Ghendtsche tydinghen 1977 ehc 787672 1977

Page 1

GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 6de Jaargang, nr. 1

15 januari 1977

Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Colluinbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaĂŻsstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻsstraat 235, Gent. -Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gent in 1852

3

De Gilde van Sint-Sebastiaan en de schouwburg van Gent

17

De Gentse donkere putten

21

De Sint-Lievenspoort te Gent

33

Te Gent

37

Vraag en Antwoord

40

Bibliografie

41

Aanvullende Ledenlijst

46

Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage. Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.

1


WAARDE LEDEN, Een groot aantal leden hebben hun bijdrage voor 1977 onmiddellijk gestort. Aan allen : onze oprechte dank. Natuurlijk zijn er nog enkele achterblijvers. Het januari-nummer wordt nog gezonden aan alle leden van 1976. De leden, die hun bijdrage niet voor 1 maart hebben gestort, zullen het maartnummer niet ontvangen. Het maartnummer zal onder meer de volgende artikels bevatten : - Gent in 1853 - De wonderdokter Driesken Nijpers -Twee voorname sportgebeurtenissen in Gent in 1913 (Carpentier en PĂŠgoud) -Louis Van Boutte - De trappen van het stadhuis OP ZONDAG 23 JANUARI 1977 om 10 u 15 in de zaal van het Natuurniuseum, Sint-Pietersplein, Gent (Ingang : Grote Poort) Voordracht door de heer M. Macharis over "Gentse Geuzenfamilies en Heraldiek". OP ZONDAG 20 FEBRUARI 1977- 10u15- in de zaal van het Schoolmuseum Michel Thiery- St. Pietersplein : "GENT in 1820" gezien door de Hollandse soldaat Wynants. Projectie van kleurdia's genomen door ons medelid RenĂŠ HESPEL naar akwarellen uit het Atlas Goedghebuer. Commentaar : G. Hebbelynck OP ZATERDAG 26 MAART 1977- Bezoek aan de Kerk (ST. Stefanus) en het Klooster van de Paters Augustijnen. Samenkomst in de Akademiestraat - aanvang van het bezoek : 15 u stipt. Het bezoek zal besloten worden met een gesonoriseerde projectie van kleurdia's over de geschiedenis van kerk en klooster. Iedereen welkom, ook de dames.

2


GENTIN 1852 Vooraleer de gebeurtenissen in 1852 te volgen, vooraf een kijkje in de perswereld. Het weekblad "Artevelde" in 1848 opgericht houdt einde juli op te verschijnen. De uitgever Verbaere had moeilijkheden gehad met het gerecht wegens krenkende artikels. In de vorige bijdragen werd nu en dan iets gezegd over de beide katholieke kranten Le Joumal des Flandres en L'Organe des Flandres. De Lectuur van Le Joumal des Flandres, opvolger van Le Ca.tholique des Pays-Bas en waarvan de gebroeders Vergauwen eigenaar waren, werd in 1839 door bisschop Delebecque aan de gelovigen ontraden, terwijl het een verboden blad werd voor de geestelijkheid. Het blad had een liberaal-katholieke democratische strekking. L'Organe des Flandres, opgericht in 1839 door A. Neut, tevens eigenaar van deze krant, richtte zich tot de conservatief katholieken en genoot de steun van de bisschop. Na de stemming van de wet op het middelbaar onderwijs in 1850, wet waar tegen het episcopaat stelling had genomen, ontstond een breuk tussen de radicaal.;.liberalen en de liberaal-katholieken, die in hun kritiek op de wet aansloten bij de conservatieven, onder meer ook na de tussenkomst van de Heilige Stoel (Luykx blz. 109); In de vorige bijdrage werd reeds over Vergauwen gesproken~ Er ontstond een toenadering tussen Le Journal des Flandres en L'Organe des Flandres. In maart 1852 versmolten de beide kranten tot een nieuw blad Le Conservateur. "De eenheid in het katholieke kamp kwam daarmee eindelijk tot stánd" schrijft E. Lamberts. Vergauwen was eigenaar van de nieuwe krant; het blad werd- ook gedrukt bij de oude uitgever van Le Joumal des Flandres. In feite verdween dus L'Organe des Flandres van Neut; maar het was de strekking Neut, die overleefde. Le Conservateur was een katholiek conservatief opinie-blad. In Gent verschenen r u de volgende kr~lfltèn : Aantal per Prijs Strekking week Oplage per jaar Gazette Van Gent_ geen Le Messager _de Gand liberaal Le Conservateur katholiek Den Vaderlander katholiek katholiek Den Vlaming Gentsche Mercurius geen Le Nouvelliste de Gand geen Broedermin liberaalvooruitstrevend

3 6 6 3 3 3 3

6

± 350

±soo ± 1000 ± 600 ± 700

14 48 44 44 12 16

fr. fr. fr. fr. fr. fr. 10 fr. 16 fr. 3


Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1851 blijft de samenstelling van het schepencollege onveranderd : burgemeester : Constant de Kerckhove de Denterghem, schepenen : Ed. Van Pottelsberghe, Napoleon de Pauw, A. Van Lokeren en Dubois. 10 januari : De gemeenteraad bespreekt een verslag van dokter Burggrave in verband met de gezondmaking van de wijk van Sint-Pieters. In de wijk begrepen tussen de Sint-Pietersnièuwstraat, Vrouwstraat, Nederkouter, Bagattenstraat, Savaanstraat wonen meer dan 12.000 mensen. De beluiken van Batavia en van de Bagattenstraat verkeren in een onbewoonbare toestand. Een besluit om de wijk te saneren wordt voorlopig uitgesteld. Dokter Burggraeve publiceerde ook een brochure "Projets de cités d'ouvriers pour la ville de Gand". In voornoemde brochure lezen we : "Pour moraliser l'ouvrier il faut avant tout lui faire connaître le bien-être domestique. Les enquêtes ouvertes dans ces derniers temps ont prouvé que ce ne sont pas tant les ateliers qui minent la santé des ouvriers que leurs habitations insalubres. Les quartiers ouvriers sont en général des ruelles et des impasses infectes ou les immondices s'amassent faute d'écoulement. Faut-il s'étonner alors des progrès si effrayants des serafules (= klieren, gezwellen) et du rachitisme. A Gand il existe des agglomérations d'ouvriers au centre même de la cité, autour de la cathédrale de St.-Bavon, entre les Bas-Escaut et la rue Digue de Brabant. Ce sont les plus anciennes, mais aussi les plus resserrées et les plus malsaines impasses du quartier dit des A'potres". Verder wijst dokter Burggraeve n9g op de wijken Batavia en het Luizengevecht (in de Kortrijksepoortstraat). Burggraeve stelt voor een maatschappij op te richten, die tien grote woonwijken zou bouwen met elk 224 woningen. In het midden van een groot afgesloten vierkant van 162 m zijde staat een bewaarschool. De woningen staan gerangschikt als de spaken van een wiel. Elke woning heeft een benedenkamer en een bovenkamer; voor elke woning is een klein tuintje. Pompen, toiletten, baden en washuis zijn gemeenschappelijk. Op 24 juli zal dit ontwerp in de gemeenteraad worden besproken. Het principe werkersbeluiken te bouwen wordt verworpen, omdat ze beschouwd worden als een soort getto's, waar de politiecontrole moeilijk is en waarbij in geval van troebelen elk beluik een soort citadel kan worden. De gemeenteraad besluit de reglementen van het besluit van 1850 betreffende de beluiken nauwkeurig te doen toepassen. Ook op 27 maart werd over de beluiken gesproken in de gemeenteraad. Gemeenteraadslid Vanderstichelen verklaarde tijdens de bespreking "La. p~nurie du trésor de la cité ne peut être invoqué pour ajour4


ner indéfiniment l'exécution des mesures dont le conseil reconnait l'urgence. Si la ville a de l'argent pour subventionner- le théatre, elle doit en avoir pour assainir les quartiers habités par la classe ouvrière". Het probleem gesteld door de beluiken zal nog tientallen jaren op een oplossing wachten. 1 februari : De herbouwingswerken van de kap van het Belfort vorderen snel. In de metaalfabriek Phénix worden de metalen gebinten gegoten.

4 februai : De Melomanen hebben te Brussel uit de handen van de koning een ere-vaandel ontvangen. Op het vaandel staat de volgende tekst : ''Offert à la Société des Mélomanes par S.A.R. Ie comte de Flandres, son président d'honneur, 1852". 6 februari : De jonge Gentse schilder Pauwels, wonende in het Patershol heeft een altaarstuk geschilderd voor de kerk van New-Orléans in de Verenigde Staten. De beeldhouwerGilles-van Gent heeft drie marmeren altaren gebeiteld voor een kerk in Amerika. Beeldhouwer Van Biesbroeck wonende in de Watergraafstraat bij het Engelandgat heeft een prachtig tabernakel van 11,5 voet hoog afgewerkt en bestemd voor de kerk van Saint-Louis in New-Orléans. 7 februari : De wijk van de Brugse poort telt meer dan 6.000 inwoners en hangt af van de parochie Akkergem. De gemeenteraad verleent jaàrlijks een toelage van 400 fr. aan de kerkfabriek voor de kapèl op de Elysese Velden. J. Andries wordt benoemd tot directeur van het conservatorium als opvolger van Mengal. 8 februari : De heer Defrenne, bestuurder van onze Franse opera, is een paar dagen geleden met de lantaren aan de dissel verdwenen een aanzienlijk te kort in zijn kas latende. Hij werd te Deinze aangehouden. Wat zullen we zeggen : 't is liedje van alle jaren. Zo lang-er Fransen de kas van de tempel van Thalia zullen besturen, verwachten wij ons aan geen betere slotrekening. (G.v.G.) 15 februari : Gent heeft een café-chantant ! Mits enige centimes boven de geconsacreerde zes centen voor een pint bier zal men de ganse avond in de zaal Sodaliteit kunnen luisteren naar muziek en zang. De zaal Sodaliteit was gelegen de Korte Meir. Het was de oude kapel van het gewezen Jezuïetenklooster uit de Voldersstraat.

m

Zondag 22 februari : Ter gelegenheid van het uitgaan van de

caval~

5


cade werd een pleziertrein van Antwerpen naar Gent ingericht. De stoet telde 26 nummers, waarvan we er enkele willen vermelden ; een fanfare te paard, de terugtocht uit CaliforniĂŤ, in het schildersatelier Teniers, een toneel uit Don Quichotte, het huisgezin Paillasse, Jelle en Mietje : hun vrijage, Jelle krijgt de 'sleutel, koffievisite, bruiloft. 's Avonds waren de wagens op de Vrijdagmarkt opgesteld en luisterrijk verlicht. De cavalcade lokte natuurlijk een massa toeschouwers. Op zondag 29 februari trok de stoet opnieuw door de stad. In de stoet bemerkte men een schimp op de staatszaken van Frankrijk. Men zag er een Franse haan overwonnen door een Napoleontijnse adelaar. Op de wagen zat een personage, die de andere personen op de wagen bij middel van lintjes aan hun neus opleidde. De wagen hing vol decreten dagbladen. Men kon er op lezen : In naam des volks : Besluit : Degenen die niet zullen toejuichen, Zullen naar Cayenne gezonden worden Om er peper te kweken. De omhalingen hadden 4.009,51 fr. opgebracht ten behoeve van de armen. De stedelijke overheid, van zodra ze op de hoogte was van deze mascarade, verbood deze betoging. De prins-president LadewijkNapoleon kon er niet om lachen en over het gebeuren werd rekenschap gevraagd aan de Belgische regering. 21 februari : Aan het atheneum wordt de studentenkring" 't Zal wel gaan" opgericht. Een van de stichters, Julius Vuylsteke, samen met enkele vrienden en aangemoedigd door hun leraar J.F.J. Heremans, zullen de strijd aanbinden tegen de verfransing. Wat later zal "'t Zal" een bond voor hogeschoolstudenten worden. 10 maart : de 95e bloemententoonstelling wordt in het Casino geopend. De hertog van Brabant en de graaf van Vlaanderen bezochten de tentoonstelling. 17 maart : De maatschappij voor natuurhistorie (dierentuin) heeft reeds 2.876 leden. Er werden 1.400 familieabonnementen uitgereikt naast 1.074 persoonlijke abonnementen. 27 maart : De omhalingen door de buurtdekens bij het afsterven van de koningin heeft ongeveer 12.000 fr. opgebracht. De gemeenteraad beslist deze som te storten voor de bouw van de kapel te Laken. Naast deze geldinzameling werden ook door enkele verenigingen intekenlijsten verspreid voor hetzelfde doel. 6


J

I

U)

~

·~ ........, 0

I x« ;::::J

!! t

'

l

1-<=1 U) (/)

0 ~

!

i

! !

I i

7


2 april : De jaarlijkse prijskamp voor het vet vee, die tot heden in het lokaal Sint-Agnete werd gehouden, wordt nu op de Koornmarkt ingericht. 13 april : Heden overleed Karel Manilius, grondeigenaar en gewezen gemeenteraadslid. Volgens de Wegwyzer van Gent .was hij een van de achtbaarste burgers van de stad. 14 mei : Vanaf 17 mei zal het krijgsmuziek alle maandagen in de dierentuin een concert geven van 18 u. tot 20 u. Zondag 16 mei : Heden werd een nieuwe brug bij het Spanjaardkasteel plechtig ingehuldigd in ~wezigheid van de minister van Openbare Werken Van Hoorebeke. Om halfvier meldden kanonschoten de aankomst van de minister aan. De brug, die een houten draaiende brug verving, werd ontworpen door schepen Napoleon De Pauw. Napoleon De Pauw werd geboren te Gent in 1800 en was een neef van Lieven Bauwens langs moeders zijde. Hij behaalde het diploma . van dokter in de rechten en studeerde daarna nog in Duitsland. In 1830 was hij orangist. Vanaf 1842 doceerde hij een cursus in de wijsbegeerte aan de Gentse universiteit; in 1845 werd hij buitengewoon hoogleraar en in 1854 gewoon hoogleraar. Hij was van 1842 tot 1854 schepen van openbare werken. Gent dankt aan schepen De Pauw de.bouw van het stapelhuis, de aanleg van nieuwe straten en pleinen, de bouw van de rijschool, waarbij hij waakte op het behoud van het klein begijnhof ih de Lange Violettenstraat, de herstelling van het Belfort. In 1853 publiceerde hij de studie "Mémoire sur un nouveau système de pont mobile". N. De Pauw overleed te Gent op 16 oktober 1859. Heden nog herinnert de naam De Pauwbrug aan de Schoolkaai aan schepen N. De Pauw. .

.

Zondag 30 mei: Heden zijn 250 Duitse uitwijkelingen te Gent aangekomen om scheep te gaan over Liverpool naar New-York. Dinsdag 8 juni : Heden hadden verkiezirigen plaats voor de vernieuwing van de helft van .de Kamer van volksvertegenwoordigers. Op 16 mei verscheen een liberaal kiesmanifest, waarin gewezen werd op dé verwezenlijkingen van het liberaal ministerie Rogier en op 18 mei had een pol plaats op hetstadhuis ingericht door het liberaal kiesgenootschap. Naast de liberale lijst werd een conservatieve lijst aan het publiek voorgesteld. Ons verwondert het wel, dat drie kandidaten op beide lijsten voorkomen; kandidaten, die dus het vertrouwen genieten en van de liberale partij en van de conservatieve 8


l

'

",.

-~·~

""

Q

oe < Cl

J

,~

~

·~

i

.! ~

~

t..

'

!:

'q

i: #

9


partij. Er waren 5.792 stemgerechtigden en 4.968 kiezers - een zeer hoog percentage- namen aan de stemming deel. Meerderheid : 2.485 stemmen.

Liberale lijst Delehaye 4.735 't Kindt-de Nayer•4.836 Van Grootven 4.745 Manilius 2.529 Van Hoorebeke 2.563 Van Remoortere 2.519 Leop. Maertens 2.532

stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen

Conservatieve lijst Delehaye "4.735 't Kindt-de Nayer•4.836 Van Grootven 4.745 Vergauwen 2.4 5 7 Solvyns-Martens 2.392 Schollaert 2.397 Delebecque 2.425

stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen

Te Gent wonnen de liberalen dus de zeven te begeven zetels, wel is waar op de drie gemeenschappelijke kandidaten na en met een gering verschil in stemmen. Voor de liberale partij betekende deze verkiezing een nederlaag; ze verloren twaalf zetels. Ze behielden echter nog de meerderheid in de Kamer met 61 zetels tegen 44 zetels voor de katholieken en drie kamerleden, die tot geen partij behoorden. Te Gent was het bijzonder druk. Voor de woonst van de verslagen kandidaten en voor het bisdom werden "schomminkels" gegeven onder het aanheffen van kreten en het zingen van de Brabançonne. Het straadawaai duurde tot twee uur 's nachts. 26 juni : De gemeenteraad keurt de plannen en het bestek goed voor de bouw van de Sint-Annakerk. Uit een verslag blijkt, dat op de Muide 150 beluiken zijn. Drieske Nijpers, een wonderdokter, is reeds enkele dagen in de stad. Zondag 7 juni : eerste dag van de Gentse kermis. Volgens de Gazette van Gent is dit jaar de kermis onbeduidend. Er zijn paardenloopwedstrijden te Sint-Denijs; de Fonteinisten geven kosteloze vertoningen. Maatschappij De Ware Vrienden Stoppelstraat 35 Gent bij de Zottepoort Luisterrijke prijskamp met de krulbol op zondag 27 juni. 1e prijs : een pendule; waarde : 85 fr. 2e prijs : twaalf lepels en vorken; waarde : 53 fr. 3e prijs : twee kandelabers; waarde : 26 fr. 4e prijs : voor de deelnemers van de verst afgelegen stad : 15 fr. Se prijs : voor de maatschappij met het grootst aantal deelnemers : 15 fr. 10


Er waren 220 deelnemer~. De zondag werd er gebold van 14 uur tot 2 uur, 's nachts. De maandag werd er nog gebold van 's middags tot 18 uur. Maandag 28 juni : Op 24 april had de gemeenteraad beslist jaarlijks prijzen uit te reiken om de gezinnen aan te moedigen hun woning rein te houden. Een uitgave van 3~000 fr.werd gestemd, verdeeld in 77 prijzen van 20 fr. en 118 prijzen van 12 fr. Heden werden de prijzen op het stadhuis uitgereikt. Als prijzen werd geschonken : beddegoed, bedden, dekens, stoelen, "keukenvuren, katoen, zakdoe.ken. Sommige gezinnen hebben gevraagd hun pand in de Berg van Barmhartigheid te lossen. 's Avonds waren er talrijke bals en veldfeesten. Dinsdag 29 juni : Het Weldadigheidsbureau houdt een grote brood uitdeling voor de armen van de stad. Op het architraaf van de hoofdgevel van het station werd het bronzen beeld van de Maagd van Gent, werk van beeldhouwer Geefs, geplaatst. ( 1) De bouw van het station is praktisch voltooid. Het werd getekend door de architect Payen, die ook de stations van Oostende, Brugge, Leuven en Manage heeft getekend. 30 juni : In juli zullen de achttien winkels in de Van der Donckt. doorgarig verpacht worden. 1 juli : Heden zal de genie het laatste deel van de vestingen van het Spanjaardkasteel doen springen. Men zal 2.500 kg. buskruit gebruiken om een muur van honderd meter lengte en buitengewone dikte op te blazen.

Zondag 4 juli : Heden hebben er volksspelen plaats bij de Keizerpoort, nl. ringsteking, "goeljacht op het water", prijskamp in het muilentrekken, enz. 14 juli : Er is in de stad een omnibusdienst ingericht naar het zwembad van de heer Dossche aan de Overzet. Voor enige centen voert men er de liefhebbers naar toe. 24 juli : Aan een rapport aan de gemeenteraad ondenen we het volgende : In 1849 hebben 175 armen van het platteland zich gevestigd in beluiken van de St.-Lievensstraat en de Brusselsestraat. In 1850 kwamen er 202 bij en in 1851 nog eens 251. Enkele jaren geleden heeft men een beluik gebouwd op Sint-Pieters (de beluiken van de Voetweg). Thans wonen er 1.500 mensen; velen komen van 11


het beluik Batavia en werden daar vervangen door arme buitenlieden. De Sint-Pietersparochie heeft aan 85 kinderen de nodige klederen bezorgd voor de plechtige communie, daar de ouders niet in staat waren hun kinderen te kleden. 8 augustus :: De bouw van het tehuis voor blinden op de Coupure vordert goed. 20 augustus : Bij al de boekhandelaars werd het boek "Les deux Cours et les Nuits de Saint-Cloud. Moeurs, débauches et crimes de la familie Bonaparte" aangeslagen. Drie geschilderde ramen zijn in de ramen boven het hoogaltaar van de Sint-Niklaaskerk geplaatst. Ze vormen een geheel en stellen de hemelvaart van Christus voor. 21 augustus : De stad heeft aan het Ministerie van Openbare Werken een toelage van 6.000 fr. gevraagd voor herstellingswerken aan de Sint-Baafsabdij. Het ministerie heeft geantwoord, dat de stad voor een deel moet tussenkomen. De gemeenteraad is van oordeel, dat de stad Gent verplicht is belangstelling te betuigen voor zijn oude gebouwen en keurt een uitgave van 1.500 fr. goed. Het is dank aan schepen Van Lokeren, dat de ruïnes van de Sint-Baafsabdij bewaard werden. Guislain vraagt ook aandacht voor het stadhuis, waarvan de zijde langs de Hoogpoort volkomen in verval is. Een der twee achthoekige paviljoenen aan de Dampoort is bouwvallig en wordt thans hersteld. Deze twee paviljoenen werden gebouwd in 1830 en werden gebruikt voor het innen van de octrooirechten. 22 augustus : De heer A. Gevaert, onze bekwame jonge maëstro, heeft een nieuw koor gecomponeerd getiteld "De Maegd van Gent" en dit opgedragen aan het Willemsfonds, dat er mee zal meedingen in de prijskamp te Brussel. Het zangstuk op verzen van W. Rogghé is in een brede statige trant geschreven. F.A. Gevaert werd geboren te Huise bij Oudenaarde op 31 juli 1828. Hij studeerde aan het conservatorium te Gent, werd organist aan de jezuïtenkerk te Gent in 1843 en behaalde de prijs van Rome in 1847. In 1852 zal hij zich te Parijs vestigen, maar kwam toch nog nu en dan naar Gent. In 1871 werd Gevaert directeur van het conservatorium te Brussel. Gevaert overleed te Brussel op 24 december 1908. 2 september : In een schrijven van bisschop Delebecque van 2.9. 1852 aan de priesters van zijn bisdom wordt betreurd, dat anti-

12


katholieke doctrines verspreid worden te Gent. ( 2) Ten einde de verspreiding van de dwaling te voorkomen moet er gewezen worden op de nota's in verband met de wijsbegeerte gedicteerd te Gent. De bisschop looft de wijsbegeerte "la protectrice et la soeur de la théologie". "Maïs cette philosophie batarde, orgueilleuse, insolente, qui ose blasphémer les choses divines, ne vient pas d'en-haut, et jamaïs nous ne permettrans que notre silence contribue à lui laïsser lever la tête parmi nous". Daarna worden de stellingen, die in de cursus van moraalfilosofie zouden verdedigd zijn, weerlegd. Het betreft de vasten, de kuisheid, het aanbidden van beelden, het bidden, de erfzonde. De tekst is opgesteld in het Frans en niet in het Latijn, zeker opdat het rondschrijven ook aan het publiek zou medegedeeld worden. De tekst verschijnt dan ook in Le Conservateur. De Gazette van Gent van 10 september geeft de inhoud van het schrijven van de bisschop weer. In een brief, gezonden aan Le Conservate"ur en die ook verschijnt in Le Messager de Gand van 9 september betreurt rector E. Mandelier, dat de omzendbrief verscheen tijdens de vakantieperiode en op het ogenblik, dat prof. Wagener in het buitenland verblijft. "Le mot d'ordre donné aux feuilles catholiques est d'attaquer l'enseignement de l'état" meent Le Messager de Gand van 15 september. Op 18 september verschijnt in dezelfde krant een antwoord van prof. Wagener. Hij betreurt, dat zijn stellingen onjuist of onvolledig zijn weergegeven. Uit het antwoord van prof. Wagener nog de volgende citaten : "L'enseignement philosophique devient tout à fait impossibie dès qu'on exïge·qu'il soit entremêlé de théologie. Bien souvent j'ai répété·-dans mes cours que la raison ne sait pas tout démontrer, qu'il y a des vérités qui ne sont pas. de son domaine. La philosophie doit rester dans sa sphère et c'est pour cela que j'ai dit par exemple, que la doctrine du pêché original n'est pas du nombre des vérités philosophiques". Hiermede was het incident besloten. Dit was trouwens niet het eerste geval. In 1829 had de vicaris-generaal van het bisdom Gent in de vastenbrief van 1829 bepaalde delen uit èen cursus van strafrecht van professor J. Haus veroordeeld. "Et que' doiton attendre de semblables écoles sinon des enfants de Bélial, c'està-dire des enfants incapables de tout joug; sans conriaissances de leurs devoirs les plus sacrés et uniquement occupés à chercher les plaïsirs des sens". Zoals in 1829 was het in 1852 een strijd om de prioriteit tussen het geestelijk en burgerlijk gezag. 22 september : Julius Vuylsteke, zoon van de raadsheer hij het Hof 13


van Appel en leerling van het atheneum, heeft de gouden medaille behaald in de prijskamp voor de Vlaamse taal, ingericht door het Vlaans· Middencomité. 24 september : Beeldhouwer Pieter de Vigne-Quyo heeft een standbeeld gemaakt voor de nis van de zijgevel van het station. Het beeld stelt de nijverheid voor met haar symbolen de bijenkorf, de scepter in de rechter hand en de linker hand op de wereldbol. Het· beeld is gebeiteld in steen van Roehefort en is 2,55 m hoog. De tegenhanger, het beeld van de koophandel, is toevertrouwd aan beeldhouwer Declercq van Brussel. Kan iemand vertellen wat er met deze beelden gebeurd is na de afbraak van het station in 1929 ? 26 september : De Gentse zangverenigingen het Willemsgenootschap, de Koorzangmaatschappij, de Verenigde Werklieden, de Klauwaerts, de maatschappij Grétry en de Melomanen, hebben deel genomen aan een grote wedstrijd te Brussel. De Gentse verenigingen hebben talrijke prijzen gewonnen. Bij hun terugkeer werden ze schitterend ontvangen aan het station en in stoet naar hun lokalen geleid. 3 oktober : De postboden hebben een nieuw uniform. Het bestaat uit een blauwe tuniek met een rij koperen knopen met de Belgische leeuw en het opschrift Administration générale des postes. De broek is van blauw laken, alsook het hoofddeksel in képi-vorm met een vergulde koperen leeuw. 15 oktober : Gisteren had een plechtigheid plaats, waarvan de oorsprong opklimt tot het keizerrijk. De burgemeester was peter van zevende zoon van de onderwijzer Drubbel. 16 oktober : Reeds op 2 oktober was in de gemeenteraad het maalrecht besproken. Er waren voor- en tegenstanders. Het maalrecht, een octrooirecht op het brood bedroeg : tarwemeel per hl. (= 80 kg.) tarwebloem per hl. (= 80 kg.) tarwebrood per kg. gebuild tarwebrood per kg.

1,70 2,66 0.02 0.03

fr. fr. fr. fr.

Het probleem is belastingen te vinden ter vervanging van de inkomsten van het maalrecht. Op 16 oktober werden de volgende nieuwe belastingen goedgekeurd : a) vermeerdering van de opeentimes van 7 o/o· tot 15 o/o b) vermeerdering van de personele belasting van 7 o/o tot 10 o/o

14


c) belasting voor de bewoners extra-muros naar fortuin d) belasting op het uitvoeren van beer : 10 centimes per hl. De nieuwe belastingen brachten echter onvoldoende op; het maalrecht zal afgeschaft worden bij besluit van de gemeenteraad van 29 oktober 1853. 31 oktober : De maandelijkse openbare verkoping van paarden, rijtuigen en paardetuig binnen Gent zal doorgaan op vrijdag 5 novem her in de Kleine Statiestraat. 14 november : De Sint-Michielskerk is verrijkt met een nieuw altaar, een werk van de Gentse beeldhouwer J. Franck, die ook reeds de preekstoel gebeiteld had. Na de inval van de Fransen in 1794 werd de Sint-Michielskerk beroofd van haar beelden en schilderijen en gebruikt als tempel van de< rede, daarna als tempel van de wet en nog wat later als tempel van de ThĂŠophilantropen. Nadat de kerk opnieuw ter beschikking was gesteld van de katholieke eredienst moesten voor 72.406 fr. herstellingswerken worden uitgevoerd. 24 november : Het politiekorps wordt heringericht. Het telt nu 69 leden. Een hoofdcommissaris commissarissen adjunct-commissaris 1e klas adjunct-commissaris 2e klas adjunct-commissaris 3e klas hoofdbrigadier brigadier politieagent 1e klas politieagent 2e klas

Jaarwedde 4.500 fr. 2.700 fr. plus 800 fr. bureaukosten 1.500 fr. 1.200 fr. 800 fr. 800 fr. 750 fr. 700 fr. 675 fr.

De gemeenteraad geeft opdracht aanNoleteen nieuw uurwerk voor het Belfort te maken. 28 november : Vanaf 1 december zullen de telegraafkantoren verbonden zijn met de kantoren in Nederland. Telegram tot 20 woorden van Gent, Kortrijk, Brugge, Oostende naar Breda, Rotterdam, Den Haag : 7,50 fr. Naar Haarlem en Amsterdam : 10 fr. Voor 21 tot 50 woorden : dubbel Voor 51 tot 100 woorden : driedubbel.

15


3 december : In Franrkijk wordt Louis Napoleon keizer. 8 december : Heden werden de schilderijen van de heer Van Saceghem verkocht. De heilige Maagd van Murillo werd verkocht voor 5.000 fr., de Vijf Zinnen van David Teniers zoon werd aangekocht voor het museum te Brussel voor 26.100 fr. Om te eindigen de prijzen van het brood. Er valt op te merken, dat van af half maart de prijzen opgegeven worden voor Gent en voor extra-murus. Intra-muros Extra-muros Gebuild Ongebuild Rogge Gebuild Ongebuideld Rogge 2 jan. 30 jan. 5 maart 13 maart 3 april 8 mei 5 juni 10 juli 3 sept. 9 okt. 12 nov. 10 dec.

39 40 40 40 40 39 38 39 39 40 38 40

29 29 30 30 30 29 29 29 29 30 29 30

18 19 19 21 20 19 18 16 17 19 18 19

35 36 35 34 35 35 38 34 36

27 27 26 26 26 26 26 26 26

20 20 19 18 16 17 19 18 19

In 1852 was het brood dus betrekkelijk duur Het -liefdadigheidsbureau steunde 4.296 families met 17.739 personen het ganse jaar en 602 families met 2.408 personen kregen tijdelijk hulp. In totaal 4.898 families met 20.147 personen of 18,3 o/o van de bevolking. 1852, het jaar van het verschijnen van het boek "De Hut van Oom Tom" van Beecher-Stowe is ten einde. M. STEELS NOTEN (1) Volgens M. Broeckhove is het beeld een allegorie op België (zie Oostvlaamse Zanten XLVI (1971) blz.- 27 en LI (1976); blz. 151. (2) zie : Liber Mémoralis de l'Université de Gand J. Nève : Gand sous Ie regime Hollandais Recueil des mandements, lettres pastorales, instructions publiés par S.G. Louis-Joseph Delebecque, évêque de Gand (deel 2 blz. 87).

16


DE GILDE VAN SINT-SEBASTlAAN EN DE SCHOUWBURG VAN GENT De gilde van de handboogschutters te Gent of "Ghulde van Mijnheere Sinte Sebastiaan" had van ouds haar lokaal, haar gaaipers en haar doelen in de omgeving van de Koepoort. Na de opstand van 15391540 werd de stad Gent door haar eigen zoon, keizer Karel V, zwaar bestraft. De "Concessie Caroline" (30 april 1540) ontnam de Gentenaars een groot deel van hun privilèges. Om in de toekomst orde en rust te handhaven besliste de keizer onmiddellijk te beginnen met de bouw van een dwangburcht, het Spanjaardkasteel, waarin Spaanse keurtroepen zouden gelegerd worden. Om dit mogelijk te maken werd de Sint-Baafsabdij afgebroken en een groot deel van het SintBaafsdorp met de grond gelijk gemaakt (1) De gilde moest naar een ander lokaal uitzien. Dit "uitzien" duurde niet minder dan acht jaar. Op 9 november 1548 verkreeg de gilde van de schepenen van de Keurein cijnspacht een stuk stadsgrond gelegen op de Kouter langs de Ketelvest (2). Hier werd een nieuw gildehuis opgetrokken. Ernaast bouwde de gilde in 1664 een zaal voor toneelopvoeringen, opera's en andere voorstellingen. Deze zaal werd verhuurd aan allerhande groepen, Gentse maar ook buitenlandse, vooral Franse. De rederijkers speelden meestal in hun eigen lokalen. Gildehuis en zaal waren gelegen op de plaats van de huidige opera en van het enige jaren geleden afgebroken "Posthotel" (3). Gent had enorm te lijden van de krijgsverrichtingen tijdens de Spaanse successieoorlog. Karel 11, koning van Spanje, had Filips van Anjou, de latere Filips V, kleinzoon van Ladewijk XIV, koning van Frankrijk, tot zijn opvolger aangeduid. Op 6 februari 1701- rukten de Franse troepen Gent binnen en namen bezit van de stad in naam van de nieuwe koning. Kort daarop begon de belegering van Gent door de legers van de Zeemogendheden (Engelsen en Hollanders). De stad werd één groot kamp. De publieke gebouwen en de lokalen van neringen en gilden werden kazernes of hospitalen. Protesten konden niet baten. Erger nog, op 3 april 1703 werden de schuttersgilden van Sint-Sebastiaan, Sint-Joris, Sint-Miehiel en Sint-Antonius eenvoudigweg afgeschaft (4). Het zou duren tot 20 april 1731 eer de Sint-Sebastiaansgilde terug werd opgericht (5). Het blijkt nochtans dat in de tussenperiode verder voorstellingen werden gegeven op de Kouter. Inderdaad toen op 16 december 1715 de schouwburg van de gilde volledig afbrandde, bracht een tijdgenoot het relaas van deze ramp : " 's morgens ten -

.

17


half vijf uren zag men onse schoone plaetse van den theater op den Cauter in vuer en vlamme en ten half seven was de selve geheel geconsommeert. Door wat toeval het vuer daer ingekomen is weet men niet; door daer wierd gezegt het zelve gebeurt te wezen door de comedianten, die den avond te voren aldaer gespeelt hadden, en hunne keersen naar behooren niet gaede geslagen hadden" (6). Aan een spoedige wederopbouw viel niet te denken. Dè gilde was afgeschaft. Het stadsbestuur kon geen hulp bieden, want de stadskas was het faillissement nabij; aangegane schulden en interesten konden niet meer betaald worden. Het personeel kon nog met moeite vergoed worden. Eigenaardig genoeg kenden industrie en handel in deze periode een ware heropbloei en een aantal particulieren boekten enorme winsten. Het was voorzeker aan deze gunstige situatie te danken dat het bestuur van de heropgerichte Sint-Sebastiaansgilde de mogelijkheid van een nieuwe schouwburg in overweging nam. Een kapitaal van 40.000 gulden werd ondeend. Als gevolmachtigde leden van de gilde richtten de notabelen Jean de Buck, Bernard de Wilde, JacobAlhert de Backeren Charles-Jecquest Ondereet een rekwest aan de Gentse schepenbank om de toelating te verkrijgen "de faire batir une maison et un jardin propre à y faire leurs exercices". Op deze hof en het aangrenzende terrein stonden vroeger het gildehuis en de schouwburg. Maar bij de afschaffing van de gilde (1703) waren gebouwen en gronden door de vorst verkocht geworden aan de stad. Deze had de gebouwen laten "verkrotten"; het terrein was een wildernis "entièrement vague et inculte" geworden. De schouwburg brandde af en de puinen werden niet opgeruimd. De gildebroeders vragen vooral te mogen overgaan tot de irieuwbouw van een schouwburg. Na langdurige onderhandelingen met voorstellen en tegenvoorstellen wordt het volgende akkoord gesloten (28 juni 1736 ). De stad staat aan de gilde het vermelde terrein af met de puinen van de vroegere schouwburg, verder een stuk grond met paardestallen, toebehorend aan de stad, met een lengte van 60 voet, en het materiaal van deze stallen. Hiervoor moet de gilde aan de stad een jaarlijkse onlosbare rente van 4 schellingen groten betalen. Een tweede:rente van 1 pond groten dient slechts betaald te worden vanaf het zestiende jaar na de ingebruikneming van de nieuwe schouwburg. Verder mocht de gilde in, of liever onder de schouwburg een "place de conchierge" inrichten. Het was hun· toegelaten daar "faire verser, debi ter et vendre publiquement bierres, vins, brandevins, thé, caffé et autres ligueurs, parmi, en cas de vente de 18


thé et caffé, les suppliants seront obligez de paier pour le droit de darnier la somme de quatre livres ·de gros par an a~$itot et si longtemps qu'on y versera du thé, caffé ou chocolat, et touchant le debit de la bierre, vins et brandevins tous ceux qui y demeureront seront reglez comme les autres cabaretiers et aubergistes de cette ville (7). Men kon er ook gratis de "Gazette van Gent" lezen. De gebouwen werden opgericht volgens de plannen van de bekende architekt Bernard de Wilde (1691-1740), lid van de Sint-Sebastiaansgilde. Hij was ook de ontwerper geweest van het Lakenmetershuis op de Vrijdagmarkt en van het Pakhuis op de Koornmarkt (1719), dat in 1729 in gebruik genomen werd door de "Camere van Commerce" van Gent (8). Een belangrijke bepaling in het gesloten akkoord, die trouwens de rechtstreekse aanleiding was tot het hieronder besproken proces, was de clausule, die aan de Sint-Sebastiaansgilde een monopolie toekende : alleen in haar schouwburg mochten voortaan toneelvoorstellingen gehouden en bals gegeven worden (9). Wegens niet-naleving van deze clausule diende de Sint-Sebastiaansgilde op 28 januari 1782 een klacht in bij Jozef II ("A Sa Majesté l'Empereur et Roy") tegen de drie andere schuttersgilden. De kanselarij maakte onmiddellijk de klacht ter behandeling over aan de Raad van Vlaanderen. Wàarom werd dit rekwest gericht aan de keizer ? Waarom werd het proces gevoerd voor de Raad van Vlaanderen, vorstelijke justitieraad, en niet voor de schepenen van de Keure van Gent ? Eenvoudig omdat het akkoord, dat tot stand gekomen was voor de schepenen, goedgekeurd was door de vorst, keizer Karel VI, en bij vorm van oktrooi aan de gilde verleend ( 18 juli 17 36). Een betwisting over een vorstelijk oktrooi kon alleen door een vorstelijke justitieraad beslecht worden en niet door een stedelijke sche· penbank. De Sint-Sebastiaansgilde klaagt aan dat "des membres malintentionnés de la confrérie de Saint-George dorment des divertissemens qui deviennent publies par le concours de persounes qu'ils y admettent". Hoe kan de gilde dan, zegt haar procureur Jan-Baptist Stalins, de jaarlijkse interesten terugbetalen. van de 40.000 gulden, die zij ontleend had voor de bouw van haar schouwburg en van de 30.000 gulden, die zij kort geleden had uitgegeven "pour l'embellissement de la salie". De gilde eist dan ook dat het oktrooi naar de leiter wordt toegepast en dat nog eens uitdrukkelijk verboden wordt aan de andere schuttersgilden en aan al de verenigingen in hun eigen of in andere lokalen "de donner à l'avenir quelque sorte de divertisse19


ment et sous quelque dénomination illusoire que ce puisse être tels que commédies, opéras, bals, redoute (= openbare danspartij), cotterie (= samenkomst van een gezelschap of kliek) ou assemblée de danse". Maar de gildebroeders willen wel, om de verstandhouding en de goede geest te bevorderen, eens per jaar in hun schouwburg toelaten "un bal entte les quatre confréries, parmis que les frais de la musique et de l'illumination seront repartis par tête". Voor de procureur-generaal van Vlaanderen verklaren de drie andere schuttersgilden dat zij volledig het monopolie van de Sint-Sebastiaansgilde, vermeld in het oktrooi, erkennen en dat het zelfs nooit in hun hoofden opgekomen is "in hunne saden te houden publicque ballen". Zij konden echter niet ontkennen dat bals hadden plaats gehad. Daarover gaven zij deze eerder idyllische uitleg : "dat de dansassembleën die sij houden in niet anders en bestaen als in besandere onderlijnghe reereatien tussfhen de confreers ende gildebroéders benevens eenighe van hunne vrienden, desdve dansassembleën vergelijckende ende in paraiele stellende met de reereatien die eenen vader des huysgesints aen sijne familie ende vrienden is gevende." "Niets van", replikeren de eisers, dat zijn geen samenkomsten van een privéclub, geen "privative vergaederijngen van het corps", want "den nomber Va.n de vremde persoonen verre excedeert den nombre van de confreers". En wat de zaak nog meer verdacht maakt is het feit "dat sij, besonderlijck het gilden van Sinte Jooris, uytgeven ende distribueren caerten dienende om de vremde persoonen in hunne ballen te admitteren. De distributie van dese caerten en doen sij oock niet gratis maer men moet voor ieder caerte betaden eenen gefixeerden prijs die differente mael heeft gheweest van vijf schellijngen wisselgeldt". Hieruit volgt uiteraard een enorme vermindering van het aantal personen, die naar de bals van de Sint-Sebastiaansgilde komen en dus ook van de inkomsten van de gilde. De eisers vragen geen' eigenlijke sententie van de Raad. Zij verzoeken alleen maar de procureur-generaal "aen de Majesteyt favorabelijck ter intentie van de supplianten te rescriberen", i.a.w. aan de keizer een gunstig advies te geven (10). Dat gunstig advies blijkt er niet gekomen te zijn. Het komt alleszins niet voor in de rescripties van de procureurgeneraal (11). De moeilijkheden hielden trouwens niet op voor de Sint-Sebastiaansgilde. Nog in 1793 en 1794 was er een proces tegen de Rederijkers. Het geschil was zo ernstig dat de gilde de afbraak van de toneelzaal van de Rederijkers eiste. Toen neringen en gilden met de meeste instellingen van het Ancien Regime werden afgeschaft en hun bezit-

20


tingen aangeslagen, was dit ook het geval voor de Sint-Sebastiaansgilde. Haar schouwburg werd openbaar verkocht op 25 april 1798 aan de maatschappij Piers en Cie, die hem later (7 juli 1821) verkocht aan de stad Gent (12). DRS. WILLY BUNTINX NOTEN

(1) Zie hierover : FRIS, V., Histoire de Gand, Gent 1913, blz. 192-196.- VAN WERVEKE, H., Gent. Schets van een sociale geschiedenis, Gent 1947, blz. 67-68 en 78-79.- CARSON, P., Gent een stm:l van alle tijden, Gent, 1972, blz. 61-63. (2) Stadsarchief te Gent, reeks 1551 (3) CLAEYS, Pr., Pages d'histoire locale gantoise, Gent, 1885, blz. 170-171.IDEM, Notes et souvenirs, III, Gent, 1907, blz. 23-24. (4) FRIS, V., Op. dt., blz. 270-271. -Zie ook Stadsarchief ~e Gent, reeks 1551. (5) Rijksarchief te Gent, Raad van Vlaanderen, m. 21.677 (6) CLAEYS, Pr .; Pages d'histoire locale gantoise, blz. 171. (7) Rijksarchief te Gent, Raad van Vlaanderen, m. 21.677. (8) STAPPAERTS, F.; De Wilde Bernard, in : Biographie Nationale, dl. 6, kol.1 (9) "que nous ni nos successeurs (= de schepenen van Gent) fairons faire ni perrnettrons de faire un autre opera ou place de comedie tant et si longtemps que le dit opera sera en etat et propre à jouer et que toutes les ·comedies et bals publicqs que nous et tout ecclesiastique superieur en cette ville permettront, devra être tenu et representé dans le dit nouveau opera à·coilstruire". (Raad van Vlaanderen, m. 21.677) (10) Raad van Vlaanderen, m. 21.677 (11) Ibidem, nrs. 30.868 en 30.869. (12) CLAEYS, Pr., Pages d'histoire locale, blz_. 173-174.

DE GENTSE DONKERE PUTTEN Men hoeft de lange rij avonturenromans van Alexandre Dumas en diens confraters niet verslonden te hebben om te weten dat niet alleen gedurende de middeleeuwen maar nog lang daarna angstaanjagende kerkers vrijwd overal te vinden waren. Ue burchten hadden er, de kloosters hadden er, de vorstelijke en gemeentelijke gevangenissen hadden er. Doch laat ons eerst en vooral nagaan wat we onder kerkers dienen te verstaan. Tuchthuizen waren het allerminst, wel gevangenissen in de betekenis van huizen van bewaring : dus plaatsen waar wetsovertreders die men (niet zelden op heterdaad) gesnapt, gevat,gevangen 21


had, opgesloten werden tot op het ogenblik dat ze berecht werden! In het Frans prisons van "prendre". Had men die plaatsen derwijze gebouwd dat ze van het geringste daglicht beroofd waren, dan kregen ze de naam van kerkers of donkere kamers. In het Frans chartres of cachots noirs .. Gebeurde het dat die kerkers zich geheel of gedeeltelijk onder het straatniveau bevonden en bovendien als enige toegang een opening in de zoldering hadden, dan heetten die onderaardse gevangenissen donkere putten of gewoonweg putten. In het Frans fosses of fosses basses. Toegegeven dat de middeleeuwse versterkte kastelen er minder telden dan de fantasierijke romanschrijvers er ten tonele voerden, het is wel zo dat echte vergeetputten (oubliettes) inderdaad bestaan hebben. De mensen die in dergelijke putten gegooid werden, waren gedoemd om van honger en dorst om te komen. Aangezien de geestelijke hoven wel gerechtigd waren doodvonnissen uit te spreken maar ze niet (eigenhandig of op een gewelddadige manier) uit te voeren, moesten ze "van de nood een deugd maken" en hun terdoodveroordeelden eventjes naar een oubliette sturen. Pour les besoins de Ia cause, en omdat ze toch alles in het Latijn deden, noemden ze zo'n vergeetput maar liefst een (requiescat) in pace. Behalve een in pace waren de kloosters en de abdijen natuurlijk ook gewone gevangenissen en cachotten rijk. Wat de St.-Pietersabdij betreft, dit zeg ik tussen haakjes, dient eraan herinnerd dat de zg. cachotten die gedurende ruim 100 jaar door de er huishoudende kazerne gebruikt werden, absoluut geen uitstaans hadden met de oude, authentieke abdijse gevangenissen dié tegelijkertijd met zoveel andere kloostergebouwen op het einde van de 18de eeuw gesloopt werden. Die legercachotten waren weliswaar kleine doch heel gewone cellen, voorzièn van britsen en het "meubel" eigen· aan gevangeniscellen. De soldaten die gestraft waren met "salie de police" brachten er een tot drie nachten in door; de soldaten gestraft met "cachot" verbleven er dezelfde tijd doch tevens overdag. Ook Gent heeft - dat spreekt vanzelf - zijn kerkers en putten gekend. En wis en zeker een wijde waaier van gevangenissen van alle slag. Vooral Stadsgevangenis " 't chastelet" alias " 't sausselet" alias " 't saestelette" alias " 't sosselet" had voor elk wat wils in voorraad. De dieven bracht men naar de "Roovers Muyte"; de Joden vlogen in de "Israël Muyte". Wat iemand moest mispikkeld hebben om in de "Clene Splete", de "Groots Splete" of het "Cattegat" te belanden, wordt inalle talen verzwegen. Dat het "Suijkerlaetgiën" uitsluitend voor de geluksvogels in het leven geroepen was moet ik zeker

22


(

---- --

t I I l

..

''

'' ''''' •.•' I I

{\

.......

II

. ...... ~' ...,,, ,. -

0551 i ... })

PUT

l

I•

·,

'7

_, I

..

', ,, • I ' , ,' , .., .... ,,, ,....

.

.' 1

,........14

L

_

-1

'''•

•••••• _- • •• ./ •

....•·J -- ----- ...

-..... _-... -.........

...... '..........

··-••••

1:::'

I

1 c::::

: I

-..J

,

--...

~ '• ·-·--.

ç

,~I

I

'

,' / I

. .......... ·---.r,,--'• .,. ..........,. .. ......'• .......... ....... .....··------- '~ ... ' :,.;: .. :.... '·~': ····----------.. ···----' ~' ,_ '

'' ~............ ... . .,. . '..........

"•••• • " • • " • •

I

f

. -..........

\ '-·#"',' ',

I

, -......... .. ......'............

. . ....... _ ,.... ; ,, ... _....... ......

''''

.

................. ~ ... __ ...

.............. ....... __ _

..,

,.

,I ~I I ,II !.... \ I ~

' ... ,

f

...... ..... ',

",

•,

•••••• •

'

•I ojl I

rl

............... .!..._ -tf..I..I4.(1.LIJU.. _ •

--

' · ..

,• ,. ••••••••••••• I ,

"~--

.\'- ·

• ··-··-

-· #

/

N

~

Plattegrond van Paleis met ligging van de Put; doorsnede van de Put op schaal van 1/200 naar tekening van A. van Werveke; 1 = gat;'2 = privaat; 3 =luchtkoker


niet beklemtonen. Welke van die twee spleten of dat cattegat tevens authentieke kerkers waren, is al evenmin geweten. Een ding staat echter als. een paal boven water : 't Chastelet had zijn donkere put. Schreëf Marcus van Vaernewyck niet in zijn "Van die beroerlicke tyden in die Nederlanden, I, blz. 181" : "Wie en weet niet dat men de kaerchers niet schoone en rnaeet alst blijct an den Put int Sausselet die romatijck ende doncker als een helle es." In Franse teksten heette de Put : Fosse, Cul de Fosse en Obscur Puys. Is het nodig eraan te herinneren dat ons Kasteeltje niet alleen zijn naam maar meteen de bedenkelijke mode, aan de verschillende gevangeniscellen een alleszins schilderachtige naam te geven, schaamteloos plagieerde van zijn twee Parijse voorgangers : het "Petit Chatelet" en het "Grand Chatelet" (1) waar de zg. "prisons honestes" (omdat ze over bedden (?) beschikten ?) luisterden naar deze veelzeggende namen : "La Salie", "La Motte", "La Barberie", "Le Berceau", "La Gloriette", "La Griesche" (alleen toegankelijk voor vrouwelijke gevangenen; grièche synoniem zijnde van helleveeg (denk aan onze Dulle Griete). Onder de niet "prisons honestes" rekende men "Les chesnes", "Le Puits", "La Fosse", "L'Oubliette". In feite allemaal kerkers zoniet donkere putten. Omdat van ons 't Sosselet absoluut niets overgebleven is zullen we zijn Put onbemoeid laten en liever gaan kijken naar de gebouwen die wel een of meer van die triestigheden voor ons bewaard hebhen : het Stadhuis en het Gravensteen. Met die van het Stadhuis zullen we op een andere keer kennis maken (niet letterlijk opvatten a.u.b.!). Vandaag zullen we die van het Gravensteen onder de loep nemen (figuurlijk, dat spreekt ! ). Van meet af aan is het Gravensteen rijkelijk begiftigd geweest met gevangenissen van alle soort, waarvan er tot in de 18de eeuw gebruikt geweest zijn. Eigenaardig genoeg, maar niet verbazingwekkend, vermeldt Brismaille (over dit personage verder meer) op zijn plattegrond van het Kasteel (1779) als gewezen "cachots" slechts 5 vertrekjes die hij citueert in het Romaans Gebouw (nr. 10 op de plattegrond in de Officiële Gids van 's Gravensteen; alle uitgaven) dat de kastelein tot woning en kapel diende. Van het bestaan van de andere oudere gevangenissen schijnt onze architect geen kennis gehad te hebben. Wat meer is zou het nog ruim een eeuw duren eer de ene gevangenis wat vroeger en de andere wat later uit de vergetelheid zouden gehaald worden. De oudste twee gevangenissen dagtekenen uit de 1 Ode, wellicht uit de 9de eeuw, d.w.z. in de tiid dat het "Novum Castellum" opge24


trokken werd. Ze bevinden zich in een uitbouwsel van de Meeste Toren; lengte 15,33 m, breedte 1,63 m. Dat uitbouwsel gebruikte Filips om er die in zijn soort unieke trap bovenop te bouwen die de 2 grote zalen van de Toren met elkaar verbinden. Hoewel ze in de wandeling Donkere Putten genoemd worden, verdienen die gevangenissen geenszins die naam aangezien ze niet onderaards maar op de eerste verdieping van het "Castellum" gelegen waren. We spreken dan ook terecht liever van kerkers (3,20 x 1,20 m). dus van vertrekken zonder de minste verlichting, maar wel voorzien van een deur. De ruimten eronder, rechthoekig van vorm zoals de kerkers zelf, lagen vanzelfsprekend op het niveau van de benedenverdieping. Deze plaatsen hadden uiteraard noch vensterramen noch toegangen; waren daarom nog geen "oubliettes" zoals wel eens beweerd werd, maar eenvoudigweg de beerputten ten gebruike van de erboven gelegen kerkers. Ze werden nooit geruimd (konden dat trouwens niet) maar versasten hun inhoud, gedeeltelijk(?) of volledig(?) via smalle spleten aangebracht in de buitenmuur, kasteeluitwaarts. De_wijde wereld in. Wat er met die afvoer na de oprichting van Filips' Burcht gebeurde wordt niet verteld. Zoals bekend zijn deze kerkers alsmede hun beerputten bewaard gebleven, dus met de andere merkwaardigheden van het Kasteel gewoon te bezichtigen..Alhoewel Filips bij het bouwen van zijn Kasteel niet vergat dit te begiftigen met een paar spiksplinternieuwe gevangenissen (waaronder zoals we zullen zien een echte put) liquideerde hij daarom de bestaande "donckere cameren'' nog niet. Deze zouden tot in het begin van de 18de eeuw in gebruik blijven. Getuige daarvan het "geval" Lieven Cornelis. Op 20 augustus 1658 zond hij vanuit het Gravensteen een verzoekschrift naar de Raad van Vlaanderen, waarin hij verklaart dat hij "derthien rnaenden ofte bedt (= meer) heeft ghesepareert _gheweest van alle andere de tinenten in diversche Donckere Putten deur het missen van zijne zinnen", en waarin hij smeekt "gheslaeckt (= ontslagen) te worden ende eerelick zijnen cost te maghen winnen, principalijck daertoe capabel ende wederomme zijne zinnen, verstant ende memorie heeft, beter als vooren door Godts gratie ende toedoen." Het kan niet anders of onder die "diversche Donckere Putten" moeten de twee oude exemplaren begrepen zijn. Eveneens tot ons gekomen_ zijn de gewone gevangenissen en de echte Donkere Put. De eerstgenoemde plaatsen bevinden zich op de verdieping van het Poortgebouw en beslaan twee ruimten : het zg. Vierkant en de zg. Suikerlade (de voorloopster of navolgster van het 25


"Suijkerlaetgiën" In " 't Saestelette"). Als er een verwantschap bestaat tussen die suikerlaadjes en ons typisch Gents suikerlootje (bevoordeeld, enigszins verwend kind), dan moeten die suikerlaadjes voorzeker de minst weerzinwekkende der "muyten" geweest zijn. In het Vierkant was er slaapgelegenheid voor minstens 8 personen aangezien daar in 1522 geplaatst werden "vier kleine koetsen van 5 voet breedte om getweeên beslapen te worden." Het gebeurde zelfs dat personen de Donkere Put (zie verder) mochten verlaten om de nacht in het Vierkant door te brengen zoals dat in 1619 met Bontynck het 't geval was. Op het "advys van den Stadthandere (hoogbaljuw) wordt geconsenteert dat den suppliant magh slapen buyten den Put in het Vierkante anhaudende niet min zyne boyen." Zoals genoegzaam bekend was het in datzelfde Vierkant dat de pijniging met de halsband toegepast werd. Hier moeten we ons verhaal even onderbreken en een sprongetje in de tijd maken, dit om het laatste hoofdstuk van 's Gravensteens gescl,tiedenis beter te begrijpen. Het Kasteel dat voor het grootste gedeelte staatseigendom was werd op 15 febr. 1779 op last van Keizerin Maria Theresia te koop gesteld. "Verscheyde deelen voortyds gebruykt geweest hebbende" kondigde de Gazette van Gent in haar nummer van 2 nov. aan "tot de vergaderinge van de Raed van Vlaenderen, de Greffie, de Gevangenissen, (... ) alle zeer gedienstig tot de groote fabrieken." Enkele weken daarop was de bijna volledige koop het eigendom geworden van de architect Jean-Denis Brismaille die met het oog op de geplande verkaveling ervan de hogervermelde plattegrond tekende. Het is hier de plaats niet om uit de doeken te doen wat gedurende bijna een eeuw met de oeroude en de inmiddels opgetrokken nieuwe gebouwen gebeurde. Zoals men weet gingen er op een bepaald ogenblik stemmen op in verband met een eventuele restauratie van het op een schandalige wijze verwoest Steen. Een restauratie die zoals u weet een werk van lange duur geweest is. En die in 1865 startte met een tot mislukking gedoemde poging vanwege de Stad om in het bezit te komen van een gedeelte van het zo talrijk als verscheiden gebouwencomplex. In 1870 werden de verschillende gebouwen van dat complex, de katoenspinnerij van A. LutensDelise uitgezonderd, te koop aangeboden. De weigering vanwege de Staat de transactie te subsidiëren deed andermaal de verwerving in het water vallen. In 1872 dank zij de financiële tussenkomst van Staat (1/3) en Provincie (1/3) kwam de Stad in het bezit van het Poortgebouw. De rest van het complex, met name de eigendommen van de heren Hulin (de erfgenaam van J.-D. Brismaille) en Lutens26


Delise, werd in 1887 met Staats- en Gemeentegelden aangekocht. Nog hetzelfde jaar werd overgegaan tot de onteigening van de tegen de buitenmuren geplakte woningen. Twee jaar nadien ving men aan met de opruiming van de puinen en de afbraak van de menigvuldige parasitaire constructies om meteen een begin te maken met de herstelling van wat tegenwoordig een van Gents meest bezochte merkwaardigheden is. Parenthese gesloten. Dat die werkzaamheden door de man in de straat met de meeste · aandacht en belangstelling gevolgd werden hoeft zeker geen betoog. Ook de dagblad- en de weekbladpers lieten zich niet onbetuigd. Bij manier van spreken ging geen dag voorbij zonder dat er iets - al was het nog zo weinig - over de werken verklapt werd. Op 7 nov. 1891 zou Het Volksbelang zijn lezers niet op een "iets" vergasten maar op een zo onverwachte als sensationele openbaring : "In het Gravensteen is weeral eene belangrijke ontdekking gedaan. Onder het zoeken van het onderste gedeelte van eenen steenen trap heeft men eenen onderaardsehen kelder van zeer groote afmeting gevonden en· die nagenoeg 7 m diepte heeft. Zondereenigen twijfel is dat steenen hol een kerker geweest waarin gevangenen werden opgesloten; want een steenen gemak in de dikte van den kolossalen muur bewijst dat •deze kelder tot verblijf van menschen moet~ gediend hebben, Qie~lc~lder heeft noch poort noch deur~ Slechts bij middel van een koot"dkonmen·er 1n nederdalen langs eene kleine Vierkante opetung in het bovenste deel van ..het ge'Yelf. Lucht kreeg men langs een smal spleetje in de hoogte dat)~gelijk de eenige bron cv~ licht wa~. Ook is h~t er.s~hier pikdonk~r. bie keldet~~netgeen J:Jle.n in het ·Frans eene, oubliette.of een in pacenm~mt: In dèktd~jken-leest men veèlvän zulke onller~t:bche geyangeriissen, maar"~e.e~ weinig . zijn tot. op· dell_ dag vm, hedef\ ~bew~a gebl~ven." . In zijn vÖigendnummer (l4 110~~) komt het weeRblad op het bericht van de vorigè-weekj~g;-Ofliever, laat een lezer, met11ame de oudheidktmdige·j!l s~,:;Aifóns ván.Werveke, het woord; dezelfde die enige.jai'enláter een vaste tnede'\Verker ~n het blad zou worden : Eer.gt alS áfi()nie_ine a~eur van .de rubri~k Oudheidkundig Ni~uws, vanaf2() jailuari 1906., direct·J:la de vèrschijllÏng van de brocliure "J. de Waele et A. van Werveke, Chateau des Cofi1tes de Flandre, guide du visiteur, Gaild, Hoste, 1905~ 58 pp." als-volwaardig joUrnalist. "Geachte Heer Opsteller" schrijft hij, "Mag ik zoo. VJiij zijn het een en andere te voegen bij uw art. van verleden week? Pè ontdekking in onze oude burtht gedaan is belangrijk genoeg oni erop terug te komen."

aan

27


En hij betoogt dat die " onderaardsche kelder" in werkelijkheid een " gemetselde put" is; dat er van "eenige bron van licht " geen sprake is en dat de uitdrukkingen " oubliette" en " in pace" in het geheel niet toepasselijk zijn op de ontdekte gevangenissen. Die Donkere Put (nr. 18 in de Gids ) bevindt zich in het noordelijk gedeelte van het zg. Paleis van de graven. Deze constructie zou nog tijdens het leven van Filips ( + 1191 ) gebouwd zijn. Echt wonen in hun Paleis schijnen onze vorsten en vorstinnen slechts occasioneel en ~eker niet lang gedaan te hebben want zowel in de 13de als in de eerste helft van de 14de eeuw logeerden ze in de regel in een of andere abdij (St.-Pieters, St.-Baafs , Bijloke ) als ze om hof te houden of zo en kele dagen in onze stad kwamen doorbrengen. En toe n Lodewijk van Male (Âą 1346 ) het Hof van der Posterne als residentie deed inrichten en in 1349 hetzelfde deed met het Hof ten Walle (he t latere Prinsenhof) werd het Paleis in 's Gravensteen voor goed verlaten. Wat de ligging van de Put betreft is er iets waarvoor geen verklaring t e vinden is. Hoe zelden men hem ook t ussen 1191 en 1346 moge gebruikt hebben en hoe zelden de erboven gelegen zg. kart:J.er van de vin betrokken weest is, toch zal het komen naar en het

~~

metalen borstwering.

28


van de Put zeer hinderlijk geweest zijn voor de bewoners van dat Paleis. Om het even, het is vanuit die gravinnelijke kamer dat we Put in ogenschouw kunnen nemen. Het vierkante gat in de vloer (0,70 m x 0,78 m) is veiligheidshalve afgesloten door middel van een traliewerk en afgebakend door middel van een ijzeren kooivormige afsluiting. Wilt u neerhurken.:. dat doen evenwel slechts weinig bezoekersdan ziet u het in een der muren (de oostelijke) uitgespaarde privaat met zijn nog goed bewaarde stenen bril. In de noordelijke muur ontdekt u zonder moeite de ingang van de luchtkoker (1 ,80 m boven de vloer) die zoals reeds gezegd is elleboogvormig in de muur ge'" bouwd is. Zie de plattegrond van het Paleis en de doorsnede van de Put. De uitbouw van het privaat is te zien als u op de koer de buitenkant van het bovendeel van de Put gaat bekijken. Draai nu de hoek om; op manshoogte zult u de uitgang van de luchtkoker bemerken : een opening van± 0,30 m x± 0,15 m). In geval de Put niet afgesloten was, was er waarachtig geen gevaar dat de bewoners ervan de stikkingsdood stierven. Daarvoor "trok" en "trekt nog" de "schouw" te voorbeeldig. Maak de proef op de som ! A propos van die Put-bewoners. Alvorens met die mensen kennis te maken willen we lièver nog even bij de Put verwijlen. Er waren twee manieren om erin af te dalen : met behulp van een lange ladderdie diende op zijn minst 6 m lengte te hebben aangezien de Put een diepte heeft van 5,50 in; het gebruik van zo'n hulpmiddel was mogelijk vermits de kamer hoog genoeg was om met het tuig te manoeuvreren- of van een mand die met behulp van een over een katrollopende koord op of neergelaten werd. De put van ·het Parijse Chatelet had er alleszins een want in 1492 wordt in een document gesproken van een "poulie de cuivre servant Ie prison de la· Fosse pour dévaler les prisonniers" Joos de Damhoudere schrijft in zijn "Practycke ende handbouck in criminele zaeken" dat "de vanghenesse of carckere ghevonden ende ghemaeckt es om bewaeren niet om punieren, nochtans om cleyne delicten of mesdaeden es den juge wel ghecostumeert te punieren met vanghenesse te watere ende broode om eenen tijt (korte tijd)." In het eerste geval wachtten de verdachten in de Put het ogenblik af waarop ze zouden verhoord worden. Uitzonderlijk had een zodanig verhoor in de Put plaats zoals dat op 5 nov. 1451 -dus volop tijdens de Bourgondisch-Gentse crisis - gebeurde : "Item, up den zeiven vrindach tsnavents, trocken weder alle de ghedeputeerden in 't sGravensteen als te voren, ende daer zynde, midsgaders ·beede de 29


dekenen ende eeneghe scepenen, zo coos men uut elcken leden VI persoonen, die met beede de dekenen ende eeneghe scepenen ghynghen in den Put, examineerden daer weder de voornoemde IIII ghezellen, ende als zy vuldaen hadden, alzo hemliede dochten, so ontboot men alle d'andere uuter sale beneden in den ~elven put ende daer las men huerlieden verkennen ende verleyden dat zy doe ghekendt hadden ende noch voor hem. allen kenden, in den manieren hier naer volghende, enz.". (Dagboek der Gentsche Collatie, uitgegeven door A.G.B. Schayes) De vier personen waarvan sprake waren Jan van Sicdeer of Sedeer; Philips Sersanders; Pieter Hueriblock en MeesterPieter Bauwins of Baudins. Allen werden met geldboeten en verbanning gestraft, doch van laatstgenoemde straf schijnt niet veel in huis gekomen te zijn. Andere partijgangers van de hertog, ergo verraders in de ogen van de aan de macht zijnde volkspartij, met name Pieter Tyncke en een paar van zijn vrienden, eindigden hun politieke loopbaan na een drievoudig "examen" op de pijnbank ondergaan te hebben, op het schavot (11 nov. 1451}. Deze bloedige tribulaties verklaren ons meteen waarom de gewezen hoofddeken Pieter Hueriblock en zijn 3 acolieten in de Put van 's Gravensteen terechtgekomen waren in plaats van in die van het Chatelet : deze was immers "bezet" door de ploeg Tyncke ! Die show die daar in de Gravensteense Put vertoond werd moet wel van een uitzonderlijk allooi geweest zijn. Ziet u dat twintigtal al dan niet getabberde heren schepenen, dekenen en hun supporters een voor een de ladder afdalen om, in de kwalijk riekende diepte aangeland, natuurlijk bijgelicht door enkele walmige fakkels, verhoren af te nemen en verslagen op te maken. Zoals reeds gezegd kwamen de 4 ondervraagden er nog goedkoop van af. Van Jan van Sicdeer horen we achteraf niet meer spreken. De overige 3 daarentegen zorgen ervoor dat ze in het nieuws blijven. En of ! Pieter Hueriblock "was onthooft up een schavaut voor 's Graven steen" op donderdag 13 maart 1476. MeesterPieter Bauwins onderging's anderen daags hetzelfde lot. Philips Sersanders volgde de maandag daaropvolgend. Amper 2 weken later (3 april) zal het de beurt zijn aan Kanselier Hugonet en graaf van Humhercourt om op de Vrijdagsmarkt niet terechtgesteld maar letterlijk vermoord te worden. Zie dienaangaande het schilderij van Karel Wauters berustend in het Stadhuis dat de halseechting in beeld brengt. Alhoewel volgens de geldende "costumen" de putten voor vrouwen taboe waren, leren we uit wat volgt dat er nooit regels waren zonder 30


uitzondering. Op 8 mei 1568 had er in een huis gelegen aan Onderbergen, vlak bij het Hof van Ravestein, een dubbele moord plaats. Een handelaarster en een 13-jarig meisje werden er op een beestachtige wijze om het leven gebracht door een 40-jarige Spanjaard en diens 20-jarige Vlaamse bijzit. "Ende terwijlen dat dese moordt ghebeurde", rapporteert ons het Dagboek van de gebroeders Van Campene, "zoo heeft er eene jonghe dochtere van desen lande de waeke ghehouden voor de deure" (in werkelijkheid verworgde zij het kind ). "De moorden heymelicke vulbracht zijnde, hebben gherooft de schat van huere coopmanschepe, danof een van de Spaignaerden" (er is er maar ĂŠĂŠn geweest) "ghevanghen wierdt ende gheleyt inden put binnen sGravensteen, ende de dochtere die de waeke hielt es ooc inde zelve vanghenesse ghecommandeert." Wat de kroniekschrijver met "inde zelve vanghenesse" bedoelt is niet heel duidelijk. We kunnen inderdaad niet aannemen dat men dat paar in een en hetzelfde vertrek zou bijeengebracht hebben. Waarschijnlijk zal de professionele hoer in een van de 2 oude kerkers te grasduinen gezet zijn. De Spanjaard die het feestelijk vertikte enige bekentenis af te leggen,

van t eerste de kelder van Filips' meesten toren. de gaten waarin de balken zaten die de vloer van de eerste verdieping droegen. De houten trap leidt nu naar de ingang van een der kerkers.

31


werd naar de pijnkelder geëxpedieerd in de hoop dat hij daar de waarheid zou verkondigen. Helaas, de man hield voet bij stuk : Hij had, vloekte hij, met die misdaden absoluut niets te maken. Hij werd dan maar "wederomme ghebroght in vanghenesse (lees : put)." Zijn m~deplichtige die niet alleen haar minnaar bleef beschuldigen maar bovendien haar aandeel in de moorden volmondig toegaf hoefde diensvolgens geen scherp examen te ondergaan. Op 13 mei "pronuncieerden schepenen de criminele sententie" en werden de 2 patiënten op de wreedaardigste manier geëxecuteerd. De man kreeg 5 nepen toegebracht met een gloeiend ijzer; hem werd een vuist afgehakt; dan werd hij opgehangen en vervolgens gevierendeeld. De deerne kreeg 3 nepen waarna ze werd opgeknoopt. Aan 2 bijzonderheden mogen we hier herinneren· : de strafuitvoering had plaats vóór het huis van de misdaad (Onderbergen); tijdens de uitvoering ontstond een "cleene beroerte" onder het toekijkend publiek : een opschudding die veroorzaakt was door een op heter daad betrapte "bursensnider" die, mogen we aannemen, niet al te lang zál moeten wachten hebben om op zijn beurt kennis te maken èn met de put èn met Jan de Scherprechter. Marcus van Vaernewyck vertelde van naaldeken tot dra,aiken en dat in geuren en kleuren het weerzinwekkendstraattoneel· in zijn "Van die Beroerlicke Tyden in die Nederlanden." Lat~n we de Put als "plaats van bewaring" verlaten om wat nader kennis te maken met de Put als "plaats van bestraffmg". In de regel bedroeg de straf "met de Put" niet meer dan 14 dagen. Met 1 dag "Put" betaalde iemand zijn slecht gedrag in de gevangenis (lees Suikerlade) (1736). Met 3 dagen werd een kleine (?) diefstal (1597) (1739) en opstand tegen de politie (1616) bestraft. Met 5 dagen wegens landloperij (1732). Met 8 dagen eveneens wegens landloperij (1648). 8 dagen was ook het tarief voor het bedreigen en beschimpen van een medegevangene (in de Suikerlade) (1634) en voor het stelen van een mans- en een vrouwenhemd (1740). Voorwaar duur betaalde hemden ! 14 dagen werden toebedeeld aan Bernardine Bruggemen "ter eausen van haer ondeugend ende straefbaer gedragh ten praeesse vermeit" (1783). Naar mijn gevoelen een tam~ijk vage beschuldiging. Omdat hij dronken aangetroffen werd, kreeg een landloper eveneens 14 dagen te verwerken (1628) evenals de man die klederen van 2 soldaten gekocht had en die twee geholpen had bij hun deserteren (1731). Meestal ging aan de straf "met de Put" een andere straf gepaard. 32


Deze kon bestaan uit het betalen van boeten of gevangeniskosten; uit het "sitten te waeter ende te broode"; uit het vragen van vergiffenis "in u lijnwaet op beede u knijen Gade van hemelrijcke, heere ende weth vergeffenisse te bidden"; uit het in de boeien klinken; uit de tot 10 jaar oplopende verbanning. Volgens la tête du elient mochten sommige veroordeelden een of meermalen daags de Put verlaten, meestal om zich - enkelen met de ijzers aan de benen - in het Vierkant wat te gaan .warmen. of om er de nacht te gaan doorbrengen. Vergelijken we de in het Gravensteen uitgesproken vonnissen met die op het Stadhuis geveld, dan stellen we vast dat door de twee banken met nagenoeg gelijke maten gemeten werd. Met dien verstande nochtans dat de heren schepenen toch wat vrijgeviger schijnen geweest te-zijn. Een paar voorbeelden : Omdat een dronkaard slagen uitgedeeld had mocht hij gedurende 24 dagen de Put in (1607). Een andere geweldenaar (omdat hij niet dronken was ?) had er 30 te incasseren (1608). Een recidivist in het uiten van bedreigingen kon het stellen met 42 dagen (1614 ). Een jonge (hoe jong ?) bedelaar diende het gedurende 75 dagen zonder bedelen te stellen (1617). En een slager die wat met zijn hakmes rondgezwaaid had, gedurende 90 dagen zonder te kunnen vleeshouwen (1 717). Bent u het met mij eens dat we bij het bezoeken (van ver ! ) van 's Gravensteens Donkere Put, stof te over hebben om daar wat te staan prakkezeren ? (1) Mocht u het soms vergeten zijn : Het was in het Grand Chatelet · dat de Franse koning Filips de Schone onze graaf Gwijde van Dampierre, diens zonen Robrecht van Bethuneen Willem van Crèvecoeur en een honderdtal Vlaamse edellieden gedurende 14 dagen gevangen zette (mei-juni 1300) vooraleer ze tot 1305 in verschillende gevangenissen op te sluiten·: Gwijde in het kasteel van Compiègne, Robrecht in dat van Chinon en Willem in dat van lssoudim ·in Berry. M. VAN WESEMAEL BRONNEN

H. van Duyse, Le Chateau des Comtes de Gand, Anvers, 1892. J. de Waele, Etude sur l'Age des différentes parties du Cbateau des Comtes, Gand, 1897. Pr. daeys, Le Chateau des Comtes, La Flandre libérale, 25.11.Ö4 A van Werveke, Ch:îteau des Comtes, in Gand, Guide illustré, Gand 1905 J. de Waele & A. van Werveke, Chateau des Comtes de Flandre à Gand, Guide du visiteur, Gand, 1905.

33


J.

de Waele & A. van Werveke, 's Gravensteen te Gent, Gids voor de Bezoeker, Gent, 1906, Herdrukken 1914 (3de); 1934 (5de); 1976. A. van Werveke, De onderaardsche Gevangenissen van 's Gravensteen, in De Vlaamsche Gids, 1909, 354-365; 439-457 A. van Werveke, Gedenkbladen, Gent, 1936.

DE SINT-LIEVENSPOORT TE GENT In het januari-nummer 197 5 van Ghendtsche Tydinghen werd gehandeld over de Keizerpoort. Als vervolg komt thans de Sint-Lievenspoort aan de beurt. De poort werd gebouwd in het begin van de veertiende eeuw en wel in de verlenging van de Sint-Lievensstraat. De naam staat in verband met de heilige Livinus of Sint-Lieven, patroon van Gent en met de gemeente Sint-Lievens-Houtem. Deze gemeente dankt haar naam 3.al1 de heilige Livinus, Iers bisschop, die in de zevende eeuw het Evangelie predikte in Vlaanderen en hier werd vermoord. Zijn relikwieën werden naar Gent overgebracht in de elfde eeuw en geplaatst in de Sint-Baafsabdij. De Sint-Baafskatedraal bezit naast een Sint-Livinuskapel talrijke voorstellingen van de heilige Livinus : een glasraam van ± 1910 met acht taferelen uit het leven van Sint-Livinus, een schilderij "Marteldood van H. Livinus", een muurschildering in de krypte, alsook de prachtige koormantel van Lieven Hugenois met op het kaproen de H. Livinus op zijn troon en op de sierbanden zes taferelen uit de legende van de H. Livinus volgens een Vita geschreven door Bonifacius, monnik in de SintBaafsabdij in de elfde eeuw. Jaarlijks en wel op 27 juni werden de relikwieën van de H. Livinus overgebracht naar Sint-Lievens-Houtem om 's anderendaags naar Gent terug te keren. De bedevaart lokte natuurlijk een massa volk. Aanvankelijk werd het relikwieschrijn gedragen, maar om de talrijke vechtpartijen onder de bedevaarders te voorkomen, die allen het schrijn wilden dragen, werd in 1469 besloten het schrijn op een wagen te plaatsen. Het Memorieboek vermeldt "Item in dit jaer, was by hertoghe Kaerle geordonneert dat men voortaen den Heleghen sant Menheere Sinte Lieven niet meer draghen en saude, maer voortan te waghene voeren, roupen, noch· cryschen, omme te belettene vele quade onghereghelthede, die de jonghers userende zyn, den XXVHen Wedemaent." De processie bleef aanleiding geven tot wanordelijke en onzedelijke tonelen, zodat Keizer Karel bij art. 74 van de Concessie Caroline 34


van 1540 de processie afschafte. ''Dat wy geaboliert hebben ende abolieren ten eeuwigen de wake van Half-Vasten, die men noemt Lauwet, de reyse ende 't dragen van St. Lieven 't Gauthem noch elders, mitsgaders de twee Broederschappen vanS. Lieven buyten ende binnen''. De Sint-Lievenspoort moest degelijk gebouwd zijn, want de stadsrekeningen vermelden slechts zelden werken aan de poort. In 1572 werden als gevolg op het verslag van landmeter Pieter de Buck wachthuizen - sterke bouwwerken voorzien van een torentje - in de nabijheid van de poort gebouwd. Het rapport van P. de Buck werd opgesteld op verzoek van de schepenen om de stad behoorlijk te kunnen verdedigen. De stadspoorten bleven soms dagenlang gesloten. Pater de Jonghe vertelt in zijn "Gendsche Geschiedenis of te K.ronyke van de Beroerten en Ketteryen binnen en omtrent de stad Gend sedert 1566 tot het jaer 1585" : "juli 1572 : Die van Gend liielden de S. Lievensen Henverpoorten gesloten". In 1578 tijdens het verblijf van de prins van Oranje te Gent werden huizen en molens in de omgeving van de Sint-Lievenspoort afgebroken om te voorkomen, dat in geval de Spaanse soldaten de stad zouden aanvallen, ze er een schuilplaats zouden vinden. Men weet, dat de lakenweverS in de verschillende wijken van de stad ramen plaatsten om het laken op te spannen, (zie M. Gysseling: Gent's vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen). De stadsrekening van: 1348 spreken van "deghene die ten poorten stonden ... ramen ande S. Lievenspoorte". Het Jaerregister van 1388 vermeldt" erfve metten husingen endemueren daerop staende ende ligghende buten up 't zandt by Sente Lievenspoai-te daer de ramen plaghen te staene", waaruit we kunnen besluiten, dat in 1388 de ramen hier verdwenen waren. De gebouwen van de poort werden verhuurd aan particulieren. Bij akt van 17 juli 1427 werd het gebruik van de Sint-Lievenspoort toegestaan aan een zekere Jan Seys. "Wy Schepenen ende Raed der stede van Gend ... ordonneren, stellen ende gheven over Janne Seys, timmerman, t'besit ende ghebruck van Sente Lievins-poerte, met allen den ghelaghen der voorseyde poerten toebehoerende, alzo sy ghestaen ende gheleghen zyn." Onder de voorwaarden willen we vermelden : "ende voert dat hy in de waechuusen van der poerten, en sal 35


stellen nochte houden geenerand.re beesten, nochte up de vesten laeten gaen naer syn vermoghen; ende voert sal de voersyde Jan Seys, alle de wercken doen rnaeken up synen cost, die an de voorseyde poerte ende ghelaeghen vallen moghen." (zie : Dierlex : Mémoires sur la ville de Gand, blz. 378) In een akt van 19 oktober 1451, overgeschreven in het Jaerregister folio 30 wordt een leprozenziekenhuis buiten de Sint-Lievenspoort vermeld. " ... den gronde daer 't sieckhuus up staet bunten Sente Lievenspoorte"; "dat de ackersiecke voerseyt de woeninghe van den voornoemden huusen daer upstaende, gebrucken souden ... " Op 12 januari 144 7 had hertog Filips de _Goede aan de Collatieraad gevraagd hem gedurende twaalf jaar een belasting van 18 grooten per zak zout te betalen. Het gevolg was een lange reeks schermutselingen, die eindigden met de slag te· Gavere, die de Gentenaars verloren. Op 28 juli 1453 werd de vrede van Gavere getekend, waarbij de stad een boete van 350.000 gouden ridders moest betalen en waarbij ook als teken van onderwerping elke donderdag de PetercelHepoort en de Henverpoort moesten gesloten blijven, omdat langs beide poorten de Gentse legers in 14 5 2 de stad verlaten hadden om Oudenaarde te belegeren. Eerst in 1455 stelde men vast, dat het niet langs de Heuverpoort, maar wellangs de Sint-Lievenspoort was, dat de troepen Gent hadden verlaten. Op 23 juli 1456 werd dan het verbod betreffende de Henverpoort opgeheven en nu toegepast op de Sint-Lievenspoort. Het verbod bleef geldig tot in 1476. We willen nog vertellen, dat in 1455 de hertog een vijfde van de opgelegde boete zal kwijtschelden. In 1458 zal Filips de Goede na tien jaar afwezigheid zijn intrede doen te Gent en er op een grootse wijze worden ontvangen; op de Poel werden door groepen het Lam Gods uitgebeeld. Dit is echter stof voor een ander artikel. De illustratie is getekend naar het "Panoramisch Gezicht op Gent in 1534", gezien van af Ledeberg. In het midden het poortgebouw links en rechts geflankeerd door een ronde toren. De stadsgracht is niet bevaarbaar. Een van de bogen van de brug werd gesloten door een ophaalbrug. Langs de binnenzijde stond een klein gebouw. Na de afschaffing van de octrooirechten in 1860 viel de poort in onbruik. Pr. Claeys schrijft : "Nous avons connu le passage étroit ménagé dans un batiment privé de ses toits et tombant en ruines. Ce débris de la porte de Saint-Liévin fut démoli à ras de sol vers

36


37


1860". Toen de stadsgracht verbreed werd tot een bevaarbare rivier werden in 1882 de grondvesten weggebroken. De lezers weten, dat aan de Sint-Lievenspoort twee vaarten zijn : de westelijke arm en de oostelijke arm, beide verbredingen van de oude stadsgrachten; de oostelijke arm is niet bevaarbaar door de sluis aan de brug begin Brusselsesteenweg. Rechts tussen de twee bruggen bevond zich vroeger de grote katoenfabriek van de N.M.D. Vanderhae-· ghen, die afbrandde in 1926. De fabriek werd niet herbouwd. Na het sluiten van het Zuidstation in 1928 en de aanleg van de autoweg naast de Frère Orbanlaan, thans Zuidstationlaan genaamd, werd de eerste Sint-Lievensbrug afgebroken en herbouwd in de verlenging van de nieuwe weg. De tweede brug op het grondgebied Ledeberg ligt er nog en geeft toegang tot de Pynaertkaai. De riieuwe brug werd opgeblazen door de Duitsers in september 1944 bij de bevrijding van Gent. De brug werd herbouwd, maar de aanleg van de afrit van de E3 betekende opnieuw een grondige wijziging aan de Sint-Lievenspoort. Ook de wijk van de Hundelgemse steenweg kreeg een gans ander beeld door de afbraak langs de rechter zijde van al de huizen vanaf de Sint-Lievenspoort tot aan de Botermarkt. M.VANBERGHEN NOOT

Dit artikel werd opgesteld aan de hand van "Les anciennes fortifications de la ville de Gand. La Porte de Saint-Liévin" van Prosper daeys.

TE GENT 1. Op 1 januari 1977 werd Gent de grootste stad van België. Tien omliggende gemeenten werden bij Gent gevoegd : Oostakker, SintAmandsberg, Gentbrugge, Ledeberg, Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem, Afsnee, Drongen, Mariakerke en Wondelgem. Gent heeft nu een oppervlakte van 15.642 ha. (op de 17de plaats wat betreft de oppervlakte) en telt 252.812 inwoners. De gemeenteraad telt thans 53 leden. We hopen maar, dat door de fusie het oude Gent niet wordt verwaarloosd.

2. Een lezer vraagt ons : "Wie heeft de toelating gegeven tot het bouwen van de bunker in de Sint-Michielsstraat ? " 38


3. Te Woluwe-Sint-Lambert overleed op 25 october 1976 mevr. Sirnone Bergmans. Ze werd geboren te Gent op 7 december 1892. Ze was doctor in de kunstgeschiedenis en de archeologie en gaf les aan het Lyceum te Gent en aan de Ecole des Hautes Etudes. Als letterkundige schreef ze onder meer : Le Patrimoine secret, Faligan, Sébastien en Moi, ce malade. Haar voornaamste bedrijvigheid lag echter op het vlak van de kunstkritiek. Ze publiceerde Les peintres de la vie profonde, L'Europe humaniste, La peinture ancienne, ses mystères, ses secrets (1953) (ZieLe Soir 29,10,1976) Mevr. Sirnone Bergmans werd begraven op het gemeentelijk kerkhof te Gent. We vermoeden dat enkele van onze leden deze begaafde en artistieke dame hebben gekend. 4. In november 1976 vierde de Rotary-club van Gent zijn vijftigjarig bestaan. Ter dezer gelegenheid schonk de Rotary een belangrijke verzameling kunstwerken van Charles Doudelet aan de stad Gent. Deze verzameling bevat onder meer : 2.000 tekeningen, een vijftigtal schilderijen, een aantal litho's, boeken geïllustreerd door de kunstenaar, een beeldhouwwerk, het dodenmasker van Doudelet en een groot aantal brieven. Charles Doudelet, schilder en graveur behoorde tot de school van het symbolisme. Hij werd geboren te Rijsel in 1861; zijn ouders waren Gentenaars. Hij studeerde te Gent en is voornamelijk bekend als illustrator van de werken van Maeterlick. De belangrijke verzameling zal ondergebracht worden in het museum Van der Haeghen in de Veldstraat, waar hetkabinet van M. Maeterlick reeds voor het publiek toegankelijk is en waar een zaal Victor Stuyvaert thans wordt ingericht. (Le Soir 19.11.1976) 5. De militaire bakkerij achter de Sint-Pietersabdij werd einde 1976 afgebroken. (zie De Gentenaar 20.11.1976) In verband met het bouwjaar van de militaire bakkerij (zie De Gentenaar 21.11.1976) kunnen we het volgende meedelen :in het Jaarverslag van de stad Gent goedgekeurd op 27 september 1856 lezen we : "La houlangene militaire est achevée depuis longtemps; la réception provisoire a été faite et la remise des batiments à l'autorité militaire aura lieu sous peu de jours". De bakkerij werd dus gebouwd in 1855·56; voorheen was de militaire bakkerij ondergebracht in het gewezen Sint-Agnete-klooster.

39


VRAAG EN ANTWOORD VRAAG 75 van de Heer Statius J.: Zou iemand me kunnen zeggen welk oud kasteel in 1839 in de Nederscheldestraat stond en eventueel wat dat kasteel had te betekenen ? VRAAG 76 : Kan iemand de oorsprong van de benaming Blaisantvest verklaren ? ANTWOORD OP VRAAG 74 DOOR DE HEER FR. VANDEN BROUCKE Naar mijn weten was inderdaad in de periode 1 900-1940 (?) te Sint-Amandsberg, Engelstraat huisnummer 1976 = de pottenbakkerij van Ch. Maes (vader) werkzaam. Het bedrijf werd voortgezet na 14-18 (?) door de zonen Maes François en Jerome. Volgens sommige bronnen was de feitelijke kunstenaar de oudste zoon Jules. Volgens andere personen die ook beweren de familie Maes gekend te hebben was de boetseerder een knecht (?). Volgens een derde bron zou een dochter Maes = Weduwe Regnier te Sint-Amandsberg in de Verbindingstraat gewoond hebben. Doch op de plaatselijke bevolkingsdiensten is daar geen spoor van te vinden. Jerome Maes de jongste zoon die een tijdje de pottenbakkerij voortzette zou laatst te Gent gewoond hebben in een huis op de Kalanderberg waar o.a. verzamelingen postzegels verkocht werden. François Maes moest einde 1916 bij gebrek aan afzet en ook bij tekort aan grondstoffen het pottenbakken stopzetten. Hij werd directeur van een "Amerikaans huis" ingericht door de Commission for reliéf in Belgium op de Dendermondsesteenweg. Oorspronkelijk waren de voornaamste produkten van de pottenbakkerij Maes bloempotten, bakjes en schaaltjes voor de bloemisterij e.d. Bij gelegenheid vervaardigde men er ook kaarspannen, vogels en allerlei kleine dieren, 't vrouwke met de kapmantel, een nabootsing van oude kaarslantaarnenen zo meer. Naar het heet leit; men zich de laatste tijd· vooral toe op het bakken van vazen en ander Vlaams kunstvaatwerk. Deze "poterie flamande" was gekleurd in verschillende tinten van groen, bruin, blauw en gele 'oker. Daar het potwerk van Maes veel aftrok vond in Engeland draagt het veelal het inschrift "made in Belgium" en/of het nummer 125.

40


BIBLIOGRAFIE

Opnieuw kunnen we een groot aantal werken in verband met Gent vermelden; we beperken ons dan ook tot een zeer bondige opsomming. Vooreerst'de werken in verband met de herdenking van de Pacificatie van Gent. 1. OPSTAND EN PACIFICATIE IN DE LAGE LANDEN. Bijdrage

tot de studie van de Pacificatie van Gent. Dit omvangrijk werk brengt ons de referaten van het tweedaags colloquium, dat gehouden werd te Gent op 22 en 23 october 1976. Het boek bevat achttien bijdragen, die de vrucht zijn van jaren studie door de referaathouders, allen prominente historici. Het boek bevat ook de tekst van het Pacificatieverdrag met begeleidende documenten en een aantal illustraties. Vakdeskundigen verklaren, dat het colloquium een nieuw licht heeft geworpen op de gebeurtenissen omstreeks 1576. Al wie belang stelling heeft voor deze periode van onze geschiedenis moet dit werk raadplegen. De uitgave werd verzorgd door de drukkerij SnoeckDucaju en kost 650 fr.Onze oprechte felicitaties aan de v.z.w. De Pacificatie van Gent, die het colloquium inrichtte. 2. PACIFICATIE- COURANT. Een speciaal nummer van Clio (nr. 189) werd geheel aan de Pacificatie van Gent gewijd. In verband met Gent bevat dit nummer de volgende bijdragen : "Gent vertrouwt op een duurzaam herstel van de vredè'' en "Het Spaans kasteel te Gent ingenomÊn". Het maandblad Clio, uitgegeven door Ontwikkeling te Antwerpen, is bestemd voor de leerlingen van het middelbaar onderwijs, maar ook voor volwassenen is het zeer leerrijk.

3. TRACTAETVANDEN PEYS OF DE PACIFICATIE VAN GENT. Deze brocliure van 24 bladzijden is bestemd voor de Gentse jeugd "om bewust te worden van de waarden die onze voorvaderen ons meegaven". De brochure werd kosteloos verspreid.

4. Door het stadsbestuur van Gent werden de volgende werkjes uitgegeven : - Gids van het Stadhuis te Gent -Museum voor Sierkunst. Gids voor de bezoeker. - Gids van 's Gravensteen te Gent. - Gids van de Sint-Pietersabdij te Gent. - Bijlokemuseum. Beknopte gids. Elk werkje bevat een zeer leesbare tekst met mooie illustraties. Ze-

41


ker zullen deze gidsen een groot succes kennen. Prijs : 25 fr. Verkrijgbaar in. de historische gebouwen en in de Dienst voor Toerisme. 5. ONZE-LIEVE-VROUW-SINT-PIETERS. Korte schets. Geschiedenis en kunst. Ter gelegenheid van een tentoonstelling in de Sint-

Pieterskerk werd deze brochure uitgegeven. We krijgen een geschiedenis van het kerkgebouw alsook een beschrijving van de talrijke kunstwerken, die in de kerk verzameld zijn. 6. Suzanne Lilar : UNE ENFANCE GANTOISE. We wensen de rijke inhoud van dit boek niet bondig samen te vatten. De titel is sprekend : we krijgen een prachtige, uiterst fijne autobiografie vol poëzie over de jeugdjaren van de letterkundige S. Lilar, die te Gent woonde voor de eerste wereldoorlog. Daarbij krijgen we een kijk op de Gentse burgerij van die tijd. De lectuur van dit literair werk durven we aan onze vrouwelijke leden zeker aanbevelen. Ze zullen er een waar genoegen aan beleven. 7. Door de Werkgroep van het Campo Santo met medewerking van het gemeentebestuur van Sint-Amandsberg werd eind oktober 1976 in de Sint-Amanduskapel de tentoonstelling Jan Frans Willems ingericht. Een catalogus werd uitgegeven met een korte levensschets van Jm Frans Willems door Prof. A. Deprez en een korte beschrijving van de 110 tentoongestelde documenten. We feliciteren de vereniging Campo Santo, die jaarlijks rond Allerheiligen aandacht vraagt voor een van de grote Vlaamse figuren (Van Duyse, J. de SaintGenois, Loveling, enz.) en hopen, dat ze nog vele jaren haar piëteitsvol werk zal kunnen voortzetten. 8. Het Leven van de Gentse Ziekenhuizen vanaf hun ontstaan tot op heden door Dr. L. Elaut. Dr. Elaut, die altijd een grote belangstelling voor de geschiedenis van de geneeskunde heeft betuigd, vertelt ons de oorsprong en de geschiedenis van een 24 Gentse ziekenhuizen en dit tegen een achtergrond van sociale toestanden. Niemand beter dan prof. Elaut, die zijn ganse leven hetrokken was in de geneeskunde en de verpleegkunde als hoogleraar en als arts, kon deze studie schrijven. "Het is een boeiend overzicht van het leven der Gentse ziekenhuizen in het licht van een eeuwenlange ontwikkeling der geneeskunde en der sociale hulpverlening" schreef een recensent. Het werk bevat ook talrijke illustraties. Prijs : 1.380 fr. (XII + 240 blz., formaat 245 x 175 mm., vollinnenband). Oplage : 600 exemplaren.·

42


9. Katoenbaron zette zijn arbeiders in testament. (Lousberginstituut) in De Gentenaar van 19.10.1976. 10. De heer André Lecomte behaalde het licentiaatsdiploma aan het Hoger Instituut voor Stedebouw, Ruimtelijke Ordening en Ontwikkeling met zijn studie "Nieuwbouw in de stad Gent : analyse en stedebouwkundige konsekwenties. 1950-1974". Na een grondige ontleding van de huidige toestand worden de vergissingen gemaakt tijdens de periode 1950-1974 aangetoond. We hopen, dat met de besluiten van deze studie in de toekomst zal rekening worden gehouden. (zie de Gentenaar 12.11.1976) 11. Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Deel 4 n.a. Op 17 november jl. stelde de Minister van Nederlandse Cultuur, Mevrouw De Backer, op een persconferentie gehouden in de Gemeenteraadszaal van ons stadhuis, het boek voor "Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen" -Deel 4 na. Dit deel is uitsluitend gewijd aan de Gentse Kuip en is een vrij uitgebreide inventaris van ons ongelooflijk rijk architecturaal bezit. Het is een prachtig en luxueus, 677 blz. tellend boek. Alle merkwaardige gebouwen in de Kuip worden er in besproken. Het terugvinden van een bepaald gebouw gebeurt vlug en zonder moeite aangezien het besproken wordt bij de straat waarin het zich bevindt en dat alle straten alphabetisch geklasseerd staan. Meer dan 300 foto's van normale grootte plus een compleet fotoarchief van meer dan 1.500 contactafdrukken. Voeg daarbij : 16 prachtige kleurenplaten, 23 plattegronden, 6 gekleurde deelplans, 20 tekeningen en 1 vouwblad met schema van de stadsuitbreiding. Het eigenlijke inventariseringswerk gebeurde op precies 1 jaar tijd en werd op degelijke wijze uitgevoerd door 3licentiaten in de Kunstgeschiedenis, Chris Bogaert; Kathleen Lanclus en Mieke Verbeeck, die tevens een kunsthistorisêhe inleiding schreven over de behandelde architectuur. Ons lid Adriaan Linters leverde een bijdrage over de industriële archeologie en een andere van onze leden, Ir. André Mertens, lag aan de basis van heel wat merkwaardig fotomateriaal. De leiding en coördinatie berustte in de handen van Suzanne Van Aerschot. Mevr. Frieda Dambre-Van Tyghem schreef een algemene historische en geografische inleiding. (Ook al weer ene van onze leden ! ) Uiterst verzorgde druk van Snoeck-Ducaju. Dit alles werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van: Nederlandse Cultuur. De prijs : 880 fr.Duur ? Neen, belachelijk goedkoop. Het dubbele 43


van deze prijs zou zeker niet overdreven geweest zijn. Een goede raad aan al onze lezers : Schaf u zo vlug mogelijk dit standaardwerk aan. U zult er nooit spijt van hebben. Te bekomen in alle goede Gentse boekhandels. 12. De Heer Aaron Declercq behaalde het diploma van licentiaat aan het Hoger Instituut voor Stedebouw, Ruimtelijke ordening- en Ontwikkeling met zijn studie "De Beluiken in het kader van de stads~ renovatie te Gent". We hopen, dat aan deze grondige studie voldoende aandacht zal worden geschonken. (zie Vooruit : 26.11.1976 en De Gentenaar 30.11.1976 en 2.12.1976) 13. Onlangs verscheen de grammofoonplaat "Hier spreekt men ....Gents nr. 3" van Leo Martin en Romain Deconinck. De plaat biedt zes teksten, de speeltijd duurt 30 minuten. Wie van een pittige volkstaal houdt, zal zeker deze plaat niet willen missen. (uitgave Omega)

14. EEN SCHOOLVRIEND VAN EEN BIOGRAFIE Heeft de uitgever ons met een klaasgeschenk willen verrassen ? Ogenschijnlijk wel want het was op 7 december dat ik het (natuurlijk op voorhand betaald) geschenk in kwestie in de bus kreeg. Om verscheidene uiteenlopende redenen heet in het door Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, genomen initiatief, het boek getiteld "Een Vlaamse graaf van Europees formaat Filips van de Elzas" op de markt te brengen, een heuglijke en welkomen gebeurtenis. Primo omdat het boek een postuum werk is van Prof. Dr. Hans van Werveke, een van de uiterst zeldzame historici die zich volbloed Gentenaar mogen (mochten) noemen. Het boek leest u als een boeiende roman, wat zeg ik, als een detectiveverhaal want voortdurend kruipt de auteur in de huid van een uitgeslapen Holmes. Ik zal mij dan ook wachten een samenvatting van het verhaal te geven. Laat ik alleen maar aanstippen ru-.t Filips vanuit alle hoeken bekeken wordt : als bouwheer (van het Gravensteen), als staatsman, als krijgsman, als kruisvaarder, als beschermheer ,van de kerk, als rechtsbedeler, als geletterde, als mens. Bovendien werd de tekst opgeluisterd door verklarende kaartjes en een oordeelkundige keuze van prachtig uitgevoerde foto's (40 in aantal) van in hoofdzaak kunstwerken en miniaturen uit handschriften. Van meer dan een gelegenheid maakten we gebruik om te onderlijnen hoe groot Hans' waardering voor en verering van zijn vader was. Eens te meer leverde hij daarvan het bewijs door zijn laatste pennevrucht, kort voor zijn dood voltooid, aan die geliefde vader op te 44


dragen : "Ter nagedachtenis aan mijn vader, Alfons Van Werveke, eerste conservator van 's Gravensteen." (V.W. )

LIDKAART NR. 1.000

45


Dat een speci6.ek Gentse vereniging gesticht in 1971 nauwelijks 5 jaar later haar 1.000e lid zou inschrijven, zullen wel weinigen bij de stichting vermoed hebben. De Kring had dan ook gemeend dat het niet paste deze lidkaart zo maar langs de post op te sturen en heeft dit symbolisch gebeuren een klein beetje luister willen bijzetten. Op 26 september jl. werd in de zaal van de A.S.L.K. deze lidkaart overhandigd aan Mevrouw P. Vanderheyde uit St.-Martens-Latem. Als geschenk ontving zij het prachtig boek "Het Gent van Geo Langie". Geo die aanwezig was op deze kleine plechtigheid, had er aan gehouden aan Mevrouw Vanderheyde bloemen aan te bieden. Verder ontving zij nog een oorkonde. Zeker een mooi geschenk als men weet dat ze gemaakt werd door onze vriend, de gekende Gentse calligraaf Gust Rouquart. Op een van de foto's kunt u deze oorkonde zien. Op de andere bemerkt u ons Lid nr. 1.000 omringddoor Geo Langie en enkele bestuursleden van onze Kring.

AANVULLENDE LEDENLIJST

1026 Blommaert G. Ooilamstraat 30 9000 Gent 1027 Brodahl F. Hooistraat 200 9210 Heusden 1028 Demild T. Rooigemlaàn 186 9000 Gent 1029 De Temmerman L. Zes Septemberlaan 25 ·9000 Gent 1030 Van denBreen R. Stapelplein 25 9000 Gent 1031 Haencaert R. Burggravenlaan 97 9000 Gent 1032 van Moeffaert E. Binne11weg 4 9218 Ledeberg 1033 Mw. Mees P. Hoornstraat 25 9000 Gent 1034 Mw~ Arickx M. Kroonstraat 24 9000 Gent 1035 Van Doosselaere G. Emile Moysonlaan 26 9000 Gent 1036 Mw. Hebhelinek D. Onderstraat 34 9000 Gent 1037 Van den Aheele N. Rijksweg 39 9860 Machelen-aan-de-Leie 1038 Mw. Bonne G. Ossenstraat 75 9000 Gent 1039 Wyndaele P. Groot-Brittanniëlaan 93 9000 Gent 1040 Van Oost E. Gravin Johannastraat 8 9000 Gent 1041 Maras R. Henri Van Oaelestraat 21 9219 Gentbrugge 1042 Ketelaere D. Sint-Machariusstraat 18 9000 Gent 1043 Lentacher J. Europalaan 215 9000 Gent 1044 Lyhaert J. Vrijdagmarkt 17 · 9000 Gent 1045 Buyse A. Morekstraat 52 9030 Wondelgem 1046 De Baets A. Zandpoortstraat 14 9000 Gent 46


1046 1047 1048 1049 1050 1051 1052 1053 1054 1055 1056 1057 1058 1059 1060 1061 1062 1063 1064 1065 1066 1067 1068 1069 1070 1071 1072

De Baets A. Zandpoortstraat 14 9000 Gent Duverger J. Toekomststraat 23 9110 Sint-Amandsberg Vanhuysse J. Avelgemstraat 42 8550 Zwevegem Mw. HublĂŠ-Vankenhove N. Baron Casierlaan 37 9910 MariaDe Vos L. Duysburghstraat 2 bus I 1020 Brussel (kerke Tanghe A. Hoogstraat 43 9000 Gent De Wilde J. Meerbekestraat 131 9050 Wondelgem Mw. Willaert N. Grondwetlaan 18 A bus 3 . 9110 Sint-AmandsDe Neve Beekstraat 23 9219 Gentbrugge (berg Scharre G. Waterlelielaan 8 9030 Wondelgem Pauwels F. Sint-Pietersnieuwstraat 81 9000 Gent Hoozee R. Coupure Links 551 9000 Gent Sion M. Land van Waasdreef 33 9000 Gent Van den Bossche J.B. Stropstraat 9 9000 Gent Van Herzeele E. Gustaaf Callierlaan 218 9000 Gent De Clercq L. Kineastlaan 54 9030 Wondelgem Gautier A. Nieuwpoortstraat 16 9000 Gent Van Den Daele G. Prudens van Duyseplein 12 9000 Gent Mw. Impens-Debaillie Antwerpsesteenweg 284 9110 Sint-AVan Henverswijn M. Ă“e Pintelaan 31 9000 Gent (mandsberg Van Peene H. Krijgslaan 200 9000 Gent Stedelijk Internaat van Jongens Kramersplein 18 9000 Gent Mw. Wauters-D'haen E. Wintertuinstraat 6 9000 Gent Van Durme D. Legen Heirweg 2 9120 Destelbergen Van Innis J. Eenbeekstraat 45 9120 Destelbergen De Meunynck P. Rabatstraat 78 9000 Gent De Landsheer]. Blauwhofdreef 16 9290 Berlare

De laatste vier leden ontvingen een geschenk-abonnement van dokter J. Thibau.

KENT U HET TIJDSCHRIFT "ONS HEEM" Uw bond is aangesloten bij het provinciaal Verbond voor Heemkunde, dat zelf deel uitmaakt van het Landelijk Verbond voor Heemkunde. Het tweemaandelijks tijdschrift van het Landelijk Verbond voor Heemkunde bevat 282 blz. en 103 afbeeldingen en kost 250 fr. te storten op postrekening 000-0495981-20 Verbond voor Heemkunde, v.z.w. St.-Martens-Latem. Elke jaargang bevat een of twee speciale themanummers. Van de oude jaargangen kunnen slechts de bijzon47


dere nummers, gewijd aan tin, haard, tegel, boerderijen, herbergen, Dr. J. Weyns, kant, ijzeren afsluitingen, heemschut en heemtaal afzonderlijk bekomen worden. Bestellingen van die_ nummers, alsmede oude jaargangen en andere uitgaven dienen schriftelijk overgemaakt aan Lic. A. SMEYERS, Grootveldstraat 12, 1641 Alsemberg.

decembernummer 5de jaargang : Laatste regel blz. 252 Lees "In 160 5" en niet "In 150 5".

Erratum :

TOEN DE FRANSE KONING DE GENTSE WITIE KAPROEN DROEG! Op 28.4.1413 brak te Parijs onder het volk een opstand uit tegen de koning Karel VI en de misbruiken en willekeur die aan zijn hof heersten. Die revolte werd geleid door Sirnon Ie Coutelier, die als bijnaam had : "Caboche". De opstandelingen werden naar die naam "Cabochiens" geheten. Op die tîjd verbleef Jan zonder Vrees te Parijs, waar hij zeer populair was. Alhoewel zijn persoonlijke vriend, de hertog van Bar, door de Cabochiens was aangehouden reageerde hij niet. Bloedige dagen volgden : aanhoudingen werden door de opstandelingen gedaan en zelfs de koninklijke familie kreeg het benauwd. Om de gemoederen te sussen benoemde de koning vooraanstaande Cabochiens tot hoge posten. Een ervan werd kanselier, een andere kapitein van Parijs, enz. Te midden van die woelingen arriveerden te Parijs afgezanten van de Staten van Vlaanderen. Ze kwamen Jan zonder Vrees vragen, zijn zoon, de latere Filips de Goede, die bij zijn vader was, voor zijn opvoeding terug naar Gent te sturen. De afgevaardigden werden op het stadhuis door de Cabochiens op een uitbundige wijze ontvangen. Ze roemden er de onwrikbare wil en de opstandigheid van de Vlamingen en in het bijzonder van de Gentenaars. Ze verbroederden seffens en er greep een banket plaats. Dáár schonken de Gentenaars enige witte kaproenen, als een teken van vriendschap, aan de ópstandige Parijzenaars. Voorzien van deze hoofddeksels t-rokken de 'Cabochiens' de stad in en eisten van de dauphin en andere hoogwaardigheidsbekleders aan het Franse hof; dat zij ze op het hoofd plaatsten, wat gebeurde. Ook Karel VI deed dit en coiffeerde zich met de Gentse Witte Kaproen ! Eeuwen later zal Loclewijk XVI hetzelfde doen met de frysische muts. ALFONS DE BUCK 48


(Bijlage bij Ghendtsche Tydinghen Januarinuinmer)

DEKL ...

'k Zei aan mijn wijf eens met verdriet, 'k En vind geen stof meer voor een lied, Of klucht aaneen te stooten; (bis) 'k Vaag al uw liedjes aan mijn kont, Dicht van den bok zijn Id... (bis) Daarmee die wist ik nu toch iet, Ik pak een pen en schreef subiet, Wat koe en peerdenpooten; (bis) 'k Was wed'rom welgezind en blij, Ik sloege daar op een, twee, drij, Een liedje uit mijn Id ... (bis) Ik was laatst op 'nen achternoen, Op 't ijs een wandeling gaan doen, Met kloefen aan mijn paoten (bis) Het ijs die lag zodanig glad, Mijn wijf die rolde op haar gat, En ik vloog op mijn Id... (bis) Ik speelde laatst eenen soupé, En 'k smulde daar eens lekker mee, 'k Moest mêe mijn vrienden stoaten (bis) Zij schonken mij gedurig wijn, Ik kreege daar nu toch fijn, Een stuk al in mijn Id ... (bis) 'k Zag in de maneschijn een paar, Zij praatten lieflijk met malkaar, Hij ging haar nooit verstooten; (bis) Hij zweerde 't meisje eeuw'ge trouw, Hij ging ze nemen voor zijn vrouw, Maar 't was voor haar te kl ... (bis)


De Franschman trok naar 't oorlogsveld, Om te gaan vechten 'lijk nen held, Om Frankrijk te vergrooten; (bis) Zij trokken spoedig naar Berlijn, · Maar toen zij kwamen aan de Rhyn, 't Was tegen hulder kl ... (bis)

Wanneer gij vraagt een pintje bier, Den baas bestelt u mêe plezier, Maar let wel op zij~ pooten; (bis) Uw glas is bijna vol mêe schuim, Daarbij een bomke van 'nen duim, Hij kan goed menschen kl ... (bis) Vreest geen gevaar gij jonge jeugd, En laat de glazen vol van vreugd, Tegen malkander stooten; (bis) Al preekt de paster nog zo fel, En dreigt hij met het vuur der hel, 't Is al voor ons te· kl... (bis) Om voor zijn zonden te voldoen, Moet 't boerke een offrande doen, Van beesten klein en grooten; (bis) De paster heeft het zo gepreekt, Al wat hij in zijn renne steekt, Dat slaat hij in zijn kl ... (bis) Gij mannen past op uw vrouw, Stelt in den biechtstoel geen betrouw, Nog in den priesters pooten; (bis) Alleest hij in ne kerkenboek, Hij heeft ook liefde in zijn broek, En streeken in zijn kl ... (bis) 'k Heb geen soldaten meer vandoen, Zoo sprak de paus met veel fatsoen, Vertrekt maar met de booten; (bis) En laat mij toch een beetje g'rust G'hebt lang genoeg mijn· voeten gekust, Kust nu een beetje mijn kl. .. (bis) K. WAERI


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 6de Jaargang, nr. 2

15 maart 1977

Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaĂŻsstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gent in 1853

51

Een paar beschamende bladzijden uit de eervolle geschiedenis van het Gents stadhuis

61

Het Gravensteen in de 18e-19e eeuw

74

Driesken Nijpers

78

Twee grote sportgebeurtenissen te Gent in 1913

82

De preekstoel van de Sint-Baafskatedraal

85

Het atelier van Geeraert Horenbaut

86

Koeplets van de Waker

88

Vraag en antwoord

90

Te Gent

90

Bibliotheek en Documentatiecentrum : Het Damberd, Koornmarkt, Gent. Toegankelijk voor de leden elke eerste zondag van de maand (niet in juli en augustus). Verantwoordelijk uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


OP ZATERDAG 26 MAART 1977- Bezoek aan de Kerk (ST. Stefanus) en het klooster van de Paters Augustijnen. Samenkomst in de Akademiestraat-aanvang van het bezoek : 15 u stipt. Het bezoek zal besloten worden met een gesonoriseerde projectie van kleurdia's over de geschiedenis van kerk en klooster. Iedereen welkom, ook de dames.

OPLOSSING PUZZEL DECEMBERNUMMER 1976

JAARTALLEN

A- 1436 B- 1839 c- 1451 D- 1783

E- 1504 F- 1296 G- 1839 H- 1423

I- 1939

J-

1431. K- 1533 L- 1413

M- 1631 N- 1782 0- 1343 p - 1921

GROOT GETAL 436839451783504296839423939431533413631 782343921 CODESLEUTEL

1 =

s

2 =I 3 =E

4=D 5= T 6

7= c 8= H 9 = N 0= y

=G

KLARING DE GENDTSCHE TYDINGHEN DIENEN DE STEEDSE GESCHIEDENIS We ontvingen de goede oplossing van de leden : Huys Jacques Lefebure Leo Sarteel Diane Decaluwe Pierre Onze oprechte gelukwensen aan deze leden voor hun kennis- en volharding.

Erratum : Blz. 44. Lees : Een schoolvoorbeeld van een biografie .

••.. t

50


GENT IN 1853 12 Januari : Er heerst veel bedrijvigheid in het oud SpanjaardkasteeL De slopingswerken zijn bijna beéindigd; de gronden voor de bouw van het slachthuis zijn reeds afgebakend. In de gewezen Sint-Jozefskazerne in het oud kasteel werkt men ijverig aan de ijzeren kap van het Belfort. De vier torens zijn reeds gegoten; thans werkt men aan de naald. 28 Januari : Het water staat in sommige straten een voet hoog. De meersen van aan de Marcellisbrug tot aan de Sint-Lievenspoort gelijken een uitgebreid meer. 30 Januari : Een prachtig kleed in Brusselse kant en bestemd voor de bruidskorf van de aanstaande keizerin der Fransen is geleverd en eergisteren naar Parijs verzonden door de Heer Peeters-Van den Bossche, wonende Onderbergen 30. Het is de eerste maal niet, dat deze industrieel door bestellingen voor grote huizen uit de vreemde vereerd wordt. 22.Februari : De oude kerk der.geschoeide Karmelieten in de Lange Steenstraat alhier iS gisteren verkócht aan de Heer Verhaeghe-de Naeyer voor 30.000 frank. De kerk zal voor magazijn dienen. 6 Maart : Heden zondag werd dè 97° bloemententoonstelling in het Casino geopend. . 11 Maart :Volgens de Gazette van Gent bestaan er thans 15 werkmansgenootschappen voor het vervaardigen van goedkoop brood. Een genootschap bakt wekelijks ongeveer 2.000 broden, die verkocht worden aan 34 centimes per kg.

13 Maart :Het waterpeil staat buitengewoon hoog. Op 11 Maart stond het 1,02 meter boven het winterpeil; dit is 13 cm. hoger dan het hoogste peil in 1841. Te Gent zijn alle lage delen met verscheidene voeten water bedekt. Duizenden ongelukkigen zijn op de zolders moeten vluchten. Verscheidene fabrieken liggen stil. Het water bedekt de linker oever van de Visserij, de trekweg langs de Nederschelde, de Koepoort, bijna gans de wijk Nieuwbrug. Op de Reep staat het water gelijk met de kade. De Apostelhuizen, de Wijngaardstraat, de Geuzenberg staan onder water. Op het Heilig Kerst is de toestand niet beter. De Chartreuzenstraat, de Vogelzangkaai, het Filledieushammeken, het Groot en Klein Meerhem, staan onder water. De Sleepstr;,tat is op twee plaatsen overstroomd. Van het Tol51


52


huis tot aan de Brugse poort ontwaart men niets dan water. Ook het Groot Begijnhof is overstroomd. De Nieuwe Wandeling en het Hof van Sint-Joris staan grotendeels onder water. Al de weiden en akkers van aan de kerk van Akkergem tot aan de Bijloke gelijken een meer. Het water is ook in het oudmannenhuis gedrongen. 19 Maart : De posten van stadsportier worden afgeschaft. Ze worden vervangen door bedienden van het octrooi. De reden is, dat alzo 's nachts de stadsrechten kunnen geĂŻnd worden. De zes portiers worden bedienden bij de stadsrechten. Op voorstel van schepen De Pauw zullen honderd electrische uurwerken worden geplaatst. Volgens de grootte van de wijzerplaat zal een uurwerk 70 tot 80 fr. kosten. (zie afzonderlijk artikel). De gemeenteraad brengt een kleine wijziging aan het reglement van 9 april 1818 betreffende vismarkt. Voorheen moest al de in de stad ingevoerde vis naar de vismijn worden gebracht. Thans moet de ingevoerde vis bestemd voor eigen gebruik niet meer naar de vismijn. Wel moet voor deze vis de volgende rechten worden betaald : 10 o/o van de waarde oesters en kreeften 15 centimes per kg. verse zeevis : tot 50 kg. hoven 50 kg. 10 centimes per kg. stokvis 4 fr. per ton. De hoeveelheden voor verse zeevis lijkengroot, maar vermoedelijk gaat het hier om vis bestemd voor hospitalen, kloosters, enz. 23 Maart : In een nis van het station werd het beeld van de godin van de landbouw geplaatst. Het beeld is het werk van de Gentse beeldhouwer Julien Leclercq wonende te Brussel. Wat is er met dit beeld gebeurd ? Zondag 3 april : Hanenkamstrijd. Er zal een gevecht plaats hebben tussen zes vermaarde hanen, die om hun behendigheid bekend zijn, op zondag 3 april1853 om drie uur namiddag ter afspanning de Nieuwe Koningen te Ledenberg buiten de Keizerpoort. 16 April : De gemeenteraad keurt het plan van het te bouwen slachthuis en het plan van de aan te leggen straten goed. De voorziene uitgaven bedragen : bouwen slachthuis 255.694,51 fr. bouwen woning directeur 14.500,24 fr. 137.284,65 fr. aanleg straten en plaveien totaal

407.479,40 fr. 53


Het gehucht Sint-Pieters-Aaist ligt erg afgezonderd van de stad. Uit een verslag van de gemeenteraad blijkt, dat het gehucht 2.583 inwoners telt, meestal metselaars en arbeiders, die 's winters zonder werk zijn. Het gehucht telt 631 kinderen op schoolleeftijd; hiervan bezoeken slechts 102 kinderen een particulier schooltje op de wijk. 27 April : In de Gazette van Gent lezen we een klacht over de duurte van de levensmiddelen. Op de markt kost de boter meer dan twee frank per kg. De aardappelen gaan gekke prijzen en worden verkocht van 20 tot 24 frank per zak. Volgens onze reporter kosten de levensmiddelen thans het dubbel tot driedubbel van enkele jaren geleden. 4 Juni : De gemeenteraad beslist een adultenschool -een avondschool voor volwassenen, enkel voor mannen -op te richten in de school Prinsenhof onder het bestuur van J. Steyaert. 10 Juni : Vijftig duiven van de maatschappij Les Vrais Voyageurs gevestigd in de herberg Groene Bogaard in de Ieperstraat nemen deel aan een vlucht uit Parijs. Ook de maatschappij De Trouwe Duif gevestigd in de Keet in de Slijpstraat neemt deel aan de wedstrijd met 110 duiven. 11 Juni : De bewoners van de Vrijdagmarkt hebben een petitie ge-

zonden naar de gemeenteraad. Ze vragen een openbare pomp, omdat weinig huizen beschikken over drinkbaar water en de openbare pompen tamelijk ver liggen. 13 Juli : In de gemeenteraad vestigt dokter Guislain de aandacht op de toestand van de beluiken. Volgens de interpellant is de toestand onwaardig voor de stad Gent; de beluiken zijn slecht verlucht en ongezond. Het probleem wordt verzonden naar een commissie. In geheime zitting heeft de gemeenteraad beslist, dat het bruidstuk dat de stad Gent aan de hertogin van Brabant zal aanbieden, zal bestaan uit een kleed met toebehoorten in Gentse kant en gemaakt door de Blauwe Meisjes uit de Onderstraat. Op 22 augustus 1853 huwde Leopold, hertog van Brabant met Maria-Hendrika, aartshertogin van Oostenrijk. Prins Leopold werd geboren in 1835, prinses Maria-Hendrika, die een achterkleinkind is van keizerin Maria-Theresia, was geboren in 1836. 20 Juli : De pacht van het Rijke Gasthuis is ten einde. De Liefdadigheidswerkplaats zal overgebracht worden naar het lokaal in Sint. Agnete. 54


6 Augustus : 258 bewoners van Akkergem hebben aan het gemeentebestuur een verzoekschrift gericht, waarin gevraagd wordt een uurwerk met wekkerklok te plaatsen op de kerktoren. De gemeenteraad is van oordeel, dat een openbaar uurwerk zeer nuttig is voor de bevolking van de wijk, die 4.000 tot 5.000 inwoners telt, die meestal tot de arbeidersstand behoren. De kerkfabriek is bereid een groot uurwerk met vier wijzerplaten en wekkerklok te plaatsen. De stad verleent een toelage van 2.000 fr. Uit het voorgaande kunnen we afleiden, dat veel gezinnen geen uurwerk bezitten. 14 Augustus : Heden had de prijsuitdeling van het Atheneum plaats. Onder de leerlingen ontmoeten we Julius Vuylsteke in de rhetorica en Emiel Moyson in de vierde klas. 26 Augustus : In de Stationsstraat werkt men aan de oprichting van een triomfboog, werk van de bouwkundigen Carpentier en Meynynck en van de schilder Vanderplaetsen. In het eerste portiek prijkten de standbeelden van Lieven Banwens en van Huyttens-Kerremans, in het tweede portiek stonden zinnebeelden van Koophandel en Nijverheid. In de Bank van Vlaanderen zijn gouden, zilveren en koperen herinneringsmedailles van het prinselijk huwelijk verkrijgbaar tegen 20 fr., 5 fr. en 10 centimes. Woensdag 31 augustus : Om halftwee komt de koninklijke trein aan met koning Leopold I, de hertog en de hertogin van Brabant, Filips, graaf van Vlaanderen en prinses Charlotte. In stoet worden de hoge bezoekers geleid naar het provinciaal paleis. Vooraan de trompetters en de keteltrommelaars van de stad, gevolgd door twee pelotons kurassiers met muziek. Na de politie en de pompiers met muziek stappen de Sint-Antoniusgilde, de Sint-Jorisgilde, de SintSebastiaansgilde, de Sint-Michielsgilde en de kamer van Rhetorica. Ook de burgerwacht is van de partij. Hierop volgen de prinselijke koetsen. De optocht wordt gesloten door twee pelotons kurassiers. 's Avonds woonden de koning en de prinsen een gala bij in de schouwburg, waar de Melomanen een kantate uitvoer~en. Al de openbare gebouwen en ook een aantal particuliere woningen waren verlicht. Aan een huis op de Reep kon men op een transparant lezen : "Ik ontsteeke twintig keerskens meer of min Voor den hertog en de hertogin. Maer ik zal er wel duizend ontsteken Als hun kindeken Vlaemsch zal spreken". 55


Om tien uur 's avonds was er een feest in het Casino en een volksbal op de Kouter. De dag werd gesloten met een vuurwerk op het SintPietersplein. Op donderdag 1 september woonden de koning en de prinsen de prijsuitreiking van de stadsscholen bij in het Justitiepaleis. Bij zijn aankomst werd de koning door de drieduizend kinderen begroet met de uitroep "Leve de Koning". Na de prijsuitdeling vertrokken de koning en zijn gevolg naar het Arteveldeplein, waar de eerste steen werd gelegd van de te bouwen Sint-Annakerk. In werkelijkheid was het een loden kist met enkele muntstukken en een koperen plaat met een tekst, die werd ingemetseld. Het ontwerp van de Sint-Annakerk werd getekend door architect L. Roelandt en daarna gewijzigd door architect J. Van Hecke. De kerk is 78 m. lang, 28 m. breed en 30 m. hoog. De voorziene toren werd nooit gebouwd. Na de plechtigheid vertrok het vorstelijkgezelschap naar het Belfort, waar een gedenksteen werd geplaatst. In zijnboek "Het Belfort van Gent" schrijft "Henri Nowé" Het werk viel in de smaak van iedereen en het werd plechtig ingehuldigd op 1 september· 1853 in tegenwoordigheid der Koninklijke Familie". In werkelijkheid is dit onjuist. Bij het bezoek van Leopold I waren de werken niet voltooid. Op 28 september 1853 schreef de Gazette van Gent "De werken ter plaatsing van de ijzeren torenkap op het Belfort vorderen regelmatig". De zijtorens waren dan geplaatst, maar de spits werd pas in de volgende lente afgewerkt. Bij het verlaten van de stad Gent schonk koning Leopold I een som van 6.000 fr. voor het uitdelen van broden aan behoeftigen. Op 16 september lezen we "De derde en laatste brooddeling voortkomende van de 6.000 fr.geschonken door Leopold I had gisteren plaats". De Gazette van Gent maakte de volgende bemerking in verband met het vorstelijk bezoek : "De Vlaamse strekking, die ons stadsbestuur getoond heeft bij onze feesten door het gebruik van de landstaal voor de opschriften, die een blijvende waarde hebben, heeft door heel Vlaams België weerklank gevonden en genoegen verwekt". De welkomstgroet en het koor gezongen door de kinderen - een tekst van Van Duyse -,alsook de teksten op de beide truwelen waren in het Nederlands; wel waren al de redevoeringen in het Frans. 24 September :In de gemeenteraad wordt nog eens gesproken over de afschaffing van het maalrecht. Verschillende oplossingen worden voorgesteld om het verlies van inkomsten te dekken, maar elke oplossing heeft natuurlijk zijn tegenstanders. In volgende vergaderingen wordt 56


57


het probleem verder uitgediept, maar zonder resultaat. 1 Oktober: "Le Conservateur" de krant, die vorigjaar werd opgericht en ontstond uit de samensmelting van L'Organe des Flandres en de Journal des Flandres verdwijnt. Op 1 oktober 1853 verscheen een nieuw dagblad : "Le Bien Public". "Een totaal nieuwe ploeg werd samengesteld door bisschop Delebecque en bestond uit enkele leidende figuren van St.-Vincentins a Paulo : de notaris Jules Lammens, de industriëlen Joseph de Hemptinne, Emest Solvyns, bij wie zich spoedig ook Désiré Casier-Legrand zou voegen. Deze onervaren jongeren kregen senator Hippolyte Dellafaille als leidsman." schrijft Dr. E. Lamberts. In het eerste nummer schreef Le Bien Public : "il peut se faire qu'on comprenne te Bien Public de diverses façons. Au premier rang de tous les intérêts nous plaçons cdui de la vérité. Pour nous diriger au milieu de ce lamentable chaos nous aurons deux flambeaux : Ie flambeau de la Foi et celui de la raison humaine oude la Science. Le vrai est la· racine du bien et la morale sort du dogme". Meer dan welke andere krant ook heeft Le Bien Public bijgedragen tot de politieke bewustwording van de katholieke partij voor 1884. Ongetwijfeld is het de voornaamste katholieke Belgische krant van de tweede helft der negentiende eeuw" schrijft prof. E. Woordeckers. We moeten nog even stûstaan bij dit "nieuw fenomeen in de Belgische pers" ·zoals Dr. Lamberts Le Bien Public noemt. "Le Bien Public bekleedde van meetaf aan een bijzondere plaats in de Belgische pers door zijn militant katholiek karakter. De krant beleed een absoluut katholicisme, dat zich frontaal tegen het rationalistisch liberalisme opstelde en tot geen kompromissen geneigd was. Le Bien Public vertrok van een verklaring van trouw aan de encycliek Mirari Vos (1832), die het politiek liberalisme veroordeelde. De vrijheidsbeginselen van 1789 werden in principe afgewezen. Het hoogste goed van de maatschappij, verklaarde het blad, was haar religieuze eenheid. Wanneer die werd verbroken, werd de maatschappij losgeslagen en ging ze op drift. Daarom moest worden gestreefd naar het behoud of naar het herstel van die eenheid en dit zowel in het belang van de Staat als van de Kerk·. De twee machten waren elkaar steun verschuldigd. Het gebruik van staatsdwang in dienst van de waarheid was gewettigd" schrijft Dr. E. Lamberts, die nog de volgende bemerking maakt : "Voor de liberalen was het een beklemmende vaststelling dat dit maatschappijbeeld door jonge katholieken met zoveel durf tot ideaal werd verheven. Het werd hun koud om het hart bij de gedachte dat zou gestreefd worden naar de verwezenlijking van dit ideaal".

58


Voor belangstellenden willen we er nog aan toevoegen, dat de drukkerij van Le Bien Public gevestigd was in het Pensstraatje tussen de Korenlei en de Drabstraat. Le Bien Public zal eerste verdwijnen in 1940. In aansluiting hiermede moeten we een woordje over het werk St.Vineendus aPaulo vertellen. Naar het voorbeeld van Parijs (1833) en Brussel (1842) werden te Gent in 1845 Sint-Vincentiusconferenties opgericht. De Sint-Vincentiusverenigingen richtten zich tot de jongelui van de goede burgerij, die zich verenigden in gebed en wensten deel te nemen aan liefdadige werken. De voornaamste leden te Gent waren wel Désiré Casier (1824-1915) en Joseph de Hemptinne (1822-1902). Naast de beoefening van de liefdadigheid werd ook een sterk accent gelegd op de moralisering van de armen. "De St.Vincentiusgenootschappen leverden de kaders van het militant katholicisme" schrijft Dr. E. Lamberts (Kerk en Liberalisme in het bisdom Gent 1821-1857, blz. 397). Onder invloed van het Sint-Vincentiuswerk, dat gesteund werd door de bisschop Delebecque, ontstonden een groot aantal godvruchtige genootschappen te Gent. Ook Jules Lammens (1822-1908), schoonvader van A. Verhaegen, enE. Solvyns behoorden tot het St.-Vincentiusgenootschap. 2 November : De twee grootste klokken werden weer in het Belfort geplaatst. De grootste klok weegt 5.100 pond (klanktoon A), de tweede klok weegt 4.300 pond (klanktoon G). Beide klokken werden gegoten in 1659 door de Nederlander Hemony. Fr. Hemony was geboren in Lotharingen ca. 1609; hij vestigde zich in 1642 te Zutfen, later te Amsterdam. Hemony vervaardigde meer dan vijftig beiaarden, waaronder die van de Oude Kerk te Amsterdam, de beiaarden te Delft, Groningen, Antwerpen en Mechelen. (Voor de Gentse beiaard : zie "Wegwijzer van Gent voor 1830, blz. 122 : "Over het Belfort en den Beyaerd te Gend". De tekst telt veertien bladzijden en is een uittreksel van een handschrift van de achttiende eeuw.

19 November : De gemeenteraad besluit een dienst. van nachtwakers op te richten. Er werden zeventig nachtwakers aangesteld, die 45 fr. per maand verdienden. Om de nieuwe uitgave te fmancieren werd op 10 december een nieuwe belasting ingevoerd te betalen door de bewoners van de huizen met een huurwaarde van 250 fr of meer per jaar. De belasting werd berekend op 3,75 o/o van de huurwaarde. (zie Ghendtsche Tydinghen 3° jg. blz. 20 "De nachtwacht te Gent in de 19° eeuw"). Heden verschenen voor de correctionele rechtbank te Gent de zaak 59


van de veertig brouwers, die beschuldigd worden van samenspanning. Ze hadden een overeenkomst gesloten om de prijs van het bier te verhogen en gingen de verbintenis aan geen klanten van een andere brouwer te aanvaarden. De subsituut verklaarde : "Indien deze samenspanning niet bestraft wordt, welke kracht zal dan de wet nog hebben om andere samenspanningen te bestraffen ? Te Gent leven thans ongeveer 40.000 werklieden, die veel ontbering leiden door de duurte van de levensmiddelen. Hoe zouden we de samenspanning van de arbeiders kunnen straffen ? ". De verdediging wees er op, dat de prijsverhoging van het bier een gevolg was van de duurte van de granen. Verder prees hij de brouwers, die zorgden voor de kwaliteit van het bier, want zei de advocaat "De uitzet van Gent heeft een nationale reputatie". Op 26 november kwam de uitspraak : al de ondertekenaars van de overeenkomst werden veroordeeld tot 25 fr. boete en solidair tot de proceskosten. Vermoedelijk is het de enige maal, dat nijveraars wegens samenspanning werden veroordeeld. 24 December : Heden werd een zekere Lachaert, ter doodveroordeeld wegens moord, terechtgesteld. 's Nachts werd de guillotine van de Veerstraat naar het Spanjaardkasteel gevoerd en er opgesteld. Volgens de nieuwe wet werd de veroordeelde niet meer in een open kar, maar in een gesloten wagen vervoerd. Een massa volk woonde de terechtstelling bij. De Gazette van Gent is van mening, dat de overheid moet verbieden, dat tijdens de terechtstelling liedjes gezongen en verkocht worden, waarin de misdaden en het einde van een veroordeelde worden bezongen. We hebben reeds gezien, dat in 1853 het leven zeer duur was geworden. Ziehier een evolutie van de broodprijzen. Extra mures

Intra mures gebuild 11 febr. 4 april 20 mei 10 juni 1juli 5 aug. 4 sept. 23 sept. 30 sept.

41 39 41 41 44 47 49 52 55

niet geh. rogge 31 30 31 30 32 35 37 40 43

19 19 20 19 19 20 20 24 28

gebuild 37 35 36 36 39 43 45 48 51

niet geh. rogge 28 27 28 27 29 32 34 37 40

19 19 19 19 19 19 20 24 28 60


gebuild 4 nov. 20 nov. 9 dec. 24 dec.

49 52 48 51

niet geh. rogge 40 43 41 43

28 30 29 32

gebuild 46 49 45 48

niet geh. rogge 37 40 38 40

28 30 29 32

Vanaf 30 october werd het meel voor het bakken van het gebuild brood minder gebuild, dit om de prijs te drukken. Het was echter toegelaten fijner brood te bakken, maar dit brood was niet in de broodzetting begrepen. 1853loopt ten einde. Door de duurte van de eetwaren en het weinig werk zijn er weer een massa behoeftigen, die moeten geholpen worden. Op 15 december verschijnt een oproep voor de oprichting van een "Centraal comitĂŠ voor liefdadigheid". Door inzamelingen, toneelvoorstellingen en giften zal het nodige geld worden verzameld om aan behoeftigen, die niet gesteund worden door het Bureau van Liefdadigheid, brood, soep en steenkolen te bezorgen. Door het Liefdadigheidsbureau werden in1853 4.751 families het ganse jaar door en 809 families tijdelijk gesteund met in totaal 21.799 personen of ongeveer een vijfde van de bevolking. In 1853 brak de Krim-oorlog uit tussen Rusland enerzijds en anderzijds Frankrijk, Turkije en Engeland. In Nederland werd Vincent Van Gogh geboren en Verdi schreef "La Traviata" M. STEELS

NOOT: Belangstellende lezers willen we verwijzen naar de werken : Dr. Emiel Lamberts: Kerk en Liberalisme in het bisdom Gent (18211857). Leuven 1972. Prof. E. Voordeckers : Bijdrage tot de geschiedenis van de Gentse Pers. Repertorium (1667-1914 ). Leuven 1964.

EEN Pl\(\R BESCHAMENDE BLADZIJDEN UIT DE EERVOLLE GESCHIEDENIS VAN HET GENTSE STADHUIS De tijdelijke verwijdering van de monumentale trap van het Stadhuis doet ons om zo te zeggen in de verleiding komen om u aan een andere 61


Stadhuise trap te herinneren die helaas veel te lang verwijderd werd en aan twee andere trappen die iets meer dan een eeuw geleden eveneens verwijderd werden - maar ditmaal voor goed - na gedurende vele jaren tegen hun zin en tegen die van menig Gentenaar een min of meer luisterrijk bestaan geleid te hebben. De verwezenlijking van laatstgenoemde bouwsels was te danken - of liever te wijten - aan de officiële bezoeken die door Napoleon aan onze stad gebracht werden. Bij het eerste bezoek, dat maar liefst 5 dagen in beslag nam, nl. van de 14de tot de 18de juli 1803, viel de hoge gast Napoleon Bonaparte (in de hoedanigheid van Eerste Consul) vanwege de bevolking een onthaal te beurt waarvan alleen maar kan gezegd worden dat het getekend was door een algemene deels nieuwsgierige, deels welwillende onverschilligheid. Toen dezelfde Napoleon, doch nu als drager van de keizerskroon, 7 jaar later met een tweede bezoek onze stad kwam vereren, zou hij een bevolking aantreffen die hem in plaats van indifferent, uitgesproken vijandig gezind was (conscriptie) ! ! Wie de zienswijze en vooral het gevoelen van de massa in het geheel niet deelden waren enerzijds een flink gedeelte van de bourgeoisie, wier Fransgezindheid - laten we gerust zeggen Fransdolheid - bijwijlen de spuigaten uitliep, en anderzijds de gemeentebestuurders (la Municipalité) die geen gelegenheid lieten voorbijgaan om bij de heersende meesters in het gevlij te komen of erin te blijven. Zoals gezegd greep Napoleons eerste bezoek plaats in 1803, nog geen jaar nadat hij tot Consul voor het leven benoemd werd. Niets hadden de prefect Guillaume Faipoult, maar vooral de "Municipalité", met name de "maire" (burgemeester) G. de Naeyer en zijn rechterhanden Clemmen-Tricot, Verheggen, Limnander en Van den Berghe, onverlet gelaten om de geplande ontvangst zo schitterend mogelijk te doen gebeuren. Dat die ontvangst zou plaats grijpen op een "Quatorze Juillet" was nog geen kleine eer aan de Arteveldestad bewezen. Van een meer dan bedenkelijke (verdachte ?) aard was het feit dat de Consul het feestelijk scheen te vertikken de verjaring van de nochtans zo onverbeterlijke Bastille - affaire op eigen bodem en te midden van het eigen volk te herdenken. Tussen haakjes gezegd : het zou niet lang meer duren eer de veertiende-juliviering de plaats te ruimen had voor de Saint-Napoléon-feestdag. Het hoofdnummer van het rijkelijke voorziene feestprogramma bestond ontegensprekelijk uit de plechtige opening (15 juli) van de departementale tentoonstelling van nationale nijverheidsproducten die bijeengebracht waren in de ruime "Groote Zaele" van het Stadhuis.

62


Sommigen moeten van oordeel geweest zijn dat de enig-mooie gotische trap in het verleden goed genoeg geweest was om betreden te worden door de eigen (natuurlijke) prinsen van den bloe~de (aartshertog Filips de Schone, koning Filips II, keizer Karel, om ons bij de meest vertrouwden te bepalen ) veel te alledaags, veel te terre - à terre was om door de toch zo geliefde vreemdeling bestegen te worden. Die "sommigen" vonden het dan ook maar heel vanzelfsprekend dat een volledig nieuwe trap uit de grond zou gestampt worden om door de voeten van Monsieur le Consul en de voetjes van Madame Bonaparte aangeraakt te worden. De "Municipalité " die blijkbaar niet zinnens was er gras over te laten groeien, belastte de stadsbouwmeester Jean-Baptiste Pisson (1) met het opmaken van de nodige plannen. Reeds op 6 dec. 1802 (een mooi klaasgeschenk) vermocht bovengenoemde architect zijn ontwerp op 's burgemeesters tafel neer te leggen.

G.>u.~

Afb. 1. Geïdealiseerde voorstelling van de Stadhuisgevel met houten trap. Let op het 4de vensterraam (rechts ) dat niet bestaande lS.

63


"Cahier des charges et devis auquelles Ie Maire et Adjoints de la VilIe de Gand soumissionnent au moins offrant la livraison de bois, pierres et tous autres matériaux nécessaires ainsi que la main d'oeuvre pour la construction d'un escalier à deux rampes projetté pour être placé à la Maison de Ville de Gand." Reeds een paar weken daarop (11 jan. 1803) had de eerste aanbesteding plaats. "Adjucation de la construction d'un escalier à placer au fond de la grande salie du rez-de-chaussée et conduisant à la Calvacade Camer ou salie du trême." Aan wie de uitvoering van Pissons plannen toevertrouwd werd weten we niet, hebben we trouwens niet trachten te achterhalen. Wat wel vaststaat is dat meneer de Stadsbouwmeester, die van meet af aan vanwege de Stad "carte blanche" gekregen had, met de leiding van de werken belast werd. Of die meneer ruimschoots van die "carte blanche" (blanche in de letterlijke betekenis van het woord) gebruik maakte ? Hij begon met heel de Grote Zaal (= Vierschaar) in het wit te steken. Dat wil zeggen dat elk in reliëf aangebracht omament dik bepleisterd werd. Staken die (vergeten we niet gotische) naar Pissons zin te veel uit, dan werden ze zonder boe of ba gewoonweg weggekapt. Ook de mooie zoldering diende hetzelfde lot te ondergaan : al wat van (eiken)hout was (balken en de rest) verdween achter een dikke - natuurlijk sneeuwwitte - en vlakke laag stukadoorsel. Wat de bouw van de monumentale dubbele trap, die weldra escalier d'honneur zal gedoopt worden, betreft, is met geen woorden te beschrijven hoe hopeloos totaal de vandaalse verwoesting geweest is die niet zozeer aan de grote zaal maar in de eerste plaats aan de belendende kapel aangericht werd. Daarom stellen we voor het verhaal van Pissons erg bedenkelijke bedrijvigheid uit de doeken te doen aan de hand van een eenvoudige verklarende situatieschets. Om te beginnen werd de estrade waarop de Schepenbank ofte Vierschaar zoveel jaren recht gesproken had, genadeloos weggebroken en de muur die de zaal van de kapel scheidde grotendeels neergehaald. De kapel zelf onderging met brio de pleisterende weldaden met klem vereist door de "architecture Pissonnienne" (het woord is van stadarchivaris Hermann van Duyse). Om de verschillende trappen (1 brede en 2 smalle) naar behoren te schragen werden 10 grote of minder grote booggewelven opgetrokken. U hoeft niet te vragen op welke manier de vloer van de kapel onder handen genomen werd ! Om toegang tot de Calvacadekamer of Troonzaal te verlenen sloeg

64


Pissans volk een 16de-eeu wse schoorsteen en nog een paar stukken muur aan gruizelementen alleen maar om 2 deuropeningen te verwezenlijken. En aangezien het Frans gezelschap ook een en ander te verrichten had op de Collatiezolder alias Comediantenkamer alias Arsenaalzaal, bra~ men en passant ook maar een van de 2 (eveneens authetieke ) lSde-eeuwse schoorstenen af. ( 2) o I o I

I 1 I 1

:I

KAPfL 5CHf:PENEIV

---

::.:::::_.

COLLAnEZOLDER (VEADIEPI N4)

:-::::::

___ VIE R.SCHAA J:\ .SC.H. V..D. I I I I

tI I

.. I

•• I

KE.U~E

CA t VA CAD Ef(AM ER (vE~DIEPIN(i)

t

Afb. 2. Situatieplan van de behandelde delen van het Stadhuis.

65


Nu het inwendige van het gotisch gedeelte van het Stadhuis naar de regels van de Kunst (K met een hoofdletter) vermassacreerd was, konden de Eerste Consul, Madame Bonaparte, de generaals Moncey en Belliard en de kolonel de Beauhamais met wijdopen aristocratische armen ontvangen worden. We zegden reeds dat het hoofdpunt van het vijfdaags feestprogramma bestond uit de inwijding van een tentoonstelling die gehouden werd in de "gemoderniseerde" Grote Zaal. Inderdaad een merkwaardige expositie die, in een achttal kamertjes ondergebracht, een rijke verscheidenheid van nijverheidsproducten te bewonderen gaf : werktuigen I rij- en paardetuigen, leertouwerijvoortbrenselen, plateelbakkerswerk I "wollelaekens", tapijten I katoenen stoffen /linnen garens, linten, kanten, zijden stoffen I gedrukte behangselpapieren, chemieaHa I voorwerpen afkomstig uit verschillende weldadigheidsinrichtingen I vergulde metalen, porseleinen, kristallen. Dat er aan de exposanten (weinig) gouden en (meer) zilveren penningen uitgereikt werden, zal wellicht niemand verwonderen. En beslist niet dat goud aan de gebroeders Bauwens geschonken werd. Op de Collatiezolder (denk aan de aangebrachte deuropeningen) werd een brokje gegeten en een slokje gedronken en in de Troonzaal sprak men ter ere van de Eerste Consul een resem speeches uit waarbij deze naar vuile tongen durfden te beweren een uiltje zou gevangen hebben. Om de dag feestvieren te besluiten. werd daarna tot een flink stuk in de nacht menig walsje gedaan en menig gavotje gedanst. Doch Bonaparte was niet alleen gekomen om garen en lint te bekijken. Wat keizer Karel de Grote precies 1000 (-1) jaar voor hem gedaan had : aan de oevers van de Schelde een machtige vloot bouwen om weerstand aan de Noormannen te bieden, zou keizer Napoleon in spe nu ook eens doen nl. zijn geplande invasie in Engeland terdege voorbereiden. We weten wat van die al te mooie droom in huis kwam ! De tweede keer dat Gent het genoegen mocht smaken Frankrijks staatshoofd binnen zijn muren te herbergen, gebeurde zoals we reeds aanstipten in 1810. Ditmaal was het geen Consul maar een Empereur die men zou te begroeten krijgen. Was eerstegenoemde 1803 vergezeld geweest van zijn (eerste) vrouw, Madame Bonaparte, de 17de en 18de mei 1810 was het keizerin Marie-Louise van Oostenrijk, waarmee hij nota bene enkele weken voordien (2 april) in het huwelijk getreden was en die nu zwanger liep van de "Roi de Rome", en die hem nu tegen haar

66


zin vergezelschapte. Wat dacht de "Municipalité' 1 van het aangekondigde bezoek ? Eenvoudig dit : dat de nochtans sierlijke dubbele trap aan de Hoögpoort, die goed en comfortabel genoeg geweest was om de Consul de Grote Zaal binnen te loodsen, alsoluut te minderwaardig en hinderlijk was om door de keizer gebruikt te worden. Het spreekt vanzelf dat de cruciale kwestie de heer Pisson werd voorgelegd. Die had natuurlijk DE oplossing in petto : van de drie gotische vensterramen uitgevende op de Botermarkt liquideerde hij er twee van en fabrikeerde er deuropeningen van (zie de aibeelding van Pissous nooit geëvenaarde uitvinding). Een vraag. Konden die ingangen anders bereikt worden dan gebruik makend. van een verlokkende, iedereen verwelkomende trap ? Geen nood. Met een ik-en-een-gij was een 10 treden tellende trap ineengetimmerd. Een rechtlijnige, aangezien à la Pisson alles recht diende te zijn. U begrijpt dat men alras vond dat 2 trappen onderhouden, een dubbele stenen en een enkele houten, "des guten zuviel" was. Trouwens, in des bouwmeesters ogen was de stenen trap toch te lelijk om bekeken te worden,_ ergo te blijven bestaan. Dus weg daarmee en de overbodig geworden deuropening binnenkamers maar met zwier toegemetseld .. Deze onvergeeflijke vandalenstreek gebeurde in 1814.Een groot geluk voor de smaakvol gebeeldhouwde leuningen dat deze door een kunStzinnig ~emand opgekocht werden met het oogmerk er zijn buitengoed mee- te versieren. Toen later - zoals we zullen zien in 1869 ·- eraan gedacht werd de trap te restaureren, on.dernam de Stad de nodîge,stappen om terug in het bezit te komen van de gelukkig prima bewaard gebleven leuning, zodat de herstelling, al war~ het slechts gedèeltelijk, kon geschieden met door Keldermans en De Waghema:kere gebezigd materiaal. Veel afbeeldingen van het Stadhuis-met-zijn:-houten-trap zullen er wel niet gem,aakt geweest zijn. Een mooi te noemen gekleurde litho· van N. Ma5son, Bruxelles, getekend door Stroobant en uitgegeven ·dooi 1\uffa, Bruges et Ostende, evenals een anonieme plaat lijken ons minder gèschikt om ons betoog te illustrere11. Liever lieten we OIJ.Ze keuS vallen op een wit-zwarte-steendruk, tekening.van G. Vanderecht, gelithografeerd door· Lisbet en uitgegeven .door·c. Muquardt, Bruxelles. Dezelfde àfbeeldillg vinden we in de Parijse ''Joo.rnal pour tous" van 3 sept. 1859i Ze begeleidt een beknopt maar degelijk artikel van Henri Berger over "La Ville de Gand". · 67



Over de typische klederdracht van het twaalftal geportretteerde figuranten zullen we het niet hebben. Wel willen we de aandacht vestigen op een paar andere details : 1° de dubbele stenen trap, kant Hoogpoort, heeft de plaats geruimd voor een stuk "blinde muur"; 2° de nissen moeten het nog steeds stellen zonder de standbeeldjes van Keizer Karel, diens vrouw lsabella van Portugal en tante Margareta van Oostenrijk; 3° het in het oog springend balkon van de verdieping van waarop de ondertekening van de Pacificatie op 8 nov. 1576 plechtig afgekondigd werd. Het bezoek van de keizer, de keizerin en de hen vergezellende koning en koningin van Westfalen betekende voor de stadskas een aderlating van je welste. Had de "Municipalité" een uitgave voorzien van 50.000 fr. (een fabelachtig bedrag), naderhand moest blijken dat die uitgezwollen was tot eventjes 73.821 fr. en tweeënvijftig centimes (toen had een centime nog een serieuze waarde). Het aldus gemaakt deficit was zo ontzettend groot dat een van de verantwoordelijken van de feestcommissie zelfmoord pleegde. Na de Franse keizer waren het de Nederlandse prinsen die met hun gevolg het genoegen mochten smaken Pissans stenen en houten trappen te mogen bestijgen en afdalen. Koning Willem I smaakte dat genoegen toen ter gelegenheid van zijn Blijde Inkomst (5-8sept. 1815} er in het Stadhuis gegeten en gedronken (arsenaalzaal) en gedanst (Troonzaal) werd. Toen hij vergezeld van zijn zoon prins Frederik op 11 juli 1817 naar Gent kwam - niet om de Guldensporenslag te herdenken - maar om de opera's "Jean de Paris;' en "Ma Tante Aurore", beide werken van Boieldieu, te komen bijwonen, schijnt men het Stadhuis feestelijk voorbijgegaan te zijn. . 's Konings àndere zoon, prins Willem van Oranje, begeleid door ziin vrouw, grootvorstin Anna Paulowna van Rusland, deden het van 1 tot 4 juni 1819 opvallend beter want een schitterend banket (ditmáal in de Grote Zaal) en een even schitterend bal (in de Troonzaal) waren dingen die op het feestprogramma een ereplaats gekregen hadden. Nog 2 keren verbleef Willem te Gent zonder naar het schijnt een voet gezet te hebben in het Stadhuis : van 25 tot 27 juli 1819 om naar de opera te gaan en zich te laten zien in nijverheidsondernemingen, hospitalen, schildersateliers en in het Museum. Van 6 tot 8 oktober 1820 om samen met prins Frederik het terrein te komen verkennen waar de geweldige Citadel zal verrijzen en de manoeuvers bij te wonen die op het Heirnisplein gehouden werden. Tussen haakjes : enkele dagen na hun vertrek berichtte de koning aan het Ge69


meentebestuur dat hij het besluit genomen had het schilderij van Van Bree "Willem de Zwijger tussenbeide komend bij de Calvinistische Magistraat (1578) met het oog op een betere behandeling van de Katholieken" aan de Stad te schenken. Heeft men Pissans houten trap in de loop van de jaren eenmaal of meerdere keren moeten vervangen (wegens verrotting natuurlijk) weten we niet. Mogen we de "Kronyke de Laval" geloven dan zou een dergelijke vervanging reeds in 1814 gebeurd zijn : "February 1814. Den houten trap gestaen voor het Stadhuys op de Botermerkt wierd door de Stad afgebroken en het hout aende arme menschen gegeven." Hoe dan ook, een ding is zeker : toen de koning in 1829 de Arreveldestad met een nieuw (zijn laatste) bezoek vereerde, was het decorum enigszins veranderd. Niet zolang voordien had burgemeester Van Crombrugghe, daarin unaniem bijgetreden door de schepenen Ch. Kervyn de Volkaersbeke, Ch. de Meyer, J. van Melle, P. de Hertogh en F. Verheggen, terwijl men toch bezig was enige (niet al te gelukkige) herstellingen aan de gevels uit te voeren, besloten de rechdijnige houten trap te laten sneuvelen om in de plaats ervan een meer uitspringende boogvormige arduinen exemplaar te bouwen. Met die bouw werd bouwmeester Pierre-Jacques Goetghebuer (17881866) belast. U weet wel de man wiens naam zo nauw verbonden is aan de iconografische atlas in het Stadarchief berustend : de Atlas Goetghebuer. We mogen gerust aannemen dat hetWillemis die de nieuwe trap inwijdde. Ook dit nog tussen haakjes : tijdens het bal aangeboden door de "Société industrielle" .en waarop de kruim van de bourgeoisie aanwezig was, J. Rosseel, de Smet de Nayer, B. de Pauw, Huyttens-Kerremans, Poelman-Haemelinck, E. Neyt, LousbergsThery, Couvreur, Van Acker-Ceuterick, enz. brak brand uit in de fabrieken van de 2 laatstgenoemden g_elegen in het Gravensteen. Talrijk waren de feestvierders die, de een in uniform, de ander in avondkledij naar het rampgebied snelden. Allereerst de slachtoffers Couvreur en Van Acker; bovendien de gouverneur, de burgemeester en de hertog van Saxen-Weimar. Uiteraard werd de stenen trap vaker in beeld gebracht dan de houten. Te vermelden waard zijn m.i. : de in "Vues pittoresques de la Ville de Gand" van A. Voisin opgenomen litho "Hotel-de-Ville de Gand, dessiné d'après nature et lithographié par Manche, Bruxelles"; de door B. Fabronius getekende en door Louis Stroobant gesteendrukte en door Tessaro & Cie (Veldstraat) uitgegeven gravure; 70


de in "Gand manurnental et pittoresque par Hermann van Duyse" opgenomen door Louis Stroobant mooi getekende doch wat al te zeer fantasierijke afbeelding. Bovendien abusievelijk gedateerd 1867 als dit jaartal diende te zijn : tussen 1839 en 1853; de zeer bekende door G. Jacqmain à Gand uitgegeven reeks "Monuments historiques" waaronder o.a. het Stadhuis met de stenen trap. Van klein formaat (8,7 cm x 5,8 cm) gedrukt op uiterst dun papier, geplakt op een porselein-kartonnen kaart (14,5 cm x 10,5 cm), deze versierd met in gouddruk uitgevoerde barokke lijst.· Als we ter illustratie van ons verhaal geen der bovenbedoelde litho's afdrukken maar wel een door Jacques Sturm getekende (?) en/of gesteendrukte plaat, doen we zulks minder om de trap uit 1829 te laten bewonderen dan om de aandacht te vestigen op een paar in het oog vallende folkloristisch getinte straattoneeltjes. Vóór de gevel van het op dat ogenblik "gewezen" Sint-Jorishof hebben een viertal straatmuzikanten en een clown plaats genomen. Ze doen hun uiterste best de vóór het verhoog geposteeerde kijklustigen te bewegen de aangeprezen deusvoorstelling bij te wonen die in de bovenzaal en de gewezen kap~l yan het Hof gegeven wordt. Tamelijk ver verwijderd van het. circusgedoe heeft een marskramer (of kwakzalver ?) in het midden van de straat post gevat. Hij tracht de koopwaar van de hand te doen die hij uitgestald heeft op een kleine klaptafel. In feite zouden èn de Botermarkt èn de Hoogpoort vol tafels en kramen en tenten moeten staan hebben want als het foor is in het Sint:Jorishof is het automatisch markt in en rond het Stadhuis, niet zelden op de Poeljemarkt en in de Cataloniëstraat. Het was onder het vruchtbaar bestuur van de grote burgemeester Charles de Kerchove de Denterghem (1857-1881) dat beide trappen geliquideerd werden. De historie van die afbraak ving aan in 1865, hetzelfde· jaar dat de Kerchove zich graaf liet noemen. Nadat men had vastgesteld dat "toute la partie gothique des façades extérieures (était) dégradée et de nombreux fragments de sculpture s'en (é~ taient) détachés" besloot het Gemeentebestuur de stier bij de horens te vatten. De "Commission d'Art ét d'Archéologie"-begon met de Minister van Binnenlandse Zaken te verzoeken "d'inviter l'Administration Communale à faire dresser un plan complet tant pour la restauration extérieure que pour l'appropriation intérieure" van het inderdaad erg gehavend Stadhuis. Om uit de gewoonten niet te gaan haastte de hoogste Overheid zich langzaam, uiterst langzaam met enig gevolg te geven aan het gedane 71


··: .:· ' ..

:~-

.

{ä .if,-:.

..:

·.:'

·~

~·-·.

t'r- .. ~

~.

·! ..-: ~

!' .'·

.... .' .,. ·.· ,·.,


verzoek. Uiteindelijk werd de Gemeenteraad in zijn zitting van 5 juli 1869 1n de mogelijkheid gesteld een "plan d'appropriation et de restauration intérieure de l'Hotel de Ville" goed te keuren. Het jaar daarop werd de architect Adolphe Pauli, bijgestaan door de ingenieur Hofman en geadviseerd door de Franse specialist Viollet-leDuc met de uitvoering van de werken belast. De door Pisson aangebrachte bepleisteringen werden verwijderd. De Grote Zaal (Vierschaar) zo goed mogelijk in haar oorspronkelijke toestand hersteld (jammer genoeg begiftigde Viollet-le-Duc haar met een 19de-eeuwse neo-gotische schoorsteenmantel in plaats van haar met een 16de-eeuwse in Vlaamse gotische stijl uitgevoerd exemplaar op te smukken. De Napoleontische "escalier d'honneur" op welk groot bordes (op het plan waar 2 pijltjes naast elkaar getekend worden) vanaf 1857 het bronzen borstbeeld van J. van Artevelde (3) getroond had en de stenen trap van Goetghebuer werden weggebroken. Zoals we reeds zagen kreeg de Arsenaalzaal een duplicaat-schoorsteenmantel. De gewezen kapel werd herschapen in de ons allen zeer goed bekende trouwzaal. Natuurlijk werden de talrijke in de muren geslagen bressen gedicht. Ten slotte werd zoals we reeds mochten aanstippen de monumentale trap aan de gevel van de Hoogpoort met grotendeels oorspronkelijk materiaal heropgebouwd. Kortom, "ce fut une tache longue et difficile qui souvent exigea un véritable talent de devination et qui réclamait autant d'érudition archéologique que de science technique". (H. van Duyse) Eenmaal tot een goed einde gebracht, een mooie zaak die kordate afrekening met Pissons gepleegd vandalisme. Nu was de Grote Zaal van het oud Schepenhuis gereed om in 1876 de gedenksteen herinnerend aan de ondertekening van de Pacificatie in ontvangst te nemen en meteen als Pacificatiezaal gedoopt te worden. M. VAN WESEMAEL NOTEN (1) Ha ! die monsieur Pisson (Gent 21 maart 1763 - Gent 9 dec. 1818). Allerminst geen misdeeld of onbekwaam iemand; integendeel een ervaren en geschoold vakman die door de (natuurlijk francofiele) liefhebbers van de "nouvelle vague"-bouwstijl gezocht werd om hun woningen in die stijl op te trekken. Inderdaad waren gevels van zijn hand zowat overal in de stad tegen te komen : aan de Nederkouter, aan het Koophandelplein (waar burgemeester Braun zolang woonde); aan de Poel; aan de Hoogpoort; aan de Kouter; aan de Recollettenlei; aan de Vlasmarkt; aan de Drabstraat; aan de Slijpstraat, enz. enz.

73


Aan een tweetal door Pisson opgetrokken gebouwen w:illen we enkele regels

wijden. Primo aan het aan de Poel gdegen Hotel de Nockere (eertijds Hof van Wacken genoemd; nu ingenomen door "Het Volk"). Verder aan het aan de Nederkouter gdegen Hotd de Meulenaere, dat menig (oudere) lezer gekend heeft als "Huis Vyt" en "Evangelische Tempel". Op de plaats van het gesloopte pand verrees enkde jaren geleden de winkel uitstekende Kyckuit. Als A. Voisin in zijn "Guide des Voyageurs, Gand 1826" stelt dat Pisson "enrichit pendant l'espace de trente ans sa ville natale d'un grand nombre de monumens et de maisons élé~tes" loog· hij het niet al. Maar hij vergat waarachtig de keerzijde van de medaille te tonen : de fenomenale ondiensten die onze fameuze neoklassieker aan een van de prachtigste gebouwen van zijn "ville natale" bewees. Volledigheidshalve stippen we aan dat hij het was die in 1800 de meer dan 30 m hoge in hout uitgevoerde vredeszuil bekroond door het bedd van Bellona, ontworpen had en laten oprichten op de Vrijdagsmarkt. Een paar jaren voordien (1797) had hij de moestuin van de Baudeloabdij herschapen in de eerste der Gentse Kruidtuinen. (2) Een mooie foto van de nog bestaande 15de-eeuwse schoorsteen is opgenomen in "Dr. H. Pauwels, De Schoorstenen van het Stadhuis te Gent, Gent 1952". De schoorsteenmantd aan de andere kant van de zaal is een getrouwe copie van de authentieke. Hij werd bij de herstelling van het Stadhuis na 1869 onder toezicht van Viollet-le-Duc opgericht. Kenmerkend voor de versiering van een der wangen de schoorsteenmantel is de voorstelling van de Maagd van Gent met haar Leeuw. (3) Deze reusachtige buste, een meesterwerk vanPieter-de Vigne-Quyo, in feite de voorbode van het standbeeld dat in 1863 opgericht werd, dagtekent van 1845. Na in 1856 triomfantelijk rondgereden te zijn in de Brusselse Ommegang kreeg ze een ereplaats op de eretrap in het Stadhuis. Tegenwoordig staat het bedd in een der gangen van de verdieping van het gewezen Schepenhuis van Gedele. GERAADPLEEGDE AUTEURS J. Decavele & R. de Herdt (catalogus Willem I); H. van Duyse; V. Fris; P. Kluyskens; J. E. Nève; H. Nowé; F. de Potter; W. Rogghé; A. van Werveke (Nota's)

A. de Ceuleneer; Pr. Claeys;

HET GRAVENSTEEN IN DE 18e-19e EEUW Het Gravensteen schijnt als toeristische bezienswaardigheid nog niets van zijn aantrekkingskracht te hebben ingeboet. De jaarlijkse bezoekcijfers gelden hier als een doorslaand bewijs. In de 18e-19e eeuw was het Gravensteen niet zoals wij het heden kunnen bewonderen. Onderaan de walmuren stonden huizen en binnen de muren werden verschillende nijverheidsinstellingen ondergebracht. Eugeen Zetternam nam dat dekor als achtergrond van zijn 74


bekende sociale roman "Mijnheer Luchtervelde". Keizerin Maria Theresia gaf op 15 februari 1779 order tot de openbare verkoping van het GravenkasteeL Hierin waren niet begrepen de konsistoriezaal met de aangrenzende kapel, welke het gouvernement afstond aan de kastelijn van de Oudburg. Op 2 november 1779 publiceerde "De Gazette van Gent" een beschrijving van de goederen, welke te koop werden aangeboden : "Verscheyde delen voortijds gebruykt geweest hebbende tot de vergaderinge van den Raed van Vlaenderen, de Greffie, de Gevangenisse en de Conciergerie van den zelfden Raed, alsmede een huys, daernevens staende, alle zeer gedienstig tot de groote fabrieken". De architect Jean-Denis Brismaille werd het Gravensteen toegewezen op 23 december 1779 voor de som van 8.353 pond groten. Hij was het die op het einde van de 18e eeuw een belangrijke rol speelde in de wijziging van het stadsbeeld. De eigenaar scheen niet gehaast te zijn om aan de wenk van de Oostenrijkse regering te voldoen. Er werd nl. gesuggereerd een fabriek op te richten. Brismaille daarentegen vormde zijn eigendom om tot een soort arbeiderswijk. Op 11 november 1784 verscheen in de Gazette van Gent volgende ¡ aankondiging : "Groote zalen, magazijnen, zolders, kelders, appartementen, kamers enz. alle dienstig tot het plaetsen van goederen, meubelen, effecten en koopmanswaren alsook voor logementen. Voor de conditien, bij Jan Brismaille, eygenaer, woonende in een deel van het voorzeyde gebouw';. Tijdens de Franse bezetting werd het geheel nationaal goed verklaard. In 179?-1798 verkocht men in drie maal de gebouwen van de kastelijn van de Oudburg - gelegen binnen het kasteel met inbegrip van de bijgebouwen -afgestaan in 1779 door Keizerin Maria-Theresia. De eigenaars Delfosse en Van der Keeren stonden hun deel af aan Ferdinand-Jean Heyndericx, welke in het Steen een katoenspinnerij inplantte. Moellijkheden ontstonden tussen Heyndericx en Brismaille over een gemeenschappelijke muur. Om een einde te maken aan de twisten stond Jean Brismaille het donjon af aan Heyndericx op 31 augustus 1809. Teneinde zijn fabriek uit te breiden liet hij de zuidermuur wegbreken alsmede de kapel. De lijst vatÎ de fabrikanten, welke de katoenspinnerij uitbaatten luidt als volgt : 1800-1827 : Heyndericx en Zonen 75


_f

"f

g.;;

• r ~''

.

.-.%

\

,.

%"'""-"tf

"è

4

ai

'

~

~-

'

=~=~w,:·:

j.i> 1~t'·*fi

=~:><

,..,.

f

""

"".a;;::;-;:,'t

'-~

Zicht op het Gravensteen kant St. Pharaildeplaats


1828-1835 : Heyndericx en zonen en Couvreur 1836-1852 : Scribe 1853-1854 : Scribe en H. Delise-Scribe 1855-1867 : H. Delise-Scribe 1868-1885 : A. Lintens-Delise Een tweede katoenspinnerij werd opgericht in het Gravensteen in 1827 door de vennootschap Van Acker-Ceuterick en Cie. Zij hield op te bestaan in 1837. Gedurende de jaren 1845-1846 werd een constructiewerkplaats opgericht dĂłor de frrma Steinberg en Scribe binnen het Gravensteen. De architect Brismaille wist de eigendom te bewaren - met uitzondering van de spinnerij Heyndericx - van het overblijvende deel van het Gravensteen. Buiten de fabriek en de privaatwoningen van de families Brismaille en Heyndericx trof men er een vijftigtal arbeiderswoningen aan. Buiten de muren van het Gravensteen stonden eveneens tientallen huisjes. Alzo werd in een der huisjes nl. in cafĂŠ Het Hertjen de toondichter Jef Vander Meulen geboren op 24/3/1869. De procureur Nicolas Hulin, welke een der dochters van Brismaille huwde, werd eigenaar van het gedeelte dat Brismaille toebehoorde. In de nacht van 31 mei op 1 juni 1829 vernietigde een hevige.brand de tekstielfabriek van Heyndericx en Couvreur, alsmede een gedeelte van de fabriek Van Acker-Couvreur en Cie. Koning Willem verbleef toen in de Arteveldestad. Men schatte de schade op 40.000 gulden; maar de vorst gaf voor hij Gent verliet 20.000 gulden om de fabriek te helpen heropbouwen. In 1865 ondernam de stad Gent een eerste poging om het kasteel geheel of gedeeltelijk te verwerven. Vooraanstaande burgers en intellektuelen als dhr. de Bethune, Paul Fredericq, Julius Vuylsteke, de Limburg-Stirum, Ferdinand Van der Haeghen, Varenberg, Verhaegen en Herman Van Duyse deden een beroep op Minister Alfons Van den Peereboom. Hij verklaarde dat zijn departement bereid was tussen te komen bij de aankoop van het Poortgebouw. Het ganse gebouw werd in 1870 te koop gesteld met uitzondering van de fabriek. De verkoop liep op een sisser uit. Twee jaar later begon het stadsbestuur opnieuw te onderhandelen. De Stad Gent aanvaardde de aanbieding van de eigenaar om het poortgebouw te verwerven voor 21.000,- fr. De staat en de provincie kwamen ieder tussen voor l/3 van de verkoopprijs. De promotors van de volledige redding van de burcht begaven zich

77


in 1887 bij Minister Beernaert en mochten zich verheugen in de steun van de gouverneur van Oost-Vlaanderen, de burgemeester van Gent en de morele steun van tal van politici, kranten, verenigingen en sympatisanten. . Tijdens de gemeenteraadzitting van 30/7/1887 werd de voorlopige overeenkomst goedgekeurd tussen de Staat en de Stad Gent om het Gravensteen en aangrenzende eigendommen te verwerven onder gemeenschappelijke kosten. De aangrenzende eigendommen waren gelegen in de Hoge Zonnestraat, St. Pharaïldeplaats en de Geldmunt. De kostprijs van de eigendom Hulin bedroeg 175.000,- fr.Voor de eigendom Lintens-Delise werd 90.000,- fr. neergeteld; hetzij 260.000,fr. voor het ganse gebouw. Op 20 augustus 1889 verlieten de laatste inwoners het Gravensteen. Pikante bijzonderheid : herhaaldelijk moest de politie ingrijpen teneinde de verhuizing te bespoedigen. 's Anderdaags begonnen de, eerste ontmantelingswerken. De restauratiewerken stonden onder de leiding van arch. Jos De Waele en na zijn overlijden architect Mortier. Beiden hebben aan het vervallen burcht zijn middeleeuws karakter teruggegeven. J. CLAUWAERT BRONNEN - Les monuments de la villede Gand par Prosper Claeys 1905- Gand Imprimerie J. Duvivier, Rempart St. Jean, 15. -Uit het groot prentenboek van 's Gravensteen door P. Kluyskens (artikelenreeks De Gentenaar augilstus-september 1972) - diverse persoonlijke aantekeningen.

DRIESKEN NIJPERS Begin 1852 verspreidden zich geruchten te Gent, dat een jonge boer van Sint-Gillis-Waas, genaamd André De Clercq, wonderlijke genezingen verrichtte. Met een eenvoudige aanraking met zijn handen genas hij personen, die leden aan reuma, een in die tijd veel voorkomende kwaal. Volgens de geruchten waren de reumaleiders. volledig genezen na een of twee behandelingen. Volgens een verhaal van onze de Clercq werd hij een drietal malen getroffen door ·de bliksem; alzo bezat hij een overschot van een electrisch fluïdum en door een aanraking werd bij de reumaleider, die 78


een tekort had aan electrisch fluïdum, het evenwicht hersteld en was de zieke genezen. De Clercq, die weldra Driesken Nijpers werd genoemd, werd al snel zeer vermaard. Van overal kwamen zieken naar Sint-Gillis. Driesken Nijpers breidde dan ook zijn zaak uit en richtte "consultatiebureaus" op in enkele steden, zo te Brussel en te Gent. Te Gent ontving hij de reumaleiders in het Sint-Jorishof. Wekelijks reisde Driesken Nijpers naar Brussel. Een Brusselse krant vertelt het volgende : On cite une foule de persounes marquantes, même des médecins qui ont fait venir Driesken chez eux et qui ont été instantanément guéries ou soulagées par le simple attouchement de eet homme électrique. 11 ne peut suffire à toutes les demandes de visite qui lui sont faites bien qu'il ait une demi-douzaine de vigilantes à sa disposition. Les individus les plus pressés se cramponneut derrière la voiture qui le transporte d'un quartier à l'autre. Op een klacht van de geneeskundige commissie werd Driesken Nijpers opgeroepen voor de rechtbank te Dendermonde, waar hij beticht werd van onwettige uitoefening van de geneeskunde en van bedrog. Natuurlijk kwamen een groot aantal getuigen verklaren, dat ze genezen waren door de aanrakingen van de betichte. De rechtbank van Dendermonde achtte de beschuldigingen niet bewezen en sprak Driesken Nijpers vrij. Nu werd onze genezer voor het Beroepshof te Gent gedaagd; ook hier werd hij vrijgesproken op 16 juni 1852. De vorige dag had hij een voorstelling bijgewoond in de opera te Gent en genoot er van het publiek een grote belangstelling. De Gazette van Gent van 20 juni deelt mede : "Men meldt, dat Driesken Nijpers morgen namiddag om vier uur in het Sint-Sebastiaanshof buiten de Keizerpoort zal afstappen." Op 23 juni vertelt onze krant "Zo groot was de toeloop, dat de genezer een vigilant heeft moeten nemen om aan de verzoeken van zijn klanten te ontsnappen". En op 30 juni vinden we het volgende : "De plus fort en plus fort. Wonderbaarlijke genezing. Zekere heer L. leed aan flerecijn. Hij zond zijn laarzen aan Driesken Nijpers; deze zond ze terug doordrongen van zijn heilzaam fluïdum en sinds is L. radikaal genezen". Tevens verscheen een mededeling, dat bij de heer Hemelsoet, drukker alhier, een gelitografeerd portret van Driesken Nijpers te verkrijgen is. "Dit portret is bestemd om fortuin te maken". De vrijspraak van Driesken Nijpers vergrootte nog de sympathie bij

79


de massa. Voor de straatzangers was hij een welgekomen onderwerp. LIEDEKEN Driesken Nypers op het Tribunal, Stemme : Trien, Trien ... Trien. Driesken, zegt eens, hoe hebt gy dit verkregen ? Van waer die kunst, welke u elkeen toepraet ? Waerom loopt men u na, langs alle wegen ? Randt men u aen, met hoopen langs de straet ? 0 ! heer, myn regter, ziet : 'T is door wonder zulks geschied. Maer, al wie lydt of niet, Help ik uit 't verdriet. Driesken, 't is erg; de mannen van de pillen, Van.plaesters, pap, lakens en lavement, Klagen dat gy geneest de styve billen, Zonder diploom, examen of patent ! ... 0 ! heer enz. Driesken, gy weet, men spreekt hier van geen' grappen, Wy straffen hen, wie uitoefenen die kunst, Alleen vertrouwd aen wettige Esculappen; Is dit bedrog, of wel hemelsche gunst ? Ja, heer, myn regter, ziet 't Is door den hemel zulks geschied, En al wie lydt of niet, Help ik uit 't verdriet. Driesken, gy schryft dus geene medecynen, Maer vraegt gy soms geen geld voor uwen loon, Toen gy een plaeg, of 't lyden doet verdwynen, Van een door rhumaties gekweld persoon ? Neen, heer, ikvrage niet, 't Is voor niet dat zulks geschiedt En al wie lydt of niet, Help ik uit 't verdriet. Heer Prokureur, ik zal het u verhalen, Hoe dat ik help, wie lydend is of ziek; Drymael geraekt door felle bliksemstralen, Wierd door dit vuer myn lyf als elektriek, Maer, maer ik weet het wel,

80


Men zit my allang op 't vel, Doch al wie lyd of niet, Help ik uit 't verdriet. Driesken, het regt, ontslaet u van de klagten, Om dat het blykt dat er geen' tigten zyn, Maer, in 't vervolg, moet gy u steeds wel wachten, Dat gy voor geld, niet speelt den medecyn. 0 ! heer, dit doen ik niet. Maer door wonder als gy ziet, Al wie ook lydt of niet, Help ik uit 't verdriet. Ook Pr. Van Duyse dichtte een vers, tachtig regels lang, "Aen den Wonderdoetoor Driesken Nypers". Het gedicht is werkĂŠlijk te lang om te publiceren; wel enkele verzen. Al de Thomassen liggen er onder, Driesken, vrij sprak u de Wet. De Faculteit is naer den donder ... Die u alleen heeft voor 't sterven gered. Tot driemael toe sloeg u die vijand, Maer gij zijt een paratonneer. Hij verleende u een. wonderen bijstand; Al wat ge nijpt, is buiten zeer. Helaas, het succes van Driesken Nijpers duurde niet lang. Hij overleed te Sint-Gillis aan typhus op I 2 januari 1853. Hij was nauwelijks vijfentwintig jaar oud. Er bestonden heel wat karikaturen van Driesken Nijpers. Een er van stelt het uitstalraam van een schoenmaker voor, die laarzen, genepen door Driesken Nijpers, verkoopt. In heel wat huizen hing het portret van de wonderdokter. Grappenmakers verzekerden, dat al de personen, die in een huis met een portret vari Driesken woonden, gevrijwaard bleven van reuma. We betreuren geen portret van Driesken Nijpers te hebben gevonden om dit artikel te illustreren. M.VANBERGHEN BRONNEN Gazette van Gent. Prosper Claeys : Notes et souvenirs. l. Driesken Nijpers.

81


TWEE GROTE SPORTGEBEURTENISSEN TE GENT IN 1913 We schrijven 1913. Op zaterdag 26 april werd de wereldtentoonstelling te Gent plechtig geopend in aanwezigheid van de koninklijke familie. De tentoonstelling beslaat 136 ha. en lokt een massa binnenlandse en buitenlandse bezoekers. Tijdens de duur van de tentoonstelling worden honderden congressen gehouden , alsook muziekfestivals , wedstrijden en allerlei feesten. Op zondag 1 juni werd in de feestzaal van de tentoonstelling een bokswedstrijd ingericht tussen de Franse kampioen Georges Carpentier en de kampioen van Engeland Bombardier Wells voor de Europese titel weltergewichten. De prijzen van de plaatsen bedragen 100 fr., 70 fr. , 60 fr., 50 fr., 30 fr .. 25 fr .. 20 fr., 10 fr. en 5 fr. De kaarten voor de wedstrijd werden verkocht te Parijs, Londen, New-York, Amsterdam en Keulen. Het aantal toeschouwers bedroeg ongeveer tienduizend. In de eerste wedstrijd bokste de Gentenaar Tyncke tegen een zekere Demien in tien ronden van drie minuten . Dan ving de grote wedstrijd aan. Tijdens de eerste ronde ging Carpentier ten gronde voor negen seconden. De wedstrijd werd zeer hardnekkig betwist. De tweede ronde was verdeeld; in de derde ronde viel Carpentier geweldig aan. Vierde ronde : met een geweldige vuiststamp in de maagstreek velt Carpentier zijn tegenstander, die knack-out blijft liggen. De negentienjarige Carpentier heeft de Europese titel veroverd.

82


In verband hiermede willen we nog vermelden, dat begin juni 1913 in de zaal Gent Palace een bokswedstrijd voor vrouwen werd ingericht, waaraan de Franse Mireille (60 kg.) en Carmen (60 kg) en de Engelse Little You-You (57 kg.) deelnamen. Maandag 3 november. De tentoonstelling wordt gesloten. Men wil met een apotheose eindigen. Reeds op 20 oktober blokletteren de kranten: "Pégoud komt naar Gent". Pégoud was een Franse vlieger, geboren in 1889, die beroemdheid had verworven met zijn acrobatische vluchten. De vliegmeeting ging door op het Sint-Denijsplein, dat werd afgezet door 250 soldaten en 60 rijkswachters. De prijzen van de plaatsen bedroegen drie frank op de tribunes, een frank op de voorbehouden plaatsen en 0,50 fr. op de volksplaatsen. Voor de automobielen bedroeg de prijs vijf frank. Een twintigtal bijzondere treinen naar Gent werden ingericht. Pégoud had op zijn tocht door Europa demonstraties gegeven te Wenen en Berlijn; alzo kon zijn vliegtuig niet tijdig naar Gent worden / gebracht. Een nieuw vliegtuig van het huis Blériot werd naar Gent gezonden en hier door mechaniekers van de firma gemonteerd. Het toestel was een eendekker en had een motor van 50 P.K. Het geraamte was vervaardigd uit zeer buigzaam hout en overdekt met een zeer fijn en waterdicht lijnwaad. De draagvlakte bedroeg 18 vierkant meter en het vliegtuig woog 300 kg. De eerste demonstratie had 's morgens plaats. Na een eerste proefvlucht klom Pégoud met zijn toestel tot dui-

83


zend meter hoogte, deed daar zeven loopings, vloog in spiraal, buitelde en vloog met zijn hoofd naar beneden gedurende 45 seconden. 's Middags werd door Albert Feyerick, voorzitter van de sportcommissie van de tentoonstelling, aan Pégoud een feestmaal aangeboden in de wijk Oud-Vlaanderen. Op het banket was ook de Franse vliegtuigbouwer Blériot aanwezig. Tijdens het banket had Pégoud veel werk met het ondertekenen van prentkaarten en diskaarten. 's Namiddags werd een tweede demonstratie gehouden. Het enthousiasme van de menigte was onbeschrijfelijk. De massa verbrak de omheining en stormde naar de auto, waarin Pégoud had plaats genomen. De totale ontvangsten beliepen 23.000 fr. plus ongeveer 2.000 fr. van de kaartenverkoop, totaal 25.000 fr., terwijl de kosten 20.000 fr. bedroegen. De massa werd geschat op honderdduizend; natuurlijk waren duizenden kijklustigen buiten de omheining de vertoning komen bijwonen. Enkele dagen later stond de volgende aankondiging in de kranten PEGOUD TE GENT Bij iedere vertoning ziet men in de Pathé-schouwburg de vermaarde luchtvlieger in zijn opschuddingswekkende vluchten. De ftlm werd genomen met het tele-objectief Pathé. Pégoud was de eerste piloot, die op 20 augustus 1913 het waagde te Chateaufort met een valscherm uit een vliegtuig te dalen . Pégoud

84


sneuvelde in een luchtgevecht nabij Belfort in 1915. Natuurlijk werd de stoutmoedige vlucht van Pégoud in een volkslied bezongen. Ik herinner me nog de volgende verzen : En Pégoud die gaat omhuuge Om zijn kunsten te gaan tuugen. Ierst op zijne rugge , Tons op zijne buik, Zu vliegt hij die piste uit.

.

..

• 1:_:. ; --~ -.......;

)

Kn

P<'-

-· • =-· •

FA't~t

~oud vli~){t nnnr om-

op ~!.Î-Ilf'll

(~}.

." l

Otu

".",. •

<l;m <>p zij-nen

#.

I•

huik. Zoo vliegt hij ;le

M.VANBERGHEN NOOT 1. Louis Blériot werd geboren in Frankrijk in 1872 en werd beroemd als vliegtuigbouwer. Hij was de eerste piloot, die in 1909 het Kanaal overvloog. 2. Georges Carpentier overleed te Parijs op 28 oktober 1975.

DE PREEKSTOEL VAN DE SINT-BAAFSKATEDRAAL Meesterwerk van Laurent Delvaux, geboren te Gent in 1695 en gestorven in 1778. Deze preekstoel , die hij zich bij notariële akte van 6 maart 1741 verbond uit te voeren in Deens eikenhout en Italiaanse marmer , werd in 1745 geplaatst in het schip van de kerk tussen de tweede en de derde pilaar van rechts. Hij kostte vijftienduizend Brabantse guldens. De beroemde beeldhouwer heeft zèlf het onderwerp beschreven in de volgende termen : de idee is allegorisch op de geboorte van Jezus Christus die afgebeeld staat op het voornaamste bas-reliëf. De Wereld die tot aan dit tijdperk in de duisternis van de afgodenverering verkeerde, is voorgesteld in de figuur van de Tijd die bij het geschal der trompetten van een groep geleigeesten , schijnt te ontwaken uit een diepe slaap. Hij licht de sluier op die hem bedekt en aan zijn onthutste blikken vertoont zich de Waarheid die hem de heilige 85


schriften toont. Aangezien het maar door zijn dood is dat Jezus Christus de vernietiging van het imperiom van dwaling en leugen voltooid heeft, verschijnt aan de vóórzijde van de hemel van de preekstoel een groep engelen die het teken der verlossing dragen en een tweede groep kinderen die de noodlottige appel uit de muil van de slang rukken. (Brief vermeld door Fr. V. Goethals in zijn "Histoire des lettres, des scienées et des arts de Belgique et dans les pays limitrophes, t. I, p. 191). De twee engelen aan de voet van de trapleuning houden geen verband met het hoofdthema. Zij vestigen de aandacht van de toehoorders op de woorden van de prediker. De 3 andere bas-reliëfs die de kuip versieren stellen de boetedoening van Sint-Baafs voor, de bekering van Sint-Paulus en de afbeelding van de schenker, bisschop Alltoon Triest. Op de stam van de boom van het goede en het kwade op dewelke de kuip rust en waarvan de takken zich tot ver boven het klankbord uitspreiden, staat de signatuur van de artiest; L. Delvaux Gandavensis invenit et fecit Nivellis. Cf. Edm. De Busscher, "Biographie nationale", t. V (1876), col. 500; Goetghebuer, "L'église cathédrale de Saint-Bavon", (1893), p. 120; Kervyn de Lettenhove, "Les églises de Gand", etc. Uit "Inventaire Archéologique" : Vertaling van de fiche die op 1 maart 1897 opgesteld werd door Kanunnik Vanden Gheyn onder de rubriek "Beeldhouwwerk- XVIIIe eeuw (1741-1745)"

HET ATELIER VAN GEERAERT HORENBAUT (EINDE XVde EEUW) Er zou (?) reeds sprake zijn van het aanvaarden van Geeraart Horenbaut in het gilde der vrije schilders in 1487 te Gent. Alhoewel de "verluchters" slechts een vierde van de lidrechten betaalden, loste G. de volledige som in. Wat kan betekenen dat hij aanvaard werd als voorwaardig schilder. Hij staat nochtans vooral bekend als miniaturist. Of men van de school van Horenbaut kan spreken, lijkt wel twijfelachtig; zijn volgelingen blijven weinig talrijk. In 1498 neemt hij Hannekin Van den Dijcke als leerknaap aan. Zijn atelier was zeker beklant; want hij tracht iedere leerknaap minstens een aan tal jaren bij hem te houden : ook om hem op te leiden 86



tot volwaardig meester. De leerling (kontrakt van 13 nov. 1498) zou elk opgelegd werk uitvoeren; maar nooit voor eigen rekening, noch voor eigen profijt. De leerknaap zou 6 ponden betalen als hij binnen een termijn van 4 jaren het atelier zou verlaten. Hannekin zou eveneens 6 ponden groot betalen, als hij in de loop van de twee beginjaren huwt ... Als hij huwt in het derde of vierde jaar, zou de som slechts vier pond bedragen. Gehuwd,_ voorziet een aparte bulle in het voortgezet werk na vier jaar. De getuigen zijn de vader en de grootvader van de knaap. Hannekin werd aan de meester voorgesteld door vrienden. - In 1502 wordt een andere leerknaap aangemeld : eveneens voor 4 jaar : Hendrik Hendrikszone, geboren te Mechelen. De nonkel van Hendrik, Otte Tengenaghel, pastoor van de St-Niklaaskerk te Utrecht, heeft de aanvaarding zelf de meester gevraagd. De verbintenis wordt opgesteld in het dubbel door H. zelf. Ieder van beide partijen behield een stuk kopij. Nonkel Otte zou gedurende drie jaren, telkens een pond groot betalen. Indien Hendrik het atelier zonder geldige reden verliet, zou zes pond verschuldigd zijn. Pastoor Otte speelde voogd en hypothekeerde de leertijd van zijn neef met zijn bezit. Het pond groot zou telkens betaald worden op 1 okt. d.i. St-Bavomis. - In 1503 verwerft Horenbaut een onroerend goed in de Drabstraat. Het is duidelijk dat het gilde van vrije schilders op het einde van de 15de eeuw wel meer miriiaturisten, illustrators; verluchters of fijnschilders zal hebben gehad; maar voor die tijd was het atelier van Horenbaut klaarblijkelijk het voornaamste. Welke "belles heures" door dit werkhuis zijn afgewerkt, is nog moeilijk te achterhalen. Het verspreid liggen van het werk van Horenbaut is natuurlijk geen gemakkelijk te kiezen studieobject ! ? De bloeitijd van zijn atelier ligt ongeveer honderd jaar na dat van Van Eyck. P. VLIEGHE

KOEPLETS VAN DE WAKER 1e KOEPLET N'en parlè pas. Wat hangt hij uit mijn kele. 88


Den Wakerstiel, meer dan ik zeggen kan. Nen Staafschendienst, koorveetjes meer dan vele En ach ! er komt zoo bitter weinig van. Van ons consigne zal ik maar liever zwijgen Van Tribunaal, rapport en coetera Al Theorie, om kiekenvleesch te krijgen. N'en parlans pas, Messieurs, n'en parlans pas. 2e KOEPLET N'en parle pas, als we onzen post optrekken Of 't sneeuwt of waait of regent dat het giet 't Is altijd met de dood op onzen nekke Want vrienden telt een waker bijna niet. Geen pintje of geen druppelken te snappen Of wel 't is boet en straf zonder gena Den brigadier komt altijd op ons kappe N'en parle pas, Messieurs, n'en parle pas. 3e KOEPLET N'en parle pas, wanneer een bende leiren Zoo binst den nacht, soms een batailde slaan De waker krijgt op zijn gezicht wat peren Wanneer hij niet die kerels laat begaan Doet hij rapport daarvan aan zijne bazen Als het betreft soms "les Hls Ă papa" De Waker moet nog 't Koleken uitblazen N'en parle pas, Messieurs, n'en parle pas. 4e KOEPLET Ne parle pas Enfin het schilt te veele Nen waker wordt behandeld gelijk n'en hond Ze stampen ons den tromper in de kele. Als wij hem durven brengen aan de mond Had ik het maar van vroeger zoo geweten In die kazak pinhoed en Caetera Daar had n'en anderen duts wel ingezeten N'en parle pas, Messieurs, n'en parle pas. Ontleend aan de revue "Gent 't onderste boven". 1900

89


VRAAG EN ANTWOORD

Vraag 77 van de Heer J. Vanhuysse. 1. Waar en hoe kan ik vernemen waar Willem van Huysse, een der edellieden van het gevolg van Gwijde en die in het Grand Chatelet opgesloten is geweest, gebleven is ? 2. Is het mogelijk dat die Willem van Huysse in 1338 kapitein van de stad Gent werd als deken der wevers ? 3. Fr. De Potter schrijft over het Willem Machsteen in de Voldersstraat. kan iemand aanvullende inlichtingen verstrekken ?

TE GENT

1. Bronzen penning Padficatie van Gent. De afdeling Gent van het Europees genootschap voor Munt- en Penningkunde heeft een bronzen penning (37 mm., prijs 125 fr.) laten slaan ter gelegenheid van de 400ste verjaring van de Pacificatie van Gent. De penning kan bekomen worden op de grote ruilbeurs, die zal gehouden worden op zaterdag 2 april 1977 in de Handelsbeurs, Kouter te Gent. 2. Op vrijdag 28 januari 1977 overleed te Gent de dichter Daan Boens. Daan Boens werd geboren te Oostende op 4 juni 1893. Hij studeerde wijsbegeerte, letteren en kunstgeschiedenis. Hij was medestichter van Radio Vlaanderen in 1936. Samen met J. Daisne en Herckenrath stichtte hij in 1938 de vereniging van Oostvlaamse schrijvers Pan. Hij publiceerde een twintigtal verzenbundels en een toneelstuk "De man die zijn vrouw verkocht". Zijn werk werd bekroond met de prijs van de stad Gent in 1968. Zijn laatste bundel "Kwatrijnen integraal" verscheen in 1973.

Moderne monumentenzorg oriÍnteert zich resoluut op heel onze woonomgeving, en dit zowel in het stedelijke als in het landelijke landschap. De historische stadskernen - of wat daar nog¡ van overblijft- en de merkwaardige stadswijken en straten, dienen opnieuw in hun geheel te worden beschouwd. Wat baat immers de zorg voor een waardevol monument als de omringende nieuwe gebouwen het monument als het ware afzonderen van zijn oorspronkelijke omgeving die in normale schaalverhoudingen gegroeid is.

90


AANVULLENDE LEDENLIJST 1073. Beernaert P., Vogelmarkt 37, Gent 1074. Goeman J., Tuinwijklaan 31, 9000 Gent 1075. Thijsbaert,Lijnwaadstraat 43, 9000 Gent 1076. Platteeuw M., Weidelaan 1, 9230 Melle 1077. Mej. Ketels K. Sint-Denijslaan 391, 9000 Gent 1078. Boutmans L., Burgstraat 63, 9000 Gent 1079. Mw. Van Ooteghem CL, Sint-Denijslaan 81, 9000 Gent 1080. Vanderstuyft J., Koornlei 22, 9000 Gent 1081. Verlot G., New-Orleansstraat 51, 9000 Gent 1082. Priem E., Zuivelbrugstraat 1, 9000 Gent 1083. Mw Buijze-De Groote A., Stationsstraat 5, 9820 Sint-DenijsWestrem 1084. Simons R., Korte Dagsteeg 23, 9000 Gent 1085. Brun J., Kortrijksesteenweg 526, 9000 Gent 1086. Van den Bossche H., Moriaanstraat 157, 9218 Ledeberg 1087. Van Kerckhove R., Vogelenzang 48, 9000 Gent 1088. Van de_ Walle R., Burggravenlaan 190, 9000 Gent 1089. Maes G., Coupure Rechts 280, 9000 Gent 1090. Lodrigo R., Perredaan 50, 9000 Gent 1091. Van Aerde A., Rozemarijnstraat 37, 9000 Gent 1092. Smesman A., Frans Ackermanstraat 14, 9000 Gent 1093. De Buck G., Waterstraàt 88, 9110 Sint-Amandsberg 1094. Lossy W., Nelemeersstraat 10, 9830 Sint-Martens-Latem 1095. Mw. Spatz H., Hofstraat 84, 9000 Gent 1096. Vanderstraeten Sint-Margrietstraat 27, 9000 Gent 1097. Lippens J.-P., Kwaadham 15, 9000 Gent · 1098. Mw. De Maire C., Jan Palfijnstraat 22, 9000 Gent 1099. Lievens A., Rijke Klarenstraat 42, 9000 Gènt 1100. Mw. Ceulemans L., Broederlijke Weversplein 87, 9000 Gent 1101. Dr. Aers E., Gentsesteenweg 44, 9030 Wondelgem 1102. D'Hooge G., LUikerlaan 56, 9000 ~ent 1103. Mw. Henderick E., Sportstraat 32, 9000 Gent 1104. Dr. Coene H., Geldmunt 26, 9000 Gent 1105. Stockman L., Chaussée d'Alsemberg 222 Boite 8, 1180 Brussel 1106. De Cuyper M., Dr. de Gruyterstraat 17, 9219 Gentbrugge. 1107. Mw. Strauch R., Hofstraat 84, 9000 Gent 1108. Voortman M., Vogelenzang 40, 9000 Gent 1109. Gilson A., Guido Gezellestraat 68, 9000 Gent 91


1110. De Pourcq F., Krijgsgasthuisstraat 147, 9000 Gent 1111. Veeckman G., Astcidlaan 8, 1710 Dilbeek 1112. Sablon H., Sint-Bernadettestraat 550, 9000 Gent 1113. Mw. Van der Brugge-Van Wettere E., Elsstraat 39, 9000 Gent 1114. Mw. Walraeve-Steurbaut M., Verenigde Natieslaan 204, 9000 Gent 1115. De Cloedt A., Oktaaf Van Dammestraat 8, 9910 Mariakerke 1116. Mw. Namurois-Van Damme G., Frère Orbaniaan 359, 9000 Gent 1117. Mw. Van Moerkercke S., Maurits Sabbestraat 44,9219 Gentbrugge. 1118. Lammens G., Avenue des Chardonnets 3, 1150 Brussel 1119. Mw. Thienpont-Cantiniau J., Kortrijksesteenweg 227, 9000 Gent 1120. De Pover V., Buffelstraat 15, 9000 Gent 1121. Van der Maelen F., Prins Albertstraat 72, 9910 Mariakerke 1122. Mw. Moerdijk E., Nimfenstraat 55, 9000 Gent 1123. Lambrecht F., Kasseirijlaan 19, 9800 Deinze 1124. Mw. De Grande S., Frère Orbaniaan 360, 9000 Gènt 1125. Gillet A., Rue du Roetaert 121, 1180 Brussel 1126. Van de Wege J., Prinses Elisabethstraat 44, 9910 Mariakerke 1127. Mw. Destanberg-Dhaenens M., Ter Platen 27, 9000 Gent 1128. Mw. Dupont L., Zwijnaardsesteenweg 251, 9000 Gent 1129. Mareen G., Kortrijkse poortstraat 144, 9000 Gent 1130. Verbeke R., Broekstraat 38, 9270 Laarne 1131. De Kesel R., Rode Beukendreef 19, 9831 Deurle 1132. Mw. Knockaert M., Neermeerskaai 4, 9000 Gent 1133. Vanhinsberg M., Palingshuizen 82, 9000 Gent 1134. Van Ryssel D., Ham 95, 9000 Gent 1135. De Wulf C., Muinkkaai 23, 9000 Gent 1136. Dr. Duquesne H., Meersstraat 134, 9000 Gent 1137. Grusenmeyer A., Voskenlaan 1, 9000 Gent 1138. Martiny M., Martelaarslaan 288, 9000 Gent 1139. Devynck M., Jubileumlaan 156, 9000 Gent 1140. Mw. Claeys-Leboucq, Duifhuisstraat 24, 9000 Gent 1141. Mw. Dentandt M., Tentoonstellingslaan 58, 9000 Gent 1142. Acke _A., Kokerstraat 4, 9000 Gent 1143. Vander Beken J., Bernard De Wildestraat 6, 9000 Gent

92


GENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V .Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdooorgang 1, 9000 Gent 6de Jaargang, nr. 3

15 mei 1977

Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent. Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. - Tèl. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73.60- Heemkundige en Historische kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. (Buitenland : 225 fr.) INHOUD Geru~18~

De donkere kerkers van het stadhuis Gent ~ 't begin van de tweede helft der 19° eeuw Louis Van Houtte De oud-wapenbroeders van het keizerrijk De eerste electrische horloges te Gent Het Toreken De geboeide Prometheus onder de klau~en van de gier Nog iets in verband met de tuin van de maagd van Gent Vraag en Antwoord Te Gent Bibliografie

~

109 115 120 123 125 126 128 129 130 132 133

Bibliotheek en Documentatiecentrum : Het Damberd, Koornmarkt, Gent. Toegankelijk voor de leden elke eerste zondag van de maand (niet in juli en augustus). Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


GENT IN 1854

OPNIEUW EEN JAAR VAN ELLENDE EN CHOLERA Op vrijdag 30 december 1853 was er zo veel sneeuw gevallen met als gevolg dat geen enkele trein uit Brussel te Gent is aangekomen. Einde december was te Gent een ComitĂŠ van Onderstand opgericht om de behoeftigen die geen steun van het Liefdadigheidsbureau ontvingen te helpen. Het comitĂŠ, onder het voorzitterschap van de burgemeester en met de medewerking van de pastoors organiseerde de omhalingen per parochie. In totaal werd 62 625,27 fr. verzameld. Het geld werd besteed voor : a) uitdelen van brood en soep 54 902,80 fr. b) wegruimen van sneeuw 3 100,00 fr. c) drukken broodkaarten 1 975,00 fr. d) allerlei onkosten 1 255,00 fr. Totaal

61 232,80 fr.

In de Liefdadigheidswerkplaats kon per dag zesduizend liter soep gekookt worden. Tot half maart werd dagelijks soep uitgedeeld op vier plaatsen : in het Rijke Gasthuis, waar de Liefdadigheidswerkplaats was gevestigd, in het Lakenmeters-huis, in de academie en in de Sint-Pieterskazerne. Naast brood en soep werden ook nog dekens en steenkolen uitgedeeld. De broodprijzen blijven buitengewoon hoog. 1.1 14.1 29.1 10.2

24.2

19.3

Intra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood

51 43 32

51 42 31

50 41 30

47 39 27

50 41 31

49 40 30

Extra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood

48 40 32

48 39 31

47 38 30

44 36 27

47 38 31

46 37 30

4 Januari : In een beluik op Sint-Pieters heeft een gezin een hond geslacht en opgegeten. 6 Januari : De studenten van de universiteit hebben de minister van Binnenlandse Zaken gevraagd een cursus in de Vlaamse letterkunde in te richten. Onze stadsgenoot Braemt heeft voor de Nationale 94


Bank een büjet van honderd frank gegraveerd, dat sedert 1 januari in omloop is. . 9 Januari : Het is onmogelijk al de inspanningen om de behoeftigen te helpen te vermelden. De Fonteinisten richten een voorstelling in ten voordele van de arbeiders zonder werk. De maatschappij Union heeft duizend broden uitgedeeld. Ook de Septentrion heeft reeds twee maal een brooduitdeling gehouden. Broedermin en Taalijver geeft ook een liefdadigheidsvertoning. Er zijn nog brooduitdelingen in het Huis van Oostenrijk in de Meir, in de herberg de Karpel in de Zwarte Zustersstraat. In februari worden broodkaartèn uitgedeeld door de maatschappij Nemrod, in de herberg Sint-Jacobs, in de Roi de Naples, in l'Aigle d'Or, in Het Trompetje bij de Ketelbrug. Heden overleed Jan Bauwens, oud 79 jaar, wonende in het Nieuwland en broeder van Lieven Bauwens. 1 Februari : De zangeres Adèle Devigne, dochter van de bekwame leraar voor fluit aan het conservatorium, doet een kunstreis in Nederland. Ze trad met suc.ces op in Arnhem èn in Amsterdam. De bewoners van de Muidepoort vragen in een brief aan het college een waterpomp te plaatsen. Nu moeten ze bruikbaar water halen bij de bewoners van de Salvatorstraat. De vraag werd ondèrsteund door de dokters Meldert, Leclercq en Fredericq, die verklaarden dat in deze wijk meer choleragevallen voorkwamen en het ondrinkbaar water hiervoor de voornaamste oorzaak is.

12 Februari : Morgen zal in de Kamer een petitie neergelegd worden met duizenden handtekeningen van Gentenaars; naast elke handtekening is het aantal personen per gezin. vermeld. De petitie gaat uit van ongeveer 40 000 personen. De ondertekenaars vragen, dat de Kamer een wet zou stemmen, waarbij aan de steden verboden wordt het brood te belasten. De Gazette van Gent merkt hierbij op, dat in het belang van Frankrijk het recht van de gemeenten om octrooirechten op wijnen te innen, werd beperkt. Men kan dusook een beperking op de rechten op het brood invoeren. De opbrengst van het maalrecht bedraagt te Gent ongeveer 275 000 fr. of ongeveer een vierde van de octrooirechten. 24 Februari : Men bewondert thans in de serren van de bloemist Aug. Van Geert de donker goudgele variëteit van de radodendrom van Java in volle bloei. 9 Maart : Heden werd prof. K. Teirlinck begraven~ Hij werd gebo-

95


ren te Elsegem in 1815. Na studies aan het Gents atheneum en aan de universiteit werd hij reeds in 1838 belast met het bestuur van de kliniek voor oogziekten. Hij was lid van "De Tael is gansch het Volk" en van het "Vlaamsch Gezelschap". 15 Maart : Het Vlaemsch Middencomité gevestigd te Brussel heeft in de Vlaamse provincies een petitionnement verspreid, waarbij aan de Kamer recht voor de Vlaamse taal wordt gevraagd. Minister Piercot dreigt de onderwijzers, die de petitie ondertekenen, een straf op te leggen. De Gazette van Gent begrijpt niet hoe een minister van een grondwettelijk land zulke taal durft voeren. Op 19 maart verscheen in de Gazette van Gent een protest van het Vlaams Gezelschap tegen de ongrondwettelijke maatregel van minister Piercot. 22 Maart: De halfvasten paardenmarkt was zeer luisterrijk, zowel buiten de Dampoort als op de Kouter. Er waren talrijke vreemde kopers en veel paarden werden voor Engeland verkocht. 7 April : De oude draak werd opnieuw verguld en staat ten toon in de hogeschool. De werken voor het nieuw krankzinnigengesticht vorderen goed. 18 April : Heden had de aanbesteding plaats voor de aanleg van de vertakking van de spoorweg van het station naar het Stapelhuis. Bij verscheidene varkensslachters in de Mageleinstraat wordt sedert enkele dagen gezouten vlees uit Amerika verkocht. Dit vlees komt van La Plata. Prijzen : ossenvlees : 45 centimes per pond, varkensvlees : 52 cent. per pond, smout : 72 cent. per pond. 21 April : De piloteerwerken voor de grondvesten van de Sint-Annakerk zijn beëindigd. Maandag werd de laatste boom plechtig in de grond geslagen. 23 April : Men plaatst in de Jezuïetenkerk een nieuwe predikstoel gebeeldhouwd door de gebroeders Peeters-Devoort uit Turnhout. Het voetstuk stelt paus Paulus 11 voor, die de statuten van de Societatis Jesu aan de geknielde Sint-Ignatius overhandigt. De Gazette van Gent publiceert een brief van een lezer. Vroeger riepen de nachtwakers "Waakt uw vuren, uw kaarslicht wel. De klok is tien, tien is de klok." Volgens de lezer is de uitroep van de nachtwakers thans half Vlaams, half Frans : "Tien is de klok; dix a sonné". Volgens de briefschrijver zouden de nachtwakers lessen in het Frans moeten volgen. "Hoe belachelijk" is zijn oordeel. De Gazette van Gent publiceert drie kaarten in verband met de

96


97


Krimoorlog : de Baltische Zee, de Donaulanden, de Zwarte Zee. Zondag 23 April : Een delegatie van het gemeentebestuur van Gent onder de leiding van de burgemeester heeft in het paleis te Brussel aan de hertogin van Brabant het kanten kleed aangeboden. 3 Mei : De herbergzaal van het hotel d'Allemagne werd versierd met jachttaferelen door de schilder Ottevaere. 17 Mei : Men is bezig de spoorlijn Gent-Oudenaarde af te bakenen. De aardew_erken zullen over kort aanvangen.

21 Mei : Te koop. Hotel Royal, Kouter 13, Gent. Een der vermaardste hotels, met talrijke salons en een zaal voor minstens 250 couverts, badkamers, stallen voor 20 paarden. Verhuurd aan Maret voor ¡ 6 500 fr. per jaar plus de lasten. 24 Mei : De Gentse beeldhouwer Devigne-Quyo heeft een borstbeeld van de hertogin van Brabant gemodelleerd. Dit beeld heeft deze bijzonderheid, dat de "berthe" die over de schouders hangt, de tekening van de Gentse kant, onlangs aan de hertogin aangeboden en in de school van de Blauwe Meisjes gemaakt, voorstelt.¡ De heer Panicelli in de Lange Munt heeft de buste aangekocht om ze door afgietsels in de handel te brengen. 27 Mei : Uit het verslag van de gemeenteraad blijkt, d,at het kanten kleed aan de hertogin aangeboden, 21 350 fr heeft gekost. In de waarde van de huidige munt is dit een bedrag van meer dan drie miljoen. " 't Meug jij schune zijn, maer 't es vrie vele" zullen de Gentenaars wel hebben gedacht. 2 Juni : Het Vlaamsch Gezelschap en het Willemsgenootschap zijn beide thans gevestigd in de Drapstraat. Het lokaal zal "De Vlaamsche kring" worden genoemd. Door de maatschappij van de H. Franciscus Regis werden in 1853 driehonderd en zeven huwelijken gewettigd. De verdeling van de huwelijken per parochie leert ons wel wat over de sociale stand van de bewoners. St.-Michiels 10 32 St.-Pieters 89 St.-Baafs Augustijnen 12 St.-Jacobs 29 Akkergem 60 St.-Anna 25 St.-Niklaas 4 H. Kerst 31 omliggende gemeenten : 15 Door deze huwelijken werden 142 kinderen gewettigd.

98


3 Juni : De gemeenteraad zoekt nog altijd naar een oplossing om het maalrecht af te schaffen. Op 3 juni wordt een taks van 60 centimes per hl. op het beerruimen goedgekeurd. Met de inkomsten zal gepoogd worden het maalrecht te verminderen. Wat later zal deze taks verminderd worden tot 30 centimes per hl. maar er blijven talrijke problemen en moeilijkheden. 11 Juni : De machine om eieren uit te broeden lokt veel volk naar de dierentuin. Een negenjarig kind, werkende bij de heer Parmentier, is achter de fabriek in het water gevallen en verdronken. De naam van het kind wordt niet vernoemd. Aan de kinderen werd niet zo veel aandacht geschonken. Zo werden in de overlijdensberichten in de kranten enkel het aantal overleden kinderen vermeld .. 18 Juni : Pieter Geiregat heeft de eer het publiek mede te delen, dat hij een boekhandel geopend heeft in de Drabstraat 24 Gent. 24 Juni : De gemeenteraad keurt de aanbesteding voor het bouwen van de Nieuwbrug goed. (Nieuwbrug : tussen Keizer Karelstraat en St.-Jacobsnieuwstraat). De aannemer Scribe zal de brug houwen voor 46 739,81 fr. De gemeenteraad geeft een gunstig advies op de vraag van de gouverneur een rijksteelage te verlenen aan de kerkraad van St.-Niklaaskerk voor de aankoop van een nieuw orgel." Vooral omdat het de stad niets kost" merkt Delehaye op. Het museum te Brussel bezit twee schilderijen, beide werken van Ruhens. Het schilderij "de H. Lievens" kwam uit de Jezuïetenkerk, de schilderij "de H. Laureins" kwam uit de Augustijnenkerk. Beide werken werden tijdens de periode van de Franse republiek naar Parijs medegenomen; later werden ze geschonken aan de stad Brussel. De stad Brussel heeft haar museum overgemaakt aan de staat. Een gemeenteraadslid vraagt aan het college de staat te verzoeken dè beide schilderijen terug te geven aan de stad Gent. Zondag 25 Juni : Heden begint de Gentse kermis. Op het programma : paardenwedstrijden, gaaischietingen met de handboog, toneelvertoningen, uitdelingen van brood aan de armen, krulbolspel, schieten met de kleine kruisboog, volksbal, vuurwerk. Juli : Het brood blijft buitengewoon duur.

99


2.4

22.4

14.5

4.6

25.6

9.7

Intra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood

48 40 30

47 39 29

48 39 29

47 39 29

51 43 32

50 42 30

Extra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood

45 36 30

44 36 29

45 36 29

43 36 29

47 40 32

46 39 30

12 Juli : De koning van Portugal vergezeld van de graaf van Vlaanderen bezocht heden de stad Gent. Tijdens het banket zongen de Melomanen. De voorzitter van de koormaatschappij Kervijn de Volkaersbeke verzocht de vorst het gulden boek te ondertekenen; de koning van Portugal werd erelid van de Melomanen. 16 Juli : Gemeente Oostakker. Luisterrijke hondenwedstrijd op de Dendermondesteenweg. Eerste prijskamp : Derby continental. Allerschoonste zakhorloge voor de hond (?),die de afstand van 680 m. heen en terug zal lopen in de kortste tijd. Tweede prijskamp : vergulde erepenning voor de kortste tijd. Derde prijs: schone ring, genaamd Chevalière met karbonkel voor de hond, die in volle draf het laatst zal aankomen. Ook een medaille voor de van het verst komende. In herberg Het Maagdeken op de Dendermonde steenweg. 19 Juli : Een onzer stadsgenoten, de heer Th. Huyttens, zoon van ridder Huyttens van Groelegem, is bevorderd tot de graad van kapitein in het Turks leger onder het bevel van Selim-Pacha. 23 Juli : Gisteren zijn in de dierentuin uit Algerije aangekomen : drie dromedarissen, twee leeuwen, antilopen, twee hyena's, roofvogels en apen. 28 Juli : Heden verkoping van rijtuigen in de afspanning Den Boer in de Slijpstraat. Grote char-à-bancs met 20 plaatsen, allerschoonste omnibus, ordinaire char-à-bancs, vier berlines, vier vigilanten, twee dyssel-cheesen, twee speelkarren, een tilbury, negen paarden. 26 Juli : Talrijke gediplomeerden van de tuinbouwschool van Van Houtte werken in het buitenland. Een werkt bij de graaf Beaurecueil te Blois, een ander is verbonden aan de kruidtuin te Nancy. Sommigen werken in Bohemen en in Pruisen, anderen te Florence. 100


Een nijveraar van onze stad, de heer De Weweirne, Huidevetterken, heeft op de tentoonstelling te New-York een medaille bekomen voor zijn gedrukte katoenen, wollen en linnen stoffen. 12 Augustus : Deze morgen werd de draak naar het Belfort gebracht. Op maandag 14 augustus zal ze op het Belfort worden geplaatst. Het procesverbaal van de plechtigheid werd in een doos op de rug van de draak gelegd. Augustus : Op 8 augustus werden twee gevallen van cholera gemeld in de eerste wijk; op 10 augustus werd een nieuw geval gemeld. Tussen 14 en 18 augustus waren er 16 gevallen op de vierde wijk en twee in de vijfde wijk. Nu breidde de epidemie zich snel uit. Het grootst aantal gevallen werd vastgesteld op 26 september : 82 nieuwe dodelijke gevallen. Begin november kwam aan· de epidemie een einde. In totaal stierven 1004 personen aan cholera. Ook thans kon men de zieken moeilijk overtuigen zich te laten verzorgen in het hospitaal. In de Bijloke stierven 179 personen op 300 zieken; in het SintJanshospitaal waren 106 slachtoffers op 170 gevallen. Het stadbestuur nam een aantal maatregelen. De politie kreeg de opdracht de zieken op te sporen. Sommige agenten werden aangetast en een stie:r:f aan cholera. Naast de armendokters werd een ploeg van twintig geneesheren belast met de zieken te helpen. Enkele beluiken werden op bevel van de overheid ontruimd, onder meer in de Cozijnstraat (een straat tussen de Kromme Es en de Mortierstraat,achter de Keizer Karelstraat, deze straat is thans verdwenen), op de Brugse poort, op de Sassepoort en op Sint-Pieters. Men stelde vast, dat in de beluiken, die het minst aantal prijzen voor reinheid hadden ontvingen, de meeste gevallen van cholera voorkwamen. Het beste middel om de cholera te bestrijden ligt dan ook in het bevorderen van de openbare gezondheid. Tevens kon men vaststellen, dat de cholera zich het meest verspreidde langs de talrijke rivieren en kanaaltjes. In 211 straten van Gent telde men slachtoffers. De straten met het grootst aantal slachtoffers waren : Chartreuzen (41), Groendreef (36), Sassepoortstraat (30), Korte Krevelstraat (23), GrootMeerhem (20), Rogier (24), Sint-Antoniuskaai (21) H. Kerststraat (23). Indien de volgende tekst niet ontleend was aan het officiëel rapport, zouden we weinig geloof hechten aan de inhoud : "Dans d'autres demeures et elles étaient en très grand nombre ou tout manquait et dont les habitants couchaient sur Ie sol humide, on fit délivrer non seulement des paillassons, mais aussi des couvertures. D'autres maisons furent blanchies et nettoyées". 101


De uitgaven door het gemeentebestuur bedroegen :

a) vernieuwen van hUisraad, reinigen woningen, vervoer van zieken 3 725,32 fr. b) leveren van dekens 4 211,55 fr. c) leveren van matrassen en lakens 13 078,35 fr. Totaal

21 015,22 fr.

15 Augustus : Bij gelegenheid van de zo genaamde kappelekensviering, die jaarlijks op 15 augustus plaats heeft, worden O.L. Vrouwbeelden in de straten geplaatst. Ai:chitect Pauli, die in Italië prachtige versieringen heeft gezien, heeft een tekening in die trant gemaakt en naar zijn plan zal de verlichting worden ingericht. 25 Aügustus : C. Thienpont, gepatenteerd aanplakker en uitroeper van verloren voorwerpen, is thans woonachtig Vrijdagmarkt 28. Hij beveelt zich aan voor al wat zijn bedrijf betreft. 10 September : Hosten, aannemer van bouwwerken, zal het slachthuis bouwen voor de som van 236 518 fr.Het plan van het slachthuis werd getekend door A. Pauli. In de kranten verschijnen talrijke artikelen over het duur leven. Hierbij wordt ook de politiek van de regering aangeklaagd, die toelagen verleent voor de uitvoer en recht heft op de invoer. De nijveraars van Gent zonden op 29 september een petitie aan de Minister van Binnelandse Zaken, waarbij ze de vrije invoer van graan, meel, vee, rijst en rogge vragen. Door het K.B. van 31.8.1854 bedroegen de invoerrechten : Stieren, ossen, koeien 4,75 fr. per 100 kg. Tarwe, bonen 1,16 fr.per 100 kg. Rogge, maïs, boekweit 0,81 fr. per 100 kg. 5,80 fr. per 100 kg. Rijst uit Indië : onder Belgische vlag onder vreemde vlag 8,70 fr.per 100 kg. Rijst uit andere landen : onder Belgische vlag : 9,92 fr. per 100 kg. onder vreemde vlag 11,02 fr. per 100 kg. Volgens L'Impartial van Brugge verdient een arbeider per dag 12 tot 14 stuivers of ongeveer 1,26 fr. Zijn huisgezin bestaat meestal uit zes personen. Dit gezin verbruikt per dag drie kg. brood en twee stenen aardappelen. Dit geeft (36 c. x 3) plus (32 c. x 2) is 1,72 fr. per dag. Het gezin komt dus dagelijks 46 centimes te kort. Inmiddels blijft de broodprijs buitengewoon hoog. 102


103


29.7

5.8

27.8

2.9

17.9

24.9

Intra muros Gebuild brood OngebUild brood Rogge brood

43 37 23

49 39 28

42 33 20

42 33 20

43 35 22

45 37 24

Extra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood

39 34 23

45 37 28

.38 31 20

39 30 20

39 32 22

41 .34 24

In october 1854 werd in Frankrijk verboden alcohol te stoken met granen en andere meelachtige stoffen. Door de grote vraag naar sterke dranken in Frankrijk slaat in ons land de rogge met twee frank per hl. op. Opnieuw vragen een groot aantal Gentse fabrikanten de afschaffing van de invoerrechten op de eetwaren. Eindelijk verschijnt op 29.11.1854 een K.B.,waarbiJdeinvoerrechten voor tarwe, maĂŻs, erwten, bonen, boekweit, haver, rogge, stieren, ossen, koeien, kalveren, schapen, varkens worden afgeschaft. Tevens wordt de uitvoer van aardappelen, tarwe, rogge en meel verboden. Tot de nieuwe oogst in 1854 overtroffen de graanprijzen deze van het hongerjaar 1847. Gans het jaar zullen de broodprijzen buitengewoon hoog blijven. 1.10 8.10 15.10 29.10 19.11 10.12 Intra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood Extra muros Gebuild brood Ongebuild brood Roggebrood

43 35 21

44

37 24

37 23

45 37 24

48 39 28

47 38 25

42 34 24

39 32 21

40 34 23

41 34 24

44 36

43 35 25

46

25

Zondag 24 September : De Koormaatschappij ontving een erevaandel uit de handen van de hertog van Brabant, ere-voorzitter van de vereniging, op het kasteel te Laken. 2 October : Heden werd de nieuwe Predikherenkerk in de Holstraat plechtig ingewijd. Deze kerk werd gebouwd naar het plan van architect Van De Capelle.

104


7 October : Door een besluit van de gemeenteraad worden enkele artikels van het reglement van de botermarkt van 12~6.1804, van het reglement van de veemarkt van 18.3.1807 en van het reglement van de aardappelmarkt van 25.10.1817 afgeschaft. In werkelijkheid dagtekenden deze reglementen reeds van de 18° eeuw en werden practisch zonder wijzigingen bevestigd in het begin van de 19° eeuw. Voor· de drie markte_n gaat het telkens om de afschaffi!1g van artikels, waarbij" aan de kooplieden en handelaars verboden wordt de markt te betreden voor een bepaald uur en dit met de bedoeling aan de gewone verbruikers en voor de veemarkt aan de Gentse slagers de gelegenheid te geven vooraf hun inkopen te doen. De gemeenteraad keurt ook een reglement goed op de commissio~ nairs - de witkielen - die aan de reizigers aan het station hun diensten aanbieden. Ze moeten over een toelatingsbewijs beschikken afgeleverd door de politiecommissaris op voorlegging van een bewijs van goed gedrag. In dienst behoren ze een koperen plaat met het opschrift "Ville de Gand. Commissionnaire de Place" en een volgnummer aan de rechter arm te dragen. De witkielen mogen hun plaat niet overmaken aan derden, mogen aan de reizigers, die er om verzoeken, hun diensten niet weigeren. Het loon moet voor:af bepaald worden tussen de witkiel en de reiziger.

21 October : De gemeenteraad geeft een gunstig advies op de vraag van de bisschop de kapel van St.-Jan-Baptiste tot succursale te verheffen van St.-Maartens. 31 October : Heden hadden verkiezingen plaats voor de vernieuwing van de helft van de gemeenteraad. De verkiezing ging gepaard met· een vinnige politieke strijd. Op 16 october had de liberale associatie een vergadering gehouden in de zaal Willem. Tell. Met-de-penningen, die de vergadering voorzat, herinnerde aan het programma van het liberaal congres van 1846. Dit programma, verklaarde hij, laat zich in een woord samenvatten : de vooruitgang. Dit is al de maatregelen, die het stoffelijk welzijn vermeerderen, het zedelijk gevoel verheffen. Er blijft nog veel te doen; de vereiste verbeteringen zijn talrijk. Metde-penningen wees op verwezenlijkingen van het college : organisatie van de politie, bevorderen van de volksgezondheid en van het onderwijs, uitgevoerde openbare werken. Daarna werd het hoofdprobleem behandeld : de conventie van Antwerpen. Vooraf een woordje uitleg. Na de stemming van de wet op het middelbaar onderwijs in mei 1850 nam het episcopaat stelling tegen deze wet. Er kwam een breuk tussen de Belgische geestelijkheid en de regering. De geestelijk105


heid weigerde het godsdienstonderricht te verstrekken in de athenea. In 1854 werd te Antwerpen een oplossing gevonden, die door de Kamer op 14 februari 1854 werd aanvaard. (we willen hier verwijzen naar blz. 109 en 113 van het boek "Politieke geschiedenis van België" door prof. Th. Luykx). Metdepenningen verklaarde, dat het openbaar middelbaar onderwijs enkel van het burgerlijk gezag moest afhangen. Geen enkel officiëel toezicht van het wetenschappelijk onderwijs in de athenea kan aanvaard worden buiten het toezicht van de staat en de stad. Tenslotte moesten al de liberale kandidaten voor de gemeenteverkiezingen de verbintenis aangaan dit programmapunt te aanvaarden. Delehaye, die nog in 1852 op een liberale lijst was verkozen tot volksvertegenwoordiger, verklaarde, dat hij niet de man was van één partij en wenste vrij te zijn van alle verbintenissen. Er werd nu een nieuwe kiesvereniging gevormd met Dierman-Seth als voorzitter en Delehaye als lijsttrekker. In de Gentse pers werd een hevige strijd gevoerd. Le Bien Public verdedigde de conventie van Antwerpen en schreef verder, dat de kandidaten G. Callier en Dubois kandidaten waren van de krant Broedermin, "l'organe républicain-socialiste". "Les suffrages obtenus par ces deux noms au sein de l'association libérale prouvent une fois de plus que Ie libéralisme doctrinaire est à la veille d'être absorbé par la démocratie". (Bien Public van 26.10.1854 ). De nieuwe kiesvereniging zag in de lijst van Willem Teil een samenmenging van overdreven partijen, republikeinen en socialisten niet uitgezonderd. (G. v. G. van 24.10.1854 ). Voornamelijk drie personen moesten het ontgelden : burgemeester de Kerchove, schepen De Pauw en schepen Van Lokeren. Het herstellen van gebouwen en het kasseien van de straten werd als geldverkwisting beschouwd. Over Van Lokeren was men niet tevreden om zijn strengheid in het doen naleven van de reglementen op de beluiken. Er werden 2579 geldige stemmen uitgebracht. De nieuwe kiesvereniging, gesteund door al de katholieke kranten, won al de te begeven zetels. Onder de verkozenen ontmoeten we Delehaye, Kervijn de Kolkaersbeke, Minard. Burgemeester de Kerchove, G. Callier, Van Lokeren, De Pauw werden niet herkozen. 5 November : De gasmaatschappij heeft de toelating bekomen een vierde gasreservoir te plaatsen. Er is een petitie in omloop, waarbij de herbergiers vragen de afschaffing van de verplichting een lantaarn aan hun woning te plaatsen; ook vragen ze een hervorming van het reglement op de sluitingsuren. 106


6 November : Als gevolg van het verzoekschrift van de studenten en van een interpellatie in de Kamer wordt te Gent een facultatieve cursus in de Nederlandse letterkunde opgericht. In zijn openingsrede verklaarde prof. C. P. Serrure : "Het wordt tijd dat de taal van het volk in de hogere standen wordt onderwezen. Andere talen leren en de landstaal verstoten zou als een loutere praalwet te beschouwen zijn. Men zou voor den vreemde willen schitteren en zijn eigen land: genoten in de duisternis en de onwetendheid laten dwalen. De Vlaamse beschaving zal ons land redden, want een volk kan niet vergaan zo lang zijn taal leeft". Op donderdag 9 november begon prof. Heremans zijn leergang in de Vlaamse letterkunde. 8 December : Heden houdt de krant "Den Vaderlander" op te verschijnen. Het blad was gesticht op 1829. Eigendom van de gebroeders Vergauwen van 1833 tot 1852, werd het overgelaten aan de maatschappij, die Le Conservateur en van af 1853 Le Bien Public uitgaf. Op 8 december verscheen de nieuwe krant "Het Vaderland", die op de persen van Le Bien Public werd gedrukt. Het was een katholiek vlaamsgezind blad, met A. Neut als voornaamste medewerker. "Het Vaderland" zou slechts een kortstondig bestaan kennen. Daar· over later meer. · 10 December : Men houdt zich sedert enkele dagen bezig met het plaatsen van de klokken van de beiaard. De beiaard zal de eerste maal spelen op zaterdag 16 december. In de Gazette van Gent verscheen een gelegenheidsvers van Pr. Van Duyse "TOen de beiaerd van het Gentsche Belfroot weer speelde". 17 December·: De uitroeping van. het geloofspunt· der Onbevlekte Ontvangeilis is heden in onze stad op een schitterende wijze gevierd. Al de kerken waren versierd. 's Avonds waren heel wat huizen verlicht. Het bisschoppelijk paleis, Sint-Vincentins à Paulo op het Steendam, de kerk der Recolletten, het klooster van de Zusters van Liefde, de begijnhoven, het lokaal van de Grijze Zusters en van de Predikheren deden zich vooral opmerken. 21 December : De gemeenteraad keurt een lang reglement goed. Het betreft : a) een aantal artikelen, waarbij bepaald wordt hoe het beerruimen door de concessiehouder moet geschieden. b) een artikel, waarbij verboden wordt een huis te bouwen of te verbouwen zonder dat het huis voorzien is van een ondoordringbare beerput. Tevens wordt verboden de beer te laten wegvloeien 107


langs de riolering of in de vaarten of kanalen. c) de particuliere mestrapers mogen hun beroep niet meer uitoefenen. Dit geldt echter niet voor dezen, die vorig jaar dit beroep uitoefenden. Ze moeten zich laten optekenen bij de politiecommissaris om te voorkomen, dat ze zouden worden vervangen. d) de overige artikels bepalen de verplichtingen van de concessiehouder voor het reinigen van kaaien, bruggen en markten en voor het ophalen van het huisvuil. Deze concessiehouder moet ook op verzoek van het college kosteloos straten en pleinen besproeien en moet daartoe over tien sproeiwagens beschikken; tevens moet hij op bevel van het college kosteloos de sneeuw ruimen. 24 December : Bericht. Te rekenen van heden zal de Gazette van Gent alle dagen verschijnen, de zondag uitgenomen. Inschrijvingen voor drie maanden voor Gent te huis besteld : 3,50 fr.Voor den buiten franco per post : 4,50 fr.Deprijs van een abonnement wordt dus niet verhoogd. De Gazette van Gent is het goedkoopste dagblad van BelgiÍ. Op zondag 24 december had te Gent een congres der Vlaamse toneelverenigingen plaats op initiatief van "De Taal is gans het Volk". Het congres werd gehouden in het Hof van Kortrijk onder het voorzitterschap van E. Rens en prof. Serrure. De wensen ter aanmoediging van het Vlaams toneel werden aan de minister van Binnenlandse Zaken overgemaakt. 28 December : Gisteren werd door Ie Septentrion een grote brooduitdeling gehouden. 31 December : Heden werd een gedenksteen geplaatst aan het Belfort langs de zijde van de schermschool als herinnering van de voltooiing van de herstellingswerken. Om volledig te zijn zouden we nog het verschijnen van twee nieuwe weekbladen kunnen vermelden. "L'Abeille de Gand" was opgericht om de nieuwe kiesvereniging te steunen; er verschenen slechts 23 nummers. Het "Zondagsblad" opgericht door advocaat Constant Leirens zou een langer bestaan kennen, zeker tot 1888. Volgens prof. E. Voordeckers was het een politiek neutraal nieuws- en annoncenblad, dat soms belangstelling had voor de Vlaamse taalgrieven. Een slecht jaar is ten einde. Het Liefdadigheidsbureau heeft 4870 gezinnen met 19 480 personen het ganse jaar en 780 gezinnen met 3 120 personen tijdelijk moeten helpen. In totaal 22 600 behoeftige personen of 20,5 o/o van de bevolking. Tienduizenden hebben op'"¡ 108


nieuw honger geleden. Terwijl ging de Krimoorlog tussen Rusland enerzijds en Turkije, Frankrijk en Engeland verder. Op 25 october 1854 werden de Russen te Balaklava in de Krim door de Engelsen en Fransen verslagen, maar de oorlog zou eerst in 1856 eindigen. Het was tijdens de Krimoorlog, dat Florence Nightingale grote verdienste verwierf door de organisatie van een hospitaal. M. STEELS

DE DONKERE KERKERS VAN HET STADHUIS Omdat de economische crisis aldoor maar scherpere vormen aangenomen had en hijgevolg de armoede en ellende van een niet gering gedeelte van de zonder werk gevallen arbeiders en kleine handelaars op een onrustbarende wijze toegenomen was, vaardigde Keizer Karel op 7 oktober 1531 (1) een decreet uit waarbij het bestuur van de grote steden bevolen werd de bestaande "guldekens" op wier schouders tot dusverre de armenzorg berust had, van die taak te ontlasten. In hun plaats diende een enkel (meer officieel) organisme in het Ie:. ven geroepen te worden. · Noblesse oblige. Keizer Karels geboorteplaats was de eerste stad die aan 's keizers bevel een gestalte gaf. Inderdaad, nog hetzelfde jaar 1531 werd ·de "Armen Caemer van Ghendt" boven de doopvont gehouden. Een paar gebouwen gelegen op de hoek van de Pisstege (nu Stadhuisstege) en de Corte Nuwelstege (nu Poeljemarkt~ werd ter beschikking van de nieuwbakken instelling gesteld, wier bestuur aanvankelijk uit 11 zogenaamde zeer aanbevelingswaardige burgers samengesteld was. Deze besturende btirgers, regenten, voogden of gouverneurs genoemd, stelden een reglement op en lieten een stempel snijden waarmee ze zowel de alledaagse als officiële documenten konden waarmerken. Aldus werden al de door de Caemer uitgereikte broodkaarten van deze stempel voorzien. Een stempel die meteen aan de oprichting van het menslievend werk: herinnert : de dooreengevlochten hoofdletters A, C en G, omlijst door de verklaring Caesare Instituent Anno 1531 en de veelbetekende verheldering Beati Misericordes. (zie afbeelding). Van de (ver)bouwgeschiedenis van de Caemer onthouden we alleen dat de heren regenten - het hemd is immers nader dan derok-voor hun eigen comfort en pronkzucht in 1689 109


een vergaderzaallieten bouwen welker stoffering naar geen armoe rook. Zoals men weet werd het zaaltje met zijn stoffering (meubels, schilderijen en beeldhouwwerk) in de Wereldtentoonstelling 1913 (afdeling Oude Kunst) getrouw gereconstrueerd. In 1921 verhuisde het volledig meubilair naar het Bijlokemuseum waar men er een speciaal gebouwtje voor optrok, dit om aan dat stel kunstvoorwerpen een veilig en definitief onderdak te bezorgen. Het kost maar weinig moeite ons voor te stellen hoe de heren gouverneurs de kamer betraden, hun wijde mantels aan de kapstokken hingen en zonder hun hoeden af te nemen op de banken plaats gingen nemen. Menig 17de-eeuws schilderij laat ons de bijeenkomst van zo'n gezelschap zien; denk maar aan "Vier regenten van het Leprozenhuis" van F. Bol en aan "Drie regentessen en de binnenmoeder van het Leprozenhuis" van W. van Valckert, beide doeken berustend in het Rijksmuseum te Amsterdam. In 1532 had de stad de "Langhe Hegghe" aangekocht met het oog op de verdere voltooiing van het op dat moment in aanbouw zijnde Schepenhuis van de Keure (2). Die Langhe Hegghe was gelegen aan de Hoogpoort, beschikte over een grote achteruit en heel waarschijnlijk over een poortje dat in de Pisstege uitgaf. Zoals men weet kwam - voorlopig - van die voltooüng niets in huis. Inderdaad zal men pas in 1560 die achteruit opofferen om op de aldus vrijgekomen plek een tamelijk ruim vertrek op te trekken. De Staten van Vlaanderen, het bestuurscollege van het graafschap, die financieel tussenbeide gekomen waren voor het bouwen van de kelder, schaften zich meteen al de gebouwen aan die de oostzijde van de Pisstege vormden. Natuurlijk behalve die welke betrokken waren door de Caemer. Van 1682 tot 1728 verrezen dan met horten en stoten de lokalen waarin de Staten hun verschillende diensten onderbrachten. Waarvoor deze evenwel geen plaats gehad hadden, was een gerieflijke, comfortabele ruimte waarin ze hun vergaderingen konden houden. Om dit mogelijk te maken stond de stad hun het in 1560-63 gebouwd zaaltje af. Beschikten de Staten nu vrijelijk over genoemd zaaltje - voortaan Ledenkamer genoemd naar de leden van die Staten, zijnde de geestelijkheid, de goede steden Gent, Brugge en leper en het Brugse Vrije, tegenwoordig bekend als Collegezaal, vroeger Commissiezaal, het gebruik van de kelder bleef een voorrecht aan de Schepenen verleend. In feite was de bestemming- vim deze kelder reeds bekend vóór men hem ging bouwen (1560) : een pijnkelder en 2 mindere vertrekken 110


die we voorlopig cellen zullen noemen, zouden erin geïnstalleerd worden. De pijnkelder (9 m x 4,5 m) (3) mocht over geen enkel vensterraam, hoe miniem ook, beschikken. Uiteraard totaal afgescheiden van de buitenwereld, want gelijksoortige oorden liet men wegens de er geslaakte kreten en vloeken niet aan de openbare weg palen. Al wat er in deze spelonk verricht werd, zowel het·· werk van de scherprechter als dat van de alles noterende secretaris, diende te gebeuren bij wat weifelend, walmend en dansend kaarslicht. Vraag maar eens aan Mast en Danneels hoe angstaanjagend de kennismaking met de diabolische combinatie duisternis-kaarslicht-schaduwenspel geweest is. (4) Wat de zg. cellen betreft, het. is over die vertrekjes dat we het in onze uiteenzetting hoofdzakelijk zullen hebben. Had de Caemer tot taak de heersende armoe te lenigen door het uitdelen van voedsel, brandstof, kleren en een enkele maal van klinkende munt, tegelijkertijd had ze een heel wat zwaardere opdracht uit te voeren, met name de beteugeling (en bestraffmg) van de door de armoe uitgelokte, meç de dag erger wordende bedelarij. De aan de bedelarij verwante landloperij, meestal·:,beoefend door het mansvolk, werd zowel door het stedelijk als het grafelijk gerecht bestraft met kastijding en een paar jaar verbanning, eventueel uit de stad of uit het graafschap. De vrouwen en de kinderen hadden om zo te zeggen het monopolie van het schooien. Het was met deze-bedelaressen dat de Caemer geconfronteerd werd. Haasten we ons aan te stippen dat de door de heren voogden gevelde vonnissen er geen waren om ermee te gekscheren. Kennismaking met de zweep ? Waarom niet. Opsluiting ? Voorzeker. Doch wat voor een gevangenzetting ! Noch min noch meer wordt er in de oorkonden gewag gemaakt van bestraffing met een korter of langer verblijf in de donkere putten. U hebt het reeds door : wat we zoëven (onschuldige) cellen noemden waren in werkelijkheid geen eigenlijke donkere putten (met als enige toegang een in de zoldering aangebracht opening) maar met van deuren voorziene kerkers. Bijna even groot (5,1 m x 3 men 5,1 m x 3,30 m) werden beide kerkers verlucht (? ! ) door middel van een met dikke ijzeren staven gewapende kleine opening die uitgaf in een bijna even ·donkere gang. De eerste (en laatste ?) die over de donkere kerkers geschreven heeft is Alfons van Werveke (5). De Armen Caemer die sedert de Franse Overheersing (wetten van 16 vend. en 7 frim. van het jaar V; = 17 okt. en 27 nov. 1796) Bureel

111


~

!'--,

I

l

I

I ......,

G)l:::>

/',

.........,.,

I

I

(/,

<::::)<::>

J',

I

, .... 'I

;j /

/.

I

I

I

J:

1 .............

......

I

1'-..... ...._I I

(11

(/J

'f

I

,.,

/ I

'J

I

I

.l.. .... ...... ...... ..... ....

,...... I

/--..

......

1',

,..........

I I

.....

I

..... ......

I

...... .... , .....

I

I "...._

-...,

I

'I

I

,I

I

"

I

I

I ....

I

I

'I

I

1-.., I

....

I

..... ......

',I

I

.... ......

..... ....

1=\ /I ' ........ ~~~~

I

I

0

t'........

I

I

1

"' ,' ĂŤ };)" ' ,'

", 1

1

'-...

IK I

..,... ',

I

'-(.. I I

I

("

0~

'.....

I

I

;::,...,/1 V

Ăś

I

-.... -...

..... ..... ......

.....

....,

....

I

I I

...... ...._

I

-..... ........_

I

I

I

'-...I

1... ........... .....

1'-.... ---.1

.... .,

I "....._

I ...

,

.....

~-- v

/

...,-

j

I

--- --- --, Schetsmatige plattegrond van het westelijk gedeelte van het Stadhuis. Weergegeven zijn : gestippeld de Vergaderzaal van de Armen Caemer: gearceerd de kelder van de Ledenkamer; enkel de Pijnkelder ; dubbel de 2 DONKERE KERKERS.

112


van Weldadigheid (6) geworden was, werd eind 1902 overgebracht naar een meer geschikt gebouw gelegen aan Onderbergen. Tot op die gedenkwaardige datum vermocht geen enkele buitenstaander een oogslag te werpen in die gewezen Caemerse gevangenissen. Inderdaad gewezen aangezien ze op dat ogenblik allang buiten dienst gesteld waren, mogelijk op bevel van keizer Jozèf 11, waarschijnlijker door de Republiek in 1796. Als enig "meubel" bezat elk der 2 kerkers een in een van de hoeken gemetseld "gemak" dat, vertelt ons Van Werveke, voorzien was van een dikke, ijzeren rooster. Willen of niet doet. de aanwezigheid van die "gemakken" een paar vragen rijzen. Waartoe kunnen in godsnaam die roosters wel gediend hebben ? En aangezien die beslist ongemakkelijke "gemakken" het dienden te stellen zonder onderaardse afvoerdolen zal men (men= de gasten) uit pure noodzaak verplicht geweest zijn de stenen (on)dingen te ruimen. Zolang de kerkers door middel van bovengenoemde getraliede openingen in verbinding stonden met de halfduistere gang kon men nog van een schijn vanverluchting spreken, doch toen ¡op een niet nader te bepalen ogenblik de opeiringen dichtgemaakt werden, kreeg kerker 2, dus die gelegen kant koer, een luchtkoker. Werd te dier gelegenheid kerker 1 gesupprimeerd aangezien die volkomen ingesloten was ? Veellater (wanneer, geen idee) voorzag men kerker 2 alsook de pijnkelder van enkele vierkante roostets die uitkwamen (en nog uitkomen) op de koer, iets boven het niveau van deze binnenplaåts. We schreven dat het in hoofdzaak kinderen en vrouwen waren die kennis maakten met de donkere kerkers. In 1602 werden 4 jongens en 1 meisje uit de stad verbannen na vooraf verschillende dagen in de kerkers doorgebracht te hebben. In 1606 was een 13-jarige knaap in het Groot Begijnhof gaan bedelen. Ook hem kostte dat avontuurtje een verplicht verblijf naast de pijnkelder. Een beslist langer verblijf zal hetzelfde jaar een schooieres gekend hebben die niet alleen wegens bedelarij maar bovendien wegens het te vinden leggen van haar 4 rnaaanden oude baby. Occasioneel stopte men ook andere dan bedelaars in de Caemerse gevangenissen zoals bij vl. in 1638 toen een aantal Ierse krijgsgevangenen voor wie de Schepenen van de Keure waarschijnlijk in het Sausselet geen plaats gevonden hadden, er hun (blijde ? ) intrede mochten in doen. Iemand die een van de kelders van het Stadhuis bewoonde gelastte zich met het uitreiken van eten en drinken (lees water en brood) aan de gevangenen. Mocht het gebeuren dat u verontwaardigd bent over de onmenselijke behandeling waarvan die kinderen en die jonge vrouwen het voor-

113


rr===============::::;l werp waren, vergeet a.u.b. niet dat een in het geheel niet bedelende of landlopende jeugd er niet beter aan toe was. In dat geval waren o.a. de jongens die een tehuis (! ? ! ) gevonden hadden in de armenschool beter bekend als knegtjensschool of kuldersschool gelegen op de plaats waar men de Nat. Bank opgetrokken heeft. Ook L..-_...___ _. cm deze " weldadigheids"inrichting had men voorzien van L:===============~~voch tige en niet verluchte Stempel die gebruikt werd om o.a. de broodhokken, hokken waarin kaarten te stempelen. ondeugende of vermeend ondeugende kuldertjes gedurende weken, soms maanden lang opgesloten werden. Hokken waarvan het enig meubilair bestond uit halfrotte bussels stro. Hokken die niet zelden opgezocht werden door ratten (Schelde ! ). Hokken die - natuurlijk -broeinesten van allerlei ongedierte waren. En zeggen dat de kuldersschool -inmiddels wezentehuis geworden - die meer dan bedenkelijke praktijken in stand hield tot veel jaren na Napoleons nederlaag ! (7 ). Is het niet om u met verbazing af te vragen hoe de per definitie deugdzame heren voogden van zowel het knegtjerishuis als van de Caemer de beoefening van de hun zo dierbare weldadigheid en barmhartigheid konden te zaam rijmen met de manier waarop ze de hun toevertrouwde weerloze kinderen omgingen ? Vooraleer mijn verhaal te besluiten dit nog. Na de vernieuwing van het College van Burgemeester en Schepenen werd van die Overheid een groepsfoto gemaakt. Deze heuglijke gebeurtenis had plaats in de gewezen Ledenkamer - nu Collegezaal -. Welnu, welk van die 9 heren en 2 dames is zich bewust geweest van het feit dat nauwelijks een timmermansmeter ondĂŠr de vloer van de zaal zo lang en zo dikwijls de hevigste fysieke en geestelijke pijnen werden geleden ? M. VAN WESEMAEL

114


NOTEN (1) Prof. Dr. J. Dhondt in "Gent", Antwerpen, 1947, situeert de gebeurtenis in 1534. Zonder enige twijfel een zetfout. (2) Frieda Van Tyghem, "De Bollaertskamer" in "Vlaanderen", nr. 153 blz. 218-221. (3) Lievevrouw-Coopman, "Eene Bladzijde uit de Geschiedenis van het Oud Strafrecht in Gent", aanvullende nota, in "Oostvlaamse Zanten", 1941, blz. 157-160, met plattegrond. (4) Over het proces van dat paar misdadigers (1763) zie Ghendtsche Tydinghen, 2de jg., blz. 121-127 en 137-143. In voetnoot 2 is de mening te kennen gegeven als zou de pijnkelder zich bevonden hebben onder de gewezen kapel (nu trouwzaal). Die foute voorstelling zetten we nu recht. (5) Alfons van Werveke. De Donkere Putten van de Armenkamer in "Volksbelang", 20-2-1903. J. E. Nève,_ Gand sous la Domination française, Gand, 1927, blz. 242, wijdt al met al een paar regels aan het geval : "aeux prisons destinées à recevoir (! ? ! ) ceux qui s' obstinaient à- trouver dans une mendicité injustifiée leurs moyens d'existence". (6)Wet van 1925 (wet van 10 maart) vervangen door de C(ommissie) O(nderstand). Deze naam zal in 1977 de plaats moeten ruimen voor O(penbaar) C(entrum) M(aatschappelijk) W(elzijn). (7) Zie "De Kuldersschool" door R.M. in "De Gentenaar" van 12 tot 18 nov. 1959.

GENT IN 'T BEGIN VAN DE TWEEDE HELFT DER 19° EEUW NOOT In de zesde jaargang vanG. T. worden de gebeurtenissen, die te Gent voorvielen tussen 1852 en 1857 verteld. We denken, dat de lezers belangstelling zullen hebben voor de beschrijving van Gent in deze periode. De tekst is ontleend aan "Gentsch Museum Geschiedkundige en Anecdotische Aanteekeningen" door H. Keurvels (Nieuwe Reeks 1913). H. Keurvels (Gent 1852-1933) was hoofdredacteur van de Gentse kranten "Vaderland" en "Het Volksblad".

De straat waar ik nu woon is ook de straat waar ik mijn kinderjaren heb doorgebracht, waar ik onze zo gewaardeerde Gentse historie- en kroniekschrijver Prosper Claeys leerde kennen als gebuur, toen hij zijn diploma als advokaat verwierf, terwijl ik nog op de schoolban,. ken zat. Het was in de jaren 50. Gent had ten dien tijde een gans ander uitzicht dan heden ten dage, een uitzicht waarvan de nieuwe generaties zich onmogelijk een gedachte kunnen vormen. Wij hadden te dien tijde nog het vizioen van het oude Gent. Het is zeker wel de indruk van dit vizioen die ons aanzette - de heer Prosper Claeys, met veel meer talent, geleerdheid en bevoegdheid dan ik er zou durven

115


inroepen- het oude Gent nader te leren kennen en onze impressies en aantekeningen ten believe der belangstellende stadgenoten in druk uit te geven. Gent was nog voor een deel omringd van zijn oude vesten, muren en grachten. De stadspoorten en het octrooi bestonden nog. Het middenpunt van Gent was een doolhof van smalle straten en grachten. Van de Ottogracht naar het Gravenkasteel vaarde men onder zeven brugskens, op sommige plaatsen langs overwelfde grachten, onder de huizen. Om op de titel van Gentenaar aanspraak te mogen maken, moest men onder de zeven brugskens gevaren hebben, en dit was geen kleine zaak, want men stelde zich in gevaar de alles behalve welriekende inhoud der in de grachten uitlopende versterfputten en gemakhuizen der aanpalende woningen op het lijf te krijgen. Nu is het voldoende een nacht opgesloten te worden in 'tRolleken (vroeger in de Mammelokker) om als "vrije Gentenaar" aangetekend te staan. Hoevele Gentenaars herinneren zich de weg naar het station van aan de Watermolenbrug, langs een doolhof van smalle kronkelende straten en grachten ! (Met Mooiboveken ! ). De Kouter was nog omringd met aan arduinen stijlen vastgemaakte ijzeren kettingen, voor de paardenmarkten welke er gehouden werden en in de aard van de afsluitingen welke thans de Beestenmarkt versieren. Op de Kouter hadden ook de militaire paraden plaats. Wij hebben het vizioen bewaard van een revue over het alhier in garnizoen liggende regiment kurassiers, wier helmen en kurassen glansrijk schitterden onder de zonnestralen. Het is ook op de Kouter dat alle woensdagen, 's avonds, voor d'ure van 't appel, de trommelaars en trompetters van 't garnizoen bijeenkwamen om al spelende terug naar de kazerne te trekken. De retraite, of "taptoe", gelijk men het noemde, was een pret voor grote en kleine kinders en niet het minst voor de straatbengels van de St.Pieterswijk die de "taptoe" zeker in meer schilderachtige wanordelijkheid en rumoermaking volgden dan de jonge figuranten die met de opkomende en afgaande wacht zoveel lokale en muzikale kleur geven aan het eerste bedrijf van "Carmen". Op het uiteinde van de Kortrijksestraat en van de Heuvelstraat waren de stadspoorten. Daarbuiten kwam men in volle veld. Om van de Heuvelpoort met hare lage octrooikantoren naar de herberg "De Vier Winden" te gaan, moest men over de met ijzeren kettingen bespannen vestingsbrug, langsheen het exercitieplein van de mineurs (de GĂŠnie, te dien tijde gelegerd in de kazerne St.-Pietersplein, nu in gar116


nizoen te Berchem-bij-Antwerpen) en dan langs een korenveld. De stadsmuur liep daar met een gracht naar de Schelde tot aan het schilderachtig schildwachthuisje, het enigste dat van onze "Oude Vesten", bewaard gebleven is. Om van daar naar Terplatenkaai of naar den St-Lievenslaan te geraken, waar zich het militair poermagazijn bevond in een eenzaam gebouw, moest men zich laten overzetten. Van aan de Kortrijksepoort en het octrooi (nagenoeg op de plaats waar zich nu het koffiehuis "De Karpel" bevindt), waren er langs de ene kant van de baan tot aan "De Oude Barrière" geen huizen. Enkel een hofstedeken en een molen. De glacis, 't is te zeggen, de met bomen beplante gronden van de Citadel, leidende naar de talus en verschansingen, waar het wemelde van wilde konijnen, strekten er zich uit op dezelfde lengte nagenoeg als heden het Stadpadc Buiten de Brugsepoort, op het einde van de Phenixstraat, kwam men in 't open veld en trof men slechts enige kleine huizen, boerderijen, enkele buitentjes met hovingen en de gekende ginguette "Den Hulstenboom" aan, daar waar nu, tot bij het grondgebied van Mariakerke, een gans nieuwe stad verrezen is, want de wijk der Brugsepoort telt alleen meer inwoners dan menige stad van tweede en derde rang. Er waren in Gent noch trams, noch fietsen, noch auto's te zien. De diligentiën, evenals de bargië - zo noemde men de grote boot die regelmatig dienst deed· op Brugge, voor reizigers en koopwaren, - waren nog in volle fleur. Voor kleine burgers en werklieden was de c h a r - à - b. a n c een uitgave van luxe bij trouwfeesten, terwijl heden ten dage de geringste arbeider zich gedeconsidereerd acht, wanneer hij naar 't stadhuis niet kan rijden met minstens drie koetsen, elk met een koppel paarden bespannen. Er er zijn er zelfs, in deze eeuw van democratie, die de livrei eisen voor de cocher van de bruid. Al de werklieden droegen blauwe kielen en klompen. Zelfs de kinderen van kleine burgers en neringdoenden gingen met holleblokken naar school. Ik heb er gedragen in mijn jongste kinderjaren. Buiten de burgerij was de manshoed een zeldzaamheid~ De klepklak of pet werd algemeen gedragen. De tjeepmuts, welke men tot over de oren kon trekken, werd ook nog veel gedragen. Zij komt heden terug in de mode voor de kinderen. De meeste vrouwen van de lagere standen droegen tullen meer of· min met lint en bloemen versierde mutsen, kapmantels in de winter, kapelienen iri de-zomer. De netjes gestreken voorschoot met boezelaar paste nog bij het zondagtoilet. De dames droegen strooien kap117


hoeden als vijgekabazen, cachemiren chals, groot genoeg om er twee bedden mede te dekken, omslaande over de schouders en zich breed uitzettende over de wijde krie.nolienen, waaraan onze moeders het uitzicht te danken hadden van wandelende ballons. De deftigste burgers zegden dan niet dat zij op "café" gingen, maar op "staminet". De liters en halve liters waren toen nog in gebruik en men schonk het bier uit in tinnen kroezen. Leuvens bier, schuimend en opborrelend gelijk champagne en Peterman, opgediend in stenen kruikjes, vormden met de lekkere Gentse uitzet het bier in de mode van die tijd. Men kende geen Duits of geen pseudo Beiers bier. Men dronk genever in maatjes en halve maatjes, wat later, met de verhoogde prijzen "een gendarm" en een "halve gendarm" werd genoemd. Op zondagen, maandagen en feestdagen, ontmoette men veel cocaverkopers. Zij deden, naar het schijnt, goede zaken. In alle staminets - er waren er vele nog met de gewone keukenstoof in plaats van kachels - trof men op de tafels de koperen vuurpot aan met de brandende houtskool, om de pijpen te aansteken en, aan de muur, naast de toog, de blikken koker met de lange solferpriemen. Menige herbergen waren nog verlicht met kaarsen, staande in hoge houten of koperen kandelaars. In andere herbergen alsook voor de verlichting van de meeste winkels, gebruikte men de rechtstaande vetolielàmpen, met schuivende reservoir, meest in 't koper. De herberg "Frascati", zo gelukkig en getrouw gereconstitueerd op de laatste groete tentoonstelling van bloemen in het Casino (lOOe verjaardag der Gentse bloemententoonstellingen) was het getrouw afbeeldsel van menige deftige burgerstaminets van over vijftig jaren. Man had geen idee van pracht gelijk b.v. in het "Café des Arcades", de "Grand Café", "Ganda", enz. De opvatting van pracht verandert zeker ook wel met de jaren. Toen, iets meer dan vijftig jaren geleden, het chalet van de nu verdwenen Gentse Dierentuin opgericht werd, sprak men ervan als van iets buitengewoon merkwaardigs. De Parijzer illustratiën wijdden er artikels aan en gaven er afbeeldingen van. Herinnert gij u de fabriek van M. de Bast-de Hert, welke zich bevond, daar waar nu de blok huizen gevormd is tussen de Coupure, Yperstraat en Ypersteeg ? Toen deze fabriek (in 1829 ?) opgericht werd, hoge platte muren, op de vijf verdiepingen doorstoken met vierkante vensters zonder enig cachet, kon men in een plaatselijk blad lezen dat het een monument was "met zoveel pracht vervaardigd, dat een 118


vreemdeling die het beschouwt, zou geloven dat het voor een prinsenwoning bestemd was" ! De zeer gewone schouw noemde de redacteur "eene schone en prachtige colonne" ! Toen de Hoornstraat, zo smal als de Donkersteeg, verbreed en het smal houten brugje, door de nieuwe Predikherenbrug vervangen werd, noemde men deze laatste brug iets prachtigs ! En wat is zij- nu, vergeleken bij de Verlorenbroodbrug en bij de St.-Miebielsbrug ! Hoevele nog in leven zijnde Gentenaars hebben de Coupure gekend, toen er langs de rechter oever, buiten de twee grote suikerrafinaderijen, een olieslagerij en de katoenspinnerijen de Bast-de Hert en Story en Verspeyen slechts enkele burgershuizen en herbergen aangetroffen werden, zich afwisselend met groentenkwekerijen, met lusthofjes en "pied-à-terre" terwijllangs de linker oever, van aan het smal en ommuurde Bijlokestraatje (nabij de Verlorenbroodbrug, waar zich een houtzagerij bevond) tot aan de tegenwoordige Bijlokestraat, zich de stadsentrepots uitstrekten, waar tussen in, het Blindhuis werd opgericht ? Wie herinnert zich de kraan in vorm van T, nabij het Blindhuis, waarmede de koopwaren uit de schepen werden gehaald, à force de bras, waar zich soms tien à vijftien stukwerkers moesten aanleggen om grote arduinstenen of andere zware lasten. op de kaai te hijsen. En de Coupure was te dien tijde, meer nog dan de Kouter, de prachtigste en meest bezochte wandeling van Gent: Wie herinnert zich de zo schilderachtig ge1egen en met grachten omsloten Bijlokemeers, waar zich de gaaipers bevond der aloude handboogschuttersmaatschappij St.-Sebastiaan, in een middeleeuws kader, waaraan het oude kerkje der Bijloke, de gebouwen van 't oudMannekenshuis, de blinde muur lopende naar de Bijlokevest en uitkomende aan een houten poort of hekken, benevens een paar oude huizen der Godshuizen met hun trapgevels, zoveel cachet gaven ? Wie herinnert zich nog het Zomerlief, met "longchamps", waaraan al 't gerij van Gent deelnam, om in groot gala langs de Coupure, de Brugse vaart en de Nieuwe Wandeling te defileren ? Niet alleen zag men er vele cavaliers en amazonen, maar menig prachtig herenrijtuig, naar de oude trant met vier paarden ingespannen, de geleiders in postillon., de teugelhouder met driestek en witte pruik op het hoofd en gegaloneerde frak, de lakeien statig rechtstaande achter de koets. En wie herinnert zich de gebuurtenachtwakers, met hun lans en lantaren, ook soms gewapend met een sabel en vergezeld van een hond, die alle uren drijmaal moesten roepen : "Wacht uw vuur- en kaarslicht wel, de klok slaat ... ure" zo dat de dieven verwittigd wa119


ren en zich in tijds uit de voeten konden maken, terwijl de kinderen uit hun slaap gewekt werden en van angst de dekens over het hoofd trokken, want men maakte ze bang voor de nachtwakers gelijk voor "peere-baboe" ! Die tijd is lang voorbij en het staat ons nochtans alles nog zo levendig voor de ogen ! H. KEURVELS

WUIS VAN HOUTIE De naam Louis Van Houtte zegt niet zo veel meer aan veel Gentenaars; toch is hij de man, die wijd en zijd de roem van de Gentse bloemisterijen heeft verspreid. Louis Van Houtte werd geboren op 29 juni 1810 te Ieperen als zoon van een aannemer. Hij verloor nog jong zijn vader. Op vijftienjarige leeftijd zond zijn moeder hem naar Parijs, waar hij studeerde aan het Institut supĂŠrieur de Commerce, werkte daarna wat in Frankrijk en was in 1830 terug in ons land. Te Brussel nam hij deel aan de Belgische omwenteling en werd bediende bij het Voorlopig Bewind. Van nu af betuigt Van Houtte een warme belangstelling voor planten en in 1833 sticht hij het tijdschrift L'Horticulteur Beige. Hij wordt belast met een zending naar Zuid-Amerika voor het verzamelen van planten en zaden en vertrekt te Antwerpen op 5 januari 1834. De reis duurt twee jaar en begin 1836 is hij in BelgiĂŤ terug. Het is practisch onmogelijk ons de omstandigheden van zo'n tocht in 1834 voor te stellen. L. Van Houtte brengt ons het verhaal van die reis in La Flore des Serres deel 3 en 4. Op die reis heeft hij honderden planten en zaden verzameld, die opgezonden worden naar de Botanische tuin te Brussel. Terug in ons land wordt Van Houtte directeur van de Botanische Tuin te Brussel. Hij wil echter op eigen vleugels vliegen; hij komt in contact met de bloemist Alex. Verschaffeit en in 1839 richt hij samen met Papeleu een bloemisterj.j op te Gentbrugge. In 1845 eindigt de samenwerking met Papeleu, die te Wetteren een boomkwekerij opricht. In januari 1845 verschijnt het eerste nummer van "La Flore des Serres et des Jardins de l'Europe". Het tijdschrift wordt uitgegeven in drie talen, een jaarabonnement kost veertig frank. Spoedig telt het tijdschrift duizend abqnnementen. Elke maandelijkse aflevering telde acht gekleurde platen;

120


in totaal verschenen 23 delen elk van 366 bladzijden. Van Houtte richtte een lithografie op verbonden aan de bloemisterij. "D'un autre càté, mais à la suite de ces ateliers et dans une salie de 41 mètres de long sur 5 de large, deux imprimeurs-lithographes, plus d'une centaine de jeunes garçons coloristes, organisés pour ainsi dire en enseignement mutuel, sous la direction de Mr. L. Stroobant, sont occupés, dans le plus profond silence, au colarage de la Flore." J. Machiels zegt ervan "De kwaliteit van de tekening, de lithografie, de kleur en de afwerking zijn uitstekend. Het tijdschrift heeft de roem voor de Belgische lithografen verworven". (1) In 1849 wordt door Van Houtte met de steun van minister Ch. Ragier, die hij kende van de Belgische omwenteling het Institut Ro yal d'Horticulture opgericht. Het eerste jaar worden 24 leerlingen aanvaard. De school zal honderden leerlingen vormen, waaronder Hubert Van Hulle, Fr. Burvenich; Ed. Pynaert, die in binnen- en buitenland belangrijke posten zullen bekleden en de roem van de Gentse tuinbouw zullen verspreiden.

LO U IS VAN HO UTTE .

Het bedrijf nam meer en meer uitbreiding; uiteindelijk zal de bloemisterij een oppervlakte beslaan van dertig ha. en tachtig grote serres tellen. Van Houtte belast reizigers met het opzoeken van planten : A. Papeley trekt naar de Maleise archipel en naar Guatemala, Warscewiez naar Venezuela en naar Honduras, H. Kegel naar Guyana, W. Ackerman naar An gola. Van Houtte won honderden medailles op tentoonstellingen in binnen- en buitenland. _ Hij was in correspondentie met talrijke geleerden in vele landen . 121


De bloemenkwekerij was vermaard door het scheppen van een massa hybriden en variëteiten. Voornamelijk voor de gladiolen , waaronder de gladiolus gandavensis, voor de azalea's , de rododendrons , de begonia's.en de amaryllis was de bloemisterij beroemd. Ook bolplanten zoals de hyacint, de narcis, de crocus en de tulp werden gekweekt. In 1850 was de bloemisterij Van Houtte de eerste op het vasteland, waar de prachtige Victoria Regia tot bloei kwam; hiervoor was een grote warmwaterserre gebouwd. De , catalogus van de firma werd dikker en dikker en ~~, vermeldde duizenden plan';~~;(' \' , ten. De bloemenkwekerij ~ ;.to genoot de belangstelling / - - - van honderden bewonderaars en werd onder meer bezocht door koning Leopold, door de koning van Portugal, de keizer van Brazilië, de koning van Nederland en van Wurtenburg. L. Van Houtte was ook nog gedurende 22 jaar burgemeester van Gentbrugge; onder zijn bestuur werden twee scholen, het gemeentehuis en de nieuwe kerk gebouwd en talrijke wegen aangelegd of verbeterd. In 1871 werd de "staats Hovingbouwschool" overgebracht naar de Kruidhof van de hogeschool (de huidige Baudelotuin) onder het bestuur van prof. J. Kickx. Van Houtte stierf plots op 9· mei 1876. Onmiddellijk werd een comité gevormd om een monument op te richten. Het beeld, werk van de kunstenaar Paul de Vigne, stelt de tuinbouw voor, die het borstbeeld van Van Houtte kroont. Het monument werd ingehuldigd op 17 augustus 1879. In juni 1910 werd door het gemeentebestuur van

.

.

,,.i'fp·

122


Gentbrugge een groot feest ingericht ter herdenking van de geboorte van L. Van Houtte. Ter herinnering werd een herdenkingsplaat, werk van Geo Verbanek en Valentin Vaerwijck, op het monument aangebracht. In 1889 werd de Société Anonyme Horticale Louis Van Houtte, gevestigd oude Brusselsesteenweg, opgericht. Later werd de bloemenkwekerij overgebracht naar De Pinte. De gronden werden later aangekocht door het stadsbestuur van Gent en worden thans gebruikt door de dienst der plantsoenen. M.VANBERGHEN NOOT

(1) Gent. Duizend Jaar Kunst en Cultuur. Deel 11 blz. 109.

DE OUD-WAPENBROEDERS VAN HET KEIZERRIJK

In zijn werk "Notes et Souvenirs" verstrekt Pr. Claeys interessante gegevens over Gentenaars, die dienden in het Frans leger tijdens de . republiek, het consulaat en het keizerrijk (1793-1815). Clump ging bij het leger in 1789 als gewoon soldaat van het 24° itifanterieregiment. Hij nam deel aan al de veldtochten tot 1814 en werd kapitein-adjudant-majoor. Daarna nam hij dienst in het leger van het Verenigd Koninknjk (1814-1830) en ten slotte in het Belgisch leger, waar hij bevorderd werd tot generaal-majoor. Koning Leopold I beschouwde hem als een persoonlijke vriend, omdat Clump, die het garnizoen te Oostende beval, de eerste hogere officier was waarmee Leopold I in contact kwam bij zijn aankomst in België (De Panne). Ook L. Van de Poele kan vermeld worden, die diende in het 6° regiment huzaren vanaf 1803. Krijgsgevangen genomen in 1812 verbleef hij drie jaar als krijgsgevangene in Rusland. In 1830 werd Van de Poele benoemd tot commandant van de brandweer te Gent. Constant de Kerchove de Denterghem werd vrijwilliger bij het regiment jagers te paard in 1810. Hij verliet het leger in ÜH4 met de graad van adjudant-majoor. Later werd hij voorzitter van de OudWapenbroeders van het keizerrijk. De lezers weten, dat Const. de Kerchove burgemeester van Gent was van 1842 tot 1854. Marie Schellinck mag natuurlijk niet vergeten worden. Met haar echt123


genoot De Jaegher nam ze dienst in het leger in 1792 en nam deel aan de veldtochten in Nederland, Italië, Pruisen, Rusland, Oostenrijk en Polen. De Keizer bevorderde haar tot onder-luitenant op het slagveld. Ze werd verschillende malen gekwetst en ontving het erelegioen in 1808. Tijdens het bezoek van Napoleon aan Gent in 1810 schonk de keizerin Marie-Louise aan mevrouw De Jaegher-Schellinck een zijden kleed, een broche en een paar oorringen. Ze ontving jaarlijks een pensioen van 700 F. Marie Schellinck bezocht nu en dan de schouwburg in haar zijden kleed versierd met het kruis van het erelegioen. Ze stierf in 1840 en was toen 83 jaar. Haar dochter Jeanne De Jaegher kreeg een huwelijksgeschenk als "rosière". De krant "Journal du Département de l'Escaut" van 27 november 1812 schreef het volgende : "L'administration vient de faire choix d'une rosière, qui sera dotée Ie jour anniversaire du couronnement de l'empereur : ce sera Mademoiselle De Jaegher-Schellinck. L'époux qu'elle s'est choisie est un jeune et brave militaire couvert d'honorables dcatrices et récemment réformé. Il se nomme Pierre Paul Van Steenbrugghe." Het huwelijksgeschenk bedroeg 600 F betaald door het stadsbestuur. De leden van de maatschappij van oud-wapenbroeders van het keizerrijk noemden zich Napoleonisten. Ze hadden voor leuze "Soldats, vous avez rempli mon attente". Bij de stichting telde de vereniging 300 leden. De vergaderingen werden gehouden in "Café Flora" in de Holstraat, later in St. Jacobs, Kleine Botermarkt, in "Rotterdam" op de Koornmarkt, in "Artevelde" op de Vrijdagmarkt en in "De Papegaai" in de Kammerstraat. Stilaan zal het aantal leden verminderen. In 1852 waren er nog 150 leden, in 1862 54 leden en in 1872 19 leden. In 1874 bleven er nog twaalf leden; de vereniging werd opgeheven in 1874. Op het kerkhof van Sint-Amandsberg (het campo santo) staat een monument als herinnering aan de Napoleonisten. Uit een brief, die ik op 29 juni 1973 van de generaal op rust Codechèvre ontving, blijkt, dat het erelegioen oorspronkelijk een militair ereteken was. De promoties in het erelegioen van burgers waren zeldzaam. Onder de titularissen vond ik inwoners van Gent, Sint-Niklaas, Oostende, Brugge, Hulst, Cadzand, Groede. Het zijn meestal burgemeesters en bevorderd om de openbare functie, die ze bekleedden en vermoedelijk "wat collaborateur".

E.T.

124


DE EERSTE ELECfRISCHE HORLOGES TE. GENT

Einde 1851, toen schepen N. De Pauw naar het stadhuis ging, bleef hij verwonderd staan voor het uitstalraam van horlogemaker Charles Nolet in de Mageleinstraat : op het raam was een uurwerk met wijzerplaat en wijzers bevestigd, dat leek te werken zonder een mechanisme. De schepen ging de winkel binnen en vroeg aan Nolet om uitleg. De zaak was eenvoudig : het uurwerk was met een electrische draad verbonden aan een moederklok. Na een gesprek in het college ontving Nolet de toelating een electrisch uurwerk te plaatsen aan de lantaarn rechtover zijn woning, namelijk op de hoek van de Mageleinstraat en de Bennesteeg. Begin 1852 was het uurwerk geplaatst. Begrijpelijk lokte het mechanisch uurwerk een massa nieuwsgierigen. Op 7 januari 1853 nam Nolet een brevet op zijn uitvinding. Op 19 maart 1853 gaf de gemeenteraad aan Nolet de opdracht honderd electrische uurwerken te plaatsen : in 1853 moesten vijftig horloges worden geplaatst. Als ze voldoening gaven zouden in 1854 nog eens vijftig uurwerken geplaatst worden. De prijs bedroeg zeventig frank per uurwerk aan een lantaarn en tachtig frank voor de overige. Het toestel, dat de uurwerken deed werken, werd geplaatst in het belfort. Tijdens de gemeenteraad van 6 december 1854 werd besloten als dank aan Nolet een gouden medaille te overhandigen. Dit gebeurde dan op 16 maart 1855. Op de medaille werd de volgende tekst gegraveeerd : Aen stadshorlogiemaker, Karel Nolet, die de electriciteit de eerste in 't groot heeft toegepast op de uerwijzers in stadlanteernen gesteld. Bij besluit des raeds der stad Gent van VI deern. MDCCCLIV. Fides et amor. Na deze geslaagde proef ontving Nolet de opdracht openbare uurwerken te plaatsen te Brussel en te Marseille. In 1854 richtte Nolet in de Schouwvagersstraat een ijergieterij en een atelier voor metalen constructies op. In 1856 nam hij zijn ontslag als stadsuurwerkmaker en werd opgevolgd door Ch. van Lancker. In 1871 verhuisde Nolet zijn gieterij en zijn werkplaats naar de Keizerpoort (het huidige Keizerpark). Later werd dit de werkplaats L. de Nobele-Nolet; die zeker nog gekend is door enkele leden van G.T. Ook het maken van het uurwerk op het Belfort werd aan Nolet toevertrouwd. Nolet stierf te Gent op 6 september 1887 in de leeftijd van 69 jaar. Nolet had natuurlijk een aantal nabootsers en namakers. Zo werd in 125


1856 op de Pont Neuf te Parijs door de Parijse uurwerkmaker Louis Bréguet een electrisch uurwerk geplaatst en in Frankrijk werd hij als de uitvinder beschouwd. Het stadsbestuur van Gent verhaastte zich mede te delen, dat de ware uitvinder de Gentenaar Nolet was. M. VAN GENT BRONNEN

Naast de Gazette van Gent en de Verslagen van de gemeenteraad ook het artikel van Prosper Claeys : Nolet·et les premières horloges électriques in ''Notes et Souvenirs" deel 111.

HET TOREKEN

Het Toreken, gelegen op de Vrijdagmarkt, diende nooit als vergaderplaats van de Collatieraad (= soort gemeenteraad) zoals lang weid verondersteld. Het gebouw werd echter wel Collatiezolder genoemd. Het Toreken was oorspronkelijk het lokaal van de nering van de huidevetters. Het was in het begin een houten gebouw, dat later door het huidige gebouw werd vervangen. Volgens de stadrekeningen gebeurde dit omstreeks 1451. De toren werd opgetrokken in 1483. De eerste en de tweede verdieping bestonden slechts uit een grote zaal. In het midden van de 16° eeuw werd het uitspringend deel langs de Vrijdagmarkt bijgebouwd. Na de gebeurtenissen van 1539 werd het Toreken, zoals de andere goederen van de neringen verkocht. Het gebouw werd verdeeld in drie woningen. In 1814 liet de eigenaar de spits van het torentje afbreken en vervangen door een dak in kegelvorm en met leien bedekt. De opening van de lijnwaadmarkt werd vroeger aangekondigd door een klok, die in het torentje hing. Deze klok werd in 1884 in het Oudheidkundig museum ondergebracht. De stukken lijnwaad, die door de keurders werden afgekeurd wegens bedrog, werden aangeslagen en opgehangen aan een ijzeren balustrade aan het torentje. De stad kocht het Toreken op 8maart 1882 voor 56 500 F. Op 30 april 1883 besloot de gemeenteraad het Toreken te herstellen in zijn vroegere toestand en het te gebruiken voor een stadsdienst. Dit gebeurde echter niet. De begroting van 1883 leert ons, dat het Toreken werd verhuurd : een deel aan de bakker Helskens aan 830 F. per jaar en een deel aan de herbergier Magerman voor 400 F. De naam van de herberg-was "In de Klok" wat ons niet verbaasd. 126


10 october 1906.

Pr. CLAEYS


NOOT Vertaling van de steekkaart uit de Inventaire ArchĂŠologique de Gand. Sedert jaren is thans het Toreken verborgen door een houten afsluiting vol schreeuwende reklarnes. We kennen de lange en moeilijke weg van dossiers in verband met het herstellen van historische gebouwen, maar wie zal durven loochenen, dat de uitvoring van deze herstelling buitengewoon lang op zich laat wachten.

DE GEBOEIDE PROMETHEUS ONDER DE KLAUWEN VAN DE GIER

Stalue au Pa!'(;

128


In 1889 werd in het Gentse Citadelpark, op de plaats "ae schelp" of "la petite vallée" genoemd, het wit marmeren beeldhouwwerk "de geboeide Promotheus onder de klauwen van de gier" geplaatst. Het was het werk van beeldhouwer Louis Pierre van Biesbroeck, geboren te Gent op 17 februari 1839 en overleden te Ukkel op 11 maart 1919. In de volksmond was dit kunstwerk algemeen bekend als "Pietje Bloot". Bij het uitbreken van de oorlog in 1940 werd het vanuit Mariakerke kapot geschoten. In augustus 1940 werd besloten op de vrijgekomen plaats en het omliggende in het Gentse Citadelpark een openlucht-theater te bouwen. Dit geschiedde door de plantsoendienst van de stad onder leiding van architekt Bontinck. Promotheus betekent "vooruit-denker" of "beramer". Het was een Griekse vuurgod door Zeus gestraft om zijn listen en het stelen van het vuur uit de hemel. Hij werd op de Kaukasus aan een rots geketend en gepijnigd door een gier of arend welke aan zijn lever wrat. Het was dit laatste tafereel dat door het verdwenen beeldhouwwerk werd voorgesteld. BIBLIOGRAFIE E. B. Koster, Mythologisch Woordenboek, Amsterdam. La Flandre libérale, 2.1.1898

0. van de Castyne, Promenades à travers Gand, Gand. Guide de Gand, 1906 R. de Moor, Gentse Beeldhouwers tot 1950, 1955. . Verslag van de stad Gent, 1940.

Suzanne VAN WESEMAEL-JANSSENS

NOG IETS IN VERBAND MET DE "TUIN" VAN DE MAAGD VAN GENT In het Trinity College te Dublin (Ierland) bewaart men een handschrift dat versierd is met miniaturen geschilderd door de domjuffers van het augustijnerklooster van Delft (1559-1960). Een van de miniaturen stelt de H. Maria Magdalena voor, die, gezeten op de top van iets dat op een berg gelijkt, VIER pijlen afschiet naar Christus. Een van die pijlen heeft reeds zijn hart doorboord. Een tweede zit nog op de boog die Maria Magdalena gespannen houdt. De overige pijlen zijn op weg naar Christus die. we zien zitten in een ongeveer cirkelvormige tuin bestaande uit heel dikke stenen. De tuin die vooraan een opening heeft zweeft zeer hoog in de wol129


keloze ruimte. In zijn linkerhand omvat Christus een met een kruis bekroonde sfeer. Dit attribuut wijst erop dat hij optreedt als alleenheerser (pantocrator ), een attribuut dat we trouwens aantreffen op voorstellingen van keizers en koningen. In de rechterhand houdt hij het uiteinde van een lange banderol vast waarop (natuurlijk in het Latijn) geschreven staat dat het uit pure liefde is dat Maria Magdalena Christus' hart doorboort. Het is omdat het zo zelden voorkomt dat Christus gezeten in de tuin zonder aureool in miniaturen (en schilderijen) in beeld gebracht wordt dat we melding maken van die zeldzaamheid.

v.w.

VRAAG EN ANTWOORD Antwoord op vraag 75 Er kan hier geen spraak zijn van het Geeraard Duivelssteen noch van het Geestelijk Hof. Hoogstwaarschijnlijk wordt hier het "Kasteel Wandelaert" bedoeld. Tot 1882, wanneer de Schelde overwelfd werd voor de aanleg van het Prof. Laurentplein, liep de Nederscheldestraat tot aan het water der Ketelvest. Dรกรกr stond aan de plaats waar de Nederschelde en de Ketelvest te zamen komen, het "Kasteel Wandelaert", tegen de brouwerij "De Paele" en de watermolens, aan het begin der St.Jansvest. Het eerste gebouw was waarschijnlijk een sterke toren van de eerste stadsomwalling uit het laatste kwart van de 12e eeuw. Later kwamen er gebouwen bij en verdween de toren, en kreeg dit complex de pompeuze naam van "Kasteel Wandelaert", waarvan in 1314 een eerste vermelding, naar de familie met die naam. In 1407 woonde er : Willem Wandelaert, deken der schippers. Er is een vermelding uit 1417 dat daar een "vrouwe-stove"-badhuis en eetgelegenheid terzelfder tijd-was ingericht, uitgebaat door een zekere de Smet. Die "stoven", waarvan er te Gent tamelijk veel waren, stonden in geen geur van heiligheid. Ze verdwenen in de 16e eeuw. Een inventaris opgemaakt in de lSe eeuw, laat ons kennen dat in de "vrouwe-stove", waar mannen niet taboe waren, van het kasteel Wandelaert, waren : 130


Zevenendertig bedden, vier grote bekkens of kuipen, emmers, tinnen kannen (teninnen cannen), twee stopen, een versterkte emmer om water te putten (een puteemer beslegen met yseren banden), koterijzers en rieken om vuur aan de leggen en op te koteren. Aan het einde van 18e eeuw was aldaar de suikerraffinaderij van An. dri~s Heyndricx. In een acte uit· die tijd, wordt de plaats beschreven als volgt : "Vier diversche huysekens, ghestaen en gheleghen by elckandere binnen dese stadt Ghendt, achter de brauwerije de Paele, beneden de groote watermeule-brugge, van audts genaempt" het Casteelken te Wande:.. laers". Sommige Gentse geschiedschrijvers uit vorige eeuw, vertellen dat de naam Wandelaert komt van de Vandalen, die Oostgermaanse volksgroep, die het kasteel op het einde van de 4e eeuw bouwde ! Natuurlijk is daar niets van. Op een foto uit 1912 is er van de gebouwen nog wat te zien : een huis met trapgevel, uit de 16e eeuw, en nog een paar bijgebouwen, waartussen een hoge schouw, waarschijnlijk van de gewezen raffinaderij. Nu is er niets meer te zien : een open plek, die de tuinen uitmaken van sommige huizen uit de St.-Jansvest, van de Schelde afgescheiden door een nieuw gebouwde, rode bakstenen muur. Alfons DE BUCK Sommige gegevens werden gevonden bij : Frans DE POTIER : "Gent van den Oudsten tijd tot Hèderi" en andere .. in het stadsarchief •: Armand Heins : le "Casteel Wandelaert" à Gand. Nota's Van der Haegen.

·.cERRAT.UM In het lied van "De Kl"vàft.Karel-Waeri, dat de leden op a:anvr~g als bijlage van het januari-nummer ontvingen, werd in -de eer~te · stroof de vijfde regel vergeten, ril. "maar·zij die riep :·gij stgnunen hond." Gelieve ons hiervoor te verontschuldigen. Belangstellenden kunnen de tekst nog bekomen in ons documentatiecentrum~

131


TE GENT 1. Op 3 maart 1977 overleed te Gent apotheker Edmond Boonen , wonende op de Begijnengracht. Hij was de stichter en de voorzitter van de vereniging " De Vrienden van het Oud-Begijnhof" en heeft zich volledig ingezet om van het begijnhof te redden wat er nog te redden viel. Ed-. Boonen was ook dichter en publiceerde een aantal bundels alsook enkele toneelwerken. Zijn woning was een echt museum. (zie Le Soir : 3.3.1977 en De Gentenaar 9.3.77 )

2. In G.T. werd reeds geschreven over de vereniging Sint-Franciscus Regis. Dit werk hielp personen bij de administratieve formaliteiten voor het huwelijk (geboorteakte, enz.) Na een werking van meer dan honderd dertig jaar staakte de vereniging haar bedrijvigheid op 1 9 maart omdat thans een aantal sociale werken voor deze gevallen het publiek behulpzaam zijn. 3. Het hotel d'Haene-S teenhuyze in de Veldstraat, thans nog in gebruik door de firma Dangotte, komt overkort ledig. Honderden Gentenaars stellen zich de vraag : "Wat zal er met deze woning gebeuren ?" Dit prachtig huis, waar eens koning Ladewijk XVIII verbleef, moet bewaard worden. Om het gebouw veilig te stellen is er vermoe-

132


delijk slecht één oplossing : het aankopen door de stad Gent. We weten, dat de aankoopsom hoog is, maar er zijn toch toelagen te bekomen. En er zijn nog wel andere middelen om het nodige. geld te verzamelen. Als museum kan het hotel d'Haene-Steenhuyze de nodige aantrekkingskracht uitoefenen als men het weet te animeren door de inrichting van een museum met wassen beeld zoals thans gebeurt in sommige kastelen van de Loire. 4. Door de heemkundige kring "Het Land van Beveren" werd in maart 1977 de 400° verjaring van de geboorte van bisschop Antoon Triest plechtig herdacht met een tentoonstelling in het kasteel Cortewalle te Beveren en een academische zitting. We betreuren,dat we in de onmogelijkheid waren dit mede te delen in ons maart-nummer. 5. Op 12 maart 1977 overleed te Deurle beeldhouwer Edward Georges Vindevogel. Geo Vindevogel werd geboren te Gentbrugge op 23 april 1923. Na het atheneum te hebben beëindigd studeerde hij beeldhouwen onder de leiding van Geo Verbanek en Oscar Jespers. Met zijn werken verwierf de kunstenaar talrijke prijzen. Hij werd belast met een aanzienlijk aantal officiële opdrachten. Na verassing had de verstrooiing plaats te Ukkel op 17 maart. "Met Geo Vindevogel verliest ons land een eersterangskunstenaar" schreef Jos. Murez (zie Vooruit 14 maart 1977).

BIBLIOGRAFIE 1. GENT OP DE WATEREN EN NAAR DE ZEE door Dr. J. De cavele, R. De Herdt en N. Decorte. (uitgave Mercatorfonds, prijs 2 500 F). Het zeekanaal Gent-Terneuzen bestaat 150 jaar. Om dit te herdenken heeft het stadsbestuur van Gent een prachtboek laten uitgeven, dat dienstig zal zijn als relatiegeschenk. Het kanaal van Terneuzen was niet de eerste verbinding tussen Gent en de zee. Het eerste deel van het werk behandelt de geschiedenis van de Lieve, de Sassevaart, het kanaal Gent-Brugge-Oostende. In het tweede deel wordt de geschiedenis van het kanaal van Terneuzen behandeld. Zeker moeten we niet vertellen, dat het boek zeer rijkelijk is geillustreerd. De auteurs mogen oprecht gefeliciteerd worden om hun prachtig werk. De bladzijden over de plannen in verband met de aanleg van een nieuw kanaal voor schepen van 125 000 ton vonden we om verschillende redenen hier echter minder op hun plaats. 133


2. JUDITH, STAMMOEDER DER EERSTE GRAVEN VAN VLAANDEREN door P. Rogghé en gei1lustreerd door V. Stuyvaert. (prijs 1 150 F) Het boek wordt in een luxe uitgave aangeboden op het formaat 31 x 42 cm. Het bevat de tekst van wijlen P. Rogghé en vier reproducties van houtsneden van Stuyvaert. Verder worden twaalf tekeningen op formaat 31 x 42 in een afzonderlijke kaft aangeboden. De beide namen zijn een waarborg voor de artistieke waarde van het werk. 3. ToerismeinOost-Vlaanderen.Nummer 1 van jaargang 1977. "Rooigem" door dr. J. Decavele. Het gedeelte extra-muros van het oude Gent wordt meestal slechts weinig behandeld. Een van de redenen waarom we dit artikel vermelden. De naam van de auteur is een garantie voor de wetenschappelijkheid.

4. Gedichten 1924-1974 door Paul Rogghé Tussen 1926 en 1974 publiceerde Paul Rogghé, gewezen ere-voorzitter van onze kring, 15 gedichtenbundels, waarin de liefde en de manvrouw relatie centraal staan, met als neventhema's : de zin van ons bestaan, leven, dood en eindbestemming. Uit dit dichtwerk, verspreid over een halve eeuw, heeft Daniël Van Ryssel een kleine selektie samengesteld, ter nagedachtenis van onze stadgenoot. In deze selektie komen tal van onuitgegeven gedichten voor, waar onder het gedicht over "Gent, doorheen de poëzie van zijn straatnamen en folklore" (19 5 7), met illustraties van Oscar Bonnevalle, de aandacht van onze leden verdient. Jeugdsonnetten, gelegenheidsgedichten, elegieën, rouwverzen, e.a. zijn de blijvende getuigenis van een leven, dat in de dichtkunst een wapen en een medicijn zocht tegen twijfels en kwellingen. Deze dichtbundel berust in de bibliotheek, maar kan ook besteld worden bij Carlos De Vriese. Meutestedesteenweg 293 (bankrekening: 062.4960380-50) Prijs : 150 F. 5. Herman Cools : ANTOON TRIEST (Beveren 1577-Gent 1657) Deze zeer verzorgde brochure uitgegeven door de Heemkundige Kring "Het Land van Beveren" brengt ons een biografie van bisschop Antoon Triest. In 1622 benoemd tot bisschop te Gent, heeft bisschop Triest gedurende 35 jaar te Gent onophoudelijk de vrijgevigheid beoefend. Ook als beschermer van de kunst staat bisschop Triest te Gent op de eerste plaats. De brochure is verkrijgbaar tegen de som van honderd frank te storten op rekening 415-3035931-40 Heemkundige Kring "Het Land van Beveren" 2750 - Beveren-Waas. 134


6. Het Augustijnenklooster te Gent. In deze brochure, die rijk is geĂŻllustreerd wordt ons het wel en het wee verteld van het Augustijnenklooster, dat een belangrijke plaats heeft bekleed in de geschiedenis van Gent. Prijs : 60 F. Verkrijgbaar in het klooster Academiestraat 1 Gent. GHENDTSCHE TYDINGHEN Van ons tijdschrift zijn nog de volgende nummers verkrijgbaar : 1973 : nummers 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12. 1974 : nummers 1, 3, 4, 6. 1975 : nummers 1 en 3. Prijs : jaargang 1973 : 25 F plus 10 F port. jaargang 1974 en 1975 : 35 F plus 10 F port. Jaargang 1976 : enkel volledig verkrijgbaar : prijs 200 F plus 25 F port. Bij bestelling door overschrijving duidelijk jaargang en nummer vermelden. De exemplaren zijn ook verkrijgbaar in het documentatiecentrum Het Damhert de eerste zondag van elke maand.

EEN HISTORISCHE SPREEKWIJZE VERKLAARD Salut en de kost In 1439 nodigden de Gentse St.-Jorisbroeders de kruisbooggezellen van de voornaamste Nederlandse gemeenten op een prachtig landjuweel uit. Als naar gewoonte werden drie boden gelast een op perkament geschreven wettelijk afschrift des beroepingsbriefs aan de gildebestuurders in Vlaanderen, Brabant, Zeeland, Holland, Luik en andere gewesten te gaan bestellen. De nederige bode, die de schutters van Vlaanderens machtige hoofdstad vertegenwoordigde, werd overal met onderscheiding onthaald. Schier in elke plaats werd hem de volle herbergzaamheid geschonken, en 't waren niet alleen de gilden, maar ook de wethouders van vlekken en steden, of de heren der plaats, die hem met rijke geschenken vereerden, juwelen, zilverstukken, fijne lakens of muntspeciĂŤn van grote waarde. In enkele steden weid die bode zelfs een banket aangeboden, waaronder muziek werd gespeeld, gelijk te Luik, en haalde men hem stoetsgewijze, met trompetten, bazuinen en fifers voorop, uit en naar de herberg, waar hij was afgestapt. De wijnbeker ging daarbij druk rond, en als de gildegez~nt vertrok, werd hem veelal, evenals bij zijn aankomst door 135


een stoet van ruiters uitgeleide gedaan. In 't kort : geen vorst werd in die tijd met meer onderscheiding bejegend dan de nederige bode van een ten landjuweel uitnodigend schuttersgilde. In mijn jaarboeken van 't St.-jorisgilde der stad Gent heb ik de volledige lijst medegedeeld van de geschenken, door drie boden in 1439 in naam der beroepen gilden aangeboden, en 't is door deze, dat wij de opheldering geven kunnen van 't spreekwoord : Salut en de kost. Gillis de Muelneere, de tweede bode, trok naar 't Henegouwse en wat men tegenwoordig Frans-Vlaanderen noemt. Te Bohain, in 't Kamerijkse, en te Corbie, kreeg hij van de kruisboogschutters een saluut, maar Jan Maeyaert, de derde bode, die den Scheldekant, Noord-Brabant, Holland en Zeeland afreisde, bekwam te Rupelmonde een saluut.ende den cost, dit wil zeggen, een muntstuk van die tijd, door 't volk een saluut geheten, en de herbergzaamheid in de afspanning of bij een der gildeproviseerders. Hoe nu de zegswijze : salut en de kost, populair is geworden ? Niets zo eenvoudig, dunkt ons. Het is te denken, dat de meeste, of althans vele gildeboden zullen getracteerd geworden zijn gelijk Jan Maeyaert te Rupelmonde, en dat zij, in hun stad teruggekeerd, magen en vrienden de opsomming deden van de ontvangen geschenken. Bedoelde uitdrukking, uit hoofde van de kortheid en van de woordspeling, welke er in gezocht kan worden, zal bij die mededeling wel 't meest getroffen hebben en 't langst in het geheugen gebleven zijn. Dat de saluut van Jan Maeyaert een muntstuk betekent, lijdt geen twijfel als men gemelde geschenkenlijst in.Ziet; immers men ziet daar, dat schier overal den boden enig geld werd behandigd : een ryder, een crone, een pieter, een postuiaets guldene, een Dordrechtse scilt, en zoals te Utrecht twee Saluute ende eenen Vlaemschen clinckaert. Frans DE POTTER (Ontleend aan het tijdschrift De Toekomst 1871.)

136


GHENDTSCHE TYDINGHEN

Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V .Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 6de Jaargang, nr. 4

15 juli 1977

Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. V erbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaĂŻsstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73.60- Heemkundige en Historische kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. (Buitenland : 225 fr.) INHOUD

Gent in 1855 Het Gentse Carnavallied _aan het woord De Compagnons der Boekdrukkunst Het Wachthuis of de Beurs op de Kouter Architect Louis Roelandt De Keuning te Gent Vraag en Antwoord Te Gent Bibliografie Bibliotheek Aanvullende Ledenlijst

138 150 162 166 170 177 181 181 182 183 183

Bibliotheek en Documentatiecentrum : Het Damberd, Koonunarkt, Gent. Toegankelijk voor de leden elke eerste- zondag van de maand (niet in juli en augustus). Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en vah het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. 137


GENT IN 1855 De gemeenteraadsverkiezingen in october 1854 waren ongunstig verlopen voor de liberalen. Advocaat Delehaye wordt burgemeester bij K.B. van 28 december 1854; baron Jules de Saint-Genois wordt schepen van onderwijs en schone kunsten ter vervanging van A. van Lokeren en Kervyn de Volkaersbeke wordt schepen van openbare werken ter vervanging van De Pauw. De schepenen Dubois (financiĂŤn) en Van Pottelsberghe de la Potterie (burgerlijke stand), die in 1851 verkozen waren voor zes jaar, behouden hun ambt. Josse Jozef Delehaey werd geboren te Gent op 28 maart 1800. Hij behaalde het diploma van doctor in de rechten aan de universiteit te Gent en was burgemeester van Merendree tijdens het Verenigd Koninkrijk. In 1830 was hij lid van het Nationaal Congres; daarna was hij proctireur des konings tot 1839. Hij werd volksvertegenwoordiger in 1849 en werd ondervoorzitter, daarna voorzitter van de Kamer. Na de verkiezing van 1857 verloor hij zijn mandaat, maar in 1870 werd hij opnieuw verkozen. Over zijn politieke loopbaan zal verder worden gehandeld. Hij overleed te Autryve op 22 september 1888. 4 Januari : Eergisteren rond acht uur 's avonds waren een vijftiental kurassiers in het Nodennaystraatje (zijstraat van de Veldstraat) aan het krakelen. Een drietal politieagenten kregen sabelslagen en moesten verzorgd worden. Zes kurassiers werden aangehouden. 14 Januari : De Melomanen houden een brooduitdeling in hun lokaal. Het Vlaemsch Gezelschap richt een brief aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers in verband met de hervorming van het landbouwonderwijs en vraagt dit onderwijs in de Vlaamse taal te doen verstrekken. 15 Januari : De minister van buitenlandse zaken heeft aan de burgemeester medegedeeld, dat Oostenrijk een schuld van 50 000 F gevorderd door de godshuizen van Gent erkend. Beter laat dan nooit ! 19 Januari : De burgemeester heeft de politie bevel gegeven het bedelen aan de kerkdeuren en dit vooral bij huwelijken en begrafenissen te verbieden. 20 Januari : De metaalfabriek De Phoenix heeft bij gebrek aan bestellingen tweehonderd werklieden weggezonden. De overige arbeiders werken slechts acht uur per dag. 24 Januari : De Gazette van Gent schrijft : "Verscheidene achtereenvolgende jaren van duur leven hebben de arbeiders in een staat van verval 138


gebracht, dat al wat ze enigszins kunnen missen in de Berg van Barmhartigheid verpand werd. Nu is er niets meer om te verpanden. Geen huisraad, geen vuur in de haard; alles in koud, doods, akelig. Duizenden werklieden lijden koude, honger, gebrek." De krant vraagt aan de stedelijke overheid zalen in de stad te openen, waar de werklieden kunnen eten. De metaalfabriek Verboost-Tertzweil heeft een aantal werklieden afgedankt. De overigen werken~ slechts acht uur. De magazijnen van veel katoenspinnerijen zijn vol; reeds drie of vier fabrieken liggen .stil. De Gazette van Gent klaagt het feit aan, dat de uitvoer van grondstoffen en de invoer van bewerkte stoffen begunstigd worden. Tevens vraagt de krant aan Van Hoorebeke, minister van openbare werken, locomotieven te bestellen bij de fabriek Phoenix en herinnert er aan, dat de twee beste locomotieven, Ie Duc de Brabant en le Comte de Flandre, in de werkhuizen te Gent werden gemaakt. 27 Janllélll : De gemeenteraad opent een inschrijving. Met de opbrengst zal soep aan de behoeftigen en aan de werklozen uitgedeeld worden. De Fonteinisten geven een toneelvertoning ten voordele van de noodlijdende werklieden. In de Holstraat werd een goedkope broodbakkerij geopend, waar het brood vier tot zes centimes goedko~er wordt verkocht. 1 Februari :. In een huisje aan het Gravensteen .werd de ongehuwde Cl. Walgrave vermoord. Daarover·verder meer. 2 Februari : De Gazette ·van Gent vraagt, dat bij de aangifte van een geboorte het kind niet meer naar het stadhuis moet gebracht worden. Wat later zal de aanbieding van de boorlingen bij de aangifte op de dienst van de bevolking niet meer vereist worden. Wanneer we zèggen, dat onze Franse schouwburg dit jaar geen brillante affaires doet, schetsen we maar de gewone toestand. Op woensdag 31 januari werd door de abonnementen de baszanger met 72 tegen 54 stemmen· verworpen. Ook de bariton onderging hètzèlfde lot met 100 tegen 15 stemmen. In de verkoopzaal Verhulst werd een Sanderus verkocht voor honderd frank. Voor enkele jaren kon men dit werk kopen voor 40 tot 50 frank.

4 Februari : De minister van openbare werken heeft enkele locomotieven bij het werkhuis Phoenix besteld. Men meldt, dat het publiek mits een entréeprijs van enkele centimes toegelaten is om ·het lijk van de vermoorde Cl. Walgrave te zien. "We begrijpen niet hoe de politie deze afschuwelijke tentoonstelling niet heeft verhinderd" schrijft de Gazette van Gent. 139


...

V .....

"'00

32... V

äu

-~ Q

140


12 Februari : De Loge Le Septentnon zal de ganse maand haar wekelijkse brooduitdelingen voortzetten. 18 Februari : In zijn vastenbrief veroordeelt bisschop Delebecque de vrijmetselarij; verder wijst hij op het gevaar bij de lectuur van sommige kranten en bestrijdt het rationalisme en het indifferentisme. De omhaling ingericht door het gemeentebestuur heeft 13000 F opgebracht. Deze som zal niet geschonken worden aan het Liefdadigheidsbureau maar gebruikt worden om behoeftige werklieden te helpen. 22 Februari : Volgens de Gazette van Gent zijn er nog altijd een aantal ongesloten rijtuigen bij de spoorwegen in gebruik. De krant drukt de wens uit, dat er een einde zou komen aan deze ongeoorloofde toestand. Al de klassen van de bevolking moeten met, dezelfde bezorgdheid worden behandeld. 28 Februari : De pijpen voor het nieuw orgel in de St.-Niklaaskerk zijn aangekomen. Men werkt ijverig aan de bouw van de sierlijke orgelkast naar een tekening van J. Van Hoecke. 3 Maart : Te Gent werd nog een bakkerij voor goedkoop brood opgericht. Het kapitaal bestaat uit 4000 acties van 100 F. De bakkerij is gevestigd in de Lange Violettenstraat. Op 2 maart bood het liberaal zakenkabinet H. De Brouckère haar ontslag aan. Op 30 maart zal het laatste unionistische ministerie Pieter de Decker worden gevormd, dat zal aanblijven tot october 1857. 7 Maart : De, Gentse maatschappij Société des Choeurs werd uitgenodigd om te Parijs bij de opening van de grote tentoonstelling te zingen. 8 Maart : Men is begonnen met het bouwen van een spoorwegbrug aan het oud kasteel. 9 Maart : De directeur van de Franse schouwburg is failliet verklaard. 16 Maart : De gemeenteraad schenkt aan Nollet een ere-penning. De tekst van de penning luidt : "Aan stads horlogemaker Karel Nollet, die de electriciteit de eerste in 't groot heeft toegepast· op de uurwerkwijzers in de stadslantaarnen geplaatst". 20 Maart : De beroemde violist Vieuxtemps (Verviers 1820 - Mustapha 1881) geeft een concert in het Casino. Reeds op achtjarige leeftijd trad Vieuxtemps op te Parijs en te Wenen. 30 Maart : Het volgende is wel uitzonderlijk voor de Gazette van Gent maar deze tekst willen we de lezers niet onthouden. "Het Vaderland,

141


dat nog altijd met dezelfde zeeverziekte behebt schijnt, stelt zich als sleepdrager van een Fransch blaadje onzer stad en wel om ons als medeplichtig te doen voorkomen aan de ruĂŻne en den ondergang van meer dan 200 bakkers, omdat wij de lezers bekend maakten van de oprichting van een monsterbakkerij". 31 Maart : H. Conscience houdt een voordracht te Gent in de Letterkundige Maatschappij over "De zending der vrouw". De gemeenteraad schaft het reglement van 8 mei 1806, waarbij de herbergiers verplicht zijn een lantaarn boven hun deur te plaatsen, af. Deze verplichting blijft echter geldig voor de ontuchthuizen. Ook het reglement van 28 juli 1814, dat het sluitingsuur van de herbergen bepaalde, wordt gewijzigd. Thans mogen de herbergen tot middernacht open blijven in plaats van tot tien uur 's avonds. 6 April : De zangmaatschappij De Vereenigde Werklieden zal op 9 april in de herberg De Prins in de Ramen een concert geven; de opbrengst is bestemd om een van haar leden van de militaire dienst vrij te kopen.

8 April : De Liefdadigheidswerkplaats heeft deze winter 110 000 liter soep uitgedeeld. 10 April : Heden overleed te Gent Jozef de Vleeschauwer, heel- en verloskundige. Hij werd geboren te Wichelen op 20 juni 1763. Deze Nestor van de faculteit werd in 1786 laureaat in de vroedkunde. Heel Gent kende hem. Nog voor kort zag men hem in de stad altijd in het zwart gekleed, met witte halsdoek, korte broek, sneeuwwitte kousen en gespschoenen, een kostuum dat de leden der faculteit vroeger droegen en dat hij nooit wilde verlaten. 16 April : In een van de grootste fabrieken van Gent zijn verleden week een groot aantal werklieden zonder bezigheid gevallen; voor anderen werd het dagloon verminderd. De oorzaak : de langdurige oorlog en de onzekerheid van de toekomst. Het lot der werklieden is beklagenswaardig. Reeds verscheidene jaren zijn ze het slachtoffer van het duur leven en er is nog geen hoop op verbetering. Deze week zijn de prijzen van brood, vlees en boter nog verhoogd. De aardappelen zijn voor de werkmanonkoopbaar geworden. Kijken we even de broodprijzen na. Intra-muros gebuild ongebuild rogge

7.1

28.1

25.2

25.3

29.4

27.5

3.6

45 37 24

46 38 25

41 36 22

44. 36 23

47 39 26

47 39 27

49 41 28 142


-

--~--

.~

<

--

.~--

""

~~-

143


Extra-muros gebuild ongebuild rogge

42 35 24

43 36 25

41 35 24

41 34 23

44 37 25

44 37 27

46 39 28

21 April : In de gemeenteraad wordt de begroting besproken. De opbrengst van de octrooirechten is sterk v~rminderd; dit is toe te schrijven aan de uitzonderlijke duurte van de levensmiddelen. Het verbruik van vlees is bij de werklieden volledig opgehouden. De gemeenteraad is van oordeel, dat er heel wat bezwaren zijn verbonden aan het houden van de botermarkt in open lucht en besluit vanaf 15 mei als proef de botermarkt in de voorzaal van het stadhuis te houden. Dit bleek echter een mislukking : de zaal was te klein .en de politie was verplicht de zaal te doen ontruimen. 30 April : Na een lange discussie besluit de gemeenteraad een octrooirecht te heffen ten bedrage van 25 centimes per hl. uitgevoerde beer. Dit blijkt echter geen succes te kennen, wat in het jaarverslag lezen we: "L'établissement d'une taxe de 25 c. par hl. de vidanges exportés ne répond pas aux exigences de l'hygiène et donne lieu non seulement à la fraude mais à de grands abus et à beaucoup d'inconvéniants pour les habitants". Ruimers en particulieren stortten de vloeistof in de rivieren en kanalen. 8 Mei : De maatschappij der Wapenbroeders van het keizerrijk heeft een dienst doen celebreren in de kerk te Sint-Amandsberg ter gelegenheid van de verjaring van de dood van Napoleon. Daarna werd een monument door de maatschappij opgericht, onthuld. Het jongste lid van de Wapenbroeders is thans zestig jaar oud. Dit monument staat nog altijd op het Campo Santo te Sint-Amandsberg. 12 Mei : De crinoline-rokken hebben thans de voorliefde van de dames. Het voorstel van de burgemeester de oude kerkornamenten van de voormalige kerk in het Vleeshuis - ornamenten, die volgens de burgemeester geen waarde hebben - uit te delen aan arme kerken, zoals de kerk buiten de Brugse poort, ·de kerk op Meulestede en de kerk van het Spanjaardkasteel, wordt aangenomen door de gemeenteraad. Men besluit ook de wedden van de politie lichtjes te verhogen. Zondag 20 Mei : Heden trok de processie van de Onbevlekte Ontvangenis door de stad. De straten waren versierd ~et witte en blauwe linten en bloemen. Bijzondere treinen hadden een massa volk aangebracht; ook diligenties en koetsen brachten veel kijklustigen. Drie militaire muziekkorpsen stapten in de processie. Aan de processie namen de kardi144


naai en elf bisschoppen deel. 24 Mei : De pauselijke nuntius heeft op donderdag 24 mei de eerste steen gelegd van de kerk van het Sint-Barhara-college in de Savaanstraat. 25 Mei : De krant De Broedermin betreurt, dat de kosteloze toneelvoorstellingen door schepen Kervyn niet in het programma van de Gentse kermis werden opgenomen en stelt de vraag "Is het soms om aan Le Bien Public genoegen te doen ? " De schepen zal het geld, dat bestemd was voor de toneelvertoningen gebruiken om door een Parijzenaar een vuurwerk te laten afschieten op het Belfort. 2 Juni : Opnieuw werd een maatschappij voor goedkoop brood opgericht, die zich zal vestigen op de Poel. 17 Juni : In een zangwedstrijd te Rijsel behaalden de Melomanen een eerste prijs en een gouden medaille van 300 F, het Willemsgenootschap bekwam een derde prijs en een medáille van 200 F. De maandag bij hun terugkeer uit Rijsel werden de beide gro~pen feestelijk ontvangen en in optocht naar het stadhuis geleid. De Melomanen heeft als voorzitter Kervijn en als bestuurder K. Miry; bij het Willemsgenootschap was de ondervoorzitter Willem Roghé en de bestuurder P. De Vigne. 1 Juli : Te Gent kwam een brief aan, die door de Gentenaar Judocus Cnudde te Sebastopol werd verzonden op 14 juni 1855. Het lijkt wel, dat de post heden trager werkt dan honderd jaar geleden.

20 Juli : Vreemde opkopers hebben op de botermarkt de boter gekocht aan de prijs door de boeren gevraagd. Zo steeg de prijs van de boter tot boven de twee frank per kg. Op de aardappelmarkt hadden enkele onlusten plaats. 's Morgens vroeg hadden werklieden hun vrouw vergezeld naar de markt en verplichtten de boeren hun aardappelen te verkopen tegen 10 centimes per drie kg. Er was veel verbittering tegen de opkopers. Volgens de Gazette van Gent werden de aardappels te Gent verkocht tegen 34, 36 en zelfs 40 centimes per drie kg. Op maandag 23 juli waren er weer moeilijkheden. De aardappels werden verkocht tegen 25 centimes per drie kg., de erwten · van 12 tot 14 centimes per liter. 4 Augustus : De Gentse vlasfabriek op de Vogelenzangkaai heeft eergisteren voor de eerste maal haar werklieden aardappelen tegen verminderde prijs bezorgd (18 centimes per drie kg.) Dierman-Seth, fabrikant in de Ham, verkoopt aan zijn werklieden aardappelen van eigen bedrijf tegen 20 centimes per drie kg.) · Op 9 juni werd de beschuldigde Jan Dewaet wegens de moord op het

145


Veerleplein op 1 februari ter dood veroordeeld. De halsrechting had plaats op zaterdag 4 augustus om zes uur. De guillotine was opgesteld achter de Sint-Machanuskerk en was omringd door rijkswachters en soldaten. Volgens de Gazette van Gent leek alles meer op een jaarmarkt dan op een strafplaats. Onderzoeken we verder de evolutie van de broodprijzen. 10.6

1S.7

19.8

16.9

ss

S3 43 26

S3 4S 29

S8 48 29

S6 48 30

so

so

41 26

43 29

S3 42 29

S3 44 30

Intra-muros gebuild ongebuild rogge

4S 30

S1 43 2S

Extra-muros gebuild ongebuild rogge

S2 43 30

49 41 2S

28.10 28.11

Op 4 augustus beslist de gemeenteraad de oude marktreglementen weer in voege te brengen. Deze reglementen dagtekenden van : aardappelmarkt : 2S.10.1817, botermarkt : 12.6.1804, graanmarkt : 7,11.1676 en 28.1.1803, markt pluimvee : 20.12.1806, veemarkt : 18.3.1817. De bedoeling is voornamelijk het opkopen door vreemde kooplieden te verhinderen. Tevens wordt een octrooirecht van 70 centimes per hl. op de invoer van paarden- en duivenbonen goedgekeurd, alsmede een recht van 94 centimes per hl. op de bloem van paarden- en duivenbonen. 13 Augustus : E. Moyson heeft in de poësis de eerste prijs v.oor Nederlands geschonken door het Willemsfonds behaald. In september bij de algemene wedstrijden voor het middelbaar onderwijs zal E. Moyson een eervolle vermelding behalen voor een Griekse vertaling, een eerste prijs voor Latijn en een accessit voor Nederlands. 19 Augustus : Danszaal Apollon. Buiten de Kortrijkse Poort te Gent. Ter gelegenheid van St.-Pieterskermis op zondag 19, maandag 20 en zondag 26 augustus : luisterrijk dansfeest. Een goed orkest zal de allernieuwste dansen uitvoeren. Het buffet zal van lekkere dranken en eetwaren voorzien zijn. Personen, die met rijtuigen naar de zaal komen, zullen geen barrière-rechten moeten betalen. 3 September : Deze morgen is de Belgische driemaster Theodore uit onze haven naar Indië vertrokken. Het is de zevende maál, dat dit schip naar die verre streek reist. We hopen in mei 1856 zijn gelukkige thuiskomst te mogen melden. 146


.....

~ -....]

Het Van Caeneghemgesticht (Copyright A.C.L. Brussel)


5 September : Men is thans bezig het ijzeren bovengedeelte van het Belfort te verven. Over enkele dagen zal het ijzerwerk het voorkomen hebbèn van een stenen toren. 6 September : Deze morgen is Taelman veroordeeld wegens moord in het Spanjaardkasteel gehalsrecht. Op het plein stond en ontelbare menigte. Rond het schavot stonden kurassiers, rijkswachters, pompiers en politieagenten opgesteld. 15 September : De gemeenteraad keurt het bouwen van een openbare pomp op het Sint-Pietersplein en op het Meerhem goed. De werken bedragen 4 318 F. Daarna volgt een bespreking over het afschaffen van de ontuchthuizen in het centrum van de stad. Volgens de burgemeester zijn de ergerlijke tonelen sterk verminderd. Nog volgens de burgemeester zijn er te ~ent 60 tot 70 verdachte huizen. ¡ 19 September : In onze stad zal een nieuw klooster geopend worden door de Zusters der Visitatie op de Coupure. De kerk van het: klooster zal op 20 september door' de bisschop worden gewijd. De zusters zullen op maandag 24 september hun Franse klassen openen. Er wordt tevens een kantwerkschool ingericht, die in october zal worden geopend. 21 September : Men breekt thans de toren van de oude Predikherenkerk af. De kerk zallater verdwijnen en door een reeks huizen worden vervangen.

28 September : Van maandag 1 october zal men soep aan de armen uitdelen bij de Zusters van Sint-Vincentius in de Gouvemementstraat. Men kan kaarten voor een liter soep bekomen voor tien centimes. De bedoeling is, dat welstellenden kaarten kopen om ze aan behoeftigen uit te delen. 29 September : De kruisweg va.ĂŽl de Gentse kunstenaar Eykens is bijna klaar. Hij is bestemd voor een kerk te St.-Louis in Amerika. 1 October : De gemeenteraad besluit een taxe van 15 centimes per hl. te heffen op de uitvoer van ruimstoffen. Tevens wordt een reglement voor de mestrapers goedgekeurd. Enkel de mestrapers, die reeds vroeger dit beroep uitoefenden, worden toegelaten. Ze moeten zich laten inschrijven bij de politiecommissaris van hun wijk en zullen een blikken plaat met de vermelding "Stad Gent. Dienst der mestrapers" alsook met het nummer van de wijk ontvangen. Deze plaat moeten ze op de rechter arm dragen. De mestrapers mogen enkel hun: beroep uitoefenen in de straten, die hun door de politie worden toegewezen. Ze mogen enkel een stootkar of een kruiwagen gebruiken. Het is verboden zich bij de 148


particulieren aan te bieden om afval op te halen. 15 October : De Gazette van Gent meldt, dat de Leopoldstraat, die werd,aingelegd in 1792, nog altijd niet geplaveid is. 31 October : De nieuwe opera van Gevaert "Les Lavandières" oogst te Parijs een groot succes. De Fonteinisten openen het toneeljaar met het werk Laureins Coster doorN. Destanberg. 13 November : Tijdens een vergadering van de Gentse katoenfabrikanten wordt een protestschrijven tegen de vermindering van de invoerrechten op fabrieksgoederen en opgesteld door Ferd. Lousbergs goedgekeurd. 11 December : Het gemeentebestuur heeft heel wat problemen met het opstellen van een sluitende begroting. Een aantal octrooirechten worden verhoogd. De belasting voor de nachtwacht wordt vervangen door een belasting op de bewoonde huizen met een huurwaarde van meer dan 200 F per:jaar en zal 2 1/2 o/o van de huurwaarde bedragen. 1855 was een jaar van duur leven, van werkloosheid, van honger en ellende. Het jaarverslag vermeldt : "La persistance de la cherté des denrées alimentaires et Ie chomage de quelques établissements sont les causes de l'accroissement de la misère". In 1855 werden 4 870 gezinnen met 19 480 personen het ganse jaar en 780 gezinnen met 3120 perso~ nen tijdelijk geholpen of in totaal 22 600 personen of 21,3 o/o van de bevolking. · In augustus 1855 werd de "Vereeniging voor 't algemeen welzijn" opgericht met als doel aardappelen aan de lagere standen te verkopen aan een verminderde prijs. De activiteiten begonnen in augustus 1855 en zullen eindigen op 20 mei 1856. De gemiddelde prijs van de verkochte aardappelen lag tussen 22 en 26 centimes per drie kg. Einde 1855 werd het Van Caneghemgesticht voor blinden geopend; het bestuur werd toevertrouwd aan de Broeders van Liefde. En terwijl de Engelsen en de Fransen op 8 september 1855 Sebastopol veroverden, ontdekte Livingstone de Victoria-watervallen in Afrika en stierf in Zweden de filosoof Kiergegaard, die eerst een kleine eeuw later een grote invloed zal uitoefenen op de wijsbegeerte. In Parijs werd een wereldtentoonstelling gehouden en werd het eerste grootwaren huis geopend. Een slecht jaar is voorbij. M. STEELS

149


HET GENTSE CARNAVALSLIED AAN HETWOORD In Ghendtsche Tydinghen (1974, pp. 7-20) handelde M. Steels over "Carnaval te Gent". Dat deed hij door het gebeuren door een sociaalhistorische bril te bekijken. In de bladzijden die volgen wil ik het eveneens over datzelfde carnaval hebben doch dan bekeken vanuit de folkloristische hoek. Daarbij zullen we hoofdzakelijk gebruik maken van de talloze carnavalsliedjes waarvan we een massa exemplaren aantroffen in de G.U.B. en enkele in de bibliotheek van het Museum voor Volkskunde. Van wanneer het eigenlijke carnavalslied, dat wil zeggen opzetelijk voor carnavalsgebruik aaneengerijmd, dagtekent, is moeilijk te achterhalen. Het oudste ons be~end liedje dateert van 1827. Zijn titelluidt : "Iets in 't Gendtsch I gezongen in de Societeyt DE CONCORDE (1) I Vastenavond 1827 I Stemme : Mon pays avant tout". Zoals mag blijken van de paar strofen van het liedje die we tekstueel overschrijven, is de tekst wat we tegenwoordig "geëngageerd" zouden kunnen noemen. Wy waeren hier over jaer ook gezeten, Dees schoonen dag vergeten wy niet, Den Burgemeester (2) kwam ook bij ons eten, Zoo veel eer en was ons nog niet geschied• Heeft men wat g'had m'heeft ook veel gegeven, Veel armen menschen eten van ons brood, 'T is eenen winter, men zoud' er van beven, Hoe veel en· zyn er niet nog in de nood. Elk heeft gegeven zoo veel als zy konden, Ziet maer ons lysten hoe vol dat ze staen, In de CONCORDE wy zyn dat gewone, Daer med'en kan zy ook noyt niet vergaen. (3) Wat de rijmpjes verzwijgen, is dat er niet alleen met lijsten rondgegaan werd doch eveneens met bussen. Dat de collectanten zich bij dat rondgaan niet vergenoegden met een flink aantal cafés te gaan bezoeken maar verkozen hun schreden te wenden naar "den toer'' zal wel niet hoeven onderstreept te worden. Wat met "den toer" bedoeld wordt moet ik hier niet uit de doeken doen, het artikel van M. Steels weet daarover alles te vertellen. Ik zal dan ook elke onnodige overlapping met bedoeld artikel vermijden. Toch nog dit over die toer : niet alle zotten liepen op hun eentje straat in straat uit. De meesten zag men opstappen öf liever huppelen in paren of gegroepeerd in zg. compagnies. Wie goed bij kas was kon zich veroorloven de 150


toer te maken in een open spel, een vigilante, een tilbury, een char-àbancs of een alledaagse boerewagen zoals er een te zien is op een van de afbeeldingen (4) Op deze en op een van de twee andere foto's herkent men zonder moeite de gevel van het Hotel Faligan, de zetel van de Club des Nobles, eertijds bekend als Hondenkot. Op de derde foto ziet u op de achtergrond, nl. op de hoek van de Vogelmarkt, het Café des Arcades, later ingenomen door de boekhandel Van Rysselberghe & Rombaut. Nog later door die van Rombaut-Fecheyr. Tegenwoordig door de IPPA. Waaruit die compagnies samengesteld waren ? Uit een zelfde buurt bewonende mannen en vrouwen. Uit een zelfde ambacht of beroep uitoefenende arbeiders(sters) of beambten. Uit de vrijwel voltallige ledenschaar van de ontelbare verenigingen en verenigingetjes die de stad rijk was. We bedoelen de koor-, spaar-, kaart-, teerling-, bolders-, schuttersen andere maatschappijen. Uit wat studentenbonden. Een van de grootste bekommernissen van die compagnies gold vanzelfsprekend hun uniforme kledij. Gemengde compagnies kwamen voor de dag verkleed als pierrots en pierrettes, als harlekijns en colombines, als boeren en boerinnen, als schooljongens en -meisjes. De. niet gemengde groepen, in hoofdzaak geleverd door het sterker geslacht, verkozen in de huid te kruipen van clowns, domino's, matrozen, Zoeaven, Turken, . Chinezen, Indianen, enz. Wie al toerend· niet moe gelopen, gehuppeld, gesprongen en gezongen was~ trok 's avonds naar een van de talrijke danszalen of -zaaltjes om daar peper te gaan geven. Een speciaal, meer burgerlijk publiek zou zijn avond en nacht liever doorbrengen in de zalen van de "Fransche Comedie". · Doch laat ons voorlopig de compagnies en de Opera aan hun lot over om de afgebroken draad van ons verhaal weer op te nemen. Bleek het carnavalslied dd. 1827 min of meer geëngageerd te zijn, van dat dat van het_ volgende jaar kan niet hetzelfde gezegd worden. · Reeds de titel van het 9 strofen tellend lied laat maar al te duidelijk verstaan welk soort vlees men in de kuip had : een doorspekt met een flinke portie guitige folklore. "Vasten-avond-gezang op de mekanieke Smis of Menschen-ergietery op de Graen::-merkt te Gend ten jaere 1828. Stemme :Jan die sloeg Sysje." Het grootste wonder, nog op de Graen-merkt is, raer en bezonder, een mekanieke smis, een mensch-ergietery, 151


oven en vorm by, daer elk mag van genieten, gebrekelyke doen hun daer ergieten. Aldus luidt de 4de strofe van het lied. Ook het laatste couplet mag u niet onthouden worden. De konstenaeren,

zijn in d'ergietery, zoo wel ervaeren dat het brengt rykdom by, zy werken inderdaed van kleyne winst en baet, die daer wilt van genieten komt met den karnaval laet u ergieten. Wat het lied ons verzwijgt is op welke plaats van de Koornmarkt er "ergoten" werd. Dat zal wel in om het even. welke drankgelegenheid plaats gehad hebben. Over de betekenis van die "ergieterey" of haar equivallent "erbakking" zullen we niet nader ingaan. Dr. Marcel Deruelle behandelde het onderwerp met kennis van zaken in Oostvlaamse Zanten (1964, pp. 145-156). Alleen willen we er volledigheidshalve aan herinneren dat -wellicht door beĂŻnvloeding door de feesten die sedert 1861 te Eeklo gehouden werden- omtrent hetzelfde tijdstip een ander door Van Paemel gedrukt volks~ liedje op de stemme van "Het Meysken gelyk haer Moeder" de ronde deed: Den bakker die Vrouw en Man weer dobbel erbakken kan. De wereld heeft veel wonder in, Elk zoekt na listen en pratyken, want ider tragt nae het gewin, om hunnen handel te verryken, men spreekt nu veel van eenen man, zyn werk gaet alle konst te boven, die alle slag van menschen kan dobbel erbakken in den oven. De bakker nodigt iedereen uit naar zijn wonderbare inrichting te komen : Arm en ryk, man en vrouw, oud en jong. 152


153


Ook: jonge maagdekens al die op roode sletsen loopen met pluymen hoedjes op den kop de kat in 't donker 't vel afstroopen. Ook: Veel jongmans die met valsehen grond de meyskens dobbelhertig vryen. Ook: Getrouwde vrouwen, ende mans die kraeyen schieten op d'een zeye (kraien zijn bepaalde lichte vrouwen) . de ~eyskens zonder rnaegden glans die loopen na de bakkerye, den bakker werkt voor kleyn profyt; de schande word van kant geschoven. (een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg) Ook: Oogters die uyt goedhertigheyd, niet en konnen tegen t'ontzeggen (weigeren) waerdoor zy haere liberteyt, tegen dank (met tegenzin) in de wiege leggen. In de jaren '30 (Katholiek bewind na Omwenteling) en '40 (crisisperiode) schijnen het carnaval en in elk geval het uitbrengen van liedjes diep ingeslapen te zijn. In het liedje van 1849 bleek men weer met beide voeten op de begane grond te staan want men ging zijn blik werpen op een gebeurtenis die in die jaren heel wat inkt deed vloeien : de emigratie van Belgen naar Kalifornië, en zulks op een ogenblik dat het mislukt avontuur met Santo Tomas (5) nog in eenieders geheugen nawerkte. We lezen in "Vastenavond 1849. Vertrek naar Kalifornië op de stemme van A la façon de Barbari" : In Karnifornië geen bedrog Men zal gelukkig wezen Want in ons geheugen leeft nog 't Vera-Paz, zoo geprezen, Vele Belgen vielen er dood La faridondaine

154


Niet dan uit nood Vervloekt zy toch die kolonie, biribi A la façon de Barbari, mon ami. Mensch, 't zy boer, oud, jong kleyn of groot Uyt dorpen en uyt steden Denkt aen uw's broeders hongersnood En wilt een kluyt (10 centiemen) besteden. Koop all' ·dees VASTENAVOND. LIED La faridondaine Helpt uyt 't verdriet Zy die gaen naer Kalifornië, biribi A la façon de Barbari, mon ami. Ook het volgend jaar heeft het carnavalslied het "schooien" op zijn programma staan doch ditmaal wordt "het liedeken verkocht ten behoeve van den Armen". Het betreft "Karnavalslied 1850 De verkeerde Wereld I stemme C'est ce qui nous désole of Den boer zal 'tal betalen". Laatstgenoemd dingetje is een zeer populaire zangwijze die we alle vijf voeten tegenkomen. Zoals u zult kunnen ervaren is het liedje niet politiek geladen wat niet wegneemt dat het zich expliciet contesterend laat horen. In feite is die bestreden verkeerde wereld al niet verkeerder. dan die welke we de onze noemen. De wereld die is gansch verkeerd.

Wat slecht is, wordt nu meest geëerd, En ziet men ·zegepralen. (bis) Heeft men een vel, men stroopt het af, Men brengt elk tot den bedelstaf Door dat vervloekt betalen. (bis) Vrienden verzacht nu het verdriet, Koopt toch dees vasten-avond lied. 't Is om een broodje t' halen (bis) Voor menig' armen man en vrouw, Met kind'ren in d'ellende en rouw, Die 't niet kontien betalen (biS) Welke gezicht het carnavalslied in de jaren '50 getrokken heeft laat ik onbesproken. M. Steels en Pr. Claeys (6 ), de eerste objectief, de andere heel partijdig, hebben het onderwerp meer dan voldoende behandeld. Desniettemin wens ik toch 2 liedjes uit het vergeetboek te voorschijn te halen. Het eerste wegens de details die het over een bepaalde cavalcade verstrekt; het tweede omdat het van de hand is van niet de eerste de beste. Het eerste : "Karnavaldagen van 1857. I Menschlievende Kaval155


kade I ingerigt door I De Zonder Naem. I Met medewerking van verschillende Maetschappyen". Door de mededeling die we onderaan het vliegend blaadje aantreffen komen we iets meer te weten over de route die de stoet had af te leggen. Hier volgt ze : "De Kalvakade zal rondgaen Maendag 25 February en Zondag 1 Maert. De eerste omgang is bepaeld als volgt : de stoet zal byeenkomen in de Savaenstraet, en voortgaen langs de Ketelbrug naer de Komediestraet, Kouter (kant der Hoofdwacht), Kouter (kant der Concorde), Zonnestraet, Veldstraet, Koommerkt, Korte Munt, Groenselmerkt, Lange Munt, Vrydagmerkt, Kamerstraet, Korte Kamerstraet (nu een gedeelte van Bij St.-Jacobs), Vlasmerkt, St. Jacobsnieuwstraet, Keizer-Karelstraet, Arteveldeplaets, Brabanddam, Brabandstraet, Vogelmerkt, en zoo op den toer komen om er tot des avonds op te blijven". "De tweede omgang zal gebeuren langs de Walpoort (komende van de Savaenstraet), Korte dagsteeg, Vogelmerkt, Kouter (kant der Concorde), Zonnestraet, Koophandelplaets, Kort Onderbergen (nu Gebr. Vandeveldestr. van Recollettenbrug tot Onderbergen), Onderbergen, St. Michielsplaets, St. Michielsstraet, Hoogstraet, Peperstraet, Burgstraet, Hooge Zonnestraet (Rekelingestr.), St. Pharai1deplaets, Groenselmerkt, en op den toer komen langs de Lange Munt, om op te blijven tot des avonds". Van die twee itineraria kan alleen maar getuigd worden dat ze kasseiweg w.rren zoals de Gentenaars plegen te zeggen. Het ander liedje dat we menen te moeten bovenhalen dagtekent van 1859. Het vloeide uit de pen van niemand minder dan Emiel Moyson (7). Wat zijn inhoud en vorm betreft -van het liedje, niet van Emiel staat het torenhoog boven al wat het leger would-be volksdichters voortbrachten. Ik haast mij te verklaren dat hij niet de allerenigste intellectueel geweest is die zich bezondigde aan het aaneenrijgen van carnavalsliedjes. In zijn geval waren ook N. Destanberg, Fr. de Potter, H. van Peene, K. Ondereet, Pr. van Duyse, en wellicht nog anderen. "Ten Strijde" betitelde Moyson z~n gedicht ervoor zorgend dat het kon gezongen worden op de sterome van A plein verre. Doch let wel OP. r Het drukken van het lied betaalde hij uit eigen zak en voor de verspreiding ervan stond hij op zijn eentje borg. Verkleed in domino maar niet gemaskerd deelde hij gedurende al de carnavalsdagen zijn vliegende blaadjes uit aan de kijkers naar de toer. Het commentaar waarmee hij zijn lied besluit - dit wordt natuurlijk niet gezongen - tekent de 20jarige idealist ten voeten uit : "De strijd moet vreedzaam wezen; het geweld heeft nooit den verdrukten eene duurzame lotverbetering aangebragt". Dezelfde mening zal hij een paar weken daarop verwoorden in een ander lied : "Denkt gij daaraan ? " Daar verklaart hij uitdrukkelijk : "Wat ons betreft, nooit zullen wij den verdrukten het aanwenden van andere 156


middelen dan de wettelijke aanprêken ! " Plaatsgebrek verbiedt ons het lied in zijn geheel mee te delen; we zullen ons dus maar vergenoegen met het kopiëren van de laatste twee strofen van de aanklacht : Toch, slaven, rijst, rijst op, gij werkmansvrinden, rijst uit uw'slaap en reikt elkaar de hand, bestrijdt· ft geweld, bestrijdt die 'i volk verblinden _en weelde koomt in 't lieve Vlaandrenland .R. Sa, gezellen, weest kloek gezind, de strijd begint, o laat de boeien niet meer vaster knellen ! Sa, gezellen, de strijd begint~. weèst kloek gezind, opdat de werkman een~ zijn' rech~en wint !

al de wonden waar 't goedig Volk sints ·eeuwen lang aan leed, en Vlaandren heeft zijn' ouden glans hervonden, dien rijken glans toen Artevelde streed !

De weelde koomt en balsemt

R. Wellicht. ót~dat bèt,v,:liç~nd blaad~ ~onQ.er enige ondertekening de wereld in-~z(>ndeg w~td~ ·weièl.'heHlie<fjenièt opgenomenin "Liedjes en andereVerzen v:an.:E.Mojf$on; Aniwerpen, 1869". In een ander wèl onde~~énd.zóë~naangehaald blaadje, gedrukt enkele dagen na het sluiten vaJl: carJ,I~~~:JlL op 3 april1859, wordt in dezer voege op ''Ten Stri~~"~~~péèl~ ·:, ··· tw4Jt!~q~;lt~d_:~~ezellen, moed, ten strijde ! · •.· j'Jit ~~èl,iJ1t~r~gt.~éêrvare aan 't werkmanskind". = '-· ·-._ .-.· . <

Wat.~·- ()itmógeJijklqmnen verklaren is dat de dichter zijn "Brood" zowet1àls~jj~-

"Denlc(gij daaraan ?" ondertekende met EMl_LMOIJSON.

In de jaren~60 verloor het carnavàlslied allengs zijn contesterend karakter otJi zich~··aanvankelijk all~en in te laten met menig filantropisch werk. Naderhand zou het hoofd,zakelijk gebruikt worden om heel andere "werken'' tè "dienen,'. ~ëer persoonlijke, zeer commerciële werken. Per slot van. rekening z~~t v:erant\\Toordè zuiver carnavaleske werken. Ik bedoel d~ liedjes die ui5gereikt ~~rd~ door de menigvuldige dansgelegenheden, ofli~ver drankg~legenhe~n; . · W~t dat soort y~ Uedjes,betreft zij~ we vanaf het jaar '86 om zo te zeggen volledig ingelicht. Laten we dus achtereenvolgens de herbergen, café-chantants en eigenlijke danszalen aan het woord.

157


158


DE HERBERGEN, die zich liever staminets, stammerrees of staminees laten noemen. Uiteraard zijn ze uitgesproken in de minderheid _aangezien ze niet zo dansgeschikt zijn als haar grotere broertjes : de caféchantants en de danszalen. Den gouden Bol, Rooigemstraat Het Lappersfort, Zandstraat {nu Montereystraat) "Wilt maar peper geven, Recht naar de ZANDSTRAAT toe Daar dansen wij ons moe". Den Handboog, Lange Munt. Wie geen zin heeft de beentjes op te lichten kan biljarten of bollen. De Bruiloft, Rooigemstraat. Bij Julie Elias, die zelf haar liedje aaneengeregen heeft. "Wij maken veel plezier. En lustig op den zwier In DE BRUILOFT is 't goed bier". "En wij gaan eens met ons Mie Naar DE BRUILOFT bij Zulie". Een paar jaar nadien heeft Zulie haar tenten opgeslagen in A la Ville de Spa, Hoogstraat, waar men haar "Julie de Kilo" noemt. DE CAPE-CHANTANTS. Deze waren uitermate talrijk. Over de stad gelijkmatig verspreid hadden zij er het handje van hun winkel te doen draaien. Figuurlijk en letterlijk. Moeite noch financiële inspanningen waren hun te zwaar om leven in de brouwerij te brengen. Figuurlijk en letterlijk. De Nieuwe Eendracht, St. Amandstraat. Bij Karel De Zutter, bijgenaamd Blonde Karel. De levende Brug, Bijlokevest De Lelie, Zandstraat (nu Montereystraat) 't Gouden Mandeken, Oude Beestenmarkt. Isidoor Van Daele, den alomgekenden komiekzanger met Eedje Petrooi zullen het volk eens hartelijk doen lachen. Den Trompet,_ Molenaarstraat De Lelie, St. Amandstraat 't Oud Ijzerkruis, Slijpstraat. Gehouden door den welbekenden volkszangerAlex Wauters 't Is in 't Kruis dat men moet zijn Om er d'eèhte lol te smaken Dus waar kan men beter wezen Dan bij SANDER IN HET KRUIS ? Want in het IJZERKRUIS

159


Daar heersebt vroolijk gedruisch Daar is er lol, elk is er thuis.

Bij Mijnheer Charles, Oude Beestenmarkt. Duivenmelker Want op den Duivenmarkt Bij CHARLES diene schort (deugniet) Is er geen lol of drank te kort, Dus Pierrot Matrozen en Arlekijn Wilt een goede flikker geven Bij MIJNHEER CHARLES moet gij zijn Daar voelt eenieder zich herleven.

De Leeuw van Vlaanderen, St. Pietersvrouwenstraat (nu St.-Kwintensberg) Er zal weer lijk alle jaren In DE LEEUW te winnen zijn Voor de schoonste verkieede paren Twintig bloenden extra fijn ! Iedereen krijgt wat boterkoeken En de grootste compagnies Die DE LEEUW komen bezoeken Elk een resem bloedsocies. Een bericht aan de liefhebbers : voor 3 F bekomt u 1000 exemplaren ! Het Volksblad, Drongenschensteenweg Boer, boerin . en piero Daar eens naartoe zonder dralen · Clouws matroos en domino Laat u daar eens binne vallen Ieder jongen met zijn mie Zal zich daar eens· goed amuzeeren Dus gezongen in 't refrein Wij moeten in HET VOLKSBLAD zijn. De volledige tekst vindt u in G.T. van 1975, p. 30. De Welkom, Dendermondschensteenweg, Bij Henri Capaert Maar wilt gij u amuzeeren Bij CAPAERT moet gij Ericanteeren Daar bij HENRI Moet gij u niet geneeren De Vijlkapper, Brugschensteenweg. Bij Albert Cotman, bijgenaamd Beerke.

't Nieuw ]eruzalen~ ? De Witte Duif, ? Het lied is van de hand van Alex. Wauters. Dat de 160


man niet alleen liedjes maakte mag blijken uit het bericht waarmee hij zijn lied besluit : Den ondergeteekende gelast zich met het maken van kleedjes voor de compagnies.

De gouden Appel, Leikaai Daarheen met g'heel ons kliek En met een fel muziek Want in DE GOUDEN APPEL Is het magnifiek. Het laatste lied dat we op de kop konden tikken dagtekent van 1910. Zijn er na die datum nog andere van de pers gekomen ? We weten het niet. Hopelijk brengen bereidwillige lezers-verzamelaars ons een gestoffeerd antwoord. Hoe dan ook, een feit is het dat, wellicht om definitief afscheid te nemen van een sedert jaren gevestigde gewoonte, nauwelijks een paar maanden voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, nogmaals een lied de straat op werd gestuurd .. 5 strofen van elk 10 regels telt het lied, dus iets dat moet bekeken worden. Karnavallied 1914, is het getiteld. Het werd gedicht en gezongen door Frans De Dapper uit de Appelstraat. Toe springt maar op al in galop Meisjes doet u ne vrijer op Steekt hem thans later op den bok 't Is feest van Kamaval Een liedje nu gezongen Toe meisjes knipt een jongen Wij trekken naar de zalen Met onzen bon amie Ons jong hartje¡ ophalen Doet deugd wel sapristie Pirots en herderinnen Zwaven en arlaquin 't Is tijd al om te minnen Toe zoekt u een vriendinne Vivat de Gentsche lolle 't Is maar eens karnaval 't Verdriet uit hulder bolle Zegt Mie de Kasserolle. M. VAN WESEMAEL

161


NOTEN

(1) LA CONCORDE was een orangistische, liberale vereniging (Metdepenningen was er de voorzitter van van 1858 tot 1881) die haar lokaal had op de hoek van de Kouter en de Korte Meer. Als zoveel andere merkwaardige gevels en artistieke interieurs viel ook het Verkenskot - dus noemden de Gentenaars DE CONCORDE- ten offer aan de zg. Moderne architectuur. Het gebouw was het werk van Louis Roelandt (1825 ), dezelfde die in Gent menig bouwwerk op zijn naam staan heeft (of had). Ik denk aan de Opera (1840), het (afgebrand) Gerechtshof (1846), het Casino (1836). DE CONCORDE vond een nieuw onderdak in het nieuw gebouw. (2) Het was op 10 januari 1826 dat het op dat moment pas voltooid interieur ingehuldigd werd door de voorzitter van de vereniging, burgemeester Jozef van Crombrugghe. Het is op dat gebeuren dat in het lied gezinspeeld wordt. (3) We hebben eraan gehouden aan de spelling van de aangehaalde:liederteksten niet de mins~ wijziging aan te brengen al ware het slechts om het eigenaardige van c:le gebezigde taal onaangetast te laten. (4) De negatieven van deze evenals van de andere in dit artikel gepubliceerde foto's maken deel uit van het Fonds Vander Haeghen, negatieven die bewaard worden in het Museum voor Volkskunde. (5) Zie H. Rieux, Gentse bijdrage tot de studie van het volkslied ''Vera Pas" in OostvL Zanten, 1971, pp. 215-217; M. van Wesemael. Nog iets over het liedje van Vera Paz, in Oostvl. Zanten, 1972, pp. 35-35. (6) Notes et Souvenirs,

m, p. 130 en p. 254, Gand, 1907.

(7) Emiel Moyson werd te Gent geboren op 9 januari 1838. Hij overleed te HautPré (Luik) op 1 dec. 1868. Omdat Emilius Carolus Augustus een natuurlijk kind was van (de niet onbemiddelde) Felicita Trossaert droeg bij tot 22 juni 1856 haar naam. Op die datum verkreeg hij de toestemmjng zich naar de naam van zijn vader, Antoine François Moyson te noemen. Nog vóór de arbeidersbeweging enigszins georganiseerd was ijverde de burgersjongen, die Emiel was, met woord (opstellen van liederen en gedichten) en daad (het uitreiken ervan) voor de ontvoogding van het proletariaat. Dit was hem veroorloofd dank zij een zeker kapitaal dat bij van zijn moeder geërfd had. Zoals voldoende bekend is beschreef Anseele Moysons leven in de tendenzroman ''Voor 't Volk geofferd" (1881).

DE COMPAGNONS DER BOEKDRUKKUNST EN BOEKBINDERIJ DER STAD GEND.

Sedert jaren kennen we thans de maatschappelijke zekerheid -·waarin we onder meer de principes kunnen zien van solidariteit en verplicht sparen-, die de werknemer beschermt tegen ziekte, werkloosheid, enz. Er zijn echter tijden geweest, dat bij ziekte of werkloosheid van het ge-

162


zinshoofd, het gezin onmiddellijk vervielin de bitterste annoed~ en ellende en beroep moest doen op de liefdadigheid. Ons verhaal begint op 11 mei 1806. Op die dag kwamen de letterzetters,~drukkers en boekbinders samen en besloten een onderstandskas te stichten, die ze "Borze" noemden. Het initiatief ging uit van J.F. Laval. Laval was geboren te Gent op 27 juni 1774 en was gedurende ongeveer 35 jaar letterzetter. In 1818 werd hij hulpbibliothecaris van de universiteitsbibliotheek en maakte zich hier verdienstelijk door het opstellen van. een aantal inventarissen. Laval heeft ons ook een manuscript nagelaten "Dag-aanteekening of kronijke van het voorgevallene binnen de stad Gend van 29 January 1813 tot Augusti 1815", dat bewaard wordt in de universiteitsbibliotheek. Ook door Laval beschikken we over het eerste reglement van "de Borze". Wat ons onmiddellijk opvalt, is dat de vereniging geen bestuur heeft; de algemene vergadering moet telkens beslissen. Art. 2 bepaalt : "Er zal wekelijks op elke Drukkerij en Binderij door eenen Ontfanger daertoe aengesteld, entfangen worden een Decim of vlaemschen stuyver per Compagnon en Leerling, welken Ontfanger zal gehouden zijn alle rnaenden de penningen te behandigen aen den Kassier'-'. Wie kan.lid worden ? De leden moeten sedert driejaar het beroep van letterzetter-drukker-boekbinder uito~fenen en de stad bewonen. "De compagnons, .meer _als driejaer op de kunst en diè niet contribueren,· te rekeJiett m~t de!l- dag der institutie (oprichting der vereniging), indien -zij naerdie~ zouden willen" inko111en, zullen voor alle verschenen jaer betaelen; tot 9rij schellingen courant en daer_enboven vervallen in den art. 7 op de vreenl(:lelingen. Insgelijks zal het zijn met degene di~ in }let vervolg op de koJist zullen komen.'~ Dit art. 7 bepaalt "Geenen vreemdeling zal aengenomen worden vooraleer hij een jaer dotnicile binnen deze stád zal hebben : hij zal gehouden zijn nog een ]aer te contribueren_, eer hij het recht kan gemeten benevens de andere compagnons; daarenboven zal hij. vqor welkom betaelen twee schellingen courant-ten profijte der Borze". Welke steun verleende nu de Borze ? De zieke leden na zeven dagen werkonbekwaamheid en die thuis behandeld werden, ontvingen 3 gulden 3 stuivers per week of 9 l)tuivers per dag. Aan de leden,die in het hospitaal werden verzorgd., werd een gulden 11 stuivers per week of 4 1/2 stuivers per dag uitgekeerd (dit als steun voor het gezin). De ziekte moet gestaafd worden door "eene behoorlijke attestatie van den docteur" (art. 8). Tenslotte werden· aan de leden, die "tot zekeren ouderdom gekomen zijnde, dat hij onbekwaam zal geworden zijn nog te kunnen werken tot en: wanneer hij in een huys van weldadigheid zal geraeken, dan zal hij bij titel van ouden compagnon wekelijks bij den .

.

.

163


kassier mogen ontfangen eenen schelling courant; hij zal zig met min moeten vergenoegen na maete der fonds". Art. 22 voorziet echter een beperking : "Den genen die zig ziek maekt 't zij door dronkenschap, 't zij door het verkeeren in slegte huyzen, kan geene pretentie rnaeken op de borze". Er werd ook steun verleend in enkele andere gevallen. "Aen de jongheden, die de conscriptie noodzaekt op te trekken" werd een som van zes gulden en zes stuivers verleend als reisgeld. Ook de leden, die werkloos waren en naar een andere stad gingen om werk te zoeken, kregen dezelfde som als reisgeld. Echter "Indien er eenen compagnon van zijnen meester bedankt wordt door zijn slegt gedrag of onwetenschap of wel dat hij zijn eygèn afdankt, om naer eenen anderen stad te reyzen, kan geene pretentie rnaeken op de Borze" (art. 15). Hoe werd de Borze bestuurd ? "Den kassier zal alle zes rnaenden prompt en zuyvere rekening doen aen de ontfangers en alle jaeren aen de generaliteyt, die hun zullen moeten laeten vinden op de plaets waer den kassier hen roepen zal, dit op de boete van drie stuyvets courant" voor de afwezigen. Op de vergadering moest de leden zich behoorlijk gedragen. Er was een boete voorzien voor'"die elkander injurieren of uytschelden, te weten den eersten belediger : drie stuyvers", "die handgemeen worden, elk eenen schelling courant", "en indien er bloed gestort wordt, elk twee schellingen" alles ten profijte der kasse. Bij de stichting in 1806 sloten zich 56 leden aan uit negen drukkerijen. (drukkerij Begijn : 15 leden, Steven : 10 leden). Uit een brief van Laval van 2 november 1808 blijkt, dat de Gentse letterzetters het voorbeeld hebben gevolgd van hun Parijse collega's, voorbeeld waarop de Moniteur en het Joumal des DÊbats de aandacht hadden gevestigd. Op 11 november 1808 verleent burgemeester Pycke zijn goedkeuring aan het reglement. Vanaf 1819 werd aan de zieke leden elf stuivers per dag verleend. Na 1830 ontvingen de zieken 1,50 fr.per dag en dit gedurende zes maanden, daarna 1,25 fr. per dag gedurende drie maanden. Na negen maanden moet de vergadering beslissen over de steun, die verder zal verleend worden. In 1853 vierde de boekdrukkers-ziekenbeurs feest : werden gehuldigd Karel Ladewijk Kockenpoo, die sedert 25 jaar algemeen ontvanger was en Canneel, de oudste letterzetter van Gent. Canneel was de vader van de kunstenaar Th. Canneel (Gent 1817-1892), directeur van de Academie te Gent van 1850 tot 1892, en die voomamelij~ bekend is voor zijn muurschilderingen in de Sint-Annakerk. Op 25 mei 1856 vierde de ziekenbeurs haar vijftig jarig bestaan. Een groot banket in de herberg Den Handboog in de Lange Munt verenig164


de meer dan honderd disgenoten. Gedurende die vijftig jaar was in totaal ongeveer 20 000 fr. aan zieke leden en oude leden uitgekeerd terwijl er nog 3000 fr. in kas was. Het laatste overlevende lid-medestichter J;B. De Leeuw werd hartelijk gevierd. Ook Laval was aanwezig; de man was blind en zou op 27 februari 1859 overlijden. Op 16 november 1873 werd een pensioenkas gehecht aan de boekdrukkers-ziekenbeurs met het doel de oude of tot werken onbekwame leden een levenslang pensioen te verlenen. Om een pensioen te kunnen genieten moest men ten minste dertig jaar lid zijn bij de ziekenbeurs of de pensioenkas en 65 jaar oud zijn. De bijdrage bedroeg 20 centimes per maand, boven de inleg voor de ziekenbeurs. Verdere inkomsten kwamen van omhalingen en de opbrengsten van feesten, tombola's, concerten, toneelvertoningen. De betaling der pensioenen ving aan van zodra de kas over een kapitaal van 50 000 fr. zou beschikken. Het te betalen pensioen mocht maximum 1,50 fr.per dag bedragen ; het pensioen zal verhoogd worden tot twee frank per dag als het kapitaal meer dan 100 000 fr. bedraagt. De gebrekkigen en ongeneesbaren, die niet_ meer kunnen werken ën die meer dan vijf jaar en minder dan twintig jaar lid waren, ontvangen de helft van het vol pensioen. In 1883 was de som van 50 000 fr.bereikt en werden de eerste pensioenen uitbetaald. De eerste tombola had 15 ~52 fr. opgebracht; de tweede tombola van 1880 bracht 21 208 fr. op" en dit met lotjes van tien centimes. In 1900 werd de pensioenkas aangesloten bij de Spaar- en Lijfrentekas, waardoor de leden de voordelen van de staatskas konden genieten. In 1905 telde de pensioenkas van de drukkers 170 leden, die aangesloten waren op de staatsk:às. Aan de zieke leden werd nu twee frank per dag uitbetaald. In 1965 telde de ziekenbeurs 323 werkende leden. Op 9 juli 1906 werd het honderdjarig bestaan van de boekdrukkersziekenbeurs geVierd. Een lange stoet, waarin meer dan negentig maatschappijen opstapten, trok door de stad. Het kapitaal van de ziekenbeurs hedroeg 85 OOÓ fr. in 1906. Art. 2Ö van het reglement verbood over politiek te spreken tijdens de vergaderingen. Op het einde van de negentiende eeuw woedde de strijd voor het algemeen stemrecht met er naast nog een strijd tussen socialistische en anti-socialistische vakbonden. Het is duidelijk, dat van buiten uit gepoogd werd de leden vari de ziekenbeurs in de strijd- te hem~.

-

De boekdrukkers-ziekenbeurs, opgericht in 1806 -het begin van de negentiende eeuw- is een prachtig voorbeeld van solidariteit. Dat dit initiatief uitging van drukkers-letterzetters-boekbinders is niet zo verwonderlijk : de groep is beperkt, _waardoor verstandhouding gemakkelijker is; bovendien was de verstandelijke ontwikkeling van deze werknemers 165


heel wat hoger dan de ontwikkeling van werknemers in andere beroepen. Zo waren heel wat leden van de ziekenbeurs lid van de Fonteinisten en van Broedermin, zoalsPieter De Cort, Frederik De Stoop, Van Doosselaere, Fontaine, Fauconnier, allen letterzetters; K. Ondereet was boekbinder. Het eerste drietal schreef ook toneelstukken. Op het einde van de negentiende eeuw, maar voornamelijk na wereldoorlog I is schaalvergroting onafwendbaar; ziekenbonden, waarvan de leden behoren tot eenzelfde beroep, zijn voorbijgestreefd. Voeg daarbij de grote evolutie in de arbeidersorganisatie. Zo zal de Borze na een meer dan honderdjarig bestaan verdwijnen. Wie zal echter de betekenis van de Borze bepalen als voorbeeld voor de oprichting van andere ziekenbonden en pensioenkassen ? J. DE MEESTER

HET WACHTHUIS OF DE BEURS OP DE KOUTER Op 6 maart 17 38 beslisten de schepenen van de Keure op de Kouter een wachthuis voor de Oostenrijkse troepen te bouwen. Sedert 1715 waren onze gewesten trouwens opnieuw met Oostenrijk verenigd. De stadssoldaten of de stadswaeckende mannen behielden hun wachthuis in het stadhuis. In het resolutieboek lezen we : "Ten voornoemde daeghe is gheresolveert te maeĂŞken eenen nieuwen corps de garde op den peerdeneauter deser stadt ende daertoe te ghebruycken de pennin., ghen te procederen van de vercoopinghe van de officien van prysers." Architect Bernard De Wilde werd belast met het tekenen van het plan. Bouwmeester J.B. Simoens bouwde het wachthuis voor een som van 1366 ponden wisselgeld. David 't Kint, inspecteur van de stedelijke bouwwerken, werd met het toezicht belast. Bernard De Wilde tekende ook de nieuwe schouwburg en het gildenhuis van de Sint-Sebastiaansgilde. Het wachthuis werd niet uitgevoerd als het oorspronkelijk plan van architect De Wilde. Op het ontwerp zat boven het raam van het balkon De Maagd van Gent op een leeuw en met de linker hand op het schild met de wapens van Vlaanderen en Gent. Bij de uitvoering werd dit schild vervangen door de. loop van een kanon en een wapentrofee. De keizerlijke Oostenrijkse arend boven het dak werd natuurlijk door de Fransen weggenomen. Het wachthuis was gedeelteijk gebouwd op een stuk grond toebehorende aan de stad Gent en op een stuk grond van de Sint-Sebastiaansgilde, die er voor een vergoeding ontving. Het nieuw 166


gebouw werd in ontvangst genomen op 23 november 1737; de gevel is in stijl Ladewijk XV. In de 18e eeuw was een werkman belast met het reinigen van het wachthuis en met het verwijderen van het gras, dat groeide tussen de stenen op de Kouter : "tot het gaede slaens ende cuysschen van den corps de garde en tot het uytrekken van het gaes op den Cauter". Het wachthuis, alhoewel gebouwd door de stad en dus ook eigendom van de stad Gent, werd toch na de aanhechting van ons land bij Frankrijk, beschouwd als nationaal goed. In 1807 werd het gebouw aan Gent teruggegeven op voorwaarde, dat het gebouw zijn bestemming zou ~e­ houden en door de stad worden onderhouden. Tijdens het keizerrijk werd het wachthuis versierd met de Franse leeuw, die natuurlijk weggenomen werd in 1814. In 1830 werd hij vervangen door een Belgische leeuw, die nu allang verdwenen is. Welk was het doel van dit wachthuis ? Onder de Oostenrijkers was het zeker om hun aanwezigheid te tonen. Later was wel de voornaamste bedoeling baldadige soldaten, iets dat wel meer voorkwam, op te leiden. Van het wachthuis vertrok 's avonds de taptoe. Om acht uur stelden de trommelaars, de klaroenblazers en de trompetters zich op voor het wachthuis. Op het teken van de)aniboer-:majoor werd de aft()c;htgeblazen en stapten de wachtèn :op· naar hrin kazerne. Volgens ·eell ordèr van 23 juli 1862 werd de volgende weg gevolgd : het-negend~ lit}ierè- ·.. giment langs de Schouwburgstraat en de Nederkouter, ·het eerste-linieregimentlangs de Vogelmarkt en de KorteDagsteeg, de kurasierslangs de Vogdmarkt en de Brabantdam. Natuurlijk liep in de zomer de Gentse jeugd de soldaten achterna. . . . In de Gazette van Gent van 3 october 4860 lezen we "Het roffelen van de trommels van de taptoe stoort rne~hnáàls 's avonds d~toneelvert~­ ningen in de Franse schouwburg. Gistereil avond is men nu enkel voor.: bij de Ketelbrug beginnen te trpmmelen". Bij K.B. van 6 september 1867werd de militaire taptoe afgeschaft. De laatste taptoe had plaats op 8 september 186 7. De krijgsraad, die vroeger zetelde op. het stadhuis, hield zijn zittingen op de eerste verdieping van het waÇhthuis van 1867 tot 1885 en verhuisde dan naar het justitiepaleis; Nu moeten we een woordje yenellen over de maatschappij l'Union. Peze vereniging wetd;-ópgerichtin 1842. Oorspronkelijk konden enkel de personen, die patent betaalden- dus winkeliers-lid worden. Na1855 verviel-deze voorwaarde en moest men enkel een jaar de stad· bewonen. De vereniging had tot doel door eendracht en goede verstandhouding het algemeen welzijn· te bevorderen. In 1849 kocht de vereniging het oud hotel der paardenpasterij naast de 167


i

t~ '' ~ -~ ~" \ '• \_\ ' "-- ' ....

'"

\;

\.

'

Het Wachthuis (1737). (Foto : Dienst Toerisme stad Gent).

168


Hoofdwacht voor 68 000 F. Na verbouwingswerken werd het nieuw lokaal ingehuldigd op 21 juli 1851. De maatschappij telde toen meer dan 700 leden, die tot de neri,gdoende klasse behoorden. In de Messager de Gand van 22 juli 1851 lezen we : "Hier a eu lieu Ie banquet d'inauguration du nouveau local de la société 1'Union. La salie était gracieusement ornée : les écussons et les bannières des métiers de la ville décoraient les murs et dans Ie fond avait été construit un joli bosquet surmonté des armes de la Belgique et au milieu duquel avait été placé Ie buste du roi". In 1874 werden verbouwingswerken uitgevoerd naar een plan van architect Marchand. De Wegwijzer van Gent vermeldt jaarlijks de samenstelling van het bestuur van de maatschappij l'Union en dit tot de Wegwijzer voor 1900. In 1899 werd de vereniging ontbonden. Om te eindigen nog een woordje over de Beurs. De Beurs werd ingesteld bij consulair besluit van 19 messidor jaar XI (8 juli 1803) en werd ondergebracht in het Pakhuis op de Koornniarkt. Als het Justitiepaleis in gebruik werd genomen, verhuisde de Beurs naar het nieuw gebouw. Vermoedelijk vandaar de naam Koophandelsple1n. Te Gent waren er _een zestal wisselagenten, die alle nanriddagen v~rgaderden. De kooplieden in granen~ óliën, enz ..vetga.derdenop yrijda.g.-Na 1885 namen de activiteiten van de· beurs een grÓtè uit&teiding. )3en verplaatsing vverd noodzakel~h Toel1 de stad Gent het gebouw v;;.:n het Ju~tititepaleiS afstond aan de staat, moest de Beurs zich elders h:iJisvesten. De Beurs huurde mi de zaal van de maatschappij l'Unicm, maar dit gafgeen voldoening. ~páaina werden .de .\Jverkzaamheden gehouden in de Skating Rjng. Op:JOjuni 1899 b.eslqqtde gemeenteraad het gebouw van de l'ûnion aan.,te·kogen voor ro·o 000 17\ en de ilodjge verbouwingen te doen oin er de Beurs in onder· te brengen. Wegens sommigë moeilijkheden werd het. gebouw rechterlijk onteigend. Op 22 april j901 schreef de Ga.zette van Gent : "Op vrijdag 26 dezer zal.de·hêurs·voor de laatste maalgehou~en worden in het lokaai van .de Skating RUig". De nieuwe lokalen ván de beurs werden Ingehuldigd op zondag ~8.aprll190t. . . ...· .• _ Een aantalleden zullen zich npg herinneren, dat tijdens de oorlog.1940194 5 de: rantsoeneringsdiensten J.n de Bel.lrs waren gevestigd. M. VAN BÈRGEN

BRON : Gedeelteijk naar R. Claeys : Le corps de garde de la Place d'Armes.

169


ARCHITECT LOUIS ROELANDT

Portret van L. Roelandt door Lieven De Winne (Cop yright A.C.L. Brussel)

In de voorgaande jaargangen van Ghendtsche Tydinghen kwam de naam van Louis Roelandt herhaaldelijk voor. Er bestaat ook een L. Roelandtplein te Gent (op het einde van de Steenakker ). Louis Roelandt werd geboren te Nieuwpoort op 31 januari 1786 . Hij 170


volgde de lessen in architectuur aan de Academie te Gent. In 1808 sticht Roelandt met enkele vrienden en met de steun van Faipoult, prefect van het Schelde-departement, de maatschappij Société des Arts, waarvan de naam enkele jaren later werd Société des Beaux-Arts et de Littérature, waarvan Roelandt jaren lang ondervoorzitter, van af 1849 levenslang voorzitter zal zijn. In 1808 is hij de eerste in de wedstrijd voor architectuur en het volgend jaar vertrekt hij naar Parijs om er zijn studiën te voltooien. In 1811 wint Roelandt de prijs van Rome. Nadat bij K.B. van 25 september 1816 hesloten werd te Gent een universiteit op te richten, werd Roelandt belast met het tekenen van de plannen van het gebouw, dat zal opgetrokken worden op de gronden van het gewezen Jezuïetenklooster in de Voldersstraat. Op 3 maart 1818 benoemt de gemeenteraad Roelandt tot "architecte extraordinaire de la ville"; hij wordt belast met de bouw van de universiteit. Zijn wedde bedroeg 433 gulden. In werkelijkheid deed het stadsbestuur hier een goede zaak, want alzo moest de stad Gent geen ereloon betalen aan de architect. Roelandt zal dit ambt vervullen tot in 1856. In 1819 wordt Roelandt leraar aan de Gentse academie en in 1835 hoogleraar in de bouwkunst en de geschiedenis van de bouwkunst aan de universiteit. . . · .. Louis Roelandt ovèt"leed in zijn woning öp de Nederkouter 34 ·op 5 april1864. Gedureride48 jaar had Roelandt gewerkt; tijdens deze periode was hij de architect van een groot aantal gebouwen te Gent. We hebben reeds gezîen, dat de bouw van de umversiteit het eerste groot werk was,. waarmege R~elandt werd belast. De eerste steen werd gelegd op 4 augustus 1819 door A.· Fa:lck, minister van Openbaar Ond~rwijs. Het gebouw werdplechtig ingeliiildigd op 3 october 1826. Het peristiel is gevqtmd ll}et:àclitKotfutische kolommen naar de verhoudingen van het Pantheon ·te Rome; Een opschrift herinnert er aan, dat het gebouw werd opgel;rolcken onder het. bestuur van Wûlem I door de stad Gent. "Auspice (;uliehno I, acad. cm!ditore posuit S.P.Q.G. MDCCCX:XVI".Het bas:..reliëf op het fronton (zie ûlustratie) werd niet uitgevoerd. De voorzaal is een prachttg voorbeeld van evenwicht. In de bevloering. van deze zaal ligt een koperen draad, die de meridiaan van Gent aanduidt. Een marmeren trap leidt naar de aula, die een ander voorbeeld is van sierlijkheid. Kort na 1800 werd te Gent de maatschappij La Concorde opgericht : het was een club voor de hogere burgerij. Aanvankelijk gevestigd in het café Gantois in de Veldstraat, verhuisde de club naar het Café des Arcades op de Kouter, keerde terug naar het Café Gantois en huurde daarna het hotel Papejans de Morehoven op de Kouter. La Concorde

171


<l > Cl) ~

0 0

:>

172


kocht het lokaal in 1825. Roelandt werd belast met de nodige verbouwingen en op 9 januari 1826 werden de prachtig versierde zalen ingehuldigd met. een banket onder het voorzitterschap van burgemeester Van Crombrugghe. Diezelfde dag was 's morgens ook burgemeester Van Crombrugghe aangesteld ter vervanging van burgemeester Piers de Raveschoor, die te Den Haag was overleden op 6 december 1825. Er hadden allerlei feestelijkheden plaats. De Journal de Gand 11.1.1826 schreef : "Le soir la place d'Armes était élégamment illuminée. On aremarqué surtout une arcade éclairée par le gaz dont l'effet fut beau. La société de la Concorde avait également son transparent et ses arcades". Op · 20.1.1826 lezen we : "La société de la Concorde, fidèle à ses habitudes généreuses, fera dimanche 22 janvier sa première distribution de pain et de charbon aux indigens .. Çhaque membre aura à sa disposition un certain nombre de cartes, qu'il pourra donner aux families dont les besoins lui seront connus". In 1850 kocht La Concorde hethotel Limnander aan en richtte er leeszalen en een bibliotheek in. Het blijft te betreuren, dat dit prachtig gebouw een tiental jaren geleden werd afgebroken. Op 12 october 1808 werd te Gent de Maatschappij van Landbouw en Kruidkunde opgericht~ De eerste bloemententoonstelling werd gehou..:. den in 1809 in de Frascati. In 1810 werd ze gehouden in de zaalSodaliteit in de Korte Meir om in 1811 te belanden inde herberg Den Botaniquen Hof of de Zaal Flora in de Holstraat en gehouden door C. Lankman. Het aantal tentóongestelde planten vermeerderde snel ~n in 1827 hield de maatschappij nu haar tentoonstellingen in de benedenzaal van het stadhuis. In 1836 waren er niet minder dan ~075 tentoongestelde planten. Ook het stadhuis was dus te klein geworden. Om aan de Maatschappij voor Landbouw en Kruidkunde een pa.Ssend loka3.1 te bezorgen werd op 29 december 1~34 de Na;.mlooze Mae.tschappy den Hovingbouw en Kruydkunde opgericht. De stad Gent schonk aan de maatsehàppij:een stuk grond gelegen op ·de Coupure tussen de Theresianenstraat en de Rozemarijnsttaat. Nóg 57 ·aren grond werd aangekocht van het bestuur der Burgerlijke Godshuizen; zo was de totale oppervlakte 27 400 vierkant meter. Het maatschappelijk kapitaal bedroeg eerstlSO OOOF e.n werd later gebracht op 250 ÖOO F. Koning Leopold r·tekende in·v<>ot honderd obligaties van honderd frank. Er werd nu een wedstrijd ingericht, waaraan zeventien architecten deel~a­ men. Het ontwerp Vat1 RQdandt werd aanvélà.rd. De eerste steen werd gelegd 'op 2 juni 1.835 en net gebouw werd feestelijk ingehuldigd op 15 augustj..lS 1836. Het gebouw omvatte een zaal voor 800 personen, waar concerten werden gegeven, een café met woning voor de huisbewaarder en tentoonstellingsruimten. De totale uitgave (aankoop grond, bouwkosten en aanleg tuin) beliep 156 480 F. De naamloze maatschap-

van

173


174


pij verhuurde het gebouw : de Maatschappij voor Landbouw en Kruidkunde betaalde jaarlijks 1800 F, de maatschappij St.-Cecilia 1200 F en het koffiehUis werd verpacht eerst voor 1600 F en na 1840 voor · 1200 F. per jaar. Van nu af hadden de tentoonstellingen plaats in het Casino. Later werd het gebouw nog vergroot. Naast de bloemententoonstellingen hadden nog regelmatig allerlei festiviteiten in het Casino plaats : openluchtfeesten, concerten, tentoonstellingen van schilderijen, enz. In 1913 werden de floraliën in de nieuwe zalen, die ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling: van 1913 in het park werden gebouwd, ingericht. Na de eerste wereldoorlog raakte het Casino )n vervaL Later werd er de veeartsenijschool gebouwd. In het januari.,.nummer van G.T. hebben we gezien, dat in 1737 de SintSebastiaansgildè een schouwburg bouwde op de Kouter. Na de komst van de Fransen werd de-gilde ontbonden en de schouwburg werd verkocht als nationaal goed. Het gebouw kwam in handen van een aandeelmaatschappij,die de schouwburg verhuurde aan een uitbater. Na een aantal moeilijkheden te veel om hier te vertellen kocht de stad Gent de schouwburgitL1821 voor 40 068 gulden (84 816 F). In 1837 besloot de gemeentera,ad.een nieuwe schouwburg te bouwen. Roelandt werd met het tekent'!n van de plannen bèlast. De werken vingen aan in 1838 en het gebouw werd ingehuldigd op 1-sepie.mber 1840. "Le théatre de Gand pouvait rivaliser pour-son architecture et sa décoration splendide avec les plus belles institutions de ce genre du continent" schreef W. Rogghé. _ Voor 1830 telde onsland.slechts twee beroepshoven. Bij besluit van derde beroepshof opgericht te Gent. Voor4 augustus 1832 werd lopig hadden de zittingen van het Beroepshof plaats- in het stadhuis; de rechtbank van eerste aanleg zetelde in de Voldersstraat in het gewezen Jezuïetenklooster.. Roelandt werd belast met het tekenen van de plannen. Het Justitiepaleis werd gebouwd op de plaats waar vroeger het Recolett;enklooster.ofMiriderbroedersklooster stond; dat werd afgebroken onderhet Frans bewind. {de ov~rkant van de Leie heet thans nog Recolléttenlei). De ·bouwwerken duurden ongeveer_ tien jaar. De bouwkosten bedroegen méer dan 1 600 000 F, het rijk en de provincie gaven een toelage van èlk 300 000 F; het o~rige was ten laste van de stad Gent. Het gebouw is volledig opgetrokk~n ip Rochefort-steen. In het gebouw zetelde ook de Beurs. Tevens werden er ri1l en dan tentoonstellingen, zangfeesten en prijsuitreikingen ingericht. Nà de brand van 1927 onderging het iinvendige van het Justitiepaleis een aarttal veranderingen. Tijdens het Verenigd Koninkrijk werd het kanaal Gent-Terneuzen ge-

een

175


V "'Ó

0... 0 V "'Ó

....

0

u

I': 0

u OI

.....:!

176


graven; het kanaal werd plechtig geopend op 18 november 1827; twee jaar later werd het Handelsdok ingehuldigd. In 1843 ontvangt Roelandt de opdracht een stapelhuis te bouwen aan het handelsdok. De eerste steen van het gebouw opgetrokken in Byzantijnse stijl werd gelegd door Leopold I in 1844. Het stapelhuis werd door brand vernield in 1919 en heropgebouwd in 1921. Roelandt werd ook belast met het tekenen van de rijschool, die gebouwd werd in de Lange Violettenstraat in 1851-1853. De poort bevat bovenaan een bas-reliĂŤf van de Vigne-Quyo, dat twee s~eigerende paarden met een paardentemmer voorstelt. Op het hoogste punt van de voorgevel bevindt zich het stedelijk wapenschild met de letters S.P.Q.G. (Senatus Populusque Gandavensis). In een andere bijdrage hebben we reeds gezien, dat Roelandt ook de plannen tekende voor de Sint-Annakerk. Deze plannen werden later gewijzigd door architect- J. Van Hoecke. _ Roelandt was dus de ontwerper van een reeks openbare gebouwen te Gent. Maar ook buiten Gent was Roelandt zeer bedrijvig. Hij tekende de stadhuizen te Aalst en te Ninove, de kerken te Doel, Desselgem en het klein seminarie te Sint.:,Truiden" de, hospitalen te Lokeren, Ronse, Mons en<Sint-Truiden. flij werkte mede aan het ontwerp van de nieuwe trap aan de Sint-Gudulakathedraal te Brussel. Ook de huizenrij, die de hoek vohnt van de Lamstraat en de Sint-Pietersnieuwstraat werd ontworpen door_ Roelandt. M. VANGENT

25e V erjaerdag van de keunings Regering. DE KEUNING TE GENT. Volksliedje. STEMME VAN Pierlala. 1 KOEPLEETJE. Den beijaerd speelt, de klokke luidt, 't Kanon ronkt op het fort, De stad is op heur best gekleed, Daer is geen volk te kort. Er komt een dooĂŤn uit het graf Hy smyt zyn kiste's deksel af.

177


0

.s (I)

<'$

u

V

>

V

~

0 0

>

178


'k Ben 't ik, zei Pierlala sa sa. (bis)

2. Och jongens ! zegt hy, wat is dat ? Waerom is Gent zoo schoon ·? Waerom is iedereen zoo bly ? Ze zyn dat niet gewoon. 't Is de eersten keer dat ik verrys In zulk een hemelsch Paradys. 'k Sta stom, zei Pierlala sa sa (bis).

3. Ik kyk verwonderd rondom my Naer 't preêrsel van de straet. Myn oogen vallen op een schrift Dat op een arke staet. Ik lees erop : "toe zingt al mee', 't Is Leopold's ze jubilé." 'k Heb 't beet, zei Pierlala sa sa (bis).

4. Ik poetse my al gauw wat op En 'k scheere mynen baerd, Want 'k wille kost wat kost gaen zien Het is de moeite waerd. 't Volk dat 'nen keuning celebreert Die vyf-en-twintig jaer regeert. 't Is raer, zei Pierlala sa sa (bis).

5. Ik loope Gent eens spoedig rond En ieder roept te vreê : "Die keuning van het Belgenland Wat is dat ne kadé ! We vieren hem met hert en ziel, 't Land hield hy regt als 't bykans viel." 't Is schoon, zei Pierlala sa sa (bis).

6. Ik trekke naer de Statie toe Hy is daer ! 'k hoor 't geroep,

179


Omringd van heel den Gentsehen Raed, Van Burgerwacht en troep. Men leidt hem onder ark en vleg, Terwyl men roept op zynen weg : Vivat ! zei Pierlala sa sa (bis).

7. De middaegs naer de Vrydagmerkt Gaet hij in vollen stoet, Waer heel de stad vergaderd is Voor zynen welkomgroet. Een traan rolt uit zyn vorstlyk oog Op 't zien van zulk een volksbetoog. 'kWeen ook, zei Pierlala sa sa (bis).

8. Men leidt hem naer de Schouwburgzael By eenen lekkeren disch, Hem aangeboden door de stad Uit diepe erkentenis. Op zyn gezondheid drinkt hem daer Dat hy nog leve honderd jaer, Nog meer ! zei Pierlala sa sa (bis).

9. De casino geeft hem een feest, 't Verdient den grootsten lof, De bloemen zyn met gaz verlicht, Het is 'nen tooverhof. De Keurring zegt in 't deure gaen : "Ge doet my veel te veel eere aen." 't En doet, zei Pierlala sa sa (bis). 10.

Des anderdaegs is 't wederom feest, Maer 't is nu iets voor 't volk. In Minaid's-Schouwburg komt de Vorst, Zyn naem galmt in de wolk. Daer geeft hy 't vlaemsch zyn volle regt, Terwyl het volk met blydschap zegt : Heb dank, zei Pierlala sa sa (bis). 180


11.

Welhaest voert de vapeur hem weg, En zuiver treurt de stad. Twee dagen ! 't is uitnement kort. Ach ! bleef hy toch noch wat ! 0 Keuning ! draeg ons wenschen meê En schenk ons nog geluk en vreê. Hy zal, zei Pierlala sa sa (bis). 1856

VAN PEENE

VRAAG EN ANTWOORD

Vraag 78 van de Heer Graaf F. de Hemptinne. In het boek "The Anglo-Dutch wars of the 17° century" dat verkocht wordt in het National Maritime Museum te Londen worden de talrijke zeegevechten tussen de Engelse en Hollandse vloot in de 17de eeuw behandeld. De volgende feiten situeren zich in juli 1666 :. "A fierce quarrel promptly broke out between the two Dutch admirals, each accusing the other of derelicHon of duty, and would never serve together again. The States-General naturally and rightly sided with De Ruyter. The warmly Orangist Tromp was dismissed, dispite his exceptional popularity with the seamers and his place was taken by a colonel of marines, Willem Joseph Baron van Ghent". De vraag luidt : "Wie was die kolonel van de marine-infanterie Baron van Ghent ? Meer ·dan waarschijnlijk is onze kolonel een Gentse patriciër (of afstammeling er van) in dienst van de Hollandse vloot.

TE GENT 1. In Zweden overleed de Gentenaar Andries Mac Leod.Hij was de zoon van prof. H. Mac Leod. Sommige leden zullen zich nog prof. Andries Mac Leod herinneren toen hij leraar in de natuurkunde was aan de Rijksmiddelbare normaalschool te Gent. In 1938 verliet hij ons land om zich in Zweden te vestigen. A. MacLeod was doctor in de wis- en natuurkunde en was bekend voor zijn studies over de phûosofie van de mathematica; hij was doctor honoris causa van de universiteit van Upsala.

181


2. Te Gent is de term "arme kamer" nog gekend. De Arme Kamer werd te Gent opgericht in 1531. Onder het Frans Bewind werd deze Arme Kamer door de wetten van 17 october en 27 november 1796 vervangen door het Bureau van Weldapigheid, waarbij ook het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen kwam. Door de wetvan 10 maart 1925 werden deze beide instellingen vervangen door de Commissie van Openbare Onderstand (C.O.O.), die thans op 1 april1977 werd vervangen door het O.C.M.W. of Openbaar Centrum Maatschappelijk Welzijn. 3. De Heer Geert Van Doorne ontving de wetenschappelijke prijs van de stad Gent voor zijn studie "Aanleg van een nieuwe verdedigingsgordel te Gent."

4. Het jaar 1977 is een waar herdenkingsjaar. Vooreerst zal in augustus de 150ste verjaring van de opening van het kanaal van Terneuzen plechtig worden herdacht met feestelijkheden te Gent, Zelzate, Sas van Gent en Terneuzen. Onlangs werd ook het lSO-jarig bestaan van de nijverheidsschool herdacht. Deze school, die lang een stedelijke instelling was, heeft duizenden technici gevormd, die machtig bijgedragen hebben tot de ontwikkeling van de industrie in Vlaanderen. Onlangs werd ook de 125ste verjaring van het studentengenootschap 't Zal wel gaan herdacht met een tentoonstelling in de universiteitsbibliotheek. In 1852 werd ook te Gent het Van Crombrugghe-genootschap Ăśpgericht, dat dus ook thans 125 jaar bestaat. Ten slotte : de Koninklijke Gentse Politieharmonie bestaat nu 75 jaar.

BIBLIOGRAFIE

1. Onze medewerker M. Van Wesemael publiceerde in Oasvlaamse Zanten (nr. 1 jaargang 1977) het eerste deel van een artikel "Lichte Vrouwen te Gent in de 19de eeuw en hun publiciteit". 2. WIARUG- berichten. (Werkgroep industriĂŤle archeologie van R.U.G.) Het maartnummer bevat een interessante bijdrage over het beluik tussen de St.-Lievenspoortstraat en de Keizersvest. 3. In Toerisme in Oost-Vlaanderen (maartnummer 1977) verschenen twee bijdragen over Gent. "Te gast bij broeders, kartuizers en fabrikanten. Het Museum Meerhem" van R. De Herdt en "Gent honderd jaar geleden. Een wandeling door en rond de Kuip met Ernest George in 1877" van 182


Gontrand Van Severen zijn twee boeiende artikels, die ons heel wat vertellen over minder gekende bladzijden uit het Gents verleden.

BIBLIOTHEEK De Heer L. Hoste schonk aan de Heemk. en Historische Kring het handschrift van zijn studie "Bijdrage tot de vroegere en nog bestaande uithangtekens te Gent". Deze niet uitgegeven studie bevat ook 300 foto's van uithangborden, gevelstenen en gevelversieringen. De H. en H. Kring dankt de Heer L. Hoste voor dit prachtig en waardevol geschenk. Deze studie kan enkel geraadpleegd worden in de bibliotheek.

AANVULLENDE LEDENLIJST 1144. Van Aerde J.-P. M. Lenzingstrasze 39 D-4232 Kanten 1145. Walraedt G. Antwerpsesteenweg 391 9110 Sint-Amandsberg 1146. Comhaire F. Lentestraat 69 9000 Gent 1147. Baetens J.-P. Henri Pirennelaan 27 9219 Gentbrugge 1148. Vandeleene A. Meersstraat 30 9830 Sint-Martens-Latem 1149. Ysabie M. Doornzeledries 103B 9050 Evergem 1150. Vanderhaeghen P. Rode Kruisstraat 1 9219 Gentbrugge 1151. Louwers Fr. Knotwilgenlaan 4 9030 Wondelgem 1152. Declerq G. Muinkkaai 84 9000 Gent 1153. Mw. de Groeve-Vanheesbeke Guido Gezellestraat 30 9830 Sint-Martens-Latem 1154. Glibert L. Lindestraat 14 9920 Lovendegem 1155. Kautekeete A. Ooilamstraat 34 9000 Gent 1156. Lescrauwaet M. Frère-Orbanlaan 464 9000 Gent 1157. Mw. Wwe Van den Broecke-Van Damme Frère-Orbanlaan 431 9000 Gent 1158. Hertveldt W. Dendermondsesteenweg 21 9120 Destelbergen 1159. Mw. De Buck R. Molenstraat 6 9830 Sint-Martens-Latem 1160. Caron G. Koophandelsplein 1 9000 Gent 1161. Juf. De Vynck H. Zandheuvellaan IF.M. 8401 Bredene 1162. Dr. Duverger E. Coupure links 253 9000 Gent 1163. Poelman W. Stoppelstraat 82 9000 Gent 1164. Van Oost R. Hopstraat 54 9000 Gent 1165. De Mol Th. Sint-Baafskouterstraat 49 9110 Sint-Amandsberg 183


1166. Gaffin B. Rijsenbergstraat 400/11 9000 Gent 1167. Mw. Bogaert-Busser Eekhout 26 9000 Gent 1168. Mw. Afschrift A. Vinkenstraat 147 9000 Gent 1169. Parisis E. Kerkstraat 1 9030 Wondelgem 1170. De BieR. Rasphuisstraat 104 9000 Gent 1171. Van Hecke Ledebeekstraat 28 9120 Destelbergen 1172. Ghesquiere Burg. Ch. de Kerchovelaan 287 9000 Gent 1173. Stevens F. Schepen Andrieslaan 57 9000 Gent 1174. Grootaert G. Colegemlaan 35 9910 Mariakerke 1175. Leys R. Jasmijnstraat 15 9920 Lovendegem 1176. Mw. Gevaert Kapitteldreef 9830 Sint-Martens-Latem 1177. Mej. Geernaert L. Drongensteenweg 228 9000 Gent 1178. Bauwens L. Zuidkaai 12 900 Gent 1179. Bohyn W. Biest 16 9110 Sint-Amandsberg 1180. Bresou J. Papegaaistraat 45 9000 Gent 1181. De Laere W. Cyriel Buyssestraat 89 9219 Gentbrugge 1182. Van DammeR. Zandekensstraat 25. 9910 Mariakerke 1183. Vanderhaeghen J. OpgeĂŤistenlaan 381 9000 Gent 1184. Mw. Vanryssel E. Hertog Karel de Stoutestraat 116 900() Gent 1185. Mw. Zaman-Libyn Visserij 77 9000 Gent 1186. Vanderbiesen A. Ter Platen 45 9000 Gent

ERRATUM

Volgende nummers van Ghendtsche Tydinghen zijn nog verkrijgbaar : Jaargang 1973 : nr. 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12 Jaargang 1974 : nr. 1, 3, 4, 6 Jaargang 1975 : nr. 1 en 3 Prijs per nummer : 40 fr. (plus 10 fr. port tot 5 nummers, vanaf zes nummers en meer : 25 fr. port). Jaargang 1976 : Volledig. Prijs 200 fr.plus 25 fr. port. Bij bestelling door overschrijving duidelijk jaargang en nummer vermelden. De exemplaren zijn ook verkrijgbaar in het het documentatiecentrum de eerste zondag van de maand.

Offsetdruk VITA, 97 50 Zingem

184


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V .Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent.

6de Jaargang, nr. 5

15 september 1977

Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60 -Heemkundige en Historische kring Gent, Koggestraat 14, Gent. Lidgeld : 200 fr. per jaar. (Buitenland : 225 fr.) INHOUD Gent in 1856 .Weer iets voor den almanak Het Gentse carnavalslied aan het woord De Gentenaars winnen te Henley · Prof. J.M. Schrant Marie Schellinck Salut en de Kost Nog. over het stadhuis Te Gent Bibliografie Vraag en Antwoord Camelot-zang

186 208 210 221 Z26 228 230 231 233 234 234 236

Bibliotheek, en Documentatiecentrum : Het Damberd, Koornmarkt, Gent. Toegankelijk voor de leden elke eerste zondag·van de maand (niet in juli en augustus). · Verantwoordelijk uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


OP WOENSDAG 28 SEPTEMBER OM 20 UUR IN DE VOORDRACHTZAAL VAN DE KREDIETBANK, KOUTER TE GENT VOORDRACHT MET DIAPROJECTIE DOOR DE HEER G. HEBBELYNCK, VOORZITTER H. en H. KRING GENT, OVEF "OUDE GENTSE BELUIKEN". OP WOENSDAG 26 OKTOBER OM 20 UUR IN DE VOORDRACHTZAAL VAN DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS, INGANG LANGE MEIRE, VOORDRACHT DOOR DE HEER DR. J. DECAVELE, STADSARCHIVARIS, OVER "ONZE STAD TIJDENS DE GODSDIENSTBEROERTEN".

GENT IN 1856 Over Gent in 1856 is heel wat te vertellen. Het komt ons voor, dat in 1856 stellingen worden opgebouwd voor een komende strijd. Enkele onderwerpen zullen we groeperen, daarna de andere gebeurtenissen op de voet volgen. In de krantenwereld komt heel wat verandering : nieuwe kranten worden opgericht, andere verdwijnen. Op 20 maart verscheen het eerste nummer van een nieuw liberaal blad L'Echo des Flandres. Het wil "éclairer la bourgeoisie sur ses vrais et durables intérêts et sur ceux des classes ouvrières, qui se confondent avec :ceux-là". De krant zal verschijnen tot in 1864. Op 13 december 1856 verscheen het laatste nummer van Le Messager de Gand, de krant van A. Steven. Dit blad had in 1830 het orangistisch blad Journal de Gand vervangen. Steven verkocht zijn krant aan Eug. V ander Haeghen, de eigenaar van de Gazette van Gent, die het blad in 1861 opnieuw zal verkopen, volgens prof. E. Voordeckers vermoedelijk aan de liberale associatie te Gent. De krant verscheen nu onder zijn oude benaming joumal de Gand. Tientallen liberale voormannen hebben aan de krant medegewerkt. Deze krant verscheen tot in 1923. Herman Van Ouyse was een tijd hoofdredacteur van de Joumal de Gand. Op het einde van de 19° eeuw zal de krant een zeer duidelijke liberaal-progressistische richting inslaan onder het bestuur van Félix Cambier. Naast deze twee liberale dagbladen, die zich richtten tot de Franssprekenden te Gent, verschenen ook twee nieuwe katholieke kranten. Op 17 maart 1856 verscheen het eerste nummer van de Beurzen186


Courant. Het blad werd opgericht door een vlaamsgezind Gents bankier AuguSt Daele. Oorspronkelijk was het een blad voor "makelaars, bankiers en fondsenhouders"; enkele jaren later wordt de BeurzenCourant een katholieke en Vlaamsgezinde krant. Frans De Potter was een van de medewerkers van deze krant. In 1870 zal A. Daele zijn blad aan de Gazette van Gent verkopen. Op 16 december 1856 verscheen het laatste nummer van de katholieke bladen Het V aderland en Den Vlaming. Het Vaderland, dat de opvolger was van Den Vaderlander (1829-1854) verscheen van 1854 tot 1856. Den Vlaming, het blad van A. Neut, verscheen van 1839 tot 1856. A.Neut was echter ook medewerker van Het Vaderland. Op 17 december 1856 verscheen het eerste nummer van de nieuwe krant Het Vlaen:~sche Land, waarvan A. Neut de eigenaar was. De versmelting van de beide bladen had tot doel een uitbreiding te geven aan de katholieke drukpers. Op 17 december schreef A. Neut : "Ons programma is bondig : wy zyn katholiek, wy zyn Belg, wy zyn Vlaming". In 1873 zal Het Vlaemsche Land versmelten met het F ondsenblad. In zijn les op 14 december 1855 had professor H. Brasseur de invloed van het Christendom op het natuw.:recht. onderzocht•. Enkele. studenten waren van oordeel, dat. prof. Brasseur hun religieuse. opvattingen kwetste en er werd een klacht bij rector Serrure ingedlend. Deze gaf Brasseur kennis van de ontvangen klacht, die tijdens zijn les op 18 december poogde zijn stellingen te verduidelijken. Hèt is begrijpelijk,. dat Le Bien Public van de geboden gelegenheid een dankbaar gebruik ging maken .. De eerste aanval op Brasseur verscheen. op 23 december. Op 26 december verscheen een antwoord van prof. Brasseur : hij ontkende de godheid van Christus geloochend te hebben en vermeldde. drie stellingen, die hij in zijn cursus verdedigde. Later verduidelijkte Brasseur zich nog en verklaarde geen waarde-oordeel te willen vellen over het katholicisme enhet protestantisme. E. Lamberts schrijft "Onder het mom van de filosofie bracht Bra.sSeur dus kritiek op de verschijningswijze van de Kerk. In feite schetste . hij een ~toriek van de gewetensvrijheid, waarvoor de Kerk ûch inderdaad e~n obstakel had getoond ... en nog toonde. In zijn gedrukt programma verdedigde Brasseur. overigens de gewetensvrijheid als een absoluut, onvervreemdbaar natuurrecht". Burgemeester: Delehaye had aan minister De Decker de ge~eurtellÎ&­ sen medegedeeld en op een interpellatie in de Senaat verklaarde de minister, dat hij geen kerkvijandig onderwijs aan de universiteit kon 187


toelaten. De academische raad, die belast werd met een onderzoek, verklaarde, dat de klacht tegen prof. Brasseur ongegrond was. Daarmede kon de zaak als afgehandeld beschouwd worden, maar dit was niet het geval. Bijna wekelijks richtte Le Bien Public zijn banbliksems op de Gentse universiteit. Hiervoor kreeg de krant ruime gelegenheid : het werk van Fr. Laurent, de almanak van " 't Zal wel gaan", die op de index werd geplaatst, enz. Er kwam een nieuwe interpellatie in de Kamer, waarop minister De Decker antwoordde, dat de hoogleraars zich moesten onthouden kritiek uit te brengen op de principes.van de in België erkende erediensten, maar "qu'on ne devait pas non plus par une étroite intolérance interdire aux professeurs des tiniversités de l'Etat êes grandes et fécondes discussions qui font la vie du haut enseignement". Deze verklaring gaf aan de ultramontanen en aan Le Bien Public geen bevrediging. Ook bisschop Delebecque bleef niet onledig. Eerst kwam hij tussen achter de schermen. Na gesprekken met de Jezuïetengeneraal Beckx schreef de bisschop een brief naar paus Pius IX op 9 juni 1856, waarin hij de toestand aan de Gentse universiteit uiteenzette en de Paus vroeg welke houding hij verder moest aannemen. Op 28 juli ontving Delebecque een antwoord, waarin de Paus de feiten te Gent betreurde en Delebecque geloofd werd om zijn houding in het conflict. Gesterkt door de inhoud van de pauselijke breve liet bisschop Delebecque op zondag 14 september in al de kerken van het bisdom een herderlijke brief voorlezen, waarin het onderwijs aan de Gentse universiteit streng werd beoordeeld. "Ja, in deze universiteit nevens vele mannen, die uitmunten in kennis en deugd, zetelen enige meesters wier lering openlijk vals, verderfelijk, lasterend en ketters · is". Tevens werden de gelovigen gewaarschuwd voor de activiteit van La Société Littéraire. Hierover verder meer (zie Le Bien Public : Lettre pastorale sur l'instruction et l'éducation de la jeunesse : 17.9.1956 en Pièces justificatives : volgende dagen). Op 18 september schrijft Le Bien Public: "La société littéraire met à la disposition de ses membres une bibliothèque pleine des livres les plus impies et les plus immoraux." Le Bien Public vermeldt de werken van Huet, Laurent, J.J. Rousseau, Voltaire, Béranger, Rabelais, Al. Dumas, G. Sand, Balzac, Eug. Sue. Minister De Decker was van mening, dat zijn politiek werd afgekeurd in de herderlijke brief en dacht aan ontslag van de regering, maar de koning wist dit te verhinderen. Begin october kwam er een ministeriële brief aan de universiteiten, waarin werd gesteld dat de hoogleraars zich moesten onthouden van aanvallen op de geloofspunten van de erkende erediensten. In november kwam het probleem 188


opnieuw op de dagorde van de senaat en van de kamer, "waar de debatten een scherp karakter aannamen" (Prof Luyckx) Tenslotte kwam men tot de volgende resolutie : "La liberté relativé du professeur a pour limites la liberté de conscience de 1' élève et le respect loyal et constitutionnel pour la foi religieuse des families dont le gouvernement n'est que Ie délégué responsable". Tot hier de "affaire Brasseur" zeer bondig samengevat. We zouden nog kunnen wijzen ·op de verzoenende houding van kardinaal Sterckx, die er echter niet in slaagde de Gentse bisschop tot een matiger optreden te bewegen. Practisch alle Gentse kranten hebben het conflict het ganse jaar door behandeld. De liberalen kwamen versterkt uit de strijd; de gematigde liberalen, die in 1853 de conservatieven hadden gesteund, zullen het liberaal kamp terug vervoegen. Dit zal blijken uit de uitslagen van de komende tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen. Een les in natuurrecht aan de Gentse universiteit had gans België in beroering gebracht. Het geval Brasseur was uitgegroeid tot een principieel vraagstuk. Om bepaalde redenen gaf prof. Brasseur zijn ontslag als hoogleraar in 1857. 10 Januari: Opening van de Algemeene Boekhandel van W. Rogghé. Kalanderiberg 8 te Gent. Alle werken, die in België, ·Holland, Frank~ rijk, DuitseWand verschijnen. Abonnement op tijdschriften en op alle dagbladen. Kantoorgerief. Vlaamsch en Fransch Leeskabinet. 13 Januari: A. Van den Abeele, huisschildershaas, heeft het loon van zijn werklieden gebracht op 21 centimes per uur. 16 Januari : De pastoors zullen samen met de armmeesters een Ómhaling houden om de werklieden in nood te steunen. Op 2 februari vernemen we, dat deze omhaling 21 000 F heeft opgebracht. 2 Februari : Door een besluit van de minister van Binnenlandse Zaken worden de gebouwen in de Voldersstraat, die gebruikt werden door het gerechtshof, ter beschikking gèsteld van de universitèit. 9 Februari : Het college deelt aan de patroons mede, dat ze aan werklieden, die werken voor de stad uitvoeren moeten betalen : metsèlaars en timmerlieden : 30 centimes per uur, knapen : 18 centimes per uur. 10 Februari :De werken aan de Jezuïeténkerk in deSavaanstraat vorderen snel. H. Lauwereyns._ Schoen- en Laarzenmaker. Plottersgracht. Heren : Lá.arzen 17 F Dames : Bottinen galochière 5 F-6 F Gewone laarzen 14 F Bottinen 3,75 F-6 F 189


Heren: Verlakte sèhoenen 7 F-9 F Dames: Halve bottinen 2,25F-4F Schoenen in leder 7 F-8 F Verlakte schoenen 3 F-5 F Bottinen 9F-11F Schoeneninteder 3F-5F 20 Februari: Zondagnacht hebben kwaaddoeners de stenen Chinees gestolen boven de deur van een tabakwinkel in Onderbergen. 25 Februari: De gemeenteraad keurt een reglement op het uithangèn van affiches goed. Het beroep van afficheur mag enkel uitgeoefend worden door personen, die een toelating van het college hebben ontvangen. Het college bepaalt tevens de plaatsen waar affiches mogen uitgehangen worden. Nochtans mogen affiches ook gehangen worden aan gebouwen, die te koop worden aangeboden, aan de verkoopzalen en op de muren van de lokalen, waar voorstellingen of concerten worden ingericht. De afficheurs moeten voor het aanplakken een exemplaar neerleggen op het centraal politiebureau en een recht betalen. Dit recht bedraagt een frank per lot voor verkoop van woningen en vijf frank per verkoopdag voor verkoop van meubels, koopwaren, enz. Al de exemplaren van de affiches worden voorzien van een stadszegel. Dit reglement bracht in het begin gemiddeld honderd frank op per maand. 27 Februari : Onze halfvastenmarkt was zeer levendig. De Kouter en aanpalende straten waren met karren en paarden gevuld. De verhandelingen waren weinig talrijk als gevolg van de hoge prijzen en het gering aantal vreemde kopers. 1 Maart : De grote klokken van de beiaard hebben de opening van de halfvastenfoor op het Sint-Pietersplein aangekondigd. 5 Maart : De politie heeft bij verscheidene slagers opzoekingen gedaan om te zien of ze geen vers vlees in huis verkochten. Verscheidene slagers zijn in overtreding genomen en het aangeslagen vlees is aan de armen uitgedeeld.

8 Maart : Deze morgen was er veel woeling op de botermarkt. De markt was overvloedig bevoorraad dank zij de waakzaamheid van de politie, die belette dat de naar de stad gebrachte koopwaar elders dan op de markt werd verkocht. De boeren vroegen 2,50 F per kg, een prijs die veel te hoog voorkwam aan de huishoudsters, die de boeren willen dwingen de boter aan 1,75 F tot 2 F te verkopen. Een groot aantal boeren verlieten de markt. Hierdoor verhoogden de boeren, die op de markt gebleven waren, nog hun prijs. 9 Maart : Over enkele dagen zal men de werken beginnen voor het leggen van een ijzeren brug aan de Dampoort.

12 Maart : Het nieuwe orgel in de Sint-Niklaaskerk is bijna klaar. 190


Het orgelbuffet werd getekend door Jacob Van Hoecke, inspeèteur van de stadwerken. Het buffet is 9 m. hoog en 8 m. breed. Het orgel zal 70 000 F kosten, betaald gedeeltelijk door de. kerkfabriek, gedeelteijk door giften en door de opbrengst van een concert. 21 Maart : De schuttersmaatschappij Sint-Antoon hield een vergadering om. het mogelijk gebruik van paardevlees te bespreken. De vergadering begon met een eetmaal van paardefilet. Het paardevlees werd aangenaam van geur en smaak, fijn en sappig beoordeeld. 23 Maart : Openbare verkoping van een onlangs nieuwgebouwd huis, een vuurmachine {= stoommachine), een papierfabriek, een snuifmolen en uitgestrekte hovingen gelegen te Gent op de Visserij tussen de Nederschelde en de Leie (bedoeld wordt de tweede arm van de Schelde). Groot : 5080 m2. 27 Maart : Gisteren is de Engelse brik Herman aangekomen van Sunderland met kolen. Het is het eerste schip, dat in onze haven rechtstreeks aankomt met Engelse steenkool. Er zullen nog verscheidene schepen volgen, wat. een daling zou kunnen teweegbrengen van de prijs van de kolen van· Mons, daar de Engelse steenkool van betere kwaliteit is. 28 Maart : De pijpenliefhebbersmaatschappij Vrede en Vreugd gevestigd in het Boldershof op Sint'-Pieters heeft met de opbrèngst van een tentoonstelling van pijpen 233 broden uitgedeeld. . De slachters en de huidenvetters onderhandelden over de prijs van , de huiden. De huidenvetters vragen de godspenning af te schaffen en voor het naar huis brengen van de huiden. niet meer te betalen. 30 Maart :.De draaiende brug bestemd voor de -verbinding van· het station met het stapelhuis werd, heden ·beproefd. De gemeenteraad heeft het plan van de veemarkt naast· het slachthuis goedgekeurd. 31 Maart : Het bericht van het ondertekenen van de vrede wat het einde van d;e Krim-oorlog betekent- werd hier met een groot genoegen vernomen. Deze morgen was de bloemisterij Van Houtte, die even als al onze bloemkwekerijen veel geleden.-had van de verbre~ king van de gemeerischapsbaJ;lden met Rusland, gans bevlagd als te- ken van vreugde. 3 April : In •verband met een huldiging van de F onteinisten op het stadhuis nadat ze een wedstrijd hadden gewonnen te Brugge en de toespraak van Ondereet, die steun vraagt voor het Vlaams toneel schrijft Le Bien Public : "En attendant des temps meilleurs nous ne

191


voyons dans Ie théatre flamand qu'un puissant levier de corruption des populations flamandes". · 4 April: EergiSteren, feestdag van O.L.V. Boodschap, heeft de bisschop de eerste steen gewijd van de nieuwe kerk extra muros, die gebouwd wordt tussen de gehuchten Sint.;Pieters-Aalst en Sint-PietersAaigem. De nieuwe kerk is reeds tot aan de ramen opgebouwd en zal in september voltrokken zijn. 6 April :·Graaf Vilain XIIII, oud voorzitter van de senaat, is de oudste. burgemeester van ons land. Hij werd benoemd tot. burgemeester van Basele op 3 april 1810. Hij was een tijd tergelijker tijd burgemeester van Gent, Rupelmonde en Basele. Ph. Vilain XIIII werd geboren te Gent op 17 december 1778. Hij werd burgemeester van Gent benoemd op 3 mei 1808, maar Vilain XIIII vroeg onmiddellijk om van deze opdracht ontslagen te worden. Vilain XIIII stierf te Brussel op 27 april1856. (zie J. Nève : Gand sous la dominatien française blz. III) 7 April : Eergisteren heeft de politie van de tweede wijk de melk, die naar de stad werd gebracht, onderzocht met de melkmeter. Zeven melkboeren bekwamen een overtreding. De aangeslagen melk werd in de riool gegoten. · 10 April : In de haven liggen drie schepen met bestemming Riga : een schip is geladen met een collectie planten van het huis Verschaffeit, een tweede schip met een lading dakpannen en een derde schip met wit zout. 11 April : De Gazette van Gent herinnert er aan, dat bij keizerlijk decreet van 12 maart 1856 de Franse koperstukken van een en twee oordjes (liard) en de stukjes van een cent niet meer geldig zijn vanaf 1 juli 1856. De Franse frank en de Belgische frank hadden dezelfde waarde en in ons land waren veel Franse munten in omloop. 13 April : Te Gent overleed generaal Ladewijk van de Poele. Hij werd geboren te Gent op 19 november 1783. In februari 1803 nam hij dienst bij de huzaren en nam hij deel aan al de velds~en van het keizerrijk. Gevangen genomen in Rusland keerde hij ~aar ons land terug in 1815. In december 1829 werd hij bevelhebber van de Gentse brandweer. In dit ambt wist hij een poging tot opstand geleid door E. Grégoire te onderdrukken. (Fris blz. 338). Wat later werd hij kolonel bij de infanterie en in 1833 plaatscommandant te Gent. 1 Mei : Heden werd de nieuwe' spoorweglijn Gent-Brussel. over Aalst in gebruik genomen. Er zijn drie verbindingen per dag. De reis duurde 1 u 45 minuten. 192


17 Mei : Een verschrikkelijk ongeluk had plaats in de fabriek Van Hecke-Vander Heyden op Terplaten. Door het springen van een ketel vielen acht doden en elf zwaar gekwetsten. Bijna al de Gentsè bladen openden steunlijsten voor de slachtoffers. Een vereniging de "Zonder Naam, niet zonder Hart" werd opgericht, die op veertien dagen tijd 3 891 F inzamelde. De "Zonder Naam niet zonder Hart" werd de machtigste liefdadige vereniging in de negentiende eeuw. In volgende hijdragen zullen we nu en dan iets over de activiteiten van deze vereniging moeten meedelen. Door de sociale vooruitgang in de twintigste eeuw zijn de activiteiten van deze vereniging gelukkiglijk sterk afgenomen; toch is de Zonder Naam niet zonder Hart nu nog altijd werkzaam. 5 Juni : De Gazette van Gent publiceert een manifest van het Nederlandsch Kunstverhond ter gelegenheid van de 25° verjaring van de troonsbeklimming. Het manifest is vol verbittering. "Sedert 25 jaar zijt gij, Vlaming, miskend, verdrukt, vernederd. Sinds 25 jaar wordt gij in een vreemde taal aangesproken, gehoord, gevonnist en gerecht. Sinds 25 jaar zijt gij een vreemdeling op uw eigen grond". 6 Juni : De prins de Ligne heeft het hestuur van de h~vingen en serren van het kasteel van Beloeil toevertrouwd aan Ed. Pynaert. Nog andere oud-leerlingen van de tuinhouwschool van Van Houtte kunnen vermeld worden : Hubert Van Hulle : leraar in hoornteelt Edm. Rodenburg : hoofdhovenier te Luik A. Suaux : Hoofdhovenier hij de hertog van Arenberg te Enghien G. Marez : hoofdhovenier van de kruidtuin te Brussel L. lngelrest : hoofdhovenier te Nancy H. Haack : hoofdhovenier te Riga Hierdoor wordt zeker de belangrijkheid van de tuinhouwschool aangetoond. 10 Juni : Heden werden verkiezingen voor de kamer gehouden. In·. het arrondissement Gent werden drie lijsten inge.diend : een liberale lijst, een katholieke lijst en een lijst van de burgerlijke kiesvereniging, die samengesteld was uit kandidaten van de twee andere lijsten. De liberale grondwettelijke kiesvereniging verklaarde in zijn manifest; "We willen dat godsdienst· en burgerlijk gezag elkaar optrèden, maar niet dat ze Û1 elkaar verwarren". De burgerlijke kiesvereniging verklaarde, dat de twee andere pm-tijen overdreven en gematigde· kandidaten tellen en vroeg voor de gematigden te stemmen. De uitslag van de. verkiezing was als volgt :

naast

193


Liberalen Katholieken Manilius 2410 stemmen Delehaye 3028 stemmen Ed. Jacquemyns 2311 stemmen 't Kindt-De Naeyer 3058 stemmen 2007 stemmen P. Van Tieghem 2820 stemmen Ad. Neyt Ern. Vanden Peereboom 2024 st. J. Van Goethem 2616 stemmen Guequier 1939 stemmen H. de Kerchove 2583 stemmen 2962 stemmen Ad. Dubois 1938 stemmen L. Maertens Van Hoorebeke 2306 stemmen Eug. De Smet 2530 stemmen De katholieken wonnen dus in het arrondissement de zeven zetels; ze behaalden ook de meerderheid in het parlement. 16 Juni : Gisteren is in onze haven de Belgische driemasterbark Theodore uit Akgate (Indië) aangekomen met een lading rijst van de nieuwe oogst. De Theodore is in september laatst uit onze haven vertrokken en heeft de reis heen en terug in negen maand en een dag afgelegd. Het is reeds de zevende maal dat dit schip naar Indië vaart. 19 Juni : De pomp aan het Belfort is bijna geheel voltooid; ze geeft reeds water in overvloed. 20 Juni : Heden kwam in onze haven een schip aan uit Riga geladen met vlees. Het is het eerste schip uit een Russische haven sedert drie jaar. · Onderzoeken we nu even de evolutie van de broodprijzen. 6.1 Intra muros : Gebuild brood 52 Ongeb. brood 44 29 Rogge brood Extra muros : Gebuild brood 49 Ongeb. brood 42 Rogge brood 29 Het brood blijft dus erg

13.1

3.2

2.3

23.3

27.4

18.5

54 45 31

50 41 27

44 39 23

47 38 25

44 37 23

48 39 25

51 43 31 duur.

47 39 27

43 34 23

46 36 25

43 35 23

47 37 25

25 Juni : HetVlaemsch Gezelschap richt een verzoekschrift aan de gemeenteraad, waarbij gevraagd wordt dat de leerlingen in het conservatorium in hun moedertaal de lessen kunnen volgen en dat een leergang in Vlaamse declamatie zou opgericht worden. 27 Juni : Heden verscheen een K.B. waarbij de zg. Grievencommissie, de "Commission chargée d'examiner les dispositions à prendre dans l'intérêt de la langue et de la littérattire flamande" wordt opgericht. De commissie bestond uit negen leden : H. Cónscience,.L. Jottrand, 194


kanunnik David, de Corswarem, Mertens, Stroobant, Van der Voort en de Gentenaars Snellaert en Rens. 4 Juli :De Gazette van Gent vraagt de weg naar de Dierentuin te kasseien. Bij droog weder is de weg bedekt met· een zwart stof, dat door de wind en de rijtuigen wordt opgejaagd. 6 Juli : Heden had te Gent een internationale wedstrijd voor koorzang plaats. De componist Gounod maakte deel uit van de jury. 12 Juli: Aux lunettes d'or. F.D~J. Gossaert-De Caesemaeker. Opticien de S.M. Ie roi des Belges. Schepenhuisstraat 11 Gent. Publieke verkoping van circa 80 grote arduinen zerkstenen en 2500 blauwe en witte vloerstenen voortkomende uit de H. Kerstkerk te Gent. 16 Juli : De monsterplakkatcm voor de verjaringsfeesten zijn in onze stad aang~plakt. Ze zijn uitsluitend opgesteld in het Frans., 't Is alsof de Vlamingen niet medegerekend worden. (Gazette van Gent) 21 Juli: De Gazette van Gent publiceert een gedicht van Jan van Ryswyck getit~ld ''De Kruisjacht" in verband met de meét dan .SOO aanvragen om een ridderorde te bekomen. · · · Een man die de verdienste heeft En wien men er geen loon voor geeft Beklaagt zich .wel, maar hij blijft edel. Ofschoon vergeten van de Vorst Hij wil geen lintje op de borst Met kruipen en ·gebedel. 25 Juli : De lust om naar Brussel te reizen moet in onze stad buitengewoon groot zijn gezien er een menigte voorwerpen in de Berg van Barmhartigheid verpand werden om de reiskosten te dekken. Nooit was op dit. tijdstip het aantal verpande voorwerpen zo aanzienlijk. 29 Augustus : De weg naar de Dierentuin werd geplaveid; en wel omdat de koninklijke familie de dierentuin met een bezoek zal vereren. Zaterdag 30 augustus : Het Liefdadigheidsbureau houdt een grote brooduitdeling voor de armen van de stad. Zondag 31 augustus: Rond de middag kwamen de koning, de hertog en de hertogin van Brabant, de graaf van Vlaanderen en prinses Charlotte per trein te Gent aan. In· stoet werd de koninklijke familie

195


geleid naar het gouvernementshotel. Daarna gingen de hoge bezoekers naar de Vrijdagmarkt, waar een grote tribune zoals ten tijde van de blijde intrede van een vorst was opgetimmerd. Hier had een reuzedefilé plaats, waarin ongeveer 15000 Gentenaars opstapten. Vooraan stapten de gilden en de maatschappijen met ontrolde vaandels. Daarna · stapten de Gentse textielarbeiders. Allen waren . gekleed in werkkledij : de hekelaarsters droegen: een ruw linnen kiel en witte mutsen, de haspelaarsters een zwart kleed met schort, de hekelaars een blauwe linnen kiel. Alle deelnemers hadden een strik aan de arm. De katoennijverheid nam deel met 5200 arbeiders, de lijnwaadnijverheid met 3200. Van Peene had een liedje geschreven, dat door de deelnemers in de optocht werd gezongen.

°

25 Verjaerdag van de keunings Regering

FABRIEKLIEDJE STEMME: Cinq Sous, Cinq Sous. lste KOEPLEETJE Onze keuning is in Gent, Laet ons vrolyk zyn en zingen, Laet ons dansen, laet ons springen, Kykt vandaeg naer geenen cent.

196


Vivat ! vivat ! (bis) Vivat Leopold den Eersten ! Vivat ! vivat ! (bis) Wenscht hem al proficiat.

2. Dat het bomwiel blyve staen, Dat de menlens stille vallen, 't Schilt vandaeg ons niemendallen Morgen zal 'tal weder gaen. Vivat ! vivat ! (bis) Vivat Leopold den Eersten ! Vivat ! vivat ! (bis) Wensch hem al proficiat.

3. Vrouwken zet den pot op 't vier Zorg maer ferem voor de mage, Leopold zal zorge dragen Voor het werk en voor 't vertier. Vivat ! vivat ! (bis) Vivat Leopold den Eersten ! Vivat ! vivat ! (bis) Wenscht hem al proficiat.

4. Daer en is ¡met hem geen nood Dat men ooit zal moeten vechten, Maer moest nog de tyd verslechten, Voor hem vochten wy ons dood. Vivat ! vivat ! (bis) Vivat Leopold den Eersten ! Vivat ! vivat ! (bis) ¡ Wenscht hem al proficiat.

5. Vrienden, laet ons 't zyner eer Allemael ons klaksken draeijen, En terwyl de vleggen waeijen Roepen wy nu nog 'nen keet : Vivat ! vivat ! (bis) Vivat Leopold den Eersten !

197


Vivat ! vivat ! (bis) Wensch hem al proficiat ! VAN PEENE De bedoeling van de Gentse fabrikanten was natuurlijk de belangrijkheid van de Gentse textielnijverheid aan te tonen. 's Namiddags bezocht de koninklijke familie de dierentuin. Om zes uur was er een groot banket in de opera. MENU DU PREMIER BANQUET

Potage . Bisques de volailles au beurre de Mantpellier Potage printanier. Rissoles à la Duchesse Relevés Saumon, sauce aux cipres Jambon de Hambourg au vin de Xéres Chapons à la Toulouse Entrées Cailies à la chevalière. Filets de chevreuil à la Conti Perdreaux à la Clermont. Chauds froids de volailles à la Reine Sorbets à la Romaine Légumes Froids d'artichauds à l'Espagnole. Céléri au jus Rotis Faisans à la belle vue. Buissans de homards. Patés de foie gras aux truffes. Patisseries, Desserts, Fruits. Grande fontaine militaire avec trophée d'armes. Grand pavillon mauresque imitant la prospérité. Pavillon royal. Gateaux de Vienne. Nougat à la Française. Masse-pain historié garni de fruits. Pudding au Congrès. Macédoine de fruits à l'ananas. Glaces à la vanille et aux framboises. Ananas, raisins, abricots, melons, poires et pommes. 's Avonds brachten de koning en zijn gevolg nog een bezoek aan het Casino dat feestelijk was verlicht. Gans de stad was feestelijk versierd. Op het Arteveldeplein - het

198


tuintje was nog niet aangelegd - was ee~. feestwagen opgesteld, die deelgenomen had aan de feeststoet op 21 juli te Brussel. In het midden het standbeeld van J acob van Artevelde omringd door vier beelden : een schepen van de keure, een schepen van gedele, een gewapend lid van een gilde en lid van een gilde. De voetstukken van de vier beelden zijn verbonden aan het middenvoetstuk om aan te tonen, dat de kracht van Artevelde steunt op de kracht van het gemeentebestuur en de kracht van de neringen en gilden. De illustratie

199


is een reproductie van een foto genomen door Charles Dhoy in 1856. De vereniging van Vlaamse maatschappijen had twee prijzen uitgeloofd voor de beste Vlaamse opschriften ter versiering van de huisgevels. De Gazette van Gent van 8 september publiceerde een dertigtal teksten. Hierbij .een drietal. Aan de woning van Willem Rogghé op de Kalaildenberg kon men lezen :

'k Ontsteek maar weinig lichtjes, dat is waar. De schuld daarvan kan toch- op mij niet kleven. Men heeft sinds vijf en twintig jaar Den Vla;ming zoo weinig licht gegeven. Een opschrift aan de Ketelpoort : Ik groet den Koning om zijn Vlaamsch En wensch hem zeer veel aangenaams. Doch wat mij aangenaam zou zijn Is dat men ons gelijk de Waal Ook leeren wil in onze taal. En niet in 't Fransch of in 't Latijn. Nog een tekst : Maar wat kan een werkman nu ? ]a, geketend in ellende Al waar hij zich henen wendde Ziet hij zijn vrouw en kroost Hopeloos en zonder troost. Op verschillende plaatsen in de stad hadden volksfeesten plaats. Een aantal openbare gebouwen en talrijke woningen waren prachtig verlicht. 's Avonds was er een volksbal op de Kouter. Maandag 1 september : In de voormiddag bracht de koninklijke familie een bezoek aan een tentoonstelling van schilderijen. Daarna werden een aantal fabrieken bezocht : de fabriek Leusbergs op de Reep, de fabriek Dierman-Seth op het Groot Meerhem, de Lys, de Phénix, de suikerraffmaderij Neyt ·op de Coupure, de bloemisterij Verschaffeit in de Stoppelstraat. Ook het weeshuis de Blauwe Meisjes in de Onderstraat, waar samen met de kantwerkschool vijfhonderd jonge kinderen kantwerk maakten, werd met een bezoek vereerd. De koning woonde een tweede banket bij in de opera, terwijl om zes uur 's avonds een Vlaams feest begon in de Minardschouwburg. Om negen uur werd de_ koning plechtig in de Minardschouwburg ontvangen. H. Van Peenesprak de vorst toe in het Nederlands. Volgens de Gazette van Gent zou Leopold I in het Frans geantwoord nebben :

200


" Ik bemin het Vlaams, schrijf en lees het. Het Vlaams is als het ware mijn taal, want Vlaams en Duits behoren tot een stam". Laat in de avond had nog een Venetiaans feest plaats op de Leie, waaraan talrijke muziekmaatschappijen deel namen.

-

~:J~- ~¡

Hoek Lange Munt en Hoogpoort

201


Dinsdag 2 september : Na nog een bezoek aan het klein begijnhof in de Lange Violettenstraat reisden de vorst en zijn familie terug naar Brussel. 17 September : In het hotel De Hert in de Voldersstraat bestaat een maatschappij met als doel sperwers te vernietigen. Men geeft vijf frank voor elke roofvogel, die men het lokaal brengt.

nw

24 September : Gisteren had er een soort vrouwenoproer op de Houtlei plaats. Volgens gerucht~n zou het volgende zijn voorgevallen. Sedert enige tijd werden er sermoenen voor vrouwen gegeven door . Gentse dames iĂŽl het kerkje van Poortakker. Het onderwerp van de_ sermoenen zou geweest zijn het middel om met veertien stuivers daags in een werkmansgezin ordentelijk te leven. De predikante zou voorgesteld hebben : afschaffing van de koffie, die zou vervangen worden door een afkooksel van kruiden, die men 's zondags op de buiten zou gaan trekken; het recept om soep te maken : water, een koevoet en wat roggebrood; hierbij vier kg. aardappelen en azijnsaus. Enkel zou de vader 's morgens, 's middags en 's avonds nog een roggeboterham gesmeerd met boter vermengd met meel krijgen. De Gazette van Gent schrijft dat men niet kan verzekeren of deze geruchten gegrond zijn, maar een aantal huisvrouwen hebben de zaak kwalijk opgenomen en een groot getal zijn gisteren naar de Houtlei gekomen om te bewijzen, dat ze het niet eens zijn met deze huishoudelijke rekening. 's Anderendaags schreef Le Bien Public, dat de geruchten vals waren en dat de dames in Poortakker zich niet met huishoudelijke zaken maar met christelijk onderwijs bezig houden. Het brutale Gents lied Koevoet, dat verspreid werd op carnaval1857 is d~ weerklank van dit voorval (zie B.R.U.G. : nummer G 8140 Carnavalliederen). 14 October: Heden had er een tussentijdse verkiezing plaats voor drie vrij gekomen zetels in de gemeenteraad. De liberale kandidaten Manilius, G. callier en Ad. Dubais werden verkozen. 18 October : Te Gent zijn valse stukken van vijf frank met de beeltenis van Louis-Philippe in omloop. De stukken zijn¡ doorgezaagd in de dikte, het zilver werd weggenomen en vervangen door geel koper, daarna werden de beide delen opnieuw aan elkaar gelast met zilver. Het fijnste oog zou er zich aan bedriegen. 24 October : Het gemeentebestuur heeft in de vestingswal bij Akkergem een spoelboot geplaatst. Over enkele dagen zullen er nog vier geplaatst worden : op Meulestede, buiten de Brugse poort, op de Blaisantvest en aan Terplaten. 202


203


31 October : Op deze datum overleed de Nederlandse dichter Tollens. Waarom we dit vermelden ? Tollens was een Vlaming en wel een Gentenaar van afkomst. Zijn grootvader Joannes Tollens was de zoon ,van Joris Tollens en vah Katharina De Heer, die in Gent werd geboren. Enkele leden van de familie Tollens wonen thans (1856) nog in Lovendegem, Bellem, Zomergem. Het telefoonboek voor 1977 vermeldt nog een aantal personen met de naam Tollens. (zie ook het tijdschrift De Eendragt : 9 november 1856). Te Huur : Een stenen Koornwindmolen voorzien van drie koppel maal- en een koppel pletstenen met woonhuis en lochting staande buiten de Muidepoort. November :We hebben gezien, dat de bisschop gewaarschuwd had voor de activiteit van de Société Littéraire. In februari had Jules Sirnon in voornoemde vereniging een lezing gehouden over "Le role de la Providenee dans Ie gouvernement des société humaines". Wie was Jules Sirnon ? Hij was hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Sarbonne en was lid van de Constituante in 1848. Hij werd afgezet na de staatsgreep van 2 december 1851 en nam de wijk naar ons Land. Ook Victor Hygo vestigde zich dan tijdelijk te Brussel. Na het verschijnen van de herderlijke brief hield Gustave Callier in de Société Littéraire twee lezingen : op 30 october over "De la philosophie et de sa mission particulièrement de notre· temps" en op 13 november over "Les rapports de la raison et de la foi". Hier verklaarde Callier : "Il est tout un ordre de vérités que la raison peut connaître par sa seule énergie : ce sont 1'existence de Dieu, ses attributs, la spiritualité de l'ime, son irnmortalité, la notion du juste et de l'injuste, la notion du devoir. Ces vérités qui constituent la religion naturelle sont les prélirninaires de la foi et celle-d ne sera admise que si elle vient se joindre à ces vérités sans en contredire aucune". Cállier komt hier op voor het recht van de metafysica. L'Echo des Flandres brengt uitvoerige verslagen over deze lezingen terwijl Le Bien Public de inhoud aan een strenge kritiek zal onderwerpen met als gevolg een heftige polemiek tussen de kranten. Op 6 en 9 december hield J ules Sirnon twee. lezingen over La Liberté religieuse. Al deze lezingen genoten een ·zeer grote belangstelling en La Société Littéraire zal haar ledental sterk zien aangroeien. Het verband tussen de activiteit van voornoemde vereniging en de politiek is duidelijk. 1 November : Grote werken worden thans uitgevoerd in de Sint. 204


Baafskerk. Er wordt een opening gemaakt in de kruisbeukkapel om met twee deuren uit te komen rechtover de Gouvernementstraat. 12 November : De Gentse katoenfabrikanten hebben aan de minis-

ter van fmanciën een protest gezonden in verband met de geplande wijziging van de tolrechten op katoengarens en weefsels. Daarna werd door een afvaardiging aan de koning een verzoekschrift overhandigd, waarin werd gewezen op de ernstige gevolgen van het wetsontwerp. Een vermindering van het dagloon zou onvermijdelijk zijn. De katoenfabrikanten nodigden de bedienden en de meestergasten van de. katoenfabrieken uit op een vergadering, die werd gehouden OIY zondag 16 november in de herberg Café du Nordop de Vrijdagmarkt. Op de vergadering werd beSloten een petitie tegen d.e wijziging van de invoerrechten te zenden aan de koning. De tekst van de petitie van de meestergasten luidde als volgt : "De werker lijdt. Schaarste aan werk en vermindering van loon, benevens de overdreven prijzen der levensbehoeften hebben de arbeider deerlijke ontbering blootgesteld."

aan

22 November : Kervyn de. Volkaersbeke geeft zijn onts1ag als voor;;. zitter van de Melomanen. L'Echo des Flandres schrijft ! "La politique n 'est. pas étranger à cette détermination". Inderdaad, de Melomanen hebben Manilius een serenade gebracht na zijn verkiezing tot gemeenteraadslid wat natuurlijk Kervyn geen genoegen doet, daar hij tot de katholieke partij behoort. . 10 December : Eergisteren is de hoofdkerk van Sint-Baafs voor de eerste maal met gas verlicht. Men telt er negentig bekken.

12: December : De ontvangers van de. directe belastingen zullen aan de belastingplichtigen een inschrijvingsfonn~ier bezorgen, waarop de volgende gegevens moeten vermeld worden : huurwaarde woning, aantal deuren eri ramen, aantal VJ,lurhaarden, mobilier, aantal dienstboden, aantal paarden.

13 December : De Gentse bakkers zenden een protest aan de volksvertegenwoordigers. A~.n de tekst ontlenen we : "Het vlees en de boter zijn sedert lang een onbekend voedsel geworden voor de werklieden en kleine burgers. Zeker zijt gij niet van dre economisten, die geloven dat wat kruid en wat gras voldoende zijn voor de werkman o~ zijn uitgeputte kráchten. te herstellen. We verzoeken4e huidige wet op de lévensmiddelen nog een jaar te behouden''. (wet die de vrije invoer van granen toelaat en de uitvoer verbiedt). 22 December : Heden had de opening plaats van de spoorverbinding

205


206


tussen het station en de Stapelplaats. De broodprijzen evolueerden als volgt : 13.6

27.6

20.7

31.8

19;10 23.11 14.12

Intra muros : 38 38 46 52 54 45 Gebuild brood 51 32 38 33 44 44 44 39 Ongeb. brood 19 20 20 19 24 24 25 Roggebrood Extra muros : 44 45 37 37 Gebuild brood 51 50 53 29 42 30 42 43 36 35 Ongeb. brood 18 18 24 24 19 19 25 Roggebrood 1856 was voor de Gentse bevolking een slecht jaar : een jaa: van duur leven en werkloosheid. Opnieuw moest het Liefdadigheidsbu- . reau een massa mensen steunen : 4946 families met 20 302 personen werden het ganse jaar geholpen, daarnaast nog ontvingen 1680 gezinnen met 6720 personen een tijdelijke hulp. In totaal dus 27 022 personen of 25,34 o/o van de bevolking. In 1856 ligt in een ver verleden. En toch : in dit jaar werden geboren : de staatsman F. Kellog, de toekomstige president W. Wilson en Fr. Taylor, de nobelprijswinnaar G.B. Shaw en de dichter Oscar Wilde en ook nog Sig. Freud en de Nederlandse architect H. Berlage. H. Heineen R. Schumann overleden in 1856. Nabij :Ousseldorf werd de eerste Neandertalschedel ontdekt. M. M. STEELS BRQNNEN 1. :xxy<> Verjaring der regeering van Z.M. Leopold I. De Gentsche f:eesten. 2. Jacquemys G. : La condamnation de l'université de Gand par les él'êques belges en 1856. L'affaire Brasseur. 3. De werken van E. Lamberts en Voordeckers. 4. De Gentse kranten van -1856.

207


WEER IETS VOOR DEN ALMANAK

"Dat zijn de mannen die wij moesten winnen "zied.áár wat VOLK geheeten wordt ! " Zoo dacht mijn held den een-en-dertigsten der maand Augsutus achttien-honderd-zes-en-vijftig, toen op de Vrijdagmarkt de groote stoet van werkliên vóór den Koning defileerde. Daar waren nu de lange scharen der fabrieken, arm aan arm, en trokken voort, op stap, in dicht gelid, gelijk een leger. Vooraan de kindren, nog geen twaalf jaar oud, die, - aan de borst der Kennis niet gelaafd, gestolen aan de school, - in de fabriek wat stuivers met hun leven koopen, waar bij eiken draai het schrikkelijk machien, gevreesd gedrocht dat zich met menschen voedt, den adem en de frischheid en de warmte uit hunne borsten zuigt, gelijk een hevel het water uit een vat; - - de vrouwen dan, van wang en lippen bleek als moe van 't leven, met oogen zonder gloed, - vergaan, versleten vóór haren tijd, als bloemen die verslensen wijl ze in een lucht verplant zijn die haar sap vergiftigt, - nog zoo jong en niet meer schoon ! en voortgaand met een' tred, zoo loom en zwaar alsof reeds op haar' rogge gansch 't gewicht van tachtig jaar, en aan haar voeten gansch 't gewicht van duizend pond gebonden was; -de mannen dan, haast schimmen, - met een kleur als perkament, - een treurig, krachtloos ras, bij wie 't beenachtig lichaam, als het lijk eens terenden, verdroogd en uitgeput en vaal is, - bij wie 't voorhoofd laag en mat, doorgroefd van rimpels is, en als belaan met eene wolk. - Bij allen, vrouw en kind en man, spreekt eene stem die zegt dat Rede en Wil en Levenslust uit hunne zielen, met den zwarten rook, langsheen de hooge schouw van 't werkhuis in de lucht verdwarreld zijn ! 11

Zij trokken voort in dicht gelid; en zongen met heesche keel : vivat, vivat ! en zwaaiden de maagre handen in de hoogte, en dansten en sprongen vóór den Koning. En de Koning moest zeggen : " 'k Ben voldaan, 't Volk is gelukkig;

JULlUS VUYLSTEKE Ontleend aan "Verzamelde gedichten"

208


N

0 \0

Venetiaans feest aan het Justitiepaleis


De tekst van Julius Vuylsteke is niet zo maar een literaire beschrijving, maar is de weergave van een harde realiteit~ Dit wordt aangetoond door het onderzoek van J~ Mareska en J. Heyman, beiden hoogleraar aan de Gentse universiteit. (Enquête sur le traváil et la condition physique et morale des ouvriers employés dans les manu.:. factures de coton à Gand. 1845). Voor de jaren 1839 tot en met 1843 werden van het contingent Gentse lotelingen 26,87 o/o afgekeurd wegens lichaamsgebreken. Voor de tien andere Oostvlaamse steden, die gezamenlijk dezelfde bevolking telden als de stad Gent, bedroeg dit pro.cent slechts 15,6. Voor de ganse provincie OostVlaanderen- Gent inbegrepen, wat dit percent 14,9o/o en voor het totaal contingent van Oost-Vlaanderen min Gent bedroeg het aantal afgekew:den wegens lichaamsgebreken slechts 12,3 o/o. Dit groot verschil is zeker toe te schrijven aan de kinderarbeid en aan de miserabele woontoestanden. We mogen aannemen, dat in 1856 deze toestanden nog niet waren veranderd. M.S.

HET GENTSE CARNAVALSLIED AAN HET WOORD

DE DANSZALEN Dit hoofdstuk verdient ruimschoots dat we het met een paar woorden inleiden. De zalen waarover we het straks zullen hebben dienen als nieuwe zalen beschouwd te worden vermits een aanzienlijk aantal oude zalen {1) inmiddels opgeruiind waren. Vele. van die verdwenen zalen zijn inderdaad voor de toenmalige doorsnee Gentenaar goede bekenden geweest : het Spiegelhof (Nieuwe Wandelingf; De Hert · (Kortrijksche steenweg); Parnassus (Houtlei), vanaf 1848; voordien toneelzaal; de Polka (nabij de Kuiperskaai, palend aan Mooihoveken, aldus genoemd naar een zich aldaar bevindende herberg); Tivoli (Ledeberg); Het Hof van Plesancë {Land van Waesplaats, tevens toneelzaal); Kranenburg (Drabstraat); Richmond (Oliestraatje); De Groene (nabij de oude Minnemeerschbrug); Het Moleken (Koornmarkt); De Prins (Ram, tevens toneelzaal); Het Koolmaatje (Chartreuzenstraat). De oudste van al die oude zalen zal wel Wauxhall (Coupure) geweest zijn. Boven de doopvont gehouden in 1780, moest ze haar deuren sluiten even na de Belgische Omwenteling. ( 2)

De nieuwe Zwaan, Meulestede 210


't Vliegende Paard, St. Pietersvrouwstraat · Met dezen karnaval Loopen wij overal Maar eerst naar 't VLIEGENDE PAARD Meiskens heft uw been maar op, Laat ons maar springen 't Is nu karnaval Daar wij zoo lang naar lingen (verlangen) Elk nen tieste opgedaan Om mee te vreien Maar na den karnaval Die mag hij reien. Maar na den karnaval Meugd' om u huize gaan.

De Eendracht, Azaleastraat. Bij Félick En dansen arm aan arm In 't huis van FELICK DEBRE Dat brengt ons hartje warm, Ja, dat brengt lolle mee. En wilt g' een meisje minnen Een liefje van uw soort, Ga maar bij FELICK binnen Daar is niets te kort. Den zwarten Ram, Lange Violettenstraat. Daar kwam K. Waeri zingen. Den Snoeck, Snoekstraat Vrienden 'k moet u wat vertellen 't- Is iets nieuws voor karnaval In DEN SNOEK is 't weêral bal. Barger, Lange Violettenstraat. Een van de oudste zalen van de stad De zaal BARGER is lang gekend Voor de geestigste van heel Gent Daar dansen wij Heel verheugd en blij De schottisch of wals Aan ons liefjes hals., De nieuwe Zwijger, St. Lievensstraat Elk maskeert zich om in het plezier te zijn, Ieder boer, boerin, pirot of arlakijn, 211


danst gezwind, bezoekt de schoonste zaal van Gent DEN NIEUWEN ZWIJGER, zij is van elk bekend Flora (3), Holstraat Wij zijn jong En wij moeten ons niet geneeren Eerst den toer en dan seffens, ja, Op zwier naar de zaal FLORA. Dus m~ plezier gemaakt dat het kraakt !

Parnassus, Houdei. Een afgedankte schouwburgzaal die evenals het Circus en de "Fransche Comedie" ter gelegenheid· van carnaval meer chique bals organiseerde. Valentino, Kuiperskaai. De overwelving van het OudScheldeken (± 1883) en de aanleg van de Oude-Scheldestraat bracht met zich mee dat de bovengenoemde zaal Polka er moest aan geloven. De eigenaar of zijn opvolger ging zijn tenten· een paar pa8sen verder opslaan . Daar opende hij een zaal die hij Valentino doopte. Deze werd alras de voornaamste en meest bezochte zaal van de stad. Valentino hield het uit tot 1910. In dat jaar werd er een bioscoop in geïnstalleerd onder de naam van Paleis V alentino, Amerikaansche Cinema. Nadat ze nogmaals van naam veranderd was (Coliseum) werd ze zowat voor alles gebruikt : verkoopzaal, toneelzaal, skating, boks- en catchring. Nu kan ze slechts met weemoed terugblikken op de glorietijd die ze gekend heeft. En zijt gij somtijds in het verdriet Dat u geen vrijer meer bezièt, Begeeft u vroolijk op den draai En trekt recht naar de KUIPERSKAAI ! En peper zullen wij geven In den VALENTINO, Hoerrah ! Hoerrah ! Als· ge hier in Gent zoo eens wandelen gaat Luistert dan eens goed naar mij : Wilt ge naar de cinema vroeg of laat Wees dan zoo hartelijk blij !

212


-

Is het u niet opgevallen dat niet weinig drankgelegenheden zich als nieuw aanmelden : Nieuwe Eendracht, Nieuwe Zwaan, Nieuw Jerusalem, Nieuwe Zwijger ? Waar zijn dan al de oude Zwanen, enz~ gebleven ? Het is waarachtig niet denkbaar dat er van Nieuwe Zwanen, enz. sprake kan zijn zonder dat er voorafgaandelijk andere geweest zijn. Er moet ook een Nieuw IJzerkruis bestaan hebben zoniet zou het oorspronkelijke zich niet verplicht gezien hebben zichzelf 't Oud te noemen. Ook de zaal Valentino is blijkbaar aan het plagie~r-gevaar niet ont~ snapt want op een bepaald ogenblik rees te Ledeberg een Nieuwe Valentino uit de grond. Van concurrentie gesproken ! Inderdaad zal de Nieuwe alles in het werk stellen om het dansend publiek naar zich toe te halen, naar zijn dansvloer te lokken. "Karnavalslied 1905 der alomgekende danszaal De Nieuwe Valentino bijgenaamd De Nieuwe Zaal en gehouden door Frans Claeyssens, Van den Heckestraat." Want zie als gij u wilt vermaken Zoo met uw liefje leute smaken Komt bij FRANS maar met uwe compagnie Daar zult gij lachen kweet het sapnestie

Schoon gemaskerd met ons mie of koko Zoo gaan wij naar DE NIEUWE VALENTINO.

-

Dat Frans groot gezien heeft vernemen we in de informatie die men samen met het liedje te verorberen had. "Tijdens de dagen van Karnaval zal de cafĂŠ en zaal prachtig verlicht zijn .met 1500 Elektrieke gloeilampjes van verschillende klĂŠuren. Er zal ook met een dubbel orkest gespeeld worden door 15 gesyndekeerde artisten muziekanten onder leiding van den alomgekenden art. muz. E. Larmuseau die er verscheidene Russische en J apaneesche dansen zullen uitvoeren." Of we dat alles moeten aannemen met het korreltje zout vertelt ons de informatie niet. Hoe dan ook, heel lang zal Frans over zijn NIEUWE VALENTINO niet kunnen regeren hebben want nauwelijks twee jaar na het wereldkundig maken van zijn Karnavalslied 1905 heeft de NIEUWE VALENTINO plaats gemaakt voor de NIEUWE CASINO. In hoeverre de Kuiperskaai verantwoordelijk was voor die bedenkelijke gedaanteverwisseling, vertelt de geschiedenis niet. Een ding is zeker, de echte VALENTINOh~d het van meer dan een concurrent te verduren. O.a. reeds in 1886 van DE GOUDEN POORT die uit volle borst kwam zingen van

213


Sa boeren en boerinnen DE GOUDEN POORT recht binnen, Daar is vermaak, daar is plezier Daar heeft men van het beste bier En daarbij schoone prijzen Voor jongen en voor grijzen Voor meeren, peeren en domino BETER DAN IN VALENTINO. DE CAPES

Tot nog toe deden we net alsof er te Gent geen cafés waren. Als we ze in ons verhaal niet betrokken , hadden we daartoe een geldige reden. De cafés of koffiehuizen, de taveernen en de bodega's achtten zich veel te voornaam om zich "vuil te maken " aan het laten drukken en aan de man brengen van grafische producten die ze als minderwaardig bestempelden. Ze zullen zich dan ook vergenoegen met de feestvierders vrije toegang te verlenen in huti met stamgasten volgepropte etablissementen. Niet zozeer door de gaande en komende "zotten" werden die koffiehuizen bezocht maar door geldinzamelende groepen gecostumeerden. Mocht u zich soms inbeelden dat deze groepen op goed geluk af van het ene café naar de andere taveerne huppelden dán slaat u de ballelijk mis. Die heren - de dames namen aan de werkzaamheden nooit deel - manoeuvreerden volgens een op voorhand tot in de details uitgestippeld werkrooster. Om maar een voorbeeld aan te halen, dit bericht :-de menslievende maatschappij Orphéon Gantois meldt dat ze op zondag 6 maart 1881 een rondgang zal maken die noch min noch meer dan 7 uren in beslag zal nèmen "avec un répertoire considérable augmenté". Ziehier dat werkrooster : 3.30 Kouter; 4.30 Café de la Bourse; 4.45 Hotel de l'Allemagne; 5.15 Café du Nord; 6. Café Béranger; 6.30 Café Pierre; 7. Concorde; 7.30 Onion; 8. Grand Café; 8.30 Café du Théatre; 9. Café des Arcades; 9.30 Café Minard; 10. Société Royale Willemsgenootschap; 10.10 Café de l'Univers. De meeste van de zopas opgenoemde koffiehuizen, of zij te vindenwaren aan de Kouter, de Vogelmarkt, de Korte Meer of de Walpoortstraat, hebben er het een na het ander het bijltje bij neergelegd. Alleen het Café Royal en het Café duThéatre, beide gelegen aan de Comediestraat, nu Schouwburgstraat, hebben het hoofd boven water weten te houden.

214


215


Vooraleer wij er op onze beurt het bijltje bij neerleggen willen we nog een enkel woord wijden aan twee weliswaar zijdelings gerichte maar niettemin aan het carnavalgebeuren eng verbónden praktijken. We bedoelen de prijsuitreiking en de muzikale begeleiding in danszaal en café-chantant.

DE PRIJZEN Deze bestonden hoofdzakelijk uit hespen en bloenden. Dat leerde ons trouwens het veel gezongen liedje van "Espeu, bloendeu, in wij èbbe novral deni~ste prijs"' · Theofiel Bauts uit DE LEEUW VAN VLAANDEREN zal 5 prijzen laten verloten : een inlandsche hesp, 2 groote bloenden en 2 groote cervolas. Doch de man stelt een voorwaarde : "om te kunnen prijswinnen zal men zich al de dagen (3) moeten aanbieden." - Pier uit HET VOLKSBLAD heeft wat meer noten op zijn gezang. Luister hoe hij zijn prijzen verdeelt (let wel op : om te mogen meedingen dient men zich 8 dagen op voorhand te laten inschrijven en is men verplicht zich al de carnavalsdagen aan te melden) : 1ste prijs : een schoone hesp voor de grootste compagnie 2de prijs : een hesp voor de schoonste compagnie 3de prijs : een schoone bloende voor de raarste compagnie 1de prijs : idem voor de 2de grootste compagnie 5de prijs : idem voor de 2de raarste compagnie. Hij vergeet er niet bij te melden dat de "ingangsprijs" 20 cent. bedraagt maar dat men daarvoor een goed glas bier bekomt. Mijnheer Charles en zijn confrater Félick uit DE EENDRACHT zingen hetzelfde liedje doch wie de opperste gaai afschiet is (natuurlijk) de patroon van de VALENTINO, want die vergenoegt zich niet gedurende· 3 dag~n voor Sinterklaas te spelen doch betrekt bij zijn spel ook de slonsendag en de maandag van het sluiten. Wat hij zijn kliënteel zoal voorspiegelt liegt er warempel niet om : Grooten prijskamp bestaande uit 500 F prijzen- 4 Tombolas waaronder Horlogiën, Schouwgarnituren, Oorringen, Ringen, enz. Monster Appelcienep.regen Schikkingen der Feestelijkheden 1) De deelnemers moeten zich aangeven den zondag 26 febr. · en ten langsten den zondag 5 maart (1905) 2) De kampstrijders zullen den maandag om middernacht in Valentino moeten aanwezig zijn in costuum en getal alsook 216


den zondag 13 maart op hetzelfde uur 3) Maandag om 8 uren Grooten Deftle onder de leiding van den heer Masein Balletmeester van de Théatre de la Gaité (Parijs) 200 uitvoerders 4) Om 10 uren Calk-Walk uitgevoerd door het publiek der zaal geene uitzondering :jong en oud, krommen en rechten, scheven en manken, boeren en boerinnen 5) Om 11 uren Intrede van de compagnie De Moedige Japoneezen, 30 koppels 6) Om 12 uren deftle der compagnies gevolgd door een overvloedigen appelcienenregen. CAPE-CHANTANTMUZIEK

Zowel de danszaal als het café-chantant zorgden er met haastige spoed voor dat hun op het getouw gezette liedjes-van-het-huis aangeleerd werden. Dat gebeurde vanzelfsprekend "ter plaatse", dat wil zeggen in de zalen of in de cafés. Voor deze laatste waren er geen problemen op te lossen. Die beschikten nl. over eigen "personeel". En wat de zalen betreft, in de stad waren er straatzangers genoeg om als repetitors op te treden. In de jaren '50 kon men er nog prat· op gaan orkesten van soms 16 man op de been te houden.,Dit aantal verminderde echter met de jaren zodat omtrent de eeuwwisseling het een in het oog vallende uitzondering mocht genoemd worden, als anderen dan pianisten, accordeonisten, een enkele violist, een enkele klarinettist, peper kwamen geven. Voor de organisatoren van de zangavonden of -voormiddagen was het zaak deze zo vroeg mogelijk aan te vangen, alleszins vóór Nieuwjaar. We weten wel dat de nieuwe liedjes niet zelden gezongen werden op door iedereen beken.: de "stemmen"; "Mie Katoen", "G'êt zwarte knienen Melanie", "De Vogelpik", "Madam Angoo", "Verbroederingslied" (van K. Waeri), "Ook geen Uilen", "Mijn Schoonmeerken is kapot", "Geef maar Sose", "Den Tingelingeling", "Maar peins 'nen kîer", "La Valse du Cliquet", "Amours de Trottins", "Tout ça ne vaut pas l'amour"; enz; voor de amateurzangers betekende die omstandigheid nooit een bezwaar. Dat is niet moeilijk te raden; in al de ~uizen tapte men de beste uitzet, de beste dobbele, de beste tripele. Dit lied zal gezongen worden door den heer Arthur. Wie liefhebber is ... kome naar DE LELIE

217


Voor 't muziek en 't lied te hocren bij Florent Van Hulle, bekende straatzanger (HET VOLKSBLAD) Het lied zal gezongen worden door Eduard Smal en zijne dochter, heden Nieuwjaardag om 7 uren. (VALENTINO) Om de zangwijze van het lied te leeren kennen, kotnt den Zondag bij Frans Claeyssens waar het ten minste 10 maal met het dubbel orkest zal uitgevoerd worden te beginnen van den eerstenZondag van Februari. (NIEUWE VALENTINO) Zelfs de mini-orkestjes (piano + viool of accordeon + viool) moesten er welhaast aan geloven want het een etablissement na het ander begon het beter (en voordeliger) te vinden de muzikanten te vervangen door orgels, orgels die aldoor maar uitgebreider werden totdat ze uitgegegroeid waren tot reusachtige orkestrions. (4) ... alwaar de schoonste piano automatique van Gent te hooren is... (DE: LEVENDE BRUG) ... het schoonste en ook het beste monsterorgel zal er te hoorenen te zien zijn (HET VOLKSBLAD) Dat er van de gelegenheid flink gebruik gemaakt werd om aan publiciteit te doen, wie zal het de kof6.ehuisbazen kwalijk nemen ? . ... van de piano-automatique gekocht bij Wwe H. Vandermeulen, Plezantevest, 23. (DE ZWARTE BEEREN) ... alle Zondag morgenden ... Proeft de.lekkere sigaren der Hollandsche Sigarenfabriek, Dampoortstraat, 37 : Rim-Djim, 6 voor 0.30 cent. (sic.). Zelandia, 6 voor 0,50 cent. De sigaren die van smaak niet zouden bevallen worden teruggenomen (MIJNHEER CHARLES) ... gratisch eenen schoonen nieuwen kabaan uit het huis van Arthur Desneux op de Vrouwstraat. (DE LEEUW VAN . VLAANDEREN) Die Desneux hebben we goed gekend met zijn talrijke verzameling manden, mattekloppers, rieten zetels, enz. waarmee hij ook leurde.

218


... Dit lied wordt kosteloos gegeven bij ieder Pak Waschpoeder van CH. VANDEPUTTE, Begoniastraat 15. ... met een nieuw Monsterorkestorgel komende uit het huis Gavioli & Cie spdende verscheidene tonen met de volgende instrumenten : Bassen, Harmonica, Contre-bassen, Barytons, Haut-bois, Violoncelles, Harmonicafluiten, Nachthoorn, Manstemmen en Hemelgezang. De instrumenten genaamd Hemelgezang maken eene verrassende nieuwigheid uit waarvan de uitwerking een der aangenaamste uitdrukkingen geeft die. nog nooit geëvenaard is. (DE NIEUWE VALENTINO) DE CARNAVALSBALS

Waarmee de carnavalsliedjes absoluut niets te maken hadden waren de 3 bals die ieder jaar in de "Fransche Schouwburg" georganiseerd werden. Die bals waren steeds evenementen de moeite waard om beleefd te worden, zowel voor de dans- als voor de kijklustigen. Het zijn deze laatsten die we, om ons verhaal te besluiten, aan het woord willen laten. Niet figuurlijk maar letterlijk. Om aan de gewone gang van zaken geen afbreuk te doen werden ook tijdens de carnavalsweek voorstellingen gegeven, zelfs de zondag m matinée. Met dien verstande dat zowel het opgaan als het vallen van het gordijn met een dik half uitt vervroegd werden. ' De laatste bezoeker kon de vestiaire nog niet verlaten hebben· of de schouwburgzaal werd het toneel van een ware invasie van werkvolk aangevoerd door de hoofdmachinist van het huis. Machinisten, werklieden van de technische dienst en timmerlui geleverd door de: privésector zouden het dienen klaar te spelen de schouwburgzaal om te toveren. in een volwaardige balzaal. Let wel, in een minimum van tijd, laten we zeggen in een uur of twee. Dat alles onder het waak. zaam oog· van een cotil.mando pompiers. Terwijl door de enen de decors en de rekwizieten van het toneel . weggehaald werden, verwijderden anderen de voetlichten en de souffleerbak.Tezelfdertijd kwamen nog anderen met zware pakken tijk aansjouwen om daarmee de fauteuils d'orchestre en de zetels van de stalles en het parket stevig in te wikkelen. Slechts de laatste rijen parterrezetels moesten het zonder die inbunseling stellen want ze werden gewoonweg uitgebroken om daarna aan de gezichtseinder te verdwijnen. Terwijl deze beslist delicate karwei aan de gang was,_ werden schra.gen van diverse grootte naar boven gebracht en IN ..de orkestbak en TUSSEN de rijen zetels neergezet, beginnende met

219


de grootste in de orkestbak en de andere in afdalende orde naar de achterkant van de zaal. De schragen werden aan elkaar verbonden door middel van draagbalken waarop uiteindelijk de rechthoekige segmenten plankenvloer bevestigd werden. Op die manier ontstond een dansvloer welks niveau gelijk was aan dat van de scène. Was -de stabiliteit van de vloer naar behoren getest dan kwam de brandweer in actie. Al het aangewend houtwerk was inderdaad flink bestoft wat voor een dansvloer niet aan te bevelen is. Dus die maar met kennis van zaken besproeid. Inmiddels hadden vaardige handen op het (gewezen) toneel een 'n paar meter hoge estrade opgetimmerd. Deze was zoals u raden kunt bestemd voor het (dans )orkest. Acht uur. Daar lag nu de zaal kant en klaar te wachten om het danslustig volkje met open armen te ontvangen. De eerste vertegenwoordigers van dat volkje kwamen weliswaar even loeren hoe het met de vloer en de omgeving gesteld was, doch verdwenen om- natuurlijk voorlopig - plaats te gaan nemen in een baignoire of in een loge van de eerste rang. Dat deden ze omdat ze wisten dat er iets ging gebeuren. Dat iets was het aantreden van het orkest dat plaats nam op de estrade. Na een stukje muziek gepresenteerd te hebben begeleidden de muzikanten een zestiental ballerina's die het ballet van eep of andere opera uitvoerden. Daarmee was het bal geopend. maar de gewenste sfeer nog niet aanwezig. Voor die sfeer zorgde een wandelend orkestje bestaande uit wat blazers die de· zaal al spelend kwam binnengestapt gevolgd door de gasten die inmiddels hun zitplaatsen verlaten hadden. Een paar keren huppelde de farandole rond de zaal; het wandelend orkest maakte zich voorlopig uit de voeten. Het bal kon uiteindelijk, voor goed, een aanvang nemen. Voor goed en voor lang, want tot een flink stuk in de morgen. Wie heel dat boeiend gedoe van A tot Z zo genottelijk vermochten gade te slaan waren de bovengenoemde kijklustigen die op de galerij hoe kan ik onmogelijk zeggen - een eerste-rijplaatsje hadden weten te bemachtigen. Zoals men in die dagen placht te zeggen : een point de VU:e. M. VAN WESEMAEL NOTEN

(1) J. Verschueren, De oude Danszalen te Gent, Gazette van Gent, 8 okt.1908. (2) Pr. Claeys, Le Waux-Hall, La Flandi-e Libérale, 31 juli 1904. (3) Een zaal die per slot van rekening geschiedenis gemaakt heeft. Genoemd naar de Romeinse Bloemenkoningin Flora die op haar. beurt haar naam gegegeven heeft aan de bloemententoonstellingen Floraliën. Dergelijke tentoon-

220


stellingen werden in Flora gehouden van 1815 tot 1828. Verschillende verenigingen hadden er naderhand hun zetel, o.a. de Gentse Napoleonisten. Van even vóór de oorlog 14-18 tot enkele jaren daarna vinden we er een bioscoop, met de Cinéma du Nord (Noordstraat) de belangrijkste en drukst bezochte wijkcinema van de stad. (4) De gulden tijd die de orgels van diverse pluimage (draaiorgels, straatorgels, piano-orgels, orchestrions) gekend hebben ligt nu al een hele poos achterons. Onze aangenaamste herinneringen ervan gaan terug naar de jaren dat het orchestrion geplaatst in het Feestlokaal van "Ons Huis" iedere zondag een bomvolle gelagzaal muziekliefhebbers bijeenbracht. Wie tegenwoordig de muziek van zowel kleine als reuzegrote orgels wil beluisteren moet een bezoek brengen aan het meer dan 60 exemplaren rijke Nationaal Orgelmuseum te Koksijde, R. Vandammestraat 45, Conservator D. Dagraed, dat zijn deuren opende op Paaszaterdag 1974 en dat van jaar tot jaar het aantal bezoekers ziet vermeerderen.

DE GENTENAARS WINNEN TE HENLEV Donderdag 24 mei 1906 : Hemelvaartsdag. De regatten te Terdonk hebben een massa belangstellenden gelokt. Na de regatten komen de besturen van de Club Nautique en van de Sport Nautique overeen een ploeg te vormen om aan de wedstrijd te Henley deel te nemen. Dagelijks wordt er nu geoefend op de Brugse vaart door de achtriem; afstand : 2280 meter. Op 1 juli verslaat de Gentse ploeg de ploeg van Magdale College van Oxford met 1 1/4 lengte. Op donderdag 5 juli in de slotkoers van de Challenge Cup wedstrijd overwint Gent met een voorsprong van drie lengten de ploeg van Trinity Hall. De Gazette van Gent van 5 juli, die 's avonds verschijnt, vermeldt reeds de overwinning. Van zodra de uitslag bekend was, werden talrijke huizen bevlagd. Het was de eerste maal, dat de Challenge Cup door een buitenlandse club werd gewonnen. Op donderdag 12 juli werden de overwinnaars van Henley plechtig ontvangen. Aan het Zuidstation vormde zich een grote stoet met al de Gentse maatschappijen. De stoet trok naar het stadhuis, waar burgemeester Braun aan de beide roeiverenigingen een gouden medaille overhandigde; de roeiers, de roeimeester en de gangmaker ontVingen een verkleind model. 'De prachtige beker werd in het uitstalraam van een winkel in de Vlaanderenstraat tentoongesteld; daarna ging de beker naar het Museum voor Schone Kunsten, waar hij bewaard werd voor de wedstrijd in 1907. Door koning Leopold 11 werd aan de Club Nautique de titel "Koninklijke Maatschappij" verleend. Op donderdag 9 mei 1907 hadden opnieuw de regatten te Terdonk . . 221


plaats en dit in aanwezigheid van prins Albert. De prins kwam aan in het Sint-Pietersstation en reed in een automobiel met de gouverneur naar de voorhaven, waar hij overstapte op het jacht Brabo van de heer Osterrieth. Naarmate de wedl!trijd te Henley opnieuw naderde, groeide de spanning. De bijna dagelijkse oefeningen op de Brugse vaart lokten nog meer volk dan in 1906. Op vrijdag 28 juni vertrokken onze roeiers naar Engeland. Ook burgemeester Braun en Jacques Feyrerick, afgevaardigde van de Sport Nautique, reisden naar Henley. Op 3 juli- werd door de Gentse ploeg de Leanderclub verslagen met een vierde bootlengte. Op vrijdag 5 juli werd de finale wedstrijd betwist. Reeds in de- vroege namiddag was een grote menigte sportliefhebbers samengestroomd in de Schouwburgstraat, waar de beide clubs hun lokaal hadden. Rond vier uur kwam per telefoon een bericht uit Brussel, dat de overwinning van de Gentenaars meldde. Wat later kwam het telegram "De Gentenaars hebben gewonnen met een bootlengte". De Schouwburgstraat was zwart van het volk. Uit het CafÊ des Arts, het lokaal van de Sport Nautique, werden honderden bloemen geworpen. Op korte tijd waren alle openbare gebouwen en honderden huizen bevlagd. De provincieraad, die juist vergaderde, zond onmiddellijk zijn gelukwensen aan de beide verenigingen. Op het Belfort werä om vijf uur en om acht uur de grote klok geluid. Hier de lijst van de overwinnaars : Poma R. 12.10.1885 1,83 m 75 kg. Desomville 0. 19.8.1879 1,76 m 82 kg. Veirman P. 23.2.1881 1,84 m 80 kg. Vergucht F. 30.12.1885 1,88 m 80 kg. Van Roy A. 18.6.1882 1,84 m 77 kg. De Geyter P. 14.10.1879 1,79 m 70 kg. Visser G. 20.4.1880 1,71 m 72 kg. Molmans V. 8.11.1879 1,69 m 70 kg. Stuurman : Colpart R., 1,64 m 70 kg. In de eindwedstrijd hadden de overwinnaars de Christ Church van Oxford verslagen. Op maandag 8 juli werden onze roeiers plechtig gehuldigd. Opnieuw werd aan het Zuidstation een stoet gevormd, waarin vijftien muziekkorpsen, waaronder de muziek van de weesjongens en van het artillerieregiment en 150 maatschappijen opstapten~ De roeiers hadden plaats genomen in een "mail-coatch" met vier paarden bespannen. De stoet trok door een dichte mensenzee naar het provinciaal paleis, waar de ploeg ontvangen werd door de gouverneur. Daarna trok de stoet verder naar het stadhuis. Onder-

222


223


224


weg werden een massa bloemstukken en talrijke geschenken aan de overwinnaars overhandigd. Gent beleefde een ware feestroes. Aan beide maatschappijen werd een gouden medaille gegraveerd door H. Le Roy uitgereikt; de deelnemers ontvingen een bronzen exemplaar. De tekst op de medaille luidt : "De Stad Gent aan de _overwinnaarsderGreat Challenge Cup, 5 Juli 1907. Henley.", alsmede de namen van de beide voorzitters, de acht roeiers, de stuurman en de beide roeimeesters. Nog twee maal zouden de Gentenaars deelnemen aan de wedstrijd te Henley. In 1908 verloren de Gentse roeiers tegen de Leander Club, die de beker won. In 1909 werd opnieuw een ploeg samengesteld. V anáf 9 juni werd er geoefend op de Brugse vaart. Op woensdag 7 juli versloegen de Gentenaars de Magdalena club in de halve fmale. Op 8 juli werd het Jezus college in de finale met anderhalve lengte verslagen. Voor de derde maal had Gent de trofee gewonnen. Aan de lokalen Het Haasken op het Koophandelsplein en het Café des Arts in de Schouwbrugstraat krioelde het van het volk. Een halfnadat het bericht. van de overwinning was aangekomen, wapperde in gans de stad de nationale vlag. De grote klok van het belfort luidde, de beiaard speelde. 's Avonds werd een concert gegeven op de Kouter. In de Eden-~inéma werd de vertonmg onderbroken om aan het publiek het nieuws te melden en op het doek werden enkele zichten van Henley geprojecteerd. Op donderdag 15 juli- week van de Gentse kermis- hielden de mannen van de achtriem hun triomfantelijke intrede. Ze werden opgewacht aan het Sint-Pietersstation, waar de stoet met tientallen muziekkorpsen en meer dan vijftig verenigingen werd gevormd. Gezeten in een mail-coach deden de overwinnaars een zegetocht door de stad. Ter herinnering aan deze overwinningen werd een kaai langs de Leie' Henleykaai genoemd.·

uur

M.. V ANBERGHEN

225


PROF. JOHANNES-MATIHIAS SCHRANT Enkele jaren geleden werd een nieuwe straat tussen de Groene Valleilaan en de Nieuwe Wandeling Prof. J.M. Schrant genoemd. Wie was prof. Schrant ? J.M. Schrant werd geboren te Amsterdam op 24 maart 1783. Zijn ouders behoorden tot de katholieke burgerij van Amsterdam. Schrant studeerde Latijn, Grieks en Hebreeuws en volgde dan gedurende drie jaar de lessen aan het seminarie te Warmond bij Leiden. Hij werd priester gewijd in 1806. In 1809 werd hij door de regering belast met het schrijven van een boekje "Het Leven van Jezus", dat kon gebruikt worden in de scholen met leerlingen van verschillende geloofbelijdenissen. Dit boekje werd door Schrant opgedragen aan de jonge prins Louis-Napoleon, zoon van de koning van Holland Louis Bonaparte en Hortense de Beauharnais, de latere Napoleon 111. In 1811 werd- Schrant pastoor te Bovenkarpsel bij Enkhuizen in Noord-Holland. In Nederland was de toestand van de Katholieken in die tijd niet zo rooskleurig; toch gaf Schrant vele blijken van een grote verdraagzaamheid. Op 18 november 1815 benoemde Willem I hem tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Op verzoek van Willem I aanvaardde Schrant in 1817 een benoeming tot hoogleraar aan de pas opgerichte universiteit te Gent. In 1820-21 was Schrant rector als opvolger van de overleden rector Hellebaut. Het Gentse bisdom was de universiteit niet genegen en Schrant werd dan ook door de katholieke middens met wantrouwen bejegend. Meer zelfs : men slaagde er in het werk van Schrant Het Leven van Jezus, dat in 1809 was verschenen te doen veroordelen door Rome op 5 september 1825. In 1821 stichtte Schrant de-Maetschappij voor Vaderlandsche Taelen Letterkunde met als kernspreuk "Regat prudentia vires" en dit omde Nederlandse literatuur te helpen bevorderen. In 1824 werd in Oost-Vlaanderen de Bestendige Commissie voor Onderwijs opgericht. Schrant werd de vaste secretaris van deze commissie. In deze functie heeft prof. Schrant zeer verdienstelijk werk verricht. Na de Belgische omwenteling keerde prof. Schrant naar Nederland terug net als zijn collega's prof. Mahne en prof. Thorbecke. Schrant werd nu hoogleraar aan de universiteit te Leiden, waar hij stierf op 5 april 1866. Te Gent woonde prof. Schrant in de Sint-Margrietstraat, 22. Hij 226


droeg de kledij van de Noordnederlandse katholieke priesters : korte broek, zwarte kousen en lange hangende overjas. Op het hoofd droeg hij een driekantige hoge hoed, die men dan chapeau Napoléon noemde en die hij op straat zeer deftig oplichtte om te groeten. Va-der Bergmann vertelt in zijn Gedenkschriften nog het volgende over prof. Schrant : . "Professor Schrant, ook een Hollander van geboorte, verliet, evenals Thorbecke, ons land na de omwenteling van 1830, en werd, evenals Thorbecke, professor aan de Hoogeschool van Leiden. Hij was een man vanhoogegestalte en van krachtigen lichaamsbouw, zeer deftig in zijne houding en die ook aan iedereen eerbied inboezemde. Te Gent was hij met het onderwijs der Nederlandsche geschiedenis en letterkunde gelast. Ik herinner mij, met hoeveel genoegen en belangstelling de Gentsche studenten zijne lessenyolgden, die hij in het Nederlandsch voordroeg. Schrant was Roomseh-katholiek priester; maar nooit zal ik vergeten met hoeveel welsprekendheid en onafhankelijkheid hij de gebeurtenissen der 16de eeuw besprak, met welke levendige kleuren hij den reusachtigen strijd van ons klein vaderland tegen het machtige Spanje afschilderde, den gewetensdwangafkeurde en het lijden onzer voorvaderen betreurde. Dikwijls verlieten wij opgetogen zijne lessen én . de meeste studenten bewaarden later een warm en dankbaar aandenken aan den talentvollen professor, aan den welsprekende redenaar, aan den verdraagzamen priester."·. · Elias schrijft over de hoogleraars, die onder het Verenigd Koninkrijk belast waren met de cursus in de Nederlandse letterkunde :"De taak van deze hoogleraars was zeer ondankbaar." En verder "J.M. Schrant is zeker te Gent de. bijzonderste figuur". In het raam van ons tijdsèhrift is het orunogelijk de figuur van prof. Schrant grondig te belichten. Belangstellende lezers willen we verwijzen naar de bibliografie. BffiLIOGRAFIE Liber Memorialis van de Gentse Universiteit. J.E. Nève de Mévergnies : Gand sous le régime hollandais (1814-1830) H.J. Elias : Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte. Deel I (plus de opgegeven bibliografie) Vader Bergmann : Gedenschriften.

M. STEELS

227


A PROPOS VAN MARIE SCHELLINCK Prosper Claeys, door E.T. in zijn art. "De Oud-Wapenbroeders van het Keizerrijk" (G.T. blz. 123-124) aangehaald, heeft te goeder trouw voortverteld wat men den volke gedurende meer dan een halve eeuw over Marie Schellinck. voor waarheid verkondigd had. Preciezer gezegd wat haar familie - met aan het hoofd de journalistfantast Th. Schellinck - rondgestrooid had. Aangaande M.S.'s geschiedenis dienen alvast volgende legenden naar het rijk der fabelen geëxpedieerd te worden : 1° M.S. heeft zich ongetwijfeld in het publiek vertoond uitgedost in een zijden of ander kleed doch die mooie robe kreeg ze geenszins van de keizerin. Geen enkel archiefstuk maakt van die gebeurtenis enig gewag. 2° M.S. -heeft inderdaad deelgenomen aan verschillende militaire expedities. Heeft in verband daarmee ongetwijfeld onderscheidingen verdiend en bekomen doch met het kruis van het Erelegioen werd ze nooit vereerd. Schrijft P. de Fourmestraux in zijn les Napoléonistes, een uitermate verspreid boek : "Son dossier, conservé au Ministère de la Guerre à Paris, ne contient pas trace de l'obtention de la décoration". En haalt hij aan : "Aucune femme, écrivait Ie 24 avril1817 (tien jaar na haar ontslag uit het leger ! ! ) Ie duc de Tarente, Grand Chevalier, Ii'a été admise dans l'Ordre de la Légion d'honneur; aucune femme n'a touché Ie traitement affecté augrade de chevalier". Einde van het citaat. 3° Uit wat E.T. over het monument te St.-Amandberg schrijft zou ten onrechte kunnen verondersteld worden dat ook M.S. op het Campo Santo begraven werd. Te meer daar haar familienaam op een der zijden van de-zuil te lezen staat. Doch hier is wel degelijk spra. ke van de (mannelijke) soldaat Jos. Schellinck "journalier, 98 rue Haute, fusillier au 1er Rég. de la Garde Impériale" overleden in sept. 1843. Wie meer over de levensloop (niet de legende) van M.S. wenst te . vernemen, verwijs ik naar bov~ngenoemd boek.

v.w.

228


Monument ter nagedachtenis van de Soldaten van Napoleon op het Campo Santo te Sint-Amandsberg.

229


EEN HISTORISCHE SPREEKWIJZE

Onder bovengenoemde titel wordt in G.T., blz. 135-136 de verklaring gegeven van de nog zeer gangbare uitdrukking Salut en de Kost. De tekst gewaagt enkel van door de Sint-} crisgilde uitgestuurde boden die tot taak hadden de zusterverenigingen op medewerking uit te nodigen. Het ware verkeerd te veronderstellen dat dit gebruik een soort monopolie van de Sint-Jorisgilde zou geweest zijn. Ook die andere zeer bekende wapengilde (van Sint-Sebastiaan) en menige rederijkerskamer gingen op dezelfde manier te werk om de nodige publiciteit te geven aan de door hen georganiseerde feesten en wedstrijden. Met andere woorden om het programma van die feestelijkheden, de zogenaamde "quaerte" naar alle hoeken van het land te zenden. Wat meer is : voor de abdijen en kloosters was het zenden van boden ook al een graag gebruikte methode van informeren doch niet met als oo~erk het melden van feestelijke gebeurtenissen maar aangaande zekere sterfgevallen. Ziehier wat Alfons van Werveke over die kloosterlijke aangelegenheid weet te vertellen (Vooruit, 6 jan. 1924) : Als een abt of een hoogwaardigheidsbekleder overleden was, ofwel verschillende leden van de gemeenschap, zond men naar al de abdijen en de kloosters een monnik om voor de afgestorvene(n) gebeden voor hun zielezaligheid te vragen. De geestelijke bode nam een lange perkamenten rol mede, aan wier hoofd de naam van de overledene(n) en een vraag ¡om gebeden geschreven stond. Elke gemeenschap welke bezocht werd, schreef op de rol haar naam, de dag waarop de monnik was aangekomen en de belofte gebeden te doen. Het archief van het Gents Bisdom bezit twee dergelijke dodenrollen van de St.-Baafsabdij. Het zijn allerschoonste oorkonden van de jaren 1406 en 1507. In het Rijksarchief te Gent is een dodenrol van de St.-Pietersabdij van 16 mei 1399. De aanvangsletter is verlucht (van schilderwerk voorzien) -met liet beeld van de H. Benedictus, stichter van de orde waartoe de abdij behoorde, en de inleiding is mooi geschreven en met de pen van versieringen voorzien. De rol is niet minder dan 19,30 m lang, is 0,23 m breed en bestaat uit 29 stukken perkament, aan elkander genaaid. De monnik met het omdragen van de dodenrol belast, vertrok op 28 mei 1399, bezocht 524 abdijen, kerken en kloosters in de bisdommen Doornik enTerwanjein Vlaanderen toen was nog geen sprake van een Bisdom van Gent) en 35 bisdom230


men in Frankrijk. Hij eindigde eerst zijn reis op 1 aug. 1400, zodat hij 15 maanden afwezig was geweest.

v.w.

NOG OVER HET STADHUIS De heer Achilles Gautier, verbonden aan de Universiteit, bezorgde mij de foto van een steendruk, het Gentse Stadhuis voorstellend, met het verzoek hem informatie te verstrekken betreffende de makelei van de plaat. Deze had hij enkele jaren geleden aangekocht in een boekenstalletje te Barcelona. Alleen reeds omdat de afbeelding zeer zeldzaam mag genoemd worden (we vonden er geen- tweede exemplaar van), geven we ze een plaats in G.T. De litho vermeldt : Rouargue deL 8. se,/ Imp. F. Chardon ain2, 30, r, Hautefeuille, Paris I GAND (Hotel de ville)/ Publié par Furne, à Paris. Emile Rouargue (± 1795 Paris; 10jan. 1865 Epone près Mantes (Seine et Oise) was een zo vaardig als vruchtbare lith<?graäf die heel Europa doorreist heeft.. Hij voorzag verschillende geografische werken van talrijke litho's : o.a. van E. Begin, Voyage pittoresque en Espagne et én Portugal; P. de Munich, Voyage pittoresque en Italie; Miry, 48 planches de Constantinople et de la Mer Noire; E. TEXIER, VOYAGE l?TITORESQUE EN HOLLANDE ET EN BELGIQUE. Gedrukt in 1857. Het is uiteraard uit ditboek dat onderhavige steendruk afkomstig is. We danken de heer A. Gautier . voor de interesSante mededeling. .

v.w. Een ander lid vermeldt ons nog een prent van het stadhuis met de trap van Pisson gedrukt bij P. Simonau, rue aux Choux 68 Bruxelles. Afmetingen : 78 cm. op 59 cm. De steendruk geeft de gevel van het stadhuis, verder zien we nog de markt beneden de trapFen met tál-: rijke verkopers en kopers, een kruiwagen met hond, ·twee huifkarren, een ruiter te paard en w~delaars. (Jaartal1843)

231


232


TE GENT 1. Overkort zal het huis Cataloniëstraat 1, gekend als Metselaarshuis

en later als Hotel De Graaf van Egmond geklasseerd worden. Het Metselaarshuis, huis van de nering van de metselaars, werd gebouwd in 1527 naar het plan van bouwmeester Christoffel van den Berghe, die ook de plannen van het Schippershuis tekende. V anclaar ook de reden van de gelijkenis tussen de twee gevels. Als gevolg van de Concessie Caroline werd de metselaarsgilde opgeheven en het gildenhuis werd verkocht rond 1540. In 1558 woont er de vermaarde drukker Comelius Manilius. In 1700 werd in het Metselaarshuis hèt hotel De Graaf van Egmond opgericht. Dit _hotel behoorde tot de voornaamste van de stad Gent. (zie Plan van Gent : Ghendtsche Tydinghen jg. 5 blz. 15). In 1852 werd de prachtige gotische gevel verbouwd. "Le propriétaire la remplaça par Ie vulgaire mur percé de trous que nous admirons encore aujourd'hui" schreef Prosp. Claeys. Voor de tweede wereldoorlog was er een dancing in het oud Metselaarshuis, na de oorlog kwam er een zelfwasserij; daarna stond het huis jaren lang onbewoond. Einde vorig jaar stortte de dakgoot naar beneden en was er gevaar voor mogelijke instorting. Tijdens beschermingswerken werd de oorspronkelijke gevel, natuurlijk erg beschadigd, onder· de zichtbare gevel ontdekt. In 1912 werd de gevel van het Metselaarshuis gereconstrueerd op de Graslei 8. (voor verdere gegevens : zie Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Stad Gent. Blz. 68 en 129, alsook Kr. De Vinck : De Metamorfosen van een Stadsgezicht. De Graslei en de Koornlei te Gent blz. 44) 2. Voor het museum van de Bijloke werd een zeventiende eeuwse beker aangekocht die behoord heeft tot de verzameling Minard. Volgens het opschrift "Dat welvaert en segen sy ryck en mild by al de wynstekkers van Ghendt anno 1620" kan deze druivenbeker toebehoord hebben aan de nering van de wijnverkopers van Gent. De~e beker, werk van de Nurenbergse edelsmid Essaias zur Linderen, is zeker een belangrijke aanwinst voor het Gents museum. (zie De Gentenaar 9.6.1977) 3. In het meinummer van de vorige jaargang van G.T. vestigden we de aandacht op het huis De Rave, hoek Onderstraat en Schepenhuisstraat. Bij M.B. van 5 mei 1977 wordt dit gebouw thans beschermd.

233


BIBLIOGRAFIE I. MARIE FREDERICQ-LILAR : L'Hotel Falligan. Chef-d'oeuvre du roccoco gantois. Dit werk werd uitgegev~n door "Editions de l'université de Bruxelles". Pare Léopold, B-1 040 Brussel. Prijs : 1000 fr. plus 25 fr. verzendingskosten te storten op postrekening 000-0749231-03 Editions Université de Bruxelles. Het eerste deel behandelt de geschiedenis van het gebouw, dat opgetrokken werd ·in 1755. In het tweede deel wordt de gevel, die versierd is met de beelden van Diana en Apollo, en het interieur uitvoerig besproken. Het werk is rijk geïllustreerd.

11. M. VAN WESEMAEL : Lichte Vrouwen te Gent in de 19eeeuw en hun publiciteit (in Oostvlaamse Zanten- 1977- blz. 38). Het zal de lezers van G.T. niet verwonderen, dat ook deze bijdrage van onze trouwe medewerker grondig en degelijk is.

VRAAG .EN ANTWOORD

In verband met een T.V. uitzending enkele maanden geleden stelden enkele leden mondeling de vraag of we iets meer wisten over de componist van de Internationale. We vonden het volgende : Le Monde de la Musique : L'Internationale : chant composé en 1888 par Adolphe de Geyter (m. 1932) sur des parales d'Eugène Pottier, ouvrier de Lille. A~emene Muziekencyclopedie: PierreDe Geyter : geboren te Gent ?, overleden te Parijs (29.9.1932). Belgische arbeider en amateur componist. Studeerde aan de muziekacademie te Rijsel, waar·· hij een eerste prijs voor blaasspeeltuigen behaalde in 1886. In 1888 componeerde hij de Internationale. Grove's dictionary of music and musicians. (London 1966, volume VI blz. 26) : Internationale : music composed by Pierre Degeyter of Lille, who died in 1915. Deze teksten maakten ons niet veel wijzer : twee De Geyter's en voor Pierre De Geyter zelfs twee verschillende datums van overlijden. Een lid bezorgde ons een artikel gepubliceerd in Le Peuple van 26.12.1936 en geschreven door L. Piérard. De auteur verwijst naar een boekje "Eugène Pottier et l'Internationale" geschreven door 234


Zévaès. Volgens deze auteur zijn er inderdaad twee De Geyter's : PierreDe Geyter geboren te Gent op 8 october 1848 en zijn jongere broer Adolphe De Geyter geboren op 4 februari 1859. Het gezin De Geyter: had acht kinderen. De familie verliet Gent om ziéh in Rijsel te vestigen. Hier werd de zevenjarige Pierre tewerkgesteld als draadjesmaker. Volwassen volgt Pierre De Geyter gedurende enkele jaren lessen aan het conservatorium te Rijsel. In 1887 iS hij lid van de pas opgerichte zangvereniging La Lyre des Travailleurs. Op een avond in april1888 wordt hem gevraagd een lied te schrijven op een tekst van Pottier. 's Anderendaags is het werk af en op de volgende vergadering van de zangvereniging wordt het lied gezongen door Adolphe De Geyter, die over een goede stem beschikt en de broeder is van de componist. Op de eerst uitgave van de Internationale werd als naam van de componist enkel De Geyter vermeld. Toen een Parijse Uitgever het lied in 1901 opnieuw wilde publiceren, schreef hij een brief naar de burgemeester van Rijsel om de volledige naam van de componist te kennen. Om persoonlijke redenen gaf de Rijselse burgemeester echter Adolphe De Geyter op als auteur. Intussen was Pierre De Geyter verhuisd naar Parijs. Na lang aarzelen diende hij in 1906 een klacht in bij de rechtbank te Parijs. Pas in 1914 kwam de zaak voor het gerechtshof. De burgemeester van Rijsel kwam met een reeks getuigen, die· verklaarden dat Adolphe het lied had gecomponeerd. Bovendien verklaarde Adolphe ook dat hij het lied had geschreven en in 1901 zijn auteursrechten schriftelijk had afgestaan aan de burgemeester van Rijsel. Pierre De Geyter verloor dan ook het proces. Adolphe De Geyter stierf in 1916, maar in 1915 had hij een brief geschreven, waarin hij verklaarde niet de componist te zijn van de Internationale en enkel onder dwang van de burgemeester van Rijsel · een valse verklaring had afgelegd. Dit schrijven bereikte echter Pierre De Geyter pas na het einde van de oorlog. In 1922 zal de rechtbank het eerst vonnis vernietigen en PierreDe Geyter in zijn rechten herstellen. Hij was nu 74 jaar oud en lantaarnaansteker te Saint-Denis. Intussen was de Internationale het volkslied van Rusland geworden. Door een toeval vernam men op de Russische ambassade te Parijs dat de componist van de Internationale nog leefde. In 1927 bij de tiende verjaring van de oktoberrevolutie. werd Pierre De Geyter naar Moskou Uitgenodigd. Zo kwam een Gentenaar op de eretribune op het Rode Plein. PierreDe Geyter stierf op 26 september 1932. Op 26 september 194 7 werd te Saint-Denis het overlijden van Pierre 235


De Geyter plechtig herdacht. De New York Times publiceerde een foto van de plechtigheid. Noot : In de Franse krant L'Oeuvre publiceerde Alex. Zévaès een artikel "Comment fut composé la musique de l'Internationale". (29.6.1936) Ook de krant Vooruit heeft over dit onderwerp een reeks artikelen van Nico Rost gepubliceerd in de maand augustus; het jaartal hebben we echter niet teruggevonden. Voor de postzegelverzamelaars, die het thema Gent behandelen, willen we er nog aan toevoegen, dat in 1963 de D.D.R. een postzegel van 20 p. uitgaf met het portret van de Gentenaar Pierre De Geyter. (zegel 671) M.S.

CAMELOT ZANG 1° KOEPLET Ja ik ben hier mêe mijn mande Mooglijks dat gij er om lacht. 'K stel voor alles mij te pande Schoon ik waker ben bij nacht Om het kroetje maar te winnen Voor een talrijk huisgezin Moet men zoo al iets verzinnen Dat een stuiverke brengt in.

Refrein Lust u soms iets uit mijn vente 'K heb van alles, hier bij mij Boterkoeken met korenten Peerdenlever nog daar bij Krakemendels, appelcienen Ook hard eiers, beste maat En zelfs iets dat goed kan dienen Voor Mamzel die vrijen gaat.

'236


2° KOEPLET. Ha ge zult toch niet gaan meenen Dat 't fameuse wakerschap Mij het kostje kan verleenen En doen leven goed en knap Mis petater ge moeten weten Met die vette wakersprêe Zoudt ge slechts maar mogen eten Nu en dan een drooge snêe.

Refrein. 3° KOEPLET Dus 't en mag mij niet vervelen Want veur kinders en voor wijf Ben 'k verplicht marchand te: spelen Met een mande op mijn lijf En zoo knoei ik nacht en dagen Voor een simpel kroetje brood Bah ! 'k zal ook die last maar dragen Tot da 'k ga bij kiekenpoot. Ontleend aan de revtie "Gent 't onderste boYen." 1900.-

EEN GELDROOF TE GENT IN 1774 D'OFFICE

Az~o in het Kamptoir van het Huys-geld binnen den Stadhuyze dezer Stad op den 16 dezer loopende rnaend geweest zynde eenen Zondag, omtrent ten vyf uren van den naermiddag is begaan eene Geld-diefte met braeke door eenen Quidam, aen hebbende eene witte Ratine Kapotte met eene ronde Peruke properlyk geadjusteert ende zwarte Koussens, van eene tamelyke lengde ende zeer smeer van Lichaem, de welke zoo men verstaet komende uyt den Stadhuyze langs den trap nevens de groote Concerge zyne weg heeft genomen door het Ketelstraetje, draegende onder zyne Kapotteeene zak met Geld. ZOO IS'T dat de Weth dezer Stadbelofteene Premie van vyf-en-twintig Patacons aen de gone die den voornoemden Person aen het Office zullen denon237


ceeren, zoodanig dat hy van de voorzeyde Diefte zou worden overtuygt, ende zal den naem van den aenbrenger, indien hy het verzoekt, worden gescreteert. Ende zal hier van de Publicatie met Trompette ende Affude worden gedaen ter Plaetse gecostumeert. Actum in het College den 18 january 1774. Bron: S.A.G.: Reeks 110 (1768-1776) Noot: Ketelstraatje : thans Stadhuissteeg, vroeger ook genaamd PiSstege (14e eeuw), later algemeen genoemd Ketel- of Groene-Hondstraatje, naar de herberg De Ketel, welke reeds in de 14e eeuw werd aangetroffen en naar de herberg Den Groenen Hond van latere datum. (zie M. Gyssding: Gent's vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen en De Potter : Beschrijving van Gent, deel 11 blz. 245)

GENTSE PUDDING

Voor 15 tot 20 personen. Doe in een diepe pot voor 7 5 centimes beschuit of Brussels biscot, 0,2 kg. bruine suiker en 200 gr. makarons. Begiet dit met een halve liter melk, die gekoeld is. Een half uur later, als het beschuit doorweekt is, roer het met een houten lepel en doe er 200 gr. krenten in, even veel rozijnen en boter, een snuifje kaneel, een halve deciliter brandewijn of rhum en een graantje zout. Roer alles ondereen en doe er 18 tot 20 eieren in. Doe er de eieren in met twee of drie tegelijk en meng ze. Doe deze bereiding in een geboterde vorm en laat de pudding genoeg worden door de vorm in kokend water te laten hangen. (Ontleend aan "De Spaerzame Keukenmeid" door Caudelier. Gent 1861)

238


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historissche Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 6de Jaargang, nr. 6

15 november 1977

Voorzitter : G. Hebbelynck Ondervoorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent. Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60 - Heemkundige en Historische kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gent in 1857 Schrijvers en Lezers omtrent de Botermarkt Princen van Oraengien binnen Ghendt in 1577 Het gebeurde te Gent 500 jaar geleden Kanunnik Petrus Jozef Triest Onze jaarlijkse puzzel 't Senuiverwet ! Bibliografie Te Gent Aanvullende ledenlijst Steunfonds Inhoud jaargang 1977 Ill~traties

243 263 273 278 286

291 293 294 295 297 298 298 300

Bibliotheek en Documentatiecentrum : Het Damberd, Koornmarkt, Gent. Toegankelijk voor de leden elke eerste zondag van de maand (niet in juli en augustus). Verantwoordelijk uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent · Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


WAARDE LEDEN,

Met dit nummer eindigt de zesde jaargang van ons tijdschrift. Jaargang 19 77 telde ongeveer driehonderd bladzijden. Uit gesprekken met een groot aantalleden weten we, dat ons blad een warme belangstelling geniet; ook de illustraties worden sterk gewaardeerd. Onze leden zijn dan ook onze beste propagandisten. Hiervoor onze hartelijke dank. Bij enkele medewerkers willen we ons verontschuldigen voor het niet tijdig plaatsen van hun bijdrage. Het novembernummer telt 60 bladzijden en zou uitgegroeid zijn tot een jaarboek. In de verschenen jaargangen werd reeds veel over Gent verteld : over de gebouwen, straten en pleinen, over de mensen met hun vermaken, hun vreugde en hun leed in die wel harde tijden, over de strijd tussen de ideeĂŤn, die de geesten beroerden. Natuurlijk blijft nog een massa stof te behandelen. We kunnen echter onze lezers verzekeren : alle onderwerpen komen aan de beurt. In de zevende jaargang komt de geschiedenis van de periode 1858 tot en met 1863 met stakingen, een cholera-epidemie, het begin van de crisis in de katoennijverheid als gevolg van de Secessieoorlog en de inhuldiging van het standbeeld van ]acob van Artevelde in 1863. Daarnaast beloofden onze medewerkers bijdragen in verband met de geschiedenis van de weesmeisjes, de geschiedenis van de Sint-Michielsgilde, bijdragen over het Bijloke-hospitaal en over Gentse rivieren en vaarten alsook enkele biografieĂŤn. Niettegenstaande de nog altijd stijgende prijzen blijft het lidgeld ook voor 1978 overanderd. Dit is mogelijk door het ledenaantal en door het zuinig beheer. We zijn er vast van overtuigd, dat de leden dit zullen waarderen. Tweehonderd frank is nauwelijks de prijs van vijf pakjes sigaretten of zes koffies. Met dit nummer ontvangt U een formulier, dat kan gebruikt worden voor een overschrijving of storting. We durven er bij de leden op aandringen nog deze maand de bijdrage van TWEEHONDERD FRANK te storten. Alzo helpt U de H. en H. Kring Gent en is het ons mogelijk nauwkeuriger de oplage te bepalen.

240


1. Betaal uw bijdrage nog in november. Uitgesteld is vlug vergeten.

2. Vul duidelijk Naam en Adres in en dit op de beide delen van het formulier. Vermeld ook uw lidnummer (zie omslag). 3. De lidkaarten worden verzonden met het januarinummer. 4. Indien voor een derde betaald wordt, vermeld dit duidelijk in de mededeling onderaan. 5. Het formulier kan gebruikt worden in het postkantoor, voor het postcheckambt, in banken en financiële instellingen.

OP WOENSDAG 23 NOVEMBER OM 20 UUR VOORDRACHT MET KLEURENDIA-PROJECTIE DOOR DE HEER B. DOBBELAERE OVER "BELUIKEN EN KOERTJES OP DE MUIDE". LOKAAL : KREDIETBANK, KOUTER TE GENT. OP ZATERDAG 10 DECEMBER OM 15 UUR GELEID BEZOEK AAN HET MUSEUM MEERHEM IN HET KARTUIZERKLOOSTER, INSTITUUT SINT-JAN DE DEO. BIJEENKOMST OP HET FRATERSPLEIN. ENKEL VOOR DE LEDEN.

241


.); ~:;

0~'. i:::

\tU~ ··JAIR ·WtiV8 ·· ~ · ·• :-:0 ) t' . ·. . . . . Clf. ( 'û , . .)... :l\ a~n dr llrc.n ~n 0 ., o.~~'J.~' . • ' '11/fiJ "'~\~ ~'-"tveJllanl e en Leclf!Jt ~9~,.~ der Maé*t 4tlutppy l'IUl ~

TIMMERLIEDEN Ert StHRYNW[RKERS ondet* tle b•·-~cltenninj

VAN DEN H. JOSEPll. _.') ~ GENT 1lJ55. ~ ·~2_ ) Ó)~ot; &·u.Htfl.~• ó) 1,.,11-i.'C.C,l4) r~ .I . .fiU!)'fBGEN

N

..j:>..

N

/~

..,

:~;

r•; )

,:-- r:.~/11'

('ll

A. ~HMOENS .

#


GENT IN 1857 Op 31 december 1856 werd de tienjaarlijkse volkstelling gehouden. Gent telt 106 641 inwoners met 23 210 gezirinen. Sedert 1846 is de bevolking dus. slechts met 3663 inwoners vermeerderd. Dit is zeker toe te schrijven aan de hongerjaren en de cholera-epidemie. De bevolking van ons land steeg in tien jaar met 192 910 inwoners, maar in Oost-Vlaanderen daalde de bevolking met 16 426 eenheden en in West-Vlaanderen met 18092 eenheden. Gent telt 15394 huizen, waarvan 998 onbewoond. Van de huizen staan er 4734 (30,7 o/o) in 598 beluiken, waar 5622 gezinnen (24,2 o/o) in wonen met in totaal 20 796 personen (19,5 o/o). 2 Januari : Op nieuwjaarsavond hebben de muziekkorpsen van de burgerwacht een serenade gegeven aan de heer Lacoste, de nieuwe generaal. De generaals van het leger hebben ook een serenade ontvangen van de muziekkorpsen van de regimenten te Gent gekazerneerd.

4 Januari : In Spiegelhave heeft er een indrukwekkende vergadering plaats. Meer dan 4000 katoenbewerkers komen protesteren tegen het ongelukkig wetsontwerp van de regering, waarbij katoenen weefsels uit andere landen tolvrij mogen ingevoerd worden, terwijl Frankrijk en Duitsland zware tolrechten heffen op Belgische prod~cten. Door de Koormaatschappij werden 2360 broden uitgedeeld, 9 Januari : De bewoners van de Kalanderberg klagen er over, dat de openbare pomp rechtover de Voldersstraat geen water geeft. Vele huizen beschikken niet over drinkbaar water. In de gemeenteraad hebben de raadsleden A. Dubois en De Baets gevraagd de politiereglementen in het Vlaams op te stellen. In de herberg De Beurs werd een maatschappij gesticht met als doel de zoutnijverheid op te beuren. Er werd vastgesteld, dat enkele jaren geleden 20 tot 24 zoutzieders bedrijvig waren, die aan een honderdtal· werklieden werk verschaften en waarbij ook de stad een aanzienlijk inkomen had door de octrooirechten. De hoeveelheid geraffi- · neerd zout kon vroeger geraamd worden op vier miljoen kg.' en is nu verminderd tot 300 000 kg. per jaar. 12 Januari : De gemeenteraad beslist dat de reglementen in het Vlaams en in het Frans zullen opgesteld worden. 4 Februari : De Blauwe Meisjes, gevestigd in de Onderstraat, hebben de opdracht ontvangen een kanten bruidskleed te maken voor prinses Alice (25.4.1843) dochter van· koningin Victoria van Engeland. De prinses zal op 2.7.1862 huwen met prins Frederik van HessenDarmstadt. 243


16 Februari : Door de politierechtbank werd een toeschouwer in de opera veroordeeld tot een boete van vijf frank omdat hij geroepen had, dat hij geen vrede nam met de verandering van het programma. 23 Februari : De cavalcade ingericht door de Zonder Naam heeft een massa kijklustigen gelokt. In. ·de stoet waren een aantal prachtig versierde wagens, waaronder de Krinolienenziekte, de vrijhandel, de bescherming van de nationale nijverheid, een Vlaams feest naar Teniers, een boerenfeest met muziek en dans, de bewoners van het hemels keiZerrijk met keizer Fich-ton-Kan. De geldomhalingen brachten 3810 F. op. Het karnavalfeest ging gepaard met een felle politieke strijd; de· burgemeester in het bijzonder moest het ontgelden. Hier een deel van een karnavallied van 1857 DE .KARNAVAL TE GENT

In den Jare Onzes Heeren 1857.

1. 3. Pier, onzen êwe goeje Pier, Me zag nie anders op den toer kwam gister uit zy graf, aes schimpen tegen Dok, hy sprak tot Jan, den herbergier, die, lyk ge weet, kwam aen het roer die: hem en pinte gaf : in liberalen rok : Is er geen nieuws hier, niemandal ?dien rok keerd'hy zoo dikwyls dat hoe ging het meê den karnaval ? het nu den smeerigst' is der stad wa,s 't wel ? vroeg Pier la la sa sa, Hy stinkt ! zei Pier la la sa sa, was 't wel ? vroeg Pier la la. hy stinkt ! zei Pier la la. Ook karikaturen werden uitgedeeld, die de strijd van Le Bien Public tegen de Gentse universiteit voorstelden. (B.R.U.G. : G 8140). Sommige gemaskerden droegen een windhaan op het hoofd en met op de rug het opschrift : Ik ben een dwalende sterre. Ik zal maar vast zijn als ik ten gronde lig. Een ander opschrift luidde : Lemaire Auguste, Premier Polichinelle de la ville. Part et jure. De rester ailleurs ce qu'il a été à Gand. 244


De politie poogde de vermommingen met een politiek aspect te ver-

hinderen. Voor de Concorde op de Kouter had er een botsing plaats tussen de politie, die enkele opschriften wilde wegnemen en personen, die dit wilden beletten. Op 28 maart zal een zekere Pijn voor de boetstraffelijke rechtbank moeten verschijnen wege~s weerspanningheid aan de politie op karnaval. Volgens de politie heeft Pijn geroepen "A bas la pollee ! A bas l'inquisition !" Volgens getuigen echter had Pijn geroepen "Pas d' arm es ! Pas de pollee ! " In elk geval Pijn werd veroordeeld tot een maand gevangenis en de kosten. Carnaval1857 zal zwaar op de maag liggen van Le Bien Puhlic en op 19.1.1859 zal onze krant nog schrijven : "Pendant Ie carnaval de 1857 de scènes bien hideuses eurent lieu à Gand, mais ce qui fut plus hideux encore ce fut la conduite· que tint Ie journal, auquel M. Van der Stichelen et Dubois attachèrent alors leurs noms". 1 Maart : De koning vergezeld van de prins en de prinsessen brengt een bezoek aan de vijfjaarlijkse bloemententoonstelling. Daarna bracht het vorstelijk gezelschap een bezoek aan de tentoonstelling van de prijzen van de tombola ingericht door de Zonder Naam. 'sAvonds woonden ze een voorstelling in de opera bij, waar het stuk Charles V van Van Peene en Miry werd opgevoerd. 29 Maart : Toewijzing van een schoonen Koorn-Windmolen tevens dienende voor rijstpelderij met 17,30 aren grond. Gestaan en gelegen buiten de Kortrijksche Poort. In voorgaande zittiflg maar verhoogd tot 2800 F. Te Huur. Een herberg Louis XIV met een clanszaal genaamd ApoiIon buiten de Kortrijksche Poort. 1 April : Vandaag had eindelijk de officiële ingebruikneming van de verbinding tussen het station en het stapelhuis plaats. Een trein voerde de overheden van het dok naar het station. Hier was het muziekkorps van de pompiers opgesteld. Deze verbinding betekende een grote verbetering voor het goederenverkeer en zal in gebruik . blijven tot de aanleg van de Ringspoorweg in 1872. (over Ledeberg en Gentbrugge). In 1857 werden op de verbinding station-dok vervoerd: · Van station naar dok : 1011 geladen wagens +293 ledige wagens 1304 _wagens = Van dok naar station : 493 geladen wagens en 719 ledige 1212 wagens= 2516 245


g•

1837

Ondeend aan : Gent, een stedenaardrijkskundige studie door M.E. Dumont.

246


9 April : De Gentenaars Van der Vennet, sergeant enK. Van Londerzeele zijn als militair in Hollands Indië overleden. Tot 1900 namen heel wat Gentenaars dienst bij het Nederlands leger; na een aantal dienstjaren genoten ze een pensioen. "Hij gaat naar de Uust" zegden de Gentenaars. · 10 April: Sedert een drietal jaar heeft men een merkbare verbetering van de aardappelen kunnen vaststellen. Men hoopt, dat de aardappelziekte die sedert 1845 de plant beschadigde, eindelijk zal verdwenen zijn. Te bekomen : goede aardappelen aan de prijs van 4 F. per honderd kg. Alle maandagen, woensdagen en donderdagen van 9 tot 11 uur onder het Justitiepaleis. 13 April : De huidenmarkt, die alle jaren in onze stad op het einde van de Goede Week's nachts plaats heeft in de herbergen rond het Vleeshuis, was donderdag aller levendigst. Vele verhandelingen zijn gedaan met een opslag van ongeveer tien frank per ossenhuid. 17 April ; Zaterdag heeft de stedelijke politie een grote jacht gemaakt op de melkvervalsers. De huizen op de Ketelbrug zullen wor· ·· den afgebroken. 21 April : De gemeenteraad besluit vanaf 1858 de jaarlijkse veewedstrijd te houden op de nieuwe veemarkt. Tevens zal de paardenmarkt, die tijdens de halfvasten gehouden werd op de Kouter verplaatst worden naar de veemarkt. 29 April : Aan. de verkiezing voor de burgerwacht hebben 1200 personen geen deel genomen. De deelname was verplicht. De tamboermajoor, die de bediening van deurwaarder bij de tuchtraad waarnèe~t, zal alzo ongeveer 600 F tot 900 F ontva.Ilgen.. 1 Mei : In de herberg Den Groenen Hond achter het stadhuis is een. maatschappij van oud-gedienden van Willem I gesticht.

15 Mei : Op 12 mei overleed Hipp. Schamp, grondeigenaar, wonende in de Veldstraat (huidig huis Caron), oud 53 jaar. Hij behoorde tot een van· de oudste en achtbaarste families van Gent. 17 ·Mei : Heden werd de spoorweg Gent-Oudenaarde plechtig in gebruik genomen. Tè Eke, Zingem en Eine hadden plechtigheden plaats. Deze lijn was zeet belangrijk voor de streek van Oudenaarde. Te Gent had de inhuldiging plaats van de nieuwe Verlorenbroodbrug. De voormalige brug was enkel voor voetgangers bruikbaar; thans is het verkeer met rijtuigen toegelaten. 247


27 Mei·: Het water van de Leie is sedert enkele dagen zo zwart als

inkt. 30 Mei : Dit wordt een lange geschiedenis. Prof. Luykx schrijft, dat in 1857 de oude wetgeving uit de Franse tijd op de liefdadige instellingen, die bepaalde dat de goederen van de armen uitsluitend door het Liefdadigheidsbureau en door het Bestuur · der Burgerlijke Godshuizen mochten beheerd worden, in onbruik was geraakt. Er werd sedert een ganse tijd toegestaan, dat kloosters bij testament werden aangeduid om deze goederen te beheren. Minister De Decker diende een wetsontwerp in om aan deze feitelijke toestand een wettelijke vorm te geven en voorzag dus liefdadige stichtingen onder privaat, beheer. "De liberalen, vooral Frère-Orban, waren verwoede tegenstanders van die wet, omdat ze vreesden dat deze wet de kloosters zou verrijken" schrijft prof. Luykx. De debatten in de Kamer waren zeer hevig; op 27 mei werden een aantal artikelen goedgekeurd. Te Brussel braken onlusten los. Frère-Orban slaagde er in dat afvaardigingen van de twee partijen bijeen kwamen en er werd besloten de verdere bespreking van het wetsontwerp te verdagen. Wat gebeurde er nu te Gent ? Op vrijdag 29 mei rond negen uur 's avonds had zich een grote volksmenigte aan het station verenigd om de aankomst van de trein uit Brussel op te wachten. De Gentse volksvertegenwoordigers, waarbij burgemeester Delehaye waren echter te Brussel gebleven. Daarna trok de menigte in stoet naar het stadscentrum. Volgens de Gazette van Gent behoorden de betogers tot de burgersstaó.d. Op de Kouter gekomen steeg van alle kanten geroep op ; "Leve de Koning ! Leve de grondwet ! '' Daarna trok de menigte naar het huis. van de burgemeester, alwaar men floot, huilde en riep : "Weg met de valsaards". Ten slotte trok de stoet naar het bisschoppelijk paleis, alwaar het Profundis werd gezongen.. De massa trok dan opnieuw naar de Kouter onder het zingen van de Brabançonrie en de Chant des Girondins. Rond halfelf ging de samenscholing langzaam uit een. De volgende dag, zaterdag 30 mei, kwam een bataljon soldaten gekazerneerd op Sint-Pieters naar het stadscentrum. Talrijke troepen doorkruisten de stad en tot laat in de nacht hoorde men de draf van de ruiterij. Ook op zondag patrouilleerden verscheidene kompagnieën door de stad. Rond tien uur 's avonds vormde zich opnieuw een optocht, die aan de woning van de burgemeester ging roepen en fluiten. Op de Kouter had de ruiterij enkele malen de menigte uiteengedreven.

248


Op maandag 1 juni werd de burgerwacht opgeroepen om de rust te handhaven. Tevens verscheen er een proclamatie van de burgemeester, waarbij elke verzameling van meer dan vijf personen werd verboden. Het leger was geconsigneerd. De burgerwacht bezette het stadhuis, het oud tribunaal in de Volderstraat, het gouvernementshotel en het beluik St.-Agnete. Drie eskadrons kurassiers van Brugge kwamen het garnizoen van Gent versterken. De bevolking van de stad Gent stond zeker op geen goed blaadje te Bnissel. Op 5 juni lezen we in de Gazette van Gent : "De rust is ten volle in onze stad hersteld. De bewoners v.an d~ voorgeborchten hebben de altijd zo onaangename- last van de militaire logementen gehad voor de drie eskadrons ruiterij. Men zegt zelfs dat de militairen geen biljetten in _regel hadden." Op 7 juni keerden de kurassiers naar Brugge terug. Hiermede was de zaak voorbij. Maar er waren gevolgen : op nationaal plan, die we verder zullen behandelen en op lokaal plan. De vraag was : Wie was verantwoordelijk voor de tussenkomst van het leger ? De liberale en de katholieke kranten voerden hierover een scherpe polemiek. De zaak werd natuurlijk ook behandeld in de gemeenteraad. Burgemeester Delehaye verklaarde op 6 juni : "Op zondag heb ik twe~ opeisingen gedaan : aan het leger en aan de burgerwacht. "Maar Callier ~telt .de vraag "De burgerwacht is pas op maandag tussengekomen; het l~ger reeds op zaterdag. Door wiewerd hetleger opgeroepen ?" Hierop antwoordde de burgemeester "door de politie". Op 27 juni : nieuwe bespreking. De oppercommissaris van de politie van Gent zou aan de generaal niets anders gevraagd hebben, dan de ¡ hoofdwacht met enige manschappen te versterken en enige manschappen meer dan naar gewoonte ter beschikking te stellen. De militaire overheid zou dus uit eigèn beweging het ganse garnizoen onder de wapens hebben geroepen. De tussenkomst van het leger was dus onregelmatig. Op 25 juli aanvaardt de gemeenteraad een motie, waarbij de tussenkomst van het leger op 31 mei onwettelijk wordt verklaard. Indien dit juist is zou tegen de bevelvoerende generaal een sanctie moeten genomen worden. Maar een K.B. van 31.8.1857 vernietigt het besluit van de gemeenteraad van 25 juli In het besluit wordt de brief van de politiecommissaris vermeld, waarin te lezen staat : "De burgemeester afwezig zijnde gelast mij u te verzoeken de hoofdwacht te verdubbelèn". Hieruit besluit de minister "Een formeele opeising is, men kan het niet ontkennen, in naam van den burgemeester door

249


de politiecommissaris gedaan". Verder zegt de minister dat eens de hulp van het leger werd gevraagd, het leger zelf beslist over de te nemen maatregelen. Het is duidelijk, dat burgemeester Delehaye aan de gemeenteraad onnauwkeurige verklaringen heeft verstrekt. Le Bien-Public stelt voor een ere-degen te schenken aan generaal Capiaumont; de intekenlijsten brachten meer dan 6000 F op. Generaal Capiaumont, die aldus te veel zal betrokken worden in de politieke twisten, zal op 4 september meedelen, dat hij door het besluit van de minister in zijn eer hersteld is en de ere-degen niet kan aanvaarden. De generaal vraagt het ingezamelde bedrag te schenken aan een liefdadig werd ten voordele van oud-militairen. 2 Juni : Te Koop. Een grote eigendom, een van de schoonste nijverheidsinstellingen van Gent, bestaande uit : a) twee spinnerijen voor vlas en katoen, vijf verdiepingen, met twee stoommachines van 30 en 70 P,K. Ovens, magazijnen, droogkamers, werkplaatsen. b) al de machines c) een woning Sint-Pietersnieuwstraat 1 d) twee grote woningen Sint-Pietersnieuwstraat 3 en 5 e) twee schone woningen Sint-Pietersnieuwstraat 7 en 9 f) een groot huis Lamstraat 113 Totale oppervlakte : 4 593m2. Deze eigendom behoorde toe aan De Gand-Vanderschueren en werd verkocht op 19 juni aan De Breyne-Brasseur, katoenfabrikant en aan Van de Kerchove, constructeur, voor 421 000 F. (Le Bien Public : 2 en 22 juni 1857) De¡ fabriek zelf was gelegen in de Korianderstraat

4. Uit deze gegevens blijkt : a) het gaat hier om een familiaal bedrijf b) de textielnijverheid is zeer weinig kapitaal-intensief. 4 Juni : In zijn studie "Bijdragen tot de geschiedenis der Gentse arbeidersbeweging" vermeldt Scholl voor het jaar 1857 niet minder dan 16 stakingen. Begin 1857 werden in de textielfabrieken met de hand geschreven oproepen aan de spinners uitgedeeld om hun aan te zetten zich te verenigen. In maart 1857 werden de Broederlijke Wevers opgericht met Jan De Ridder als voorzitter. De vereniging had tot doel "vertroosting, steun en welvaart onder de medebroeders te verzekeren". Kort daarop werd ook een maatschappij van de spinners opgericht met Francis Bilen als voorzitter. Devreese merkt op, dat d~ beide verenigingen nog sterk beĂŻnvloed werden door de opvattingen van de oude ambachten. In theorie waren de beide verenigin250


gen een soort "beurzen" (te Gent spreekt-men nog van een ziekenbeurs). We willen er aan herinneren, dat de werop de samenspan.:. ning de oprichting van de vakverenigingen verbood. In het reglement vart de spinnersvereniging lezen we : "de maatschappij zal ondersteunen hare medebroeders die een ongeluk zullen ondergaan, door indraaien of door alle dergelijke onheilen. De maatschappij ·zal ook ter hulp komen hare leden, die bij gebrek aan werk, de stad verlaten zouden en de reiskosten niet bezitten~'. De stakingen hadden plaats per fabriek en hadden loonsverhoging tot doel. Een eerste staking van de wevers bij Heyman op 4 mei had geen resultaat. Een maand later was er ~pnieuw een staking in dezelfde firma en na twee dagen gingen de wevers aan het werk zonder loonsverhoging. Een aantal arbeiders werden door de patroon ontslagen. In juni worden om de beurt in een achttal fabrieken gestaakt. Bij wed. Malfait kregen de w~vers na twee dagen staken een kleine loonsverhoging. Op 11 juni schrijft de G. v. Gent : "Een blad deelt mede, dat verscheidene fabrikanten het werkloon der wevers verhoogd hebben". Op 13 juni staken een hondertal wevers bij Van Loo. Na een overeenkomst hebben de stakers na enkele dagen he~ werk hernomen. We moeten hier nog vermelden, dat Emiel Moyson en Adolphe Du'franne op een zondag in juni 1857 een vergadering van de spinners bijwoonden. Een maand later zal E. Moyson Gent verlaten. Devreese wijst er op, dat de invloed van de beide studenten op de Gentse arbeidersbeweging en voornamelijk op Bilen belangrijk was. 10 Juni: In een herderlijke brief deelt bisschop Delebecque mede, dat op het einde van de maand .plechtig het twaalfde eeuwfeest van de Heilige Livinus patroonheilige van de stad Gent, zal gevierd worden. De feesten hadden plaats op 28 en 29 juni te Sint-LievensHoutem en lokten een overgroot aantal bedevaarders. Kanunnik J.J. De Smet schreef een werkje "Het Leven van de Heilige Livinus" waarin ook het programm~ van de feestelijkhe·den wordt vermeld. Voor eeri volledig verslag: zie Le Bien Public van 2.7.1857. 12 Juli : Ter gelegenheid der Gentse Kermis zullen in de dansZaal La Renaissance Sint-Pietersplein dicht bij de grote pomp luisterrijke éla.Dsfeesten en bals plaats hebben op 12, 13, 14 en 19 juli. 22 Juli: In de Broedermin verschijnen enkele artikels met als onderwerp "De Vlae1t1Sche beweging en de politieke beweging". "De opbeuring van het Vlaemsche volk in Vlaenderen kan alleen door het Vlaemsch geschieden : zulks is onbetwistbaar". 251


26 Juli: Opening van een lucht ijzeren weg bij de bouw van de SintAnnakerk. Boven de stelling heeft men een ijzeren weg aangelegd, die met een machine samen,werkt. In een keer kan door de hulp van twee mannen 3000 kg. bouwmateriaal op de hoogte van 30 meter boven de grond en op zijn bestemming worden gebracht. Deze nieuwe uitvinding, waarvan men de eerste maal in ons land gebruik - maakt, biedt alle voordelen." 28 Juli : Te Brussel huwt in het koninklijk paleis prinses Charlotte (7.7.1840)-met aartshertog Perdirrand Maxmiliaan, broeder van de keizer van Oostenrijk. 10_Augustus: Een K.B. geeft aan de heren Parmentier en Van Hoegaarden de toelating een katoenspinnerij met stoom bewogen op te richten. (Grasfabriek) 15 Augustus : Koom Windmolen met schoon woonhuis en grond te Gent buiten de Brugsche Poort. Openbare Verkooping. Houten koomwindmolen genaemd de Roomberg benevens schoon woonhuis sedert enige jaren nieuw gebouwd. Verhuurd voor 240 F. per jaar. Oppervlakte 910m2. Ingesteld voor 7 600 F. Tweede zitdag op 6 september. 22 Augustus : De beenhouwer Lippens uit de Mageleinstraat heeft van het stadsbestuur de toelating bekomen om als proef een eerste stuk vee te slachten in het nieuw slachthuis. Een muziekkorps heeft de os naar het slachthuis geleid. Het dier was versierd met linten, strikken en bloemen. 29_ Augnstus : De brik Emiel en Gustaaf is heden naar Riga vertrokken met een lading planten van de belangrijkste bloemenkwekerijen van Gent. 10 September : De groothertogin Helena van Rusland is gisteren met een gevolg van 24 personen in onze stad aangekomen en heeft de voornaamste monumenten, onder andere de twee begijnhoven bezocht. Om vijf uur is ze naar Oostende teruggekeerd. 16 September : De Gazette van Gent schrijft : "Seder eenige dagen heerscht er onder het werkvolk der katoenfabrieken te Gent eenige nog al groote gisting. De werklieden hebben een genootschap gevormd. Zie hier hoe ze te werk gaan. De fabriek waar de staking uitbreekt wordt door het lot aangewezen en de stakers worden gesteund door hun stielgenooten, die werken". Na een dag staken kregen de wevers een kleine loonsverhoging bij Van Loo. Bij Delcroix duurde de staking twee weken; hier ook werd een loonsverhoging bekomen. _ 252


18 September : Men is bezig de Nederkouter meer dan een voet te verlagen om de helling van de vernieuwde Verlorenbroodbrug wat minder steil te ·maken. 19 September : De metselaarswerken aan de Ketelbrug worden ijve:-

rig voortgezet. Weldra zal men de nieuwe brug kunnen plaatsen. De nieuwe kaaien ztillen een fraai uitzicht hebben en het was wenselijk dat de stad de werken kon doen voortzetten om de laatste sporen der sluizen van het Kuipgat en de oude vestingen, die daar een zeer lelijk zicht opleveren, te doen verdwijnen. 20 September : De werkrechtersraad is er niet in geslaagd een overeenkomst tussen de werklieden en hun patroons tot stand te brengen. De werkliedender fabriek Delcroix (Noordkaai 126) hadden toegestemd de arbeid te hervatten mits een opslag van 15 o/o boven de 10 o/o, die ze enkéle maanden geleden reèds ontvangen hebben. Thans vragen ze 40 o/ o. De patroon heeft zijn fabriek gesloten. Op 3 oktober lezen we : "De werklieden van de fábriek Delcroix hebben de arbeid hernomen. Er. werd een vermeerdering van loon van 25 o/o toegestaan." Op 10 october zal de Gazette van Gent meedelen : "Tijdens een vergadering van de katoenfabrikanten werd er besloten het dagloon van de wevers met 10 tot 12 o/o te verhogen vanaf 1 november, op voorwaa.rde dat ze het werk hernemen. Met de verhoging enkele maanden geleden verleend is de werkelijke verhoging van het dagloon 20 o/o tot 22 o/o." · Hiermede was de zaak echter niet af. De stakingen hadden geld gekost en de bijdragen werden van 10 centimes per maand op vijf centimes per week gebracht. Toch was de kas al spoedig leeg en er werd om steun gevraagd bij de textielarbeiders te Roubaix. Die stuurden 91,85 F op aari L. Sedeyn; de ondervoorzitter der wevers. Er werd een bedartkingsbriefje gezonden, maar de bodê- verloor het briefje en het· kwain ·in de handen van: de politie. In het vergaderlokaal van de wevers werden enkele personen aangehouden. Een groot aantal· werkliedenwerden vervolgd wegens samenspanning. Op 18 november zal de boetstraffelijke rechtbank uitspraak doen : 12 beschuldigden, waaronder Bilen werden vrijgespro,ken; negen werklieden kregen acht dagen gevangenis, zes werklieden een maand, dertien werklieden twee maand, vijf drie maand; Jan De Ridder en Leopold Sedeyn pliéhtïg aan aànstoking kregen twee jaar. Tien advocaten hadden de besèhuléligden verdedigd. De Ridder en Sedeyn gingen in beroep, hun stráf werd op· een jaar gebracht. Er waren -nog enkele andere

253


processen. Op zaterdag 31 october waren enkele werklieden van fabrikant Van Den Bossche wegens samenspanning veroordeeld tot straffen van 15 dagen tot drie maand. Nog in november zullen veertien draadjesmakers van Baertsoen wegens samenspanning veroordeeld worden tot acht dagen gevangenis. Hier willen we opmerken, dat de draadjesmakers niet door de fabrikant, maar door de spinners werden betaald. 27 September : Un décret de la sacrée congrégation de l'index vient de cond.aniner plusieurs ouvrages parmi lesquels le volume publié par les étudiants de l'université de Gand sous Ie titre de Noord en Zuid, Academische Mengelingen. (Le Bien Public). 5 October : In een petitie aan de .gemeenteraad beklagen de mestrapers er zich over, dat de stortplaats in het Spanjaardkasteel hun werd ontnomen. Volgens een verslag van de gemeenteraad van 4 juli waren te Gent ongeveer 350 vrije mestrapers; het waren meestal oude en gebrekkelijke mannen. 4 October : De gemeenteraadsverkiezingen zijn op komst. Door enkele liberalen, waaronder Willem Rogghé, Metdepenningen, dokter Brébart, Felix Boone, advocaat Dervaux werd het weekblad Baes Kimpe opgericht. In zijn Gedenkbladen vertelt Willem Rogghé heel wat over dit blad, waarvan hij de hoofdredacteur was. "Wij wilden de tegenpartij onder spot doen vallen en de trant van Baes Kimpe was zoo gekruid, zoo bijtend, dat hij zich daarvoor boven de polemiek der dagbladen van dien tijd scherp kenmerkte" schrijft W. Rogghé. Het weekblad werd verkocht voor vijf centimes en volgens W. Rogghé werden soms tot 10 000 exemplaren gedrukt, wat ons persoonlijk wel veel lijkt, ten ware het blad ook· kosteloos werd uitgedeeld. Er kwam natuurlijk een antwoord op Baes Kimpe. Op 27 november 1857 verscheen het eerste nummer van een katholiek spotblad Pierlala, dat echter reeds na de parlementsverkiezingen van december zal verdwijnen. 10 Oáober : Een bond van oud-leerlingen van de gemeentescholen van Gent, het Van Crombrugghe-genootschap werd opgericht. 14 October : Heden zijn de krankzinnigen van het gewezen convent der Alexianen op de Schokkebroedersvest en verzorgd door de Broeders van Liefde overgebracht naar het nieuw gebouw buiten de Brugse poort. (Het Guislain-gesticht) · 24 October : De gemeenteraad besluit, dat van zodra het slachthuis .254


Stad Geut.

AENBELANGE~O

BERlGT.

De Bm·gemecster der stnd Gent Beveelt de werklieden atn zich te bchouden binnen de strenge schikkingen deJ· wet en voornamclyk zich van alle middels, welke het verlaten hunn er werk plaet·· sen of fabrieken vooJ' gevolg zouden kunnen hebben, te onthouden. Die verlating, voortl;om ende uit ecu e oudct· · hun acngesanc \'Crbinding, stelt het misdryf dacr HH\ samcnspanuing, .\'oonien by de artikelen 4Ht en 416 va u bet strafwetbock, luitieode als volgt : 11 Art. 4t5. Alle samenspanning van wegc de werk" li<~den om lc gclykcr tydc 1e doen ophouden van ·· werken, het werk in cen t! werkplucts te \'erbiedcn, a te beletten van er zich H : begeven en er te blyven \'Óor of na zekere uren , t.•n in :t algemeen am de n werken te onderbreken, te ueletten of in prys te a verhooien, iudicn er paoging of begin van nitvoea ring is geweest, zal gestraft worden met een sevang n van ecnc waend tcu minsten eu \·an dry inaenden J• ten hoogsten . .,. Oe oversten of opstokers zullen met twee tot vyf a jaren gcviwg gestraft worden. u Art. 4·16. Zullen ook met de penen, by vorige ar,. likel gebragt en ingevolge dezelfde ooderscbf!idinn gen ;estraft wordcu, de we1·klieden die boeten, vern bod , opscborsingcn of nllc andere vcrvolgingen , n onder welke benoeming het tyn mogt-, zuilera uiige" sproken hebben , ~t zy tcg<:n de bestnerders v.. o n werkplaetsen en ondernemers vau werkingen, 't zy 1• de ceno t f! gf·n de undcre. 11 In hel ~eva! van heL tegenwoordig artikd en heln geftc van hd vorig ~1rtikcl, zullen de oversten of opstokers , na het verloop hunner straf, onder de " bcwttking der hoogc policic megen worden &c&trld, , gedUI·endc t\\•t"c jaren ten minste en vyf jaren ten )I

)I

ll

hoo~stc. a

Het is dus in hunncu intrest dat de Bur1emeester hun aeubt~\· celt hem in de noodzakclykheid uict te .stell<'n van hun te moeten ver,·olgen. Gedacç ten stadhuize den 1äseptember ·t 8ö7.

''

·- -......--·--

DELEIIAYE~


$

1' JAER. -

N' 1.

q -835"& ZONDAG 4 OCTOBEl\ 1867.

Kl:rtiPI~

BAES

n :RSCIIYNT AI.I.E .ZO~IHGE~.

ME~

I!IV.a'IFTI!II I

D~IIRtL E

TJ;:r

\'.\:<

ll~ S

C!lTGEtr,",

In d.,,. Jl.leln"• Bom, N• •,

!Jy &80:\Mi~IUi:\'..!IPil'l!l

' 'tuut (;F.Nt f Jlftl ' YtH)U

1~ 1.11.

, ... ~ il),

of:owJM ·I'yJ;.·

};h J t:ttn~rr l •· l 1l l$ 6'' U<l•·g. Ih:~' ' V'-t ' ' t! tl ~· o h.c.

N lJ1

0\

o)o)

1·oornocmstc llockvN•koc)pt:l'$ t·n op de Püstburrc·lcn.

1'1·. -t-00 .

jw•r

t:.tt•t:ns, NC'II \tril

,

n-o:;.

PIIYS DEI\

ANl'iO~CE:S:

I 4 eentl•en pt:;W

BABS KI.PB.

~cel.

T..aét (Hn.e wàftt·~ Nit l {H't:rv:.lleu *

Nt>th dOûr

fi~wehl \ rJö~h

dtH,tr ' (lr rll: r-d .

\'nder

t':.& r~·.


zal in gebruik worden genomen, het aan elkeen zal toegelaten worden rundsvl~es in zijn woning te verkopen, iets wat voorafgaangelijk verboden was. Hierdoor zal de opbrengst van het vleeshuis gevoelig verminderen. Tevens beslist de gemeenteraad een derde aardappelmarkt op te richten op de Kalvermarkt. 29 October : In verband met de verkiezingen schrijft Le Bien Public: er zijn twee lijsten : "l'une ·patronée par les organes du voltairianisme et de la démocratie; l'autre : éloquente protestattion contre les journées de mai et représentànt les idées d' ordre et de conservation sociale si violemment attaquéés de nos jours". De verkiezingen hadden plaats op 27 october en dit na een verbitterde strijd. De liberàle lijst behaalde al de te begeven zetels. Door de 3497 ingeschreven kiezers werden 3039 geldige stemmen uitgebracht, Dubois J. advocaat Neyt Ad. suik:errafinadèur De Cock Aug..koopmaan Antheunis eh. advocaat De Leu Am. koopman Dehemptinne Jules fabrikant Lebègue eh. advocaat Lammens Hipp. advocaat Van Aekbroeck Max. raadsheer de Kerchove:-Delimon grondeigenaar Guequier-De Coster geneesheer Dè Maere-Limnander bijzondere Hebbelynck Fr. advocaat Colson Ch. brouwer Van Acker Bern notaris

2088 2061 2096 2047 2036 2042 2053 209 5 ~207~

.1996 1987 2023 1996 1982 2014

stemmen stemmen steril;men stemmenstémmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen stemmen

De lijst- burgerlijk genootschap- (katholieke lijst) met als lijstaanvoerder Jules de Saint-Genois en met meestal weinig bekende personen behaalde van 913 tot 1194 stemmen. · Als gevolg van deze uitslag diende Delehaye als burgemeester, Kervijn de Volkaersbeke als schepen en De Baets als gemeenteraadslid hun ontslag in. Er komt nu een homogeen liberaal college en dit tot einde 1908. De gemeenteraad telt in 1858 nog enkele katholieke leden, die na de verkiezingen van 1860 zullen verdwijnen, vanaf 1860 zal ook de gemeenteraad homogeep. liberaal zijn tot f89 5, jaar waarin het algemeen meervoudig stemrecht zal worden ingevoerd. Op 21 december 1857 werd Charles de Kerèhove benoemd tot burgemeester. ·Hij zal dit ambt bekleden tot einde 1881. De Verenigde 257


l~"GG~l~

,._ Grû ", MJj t r....,-

--

'

...... ,,.__". lfl'f •Ü.

..

··~ ..... ...."_

,..,..

~-

.,

All•--'!~".~~·­

.... ...,.,.,.,._. .,......,.,"".,..... ~

PU:IIL IL.I

'·~·' .~.

...

~. . . . . j

.,.

,.,~ . . . . . . . . . .. . . . # . . . . . . . .~

, ..... _................. ""

.. ,"*",. .... ~

··""~""' t

j:

Werklieden, de Melomanen en de Koormaatschappij brachten de nieuwe burgemeester een serenade. Sommige huizen waren versierd met transparanten. Bij een blikslager kon men het volgend opschrift lezen : Wij hebben ze doen verhuizen Uit onze stad van Gent. Ik maakte een groote buize, En elk die kreeg een end. Bij een apotheker hing het opschrift Menschen, zoud er niet van beven Van eene pil stierven er zeven. En een kleermaker dichtte : Ik ben nogal straf verblijd, 258

4


Maar 'k vreeze nu voor slechten tijd Want treffelijke heeren En doen geen kazakken keeren. 16 November. Botterie Royale Kouter 31 Gent. G. Van den Bos-Poelman 4000 paar rubberen overschoenen (Amerikaanse galochen) 1° kwaliteit : Heren : 7,50 F, Dames : 4,50 F, Kinderen : 3,25 F 2° Keus : Heren: 4,75 F, Dames : 2,75 F. Van Loo-Bernier,. Tavenierstraatje. 3,50 F voor honderd oesters. 10 December : Als een gevolgvan de gebeurtenissen einde mei en van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in de grote steden, diende het ministerie de Decker zijn ontslag in op 30 october. Er kwam nu een liberaal ministerie Rogier-'Frère Orban op 9 november, ministerie dat zal aanblijven tot december 1867. De kamer werd ontbonden en er hadden parlementsverkiezingen plaats op 10 december 18 5 7. De strijd was weer hevig. ·Er kwam. een manifest van de katholieke kiesvereniging, waarin. er werd op gewezen, dat het wetsontwerp op de gestichten voor liefdadigheid het voorwendsel was geweest tot wanordelijkheden. Ook. bisschop Delebecque wees op het belang van de koniénde verkiezing. "De keus der volksvertegenwoordigers is met het geluk van ons schoon· en lief vaderland nauw verbonden. De s1;emgerechtigden zijn in geweten verplicht gebruik te maken van het recht met .~ de verkiezing deel te nemen. Verders mogen ze hun stem niet gf?ven dan aan .personen, die ze waarlijk waardig zijn. De vijanden :yan pet geloof p~gen sedert lange tijd de geestelijkheid hatelijk te maken: en hun het ver~rouwen der gelovigen te doen verliezen". (Li:,BienPublic 30.1i.1857). De uitslag van de verkiezing voor het arrÖndissement Gent· was als volgt :

Liberalen. Maniliu8 Jacquemijns Van den Peereboom Neyt Vanderstichel De Bast Cam. Zaeyman ·.·

Katholieken. 288lstemmenDelehaye 287 5 " De Kerchove H. 2807 " van Tieghem 2833 " De Smet E. 2805 " Surmont 2871 " De Baets P .. 2848 " Casier-Legrand

2650 stemmen 2575 " " 2581 2568 " 2557 ,, 2641 " 2555 "

De liberalen wonnen dus de zeven te begeven zetels. Als we de uit259


260


slagen van de gemeenteraadsverkiezingen en de parlementsverkiezingen zouden vergelijken, bekomen we ongeveer de volgende tabel :

Liberalen Katholieken

Gent

Buiten

Totaal

2000 1000

800 1600

2800 2600

We stellen vast : a) het stemmenoverwicht van de stad Gent in her arrondissement b) de politieke tegenstelling tussen de stad en het platteland. Het nieuw parlement telde 70 liberalen tegen 38 katholieken. Onderzoeken we thans nog de ev~lutie van de broodprijzen.

Intra-muros : Gebuild Ongebuild Roggebrood Extra-muros : Gebuild Ongebuild Roggebrood

4.1

26.2

29.3

39 32 19

37 29 18

38 29 18

36 26 17

~

10.5

28.6

8.8

25.10 27.12

36 30 17

37 31 18

40 33 18

37 31 17

34 28 17

33 26 15

35 27 16

36 28 17

39 30 17

36 28 16

33 25 16

32 23 14

In vergelijking met vorige jaren is de broodprijs gevoelig gedaald. De Gazette van Gent is van oordeel, dat 1857 een goed jaar was en dat de grote kwalen, nl. de bedelarij en het pauperisme gevoelig zijn afgenomen. Dit blijkt trouwens uit het aantal personen, die steun ontvingen van het Liefdadigheidsbureau. Het ganse jaar : 4 735 gezinnen met 19 460 personen. Gedeeltelijk 565 gezinnen met 2 260 personen 5 240 gezinnen met 21 7 20 personen of 19,7 o/ o van de bevolking. Er is dus in vergelijking met vorig jaar een vermindering 5,64 o/o of ongeveer met een vierde van het aantal behoeftigen van 1856. In 1857 werd te Gent de spoorverbinding tussen het station en de haven in gebruik genomen (langs Tweebruggenstraat en Kasteellaan) alsook de spoorverbinding met Oudenaarde. Ook het nieuw krankzinnigengesticht, het slachthuis en de nieuwe veemarkt werden in gebruik genomen. Er wat gebeurde er terwijl in de wereld ? Baudelaire publiceerde Les Fleurs du Mal en Flaubert zijn roman Madame Bovary. In Frankrijk stierven de dichter Alfred de Musset en de Hlosoof Auguste 261


262


Comte. Nog in Frankrijk schilderde Millet "Les Glaneuses".

M. STEELS BRONNEN ··1. Al"de Gentse kranten van 1857.

2. Scholl S.H. : Bijdragen tot de geschiedenis der Gentse arbeidersbeweging. Deel1 : 1815-1875 3. De Weerdt D. :De Gentse textielbewerkers en arbeidersbeweging tussen 1866 en 1881. 4. Devreese D. : Nog voor de eerste Internationale : socialist en flamingant. Franciscus Kapneus Bilen (1819-1881) in Handelingen der Maatschappijvoor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent. Nieuwe reeks. Deel XXII 1968. 5. Avanti : Een terugblik 6. Een Viiend der Waarheid. (naamloos, zonder jaartal) B.R.U.G. : G 9396 (1) 7. Wouters Hubert : Documenten betreffende de geschiedenis der arbeiëlersbeweging (1853-1865). 8. Rogghé Willem: Gedenkbladen 1898~ 9. De gemeenteraadsverkiezingen hadden plaats op 27 october 1857 en niet op 27 september 1857 zoals Destanberg en Fris V. (De Historische Persoonsnamen der straten van Gent) verkeerdelijk meedelen. 10. Pr. -Claeys : La loi des convents et les élections de 1857. (Notes et Souvenirs lil blz. 43).

SCHRIJVERS EN LEZERS OMTRENT DE BOTERMARKT (1) In het januarinummer van G.T. verscheen van de hand van M. Lie• vens een omstandig en kwistig geillustreerd artikel De Sint-Jorisgilde te Gent. Gr~ zouden we u dit opstel zien herlezen. Niet in de laatste plaats om u voor te bereiden op de lektuur van een wellicht minder omvangrijk verhaal dat u hieronder aangeboden wordt. Op blz. 25 van genoemd artikel prijkt een plattegrond van een hui'zenblok waarvan het voornaamste pand de St.-Jorisgilde is, zoals die er ongeveer moet uitgezien hebben op het einde van de 18de eeuw. De westelijke kant van het blok kijkt op de Botermarkt, die toen nog Paradeplaets (2) genoemd werd. De tegenovergelegen kant is- ingenomen door het Stadhuis en een in het najaar van 1960 afgebroken kleinere groep woningen. Laat ons met uw goedvinden dat grote huizenblok eens extra bekijken. Van links beginnend, dus vanaf de hoek van de Hoogpoort, maken we achtereenvolgens kennis met een gebouwtje aangeduid als Chapelle au dessous bout!ques en een ander

263


geheten Gildehuis de la jeune Confrérie. Dan volgen 6 niet nader geidentificeerde woningen. Ernaast een eigendom van de Wwe Jean Steel1537. Voorbij e~n (overwelfde) Porte de la Halle ontdekken we een door Jean Boudins 1486, een door Jean Pieters 1562 en een door Jooris de Jonckere 1627 bewoond huis. Dat dit huis tegen het Belfort aanleunt zal iedereen wel reeds vastgesteld hebben. Het is vooral over die rij huizen dat we het in onderhavig verhaal zullen hebben. Of liever over die welke daar lang voordien, dus vóór de zoëven genoemde data, gestaan hebben.

*

*

*

Na de Slag bij Bouvines (1214) zette de zegenvierende Franse koning de verliezende Vlaamse graaf Perrand (van Portugal), de echtgenoot van de ons allen bekende gravin Johanna (van Constantinopel/ denk aan de Gravin Johannastraat) te Parijs gevangen. Met name in het versterkt kasteel Het Louvre. Pas in januari 1227 kwam een einde aan Ferrands gevangenschap. Terug thuis haastte hij zich een boel hervormingen door te voeren en nieuwe instellingen in het- leven te roepen. Een daarvan was de instelling van de XXXIX (schepenen) waarvan 13 schepenen vander Keure, 13 schepenen van Ghedeele en 13 wachtende schepenen (1228). Was het dank zij die nieuwe institutie dat de "drapiers" (aldus noemde men de lakenindustriëlen en de wol- en lakenhandelaars) in de mogelijkheid gesteld worden een WULLUUS alias Lakenhalle op te richten ? Het terrein waarop dat gebouw zou verrijzen moest natuurlijk centraàl gelegen zijn, dus in het hartje van de stad. Dat wil zeggen op een boogscheut van de schepenhuizen. Bestond dat terrein uit braakliggend land of was het zo dat voorafgaandelijk bestaande gebouwen dienden gesloopt te worden ? Niemand weet het te zeggen. Hoe dan ook, het WULLUUS kwam er. Het was waarachtig geen dingetje van niemendal, want het begon aan de Hoogpoort om te eindigen aan de Sente Jans strate. Het hoofdgebouw lag aan de Hoogpoort (zie op de plattegrond de langgerekte rechthoek met de verklaring Batiment de l'ancienne Halle construit en 1228). Een bijgebouw bevond zich aan de Sente Jans strate (zie op de plattegrond de rechthoek met de verklaring Local de la Confrérie de St. Georges 1381 ). Merk op dat op dat ogenblik nog van geen Belfort sprake was. Tussen beide gebouwen bevonden zich de eigenlijke Halle (dienende tot het exposeren van wollen garens en wollen lakens) en de tuin van 264


-•-••

--••

1. Scepenhuus vander Keure 2. Sceperihuus van Ghedeele 3. Beelfroyt 4. St Nicolaeskercke 5. De Plaetse 6. Hooghpoort 7. Onbepaald aantal Scrifhuuskins 8. Sente Jans strate 9. De Draecke 10. De Rape 11. Jan Sceppers-huus

de Halle (zie op de plattegrond de 2 lange re rechthoeken). De Halle had nog een derde uitgang, namelijk aan de Botermarkt die toen zoals reeds gezegd Plaetse genoemd werd (zie op de plattegrond de aanduiding Porte de la Cour de l'ancienne Halle). Een porte die toenmaals nog niet overwelfd was. Oorspronkelijk lag de Halle met een van haar lange zijden aan de Plaetse; vandaar dat ze niet zelden als "Plaetche vor de halle dat -men niet Tscotelvat" (1316) aangeduid werd. Bete:.. _ kenis van dat Schotelvat tamelijk onzeker. Iets later heet ze "Plache vor Scepenhuus" (1323) om enkele jaren daarop - uit

1 h

gewoonte ? - "P ac e vor dAlle" betiteld te worden (1333). Heeft men lang gewacht om de Halleafsluiting aan het oog van beide schepenhuizen te onttrekken door tegen die afsluiting een rij huizen te plakken~ zoals men dat gewoon was te doen tegen kerken en Gravensteen ? Op die manier hield de Halle op aan de Plaetse te liggen. Hoe die huizerij er uitgezien heeft kan onmogelijk aan de hand van authentieke afbeeldingen aangetoond worden. Noch de plaat in Sandenis' Flandria Illustrata opgenomen, noch de in latere jaren aan het papier toevertrouwde waterverfschilderijtjes, noch de litho's (zie een ervan in G.T. onlangs verschenen) veroörloven ons een enigszins lijkend beeld te vormen van die aan de Plaetse grenzende gebou265


wen. Ook niet van de twee schepenhuizen. Er blijft ons dan ook niets anders over dan aan te nemen dat we te maken hebben met meestal in hout opgetrokken woningen - vandaar de naam van "huusekins" -, met een gelijkvloerse-, een boven- en een zolderverdieping zoáls Jan van Eyck die voor ons op paneel geschilderd heeft. Die "zoldre" doet ons willekeurig denken aan de fameuze Collatiezolder, die zoals u weet boven de huidige Gemeenteraadszaal gelegen is. Verder zullen die "huusekins" voorzien geweest zijn van ~ialve deurtjes en kleine vensterramen. Gedekt zullen ze geweest· zijn misschien met stro, waarschijnlijk met schaliën. Aan de gevel het onontbeerlijk uithangbord. Vergeten we niet dat de middeleeuwse miniaturisten voor dat soort gebouwen geen de minste belangstelling hadden, vandaar dat we dergelijke huisjes op miniaturen zelden of nooit afgebeeld zien. Toen de woningen waarover we het hebben er waren, werden de meeste zo niet alle door "scriveren" (écrivains publies) ingenomen. Waarom deze zich precies dáár komen nestelen waren is niet moeilijk uit te vissen : primo lagen de 2 schepenhuizen vlak voor hun neus; ten tweede was de Plaetse een der drukst bezocht plekken van de stad. Met andere woorden gezegd twee omstandigheden die het vormen van een min of meer vast cliënteel flink in de hand moest werken. Tussen haakjes gezegd : er was nog een plaats in het toenmaligé Gent waar men "scriveren" aantrof. Aan de Ste-Veerleplaats. Ook hier een uitgezocht stadskwartier, nl. gelegen aan de voet van het Gravensteen. Als we zoëven stelden dat de "scriveren" in houten gebouwtjes gevestigd waren, dachten we desbetreffend aan de aan de Plaetse palende "scrifhuiisekins". Ook in steen opgètrokken "huusen" werden voor hetzelfde doel gebruikt, alhoewel, natuurlijk, in mindere mate. Dergelijke echte "stenen" waren alleszins "De Draecke" en de ernaast gelegen "De Rape". "De Draecke" alias Claes Jonghen-steen (3) bevond zich op de hoek van de Hoogpoort en de Saeystege (in 1812 rue des Grainiers; tegenwoordig Schepenhuisstraat). Ook naast "De Rape" was er een steen : het Jan Sceppers huus. Het is veeleer toevallig dat het een en ander betreffende die draak en die raap tot ons gekomen is. Boekschrijver Jan de Clerc- die heeft warempel zijn naam niet gestolen - bewoonde, men weet niet sedert wanneer, "De Draecke". Met de bedoeling zijn zaak uit te breiden ging hij in 13961397 een aanzienlijke lening aan. In 1418-:1419 schafte hij zich de naast zijn deur gelegen "De Rape" aan. Zulk een tweewoonst kan bezwaarlijk een "scrifhuusekin" genoemd worden. Over die Jan de 266


Clerc hieronder meer. Andere schrijfhuisjes waren "De Roese" (roos), "Den Wildeman" (een geliefkoosd uithangbord in die tijd), "Den Scriftoris" (dat is ten minste klare taal). Alle drie vermeld in 1418. "Bomgoignen" heet er een in 1444, in 1460 "Den Scilt van Bourgogne (om op een goed blaadje te staan bij Gents grote vijand Filips de Goede ?). Nog een "Sciyfcaemeren" trof men aan tegenover het St.-Jorishof aan de Hoogpoort. Een steen ? Misschien. Dat wat de identiteit van enkele schrijfhuisjes aangaat. Alhoewel onze schrijvers in geen eigenlijke gilde verenigd waren deden ze toch ;tlsof want ze betitelden zich zelf "ghesellen van den Rynck". Wat met die "Rynck" bedoeld werd ? Niet het blok huizen gelegen aan de Plàetse tegenover de schepenhuizen, maar de straten die er omheen ·liepen : de Plaetse zelf, de Sente Jans strate, de Rijngasse, de Refugestrate en de Hooghpoorte. Na verloop van tijd vergat men de betekenis van die "Rynck" derwijze dat men hem vereenzelfdigde met de Plaetse : "De Wullemarct anden Rynck" schreef men in 1.600. Op een bepaald ogenblik heette liet dat de ' boter diende verkocht te worden "up de plaets Den Ryngh genoemd" (1618). Denk nu maar niet dat Gent de enige stad geweest is waar de combinatie stadhuis-lakenhalle-ring het voor het zeggen had.· De Poolse stad Wroklaw (4) was alvast in dat geval : de 4 ruimtes waarbinnen zich het Stadhuis, de Lakenhalle. en enkele winkels bevonden . . . . werden aangeduid als "Der grosse'·R.ing''. Doch laten we liever onze "scriveren~' opzoeken. Waaruit zoal hun cliënteel bestond ? In de eerste plaats waren daar de párticulieren die zaken af te handelen hadden óf met de Halle óf met de schep~n­ huizen. In hoofdzaak voor ·het leveren van rekwesten of kalligrafisch werk. Öp perkament of op luxepapier. Noteer dat het niet noodzakelijk analfabeten waren die der "scriveten" kunst en kunde iririepen. Ook gekwaliftceerde geletterden maakten graag gebruik van andermans ganzepen om allerlei schrijfwerk op te~ knappen, èn om tijd te winnen èn omdat anderen beter overweg konden met de geijkte uitdrukkingen en gangbare zinswendingen, waaraan inderdaad veel belang gehecht werd. Het spreekt van.zdf dat degenen die het van he:t grafelijk bestuur moeten hebben hun schreden dienden te wenden naar h~t Veerleplein. . Kwam het vöor dat de schepenhuisklerken of die van de H~e of van de Oudbmg tot ovèr de oren· in het werk zaten, ·dan werd met plezier beroep ge~ op de handvaardigheid van de schrijvers. Na. melijk voor hét vermenigvuldigen of vertalen van officiële documenten :

267


Boekhandel met lees- en copieerhoek in de 16de eeuw. Naar Reicke "Der Gelehrte in der deutschen Vergangenheit" aangehaald door S. Schmook. Te Gent zal gelijkaardige zaak er ook zo uitgezien hebben.

dagvaardigingen, rapporten en "diveersche brieven ende copien" . Eveneens voor het tekenen van aanplakbrieven. In feite fotokopieermachines in vlees en bloed. Hoeft erop gewezen te worden dat die brave mensen verplicht waren onder eed geheimhouding in acht te nemen ? Geef toe dat ze op dat punt er beter aan toe waren dan hun Romeinse collega's die zowat 2000 jaar voordien zweren moesten dat ze noch lezen noch schrijven konden, waaruit we kunnen besluiten dat ze veeleer tekenaars dan koppĂźsten waren ! De dagen dat de "clercken vanden Rynghe" noch van hun stadsgenoten, noch van de Magistraat opdrachten op te knappen hadden, wisten ze toch goed wat met hun tijd aan te vangen. Ze kopieerden namelijk hele romans ( 5) voor eigen rekening. Die meestal duizenden verzen tellende verhalen waren voor de burgerij zeer gegeerde lectuur. Van een dezer romans afschrijvende kopiisten Jan De Clercq weten we alvast dat hij in 1392 menig door hem afgeschreven en ingebonden boeken in zijn winkel te koop aanbood. En verkocht. Gebeurde het evenwel dat hij voor zijn koopwaar geen afzet vond, dan leende hij die gewoonweg uit. Natuurlijk aan een uitgelezen publiek. En

268


niet zonder er een stuiver aan te verdienen. -De "uitleenbibliotheek" van Jan bovengenoemd schijnt een bloeiende zaak geweest te zijn, want alras zag hij zich genoodzaakt zijn voorraad boeken aan te vullen met exemplaren die hij zowel binnen als buiten de stad aankocht. Dat die handel niet van een leien dakje liep blijkt uit een waaier van moeilijkheden die hij o.a. vanwege de pachters van de stadspoorten moest ondervinden. Deze heren eisten namelijk dat De Clercq op elk door hem ingevoerd boek een bepaald inkomrecht zou betalen. Iets waarmee onze boekhandelaar-boekenuitlener maar luttel gediend was. Gevolg :' een geschil dat de Schepenen van der Keure te beslechten kregen. Dank zij het te boek stellen van het verloop en de uitspraak van het geval komen we te weten van welke aard die boeken waren. "Up den vijfsten dach van Aprille in 't jaer 1402 ( ... ) so was ghewijst Johensse den Clerc, voer 't Scepenhuus, dat van sekeren bouken, gheheeten ystorien ende jeesten, die hij van buten binnen der stede dede bringhen, ende die men daghelix verhuert, hij onghelt gheven soude Pieter ser Symoens ende sinen ghesellen ,pachters van der poorten." De vraag of talrijke van die handgeschreven uitleenboeken de tand des tijds weerstaan hebben, isin eenhandomdraai beantwoord. Vanaf het ogenblik dat de gedrukte boeken hun verschijning deden werd voor de (aan flarden gelezen) manuscripten de neus opgehaald en naar d~ marktkramer versast om in enballagepapier omgetoverd te worden. Ongeveer hetzelfde deed zich een eeuw geleden voor betreffende de toenmalige volksliteratuur. Hoeveel als feuilleton verschenen zg. draken die onze grootouders even ijverig kapotgelezen hebben zijn in de bibliotheken terecht gekomen ? Hoeveel exemplaren van "De twee Weezen", _van "Roger de Geschandvlekte", van "D~ Man met het ijzeren Masker", van "De Gebroeders Degraeve", van "De Verborgenheden des Volks", van... enz. ? Waren de bovengenoemde "ystorien" en "jeesten'' voor de niet lezen kunnende bevolkingsgroep dan verboden spijs ? Bijlange niet want in de bovenzaal zowel van de Oude als van de Nieuwe Lakenhalle (vanaf 1435) grepen regelmatig leesuurtjes plaats speciaal georganiseerd voor de analfabeten; maar ook voor degenen die èeii beetje te lui waren om zelf te lezen. Deze leesuurtjes gingen zonder onderbreking door van 1405 (of nog vroeger) tot 1484; dus practisch gedurende heel de Bourgondische Periode van onze geschiedenis. Dichters of gewone voorlezers lazen er uit eigen of uit à ndermans werk voor. Aangezien de enen als de

269


anderen de zaal moesten huren en niet geneigd waren pro deo voor te dragen, mogen we aannemen dat het publiek een zeker inkomgeld had neer te tellen. Gering als de toeloop groot was. En die was gewoonlijk groot. Wat betreft de teloorgang van de "scrifhuusekins" en het wedervaren van hun bewoners, kunnen we kortbondig zijn. De uitvinding van de boekdrukkunst of liever de toepassing ervan was de voornaamste oorzaak dat de ene "scrivere" na de andere zijn winkel mocht sluiten. Waren er enkelen onder hen die zo bijdehand waren dat ze pardoes naar het nieuw beroep overstapten, aldus de pen ruilend voor de letterhaak ? Waarschijnlijk wel. Hoe dan ook was het dezelfde buurt die de eerste drukkers voor de Uitoefening van hun nieuw ambacht uitzochten : de "Plaetse", de Hoogpoort, ·de Onderstraat, ten Pitte (nu Gouden-Leeuwplein). Ook het Veerleplein waar een van de allereerste drukkers (Pieter de Keysere) zijn tenten was komen opslaan. r..ater_ zal ook de Burgstraat haar drukkerijen hebben. Aan de "Plaetse" ondergingen de "huusekins" het een na het ander een merkwaardige gedaanteverwisseling. Hun houten gevels werden niet alleen vervangen door stenen exemplaren, maar ze schaften zich bovendien een niet onaanzienlijke achteruit aan. Men was namelijk overgegaan tot het verkavelen van de langgerekte strook grond die achter de huizenrij gelegen was (zie op de plattegrond de plaats aangeduid als "Local de la Jeune Confrérie de St. Georges). Zo comfortabel waren de op die manier gecreërde huizen dat er advocaten, proéureurs en andere van het gerecht (Schepenbank van de Keure) verbonden personen er hun intrek kwamen in nemen. Om ons verhaal passend te besluiten, nog een enkel woord. Niet alle "scriveren" stapten over naar de drukpers. Natuurlijk. Er waren er die geruisloos uit de circulatie verdwenen. Natuurlijk. Enkelén nochtans wilden zich niet gewonnen geven en kost wat kost de oude stiel blijven uitoefenen. Die verspreidden zich over heel de: stad, in de onmiddellijke omgeving van· de arbeidersbuurten, om - u hebt het reeds geraden - van de minder ontwikkelden een vast én datikbaar cliënteel te maken van de ongeletterde dienstmeisjes en van de analfabete soldaten. We zouden het getuigenis van menig 19de-eeuwse auteur - we, denken aan Conscience, Stijns, Snieders, Loveling- kunnen inroepen om ons de driehoek meidf.soldaat-schrijver te laten voortekenen. Neen, we laten liever een van liun Franse collega's aan het woord omdat die beter dan wie ook en zo pittig en zo gevat het portret van de 270


volksschrijver weet te schetsen. "tl faut que les écrivains des charniers des Saints-Innocents (6) vivent tout comme les théologiens : plus utiles qu'eux, ils sont les dépositaires des tendres secrets des servantes; c'est là qu'elles font écrire leurs déclarations ou leurs réponses amoureuses; elles parient à l' ore:llle du seciétair..! public; comme à un confesseur; et la boîte ou estl' écnvain discret ressemble à un confessionnal troqué. Le scribe, la lunette sur le nez, la main tremblante, et· soufflant dans ses doigts, donne son encre, son papier, sa c:ire à cachetèr et son style, pour cinq sous. Sans la secrète correspondanèe des coeurs, qui n' est pas sujette aux vicissitudes, ils iraient aügmènterle nombre _déjà. prodigieux des squelettes qui sont entassés au-des8us de leurs têtes." (Tableau de Paris· par Louis-Sébastien Mercier, 1781-1788). M. VAN WESEMAEL NOTEN

1. Op 25 aug. l618l>~l~ten de schepenen dat d~ boteredie DiksmUide,Ve~, · R-àése~, èriZ. in ·potten en kuipen naar Gent zönden~ diende- vèr,!éöChde veellatèr dat.d~ Bot~rfnar.kt in . _woiden op. ''De. Ring". Het was -· zWan.g kwam.. De detailhandel in boter daarentegèn: niOèSt gebelirçn op het pleintje, gèlegen vóór .c!e -toeninalige-Barideloabdij(nJ,~ Stadsbibliotheek). Wat .na~urlîjk v;<!or gevolg had dat bedoeld pieintje alràS .&tèrplaets~ of K#rine Botermarkt genoemd wercL Officieel werden. deze hèna.mingen- pa$ i~ 181~. 2•. Vart~ 1598 óf c:laàro~ntrent noemde me11 _de "Plaètsé'; "Parade Pl~fse voor tStathu~~·~- J:>it Wé~ns het._fe~~ .odàt daar de "Borghedytk~ WaclÏt''- hun dagelijkse Pli:l'ad.ë::hièlden : "up Spaemche Wijze". Die "Borgllerlydce= \Vllçht"ver. eeJIZelvigt men liever niet met de Burgenvacht =.Garde Ci~que, die de ouds:ien ond~ ons goed gekend hebben. 3~Jfet steen werd in 1518 door de .stad áangekaçht om gesloopt te worden. · Het op die c~nan~r teruggewonnen materiaal benutte men voor de bouw -y-an het got;i$_çh gedeeltç het Stàdhuis. Wat op de_ vrijgekomen plaà.ts ve~es .. , werd ·tot 1752 iJlgenomen door de hoyèngenóe~l(le · ''Borgher1y:ck~ Wacht' 1• • omtrent 1763 kWàtnen. de_ man sterké compagnie Stadssoldaten oLPan·-. · doeren er hun tenten opslaan. Tot 1808, t~n het gebo1.1w nogmäals hetbouwd werd (huidige t~tand); In 1811 was het het brandweerkorps dat. er,~ich met zijn 20 p!:>mpièrs k.wa.n;I nestelen. Tot 1830. _Het jaar daarop ~ de ., .~­ Etat,;major van @. ,Burgerw.lcm: (bovenvermeld) het in zijn bezit, Tegenwoor- _ dig .~onlt de ge\Vezên:·beèÎne ~ bergplaats ~}!ruikt ~oor een bêkende ~ ·gelegen-aáh ~ Hoogpo9rt• . . · - .. . . . . · 4. De~'POÓISe stad:die·fioeger Wratislávia ofBreslau (Duitse nalllll)-genoe~qd wei-cf, werd mei 1945 door het Russisch leger voor 60-65 o/o vermeld. 5. Onder "ystorien" dient verstaan te. worden : in dichtvorm geschreven kronieken zoals de ''Spieghel Historiael" van Jacob van ~erlant .Gacob van Maerlantstraat) en verhalen zoals de "Reinaert de Vos" (Reinaertstraat). "]eesten",

maar

naam:

van

so

m

271


Het alom bekende Ieperse Houten Huis dat tijdens de oorlog '14-'18 verwoest werd doch naderhand heropgebouwd. Waarschijnlijk heeft het Gentse Scrifhuusekin er aldus uitgezien. Copyright A.C.L. Brussel

272


"yeesten", "geesten" (van het Franse "gestes") waren in de eerste plaats heldenromans ontstaan tijdens en direct na Karel de Grote's dood. Deze bij uitstek volkse boeken zijn met te vergelijken met de prachtige in het Latijn gestelde en met Wèelderige miniaturen versierde psalmen, evangelieën, bijbels, missalen, heiligenlevens, getijdenboeken en (wereldlijke) kronieken. Allemaal dingen die ten huidigen dage de faam en de trots van onze bibliotheken uitmaken. Een helden-roman (Karelroman) was bij voorbeèld het verhaal van "De Vier Heemskinderen". 6. Het "Cimetière des Saints-Innocents" was vanaf de 10de eeuw tot op het einde van de 18de eeuw het grootste kerkhof van Parijs. Het uitgestrekt plein was volledig omheind door middel van galerijen waarvan de verdieping (zolder) gebruikt werd om er eeuwen lang de uit de graven opgedolven geraamten (meer dan tweemiljoen) in op te stapelen. In 1786 werden die zolders (charniers = knekelhuizen) ontruimd. Met de aldus verzamelde beenderen werden de zg. Catacomben gestoffeerd. De enige (gerestaureerde) in Parijs (in Frankrijk ?, in Europa ?) nog bestaande charniers kunt u gaan bekijken op het gewezen kerkhof van de St.-Sévèrinkerk. BIBLIOGRAFIE Pr. Claeys, La Halle aux Draps, in : Les Monuments de la ville de Gand Ch.-L. Diericx, Mémóires sur la Ville de Gand M Lievens, De Sint-Jorisgilde te Gent, in : GendtscheTydinghen, 1976, I H. Nowé, Het Belfort van Gent Fr. de Potter, Gent, I & 11 Ger Schmook, Wordingsgeschiedenis van het Boek P. Voituron, Notice sur Ie local de la Confrérie de Sá.int-Georges à Gand, in : Messager des Sciences historiques, 1889-18~0 L.A. Warnkönig, Histoire de la Ville de Gand et de ses institutions A van Werveke, Het Letterkundig Leven te Gent in de XVde eeuw, in : De Vlaemsche Gids, 1908.

BESCHRYVINGHE VAN.HET GHENE

DAT VERTOOGHT WIERDT TER INCOMSTE VAN D'EXCELLENTIE DES

PRINCEN VAN ORAENGIEN BINNEN DER STEDE VAN GHENDT DEN XXIX DECEMBRIS 1577

In de vorige jaargang van Ghendtsche Tydinghen werd de geschiedenis van de Pacificatie van Gent behandeld. De betrachtingen van de verschillende partije_n waren echter te uiteenlopend, waardoor een

273


oplossing van het conflict uitbleef. Op 3 november 1576 was don Juan van Oostenrijk, natuurlijke zoon van Keizer Karel, rechtstreeks uit Madrid te Luxemburg aangekomen als nieuwe landvoogd van de Nederlanden. · Het is niet de bedoeling van dit artikel de historische gebeurtenissen noch de voorvallen te Gent te vertellen; belangstellenden willen we verwijzen naar Pirenne (deel 11 blz. 319) en naar Fris (blz. 210). Sedert de Pacificatie van Gent waren heel wat Calvinisten, die de wijk naar het noorden genomen hadden, te Gent teruggekeerd. De hertog van Aarschot was te Gent aangekomen voor de vergadering van de Staten van Vlaanderen. Een deel van de vergadering betuigde een sterk wantrouwen tegenover Willem van Oranje, dit tot groot ongenoegen van de Orangisten en van de aanhangers van de hervorming. Op 28 october 1577 werd de hertog van Aarschot aangehouden door Ryhove en opgesloten in het Serbraemsteen in de Onderstraat. De bisschoppen van Brugge en Ieperen en enkele andere edelen werden ook aangehouden. Op 1 november werd te Gent naar het voorbeeld van Brussel een comité der XVIII gevormd voorgezeten door Ryhove. De Staten-Generaal te Brussel protesteerden natuurlijk tegen de aanhouding van de hertog van Aarschot en eisten zijn· vrijlating. Op tussenkomst van Willem van· Oranje werd de hertog vrijgelaten. Enkele dagen later liet Hembyze de Gentse bevolking te wapen vergaderd op de Vrijdagmarkt de haat zweren aan Spanje. Op verzoek van de leden van Vlaanderen kwam Willem van Oranje, die te Antwerpen verbleef op 29 december 1577 naar Gent. Dank zij Lucas de Heere bezitten we een beschrijving van het bezoek van Willem van Oranje aan Gent. Lucas de Heere was geboren te Gent in 1534. In 1559 was hij te Fontainebleau in dienst van Catharina de Medici. Terug te Gent komt hij op de lijst der ketters en wordt verbannen in november 1568. Hij trekt naar Engeland, maar na de Pacificatie van Gent keert hij terug naar zijn geboortestad. In 1584 zal Lucas de Heere opnieuw veiliger oorden moeten opzoeken; hij trekt naar Parijs, waar hij sterft op 29 augustus 1584. Volgens Ph. Blommaert verschenen van het werkje van Lucas de Heere drie uitgaven. "De eerste uitgave heeft tot titel : Beschryvinghe van hetghene dat vertocht wierd ter incomste van d'Excellentie des prinsen van Oraengien, binnen der stede van Ghendt, den XXIX Decem~ bris 1577. Te Ghendt, by de weduwe van Pieter De Clerck, wonende te Putte, in de Witte Duyve, Anno M.D.LXXVII]. Op den titel tusschen het opschrift en den naem des drukkers is het 274


wapen der stad Gent : de zilveren leeuw op een veld van sabel, omringd met eenen krans lauwer- en oranjebladeren. Het he- helst 12 bladzyden, în Id. 4° zonder bladteekening. De tweede uitgave is nagenoeg aen de eerste gelyk, ter uitzondering dat er op den titel geplaetst werd- : Van nieus vermeerdert ende verbetert; en ter laetste bladzyde het -referein ingevoegd werd door L. Dheere vervaerdigd met het volgende opschrift : Refereyn ghepresenteerl aen zijnder Excellentie t' synen verlrecke, den 15 january 1578. De derde uitgave is met eene andere letter gedrukt, en mogelyk wel in eene andere stad; zy draegt den Gentsehen Leeuw ten titel niet, en onderaen, zonder melding van stad of drukker, staet alleenlyl( : Ghedruckt in 't jaer Ons Heeren 1578. Benige kleine veranderingen zyn aen den tekst toegebracht. Zeer zeldzaam is dit werkje geworden, en slechts enkele exemplaren staen bekend. Te Gent bezit de heer Fr. Vergauwen, voorzitter der maetschappy, de eerste en de derde uitgaven; de heer P. Goetghebuer en de heer archivaris P. Van der Meersch hebben exemplaren der tweede_ uitgave." Voorgaande tekst is van Blommaert en verscheen als inleiding bij een heruitgave van het boekje van Lucas de Heere door de Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen. Na deze inleiding, nu de beschrij\I'Ïng van de inkomst van Willem van Oranje te Gent op 29 december 1577. Hij kwam vàli Antwerpen over Temse. Twee honderd Gentse soldaten waren hem tegemoet gegaan te Temse. Bij Gent werd Willem van Oranje ontVangen door de baljuw, de schepenen, de notabelen, kooplieden en burgers. "Daer neffens ghynglien hem· teghen: zes hondert Borgers soldaten, wel" toegherust, de welcke gheordonnéert waren om zijn wacht binnen -der stede te zyne, -Ehde zo in de stadt commende, werdt ghemoett ende -gheleedt met LIIII -flambeaux, by de LIIII cnapen -der-Neeritlgheh ghedreghen zynde neffens ende voren zijn Exellentie, in twee reken ofte roten, Ende hier neffens waerender LIII picktonnen, over beyde zydèn van der straeten staende, van de poorte tot zijn logement." De straten, langs_ waar de stoet voorbij trok waren rijkelijk_ versierd

en verlicl?.t met toortsen_ en pektonnen. Op de weg war~m drie verhogen 'opgetimmerd, waarop zinnebeeldige vertoningen werden gegeven. Het eerste verhoog aan de St..,-Jacobskerk was opgeqcht door de kamervan retorica Je~us inet de Balsernbloem. Hier werdJudas 275


Machabeus vertoond, die zijn vijanden overwint. Judas Machabeus stelde de prins voor, die strijdt voor het vaderland. Achter hem stond een persoon, die de drie staten voorstelde : op het hoofd een fluwelen bonnet (de adel), een lang priesterkleed aan een schouder (de geestelijkheid) en het overige de kledij van een burger (de derde stand). Daarnaast stond een soldaat (gewillighen arbeit) en een bootsman (cloec herte). Op de andere zijde van het verhoog waren drie Spaanse soldaten afgebeeld : "Ghewelt" met een bloedig zwaard, "Moort" met een koord en schietbus en "RooP' met een pak. Ook "Verraet" was afgebeeld. "hebbende een schoon aensicht vooren en achter een leelick, onder haer was een vrauwe ghenaemt Inquisitie, magher ende leelic, zijnde ghecleedt ghelijc eenen spaenschen papé, ende het scheen datse dese vrauwe wilden advanceren ende voortdryn- · ghen." Twee personages Retorica en Historie spraken de prins toe. Doen het Nederlandt was seer ellendich gheschonden Met doodelicke wonden Deur het spaensche ghebroet, Zijt ghy Machabeus tzijnder hulpe ghesonden; Met de Staten verbonden Hebt met u lijf en goet Ons gheluckich bewaert, als een recht vader doet. En slands recht voorghestaen, zynen vyand verdreven, Het tweede verhoog was opgetimmerd aan het stadhuis : hier werden de zinnebeelden "De Gentse vrede" en "de Beschermer van het Vaderland" voorgesteld. De maagd, die de Pacificatie van Gent voorstelde, had om de lenden een sluier met de- prinselijke kleuren, waarmede ze tevens twee personages - de katholieken en de protestantenverenigde. De maagd smeedde een gouden: keten met zeventien schakels met de wapens der zeventien provincies; onder het aambeeld lag de Tweedracht, voorgesteld· door de hertog van Alva, die uit nijd in zijn bloedend hart beet. De Pacificatie-maagd was omringd door vier maagden, die Waarheid, Gedurigheid, Geloof en Discretie voorstelden. "De Beschermer van het vaderland" was gekleed in een harnas met de prinselijke kleuren en een zwaard met als tekst "Voor tgheloove en tvaderlandt". Hij was omringd door maagden, die voorstelden Wijsheid, Sterkte, Eendracht. Onder de voeten van de Beschermer der Nederlanden lag "moord en brandschat". Het derde verhoog was opgetimmerd voor het hof van Wacken aan

276


de Poel. Hier zat de Maagd van Gent omringd door rijk geklede juffers en 54 maagden met de wapenschilden van de neringen van Gent. De Maagd van Gent "onder eenen throon in eenen thuyn met haer banniere van Vlaenderen in deen handt en met haren leeuw : ende sprac tot zyne Excellentie dese woorden : Princelic goede Vorst, des Nederlandts recht Vader, · Ie dijn Ghendtsche dienstrnaecht heet u wilcom dees tijt, In u aenschouwen wy ons verblyden te gader vérhopende daer af het ghemeene profijt, Door u wijsheyt en deucht, bestreekende haer so wijt Dat ghy ten rechten zijt van elcken hoogh verheven." Daarna werd een lied· gezongen. Verblijdt u, Ghendt, Edel vermaerde stede, In de bly incomste van desen Prince goet; Vader des landts, beminder van de vrede, Die ons accoort comt stellen op de voet, Sulèke ghenade _ons God de Heere doet . Door desen Vorst, zeer vroom ende vaillant, Die eeuwelick moet leven In eeren verheven Tot de welvaert van geheel hét Nederlandt. Willem van Oranjè bleef tot 15 januari 1578 te Gent. Hijbezocht de verdedigingsvyerken van de stad en drong er op aan er spoed achter te zetten. Op 14 januari 1578 zat hij de vernieuwing van het stadsmagistraat voor : Hembyse en Borluut werden eerste schepen, ook enkele calvinisten werden in het bestuur opgenomen. Willem van Oranje zou nog twee maal naar Gent komen : de eerste maal op 2 december 1578 op verzoek van Ryhove om wat orde in het bestuur te brengen. Als gevolg hiervan werd de katholieke godsdienst opnieuw toegelaten en de opgesloten geestelijken vrijgelaten. Nauwelijks weg gaan de poppen weer aan het dansen en op 10 maart verjagen calvinisten de priesters uit de kerken en verwoesten de tempels : een tweede beeldenstorm. Hembyze grijpt de macht. De gematigde partij zendt Rijhave naar Willem van Oranje om hem te verzoeken opnieuw naar Gent te komen. Bij de komst van Willem · van Oranje te Gent vlucht Hembyse, maar hij werd aangehouden en teruggebracht naar Gent. De XVIII werden ontwapend en een nieuw stadsmagistraat werd aangesteld. Later zal Hembyse naar Gent terugkeren en er het bewind in handen nemen. Op 4 augustus 1584 zal 277


Hembyse terecht gesteld worden op het Veerleplein. De lezers weten, dat Willem van Oranje op 10 juli 1584 in een voormalig klooster, nu het Prinsenhof te Delft, werd neergeschoten door Baltbazar Gerards. M. VANGENT

HET GEBEURDE TE GENT 500 JAAR GELEDEN Op 5 januari 1477 sneuvelde Karel de Stoute, hertog van Bourgondië, in de slag bij Nancy. Hierdoor werd Maria van Bourgondië, enige dochter van Karel de Stoute, erfgename van het Bourgondische rijk. Maria van Bourgondië werd geboren te Brussel op 13 februari 1457. In 1465 overleed haar moeder Isabella van Bourbon; twee jaar later overleed haar grootvader Filips de Goede, die geregeerd had van 1419 tot 146 7. Karel de Stoute huwde te Damme op 2 juli 1468 met Margaretha van Y ork, zuster van koning Edward IV van Engeland. In 1471 zal haar grootmoeder langs vaders zijde Isabella van Portugal overlijden. Toen het bericht van de dood van Karel de Stoute Vlaanderen bereikte, verbleef ze samen met haar stiefmoeder in het Prinsenhof. In de Sint-Janskerk - de latere Sint-Baafskathedraal - werd een plechtige zielmis ter nagedachtenis van de grote hertog opgedragen. "Geen onkosten werden gespaard : van het Prinsenhof tot aan de kerk droegen tweehonderd vijftig armen van "de· stad, gekleed in daartoe speciaal gemaakte zwarte mantels en kaproe'nen, hoog opvlammende toortsen; geheel.de dienst door zouden deze blijven branden, als een lugubere schittering tussen het donker bekleedsel van de kerk. Zwart rouwlaken bedekte de muren, waarop grote en kleine blazoenen, vanen en lange banieren, in taf en met franjes afgezet, aangebracht waren. Driehondérd vijf en twintig zwart-geschilderde houten staanders, waar even zoveel kaarsen in brandden, waren in lijkkapel en zijbeuken en verhoogden nog de rouwstemming die over heel de plechtigheid hing. Alles was verzorgd en men kon van het Hof getuigen, dat het niets ontzien had om de lijkdienst van de gewezen hertog zo indrukwekkend mogelijk te maken" (1) Onmiddellijk werd de jonge hertogin geconfronteerd met zware bin278


nenlandse en buitenlandse moeilijkheden. Lodewijk XI, koning van Frankrijk, (1461-1483) oordeelde het moment gunstig om zijn rijk uit te breiden. Hij had ook de vernedering niet vergeten, toen hij in 1468 verplicht werd Karel de Stoute te vergezellen naar Luik en daar de vernietiging van de stad - stad, die oproer had gemaakt op aanstoken van Lodewijk-XI- moest bijwonen. (zeshonderd Franchimontezen). Lodewijk XI viel met zijn leger de Bourgondische landen binnen. Intussen werd Maria van Bourgondië gehuldigd als gravin van Vlaanderen te Gent. op 11 februari. "Den 1oen Februari vertrok ze uit de stad om er den volgenden dag haar blijde Îiltr~de te doen. Na de mis, ter eere van den Heiligen Geest, in de ·St.-Pieterskerk waar ze den eed voor de kerk aflegde, begaf Milria zich met haar gevolg naar de St.-Janskerk, waar zè, naar de gebruikelijke formaliteiten, plechtig verzekerde, het land en de stad te verdedigen, Vlaande:r:en "vrij en in rechte" te houden en al de privilegiën te eerbiedigen" (2). Later zal Maria van Bourgondië haar blijde intrede· doen te- Brugge, Leuven, Brussel, Ant\ve~n•. Mechelen. _ _ Op 11 februari 1471 k~_opverzoekvan-de hertogin_ de Staten Generaal te Gent samén:in :het lokaal van de Sint-Jorisgilde; Nadat aan de vergadering <fe bedenkelijke toeStand werd uiteengezet, werd hun gevraagd hulp t;e\•erleneitmet îfianschappen en geld: .De Staten Generaal ware!i nog verbitterd door d€fpolitiekvan Karel de Stout~; wel wensten ze aan het ver~o~k:·v~ de 1iertogin voldoeniDg te geven, maar ze vroegen een aantal -:r:~chten, die,ze verloren hadden, te herstellen. Dezelfde: dag nog werd het Groot Privilege ondertekend. "Het was in de h$t afgemaakt en zeker ond_er de drukvan de Gent~naars" schrijft·PU:t:nne. Óf;>or het Groot Privilege werd het centraal bestuur en het P~lt?inent vAAfAèch-elen (een soort hoger gerecht) afgeschaft en ~ord_t:~y-e~' p~tïçularisme _van. de· provincies- hersteld. (Pirenne). "De-:e~e_~~dui9,èll.jke bepaling is het. verbod voor de vorst om een oorlog, z~ eetL;v:èrd~ndë oorlog, zonder de toestemming van zijn onder-danen, te b~ginrien." (Pirenne). Even· willen -~e _vermelden, dat een van,de artikelen bepaalde, dat de kanselier Latijn, Frans en Diets moet ken11en en dat de secretariSsen liet Diets moeten mach tig zijn,. _ ___ _ ·-· . ___ _ De Genten~-èn .z~lf~dd~n. ook redenen om mistevredén _te zijn over de Bourgondische ··politiek. In hun strijd met Filips de Goede hadden · de_ Gentenaars de vrede van Gavere moeten aanvaarden, waarbij ze veroordeeld werden tot een boete van 350 000 gouden ridders. Toen Karel de Stoute zijn blijde intrede hield te Gent vroegen de schepe279


280


nen en de dekens aan Gent hun de oude voorrechten terug te geven. Er had een oproer plaats op de Vrijdagmarkt. Karel de Stoute zal de gebeurtenissen niet vlug vergeten. Een nieuw charter bepaalde, dat de schepenen niet meer mochten verkozen worden, maar werden aangeduid door de prinselijke commissaris en dat de collatieraad beperkt werd tot 200 à 300 burgers aangeduid door de baljuw, die alleen--deze raad kon samen roepen. Op 8 januari 1469 zouden te Brussel de afgevaardigden van de stad Gent zich onderwerpen aan de wil van Karel de Stoute. De akte werd ondertekend door Roland Wedergate, Philippe Sersanders, Olivier de Grave, Jean Van Melle en Pierre Baudins. De Gentenaars die de jonge hertogin in hun macht hadden, wisten te bekomen dat de stad zijn verloren privileges opnieuw ontving. De Vrede vanGavereen het Calfsvel van 1468 werden verbroken. De ondertekenaars van de onderwerping aan Karel de Stoute werden aangehouden, gevonnist en terechtgesteld onder de beschuldiging van "onduechdelic gouvernement gehouden binnen de stede van Ghendt". Maria van Bourgondië had een afvaardiging gezonden naar Ladewijk XI om te onderhandelen. Willem Hugonet, heer van Middelburg,. Chaillant en Espoase en Guy van Brimeu, graaf van Meeghe en heer van Humhercourt maakten deel uit van de afvaardiging. Ze hadden een geloofsbrief bij, waarin Maria van Bourgondië verklaarde, dat ze enkel met de hulp van Hugonet en Humhercourt wou regeren. Dit was wel gedeelteijk in strijd met het Groot Privilege. Maar ook de Gentenaars hadden afgevaardigden naar Ladewijk XI gezonden. De sluwe en onbetrouwbare Ladewijk toonde aan de Gente_naars de geloofsbrieven ondertekend · door· Maria van Bourgondië. Op 9 maart werden Hugonet en Humhercourt door de Gentenaars aangehouden en tot de dooastraf veroordeeld wegens misbruik van gezag. Ziehier hoe de Chronycke van Ghendt dit vertelt. "Item, in de weke voor de ghoeweke, ende was up den letsten dach van Maerte, werden weder vergadert alle de nerringhen in huerlieder huusen met wapenen ende stocken, ende traeken ter maert met hueren banieren, ende waren vergaert vijf. daghen lanck, ende op den vijfsten. dach quam ter maert de Hooghe ende Mooghende princhesse. Marie, biddende den ghemeenen volcke dat zy wilden gratie geven den protonotaris, den canselier van Borgondien Minheereden grave van Hemelcourt (Humbercourt), die ghevanghen laghen; 't volck ende 't ghemeente ghitle te rade omme ~dwoorde te ghevene, belasten haer te segghene : dat 281


zy beswaoren hadde also wel recht te doene over den rijcke als over den aermen, ende dat zy wilden justicie ghedaen hebben, indien zy daer inne bevonden werden; wanof de graefnedinne de andworde verstont zeyde den ghemeenen volcke saluut ende goeden dach; zy liet daer mede gewerden heere ende wet, ende trac also t'hueren hoove. Item, binnen derden daghe daema waren scepenen van beede bancken, beede de dekenen, de heeren van der princesse daertoe gheconvutert ter pijnbanc ende scerper exame van den ghevanghen heere den canselier, den grave van Hemelcomt, ende van Mer Jan van Melle, die oppertresorier van der stede van Ghentwas, die oock wonderlicke zaken te kennen gaf ghelijck d'andere alsvooren, ende de exame van dese huerlieder verkennen ende verlyde was der pririchesse te kennen te ghegheven ende ghetoecht up den Witten Donderdaèh 's morghens in 't Hof ten Walle, ende up den zeiven voornaene waren zy ghehaelt uut den 's Gravensteen, ende also tot den Scepenhuse in de vierschare brocht,. ende worden daer verwijst ter doot. Item, 's achtemoens waren zy brocht up de Vrydachmaert up een schavaut daer alle de neringhen in de wapenen stonden, daer eerst onthooft wasmijnheereden chanselier van Borgondien, ende was te grave ghedraghen met vijftich tortsen, ende begraven t'Onse Vrauwenbroers, d'ander was Mer Jan van Melle, ruddere, ende was begraven t' Sente Miebiels met tien tortsen. Item, de grave van Hemelcoert was op een scavaut onthooft dat behanghen was met swarten lakene, omme dat hy 't gulden vlies an hadde van den grave Kaerle, en hem dochte dat men hem uut dien niet en zaude dorfven ter doot in justicien bringhen, nemaer 't was hem rudderlick afghedaen, ende by sadt in eenen setele, ende also was hy onthooft al sittende, ende hy was wech ghevoert in eenen hosbaer, verdect met swarten lakene behanghen, daer neffens ghinghen hondert mannen¡ in 't swarte ghecleet met rauwcapproenen in den rauwe, ende elc hadde een tortse in de hant, ende also was hy gheconvoeyhiert totter poorte, ende also wech ghevoert tot boven Atrecht daer hy graeve was, ende daer begraeven." In het raam van de huwelijkspolitiek van de Bourgondische hertogen had Karel de Stoute zijn dochter enkele malen reeds verloofd, maar telkens was de verloving om een of andere reden verbroken. Maria van BourgondiÍ was trouwens de rijkste bruid van het Westen. Het laatst was ze verloofd met Maximillaan van Oostenrijk (geboren te

282


Wiener-Neustadt op 22 maart 1459) en zoon van Frederik III, keizer van het Duitse rijk. (1440-1493). Maar ook Lodewijk XI wenste een huwelijk tot stand te brengen tussen de rijke hertogin en de jonge dauphin, de toekomstige Charles VIII (geboren 1470). Maria van Bourgondië wees een verloving met de zevenjarige Charles af en in een brief van 28 maart 1477 verzocht ze Maximillaan zo snel mogelijk naar de Nederlanden te komen. Reeds op 21 april werd het huwelijk tussen Maria en Maximillaan per procuratie te Gent voltrokken. Maxi.miliaa.n spoedde zich nu naar het verre Gent langs Graz, Salzburg, Frankfort, Keulen, Leuven, Brussel, Dendermonde. Overal werd de prins met grote vreugde ontvangen. Op 18 augustus 's avonds was hij te Gent. "Gent zou Maximiliaan met de meest grootse staatsie ontvangen, Jan van Dadizeele, hoofdbaljuw der stad, kwam hem met vijfhonderd witgetuigde, bereden paarden tegemoet. Overal wapperden bontkleurige vlaggen en op ieder dezer waren aangepaste leuzen geborduurd : "Tu es dux et princeps noster, pugna praelium nastrum ! " "Omnia quae dixeris nobis, faciemus ! " De feestelijke versiering van huizen, straten en pleinen, de jubelkreten der massa en de blijheid,· die op aller gezichten straalde, spraken boekdelen. Maximiliaart voelde dat hij hier welkom was, en het was dan ook met een dankbaar en in fiere zelfbewustheid, dat hij het binnenplein van het Prinsenhof opreed, · waar zijn verloofde met heel haar hofhouding ongeduldig naar zijn komst wachtte. In de slotkapel van het Prinsenhof werd het huwelijk van Maria van Bourgondië met Maximiliaan van Oostenrijk ingezegend. De staatsie, in dewelke dit plaats vond, was het aangepaste ka-der voor deze plechtige verbinding van de zoon van keizer Prederik met de rijkste erfgename ter wereld. Wat een rijkdom aan kleren en wat een weelde voor het oog ! Maria droeg een wit satijnen kleed, heel met goud bestikt e~ overdekt met een hermelijnen manteltje. Op haar hoofd schitterde de kroon van Bourgondië, met de zeldzaamste juwelen versierd. Naast haar ging Maximiliaan, in een prachtige, zilveren· uitrusting gedost; vóór haar, de twee kinderen van den hertog van Gelre, die alle, bei e.en zware wassen k~s droegen. Philippe de Croy, graaf van Chimay, en Lodewijk van Gruuthuse, graafvan Wincester, leidden de gr.oep; ze zouden als getuigen optreden. De eredames van de prinses omringden de hertogin douairière, Margaretha van Xork, die achter het paar. aantrad; in ha;u- nasleep bevonden 283


zich Josse van Lalaing, heer van Montigny, Jean de la Bouverie, voorzitter van den Grooten Raad, Olivier de La Marche, Jean du Fay, gouverneur van Luxemburg, hertog Karel vanGelreen Jan van Dadizeele, hoofdbaljuw van Gent, die allen van Maria speciale stoffen gekregen hadden "pour estre plus hannestement vestus au jour et feste des distes nosces". Ook de Duitse ambassade was aanwezig : de bisschop van Metz blonk tussen allen uit met zijn rijkelijke mantel van gouden laken, welke een nieuwe schittering in die stemmige hofkapel bracht. Toen allen daar waren, zong de pauselijk legaat de Heilige Mis en zegende het huwelijk in." (3) Voor de geschiedenis van ons land en van West-Europa was dit huwelijk buitengewoon belangrijk De Nederlanden kwamen onder Oostenrijks bestuur. In werkelijkheid heeft Maria van Bourgondië slechts enkele maanden geregeerd. Na haar huwelijk nam Maximillaan van Oostenrijk de leiding in handen. Maria van Bourgondië had drie kinderen : Filips (Brugge 22.6.1478) de toekomstige Filips de Schone, Margaretha (Brussel10.1.1480), de toekomstige landvoogdes Margaretha van Oostenrijk en Frans (Brussel 2.9.1481), die reeds in ·december 1481 stierf. Zeker moetenweiriet vermelden, dat Maria van Bourgondië de grootmoeder is van de toekomstige keizer Karel, die te Gent werd geboren in 1500. Maria van Bourgondië stierf te Brugge op 27 maart 1482 na een ongeval met haar paard. De grafmonumenten van Maria van Bourgondië en van Karel de Stoute in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge zijn vermaard. Tot hier het tragisch lot van een jonge prinses bondig samengevat. Over de afbeelding van h_et zegel van Maria van Bourgondië nog een woordje uitleg. Dit zegel werd gegraveerd door de Gentse goudsmid en graveur Corneille de Bont (geboren omstreeks 1450). die acht maal deken van zijn gilde zal zijn tussen 1487 en 1501. De legende luidt : "Sigillum Marie, Dei gracia Burgundie, Lotharingie, Brabantie, Limburgie, Lucemburgie et Geldrie ducisse, Flandrie, Arthesü, Burgundie, Hannonie, Hollandie, Zelandie, Namurci et Zutphanie comitisse, Sacri Imperü marchion, domine Frisie, Salinarum ac Machlinie. 1476". Wat beduidt : zegel van Maria bij de gratie Gods hertogin van Bourgondië, Lotharingen, Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelderland, gravin van Vlaanderen, Artois, Bourgogne, Henegouwen, Holland, Zeeland, Namen en Zutphen, markiezin vanpet Hellig Keizerrijk, dame van Friesland en Mechelen, enz." De datum wekt verwondering : in die tijd echter veranderde het jaartal pas op 1 maart, 284


Zegel van Maria van Bourgondië.

zodat het zegel gegraveerd werd in februari 1477. Boven het hoofd van de hrtogin prijken drie schilden : Artesië, Franche-Comté en Bourgondië. Maria van Bourgondië is voorgesteld als amazone met de valk op de rechter hand; deze voorstelling komt reeds voor op de zegels van haar voorzaten in de dertiende eeuw. Te Gent zijn twee gevels versierd met de beelden in bas relief van de graven van Vlaanderen, nl. het huis De Haz~wind, Lange Munt 24

285


en het huis Burgstraat. Op beide gevels komt echter de voorstelling van Maria van Bourgondië niet voor, wel het beeld van haar echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk. M. VAN BERGEN NOOT

· (1) Ontleend aan P. Van Ussel : De regeering van Maria van Bourgonilië over de Nederlanden. (1943) Dit werk geeft een zeer uitgebreide bibliografie.

KANUNNIK PETRUS JOZEF TRIEST Te Gent bestaat een Bisschop J'riestlaan en in de Bijlokehof staat een gedenkplaat aan kanunnik P.J. Triest. De biografie van bisschop A. Triest is voldoende gekend. Hij werd geboren te Be:veren in 1577 en werd in 1622 de zevende bisschop van Gent. Hij verwierf onder meer een grote vermaardheid om zijn liefdadighe~d en om zijn mecenaat.· Hij overleed in 1657. Zijn praalgraf in de Sint-Baafskatedraal is het werk van Duquesnoy. Wie was kanunnik Petrus Jozef Triest ? P.J. Triest werd geboren te Brussel op 31 augustus 1760. Hij volgde de lessen aan het Jezuïetencollege te Brussel en toen de Jezuïetenorde werd opgeheven in 1773 studeerde hij aan een Latijnse school te Geel. Door zijn tante begijntje had de jonge Petrus kennis gemaakt met zieken en ouden van dagen. Te Geel maakte hij kennis met de verpleging van geesteszieken in gezinsverband. Na zijn studies te Geel volgde hij gedurende twee jaar de lessen in de wijsbegeerte aan de universiteit te Leuven en in 1782 ging hij naar het seminarie te Mechelen. Hij werd priester gewijd op 16 juni 1786. In 1791 werd hij onderpastoor te Mechelen. In 1794 werd ons land definitief veroverd door de Fransen. Voor de geestelijken brak een buitengewoon moeilijke tijd aan. In 1797 weigerde Triest de eed van haat jegens het koningschap af te leggen en hij kwam alzo op de lijst van de "prêtres réfractaires". Pastoor Triest trekt nu naar Ronse, waar hij onmiddellijk moet onderduiken. Na het Condordaat in 1802 kon pastoor Triest weer in het openbaar zijn zending vervullen. In zijn eerste preek in het openbaar gehouden legde pastoor Triest de nadruk op de beoefening van de naastenliefde.- Hij gaf hierbij het voorbeeld door het oprichten van een wees286


huis vo or meisjes. Toen P. Triest een paar huwelijken had ingezegend, die nog niet op het stadhuis waren voltrokken, diende de burgemeester, die reeds lang een middel zocht om Triest uit Ronse weg te hebben, een klacht in bij de bisschop en de prefect van het departement. Om de rust te bewaren verplaatste de bisschop P. Triest naar Lovendegem. Hier werd pastoor Triest getroffen door enkele

287


kwalen, - onder meer dronkenschap -; tevens betreurde hij de verwaarlozing van de jeugd en het lot van het groot aantal weeskinderen. Om dit allemaal te verhelpen stichtte P. Triest een genootschap van juffrouwen "om school te houden ter ere Gods". Dit werd de Congregatie van de Zusters van Liefde van Jezus en Maria. Deze orde werd kerkrechterlijk ingesteld op 4 november 1803 door bisschop Pallot de Beaumont. Als gevolg van de Franse wetten was in 1797 het bestuur van een veertigtalliefdadige instellingen (hospitalen, weeshuizen, gestichten) toevertrouwd aan de Commissie der Burgerlijke Godshuizen. De kloosterlingen waren verdreven. Natuurlijk liep het bestuur van al de godshuizen in het honderd en wel omdat men enkel beroep had kunnen doen op onbevoegde en niet toegewijde personen. In 1802 was men dan ook verplicht opnieuw beroep te doen op kloosterlingen. In 1805 bezocht de Gentse bisschop het kloostertje te Lovendegem. De bisschop zag onmiddellij~ in welke diensten P. Triest te Gent ¡. zou kunnen bewijzen. Hij sprak er over met de prefect en met de burgemeester van Gent. Aan pastoor Triest werd aangeboden zich te Gent te vestigen in de abdij Terhagen in de Molenaarsstraat. Op 30 juli 1805 is pastoor Triest te Gent. Hij organiseert de door hem gestichte kloosterorde en op 26 december 1806 wordt hij tot levenslang Algemene Overste van de Zusters van Liefde benoemd. Hij wordt aangesteld op 14 januari 1807 en tevens tot ere-kanunnik van St.-Baafs verheven. Kort daarop wordt kanunnik Triest lid van het Liefdadigheidsbureau. Wat later nl. in juli 1807 wordt hij met het bestuur van het Bijloke-hospitaal belast. Hij wordt lid van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen en zal dit blijven tot aan zijn dood. Hier heeft kanunnik Triest een massa werk verricht ter leniging van de ellende. Reeds om dit werk heeft kanunnik. Triest recht op de erkentelijkheid van de stad Gent. Dit was echter slechts een begin. In het gesticht voor bejaarden op de Sint-Antoniuskaai was er gebrek aan plaats. In 1805 werden een honderdtal oude mannen overgebracht naar leegstaande lokalen in de Bijloke. Hij werk werd gedaan door een aantal oude mannen van het gesticht. Dit liep natuurlijk volledig spaak. Kanunnik Triest dacht er nu aan een congregatie van broeders op te richten, die de dienst in het oud-mannenhuis in de Bijloke zouden verzekeren. Hij sprak er over met de burgemeester en met de prefect, die het voorstel gunstig bejegenden. Op 26 december had de commissie het plan goedgek:eurd en... op 28 decem288


'"

Gedenkplaat Kan. P. Triest te Gent (Copyright Dienst T~erlsme -Gent)

-

...

289


her deden drie kloosteraspiranten hun intrede. Er waren nog andere problemen op te lossen. In het gewezen Alexianenklooster waren krankzinnige mannen ondergebracht. Ook hier liep alles mis. Prefect Faipoult vroeg aan kanunnik Triest enkele _ broeders van de Bijloke - dit aantal was intussen reeds heel wat aangegroeid - .over te brengen naar het Alexianenklooster. Deze taak was echter voor de jonge kloosterorde te zwaar en de poging mislukte. Maar... uitgesteld is niet ve~loren. In 1815 werden Broeders belast met het verzorgen van de krankzinnigen, die verbleven in het Geeraard Duivelsteen. Naast het verzorgen van zieken in hospitalen was er ook behoefte aan verzorging aan huis; dit werk werd vroeger verricht door de Alexianen. In 1820 vroegen bUJ:gemeester en schepenen aan kanunnik Triest de mogelijkheid te onderzoeken dit werk opnieuw op te richten. Zo zond kanunnik Triest; enkele broeders naar het oud' Alexianenklooster en in 1821 werd een nieuwe orde "de Broeders ·van Sint-Jan de Deo" opgericht. Rond 1816 werd in de Bijloke een armenschool voor jongens opgericht. In 1825 telde deze school ongeveer 500 leerlingen. In 1828 moest echter deze school op bevel van de centrale overheid worden gesloten. In 1831 werd de school opnieuw geopend. In 1820 wenste kanunnik Triest een school voor doofstomme meisjes op te richten. Ter voorbereiding zond hij enkele zusters van Liefde naar het Institut National pour Sourds-muets te Parijs, waar de methode van de abbé de l'Epée werd toegepast. Kanunnik Triest wilde nu ook een school voor doofstomme jongens opriChten. Daar" toe zon<l hij twee broeders van Liefde naar Groningen om aan het instituut Guyot een opleiding te ontvangen. Zo verteld lijkt alles gemakkelijk en eenvoudig. In werkelijkheid echter had kanunilik Triest met ontelbare moeilijkheden tè kampen. En enkel door zijn doorzettingsvermogen, zijn organisatietalent en zijn toewijding alsook met de hulp van de broeders en zusters van Liefde is kanunnik Triest er in geslaagd al deze taken tot een goed ·. einde te brengen. _ In deze bijdrage hebben we enkel verteld over het werk van kanunnik Triest te Gent. Maar ook buiten Gent waren de beide kloosterorden al vroeg werkzaam. Zo waren de Zusters van Liefde rond 1818 reeds werkzaam te Doornik; wat later namen enkel Broeders de leiding van het krankzinnigengesticht te Froidmont. ·Kanunnik Triest overleed op 24 juni 18J6. Zijn werk zou voortgezet worden en thans honderdveertig jaar later besturen de: Broeders en 290


de Zusters van Liefde tientallen instellingen in binnen- en buiten-

land. Dé gedenkplaat werd ingehuldigd in 1961.

J.

DE MEESTER

BRONNEN De Broeders van Liefde (1807-1876) De ZE.H. Kan. P.J. Triest (5 deeltjes).

ONZE JAARLIJKSE PUZZEL Om aan de wens van enkele lezers tegemoet te komen, nl. onze puzzel wát minder geleerd of duister te maken, presenteren we er heden een die evenwel niet zo erg gemakkelijk zal uitvallen. OPGAVE : Gevraagd wordt met de 72 letterparen TWAALF NAMEN te vormen waarvan de omschrijving hieronder volgt. Zijn die TWAALF NAMEN gevonden, dan verschijnt in de TWAALF met een kruisje getekend~ hokjes van het rooster een DERTIENDE NAAM waarvan de omschrijving NIET gegeven wordt. mt~tntcrtrolootat~/~tmt~/~1 ~1~/00!rotffl/~1~/~/U/U/ll/W{

LS/ MU I MV /.NA I NA I NA I NE I NE I NS I NT I NX I OF I OC/~/M/m/ID/®/M/M/ru/~/W/~1

RT I SE I SG I SH I SI I ST I ST I TD I TE I TE I TI I TT I

,

lli}m/~1~/%/U/~/W/M/~/H/W/

OMSCHRIJVINGEN 1. Een beroemd Gents gebouw

2. Deze schreef in G.T.

3. Vader en zoon even beroemd 4. 't Is klein. en 't staat aan de Graslei 5. Hier werd veel geschoten :zonder poer 6. Een schoondochter van koning Willem I bracht ons een bezoek in Ï819 . 7. Hij maakte mooie standbeelden 8. 't Is ~eer oud en herbergt nu veel oude papieren 9. Hier rust Jan Palfyn · 10. 't Is oud· en· herbergt ontelbare kostbaarheden

291


x >< ;<

x ;< ')(

x

x x

x ;( )( 11. Dat zijn Gimtenaars 12. Hij schreef dikke kronijken (voornaam en voorzetsel afgekort)

. Wie vindt de dertien namen ? Een voorbeeld moge de te volgen werkwijze verduidelijken : ~1~/~/AA/W/~/~/U/~/mt~/VN

Vorm de naam van 1) een Gents plein . 2) een Gentse jonge dame Antwoord : VRIJDAGSMARKT MAAGD

V~

GEm

Hallo ! Dames, met hoeveel lengtes klopt u het mannevolk ?

292


'T SENUIVERWET I.

Onz' felle diplomaten Hen weere wa gedaan, De kasse was vol gaten Ze moesten "monnfuk" slaan Deur hilder vieze kure Die zatten z'in de krot Dat en kost nie meer blijve duren Er was niets meer in den pot. En rap haan ze 't middel vast ) Z'hen ons dreupelken belast ) bis

11. Ja, al onz'herbergbazen Verliezen haast den kop, De één verkleint zijn glazen, De andere slaat heni op. Elk vloekt gelijk nen ketter En elk die reklameert, 8 eens veur ne "champetter" 't en es nie gepermetteerd. Kiest nu allemaal veur Smet ~ Meê zijn schoone nieuwe wet bis 111.

Zijn ooren moeten tuiten Sedert die nieuwe wet In stad lijk op den buiten Elk sakkert_ op de Sm~t. 'tEn zal hem nie meer varen. Als hij in d'helle komt, Want bij iedren dreupel klare Wordt hij ne keer verdomd Maar mee die tsenuiverwet ~ bis Es zijne koffre-fort gered. IV. Ge zult t'r iets van beleve,

293


Al d'herbergiers der stad Die gaan ni "peper geven" In hulder tsenuivervat. Daarbij zullen z'hem doopen, Ja 't zal zooverre gaan Hoe meer da w'er gaan koopen Hoe rechter da we staan. Zooveel peper in. ons lijf ) bis Da zal goed zijn veur ons wijf.. ) Ontleend aan de revue " 't. Es zuu laete ! " 1903.

BIBLIOGRAFIE 1. Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent. Nieuwe reeks deel XXX. 1976. Het Jaarboek 1976 brengt ons zeven bijdragen. Vooreerst twee artikels in verband met de Pacificatie van Gent; nl. De Pacificatie van Gent door R.C. Van Caenegem en De Pacificatie van Gent op tweeërlei afstand bezien door I. Schöffer, J. Scheerder behandelt in een bijdrage tellende 46 bladzijden "De Handschriften van Gentse Kronieken en Memorieboeken bewaard in de Universiteitsbiblioteek te Gent". Zeer belangrijke. studie, die een gids zal zijn voor al de belangstellenden in de geschiedenis van Gent. Het artikel ''De studie van arcbeologica op schilderijen" door M. Jacobs- P. Peremans leert ons met een ander oog schilderijen bekijken. Y. Holleboseh-Van Reek bestudeert grondig muntgewichtdozen in "Typologische benadering van enkele muntgewichtsdozen uit de verzaineling van het Bijlokemuseum te Gent "Dat boeiend artikel toont ons hoe de schatten van het Bijlokemuseum kunnen bestudeerd worden. Tenslotte brengen M. De Sittere en R. De Herdt het vervolg van hun bijdragen van het vorig jaarboek, nl. "Archeologische Kroniek" en "Bibliografie van Gent. 1975-1976". Het lidmaatschap van de M. voor G. en 0. te Gent bedraagt 300 fr. Het Jaarboek kan besteld worden door storting van 400 fr. op postrekening 000-0370680-43 van M. voor G. enO. te Gent. 2. Gontran Van Severen behandelt in Toerisme in Oost-Vlaanderen (mei 1977) "Rond de Sint-Michielshelling en eÎlkele onlangs opgesmukte stijlgevels".

294


3. In "Appeltjes van het Meetjesland" verscheen een bijdrage van E. De Smet ov.er "De bezittingen van het Rijks Gasthuis te Eeklo". (Het Rijke Gasthuis was gelegen op de Hoogstraat te Gent).

4. Honderdvijftig ]aar Kanaal Gent-Terneuzen. Een kataloog uitgegeven bij een tentoonstelling georganiseerd door het Gents stadsbestuur is telkens een waardevol document. Dit is thans weer het geval voor de kataloog, die opgesteld is door dr. J. Decavele, stads~­ chivaris. De catalogus is samengesteld uit twee delen : een deel tekst : de Sasse Vaart, het Kanaal van Terneuzen, de eerste en de tweede verruiming- naar 10 000 ton, na de tweede wereldoorlog : 60 000 ton, telkens gevolgd door een beschrijving van de tentoongestelde voorwerpen of documenten. Onnodig te zeggen, dat deze kataloog zeer keurig is uitgegeven en geïllustreerd is met talrijke foto's. Deze katalogus is nog verkrijgbaar in het Stadsarchief, Abrahamstraat, Gent. (Prijs : 100 fr.) Iets moet ons toch van het hart : de tentoonstelling was slechts een week toegankelijk en dit in volle vacantieperiode. We menen dat een zo belangrijke tentoonstelling zeker langer mocht worden opengesteld en dat ook de scholen de mogelijkheid moesten gehad hebben de tentoonstelling te bezoeken.

TE GENT 1. De fusie van Gent met een aantal randgemeenten heeft onverwachte gevolgen. Zö werd het Rolleken, de stedelijke bewaarplaats waar elke ware Gentenaar eens enkele uren moest doorbrengen - zo wordt toch gezegd - gesloten. Een nieuwe stedelijke bewaarplaats werd ingericht in het administratief centrum van het voormalige Gentbrugge.

2. De Gentse Feesten zijn nu al een tijdje voorbij. Ze kenden een groeiend succes en dit niettegenstaande het minder goede weder. Van s9tnmige Gentenaars hoorden we echter de volgende bedenkingen. Gent, de bloemenstad, doet zijn naam weinig eer aan. Hierbij wordt niet gedacht aan <lepleinen en parken, die door de stedelijke overheid worden onderhouden, maar wel aan de particuliere woningen. In toeristische steden in het buitenland zijn de huisgevels van de voornaamste straten rijkelijk versierd met bloembakken. Meèstal worden planten gekózen, die niet duur zijn maar zeer veel kleurige bloemen geven. De gevels van een straat of plein zijn versierd met 295


dezelfde plant, waardoor de indruk wordt versterkt. Er is dus samenwerking tussen de bewoners. Hier ligt mogelijks een taak voor de dekenijen. De grootste uitgave is wel de aankoop van de bloembakken. Mogelijks zou wel wat kunnen bezuinigd worden_ op de verlichting met nieuwjaar. Welke dekenij doet een proef? Tijdens de voorbije zomer waren op de Kouter drie zeer brede naast elkaar gelegen gevels versierd met bloemen, waardoor de gevels een feestelijk uitzicht kregen. Wie volgt dit voorbeeld ? Een tweede bedenking betreft de straatversiering. In vele steden met verkeersvrije straten of wandelstraten wordt het straatbeeld opgesmukt met beeldhouwwerken. Verschillende oplossingen zijn mogelijk : blijvende beeldhouwwerken of een tijdelijke tentoonstelling tijdens het toeristisch seizoen. Een reeks beelden van dieren ontleend aan het dierenepos Reinaart de Vos zou zeker heel wat belangstelling wekken. 3. Te Luik werd als straatversiering een MontĂŠflore-fontein herplaats. De lezers herinneren zich nog wel dergelijke fonteinen waaraan de mensen, de honden, de paarden en de vogels hun dorst konden lessen. Boven de fontein staat een beeldje van een typisch Luiks personnage. Heeft Gent in zijn reserves nog zo'n fonteintje ? 4. In 1977 kunnen we de honderdste verjaring van de geboorte van twee grote Gentse figuren herdenken. Op 21 januari 1877 werd te Gent Gustaaf De Smet geboren. Hij studeerde aan de Gentse academie onder de leiding van Van Biesbroecken Delvin. Tijdens de eerste wereldoorlog verbleef hij in Nederland. Na de oorlog vestigde hij zich in 1923 te Afsnee en in 1927 te Deurle. Hij overleed er op 8 oktober 1943. G. De Smet behoorde tot de school van het expressionisme. Een bezoek aan het G. de Smet-museum te Deurle kunnen we aanbevelen. Vincent Lebbe werd geboren op 18 augustus 1877 te Gent. De jonge Lebbe kon niet weerstaan aan zijn dubbele roeping; nadat hij tot priester was geWijd vertrok hij in 1904 naar China. In 1927 zal hij zich laten naturaliseren. Intussen had vader Lebbe enkele kloosterorden en missieposten opgericht. Hij stichtte ook twee kranten : een te Tietsin en een te Peking. Tijdens de Japa_ns-Chinese oorlog, die uitbrak in 1931 hielp hij zijn nieuw vaderland. In maart 1940 werd hij aangehouden door de Chinese kommunisten en was zijn leven in gevaar, maar Tchang KaĂŻ-chek wist hem te redden. Uitgeput stierf hij kort daarop te Chung-king op 24 juni 1940. Zijn stoffelijk overschot werd thans bijgezet in het nationaal mausoleum te Taipei. Vader Lebbe wordt er beschouwd als een nationale held. 296


5. Op 26 en 27 november wordt te Gent door de werkgroep voor industriële archeologie een congres gehouden met als thema "De industrialisering van. de textielsektor vanaf de tweede helft der 18° eeuw". Voor verdere inlichtingen zich wenden tot de Werkgroep voor Industriële Archeologie, Seminarie voor Nieuwste Geschiedenis, Blandijnberg - 5° verdieping, Gent.

ERRATUM

Op blz. 159 zesde regel van het juli-nummer 1977lezen we : Het Lappersfort, Zandstraat (nu Montereystraat). Het spreekt van zelf dat hier dient gelezen te worden : Het Lappersfort, Zandstraat (nu Lucas de Heerestraat ). De tegenwoordige Montereystraat heette vroeger inderdaad F ortstraat.

AANVULLENDE LEDENLIJST

1187. Baert J. Priesterstraat 47 9219 Gentbrugge 1188. Mw Schoorens Y. roe du Kiem 81 Strassen (Gr. H. Lux.) 1189. Mw Colijn Yv. Oude Heirweg 22 9820 Sint-Denijs-Westrem 1190. Ervynck L. Oude IJzerenweg 70 9710 Zwijnaarde 1191. Ackerman J. Gentstraat 20 9040 Oostakker 1192. Platteeuw 0. Oude Brusselseweg 119 9219 Gentbrugge_ 1193. Vanderhaeghen R.P. Drie Torekensstraat 2 9000 Gent 1194. Beyaert E. Coupure Links 133 9000 Gent 1195. Platteeuw E. Kon. Astcidlaan 23 bus 5 8200 Brugge 2 1196. Van Volsem A. Frans Spaestraat 38 9000 Gent 1197. Tielem~s J. Oude IJzerenweg 7B 9710 Zwijnaarde 1198. De Vriendt E. Kon. Boudewijnlaan 40 9720 De Pinte 1199. Paelinck P. De Pintelaan 245 9000 Gent. 1200. Roelandt H. Kouter 47 9000 Gent 1201. Machiels M. Veldstraat 63 9000 Gent 1202. Kolier H.L. rue de Bridoux 64 6751 Robelmont 1203. Grootaert R. Begijnhoflaan 416 9000 Gent 1204. Bucqué A. Nederpolder 18 9000 Gent 1205. Pynaet E. Roodankstraat 30 9910 Mariakerke 1206. Dhaenens R. Vanderdoncktdoorgang 6 9000 Gent

297


STEUNFONDS 1977 Generale Bankmaatschappij 1000 fr.- H. Collumbien, Ch. Fassin 500 fr. - J. Van Bocxstaele, M. Buysse, Mej. C. Hanus, M. Van Hau:wermeiren, J. De Backer, G. Bracke 300 fr. - P. De Cramer, Mw A. Lyssens, A.J. Impens 200 fr.-Mej. R. De Porre 150 fr.- Mw Den Dooven, Dr. J.P. Padt, Mw Chr. Serck, Th. De Smet, Mej. Fr. Peleman, G. De Backer, J. Vandenhoute, H. Van Hoorde, J. D'hont, H. De Graeve, G. Fortie, Ch. Van Hecke, G. Langie, F.O. Ödberg 100 fr. P. Van de Voorde, A. Bressers, R. De Geyter, L. Elderweirt, Mw Dilewyns-Acke" J. Tytgat, P. De Caluwé, A. De Pauw, Mw Janssens-Vyncke E., Mw Didelez, A. Baert, R. Goethals, A. Van Elslander, L. De Rammelaere 50 fr.

BERSCHERMLEDEN 1977 Mw. De Staute-De Loore H. 2000 fr.

STEUNENDE LEDEN 1977 Verbrugge Géo. P. Goethals Franklin Nevejans Cecile Delorie Georges Roegiers Lucien Cocriamant Anne De Prêter Marcel De Coninck Paul Cottinie Marcella Kredietbank - Gent

500 500 500 500 500 500 500 500 500 500

fr.

fr. fr. fr. fr.

fr. fr. fr.

fr. fr.

INHOUD 1. 2. 3. 4.

Gent Gent Gent Gent

in in in in

1952 1853 18541855

3 51 94 138 298


5. Gent in 1856

6: Gent in 1857 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.

186 243 17 21 74 109

De gilde van Sint-Sebastiaan en de schouwburg te Gent De Gentse donkere putten (Gravensteen) Het Gravensteen in de 18° en 19° eeuw De donkere kerkers van het stadhuis Een paar beschamende bladzijden uit de eervolle geschiedenis van het Gentse stadhuis 61, 231 Het Gentse CarnavalSlied aan het woord · 150, 210 De Sint-Lievenspoort te Gent 34 Toen een Franse koning de Gentse witte kaproen droeg 48 Driesken Nijpers 78 82 Twee grote ·sportgebeurtenissen te Gent in 1913 De Gentenaars winnen te Henley 221 De preekstoel van de Sint-Baafskathedraal 85 123, 228 De Oud-Wapenbroeders van het keizerrijk De eerste electrische horloges te Gent 125 Schrijvers en Lezers omtrent de Botermarkt 263 De Prins van Oranje te Gent in 1577 273 Salut en de Kost 135, 230 Gent in de tweede helft van de 19° eeuw 115 Het atelier van Geeraert Horenbaut (einde xvo eeuw) 86 De compagnons der boekdrukkunst der stad Gend 162 Een geldroof te Gent in 1774 237 Gentse pudding 238 .· 278 Maria van Bourgondië

Biografieën 30~

31. 32. 33. 34. 35.

Van Houtte Louis Prof. J.M. Schrant Marie Schellinck Kanunnik Petrus J. Triest Roelandt Louis De Geyter Pierre

120 226 123,228 286 170 234

Gebouwen 36. Het Toreken 37. Het Wachthuis of de Beurs op de Kouter

126 235

Liederen en Gedichten 38. Koeplets van de Waker

88 299


39. 40. 41. 42. 43.

Driesken Nijpers 25° Verjaardag van de Konings Regering De Keuning te Gent in 1856 Optocht van de textielarbeiders in 1856 Camelot Zang

80 196 177 208 236

Varia

44. 45. 46. 4 7.

Te Gent Vraag en Antwoord Bibliografie Aanvullende Ledenlijst

38, 90, 132, 181, 40, 90, 130, 41, 133, 182, 46, 91,

233, 181, 234, 183,

295 234 294 297

ILLUSTRATIES 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

In de Dierentuin In de Dierentuin Het Station De Donkere Put (Gravensteen) In het Gravensteen Zicht op het Gravensteen De Sint-Lievenspoort Het Belfort Het Stadhuis Stadhuisgevel met trap van Pisson Stadshuisgevel Stadhuis De Preekstoel van de Sint-Baafskathedraal Tentoonstelling 1913 : bokswedstrijd Carpentier-Wells Pégoud te Gent Pégoud te Gent Reclamekaart van Pierre Ringaut Reclamekaart van Vandercruyssen, rijtuigmaker Portret Louis Van Houtte Standbeeld Louis Van Boutte Het Toreken Het beeld Prometheus in het Park Portret apotheker Ed. Boonen _ Het Dominicanerklooster De Dominicanerkerk Het Van Caeneghemgesticht

7 52 9 28 31 76 37 57 63 68 72 232 87 82 83 84 97 103 121 122 127 128 132 140 143 147 300


26. Carnaval op de Kouter 27. Carnaval op de Kouter 28. Carnaval op de Kouter · 29. De Beurs op de Kouter 30. Portret van L. Roelandt 31. Voorgevel universiteit 32. Vestibule universiteit 33. La Concorde op de Kouter 34. Het Casino 35. Het Station in 1856 36. Feestwagen Jacob van Artevelde 37. Hoek Lange Munt en Hoogpoort in 1856 38·. De Vrijdagmarkt op 31.8.1856 39. Feest in het Casino in 1856 40. Venetiaans Feest in 1856 41. De Overwinnaars te Henley in 1906 4 2. De Beker van Henley 43. Het Monument van de Napoleonisten 44. Nieuwjaarswens van dèTiminetliedel) van 1856 45. Voorblad van het· weekbl;td Bies Kîritpe 46. Voorblad van ·het vveekblad Pierlala . 4 7. VoorgeveLGuisláingesticht · 48. Plan van hët Guislaingesticht 49. Ontwikkeling vän de sp~orWeg te Gent . 50. Lees- en copieefhoe!t~ in eenboekha,ndel (16° eeuw) 51. Iepers hout~n h.u.is .. - . . 52. Monument kànunnik P.4.riesL- .. 53. Zegel ~-Y~)~ourg<mdië . 54. Het PrinSeiihO.f

van

<

153 158 215 168 170 172 174 176 178 196 199 201 203 206 209 223 224 229 242 _256 258 .260 "262 245 268 ·-. :272

287 285 280

MEDEJ)ELÎNG~. .

.

1. Overkort ve.rschijnt het bo~k"De Oude Bijloke. Een middeleeuws abdijho$pitaal" geschreven door A. Van l:teddeghem, .ere-:ontvanger bij de Commissie vàn Openbare Onderstand te ..Gent.-Het werk· telt 27 5 bladzijden en·64illustratie8.Voorintekenprijs tot 20 november: 1250 fr. (Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Haantjeslei 80 Antwerpen. Post~ rek. : 000:-0156040-64 ).

_2. De Gentse kunstenaar Oscar Bonnevalle heeft een mooie poster in vier kleuren "Gentse feesten" getekend. Deze poster kost 150 fr. en is verkrijgbaar in enkele winkels te Gent. 301



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.