten worden vervangen door een riolering. Het regenwater zal afgevoerd worden langs een gemetselde open greppel, die overdekt wordt met planken of stenen in de toegang. In de bestaande beluiken zal de niet bebouwde oppervlakte geplaveid worden of gebeurlijk hersteld en dit binnen de drie maanden. Al de beluiken moeten uitgerust zijn¡ met urinoirs en latrines. Een volgende reeks artikelen staan in verband met de zindelijlheid.
201
De woningen in beluiken, die geen rechtstreekse verluchting hebben langs de straat of waar de niet bebouwde oppervlakte onvoldoende is voor een behoorlijke verluchting, alsook de woningen, waar de vochtigheid niet kan verholpen worden, mogen niet dienen als woning. Er mag geen afval of vuilnis worden geworpen voor de woningen. De eigenaar moet een afvalbak ter beschikking stellen. Jaarlijks zullen de beluiken worden gekalkt. Al de beluiken moeten beschikken over een pomp met drinkbaar water. Er wordt verboden in de woningen in de beluiken varkens, kippen, duiven, geiten, konijnen, schapen en eenden te kweken. De woningen gebouwd volgens de vooraan opgegeven afmetingen mogen slechts bewoond worden door een gezin ; indien het gezin minder dan vijf leden telt mag dit aantal aangevuld worden door vreemde personen. Art. 28 bepaalde :
"Lorsque le Collége des Bourgmestre et Echevins sere informé qu'il existe des enclos, maisons, logements ou habitations, qui, par le mode de leur construction, par leur état de délabrement, de malpropreté, de vétusté, par défaut d'aérage, d'eau potable, d'écoulement des eaux, par l'encombrement des habitants, par le défaut d'entretien des latrines, ou par toute autre cause quelconque, sont de nature à compromettre la salubrité ou la sûreté des habitants, il fera proeh-verbal de l'état des lieux par le commissake de police". Dit proces-verbaal wordt naar de geneeskundige commissie gezonden. Na advies zendt het college aan de eigenaar de te nemen maatregelen om de toestand te verbeteren. Indien de eigenaar binnen de gegeven tijd de voorgeschreven verbeteringen niet laat uitvoeren, zullen de woningen onbewoonbaar worden verklaard. Indien de eigenaar dan onmiddellijk de werken laat uitvoeren, zal het woonverbod worden ingetrokken. De volgende artikelen voorzien mogelijk sancties. Artikel 41 voorziet aanmoedigingsprijzen bestaande uit meubels en huishoudelijke voorwerpen aan de gezinnen voor de zindelijkheid in hun· woning. Het reglement verbiedt ook kelders en niet geplafonneerde zolders te bewonen. Het reglement van 1850 stelt zeker geen overdreven eisen. We vragen de lezer zich even een woning met twee plaatsen van vier meter op drie voor te stellen : plaats op het gelijkvloers een fornuis, een tafel, een kast, enkele stoelen en een bed voor de ouders, vergeet de ladder naar de verdieping niet en laat er een gezin met vier kinderen leven : eten koken 1 was~ sen, slapen. Op de verdieping sliepen gewoonlijk de kinderen. Vele woningen in beluiken hadden aan de gevel een ton om het regenwater op te vangen en een bak voor het bergen van kolen en brandhout. Aan de hygiëne en de promiscuïteit willen we niet denken. Dit reglement betekende een eerste stap, maar de weg tot verbetering van de woningen voor de wer202
kende klas zallang en lastig zijn. In volgende bijdragen zal nu en dan het probleem van de Gentse beluiken moeten behandeld worden. Van de gemeenteraadszitting van 3 augustus moetenw:etoch nog vermelden, dat op deze <4g voor de. e(:rste maal Nederlánds werd gesproken in de raad en dit sedert i630 en dit door het lia Dobbelaere-Hulin. Zondag 4 augustus : Er worden twee speeltreinen ingericht van Gent naar Oostende-; de eerste tre~ telt 26 rijtUigen en werd getrokken door twee locomotieven, de -tweede- trein telde ·14 ·rijtuigen; met in totaal 1218 reiZigers. De prijsheen en terug bedroeg : eers~.e klas : 5 fr., tweede klas : 3,75 fr. en derde -kks : 2,25 fr. Er waren ook twee speeltreinen uit Brussel met 1700 reizigers. Om halfeen 's nachts kwam de laatste trein terug aan te Gent. 6 augustus : De driejaarlijkse tentoonstelling van beeldende kunsten wordt gehoudenvan 6tot 20 augilstus. Porta,els, L,deTaye, F. De Winne, Geirnaert stellen en ten toon. Een zestal schildèrijen werden aangekocht voor-de loterij. (bespreking in Gaz. van Gent op 28 en 31 · juli, 2, 7 en 15 augustus.) Zondag 11 augustus ~-- De. burgerwacht. wordt om 6 u 3}4 opgeroepen voor een. oefening. "Bij t~gefi.bevel zal ee_~ ZWart •vaandel_op net Beifort worden geh~n. ])o9r heü;egenachtig weder werd de o~feiifug a~last. Zondag ·18 augp,Slus. : ~- ~ee}trein bracht 1 250 rei~igers naar _Antwerpen. De treiti:~_omliàl~wee 's nachts te·Gent_~de Dampoort terug. Gezien het' station btJ!t~n: ·de stadspoÖrteti gelegèn·was, -~qe_~ten de reiziger~ bet~~-n om ÎJ:l~::de; s~d te komen~ De" menigte oven:()mpelde de poort en ~w~ alzo kó~te1oos in de stad terug· · ·· 15 september : ·o~l}baié-yetkoeping van het beluik genaemd-GiavenkasteeL Op vrij~-2P~september en·vrijdag 4 oktober om drieuur in de afspartning 'De Post,Iroöm' te Gent :. · Het gebouw met. dèsielfs omtrek ouds gekend onder de benaming van Gravenkasteel m~fde grond. en zijn afhankelijkheden, thans bestaànde uit een groot getal w"i;)ningèn_en uit een souterrain, uitgang hebbende in de Geldmunt, benevèns·de gebouwen en de Toren uitmakende ·de ingang en de poort_van·h~tgezèid kasteel, gel~gen te Gent Veerleplein en zich ui~tre_kk_enqe_langs <k ~ldmunt en komende met de achterzijde aan de spinfabriek van de _Heer Scribe. Dit gebouw wórdt bewoond en gebruikt bij menigvuldige. hiiraars. Notaris Van Ackèr, Hoogpoort Gent en notaris Van Ghendt, Botermarkt, Gent. · 20 september: Men bewondert thans in de kerk der Augustijnen het 203
Q)
..,
204
monument opgerichtter nagedachtenis van wijlende heer Yanderhaert Ieraai aan de acacleini~ té Gent; Het kunststuk \Vêrd gemaakt door P. · ne· Vigne. Jammer ishet, dat een -smakeloos afsluitsel.hetzelfde_.ontsiert ; de ~oster had wel een andere plaats m()gen kiezen voor de woere. (Middelnèdeilands:neerhangend net of gevlochten ijzerwerk tot afsluiting, waar achter hij de konijnen, kippen, eJlz. opsluit, die doorde buitenlieden aan de H. Antonius, patroon van het vee, geofferd worden.) Maandag 24 september : Vandaag werd door de maatschappij Union de eerste steen gelegd der nieuwe zalen, welke deze inaatsèhappij ·in het hotel der Paa:rdenpostedj op de Kouter onlangs door haar aangekocht, doet bouwen. · · 2 oktober : De bewoners van de Dankersteeg vragen aan het gemeentebestuur in hun straat 'een riolering te bouwen en voetpaden aan te leggen, ze vragen tevens het verkeer slechts in· een richting toe te latén. De gemeenteraad schenkt VQld~g aan vragen een en twee ; de derde vraag zal onderzocht worden. 4 oktober: Te koop : korenwindmolen, genaamd de Kosterig, met woonhuis, ge}egen<t~en de Muide en de Sassepoort. Groot 20,2 8 aren. 11 oktober : Te Oostende overle~d koningi1~1 Louise-~arie..van Bourb~n Orleans, dochter van kpning Lodewijk-Philippe van Frànkrijk.· ?é . geboren te Palermo op Sicilië 3 april1812. en huwde met kpning Leopold: I op 9 augustus 1832. De gemeenteraad besluit zwarté. vlag op ltet Belfort te ~j~n :; fle sc~ouw~urg wordt gesloten. Op. m~ dag 14 ókt()ber wet.dc }iet S~()ffélijJc o~ers~Ji~t. pèr trein OV~rge\>raclit langs trein kw~ rond_ derGent; Deiuiermonde en·Meêfieleii, tiaar Br~el. tien uur te Ge~t in het stárlon 'aan:: Hetlijk-;er{opgew~cb.t ;door de kerkelijke, burgerlijke en militaire overheden ; rond ·het station waren de. troepep en de burgerwacht opgesteld. Nadat door de geestelijkheid · onder ·de· leiding van bisschop Delebecque het de profundis werd gezongen, werd het stoffelijk overschot begroet door muskedosbrandingen. Met de opbrengst van een nationale inschrijving werd Onze-'Lieve-Vrouwkerk te Laken gebouwd.-
was
op
eén
De
27 oktober : Te Koop : stenen graan.;. en oliewindmolen met twee ko~ pels maalstenen, een k<;>ppel pletstenen, ruime zolders, twee olieputten. Gestaan te Gent in de Nieuwe Wandeling, genaemd De Keyser, met woning. Groot : 2, 10 aren. Einde de Coupure in de Nieuwe Wandeling rechtover de Societeit van Sint-Joris palende aan alle zijden aan de stadsvestingen.
205
14 december : Tijdens de zitting van de gemeenteraad wordt Jaèques Dubois, advocaat, aangesteld als schepen ter vervanging van VerhaegheDe Naeyer, overleden. De gemeenteraad keurt de plannen van de rijschool goed. Een stuk grond van 1 000 m2 behorende tot het klein begijnhof wordt aangekocht voor 15 000 fr. De plannen van de rijschool werden getekend door· architect Roelandt. 21 december : De gemeenteraad keurt een nieuw reglement op de prostitutie goed ter vervanging van het reglement van 30 januari 1828. Door dit reglement,· dat 66 artikels telt, worden vier geneesheren aangesteld belast met de geneeskundige controle van de öntuchtige vrouwen. Tevens wordt een belasting op de ontuchthuizen ingevoerd : 20 fr. per maand voor de huizen van eerste klas, 12 fr. per maand voor de huizen van tweede klas en 5 fr. per maand voor de huizen· van derde klas, als; mede een frank per maand per ingeschreven vrouw. De rendez-voushuizen van eerste klas moeten dertig frank per maand betalen, deze van tweede klas tient frank per maand. Onderzoeken we nog even de broodprijzen.in 1850
Gebuideld brood Ongebuideld brood Roggebrood
4 jan.
26 april
9 aug.
35 c. 27 c. 14 c.
33 c. 26 c. 14 c.
38 c. 28 c. 16 c.
27 decemb. 35c. 27 c. 16 c.
1850 is ten eindo. In Franktijk overleed Honoré de Balzac ; R. Wagner componeerde de opera Lohengrin.; de eerste onderzeekabel pover-Calais werd gelegd. In België werd op initiatief van minister Frère-Orban de Nationale Bank opgericht. ;
M. STEELS
(1) Belangstellende lezers willen we verwijzen naar het hoofdstuk "Milan van Servië" in "Herinneringen" door Virginie Loveling, waarin de schrijfster ons vertelt over een bezoek aan Huet te Parijs. (2) zie Dr. S. H. Scholl : 150 Jaar Katholieke Arbeidersbeweging in België ee (1789-1939~, blz. 124
206
DE MAAGD VAN .GENT
Opsommen hoe dikwijls de Maagd de eer te beurt viel ter gelegenheid van houden van Blijde Inkomsten de stadssleutels aan prinsen te presenteren, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. En de keren aanhalen dat ze bij gelijkaardige of andere manifestaties nog heel wat belangrijkere rollen te spelen had, ware al even lastig te doen. Toch kan ik nauwelijks aan de verleiding weerstand bieden een beeld op te hangen van de manier waarop in de regel zo'n Intrede van stapel liep. We willen het namelijk hebben over Willem de Zwijger die in december van het jaar 1577- straks 400jaar geleden- officieel ontvangen werd. 'Den 29. december' vertelt ons Pater de Jonghe 'quam alhier ontrent ten vier uren naer den noen den Prins Oraignien, met den Graef Jan van Nassauw zynen broeder, zittende in eenen duytschen wagen ; 't Magistraet en de borgers bewezen dien Prins ongemeene groote eere.' Hij werd 'geleydt tusschen twee reken voorname borgers, dewelke witte brandende Flambeeuwen droegen tot aen het Hof Wacken, daer hy logeerde.' (1) 'Daer (op de l>oél~ vóór het Hof van Wacken) was ghemaeckt' lezen we op een andere plaats (2) 'eene groote stellage met pilaren ende eene Pyramide (... ) ende daer stondt gheschreven dat hier navolcht : Och hoe heughelic ist voor de rnaecht deser stede Te zien een vrome vorst commen in· sheeren name. In den midden van de stellagie· zat de mqecht van Ghendt onder eenen throon in eenen thuyn met haer banniere van Vlaenderen in deen handt en met haren leeuw ende sprac tot zyne Excellentie dese woorden : Princelic goede Vorst, des Nederlandts recht Vader, Ie dyn Ghendtsche dienstrnaecht heet u wilcom dees tyt Ie offre u uut jonst, die ons voorstander zyt, een oprecht open hert u ten dienste gheght!ven : Met lièfde, trouwe,. macht, volstandich hier beneven. Neemt in danke onse jonst al is zeer cleen de dáet. Dit seggende presenteerde zy zyn Excellentie een open herte van fijn goudt waer in Sinceritas, dat is Qpregtigheyt gheschreven was. Neffens de rnaecht stondt Justitie ende Politie, die. de rnaecht altyt in eeren ghehouden hebben : ende daer neffens hadsenoch dese vier dochters die voor haer zaten, Liefde, Ghetrouwigheyt, Volstandicheyt ende Cloecmoedicheyt, zynde qualiteyten der maecht.' Vanzelfsprekend was hiermee de plechtigheid verre van afgelopen. Nog minder was er een einde gekomen aan 's Prinsen bezoek .aan de stad. Integendeel werden de dagen die volgden ijverig gevuld met het bedrij207
ven van politiek en met het banketeren op het Stadhuis en in de St.-Pietersabdij. Bovendien woonde de hoge gast op 5 januari van het volgende jaar een toneelvertoning bij die gegeven werd op dezelfde 'stellagie' die gediend had voor der Maagden prestaties een week voordien tentoongespreid. Waar onze Maagd haar zegje absoluut niet kreeg, was bij de Blijde Inkomst van hertog Filips de Goede die plaats vond op 23 april 14 58. Op die gedenkwaardige dag voerde een talrijke bezetting, ook op een 'toog' ofte 'stellagie', eveneens op de Poel opgericht een Lam-Gods-spel op dat zijns gelijke nog nooit gevonden had. Hoeft het gezegd dat het feest bijgewoond werd door de hertog, zijn schitterend gevolg en een keur van kerkelijke en burgerlijke overheden ? De ontwerpers van plattegronden hebben er steeds een genoegen in gevonden hun gewrochten - bij wijze van merk - door een Maagd te laten patroneren. De gravuren van de hand van Jacq. Horenbault (1619), van A. Sanderus (1641 ) en van nog veel anderen leggen we terzijde om die waarvan Hendrik Hondius (1641) de auteur was, onder de loep te nemen. We kozen Hondius' gravure, niet omdat de erop voorkomende leeuw zijn voorpoten op de knieĂŤn van de Maagd gelegd heeft, ook niet omdat deze met de linkerhand het wapenschild met de Gentse leeuw presenteert, doch wel wegens het vreemdsoortig vlaggetje dat Hondius haar meegegeven heeft. Op dat vlaggetje is namelijk een handschoen afgebeeld zilver op een grond van sabel. Dat handschoen-symbool ontmoetten we slechts heel zelden op onze wandeling : de reden dat we het stilzwijgend voorbijgingen. (3) Om het nu toch maar te berde te brengen. Haasten we ons te onderstrepen dat het symbool in kwestie helemaal niets te zien heeft met die bijna universeel geworden slogan, waarvan Keizer Karel de uitvinder heet te zijn : 'Je mettrais Paris dans mon Gand', waarbij de keizer zou gezinspeeld hebben op de uitgestrektheid van het 16de-eeuwse Gent. Integendeel danken we dat zinnebeeld aan een brokje slechts weinig bekende Gentse folklore. Of preciezer gezegd eigenaardige volksetymologie. De door de folkloristische bril geziene Gentse geschiedenis begon met de verovering van onze gewesten door Jullus Caesars legioenen en cohorten. Een paar eeuwen draĂ ide de Romeinse molen gesmeerd. Tot op zekere onzalige dag talrijke benden barbaren de Romeinse grenzen aan flarden kwamen scheuren, het land overstromen, Gent belegeren, bestormen en feestelijk innemen. En, natuurlijk, de Latijn sprekende heren op de vlucht jagen. Die wilde barbaren nu heetten Vandalen alias Wandalen. Ze bouwden burchten, o.a. het fameus Wandelaertkasteel (aan de St.-Jansvest, de verlenging van de Ketelvest) en waren zo goed hun naam aan de stad 208
te geven : Wanda, dat in het Gents Want werd. De Gentenaars die reeds een woord want (handschoen zonder vingers = VJJisthandschoen = in het Frans gant) kenden, vonden er niets beters op dan de want als symbool voor hun stad Want te kiezen. En kl~r~w~Kees. Wil terloops noteren dat die want-vlag reeds in Artevelde's~iijd heel goed bekend was, dus een flinke poos vóór Keizer Karel in f 54() met de Gentse stadsvesten deed wat de Wandalen zg. destijds zouden gedaan hebben. (4) Wie we wegens zijn grote verering voor zijn geboortestad en dier Maagd stellig niet over het hoofd mogen zien, is ongetwijfeld de door ons allen zeer bekende Justus Billet. In meerdere van zijn 11 delen tellende Politije Bouc, dat in het Stadsarchief berust, bedacht hij de jonge dame met ofwel een wit-zwarte,, ofw~l een gekleurde voorstelling, de ene al onhandiger dan de andere cuitge!o"êt:cL Wat ons aanspoort aan die handschriftelijke tekeningen tê herinneren is het (natuurlijk zelfgerijmd) 'Lofdicht ter Eeren der Stedemaegd ~an Ghent' dat een van die tekeningen commentarieert. G H E N D T
hij goede, groote en schoo_ne Stadt van Gltendt, eele de weirelt doo~:;-befàemt ende bekendt, _ lek looft en~pryst~ l~c~tèëhd~;cit\iiltie;: __'_ · egotie en Tt1l'fiJèk ·bequaelt1e Navigätie~ oor vier iivrere~;~p~~aa'~ter__ ciaere en Soet, _ ot u Borgliers 'béhoef,. J:,~~J:i bi de Qvervloet.
Hoofdtstadt van Vlaenderen Hiermede Blyft in. Vr~e, Ghy Edel_ Maeght van -Ghent Hooftstède Licht 'ofte Lede Van Vlaender~n Exellent.
* * *
Dit acrostichon zal er niet vreemd aan geweest zijn Alfons van Werveke te doen zeggen dàt- Justus eèn Babbelaar en broddelaar was. Dat onze Maagd nog pijlen van een heel andere aard -op haar- boog staan had, verklappen-ons de::W'aarlijk'niet te teUen voorwerpen die in het Bijlokemuseum bijeepgehraeht zijn, zeg maar een echt Maagdirama. Ik zou u kunnen versàssen naar de aldaar gereconstitueerde vergaderzaal van de gouverneurs van de Armenkainer waar we de dame op liefst 8 schilderijen gepenseeld zien : eenmaäl op een doek van J. van .Cleef en wel in het gezelschap van Keizer Karel, en 7 maal op taferelen (van de hand van G. Ie Plat) de Werkèn van Bàrmhartigheid in beeld brengend. Natuurlijk zoudt u eveneens die wapenstok van de koning der Moorkinderen
209
..
De M.V.G.I.H.T. was steeds een graag geziene verschijning op het geĂŻllustreerd gedeelte van menige spijskaart. Hier de voorzijde van het menu van een banket aangeboden door de heer Konsul van Siam te Gent.
210
(uit 1600) (5) willen zien. In gedreven zilver uitgevoerd vormt de Maagd de bekroning van de stok : neergeknield omhelst ze de Gentse Leeuw ; 4 schildjes w~an een mei het Gents wapen versieren het ronde voet- . stuk van het beeldje ; en die andere ceremoniestok van de 1ste deurwaarder van de Raad van Vlaanderen (17 de eeuw) ; _ en die beker waarin ze met haar tuin, haar S.P.Q~G.-vlag en haar zinspreuk Fides et Amor/Trauw e~ Liefde gegraveerd staat ; en die zilveren schotel en dito lampetkan in 1681 door de Magistraat geschonken aan de Primus Jacobus Goethals ; en dat eikenhouten aanwezigheidsbord van de Schepenen vander Keure (1ste helft 16de eeuw). In halfverheven beeldhouwwerk gesneden kunnen we -de Maagd bewonderen, al is ze slechts geflankeerd door twee schilden, een met de Oostenrijkse dubbele Arend en .een met de Vlaamse Leeuw; en dat gepolychromeer<J; eertijds vergUl<J, ·blazoen. van de 'Aut scoemakere' (1539) : een weinigorthodoxe Maagd en de patroonheilige van de schoenlappers, St. Germain, houden het wapenschild van het gilde in evenwicht : van keel (rood) een zilveren (witte) leeuw, gekroond van goud (geel) en schuingebalkt van sinopel (groen). De wapenschilden met de Keizerlijke Arend, de Gentse en de Vlaamse Leeuw voltooien de ornamentiek van het merkwaardig eikenhouten beeldwerk ; . en de vele penningen ofte medailles die het- zonder de M.V.G.I.H.T. blijkbaar niet kunnen stellen. Bepaald op te zoeken is de penning die geslagen werd ter herinnering van de inneming van Gent door Le Roi Soleil (1678) : op de beeldzijde het geharnast en gelauwerd borstbeeld van de koning ; op de keerzijde de M.V.G.I.H.T. met haar leeuw ; als achtergrond een trofee versietd met de .Gentse vlag ; op de· afsnee : Gandavo Capta. Ik stel me levendig:voor dat onzê Maagd daar luizig tegen haar zin· zit te schitteren. Om meer dan een reden bewaarden we 2 de Maagd toe~wijde. voorwerpen om er· onze wandding m~ te besluiten : wegens hun vermaardheid, hun, vootnaamheid~ hun kostbaarheid, en niet in het minst 'Yegèns de 'petite hiStoire~;dié hun populaiitiet nog deed ;verbreiden. . .• __ VanzelfSptek~nd is hier sprake van het vaandel dat .orid.~r de nàam van··.. Krijgss$\(iaard of Stan:da:aJ:d van de Gentse Militie in ltet Bijlo!temuseum bewaatd'word.t. 'Op 4juli1814' ~oteer.t, Stadsarchivaris Frans Hye-Schcnitheer in zijn Dagaanteek~ning ofte Krq~yke (6 ), 'ontdekte men in den bureau v"an den greffier ter Tresory~ op~ 't Stadhu:ys, boven eene kasse eenen zeer ouden standaerd. (... ) Hy Wàs onder eenen hoop registers en papieren. Dit monument, mogelyk één van ten tyde der onlusten onder het huys 211
N .... N
Wie er soms zou aan twijfelen dat de Gentse Maagd wel als een historische werkelijkheid dient geclassificeerd te worden en niet als een oudheidkundig museumstuk hoeft maar eens te gaan aankloppen bij de Dekenij van de Kerfstok (Lange Violettestraat). Bij elke (feestelijke) gelegenheid wordt daar de Gentse Maagd ten tonele gevoerd. Getuige daarvan de afbeelding van dit tafereeltje. De haar vergezellende kleurrijk uitgedoste schildknapen doen voorzeker denken aan de geharnaste ridders geportretteerd op de hechtsels van de schalmeiers.
van Bourgogniën of onder den koning der Romeijnen en Keyzer Maximiliaen op het einde der jaren 1400 ; hij was redelyk wel geconserveerd.' Meer had de volksverbeelding~ niet nodig om van de ontdekte vlag een soort van talisman te maken die in de handen van historische personen een eerste-planrol te spelen had. Inderdaad heette het niet weldra dat de beruchte Creesers ze in hun opstand tegen Keizer Karel (1539) gezwaaid hadden ; dat de al even beruchte Geuzen hetzelfde gedaan hadden in hun strijd tegen Filips 11 (1577) ? En alsof ze zodoende nog niet genoeg gepresteerd had Wilde men dat ze ook het vaandel van de dictator Jan van Hembyze zou geweest zijn (1579). Of ze eveneens gezwaaid heeft toen onze heftige jonker op 4 augustus 1584 op het Veerleplein onthoofd werd, vertelt de geschiedenis niet. Tot 19 januari 1848 verbleef het krijgsvaandel in de Tresorye waar~het ik weet niet hoelang gevegeteerd heeft. Op die gedenkwaardige dag werd het officieel ~oevertrouwd aan de 'Commissie tot histandhouding van Plaalgebouwen' die alstoen volop bezig was met de inrichting van een Museum voor Oudheden. De standaard heeft de vorm van een rechthoekige driehoek -waarvan de lange kathete 2,80 m bedraagt en de korte 1,15 men die in twee punten uitloopt. Wat bij het aanblikken van het document direct opvalt is dat het portret van de Maagd geenszins beantwoordt áan dat van de tal. rijke Maagden met of zonder tuin waarmee we tot nóg toe kennis maakten. Het meisje, dat een buisvormig kleed aangetrokken heeft en bloots,. hoofds is, streelt de witte heraldische klimmende leeuw. Hij draagt een kroon met drie fleurons en een halsband zonder kruis en· is rood ·getongd. Een eveneens witte hoofdletter G benadrukt de identiteit van de Maagd. De roetzwarte vlag is gegarneerd met groene franje. De standaard is tweezijdig, waarmee bedoeld wordt .dat tweemaal dezelfde voOrstelling uitgevoerd werd, -met dien verstande evenwel dat de aèhterzijde het spiegelbeeld vertoont van de voorzijde. Want er is een voorzijde aan onze vlag, namelijk die waarop de letter G recht staat en niet omgekeerd zoals die geschilderd is op de athterzijde. Daar def achterzijde van het vaandel de minst hesèhádigde (en meest herstelde) is, is het die welke men tot nog tóe in het Museum tentoonstelde. Dank zij een in ·de Stadsrekeningen voorkomende post en de erin meegedeelde afmetingen, is Alfons van Werveke. (7) erin geslaagd de auteur van het kunstwerk op het spoor te komen.: Agneesen vanden Bossche, dezelfde Agnes die omtrent dezelfde tijd meewerkte aan de bouw ~van •. het oudste gedeelte van het Stadhuis, met name de 'camere daer de Schepenen vander Keurein dinght' (tegenwoordig de Arsenaalzaal). Voor beide zalen ontwierp ze de 'patronen' voor het beeldhouwwerk Ziehier wat de Stadsrekeningen 1481 - 1482 fo 400 v betreffende de 213
makelij van enkele vaandels noteren : 'Item gecocht jeghen Janne de Wilde meersenier 16 ellen fyn tooien (lijnwaad) coste 7 groten d'elle, een vierendeel ende een alve onche blaeus garens coste 6 gr. Item 6 onchen groene zyden fringen te 20 gr. d'onche ende 10 ellen groene zaerckene (sergen = wollen) fringen te 2 gr. d'elle daer eenen standaert lanc 7 ellen eenen corten standaert lanc 4 ellen ende 2 pingioenen af ghemaect waren comt tsamen 21 s. 6d. gr. Item joncvrauwe Agneesen . vanden Bossche schiltstrigghe vanden voorseiden tween standaerden te weereken van schilder~ën metter rnaecht van Ghend ende van twee pingioenen.' In hetzelfde jaar (1482) dat Agneete vanden Bossche haar Maagd schilderde op de Standaard van de Gentse Militie ciseleerde de goudsmid De Bont vier identieke juwelen waarvan de meeste onderdden na voleindiging verguld werden. U hebt het zeker reeds door dat ik de zg. hechtsels van de schalmeiet;s der Stad Gent aan het bespreken ben. Die dingen noemt men bij voordeur borstplaten of kentekens, in het Frans affiques, affiches, plaques of insignes, maar oorspronkelijk droegen ze de naam van eekseis of exelen (met de klemtoon op ex), en schreef men nu eens heesels of hecksels, hecxsels of hechtselen (met klemtoon op hecht), dan eens hexkensels of haexkens. Die haexkens waren kostbare metalen sieraden die gebruikt werden om de kledij op te smukken en op de dragers ervan een stempel van voor-· naamheid te drukken. Dat ze- althans aanvankelijk- op het kledingstuk vastgehecht werden door middel van een haak wordt maar al te duidelijk door enkde van de talrijke synoniemen aan het licht gebracht. Minder gebezigd waren de namen 'teeckenen' en 'schyven' die toch meer dan eens voorkwamen. Over exelen hadden we het trouwens reeds toen we aanstipten dat de Magistraat er een in 1591-92 deed vervaardigen bestemd voor de Koning der Moorkinderen. Onder de andere stadsbeambten die met exelen te maken hadden, waren daar beslist de stadstrompetters en zoals gezegd de pijpers, alias schalmeiers, alias menestruels. Wat deze schalmeiers betreft dient vermdd dat hun speeltuig, de schalmei, bestond uit een houten buis voorzien van gaten en kleppen, van een dun mondstuk en een wijd paviljoen. Het woord zdf is niet verwant aan het Franse chalumeau ; misschien wel aan dat andere, nu verouderde woord 'chalemie'. Zeker hebben ze een Hebreeuwse oorsprong : chali1. Omstreeks 1650 ruimde de schalmei de plaats voor de hobo of hautbois, eveneens een houten instrument. Doch laat ons liever naar onze bijna 500 jaar oude zo beroemde als beruchte juwelen terugkeren, die allerzddzaamste kleinodiën welke ons 214
door menig buitenlands museum en verzamelaar benijd worden. Twee posten uit de Stadsrekeningen 1481-82, fO 388 v en 1482-83, fO 130 v spreken erover : 'cornelis de bonte goudsmet ter eausen van 4 zilveren vergulde exelen by hem ghemaect ter stede behouf omme die te orbueren (versieren ? ) den menestruels ende (ofte) pypen van deser stede' waarvoor 20 ponden gr. betaald werd alhoewel de dingen nog niet gefatsoeneerd waren. Tevens vernemen we dat hij in plaats van stukken te leveren van een gewicht van acht 'maerc' zoals 'by de wettelycke copie' overeengekomen was, met exelen voor de dag kwam die 'woughen XII rnaere vier onchen troysch, dats vier rnaere vier onchen meer dan voorwaerde was; (8) In 1535-36 kregen de vier schalmeiers twee collega's. Uiteraard zonder dezen een speeltuig te geven. Pas in 1551 belastte de MagiStraat een andere goudsmid, Jan de wees of du wees, met de vervaardiging van 'twee zilveren heesels of teeckenen voor. de scalmeyers die gheen hecsel en hadden'. (9) Konden de hechtsels van Jan de toets doorstaan van De Bonts meesterstukken ? Zeer zeker niet, alleszins dat ene niet dat bewaard gebleven is, want een der heren schalmeiers verloor in 1589-90 zo maar het zijne. De stad liet er geen gras over groeien en bestelde stante pede ·bij Adriaen van Hulthem nog maar een paar borstschilden;. Helaas overleed deze goudsmid zonder de opdracht ten uitvoer te hebben gebracht. Wat precies van die bestelling terechtgekomen is, is met geen schijn van zekerheid uit de doeken te doen. Er zijn twee mogelijkheden : ofwel leverde Adriaens weduwe slechts één enkeljuweel af (dat dan nog door iemand anders-Pieter Vrancke- afgemaakt was) ; ofwelleverde ziJ er toch twee.af, maar in dat geval zal dezelfde Vr;mcke er de enige auteur van geweest zijn. Zoals u kunt merken geen al te doorzichtige geschiedenis. · Maar daarmee was de kous nog niet af, want dat verondersteld Van Hulthem-Vrancke-exemplaar is wanneer weet niemand, spoorloos verdwenen. Zodat uiteindelijk 6 exelen de tijd mogen trotseren hebben : de 4 van De Bont, een van De Wees en een van Van Hulthem. (10) Voor De Bonts kunstwerken maakte 'melcior vanden abeele vier custoden omme de heesels van de pipers vanden torre deser stede toebehoorende': Driekwart eeuw geleden berustten deze dozen, scheden of Joedralen, versierd met de 'portraiture' van de Maagd, gepatenteerde meef sterstukken ·van leerdrijverskunst nog in het Stadhuis. Tegenwoordig worden twee ervan tentoongesteld in het Bijlokemuseum. (11) In verband met de exelen-'historie wordt de Maagd voor het eerst vernoemd in een soort van verslag dat een jaar na de vervaardiging van de laatste hechtsels ingeboekt werd ; 'Noch zes zelveren vergulden hecx215
seis binnen verchiert mette Maecht van Ghendt ende anderssins behauvende om de zes scalmeyers deser stede tzamen weghende zeventhien maercq zes onchen acht ynghelschen.' (12) De Maagd zit niet in haar tuin, maar op een gotische zetel geplaatst onder een schitterend cirkelvormig baldakijn. Nog nooit zagen we ze getooid met zo'n weelderige haarbos. De leeuw heeft zijn voorpoten en zijn kop op haar knieën neergevlijd. ·In hoog reliëf uitgevoerde geharn~ te ridders hebben haar in een beschermende beweging in hun midden genomen. Alle twee houden ze met de ené harid hét fluwelen gordijn open en steunen niet de ander hand op een breed zwaard. Het onderste gedeelte van de amandelvormige compositie vertoont het in niëllo uitge:-: voerd Gents wapenschild (zilveren Leeuw op zwart veld) dat door twee neergehurkte leeuwen wordt gehouden. Een dubbele vijflobbige lijst bestaande uit een met zilverdraad omwonden band en een bredere streng van doorgesneden dikke knoestige ineengevlochten (wijngaard ? ) twijgen omgeeft het 19 cm hoge en 13 cm brede meesterstuk. Alle hechtsels zijn gestempeld met De Bonts merkteken : een stukje heraldisch hermelijnbont en een gotische helm. Op andere tijdstippen gebruikte hij een ander merkteken : een gotische hoofdletter C (van Cornelis) in wier binnenste het stukje bont. Dit merk komt namelijk voor op de oudste der 14 koperen platen van de nering der goud- en zilversmeden van Gent. Cornelis de Bont of de Bonte, zoon van Martin, werd geboren te Breda tussen 1440 en 1446. Deze stad verliet hij een weinig vóór 1470 om zich te Gent te vestigen, namelijk aan de Lange Munt waar hij zijn woning had 'In Ingelborch', een groot atelier en een kleine winkel. Na zijn dood zal het complex betrokken worden door de uit Breda herkomstige Claeys van Hulthem, een familielid van De Bont en waarschijnlijk de grootvader van de reeds genoemde Adriaen. Het duurde niet lang of Cornelis verwierf het meesterschap (17 januari 1472 n.s.), werd hij aangesteld als waardeerder (1481) en maakte hij deel uit van de eed, een bevoegdheid waaraan hij evenwel spoedig moest verzaken om de waardigheid van deken te vervullen. Met korte tussenpozen werd hij achtmaal met die waardigheid bekleed (1487- 1501), een omstandigheid die in het gildewezen slechts zelden vookwam. Niet alleen landgenoten, ook vreemde gezellen (Fransen, Schotten) bekwaamden zich bij hem in de edelsmeedkunst. Hij zelf was de titelvoerende hofjuwelier van Maria van Bourgondië en Maximillaan van Oostenrijk, voor wie hij talrijke zegels en tegenzegels graveerde (1477- 1481) en van Filips de Schone. Ook onder de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en krijgsgilden telde hij trouwe klanten. Hij overleed op 20 januari 1512 (n.s. ). ( 13) Het verschil tussen de De Bont-hechtsels en hun twee imitaties is niet 216
zozeer gelegen in hun gewichtsverschil (780 g- 674 g = 106 g) maar in hun ongelijke kunstwaarde. Het is inderdaad niet van vandaag dat d& · .. uitzonderlijke waarde van dat half dozijn juwelen vooral dan van de De Bontse-zowel door de buitenlandse als door de binnenlandse kunstwereld ten volle erkend en onderschreven werd. Een eerder banaal voorval, dat dreigde uit te draaien op een fameus schandaal, diende waarachtig niet hoeven te gebeuren om de waarheid van die wetenschap te bewijzen. Omstreeks 1870 evalueerde men een exele op 100 000 F (gelijk aan hoeveel huidige frankskens ? ) zonder dat er iemand een ogenblik aan dacht om het even welke van de exelen aan de man te brengen. In 1896 zouden sommigen daar enigszins anders over denken want toen La Flandre Libérale in haar nummer van 8 februari van dat jaar meedeelde dat. 'Un riche amateur (die volgens de roep een Rothschild zou zijn) a fait offrir à 1' Administration Communale la sollline de 800 000 F pour l'achat de 2 plaques dselées au 15e siècle par l'orfèvre gantois De Bont' scheen iedereen niet geneigd de 'amateur' vierkant wandelen te zenden. Zelfs het College van Burgemees~er en Schepenen zou alras laten merken dat niet al zijn leden zinnens waren negatief te antwoorden op de in het verschiet opdagende koehandel. In de Gemeenteraadszitting van 10 februari was Lacquet de eerste om te eisen dat het College klare wijn zou schenkén aan~de een kwestie. die op het punt stond een kwalijke geur te verspreiden. "Certains membres du Collège à ce qu'on nous dit pourraient. se. résou4re ~la vente. maïs. à .condition que.le prix soit porté à l.Ooo:ooo F et que cet1:e SOnutte serait employée à des oeuvres historiques et archéologiques." Een lezer van Le Bien Public stelde voor het geld te besteden aan het wegbreken :van de aan de St.-Niklaàskerk geplakte h~en om daarna de kerk te herstellen (ook weeral iets dat met "·gezond~' geld: zou, gebeuren). Op 15 feb~ brachten. de krant~m het grot~ .nieuws ! Een oudheidkundige (natuurlijk) wt Bru8sel bezocht op woensdag 12 februari het Oudheidkundig Museum. In plaats van 800.000 F zou hij ervoor te vinden zijn het bedrag .te verdubbelen ! Zoals dat in dergelijke gevallen meestal gebeurt kwam de eerste (tevens spontane) reactie niet uit de officiële hoek maar van de publieke opinie. Stante pede vergaderde de Kunst- en Lett~rkring om een motie op te stellen en in het-Stadhuis neer te leggen : De stukken mogen in geen enkel geval, ook niet voor 1.600.000 F, verkocht worden. Een. afvaardiging werd door è:le (nieuwbaklcen) Burgemeester (E. Braun) ontVa.ngen. Uit diens mond moest ze vernemen dat het aangeboden bedrag een mooie som was, waarmee heel wat schoon en nuttig werk zou kunnen verricht worden (inderdaad zou dezelfde burgemeester kort daarop zeer nuttige 217
werken doen uitvoeren, doch gelukkig met heel wat "properder" geldmiddelen). Hermann van Duyse, de ijverige, enthousiaste en gewetensvolle conservator van het Museum (Lange Steenstraat), waar de hechtsels bewaard werden, zei niets maar nam - ge kont nooit weten ! - de zes Gentse Maagden mee naar huis om ze daar veiligheidshalve in zijn brandkast te stoppen. De nog jonge Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde liet zich al evenmin onbetuigd. Vernomen hebbend dat in het College een . meerderheid gevonden was om toch 2 exelen te verkopen - enige voorwaarde : niet de koper maar het College zou de exemplaren uitkiezen (misschien de niet-De Bontse ?) -besloot men de Gemeenteraad een petitie aan te bieden. Zeer terecht wees men erop dat "Les objets en question font partie intégrale du patrimoine de la ville. Par un oubli du législateur la vente des objets constituant les musées, collections et bibliothèques d'une valeur considérable, alors que la vente immobiliaire d'une importance minime sont sujettes à autorisation. La Société prie le Conseil Communal de repousser les offres faites et proteste contre les propositions d'achat qu'elle considère comme profondément humiliantes pour l'honneur de la vieille cité de Gand." Een wekstem waaraan H. van Duyse meende te moeten toevoegen : "Tant de drames se sont déroulés à Gand depuis 1480 : Charles Quint, Philippe 11, le duc d'Albe, la Terreur, Napoléon ont mis la main sur Gand comme sur une proie et cependant ces objets sont restés intacts à l'Hotel de Ville. Et c'est dans un moment de paix" onderstreepte van Duyse, "qu'on viendrait enlever ces joyaux et lesjeter dans l'escarcelle d'un spéculateur heureux." Dank zij de onwankelbare standvastigheid van een handvol minnaars van Gent en zijn aangeërfd goed moesten rijke "amateur", geïnteresseerde oudheidkundige en een stel kortzichtigen bakzeilhalen en toezien hoe Hermam1 triomfantelijk de geredde Maagden naar hun tehuis overbracht. M. VAN WESEMAEL NOTEN 1. P. Bernardus de Jonghe, Ghendtsche Geschiedenissen, Tot Ghendt, 1752, I, blz. 326 e.v..
2. Beschryvinghe van het ghene dat vertoocht wierdt ter inwomste van d'Excellentie des Princen van Oraengien binnen der stede van Ghendt, uitgegeven door de Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen, 2de serie, werken voor de leden alleen bestemd, Gent, 1852. 3. Het maakt deel uit van het zg. Volksblazoen van Gent, dat afgebeeld werd in
218
G.T., jg. 1, vóór blz. 49. 4. H. Nowé, Le Gant de la Villede Gand, Belg. Tijdschr. v. Oudheidk. en Kunstgesch., XVI, 1946, blz. 149. 5. Aanvankelijk waren de Moorkinderen of Moorknechten (denk aan Kraankindeoren, Prinsenkinderen) met hun zessen, later met hun vieren; bij hun afschaffing in 1794 met hun tweeën. Ze verrichtten politiediensten. Hun aanvoerder heette koning. Bij elke officiële gebeurtenis : ommegang, begrafenis van personaliteiten, strafuitvoeringen, was hij het die de stoet opende. De ceremonie- of wapenstok was niet zijn eerste waardigheidsteken, op de borst droeg hij bovendien een "zeiveren verghult hecsele" (zie verder) "ofte teeeken verchiert met vier peeden ende vyf roode steentkens." 6. Naderhand door De Lavalovergeschreven in zijn "Gentsche Kronycke". Beide handschriften in de U.B. : G 10982 en 109821. 7. Gepubliceerd door F. De Vigne in "Belgisch Museum III, blz. 377 en aangehaald door A. van Werveke, Een Werk van de Gentsche Schilderes Agnes vanden Bossche, in het Museum van Oudheidkunde der Stad Gent, in "Bulletijn v.d. Maatsch. v. Gesch. en Oudhk., 1908, blz. 24S e.v.; met afb. van de voorzijde van de standaard; ec:::n afb. vàn de achterzijde, getekend door A. Heins, illustreert het art; "Etendard Milltaire·du XVe Slècle" door H. van Duyse, in "I.A.G." van 2 sept. 1897, in "André De Potter, Guide illustré du Vieux Gand", Tielt, 1975. 8. De rnaere was de helft van een pond en de onche (ons) :het achtste van de maerc. Wetende dat de rnaere ongeveer 250 g woog en de ónche 30 g; moet elk der hechtsels · 12 ma+ 4 on= 3 ma+ 1 on of
4
4
(250 g x 3) + (30 g x 1) = 790 g gewogen !J,ebbe,n of n,og WC:::geD• H. van Duyse die nochtans in de gelegenheid ge, weest is de hechtsels· te wegen vergenoegt er zich mee als gewicht "2 marcs de Troye" op _te geven, zich stèunend op de niet uitgevoerde overeenkomst met De Bont. · · Zie "Insignes des Messagers de la K:eure aè Gand, a:ppelés Ménétriers du -Beffroi" in "I.A.G.-van 22 févr. 1897. 9. A. van.Werveke, a.w. 10. Herhaaldelijk reproduceerde men een van'De Bonts meesterstukken, met name in ''Messager des Séiences historiques", Gand, 1846; in "I.A;G.'' van 22-2-1897 en van 15-10-1905; iri "Marc van Vaernewyck,Mémoires d'im Patricien Gantois sur les Troubles Religieux en Flandre" uitgegeven door H. van Duyse, deel I, blz. 393, Gand, 1905; in "A. De Schryver, Het Museum van de Bijloke te Gent'' (gekleurd); in "De goudèn Eeuw der grote Steden; Tentoonstelling in de St.-Pietersabdij", 1958, plààt XXVIil; in "Gent, 1000 Jaar Kunst en Cultuur", Il, afb. 6:3 (gekleurd); in "André De Potter, Guide illustré du Vieux Gand", Tielt, 1975. Is het nodig erop-te wijzen dat onze bloedeigen G.T. dezelfde afbeelding uitkoos om blad en lidkaart te ')nerken" l 11. Een afbeelding van een foedraal vindt u. in "Marc v. Vaernewyck" a.w. 12. Hèt gewicht van dè twee niet-De Bontse èxelen bedraagt dus 17 ma 6 onS. yng- 12ma 4 on =--5 ma 2 on 8 yng.
219
Een exemplaar zal dus gewogen hebben (of weegt nog) : 5 ma 2 on 8 yng : 2 = 2 ma 5 on 4 yng = 500 g + 150 g + 24 g = 674 g. Wetende dat 1 yng = ~ on.
2
13. V. Vander Haeghen, Enquête sur la vie et les oeuvres de Corneille De Bont, orfèvre de Charles le Téméraire et de Marie de Bourgogne, in "Annales du XX:Ie Congrès de la Fédération archéologique et historique de Belgique", Liège, 1909.
DE SCHUTIERSFEESTEN VAN HET SINT-JORISGILD IN 1752 In een vorige bijdrage hebben we verteld over de moeilijkheden van het Sint-Jorisgild in de eerste helft van de achttiende eeuw. In 1740 besteeg Maria Theresia de troon en kort daarop brak een. nieuwe oorlog uit tussen Oostenrijk en Frankrijk. In juli 1745 werd Gent ingenomen door de Franse troepen en op 25juli 1745 deed Ladewijk XV zijn intrede te Gent. Hij verbleef er bij bisschop Maximillaan van der Noot, begaf zich naar Brugge langs het kanaal, kwam terug naar Gent en verliet onze stad op 3 augustus. De bezetting duurde vier jaar en ging gepaard met zware belastingen, opeisingen, enz. Eindelijk op 18 october 1748 werd de vrede van Aken gesloten en op 28 januari 1749 verlieten de Franse legers ons land. Op 3 februari waren de Oostenrijkse troepen te Gent en op 17 mei deed Karel van Lotharingen zijn intrede. Reeds in 1749 werd door het Sint-Jorisgild opnieuw een prijsschieting ingericht. Op 15 september ~ 750 had weer een prijsschieting plaats. De proost van het Sint-Jorisgild, die in 1749 een prijs had geschoten, nam weer aan de schieting deel en werd hiervoor door de officiaal van het bisdom ver.volgd. De Sint-Jorisgilde wendde zich tot Karel van Lotharingen en wees er op, dat vroeger de geestelijke proosten zo wel te Gent als in andere steden, altijd aan de schuttersfeesten hadden deel genomen. Karel van Lotharingen nam daarop een besluit, waarbij aan de gildeproosten toelating werd verleend om zo als in het verleden, naar de prijzen te schieten. Karel van Lotharingen, die op 21 mei 1749 lid was geworden van het Sint-Jorisgild, loofde in 1752 drie zilveren prijzen onder zijn medegezellen uit voor een schieting op 12 juni 1752. Het Sint-Jorisgild voelde zich verplicht een luisterrijk feest in te richten. Het gildehof werd versierd met een triomfboog. Een kleurrijke stoet trok naar de Kouter : vooraan het geschut van de gilde getrokken door een groep slaven, waarachter de boogspanners en de pijkapers opstapten gevolgd door de trompetters en de timbaliers van de stad. Nu kwam de Faam met de traditionele trompet, waarachter een standaard met het opschrift :
220
f
.
-
f
EN·,
,KORTE BESCHRX~INGE
,-
'( " ...~ /
D E R T WE E
-
.
UYT-~IUNTEN~-OE . -
-
VREUGDE-BEDR YVEN-.-~ Verricht d()or het oudt en Sou_verain Hooft-Gilde van. den Edelen Ric;lder "
s.T ,JoRIs . '
GHENDT~
BINNEN DE STADT
Het eerfle den 1.2. Juny 175Z. Ter oorfaccke van dry Koninglycke Pryfen., befbende ln fes e::\'tra rchoone gevrochte ffucken Silver·werck, de welke Syne Koningiycke Hoogheyt den HERTOG CAR.EI... ALEXAl~DER VAN LORREYNEN ENDE
VAN BAAR.,_Ridder wh het Doorluchtig Orden van het Gulde Vlies,
•
~Iaerfchakk
vt\n· de Legers van het H. Róomfch Ryck., ende van
di~
·
van Haere J.\.Iajefteyt de K:&YsERlNNE KONrNGINNE VAN HoNGARlEN 'ENDE BoHUfEN &c. Gouverneur ende C:apiteyn Generacl der Neder.. ~ hndén &c. &c. beeft gejont nen de gcfeyde Confrerie ., naer de felve vereert te hebben den .21~ Meye 1749· met fyn Kooninglyck, Handt·teeken; volgens het exempel van fyoe Glorieure Voorfaet~n •. 175z~
Het tweefk tien 1<1. en II. September
met derr Smelen Boge., met de Confraters naer eenen Vogel va.n f:ere; als·wun· neer de Studemen van d-e Eerw. Paters Auguftynen vertoonden eene-
Ter oorfaecke van Sync Koninglycke '!nkomfte om te Schieten ·. CAv~CAJ.)i.
;t:~
..., ,_. >
• 'i: \
Tot GBENDT, by • .
.
\
.
'
<1e Weduwe PETRUS DE GOESIN ·en SOON:;.. Drucket V?Jl Haete lYiu.JeUeyr. . _· _
221
De Fame die blaest uyt de gaven hoog verheven, Die aen het Gilde zyn van Carolus gegeven; Sa Borgers, maer Confreers gy-lieden principael, Voor die mildaedigheyt zyt dankbaer menigmael. Op andere jaarschriften kon men lezen : Wy wenschen ieverig dat leve Carolus Alexander. Segt lof aen Carolus. Carolus is te bedanken om syne gaeven. Singt d'hooge gaeven van Carolus. Al deze jaarschriften waren in het Latijn opgesteld en bevatten het jaartal. Een tweetal voorbeelden : CaroLo MaDeratori sinCero (M D C C L I I = 17 52) gratlae CatoLo DICenDa e ob Dona (D D D C C L I I = 17 52) Op de eerste triomfwagen, bespannen met vier paarden, zaten "eenige Maegdekens rykelyck versiert, draegende den eersten Koninklyken Prys"; op ieder paard zat een engel, verbeeldend door zinnebeelden de deugden van de prins : voorzichtigheid, rechtvaardigheid, rechtmatigheid, kloekmoedigheid. Ook de tweede en de derde wagen, "op welke eenige welversierde Maegden vertoonden den tweeden en den derden Prys", zag men talrijke engelen met opschriften en zinnebeelden. "Naer dese Triomph-wagens volgden voor eerst den Koning, Proost, Heuver-Deken, Deken, Proviseerders, ende andere Confreers van het Gilde van den H. SEBASTIAEN; daer naer die van het Gilde van den H. MICHIEL; en de Cortege wiert gesloten door het oudt en Souverain Hooft-Gilde van den Edelen Ridder St. JORIS met den Koning, Proost, Heuver-Deken, Deken, Proviseerders, ende de andere Confreers, nemende hunnen weg (tusschen een Detachement Grenadiers onder de wapenen) langs den Santberg, de Vrydagmerkt, de Lange-munte, de Koorn-merkt, de Veltstraete en de Sonnestraete, tot dat sy quamen op den Kauter, alwaer hunne groote Peirsse was opgerecht met de dry Vogels; recht over dese Peirsse was gestelt eenen Theater, op het bovenste van den selven praelden de Waepenen van S.K.H. ende daer onder waeren twee Seraphinen, houdende dit volgende Jaerschrift. VoX oMnibUs Una: VIVe DUX Confrater & proteCtor. 't Is ieders roep : dat leve den Hertog Confrere ende voorstaender. In het midden van desen Theater was geplaetst een uytmuntende Gehemelte van roodt damast met goude galonnen, onder het welke praelde het Portrait van S. K. H. kanstig geschildert; men las onder 222
dit Portrait de volgende Verssen. Siet gy dien Prince wel tusschen syn Wapens leven, De deugden des gemoets kan geen Pinceel ons geven." De Sint-Antoniusgilde stapte niet op en wel omdat, na de afschaffmg van de vier gilden in 1703, de Sint-Antoniusgilde eerst einde 1752 opnieuw werd opgericht. (zie Ghendtsche Tydinghen, derde jg. blz. 165). Het schuttersfeest eindigde rond zeven uur 's avonds. De stoet trok terug naar het Sint-Jorishof en onderweg werd aan de prijswinnaars de erewijn aangeboden. "Den selven avondt wierden er vele Vreugde-vieren en Vier-werken aengesteken, soo voor het Hof van St. JORIS, als voor de huysen van de gone, die het geluck gehadt hadden van de Vogels af-teschieten; en vele inwoonders, soo Confreers, als andere, deden ¡ hunnen iever uytschynen in het verlichten van hunhe juysen." 's Anderendaags volgde natuurlijk een prachtig banket. "De Tafel wiert prachtig opgedischt met veel delicatesse; maer ieder was boven al verwondert over het Banket, seer kanstig uytgewerckt, bestaende in dry hooftstucken, van de welke het middelste verbeelde S. K. H., aenwysende de dry Koninglyke Prysen, ende de dry Prys-vogels, door de welke dit Koninglyck Present gewonnen moest worden; voorS. K. H. stont eerbiediglyck den Koning van dit Hooft-Gilde ende andere Gedeputeerde, om S.K.H. te bedanken van dese Koninglyke Gifte; 't welck bediedt wiert door de volgende Verssen, die den Koning in de handt hieldt. g'Hebt grooten Prins vereert het Gilde met dees Prysen, Waer voor wy u voortaen meer zullen eer' bewysen. De andere twee zydt~stucken verbeelden den Ridder St. JORIS, het Musieck, en de Deugden vanS. K. H., met Spreuken en Zinnebeelden, .betreckinge hebbende op de Feeste." Het feest was prachtig geslaagd. Het bestuur van het Sint-Jorisgild wenste zijn dank te betuigen aan Karel van Lotharingen. Een delegatie ging naar Brussel om de prins een prachtige kruisboog aan te bieden en tevens om hem uit te nodigen om op 10 september de prijsvogel te komen schieten. Karel van Lotharingen, die een gemoedelijk man was (zie : Pirenne, deel III) aanvaardde natuurlijk de uitnodiging. Op zaterdag 9 september deed Karel van Lotharingen zijn intrede te Gent. " ... tusschen het losbranden van het kanon der geseyde Stadt, ende toejeugingen der Gemeente, heeft hy sig begeven naer d' Abdye van St. Pieters, verselt zynde van aen de Keyserpoorte by maniere van 223
Cavalcade door de besonderste Supposten van de Vrye Neiringe der Vleesch-houwers, kostelyck uytgedost, en gekleedt in het Groen : 't Is aen den inganek van de selve Abdye, alwaer den Koning, ende den Eedt van het Hooft-Gilde van St. JORIS, gelyckformig gekleedt in het Roodt, naer dat S. K. H. hadde Gecomplimenteert geweest door de Gedeputeerde der Vergaderinge van de Staten van Vlaenderen, ende door het Magistraet der Stadt, d'Eere hadden van Hem insgelycks te Complimenteren, met alle teekens van Eerbiedigheyt en Groot-achtinge." Op zondag 10 september "dag vastgestelt om des Feeste plechtelyck te verrichten, en dat de Historien van Vlaenderen niet zullen nalaeten van overtestellen aen de nakomelingen" nam Karel van Lotharingen het middagmaal in de abdij, waarna een luisterrijke cavalcade voor de hertog deHleerde. De stoet was ingericht door de studenten van het college van de Augustijnen. De cavalcade was samengesteld zoals de optocht van 12 juni, maar aangevuld met een aantal voorstellingen. Na een SintJoris vechtende met de draak om een christen maagd uit de handen der heidenen te verlossen, volgden de graven en de gravinnen van Vlaanderen, die de Sint-Jorisgilde vroeger hadden beschermd. 1. Karel de Stoute 2. Keizer Maximillaan 3. Filips de Schone Vier ridders van zijn gevolg droegen de volgende verzen : De eerste : Dees Graef en synen Soon syn ons twee schoone lichten, De tweede: Voor welk, als voor de Sonn', al ander glans moet swichten. De derde : . Siet desen heeft by ons des Koninckx Eer behaelt, De vierde : Door hem en synen Soon, ons Gilde zegenpraelt. 4. Keizer Karel. Hier kwamen de volgende verzen : Hadd' Mars geweygert oyt te zijn den Oorlogs-Godt, In sijn tydt Carel was bequaem tot 't selve lot.
Hoe groot dat is geweest dien Heldt van't Duytsche Rijk, Weet heel Europa wel, en and're van gelyk. Soo verre met haer licht de Sonne boven gaet, Hy boven Koningen, en boven Keysers staet. Laet Creta, Jupiter, Latona d'haere loven; Maer wy Ghendt, CAROLUS, hy gaet hun verr' te boven. 224
Aan de geschiedenis van de Gentse stropdragers werd natuurlijk
niet herinnerd. 5. Keizer Ferdinand van Oostenrijk. 6. Filips II. 7. Karel van Lotharingen. 8. Filips, hertog van Aremberg. 9. Jacques, graaf van Luxemburg, vier maal koning van de gilde. 10. Lamoral, graaf van Egmont. Hierop volgden enkele triomfwagens, waarop de koninginnen en de prinsessen, die de gilde hadden gesteund, "want huyten dat sy zyn geweest van de roemweerdigste Litmaeten, hebben het menigmael vereert met hunnen Koninglyke Tegenwoordigheyt in de oeffeninge van den Cruysboge en het Schieten met de ConEreers naer de Vogels van Eere". 1. Christina, koningin van Zweden. 2. Elisabeth, koningin van Denemarken. 3. Maria van Hongarije. 4. Margareta, hertogin van Parma. Op de volgende wagen kwamen Albrecht en Isabella Siet Nederlanders hier, siet Borgers 't Edel Paer. 't Neerlandt onder dees twee hadd' menig gulde ]aer. Singt, Mede-broeders, singt voor eeuwig h.unnen lof. Dees geven ons Confreers tot glori' d'hoogste stof. Op deze wagen was de knrlsboog, waarmede prinses Isabella in 1618 te Gent geschoten had,, tentoongesteld. Nu kwam de "MAEGT VAN GHENDT, geseten in haeren Thuyn, bespannen, en voorts-gettoeken door twee Leeu~en; op haeren schoot ruste eenen anderen Leeuw : en men las in het beluyck de volgende J aerschriften. Van den eenen kant. ganDa CoLe PrlnCipeM. Ghendt viert den Prince. Van den anderen. prlnCeps CoLit ganDaM. Den Prince viert Ghendt." Op de laatste triomfwagen. werden keizerin Maria Theresia en haar gemaal uitgebeeld. Onder de talrijke verzen kon men lezen "s' Is pallas naer 't gemoedt, een Juno in haer pracht, Naer 't liรงhaem is sy weert dat men haer Venus acht." Onze paters Augustijnen hadden dus ook oog voor vrouwelijke schoonheid. De stoet werd gesloten door de drie gilden van Gent. Nadat de ca225
valcade Karel van Lotharingen was voorbij getrokken, vergezelde hij de stoet naar de Kouter. De Kouter was prachtig versierd. De Sint-Sebastiaansgilde had een triomfboog opgericht voor haar hof. Op de Kouter stond een prachtig verhoog bekleed met rood fluweel en gouden galons. Een adellijke jonkvrouw, Anna-Carolina baronnes della Paille, gekleed als amazone en in het uniform van de gilde bood aan de landvoogd de pijl aan om het ereschot te geven. "Onder het luyden van de Triomph-klocken, het spelen van den Beyaert en het losbranden van het groot geschut van 't HooftGilde, tusschen het geschal van Ketel-trommels en Trompetten," schoot Karel van Lotharingen naar de vogel, terwijl de omstaanders riepen ¡ "De Gentenaers hier naer, Prins Carel, voor altyt, Die zullen roemen, dat gy hunnen Koning zyt". Het zal vermoedelijk niet dank zij zijn behendigheid, maar wel door een schikking genomen door het Sint-Jorisgild zijn, dat de hertog de koningsvogel afschoot. Trouwens reeds voor de schieting was een gedicht te lezen, dat de heuglijke gebeurtenis bezong. De eer van de landvoogd keerde immers terug naar de gilde. De aftredende koning hing de hertog het halssieraad om en in stoet trok men terug naar het gildehuis. In de kapel werd het Te Deum gezongen, waarna de genodigden zich begaven naar de schouwburg op de Kouter waar de adel van Gent een toneelspel opvoerde. 's Avonds was er een groot feestmaal in het Sint-Jorishof. "Het Banket, dat gemaeckt was van wit suyker, verbeelde in het midden, de Gehoorsaemheyt, de Eerbiedigheyt, en de Erkentenisse dat het Hooft-Gilde van St. JORIS toedraegt aen het Doorluchtigste HUYS VAN OOSTENRYCK, en aen S.K.H. Op het opperste van dit Stuck was een Arendt, houdende dit Jaerschrift. aUstriaDUM VICtriX aqUILa aXIs sUrgit In aLta. Den Oostenryckschen Adelaer verheft sig tot den Hemel. De Leden van Vlaenderen waeren gebogen voor S. K. H. met deze volgende Inscriptien en J aerschrift. I.
Cor Dant CaroLo fortissiMo. Sy geven hun hert aen den stercksten CAREL. Aen d'een zyde van dit Stuck vertoonde sig Neptunus met dit Opschrift. speM ConCipe fLanDrla. Schept moedt Vlaenderen. 't Canael dat heeft den Staet onder V, Prins, doen maeken, 't Zal tot de Gulde Eeuw' het NeĂŞrlandt doen geraeken.
226
227
Aen d'andere zyde wiert verbeeldt Pallas, voorbeeldt van de Wysheyt, met dit Opschrift. CaroLo Mente Constand praeDito. Aen Carolus den Stantvastigen. 't Zy dat het tegen gaet, of med., of Mars tempeest,
Stantvastig CAREL blyft, Hy nergens voor en vreest. Den grondt verbeelde een Jacht op de Herten, Rotsen, Water-loopen, en gedaenten van Menschen, alles cierlyck opgepronckt met Verssen en Spreuken, betreckinge hebbende op de Feeste. 's Avonds was de stad verlicht met vreugdevuren, terwijl de hertog en de leden van de Sint-Jorisgilde een gemaskerd bal bijwoonden in de schouwburg van de Sint-Sebastiaangilde. 's Anderendaags vertrok Karel van Lotharingen met zijn gevolg naar Brugge. De dinsdag bracht hij een bezoek aan de molens voor het zagen van hout tussen Brugge en Oostende. "Daegs daer naer 13. September is S. K. H. wederom gekeert naer Gendt, alwaer Hy aenquarn: 's middags ten 12. uren en half: den ouden Koning van het Gilde van St. JORIS hadde d'eere aen de Brugsche poorte vanS. K. H. op syne~geluckige te rug-komste in dese Stadt te verwillekomen : S. K. H., voorgereden van de besonderste Supposten der Vrye Neiringe van de Vleeseh-houwers gelykelyck gekleedt in het Groen, en gevolgt van een menigte Koetsen, in de welke waeren de ConEreers van de dry Gilden deser Stadt, als oock vele Persoonen van Distinktie, begaf sig op het Stadt-huys om het Middag-mael te nemen, dat de Gedeputeerde van de Staeten van Vlaenderen hadden doen bereydt maeken. Het Middag-mael geĂŤyndigt zynde, ging S. K. H. tusschen de Gildebroeders van St. JORIS naer de gewoonelyke plaetse tot d'oeffeninge van den Cruys-boge, zynde op de groote Peirsse gestelt dry Vogels, waer vanS. K. H. met de sevenste-scheute een neder-velde; hier op volgden vele teekenen van blydtschap, soo van de Confreers, als van het Gemeente, dat sig daer bevondt, om dese Oeffeninge te sien. Naer d'Oeffeninge heeft S. K. H. sig begeven naer het Hotel van den Baron van Kieseghem Gouverneur van de Stadt en Kasteel van Gendt, alwaer hy het AvĂłndt-mael heeft genomen met de Cavaliers van syn gevolg, terwyl geheel de Stadt verlicht was, tusschen het onophoudelyck los-branden van het Kanon. Daer was geduerende den nacht wederom Bal op den grooten Theater, alwaer S. K. H. sig gemaskert bevondt tot 's morgens ten 4. uren; naer een weynig ruste minnelyck ontfangen hebbende het compliment van bedankinge, dat Hemdede den ouden Koning van het Gilde van
228
St. JORIS uyt den naem van alle de Confreers, is S. K. H. heel langsaem vertraeken tot aen de Keyser-poorte, wederom voorgereden van de principaelste Supposten der Vleesch-houwers, en hebbende aen syne zyden de Gilde-broeders van St. JORIS; daer gekomen zynde, hebben de geseyde Güde-broeders sig gestelt onder de voordeelige bescherminge vanS. K. H., terwyl het Geschut van de Stadt teeken gaf van syn vertreck, en het Gemeente blyde toejuigingen, begrepen ii:tdese Verssen en Jaer-schriften. Den Prins vertraeken is met 's Konings eer' verciert;
Maer weîrdig die noch wort met meerder eer' geviert. VIVat eX Voto fLanDriae fraternitatls andqUae praeCLarissiMUs reX.
Dat CAREL leeft, en klimt tot d'hoogsten. eere-trap, Doorluchten Koning van dit Edel Broederschap. September van dit ]aer, wanneer men schreef den thienden, · Sag men Prins CAREL hier met syn genoode Vrienden, Die door syn dapperheyt den Konings-Vogel schiet, Waer door dees Confreri' de grootste eer' geniet. Den X. Van septeMber Wiert CareLVan LorreYnen geWenst_en koning Van sint Joris." De Sint-Jorisgilde hesloot de beschrijving van de feestelijkheden te latén drukken. Het schuttersfeest werd ook vastgelegd op doek. F·.K. Marissal (1698-1770), de stichter van de academie te Gent, schilderde "Karel van Lotharingen op de schieting.van het Sint-Jorisgild op de Kouter te Gent in 1752". Het doek is 97,5 cm. op 145 cm. groot. Marissal ontving voor zijn werk p. 4-13-4. Hetzelfde onderwerp werd ook geschilderd door P.J. van Reysschoot (1702-1772). Voor dit w~k- groot 221 cm. op 320 cm. -ontving hij p. 128-6-8. Dit groot verschil in prijs ligt mhet feit, dat van Reysschoot. de portrett-en van een groot aantal gildeleden in zijn werk opnam. Beide werken worden bewaa.rd in het Oudheidkundig Museum te Gent. Op te. merken valt, dat heide schilderijen het schuttersfeest van 10 september 1752 voorstellen en niet het feest van 12 juni, zoals de" Catalogus van de Schilderijen"op blz. 148 vermeldt. Tijdens het bestuur van Karel van Lotharingen werden geen koningschietingen meer gehouden, zodat hij koning bleef van de Sint-Jorisgilde. Eerst op 2 juni 1781 werd opnieuw een koningschieting ingericht. De · feesten van 1752 waren ongunstig voor de financiële toestand van de gilde; tot delging van de drukkende schulden stemden de leden in 1758 een vrijwillige belasting van twee gulden per jaar. In 17 60 werd deze belasting tot drie gulden verhoogd. De gilde telde toen 245 leden. Vanaf 1780 werd tijdens de foor de gildekamer aan vreemde kooplieden verhuurd tegen een gulden per voet. 229
Tijdens de periode van 17 52 tot 1780 werden natuurlijk nu en dan nog schuttersfeesten ingericht. Een feest willen we nog vermelden. We zijn in 1763. "De generaal graafJozef de Saintignon, bevelhebber-eigenaar van een regiment Dragonders, in dienst der Keizerin, vereert het gilde van- St-Joris, waarvan hij medegezel is, met een der twee standaarden, door de soldaten van zijn regiment bij Maxe, in Saksen op 19 november 1759 op de Pruisen veroverd, en door de Keizer aan hem opgedragen. Deze gift geschiedde met het verzoek, de standaard in de gildekapel te plaatsen, en de schenker van het zegeteken gelastte baron van Bietach, kolonel-bevelhebber, het vaandel te overhandigen, dat door een afdeling van gemeld wapen plechtstatig naar de kapel moest gebracht worden. Een schone stoet, waarin stads keteltrommels en trompetters verschenen, ging de 15 augustus 1763 het vaandel uit de afspanning halen, waar genaamde kolonel afgestapt was, en naar de gildekapel overbrengen. Hier werd door de Abt van St-Pieters een plechtige muziekmis en een Te Deum gezongen, waarna de gilde de voornaamste officieren van het regiment Dragonders op een banket vergastte." Deze plechtigheid kreeg een vervolg een goede honderdvijftig jaar later en wel in 1914. Het vaandel werd nu bewaard in het Oudheidkundig museum in de Steenstraat. Op 22 november 1914 boden enkele Duitse officieren zich in het museum aan en namen het vaandel mee. Hier eindigen we dit verhaal. De beschrijving van het feest van 1752 en de teksten werden zeker door een Augustijner monnik opgesteld. Het zou mogelijk zijn heel wat beschouwingen aan deze teksten te wijden en dit als we denken aan de komende historische voorvallen : de sluiting van de JezuĂŻetencolleges in 1773, de komst van Jozef II met zijn hervormingen, de Brabantse omwenteling. In 1752 was het echter onmogelijk de gebeurtenissen te voorzien. Daarom ook wensen we geen overwegingen te maken en laten dit over aan de lezer. M. LIEVENS
HET HUIS VAN DE NERING VAN DE VISVERKOPERS
De nering van de visverkopers was een van de oudste en belangrijkste neringen van Gent. Het was een gesloten nering, wat betekent : men kon geen lid worden na een proeftijd en het maken van een meesterstuk. 230
231
Het lidmaatschap was erfelijk. Nog in het midden van de negentiende eeuw behoren een groot aantal huurders van stallen in de vismarkt tot de families Minne en Van Loo. In art. LXIX van de Concessie Caroline staat de nering van de visverkopers op de tweede plaats. Begrijpelijk had de nering van de visverkopers haar eigen huis. Het huis is gelegen op de huidige Groentenmarkt, waar vroeger de vismarkt werd gehouden. De prachtige gevel in witte Balegemse steen staat rechtover het Groot Vleeshuis. î>e hoge en brede trapgevel beslaat ongeveer de helft van de gevel. De gevel is verdeeld door horizontale lijsten; de lijst onder de ramen van de eerste verdieping schijnt verlaagd te zijn om de ramen te vergroten. Langs de zijgevel bevindt zich een ingang van een kelder. Deze zijgevel werd op enkele plaatsen veranderd. Rechts van het gebouw bevindt zich de ingang van een smal straatje, het Schuddeveestraatje {thans Schuddevisstraatje) dat leidde naar een trap aan de Leie. De nota's van Van den Bernden geven het bouwjaar : 1506. Vanaf 1470 was de nering van de visverkopers eigenaar van het gebouw op de hoek van de Vismarkt bij 's Gravenbrugghe. In 1506 werd een contract afgesloten met de meesters-steenhouwers van Balegetnse steen Eloi van Beneden, Jan de Visschere, Jan Minnaert en Lieven van Beneden. Het gebouw van de nering van de visverkopers werd geconfisqueerd in 1540. Later was het huis gekend onder de naam Wit Huis. Noot: Nota's van F. Van den Bernden in B.R.U.G. (G.16249), Fr. de Potter, Memorieboek der stad Gent, deel 11, blz. 106. Vertaling van het artikel van Armand Heinsin "inventaire Archéologique de Gand" (2.2.1910).
BIBLIOGRAFIE I. DE GENTSE TEXTIELARBEIDERS IN DE 19e en 20e EEUW. Dossier I : G. Avondts, R. Moonen~ M. Scholliers : Methodiek (185 fr.). Dossier 11 : Scholliers : Bedrijfsgeschiedenis van de firma A. VoortmanN.V. Texas (310 fr.). Dossier 111 : G. Avondts, Debulpaep, Hannes, Minnen, Scholliers : Lonen in de 'spinnerij van het bêdrijfA. Voortman-N.V. Texas (290 fr.). Het Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis van de Vrije Universiteit Brussel heeft de bedrijfsarchieven, die berusten in het Stadsarchief te Gent, bestudeerd. Bij de aanvang van het onderzoek werden 232
twee fundamentele vragen gesteld : wat hetekende voor de patroon de factor loon in de totale_ productiekosten~ en wat betekende voor de arbeider zijn arbeidsloon. In. dossier I wordt de gebruikte onderzoekingsmethode verklaard. De modernste technische middelen werden aangewend om het reusachtig cijfermateriaal te verwerken. Dossier II is voor de belangstellenden in de geschiedenis van Gent het belangrijkste deel. Dit dossier geeft ons een zeer degelijke geschiedenis van het bedrijf Voortman, geschiedenis, die nauw: verbonden is met de geschiedenis van Gent. Dossier lil geeft in tabellèn en grafieken de evolutie van de lonen, die uitbetaald werden aan de arbeiders in de spinnerij en. dit volgens hun specialiteit (klopmachine, uitkammers, monteerders, .spinners, draadmakers, haspelaarsters, bobijnsters,.meestergasten, enz.). De uitgebreide ploeg vorsers is een waarborg voor de degelijkheid van deze studie. Met spanning verwachten we de overige delen. · II. GETUIGENIS.
Het februari-nummer van dit tijdschrift is gewijd aan Peter Benoit. In dit nummer onder meer een artikel van L. De Poorter : De historische situering van de Pacificatie van Gent. III. OOST-VLAANDEREN. DE PROVINCIE
V~O.EGER :;~biJl~·
Voornoemd werk werd uitgegeven door het Gemeentekrediet van België ter gelegenheid van het 25ste ambtsjubileum van Koning Boudewijn en van· het Koninklijk ·bezoek ian de·. provincie Oost:..Vlaanderen op 23 mei 1976jprijs lSO fr:.;verkrijgl:>~.in de.agentschappen van het. Gemeente. krediet) ..We wiJlen ,dit boek.hier \Termelden, ~et alle~. omdat het een duidelijk beeld.geeft van de ~twikkeling van.onze provincie, maar ook om. de ol)tdbare illustraties, waarvan. een groot -aantal in verband· met Gent. · IV. GENTSE GEDENKPLATEN DOOR KARE~ HAERENS {prijsl4.S fr.). Van de persen van de drukkerij "HET VOLK" versclreen een· interessant boekje, getiteld uGentse ·Gedenkplaten." · Het is in feite een samenbundeling van een reeks artikelen die destijds verschenen was in het dagblad "Het Volk" .. Een goed idee, want het is natuurlijk veel overzichtelijker al deze interessante. gegevens aan zijn beschikking te hebben in een handig boekje, dan een· SO;.tal· krantenknipsels te moeten bijhouden. Het betreft 46 bijdragen over gedenktekens geplaatst ter herinnering aan gekende Gentenaars of personen die in Gent geleefd en gewerkt hebben. Iedere bijdrage geeft een levensbeschrijving :van de betrokken persoon, 233
een foto van zijn gedenkplaat en de datum waarop zij onthuld werd. De auteur is de Gentse journalist Karel Haerens. Het is een boekje waar wij zelf veel plezier aan beleefd hebben en dat wij warm kunnen aanbevelen aan al onze lezers die uiteraard sterk geïnteresseerd zijn in alles wat Gent aangaat en die er heel wat zullen uit leren. Wie van onze leden weet bvb. waar men de gedenkplaat van Joseph Casier, gemaakt door Geo V erbanck, kan bekijken ? Wie weet dat Geeraard de Duivel hier een gedenkplaat heeft ? Iedereen kent Ledeganck, maar waar staat het huis waar hij zijn Drie Zustersteden dichtte en waar een gedenkplaat werd aangebracht ? Wie heeft al de gedenkplaat aan August Van Lokeren gezien ? Waar ? Mooie vragen voor een Gentse quizz. De gedetailleerde antwoorden vindt u allemaal in dit boekje. Voor de prijs moet ge ook niet laten : 145 fr. voor een verzorgde, rijk · · geïllustreerde uitgave is zeker niet duur. (H.C.)
VRAAG EN ANTWOORD
Vraag 74 van de Heer L. Daenens, çonservator museum voor sierkunsten. In de studieverzamelingen bezit het Museum een hoge flesvormige siervaas, gesigneerd MAES. Recente opzoekingen wezen uit dat het hier een ptodukt betreft uit het atelier van een zekere CH. MAES uit het Gentse (mogelijks St.-Amandsberg) die werkzaam was in de periode 1900-1940. Kan iemand van uw lezers ons nadere inlichtingen bezorgen ? ANTWOORD OP VRAAG 71.
In verband met de familie Devigne ontvingen we van een lezer nog de volgende tekst uit de Gazette van Gent van 25 juni 1854. ''De Gentsche familie, die rijkelijk met kunstbegaafdheid bedeeld is, is gewis die der Devigne's. Zij telt verscheidene uitstekende toonkundigen in haar midden, twee bekwame schilders en een beeldhouwer. Het marmeren· borstbeeld van den heer Stroo, oud burgemeester van Eeklo, is zeker een der schoonste portretten, die alhier gemaakt werden. Meer ingewikkeld en niet minder verdienstelijk is het groot altaar door Devigne voor de kerk van Heusden vervaardigd. Het altaar is uit hout gesneden." Daarna volgt een lange beschrijving van het kunstwerk. Voornoemd al234
taar is nog altijd in een uitstekende staat en loont zeker een bezoek aan de kerk te Heusden.
TE GENT
Bij K.B. van 22 juni 1976 werd het huis Verhaegen, gelegen Houtlei 100, geklasseerd als monument.
1.
2. In juni 1976 heeft de stad Gent hethuis De Swaene op de Koornlei aangekocht. Het huis werd in 1949 door de vereniging "Vrienden van Oud Gent" hersteld. (zie De Gentenaar 8.6.1976 en Vooruit 3.6.1976). 3. Het stadsbestuur van Gent heeft op een veรปing te New-York twee wandtapijten, die afkomstig waren van de Sint-Pietersabdij kunnen aankopen. (zie Vooruit en Het Laatste Nieuws van 23.6.1976). 4. In de laatste tijd werden te G~nt een aantal gevels van particuliere wolringen hersteld of opgefrist. We vernoemen onder meer : de gevel Brabantdam 50, de gevel van boekhandelaar Ch. Lammens, Lievestraat 14, het hoekhuis Kalandenberg. Ook de gevel van het Cleen Paradijs, Mageleinstraat 21 wordt eerstdaags opgefrist. (De Gentenaar 1.6.1976 ). 5. In een kloostergang van de paters Augustijnen werd door brand een historisch doek van Niclaes de Liemaeckere vernield. (zie Vooruit 29. 5.1976). .. 6. In september zullen de herstellingswerken van de gevel van het stadhuis aanvangen. (zie Vooruit 9.6.1976). 7. Het Mariennettenteater Taptoe heeft een poppenrevue gemaakt rond de Gentse volksfiguur de Roste Wasscher. 8. Ter gelegenheid van de vierhonderdste verjaring van de Pacificatie van Gent hebben in de maand september talrijke manifestaties plaats, waaronder kunnen vermeld worden : concerten, Pacificatieopenluchtspel, Pacificatietentoonstelling. (zie folder Herdenkingsprogramma). 9. Op woensdag 30 juni werd op het Fratersplein het standbeeld van Pietervan Gent- Pedro de Gante- onthuld. Het beeld is het werk van 235
beeldhouwer Albert De Smedt uit Sint-Niklaas en werd in brons gegoten door het huis Schellinck van Oostakker. (De Gentenaar 30.6.1976). 10. Het stadsbestuur van Gent heeft de oude textielfabriek Van Acker gelegen Bachten Walle (nabij het Rabot) ~ngekocht. In het gebouw zal een textielmuseum worden ingericht. (zie Vooruit 1.7.1976).
AANVULLENDE LEDENLIJST 966. De Wulf Al, Nieuwbrugstraat 70, 9000 Gent. 967. Moens R., Nekkersputstraat 63, 9000 Gent. 968. Moreels R., Eedverbondkaai 85, 9000 Gent. 969. Mw Dert R., Twee Dreven 37, 9830 Sint-Martens-Latem. 970. Spilthoorn R., Koninklijkelaan 30, 2600 Berchem. 971. Torfs A., Roeispaanstraat 29, 9000 Gent. 972. Premereur G., Molenwalstraat 24, 9030 Wondelgem. 973. Vanden Broecke E., Pieter de Keyserestraat 6, 9000 Gent. 974. Mw Colman-De Baets A.-M., Kasteelwegel 7, 9110 Sint-Amandsberg. 975. Mw De Clercq-Michiels D., Van Hultemstraat 126, 9000 Gent. 976. Vyncke¡ H., Savaanstraat 92, 9000 Gent. 977. Claeys G., Dr. J.O. De Gruyterstraat 14, 9219 Gentbrugge. 978. Sorgeloos, Magdeinstraat 11, 9000 Gent. 979. Huygevelt G., Elsakkerweg 28, 9830 Sint-Martens-Latem. 980. De Schepper J., Pussemierstraat 17, 9000 Gent. 981. Tricot J., Hofstraat 303, 9000 Gent. 982. BorreL., Abrahamstraat 30, 9000 Gent. 983. Mej. Hanus C., Hofstraat 84, 9000 Gent. 984. Sleurs J., A. Rodenbachlaan la, 9820 Sint-Denijs-Westrem. 985. Janssens A., Krijgslaan 192, 9000 Gent. 986. Mej. Serck Chr., Visserij 13, 9000 Gent. 987. De Mulder A., Kortrijksesteenweg 501, 9000 Gent. 988. Braec.kman F., Roosakker 9, 9000 Gent. 989. Vermeiren, Sint-Lievenslaan 19, 9000 Gent. 990. Mej. Musschoot Chr. K.L. Dierlexstraat 21, 9000 Gent. 991. Mej. De Rycke E., Bolwerkstraat 5, 9000 Gent. 992. Provinciale Bibliotheek en Cultuurarchief, Kon. Leopold 111 laan 41, 8200 Brugge 2.
236
(Bijlage bij Ghendtsche Tydinghen Januarinummer)
DEKL ...
'k Zei aan mijn wijf eens met verdriet, 'k En vind geen stof meer voor een lied, Of klucht aaneen te stooten; (bis) 'k Vaag al uw liedjes aan mijn kont, Dicht van den bok zijn kl ... (bis) Daarmee die wist ik nu toch iet, Ik pak een pen en schreef subiet, Wat koe en peerdenpooten; (bis) 'k Was wed'rom welgezind en blij, Ik sloege daar op een, twee, drij, Een liedje uit mijn kl ... (bis) Ik was laatst op 'nen achternoen, Op 't ijs een wandeling gaan doen, Met kloefen aan mijn pooten (bis) Het ijs die lag zodanig glad, Mijn wijf die rolde op haar gat, En ik vloog op mijn kl ... (bis) Ik speelde laatst eenen soupé, En 'k smulde daar eens lekker mee, 'k Moest mêe mijn vrienden stooten (bis) Zij schonken mij gedurig wijn, Ik kreege daar nu toch fijn, Een stuk al in mijn kl... (bis) 'k Zag in de maneschijn een paar, Zij praatten lieflijk met malkaar, Hij ging haar nooit verstoaten; (bis) Hij zweerde 't meisje eeuw'ge trouw, Hij ging ze nemen voor zijn vrouw, Maar 't was voor haar te kl ... (bis)
De Fran~chman trok naar 't oorlogsveld, Om te gaan vechten 'lijk nen held, Om Frankrijk te vergrooten; (bis) Zij trokken spoedig naar Berlijn, · Maar toen zij kwamen aan de Rhyn, 't Was tegen hulder kl ... (bis)
Wanneer gij vraagt een pintje bier, Den baas bestelt u mêe plezier, Maar let wel op zij~ pooten; (bis) Uw glas is bijna vol mêe schuim, Daarbij een bomke van 'nen duim, Hij kan goed menschen kl ... (bis) Vreest geen gevaar gij jonge jeugd, En laat de glazen vol van vreugd, Tegen malkander stooten; (bis) Al preekt de paster nog zo fel, En dreigt hij met het vuur der hel, 't Is al voor ons te· kl... (bis) Om voor zijn zonden te voldoen, Moet 't boerke een offrande doen, Van beesten klein en grooten; (bis) De paster heeft het zo gepreekt, Al wat hij in zijn renne steekt, Dat slaat hij in zijn kl... (bis) Gij mannen past op uw vrouw, Stelt in den biechtstoel geen betrouw, Nog in den priesters pooten; (bis) Alleest hij in ne kerkenboek, Hij heeft ook liefde in zijn broek, En streeken in zijn kl... (bis) 'k Heb geen soldaten meer vandoen, Zoo sprak de paus met veel fatsoen, Vertrekt maar met de booten; (bis) En laat mij toch een beetje g'rust G'hebt lang genoeg mijn- voeten gekust, Kust nu een beetje mijn kl... (bis) K. WAERI
GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tij~schrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V .Z.W.. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent Sde Jaargang, nr. 6
15 november 1976
Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumhien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. V erbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaÏSstraat 235, Gent Secretariaat : Maisstraat 235, Gent. Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr . .per jaar • INHOUD
blz.
Gent in1851
241
Het eerste dodelijk vliegtuigongeval in ons land
256
Het feest liep uit de hand
260
Hippoliet Van Peene
263
Tafke 't zandboerke
269
Wie puzzelt er mee ?
272
Den goeden oudèn tijd
274
Bibliografie
275
Aanvullende ledenlijst
279
Inhoudstafel1976
281
Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage. Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.
WAARDE LEDEN, Met dit nummer eindigt de vijfde jaargang van ons tijdschrift. Een normale jaargang telt ongeveer 240 bladzijden; de huidige jaargang¡ telt 288 bladzijden. Dit nummer bevat een personenregister op de vijf jaargangen. Einde volgend jaar volgt een trefwoordenregister en over twee jaar een plaatsnaamregister. Alzo zullen de lezers gemakkelijker ons tijdschrift kunnen raadplegen. De lezers kunnen vaststellen, dat we onlangs het duizendste lid hebben ingeschreven. Aan dit lid werd het boek "Het Gent van Geo Langui" overhandigd. Natuurlijk hebben we in de loop van ons vijf jarig bestaan een aantalleden verloren. Einde vorig jaar hadden we 719 effectieve leden; het ledenaantal is thans aangegroeid tot 874, er is dus een winst van 155 leden. De Raad van Beheer meent hieruit te mogen besluiten, dat Ghendtsche Tydinghen aan een behoef te voldoet en een ruime belangstelling blijft genieten. We vermoeden, dat ons tijdschrift gelezen wordt door ongeveer 3500 personen en we zijn er zeker van, dat over enkele jaren een aantallezers het zullen betreuren, dat ze geen abonnement op Ghendtsche Tydinghen hebben genomen. Dit jaar wil de Raad van Beheer in de eerste plaats de talrijke .medewerkers bedanken, die gedurende vijf jaar voor de nodige kopij hebben gezorgd. Dank zij hen kent Ghendtsche Tydinghen een groeiend succes. We weten, dat ze nog veel te vertellen hebben en we zijn ervan overtuigd, dat Ghendtsche Tydinghen verder op hun gewaardeerde en belangloze medewerking zal kunnen rekenen. Tevens dankt de Raad van Beheer al de leden alsook de Gentse pers voor hun warme belangstelling. Voor de jaargang 1977 is de leeskaft reeds behoorlijk gevuld. We vermelden onder meer : de Gilde van Sint-Sebastiaan en de schouwburg van Gent, de Sint-Lievenspoort te Gent, de Gentse donkere putten, enkele biografieÍn, Gent van 1852 tot 1857, de wonderdokter Drieske Nijpers en enkele oude Gentse liedjes. Niettegenstaande de nog altijd stijgende prijzen blijft het lidgeld voor 1977 onveranderd; dit is mogelijk door het ledenaantal. We zijn er van overtuigd, dat al de leden dit zullen waarderen. Met dit nummer ontvangt U een formulier, dat kan gebruikt worden
238
voor een overschrijving of storting. Bij het begin van het jaar staat de Heemkunidge en Historische Kring Gent voor grote uitgaven : aankopen van de omslagen en drukken van de kaften voor het ganse jaar, alsmede de drukkosten voor het januarinummer. We durven er dan ook op aandringen nog deze maand de bijdrage voor 1977 te storten.Alzo steunt U de H. en H. Kring Gent en is het ons mogelijk nauwkeuriger de oplage te bepalen. Om te eindigen wensen we al onze lezeressen en lezers een vrolijk
Kerstfeest en een voorspoedig 1977. 1. Betaal uw bijdrage reeds in november. Uitgesteld is vlug verge-
ten. 2. Vul duidelijk NAAM en ADRES in en dit op de BEIDE delen van het formulier. Vermeld uw lidnummer. 3. De lidkaarten worden verzonden met het januarinummer. 4. Indien voor een derde betaald wordt, vermeld dit duidelijk in de mededeling onderaan._ 5. Het formulier kan gebruikt worden in h~t postkantoor, voor het postcheckanibtón banken en finandële instellingen. "
.
-
-
OP ZONDAG 28NOVEMBER OM 10U15 INDE ZAAL-VANDE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS VOORDRACHT DOQR DE HEER M. MEIRESONNE OVE~ 'JACOB VAN ARTEVELDE'. OM GEVOLGTE GEV:~N !\AN TALRIJKE AANVRAGEN :ZAL DEKLANK,EN KLEURDIAMONTAGE OVER "DE GENTSE BEGIJNHOV:~N" DOOR DÈ;HEER VAN DAMME OPNIEUW VOORGESTELI) WORDEN OP VRIJDAG lÓ DECEMBER 19U45INDE VOORDRACHTZAAL VAN DE KREDIETBANK, KOUTER TE GEN'I:_,c OP ZONDAG 19 DECilldllgR OM 10 U,30 GELEID B'E~OEK AAN DE TENTOONSTELLING "GRAVEN NAAR GENTS VERLEDEN" IN HET CENTRUM VOOR KUNST EN CULTUUR, SINT-PIETERSPLEIN, GENT. Gezien het aantal deelnemers beperkt is, moeten we de leden, die aan het bezoek wensen deel te nemen, verzoeken zich te laten inschrijven op zondag 5 december in Het Damhert, Koornmarkt (10 U tot 11 U 30) of op vrijdag tijdens de voordracht in de Kre dietbank. ·-·------------------------------------------------~
240
GENT IN 1851
1851 : het eerste jaar van de tweede helft van de negentiende eeuw. De industriële revolutie heeft het gelaat van Gent reeds duidelijk getekend met zijn tientallen textielfabrieken, zijn honderden beluiken en zijn proletariaat. Toch zijn nog vele instellingen, gebruiken, reglementen, levensgewoonten en toestanden de weerklank van de achttiende en zelfs zeventiende eeuw. De tweede helft van de negentiende eeuw zal een versnelling van de geschiedenis vertonen, eerst nog traag, maar naar het einde van de negentiende eeuw toe, in versneld tempo. De eerste internationale tentoonstelling gehouden te Londen in 1851 is meer dan een symbool voor de opgang naar de moderne tijd. Volgens het Jaarverslag van de stad Gent telt Gent 109.913 inwoners. In werkelijkheid zullen er vermoedelijk ongeveer 105.000 geweest zijn. 4 januari : In de gemeenteraad deelt schepen De Pauw me.de, dat aan het stadhuis voetpaden zullen aangelegd worden. In de stad zullen rekening houdend met de beschikbare kredieten urinoirs worden geplaatst. Het ·principe van het bouwen van een slachthuis· wordt aangenomen. Er wordt ook een toelage van _.100;;.000 :fr" ·göed~keurd aan de kerkfabriek voor de bouw van de St.-'Annakerk,.sonLte verdelen over vijf jaar. De raming van de bouwwerken beloopt 300.000 fr.; de staat en de provincie verlenen de overige toelé!-gèn. 25 januari : De gemeenteraad keurt de aankoop goed van een stuk grond van het Bestuur van de Burgerlijke Godshuizen voor 24.660 fr. De grond is gelegen naast het Begijnhof in de Lange Violettenstraat · en is bestemd voor de bouw van een rijschool. · Na een grondige bespreking wordt het plan voor de verbinding van het spoorwegstation met het stapelhuis goedgekeurd. De werkèn zullen een uitgave vergen van 435.000 fr. De staat verleent een toelage van 235.000 fr. en leent aan de stad 200.000 fr., bedrag dat met tien aflossingen van 20.000 fr. moet terugbetaald worden. 31 januari : Heden overleed Robert Helias d'Huddeghem; hij was 59 jaar oud. Helias d'Huddeghem was oud lid van het Nationaal Congres, voorzitter van het beroepshof te Gent en gemeenteraadslid. De begrafenisplechtigheid had plaats in de Sint-Annakerk, die gelegen was in de Lange Violettenstraat. In hun verslag wijzen verschil241
lende kranten er op, dat de Sint-Annakerk werkelijk te klein is geworden voor de thans volkrijke wijk. Voor de mis werd aan de armen brood uitgedeeld. 8 februari : De gemeenteraad bespreekt de bouw van een nieuwe toren op het Belfort. Schepen de Pauw . wijst er op, dat het Belfort het symbool is van de gemeentelijke vrijheden en van de gemeentelijke macht. Er waren drie mogelijke oplossingen: herbouwen in hout - het bezwaar is, dat hout niet duurzaam is, een plan van 1845 voorzag het herbouwen in steen - alhoewel het gebouw nog voldoende sterk is, wordt er toch op gewezen, dat een stenen toren een gewicht heeft van een miljoen kg. Het derde voorstel - het bouwen van een ijzeren toren wordt goedgekeurd. De raming bedraagt 154.220 fr. Uit een bespreking in verband met twee particuliere schoolmeesters, die gevestigd zijn op Meulestede, blijkt dat het gehucht Meulestede op een km. ligt van de Sassepoort en dat 's winters de weg naar de stad werkelijk onbegaanbaar is. Woensdag 19 februari : De straten rond het stadhuis zijn getuige geweest van een vrij woelige dag. Van de ene kant hadden vijftig paren besloten van de laatste week voor de 1853 vasten gebruik te maken om in het huwelijk te treden. De vigilanten en koetsen met stijve en afgereden rossinanten vormden een lange rij langs de Hoogpoort en voerden de bruidegoms met hun nieuw "ploenjen", de bruidekens met hun linten en bloemenmutsen en het jubelend gevolg door de stad. Van de andere kant had men de loting. Een kluchtspeler had een zevental orgelmans besproken, die hem aan het stadhuis moesten opwachten. Hij had hun een goede "daghuur" beloofd als hij er zich uittrok.
242
Hij verscheen aan het portaal en riep dronken van blijdschap en nog meervá.Q de uit~et "Ik ben er uit ! ". Het gelukkig nummer werd op zijn klak vastgell!aakt. De zeven orgeldraaiers begonnen hun deuntjes te spelen ~n de iegestoet stapte op, de orgelmans achter elkaar en achteraan de lotelirig. Het was een ware cacofonie van galops, walsen en polka's en daar achter onze zwijmelende en stronkelende held. Zondag 23 februari : Heden had de stichtin~verga.dering van het Willemsfonds plaats in het lokaal van "De Tael is gansch het Volk", Hotel van K'!rtrijk op de Poel: Het doel van het fonds is de ondersteUning van de Vlaamse taal en letterkl.!flde. Voorzitter werd baron Jules de Saint.:.Genois (1813-1867). Onder de· ov:eiige.stichtende leden treffen w~ aan Kervijn de Volkaersbeke, voorzitter van de Melomanen, Frans Rens (1805-1874} voorzitter van ''De Tael is gansch het Volk"; Ferd. Snellaert (1809-1872) Heremans (1825-1884) leraar atheneum en Degerickx. Bijna allen waren lid van "De Tael is gansch het Volk". Even willen we er aan heriniteren, dat in -1976. de ho.Q.der~vijfentwintigste ~verjaring van de sdchting ~an het Will~tr1stonds werd herdacht. --'
_,
24.fehruari. _: Op m~fan#g 24f~bt# vv:e:rd de t()n:eekpeler Micheau uitg~fl9t~n,_ wairn:a hij w~~rdé:~er~er fe spelen, -De vol~tmde woensdag wer~. hifopnieU:w -tritgejouwc:L Hij_ weiietge-~ oRnieaw verder te spelen. onze :trtist werd~jtu àart~ouden eit in d~ Mal:Jlmelokker
·
· oP:g~oten:. ~:?
-·
·
-
#1ncbg ~-~~~ : 's.~()t:g~.Q.S.heeft 1n het Sint-Báafshotel-e~n_'brqod~ uitdelitig;aaii de arni~n_"pl:iats door het K~izersg~nóotschap. De' win-
tert~p:~oqiistéllirig van;Blo.eiJteii en planten wordt gè.open<J : erAjll,- · -~elia's, azalea' si arnaryJiSsen, pälttJ.oorn:en, varens-.~·~ Náimdda~ , ~ trekr~en,: c~falêa~: dpof:destad. _fn· de ·optocht koinen eén ·à.ànta:l··· · _voörs_tel_ljngétLriaar- de ~s~derij ''De Vlaamse BöerenkermiS., van . TenA~rs~~ V.ölg..eits de G~~ette yari. Gent is d~ çavalcade.pr-achti,iei .dan de'~torlSclle
stoet
van··r.s~9~
··
-
- ·
29 maart : De gemeenteraad keurt de aanbesteding voor het bouwen van de rijschool voor 63.968,83 fr. goed. Het plan werd getekend door architect Roelandt. Boven de poort bevindt zich een bas-reliëf, dat een paardente~mer voorstelt en het werk is van De Vigne-Quyo. Tevens keurt de raad het bouwen van serres in de botanische tuin goed. (uitgave : 25.903,87 fr.)
243
Huis Saceghem in de Drapstraat Uit een verslag, waarbij de oprichting van een bewaarschool wordt goedgekeurd, ontlenen we : "L'expérience a prouvé que pour arracher la classe des prolétaires à l'état d'abjection dans lequel ils se trouvent encore trop généralement plongés, il importe avant tout de s'occuper de leurs enfants pour les soustraire à l'entrainement
244
des mauvaises exemples, pour prévenir les impressions du mal, si vives à eet age et pour les entourer des soins que la position de leurs parents ne permettent pas de l~ur accorder". 30 maart : De Gazette van,G~nt deeltmede, dat in juni de vermaar-
de verzameling van schilderijen van wijlen Th. van Saceghem zal verkocht worden. Van Saceghem woonde in de Drapstraat 34 en was lid geweest van de senaat.-Op 11 april zal deGazette van Gent meedelen, dat de verzameling uit de hand werd verkocht voor 200.000 frank aan een zekere Nieuwenhuyse, een Parij~enaar die te Brussel verbleef. "Daarmede is Gent van het enige kabinet van oude meesters, dat onze stad nog beiat, Geroofd geworden" schrijft de Gazette van Gènt, die deze verkoop bijzonder betreurt. Te Gent zîjxr'reeds vijf kerk€m met gas verlicht. Over kort zal ook de Sint-Baafskerk een gasverlichting krijgen. -
.
16 april : Heden werd të Gent de "Maetschappy voor Natuerlyke Historie" gesticht. De dierentuin had een oppervlakte van 50.400 vierkante meter. Het gro9t paviljoen -werd ontworpen door architect A. Pauli. "Le Jardin Zoóiogique est, avee le Casino, Ie lieu de réunion favot,j: de la }?o~geoisie Gantoise" schreef Willem Rogghé in zijn "Guide Historiquè et Topograph1que de la ville" in 1883. .
.
-
20 april : Deze week ·begon men met de afbraak van een bastion van liet oud Spànja.at;d.kasteel. Ook de aardewerken voor de aanleg van. de- dierentuin~zijn -bègonnen. 3 mei : De gemeenter~d keurt de aankoop goed van een windmolefi gelegen in het Sp<lil1jàard kasteel. De koopsom~bedraagt 18~{)00 fr. 14 mei : Art- 22__.y~ut~~t regleme~t van 2Ó mei l84 3 bepaalde, dat op· het kanäal vátî:Tem~~én de stbomvaàrt verboden was. Op 24 april 1851 werd in pen H~g eeri conventie ondertekend, waarbij:~ art. 22 werd- ge!l_ijZig~ en \Vaardoor dè stomuvaart van stoomboten met: schroef worllt -toegelaten, . . ._· ·16 mei : De repórter van -de Gazette van.Gent doet een wandeling door de stad~ Op vele Plaatsen worden werken tritgevoer~. In dè . Lammerstraa;t worden vecic~eidene nieuwe woningen gel>ouwd. In de Keizer l{~elstraat bouwt' :ffien de. prachtige poort van de fabriek Lousbergs. Dezè poort voimt thans de îngang van jongensschool . Keizer Karelstraat 14. In de Brabantdam werkt men druk aan de overdekte gang van het Polka-beluik, de Van der Doncktdoorgang
245
246
"de glazen straat" genoemd. 18 mei : Op de K~uter werd de kermiskiosk opnieuw opgesteld ten gebruike van de muziekkorpsen van het leger. Volgens de Gazette van Gent lijkt de kiosk op een grote vogelkooi. 24 mei : De verbreding van de Verlorenbroodstraat is noodzakelijk, onder meer om de weg van Akkergem naar het station te verbeteren. De financiĂŤle toestand van de stad laat echter niet toe thans de werken uit te voeren. Wel zullen een tweetal huizen, die thans te koop staan, reeds worden aangekocht. Gezien het nieuw reglement op de graanmarkt van 1850 wordt op verzoek van de graanmeters de jaarlijkse vergoeding, die ze aan de stad betalen, van 600 fr. op 400 fr. gebracht. Ook de pachter van de plaatsrechten op de Koornmarkt vraagt een vermindering en wel omdat van 1 juli tot 31 december 1850 3.202 hectoliter graan minder werd gemeten dan tijdens de overeenstemmende periode van 1849, dit als gevolg van het nieuw reglement. Er komt nog een verandering wat betreft het reglement van de lijnwaadmarkt, wĂĄar de functie van bankzetter wordt afgeschaft. Voornoemd reglement is betrekkelijk lang en zal in een afzonderlijk artikel moeten behandeld worden. De gemeenteraad keurt tenslotte nog de aanbesteding goed voor de bouw van de nieuwe Belforttoren. De toren zal herbouwd worden door de ftrma De Beer voor 157.380 fr. We willen er aan herinneren, dat de oude toren werd afgebroken in 1839. De ijzeren klokkentoren zal op het Belfort staan tot in 1912. Juni : De Gazette van Gent brengt uitvoerige verslagen over het proces voor het Assissenhof te Bergen in verband met de moord op Gustaaf Fougnies. (de zaak BocarhĂŠ) Onze krant publiceert een plan van het kasteel en de portretten van drie beschuldigden.
7 juni : De gemeenteraad b~spreekt de aankoop van het huis Maillard-Colson op het Steendam. Het huis is 706m2groot en de stad wenst hier een. tweede ingang voor de. botanische t~n aan te leggen. De botanische tuin werd aangelegd in de oude tuin van de Baudeloo-abdij in 1797 naar het plan van architect Pisson bijgestaan door B. Coppens, leraar in de plantenkunde aan de "Ecole centrale". De stad kan echter geen overeenkomst treffen met de eigenaar; Op 2juni 1852 zal het huis toch kunnen aangekocht worden voor 30~125 fr. plus de kosten.
247
22 juni : De Gazette van Gent merkt op, dat de bouw van het blindenhuis met de erfenis van Van Caeneghem blijft aanslepen. Op zondag 22 juni werd de tentoonstelling van schilderijen in de Arsenaalzaal op het stadhuis geopend. Er waren werken tentoongesteld van F. De Vigne, L. de Winne, Geirnaert, Wante, Kremer, F. De Braeckeleer, Verbaeekhoven alsook van Nederlandse en Franse kunstenaars. Genietroepen breken de oude vestingen van het Spanjaardkasteel af. Tijdens de Gentse feest werd door de maatschappij der regatten een Venetiaans feest ingericht met versierde en verlichte boten en met Bengaals vuurwerk. 4 juli : Heden overleed Martin Mengal, directeur van het conservatorium te Gent. (zie :G.T. Sde jg. blz. 38) 19 juli : Gemeenteraadslid Delehaye, die ook ondervoorzitter is van de Kamer, deelt mede dat de Minister van Openbare Werken, E. Van Hoorebeke, hem heeft beloofd, dat over kort het station behoorlijk zal worden afgesloten. 27 juli : Heden werd het nieuw lokaal van de maatschappij Union op de Kouter ingehuldigd. De maatschappij Union, gesticht in 1842, telt thans meer dan 700 leden. 1 augustus : De gemeenteraad keurt een schrijven aan de Minister van Openbare Werken goed. In dit schrijven wordt protest aangetekend tegen de aanleg van het kanaal van Bossuit, dat de Schelde met de Leie zal verbinden, daar dit nadelig zal zijn voor de stad Gent. Indien het kanaal toch zou aangelegd worden, verlangt Gent de volgende compensaties te bekomen : a )de aanleg van de¡ spoorweg Gent over Aalst naar Brussel (de verbinding met Brussel ging nog over Dendermonde en Mechelen) b )de verlenging van het kanaal van Schipdonk tot Heist en tevens het onbevaarbaar verklaren van het vak Deinze-Schipdonk. We stellen vast, dat het stadsbestuur hardnekkig de particuliere belangen van Gent verdedigt- men moet aan de tienduizenden arbeiders werk bezorgen -, maar geen oog heeft noch voor het nationaal belang noch voor de ontsluiting van zuid WestVlaanderen en van het Meetjesland. In werkelijkheid geeft het stadsbestuur hier blijk van behoudsgezindheid. 8 augustus : De stadshorloges stonden tot heden tien minuten voor op het uurwerk van het station. Sedert 1 augustus heeft men de uurwerken gelijk gezet. Het gevolg is, dat de eerste week heel wat reizigers hun trein hebben gemist. De Gazette van Gent is van oor248
deel, dat h·et stadsbestuur de bevolking had moeten verwittigen van deze verandering. 20 augustus : De bouwwerken van de overdekte Polka-gang vorderen snel. Het metselwerk is geëindigd en de mei werd geplant. De heer Van der Donckt spaart geen kosten om de "glazen gang" aantrekkelijk te maken. De architect is de heer Eykens. 24 augustus : Ter gelegenheid van Sint-Pieterskermis zal er op zondag 24 augu~tus i~. de guinguett~. "Het Patijntje" huiten de Kortrijkse poort een lmstemJk veldhafgratiS plaats hebben. Het orkest zal bestaan uit goede muzikanten. 's Avonds zal de tuin verlicht zijn en om negen uur zal Bengaals vuurwerk aangestoken worden. 14 september : De danszaal der Champs Elysées huiten de Brugse poort is in een kapel veranderd. Zondag aanstaande zal ze door de bisschop ingewijd worden. Alle zondagen zal men er dienst doen. 20 september : De gemeenteraad beslist, dat een octrooigracht zal worden aangelegd tussen de Sassepoort en de Neuse vaart -ter vervanging van de bouwvallige houten afsluiting. 27 september : Heden had er een verkiezing plaats voor de senaat. Over deze verkiezing moeten we toch iets meer vertellen. Sedert 184 7 was het liberaal ministerie Rogier aan het bewind met FrèreOrban als minister van Financiën. Reeds in 1848 had Frère-Orban een wetsvoorstel ingediend, waarbij successierechten in rechtstreekse linie zouden worden ingevoerd - deze belasting bestond nog niet om de staat de nodige geldmiddelen te- bezorgen om de economische crisis te bestrijden. Dit was natuurlijk niet welkom en de Kamer stelde voortdurend de behandeling van dit wetsvoorstel uit. In 1851 diende Frère-Orban opnieuw het wetsvoorstel in en na heel- wat geharrewar ·en amendementen werd het wetsvoorstel eindelijk goedgekeurd. De senaat echter, grotendeels samengesteld uit grootgrondbezitters, weigerde de_ wet goed. te keuren. De senaat werd op 4 september 1851 door de koning ontbonden. De verkiezingsstrijd ging dan ook om de successiewet. In de senaat zetelde voor het arrondissement Gent Frans Vergauwen sedert 1845. De gebroeders Vergauwen waren rijke grootgrondbezitters. Jean Vergauwen (17991881) zetelde in het Nationaal Cóngres en zal van 1855 tot 1863 senator zijn~ Frans Vergauwen (1801-188J) was kamerlid van 1831 tot 1839, senator van 1845 tot 1851 en later opnieuw senator van 1854 tot 1878. De gebroeders Vergauwen waren eigenaars van de 249
kranten Joumal des Flandres en Den Vaderlander. Ze behoorden tot wat men kan noemen "de liberaal katholieken". Hun bladen weerspiegelden hun opvattingen.Als grootgrondbezitter was Fr. Vergauwen tegen de successiewet. Maar er was nog een ander probleem. In 1850 was de organieke wet op het middelbaar onderwijs gestemd. Hierop volgde een scherp conflict tussen de regering en het episcopaat. Fr. Vergauwen als katholiek kon enkel de zijde van de kerk kiezen. Fr. Vergauwen werd geweerd op de liberale lijst en werd nu voorgedragen door de conservatieven. Van de 5.481 kiezers hadden 3.376 hun stem uitgebracht. De uitslag luidde : Liberalen : Grenier-Lefevre 2.038 stemmen verkozen Van Remoortere-De Naeyer2.037 stemmen verkozen Herry-Vispoel 1.824 stemmen verkozen Oppositie : Vergauwen Frans 1.554 stemmen : niet verk. Door aanhoudend kanongebulder werd de ganse namiddag de overwinning van de liberale partij gevierd. Dit politiek gebeuren zal nog een nasleep hebben in 1852. 1 oktober : Vente des antiquités et objets d'art qui camposent le cabinet de Jeu M.f. D'Huyvetter à Cand. Poterles néérlandaises du 160 siècle, verres de Vénise, émaux, plats de Bernard Palissy, vitraux peints, tableaux gothiques, sculptures, livres. De verkoping had plaats op 22,23 en 24 oktober. Er waren kopers gekomen van Londen, Parijs, Rijsel, Brussel, Regensburg. De Gentenaars Minard, Lippens en Lousbergs kochten enkele voorwer·pen. De verkoping bracht ongeveer 47.00 fr. op. De Gazette van Gent gaf een uitvoerig verslag over deze verkoping. 10 oktober : Ingevolge een brief van de bisschop aan de muzikanten, · die gelijktijdig in de schouwburg en in de kerk spelen, moeten ze kiezen tussen hun twee bedieningen. Dezelfde maatregel jegens de muzikanten, die in danszalen spelen. De muzikanten, die in de kerk spelen, worden nu gekozen onder de legermuzikanten. De muzikanten van de schouwburg hebben aan de Minister van Oorlog een petitie gezonden om hem te verzoeken de legermuzikanten te verbieden in de kerk te spelen. 15 oktober : De Zusters van Vineendus à Paulo, genaamd de grijze zusters, hebben zich buiten de Brugse poort gevestigd. Deze wijk telt thans ongeveer 8.000 inwoners, die allen tot de werkende klas behoren.
250
/
t
18 oktober : Het reglementin verband met de vismarkt en de verkoop van vis dagtekent van 9 april1818. In dit reglement komen een groot aantal artikels voor, die ontleend zijn aan het reglement van 18 september 1765. Al de' vis, die in de stad wordt ingevoerd, moet naar de vismijn worden gebracht en daar openbaar worden verkocht aan de visverkopers. De invoerders mogen zelf deze vis niet kopen. Zestien visverkopers hebben een schrijven gericht aan de gemeenteraad, waarin gevraagd wordt voornoemde bepalingen af te schaffen. Ze wensen, als ze vis invoeren, niet verplicht te worden deze vis in de vismijn te verkopen, wat toch niet logisch is, omdat de visverkopers alzo over geen vis kunnen beschikken. De visinvoerders richten ook een schrijven aan de gemeenteraad en vragen voornoemde schikking te behouden. Ze beweren, dat de visverkopers het monopolie over de vis wensen te bezitten; de visinvoerders zullen geen vis meer aanvoeren, gezien de visverkopers geen vis meer zullen kopen. Ook de 79 kleine visverkopers vragen het behoud van dit reglement. De gemeenteraad is van oordeel, dat de bezwaren van de visinvoerders niet gerechtvaardigd zijn en besluit, dat de visverkopers die vis invoeren, niet verplicht zijn hun vis in de mijn openbaar te laten verkopen, waardoor ze over hun koopwaar vrij kunnen beschikken. Aan het reglement op de octrooirechten wordt een regel toegevoegd : verse vis niet voor de mijn : 0,10 fr. per kg. voor hQeveelheden boven de 50 kg; en 0,15 voor mindere hoeveelheden. 28 oktober : Vandaag heeft de verkiezing plaats voor de vernieuwing van de helft van de gemeenteraad. Op 22 oktober had het liberaal kiescomitÊ een kièsmanifest verspreid en werd een vergadering ge-: houden, waarop de kandidaten werden aangeduid. Twee dagen later verschijnt een. tweede lijst van kandidaten, thans voorgedragen door de maatschappij Union en de :8urgermaatschappij. Een vergelijking tussen de beide lijsten toont aan, dat ze op enkele namen. na praktisch gelijk zijn. De Gazette van Gent weet i:e vertellen, dat de kandidaten van de Union-lijst zich verbonden hebben Vlaams te spreken in de gemeenteraad. Het is toch bespottelijk, schrijft onze krant, dat de belangen van een Vlaamse stad in "vreemde frasen" worden verdedigd. Op 3.127 kiezers hebben 1.612 aan de stemming deel genomen. De liberale lijst behaalde al de zetels. Hier enkele namen van verkozenen : Jules de Saint-Genois, Dubois, Guislain, Antheunis, Neyt. Snellaert, die niet voorkwam op de liberale lijst, maar wel op de lijst Union, kreeg 425 stemmen en werd dus niet- verkozen. 31 oktober : Bij Peeters, koopman in kant in Onderbergen 30 is
251
een kleed in kant tentoongesteld, dat bestemd is voor het bruidskleed van de prinses van Pruisen. Het kleed versierd met prachtige kanten bloemen is gemaakt in een gesticht te Oosterzele; de tekening is van de Gentenaar Ossola. 1 november : Door het Ministerie van Openbare Werken werd een aanbesteding uitgeschreven voor de levering van timmerwerk, meubels, behang en schilderwerk voor de voltooiing van het ontvangstsalon van het station. 14 november : Gisteren heeft het geniekorps een deel van de oude vestingswerken van het Spanjaardkasteellaten springen. 15 november : De gemeenteraad bespreekt de broodprijzen. We krijgen interessante inlichtingen over het brood te Brugge, Brussel, Antwerpen en Luik. Hieruit blijkt, dat de samenstelling van het brood in de steden verschillend is waardoor de prijzen niet vergelijkbaar zijn. Te Gent worden 100 kg ongebuildÊ broden gebakken uit een hectoliter graan; wat het. gebuideld brood betreft worden te Gent slechts 70 kg. brood gebakken uit een hectoliter graan. 28 november : Voor het assissenhof te Gent wordt een zekere F .C., 45 jaar oud en wonende te Gent, die in de nacht van 11 op 12 december 1850 vrijwilleg een hooiwagen in de Lange Meirinbrand heeft gestoken, ter dood veroordeeld. 3 december : In de herberg La Concorde op het Sint-Pietersplein werd een nieuw soort biljart geplaatst, gemaakt door het huis Kohaut-Drieghe in de Rode Torenstraat. 4 december : De Gazette van Gent publiceert een bijzonder nummer ¡gewijd aan de staatsgreep van Louis Napoleon van 2 december, waardoor het tweede keizerrijk wordt uitgeroepen. 13 december : De gemeenteraad brengt een kleine wijziging aan het reglement op het ruimen, dat dagtekent van 31 januari 1804. Het wordt slechts toeglaten te ruimen na elf uur 's avonds van 1 november tot 30 april en na halftwaalf van 1 mei tot 31 oktober. De gemeenteraad bespreekt ook de bouw van een krankzinnigengesticht voor mannen. Het is wenselijk vooraf iets over de verpleging van de krankzinnigen te vertellen. In 1220 werd te Gent het eerste gesticht voor krankzinnigen opgericht in het Sint-Janshospitaal, opgericht in 1196. Dit gesticht werd later Sint-Jan in d'Olie of SintJan ten Dulle genoemd. In 1505 werden de krankzinnige vrouwen 252
overgebracht naar de Korte Viollettenstraat in het gewezen klooster van de·Bogaarden, gesticht in 1413. Vandaar de naam Zottepoort aan de HoutleL Dit gesticht zal hier blijven tot zijn overplaatsing naar Melle. De krankzinnige niannen verlieten Sint-Jan ten Dulle in 1776 en werden nu ondergebracht in een deel van het Geraard Duivelsteen, dat gediend had als gevangenis en vrij gekomen was na de bouw van de gevangenis op de Coupure. De krankzinnigen verbleven in het oud Rasphuis tot 1828. In dit jaar waren de bouwwerken van de drie overige vleugels van de gevangenis op de Coupure geëindigd en de gevangenen, die in het klooster der Alexianen waren opgesloten, verhuisden naar de Coupure. De krankzinnigen werden overgebracht naar het voormalig klooster der Alexianen, ook genaamd Cellebroeders of Schokkebroeders. Het bleek onmiddellijk, dat het gebouw niet geschikt ~as voor zijn huidige bestemming. In Het "Rapport relative à la construction d'un établissement pour les hommes aliénés" van 1851 lezen we : "En effet, l'espace manque complétement dans ce local; il n'équivaut pas à la vingtième partie du terrain exigé. Les batimeuts sont entourés d'habitations et ne sont pas susceptibles du moindre agrandissement. La lumière ne pénètre pas dans cette sombre prison. Les cours ressemblent à des puits, à des fossés, ou les rayons du soleil n'arrivent que pendant deux mois de l'année lorsque les jours sont le plus longs. Le plus grand nombre des malades couchent dans des caveaux huinides. Partórit l'air est sans drculation, partout il y a encombrement. Les cellules qui servent à !'isolement des aliénés agités ne sont à proprement parler, que d'horribles cachots." In 1851 werden er ongeveer 200 krankzinnigen "verpleegd", waarvan 105 ten laste van het bestuur der Burgerlijke Godshuizen. De zieken werden verzorgd door de Broeders van Liefde onder de leiding van dokter Guislain. Jozef Guislain werd geboren te Gent op 2 februari 1797 en werd dokter in de geneeskunde te Gent in 1819. Reeds onmiddellijk betuigde dokter Guislain belangstelling voor de verzorging van krankzinnigen en in 1825 verscheen zijn werk "Traité sur l'aliénation mentale". In 1828 werd hij dokter van het krankzinnigengesticht. In 1835 werd hij hoogleraar aan de Gentse universiteit. Aan voornoemd rapport, dat zeker van de hand is van dokter Guis253
lain, ontlenen we nog het volgende : "Il n'échappera pas à votre sagacité, Messieurs, qu'en dehors de l'obligation qui incombe aux administrations d'entourer les aliénés indigents des soins que réclame leur état, il est aussi du devoir de ces administrations de favoriser le rétablissement de ces malades, si l'on veut éviter une accumulation d'hommes devenus incurables." De gemeenteraad keurt het voorstel van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen goed. Op een terrein buiten de Brugse poort, dat eigendom is van de Burgerlijke Godshuizen zal een nieuw gesticht gebouwd worden. Prof. Guislain stelde de beschrijving van het gebouw op; de plànnen werden getekend door A. Pauli. Een probleem moest nu nog opgelost worden, nl. de grootte. Indien enkel zieken, die woonachtig zijn te Gent, zouden opgenomen worden, was een gesticht voor 150 patiënten voldoende. Indien echter ook zieken van buiten Gent worden opgenomen, moet men ruimte voorzien voor ongeveer 400 patiënten. Daartoe moet nu onderhandeld worden met de staat en de provincie. Hierdoor zal de verwezenlijking nog enkele jaren aanslepen. Dank zij de bekommernis en de ijver van dokter Guislain werd het nieuw gesticht gebouwd, dat als een modelinrichting mag beschouwd worden en later naar hem werd genoemd. Prof. Guislain woonde in het Engelandgat 15. Hij overleed op 1 april 1860. Zijn standbeeld, werk van Hambresin, werd ingehuldigd op 10 juli 1887. 14 december : Een eerste brooduitdeling van duizend broden heeft plaats in het Minard-koffiehuis door een menslievende kring. Ook in de Groene Hond bij het stadhuis heeft een brooduitdeling plaats. 22 december : de Kerckhove- de Denterghem, burgemeester van Gent werd tot liberaal senator verkozen met 853 stemmen op 1030 ter vervanging van Van Remoortere,die het mandaat niet heeft aanvaard. 1851 is ten einde. Onderzoeken we even de schommelingen van de prijs van het brood.
4 januari 14 februari 21 maart
Gebuild 35 c. 34 c. 34 c.
Ongebuild 27 c. 26 c. 26 c.
Rogge 15 c. 15 c. 15 c. 254
18 april 23 mei 20 juni 25juli 5 september 3 oktober 31 oktober 5 december 26 december
Gebuild 34 c. 35 c. 35 c. 35 c. 35 c. 35 c. 35 c. 36 c. 36 c.
Ongebuild 26 c. 26 c. 27 c. 27 c. 26 c. 26 c. 25 c. 28 c. 29 c.
Rogge 16 c. 17 c. 16 c. 16 c. 15 c. 15 c. 15 c. 18 c. 18 c.
Het Liefdadigheidsbureau heeft 4.201 gezinnen met 17.324 personen gesteund plus 629 gezinnen met 2.516 personen, die tijdelijk werden geholpen. In totaal dus 19.840 of 18,05 o/o van de bevolking. In 1850 bedroeg dit percent nog 32,5 o/o. We stellen dus een sterke vermindering van het aantal behoeftigen vast en wel voornamelijk bij de tijdelijk hulpbehoevenden. In uitvoering van het reglement van 3 augustus van 1850 op de beluiken werden door het toeziehtscomitĂŠ 619 beluiken bezocht in 1851. Acht beluiken werden _onbewoonbaar verklaard en afgebroken; 362 beluiken waren in overtreding met de reglementen; 104 weerspannige eigenaars moesten voor de rechtbank worden vervolgd.- Tenslotte hebben 203 eigenaars de nodige verbeteringswerken laten uitvoeren op verzoek van de commissie. In de Donkersteeg, Sterrestraat, Korte Dagsteeg en op een deel van de Koornmarkt werden voetpaden aangelegd. In de Veldstraat konden nog geen voetpaden aangelegd worden, gezien de Veldstraat een rijksweg is en de toelating moet verleend worden door het ministerie van openbare werken. In vergelijking met de vorige jaren -de zwaarste crisĂŽsjaren, die Vlaanderen en Gent ooit gekend hebben- is 1851 een nieuw geluid. Grote openbare werken zullen worden uitgevoerd. Zeker is er nog veel armoede en ellende; zware jaren staan nog voor de boeg. Toch komt er beterschap op vele gebieden, wel traag, ja zeer traag, maar er is ook zo enorm veel te doen. M. STEELS
255
HET EERSTE DODELIJK VLIEGTUIGONGEVAL IN ONS LAND
De lezers weten, dat de gebroeders Orville en Wilbur Wright de eerste waren, die een benzinemotor van 24 PK. in een vliegtuig bouwden en daarmede op 17 december 1903 een geslaagde vlucht van 250 meter maakten in Amerika. Dit voorbeeld kreeg natuurlijk ontelbare navolgers. Henri Parman, geboren te Cambrai in 1872, werd eerst autopiloot en won een tweede prijs in de wedstrijd Parijs-Wenen. Daarne kreeg hij belangstelling voor de luchtvaart. Op 13 januari 1908 won hij de Deutsch-Archdeacon prijs van 50.000 goudfrank, uitgeloofd in 1904 voor de eerste vlucht van een km. in een gesloten kring. Bijna dagelijks stonden in de kranten van die tijd berichten over vluchten van Parman. Begin mei 1908 nodigde de Aeroclub der beide Vlaanderen Parman uit om te Gent vliegdemonstraties te geven. Op 12 mei was Parman te Gent. Men reed met hem per auto naar het Sint-Denijsplein. Parman vond de grond te zandig en het plein te klein voor de demonstraties. Dan reed men naar de haven. Het Groot Dok was reeds aangelegd. Er naast lag een terrein van 140 ha., twee duizend meter lang en ongeveer 700 meter breed met harde grond. Tussen haakjes : de darsen waren nog niet gegraven; de noordelijke darse zal gegraven worden van 1908 tot 1913, het uitgraven van de middendarse zal beginnen in 1910 en de aanleg van de zuidelijke darse zal eerst in 1927 aanvangen. Parman vond het terrein zeer geschikt. Gent werd aldus de eerste stad na Parijs, waar openbare vliegtuigdemonstraties werden gehouden. De toegang tot het terrein werd bepaald op twee frank. Door de zorgen van de Aeroclub werden op zaterdag 23 mei en de volgende dagen "cinematografische beelden ¡in verband met het vliegtuig van Parman en zijn vluchten op doek geworpen" op de Kouter. De vertoning was kosteloos en was bedoeld om belangstelling te wekken voor de komende demonstraties. Dat op de Kouter duizenden nieuwsgierigen samenstroomden is begrijpbaar. Op maandag 25 mei kwam het gedemonteerd vliegtuig van Parman per spoor aan uit Parijs. Drie mecaniciens monteerden het toestel. Het geraamte was uit essenhout en overdekt met gevernist weefsel; de schroef had 2,10 m. als diameter; de motor, een Antoinette, was een achtcilinder van 50 PK. en woog 80 kg. De Gazette van Gent publiceerde op 23 mei een bijblad geheel aan Parman gewijd. Reeds op dinsdag 26 mei begonnen de proefvluchten. De eerste 256
vlucht : op ongeveer 0,70 m. tot 1 m. hoogte en zestig meter ver; tweede poging : zelfde hoogte en 100 m. ver; derde poging : op 3·m. hoogte en 278 meter ver : duur 35 seconden, waarvan 28 seconden vlucht. Woensdag 27 mei : 's morgens twee proefvluchten; een van 90 m. en een van 400 m., beide op een hoogte van drie tot vier meter. 's Namiddags : een vlucht van ongeveer 1.750 m. op 3 tot 4 m. hoogte en met een snelheid van 60 km. per U:ur. Deze vlucht wekte grote bewondering van de aanwezigen. Daarna vloog Parman terug naar zijn vertrekpunt. Door het winderig weer kwam de volgende vlucht eerst op zaterdag 30 mei. Die dag won Parman de prijs Charron van 2.000 goudfrank voor de eerste vlucht van. duizend meter met een medereiziger aan boord. Parman vloog 1.241 meter ver. Op zondagvoormiddag opnieuw geen vluchten door te veel wind. 's Namiddags was het plein zwart van het volk. Parman deed nog enkele vluchten : een vlucht van 54 seconden over een afstand van 1.1oo meter en op dertien meter hoogte en nog een vlucht met een passagier. Deze passagier was Juffr. Van Pottelsberghe de la Potterie. Ze was de eerste luchtreizigster in ons land. Na nog enkele vluchten op dinsdag werd Parman 's avonds door de Aeroclub ontvangen in de Roeher de Cancale. Op woensdag 3 juni werd het vliegtuig gedemonteerd en ingepakt en naar _Parijs_ verzonden. Op 6 juli 1908 zal Parman de Armengoudprijs van 10.000 fr. winnen voor de eerste vlucht van een kwartier. Parman begon nu zelf toestellen te bouwen en zou met zijn, broers tijdens 4e eerste wereldoorlog te Billancourt het grootste vliegtuig-industriebedrijf leiden in Frankrijk. Natuurlijk was Parman een van de onderwerpen, die behandeld werden in de revue "Zijde nie wel dan ? " gespeeld in het nieuwe circus in 1909. De teksten van de revues waren gedeeltelijk in het Frans en in het Nederlands; er waren echter slechts Franse liedjes in yerband met Parman : "Farçeman" en "Pourquoi je n'volai pas?" Hierbij toch het eerste lied en het derde kouplet van het tweede lied. . FARÇEMAN C'est moi.Farç'man; l'aêronaute L'aéronaute sans pareil. Je connais les hauteurs les plus hautes Je voqu' de la lune au soleil. A-Gand tout Ie monde m'acclàme 257
On dit de moi y a pas d'erreur Cet homme la peut s'passer de réclame C'est Ie roi des aviateurs ! Qui possède un aéroplan'? C'est Farçeman. Qui demeure souvent en panne ? C'est Farçeman. Qui guèr' tous les jours ne plane ? C'est Farçeman. Qui qu'attend souvent comme St.-Anne ? L'public de Farçeman ! POURQUOI JE N'VOLAI PAS ? Pour aeroplaner Sans risqu' de s'casser Ie nez Voici les conditions Qu'il faut : fait's attention Le del doit être pur Mais n'pas être trop pur Le temps doit être clair Mais n'pas être trop clair L'soleil doit être chaud Mais n 'pas être trop chaud Le vent doit soufleter A la fois des quatre cotés !
We zijn in 191 o; Te Gent bestaat heel wat belangstelling voor het vliegwezen. Zo hebben twee Gentenaars, de heren P. Eich en A. Ville een vliegtuig gebouwd en doen er proeven mede op het SintDenijsplein. In België staan nu de vluchten van de Brusselaar Daniël Kinet in het midden van de belangstelling. Kinet was nu 25 jaar oud en een leerling van Farman. Einde juni 1910 kwam Kinet naar Gent; waar hij op het Parmanplein vliegdemonstraties zou geven. Het toestel van Kinet was een tweedekker, stelsel Farman met een zevencilinder als motor en een vleugeloppervlakte van 40 vierkante meter. Opnieuw was het weer niet gunstig en op 1 juli lezen we in de Gazette van Gent : "De luchtvliegers hebben te Gent weinig kans. Evenals Farman, heeft Kinet, die sedert de acht dagen dat hij 258
Vliegtuig van Kinet te Gent is, slechts twee. maal kleine vluchten kunnen ondernemen." Kinet hoopt de beker van de Aeroclub te winnen voor een vlucht op 300 m. hoogte. Op maandag 4 juli lezen we "Alhoewel gisteren en eergisteren aan het lokaal van de Aeroclub de zwarte vlag uithing, heeft Kinet die twee dagen toch gevlogen ." Op zaterdag waren twee vluchten : een op 30 m. hoogte, een tweede op 40 tot 50 m. hoogte, waarbij Kinet over bomen en huizen vloog. Op zondag : twee vluchten : een eerste op 50 m. hoogte, een tweede over de Muide , Sint-Amandsberg, de dokken, waarbij 40 km . werd afgelegd . Op maandag : twee vluchten; duur 12 minuten 20 seconden en 4 minuten 5 seconden. Dinsdag : twee vluchten : een van 11 en een van 14 minuten. Hoogte : 90 meter. Door het slechte weer zijn er
259
de volgende dagen geen vluchten. Zondag 10 juli : begin van de Gentse kermis. Reeds om zes uur 's morgens maaktKineteen eerste vlucht over Drongen en Mariakerke. Dan een tweede vlucht. Als derde vlucht zal Kinet naar Oostende vliegen langs het kanaal Gent-Brugge-Oostende en dalen op het strand voor de koninklijke villa. Het is 9 u 35. Kinetstijgt op, hij vliegt rond het plein op 15 tot 20 meter hoogte. Plots : ...... Kinet stuikt met zijn vliegtuig ten gronde. Kinet wordt overgebracht naar de kliniek van dokter Laroy op de Kasteellaan. Hier sterft Kinet op vrijdag 15 juli. Volgens Kinet was het ongeluk toe te schrijven aan een breuk van de kabel van de evenwichtsvleugels. Het was het eerste vliegtuigongeluk.in ons land. Kiriet was de elfde piloot, die zijn leven verloor bij een ongeluk. Hij werd begraven te Brussel. Op de Singel herinnert een gedenksteen aan het dodelijk ongeluk. Met dit verhaal zal het voor de jongere lezers ook duidelijk zijn, waarom men aan de haven de straatnamen "Vliegtuiglaan, Parmanstraat en Dan. Kinetstraat" aantreft. M. VAN GENT
HET FEEST LIEP UIT DE HAND ...
In het jaar 1787, tijdens het Oostenrijks bewind, kwam het land in opstand tegen de geplande bestuurlijke hervormingen van keizer Jo~ zef 11. Vooralin Vlaanderen en Brabant was de tegenstand bepaald groot. De gouverneurs der Nederlanden werden overstelpt met smeekschriften. Een deputatie van de Staten van Vlaanderen vertrok naar Brussel om het protest te overhandigen aan de landvoogden, de aartshertogin Maria-Christina en haar echtgenoot Albreèht, hertog van Saksen-Tesschen. Deze beloofden de intrekking der gehate keizerlijke edicten. De Gentse afvaardiging zond meteen aan het Stadsbestuur volgende tekst : "Hunne konincklyke Hoogheden, wiens goetheyt ende genegentheyt inexprimabel is, hebben ons naementlyk verzogt om d'omstelde geesten gerust te stellen soo veele mogelyk ende een ieder te versekeren dat sy geentsins en twyffelen of syne Majesteyt den Keyser sal alles goedkeuren en approberen. 260
Het nieuws van de herstelling der aloude gebruiken, zoals voor 200 jaar, veroorzaakte algemene vreugde in de stad. Toen de lOde juni de afgevaardigden uit Brussel terugkwamen, gingen duizenden stedelingen hen tegemoet, tot verscheidene mijlen buiten
261
de Keizerpoort. Een halve mijl van de stad genaderd, werden de paarden van de koetsen der afgevaardigden uitgespannen, en trokken de stedelingen zelf de rijtuigen tot binnen de poorten der stad. Aan de Keizerpoort werd de delegatie begroet door het geschut van een vaartuig der schippersnering. De stoet ging verder naar het stadhuis, waar het verslag der besprekingen aan de menigte werd voorgelezen. De triomfklok werd geluid. 's Avonds werd het belfort verlicht en de vier hoofdgilden boden de bevolking een "bal gratis" aan in de schouwburg van St.-Sebastiaan. De feestroes bereikte het hoogtepunt tijdens een groot feest op de Vrijdagmar kt, aan de bevolking aangeboden door 22 edelen. (12 juni 1787) Op~ 14 juni 1787 schreef de "Gazette van Gent" : "Verscheyde Heeren van onsen Edeldom deze heuchelyke gebeurtenisse noch meer willende vereeuwigen, hebben ten zeiven dage aen het Publicq een feest gegeven en op de Plaetse, gezeyd Vrydags-Merkt, laeten braeden twee alderzwaerste Ossen en zes Schapen, die onder het geluyd van onze Triumph-Klokken, het spelen van den Beyaerd en het losbranden van Geschut aen het Volk ten besten zyn gegeven, benevens zes duysend Braoden; ook hebben de gemelde Heeren rond deselve Merkt laeten plaetsen en voor het volk laeten aflopen twee stukken rooden Bourgogne en twee stukken witten Wyn en honderd tonnen bier, en dat al het Vleesch weg gehaeld en den Wyn en het Bier uytgedronken was, zyn alle deydele Vaten Stellingen en voorder Getuyg aen het Volk tot Roof gegeven ... De braspartij greep plaats rond het standbeeld van Karel V. Rond. het voetstuk had men een vierkante omheining gemaakt met schragen. Op de schragen lagen de vaten wjjn en bier. Binnen het vierkant waren grote putten gegraven, bedekt met ijzeren staven. Daarop werd het vlees gebraden. In zijn "Korten inhoud der Nederlandsche Geschiedenissen van 1496 tot 1794", geeft Franรงois De Laval een beschrijving van het feest : "Er ging meer wyn en bier verloren dan gedronken; de vaten liepen niet hevig genoeg, men sloeg de bommen in. Dan zag men de eene met kannen komen, andere met potten, nog andere met flesschen waarvan de kroppen afgeslagen waeren; met haeckers of glazen, dan sommige staken hunne hoeden 'omhoog en dronken uyt den tip; zelfs waeren er die hunnen schoen naer omhoog staken en andere hunne dubbel gevouwde neus-
262
doeken of sayette mutsen, om te kunnen zeggen van de algemene vreugd mede deelagtig geweest te zijn." De uitdeling van brood en vlees verliep evenmin zonder kleerscheuren en eindigde met de plundering van dĂŤ hele voorraad. Een bende drirtkebroers klopte aan bij de Bijloke en eiste onder bedreiging twee tonnen bier, geld en voedsel. Hetzelfde lot ondergingen de kloosters der Predikheren, Augustijnen, Vrouwebroeders en Cellebroeders. Het feest was reeds behoorlijk uit de hand gelopen, toen de Schepenen meenden dat het nu welletjes was : "Alsoo het deyn volk noyt content en is, zyn zy s'anderendags, door het uytdeylen van geit door de heeren Staeten, moetwilliger geworden, tot soo verre van te willen oproer maecken, dit nogtans sonder de minste redenen; ende syn gegaen in diversche cloosters ende hebben aldaer geit gevraegt, eten en drincken, tgone differente gedaen hebben uyt vreese, ende tselve s'anderendags, noch continuerende, hebben de heeren van het magisstraet maetregelen genomen ende ten dien eynde ontboden alle de dekens van de vier hooftgildens, ende versacht te doen vermaenen op. 's anderendags, 15e, wesende mercktdagh, a:lle confraters,. ten eynde hun te laeten vinden op den stadthuyse, ten ses uere s'morgens, met behoorlyk zygeweer, om alsoo te beletten de desorders, die sauden connen voorvallen". De krachtdadigheid der magistraat belette inderdaad verdere woeling, doch slechts voor korte tijd. De bevolking, verdeeld in Oostenrijks7 gezinden en patriotten, kon maar niet tot bedaren komen. Einde juli 1878 was het nodig een korps vrijwilligers op te richten om deze, in geval van nood, dag en nacht te laten patrouilleren ... R. HESPEL
HIPPOLIET VAN PEENE
Hippoliet Van Peene werd. geboren te Kaprijke op 1 januari 1811. Zijn vader Jacques Van Peene was geboren te Boekhaute rond 1786, had dienst genomen in de gèzondheidsdienst van het Frans leger, werkte in het militair hospitaal te Gent en behaalde een licentie in
263
de geneeskunde te Parijs in 1814. Vader Van Peene vestigde zich een tijd te Gent van 1817 tot 1819, verbleef daarna te Lovendegem, Boekhaute en Drongen en keerde naar Gent terug, waar hij overleed op 1 februari 1838. Hij schreef enkele werken in verband met geneeskunde. De jonge Van Peene verbleef bij zijn grootmoeder te Gent, waar hij de lessen volgde aan het atheneum; in 1831 volgt hij de lessen aan de Gentse universiteit en behaalt er het diploma van dokter in de geneeskunde in 1835. Reeds op het atheneum vertoonde H. Van Peerie een literaire aanleg; met enkele vrienden stichtte hij het toneelgezelschap "Les Bons Amis". De vereniging gaf toneelvertoningen in de herberg "Den Duyts" gelegen bij St.-Jacobs, 2. Men speelde in het Vlaams en in het Frans. In 1833 speelde men het eerste werk van Van Peene "Le choléra", vermoedelijk in verband met de cholera-epidemie van 1832. Wat later verhuisde "Les Bons Amis" naar de zaal Flora in de Holstraat. Op 29 ·niaart 1837 huwde H. Van Peene met Virginie Miry, de tante van de toondichter Karel Miry. Mevrouw Van Peene had toneel gespeeld bij "Les Bons Amis" en beschikte over een waär talent. Hier moeten we toch vermelden, dat in die tijd het hoogst uitzonderlijk was, dat vrouwen toneel speelden; meestal werden de vrouwenrollen vertolkt door mannen. De toneelmaatschappij "Les Bons Amis" was nu een tijd niet actief, maar in 1840 besloten enkele leden aan een wedstrijd te Oostende deel te nemen. Ze behaalden er een derde prijs met een treurspel en een tweede prijs met een zangspel, terwijl Mevr. Van Peene de prijs won voor de beste actrice en Karel Ondereet de prijs voor de beste toneelspeler. De toneelgroep had gespeeld onder de benaming "Broedermin en Taelyver". Aangemoedigd door het succes werd besloten tijdens het seizoen 1841-184 2 een reeks vertoningen in te richten in de Parnassus op de HoutleL Ondereet was de eerste voorzitter van Broedermin. "Van Peene was eigenlijk de ziel van die verdienstelijke kring. Met hart en ziel legde hij zich toe op het moderniseren van di~ toneel. In de keuze der stukken, in de trant van voordragen, in de kleding, in de toneelschikking, was dadelijk zijn gevatheid in het vak voelbaar, en, bepaaldelijk voor Broedermin een onschatbaar factotum, had hij een open oog voor alles, zelfs voor de geringste zaken. Hij zelf leidde steeds de herhalingen; zowat de viool krabbende, was hij het ook die meest al de liederen en de koren aanleerde. Gelijke bedrijvigheid toonde hij bij de vertoningen. Na voor elk bedrijf de schikking van het toneel te hebben bestuurd, kroop hij naar het souffleursgat, van waar hij met gezag 264
de toneelspelers als 't ware in zijn bedwang hield; hij waakte op hun houding, hun gang, hun gebaren, hun stemschakeringen; het was Van Peene's geest, die eigenlijk uit alles sprak." schrijft W; Rogghé in zijn Gedenkbladen. · Bovendien trad Van Peene ook zelf op in een aantal stukken; zo speelde hij de rol van Geeraard Denijs in het stuk Jacob van Artevelde. Van Peene schreef 54 toneelstukken in het Nederlands alsook ee?rt,, vijftal stukken in het Frans. Op 31 januari 1841 werd in de Parássus het stuk "Keizer Karel en de Berchemse Boer" opgevoerd; het stuk was geschreven naar een gedicht van zijn vriend Prudens Van Duyse en was het gevolg van een weddenschap om de inhoud van het gedicht om te zetten in een blijspel met zang in twee bedrijven. Om de betekenis van dit werk-duidelijker aan te tonen, willen we er aan· herinneren, dat in de periode van 1830 tot 1841 te Gent slechts vijf Nederlandse toneelwerken werden opgevoerd. Een aantal stukken van Van Peene waren min of meer vrije bewerkingen van Parijse toneelstukken, zoals "Dè twee echtscheidingen", "99 beesten en een boer", "De wereld binnen duizend jaar", "Een domme vent", enz. Een tweede reeks werken behandelde onderwerpen ontleend aan de Vlaamse literatuur : het reeds genoemde "Keizer Karel en de Berchemsche Boer", "Tijl Uilenspiegel'', "Siska van Roosemael" naar Conscience, "Jelle en Mietje". Periode van het romantisme schreef Van Peene natuurlijk ook enkele historische drama's :"Jacob Van Artevelde" (1841), "De Gek van 's Gravenshage", "Wiliem van Dampierre'~ "Chàrles Quint" Franse opera met muziek van K. Miry (1857}. Van Peene schreef ook nog "De Dragonder van La.tour" ter gelegenheid van het huwelijk van de hertog vari Brabant Leopold in 1853 en "La Belgique ou le règne de 25 ané met muziek van K. Miry in 1856 ter gelegenheid van de 250 verjaring van de troonsbeklimming van Leopold I. In 1848 was Van Peene een van de stichters van het weekblad "De Draek", dat strijd voerdetegen de groep Huet en hun blàd "Broedermin", tegen de radicalen en tegen de conservatief-katholieken. De werken van Van Peene kenden een groot succes en lokten volle zalen. Bovendien beschikte Broedermin en Taelyver over een aantal toneelspelers, "die bijzonder in het blij- en kluchtspel uitmuntten en hier ten volle "in "hun element" niet nalieten de boertige overdrevenheden en geestige zetten door spraak en gebaren nog meer te
265
kruiden. Die stukken werkten op het publiek- en vooral op de liefhebbers van Gentsche leute - als een vuurwerk van gekheid en vroolijkheid; men kwam uit die vertooningen half gebroken van het lachen", vertelt W. RogghÊ. De werken van Van Peene zullen tot op het einde van de negentiende eeuw het 'repertorium van de schouwburg te Gent, maar ook in Vlaanderen, blijven vullen. Tijdens de jaren 1862-1867 kenden werken van Van Peene te Rotterdam een groot succes met de groep van Van Doeselaer. Nog twee belangrijke punten moeten we vermelden. Tijdens een gesprek in 1846 tussen Van Peene, Ondereet en enkele andere leden van Broedermin met bouwmeester Minard vroegen ze Minard of hij geen zin had een Vlaamse schouwburg te bouwen. Minard greep het voorstel aan en bouwde op eigen kosten de Minard-schouwburg. "Het feit dat Gent als eerste Vlaamse stad in 184 7 in het bezit kwam van een schouwburg, waarin de Nederlandstalige gezelschappen hun thuis konden herkennen, verdient wel even de aandacht" schrijft Jaak Van Schoor. Zeker moeten we er niet aan herinneren, dat Van Peene ook de schrijver is van het lied "De Vlaamse Leeuw"in 184 7 en getoonzet door zijn vriend K. Miry. Door het decreet van 6 juli 1973 van de Nederlandse Cultuurraad zijn de eerste twee strofen van De Vlaamse Leeuw het volkslied van de Nederlandse cultuurgemeenschap. In zijn studie "Het Onstaan van de Vlaamsche Leeuw" schrijft Floris Prins : "Men weet dat de tooneelspeler Lauwers ons daaromtrent een en ander heeft opgetekend. Het is te vinden in : "Mijn gedenkboek. Berichten, voorvallen en gebeurtenissen uit mijn leven, door Frans Edmond Lauwers, naar aanleiding van mijn SOjatig jubelfeest als tooneelkundige en schrijver 1836-1886" (Dendermonde, 1887). De schrijver die uit het geheugen vertelt, bedriegt zich weleens van datum en zoo ook, waar bij het over het ontstaan van De VlaamscheLeeuw heeft, zal hij 1848, voor 1845 schrijven; ook ander bijzonderheden schijnen niet alle op de letter historisch juist. Ziehier zijn verhaal ietwat ingekort : 'In de eerste dagen van Augusti 1848, bevond ik mij, zoals het dikwijls gebeurde, ten huize van Van Peene. Onder vriendelijken kout spraken wij over Marseillaise, Brabonçonne, God save the Queen, Wien Neerlandsch bloed, enz., toen eensklaps Paul van Loo, schoonbroeder van den onsterfelijken Van Peene uitriep : 'Wat jammer dat wij, Vlamingen, nog geen nationalen zang heb-
266
ben.' Van Peene luisterde met aandacht, terwijl hij zijn bakkebaardje streelde. Drie dagen nadien kwam hij naar het lokaal van Broedermin en T aalijver, nam Karel Ondereet - die alsdan nog een schoon barytonstem bezat - terzijde en beiden trokken naar boven, in de repetitiekamer. Eenige oogenblikken later hoorden wij bovengenoemde, onder de begeleiding van Van Peene, die cip zijn viool krabbelde, zoals hij het heette, het nieuwe lied beproeven. Wij luisterden naar dien zang die ons al langer hoe meer begon te bevallen. Door nieuwsgierigheid aangedreven, trokken wij met eenige leden naar boven . 'Is er geen belet?' vroeg de oude P. Erfelinck. 'Binnen' antwoordde men 'Wat is er hier gaande ? 'vroeg vriend Gustaaf Verhaeghe. 'Hier is gaande, antwoordde P. Ondereet, dat Van Peene een volkszang gedicht heeft met muziek van zijn neef Karel Miry, een lied dat binnen eeuwen nog de Vlamingen in geestdrift brengen zal... Een uur later deden wij met ongeveer 20 leden, - en voor de eerste maal, - "De Vlaamsche Leeuw"met volle stemmen weergalmen.' " Fl. Prins eindigt zijn studie met de volgende zin : "We durven besluiten : èerierzijds de historische teksten, omtrent 1302, die Conscience's "Leeuw van Vlaanderen" verwekten, maar nog meer de Brabantsche teksten met den treffenden leeuwenzang van Boendale, en· anderzijds de internationale politieke gebeurtenissen van 1840, met de Duitscheen Fransche strijdliteratuur .om den Rijn, hebben aan Van Peene de beelden bezorgd van zijn "Vlaamsche Leeuw." Maar ook Fl. Prins heeft zich vergist. In haar studie "De Vlaamse Leeuw. Feiten en stemmingen uit de jaren 1840-1848" heeft Ada Deprez duidelijk aangetoond, dat het werk geschreven werd in 184 7. Van Peene-overleed op 19 februàri 1864. Hij werd begraven op zondag 21 februari; in de lange begrafenisstoet stapten achter een peloton infanterie, het muziekkorps van de Verenigde Artisten en afgevaardigden van 35 verenigingen. Na een mis in de Sint-Pieterskerk werd Van Peene begraven op hèt kerkhof van de Heuvelpoort. Aan het graf werden talrijke redevoeringen uitgesproken, onder meer door Lafontaine (Broedermin en Taelijver), Boone (de Fonteinisten), Heremans (De Taal is gans het Volk), Vervier (liberale afdeling), On-
267
dereet, enz. Onmiddellijk werd er besloten op het kerkhof een gedenkteken op te richten. Het monument, werk van beeldhouwer A. Van Eename, heeft een piramidale vorm met het borstbeeld van Van Peene. Op de voorzijde leest men Aan Dr. HIPP. VAN PEENE Tooneeldichter Secretaris der Koninklijke Maatschappij : Broedermin en Taalijver, Ridder der Leopolds-orde, Geboren te Caprijcke 1 januari 1811 Overleden te Gent 19 februari 1864. Langs de rugzijde staat : Schrijver van talrijke werken : drama's, tooneel- en blijspelen Vlaamsche en Fransche opera's en liederen. Langs beide zijden een der volgende verzen : Het dankbaar Vlaamsche volk verhief hem dit gesteente. Het land bewaart zijn roem, dit praalgraf zijn gebeente. Het grafmonument werd ingehuldigd op 16 juli 1865; van op de Kouter vertrok een lange stoet, waarin talrijke Gentse maatschappijen alsook de toneelverenigingen van Brussel, Deinze, Ieperen, Dendermonde en ~Kortrijk opstapten naar het kerkhof van de Heuvelpoort. Felix Booneen La Fontaine huldigden er H. Van Peene. Thans ligt het graf van Van Peene eenzaam en verlaten op het oude kerkhof van de Heuvelpoort. Aan het huis Peperstraat 11 werd door de V.T.B. een herdenkingsplaat aangebracht. In 1901 werd onder het voorzitterschap van P. Verbauwen, gemeen teraadslid, een comitĂŠ opgericht met als doel de borstbeelden van Hip. VanPeeneen van Nap. Destanberg te plaatsen in de pas opgerichte Nederlandse Schouwburg. In maart 1902 had een galavertoning plaats, waarop "Mast en Danneels " door N. Destanberg en " 's Avondsin de Mane" door H. Van Peene werden opgevoerd. De 268
beide borstbeelden werden gemaakt door beeldhouwer Theo Soudeyns en gegoten in brons door de kunstbronsgieter Lod. Goossens. M. STEELS BIBLIOGRAFIE N. Destanberg : H. Van Peene en zijn Werken. Jaak Van Schoor : Een Huis voor Vlaanderen. Frans Lauwers : Mijn gedenkboek. F. Prims : Het onstaan van de Vlaarnsche Leeuw (V erslagen en Mededeelingen van Kon. Vlaarnsche. Academie voor Taal- en Letterkunde , 1935 ). W. Rogghé : Gedenkbladen Ada Deprez : De Vlaamse Leeuw. Feiten en Stemmingen uit de jaren 1840-1848. (in Jaarboek van De Fonteine 1960)
TAFKE 'T ZANDBOERKE (1881-1943)
Tafke of Utafke heette eigenlijk Gustaaf Coryn. Hij was klein van gestalte, liep ietwat voorovergebogen, beefde over al zijn ledematen en men kon moeilijk zijn ouderdom bepalen. Hij had steeds zijn vette "klakke" op zijn hoofd en een " ésarpe" was rond zijn nek gedraaid. Hij was gekend in gans de stad Gent met zijn "steekèrre" getrokken door twee honden en soms was er nog een derde vààr de stootkar gespannen. Gustaaf Coryn werd geboren te Gent op 19 november 1881. Zijn vader Henri Coryn was beenhouwer en woonde in de Coupuregang 53. Daar werd Tafke en nog drie andere zonen, Adolf, Emiel en
269
UrQJ~~~ p~ 20f01Wlill@(Q)~(f~@
.. %&Jl!l®g ~lllJl\l)l\l}!lj} \'Wll'ii' W:,OOI?)g@~ 7b&.OO®g&Jb ~@)g"
Jozef geboren. Toen zijn vader stierf verhuisde hij met zijn moeder, Amajos Catherine en broers naar de LeielQai 78, waar ze een "spekkewinkeltje" openhield; Men kon er ook garen, vingerhoeden, "pressioens", "rijkuurden", "hoar- èn toejespellen" en allerhande "snuisterijen" krijgen. Tafke deed de baan met zijn "steekèrre". Hij ging zijn zand halen bij Florent Dutoit, op de hoek van de Lieremanstraat en de Leièkaai. Zijn vrouw Maria Verbeke van Mariakerke hield de café "In de zandboer" open. Florent verkocht zand en kolen, die hem door kleine scheepjes via de Brugse vaart werden gebracht. Eenmaal met zand geladen deed Tafke zijn "tournee". Hij ging van café tot café. Ook bij de burgers verkocht hij zand en stoofhout Men hoorde steeds zijn bevende stam, .. Zand !... Schuun wit zand! ... Al zand ! " Tafke woonde in het laatste huisje van een lange "roote" arbeiderswoningen speciaal door de Vlasspinnerij "De Lys" gebouwd. Op de hoek naast zijn huisje was een "insprong", waar hij zijn "steekèrre" zette. Als hij niet te veel getrakteerd werd kwam hij rond de middag thuis, at en kapte dan in de namiddag stoofhout van schorsen van bomen, dat hij met zijn kartetje naar het dok ging halen, en ook de overschotten hout van de "Stekskesfabriek" in zijn buurt gelegen. Toen zijn moeder stierf trouwde hij metZulmaDe Schepper, bijgenaamd "Tchuule", een magere, redelijk grote vrouw, die in de fabriek "De Lys" werkzaam was. Tafke was simpel van geest ep. het beven van al zijn ledematen zou later verergeren door de drank en de ouderdom. Later verhuisde Tafke en zijn "Tchuule" naar "Het ijzeren hekke", een cité (beluik) op de Drongse steenweg 294. Op het laatst werd hij zo sukkelachtig dat men hem naar een gesticht bracht, waar hij op 20 oktober 1943 overleed. Tafke was 62 jaar geworden. Zijn klanten waren voómamelij~ de "cafeetjes". Daar leverde hij zand voor de "spiekelbakken" en ook om rond de "stoove" op de grond te strooien, waarin soms motieven werden getrokken. In de "spiekelbakken" kwamen ook de "sieken", sigarettenstompjes en de zwartgerookte tabak van de pijpen terecht. Zand diende ook om metalen en tapijten te poetsen, in de bakjes voor de huisdieren en verwarmd zand in een <loek gewikkeld was een goed middeLtegen "reumaties" en de "valeinge". Als men vaagde strooide men zand, zo kon het stof niet opwaaien. De lijnvissers maakten hun "spijs" klaar door geplet brood met zand te mengen. Door ~et gewicht van het zand zonk de "spijs" naar de bodem. In 271
de "cafeetjes" werd Tafke dikwijls getrakteerd en zat er soms uren lang. In de zomer lagen dan zijn honden half verstikt van de warmte en in de winter verstijfd van de koude op straat. Tafke kreeg steeds last met de politie, maar het bleef telkens bij een vermaning. Als hij ouder was, werd hij praktisch door zijn "hoende kèrre" meegetrokken en toch heeft hij het jaren gedaan in weer en wind. Steeds hoor ik nog zijn bevende stem .... "Za-a-a-a-nd! .. Schuun wit za-a-a-a-nd! ... druug wit za-a-a-a-nd DE BUDT
ALLO, WIE PUZZELT ER MEE ?
Gewoontegetrouw bieden we ook dit jaar aan onze talrijke lezeressen en lezers een nieuwjaarsdivertissement, dat we nu eens in de vorm van een cryptogram gegoten hebben. Een cryptogram dat de puzzelaars niet alleen dienen te klaren, doch dat ze verzocht worden voorafgaandelijk zelf te coderen. Een moeilijke opgave ? Wis en zeker. Een ingewikkelde karwei ? Ongetwijfeld. Wat uiteindelijk van de puzzelaars verwacht wordt ? Dat ze 16 jaartallen opzoeken. Dat ze die subito van hun eerste cijfer (uiteraard het cijfer 1) ontdoen zodat er 16 getallen van 3 cijfers overblij:ven. Dat ze die getallen schoon achter elkaar plaatsen zodat ze één groot getal van (3x16) 48 cijfers bekomen. Dat ze nu elk der 10 cijfertekens vervangen door 10 verschillende lettertekens. Hebben ze de klaring correct uitgevoerd, dan is een uitspraak van 48 letters (= 7 woorden) uit de bus gekomen die beslist door iedereen zal beaamd worden. Deze tip willen we wel geven : in het Nederlands is E de letter van het alfabet met de hoogste frequentie. HOE LUIDT DIE UITSPRAAK ? Een voorbeeld moge de gang van zaken verduidelijken. Gesteld dat de volgende 4 jaartallen gevonden werden : 1135; 1127; 1908; 1642. We schrappen de cijfers der duizendtallen. Plaatsen de getallen 135; 127; 908 en 642 op één rijtje. Bekomen aldus het groot getal 135127908642. We zoeken de codesleutel: 1=G; 2=E; 3=A; 4= J; 5=L; 6=S; 7=N; 8=I; 9=H; O=U. Welk woord ontstaat na het klaren van het cryptogram ? Het spreekt vanzelf dat onze opgave heel wat gemakkelijker zal uit272
vallen dan het voorl?eeld met zijn veel te gering aantal letters. En nu glĂźck auf puzzelaar(ster)s!
'* * * A- Op 20 augustus van dat jaar waren de opstandige Gentenaars, die sedert 1432 met Filips de Goede in een zo ongelijke als uitzichtloze strijd gewikkeld waren, zo vermetel de hertog gedurende enkele dagen gevangen te zetten. B - Op 22 september van dat jaar werd de spoorweg Gent-Kortrijk ingehuldigd. C - Op 2 mei van dat jaar zat Filips de Goede te Bergen het 8ste Kapitel voor van het Gulden Vlies. 6 jaar voordien had hij het 7de Kapitel te Gent voorgezeten (Zie de Wapenschilden opgehangen in de St.-Baafskerk). In 1559 zal koning Filips IJ het 23ste Kapite~ voorzitten (Zie wapenschilden in de St.-Baafskerk). D - Op 17 maart van dat jaar vaardigde Keizer Jozef IJ¡ het edict uit inhoudende de afschaffing van de kloosters. Achteneenvolgens sloten te Gent hun deuren : de Kartuizers, de Ongeschoolde Karmelieten, de Kanunnikessen van de h. Barbara, de Agneten, de Kanunnikessen van ~inze, de Rijke Klaren, de Arme Klaren. Op 27 april van datzelfde jaar verving men de houten schragen van het Groot Kanon door Arduinen voetstukken. E- Op 27 april van dat jaar herdacht Filips de Schone (Keizer Kareis vader) de honderste verjaring van de dood van zijn verre voorvader Filips de Stoute. F - In februari van dat jaar. bekwam Gwijde van Dampierre van de Franse koning Filips de Schone dat de Gentse XXXIX (schepenen) afgeschaft werden. Rel!ds in maart zag de graaf zich verplicht de XXXIV in eer te herstellen. G - Op 27 april van dat jaar werd de Draak van het .Belfort gehaald. In 1849 zal hC!t dier in de Hisortische Stoet rondgereden worden. Pas op 14 augustus 1854 zal het koperen ding zijn plaats op het Belfort terugkrijgen. H-Op 8 juli van dat jaar herdacht Filips de Goede de eerste verjaring van de dood van zijn eerste vrouw Michelle, overleden in het Hof ter Posterne en begraven in het hoogkoor van de St.Baafsabdijkerk. I -Op 26 augustus van dat jaar maakten op verschillende plaatsen van de stad aangebrachte affiches aan de bevolking bekend dat zowat 600.000 dienstplichtigen gemobiliseerd werden. J - In de loop van dat jaar legde Jan van Eyck de laatste hand aan 273
zijn Lam Gods dat op 6 mei van het volgende jaar in St.-Janskerk plechtig zou ingehuldigd worden. K - Op 30 augustus van dat jaar werd de eerste steen gelegd van het middenschip van de St.-Janskerk die 7 jaar nadien de naam van St.-Baafskerk kreeg. L - In mei van dat jaar permitteerde zich een afvaardiging van de Gentse Schepenen, de hertog Jan zonder Vrees ten spijt, met de Parijse Schepenbank te verbroederen. Bij welke gelegenheid meer dan één Parijse Schepen zich met een "Witte Kaproen" van de Gentenaars tooide. M - Op 13 juli van dat jaar herdacht men piëteitsvol in alle grote steden van het land de tiende verjaring van de dood van Aartshertog Albert van Oostenrijk, Isabella's echtgenoot. N - Op 15 oktober van dat jaar werden de 4 stenen pilaren afgebroken die op de Groentemarkt prijkten. Op hun plaats stonden vààr 1483 houten exemplaren die stijlen, palen, maar meestal staken genoemd werden. Deze staken werden weleens gebruikt om er veroordeelden met een oor aan te spijkeren. 0- In het begin van dat jaar zag de Vlaamse graaf Ladewijk van Nevers zich verplicht het graafschap voor goed te verlaten. In datzelfde jaar werd Geeraard Denijs deken van de wevers. P - In juli van dat jaar trad E. Braun als burgemeester af nadat hij zijn 25-jarig ambtsjubileum gevierd had.
*** Mocht u eventueel naar helpende handen uitzien, daar zijn V. Fris, J. Dhondt, D. Destanberg, G. Celis, Ch.-L. Diericx, Fr. de Potter en Pr. Claeys : allemaal bevoegde mensen die U bereidwillig en belangeloos o.a. in het Stadsarchief zullen te woord staan. In G.T. van maart 1977 zal tegelijkertijd met de oplossing van het geheimschrift de palmares van de laureaten van onze puzzelwedstrijd wereldkundig gemaakt worden. ·
DEN GOEDEN OUDEN TIJD !
Ja, in dien goeden ouden tijd Was er voor elk brood te winnen, Die met couragie en met vlijt 274
Op straat aan 't venten dierf beginnen. Met koeken, eiers of met fruit, Meê peerdelever of met kruit. Makrons of geemaert, 't was gèliJ'k, ~ bis Het bracht al geld op gelijk slijk. 11 Ziet eens den tijd van Kokedie Van Titalo en van Lagerre,Het leuren was, gelijk voorwie, Voorzeker dan een goeie affaire. Men hield er soms wel mêe den zot, Er werd gelachen en ~espot, Maar bah ! 't deed toch ulder weinig last} ·Binst knippen zij de schijven vast. )
bis
lil De venters leefden toen te vree Gelijk een blieksken in het water, En nu verdienen wij er meê Juist en snee bróod en nen patater ! Ja zoo es 't nu met ons gesteld Er is bij 't volk te weinig geld, Daarbij 't gaat al met haat en nijd, ) Ja, weg is hij, de goeie oude tijd. ) bis
Ondeend aan de revue "T'Es zuu laete ! " (1903)
BIBLIOGRAFIE
1. JAN DHONDT : "Machten en Mensen". De belangrijkste studies van Jan Dhondt over de geschiedenis van de 19de en 20ste eeuw. Voornoemd werk werd uitgegeven door de Jan Dhondt-stichting en bevat naast een bio- en bibliografie van Prof. Jan Dhondt zeventien studies, die verschenen in binnen- en buitenlandse tijdschriften. In verband met Gent willen we volgende studies vermelden : L'industrie cotonn~~re gantoise à l'époque française
275
Notes sur les ouvriers industriels gantois à l'époque française La préhistoire de mouvement syndical Un militant gantois de la première internationale (De Boos) Woelingen te Gent in 184 8 Deze belangrijke historische studies, die een nieuw licht werpen op het historisch gebeuren, waren moeilijk bereikbaar. De stichting Jan Dhondt moeten we dan ook danken voor haar initiatief. 2. E. PICHAL : "De Geschiedenis van het Protestantisme in Vlaanderen". We oordelen ons niet bevoegd om dit boek te bespreken. We vermelden echter deze studie, omdat in talrijke hoofdstukken gebeurtenissen te Gent en personen, die te Gent een voorname rol hadden in de protestantse gemeenschap, worden behandeld. De auteur was gedurende vele jaren predikant te Gent en werd daarna hoofd van de Belgische protestantse kerkgemeenschap te Brussel. 3. KRISTINA DE VINCK : "De Metamorfosen van een Stadsgezicht. De Graslei en de Koornlei te Gent van de middeleeuwen tot vandaag." (Gent 1976) Voornoemd werk verscheen in de Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te- Gent als deel XIII. Aan het Woord vooraf van- prof. F. De Smidt ontlenen we : "Het is toch de eerste maal dat een wel omschreven stadsgedeelte als het Gras- en Koornlei het voorwerp is geweest van een uitgebreide en goed gedocumenteerde studie. Na het situeren van het geheel in het stadsbeeld werd voor zover mogelijk de bouwgeschiedenis van elk huis, gesteund op een degelijk archiefonderzoek, opgespoorcL De gevels werden per eeuw, van de oudste tot de jongste, tot in de minste bijzonderheden ontleed en besproken. Dit werk betekent een aanzienlijke verrijking voor de kennis van ons architecturaal patrimonium. Mocht het ook bijdragen tot een betere waardering en bescherming van dit cultuurbezit. Het zou de auteur, die lof en welgemeende gelukwensen ruimschoots verdient, ook een bijzonder genoegen verschaffen!'Het werk telt 164 bladzijden, alsmede 65 illustraties en een totaalbeeld van al de huizen op de Graslei en Koornlei. Een prachtwerk. Het lidmaatschap van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent bedraagt voor 1976 driehonderd frank: De prijs van deze verhandeling voor niet-leden bedraagt 400 fr. (te storten op P.C.R. van de Maatschappij 000-0370680-43
276
4. EENHEID EN SCHEIDINGIN DE NEDERLANDEN 1555-1585. Naar aanleiding van de herdenking van de Pacificatie van Gent werd door het stadsbestuur van Gent in het Centrum voor Kunst en Cultuur de tentoonstelling Eenheid en Scheiding in de Nederlanden 1555-1585 ingericht. Met zijn 600 nummers schilderijen, tekeningen, penningen, documenten, voorwerpen, enz. geeft deze tentoonstelling ons een prachtig beeld van de bewogen periode 1555-1585. Dr. J. Decavele, stadsarchivaris te Gent, die werd belast met de organisatie van deze tentoonstelling. Deze tentoonstelling is zeer duidelijk gestructureerd : Nederlandse samenleving aan de vooravond van de opstand, Op de Drempel van een troebele tijd, Alva en de Geuzen, de Eenheid hersteld ? , naar de scheuring. Bij deze tentoonstelling werd een catalogus, opgesteld door dr. J. Decavele, uitgegeven. Deze werkelijk rijk uitgegeven cata}pgus met leerrijke en boeiende teksten telt honderden illustraties waaronder zeer veel in kleur. Deze tentoonstelling heeft duizenden bezoekers gelokt, waarbij ook ontelbare uit het buitenland. 5. "Mgr. A· Triest 1576-1657" Bij de tentoonstelling in de Krypte van de St.-Baaf~kathedraal te Gent werd e~n beknopte gids uitgegeven met een volledige beschrijvfug van de krypte, alsmede.vande ten toongestelde voorwerpen. ]OS MUREZ schreef "André Vyncke 80 ! " in Vooruit van 16.9.
1976. In dit artikelleert Murez ·ons de "eminente figuU.r uit het Gentse kunstmilieu" kennen. 7. TOERISME IN OOST-VLAANDEREN: N. 4,1976. Het julinummer van dit tijdschrift bevat twee artikels, die we moeten vermelden : R. De Herdt : Lievens Bauwens en zijn muilezel. Gontran Van Severen : Het. Rabat. 8. JAN KOOIJMAN : "Schilderijen in Schilderijen" (Vooruit : 2.9. 1976 ). In dit artikel.wordt de schilderij van Pieter de Noter "Een gebeurtepis n~bij het Lam Gods in de St.-Bavo te Gent", dat bewaard wordt in het Rijksmuseum te Anisterdam besproken. 9. VLAANDEREN. Tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en letteren. Nummer 153 van dit tijdschrift bevat onder meer de volgende artikels : Gent en de opstand tegen Spanje 277
Aanleg van een nieuwe verdedigingsgordel De ontwikkeling van het Gentse huisgeveltype in de tweede helft van de 16de eeuw De Bollaertskamer Alle artikels zijn prachtig geillustreerd. Prijs : 90 fr. Te bestellen : Bank van Roeselare, postrekening : 000-0009576-70.
BIBLIOTHEEK
Wij on-vingen met dank van dhr. Hebbelynck G. : Ken de stad Gent (catalogus tentoonstelling) van dhr. Van Wesemael M. :Tafel op de Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde (overdruk nr. XXII, 1968) van dhr. Rieux : Gentse volkstypen uit het verleden in beeld (:nuth) van dhr. Huys P. : De Ronsese textielindustrie in de XIXe eeuw, begin XXe eeuw (Van Butsele K) van het stadsbestuur : Eenheid en scheiding in de Nederlanden 15551585 (J. Decavele) (catalogus tentoonstelling) van dhr. Haerens : Gentse gedenkplaten (Haerens K)
HET MEEST GENTSE VAN ALLE GENTSE LIEDJES
In een van onze vorige nummers (1976- No 2- p. 87-88) hebben wij verteld hoe een van de populairste liedjes van Karelke Waeri, De KI .... , tot stand kwam. Van zĂŠĂŠr veel zijden zijn daar reacties op gekomen en het is wel merkwaardig te kunnen vaststellen dat dit thema talrijke Gentenaars blijft fascineren. Sommigen wisten wel dat een dergelijk liedje bestond, maar praktisch niemand kent het. En het blijkt wel dat heel wat Gentenaars dit schijnen te beschouwen als een lacune in hun opvoeding. Wij voldoen dan ook graag aan de wens van velen om de tekst van dit liedje te publiceren. 278
Een amusant detail is wel, dat als Ka;elke dit liedje zong, hij nooit zèlfhet fatale woord uitsprak. In de plaats daarvan zweepte hij even zijn strijkstok op de snaren. Dit werd een soort spelletje tussen hem en zijn toehoorders, toehoorders die met spanning de climax afwachtten en dan op het kritieke moment "het" woord uit volle borst uitgalmden. Maar ja, daar konKarelke niet aan doen ... Om de tekst te bekomen volstaat het een kaartje te schrijven aan het secretariaat. De tekst zal. dan samen met het januarimunmer worden verzonden.
AANVULLENDE LEDENLIJST
993. Engelenschilt G. Jutestraat 3 9000 Gent 994. Mej. Haemelinek L. Rietstraat 7 9810 Drongen 99 5. Bibliotheek Willemsfonds Patrijsstr~t 12 9000 Gent 996. Troch R. Hofstraat 69 9000 Gent 997. Verbrugge G ..::P. Brusselsesteenweg 573 9219 Gentbrugge 998. Buysse R. Roskamstraat 40 9220 Merelbeke 999. Bril L~ Sint-Jacolsru~uwstraat 83 9000 Gent 1000. Mw. Vanderheyde P. Dorp 8 9830 Sint-Martens-Latem 1001. Abbenbroekw. Bagattenstraat 176 9000 Gent 1002. Lerou E. Ferrerlaan 44 7 9000 Gent 1003. Mw De Witte G.-Martens Jan Delvinlaan 116 9000 Gent 1004. Gyselinck P. Verpleegsterstraat 28 9000 Gent 1005.BruylandtF. KleinTurkije. 12 9000Gent 1006. Dr Demeulenaere G. Hundelgemsesteenweg 700 9220 Merelbeke 1007. de Meester E. Filip Van Cleeflaan 266 9000 ¡ Gent 1008; Nagels J. Sint-benijsstraat 53 9820 Sint-Denijs-Westrem 1009. Morraye Cl. Lange Violettenstraat 53 9000 Gent 1010. Mw. Didelez R . .Walgrave Tentoonstellingslaan 62 9000 Gent 1011. Mw. Stuyvaert-Van Imschoot D. Sportstraat 123 9000 Gent 1012. Daens L. Kortrijksesteenweg 58 Bus I 9000 Gent 1013. Eeckhaut H. Kalverbosstraat 4 9210 Heusden 1014. Colle F. Snellaertstraat 7 9000 Gent 1015. D'Hulst M. Nieuwe Wandeling 111 9000 Gent 1016. Slaats D. Golfweg 43 9000 Gent 1017. Van Renterghem L. Snoekstraat 46 9000 Gent 279
1018. Stevens W. Rooigemdries 18 9510 Balegem 1019. Mw. Janssens-Vyncke E. Bernheimlaan 29 9219 Gentbrugge 1020. Carette Ch. Oude Vierschaarstraat 17 9831 Deurle 1021. Reynaerts R. Braernstraat 87 9219 Gentbrugge 1022. Mw. Beys G. Kromme Wal 91 9000 Gent 1023. De Graeve N. Heidelaan 38 9060 Zeizate 9000 Gent 1024. Van Oost G. Barrestraat 19, 1025. Van Speybroeck A. Drongenhof 7 9000 Gent
STEUNFONDS 1976 G. Van Damme 2.000 fr.-Dr. J. Thibau 800 fr.- H. Collumbien 500 fr. - N.N. 300 fr. -].De Backer 300 fr.- A.J. Impens 200 fr.- Z.E.H. De Bruyker 200 fr. -Dr. L. De Vos 200 fr. - Mw Rappe 150 fr. ]. Eeckhout, Mw Den Dooven, T. De Smet, R. Janssens, Mej. R. De Porre, G. De Backer, H. De Graeve, P. Buysse, H. NowĂŠ, P. De Cramer, C. Pierre, Mw L. Van Dijk, R. Tondat, F. Andries, Patisserie Bloch, 100 fr. -A. De Reuse, A. De Meijer, C. Block, A. De Pauw, R. Go~thals, G. Portie, G. Van Damme, M. Philips, J. De Schamphelaere, R. De Geyter, M. Herckenrath, 50 fr.- ]. De Schepper, 25 fr. E. Maes, Mw Neyt, 20 fr.
BESCHERMLEDEN 1976 Mw De Staute - De Loore H.
1000 fr.
STEUNENDE LEDEN 1976 Goethals Franklin Leirens Jean-Pierre Cocriamant Anne Cottinie Marcelia N.V. Kredietbank-Zetel Gent
500 500 500 500 500
fr. fr. fr. fr. fr.
280
INHOUDSTAFEL 1976
I. Gent in 1847. Het hongerjaai-. Gent in 1848. Woelingen te Gent. Gent in 1849. Het cholera-jaar. Gent in 1850. Gent in 1851. Gent in 1876. De Sint-Jorisgilde te Gent. De schuttersfeesten van het Sint-Jorisgild in 1752. De Maagd van Gent. De Melkmarkten te Gent. Gentse Brouwersuithangtekens in 1494 en in 1663. De Broederschap van Sint-Jakob-in-Compostella. Eerste archeologisch onderzoek in het PatershoL De Pacificatie van Gent. De Pacificatiefeesten te Gent in 1876. Het Liber Floridus. Het eerste dodelijk vliegtuigongeval in ons land. Het Feest liep uit de hand. Tafke 't Zandboerke
3 47 102 191 241 150 20 220 63,115,207 38 74 127 134 146 161 186 256 260 269
Il. BlOGRAFlEEN Martin J oseph Mengal. Nog eens Karelke Waeri. Nog Livinus Cruyl. Iiippoliet Van Peene.
37 84 98 263
111. ARCHEOLOGISCH INVENTARIS Het Huis De Rave. Het Huis van de nering van de visverkopers.
139 230
IV. LIEDEREN Kijk-hij-Kijke ! De schoonste dag zijn's levens. Klacht Koer 99. Den goeden ouden tijd.
43 144 188 274
V. Vraag en Antwoord. Bibliografie. Te Gent. Aanvullende Ledenlijst.
40,97,142,182,234 41,97,142,180,275 39,95,142,180;235 41,100,143,185,236,279 281
ILLUSTRATIES Broodzetting 6 maart 184 7. Figuratief Plan van Gent 184 7. Kruisboogsch utters. Het Sint-Jorishof. Schilderij : het schuttersfeest van 1618. Gildebreuk van de Sint-Jorisgilde. Blazoen van de Sint-Jorisgilde. Het Sint-Jorishof einde 19de eeuw. Casino van de Sint-Jorisgilde. Weekblad "De Draek". Maatschappij "La Concorde". De Maagd van Gent (stadhuis) De Maagd van Gent (postgebouw) De Maagd van Gent (Petrus de Goesin) De Maagd van Gent (Manilius) Spijskaart met de Maagd van Gent. De Maagd van Gent. Karel Waeri. Houten gevel te Gent. Nieuwjaarswens burgerwacht 1849. Nieuwjaarswens van de Fonteinisten. Archeologische vondsten PatershoL Huis de Rave. De Thuyn der 17 ProvinciĂŤn. Het Kuldershuis te Gent. De Pacificatiezaal in het stadhuis te Gent. Herdenkingsplaat van de Pacificatie. De Pacificatiestoet van 1876. Het GravenkasteeL Het Zuidstation in 1850. Schilderij "Het schuttersfeest te Gent in 1752" door P. Van Reysschoot. Het Huis van de nering van de visverkopers. Huis Saceghem in de Drapstraat. Belforttoren van 1853. De Dierentuin te Gent. Vliegtuig van Kinet. Feest op de Vrijdagmarkt op 10 juni 1787. Hippoliet Van Peene Tafke 't zandboerke
9
15 21 22,24,25 27 29 31 33 35 50 60 68 119 122 125 210 212 90 96 108 240 135,138 140 151 155 162 164 166,175 198 204 227 230 244 242 246 259 261 269 270 282
PERSONENREGISTER op dejaargangen 1972 tot 1976 van Ghendtsche Tydingh~n.
De Romeinse cijfers duiden de jaargang aan, de Arabische cijfers de bladzijde. Per artikel wordt de naam slechts één maal vermeld. Alexander I : I : 9 Anseele E. : 11 : 14 7; III : 15, 180; V: 160 Antheunis J. : Ill : 5 7 Antheunis K. : IV : 121, V 251 Arandeaulx : lil : 97 Arens Jan : 111 : 79
Callier G. : Ill : 139; IV : 210; V:49,199 Callier H~ : III : 132 Canneel : V : 156 Capeinick J. : V : 169 Carels K. : 111 : 15; IV : 7; V : 106 Casier J. : III : 15 Baertsoen M. : 111 : 18 Casier-Tricot : III : 168 Bartels : 11 : 70 Claes-De Cock : Ill : 216 Bassyn : III : 118 Claeys Pr. : IV : 31 . Baumann : III : 118 Claus E. : 11 : 183; V : 180 Bauwens L. : I : 58 Cleppe Jan : I : 72 Bénard : III : 96, 196 Cloquet D. : I : 145; 11 : 130 · Benoit P. : 11 : 29; V : 165 Cluysenaar A. : V : 169 Benthuyse : 11 : 97 Cnudde A. : IV : 89 B~yls : 11~ : 118 Cabergher : Hl : 39 Billet J. :IV : 194, 214; V : 8 1 , Conscience H. :V : 16, 19, 59 209 Coppejans : V : 34, 36 Blanc L. : lil : 29; V : 59 Cappens : v : 16 Blockeel : 11 : 167 Cramer R . : V : 34 Blommaert : III : 157;IV: 202, Cru 1 L. :îV : 227; V : 98 205; V : 109 · y Boddaert K. : 111 : 6 Dambre 0. : I : 123 Boone F. : II : 26; V: 49 Damman L. : 111 : 136 Boudewijn : 111 : 116 · Danneels : 11 : 121, 137, 224 Bracq H. : IV : 3 De Baets P. : 11 : 27 Braun E. : II : 222; 111 : 18,53, De Bast-De Hert : II : 168; V : 212; IV: 27, V: 217 106 Bruneel 0. : 111 : 18 . De Bast P. : 111 : 115; IV : 9 De Beule A. :V : 36 Burggrave :V : 154, 156 Burvenich :V : 159 De Block : V : 16 Buyens A. : 111 : 232 De Bont C. : V: 216 De Boos K. : IV : 14 Callier A. : III : 132; IV : 9 De Brauwere-Nolet : V : 16
283
Brucq I. : 11 : 27; V : 154 Busschere Edm. : I : 16 Cock J. : 11 : 15 Coninck R. : I : 134; 111 : 118 De Coster : IV : 45; V : 58 De Cuyper : 111 : 118 Degerickx : V: 243 De Gruutere A. : 111 : 97 De Haerynck : 111 : 124 De Heere Lucas : IV : 214 de Hemptinne : 11 : 216 De Jaegher E. : V : 201 Dekeghel : V : 165 de Kerchove Ch.: 111: 15,119, 196; IV : 9, 169 de Kerchove Const. : 111 : 154; IV : 43; V : 59,254 de Kerchove Osw. : 11 : 182 De Keysere P. : I : 32; IV : 17 De Kezel K. : 111 : 123; IV : 8 De Kremer R. : 11 : 78 De Laveleye : IV : 210; V : 49, 200 Delebecque : 11 : 219; 111 : 153, 169; V: 199 Delehaye : 111 ; 11 ; IV : 161, 200; V : 14, 58, 248 Delhaize : IV : 45 d'Elhougne : IV : 161; V : 14, 54, 58 Delsande : IV : 45 Delwaert : 11 : 173; V : 49, 51 De Maere-Limmander : IV : 7 De Meulemeester : 11 : 173; V : 161 De Muynck G. : 111 : 106 Den Duyts : V : 179 De Nobele : I : 202; 11 : 98 De Noter Fr. : IV : 52; V: 277 Den Otter J. : V : 70 De De De De
De Paepe : 11 : 169 De Pauw N. : 111 : 102; IV : 31, 200; V : 61, 104, 241 De Puydt G. : I : 186 De Ridder R. : 111 : 18 De Rycke : V : 16 De Ruyck : 11 : 166 Dervaux ~V : 54 De Saegher : IV : 161; V : 16 de Saint-Genois J. : 111 : 23; V : 5, 55, 61, 109, 243 Desmaisières : IV : 161; V : 16, 109 de Smet-de Nayer : 11 : 222; V : 106 Destanberg D. : 11 : 274 Destanberg N.: 11: 26;V: 154,268 De Somer P. : 111 : 97 De Staevere : I : 51, 166 De Taeye L. : V: 203 De Vigne E. : V : 70 De Vigne F.: I: 15, 29; V: 106,248 De Vigne J. : 111 : 18; IV : 9 De Vigne P. : IV : 29; V : 156, 161, 205 De Vigne Quyo: 11: 26; V: 17, 234, 243 De Vriese L. : 11 : 30; 111 : 52 De Vriesere : 111 : 118 De Wachter P. : IV : 14 De Waele J. : I : 46 De Weerdt E. : I : 26 De Wilde B. : I : 143; 111 : 178, 218 De Wilde H. : IV : 170 De Winne L. : IV : 29; V : 248 D'Hane :V : 14 D'Haene-Steenhuyse : 111 : 196 D'Hoop : V : 5 Dierman : IV : 106; V : 159 Dillens : 111 : 202; V : 62 284
Diricksens J. : IV : 143 Hondius H. : I : 104; V : 208 Dobbelaere-Hulin : V : 203 Hondius Jud. : III : 46 Dossche C. : II : 171; lil : 12~; Horenbault : I : 33; V : 208 V : 57 Huet : IV : 210; V : 49, 199 Dubois J. : IV : 210; V : 58, 206 Dumont H. : lil : 124 Jacuemyns : IV : 200 Dumoulin : IV : 18 Jan van Gent : Il : 17; IV : 72, 147 Dürer : I : 159 Johanna van Constantinopel : I : du Quesnoy : II : 7 8 114 Falligan : lil : 168 Jonglas P. : II : 107, 140 Parman : V : 256 Jottrand L. : II : 170; V : 52 Filips de Schone : IV : 182 Karel V : II : 173; IV : 83; V : Foucaert : Il : 148 209 Fredericq C. : Il : 101; IV : 210; Karel van Lorreinen : II : 75; V : V : 49 220 Fredericq P. : lil : 101, 115; IV: 7; V: 161 Kats}.: II: 170; V: 52 Pretin : II : 170 KerVlJn : IV : 161; V : 16 Kervijn de Volkaersbeke :V: 109,243 Gallant : lil : 202 Kieekenpoost : IV : 91 Geefs G. : I : 64 Kinet : V : 258 Geefs W. : IV : 154 K.luyskens J.F. : II : 129; lil : Geiregat P. : I : 39; V : 179 155, 196; IV: 103 Geirnaert H. : V : 36 Geirnaert J. : II : 179; V : 157 Lambeaux J. : II : 134, 182 Lammens H. : II : 129 Gevaert : V : 38, 197 Lammens : II : 221 Graet M. : I : 71 Lanckman : II : 118, 218 Grenier : V : 58, 250 Groverman : V : 104, 154, 197 Laurent Fr. : I : 13; lil : 111 Leclerc-Restiaux : lil : 207; V : Guequier : V : 106 12 Guislain : V : 197, 251, 253 Ledeganck. K.: V : 11, 110 Hamel F. : lil : 119 Ledoux : I : 26 Hardyns : lil : 15 Leirens Const. : lil : 154; IV : 4, · Hellas d'Huddeghem: V: 104,241 210; V : 49 Hendrickx Edm. : II : 30 Lemeire : V : 69 Heremans : IV : 7, 202, 210; Leopold I : I : 109; II : 7, 28, V : 55, 200, 243 169, 179, 216; lil : 119, 154, 202; V : Herry-Vispoel : V : 250 106, 199 Hillaert F. : II : 176 Hombrecht : IV : 121 Leopold II : 11 : 99; lil : 132; IV: 8 285
Le Plat : V : 209 Leroy H. : II : 115 Levison D. : lil : 126 Leys F. : II : 218 Lievevrouw-Coopman : lil : 231 Lippens H. : lil : 15; IV : 27 LodewiJ.k XIV : V : 211 Lousbergs F. :II : 130, 176,245 Loveling R. : li : 27 Loveling V. : V : 49 Lybaert K. : IV : 8
Nuyttens : V : 16 Ondereet K. : IV : 45, 228, 264 Ottevaere : IV : 4 5 Orts:II:17 Parenti di Pogio : III : 37 parmenuer · R . : I : 20 , 40 Pauli A. : II : 19, 115, 130, 174; lil : 144, 211; V : 107, 161, 169,245,254 Pedro de Gante : I : 79; IV : 115;
Manilius : II : 166; IV : 51, 166; . V : 235 V : 14, 58 P~llermg : V : 52 Mareska : 1 : 202; n : 98 Piers de Raveschoot : II : 168 Marrissal : 1 : 143; lil : 178; V : Pieters C. : II : 216 32 229 Pilsen Fr. : lil : 118 Mast : II : 121~ 137, 224 Pisson : IV: 20; V : 247 Mast L. : n : 134, 182; lil : 23 2 Poelman : II : 167; lil : 213 Matthys H. : III : 72 Poppe A. : V : 34 Mengal : IV : 208; V : 37, 24 8 Portaels : V : 203 Metdepenningen : 11 : 169; lil : Prayon-De Pauw : IV : 8 196; IV : 43, 160; Primo H. : I : 76 V: 54 Quetelet A. : I : 169, 195 Milio : II : 148 Minard L. : II : 27; IV : 8, 119; Ray Jean : II : 78 V : 250, 266 Rens Fr. : lil : 132; IV : 202; V : Minne-Barth : II : 69; lil : 154, 109, 243 196 Reyntjens : V : 58 Minne-Van der Straeten : II : Rodenbach G. : II : 222; V : 206 168; lil : 196 Roelandt : II : 220; IV : 26, 95; Miry K. : II : 27; V : 16, 38,266 V : 206, 243 Rogghé P. : lil : 150; IV : 32 Moke : V : 53 Mortier : IV : 45 Rogghé W. : lil : 153 Rosseel : II : 166; IV : 200; V : Mozart : IV : 64 Murat de Lichtervelde : 111 : 169 51, 106 Mussche A. : lil : 230 Roste Wasser : II : 109, 160; V : 235 Napoleon : II : 74; IV : 203 Rolin H. : II : 109, 160; V : 58,. Neut A. : V : 49 201 Neyt Ed. : 11 : 216; V : 251 Rolin-Jacquemyns : IV : 159
286
Schamp : III: 160 Van Daele H. : 11 : 78 Scribe : 11 : 72; V : 198, 203 van den Bossche Agn. : V : 213 Seghers : 11 : 172 Van den Bossche : Ill : 117 Seffers : 11 : 148 Van den Hende M. : I : 26 Seriacops : 11 : 173 Van den Heuvel A. : V : 67 Serrure : III : 1S7; IV : 20S; V : Van den Heuvel J. : 11 : 222 109 Van den Meersche : 11 : 183 Sequah : 11 : 239 Van de Poele : I : 168 Siffer : Ill : 18; V : 1S8 Van der Cruysen J. : Ill : 72 Sinia 0. : V : 34 Van der Cruysen F. : IV : 1S9 Snellaert : I : 110; III : 1SS; IV :Vanderhaeghen Ar. : I : 72; lil : 202; V : 19, S9, 109 1S3 Soudeyns: I: 183;11: 27;V: 269 Vanderhaeghen D. :I : 72, III : Spae : III : 118; IV : 46 1S3 Speeckaert P. : 11 : 44, 90 Vanderhaeghen E. : I : 72 Vanderhaeghen V. : I : 33 Spilthoorn : 11 : 170; V : S1 Steeher : V : 49, 200 Vanderhaert : V : 20S Vanderheyden : IV : 8 Steven : V : S3 Stevens : III : 73 Van der Luere : IV : 211 Steyaert J. : I : 107 Van der Meersch : I : 166; 11 : Sugg : II : 205 183 Sybrands W. : I : 7S Vandermeulen J. : I : 164 Van de Velde : 11 : 219 Temmerman Fr. : 11 : 14 S ¡ Van Duyse Pr. : III : SO; V : 16, Thiery L. : lidi : 124; IV : 33 17 , 19, 109, 26S 2 4 't Kindt Davi : IV : 9, S, Van Eenaeme A. : 11 : 11S; V: 268 136; IV: 20 ¡ , . Van Ghendt-Vanderschueren : 11 : 4 t Kint-De Nayer : V : 1 , S8 168 216 . Triest A.: IV: 41, 78, 117;V: 277 .Van G oeth em E' . .. III .. SS Trossaert : IV : 160 Van Grootven : V : 58 Utenhove : I : 114 Van Van Van Van Van Van
Van Van Beveren : 11 : 148; III : 1S, Van 19; IV : 14; V : 160 Van Biesbraeek J. : 11 : 134 Van Caeneghem J. : 11 : 130; V :Van 17 Van Cleef: V : 209 Van Coetsem A. : I : 201; 11 .: 97 Crombrugghe J. : 11 : 168; Van 111 : 154, 196
Hoecke E. : I : S6 Hoorde J. : 11 : 28 Hoorebeke E. : V : S8, 201 Houtte L. : V : 10S Huffel : 11 : 172; V : 200 Huffel (arch.) : V : 17, lOS Hulthem :I: 2 Lokeren J.B. : 11 : 129; Ill : 196, 20S Lokeren A. : V : 61
287
Van Peene H. : I : 148: 11 : 27, kon. Victoria : II : 179; 111 : 119 III : 155; IV : 8, 45, Vispoel : V : 14, 54 200, 209; V : 16, Visser : 11 : 151 18, 1Q9, 263 Voituron : III : 113, 132; IV : 4, Van Peteghem : IV : 64, 149 8, 210; V : 54 Van Pottelsberghe de La Potterie: von Pionnies : IV : 122 III : 196; IV : 210; Voortman : Ill : 113, 132; V: V: 61 106 Van Poucke K. : III : 79 Vuylsteke J. : III : 101, 129; IV : Van Remoortere : V : 58, 250 .31 Van Reysschoot : III : 137; IV : . · 164; V : 32, 229 Waen K. : I : 84, 95, 99; V : 84 Van Rysselberghe Ch. : V : 36 Wagener A. : III : 126, 129 Van Saceghem Fl. : V : 245 Wandt : I : 130 Van Seymortier H. : I : 146 W:mte : 11 : 115; V : 248 Van Toers : IV : 51 Willem I : I : 136 Van Vaernewijck M. : IV : 214 Willems J. Fr. : IV : 205; V : 6, 59 Van Werveke A. : I : 160, 184, ill . 210; 11 : 32; Ill : 93,w emyns A. : IV : 89 101 Zeger I : 11 : 45 Van Wittenberghe H. : 11 : 129 Zetternam : IV : 14 2 Van Zevecote J. : IV : 214 Vaerwijck Val. : V : 34 Verbaere A. :V : 51 Verbanek G. :V : 34, 36 Verbauwen P. : · 11 : 27 Verbauwen P. :V : 160 Verbessem K. : 11 : 27 Verboekhoven : Ill : 202; V: 248 Vergauwen Fr. : V : 5, 58, 249 Verhaegen A. : 11 : 221 Verhaeghe-De Naeyer : 11 : 169; IV : 210; V : 61 Verhaeghe C. : V : 16 Verlinde-Muller : 11 : 170 Vermandel : III : 126 Verniers Jan : III : 97 Verschaffeit A. : 11 : 218; V : 106 Verspeyen G. : 11 : 129 Vervier K. : 11 : 238
288