Ghendtsche tydinghen 1978 ehc 787672 1978

Page 1

GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 7de Jaargang, nr. 1

15 januari 1978

Ere-Voorzitter : J. Tytgat, ere-notaris. Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A ., MaĂŻsstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60 - Heemkundige en Historische kring Gent , Koggestraat 14 , Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gent in 1858 Gentse stads- en binnenhuisgezichten in functie van de adreskaart De St.-Pieterskapel in de St.-Amandstraat te Gent Bibliografie Te Gent Vraag en Antwoord Aanvullende ledenlijst Het Lakenmetershuis Puzzell977

3 17 38 42 43 44 45 46 48

Verantwoordelijke uitgever G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40 , Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen .


WAARDE LEDEN, Een groot aantalleden hebben hun bijdrage voor 19 7 8 reeds gestort. Aan allen : onze oprechte dank. Aan de enkele achterblijvers durven we vragen het lidgeld- 200fr. - te storten. Het maart-nummer zal enkel gezonden worden aan de leden, die hun bijdrage voor 19 7 8 betaald hebben. Het maart-nummer zal grotendeels gewijd zijn aan de wereldtentoonstelling 1913 te Gent; dit artikel zal geillustreerd zijn met weinig gekende foto 's. In de jaargang 19 7 8 zal ook een reeks artikels gepubliceerd worden over het leven te Gent tijdens de oorlog 1914-1918. OP WOENSDAG 25 JANUARI OM 20 UUR IN DE LOKALEN VAN DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS VOORDRACHT DOOR DE HEER R. LANGROCK OVER "BENADERING VAN HET GENTS TEATER GISTEREN EN VANDAAG " 1228-1978 : 750 jaar Pater Dominikanen te Gent. ZATERDAG 25 FEBRUARI 1978 : in het klooster, Hoogstraat 41, Gent Voordracht met diaprojectie door ons medelid, E.P. DE PUE over het huidig klooster, vroeger Leprozerie en Rijke-Gasthuis abdij gevolgd door bezoek aan de gebouwen. Aanvang : stipt 14 u. 30. (Enkel voor de leden ).

Wegens onvoorziene omstandigheden is het Documentatiecentrum, Damberd, tijdelijk gesloten.

ZOEK JE EEN PASSEND GESCHENK? DENK AAN GHENDTSCHE TYDINGHEN EN SCHENK EEN ABONNEMENT. 2


GENT IN 1858

In de vorige bijdrage hebben we gezien, dat bij de gemeenteraadsverkiezingen van october 1857 de liberalen de overwinning hadden behaald en dat Charles de Kerchove benoemd werd tot burgemeester. Begin januari werden de schepenen aangesteld : Jacob Dubois, Gustaaf Callier, De Maere-Limnander en A. De Leu. J. Dubois, die lid was van de gemeenteraad vanaf 1848 , overleed op 9 februari en zal als schepen vervangen worden door Aug. De Cock. 2 Januari : Cartes de visite glacées 1° qualité gravées au diamant. Qualité supérieure : 1,50 fr. les cent Qualité superfine : 2,00 fr. les cent Spécialité de cartes gélatinées. Rue des Vanniers 14 Gand.

3 Januari : Sedert de opening van het slachthuis hebben de slagers

Ct.e C H. OE KERCHOVE 1857- 82

3


merkelijk de prijs van het vlees verhoógd. Dit veroorzaakt veel mis. noegen onder de burgers en vooral bij de werklieden, die zelfs wanneer het vlees goedkoop is, het maar zelden op hun tafel te zien. krijgen. De dienst op het spoorwegvak station-dok wordt met. de dag levendiger. Verscheidene ladingen hout, vlas,: zout, lijnzaad zijn van de haven- in transit vervoerd· geworden naar Frankrijk en Duitsland. 11 Januari : Heden had in Spiegelhave een wapen-assaut plaats ten voordele van de vrouwen en kinderen van dé onlangs hier veroordeelde fabriekarbeiders. Het feest heeft 300 fr. opgebracht. 3 Februari : Hippoliet Lammens, die lid was van de gemeenteraad sedert 1848 overleed op 3 februari. Hij bezat een aanzienlijk fortuin en schonk bij testament aan de burgerlijke godshuizen van Gent 250.000 fr., aan het Liefdadigheidsbureau 30.000 fr. waarvan de interest moest dienen voor het uitdelen van brood aan de behoeftigen en aan de kerkfabriek van Sint-Anna 50.000 fr., waarvan de helft moest dienen voor ~e decoratie van de kapel van de H. Maagd en de andere helft voor de afwerking van de nieuwe kerk. De Hippoliet Lammensstraat werd aangelegd in 1876 door het oud Groot Begijnhof. 15 Februari : Een prachtige cavalcade ingericht door de Zonder Naam trok door de stad. Onder de talrijke feestwagens kunnen vermeld worden : de Hut van Oom Tom, disfeest, de wagen der apen, het teerlingspel. De tekst van het karnavallied werd geschreven door Frans De Potter (1834-1904) en verscheen in De Broedermin van 17.2.1868. 18 Februari : Te Brussel werd de prinses Louise-Marie-Amelie geboren, eerste dochter van de toekomstige Leopold II. · 4 Maart : De bewoners van de Koestraat vragen een riool te bouwen voor het áfvloeien van het regenwater, dat de straat thans in een slijkerige poel verandert. 13 Maart : Eergisteren had de openbare verkoping plaats van de bomen van de manege bezijden de Kei2;erpoort. De opbrengst zal dienen om de kosten te dekken-voor d.è aanleg van de wandeling op de vest van de Keizerpoort tot aan dê Sint-Lievenspoort. We hebben gezien, ,dat de rijschool in de Lange -yïolettenstraat werd gebouw in 1851-1853; Voor de bouw van tie rijschoolleerden de kurassiers dus te paard rijdèn op de Keizersvest. 17 Maart : Het Vondelgenootschap zal op zondag 21 maart in de 4


5


Minard-schouwburg het stuk De Fabriekwerkers van Gustaaf Corijn en Anne-Mie van N. Destanberg opvoeren. 12 April : De bewoners van de Kortrijkse Poort hebben een petitie ondertekend, waarin gevraagd wordt, dat de militaire overheid geen schijfschietingen meer zou inrichten in de grachten van het fort. 15 April : De burgemeester herinnert er aan, dat de verkoop van verse zeevis aan huis alsook het rondleuren verboden zijn van 16 april tot 14 october van elk jaar. 17 April : Ooor de oprichting van een slachthuis moeten de regle:menten in verband met de verkoop van vlees worden aangepast. Het voornaamste punt van het reglement van 10 brumaire jaar :XII (2.11. 1803) bepaalde, dat het verboden is vers vlees te verkopen elders dan in de twee vleeshuizen. Het groot vleeshuis is alom gekend; het klein vleeshuis was oorspronkelijk op de hoek van de Korte Dagsteeg en de Vogelmarkt (van daar de naam Kleine Vleeshuissteeg) en na de sloping van-het gebouw in 1822 overgebracht naar de Wolwevers-kapel (de huidige bioscoop Savoy) in de Korte Dagsteeg. Het reglement van 1803 wordt afgeschaft. Het nieuw reglement bepaald "De verkoop van vers vlees aan huîs is toegelaten. Het leuren met vers vlees blijft verboden". 19 April : Heden overleed te Gent Judocus Steyaert. (biografie : zie Gendtsche Tydinghen 1° jaargang blz. 107).

21 April : Op 21 april en volgende dagen werd de rijke bibliotheek van Borluut de Nortdonck, wonende Kouter 18 verkocht. Talrijke vreemdelingeu uit Londen, Parijs, Rijsel, Den Haag, Rotterdam waren de verkoping komen bijwonen. Het handschrift Le Livre des bonnes moeurs uit de 15° eeuw en versierd met miniaturen werd verkocht voor .3700 F. De catalogus werd opgesteld door],>. Vandermeersch. De totale opbrengst van de verkoping bedroeg ongeveer 90.000 F. De Gazette van Gent publiceerde de titels van de boeken en de prijzen. Het tweede deel van de bibliotheek werd verkocht half juni. 24 April : Heden avond wordt aan Gevaert een schitterende serena-. de gebracht door het orkest van het conservatorium onder de leiding van Ch. Miry. De Brabantdam was zwart van het volk. De laatste opera van Gevaert "Quentin Durward" kende een buitengewoon succes t.e Parijs. Deze opera werd door Gevaert gecomponeerd in de Gentse dierentuin. 28 April : Oud-burgemeester Delehaye is verhuisd naar Merendree.


30 April : Volgens de Broedermin bestaat in enige fabrieken de gewoonte, waarbij de arbeiders verplicht zijn op zondag de machines te kuisen. In enkele fabrieken is dit gebruik reeds afgeschaft. De Broedermin wenst, dat dit in al de fabrieken zou gebeuren. Dit artikel werd overgenomen door de Gazette van Gent. 1 Mei : Heden was er feest in de Savaanstraat. De mei werd geplant op de kerk van de H. Verlosser van het Sint-Barbaracollege. Vlaggen wapperden en lover versierde tot de hoogste toppen van het gebouw. Nu de stellingen grotendeels zijn weggenomen, prijkt de heerlijke gevel in gans zijn pracht. De buitenmuren zijn in witte steen van Rochefort en versierd met randstenen in blauwe arduin. 4 Mei : Te Gent overleed Jan Lebrocquy , rechter, op de leeftijd van 64 jaar. Prudens Van Duyse sprak de lijkrede uit. Jan Lebrocquy was de stichter en uitgever van het Letter- en Staatkundig Dagblad , dat twee maal per week verscheen in 1820. Het was een regeringsgezind kultureel blad. Hij was de broeder van Pierre Lebrocquy ( 17971864 ), die een tijd journalist. was te Gent. 17 Mei : Gisteren hebben de werklieden van de Gentse Spaarzame Bakkerij in de Lange Violettenstraat het derde jaar van hun bestaan gevierd. 19 Mei : Men is in de meersen achter Ekkergem over de stadsgracht bezig met het plaatsen van doelen voor de schijfschieting van de burgerwacht. 29 Mei : Behalve nog een zeer klein deel zijn de kasseiwerken van de weg leidende van de Heuvelpoort naar Zwijnaardedorp geheel voltrokken. Reeds vier jaar werd op Zwijnaarde het werk beĂŤindigd , maar het deel op het grondgebied Gent bleef ongekasseid. Te Gent overleed Jan Baptist Van de Woestyne d'Hahsbeke , 83 jaar oud, wonende Gouvernementstraat. Het fortuin van deze grondeigenaar werd geschat op ongeveer 5 miljoen in onroerende goederen. Een derde van de nalatenschap werd bestemd voor liefdadige werken ; het overige zal verdeeld worden onder verre bloedverwanten. (Gazette van Gent). 12 Juni : Te Koop : Sint-Lievensstraat : vijf huizen (244 , 246, 248 , 250, 252 ) en een beluik met dertien woningen , dat uitkomst op de stadsvesten (= Keizersvest ). Groot : 658 m2. Totale opbrengst per jaar : 1462,72 F . (de vermoedelijke huurprijs was dus voor een huisje in het beluik 1,40 F per week en voor de overige huisjes dertien frank per maand) 7


Te Koop : Lange Wijngaardstraat : drie l;luizen en een beluik met veertien woningen groot 667 m2. Totale opbrengst : 1828,08 F. 24 Juni : De kerkfabriek van de Sint-Michielskerk had sedert enk~le jaren het plan een nieuw hoofdaltaar te laten bouwen. De architect Minard werd met het ontwerp belast. Het altaar is in,gebloemde gotische stijl; het onderste gedeelte is in wit marmer, de vijf treden zijn in rood marmer. De 32'beelden, die het áltaar versieren, zijn het werk van de Antwerpse kunstenaar Van Arendonck. Gisteren:is men begonnen het altaar t'e plaatsen. 26 Juni : De heer Dubais vraagt in de g~meenteraad waarom het Jerusalemstraatje niet geplaveid is. De- minister van justitite vraagt aan het stadsbestuur de bouwmaterialen nodig voor het bouwen van de gevangenis op de Nieuwe Wandeling vrij te stellen van de octrooirechten ómdat het een gebouw · van openbaar nut betreft. De gemeenteraad wijst er op, dat al de andere gebouwen van openbaar nut zoals hospitalen, scholen,- kerken onderwórpen zijn aan het octrooirecht; het Liefdadigheidsbureau is onderworpen aan het maalrecht. Het motief openbaar nut is dus onvoldoende. De vraag wordt verworpen. De inkomsten van de octrooirechten op de bouwmaterialen bedroegen in 1858 90.387 F; in 1859 zijn deze inkomsten gestegen tot 141.876 F. De vermeerdering is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een grotere invoer van kalk (+ 5000 F),-bakstenen (-r 28.000 F), ijzer(+ 7000 F) en natuursteen (+ -9000 F). We mogen aannemen, dat voor de bouw van de gevangenis de staat ongeveer 50.000 F octrooirechten aan de stad Gent heeft betaald. 2 Juli : De beruchte De Geest, gewezen katholiek priester, die zich tot het protestantisme had bekeerd en in de Van der Doncktdoorgang woonde, waar hij boekjes tegen de Roomse godsdienst verkocht, heeft zich opnieuw tot het katholicisme bekeerd. Hij publiceert thans een brochure "Le libre examen du protestantisme ou motifs de mon retour au catholicisme". "' 5 Juli : Aan de tussentijdse v~rkiezingen voor de gemeenteraad namen slechts weinig kiezers deèh:J. Vuylsteke, raadsheer, de Coster, Timmerman, A. Colson, Van der Beyl en Burggraeve werden verkozen. 11 Juli : Aan een groot muziekfestival ingericht door de Koormaatschappij met als voorzitter schepen de Maere, die volgens de Gazette van Gent Vlaamsvoelend is, nemen 36 maatschappijen deel.

8


Altaar van de Sint-Michielskerk. (Copyright A.C.L. Brussel)

18 Juli : Op het kerkhof te Sint-Amandsberg werd het gedenkteken ter ere van Mengal ingehuldigd. Door Victor Lemaire werd een medaille van 50 mm. met de beeltenis van Mengal gegraveerd. Een zilveren medaille kost 25 F, een bronzen medaille vijf frank. 23 Juli : Volgens het kontrakt met de pachter voor het plaatsen van

9


· stoelen op ~de Kouter zal maar een recht van vijf centimes per stoel mogt!n gevraagd worden tijdens de concerten. De eerste verpachting . had plaats op 4 juli 1858 voor een periode van tien jaar. De jaarlijkse ·pachtsóm bedroèg tien fran.k. De-niét overdekte spoorwegwagens dienen in België nog voor het vervoer van de troepen. Dezer dagen kwamen te Mechelen 200 leltelingen aan, die vier uur lang aan een hevige regen waren blootgesteld. De jongelingen waren in een betreuringswaardige toestand. 24 Juli : De gemeenteraad bespreekt het voorstel van het ministerie

van openbare werken in verband met het graven van het verbindingskanaal tussen de Brugse Vaart en het kanaal van Terneuzen. Het kanaal zal gegraven worden 1868-69. 28 Juli : De Gazette van Gent betreurt, dat de uitnodigingsbriefjes voor de verkiezing.van de officieren van de burgerwacht enkel in het Frans werden opgesteld. Op 2 augustus publiceert de G. v. Gent de uitslag van de verkiezing. Alzo krijgen w_e éen beeld van de Gentse burgerij, Onder de verkozenen ontmoeten we : K. De Beer;H. Story, E. Cambier, K. Pickaert, Fredericq, F. De Bast, V. Bruyneel, B. Grenier. We hebben zo het gevoel, dat er een verband bestaat tussen de verkiezingen voor de burgerwacht en deze voor de gemeenteraad. 2 Augustus : Gisteren om negen uur is langs de spoorweg een karavaan Gentse werklieden vertrokken, die zich naar Rusland begeven. . Een groot aantal vrienden en nieuwsgierigen hebben de stoutmoedige. arbeiders uitgeleide gedaan. Volgens De Broedermin gaan deze · werklieden naar Kiew.

1.8 Augustus : De gemeenteraad herziet de reglementen op de graanmarkt. Voortaan is.het vervoer van granen en zaden op het grondge- · · bied van de stad allè dagen toegelaten. De openbare markt wordt elke vrijdag gehouden. Het blijft verboden op andere dagen graan· op . de openbare weg te verk~pen. 2 September : De G. van Gent meldt, dat op 26 augustus en op 2 september,- op· verschillende plaatsen in de stad soldaten gevochten hebben met burgers en de politie. Op enkele plaatsen werden vensterruiten stuk geslagen. De Gazette van Gent vraagt wanneer eindelijk · zal verboden worden, dat de soldaten buiten de dienst gewapend mogen uitgaan. De avond van de volgende dag trokken opnieuw troepen soldaten van 20 tot so- man met de sabel aan de riem naar de omgeving van deVeldstraat. De soldaten hebben opnieuw de sabel getrokken in d~ Kromsteegen in enige herbergen schade aangericht.

10


11


3 September : Metdepenningen, stafhouder van de orde yan de advocaten, is gisteren tot voorzitter van de Concorde verkozen. Te, Brussel heeft !v1ichel Van der Voort geweigerd zijn belasting te betalen, omdat men hem geen Vlaams belastingsformulier wilde zenden. Dezè weigering heeft een proces voor gevolg : d{ meubelen van Van der Voort zullen openbaar worden verkocht. Een nationale inschrijving wordt geopend. We weten niet wat in andere steden. gebeurde, maar te Gent verschijnt in de Broedermin een oproep en bij de Gentse werklieden wordep inschrijvingslijsten verspreid. Bilen, voorzitter van de Gentse vlasspiimers, is een van de propagatidisten, maai liet initiatief gaat zeker uit van Emiel Moyson. Broedermin publiceerde zestien intekenlijsten; in totaal brachten 607 personen hun steentje bij voor totaal van, 100,17 F. De eerste persoon vermeld op de eerste lijst is E. Moyson voor twee frank, daarna komt de qentsche Spin~ nersmaatschappij voor vijf frank en Bilen voor 25 centimes. Nog enkele gekende intekenaars : Lieven De· Winne : 50 centimes, Felix Boone, Jan Verschaffelt, bloemist, Adolf De Franne, N. De Pauw, student. Het overgroot aantal intekenaars zijn echter spinners en wevers, die tien centimes hebben gegeven. (1) 24 September : De talrijke vaarten en kanalen, die door de· stad moeten onderhouden worden, stellen voortdurend problemen. Tijdens de periode 1846-1857 werden in totaal 70 494,69, fr uitgegeven voor het gewoon onderhoud en nog eens 72.64 7,30 fr. voor buitengewoon onderhoud. Totaal : 143.141,99 fr of gemiddeld 11,Q28 fr. per jaar. Toch geeft de toestand geen voldoening. Gent moet de ' volgende vaarten onderhoud~n : het handelsdok~ de Ottogracht, de Houtlei, de Lieve, het Meerhemkanaal, de gracht Dampoort tot Visserij, de gracht Dampoort-Sassepoort, een deel van de Schelde tot de Watermolen en 'nog een aantal kleine kanaaltjes. Opnieuw buigt de gemeenteraad zich over het probleem. Het verslag geeft ons een nauwkeurige beschrijving van de toestand. Op de wijk Heilig Kerst zijn een drietal kanaaltjes, waaronder het kanaal van Stekene. Het kanaal-begint aan de Minnemeersbrug en gaat langs het Nieuwland, onder de -Priesterstraat en achter de Sassepoortstraat met verschillende vertakkingen. Totalé lengte : ongeveer 1000 meter, breedte onge~ · veer drie meter. Het verslag zegt "het zijn slechts des eaux stagnante~ et corrompues. Il sert de r~ceptacle aUx: eaux ménagères et aux fossés d'aisance des riverains; il reçoit les eaux chaudes dè dix condensateurs de machine à vapeur. Ces eaux dans un état de fermentation putride continue! ne sant pas même propres· aux usages grossiers des ménages et poirrtant dans leur parcours elles deivent alimenter 12


deux fûatures de coton, quatre d'étoupes, un atelier de construction, une fabrique de produits chimiques, une teinturerie, quatre brasseries, six blanchisseries". Zeker is de toestand v:er van poëtisch. De toestand zal later verder worden besproken. Zondag 26 september : Opening van de zaal Flora, Holstraat 40, Gent. Alle zondagen luisterrijKe danspartijen. Toegangsprijs : 16 centimes per persoon, waarvoor men een pint bier bekomt. 30 September : Heden had de aanbesteding plaats voor het bouwen van een gevangenis op de Nieuwe Wandeling. De aanbesteding werd toegewezen voor 1.182.000 F. 2 October : De Broedermin verdedigt de volgende stelling : De innige vereniging van het liberalismus en de vlaamsgezindheid opent een heerlijk verschiet. Wat wij willen is het geluk, de welvaart, de grootheid van het Vláamse volk. De taal is het voornaamste, maar niet het enige element der volkswelvaart. Om slechts enkele punten te vermelden, zo schijnen ons de schoolplichtigheid, de hervorming der militiewetten, de rechtvaardige verdeling der belastingen, zo wel- over de verschillende streken als op de verschillende standèn der maat~ schappij oneindig tot het algeméen welzijn te moeten bijdragen. Dezer dagen is het twintigste spoorrijtuig tweede .klas vervaardigd in de werkhuizen Carels. Deze ,rijtuigen zijri meesterstukken wat bètreft vorm en sierlijke dekoratie. 3 October : De nieuwe Brusselse bierpomp is nu tè Gent voor het eerst in gebruik in de Estaminet du Commerce in de Schouwburg- · straat. De Brusselse bierpomp is aan te bevelen voor de tappers, die de gezondheid van hun klanten beogen. Met het nieuwè toestel is geen vergiftiging mogelijk. Het lichaam van de pomp is in porselein en de pijpen in glas; ·de pomp geeft 600 pinten per uur. 4 Octobér : In de gemeenteraad verdedigt schepen De Maere-Limnander een voorstel tot oprichting van een maatschappij, die een badhuis zal bouwen. De schepen tóont het nut aan van "lesbains et lavoits économiques" en wel omdat "les soins du corps sont entièrement ignorés de l'ouvrier". Op 30 october zal de gemeenteraad de statuten van een maatschappij Bains et Lavoirs publies goedkeuren. Het 'plan zou 100;000 fr. kosten. Er zijn echter geen belangstellenden om hun geld te plaatsen in de nieuwe maatsch~ppij. 10 October : Lekkere porties konijn aan 32 centimes per portie. Alle zondagen en maandagen in Het Gouden Mandeken, Hooiaard, 48. 11 October : Men vestigt de aandacht van het schepencollege op de 13


noodz~elijkhèid de Blaizantvest tussen de Brugse Poort en de Sassepoort te verlichten. Die weg, tussen twee waters gelegen, wordt 's avonds door veel werklieden, die van de verschillende fabrieken huis-waarts keren, gebruikt. 19 November : Men· is reeds begonnen met de voorraad ijs voor de kelders op te doen. De naam Ijskelderstraat komt van het feit, dat vroeger daar kelders waren, waar ijs werd bewaard. Het maken van kunstijs begon pas op het einde van de 19° eeuw. 1 Decem~er : Bij de Kulders (= weesjongens) zal een fanfare worden opgericht. Op 1 december overleed te Gent op 61-jarige le_eftijd' J.B. d'Hane-Steenhuyze, senator voor het arrondissement Aalst, oud lid van het Nationaal Congres en burgemeester van Elene. Hij woonde in de Veldstraat; hij werd begraven te Leeuwergem. 13 December : Het derde deel van de verzameling Borluut de Nort~ donck werd heden verkocht. Dit deel bevatte meer dan 12.000 stukken verdeeld in 2629 nummers (tekeningen en prenten) en heeft meer dan 40.000 F. opgebracht. Naast Gentenaars waren er ook' ee.n aantel vreemdelingen op de verkoping. Door de Koninklijke Biblio- · theek te .Brussel werden enkele loten aangekocht. 14 December : Heden overleed te Gent de student Adolf Dufranne. In èe~ vorige bijdrage hebben we reeds gezien, dat Dufranne kontakt had met Bilen. Hij werd burgerlijk begraven op het kerkhof van de Dampoort. Dit verwekte heel wat opschudding. Gouverneur De Jaegher zond in dit verband een lang verslag aan de minister van binnenlandse zaken. (zie : H. Wouters : Documenten betreffende de geschiedenis der arbeidersbeweging 1853-1865 blz. 94 ). Het was de eerste burgerlijke begrafenis te Gent. De krant Le National van Brussel bracht een lang verslag van de. begrafenis, verslag overgenomen en gecommentariëerd door Ie Bien Public. (19.12.1859) Op het kerkhof van de Dampoort werden enkele afscheidsredenen uitgesproken, waaronder door M.J. Langlois van de verening Vlamingen Vooruit van Brussel, doorBilenen door E. Moyson. Deze drie personen zullen we samen straks opnieuw ontmoeten. 17 December : Te Gent had de. eerste opvoering plaats van de opera Quent~ Durward van Gevaert. Volgens de verslaggever in de G. v. Gent werd het een groot succes. "De broodprijzen waren in 1858 :

14


Intra-muros Gebuild Ongebuild Rogge

3 .1 33 26 15

14 .2 31 25 15

25.4 30 25 15

25.7 37 29 19

15.8 32 26 16

7.11 29 24 16

12.12 31 25 17

Ex tra-muros Gebuild Ongebuild Rogge

32 23 14

30 24 14

29 24 14

36 28 18

31 25 15

28 23 14

30 24 16

In 1858 waren de broodprijzen het laagst sedert 1841 (in 1845 waren ze practisch gelijk aan de prijzen van 1858 ). Ook het aantal behoeftigen gesteund door het Liefdadigheidsbureau bereikte het laagte peil sedert 1841 en bedroeg thans 17 ,9 %. In het blindenhuis (Coupure ) werd een school ingericht om de blinden te leren lezen. (Het Braille-schrift dateert van 1829-1834 ). Door de opening van het slachthuis had de verkoop van vers vlees aan huis een grote uitbreiding genomen. In 1858 vroegen 151 slagers de toelating om vers vlees te verkopen. In 18 59 zullen nog 31 aanvragen worden ingediend. Na de stakingen in 1857 moeten we even het sociaal gebeuren van 1858 onderzoeken. In de kranten vinden we practisch niets. Het archief Reeks R 7 U-1857-1865 , dat politierapporten bevat , vermeldt wel enkele stakingen : op 27 maart bij Storme-Brasseur , op 28 april bij Parmentier, op 27 juli bij Morel. Telkens zijn het de wevers, die staken voor loonsverhoging. We hebben reeds gezien, dat E. Moyson belangstelling had voor het lot van de textielarbeiders. Alhoewel hij sedert 1857 te Brussel verbleef, onderhield hij nauwe betrekkingen met het Gents arbeidersmilieu . Te Brussel had E. Moyson contact met de vereniging Vlamingen Vooruit, die in mei 1858 was opgericht en zich noemde " een vrijzinnige maatschappij met als doel de opbeuring van het Vlaamse volk bij middel van de moedertaal" . E. Moyson wenste een Belgische werkersvereniging op te richten. De geschiktste vertrekbasis was natuurlijk Gent. Zeker op initiatief van E. Moyson werd te Gent op 25 december een feest ingericht, waarop aan Bilen zijn geschilderd portret zou worden overhandigd. Reeds op 24 december schrijft de hoofdcommissaris van Gent aan de procureur des Konings een brief, waarin hij het programma van het komend feest meedeelt. Op zaterdag 25 december werden de afgevaardigden van de vereniging Vlamingen Vooruit, leden van een Brusselse bronsgietersvereniging en een twintigtal Belgische werklieden van Roubaix aan het station afgehaald en vergezeld van een 900 Gentse wevers trok de stoet naar het 15


Spiegelhof. 's Avonds had er een eetmaal plaats.

.

OP 25•q 'DECEMBER 1858 .

-··=---~

·~

TOELATtll·lllRT, ...

Voor het avoudmaal tusschen burgers aller. standen en aller stielen te houden .

Op zondag 26 december werd in het Spiegelhof een meeting gehouden, voorgezeten door Claerhout en Thys van de Brusselse bronsgieters, ianglois ook van Brussel en E. Moyson. In zijn rapport schrijft de politiecommissaris : "Le sujet de leurs discours était l'enseignement obligatoire". Wel werden ook andere zaken besproken; zeker werd het belang van de samenwerking aangetoond. Volgens het politieverslag werd de rust niet verstoord. De Gentse pers schonk weinig belang aan deze manifestatie. Op 4 januari 1859 zalle Bien Public nog eens de vergadering bespreken en verwijst in dit verhand naar de Brusselse krant Le National, die tamelijk uitvoerig de meeting heeft behandeld. E. Moyson slaagde niet in zijn poging een Belgische werkersvereniging op te richten. Wat later zal de poging met meer succes hernomen worden. · 1858 was een rustig jaar. Op wereldvlak kunnen ver~eld worden : de verschijningen van de H. Maagd aan Bernadette Soubirous te Lourdes, de geboorte van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlof, van Puccini en van Max Planck, de grondlegger van de quantenleer. De eerste Pullmantreinen rijden door Europa. M. STEELS (1) Zie : H. J. Elias : Geschiedenkvan de Vlaamse Gedachte, deel 2 blz. 332. · Elias schrijft op blz. 332 : "We weten niet in hoever deze oproep gevolg heeft gehad". We weten nu, dat ongeveer 500 Gentse textielarbeiders hun loon voor half uur werk hebben gegeven.

16


Noot : In het artikel "Gent in--J856" wordt er gesproken over de Société Littéraire Gantoise, clie gevestigd was in de Sint-]anst~aat 18. Deze maatschappij is niet te verwarren met de maäi:schappij Le Club of Club des Nobles, die. al$ ondertitel had "soci~té littéraiie" en gevestigd is in het Hotel F.Jigan op de Kouter. (zie Pr. Claeys : Pages d'histoire locale blz. 103).

GENTSE STADS- EN BINNENHUISGEZICHTEN IN FUNCTIE VAN DE ADRESKAART

Als er adreskaarten (reklamekaarten) zijn die ons, waarachtige Gentenaars, in alle talen, jaja, aanspreken, dan zijn dat wis en zeker die kaarten waarop bekende of anonieme handen een of ander stadsgezicht afgebeeld hebben. Met name afbeeldingen van gebouwen die mogelijk niet meer bestaan. Waarom we voor die schijnbaar te v~r­ waarlozen dingen dan zoveel belangstelling betonen ? Zeer zeker niet wegens hun veronderstelde iconografische waarde (1), maar veeleer omdat zowel de heemkundige als de volkskundige niet weinig baat · hebben bij de bestudering ervan. ' Wie degenen waren die. in de jaren '40 van de vorige eeuw -want het gros vàri de bewaarde exemplaren dateren uit die jat:en - bij een van de talrijke steendrukkers van de stad een of meer soorten kaarten besteld hebben ? In de eerste plaats waren dat de drukkers zelf, die -wie zich zelf helpt,helpt een goede vriend -hun uiterste best deden om met kwaliteit voor de dag te komen. In de tweede plaats was het het leger horecamensen die met hun litho's probeerden elke cqncur~ent de baard af te doen. Doch over dat legertje straks meer. Zoals gezegd besteedden onze drukkers een bijzondere zorg aan de afwerking van hun producten, die, zoals te begrijpen is, in. groten getale verspreid werden. . Zowel de openbare bibliotheken (G.U.B.) als de private (Mus. v. Volkskunde, Mus. v. Sierkunsten, Hoger St.-Lucasinstituut);_zowel de grote als _de kleine verzamelaars, allen gingen en gaan er nog prat op de gelukkige bezitters te zijn van rijke of minder rijke collecties kaarten. _ Al de drukkers in ogenschouw nemen van wie dergelijke gelegenheidsdruksels bewaard zijn, heeft geen zin. Laten we alleen aan die. kunstenaars herinneren die werkelijk prachtwerk geleverd hebben : F. & E. Gyselynck, CamnÏenstraat;P. Vande Steene, Burgstraat 23; de Gebr. Vande Steene, Burgstraat 2.3; Mertens zoon, Koeistraat 8;T~

17


Afb. 1. (Verz. M.V.\V.) .

Impens , Reep 42; Ch. Kockenpoo. Oudburg 32 ; L. Defferez , Zandberg 12; Van Bree, Vrijdagmarkt 23; F. & D. Hemelsoet, Bij St. Jacabs. Om tweeĂŤrlei redenen lieten we na G. ]acqmain te vermelden . Primo omdat hij ontegensprekelijk de vruchtbaarste lithograaf geweest is en met de Gyselyncks en Defferez tot de knapste vaklui mag gerekend worden. Ontelbaar zijn dan ook de werkjes die zijn naam dragen. Denk maar aan de merkwaardige reeks stadsgezichten (Stadhuis met 2 uitvoeringen; Universiteit; Schouwburg; Gerechtshof; Graslei : St.-Baafskerk; St.-Pieterskerk; enz. ), aan de nauwkeurige plattegronden (o.a. van Saurel), aan de prachtige in groot formaat geĂŤxecuteerde chromolitho's episodes uit de Franse geschiedenis uitbeeldend. Secundo omdat we zijn adreskaart uitgekozen hebben om op deze plaats gereproduceerd en besproken te worden. Van het kaartje (1 5,5 cm x 11,5 cm) zijn ons twee edities bekend; een in twee- en een in 'drie kleuren uitgevoerd. Van deze laatste (afb . 1) werd het grootste gedeelte van de lijst in goudgeel gedrukt : de erg gestileerde acanthusbladeren, de bloemen , de druiventrossen, de emblemen van de litteratuur, de muziek en de wetenschappen. In koperrood de met acanthusbladeren versierde schelpen , onder en ho-

18


ven de compositie aangebracht. De rest in het zwart : de teksten die ons alles meedelen betreffende Jacqmains specialiteiten : imprimerie & lithographie, reliure , autographie, musique, réglure en zijn adres, rue Basse n° 3 à Gand. Verder de twee putti waarvan één een gordijn aan het optrekken is en een andere die naar de naam wijst van een in een medaillon geportretteerd personage. Twijfelen is uitgesloten : Jacqmain heeft op zijn manier hulde willen brengen aan degene aan wie hij indirect zijn vakmanschap te danken had : Senefelder (2 ) Het middenveld van de kaart wordt ingenomen door de eveneens in het zwart getekende afbeelding van het Stadhuis. Bemerk de afwezigheid van de monumentale trap kant Hoogpoort en de aanwezigheid van de door P.-J. Goetghebuer gebouwde "Napoleontische" trap kant Botermarkt, Vergelijk terloops met de afbeeldingen verschenen in G.T. van maart en september '77 Om in de sfeer van de drukkerswereld te blijven, laten we ook Gregoire fanssens zijn zegje zeggen . Natuurlijk bij monde van zijn kaartje . Ook dit werkje (14 ,5 cm x 10,5 cm) (afb . 12 ) is driekleurig : goudgeel, koperrood en hemelsblauw. Een trompetterende Gentse

Afb.

2.

(Verz. M.V.W.).

19


engel en een door de engel zwaaiende lange wimpel omlijst~n een gezicht dat er niet om liegt : links de St.-Pieterskerk; op de achtergrond de alombekende torenrij. Te midden van het landschap de wijde Muinkmeersen. Rechts een trein die de "Zuidstatie" komt te verlaten en - de graveur heeft zijn ogen dè kost gegeven - zijn goede (linker)kant houdt. Een bijna identieke gravure gebruikte P. Vande Steene als illustratie van een Zijner kaarten. Janssens, de eigenaar-uitgever van de tweetalige "De Zondagbode, Annoneenblad voor de Stad Gent en derzelver regterlyk arrondisse- · ment", 4 bladzijden druks, dagtekent van 1844. Lang was Janssens er de uitgever niet van, want, lezen we, was "het bureel van het Blad gevestigd ter drukkery van de gebroeders Michiels, Onderbergen 2bis". Op 5 jan. 1896 volgde Em. Adriaensens, 45, Koornmarkt, de Miehielsen op. Een zeer modern aandoende bijzonderheid mogen we niet onve.rmeld laten·. Hét blad werd namelijk "Gratis uitgedeeld ten getalle van 600 Exemplaren. Buiten deze kasteloaze uitdeeling kan men dit Blad he komen aen 3.00 fr 's jaers (zegge ZES hele centiemen per nummer !) voor de Stad en 3,50 fr voor den buiten". De litho is het werk van de zoëven genoemde P. Vande Steene, die van 1840 tot 1842 samen. werkte met Jacqmain. Volledig in koperrood uitgevoerd is de grote kaart (21,2 cm x 14,8 cm) van Tessaro & Cnie (afb. 3). Ze dagtekent van 1843 en is geli-. thografeerd door I)illen. Wat die zg. uitgever Tessaro zo al te koop aanbiedt : boeken, platen, landkaarten, beeldhouwwerken, tekengerief, globen, enz. Om tweeërlei redenen- verdient de kaart van nader- .bij bekeken te worden. Ten eerste wegens de typische kl~derdrachten· van de vier aspirant klanten, maar vooral wegens Tessaro's visitekaartje, gedrukt op het wit tafelkleed dat tot op de grond neerhangt. . Tessaro & Cnie leest u zo, maar om zijn adres te weten te komen dient u een rebus op te lossen : een gezicht op eep. straat I een dobbelsteen I een buitengezicht I 7 5 I letter A J een handschoen. Probeer de· rebus.op te lossen. Hier is het adres : rue I dé = des I · champs I 75 I à I Gand. Het huis heeft een eeuw lang dat nummer gedragen; ook toen Sauer er zijn zaak waarnam. Tegenwoordig is er een textielwinkel (Gaby) in ondergebracht. Mogen we het hoofdstuk "Drukkers" besluiten met de vermelding van éen detail dat werkelijk het vermelden waard is ? Omtrent 1845 gaven de gebroeders F. enE. Gyselinck een uitzonder- · lijk luxueuze kaart uit (17 ;s cm x 13 cm) : gouddruk op gitzwarte 20


21


MAISON

DE

VENTE -~

BUREAUX ET MAGASINS

1 0, l:{ue des

Olunup~ ,

l ü

GAND Afb. 4. (Verz. M.V.W.)

achtergrond. In 6 cartouches worden, in zilverdruk uitgevoerd, de verschillende bedrijvigheden opgesomd waarmee de zaak uitpakt : Editeurs d 'ouvrages littéraires I I Magazin de fournitures de bureau I I Librairie en gros I I Répertoire musical I I Atelier de réglure et de reliure 11 Abonnement à divers ouvrages. Bij vergissing werden (waarschijnlijk op zeer weinig exemplaren) de in zilverdruk uitgevoerde teksten ondersteboven gedrukt. Wat natuurlijk een gekke indruk maakt. Hoeft het gezegd dat die weinig talrijke misbaksels voor de verzamelaars een zeer gegeerd aas betekenen ? Even grote, om niet te zeggen nog grotere liefhebbers van de adreskaart dan de drukkers waren beslist de reeds genoemde horecamensen. Het spreekt vanzelf dat zij op hun kaarten geen openbare of historische gebouwen wensten te zien pralen, maar wel de silhouetten van hun eigen etablissementen. Liefst de voorgevel ervan , uitzonderlijk de tuin of de binnenkoer. Dat we die voorstellingen wel eens met de nodige korrel zout moeten aanvaarden , hoeft nauwelijks vermeld : de graveurs, of dan toch enkelen onder hen, werkten maar al te graag met een sterk " vergrootglas". Of ze zodoende met de topo-

22


grafische waarheid een loopje namen ? Kom, met de heren opdrachtgevers in ons gezelschap kunnen we hun dat beetje vrijheid niet al te kwalijk nemen. Het valt ons beslist niet gemakkelijk een oordeelkundige en verantwoorde keuze te doen onder de massa (iconografisch ? ) materiaal dat hier en elders te wachten ligt om bekend gemaakt te worden . Ere wie ere toekomt. In de Wegwijzer van 1834 troont op de eerste rij van de " Hostelryen, afspaimingen en logementen " het hotel " Hotel der Peérdenpostery, kauter" . Wel kennen we degene welke in de veertiger jaren als dusdanig bedrijvig was : Adolphe Pauw, Kauter 25. Het is zijn adreskaartje dat ons zulks meedeelt (11 cm x 7 cm), auteur onbekend ; een schoolvoorbeeld van minutieuze arbeid. Een heel wat grotere kaart (25 ,5 cm x 17 ,5 cm), afgebeeld in G.T. van 1974 , blz. 184 , ontworpen door B. Fabronius , gelithografeerd door L . Stroobant en uitgegeven door de ons bekende Tessaro , is het vermelden waaid al ware het maar wegens de straattoneeltjes waarmee de tekenaar ze om zo te zeggen gestoffeerd heeft : met hun wandelstok gewapende heren, met hun parasol paraderende dames, op Kouterse banken uitrustende paren, een wegrijdende postkoets, ruiters die postboden kunnen zijn. Ook Ch. Dubus, een van de opvolgers van Pauw, liet door F. en E. Gyselynck een kaartje drukken (15 cm x 10 cm) (afb. 9). U herkent maar al te goed de Hoofdwacht en een gedeelte van het Grand Thé-

Afb. 5.

Çverz.

D.M.)

23


atre. De op het drukwerkje aangekondigde "Table d'hote om 1 en · om 4 ure in de zomer maenden" wordt maar liefst in 4 talen gepresenteerd. De kaart onderscheidt zich van de reeds behandelde kaarten van èen informatie die we op de achterz:ijde van het d~g aantreffen : onder de titel van "Monuments et objets dignes d'être visités" worden niet weinig bezienswaardige gebouwen van de stad op een rijtje geplaatst. Het Grand Théatre (natuurlijk !); het Palais de Justice, het Beffroi, het Hotel-de-Ville, het Hotel de l'Octroi (Pakhuis), de Jardin Zoologique, de Ruine de St. Machaire (St.-Baafsabdij), en nog veel andere toeristische objecten. De Académie de Peinture et Musée zijn al evenmin vergeten : "On y remarque un tableau de Rubens, des productions de Crayer, Rombauts, Jordans (sic), Porbus (resic), Van Cleef, Duchatel, Michel Coxcie." , Dit nog ten titel van inlichting : In 1737 herbouwde de Schuttersgilde van St.-Sebastiaan op de Kouter hun Gildenhuis dat ze van 1548 tot 1555 aldaar opgetrokken had. Op het einde van de 18de eeuw verhuurde ze het gebouw aan "Sieur" Désiré Busso, die in een gedeelte van het pand (de 4 traveeën links) een "Poste aux Chevaux" installeerde. Het overige gedeelte (10 traveeën) herschiep hij in een hotel dat vanzelfsprekend "Hof van St.-Sebastiaen" genoemd werd. In 1797 werd hij er de eigenaar van. En de Post èn het hotel breidde hij in 1815 uit met de bouw van twee volledige verdiepingen, alzo de mooie gevel van B. De Wilde genadeloos verwoestend. Meteen herdoopte Busso het Hof in "Hotel de la Poste". Het is die nieuwe gevel die op de kaart afgebeeld is. Let op : het middengedeelte van het hotel vertoont een vooruitspringend bijgebouwtje, een soort erker, waarvan het platform van een metalen balustrade voorzien is. Dit bijgebouwtje diende oorspronkelijk als woping van de lokaalbewaarder van de Gilde. Naderhand werd deze "conchiergeri" herschapen in een café. Daar werden uiteraard alleen koffie, thee en chocolade, dus geen alcoholische dranken gedebiteerd. Niet voor eeuwig want weldra zal het koffiehuis in een staminee veranderd zijn, een staminee liiè men ten onrechte "Le Caveau" alias "Het Kelderken" zal betitelen. Wat de Gyselyncks vergeten tekenen hebben is de tafel die zich voor Het Kelderken bevond en waaraan een publieke schrijver dfuk bezig_,;iS een paar klanten schrijvend te woord te staan. Op een bepàald àgenblik (1849) scheurde de "Poste aux Chevaux" zich van het hotel af; stak zich in een nieuw kle~dje om veilig onderdak te verlenen aan. de vereniging "Union". Tegenwoordig maakt het gebouw deel uit van de Handelsbeurs.

24


't

Afb. 6. (Verz. D.M.)

25


"Sieur G. Oldi" was er nog een andere horecaman die gedurende een -bepaalde tijd het Hotel de la Poste opengehouden heeft. In welk jaar hij van de K:outer naar de Nederpoldèr verhuisd is hebben we niet getracht uit te vissen. Wat een hele boel belangrijker is, iS te achter.., halen wat vóór en nà Oldi's verblijf aan de Nederpolder zoal:geschied is. . Omtrent hetzelfde tijdstip (1737) dat de Schuttersgilde van Sitlt-Sebastiaan op de Kouter hun huis heropbou~de, trok J.-B.-I. Vanden · Meerse op de hoek van de Zandberg en de Nederpolder een luxueus herenhuis op dat men naderhand nog zou uitbreiden. Na door verschillende handen gepasseerd te zijn kwam het complex in het bezit · van baron Casier de Hemptine die het prompt ter beschikking stelde van dè Zusters der Kindsheid J esu. Tijdelijk brachten .deze er een ooglijdersgesticht in onder. Zoals bekend zijn het bejaarden di~ er tegenwoordig hun thuis hebben. Doch eer_ het zover kwam richtte de zoëven genoemde Oldi er een hotelc.restaurant in. Twee adreskaarten door onze hotelier verspreid herinneren aan de onorthodoxe bestemming die door de man aan een deel van het- gebouw gegeven heeft. Een van de kaartjes (12 cm x 8 cm) (G. Jacqmain) is grotendeels in koperrood uitgevoerd. OVerdàdig is de barokke versiering met zijn op · leeuwen gelijkende figuren,_ zijn bloemenguirlandes, vruchten èn . schelpen. Een Atlas torst een brede omlijste plaat met de vermelding HOTEL OLDI op zijn schouders. In een ovaalvormige cartouche Ie- ·zen we : "Près la Maison de Ville tenu par G. Oldi ex-propriétaire de l'Hotel de la Poste Gand". In een tweede gelijkaardige cartouche wordt dezelfde informatie in het Engels meegedeeld. In een mini-litho (2,4 cm x 1,8 cm; zwartdruk) worden de ·twee ge~ vels van het gebouw afgebeeld : kant Zandberg de drie trapgevels van elk drie traveeën; kant Nederpolder een veel te geïdealiseerde voorstelling om goed te zijn : zoveel traveeën heeft de hoofdgevel_ van -het pand nooit gehad. De lithograaf van het tweede kaartje ( 11,5cm x 8 cm;]. Hegen & Schildknecht, Brussel)_ (afb~ 5) is heel w~t­ secuurder, dus waarheidslievender; te werk gegaan. Ze is eveneens tweekleurig : lijst in koperrood; een gezicht op de tuin en de binnenkoer in zwartdruk. Zoa,ls we dat inderdaad schilderachtig decorum te zien krijgen kunnen we het vandaag de dag in natura gaan bewonderen. De in:. rococostijl opgetrokken- (achter)gevels, de tuin met zijn vijver. Enkele treden,hogerop de koer die van de tuin gescheiden is door een smeedijzeren balustrade. Bemerk verder de even kunstvol gesmeden balustrade aan de trap rechts en aan het balkon boven de

26


Afb. 7. (Verz. M. V. W. ).

27


koetspoort. Ook de koets die wacht om bespannen te worden. En _de St.-Baafstaren op de achtergrond. Hegen & Sçhildknecht.hebben waarachtig geen detail över het hoofd gezien ! De gevel van het "Hotel du Conite d,Egmont, Petit Marché aux Grains à Gand afgebeeld op een kunstig uitgevoerd kaartje ( 11 cm x 8,2 cm door F. & E. Gyselynck) (zie G.T. 1975 blz. 207) gelijkt slechts V::J.n (heel) ver op die van "Den Enghel" die we al kuierend langs de Graslei kunnen bewonderen. Op de hoek van de Crommesteeg (nu St.-Niklaasstraat) en de Kleine Koornmarkt (nu Cataloniëstraat) trok de meer dan bekende bouwme~ster Christoffel Vanden Berghe - dezelfde die ons Schippershuis optrok -in 1527 voor rekening van de Metsers een gildehuis op dat beslist een pareL van laat-gotische kunst mocht genoemd worden. In 1539 door Keizer Karel verbeurd verklaard werd het MetsershuiS - opeJlbaar verkocht. Onder degenen die het gebouw naderhand bezaten of bewoonden dienen de twee befaamde Gentse drukkers Cornelis en Gelein Manilius vermeld te worden, stadsgenoten diè we zo goed· kennen ter wille van de talrijke Gentse almanakken die decenniën lang van hun persen kwamen. Reeds in de 17de eeuw .werd het parid in een hotel omgetoverd uitstekend "Den Prince Vaudemont". Weldra zou de prins de plaats moeten ruimen voor een graaf: Graaf . van Egmont. In 1852 vond een der elkaar opvolgende hoteliershet nodig het aangezicht van zijn etablissement op de bekende 19déeeuwse.manier te moderniseren. De te veel uitstekende stenen-versieringen _werden gewoon weggekapt om, wat na de schoonmaak ovei"bleéf, met een dikke kalklaag te overdekken. Die aartslelijke bepleistering heeft niet verhinderd dat het gewezen Metsershuis sedert 4 april '77 op de lijst van de beschermde stadsgezichten geplaatst werd. · Inmiddels uitgevoerde herstellingen (verwijderen van de kalklaag)brachten aan het licht dat men in 1852 de oorspronkelijke gevel (behoudens de nu verdwenen architectonische versieringen) niet vernièld werd. q.a. legde men een in steen gebeiteld schild (van de metsers ?) 'bloot. J:fet Metsershuis dat aan de Graslei te pronken staat - ten onrechte · "Den Enghel" uitstekend, is een troU\:Ve nabootsing van het echt . huis dat even voor de Wereldtentoonstellirig van '13 verwèzenlijkt · werd. \

De oudste ons bekende kaart bestaat uit twee luiken (12,5 cm x · 8,5 cm; G. ]acqmains) en dagtekent van 1838 of vroeger (afb. 6). Ze staat .op naam van "Hotèl de Flandre; Flanders Hotel; L. Dubus;

28


~

--::;---.., -;-..

--;~-p.~~-~ A -~-~~ ? ' -~ . ....:;:: (L)r,ti n.JH ,trhd ~- · ..._:~ :;:,::=::.. ~B.!J~

a fhwqu•t'rd-" l"<"t"tJIIUNI'rl'tlr./· JYI fwi(<JVII ( ; .#/.IJ''"'' 1-V,'fO//<'lll~r" t{tlf hwv:rtN'fd ,I,~~ /u/ f'(.•fl II!<f"'fl,.lll7ftw

·/Jr.-f'b,;lr ,; I hrwr rll;,nJ!(!t.mtia ttf.Mr!'Jhftru-.r 7u N,/'t'Uidár~r· . .fêrriU"" inuw,,flrr ,{t' d/!..~I(.hl'~'.rf='Vlrr

/':l'l'/1"<0 1'/ tJ:tfçwiJri r/tH'O!•fN'.I'If>,Z-

/Jmrfl•, tf,.. f;;~fi,nlr..rd tlnanl.tt-r.

luu lhe luwmu·lt~r.: ,."..JIII-lnullu:r hwrl to / iy,-ur-/lrr;ro-n"l rtl.~'n.l.l?.tdtt:n• 1/~y wil/ fü(din h û"I'#UI' l!tk ;:'l rt{'t'flNfNUH/rlfi(QI

'/fi'U,//~ f'lltrf

r/.ono•.rfi'r ;t(/~nhim lh~''/,.:,. 1vm ~l!ur'(!.IJJ'Y'h;~(lrra'";rd'-~1ful (Hmu'dtw-lr /)((1;"-.n,..,~(nl;"rlq~dll-a l.rrulod rmr! ,.;,.,.,l)rr.rl'( llurt'iU~ftY· · ri/Jnuu'l.ru .

1'/Jt<.ry

Afb . 8. (Verz . M.V.W. )

Gand ; Ghent " . Zonder enige twijfel een verwant van de ons bekende Charles. Om drieërlei redenen gunnen we de litho een plaats in de galerij der merkwaardige Gentse adreskaarten. Primo wegens de waarheidsgetrouwe weergave van het gebouw. Secundo wegens de afbeelding van de binnenkoer en de toneeltjes die zich hier zogoed als voor het huis afspelen. Tertio wegens de opsomming van " Monuments et Etablissements publies A Visiter " waarmee een der achterzijden van het drukwerkje letterlijk gevuld is. Liefst 26 aanbevolen ·bezienswaardigheden waaronder La Citadelle, L' Institut des sourds-muets, La Maison van Artevelde, Le Grand Bassin, Le Théátre Rhétorique. Een N.B. herinnert eraan dat "Il y a ensus plusieurs belles manufactures et des Cabinets de tableaux " . In een tijd dat nog geen sprake was van een Ministerie of een Bureau voor Toerisme kan een door een hotelier genomen initiatief alleen maar verwondering baren en bewondering afdwingen. Zoals men weet verleent het gewezen hotel tegenwoordig onderdak aan financiële instellingen : Crédigand, Caoreman en Saverys en nog een paar kleinere zaken. Van oudsher waren de Koornmarkt en de erin uitkomende straten (Kleyne Koornmarkt ; later Cataloniëstraat), Klein Turkije met als

29


30


--

verlengstuk het Gouden Leeuwplein, de Dankersteeg en de Hooiaaid, qe verzamelplaats van Gents voornaat;nSte Hostelryen, Aubergien _ 'daer men fogeert te voet en te peerd en een hoop stamiilees. Ik denk onwillekeurig aan de Kleine en Grote Sterre :,ilias l'Etoile _ (kaartje in G.T. 1974 blz. 159), de Dry Coninghen, den Bonten}lert, den Rooden Leeuw, het Bom:goins Cruys, den Haesewind, <!en Grootenen den Kleinen Olifant, het Hof van Weenen alias la Cour de Vienne-(kaart in G.T. 19'74 blz. 199), den Graaf van Egmont_,het Daembert, de Waepen van Zeelandt, enz. De kaart van laatstgenoemdhotel "Aux Armes de Zelande, Marché aux Grains à Gand" (afb~: 8; 13 cm x 8,7 cm; Hegen Bruxellesis een juweeltje' van litho. Het huis is het enige Vry Huys Vry Erve dat de Koornmarkt nog rijk is. Op~ getrokken in Lodewijk XIV-stijl (1702) mag zijn gevel tot de schilderachtigste van de stad gerekend worden. Helaas, sedert de gewezen bokser Tyncke het verlaten heeft ~erd het Huys ;hoe langer hoe meer door de tand des tijds gehavend. ReedS ·sedert lange jaren zit de ontWAPENde schoonheid in een lelijk houten harnas geprangd. Hoe jammer ! Het kaartje is niet alleen interessant wegen.s het mooi . vignet maar evenzeer wegens de aanbevelingen •die in drie talen "den heeren reizigers" verstrekt worden. .• -_In mindere mate bedeeld was de Kouter die mocht pra~~ op. een _ Hof van St.-Sebastiaen, een Fransehen Schilt, een Waèpen van Engeland beter bekend als "Boerenhol?', een HÖtel Royal en veel druk bezochte koffiehuizen : het Café Möntmorency, het Kafê-huys der Arcaden, der Bellevue, het Café Suisse,- de NoU:veau Café des Arcades,- enz. Een derde trefpunt van- horecabedrijven zal in de jaren ·~ 30 ohtstaá.n:dank zij de aanleg van de spoorweg; de bouw van het (Zuid) stàtion en de opening van de Statiestraat die de "Statie" verbond- met het -meteen geschapen Arteveldeplein: Allemaal aan de Statie- • · straat rezen uit de grond Den Gouden_ Arend, het Hotel de Hol1ande, A la grande Cour royale ~'Èstaminet, restaurant et logement; Tab1e d'Höte àl'heure" (nogal wat tè "grand" op zijn kaartafgebeeld), het- Hotel de la Cour de Commerce, A la petite Cour r()yale "Esta- ' minet et. logement au coin _de la nouvelle rue conduisarit à la Station du chemin de ft:r" (om zeker niet verloren te lopen ! ), het Café-de l'Europe. Coin de la petite rue de la Station (\Ve_rd SchepènenVijverstraat), de Descenté du Wagon, en last bust nat least "Ala-Ville de Termonde; Estaminet Logement Restaurant vis-à-vis l'entrée de la Station de chemin de-fer Gand": Het kaartje van deze "villè" (13 cm x 9 cm; lith. de Vander Poorten; àfb. inG.T~ 1975 blz. 204) mogen _· __·we niet_ achteloos voorbijgaan: Dàt men het hotel zo ni~ niet voor 31



de grap "de Termonde" genoemd heef~ mag blijken uit het feit dat Gent de ene terminus en Dendermonde de andere was van het spoorwegvak dat op 28 sept. 1837 feestelijR ingeluid was geworden. Het in beeld gebracht station: is natuurlijk de eerste uitgave ervan. Achter het gebouwtje zijn een stoom uitbrakende locomotief en verschillende spoorwagens te zien en op de achtergrond de. schoorstenen van de aan de St.-Pietersnieuwstraat geleg~~ fabrieken. · · De kaart van het "Hotel du Chapeau Rouge" (22,5 cm x 17,5 cm; G. ]acqmain) {~fb. 7) laten we u niet kennen omdat het hotel destijds ook Kruidenierskuis genoemd werd, omdat A. Dürer er in 1521 gelogeerd heeft, omdat de kaart u een gevel laat zien die op pure fantásie gebaseerd is of omdat we een door vier paarden bespannen . diligence zien voorbijhollen, maar wel om eens en voor altijd te bewijzen van welk een gehalte het werk van J. Jacqmain is. Tot daar _een zeer onvolledig overzicht van wat de horeca-mensen zoal op het gebied van reklamemaken met drukwerk verwezenlijkt hebben. Met een nog mindere streving naar volledigheid zullen we nu enkele handelslui en industriëlen aan het woord laten komen. Fran~ois Scribe zoon wiens adreskaartje (10,3 cm x 6,8 cm; F. enE. Gyselynck) sterk vergroot afgebeeld is in G.T. 1976 blz. 198 is niet .de enige fabrikant geweest die in de Meeste Toren van 's Gravensteen katoen' gesponnen en geweven heeft. Met name ván 1836 tot 1852. Voor hem deden dat F.H. Heyndericx (van 1798 tot 1800); Heyndericx' zoon (van 1800 tot 1827); dezelfde geassocieerd inet Couvreur (van 1827 tot 1836). In 1853-1854 deelde F. Scribe zoon de directie van de fabriek met zijn schoonzoon H. Delise-Scrib~. Deze ~aatl'te deed het zonder zijn schoonvader van 1855 tot 1867. Het · jaar daarop volgd.e A. Lutens-Delise op zijn beurt zijn schoonvader H. Delise op om de spinnerij-weverij voor goed te _sluiten in 188~~ Stippen we volledigheidshalve aan dat Van Acker-Ceuterick en C1e een tweede fabriek deden draaien van 1827 tot 1837. - Toen direct na de Septemberdagen van 1830 er door de orangistische industriëlen {J~ Rosseel, J. Voortman, L. Delecroix, Lousbergs-Thiry, C. De Bast, e.a. gerugsteund door talrijke groo~grondbezitters, :op 30 december een verzoekschrift aan het Nationaal Congres aangélYoden. werd vragend dat de Prins van Oranje tot Belgische Koning zou verkozen worden, was F; Scribe een van de ondertekenaars. In hoeyerre de bekende mecenas· Fernand Scribe, aan wie ons Museum voor Schone Kunsten zoveel te danken heeft, verwant was aan de fabrikant Scribe, hebben we niet kunnen nagaan. ·Wat het kaartje. betreft staat werktuigelijke voor met stoom gedreven.

33


~

::i

:> ::È .i ....

Q)

è

-

,....; ......

·ca <t:


Dit 1;1og : F. en E. Gyselynck drukten voor onze Scribe een ander kaartje met hetzelfde vignet doch met deze enigszins gewijzigde _ tekst : Filature et Tissage mécanique de coton I F. SCRIBE. I au chateau des Comtes de Flandre (gravenkasteel) I A I Gand. Toen op 3 april1829 de "Société Industrielle" gesticht werd met als voorzitters J. Rosseel en G. Bossaert en als penningmeester Jean .de Smet-de-Naeyer werd Scribe .als commissaris aangesteld tegelijk niet F. Lousbergs, B. De Pauw e.a. We vermeldden zoëven C. De Bast. Ook van deze fabrikant is ons een pracht van een kaart bekend. Weeral eens een werk vanG. ]acqmain (21;5 cm x 17 cm) (afb. 10). Het vignet stelt de fabriek voor gelegen aan de Coupure 84. D,e man zelf bewoonde het huis ook ·aan de Coupure in nr. 18. Door de kaart vernemen we verder dat De Bast in 1841 te Brussel een gouden medaille als "récompence nationale" verwierf. Een beslist eigenaardig kaartje mag dat genoemd worden dat we als Afb. 4 produceren (11,5 cm x 10 cm; drukker onbekend) en dat als het ware een spoorslag is om een brokje waarachtige Gentse geschie-. · denis uit de doeken te doen. Noch de karige tekst noch enig uithangsbord laten ons toe te ver·_ moeden wat er zoals in de "magasins" te vinden is. Noçhtans weetieder die ooit de naam van Pol. De Schaphelaere horen uitspreken héeft dat het om rubberartikelen ie doen is. Donatus De Schamplielaere was een boerke geboortig uit Vurste (9 mei·1810) -die in 1838-39 naarGent trok om daar, naar hij hoopte,_ fortuin te zullen maken. Een dom boerke was ponatus allerminst want --waar had hij die ware~kennis opgedaan ? -in 1849 stichtte _ hij in het huis gelegen aan de Schepenhuisstraat 20 de, eerste rubbet(abriek van het land. A propos van dat boerke mag ik u een ·onuitgegeven anecdote niet onthouden, die gedurende lange tijd de fa"mllie de ronde heeft gedaan. "Donatus verliet zijn ge.boortedorp met gans zijn vermogen geknoopt in een grote boerenneusdoek; een fameus aàntàl goudstukken. Op- de Koornmarkt· aangeland.overkwam hem de ergste ramp die een boerke kan overkomen: zljn neusdoek· scheurde en al zijn goudstukken kwamen op de straatstenen terecht.'} : Toen de ·verteller van de anecdote zover gekomen was stelde hij zijn- toehoorders de volgende nogal pertinente Vt:aag : Wat denkt ge nu dat Donatus de~d ? Natuurlijk klonk het antwoord eenparig : Hij grabbèlde zo vlug hij kon naar zijn lieve _gouästukken. "~ ! '',.lach.te de verteller : "Prompt trok Donatus zijn wijde mantel ui~ en bedekte er zijn schat :inee. Dan haastte hij zich met spoed de niet hé~

m

35


dekte stukken op te rapen. Want, dacht hij, anderen zouden hem misschien bij dat rapen te behulpzaam kunnen zijn. Wat tot dan toe veilig onder de mantel gelegen had kon de man nu op zijn dooie gemak stuk voor stuk opbergen." Deze sappige anecdote die wonderlijk op een legende uit Jan de Lichte's leven -en op Gezelle ~ s Boerke Naes gelijkt vertelde men alleen maar om te onderstrepen hoe uitgeslapen de stichter van de eerste gutta-perchafabriek wel geweest was. Of het Donatus of zijn zoon Polydoor geweest die de zaak naar de Veldstraat overbracht weten we niet. Zeker is dat het adreskaartje een gevel laat zien met zes traveeën in plaats van vier. Dat het overigens niet ouder kan zijn dan 1875 wordt bewezen door de aanwezigheid van de voorbijrijdende paardetram . Pol. overleed op 8 jan. 1904 . Zijn zoon Oswald Joris nam de zaak over maar liet uit piëteit voor degene die ze zo bloeiend gemaakt had zijn vaders naam op de gevel van het huis staan. Was het omdat zijn vrouw een Nederlandse was dat hij een overtuigde flamingant en meteen een ijverige Willems-Fondser werd ? Hoe dan ook ontpopte Oswald zich als een ware mecenas die alles veil had om zijn volk lijfe-

r··----

-------------~' , ~ .

Afb . 12. (Verz. M.V.W.)

36

.


lijk, zedelijk en geestelijk te verheffen. Na zijn dood (7 ·sept. 1987) volgde zoon Oswald II hem op. Na dezes overlijden (11 sept. 1-962) werden de deuren van het bedrijf onwederroepelijk gesloten, een bedrijf dat voor meer dan drie generaties Gentenaars een uitermate druk bezochte plaats wás geweest. Een schoenwinkel (Salamander) kwam in de plaats van de rubberwinkeL Sedert onlangs heeft een confectiezaak (Witteveen) e~ zich komen nestelen. Een folkloristisch nootje : Wat voor de Engelsen Franse gummidingetjes zijn en voor de Fransen Engelse, waren voor de Stropjes "sganfelirkes". Twee winkels gelegen aan de Bennesteeg, waarvan een het achterhuis van de zaak aan de Veldstraat was, dragen nog steeds Pols naam : een wel verdiende hulde gebracht aan degene die een industrie. wist groot te maken, een industrie die de bakermat geweest is van wat 'we tegenwoordig kennen als Bergougnan Benelux. Ch. Buyens was een van de zes kerkormamentmakers die in de jaren '40 te Gent hun beroep uitoefenden. Hij woonde "op den hoek van H. Kerstkerk n° 6 bis". De kaart (21,5 cm x 18,5 cm; T. & D. Hemelsoet) die hij in omloop bracht, mag gertu~t wedijveren met wat van Jacqmains pers kwam. We herkennen reeds op het eerste gezicht de zes voornaamste Gentse kerken en het Bisschoppelijk Paleis. Vooral onze aandacht verdient de afb. van de 7 de kerk onderaan de compositie : de H. Kerstkerk : omdat Buyens' huis ~r een plaats op gekregen heeft. Wat uit de handen van de borduurder komt vergeet de kaart "à sa façon" niet mee te delen-: "Maekt Casuyvels, Tuni~en,: Koorkappen, enz. levert de stoffen, Frienden en Galons daertoè dienstig; hy vernieuwt en kuyscht oudè goude borduurwerken, alles aen · eenen gèringen prys." (afb. 11) Het laatste kaartje dat we de revU.e laten passeren is I?eer een curiosum dan een document. Een enig kaartje dat ons verklapt dat onze· stad in cle veertiger jaren alleszins één baby- en kleuterbewaarplaats · rijk geweest is (vanzelfsprek~nd waren en meer). De naar onze smaak met te veel goud versierde kaart ( 14 cm x 10 cm; T. & D. Hemelsoet) (Afb., 2) nodigt ons door middel van vier tot de verbeelding sprekende miniatuurtjes uit een kijkje te komen , nemen in Mevrouw Terreurs binnenhuisje. U ziet met een oogopslag hoe menigvuldig de zorgen zijn die door de weduwe _aan het jonge volkje verstrekt worden. Hoe het in zijn-wiegje slapende wicht bewaakt wordt. Hoe· zorgzaam het. hagelwit linnengoed geborgen wordt. Hoe de vrouw een kind in een "keve" leert lopen. Hoe ze het leert op het potje té zitten terwijl ze met een "kloterspaan" ijverig aan het rammelen is. Ontegensprekelijk een aardig drukwerkje. Een groot

37


geluk dat_ we weten dat de We Mr. Terreur, n° 25 Op de Lieve Kaeij heel wat minder ''terribel" met het jeugdig volkje omgaat dan de naam van wijlen haar man zou kunnen-doen vermoeden. NOTEN 1. Omtrent 25 jaar geleden onderwierp de Archivaris van het Stadsarchief de Atlas Goetghebuer aan een grote schoonmaak : al de zaken die de naam van topografisch document niet verdienden we~den uit de verzameling gehaald en gedeeltelijk naar de afdeling "reserve" versast of geschonken aan de Bibliotheek van de Oostvlaamse Volkskundigen. 2. Alois Johann Nepomuk .Franz SENEFELDER (Praag 6 nov. 1771 -München . 26 febr. 1834) is de uitvinder van meerdere drukprocedé 's waaronder de lithografie en de autografie. Tevens legde. hij zich toe op de kleurendruk. Het ligt er dik op dat Jacqmain zijn meester Senefelder (door de lithograaf foutief gespeld) een eerbiedige hulde willen brengen heeft. Op een bepaald ogc;nblik heeft T. Impims hetzelfde gedaan. BIBLIOGRAFIE Bo.uwen door de eeuwen heen, 4na, Gent 1976 H. van Duyse, Le Chateau des Comtes de Gand Anvers 1892 Eeuwfeest van het Willems-Fonds, Gent 1951 V, Fris, De oude Straatnamen van Gent, Gent 1925 Krante-artikelen Pr. Claeys P Kluyskens A. van Werveke Fr. de Potter. Gent J. de Waele & A. van Werveke, Le Chateau des Comtes de Flandre à Gand, . Gand 1923 Wegwijzers van Gent

M. VAN WESEMAEL ..

DE ST.PIETERSKAPEL IN DE ST.AMANDSSTRAAT TE GENT Voorgeschiedenis De St.Quintinuskapel zou rond 1300 gesticht zijn door de abt van de Benedictijerabdij van St.Pieters, abt Arnoldus van Zwijnaarde. Daarbij was een kluis gevestigd. In de 15° eeuw werd deze door vrouwen betrokken (1). In het "Verkoopregister van geestelijke goederen, 1580" dat berust in het-stadarchief te Gent lezen we dat de St.Quintenskapel samen met rle ah_dijgoederen werd gecoriftsceerd. Debidruimte werd niet meer als kapel gebruikt maar was als opslag-

38


plaats verhuurd (2). Werd de kapel na de verkoop afgebroken of niet is niet geweten. De ongeschoeide Kármelieten kwamen in 1641 naar Gent. Eerder · jn 1633 hadden ze toelating tot een stichting gevraagd-aan het Gentse schepencollege .. (3) In afwachting van hun defmitieve vestiging in de stad openen ze de vervallen kapel in het St.Pietersdorp. Zij bedienen de St Quintenskapel tot 1648 en verhuizen naar de Oude Houtlei, waar ze de kapel van de Bonifanten bedienen. Twee graftsche bronnen lichten ons· in over het oorspronkelijk uitzicht van de St. Quintenskapel HetPanoramisch gezicht op Gent 1534 toont een eenbeukige kapel met dakruiten. Het perspektiefzicht van het St.Pietersdorp in de Flandria Illustrata van Sanderus, 1641, is duidelijker. De èenbeukige kapel met veelzijdig koor aan de straatzijde is er af- ·. geheeld binnerr een ommuurd terrein. · Of de kapel werd afgebroken in 1769 bij het afvoeren van de heuvel zoals Henricus (3) dat beweert wordt in tWijfel getrokken. Wanneer de· heropbouw wordt aangevat was van de oude kapel waarschijnlijk geen monumentaal spoor meer aanwezig. ~uwgesc_hiedenis. van

de neogotische kapel

Baron Jozef de Hemptinne vraagt op 27 augustus 1856 aan het Gentse schepencollege een b.ouwtoelating Op een perceel grond ih de St. Pietersvrouwenstraat. 82-84 wil hij- een nieuwe kapel bouwen. Als hem dit wordt toegestaan geeft hij aan zijn architect Bàron Jean Bap~te ·Bethune de defmitieve opdracht om de plannen voor de· nieuwbouw af te werken. Reeds in l-855 had de architect een eerste ontwerp gemaakt. Het betrof een eenbeukige~rechthoekige· bidruimte, vier tJ;-aveeërt lang met een driezijdig koor op de rooilijn en een torentje op de westge- · vel. Het plan dat door de Hemptinne bij de bouwaanvraag wordt gevoegd shiit nagenoeg volkomen aan bij de bestaande toestand. De bouwheer wil dus een rechthoekige eenbeukige bidruiffite bouwen met de ingang in de westgeveL De koormum is dus gelegen aan de straatzijde, op· de ·rooilijn. Bij de opbouw ziet men echter af van het klokkenmuurtje. op de oostgeveL De voorziene sacristij aan de rechter- . flank vart de kapel wordt èverreens niet- geconstrueerd. · Architectionische beschrijving

. De rechthoekige bakstenen kapel is gevat binnen twee

topgevels met _ natuursteenafdekking. In opstand wordt het doorbrekingsschema van 39


de oostgevel gevormd door drie lancetvormige spitsboogvénsters, als een drielicht gegroepeerd Een sferische c!rïehoekige doorbreking is midden erboven aangebracht. De rechthoekige doorgang op de begane grond is doorgestoken na de ophefftng van de kapelfunctie rond 1930. De zijgevels zijn vier traveeën breed. Elke travee bevat gekop- pelde spitsboogvensters. De binnenruimte wordt overspannen door een houten spitstongewelf. De verticale houten makelaar- rust op een horizontale trekbalk, die op zijn beurt opgevangen wordt door balksleutels, korbelen en kraagstenen. De houten beschieting van het tongewelf is beschilderd met festoenen, bloem- en plantmotieven. Waar de houten graten in het gewelf elkaar kruisen zijn kruisvormige houten gewelfschotèls aangebracht. Deze vierlobbige gewelfschotels zijn versierd met het IHS-monogram. (Iesus Hominie Salvator= Jezus Redder van het Mensdom). De binnenmuren zijn van een rijke polychromie voorzien. Het onderscheid tussen het koorgédeelte en de benedenkapel wordt hierdoor duidelijk. In het koor wordt een plint gevormd met gordijnmotieven op een blauwe achtergrond met bloemmotieven. De bovenmuur is gesierd met leliesymbolen en mariamonogrammen. Beide motieven vormen elkaars complement. Tussen de plint en de bovenmuur zorgt een fries gestyleerde ranken en festoenen voor een afscheiding. Een tekstband is erboven aangebracht. Een spitsboogvormige nis in de noordwand van het koor vertoont een merkwaardige polychrome beschildering_ Het kapiteel en het basement van het bollijstprofiel zijn verguld. Het bollijstprofiel is van keperversiering voorzien Van een gelijkaardig bollijstprofiel met dito polychromie zijn de lancetvensters in de langsmuren bedacl?-t. De dagkanten van deze doorbrekingen worden geaccentueerd met vierpassen. De plinten van de benedenkapel zijn versierd met een zwart gordijnmotief op een blauwe achtergrond. De tegelvloer van het koor is samengesteld uit concentrische bladlllotieven _die vier tegels omvatten. Deze koorvloer is na de opheff'mg van de kapelfunctie doorbroken met een hellend vlak o~ het kapelniveau te verbinden met het lagergelegen straatpeil. Over de meubilering van deze bidplaats ben ik schaars ingelicht. ~ Rond 1859 levert de beeldhouwer M. Abeloos een stenen altaar volgens een ontwerp van architect- Bethune. Dit altaar is verdwenen. De gebruikers van kapel en school Ik denk dat het nuttig is iets mee te delen over de gebruikers van de besproken kapel en van de school die er kort nadien door toedoen

40


van Alfred Piers de Ravesch!lot wordt aan toegevoegd. (4) Op 1 october 1846 sticht Baron Jozef de Hemptinne samen metDésiré Casier-Ie Grand en de Gentse bisschop Mgr. Delebecque het St.Vincentiusgenootschap Op verzoek van voornoemd genootschap was kanunnik Van de Waele de promotor van de oprichting van de St.-Pietersschool op de Sint-Kwintensberg. Het onderwijs werd toevertr9uwd aan de Broeders van de Christelijke Scholen. Tot '1917 werd het avondgebed voor de jongens in de kapel gebeden. In 1927 verliest de kapel haar functie als bidruimte ep. ruût deze respectievelijk in met auto- en meubelbergplaats. '( 5) Besluit Als besluit van deze beknopte beschrijving wil ik nog dit kleine bouwwerk als uiting van de 19° eeuwse kerkelijk kunst omschrijven. Als promotor fungeert een katoliek industrieel, de latere graaf Jozef de Hemptinne. Bij de opkomst van de katolieke bouwstijl bij uitstek in de 19° eeuw, de neogotiek, is de idealistische samenwerking onder de industrie-adel en de geestelijkheid van kapitaal belang geweest. Ik hoef hier slechts te verwijzen naar het aandeel. van die adel in de opbouw van de talrijk neogotische parochiekerken, de herstofferi!lg van de bestaande oudere gotische kerken en het bouwen van de private kapelleiL De gepassioneerde architect J .B Bethune staat sterk onder de invloed van dè nieuwe ideeën uit Engeland wanneer hij de constructieve gotiek als enige vorm van christelijke architectuur propageert, Door de natiqnal~ middeleeuwen als b~is van zijn ontwerpen te nemen heeft BethJJ.ne de kunst in haar decoratieve en constructieve waarde. doen herleven. Nu de kapel een nieuwe functie is toegewezen hebbe~ de beheerders van de V.Z.W "d'Oude Kapel" de polychromie van deze ruimte ge conserveerd en in haar decoratieve ~aarde herstèld Graag laat ik, als besluit, een belangrijk polychromeur van de neogotiek, Leon Bressers aan het woord : "De gesloten vlakken worden geëerbiedigd bij de decoratie. De illusie van wérkelijkheid wordt niet nagestreefd doch het stilleren is beredeneerd en logisch ... " GUIDO BRAL NOTEN 1.-STEYAERT, Volledige beschrijying van Gent, 1857, blz. 326. 2. Verkoopregister van ~estelijke goederen, 1580, S.A.G., reeks 94 bis nr. 14. 3. HENRICUS, A.S. Famllia, Geschiedenis van het klooster der Discalsen te Gent; 1925.

41


~

4. Briefwisseling tussen E.H. Cam. Mets en Z.E.H. Kan. De Schepper (4.11.76) 5. Korte historische nota over de Broeders van de Christelijke Scholen te Gent, opgesteld door Broeder van Yperen, Reinaàristraat.

BIBLIOGRAFIE 1. ELAUT, L. : Een epos. Het Gentse Akademisch Ziekenhuis. Het A.Z. is een stad in de stad : 557 geneesheren zijn er _werkzaam; daarnaast zijn er ongeveer 2500 personeelsleden (verplegend, technisch en administratief personeel). De houw begon in 1936; het A.Z. werd in gebruik genomen in 19 59. Dokter L. Elaut vertelt ons de geschiedenis van het· A.Z.; een geschiedenis die moest geschreven ·_worden. (Nederlandse Boekhandel. Prijs : 155 fr.) 2. Van Tyghem Frieda : Het Stadhuis van Gent. (in Spiegel Historiael, septembernummer 1977) Wie belaustelling heeft voor de geschiedenis van het stadhuis te Gent moet dit artikel, dat geschreven ~werd door een auteur, die jaren lang deze geschiedenis heeft bestu·· deerd, lezen. 3. Gontran van Severen : Het gebuurte- en dekenijleven te Gent. Vroeger en nu. Deze brochure werd geschreven naar aanleiding van àe 75° verjaardag van het Koninklijk~verhond der Gebuurtedekenijen van de Stad Gent. De auteur beschrijft de geschiedenis van de "voisinage" van het middeleeuwse Gent tot de hedendaagse dekenijen. Zeker moeten we de heer C. van Severen feliciteren om deze zeet interessante studie. De brochure is kosteloos verkrijghaar fu de Kredietbank. Zoals altijd is ook deze brochure zeer keurig uitgegeven. 4. Lippens J : Carl De Cock (1879-1965) Leven en werk van deze Gentse ontwerper van talloze medailles. In "Tijdschrift voor Numis · matiek 1977 nr. 4) 5. van Wesemael M. : Alfons van Werveke in "Nationaal Biografische woordenboek". Wel niemand dan onze zo gewaardeerde medewerker M. Van Wesemael kon beter de biografie van Alfons van Werveke schrijven: Belangrijk artikel om het werk van A. van Werveke te leren kennen. 6. Gontran van Severen : Gent vroeger en nu. Een en ander over de Brugse_Poort. In "Toerisme in Oost-Vlaanderen" nr. 4 jaargang 1977. Heel wat delen van de stad Gent werden weinig of niet behandeld. Dit 1s ook het geval voor de Brugse Poort. Degelijk en zeer nuttig artikel. 42


7. Onlangs :verscheen het eerste nummer van het viermaandelijks tijdschrift "Stadsarcheologie" uitgegeven door de Gentse Vereniging voor stadsarcheologie. Prijs 80 fr. (verkrijgbaar Lindenlei 15, bus 9 te Gent). Ook de vereniging S.O.S. Gent publiceert thans een driemaandelijks informatieblad. .·8. Onlangs promoveerde de heer Marc Reyneau tot-licentiaat ·in de geschiedenis met een studie over het Van Crombrugghe Genootschap (zie De Gentenaar 31.10.1977) 9. Lippens Jan : Hedendaagse erkentelijkheids. en herinneringsmedailles van de stad "Gent" en Emiel Poetoe (1885-1975) in Tijdschrift voor Numismatiek nr. 5 1977. Belangrijk artikel voor verzamelaars van medailles. 10. YANG 80/81 (januari 1978), Johan Daisne. Tergelegenheid yan de 65ste verjaardag van onze stadsgenoot schreven meer dàn 40 literatóren een studie, een getuigenis of een gelegenheidsbijdrage. Medewerkers uit Engeland, USA, Frankrijk, Duitsland en de USSR vertolken de waardering in het buitenland voor het werk van de ·Gentenaar Johan Daisne. De opmerkelijkste bijdrage is echter van Johan Daisne zelf, nl. "Bonsecours", een fragment van 50 blz. uit de onuitgegeven roman Prins van de Libanon (1950). Al deze bijdragen samen maken van dit YANG-riummer een lijyig boek van 250 blz. Gezien alle facetten van het veelzijdig ·literair ·oeuvre van Johan Daisne erin worden behandeld, is YANG 80/81 een onmisbaar boek voor ied~re Jóhan Daisne-lezer, maar evenzeer voor iedereen .die belang"stellingheeft voor de evolutie van de Vlaamse literatuur in de laatste 40 jaar. . ·· . De redaktie is gelukkig en trots alle abonnees van YANG deze waardevolle uitgave als openingsnummer van de 14e jg. t~ kunnen áan bieden {Ook afzonderlijk verkrijgbaar : 200 fr.) _ · Postgiro : 000 0495732-62 Carlos De Vriese, Meulestedesteenweg 293 Gerit~ (Jaarabonnement : 400 fr.)

TE GENT

1. De tekst op de steen Ui de muur van de Schoolkaai en die herinnert aan het Spanjaardkasteel was volledig onleesbaar geworden. Onlangs werd deze steen opgefrist. 2. Op vrijdag 4 november werd in het museum: Vander: Haeghen, 43


Veldstraat het kabinet Victor Stuyvaert geopend. (Gent 1897-1976). (zie De Gentenaar 2.11.1977 en Vooruit 4.11.1977) 3. Onlangs werd door het stadsbestuur van Gent de schilderij "La Fabrique de gaz de Roelandt à Gand" van de kunstenaar B. Neyt aangekocht. 4. Op 17 oktober 1977 overleed te Gent de mimekunstenaar M.A.J. Hoste. Leerling van Marcel Marceau richtte hij te Gent het Sabatini teater op We hopen, dat het werk van Marcel Hoste zal worden vbortgezet (zi~ De Gentenaar en Vooruit van 19.10.1977) 5. Dank zij Mgr. De Kesel werden de relieken van Sint-Bavo na elf eeuwen terug naar Gent gebracht. (De Gentenaar 1.10.1977) 6. Half november 1977 werden te Gent enkele vrouwelijke politie-¡ agente11 in dienst genomen.

VRAAG EN ANTWOORD Vraag 79 De stad Gent telt honderden straatnamen, die herinneren aan personen. De redactie van G.T. wenst van af juli 1978 in elk nummer een korte bijdrage te publiceren in verband met deze straatnamen. We beschikken echter niet over al de nodige gegevens. Daarom vragen we de medewerking van al onze leden. Nu en dan zullen we enkele straatnamen publiceren. We vragen ons de volgende inlichtingen te verstrekken : geboorteplaats en -datum, beroep of ambt, plaats en datum van overlijden, betekenis, bibliografie. Zo mogelijk ook iets over de aanleg van de straat. Zonder de hulp van de leden zal het onmogelijk zijn al de straatnamen te behandelen. We rekenen dan ook op de medewerking van allen. Bij voorbaat onze hartelijke dank. Eerste lijst Bernheimlaan (Gentbrugge) A. Bi~buycklaan (Gentbrugge) Alf. Bijnlaan (Drongen) Ed. Blaessttaat (Ledeberg) W. Blaqckestraat (Ledeberg) Ed. Blockstraat (Ledeberg) Jan Blockstraat (Sint Amandsberg) P.H. Bouckaertstraat (Gentbrugge) 44


daeys-Bouaertlaari (Mariakerke) Alfons Braeckmanlaan (Sint-Amandsberg) Vi~tor Braeckmanlaan (Sint-Amandsberg) Vraag 80 van de heer G. Ervynck In de alfabetische kataloog van de Universiteitsbibliotèek te Gent komen twee steekkaarten voor, nl. (1) HERVINCK Charel: Wonderbaer Historie-lied (8°), nr. 144 G 10, (2) zelfde auteur; Samenspraek tusschen den zanger en Pierlala (8°) nr. 144 G 10 1 . Het bleek dat beide teksten sinds 1943 verdwenen zijn uit het fonds ·van de Biblioteek. Mijn vraag is : Kan iemand mij de tekst van deze lieder,en bezorgen ? Waar vind ik biografiSche en andere gegevens over de auteur ?

AANVULLENDE LEDENUJST 1207. Goeman J., Emiel Moysonlaan 145, 9000 Gent 1208. E.P. Geysen C., Savaanstraat 33, 9000 Gent 1209. Mw Wwe Lippens-Schaepelinck Ph. Dapperheidsstraat 7, 9000 Gent 1210. E.Z. De Puydt R., Zwijnaardsesteenweg 612, 9000 Gent 1211. Coppé A., rqe Géneral Jacques 78 bte 101, 4920 Embourg 1212. De Regt J., J.-Br Davidstraat 28, 9000 Gent 1213. De Baets A., Klinkerlaan 23, 9230 Melle 1214. Feys G., Phoenixstraat 85, 9000 Gent 1215. Mw Collen-Janssens J., Oudenaardsesteenweg ~8, 9000 Gent 1216. Vannieuwenhuyse H., Prinsenhof 55, 9000 Gent 1217. Mej. Van Renterghem L., Zilverhof I, 9000 Gent 1218. Van Mossevelde, Les Arcis 129 A, Vyle-et-Tharoul . 1219. Veileman A., Burg. Jozef Chalmetlaan 99, 9060 Zeizate 1220. Matthijs L., Kon. Albertlaan 7, 9130 Lochristi 1221. Mw Vanderroost-Thienpont M., Frère-Orbanlaan 152, 9000 Gent· 1222. Berteloot R., Kori. Elisabethlaan 45, 9000 Gent. 1223. Loyez R., Antwerpsesteenweg 416/7, 9110 Sint-Amandsberg 1224. De Witte G.,. Twee Dreven 64, 9830 Sint-Martens-Latem 1225. Mw Logie Chr., Vijfwindgatenstraat 19, 9000 Gent 1226. Cocriamoot Ch., Drongen!>_teenweg 214, 9000 Gent 45


1227. 1228. nes 1229. 1230. 1231. 1232.

Nationale Bank van België, 1000 Brussel Cte Em. de Lichtervelde, Chateau de la Follie, 7190 ÈcaussinVandenheede J., Ieperlaan 39, fOOO Brussel Hennequin J., Dorpstraat 5, 9831 Deurle De Somville 0., Tweebruggenstraat 25, 9000 Gent Thissen J., Onafhankelijkheidslaan 38, 9000 Gent.

HET LAKENMETERSHUIS In het Lakenmetershuis werd tot het midden van de negentiende · eeuw het lijnwaad, door thuiswevers op het platteland vervaardigd, gemeten en verkocht. · Oorspronkelijk stond hier een van de vroegst bekende huizen van de Vrijdagmarkt : de Wulf, vergaderplaats van de corduwaniers of nieuwe schoenmakers. Vandaar ook de naam van het links van het Lakenmetershuis gesloten straatje, de Wolfsteeg, dit leidde itaar een bruggetje over de Ottogracht, de Wolfbrug. Toen in 1900, die kant van de Vrijdagmarkt werd gesaneerd, werd het Wolfstraatje langs de Vrijdagmarkt gesloten. De Wolfstraat bestaat echter thans nog en loopt met een bocht van de Penitentenstraat naar de Baudeloostraat. De Wolfstraat telt een aantal gevels gebouwd rond 1904, die het bekijken waard zijn, o.a. huis nummer 9 met in terracotta de voorstelling van een wolvin met haar jong en van Romulus en Remus. Door de Concessie Caroline van 1539, waa,rbij het aantal neringen van 53· tot 21 werd gebracht, werd het huis De Wulf verbeurd en verkocht .. Later werd het huis aangek<?cht door Justus Billet, de bekende Gentse kroniekschrijver, die het huis echter in 1652 opnieuw zal verkopen aan de stad Gent voor 1480 pond 6 -schellingen 8 grooten. De benedenzaal van de Wolf werd nu gebruikt om op marktdagen het te koop gestelde lijnwaad te meten; alzo kreeg het gebouw de .naam Lakenmetershuis: Rond 1770 verkeerde. de hoge trapgevel bekroond met de Gentse . Leeuw in een slechte staat. De gevel werd herbouwd naar het plan van de bekende Gentse architect Bernard De Wilde in 1771-1772. Het Lakenmet~rshuis werd niei enkel gebruikt voor het meten van .het lijnwaad. In de 17° en 18° eeuw werden er volgens P. Claeys ook voorstellingen gegeven. In de 18° en het begin van de 19° eeuw werd er in october gedanst tijdens de Sint-Jacóbskermis. In 1810 ·werd er een zondagsschool ingericht; het doel van deze zondagsschool 46


~-

Het Lakenmetershuis op de Vrijdagmarkt.

47


was-de kinderen voor te bereiden voor de plechtige communie. In de volksmond werd dit "naar de kapelle gaan" genoemd. Rond 1850 verhuisde de zondagsschool naar een ander lokaaL Wat later werd h~t Làkenmetershuis het lokaal van "de Taal is gansch het Volk" en van het Willemsfonds, dat er in 1868 een openbare biblioteek zalinrichten~ Ook werden er voordrachten gehouden. Het Lakenmetershuis werd ook gebruikt als kiesbureau en jn 1889 zal de "Zonder Naam niet zonder Hart" er een refter inrichten. Vanaf 1903 werden in het lokaal van het Willemsfonds de bekende liederavonden ingericht en dit op initiatief van Florimond· Van Duyse, waàr de teehoorders liederen uit de rijke Vlaamse liederenschat werden aangeleerd. M.S . .NOOT Gedeeltelijk naar een tekst van de Inventaire archéologique door Pr. Claeys.

PUZZEL 1977 De puzzel van het novembernummer 1977 kende een groot Succes. We ontvingen vijftien goede oplossingen en wel in de volgorde : de heer R. Buyle, de heer E. Wauters, mevr. H. Pintelon, de heer L. · Lefebure, mevr; D. Sarteel, de heer en mevr. de Vriendt, de heer H. Koller, mevr. D. Baete, de heer R. Halsberghe, de heer 0. Beirnaert, de heer P. Decaluwe, mevr. J. Somers, mevr. Y. Eykens, de heer G. Fortie, de heer A. Mast. Allen : hartelijk gefeliciteerd. OPLOSSING

§GRAVENSTEEN W!LL YBUNTINX V_ANARTEVELDE . HETIOLHUISJE SINTIORISHOF ANNAP~ULOWNA

PDEVIGNEQUYO TDUIVEL~TEEN

STJACOBS~ERK

BYLOKEMUS,EUM STROPDRAGEE,S MVVAERNEWYCK

Te vinden woord : Sintjanskerk

Offsetdruk VITA, 9750 Zingem

48


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 7 de Jaargang, nr. 2

15 maart 1978

Ere-Voorzitter : J. Tytgat, ere-notaris. Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., MaĂŻsstraat 235, Gent Secretariaat : MaĂŻsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Vraag en antwoord

50

65 Jaar geleden opende de Gentse wereldtentoonstelling haar deuren

51

Kruisboogschieting der Drie Zustersteden op 4 juni 1978 in Gravensteen te Gent

99

Hoe kunstwerken van Gentse schilders in Mexico kwamen

101

Bibliografie

102

Te Gent

103

Aanvullende ledenlijst

104

Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhouthaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


In de Conferentiezaal van het Kultureel Centrum- Bank van Brussel-Lambert, Graaf van Vlaanderenplein, 3, Gent : WOENSDAG, 22 Maart om 20 UUR: Voordracht door de Heer Gaston Dieperinek over "HET CITADELPARK" (de vier jaargetijden) met kleurendia-projectie. WOENSDAG, 19 April om 20 UUR: In 1913- zaterdag 26 april- 65 jaar geleden werd de "Wereldtentoonstelling" te Gent ingehuldigd. Aan die heuglijke gebeurtenis zal de Heer G. Hebbelynck ons herinneren door een voordracht met diaprojectie. VRAAG EN ANTWOORD

Vraag 81 van de heer]. Koninckx, consul-generaal te Amsterdam Wie kan inlichtingen verstrekken over het leven èn het werk van de 19° eeuwse Gentse architect F. de Noyette ?

Gentse straatnamen Op de vraag die verscheen in het januari-nummer vanG. T. kwamen reeds talrijke antwoorden binnen. Aan allen : onze beste dank. Op het einde van elk jaar zal de correspondentie in verband met dit onderwerp gedepanneerd worden in onze bibliotheek. In het juli-nummer zal de publicatie beginnen. De straatnamen zullen alfabetisch behandeld worden naar de letter van de familienaam. Hierbij nog een lijst van straatnamen, waarover we inlichtingen vragen: Brunaustraat (Sint-Amandsberg) Casier de ter Bekenlaan (Mariakerke) Burg. Dr. Cieterslaan (Wondelgem) Fr. Burvenichstraat (Gentbrugge) Dr. R. Clausstraat (Oostakker) Joost Clemmenstraat (Gent) Alf. De Clercqlaan (Gentbrugge)

Bibliotheek en wekelijkse bijeenkomsten : in het Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis, Convent Engelbertus - Groot Be gijnhof, huis nr. 46, Sint-Amandsberg (Gent) : elke zondag van 10 tot 12 uur (uitgenomen op feestdagen). Gesloten in juli en augustus.

50


65 JAAR GELEDEN OPENDE DE GENTSE WERELDTENTOONSTELLING HAAR DEUREN Op 26 april eerstkomend zal het precies 65 jaar geleden zijn dat een tentoonstelling geopend werd waarover oud en jong, man en vrouw nog zeer lang de mond vol zouden hebben en waarover de jeugd van toen, thans kaal of tandeloos geworden derdeleeftijdsmensen, met een gevoel van weemoed zitten te praktizeren. Ghendtsche Tydinghen aanziet het als een dure plicht enige oude koeien uit die dagen uit de gracht te halen. Het blad heeft daartoe meer dan een reden in zijn mars. Ten eerste wil het de jeugd van destijds de gelegenheid bieden nog eens in gedachten te beleven wat meer dan een halve eeuw geleden zulk een¡ onuitwisbare indruk op haar gemaakt heeft. Ten tweede wil het beproeven de jeugd van vandaag - laat ons aannemen waardevolle - kennis aan te brengen over feiten en gebeurtenissen die in een nog zo'n recent verleden plaats gegrepen hebben. We zullen ruimschoots gebruik maken zowel van het verhalende woord als van het verhelderende beeld. VOORGESCHIEDENIS

Lokale, zelfs nationale, tentoonstellingen had men vanaf het einde van de 18de eeuw zowat overal gehouden. Denk maar in dit verband aan de eerste Franse "Exposition de produits industriels" die te Parijs in 1798 gedurende 6 (september)dagen voor een talrijk publiek toegankelijk was. Reeds in september 1802 werd de proef met een stijgende belangstelling herhaald. Niet minder dan 540 exposanten namen aan het evenement deel. Een derde uitgave van de handelsen nijverheidsonderneming had plaats in 1806. Dit keer werd een werkelijke krachttoer geleverd, waarbij de "Esplanade des Invalides" aan 1422 deelnemers de gastvrijheid verleende. Minder denderend was de vierde en laatSte tentoonstelling in zijn soort die in 1819 ge-" houden weid. Wè moeten geduld oefenen tog 1851 eer er sprake kan zijn van het organise:ren van een volwaardige wereldtentoonstelling. Dat Londen voor die eer in aanmerking wenste te komen lijkt mij zo klaar als e~n klontje, Sprak men in die dagen - helaas nu niet meer - niet van zo iets als een "British Empire" en van een _ "Britain rules the waves" ? Het waren dan ook de niet te overziene koloniale rijkdommen die de zalen van de World-Exhibition vulden. Een tweede Exhibition zal in 1862 plaats vinden. ' Parijs moest natuurlijk tonen dat het ook een beetje daar was., Dat gebeurde in 1855 met het organiseren van de eerste van een lange rij 51


1 9 0 4 ONT'w'E R.P MILJOENEN-

KwARTJER 15pooy-we)> 2 M u~.sen5t-r. .) KortrYkseStw.

4 ...Spoorwe ~ Nv..:J:Je P~ n teL. .5 Krilg.sloan 6 P~c.ific~tie L. f5t.- P,'e.t-erj-Aabr. .5

rY"<}. 2>. t

8 GY"ond werp L.

.9 Con~re.5 L<}.àrl 10 Vrijhei.ol.sL~àt1 '11 w~teY"loola.an

8;9;10;11

hU.

G,Yoafde.5mer de rv~e:;erpl.

12

W

FlelAru~str:

1.3 Jemè. p pe.s st r. 14 Onb.fhAnke-

l~· k he i. d,:, l~ à n V.ar. d erl ~ nd ~ tY:' 15 G u.l den s pore11 Nu.Jem~ppe.5.5b:· . . la.H\ 18 Ou.d. EHl~~rd ~e 16 K 1 e v ll:e 11. L~61'\ .Steen-we~ nu 'vVoe V' In _gen-

r"----------1

11

52


Expositions Universelles. Die van 1867 stelde die van 1855 feestelijk in de schaduw. Die van 1878 kwam in het frontpaginanieuws te staan : haar paviljoenen waren opgetrokken op het "Champ de Mars". Bovendien werd het splinternieuw indrukwekkend "Trocadero" voor het publiek opengesteld. Volgde dan die van 1889. Deze koos als talisman de op dat ogenblik hoogste toren van de wereld. De Eiffeltoren. Tenslotte kwam die van 1900. Deze werd opgeluisterd door de inrichting van de Tweede Olympische Spelen. Of de andere wereldsteden zich gedurende heel die tijd bij de pakken hadden neergezet ? Geenszins. Wenen verscheen ten tonele in 1873; Philadelphia in 1876; Melbourne in 1880; Moscou in 1882; Amsterdam in 1883. 1888 was een vruchtbaar jaar wat het houden van wereldtentoonstellingen betreft, want om zo te zeggen gelijktijdig spreidden Barcelona, Melbourne, Moscou en Sydney de vrucht van hun arbeid en vernuft ten toon. Met 278 ha.. aan tuinen, pleinen en hallen schoot Chicago in 1893 de opperste gaai af. Als laatste in de rij maakte St. Louis in 1904 van de inrichting van de Derde Olympische Spelen gebruik om op zijn beurt gedurende vele maanden in het wereldnieuws te staan. Wat dichter bij huis waren het Antwerpen, Brussel en Luik die het Belgisch prestige hoog hielden : Antwerpen in 1885 en 1894; Brussel in 1897 en 1910; Luik in 1905. Wat de Luikse "tièsses di hoye" (kolenkoppen), de Antwerpse Signaren, de Brusselse KiekenEretters kunnen doen, dat moesten de Gentse Stroppen even goed of nóg beter kunnen, filosofeerden enige Arteveldezonen die op bezoek waren bij de metaalnijveraar Gustave · Carels en ze praatten over de mogelijkheid ook te Gent een ~nterna­ tionale Tentoonstelling te organiseren. Als één man meenden ze dat die er moest komen. Doch wanneer ? Nog had men geen· datum . vastgesteld of een jobstijding kwam verraderlijk: roet in het eten wer-' . · pen. Vernomen werd namelijk dat Brussel plande een derde I. T. te houden in 1910. Protesten komend uit de Gentse hoek mochten (natuurlijk) niet baten. Besloten werd dan noodgedwongen met de inrichting van een eigen Tentoonstelling te wachten tot de Brusselse volledig tot het verleden behoorde. ' Op 28 december 1905 ging de kogel door de kerk. Vergaderd in de Koophandel- en Nijverheidskring (Cercle Commercial et Industrie!) Lange Meire 15, gingen de hogergenoemde Arteveldezonen tot de effectieve stichting over van de "Société anonyme pour l'Etude d'une Exposition universeTie et Internationale ~ Gand". 53


J

al;EJPOSITIOI UIIYERSELLE

DE

6lND

1913 snr~irf' A.V~r H~m.

O:md.

rut d<s Lhampo, 60.

/

/

---·---·-

Modèlt~.

Plattegrond van de tentoonstelling om het verloop van ons verhaal beter te kunnen volgen.

54


WEREI.ITEITSTELL. VAl 1918 to-.io-lo' A Alle

J:::t" ............ Vcidomlt. 110.

~-· .,.......,rtbmaoll•r o1 . -... ""'' ..,.......,... at

Allt-.-... - -.

mll1<1111o. ............. -

-,

.

~."r;Ki;~

~ ,._.

:::::--.

~~~---' - -:f~.----

j,

. ft -;::::::- "..--. - ---_..) !.....-.., j

-,

ss



"Vermetel" hoorden ze allerwegen zeggen. Elders "Een utopie". Nog elders "Een gek idee".Vanzelfsprekend stoorde zich niemand aan het gepraat. Integendeel spanden ze zich eens en voor goed voor de wagen die pas veel jaren later aan het rollen zou kunnen gebracht worden. Om de waarheid te zeggen was Vlaanderens hoofdstad aan haar proefstuk niet wat het ineenboksen van exposities betreft. Inderdaad, waren het de Eerste Consul en Madame Bonaparte niet die daags na hun intrede te Gent (14 juli 1803) een lokale tentoonstelling van nijverheidsproducten openden ? Een tentoonstelling waaraan het kruim van de bourgeoisie gantoise deelnam : Fr. en L. Bauwens, demmen, Lousbergs, Hebbelynck, Tibergien en nog zoveel anderen wier namen nu nog een welluidende klank hebben. 'Waar die tentoonstelling, die zoals gehoopt werd een ongemene bijval oogstte, inge;; richt was ? Natuurlijk in de Grote Zaal van het Stadhuis (thans Pacificatiezaal). Wat de Fransen in 1803 op lokaal gebied verwezenlijkten zouden de Hollanders in 1820 op nationaal gebied verwezenlijken. Op 1 augustus van dat jaar openden de provinciegouverneur de Lens en burgemeester Ph. Piers de Raveschoot (1819-1826) een expositie waaraan zowel industriëlen en handelaars van boven als van onder de Moeraijk deelnamen. Behalve de Grote Zaal werden nog een negental plaatsen van het Stadhuis met een keur van nijverheids-, handelsen kunstproducten als het ware volgepropt. ' Iri 1849 had voor het eerst een all-round Belgische "Exposition des Produits de !'Industrie des Flandres" plaats. Ze werd op maandag 23 juli van dat jaar geopend in aanwezigheid van de koning (Leo~ pold I) de koningin (Louise-Marie), de hertog van Bràbant (de latere Leopold II) en de graaf van Vlaanderen (de vader van koningAlbert).' Ook deze tentoonstelling was ondergebracht in het Stadhuis. Te noteren valt dat de plechtige opening gepaard ging met de eerste uitgang (een tweede op zondag 29 juli; een derde op maandag 6 augustus) van de befaamde historische stoet "Cortège historique des Comtes de Flandre". Ten slotte kwam in 1899 de Provindalè Tentoonstelling, dit keer gehouden in de gewezen Citadel, de rij der grote exposities sluiten. Sommigen beweerden dat ze diènde aanzien te worden als de aanloop tot de Internationale Tentoonstelling die pas veel jaren later werkelijkheid zou worden. Zoals gezegd was Gent in 1905 niet aan zijn proefstuk wat het uit de grond stampen van exposities betreft. De Maatschappij die op 28 57



In verschillende kleuren uitgevoerd (gro~n, geel, eu:.::.) telde ieder blad 20 verschillende sluitzegels (6 cm x 4,5 cm). Vrijwel al de Gentse merkwaardigheden kwamen op de kleine schilderijtjes aan bod : het Belfort, de St.-Baafskerk, het Gravensteen, de ¡3 Torens, enz. 15 van de zegels staan afgebeeld in het Livre d'Or.

U1

\0


december gesticht was had in nauwelijks 48 uren het nodige kapitaal bijeengebracht om gezwind van wal te steken. We denken er niet aan in de loop van ons verhaal al de personen op te noemen die een kleinere of grotere rol gespeeld hebben in het avontuur dat ze uiteindelijk hielpen tot een goed einde te brengen. Toch moeten we aanstippen dat het door het Bestuur van de Maatschappij aangesteld Centraal Comité voorgezeten was door de heren G. Cooreman en Gustave Carels. Vooral deze laatste was een man "uit één stuk" wiens geestdrift en werklust met geen maat te meten was. Als hij op 4 juni 1911 zal sterven zal dat verscheiden voor de onderneming een groot verlies betekenen. Dit tussen parenthesen : Voor de werkhuizen waarvan hij de grote baas was, was hij een onvermoeibare en oerkrachtige leider. Zijn volk bewonderde hem bijna zo overtuigend als het hem vreesde. Vrezen omdat hij het werkvolk in alle toonaarden placht uit te schelden en met het lelijkste te bedreigen. Bewonderen omdat hij er niet voor terugschrok "zijn handen vuil te maken". Waarom ze hem "den Tjekke" noemden moge ik in een paar woorden uit de doeken doen. Gebeurde het dat een ploeg werkvolk met het verplaatsen of laden van een zwaar machinedeel niet over weg konden, dan trok de baas kordaat zijn jas uit, en na al die mannen voor leeggangers en "slaphangers" uitgemaakt te hebben, greep hij een van de touwen, spuwde eens als kenner in de handen, en commandeerde, de juiste maat in acht nemend : "tjekkeu ! Hoeft het gezegd dat de lompe ijzermassa in beweging gebracht werd ? Was de operatie voleindigd, dan ontpopte "den Tjekke" zich als het tegendeel van een boeman. Dan waren de leeggangers als bij toverslag toffe kerels geworden. Zijn mannen kenden hun pappenheimer. Ze vergavenhem graag wat ze aan de hooghartige schrijvelaars niet wilden. Met een dergelijke kerel aan het hoofd moest het Centraal Comité wind in de zeilen hebben. Het verwonderde dan ook niemand dat, toen dit Comité op 2 april 1906 zijn rapport neerlegde, men zonder meer de geplande inrichting van de tentoonstelling in het vooruitzicht stelde. Vanzelfsprekend was het Carels die tot voorzitter van het Uitvoerend Comité gekozen werd. Zoals gezegd tot 4 juni 1911. Wie hem opvolgde was iemand die alras blijk zou geven dat hij ook de man op de rechte plaats was : burgemeester Emile Braun. BOUWTERREIN VAN DE TENTOONSTELLING

Het eerste punt dat aan de orde kwam was de plaats waar de tentoonstelling zou verrijzen. Men had te kiezen onder drie mogelijkhe60


De Vlaamse schutsengel in middeleeuwse dracht met achter zich de wapenschilden van Vlaanderen en van Gent houdt in de rechterhand de Vlaamse wapenstok. Ze heeft een perkament ontrold waarop de lof aan Gent bezongen wordt: "Nous voulons et ordonnons pour ce que nostre ville de Gand est la plus ancienne de fondacion et la première en ordre et aussi la principale de nostre dit pays de flandres et que par ce a icelle doit appartenir de droit le avant parler par tout nostre dit pays de flandres et ailleurs". Publiciteit voor de tentoonstelling ingericht in het Museum voor Schone Kunsten.

den : de Ekkergemse meersen, een terrein deel uitmakend van het havengebied, het zogenaamd kwartier van St.-Pieters-Aalst. De keus viel op de laatstgenoemde stadswijk, niet in laatste instantie omdat het Citadelpark zo dichtbij gelegen was. Bijgaande plattegrond van genoemd kwartier geeft de toestand weer zoals die was voor de aanvang van de werken. Het loont de moeite die toestand te vergelijken met die van nĂ de tentoonstelling. DaLwil zeggen zoals die er thans uitziet . Een toponymische bijzonderheid waarop wel eens mag gewezen worden : bijna al de straatnamen doen aan oorlog of vrede denken : Woeringen (veldslag 5 juni 1288 ), Fleurus (veldslagen 1 juli 1690 en 26 juni 1794 ); Waterloo (veldslag 18 juni 1815); Guldensporenslag (11 juli 1302); Jemappes (veldslag 6 nov. 1792). Daarentegen Grondwetlaan, Congreslaan, Vaderlandstraat, Pacificatielaan, Vrijheidslaan, Onafhankelijkheidslaan. Dat naderhand de kieviten hun soortgenoten : reigers, leeuweriken, mussen, uilkens, 61


GHENT INTERNATIONAL g UNJVERSAL

EXHIBITION

Affiche speciaal geschilderd om de tentoonstelling in al de Engelssprekende gewesten bekend te maken.

ganzen, moeten verlaten hebben gebeurde omdat ze niet pasten in het geschiedkundige oorlog- en vrede-kader.

DE WERKEN Eens zover kon de Commissie eraan denken een voorlopig tracé van de begrenzing en de verdeling van de beschikbare terreinen in straten, pleinen en hallen op papier te brengen. Met dat werk belastte men de architect Oscar van de Voorde. Om de definitieve Maatschappij op te richten werd in 1907 een openbare lening uitgeschreven die in een minimum van tijd volschreven was : 15107 aandelen van elk 100 F vonden hun weg in de portefeuilles van 1552 aandeelhouders zodat een kapitaal van 1.510.700 F gevormd werd. Tevens had men de zekerheid dat subsidies zouden verleend worden door Staat, Provincie en Stad. Een belangrijke datum werd de tiende maart 1908, want op die dag kwam de "Société

62


anonyme de l~Exposition universelle de Gand" tot stand. Enkele weken· daarop, namelijk op 22 juni, werd overgegaan tot de benoeming van 2 voorzitters : de ons ree·ds cgoed bekende G. Carels en G. Cooreman; 2 ondervoorzitters : E. de Hemptinne en Maur. de Smet de Naeyer, enz. We kunnen.er niet van uit nog een paar andere namen te noemen- omdat ze ook op een ander (Gents) vlak actief geweest zijn- met name die van Joseph Casier, die een voorname rol speelde bij het herstellen van het Belfort; Emile Coppieters, senator. Begin 1909 werd het erevoorzitterschap aangeboden aan graaf Paul de Smet de Naeyer, volksvertegenwoordiger, Ministerpresident, Staatsminister, die nog voor het sluiten van de tentoonstelling zal overlijden (9 september). Dezelfde eretitel bekwam de gouverneur Raymond de Kerchove d'Exaerde. Werd er aanvankelijk slechts traagjes gewerkt, in 1911 nam men de stier bij de horens om die pas los te laten toen .. de tentoonstelling een voldongen feit was. Ook hier moge ik een paar· haakjes openen. Het optrekken van de verschillige gebouwen, vooral.van.·het Feestpaleis, vergde het graven van diepe geulen en kuilen. Daarbij werden val1Zelfsprekend massa's (nog maagdelijk) zand op hopen gegóoid om vervolgens wegg~voerd te worden. Bij dat gedó~ waren grondwerkets erg verwonderd op sommige· plàatseJ;l tegelijk met de groenachtig gekleurde aarde gave en gebroken zeeschelperi op te delven. Daar bleven die eenvoudige mensen niet van wakker liggen, ook niet toen ze op de koop toe eveneens zeer harde, van 5 mm tot 5 cm grote, meestal donkergrijze als het ware gepolijste driehoekige dingetjes met hun schoppen naar de oppervlakte haalden. Verkondigd werd - zelfs door .meer geleerde lui - dat dat allemaal versteende vogeltongen waren. Michel Thiery, die de werken van dichtbij ·en regelmatig volgde en met eigen ogen die schelpen en zogenaamde vogeltongen zag te voorschijn komen, vertelde aan wie 't horen wilde, dat die schelpen indérdaad echte zeeschelpen waren, .die: daar niet neergelegd waren maar ter. plaatse als diertjes geleefd- en gestory~n·waren en dat die vogeltongen niets anders waren ~daJi de versteende tanden' van haaien die evenals de schelpdieren in de ~ee)ustig rondz\Vommen. Een zee die op zijn minst ·-e~n- m,iljoen jaren geleden heel Vlaanderen overdekte,_ derhalve de Flattdrisclie Zee _genoemd 'Y'erd. Bokalen vol:van_ die haajetanden krëgenj3!-eîil1adien ~n _:plaatsje in het SchóolmuseUm. - - Göed.~ J.a,ten vve: liever het :legertje árchi!ectert en landmeters, timmerliet,l~n,. sch~ijriw~rkers en schilders, me_tselaars en stllka:dt)ors, loodgie~ers·enstrqdêkk:ers aanhet woord opdat z~ dè talrijke hallell 63


Affiche speciaal gecreërd voor de Floraliën

64


en paviljoenen konden uit de grond stampen.

PUBLICITEIT Van meet af aan was het ten duidelijkste gebleken dat Frankrijk de voornaamste collaborateur van het Gents Evenement zou zijn. Inderdaad zullen 10562 exposanten uit dat land de weg naar het Belgisch Manchester inslaan, terwijl onze buurstaten, Engeland, Duitsland en Nederland, samen nauwelijks het vijfde van dit aantal deelnemers zul. len bijeen kunnen krijgen (2105). Zowel van Franse als van Belgische zijde had men niets onvedet gè:.: laten om die enge samenwerking tot stand te brengen. Dat Parijs daarbij de dikste duit in het bakje deed wordt o.a. bewezen door de officiële uitnodiging die de Prefect van de Seine en dé Voorzitter van de. Parijse Gemeenteraad naar de 4 Expo-steden stuurden. Dat gebeurde bij missive van 31 maart 1911. De burgemeester van Brussel (Max), van Antwerpen (Devos), van Luik (Kleyer) en van Gent (Braun) zullen gedurende 3 dagen geflankeerd door hun schepenen en gemeenteraadsleden de gasten zijn van het Parijse Stadsbestuur. De twee glanspunten van dat verblijf - de Seinevaart en het bezoek aan kerken en musea zijn het spreken niet waard '" betroffen de galavoorstelling op 4 april in de Opéra aangeboden en het gala-diner dat twee dagen nadien zou gepresenteerd worden. In de Opéra werden bedrijven uit Samson en Thaïs ten tonele gevoerd. Te welker gelegenheid de grote Belgische zanger Noté aan het woord mocht komen. Wat ons legertje genodigden te eten en te drinken kregen laat ik liever onvermeld. Wat integendeel wel mag verteld worden is dat het etentje opgeluisterd werd door een concert uitgevoerd door de kapel van ...de Garde Républicaine, die werken ten gehoren bracht van Saint-Saëns, Aubert, Massenet, Thomas, enz. Als dessert mocht men in de Jardin d'Hiver van een uurtje kamermuziek genieten : Mozart, Bach, enz. Wat ons van dat alles het meest interesseert is het feit dat aan de gasten twee artistieke programma's !).angeboden werd : een van het kunstfeest (met een met·dè hand bijgekleurde gravure) eneen met de afbeelding van het Hotel de Ville in welks eetplaats het diner opgediend werd. De gastheer vergat niet eraan te herinneren dat in dezelfde zaal tsaar Alexander lil van Rusland in 1892 de edele voeten onder de tafel stak. Dit succesvol vriendschapsbezoek aan de lichtstad betekende voor de ~ectie van de tentoonstelling de definitieve start voor het aanknopen van de o! zo nodige contacten met het binnen- en het buiten65


Ingangspoort .van de Rue du Caire. Let op de kamelen en de minaret.

Senegaalsen dorp ViUage SĂŠuĂŠgamis

A Scllegal village Dort Se:nellalais

Ingangspoort van het Senegalees Dorp. Gans links het torentje van de Normaalschool.

66


land. Met andere woorden gezeg<l oordeelde men het ogenblik gekomen om met het voeren van een (officiële) propagandacampagne van wal te steken. Massa's drukwerken van diverse pluimage vonden hun weg naar alle plaatsen van het binnenland (gemeentehuizen, spoorwegstations); naar alle grote steden in het buitenland : Dover, Munchen, Lyon, Den Haag. Ook de landen buiten Europa gelegen werden niet over het hoofd gezien. Aanplakbrieven geraakten tot in Amerika, Afrika (Pretoria), Azië, Australië (Melbourne). Van de nauwelijks een paar cm grote sluitzegel tot het reuzegroot affiche (van Oud-Vlaanderen, 1,6 m x 2,30 m) alover de kleurrijke postkaart. Van het vliegend blaadje tot het geïllustreerd album alover de handige brochure werden in ontelbare- hoeveelheden verspreid. Van_:_ het affiche (torenrij met bloemenguirlandes) ontworpen door de schilder Lys verschenen 4 uitgaven (Nederl. Franse, Duitse, Engelse). In het geheel 250.000 exemplaren. Van dat hetwelk J. Cornelis, leraar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, tekende (de Maagd van Gent met haar wapenschild) werden maar liefst 500.000 exemplaren gedrukt. Valleen ontwerp getekend door Henri Thiery (de broer van Michel) werden niet alleen aanplakbrieven maar eveneens postkaarten gedrukt : motief : de Stenen Man die vanaf het Belfort de Expositie in ogenschouw neemt. Uitgave 1.200.000 stuks. Dat al dat propagandamateriaal als onderwerp de stad Gent en haar historische gebouwen had en niet zaken die in direct verband stonden met de tentoonstelling en haar inhoud, zo roerend als onroerend, hoeft waarachtig geen betoog. En dat ook de tentoonstelling begeleidende evenementen zoals de inrichting van de Floraliën, de uitgang van stoeten, de onthulling van gedenktekens, het verfraaien van het stadsbeeld, rijkelijk aan bod kwamen - zoals we verder zullen zien - verdient al evenmin gecommentarieerd te worden. Wat die verfraaiing betreft was eenieder er zich levendig van bewust dat Gent kost wat kost een verjongingskuur diende te ondergaan. Natuurlijk onder de vorm van nieuwe of gerestaureerde gebouwen. De Koornmarkt werd begiftigd met een splinternieuw Postgebouw (1907-1910); de Kortrijkse Poort met een eveneens nieuw doorlopend station ( 1909-1912) in tegenstelling met Gent-Zuid dat een eindstation was. De Leie kreeg haar vaste monumentale St.~Michiels-­ brug (1908-1912). Het St.-Pieterstation kreeg in zijn schaduw een veel kamers tellend hotel : het Flandria Palace (1912). Aan het Belfort gaf de ons allen bekende architect V alentin V aerwyck een nieuw silhouet. Een groot aantal nieuwe verkeersaders werden geo-

67


::!.! !111111 ~! li l! I!flllllllililllHHII! ll ll lll li! llll l!ll lliil lll!lli lillid i Ilill il Hi'l!l! I ~

-

-

=

jWIT OF ZWARTI=

~ Vermaard Blijspel in vier bedrijven door ~

H . VAN SEYMORTIERen HENRIVAN ~ § : 11 • 111 • iil • DAELE • • • • • • • ~

§

ê•

~

~­ =li

•ê

~~~

êm

= =

=

= = =

= =

= -=

= = = =

=

@l!ll!IH IHHII Illli!!Wlllll!llllH'Iilltli!iii iIlil tlllî!lllll! 1111111 filllHIIIiUllill ~ Si. Mit'hit'ls Dmkkerij

Huurdo:hter straat, 6-S- Gent.

De tentoonstelling verwekte een lollige weerklank wiens geluiden voor het voetlicht te genieten waren.

68


pend : de Zomer-, Winter- en Opvoedingstraten (1908). Zonder overdrijving mocht men getuigen dat Gent en zijn burgers in 1913 gereed waren de duizenden en nog eens duizenden bezoekers met open armen te ontvangen en welkom te heten. DE OPENING

Jaren. op voorhand was de openingsdag vastgesteld : zaterdag 26 april. Waarom die zaterdag ? Natuurlijk om het talrijk publiek in de mogelijkheid te stellen zijn zondag aan de tentoonstelling te besteden. Waarom die 26ste ? De tentoonstelling ging gepaard met,het houden van de 17de FloraliÍn. Omtrent die dag staan de azalea's (Gents voornaamste specialiteit) in volle bloei, een feit dat aan een datum eng verbonden was en nog is. Zo'n uitbundige feeststemming als die welke op die 26ste april overal kon waargenomen worden had de stad sedert lange tijd niet gekend. Met bloemen opgesmukte en met vanen bevlagde huizen deden flink hun duit in het zakje. Ze wilden blijkbaar niet onderdoen voor de versieringen door de stad allerwegen aangebracht. In feite ving het feest reeds de vrijdag aan. Overdag hadden beiaardconcert en trompetgeschal, 's avonds een taptoe met muziek en fakkellicht de grote gebeurtenis ingeluid. Tussen concert en fakkellicht heen waren inmiddels honderden nieuwsgierigen -de Gentenaars zijn altijd curieuzeneuzen geweest naar het St.-Pieterstation getrokken om met eigen ogen de aankomst en lossing van de aangevoerde 8 galakoetsen, die de vorst en zijn gevolg 's anderendaags naar de tentoonstelling zouden rijden, te aanschouwen. De dag zelf, zaterdag 26 april, zal een drukte van belang kennen : een ononderbroken toeloop van sympatisanten (en ook wel van minder enthousiasten van dergelijke plechtigheden die toch maar eens kwamen lonken) die allemaal maar een enkel doel hadden : zien, meemaken, beleven. Dat .was mogelijk aangezien de fabrieken en werkhuizen hun poorten hermetisch gesloten hadden en de Staat, Provincie en Stad aan hun personeel een dag vrijaf ten geschenke gegeven hadden. Het weer viel m_ee : geen regen, wel wat wind en een welgekomen zonnetje. De galakoetsen en de ontelbare huurrijtuigen wachtten op het Stationsplein het ogenblik af _om op stap te gaan. Klokslag halfdrie stoomde de koninklijke trein met station binnen. Op het per-¡ ron verwelkomden burgemeester Braun, provinciegouverneur de Kerchove d'Exaerde, de plaatscommandant generaal Guiette en de 69


PEJISONENt ..uRBJ\lN. Bankier~ ss jaar., lmNIE. zijne vrouw, 2S .Jaar•.

> ;'

U...'CAS

VERSPEELT, gepenaioa- , neerde porte-clef, 60 jam-. · · ··soss~ zi~ vrouw~ 58 jaar. · '· ·TREZE, ZU$tel" van Lucas, ~S jaaÎ-. · GASTON

DUPUIS,

boe2emvriend

van 1-loremans, 30 jaar. · . '~ uitroeper. ,·;·Eea-~n~.,

'<

·~"'

'Eèû~.

r.·RMNTJE. DE Ml.Jl.DEk•. .NEl,.L.E. cZÎjne "VtOUW, .

. . ~·ti~~~=:

• ;\:;;;,;.>~~···~.aar·· beminde,

Brugsdae piot. , :, : ~· ,upugatverkooper. · · ·;,•b:~~~~Jd,à~àt, 'ftièad' . . .

•PfKOKO; · 'SCHIETAPI&

Veel witten aan het woord. Slechts chie zwarten die verdraaidgoed Gents praatten : Yukuku, Pikoko en Schietapie.

70


commissaris van de tentoonstelling Jean de Hemptinne de koning, de koningin en de kroonprins. Daarop verliet een indrukwekkende stoet de Marie-Henrietteplaats (thans Koningin Maria Hendrikaplein) om begroet door een uitgelaten "Vive le Roi ! ", "Vive la Reine ! " roepende menigte via de Elisabethstraat (thans Koningin Elisabethlaan), de Kortrijkse Steenweg en een stukje Citadellelaan (thans Karel de Kerchovelaan) de hoofdingang van het Park te bereiken. Deze hoofdingang was gelegen in de schaduw van de monumentale fontein opgericht ter herinnering van Karel de Kerchove, dus op de hoek van de K. de Kerchovelaan en de Koning Leopoldlaan. Na het Park doorkuierd te hebben werd de eretrap van het Feestpaleis bestegen, het Congrespaleis doortrokken om in de grote Feestzaal de Floraliën plechtig te openen. De op vrijdag door een jury met goud en zilver beloonde prijswinnaars werden aan de vorstelijke bezoekers voorgesteld. Nu kon de eigenlijke tentoonstelling aan de beurt komen. Achtereenvolgens werd een bezoek gebracht aan de talrijke paviljoenen en hallen. Natuurlijk niet zonder links en rechts wel verdiende complimenten ten beste te geven. De openingsplechtigheid eindigde omtrent halfzeven. Het was via de hoofdingang van de tentoonstelling (Kortrijkse Steenwèg) dat de stoet de expositie verliet. . . Die zaterdag kan ik mij nog levendig herinneren. Mijn vader en ik hadden vruchteloos geprobeerd iets van de aankomst van de koninklijke familie te zien te krijgen. Daarom zijn we naar de Kortrijkse Steenweg gestapt in de hoop meer kans te hebben wanneer de hoge bezoekers de tentoonstelling zouden verlaten. Helaas voor de gedane moeite en ons uren lang wachten werden we slechts luttel beloond. We hadden ons met de rug geplakt tegen de gevel van een der huizen die gelegen waren rechtover de hoofdingang in kwestie. Op het gepaste ogenblik had mijn vader mij een vensterbank helpen bestijgen verwachtend dat ik ten minste voor ons geduld zou beloond worden. Spijtig genoeg heb ik van op mijn uitkijkpost meer dingen gehoord dari gezien. Een steeds maar aanwassend geroep van "Vive Ie Roi ! ", "Vive la Reine ! ", "Vive le Prince ! " Ik kon weliswaar over dè opeengepakte muur van mensen heen kijken naar bepluimde steekhoeden, zwarte koolbakken (berenmutsen) en dito buizen (hoge zijden); de koolbakken geplant op de hoofden van stuurs kijkende gendarmes, die na afloop van de plechtigheid de handen vol hadden . . om de stroom naar de stad afzakkende mannen en vrouwen te kanaliseren.

*

* * Als mijn verhaal nu .en dan eens in de ik-vorm gesteld wordt, dan gebeurt zulks om een getuige van het gebeurde aan het woord te la71


--

Expoaltion de Gand

-

\Vater-chute

De grote vijver met de Water-chute. Bemerk de oplopende zitbanken geïnstalleerd op de helling. De chute bevond zich op de plaats waar thans het Scheldeen Leiemonument uit het water oprijst. . ¡- . '

..

Hoofdingang van de tentoonstelling in aanbouw.

72


ten komen. Ik hoop dat de lezers mij die vrijheid niet al te kwalijk zullen nemen. Mijn vader had een baan in het magazijn van de lijnwaadfabriek van Félix Beernaerts, dat gelegen was aan het Graaf van Vlaanderenplein schuin tegenover de hoofdingang van het Zuidstation. De fabriek zelf stond in Wetteren. Die Félix Beernaerts maakte evenals de andere textielfabrikanten deel uit van het beheer van de tentoonstelling. Hij zorgde er dan ook voor dat zijn bedienden aan abonnementen aan zeer verminderde prijs gehOlpen werden. In plaats van 20 F diende slechts 5 F neergeteld te worden. Het is wel te verstaan dat ook ik van dat abonnement gebruik mocht maken. Ik herinner mij zeer goed dat we weinig zondagen lieten voorbijgaan zonder enige uurtjes in de tentoon- · stelling te gaan doorbrengen. Met het eten tussen de tanden trokken we erop uit. Gelukkig moesten we niet ver lopen, want we woonden niet meer dan een boogscheut van het park. De Bloemstraat (thans Jeruzalemstraat), een eindje Nederkouter, de Kortrijkschestraat (thans Kortrijksepoortstraat) en een paar passen de Citadellaan en we waren er. Van de 5 toegangen tot het park was die van de Kortrijkschepaart de voornaamste zoals we reeds vermeld hebben. Ik geloof niet dat we één enkele keer de tentoonstelling bezocht hebben zonder naderhand een uurtje te hebben doorgebracht in het park dat voor de gelegenheid herschapen was in een amusements- of liever een lunapark. Vanzelfsprekend waren het de drank- en eetgelegenheden die goed vertegenwoordigd waren. Aanlokkelijke terrassen nodigden de voorbijgangers tot een rustpoosje uit. Een grote populariteit genoot het Burgerhuis dat helaas na een paar dagen de prooi der vlammen werd. "Normaal" beweerde de man in de straat, "in al de exposities brandt het minstens een· keer". Reeds in een minimum van tijd herrees het restaurant uit zijn as. Het Zillertal dat zijn tenten even buiten het park opgeslagen had, had er het handje van om het publiek aan te trekken. Met zijn Duitse bieren en zijn jodelende voetzolen-, braaien- en billenkletsende echte of nagemaakte Tiroolse meisjes en jonge mannen. In het paviljon van Delhaize "Le Lion" kon men zich te goed doen aan een glaasje likeur of een ruimer wijn. In dat van Belna werd koffie geschonken gemaakt van oplosbaar materiaal. Voorzeker een nieuwigheid. Ook andere cafés hadden zich in een exotisch kleedje gestoken : café Matadi, het Chalet Suisse. Dit had zj.ch neergezet boven de grote helling en serveerde - dat kunt u denken - echte Alpenmelk. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, stond dat chalet op de plaats waar zich thans de post van de Burgerlijke Bescherming bevindt. Pas veel jaren. nà.1913 73


Gent. - Feestpa!ais Gand. - Le Palais des Fêtes

De eretrap van het Feestpaleis werd in 19 30 verwijderd. Een nieuwe, ditmaal gelijkvloerse werd gecreëerd. De gevel bleef ongewijzigd. In het begin van de jaren '50 kreeg het gebouw een volledig nieuwe, meer moderne gevel. Op zijn beurt viel die voor een paar jaar onder de slopershamer om plaats te maken voor een betonnen massa.

Pavilloen van den l(oogo. Pa1·illon du Conj1v. Congo >'avilion. Pavillon vou K,mgo.

Paviljoen van de Belgische Kolonie.

74


heeft men er brandhout van gemaakt. De Belvédère zaLwel een belangrijke inrichting geweest zijn want de laan die naar het viaduct leidde had men ernaar genoemd : Belvédèrelaan (thans een deel van de Krijgslaan). Ook deze laan was aan beide zijden met winkeltjes e.d. afgezet. Een Duitse menagerie heeft slechts een kortstondig bestaan gekend : een van de temmers werd namelijk door een beer doodgetrfl.pt. Een op een soek gelijkend straatje, de Rue du Caire, was alweer een aaneenrijging van stailetjes die uitpuilden van zoetigheden (noga ! ) en metalen en leren gebruiks- ·en versieringsvoorwerpen (maroquinerie ! ). Verder tapijten en artistiek vlechtwerk. Noordafrikanen van alle slach (onze tsjoektsjoeknoeJ~;a' s) met de onafscheidelijke fez op het hoofd en gèhuid in hun wijde mantels waren niet· de enige meubelstukken die aan de omgeving kleur gaven. Een minaret en rondkuierende kamelen en een grote ingangspoort, een tempel voorstellend, deden dat in geen geringere mate. Ook de Sénegalezen en de Filippijnen hadden hun dorpen met tenten en hutten meegebracht. Van die vieze Filippijnse wilden wilde ik niets weten : ik was er bang voor. Ik zag in ze te veel de vuureters en degenen die Magelhaens in 1521 vermoordden en oppeuzelden. In het Senegalees Dorp was niets vergeten. Men zag er een juwelier, een tekenaar en een prauwmaker aan het werk. Vrouwen waren doende in· de keuken (! ) of aan de was. Er was ook een school met waarachtige leerlingen. Zangers, dansers, tam-tamtrommelaars. Veel bekijks hebben de damspelers. En een stamhoofd die zich vergezeld van zijn vrouw voor zijn hut met welgevallen laat fotograferen. De bezoeker aan het Dorp had waarachtig waar voor zijn geld. In vergelijking met de Filippijnen waren de Senegalezen nettere, blijkbaar meer beschaafde, vlot sprekende rijzige kerels, laten we maar zeggen uitgezochte typen. Bij sommige dames maakten ze zelfs zo'n sympathieke indruk dat de enen en de anderen goede vriendjes werden. Meer dan dat hadden de Gentse spuiters waarachtig niet nodig om de vriendjes eens ferm door de goot te halen. De zwarte knapen hadden nog maar hun rug gekeerd of het duo Van DaeleSeymortier kwam met een revue voor de dag. Wit of Zwart heette het spel. U moet niet vragen welk thema onze schrijvers behandelden : Blanke Madame, en vooral de buren, konden niet zeggen wat de ooievaar brengen zou, een witte of een zwarte spruit. Er was ook een ] apans dorp en iets dat natuurlijk op zijn plaats was : een lachhuis. Evenals een lustig wiel. Nog andere àttracties bood het lunapark zijn bezoekers aan. De meest spectaculaire waren stellig de Scenic Railway en de Water~chute.

75


Het meesterwerk van De Beule en Ingels met als achtergrond de Engelse sectie.

Met de Scenic Railway, een montagne russe zoals we er nog nooit een gezien hadden, maakte u, gezeten in een wagentje, verschillende angstwekkende duiken de loodrechte diepten tegemoet. Met de Water-chute gebeurde dat met een schuitje. Natuurlijk een enkele maal. U moet niet vragen of die dingen te doen hadden. Alleen waren dat kostb.a re spelletjes. Na de sluiting van de tentoonstelling hermonteerde men de chute op de Koningin Astridlaan, die toen nog Albertlaan heette. Het initiatief werd een reuzeflop. Het park herbergde eveneens meer ernstige aantrekkelijkheden : het Feestpaleis (waarvan terloops reeds gesproken werd ) en het Museum voor Schone Kunsten dat toen nog niet door een hinderlijke en gevaarlijke autoweg van de bomen en grasperken van het park afgezonderd was. In het Feestpaleis waren de Floralie¡n ondergebracht : zalen vol bloemen en planten, bloemstukken en curiosa; azalea's, rododendrons, seringen, rozen, hortensia's, cyclamens, enz. enz. Werkelijk te veel om op te noemen. Een van de grootste zalen waarin men de tropische planten verzameld had : palmen, varens, de Victoria Regia (de populairste plant in onze Kruidentuin gekweekt) en die volgens de smaak van de tijd versierd was met ruïnes van Griekse tempels, zal

76


na de sluiting van de tentoonstelling herschapen worden in een velodroom, ons allen bekend Kuipke. De clou van heel die kleurenpracht moest je gaan zoeken in kleinere salons die voorbehouden waren voor de koningin der bloemen : de orchidee. Slechts kenners hebben iets aan de namen van de talrijke soorten en variëteiten orchideeën. Toch mag wel vermeld worden dat een van die variëteiten genoemd was naar de koning : Catdeya Rof Albert. U dacht er beter niet aan op die eerste bezoekdag (zondag 27 april) een voet in de tentoonstelling te zetten. Dat was warempel goed te begrijpen : iedereen wilde de Floraliën zo &is mogelijk kunnen bewonderen. Ook de volgende dagen was het in het rijtje te staan. In een woord het bloemenspel werd een bijval zonder weerga : gedurende die eerste week slenterden meer dan 500.000 liefhebbers voorbij de orchideeën en andere wonderen der natuur. Wat het Museum voor Schone Kunsten betreft : men had in zijn zalen een merkwaardige expositie ingericht met name de Oude Kunst zoals die in>Oost-Vlaanderen bedreven werd. Ook hier zullen we ons noodgedwongen dienen te beperken bij het opnoemen van de massa dingen die van het eerste tot het laatste onze belangstelling ruimschoots verdienen. We zullen er dus vrede moeten mee nemen alleen maar aan die zaken te herinneren die in nauw verband stonden (en tiouwens nog staan) met de Gentse oudheidkunde en geschiedenis. Ik bedoel bepaalde voorwerpen die we zonder ons te moeten verplaatsen in het Bijlokemuseum kunnen gaan bekijken. Ziehier de grote schilderij van F. Duchatel die de inhuldiging van Karel 11 van Spanje (1666) in beeld brengt. Wat verder de reconstructie van de triomfboog die ter gelegenheid van de Blijde Inkomst van de Kardinaal Infant Perdirrand van Spanje in 1635 op de Vrijdagsmarkt opgericht werd. Enkele van de talrijke schilderijen die de boog versierden zijn bewaard gebleven. En wat te zeggen van het mobilair en de wandtapijten die eertijds een salon van de Baudeloabdij stoffeerden ? Een hoogvlieger van belang was (en is nog) de gerestaureerde Armen Caemer die in 1531 in het Stadhuis ingericht werd. Alles authentiek : meubels, schilderijen, beeldhouwwerken, artefacten, wapens, enz. Daar staan een collectie processietoortsen, enig in hun soort, standaarten, schilden, kelken, wandtapijten, kisten. Ook kunstwerken die van elders kwamen (Oud-Vlaanderen was inderdaad een stuk uitgestrekter dan het huidig Vlaanderen) : gebeeldhouwde altaarstukken, reliekschrijnen, halskettingen, manuscripten.· Kortom allemaal dingen 77


De zullerij van de Engelse sectie gelegen aan de Erelaan. Bemerk de vouwstoeltjes waarvan er duizendtallen over de tentoonstelling verspreid waren.

die we ook in de Tentoonstelling "Keizer Karel en zijn Tijd; 3 april -30 juni 1955) en in de Tentoonstelling "1000 Jaar Kunst en Cultuur, 31 juni-31 aug. 1975). hebben kunnen bewonderen. Zowel de grote mogendheden als de meest bescheiden landen, alle hadden eraan gehouden present te zijn op de tentoonstelling. Niet alleen dat het ons te ver zou voeren, het heeft ook geen zin elk van die landen aan het woord te laten. Zoals dat hoorde toonde ieder het beste, het mooiste, het kostbaarste van wat ze te tonen hadden de V.S.A., Rusland, enz., PerziĂŤ, Denemarken, enz. Chili, Spanje, welks schilderachtig in Moorse stijl opgetrokken paviljoen reeds na een week of zo met gans zijn rijke inboedel in de as werd gelegd. Onze man in de straat had dus overschot van gelijk toen hij beweer-

78


de dat het in een tentoonstelling de gewoonte is een paar keren te branden. Ik geloof niet dat we - mijn vader en ik - de expositie meer dan eenmaallangs de hoofdingang binnengestapt zijn. Kwestie van alles te zien, alles mee te maken. Die hoofdingang was werkelijk een grandioos opgevat gebouw bekroond met een 'n kathedraal waardige koepel en vooraan bewaakt door 6 kolossale door Domien Ingels ontworpen stieren. Bijna even indrukwekkend was de breedopgevatte Erelaan, de Parijse Champs Elysées in miniatuur die u naar het hartje van de tentoonstelling bracht. Een opeenvolging van grasperken en bloembedden, opgevrolijkt door een waterkom, waarin ontelbare goudbaarzen· lustig rondzwommen, een fontein en een waterval beheerst door een machtige beeldengroep, de wijsheid, de kracht ~n de schoonheid voorstellend die onder de gedaante van evenveel mansfiguren zich aan de bron komen laven. De. groep evenals twee wijdse zijstukken, de ,hulde brengende volksmassa afbeeldend was door P. van- Bi.esbroeck ontworpen en uitgevoerd. Het geheel opgesmukt door talrijke ~eeldhouwwerken, waaronder de RosBeiaardgroep en grote met bloemen versierde vazen. Links en rechts van de laan prijkten de Belgische paviljoenen die men evengoed secties of afdelingen noemde. Het is een onbegonnen werk te willen herhalen wat die twee grote hallen over de Belgische bedrijvigheid te vertellen hadden. Vanzelfsprekend was een ereplaats ingenomen door de uitstalling van de producten door de textielnijverheid voortgebracht : vlas, katoen, wol, jute, hennep. Veelzeggende zg. diorama's met kunstig geboetseerde wassen beelden, druk doende werklui voorstellend, veraanschouwelijkten teksten en diagrammen over België's voornaamsteduizendjarige - industrie. Helaas ! zouden we thans, in 1978, in Molière's taal niet luidop mogen denken dat "les ( 65) années se suivent maïs ne-se ressemblent pas ! " Gepaard met die textielnijverheid was daar een luxueus modepaleis waar u uitgenodigd werd de mooiste en nieuwste modellen, voorgesteld door de bekendste modezaken van Brussel te komen bewonderen. En ook de rijke collecties door vrouwenhanden gecreëerde kunstwerken zoals kant, borduurwerk, weefsels, boekbanden. Niet over te slaan waren wat verder dè orider glas uitgestalde edelstenen en kleinodiën die door onze diamantslijpers en juweliers gevormd, ontworpen en uitgevoerd werden. Doch wat iedere liefhebber van oudheidkunde en geschiedenis stellig met een eresaluut zal begroethebben, was zonder enige twijfel de afdeling die zich tot taak gesteld had, gebruik makend van een 79


~

E.xpositlon Uni9erse!le de 6and - 1913

l e Pa11illon de la llille de 6and.

Het paviljoen van de Stad Gent met van 1. naar r. de ridderzaal, de kapel en het torentje.

ruimte van zowat 400 m2, de geschiedenis van Vlaanderen vanaf de jonge steentijd tot het jaar 1815 in beeld te brengen. Met de meeste zorg was die zo uitzonderlijke als zeldzame tentoonstelling door een talrijk team van geleerden en deskundigen voorbereid geweest. Wat Gent betreft - we verzwijgen de namen van de medewerkers uit de andere steden - namen aan die voorbereiding daadwerkelijk deel : H. Pirenne, L. Cloquet , W. de Vreese, V. de Brabandere, J. F. Vanderlinden, allemaal. universiteitsprofessoren; G. Van den Gheyn, kunstcriticus, E. Gailliard, bestendig secretaris van de Koninkl. Vl. Academie, J. Maertens , oudheidkundige (zie zijn collectie oudheden in het Bijlokemuseum). Wat daar allemaal niet getoond werd : kaarten, plattegronden, foto's , voorwerpen in natura en als reproductie; maquettes, bustes, beelden, portretten, documenten van diverse pluimage, manuscripten, o.a. de oudste in het Vlaams opgestelde akt ( 1249 ); penningen en zegels bij de vleet. L. Beekers directeur-generaal van het hoger onderwijs, die de leiding van de voorbereidende commissie voor zijn rekening genomen had, bezorgde een royaal geĂŻllustreerde 112 blz. tellende 80


studie in direct verband met de tentoonstelling. Een boek dat tegenwoordig onvindbaar geworden is. Ik kan maar moeilijk nalaten uit de door hem getrokken conclusie deze passus aan te halen : S'il éta.lt permis de jeter un coup d'oeil d'ensemble sur l'histoire de la Flandre des origines jusqu'à notre époque, nous dirions que c'est un spectacle imposant que la continuité du labeur industriel dans cette contrée, qui depuis mille ans se rnaintient au rang des premières régions manufacturières de l'Europe. Een ereplaats was met recht en reden aan het Paleis voor Schone Kunsten gegeven. Opgetrokken aan het einde van de Erelaan vormde het een waardig pendant met de hoofdingang. In maar liefst 40 grote en kleine zalen had men een keur van kunstwerken zowel van eigen als van vreemde artiesten bijeengebracht. Ook wat deze materie betreft gaat het niet op u met een ellenlange lijst van schilderijen en beeldhouwwerken te komen lastig vallen. · Wat de Belgische afdeling aangaat kwamen- hoe kon het andersde Schelde- en Leieschilders (Latem, Deurle, Astene) aan hun trekken. E. Claus, A. Baertsoen, Fr. Courtens, T. van Rysselberghe, en nog zoveel anderen. In de afdeling beeldhouwwerken, waarvan graaf J. de Lalaing de eminente voorzitter was, waren niet ,minder dan 198 werken opgestèld o;a. vanG. Minne, Ch. SamueJ.,enz. enz. Allemaal namen die klinken als een bel, allemaal n~en -:van kunstenaars wier werk~n thans nog meer dan destijds gegeerd -worden èn door particuliere èn door openbar_:e verzamelaars. Neçlerland, Frankrijk en Engeland vulden afzonderlijke salons terwijl in een interna_tiQnale afdeling landen als Spanje, Italië en het Groot Hertogdom Luxemburg: voor _menig interessant werk gezorgd hadden. Verder was er:eeriplaatsJ.:Uimte voorbehouden aan de tekenaars en de etsers (J. de Bruycker, J. Ensor, A. Heins ); voor de architecten (V. Horta, 0. Van de Voorde); voor de verzamelaars van medailles aan wier hoofd J. Casier stond, verzamelaars die maar liefst uit 18 landen herkomstig waren. Hoeft het gezegd dat beide salons, dàt voor de Oude- en dàt voor de Hedendaagse Kunst zich in een welverdiend succes mochten verheugen ? Wat de terreinen van de eigenlijke tentoonstelling betreft mogen deze details in herinnering gebracht :Worden. Een enkel cijfer om aan te stippen hoe uitgestrekt die· wel was~ De afstand van de ingang aan de Citadellaan (bij het Karel de Kerchovemonument) tot aan de uiterste hoek gevormd door de gewezen spoorweg naar Korttijk en de Oudenaardse Steenweg, bedroeg in vogelvlucht meer dan 2,5 km. Zoals de tentoonstelling in het noorden in twee gesneden werd door 81


00 N

De "Armen Caemer" zoals die in de tentoonstelling gereconstrueerd werd. Naderhand overgebracht in het Bijlokemuseum.


de spoor-weg Brussel-Oost(mde (euvel verholpen door het gebruik van de Krijgslaan-twînel). werd·ze. in het zuiden in tw~e gesneden door de St.-Pieters"'Aalststraat. De zaak wèrd opgelost door het verwezenlijken van eeli duiker onder de Natiënlaan derwijze dat de van elkaar gescheiden stukken straat toch een verbinding hadden. Het lilliputtreintje dat behalve de Erelaari en Oud-Vlaanderen, alle hoekjes en kantjes van park en expositie aandeed, legde een afstand af van ruim 5 km. De lange Natielaan was natuurlijk de laan waaraan de paviljoenen van het buitenland gelegen waren. Engeland toonde wat het op het gebied van de machinebouw, de P.T.T., de spoorwegen, de kolonisatie, vooral betreffende de strijd tegen de tropische ziekten : slaapziekte, gele koorts, malaria, lepra, enz. gepresteerd had. Perzië lag volgepropt met tapijten. Italië wist van wanten met zijn marmer en wijnsoorten. Frankrijk was. komen opdagen met zijn landbouwproducten en modezaken; Parijs met zijn parfumerie. Duitsland welks zeer modern aandoend gebouw enigszins afstak met de rest van de bouwwerken, etaleerde een droom van Neurenbergs speelgoed; een speciaal salon had het land gewijd aan de grote Vlaamse architect Henry van de Velde (Antw. 1865-Zürch 1957); tijdelijkhoogleraar te Gent; ontwerper van een schouwburg te Keulen, het Museum Kröller-Müller op de Hoge Veluwe mNederland, de Boekentoren te Gent). · Om 2 redenen vond ik Nederland zo sympathiek : primo wegens de mooie brochure met op de kaft de afbeelding van de in· renaissance:. stijl opgetrokken gevel van zijn paviljoen; secundo onidater aan de . band met kaas belegde broÓdjes..c1iitgedeeld werd. Canada was - hlët . alleen voor qrij :- een trekpleister van belang. Al ware het maar (mi er het heerlijk parhun te gaan opsnuiven verspreid door de oritelha. . re kisten, manden en korven blozende appelen. En wat voor een13jarige knaap nog veel belangrijker was : men deelde er met kwistige hand boeken vit die aJlès over het verre en uitgestrekte land te vertellen had."Atlas van Canada", "Atlas du Canada", "Atlas of Canada", "Atlas von Canada". Alle hadden dit gemeen : de kaft was letterlijk ingenomen d()or eèn groot veelkleurig boomblad : het hand- . delig blad van de suiker-esdooni,-Canada's zinnebeeld; de "mapleleaf''. Met hoeveel van die atlassen ik huiswaarts trok, kan ik niet zeggen. Jammer genoeg is geen el11cel exemplaar bewaard gebleven, ook het boekje over Holland niet. Over de toenmalige Belgische Kolonie werd ontzaglijk veel verteld. Vo~r d,e gewone nian (en kind) waren in hetKongoleesPaleis met 83



In de kapel van het Prinsenhof wordt de toekomstige Keizer Karel V hulde gebracht door de hoogwaardigheidsbekleders van het land en van de Gemeente. Links van de wieg zit de meter van het kind, Margareta van York, de weduwe van hertog Karel de Stoute naar wie de baby genaamd werd. Rechts Margareta van Oostenrijk, de zuster van Karels vader, dus de tante van het kind. Onder de troonhemel de vader van het kind Filips de Schone, genaamd naar zijn grootvader Filips de Goede. Achteraan, staande voor een altaar met gebeeldhouwd altaarstuk, de vaandrig met de Vlaamse Leeuwevlag. Rechts zien we drie personages die kostbare geschenken komen aanbieden; een zilveren schip, geschonken door de Stad Gent; een gouden helm in werkelijkheid bekroond door een feniks, geschonken door Charles de Croy, prins van Chimay; een gouden zwaard versierd met edelstenen, geschonken door de markgraaf de Berghes. Links op een kastje prijken een gouden schaal en een kistje gevuld met edelstenen, geschonken door Margareta van Oostenrijk. Gans vooraan een geestelijke met een prachtig ingebonden Nieuw Testamènt, geschonken door de bisschop van Doornik Pierre Quicke (Kuick). Van zijn vader had Karel reeds de titel van hertog van Luxemburg gekregen.

zijn geweldige koepel indrukwekkende dingen te beleven. Echte negers die over en weer liepen alsof ze thuis waren. En Frans praatten. Onvoorstelbare bergen koloniale producten, te veel om op te noemen : katoen, diamant, goud, platina, radiumerts, hout, ivoor, vruchten. Een keuze van· door de inlanders gecreëerde kunstwerken : beeldhouw-, vlecht-, aarde- en smeedwerk. Wijdse panorama's zoals Canada er ook maakte toonden zo aanschouwelijk mogelijk wat in· Kongo te vinden en te bewonderen was; wàt en hoè zoveel verscheiden zaken voortgebracht werden; hoè, in welke omstandigheden en met welke gevolgen de missies hun taken verrichtten. De jacht op een menigte van zg. wilde dieren, de olifant, de okapi, het nijlpaard, de leeuw, allemaal dieren die opgezet aanwezig waren. Wat mij zelf betreft : ik had een hekel aan dat majestueus paleis. De bedwelmende, weerzinwekkende geur (om geen ander woord te gebruiken) door de stapels ruwe rubber verspreid, màakte dat ik liever de Belgische Kongo voorbijstapte. Het zal stellig niemand verbaasd hebben dat het uitstapje - of was het misschien een zakenreis ? - van de burgemeesters van de 4 expo-:. steden in april 1911 n~ Parijs maakten, een staartje krèeg. Of li~­ ver een flinke staart want eenstemmig werd overeengekomen, dat ze elk, die burgemeesters, voor zijn stad de tentoonstelling op een fameus paviljoen zouden trakteren. Belofte maakt schuld, zeiden de gebaarde heren en de paviljoenen kwamen er. Een trouvaille van belang was het dat die paviljoenen een plaats toebedeeld kregen op de hoeken van een vierkanten plein, dat uiteraard 85


00 0\

De vier expo-burgemeesters. Aan hun gezicht, hun baard en hun hoge hoed kan men niet zien dat ze van Parijs kwamen. Van links naar rechts : Kleyer (Luik), Braun (Gent), Max (Brussel) en Devos (Antwerpen).


Gemeenteplaats (Place Communale) zou genoemd worden. In feite een "vierwegschede" waar evenveel gelijkaardige lanen elkaar kwamen vervoegen : Avenue de Liège; Avenue d' Anvers, enz. Het merkwaardige, of mag ik zeggen het geniale van het geval was dat elk van die paviljoenen getrouwe facsimile's waren van delen van bestaande of bestaand hebbende gebouwen. Brussel had geput uit de rij historische gevels van zijn beroemde Grote Markt. Antwerpen als hanzestad had de voorkeur gegeven aan enkele gildehuizen. Luik had zich laten inspireren van een van zijn bekendste 17 de-eeuwse gebouwen : het "Maison Curtius" thand Oudheidkundig Museum. Dat deze stad ook aan haar zin,nebeeld, het beruchte "Perron" een plaats gegund had is niet meer dan vanzelfsprekend. . Wat nu te zeggen van het Gents paviljoen ? Ook dat bestond uit . een samenspel van voor de gelegenheid heropgebouwde al dan niet verdwenen gevels, niet in het minst van het volledig afgebroken Prinsenhof. Evenals Oud-Vlaanderen en het Paleis voor de Oude Kunst spreidde Gent een royaal gestoffeerd album van belangrijke geschiedkundige herinneringen ten toon. Architect Armand fanssens die op het gebied van restaureren niet aan zijn proefstuk was eri die met de creatie van de tentoonstelling belast was, herschiep van het Prinsenhof zijn ridderzaal, zijn kapel, zijn torentje, zelfs het vertrekje waarin volgens de traditie Keizer Karel geboren werd. Om zo te zeggen deftleerde heel Gents verleden voor de ogen van de bezoeker. Beelden, portretten, wapens, harnassen, mannequins, maquettes (o.a. van de haveninrichtingen). Alles zo methodisch en zo plezierig mogelijk aangeboden. Zeer gesmaakt was de gereconstrueerde kapel die ons liet zien met welk een pracht en praal aan de kleine Karel hulde werd gebracht door de autoriteiten. Dat het to~ neeleen trouwe nabootsing was van het door A. de Vriendt (Gent 1843-Antw. 1900) uitgevoerd schilderij door hem getiteld "Huldebetoon aan K.K. als jong kind", Brussel, Museum voor Schone Kunsten, vermindert in geen enkel opzicht de door Janssens geleverde prestatie. Het kon niet anders of ook de krijgsgeschiedenis van Gent wilde iets in de pap brokkelen. Inderdaad, speelden de wapens, de bewapening en de oprichting van menig verdedigingswerk geen voorname rol in Gents geschiedenis, en zulks vanaf de alleroudste tijden ? En was de ontwikkeling van zijn topografie mogelijk geweest zonder het bestaan van dat wapengekletter en wat daarbij hoort ? Een toe te juichen initiatief was het derhalve dat, onder het impuls van direc87


Italiaans Paviljoen. Let op het lilliputtreintje : een dwerglocomotief en twee open rijtuigjes; het eerste op weg naar Namur-sur-Meuse; het tweede naar de Grottes de Han.

teur-generaal Maurice de Smet de Naeyer, die militaire geschiedenis in ( 5) schuifjes voor het voetlicht te brengen. Na veel wikken en wegen werd besloten die schuifjes zo kunstvol maar vooral zo didactisch mogelijk in de verf te zetten. Letterlijk gesproken. Stadsarchivaris V. Fris werd de - niet eenvoudige - taak opgedragen een wetenschappelijke voorbereiding en een verantwoorde beschrijving van die 5 historische momenten op papier te zetten. Met Fris' documentatie gewapend zette schilder en leraar ]ules Condry zich aan het werk. Aldus kwam een reeks veel m2 grote panorama's tot stand. Het eerste panorama stelde het beleg van 's Gravensteen voor (2 april 1302) waarbij het "gemeen" de Fransgezinde "bourgeois" in het steen gevangen hield. Niet voor lang evenwel. Het tweede toonde ons hoe het "Rabat bachte Walle" (Walle = Prinsenhof) gebouwd werd (eerste steen 13 juni 1489 ). Kwestie de legerbenden van MaximUiaan van Oostenrijk en diens vader, keizer Frederik buiten de stadsmuren te houden. Het derde bracht ons tot voor het Spanjaardskasteel (13 nov. 1576). 88


Omtrent.150 Spaanse soldaten en burgers die zich in het kasteel verschanst hadden, geven zich over aan graaf de Lalaing, bevelhebber van het Statenleger. Het vierde laat zien hoe het leger van de Franse koning Louis XIV een der stadspoorten stormenderhand inneemt (5 juli 1708). Het vijfde brengt ons naar de plaats waar men bezig is de Nieuwe Citadel op te richten (begin 1 mei 1819). Generaal Wellington, de held van Waterloo komt de we:r:ken bezichtigen. Wat er van die reuzegrote schilderijen geworden is ? Na de sloping van de tentoonstelling werden ze opgerold en ergens in de Academie voor Sch. K. weggestopt. In het begin van de jaren '30 herinnerde de directeur van de school Martelaarslaan - toenmaals ·bekend als Kuldersschool -, de heer Raymond Hageman zich het bestaan van ·de schilderijen. Zijn aangetrouwde neef, Henri Thiery voornoemd, die tékenleraar was zorgde ervoor dat zeker 2, wellicht 3, van die panorama's een lijst kregen en opgehangen werden in het trappenhuis van de school en in een der klaslokalen. Hoelang ze daar verbleven. hebben ? moet u mij niet vragen. Akkoord, Gondry schiep geen meesterwerken, dat was trouwens niet gevraagd. Nochtans waren ze merkwaardig genoeg om niet vernietigd te worden. Het kostte geen moeite om van Oud-Gent naar Oud-Vlaanderen over te stappen. Beide lagen inderdaad in elkaars schaduw. OudVlaendre was een enclave die slechts van twee kanten toegankelijk was. Om de waarheid te zeggen een stad in miniatuur, die niettemin een zelfstandig leven leidde~ Liefst zou ik het bij deze summie:.. re inleiding laten en de lezer een ferm pak foto's van dat gotisch en renaissance stedeken presenteren. Helaas is mij dat om meer dan een reden niet gegund. We zullen ons dan maar noodgedwongen. tevreden stellen· met een wandeling-opc-een-loopje kriskras door de huizenblokken. Al wat we op onze tocht tegenkomen is met de grootste zorg opgebouwd. En wat meer is : we krijgen slechts dingen te zien die ergens in het Oude Graafschap bestaan hebben of tegenwoordig nog aanwezig zijn : de monumentale ingangspoort was een reconstructie van die welke eeuwen lang tot poort gediend heeft van het St.-Elisabeth-Begijnhof (Zoals men wet werd deze laatste in het Bijlokemusetim ingelijfd). Straten en een Marktplein met zijn openluchttheater; een kanaal met zijn kemelbruggetjes, rijen bomen en lantaarnpalen, over en weer lopende gecasturneerde mannen en vrouwen. Het een zowel als het ander droegen er niet weinig toe bij om de wandelaar in de gewenste stemming te brengen en te houden. Er was 89


,r:~~"'

..

Viei1le Flandre OuclVlaendren

1'-.J)e C rรณ.mer>.

Verkleinde uitgave van het groot affiche waarvan eveneens ontelbare reproducties in postkaarformaat doch gekleurd verspreid werden.

90


om het zo uit te drukken geen Vlaamse gemeente aan te wijzen die er niet aan gehouden had een of meer van haar bouwkunstige schoonheden in de tentoonstelling te zien namaken. Oost- en West-Vlaanderen hadden hun uiterste best gedaan om de kroon te spannen : St.-Niklaas, Lokeren, Oudenaarde, Dendermonde, Aalst, gevolgd door Laarne, Zottegem, Wichelen, Temse; Brugge, Veurne, Diksmuide, Kortrijk, Ieper (o~a. het befaamd houten huisje waarvan een afbeelding in G.T., 1977, blz. 272). Antwerpen was vertegenwoordigd door Veerle; Henegouwen door Doornik; Zeeland door Middelkerke, Vlissingen, Hulst, Vere, Goes, Aksel; Frans (= Zuid) Vlaanderen door Aire-sur-la-Lys (aan de Leie) en Bethune (zijn Belfort). Het spreekt vanzelf dat Gent (wat wilt u ? ) met de fijnste brok van de koek ginglopen : de Penshuizekens, huizen geleverd door het Meerhem, de Oudburg, de Vrijdagsmarkt, het Nieuwpoortje, Ter Koole (op Ekkergem), het Schokkebroersvèstjen. Om van het Alijnshospitaal. maar te zwijgen. Een gewild anachronisme was het dat al die woningen een huisnummer droegen (van 1 tot 74) : wegens· administratieve noodzaak en om de wandelaar wegwijs te maken. Vormden die rijen schilderachtige geveltjes reeds een kleurrijk schouwspel, een rijke collectie vlaggen van diverse pluimage : vierkante · · banieren, driehoekige pennoenen, heraldische vanen en wimpels kwamen die kleurensymfonie extra "in de verf zetten". Tussen haakjes : van het eerste tot het laatste schilderwerk werd ontworpen door een meester in het vak, René de Cramer, die eveneens het merkwaardig affiche getekend heeft. . Het Belfort, de kapel, het Gemeen_tehuis, de winkeltjes en kroegen, zonder een enkele uitzondering staken ze allemaal een vlag uit. Verwend was alleszins het Alijnshospitaal, dat versierd was met een St.Michiel- en een St.-Kathelijnevaan en 4 banieren de (4) jaars- en levenstijden voorstellènd. Het Huis Palfyn hing de 2 archiaeters uit : de heren Esculapes en Dioscorides. Een huis. uit het Schokkebroersvestjen stak een vlag uit met het wapen van Keizer Karel; 2 huizen . uit de Holstraat een met. de Maagd van Gent en een met de Leeuw en 's Gravensteen. Een huis uit het Nieuwpoortje moest zich vergenoegen met St.-Jan in d'Olie. Ergens prijkte het Stadswapen. Wat verder het Belfort. Hier de Man van het Belfort. Daar St.-Lieven, Gents patroon. Was het denkbaar dat in het land van Uilenspiegel en Lamme Goedzak er niet gespeeld, gesmuld en gedronken werd ? " 't Spelleke" stak de Arke van Noë uit en het groot spijshuis welks gevel het evenvan die van het "Nieuwwerk" uit Ieper, had zich de weelbeeld

was

91


·r:x:posi,tinn internationale, Gand 1913 Werel dtentoonste.IJi~g-, Gent 1913

Vieille F'landre. Entrée Oud Vlaandren. Ingang

Ingangspoort van Oud-Vlaanderen kant Vlaanderenlaan. Let op de Gentse leeuwenvaan en de spits van het Belfort. De monumentale poort is een reconstructie van de gerestaureerde poort van het Oud-Begijnhof, nu deel uitmakend van het Bijlokemuseum.

de veroorloofd de wapenschilden van de neringen der Wy nscroderen, der Fruiteniers, der Bakkers en der Brouwers uit te hangen (o m te bewijzen dat ter plaatse naar hartelust gegeten en gedronken werd ). Om ook de weifelaars voor de goede zaak te winnen had de restauranthouder een vijfde vlag, met name een prachtig geschilderde eenpuntige wimpel aan de 4 genoemde vlaggen toegevoegd : LEK EN SPEL VOOR LEKREEK (sic ). Van die restauranthouder gesproken. Het was niet de eerste de beste die men die belangrijke taak opgedragen had : het Huis Vandernoot, Zonnestraat, was in alle opzichten de eersterangszaak van de stad. Zijn meesterkoks zullen dan ook met de bereiding van hun Vlaamse (carbonnade flamande ) en Gentse (Gentse waterzooi van 7 riviervissen en waterzooi au poulet) gerechten een daverend succes gekend hebben. Een intermezzo : Met het doel aan de bevolking goedko pe maaltijden te verschaffen herschiep een damescomité in 1914 de foyer van de Vlaamse Schouwburg in een volwaardige eetzaal. Aan dit filantropisch werk werd in analogie met Rood Kruis de naam gegeven 92


van Groen Kruis. Het was bijna vanzelfsprekend dat Vandernoot bij het realiseren van het werk ingeschakeld werd. Het keukenwerk geschiedde onder de leiding van de lerares huishoudkunde, Mej. Van Acker. Met de bediening belastten zich een groepje dienstvaardige dames, waaronder de dames Braun, Feyerick, de Hemptine, Van Ceulenbroeck, en voorzeker nog andere, uitblonken. Voor het eetgerei (kommen, borden, lepels, vorken en messen) had Vandernoot gezorgd. Zelfs de penningen alias jetons die hij in Oud-Vlaanderen gebruikt had, geelkoperen 24 mm grote penningen met op de voorkant Rt Vieille Flandre Vandernoot, deden dienst in het Groen Kruis. Voor de gelegenheid had men de kapitalen C en V (Croix Verte) in het midden van het plaatje geslagen. Wat het getal 50 betekende dat aangebracht was op de achterkant zou ik slechts durven raden. Een tweede intermezzo : Mijn buitengewone belangstelling voor al wat naar geschiedenis rook had ik voor het grootste gedeelte te danken aàil de onderwijzer in wiens (6de) klas ik in 1913 zat, met wie mijn klasgenoten en ik twee keren de tentoonstelling bezochten. Natuurlijk ging de algemene belangstelling naar de van geschiedenis zwangere paviljoenen. Emiel van Kenhave-de vader van de ons al;-: len overbekende en gewaardeerde folklorist Richard van Kenhove. 'Als deze zo'n uitgesproken interesse gehad heeft voor al wat inverband stond met Gents v~rleden, wordt in spreekwoord "de a,ppel · · valt niet ver van de boom" nog al eens bewaarheid. Emiel van Kenhave, door ons heel oneerbiedig "den waterhond" genoemd (waterhond omdat dat woord gemakkelijk in zijn handtekening te lezen stond) had voor twee dingen e~n boontje : voor zang en geschiedenis. Voortreffelijke pianist - hij speelde gedurende heel de. winter in Geluk in 't werk - bolwerkte hij het ons van de moeilijkste (tweestemmige) koren te doen zingen. Brokken uit werken van Wagner (Tannhäuser), Strauss (Lentestemmen), Offenbach (Hoffmanns Vertellingen) en nog zoveel andere liederen die ik mij niet meer herinner. De enige beschikbare wand van de· klas gebruikte hij voor het in stand houden van een permanente uitstalling van postkaarten, litho's, foto's, folders illerhande. Zijn klasbibliotheek bevatte een serieus aantal geschiedenisboeken : boeken van Conscience, Hans (Uit het Leven van Leopold Il) verhalen als "De Corsikaanse Jongeling" (Napoleon). Twijfel er niet aan : de bezoeken aan de tentoonstelling waren met de meeste zorg voorbereid. Wat was "den Waterhond" een sympathieke meester ! Ik zou nog lang kunnen uitwijden over wat verder voorviel. Over het bezoek (met vader) aan het Modern Dorp, waar voor het eerste ge93


Het Belfort en de Graaf Egmontkaai zoals R. de Cramer die gezien heeft.

94


toond werd hoe koeien elektrisch gemolken werden. Over de talrijke congressen die in het Paleis der Congressen gehouden werden; 41 met het Frans als voertaal, 9 met het Nederlands. Over de voordrachten die er gegeven werden : 15 Franse, 1 Engelse en 4 Nederlandse (sprekers bekende figuren : Van Beden, Verriest, De Mont, Denys). Over de concerten gegeven door> bi,nnenlandse instrumentale en vocale kunstenaars (Brussel, Antwerpen, Luik, Binche, enz.) en door buitenlandse muziekkapellen en koren (K~ulen, Du,ssddorf, Parijs, Rijsel, Londen met eenformidab~ ''hand" en een mac;htig:köor). Uit Rusland was eèn wereldberoemde d.ivagekomen;c.Ke>rti>m, de 46 feestavonden die .geopend én beslqten werden met een ·uitvoering van het oratorium "De Schelde" van P. Benoit en gedirigeerd door Emile Mathieu, droegen er machtig toe bij de faam van de tentoonstelling zeer hoog te houden. Over de sport- en turnfeesten die in de Feestzaal (grote hal) en buiten de tentoonstelling plaats grepen : schermen, schieten, vliegen, roeien, paardedressuur. Over de bezoeken die de koning aan de tentoonstelling bracht en over zijn Blijde Inkomst (6 juni) waarbij hij vergezeld werd door de koningin en de twee prinsen. Over de schitterende Cortège Tournoi die te Doornik. tijdens de tent~ónstelling 4 keren de stad doortrokken ( 13.14.20 en 21 juli). Over de onthulling van het Van Eyck-gedértkteken(9 aug.). Om-de 300ste verjaardagvan zijn stichting te ~~ereii organiseerde het St.-Michielsgilde een ommegang die op 20 en 27 juli en op 9 aug. uitging. Als apotheose van het feest werd in de Feestzaal een zeer gesmaakte carrousel gereden. Over al die gedenkwaardige gebeurtenissen zal ik niet uitwijden. · Daarentegen zal ik wèl bij wijze van hesluit enkele beschouwingen ten beste geven. Een waarheid als een koe : de tentoonstelling 1913 is voor Gent een evenement zonder weerga geweest. Een evenement voordien nooit voorgevallen en dat nooit meer zal voorvallen. Zes maanden en acht dagen stond de aloude Arteveldestad in het brandpunt van een groot gedeelte van West-Europa. Honderdentweeënnegentig dagen had ze de allures van een waarachtige metropool gehad; was ze de trekpleister van ontelbare personen en verenigingen. Meer dan ooit was ze - naar de Franse mode gekleed, maar dat werd ze voor deze gelegenheid vergeven- het middelpunt van kunst, cultuur en wetenschap. Nog was de afbraak van de tientallen paviljoenen en andere gebouwen niet voleindigd of 4 jaar oorlog kwamen elke bedrijvigheid lam leggen. Het was dan ook pas na de beëindiging van de vijandelijkhe95


Terwijl het ALIJNSHOSPITAAL aan de Kraanlei nog volop aan het vervallen was, vergastte Valentijn Vaerwyck ons op de meesterlijke nabootsing van de middeleeuwse huizengroep die op dat ogenblik nog aan geen restauratie toe was. Na de sluiting van de tentoonstelling zal het in zijn soort enig hospitaal nog een halve eeuw moeten wachten eer de troosteloze puinhoop de plaats zal ruimen voor het juweeltje van schilderachtigheid dat tegenwoordig jaarlijks duizenden bezoekers in vervoering brengt (sept. 1962). Bemerk vooral de ingangspoort, het torentje, een van de huisjes, de sacristie, de lantaren.

den dat kon gedacht worden aan de urbanisatie van de vrij gekomen gronden. Vlug vonden deze bouwlustige¡ liefhebbers niettegenstaande de uitzonderlijk strenge voorwaarden verbonden aan de bouwvergunning. Inderdaad, het reglement dat tijdens de gemeenteraadszitting van 12 april 1926 goedgekeurd werd maakte het de bouwheren niet gemakkelijk : hou wen binnen de 2 jaar. Gevels zover van de rijweg. De hoogte zoveel m. De tuinen zus. De afsluitingen zo. Kortom niettegenstaande de economische crisis van de jaren '30 kwam de villawijk vlug tot stand. Wat er van de praal en pracht van die schitterende expositie overge96


bleven is ? De vraag stellen is ze beantwoorden. Bitter weinig, het spreken niet waard. Ja, de Ros Beiaardgroep en het Bron-monument zijn er. En ver van het Miljoenenkwartier het pover zuiltje te midden van het Veerleplein. Pardon, er is toch nog iets overgebleven : een herinnering die de jaren zou trotseren : doodbrieven. Zoals voldoende bekend heeft men vroeger meer dan nu door· middel van doodsberichten uiting gegeven van zijn goedkeuring of zijn minachting, waarbij spot en satire de hoofdtoon waren. Ministers die de bons kregen; soldaten die afzwaaiden, gebouwen die gesloopt werden, wetsvoorstellen die niet gestemd werden, enz. Het sluiten van de tentoonstelling 1913 was dan ook een aanleiding voor het drukken en verspreiden van doodbrieven. Dat de tentoonstelling schulden naliet was niet zo erg. Welke heeft ooit winsten gemaakt ? Zoals u kunt zien is een van de gelegheidsdrukwerken het werk van onze onvolprezen Henrietje van Daele. Lieve lezers of beminde lezeressen kunnen mij verwijten dat mijn verhaal te weinig zakelijk is of dat er te veel nevens de zaak gepraat wordt. Willen ze a.u.b. niet vergeten dat een papieren wandeling maken door een afgestorven expositie zonder ze te doorspekken met bijkomstige uitwijdingen en anecdoten en ze op te fleuren met wat persoonlijke herinneringen, zoveel is als n'en oliekoeke zonder suiker, 'n groenselsoepe zonder zijt, 'n schilderije zonder lijste, n'en kookpot zonder keukenmeid. M. VAN WESEMAEL BIBLIOGRAFIE Livre d'Or de l'Exposition universelle et internationale de Gand 1913 par G. Drèze, I. Vanderpoorten, Gand La Flandre des Origines à 1815. Etude rétrospective publiée sous la Direction de L. Beckers, 1913, Rossignol et Vanden Bril, Bruxelles Exposirion universelle et internationale de Gand 1915. La Vieille Flandre par V. Fris, Bruxelles Gand 1913 Exp. univ. et int. Fédération des Avocats belges. Souvenir de 1' Assemblée générale, I. Vanderpoorten, Gand Wereldtentoonstelling Gent. De Congressen in de tentoonstelling van 1913. Album-gids, Van Doosselaere, Gent. Er is ook een Franse uitgave. Gent en hare tentoonstelling. Album met 43 foto's over de tentoonstelling V. van Dieren, Antwerpen.

97


SOUVENIR VAN tiENT'S TENTOONSTELLINO

Bij de doodkist der Gentscha Tentoonstellinu LttkzanE door ne Gentselee K omtssionJtatr ~"

1• KOEPLET

5< KOEPLET

Niets en kost die hekse grieve, Zij was mee alles konten t. · Bizesnijers, labers, dieve, Trok da schuun kind al noar Gent. Zij die moe bij Lucifer! ... Poaterno5ter. Ze llrocht ons in schande ja! .... Ave Ma ria. Woart bij heur moar nie te stijt Of roef (U horloge k ,yijt .... Amen.

Lees mee mij een zielem isse, à'Exposiese die es duud, Gent'nirs ontsteekt elk e~n kisse Helpt da schoap hier uit den n uud! ~ij die moe bij Lucifer! ..... Poalt'rnoster Ze t.rocht ons in schande ja! .... Ave Maria. Duizend kruiskens meugd'elk sloan , Toet. moe ze noar d'helle goan .... Amen . 2' KOEPLET

6' KOEP .... ET

Veuralier d'ieffer was ope, Was ze schuune , l''as ze frisc h. Doardeur die hoa elk hier hope , Moar het was verdeke mis. Zij diemOE bij L~ife(! ... Poaternoster, Ze brocht ons in schande ja !. ... Ave Maria. Ze was nog moar pas m stand , Of ze was half afgèbrand... Amen. 3• KOEPLET Die mee ' l schuun stik handel dreve Trok z'uuk al nen tirmen tan l Die nen lijd bij heur verbleve, Zate krot, of giel op :t zand. ZiJ die moe bij Lucifer!.... Poaternoster. Ze brocht ons in schande ja !.. . Ave Maria. Stierf ze niet, ze brocht in •t kort Git! Gent op de Kuuremort .... Amen.

.

; I.

II

Op heur loatste 't was een schande. Werd ze lijk nen oven hiel, Lijk een stekske schoot z'in brande , Ja die slonse es bespiet! Zij die moe hij Lucifer 1... . Poatern'oster. Ze brocht ons in s.:hande ja! .... Ave Maria. De Pompier uit schri k van brand, Sliep tot mee zijn spiet in d'hand. 7• KO EPLET z'6n vroeg nooit • Wie za l 't betoale Ze gaf banket, op han ket, Zie moara l ons gruute bolle, Zij n mier of den helft vervet ! Zij die moe bij Lucife r!. ... Poaternoster Ze broch t ons in schande ja! .... Ave Maria. 't Geen doar binnen es gedoan Zal wel op 't laste nbriefke stoan ·'·Amen.

4•KOEPLET.

BISKOEPLET

De mts brocht, u mag het huure, Louk veel ruze in ons kot. Van heur Senegaalsche muure, Woaren al ons vrewkens zot. lij die moe bij Lucifer! .... Poaternoster. Ze brocht ons irrlthaffde ja !..;. Ave M~~rla. In 't kort zuld'hier wel misschien Nen hu1.1p kleine zwartses zien .... Amen.

Iets die zeg ik tot heur iere z' Hee ons toc h goed g'amuzeert En ons deurwaarders die hiere Hee z'almol getortuneert. . Nu trekt zij bij l.ucifer!M .. Poatt>rnoter En laat ons in schande na !.... Ave Maria Joa we zijn van u verlost, Maar g'hét ons genoeg gekost .... Ame:~ .

Belangrijk Bericht. Voor de. voortverkoopers zijn deze liederen te verki1jgen viJf franken het honderd

bij den eigenaar 'Henri Van_ Daefe, Kleine Huldevetterahoek. 35, Gent. STKENG

VEREODEN

NADRUK

98


- L'Exposition de Gand 1913. Editions illustrées du "Soir", Rossel et fils, Bruxelles Garid, la Vtlle des Fleurs et l'Exposition univ. 1913. Edition spéciale de la "Revue internationale de Paris. Album Wereldtentoonstelling van Gent 1913. Vlaggen en wimpels. Aandenken van "Oud-Vlaendre" door R. de Cramer, Des Presses, Bruxelles G. van Severen, Gand il y a 50 ans. L'Exposition univ. et int. de 1913, reeks van 16 atr. in "La Flandre libérale", 26 avril-30 oct. 1913 Exposirion Uni. et Int. de Gand 1913. Diorama militaire, J. Gondry et V. Fris, Bruxelles Een aanzienlijk deel van de illustratie komt uit de verzameling van onze voorzitter Gaston Hebbelynck.

KRUISBOOGSCHIETING DER DRIE ZUSTERSTEDEN 4 JUNI 1978 IN GRAVENSTEEN TE GENT In 1976 nam de Koninklijke en Prinselijke Hoofdgilde St.-Joris Stalen Boog uit Brugge het initiatief een kruisboogschieting der Drie Zustersteden in te richten in samenwerking met de aloude Schuttersgilde Den Crans uit Antwerpen en de Koninklijke- en Soeverefue Gilde van St.-Joris uit onze stad. Te Brugge greep deze schieting plaats ~p de Burcht.:Te Antwe~pen werd geschoten op de Grote Markt in de schaduwen van Brabo en het Stadhuis. Te Gent zal dit schuttersfeest plaats vindén_in 's Gra-: vensteen op zondag 4 juni 1978. Voornoemde datum werd gekozen ter herdenking van het Grote Landjuweel der schuttersgezelschappen dat te Gent doorging op 5 juni 1440 op de Kouter. De kruisboogschutters zullen in stoet naar 's Gravensteen trekken met hun wapens en in historische kledij doorheen het centrum van onze stad om de eerste pijl af te schieten te 15 uur. Tijdens de schieting zullen wagenspelen uitgevoerd worde-n en zal een groep vendelzwaaiers evolueren. De Rederijkersb.tne,rs Jhesus met der Balsemblomme en Mariakrlng Màrien-Theeren staan in voor de opvoeringen. Breugheliaanse vrouwtjes zullen bier en worst, harde eieren en Gentse mokken, rijsttaart en fruit te :koop bieden:. Aan de heer burgemeester zal gevraagd worden de prijzen uit te delen die bestaan uit een trofee (een houten St.-Jorisbeeld te paard), sierborden voor de tomooiprimus en de gildeprimussen; daarenboyen wordt een tinnen schaal door de gouverneur aangeboden. Van zondag 21 mei 1978 tot en met zondag 4 juni 1978 zal in de Generale Bankmaatschappij aan de Kouter een tentoonstelling inge~ 99


. De H-eeren ZOETEKOEK, SENATOR PUNCTUM , SMETJE SMEE, T'SEPPE van Kwa~drec ht èn CORDEMANS. .:r De Heeren BRAS DE FER, DOMINO, KO , LAMPOLIE , BR U!NVI SCH , enz. Madame MARIANA met hare broeders DAVID, BARTHON . PO!NCARRÉ, enz. Geheel de familie TAFELLIKKERS, BANKETSMEERDERS, enz. • 'Melden u met groote droefheid het verlies dat zij komen te ondergaan door het overlijden der

·Gentsche ·were!dtentoonstelling :- Hur_me teergeliefde IYocbter, Zuster en Nicht, bezweken na eene langdu rige ziekte, een te kort nalatende van · ·

·:,··.·~.

4.000.000. Franken .

.MEDEBURGERS ! In deze bittere stondeR, is het voor de vaders, oomen en neven een ·; uilgen troost te weten dat gij met gekende edelmoedigheid dit te kort zuh dekken. Velen onder u hebben met dit doel reeds den wensch uitgedrukt het bedrag hunner belasting· . · briefjes voor bet minst met de helft te zien verdubbellen. Dank voor dit blijk van deelneming in naano, van ons allen . ,. De plechtige teraardebe;telling die gij wel zult gelieven met uwe tegenwoordigheid te vereeren, ·' • (lijk tegenwoordig) za) plaats hebben in de groote Kemelzaal der tentoonslellin". Zij zal vooral gegaan worden door eene lijkrede. uit te spreken door Kolonel Arlekijn, en danrio zal de redenaar bandelen over de · ziekte der dierbare afgestorven~ en d~ middelen aang-ewend o.m hàar;,.te genezen . Men zal er uit zien dat er geen kosten gespaard geweest zijn om het kind gezond te maken. Aan S.çtwlart: bet JmperJal Çholr, Olympla en aan bonderde maatschappijen Öie wij tre'nen, kaarten en verblijJ betaalden, zijn honderd duizenden verteerd om onze g-eliefd e doehier op te beuren. · Helaas, het heeft niet mogen zijn, niets was in staat hare droefgeestigbeid te verdrijven, zelfs . niet de feesten en banketten die bare familieleden schier dagelijks ter harer eer inrichtten, en die nu tot groot verdriet van ons allen een einde genomen hebben. Er blijft ons niets over dan er in te berusten. ORDE VAN DEN STOET. Men zal vergaderen in Oud· Vlaanderen, daf zoo edelmoedig aan onze dierbare dochter was overgelaten. ., De stoet zal geopend worden door de Gentsche mu'iikan ten, die stukken van Vlaamsche meesters zullen uitvoeren, dit volgens den wensch van onze geHeide doode, die. op haar sterfbed haar berouw altgedrukt beeft, tijdens haar leven geen vlaamscheem'üiiek te willen hooren. · Onmiddelijk achter het muziek, volgen dé':f~ igcnaars van Majestic hotel , hotel d'Angtelerre, ' ,, Casino en veel andere inrichtingen de mlsererJ..t"zingcnd<. . , Daarna de deurwaarders, lache nde, m~f in alle stilte en eerbaarheid, om geen opspraak · te verwekken . ·~ · Achter deze komen de familieleden , a!len in grooten rouw ; en met dikke buiken : •Op ben volgen de aannemers, voor wie geen aanbesteding was opengesteld, alsook degenen die ..", .voor bijzonderen gewerkt hebben , benevens handelaars die hotels en andere Inrichtingen gegarnierd badd.e n en noch naar hun centen uitzien. · Zij ook zingen de mlserèrie. . Daarna volgen wakers met hunne honden dlc blatlende de zangers begelijden. Op ben volgen· dan al de vrienden en bekenden. Men wordt verzoêht nog bloemen noch kroonen mee te brengen.

-.

Uitgever

jAN

LE Fl!VRE, Wyngaardstraat, 41, Gent.

100


richt worden in verband met deze schieting en de inrichtende St.J orisgilde. Het belooft een aantrekkelijke gebeurtenis te worden die onze oude stad waardig zal zijn. Zou het soms de aanloop kunnen worden naar de Landjuwelen die onze stad in de 14e en 15e eeuw zo roemrijk geinaakt hebben ? E. E.

HOE KUNSTWERKEN VAN GENTSE SCHILDERS IN MEXICO KWAMEN Omstreeks 1845 verliet de Gentenaar Jan Tonel ons land en vestigde zich met zijn broeders te Cordova in Mexico, waar- hij een koffieen kinineplantage uitbaatte. Hij bleef regelmatig in briefwisseling met een vriend Edmond Van der Donckt, die te Gent woonde. Senor J uan Tonel, zoals hij in het verre Mexico werd genoemd, had in Mexico een schilderij gekocht van de Gentse schilder· Georges Van den Bos. Tonel was hiermede zo in Zijn schik, dat hij verlangde zijn woning te versieren met een aantal werken van Gentse kunstschilders. In 1884 vroeg hij dan ook aan zijn vriend enkele werken te kopen en hem op te sturen. Edmond Van der Donckt kocht : a) een landschap vanCesarDe Cock (Gent 1823---1904) : zicht achter het Patijntje. b) een dierenschilderij van Xavier De Cock (Gent 1818-Deurle 1896): twee koeien aan een_ drinkwater door een meisje geleid c) vissersvrouwen aan zee van Felix Cogen (Sint-Niklaas 1838~Gent ?) d) een Spaanse schone van Lod. Maeterlinck (Gent 1846-1926) Maeterlinck was conservator van het museum te Gent. e) een stilleven van Désiré De Keghel (Gent 1839-1901) : garnalen, kreeften, oesters f) een bloemenstuk van Désiré De Keghel : rozen in een vaas voor een blauw behangsel. De zes kunstwerken werden in october naar Mexico verzonden. Van der Donckt had zeker een goede smaak en op een veiling zouden deze werken beslist de aandacht trekken. Wat is er met deze schilderijen gebeurd ? Sieren ze nog een rijke herenwoning, zijn ze terecht gekomen in een museum of zijn ze verloren gegaan ?

101


Bron : Gazette van Gent van 20.9.1884 getekend met de letters P. G. (vermoedelijk Pieter Geiregat) M.S.

BIBLIOGRAFIE

1. DAEM MARCEL : Van Baardemaker tot Barbier.

In het eerste deel behandelt de auteur de historische ontwikkeling van de beroepen baardemaker en barbier : de precorporatieve en de corporatieve organisatie, het kappersberoep in de 19° en 20° eeuw. In het tweede deel worden de volkskundige aspecten besproken : de volksgeneeskunde (aderlatingen), kanttekeningen bij het Secretenboek van een Gents chirurgijn-barbier door Dr. L. Elaut, gebruiken in beroe~ en verenigingsleven. Voor Gentenaars zal het boek nog meer ~elangstelling wekken, omdat het werk hoofdzakelijk steunt op Gentse bronnen. De uitgave is zeer verzorgd. Het boek telt 170 blz., waarvan een twintigtal blz. samenvattingen van het werk in vier talen en is rijk geïllustreerd. Waardevol boek : de prijs 845 fr. lijkt ons wel wat hoog. 2. JAARBOEK XIV 1977 VAN DE HEEMKUNDIGE KRING DE OOST-OUDBURG Het veertiende Jaarboek bevat vijf zeer interessante bijdragen : Jan Frans Willems door Ada Deprez, Maurice Maeterlinck en Oostakker door Roger Poelman, Frans De Potter door J os. Clauwaert, Geo Langie door J os. Murez en Administratieve kroniek van de gemeente Sint-Amandsberg 1872-1885 door Frans Bruyneel. Het artikel over Frans de Potter bevat wel een tweetal onnauwkeurigheden, die echter niet van essentiële aard zijn. (Prijs 200 fr, verkrijgbaar Heiveldstraat 137 Sint-Amandsberg). 3. LIPPENS J. : Erkentelijkheids- en herinneringsmedailles van de textielcentrale van België : bespreking van enkele medailles met het beeld van Emiel Moyson. (in Tijdschrift voor Numismatiek, nr. 6 jg. 1977) 4. Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent. Nieuwe Reeks. Deel XXXI 19 77.

102


Voor de personen, die belangstellen in de geschiedenis van Gent is het verschijnen van het jaarboek van de M. voor G. en 0. te Gent telkens een feest. Het jaarboek 1977 bevat de volgende zeer degelijke en waardevolle bijdragen : Arch. Dr. Roger van Driessche : De voormalige Romaans-Gotische kerk van de Sint-Pietersabdij te Gent Ph. Lardinais : Symptomen van een middeleeuwse clan : de erfachtige lieden te Gent en in de 1° helft van de 14° eeuw. E. van der Hallen : Het Gentse Meerseniersambacht (1305-1540). C. V andenbroeke : Levensstandaard en tewerkstelling in Vlaanderen (17°-18° eeuw) F. Sirnon : De vrije liberale school te St.-Amandsberg (1886-1896) Naast deze vijf grondige bijdragen, die het werk zijn van jaren opsporingswerk bevat het Jaarboek nog een archeologische Kroniek door M. Desittere en een Bibliografie van de Geschiedenis van Gent (1976-1977) door René De Herdt. Deze bibliografie telt niet minder dan 124 nummers en is onmisbaar voor de speurder naar het Gents verleden. Het lidmaatschap voor de M. voor G. en 0. bedraagt 300 fr. Het boek is ook verkrijgbaar door storting van 350 fr. op P.C.R. 000-0370680-43 van de Maatschappij voor Gesch. en Oudh. te Gent.

TE GENT 1. In december 1977 werd het textielbedrijf Alsberge-Van Oost op de Drongsesteenweg gesloten.

2. In verband met het artikel "Het Lakenmetershuis", dat verscheen in het januari-nummer 1978 herinnert ons lid V. De Vyck er ons aan, dat tijdens de periode 1925-1939 de militiekeuring zetelde in het Lakenmetershuis. De 19-jarige jongelingen moesten er zich met hun oproepingsbevel aanbieden en werden er goedgekeurd, uitgesteld of afgekeurd voor de militaire dienst.

103


AANVULLENDE LEDENLIJST

1233. Mw Plasschaert-Picqué H. Kortrijksesteenweg 431 9000 Gent 1234. Z.E.H. Magherman G. Winkelstraat 80 9030 Wondelgem 1235. Mw Debaveye K. Lange Violettestraat 297 9000 Gent 1236. Mw De Vos M. Blankenbergestraat 40 Bus 4 9000 Gent 1237. Destoop A. Blekerijstraat 48 9000 Gent 1238. Loys R. Kapellestraat 66 9219 Gentbrugge 1239. Vercruysse A. Sanderusstraat 18 9000 Gent 1240. Mw Vanhelsuwé-De Moor A. Poperingestraat 77 9000 Gent 1241. Marissen A. Morekstraat 76 9030 Wondelgem 1242. Deschoolmeester W. Sint-Denijsstraat 91 9820 Sint-DenijsWestrem 1243. Mw Hofman A. Boudewijnstraat 53 9000 Gent 1244. van Goethem M.P.A. Dullaertstraat 18 4561 KB Hulst (Nederland) 1245. Clauwaert J. Beukelaarstraat 2 9000 Gent 1246. Mw Van Aerde S. Botermarkt 3 9000 Gent 1247. De Rijcke J. Hulstenboomstraat 16 9000 Gent 1248. Declercq W. Nieuwe Wandeling 31 9000 Gent 1249. Vandenhouten J. Oude Brusselseweg 45 9219 Gentbrugge 1250. Mw Struye M. Hofmeierstraat 18 9000 Gent 1251. De Maeght A. Brugsesteenweg 234 9910 Mariakerke 1252. Mw Merre D. Bernard Spaelaan 93 9000 Gent 1253. Van Melle L. Bijlokestraat 161 9120 Destelbergen 1254. De Weirdt J. Broederlijke Weversplein 202 9000 Gent 1255. Cornil R. Veronicastraat 50 9000 Gent 1256. Senesael J. Coupure l..inks 539 9000 Gent 1257. Schoorman J. Ommegangstraat 33 9050 Evergem 1258. Stepman M. Lieven Delaruyelaan 62 9219 Gentbrugge 1259. Mw De Keyser-Colpaert R. Memlinglaan 10 9720 De Pinte 1260. Vastemans C. Edward Anseelelaan 9 9219 Gentbrugge 1261. Van den Berghe J. Jubileumlaan 434 9000 Gent 1262. Van Lierde R. Vrekkernstraat 21 9933 Ursel 1263. Szafrro J. Kon. Elisabethlaan 81 9810 Drongen 1264. Van Kerckhove W. Pastoor Aloïs Joosstraat 88 9000 Gent 1265. Van den Berghe C. Hulhage 7 9800 Deinze 1266. Daelemans K. Spiegelhofstraat 27 9000 Gent 1267. Mw Hellebaut A. Gewad 10 9000 Gent 1268. Mw Desiron P. Kapellestraat 76 9810 Drongen 1269. Beernaert F. Gustaaf Braeckmanlaan 19 9810 Drongen 104


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 7de Jaargang, nr. 3

15 mei 1978

Ere-Voorzitter : J. Tytgat, ere-notaris. Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gent in 1859

107

Drie vergeten Gentenaars voor een wijl uit het vergeetboek gehaald

124

Een nieu liedt van de moordadighe feyten gecommiteert binnen de stede van Ghendt

127

Kruisboogtomooi van de drie zustersteden

132

Jean-Baptiste enAuguste Van Lokeren

141

Te Gent

143

Bibliografie

144

Vraag enantwoörd

145

De Bende van Smeerop

14 5

Gentsche Kinderspelen

146

AanvUllende Ledenlijst

148

Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhouthaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


Op ZATERDAG 27 MEI om 10 UUR: geleid bezoek aan de Koninklijkè Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (Koningstraat 18) onder d~ leiding van Dr. M. Gysseling. Sam~nkomst aan de ingang rond 9u45. Enkel voor de leden. VORIGE JAARGANGEN VAN GHENDTSCHE TYDINGHEN De volledige jaargangen voor 1976 en 1977 zijn nog verkrijgbaar. Prijs : 200 frank. Van de~ overige jaargangen zijn beschikbaar : 1973 :de nummers 2, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12 1974: de nummers 1, 3, 4, 6 1975 : de nummers 1, 3 1976: de nummers 2, 3, 4, 5, 6 1977: de nummers 2, 3, 4, 5, 6 Prijs per afzonderlijk nummer :veertig frank. De tijdschriften kunnen afgehaald worden elke zondag in het Documentatiecentrum. Bij storting op postrekening gelieve de portkosten bij te voegen : 1 of2 nummers: 10 frank 3 of 4 nummers : 20 frank meer dan 4 nummers of een volledige jaargang : 25 frank. Bij overschrijving op postrekening : duidelijk jaargang en nummers vermelden.

Bibliotheek en wekelijkse bijeenkomsten : in het Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis, Convent Engelbertus, Groot Begijnhof, huis nr. 46, Sint-Amandsberg: elke zondag van 10 tot 12 uur. (uitgenomen op feestdagen). Gesloten in juli en augustus.

106


GENT IN 1859 Volgens een verslag van de kamer van Koophandel was de handel in 1858 niet zeer levendig; voor de nijverheid was de toestand gunstig. Door de daling van de prijzen van de eetwaren en de verhoging van de lonen was de toestand van de werk.ende klas verbeterd. In 1831 telden de Gentse katoenspinnerijen 240 244 spillen, einde 1858 zijn er 408 599 spillen of een vermeerdering van 70 %. In 1831 waren te Gent 1300 mechanische.- getouwen in gebruik; thans zijn er 7.364. In 1857 werden in België 66.000 balen katoen (12 mûjoen kg.) ingevoerd waarvan het grootste deel te Gent werd bewerkt. De Gentse vlasnijverheid telde 93.000 spillen zo veel als twaalf jaar geleden in gans België. De metaalindustrie vervaardigt hoofdzakelijk stoommachines, machines voor de spinnerijen en weverijen en kleine werktuigen. In 1858 waren nog te Gent niet minder dan 150 brouwerijen, die 239 217 hl. bier hebben gebrouwen (208liter per inwoner en per jaar) en 92 stokerijen, die 508.960 liter jenever produceerden (ongeveer 4,5liter per inwoner). 9 Januari : Le Bien Public publiceert een verslag van een commissie van textielpatroons, die de tewerkstelling van kinderen in de fabrieken hebben besproken. De commissie deed de volgende voorstellen : a) noodzakelijkheid van een reglementering van de vrouwen- en kinderarbeid. b) het is wenselijk geen kinderen onder de twaalf jaar in de fabrieken te werk te stellen. c) het aantal werkuren per dag voor vrouwen en jongelingen beneden de 18 jaar zou slechts 12 uur mogen bedragen. d) verbod voor nachtwerk voor vrouwen en kinderen jonger dan 18 jaar. Le Bien Public publiceert hierbij de volgende tabel. AANTAL KINDEREN TEWERKGESTELD IN DE GENTSE TEX~ TIELFABRIEKEN Leeftijd 7 8 9 10 11 12 13 14

Katoen 4 14 29 56 126 183 169 225

Vlas 1 1 26 57 134 145 147

Totaal 4 15 30 82 183 317 314 372 107


14 15 16

225 228 100

147 184 98

372 412 198

Totaal

1134

793

1927

. 24

15

39

4800

10.617

219

631

Aantal fabrieken

Totaal aantal _ werknemers 5817 Aantal, 412 kinderen jonger dan · 7,08% 13 j. Aantal kinderen jonger dan 15 j.

806 13,8%

4,5 % 511 10,6%

6% 1317 12,4%

Deze getallen en percenten moeten we echter met een flinke korrel zout nemen, want het is gekend, dat talrijke ouders verklaarden dat hun kinderen ouder waren dan ze werkelijk waren. 12 Januari: De Broedermin bespreekt de toelagen van het stadsbestuur aan de Gentse schouwburgen. De opera ontvangt jaarlijks : 50.000 F als interest vàn de waarde van het gebouw, 20.000 F als toelage aan de directeur, 15.000 F als onkosten voor de verlichting en 9.500 F voor de vervanging van de decors. Totaal : 94.500 F of gemiddeld 800 F per vertoning of 400 F indien de interest gebouw niet wordt aangerekend. Voor de Vlaamse schouwburg geeft de stad jaarlijks een toelage van duizend frank aan de beide toneelverenigingen of 66 F per vertoning. 15 }anQari: J. Vanderstichelen krijgt een serenade ter gelegenheid van zijn benoeming tot minister van openbare werken in het ministerie Rogier-Frère-Orban. De G. van Gent merkt op, dat verschillende Gentenaars reeds minister van openbare werken waren : L. Desmaisières (1845), H. Rolin (1848-1850), E. Van Hoorebeke (1850-~855), J. Vanderstichelen (1859-1867). Later zal Vanderstichelen nog minister van Buitenlandse Zaken zijn van 1868 tot 1870. Le Bien Public is natuurlijk niet ingenomen met de benoeming van Vanderstichelen, en wijst er op, dat hij deel uitmaakte van de redactie van "Le Joumal de Gand". Ce petit monsieur doit se contenter modestement des 21.000 fr. 108


attachés au poste de chef du département des travaux publies ou il ne sera qu'une machine à signer". 20 Januari : Le Bien Public publiceert enkele artikels over de kantwerkscholen, die zeker moeten geraadpleegd worden door belangstellenden in de geschiedenis van de kantnijverheid in Vlaanderen (7, 20, 21, 22 januari). 22 Januari: In de Sint-Niklaaskerk huwt Aug. Gevaert met juffr. Elise .. _ . Cocquyt. De nivellering van de nieuwe laan tussen de Keizerpoort en de SintLievenspoort is reeds ver gevorderd. De G. van Gent hoopt, dat op de nieuwe laan bomen zullen geplant worden. 29 Januari : De gemeenteraad bespreekt het lastenkohier van de opera. Sedert enkele jaren werden geen opera's meer opgevoerd. Hierdoor daalde de belangstelling bij het publiek. Sedert de opening van de· schouwburg in 1840 waren er regelmatig fmanciële moeilijkheden. Ontvangsten per seizoen : 1840-41 : 228.373 F 1841-42: 220.584 F 1842-43 : 211.375 F 1843-44 : 178.188 F. Van af 6 december staakt de directeur de betalingen. 1844-45 : 200.831 F) De toneelspelers verliezen hun wedde voor · 1845-46 : 189.620 F) maart en april. 1846-47 : 169.334 F :De directeur staakt zijn betalingen. 1847-48 : 114.355 F (op 5 oct. 1847 :failliet). 1848-49 : 155.786 F 1848-50: 133.111 F. De directeur staakt zijn betalingen. 1850-51 : 127.298 F. De artiesten verliezen hun wedde van 11/2 maand. 1851-52: 148.267 F. De directeur vlucht begin januari en wordt aangehouden te Deize. 1852-53: 144.184 F. De artiesten verliezen hun wedde voor de maanden maart en april. 1853-54 : 102.988 F. Op 3 januari staakt de directeur de betalingen. 1854-55 : 94.901 F. Idem. In juli 1855 had er zich nog geen directeur aangeboden. De gemeenteraad besliste in juli 1855 het toneeljaar in te korten van acht maand tot zes maand en geen opera's meer te laten opvoeren. 1855-56 : 110.618 F. Het tekort bedroeg 6.870 F. 1856-57 : 119.033 F. Er is een winst van 8.009 F. Deze som werd verdeeld onder de artiesten. 109


1857-58 : 131.857 F. Winst : 6.498 F. Idem. Het opvoeren van opera's gedurende zes maand zou een meeruitgave vergen van 30.000 F. Voor het toneeljaar 1858-59 wordt de winst geraamd op ongeveer 9000 F; bij opvoering van opera's zal mèn voor een verlies staan van ongeeer 21.000 F. De gemeenteraad besluit een eerste stap te zetten om later terug opera's te kunnen opvoeren : het koor zal versterkt worden met dertien vrouwenstemmen en twintig mannenstemmen; de bibliothecaris zal door de stad worden benoemd, geen van de door het publiek afgestemde artiesten mag nog op het toneel verschijnen. De aangeworven artiesten moeten bij hun aanwerving voor het publiek optreden, waarna het publiek een stemming uitbracht. Het gebeurde echter, dat de directeur artiesten liet optreden, die door het publiek waren verworpen. De verklaring is natuurlijk, dat de directeur aan deze artiesten een kleinere wedde kon betalen. (In verband met het theaterleven te Gent willen we het werk van A. Neuville, exrégisseuràGand vermelden: Revue historique, chronologique et anecdotique du Théatre de Gand. (1822) Ook Prosper Claeys schreef over de schouwburg te Gent.) 6 Februari: Het hotel van wijlen mevr. Huyttens- van Tieghem op de hoek van de Zonnestraat en de Kouter werd gisteren verkocht voor 170.000 F kosten inbegrepen aan de heer Verhaeghe-De Smet, hoofd van de bank Verhaeghe-de Naeyer alhier. 14 Februari : Eergisteren is in onze haven de Hollandse driemaster Maria van 400 ton aangekomen uit New-Orléans met een lading katoen voor de firma Verhaeghe-de Naeyer. 28 Februari: Heden overleed te Gent JanDeLaval O\ld 84 jaar. De Laval was de stichter van de ziekenbeurs voor de boekdrukkers in 1805. Hij was vele jaren hulp-bibliothecaris van de universiteitsbibliotheek. (zie Fr. De Potter blz. 29 deel I). 28 Februari :We hebben vroeger gezien, dat in 1857 in een aantal fabrieken werd gestaakt. Voor 1858 zijn slechts enkele stakingen bekend. Begin 1859 wordt hier en daar opnieuw gestaakt. Op 17 januari was er een kleine staking bij de firma Van den Hecke-van der Heyden. Op 19 februari brak er een staking uit bij de firma Vandenhove, SintPietersnieuwstraat. Een goede week later deed de politie een inval in de herberg Le Voyageur in de Kortrijksestraat, waar vier spinners werden aangetroffen met een inschrijvingslijst en 9, 7 5 F. Alles werd in beslag genomen.

110


Op 22 februari gaan. 38 weven van Dierman-Seth, Groot Meerhem, in staking voor loonsverhoging. De staking kende geen succes en na twee dagen gingen ze terug aan het werk; enkele wevers vroegen hun werkboekje. Eind februari staking bij de katoenfabrikant Coppens-Bové in de Sint-Lievensstraat. Enkele spinners vragen hun werkboekje. Op 10 maart worden 22 spinners, die bij Baertsoen werken en opslag hebben gevraagd, afgezet. Hierop gaan ongeveer 250 werknemers in staking. Einde maart werd het werk hernomen. Er brak nog een staking uit bij Hooreman-Cambier op 12 maart en bij Storme-Brasseur op 27 maart. Op 2 maart schreef de Gazette van Gent :"Een dagblad meldt, dat in enkele fabrieken de wevers hun werk hebben laten staan; ze vragen een vermeerdering van loon". En op 17 maart : "De samenspanning van het fabrieksvolk blijft voortduren. Eerst waren het de werklieden van de fabriek Vandenhove en DiermanSeth, thans hebben de werklieden in de fabrieken Baertsoen en BovéCoppens dit voorbeeld gevolgd". Op 21 maart is er weer nieuws. "Gisteren hebben wevers van vier fabrieken, die stÜ liggen, vergaderd in Het Zwart Hondeken, Chartreuzenstraat, a1 waar de baas (een zekere P. Köhn, die meesterknecht was bij Lousbergs) naar men zegt, aan ieder een som van vijf frank heeft uitgedeeld. Op bevel van het parket heeft de politiecommissaris zich naar de herberg begeven met het verzoek de kas af te geven. Na een weigering werden politieagenten bijgeroepen; later kwam ook de burgemee~ter. Men verzocht Köhn te gehoorzamen, maar het verzoek werd niet ingewilligd. De rijkswacht werd opgeroepen. Er öntstond een gejouw en er werd met stenen gegooid. Eindelijk werd de kas aangeslagen en naar het stadhuis gebracht. De kas bevatte ongeveer 800 F." Twee dagen later schrijft de Gazette van Gent : "Men verzekert dat in sommige herbergen geldomhalingen gedaan worden om onderstalid te verlenen aan de stakers". En ·op 24·maart : '_'Een aantal werklieden zijn terug aan het werk. Reeds hebben 250 bij Baertsoen het werk hernomen". Daarmede was de zaak natuurlijk niet af. In april verschenen 29 fabriekarbeiders voor de correctionele rechtbank beticht van werkmans-samenspanning. J. B. De Witte en H. Volkaert, bijgenaamd Schoen, werden veroordeeld tot een maand gevangenis; twee betichten kregen veertien dagen, 22 zes dagen en drie werden vrijgesproken (1). Wat de interpretatie van deze stakingen betreft moeten we voorzichtig zijn. Het gaat er om lotsverbetering te bekomen zonder een politiek aspect; trouwens de arbeiders hadden geen stemrecht. Avanti., merkt er bij op : ''Wat ons vooral in deze werkersmaatschappijen treft, zijn

111


de overblijfselen van vroegere gebruiken, die dikwijls herinneren aan wat tijdens de middeleeuwen bij neringen en gilîien te bestatigen valt. Van socialisme is voorlopig geen spraak, alhoewel soms onbewust de · strijd naderhand een.socialistisch k~akter aanneemt". Als voorbeeld vermeldt Avanti de jaarlijkse kerkdienst voor de verjaardag van de maatschappij en voor de afgestorven leden, waarvan de bijwoning verplicht was; de afwezigen kregen een boete van tien centimes. Tijdens de staking zond Emiel Moyson van uit Brussel naar Gent een pak drukwerk met het lied Ten Strijde. TEN STRIJDE ! Sa, gezellen, . . weest kloek gezind, de strijd begint, o laat de boeien niet meer vaster knellen ! Sa, gezellen, de strijd begint, weest kloek gezind, opdat de werkman eens zijn rechten wint! Waar is de tijd toen 't werkmanskind van Vlaandren koen als een leeuw den vrijheidstander droeg, de dwinglandij vermorzelde tot spaandren en met 't gepreek der roomsche valschaards loeg ? (volledige tekst : zie Avanti blz. 182) Dit lied werd tijdens de carnavaldagen te Gent verspreid. Le Bien Public van 19 maart 1859 brengt de vertaling en voegt er het volgende commentaar bij : "La chanson que nous venons de reproduire, véritable appel à la révolution sociale, monstreuse excitation à la haine du pauvre contre le riche, de l'ouvrier contre le fabricant, cette hymne du Mardi-gras révolutionnaire en un mot, sort des presses de M. Van Meeoen de Bruxelles". Na de veroordeling van een aantal stakers zond E. Moyson een nieuw lied naar Gent, dat gezongen werd bij inzamelingen voor de families van de veroordeelden. BROOD! Weer is uit Gent ons een' tijding gekomen die ons het herte bevangt met verdriet : 't Volk wierd opnieuw er als rundvee genomen, waarvan de slachter 't geloei niet ontziet .. Vrienden, ter hulp van den lijdenden werker roep ik u toe in dit ure van nood : Zeventig (2) broers zuchten daar in den kerker... ach, voor hun' vrouwen en kinders wat brood!

112


(volledige tekst: Avanti blz. 190) Onder het lied Ten Strijde stond de volgende voetnota van E. Moyson : "De vereeniging der arbeiders is het eenig middel om ons arm Vlaanderen van de schande en den dood te redden. Het is tijd om van de vrijheden die ons nog overblijven gebruik te maken. De strijd moet Vreedzaam wezen; het geweld heèft nooit den verdrukteneene duurzame lotverbetering aangebracht." Hierbij kunnen we de vraag stellen of deze nota een tactische zet was om de politie te verschalken, of een gebaar om Bilen, die tegen geweld was, gunstig te stemmen of de uitdrukking van een werkelijke overtuiging. 19 Maart: Tot heden werden de wagons op de verbinding station-stapelhuis door paarden getrokken. De treinen zullen nu door een locomotief worden vervoerd. 30 Maart : De uitdeling van goedkope soep in de Liefdadigheidswerkplaats zal eindigen op zaterdag 16 april. 31 Maart: Op de halfvastenmarkt werden 915 paarden 16 veulens te koop gesteld. 355 paarden en drie veulens werden verkocht, waarvan 58 voor Frankrijk en 67 voor Engeland. Al de meesterknechten van de vlasspinnerijen worden uitgenodigd voor een vergadering op zondag fO april in de herberg St.-Pieters, Sint-Lievensstraat 4 rechtover het Pesthuis(= kazerne). Het doel is het stich~ ten van e~n beurze bestemd om steun te verlenen bij ziekte en gebrekkigheid en om in de begrafeniskosten te voorzien. 31 Maart: De Gazette van Gent geeft een overzicht van de beroepen van de kiesgerechtigden in ons land. In totaal hebben ongeveer 78.000 Belgen stemrecht, dit is ongeveer 1,6 %van de bevolking. 421 Landbouwers 23.116 (29,6 %) Scheikundigen 541 Hoogleraars Ambachtslieden 7.521 562 Werklieden 3.536 Architecten,kunsten. 1.618 Kooplieden 7.990 Geestelijken Groothandelaars 3.889 Ambtenaren, rechters 3.984 255 Grondeigenaars 4.658 Officieren 90 Renteniers 4.066 Bankiers 684 Beenhouwers 903 Edellieden. 3.581 Geneesheren 1.461 Herbergiers 1.952 760 Mulders Advocaten 627 Notarissen 859 Pasteibakkers Brouwers 1. 712 113


~feestt>rknecbten-~aetsrhapp~

1)(' Voorziller tiet ~Iecslcrkncehten vau ~laebehappy'

dt• YI:tsspinders-

Ih: ~û(JJ)LYDE:Sm:;. Dno.ëntns'

YCl'ZOGkt

rt.

vrimdt>lyk, Zondu7 toekomende !,/ dezPr. om 3 ure namidtlag, in 8t. Pirfl'l·, ~ .. l, op de St. Licn·ns·lraN, rPgt on'r lwt Pesthuis, t(' wiHt•n vcrèl'nigC'n. "-' Hy Yreho,lp! dal zy, die hunne diî•rhat•r:-_.lt> ll(•lan~~·n, alsool dit' hmuu·r fam i lje. !t'r harte IH>nwn , niet zt~IIC'n latt•n dez• · Zitting h~· h• woouetl.

Wel een zonderlinge toestand , waar de herbergiers over ongeveer 4 % van de stemmen beschikken. Deze verdeling geeft ook een verklaring voor de politieke tegenstelling stad-platteland. 4 April : Vandaag hield Miehiel Van der Voort uit Brussel een voordracht in het Van Crombrugghe-genootschap over de Vlaamse bewegmg. 9 April : Gisteren had de verkoping plaats van de schilderijen van het kabinet van wijlen de heer Vermande!, goudsmid alhier. Het schilderij , dat Memlinck wordt toegeschreven en Dirk van de Elzas voorstelt, die te Jerusalem een flesje van het Heilig Bloed ontvangt , is voor 3.000 F aangekocht voor rekening van de kapel van het Heilig Bloed te Brugge. 25 April : Te Brussel heeft een banket plaats ter ere van de leden van de Vlaamse Taalcommissie. Voor Gent zaten Snellaert en Rens aan de eretafeL Andere deelnemers waren Nollet de Brauwere, Dautzenberg, J ottrand, H. Conscience, P. Van Duyse. Op het banket waren ook een vijftigtalleden van de Maatschappij der Spinners van Gent en van De Broederlijke Wevers met hun vaandel aanwezig. Onder de talrijke toespraken kan de rede van Bilen vermeld worden. Bilen verklaarde : "De Gentse werklieden hechten veel belang aan de zegepraal van de Vlaam-

114


se zaak. Alzo zal de werkman voor het gerecht beter zijn rechten kunnen verdedigen". (2) 30 April : Gisteren had de verkoping plaats van het hotel gelegen bij de Ketelbrug en bewoond door de heer Villegas. Het gouvernement heeft het aangekocht voor 100.000 F om er het kantoor van de brievenpost te vestigen. Plaine St. Pierre. En face du café de l'empereur. Boutique de beignets aux pommes de M. Max de Paris. Le premier qui a introduit les beignets dans les foires en Belgique et qui en a acquis la renommée. 28 Mèi: De gemeenteraad had. op 26 maart grondig het probleem van de Houtlei besproken. Sedert 1818 werden voor het baggeren en het onderhoud van de Houdei 98.587 F uitgegeven. Toch geeft de toestand geen voldoening. Ook het oud klooster van de Álexianen komt ter spraak. Dit gebouw, dàttot 1796 diende als verblijf voor de broed~rs Cellisten, werd daarna gebruikt als gevangenis en in 1828 als krankzinnigengesticht. Sedert 1857 is het gebouw verlaten. De oppervlakte bedraagt 3746 M2 met langs de Houdei een lengte vanl70 M. en een breedte van 23 M. Dit stukgrond is thans dooi de Houtlei bijna onbe:reikbaar en dus onbruikbaar. Er wordt een voorstel ingediend om de Houdei tussen de Posteernepaart en de Torrepaart (lengte 380 M) te overwelven. Op 28 mei werd dit voorstel met veertien stemmen tegen veertien stemmen verworpen. In 1863 zullen de Broeders van de Christelijke Scholen het gewezen klooster der Alexianen aankopen om er het Sint-Amanduscollege op te richten. De Houdei zal pas in 1898 worden gédempt. . 12 Juni: Te Brussel wordt prins Leopold, gràaf van Henegouwen, later hertog van Brabant geboren. De prins zal overlijden op 22 januari 1869. 13 Juni: Opening van de danszaal Charles YI op het Ciclien buiten de Kortrijkse poort. Alle zondagen gedurende de zomer Bal. Men zal er goede dranken en eetwaren kunnen bekomen. 16 Juni: In De Broedermin verschijnt een mededeling aan de lezers ondertekend door de eigenaar C. Leirens. Hij deelt mede, dat hij zich in de noodzakelijkheid bevindt de uitgave van Broedermin te staken. De eigenaar deelt verder mede, dat de geabonneerden vanaf morgen een ander blad "De Stad Gent" zullen ontvangen, blad waaraan Leirens verklaart volkomen vreemd te zijn. Als verklaring zegt Leirens, dat de aanhechting van VEcho des Flandres aan de J ournal de Gand de af-

115


HET VOORMALIGE ALEXIANENKLOOSTER TE GENT. schaffing van de Broedermin onvermijdelijk heeft gemaakt. Deze zaak is niet erg duidelijk, want de beide genoemde kranten blijven afzonderlijk verschijnen. Mogelijks heeft het iets te zien met de drukker. Vanaf 1857 werden Broedermin en L'Echo des Flandres gedrukt bij Vyt, maar in mei 1859 wordt L'Echo des Flandres gedrukt bij Van de Weghe, waar ook Le J ournal de Gand wordt gedrukt. En het adres van Van de Weghe is Veldstraat 66, dit is het adres van de Gazette van Gent en van Vanderhaeghen, die op dit ogenblik eigenaar is van de Joumal de Gand. Felix Booneen N. Destanberg, die beiden medewerkten aan de Broedermin gaan over naar De Stad Gent. Te Gent verschijnen nu negen kranten : drie liberale : L'Echo des Flandres, Le J ournal de Gand en De Stad Gent, drie katholieke : Le Bien Public , de Beurzencourant en Het Vlaemsche Land en drie neutrale : de Gazette van Gent, de Gentsche Mercurius en Le Nouvelliste de Gand. Zondag 26 juni : Ook te Gent wordt in het lokaal van het Willemsgenootschap een Vlaams banket ingericht ter ere van de leden van de Taalgrievencommissie . 's Morgens trok een stoet naar de graven van 116


J. F. Willems en K. Ledeganck. Op het banket waren onder meer aanwezig J ottrand, Conscience, Mertens, Rens, Snellaert, Stroobant, Van der Voort. Tijdens het banket werden talrijke toespraken en feestdronken gehouden. Vervier wees er op dat. in Vlaanderen Vlaams een rechtmatige eis en een heilig recht was. Op het einde van het banket wees E. Moyson er op, dat de Vlaamse beweging een echte volkszaak was en op het volk moest steunen {3). 3 Juli : Prijskamp met de krulbol in de herberg De Dubbele Arend, Brusselsestraat 4 7. Een schone hesp te verbollen. Inleg : 50 centimes per peleton van drie man .. 10 Juli: Op de eerste zondag van de Gentse feest wordt de driejaarlijkse tentoonstelling van schilderijen in de oude kerk der Predikheren in Onderbergen geopend. Als inhuldiging van de schieting van de burgerwacht wordt een grote schijfschieting ingericht, waaraan 200 schutters van de burgerwachten van een twintigtal-steden deelnemen. Zes muziekkorpsen leiden de deelnemers naar de Bijlokemeers. Als proef wordt . een nieuw tussenstation voor reizigers en goederen geopend te Drongen. Maandag 11 Juli: De Zonder Naam niet zonder Hart heeft aan het stadsbestuur 10.000 F geschonken voor de bouw van een school in de wijk Sint-Macharius. De eerste steen werd plechtig gelegd in aanwezigheid van minister Rogier. Van de Zonder Naam ontvingen ook nog 1.300 kinderen van de bewaarschool een nieuw pak. 13 Juli : In april begon de oorlog tussen Frankrijk en Oostenrijk in verband met het geschil betreffende ItaliĂŤ. De Broedermin publiceerde op 12 juni een brief van de Gentenaar Goossens, die aan de slag van Palestroop 31 mei had deelgenomen. Op 15 juni publiceerde de krant het bericht, dat drie Gentenaars op 4 juni in de slag van Magenta waren gesneuveld. Op 13 juli verscheen een afzond_erlijk blaadje van de Gazette van Gent. Telegrafisch Bericht :De wapenstilstand is te Villafranca getekend tussen de twee keizers. Keizer Frans-Jozef staat zijn rechten op Lombardije af aan keizer Napoleon, die ze van zijn kant afstaat aan PiĂŠmont.

.

.

23 Juli: Reeds vroeger had de gemeenteraad een toelage van 25.000 F verleend aan de kerkfabriek van St.-Jan-Baptist om een kerk te bouwen. In d~ gemeenteraad van 23 juli wordt het plan van de nieuwe kerk getekend door architect Leclerc-Restiaux goedgekeurd. 6 Augustus: Verscheidene boeren, die hun melk gegeseld hadden wer117


den in overtreding genomen. 22 Augustus : Eklo is de laatste districthoofdplaats in Oost-Vlaanderen, die nog niet met de spoorweg is verbonden. Een nieuwe lijn Gent-Eklo zal worden aangelegd; deze lijn zal vertrekken aan de Dampoort. Zo komen aan de Dampoort twee stations. (brochure : Notice sur Ie chemin de fer. d'Eekloo Ă Gand). 1 September: Heden overleed Ferdinand Lousbergs. F. Lousbergs werd geboren te Gent op 31 augustus 1799. De familie Lousbergs was een der oudste katoenfabrikanten te Gent. De fabriek Lousbergs was gevestigd op de Reep in het gewezen klooster de Kapucinessen. De fabriek had een ingang op de Keizer K,arelstraat sedert-1840. In 1859 telde deze fabriek 2400 werknemers. F. Lousbergs behoorde tot de groep personen, die meer dan 2000 fr." belasting betaalden (in 1858 : 3.029 Fr.) en was aldus verkiesbaar voor de senaat. In tegenstelling echter met de andere verkiesharen lagen al zijn bezittingen echter in Gent. F. Lousbergs is begraven op het Campo Santo te Sint-Amandsherg. (graf sectie F nr. 80). Bij testament schonk F. Lousbergs aan het Bestuur van de Burgerlijke Godshuizen van Gent een stuk grond met een waarde van 65.000 F en een som van 400.000 F voor de bouw van een gesticht bestemd voor gebrekkige of oude textielarbeiders. Na enkele betwistingen werd het legaat bij K.B. van april1861 goedgekeurd. Het gesticht werd gebouwd naar het plan van architect Pauli; de laan werd in 1864 Lousbergslaan genoemd. Wat gebeurde met de fabriek van Lousbergs ? Deze fabriek was de grootste katoenspinnerij en -weweverij van Gent met 46.000 spoelen en 1.100 weefgetouwen. De waarde werd geschat op ongeveer vier miljoen. De erfgenamen vroegen aan de regering een naamloze maatschappij op te richten om de fabriek van Loushergs verder uit te baten. De regering stond gunstig tegenover dit voorstel, maar er kwam protest vanwege een dertigtal Gentse nijveraars. De petitie aan de regering werd opgesteld door Camille de Bast. Hierop verzaakten de erfgenamen aan hun voorstel. De textielfabriek krijgt nu de naam Dehemptinne en zal alzo lang in de volksmond gekend blijven. Op 15 november 1873" werd de naamloze maatschappij Ferd. Lousbergs met een kapitaal van tien mĂťjoen opgericht. De beheerders waren Ch. Dehemptinne1 JozefDehemptinne, J ules Dehemptinne en J. Casier-Dehemptinne. Net als een aantal andere katoenfabrieken werd Dehemptinne gesloten in de periode tussen de twee wereldoorlogen. 11 September : De eeuwenoude steenput op het Sint-Machanusplein 118


werd gevuld, daar er een nieuwe pomp in het midden van plein werd gebouwd. Deze steenput was een der weinige overblijfsels van de SintBaafsabdij, die onder Keizer Karel werd afgebroken behalve de steenput, de refter van het klooster, een deel van de kloostergang, de Mariakrocht en het Sint-Machariuscelleken. 2 October: In het.Lappersfort op de Koornmarkt kan men alle zondagen en maandagen gestoofde konijn en paling bekomen.

9 October :Nu eerst publiceert de Gazette van Gent een klein bericht, waardoor we weten dat te Gent een epidemie heerst. De ziekte wordt niet bij naam genoemd, maar het betreft een cholera-epidemie. "De overheid heeft enkele maatregelen genomen tegen een epidemie die in onze stad heerst. Het dragen van doodskisten door de straten wekt echter een pijnlijke indruk en de vrees voor de Ziekte is zeer nadelig voor de gezondheid. Er wordt gevraagd de kisten voor de behoeft~e slachtoffers in overdekte wagens te vervoeren." Tijdens de gemeenteraad van 29 october krijgen we nadere verklaring. De eerste gevallen deden zich voor einde augustus, de ziekte nam uitbreiding naar einde september en nam af van half october. Door het college werden de volgende maatregelen genomen : 1° : Gezondmaking van een aantal beluiken. Al de beluiken werden bezocht; een aantal werden gesloten; een groot aantal werden gewit en gereinigd. De riolen werden gekuist. Een gedeelte der bewoners, die in te kleine woningen waren op een gehoopt, deed men verhuizen. 2° : Er werd een strenge controle uitgeoefend op de vleeshuizen, de vismarkt en de fruitwinkels. 3° : In de Bijloke werden ruime zalen in gereedheid gebracht. _ Al deze maatregelen werden in stilte genomen om de bevolking niet te verontrusten. Bij ziektegevallen deed de politie de woning met chloorwater schuren. Voor het vervoer van de zieken werden rijtuigen ter beschikking gesteld. Door de geneesheren werden kosteloos voor: schriften ~fgeleverd terwijl de centrale apotheek van de burgerlijke godshuizen kosteloos de geneesmiddelen verstrekte. Aan de gezinnen, waar de ziekte heerste, werden slaapzakken en dekens uitgedeeld. Om het vervoer van doodskisten te voorkomen werden in de verschillende wijken depots aangelegd. Tot 26 october werden uitgedeeld: 673 strozakken, 673 hoofdpeluwen en 680 dekens. De vraag naar het aantal slachtoffers is moeilijk te beantwoorden. De verslagen vermelden enkel het aantal overlijdens tijdens de periode 1.9. 1859 en 28.10.1859 en men vergelijkt dit aantal met dit van dezelfde 119


periode in 1858. In 1859 stierven tijdens de cholera-epidemie 691 1 mensen meer dan in dezelfde periode in 1858. Dit zou dan het aantal slachtoffers zijn. Hierbij wordt dan aangenomen,.dat in 1858 en in 1859 evenveel mensen stierven aan andere ziekten. Men. schat het aantal gevallen op 1200 (ongeveer 1,1 %van de bevolking). De meeste gevallen kwamen ·voor in de derde en vierde wijk, de twee wijken met het grootst aantal beluiken. Het Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen verstrekt ons nog enkele inlichtingen. De: eerste gevallen van cholera kwamen voor te Antwerpen op 7 juli. Van Antwerpen verspreidde de ziekte zich langs de Schelde over Kallo, Burcht, Kruibeke, Bazel, Rupelmonde, Temse, Baasrode, Zele, Grembergen, Dendermonde, Wichelen, Wetteren, Melle naar Gent en zo verder tot Zingem. Daar kwam aan de epidemie een einde. Het verslag maakt de bemerking; dat al de andere gemeenten, die van de Schelde verwijderd waren, gespaard bleven. 17 October : Te Gent overleed Napoléon De Pauw. Hij was advocaat en hoogleraar en gewezen schepen van openbare werken te Gent. 23 October : In het Spiegelhof had een grote meeting plaats met als voorzitters Bilen en Van Loo en als secretarissen Langlois, Thys, E. Moyson en De Ridder. Er werd een petitie aan de Kamer opgesteld, waarbij gevraagd werd de wet op de samenspanning af te schaffen. Bilen betoogde,.dat de vereniging het enige middel is voor de werkman om zijn arbeid te doen betalen; verder sprak hij de lof uit aan het stadsbestuur, dat zich met zo veel ijver met het volksonderwijs bezig houdt. (G. v. Gent 23.10.1859). Een voorstel van Thys om Bilen te belasten met het bij een roepen van de voorzitters van de verschillende Gentse werkersverenigingen om een algemene maatschappij te vormen wordt aangenomen. 13 November: Te Gent overleed Prudens Van Duyse. Hij was geboren te Dendermonde op 17 september 1806. Hij studeerde te Gent voor doctor in de rechten en behaalde dit diploma in 1832. Hij was een tijd leraar aan het atheneum te Gent, maar werd in 1838 archivaris van de stad Gent. Van in zijn jeugd had Van Duyse een buitengewoon improvisatietalent. Hij schreef honderden gedichten en werd in· tientallen prijskampen bekroond. Hij werd begraven op woensdag 16 november op het Campo Santo te Sint-Amandsberg (graf sectie A nr. 39). In de lange rouwstoet stapten twee muziekkorpsen, afvaardigingen van al de Gentse scholen en van tientallen verenigingen uit Vlaanderen. De doodskist werd gedragen door leden van het Van Crombrugghe-genootschap en van het Willemsfonds. De hoeken van het. baarkleed werden 120


gehouden door baron Jules de Saint-Genois, Fr. Rens , Th. Canneel (directeur academie ) , Nolet de Brauwereen Ducaju (Antwerpen ). Op de begrafenis waren naast het voltallig college van burgemeester en schepenen ook H. Conscience aanwezig. Aan het graf op het Campo Santo werden niet minder dan vijftien lijkreden uitgesproken , waarvan de teksten verschenen in de Gazette van Gent van 18 en 19 november. Reeds op 14 november hield "De Taal is gansch het Volk " een vergadering, waarop een commissie, waarin onder meer Rens en Heremans zetelden, werd aangesteld en die belast werd met het inzamelen van gelden om een grafmonument te Sint-Amandsberg op te richten. In 1858 bekwam P. Van Duyse de vijfjaarlijkse prijs voor de Vlaamse letterkunde met zijn episch gedicht J acob van Artevelde. Als stadsarchivaris publiceerde hij ook enkele historische werken. Van Duyse speelde een rol in de Vlaamse beweging en was medestichter van de

121


"Tael is gansch het Volk", waarvan de titel ontleend werd aan een gedicht van Van Duyse. Reeds vroeger hebben we er op gewezen, dat Van Duyse weinig critisch was tegenover het tijdsgebeuren. "Zijn overvloedige inspiratie en zijn verbluffend vlot improvisatietalent hebben zijn werk grotendeels geschaad" schrijft prof. F: Lissens. (4) Op 24 november zal N. Destanberg in het Van Crombrugghe-genootschap een voordracht houden "Prudens Van Duyse: zijn leven en zijn werken". Bij -De Potter, graveerder werd het portret van Van Duyse op steendruk naar een geschilderd portret van Canneel verkocht ten voordele van het grĂĄfmonument. 11 December : Op 30 april was voor de eerste maal het reglement van het burgerlijk hospitaal in de gemeenteraad besproken. Op 29 october werd een nieuw reglement goedgekeurd. Tot heden werd het burgerlijk hospitaal bestuurd door kloosterzusters. Het nieuw reglement bepaalde: a) een leke directeur niet geneesheer wordt met het algemeen bestuur van het hospitaal belast b) een gediplomeerd apotheker wordt belast met de apotheek c) de verzorging van de zieken wordt toevertrouwd aan kloosterzusters. Op 11 december verscheen de volgende aankondiging in de Gazette van Gent :Gevraagd :Wereldlijk bestuurder voor het hospitaal de Bijloke. Jaarwedde: 3000 fr.plus woning. Hoofdapotheker voor het hospitaal : jaarwedde : 2000 fr. plus woning.

Onderzoeken we thans even de broodprijzen. Intra-muros 14.1 1.5 22.7 30 33 34 Gebuild Ongebuild 25 27 27 Rogge 17 17 17 Extra-muros 32 33 Gebuild 29 Ongebuild 24 26 26 Rogge 16 16 16

23.10 34 28 18

11.12 37 29 21

33 27 17

36 28 20

De broodprijzen waren in 1859 betrekkelijk laag. Einde 1858 had het bestuur van liefdadigheid een onderzoek ingesteld naar de behoeftigheid van de ondersteunde gezinnen in 1859 en zijn de getällen niet zo vergelijkbaar. In 1859 werden 4.223 gezinnen met 10.985 personen gesteund plus 621 gezinnen, die een tijdelijke steun ontvingen. Bijna 30 %van de ondersteunden waren ouder dan 60 jaar; 16% waren weduwen, 25 %wa122


ren kinderen jonger dan twaalf jaar. Op 23 april werd de Volmolen, die eigendom was van de stad, verkocht voor 37.100 fr. De Volmolenstraat, die uitkomt aan de Nieuwbrugkaai, herinnert aan de volmolen. Om te eindigen zou nog een woordje moeten gezegd worden over de werkrechtersraden. Deze raden waren opgericht door de keizerlijke decreten van 11 juni 1809 en 3 augustus 1810. Maar in 1830 waren slechts twee werkrechtersraden opgericht : te Gent en te Brugge. Door de wet van 9 april 184 2 mocht de regering werkrechtersraden oprichten in zeventien plaatsen. Door de wet van 7 februari 1859 werden de werkrechtersraden paritair samengesteld. Om kiesrecht te hebben moest men Belg zijri, 25 jaar oud en kunnen lezen en schrijven. De werklieden moesten daarenboven een bijzondere onderscheiding van bekwaamheid hebben gekregen, of minstens honderd frank hebben gestort op een spaarkas of een onderscheiding voor moed en zelfopoffering hebben ontvangen. In 1859 hadden te Gent 544 patroons en 863 werklieden kiesrecht voor de werkrechtersraden. Deze wet zal van toepassing blijven tot 1889.

1859 is ten einde. In dit jaar werden geboren: de ftlosofen H. Bergson, J ohn Dewey en Edm. Husserl, de Nobelprijswinnaar Knut Hamsun en de Franse socialist en pacifist Jean Jaures, en ook de toekomstige keizer Willem 11 en Nobelprijswinnaar Pierre Curie. Terwijl stierfMetternich, die gepoogd had de kaart van Europa te hertekenen. Bunsen en Kirchhoff ontdekten de spectrum-analyse en Darwin schreef zijn beroemd boek "On the origin of species by means of natural selection". NOTEN

(1) Op 20 april1904 beschuldigde E. Vandervelde burgemeester Ch. de Kerchove, beslag te hebben doen leggen op de kas van de Gentse wevers. Hierop publiceerde senator graaf Oswald de Kerchove,: zoon. van Ch. de Kerchove een brochure, waarin werd ~getoond dat de inbeslagneming geschiedde op bevel van de procureur des konings. V andervelde en Anseele erkenden de vergissing. Voor meer gegevens zie¡: Avanti : Een terugblik. Scholl: 150 Jaar katholieke arbeidersbeweging in BelgiÍ. de Kerchove-de Denterghem : De werkstaking der Gentsche Wevers. (2) Tijdschrift De Eendragt 8.5.1859. (3) TijdsChrift De Eendragt 3.7.1859. (4) Tijdschrift De Eendragt 20.11.1859.

M. STEELS

123


DRIE VERGETEN GENTENAARS VOOR EEN WIJL UIT HET VERGEETBOEK GEHAALD Zeer onlangs verscheen een boek dat:;_ruimschoots verdient vermeld te worden. Niet omdat het iets te zien zou hebben met de topografie, de toponymie of de politieke geschiedenis van onze stad, maar wel omdat het ons in alle kleuren herinnert aan een tijd toen niet weinig Vlaamse steden op het gebied van de kunsten toonaangevend waren. Omstreeks 1481 bestelde een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder in een Gents schildersatelier een talrijke reeks miniatuurtjes die bestemd waren om een breviarum (brevier, getijden boek, gebedenboek) luisterrijk te verluchten. Aan dat schilderen werd meer dan 10 jaar gewerkt. Dan was het boek bijlange nog niet klaar. Het moest immers op een luxueuze wijze ingeboden worden en voorzien van een nog luxueuzer schrijn. Aldus kwam niet alleen een prachtig meesterwerk tot stand maar meteen een van de meest volumineuze manuscripten die ooit voortgebracht zijn: 27,5 cm x 21,5 cm x 13,5 cm. De verluchting bestond uit 12 kalenderbladen, die beroemd zullen worden, en 110 volbladminiaturen verdeeld over 831 folio's. VriJvlug na zijn voltooiing kwam het brevarium in het bezit van Antonio Siciliano, de ambassadeur in Vlaanderen van de hertog van Milaan. Deze verkocht het in 1514 aan de kardinaalDominico GRIMANI, die het een ereplaats bezorgde in zijn ruim 15000 banden tellende bibliotheek. Na diens dood passeerde het als erfgoed verschillende GRIMANI-handen. Uiteindelijk werd het handschrift, dat voortaan BREVIARUM GRIMANI zal genoemd worden aan de Marciana (Marcus-Bibliotheek te VenetiĂŤ). Daar berust het nog. In de loop van de 19de eeuw werden kalenderbladen als litho's en later als chromolitho's gereproduceerd. Lang heeft men om zeer begrijpelijke redenen (gebruik van kunsdicht) vermeden er foto's van te laten maken. Ten slotte heeft men dan toch - mits het in acht nemen van een maximum van voorzorgen - de kleurenfotograaf maar laten betijen. Een eerste maal voor omtrent een halve eeuw, een volgende keer nu 7 jaar geleden. Het resultaat w~ een onverhoopt succes. De uitgeverij Electa Editrico, Milan, mocht dan ook onverdeeld prat gaan op het genomen initiatief: het wereldkundig maken van d,e 12 kalenderbladen plus evenveel bijbladen en van de 110 grote miniaturen. Vanzelfsprekend voorzien van Italiaanse teksten. Weldra zorgden ''Thames and Hudson Ltd, London" en "GebrĂźder Mann, Berlin" ervoor dat respectievelijk een Engelse en een Duitse versie van de Italiaanse uitgave op de markt kwamen. Op het einde van 1977 vergastte Ar124


cade ons èn op een Franse èn op een Nederlandse versie van het hoe langer hoe meer bekend geworden Breviarium Grimani. Het is op deze editie dat we even de schijnwerper willen richten. Een machtig boekwerk is het waarop wijkijken: 29,5 cm x 26 cm; bladspiegel 20 cm x 19 cm; kalenderbladen en bijbladen 24 cm x 18 cm; de 110 platen 22,5-23 cm x 16,5-17 cm; in het geheel 304 bladzijden druks. De vertaling van de tekst is vanG. J. De Landtsheer. Wat ons aangespoord heeft om ons met het manuscript bezig te houden - zie de titel van dit opstel - is het feit dat we geconfronteerd worden met een authentiek GENTS, door GENTENAREN uitgevoerd meesterwerk. Vroeger wàs men de mening toegedaan dat de miniaturen moesten toegeschreven worden aan;een Memlinc, een Gossaert, een David. Tegenwoordig heeft men de volkomen zekerheid dat Horenbout en twee van de Benings verantwoordelijk zijn voor de verluchting . van het werk. Sanders Bening was de stamvader van een der voornaamste schildersgeslachten die Vlaanderen ooit voortgebracht heeft (wie weet was het een van zijn voorvaders, een Bennin of een Benin, naar wie een Gentse straat genoemd werd : de Bennesteeg). Hij werd waarschijnlijk te Gent geboren; verwierf er het meesterschap in 1469. In 1489 ging hij zijn tenten opslaan te Brugge, die kunststad bij uitnemendheid. Dat verhuizen naar daar moet ons niet verbazen : andere vakgenoten deden het vóór hem; ik denk aan Jan van Eyck en aan Memlinc. Nog andere zullen het na hem doen. Dat hij evenals Jan met een voet in Gent is blijven staan, dat wil zeggen daar als het paste kwam werken, wordt indirect bewëzen door het feit dat hij er in 1519 overleed. In hetzelfde jaar dat Maximiliaan I overleed, Karel de Vijfde tot keizer gekroond werd, Mageliaan Zijn wereldreis aanving. Het is Sanders' grote verdienste geweest dat de Vlaarilse miniatuurkunst aan de Franse invloed onttrokken werd. Zijn zoons Sirnon en Pol evenals zijn kleindochter Livina traden prompt in zijn voetspoor. De laatstgenoemde twee zullen we in ons verhaal niet betrekken in tegenstelling met Simon. Sirnon werd te Gent geboren in 1483-84. Na zijn vaders leerling geweest te zijn verwierfhij het meesterschap in 1508. Uiteraard te Brugge,,want daar woonde immers het gezin Bening.Hoewel hij zich specialiseerde in het schilderen van miniaturen wist hij zich ook te onden scheiden als portrettist (tot ons gekomen zijn o.a. een zelfportret (Louvre, Parijs) en een portret van een monnik (Victoria en Albert Museum, Londen). Hoeveel handschriften hij verlucht heeft of helpen verluchten, kan onmogelijk bepaald worden. Behalve in ons Breviarium Grii25


mani schittert zijn naam niet minder luisterrijk in een lange rij al even luxueuze manuscripten : in de Statuten van de Orde van het Gulden Vlies (Wenen); in het Livre d'heures van Rouen; in het Getijdenboek van Hennessy dat in 1535-1540 het levenslicht zou gezien hebben. De Staat schafte zich in 1874 het handschrift aan om het in de Koninklijke Bibliotheek te deponeren. Het was "de schitterendste aanwinst van het Handschriftenkabinet sedert zijn aanhechting bij de Kon. Bibl. in 1837". (Rijkdom van de Kon. Bibl. van België, blz. 86) Door de zorgen van de Bibl. werden de 12 prachtige kalenderbladen in prentkaartformaat uitgegeven. Het is bekend dat P. Bruegel voor het schilderen van zijn Jaargetijden zich laten inspireren heeft door Simons miniaturen. De derde miniaturist van het Breviarum Grimani was niemand minder dan Geraard Horenbout. Deze uitnemende kunstenaar werd omtrent 1465 te Gent geboren. In die stad verWierfhij in 1487 het meesterschap. Hij overleed er ten laatste in 1541. Evenals Sirnon ging hij in de leer bij Sanders Bening.Van de drie verluchters is hij ontegensprekelijk de uitblinker. Van zijn hand zijn dan ook de reeds vermelde 12 kalenderbladen en een vrij groot aantal volbladminiaturen. Horenbout is bovendien een uitzonderlijk vruchtbare artiest geweest. Niet alleen in de hoedanigheid van miniaturist, doch evenzeer als paneelschilder deed hij zich geld~n : denk in dit verband maar aan de portretten van Lieven van Pottelsberghe en Livina de Steelant, die u in ons Museum kunt bewonderen. Van 1514 tot 1521 was Geraard de hofschilder van onze landvoogdes Margaretha van Oostenrijk, voor wie hij, geholpen door een paar vakgenoten van minder formaat, het gebedenboek Hortulus Animae (Hof der Zielen) van schilderijtjes voorzag. Een boek van maar liefst 528 folio's. Verwçmdert het u dat het in de Hofbibl. van Wenen terechtkwam? Een bijzonderheid: In 1809liet Napoleon het meesterwerk met nog een karrevracht andere kunstwerken naar Parijs overbrengen. Gelukkig niet voor eeuwig want na zijn val keerde het ongedeerd naar Wenen terug, doch met op zijn eerste bladzijde de stempel van de Bibl. National. In 19 39 gaf het Bibliographisches Institut, Leipzig de 12 kalenderbladen uit als illustratie van een Zeitglöcklein, ein Kalender für d~s J ahr 19 39. Horenbout was tevens een bekende· aan het hof van· de Engelse koning Hendrik VIII. We denken er niet aan al de boeken op te noemen waaraan hij meegewerkt heeft. Een ervan zijn we ons zelf verplicht aan te halen, vooral omdat het in België bewaard wordt. Het betreft het zg. Breviarium Mayer van den Bergh, aldus genoemd omdat het berust in het Museum 126


Mayer van den Bergh te Antwerpen. De erin voorkomende miniaturen zijn van zijn hand of van die van Sirnon Bening of van de al even bekende, evenals Horenbout omstreeks 1465 geboren Jan Provoost, gestorven te Brugge in 1529. Een paneelschilder van internationaal formaat van wie een lange resem werken menig museum verrijken : Brugge, Parijs, Madrid, Genua, Cremona, Windsor, Leningrad, Rotterdam. Het Breviarium Mayer van den Bergh ontstond omtrent het jaar 1510 en is bijzonder rijk aan miniaturen : 12 kalenderbladen, 36 volbladschilderijtjes, 20 kleinere werkjes, 157 randversieringen en tallo;z;e initialen. Om terug te keren naar ons Breviarium Grimani. Het is een onvolprezen meesterwerk :een sobere band, kwaliteitspapier, mooie letter en, zoals we ten overvloede aangetoond hebben: een schat van miniatuurwerk. Waar naar zijn geld, hoor ik u zeggen. De prijs (6900 frankjes) zouden we bezwaarlijk overdreven, buitensporig durven te noemen ware het niet dat de binder - in de veronderstelling dat de kerel die eretitel verdient - in plaats van het een soepele rug te geven, het een blok beton als cadeau opgesolferd heeft. Het is namelijk bepaald onmogelijk het boek open te leggen. Wil men dat kost wat kost wèl doen, dan staat u niets anders te doen dan met beide handen het wederspannig ding te bedwingen of met gewichten aan de slag te'gaan. Doet men dat niet dan flapt het geopend deel van het boek als een knipmes dicht. . Alleszins geen bewijs dat een relikwie met de vereiste piÍteit vereerd wordt. M. VAN WESEMAEL

EEN NIEU LIEDT VAN DE MOORDADIGHE FEYTEN GECOMMITEERT DOOR ADRIAEN DE JODE BINNEN DE STEDEVAN GHENDT De gebeurtenissen. Op maandag 28 april 1664 vindt men te Gent in een huis tegenover de vle~shalle de lijken van Livina Bernaert, echtgenote van Martinus van der Brugghe, lakensnijder, haar dienstmeid Christina de Scheppere en haar kind Elias van der Btugghe, zes maand oud. Dit feit verwekte zeer grote opschudding. Dezelfde dag wordt Adriaen de jode, zoon van Adriaen aangehouden toen hij een paar bebloede schoenen trachtte te verkopen aan de vrouw van een schoenlapper. In de gevangenis wordt 127


hij ondervraagd. . Wie was Adriaen de jode ? Adriaen werd te Gent geboren als zoon van Adriaen en van Barbara de Bilt. In 1664 is hij 53 jaar en woont in een zijstraatje van de Meire. Hij is weduwenaar met vier kinderen, nl. Marie Petronella, 16 jaar, die als dienstmeid werkt, Benedictus jode, 8 à 10 jaar, Ladewijk 6 jaar en Françoiseken, 5 jaar. Hij woonde o.a. drie jaar te Ieperen, waar hij klerk was op de griffie van de heer Grietens. Daarna verhuisde hij naar Haesbroek, waar hij de functie van amman gedurende één jaar uitoefende. Toen verhuisde hij naar Gent, waar hij drie maand in een huisje van een waterstraatje woonde en sedert een jaar woont hij in het tegenwoordig huis. Zijn moeder Barbara woont bij hem. Zijn verklaringen. Vooreerst ondervraagd naar de betrokkenheid bij de moorden, ontkent hij dit een beschuldigt de man, die hem heeft aangebracht, nl. een schoenlapper wonende op de Plottersgracht. Daarna bekent hij de vier moorden, nl. op Martirrus van der Brugghe, Zijn huisvrouw, de dienstmeid en de zoon. Hij heeft dit bedreven "uit pure miserie ende aermoede" en hij was gekomen tot de uiterste armoede met zijn kinderen. Op zondag 27 april1664 omstreeks negen uur ging hij naar het huis van van der Brugghen en beweerde dat er bij hem thuis een vriend was gekomen, die zich een kleed wou laten maken. Hij vroeg Martirrus om mee te komen, waartoe deze dadelijk bereid was. In de keuken bij Adriaen thuis sloeg hij van der Brugghen onverhoeds neer met een ijzeren hamer. Daarop gafhij hem met een mes verscheidene steken, die dodelijk waren. Hij sleepte het nog bloedende lichaam in een keldertje van het huis. Het bloed op de vloer dweilde' hij dadelijk op en hij zette de emmer vol bloed in de kelder. Zijn moeder was op dit ogenblik in de St.-Janskerk "om haar jubilee te winnen". Bij haar thuiskomst verbood hij haar en de kinderen in de kelder te gaan. De oude vrouw vroeg de reden en toen bekende hij haar, dat hij iemand had vermoord. De vrouw schrikte hiervan zeer en begon te jammeren. Op een bevel van Adriaen zweeg ze en hij vertelde haar, dat hij uitging en dat zij om acht uur hem moest komen halen in het huis tegenover de vleeshalle. Daartoe moest ze vier: maal op de deur kloppen. De kleine kinderen, die zich op het zoldertje bevonden, hadden ni~ts gezien, doch wel gehoord, dat er iemand riep en "lamenteerde". Daarop vertrok Adriaen naar het huis en de winkelvan Martirrus van der Brugghen, waar hij "eene dienstbode ofte meysse hebbende op hare arm een dein kindeken" aantrof. Hij vroeg haar waar haar vrouw was

128


en hoorde dat er niemand thuis was en dat mevrouw naar de kerk van de paters JezuĂŻeten was. Toen vermoorde hij ook de meid met de hamer en het mes en hetzelfde lot was het schreiende kind beschoren. Hij verborg het lichaam van het kind onder een ledikant in een kamer en dat van de meid onder de toog en dat ruimde hij zo goed en zo kwaad als het kon met een dweil op. Toen wachtte hij op de thuiskomst van de huisvrouw. Deze klopte aan en hij opende de deur, maar tegelijkertijd stond daar ook een arme vrouw, die om een aalmoes vroeg. De huisvrouw was van plan de arme vrouw in huis te laten om haar een aalmoes te geven, doch. Adriaen vertelde de niets vermoedende vrouw, dat haar man haar dadelijk wou spreken. Deze trad binnen en hij sloot de deur voor de bedelares. Meteen was ook het lot van de vrouw gekend, want ogenblikkelijk sloeg hij haar neer en bracht haar om. Hij ontnam haar de paarlen, een diamantring en de trouwring, vond de sleutel van de geldkoffer en bedekte het lijk met een kleed. Hij bleef de hele dag in het huis, hield de voordeur gesloten en maakte de geldkoffer leeg. Omstreeks acht uur kwam zijn moeder, die van het hele gebeuren niets afwist, hem afhalen en samen trokken ze naar huis. Men kan ziCh de ontsteltenis van de vrouw indenken, toen hij haar ook dit bekend maakte. De vĂłlgende dag kocht hij met het geroofde geld enkele stukken vlees en enig laken om een kleed te laten maken. Hij liet ook zes kragen maken. Even later werd hij gevangen genomen. Hij verklaarde, dat hij de moord heel alleen had bedreven. Nochtans werd zijn moeder ook gevangen gezet. Adriaen bekende ook een diefstal, die hij pleegde in 1655toen hij op een kantoor werkte, doch dat geld heeft hij terug gegeven. Bij de ondervraging van zijn moeder Barbara de Bilt verklaarde deze, dat haar zoon ook de dader was van een tweevoudige moord in januari 1653 gepleegd op Frans Daneels en zijn dienstbode Janneken Van den Broucke. Adriaen ontkent dit. Op 29 april1664 wordt Adriaen de jode aan een "scherp verhoor" onderworpen, d.w.z. hij kreeg een halsband "ofte pijn" aan; hij werd op een driepikkel vastgebonden, hij kreeg gewichten aan de handen en me.n blinddoekte hem. Hij bleef steeds ontkennen. Op zeker ogenblik is hij "schuymende continuelick met sijnen mondt" en wordt op doktersbevel de ondervraging stopgezet. De volgende dag bindt men hem vast aan "crammen" en geeft men hem enige slagen met roeden op de rug. Toen bekende hij ook de twee moorden in 1653 gepleegd. Hij had deze mensen ook vermoord met zijn hamer en mes. 129


Veroordeling. Op 2 mei 1664 wordt het vonnis uitgesproken. Ziehier de tekst : "Met ijzeren moorthaemer en de mes ghebonden aen uwen hals uyt de vanghenisse ghesleept worden op een hoorde(= mat) tot op de Vrijdaghmerct ende daer op een schavot gebonden worden op een dweers cruys omme aldaer u naeckt lichaem tot ses mael met gloijende ijseren nijptanghen ghenepen te worden mitsgaders op het voorseide cruyse gheraebraeckt ende daer naer u levende lichaem in het vier(= vuur) soo langhe branden datter de doodt naer volght ende het selve al dan ghevoert te worden ter plaetse patibulaire (= galgplaats) ende gheleyt te worden op een rat (= rad). Al zijn goederen en eigendommen werden aangeslagen. Tot daar de feiten. Adriaen de jade werd veroordeeld tot de zwaarste straf. Geen wonder dat zulke gruweldaad tot de verbeelding van het volk sprak en dat er een liedje van gemaakt werd. We vonden dit terug op de kaft van een armenrekening anno 1664 in het gemeentearchief van Okegem. Het lied is echter niet volledig. De laatste strofen ontbreken. BRONNEN

Okegem: gemeentearchief nr. 19 Stadsarchief Gent :criminele processen reeks 213, nr. 23. Sententies reeks 95 bis nr. 15 fo. 90°.

VAN ISTENDAEL H. EEN NIEU LIEDT VAN DE MOORDADIGHE FEYTEN GECOMMITTEERT DOOR ADRIAEN DE]ODEBINNEN DER STEDE VAN GHENDT ENDE ALDAER GEIUSTICEERT IN MEY 1664. stemme :hoe ligh ick hier in dees allende Hoe vremt loopen des wereldts dinghen vol droefheyde soomen daghelijckx siet soo ghij van mij sult hooren singhen indien ghij hoort nae(r) mijn bediet . Godt die gheen dinghen en laet verholen dees moort en woud niet sijn verscholen. Als aen de J ode is ghebleken doen hij had in Cromme wael twee menschen vreedelijks doorsteken die hij berooft had teenemael een duyst ses hondert wilt aenhooren en drij en vijftigh quam te voren.

130


Maer denckend dat hij mocht vrijmoedigh ende sijn boosheden van en voorts bedenekt hij moorden overvloedigh soo ghij in dit liedt aenhoort soo men te Gendt heeft sien gebeuren dat een ieder daerom moest treuren. Op eenen sondagh van den jaere seshondert sestigh ende vier wanneer men het volck sagh vergaren om bidden voor het oorloghsvier is hij sich in een huys ghetreden daer hij vier menscheri brocht om tleven. Als hij door valsche listicheden heeft van der Brugghen weghgeleyt en met hem in sijn huys doen treden met opset van dit vreede feyt en schroomelijek niet om vergheten met een hamer doot gesmeten. En naer het gheven van veel wonden soo inden hals oft daer ontrent heeft hij hem in het huys gevonden daer hij van voren was bekent ¡de maert onwetend van sijn kuren onnoosel moest de doot besueren. Want sij oock door den sel(ve) hamer wat<r door haer meester was gedoot vermoort wirt al in de kamer waer door het kleyne kindt verschoot twelck maer ses rnaent en was geboren sijn leven heeft door hem verloren. 0 ongehoorde helsche stucken bij menschen leven noyt gehoort hoe kont ghij soo den menschen bedrocken op een kleyn kindt te sijn gesteort dat ghij met smyten van den hamer wierpt teghen de mueren van de kamers. Een steenen hert had moeten breken die dit moordadigh stuck aensach hoe hij de moeder dorst doorsteken met tgeven van eenen hamerslagh die hij liet ligghen met veel wonden soo men haer smaendaeghs heeft gevonden.

131


De poorten wirden toe gesloten met last van d.edel magistraet wandt het en heeft haer niet verdroten daer in te stellen goeden raedt elck badt aen Godt men ancxt en sorgen o heer( en) laet dit niet sijn verborghen. Godt een kender van hert ende nieren voor wie dit niet verborghen en is die alle druck te recht kan stieren liet hem door sijn geghenis op stadt huys kommen met v~rlanghen daer wirt hij metters daet gevanghen.

KRUISBOOGTORNOOI VAN DE DRIE ZUSTERSTEDEN

Zoals in het voorgaande nummer vanG.T.werd bekend gemaaktwordt op zondag 4 juni 1978 in 's Gravensteen een Kruisboogtornooi ingericht, na Brugge in 1976 en Antwerpen in1977, aldus het derde in deze reeks. Gent heeft speciaal aan de datum 4 juni gehouden, ter herinnering aan het Grote Landjuweel der Schuttersgezelschappen, destijds ingericht door de Aloude St.-J orisgilde, en welke plaats had op 5 juni 1440 op de Kouter. Een feeststoet van de deelnemende verenigingen in historische kledij zal van de Vrijdagmarkt door het stadscentrum naar het Gravensteen opstappen. Na plechtige aankondiging door bazuinblazers van op de tinnen van 's Gravensteen, zal om 15 uur de wedstrijd aanvatten. Allerlei nevenmanifestaties zullen dit tornooi omringen, zoals blaaspijpschieten, salonkruisboog (6 m afstand) en dergelijke, zal door het publiek kunnen beoefend worden. Gedurende de wedstrijd zullen op de binnenhof van de burcht vendelzwaaiers optreden en 2 wagenspelen worden opgevoerd. De Rederijkerskamer Jhesus met der Balsemblomme brengt "De Klucht van Mie Gendarm" en Mariakring-MARIEEN-THEEREN speelt "BREUCHEL GEEFT EEN ZOEN". Aan verschillende kraampjes zullen Bruegeljaanse vrouwtjes belegde broodjes, bier, worst, harde eieren, Gentse mokken en zo meer te koop aanbieden.

132


Bijgaande een historische schets over de drie deelnemende gilden : de Aloude Schuttersgilde Den Crans uit Antwerpen, de Koninklijke en Prinselijke Hoofdgilde St.-Joris Stalen Boog uit Brugge en de Koninklijke en Soevereine Gilde van St.-Joril) van Gent. Over deze laatste werd in Ghendtsche Tydinghen in de nrs 1 en 5 van de Se jaargang ( 197 6) een uitvoerige en gedetailleerde geschiedenis gebracht door de heer M. Lievens, zodat thans slechts een zeer beknopte samenvatting wordt gegeven. I. DE ALOUDE SCHUTTERSGILDE DEN CRANS

De eerste schuttersgilden zijn ontstaan in het Hertogdom Brabant en het Graafschap Vlaanderen. Het is in deze regionen dat ze vanaf het einde der 13e en het begin der 14e eeuw het meest voorkomen. De schuttersgilden zijn een uitsluitend W-Europees verschijnsel. Het feit dat een gewone burger het recht verleend wordt zich gewapend te verzamelen in een eigen organisatie en zich met deze wapens te oefenen is inderdaad gans nieuw. Temeer daar het recht wapens te dragen voordien enkel aan de adel was voorbehouden. De juiste stichtingsdatums der diverse gilden is meestal niet nauwkeurig vast te stellen. De geschreven documentatie uit de 13e eeuw is niet zo talrijk tot ons gekomen. Voor Antwerpen is het de gilde van de "OUDE VOETBOOG" waarvan het eerst meldingWlrdt gemaakt in een schepenbrief väîi 1300. Later komen dan de handbooggilden en op het einde van de 15e eeuw de kolveniers- of buksgilden. Sommige steden kenden ook schermersgilden. . Te Antwerpen kende men zes gewapende gilden : - De Oude Voetboog ( 1306) -De Oude Handboog (1348), ook gekend als St.-Sebastiaansgilde - De Jonge Voetboog -De Jonge Handboog, ofte Gebroken Pese (1485) -De Schermersgilde (1487) - De Kolveniersgilde ( 1489) Bij het ontstaan·van het gildewezen speelt de militaire taak een grote rol. De gilden nemen de taak over van de "scuttere" of mannen die belast waren met het bewaken van de nederzetting, de wallen, het vee en alles wat de burgers toebehoorde. Deze militaire taak wordt vastgelegd in "privilegiënn waarin de voorwaarden vastgesteld worden tegen dewelke de gilde deze dienst zal vervullen. De "Prins" zal gehouden zijn soldij te betàlen en de dienst zal in tijd en ruimte beperkt zijn. De mobilisatie van de ganse gilde zal slechts plaats hebben bij groot alarni. 133


Volgens de overlevering zou in 1181 Hertog Hendrik I van Brabant de Antwerpse kruisboogschutters die hem naar de Kruistocht vergezelden voor hun goede diensten beloond hebben door hen het recht te schenken van dan af in hun wapenschild de benaming "De GoedWillighen" te voeren. Ook politionele taken werden aan de gilden toevertrouwd, in samenspraak met de Burgerwacht. Onder het bevel van de Hoofdman van de Oude Voetboog - tevens Buitenburgemeester - trok men de wacht op aan de kaden, op de markten en aan de poorten, en in opdracht van de Scout ging men over tot aanhoudingen. Tevens vormde de gilde van de Oude Voetboog de lijfwacht van de Hertogvan Brabant wanneer deze te Antwerpen verbleef. Het was echter de taak van de Kolveni~rsgilde lijfwacht te zijn van de Burchtheer van Antwerpen. Willem de Zwijger, Prins van Oranje maakte in deze funktie hiervan zeer veel gebruik. In tijden van nood dienden de gilden ook op te treden als brandweerkorps. Vanafhet uitkomen van de vuurwapens zullen alle gilden, welk ook hun,oorspronkelijk wapen is, voorgenoemde taken vervullen gewapend met een musket. V oor de sportieve bezigheden echter blijven zij trouw aan de voetboog of de handboog. Antwerpen is een der eerste steden waar een groot schietspel voor kruisboog en handboog (Hastiludum) zal ingericht worden. 25 steden nemen er met hun sçhuttersgilden aan deel. De Antwerpse Voetbooggilde is bijna op alle grote schietspelen in grote getale vertegenwoordigd. In 1395 zal de gilde van de Oude Voetboog met 1000 man naar Bergen in Henegouwen samen met 48 andere steden aantreden, terwijl in de stadsrekeningen de aanmaak van 326 kaproenen terug te vinden is, bestemd voor de schutters welke deelnamen aan het schietspel te Mechelen in 1404. In 1442 vindt te Antwerpen de memorabele schieting plaats waar Hertog Jan IV van Brabant de hoofdvogel afschoot en de schutters van de Oude Voetboog ieder jaar een maaltijd beloofde van 22 Leuvense Peeters en dit " ... so langhe de schaepkens gras souden eten ... " Hij schenkt de gilde daarenboven een zilveren beker die hij bij een schietspel te Leuven had gewonnen en waaruit van dan af de Koning van de gilde zou uit drinken. Ook schenkt hij een gouden keten waaraan een Koningsvogel van goud. . Bij het grote schietspel van de voetbooggilde van Gent in 1498 kwam de Antwerpse Gilde aangetreden met lange rode tabaarden waar op de mouwen een "Rozenhoedje" geborduurd was. De kruisboogschutters waren met 1850 man, waarvan er 600 te paard. 400 huifkarren waren met rood linnen afgedekt en dit werd na à floop der feesten aan 134


de armen der stad Gent uitgedeeld. Lid zijn van een schuttersgilde bepaalde de sociale rol en rang van het individu. Bij decreet van 1791 zullen door de f'ranse Revolutie alle gilden, mede met alle andere verenigingen en maatschappijen, afgeschaft worden en hun goderen verbeurd verklaard en verkocht. Na enige tijd echter ziet men hier en daar de oude confreers terug bijeen komen en toestemming vragen om een "Société de Tir et d'agrément" op te richten. Meestal wordt hun dit vergund en zo worden schuttersverenigingen opgericht die hier en daar nog sporen dragen van de oude tradities. Bij het begin van de 19e eeuw wordt te Antwerpen de "Soc. Guillaume Tell" gesticht die zich zal vestigen aan de Arenbergstraat. Later zal deze vereniging opgevolgd worden door de Soc .. d' Arbalète St.Georges, en door een parallelgroep Soc. d'Arc et d'Arbalète. Ook de Oude St.-Sebastiaansgilde zet haar aktiviteiten verder. De Kolveniersgilde wordt opgevolgd door "Les Amis Réunis" die zich op het geweerschieten toeleggen. Rond en nà de eerste Wereldoorlog doven al deze verenigingen stilaan uit, voomaillelijk dan door het opkomen van andere ontspanningen. Het is pas in 19 5 5 dat enkele vrienden het idee opvatten het gildeleven te Antwerpen terug op te wekken. Nochtans kwam dit initiatief moeilijk van de grond mede door het feit dat velen zich uitsluitend aansloten voor het beoefenen van het sportschieten. In 1966 zal een breuk ontstaan en de oude geplogenheden worden térug opgenomen. Vanaf 1971 wordt in Algemene Vergadering de naam der gilde "DE ALOUDE SCHUTTERSGILDE DEN CRANS". Men verkoos deze naam, omdat "Den Crans", (de Rozenkrans), een fundamenteel heraldisch element is in al de wapens der Stad Antwerpen voorkomend. Organisatorisch zowel als naar de geest is de_ gilde gebaseerd op de tradities der Antwerpse Schuttersgilde "De Oude Voetboog" zoals deze tot ons gekomen zijn uit de archieven, de traditie en de overlevering. Het is om diverse redenen dat de gilde op sportief gebied J:?1Ultidisciplinair opgebouwd werd, t.t.z. dat er diverse wapens beoefend worden. E.w.: 1. Bij de aanvang van de aktiviteiten in 1955 was er op gebied van gildewezen te Antwerpen een volledig vacuum, en alles diende terug op- en ingericht te worden. 2. Bij de initiatiefnemers waren er die de voorkeur gaven aan ofwel het karabijnschieten ofwel aan het kruisboogschieten. 135


3. De multidisciplinaire beoefening der wapens is voor stedelijke gilden ook historisch te verantwoorden daar : a. deze vanaf hun stichting wel hun specifiek wapen beoefende, doch vanaf het einde der 16e eeuw, bij de opkomst der vuurwa. pens, voor hun wachtdiensten én militaire taken het musket gebruikten, b. de "Soc. d'Arc et d'Arbalète" die in 1848 bestond, ook multidisciplinair was, en deze vereniging een rechtstreeks uitloper was der vroegere schuttersgilden. c. Ook in andere steden vindt men gilden met een multidisciplinair wapengebruik. Wij denken aan Brussel, Namen, e.a. 4. Het beoefenen van diverse wapens vertoonde niet alleen een economisch voordeel, doch het bood en biedt daarenboven :tan de schut~ _ ter de mogelijkheid zich volledig uit te leven binnen één vereniging.: DE GILDE. Aldus worden de kruisboogactiviteiten ingericht door de SECTIE KRUISBOOG, en dit op basis van de tradities van de Oude Voetbooggilde (1306), waarbij zowel het schieten met de oude voetboog als met de traditionele kruisbogen op 20 m beoefend wordt. De handboogsportactiviteiten worden georganiseerd naar de geplogenheden van de Oude Handbooggilde St.-Sebastiaan door de SECTIE HANDBOOG terwijl de COL VENIERSSECTIE de aktiviteiten voor geweerschieten en luchtpistool inricht. Voor de Stad Antwerpen behoort de Gilde tot de top der culturele verenigingen zake initiatieven en inzake heemkundige en folkloristische activiteiten. Ze verdedigt de Antwerpse kleuren in wedstrijden-in de diverse schietdisciplines in binnen- en buitenland. In de lijn der traditie die wil dat steeds een vooraanstaand lid van een oude Antwerpse familie Hoofdman der Gilde is, wordt deze funktie thans voor het leven waargenomen door Graaf Moretus Plantin de Bouchout. Mevrouw Mathilde Schroyens, burgemeester der Stad Antwerpen, bekleedt het ambt van Ere-Hoofdman en volgt ·hiermede de vorige Burgemeester- Mr. Lode Crayebeckx- op, aari wie de gilde zo veel te danken heeft. Een Beschermcomité waartoe de oudste en belangrijkste Antwerpse families behoren, steunt onze gilde in de verwezenlijking van haar doelstelling. · IJ. BEKNOPTE GESCHIEDKUNDIGE SCHETS VAN DE KONINKLIJKE EN PRINSELIJKE HOOFDGILDE DER KR UISBOOGSCHIETERS VAN SINT-JORIS BINNEN BRUGGE 136


Kruisboogschutters bestonden er te Brugge vóór het begin der XIVe eeuw. Met eigen hoofdman en vaandel stonden ze op de Markt geschaard, bij de troepenschouw, die er plaats vond, vóór het vertrek van de Brugse Militie naar Groeninge (1302). Het was als gilde dat haar de toestemming werd verleend- in 1321- door Marie, vrouwe van Eyne ende Bremen, gebruik te maken van de Sint-Pieterskapel, om er haar kerkelijke diensten te laten verrichten. Zoals in andere steden hadden de Brugse kruisboogschutters tot taak de orde te handhaven en zowel binnen als buiten de stad de veiligheid der ingezetenen te verzekeren. In tijden van oorlog en oproer vormden zij, omwille van de degelijkheid van het wapen, de keurbenden van het leger, in dienst van Vorst en Vaderland. Hun schietoefeningen hielden ze gewoonlijk in de nabijheid van de stadswallen. Te Brugge hadden ze plaats aan de "Molenwal", tussen de Dam- en Kruispoort. Bij de aanneming van een nieuw lid of confrater, ook gezel genaamd, diende deze laatste te bewijzen dat hij een goed kruisboogschutter was en moest hij tevens de eed afleggen van trouw aan de reglementen en statuten der gilde. Later had de Brugse gilde haar eigen "hof", die bestond uit een vergaderzaal, waar beraadslagingen werden gehouden feesten gevierd; er was ook een kapel en de onmisbare schietbanen. Deze "gildekamer" was gelegen in de Vlamingdam, op de plaats waar zich, sinds einde XIXe eeuw de Rijksnormaalschool voor Meisjes bevint (ruïne van toren met trap). Daar zetelde het "Oud Hof'', zo genaamd omdat er, rond het einde der XIVe eeuw, gezien het overgroot aantal schutters, een splitsing ontstond en het "Jong Hof'' zich vestigde in de Sint-Jorisstraat (medaillon met Sint-Jorisbeeltenis in topgevel). Ieder jaar werd er naar de "erevogel" of "papegaai" geschoten, een schieting die nadien de naam kreeg van ~'koning- of sireschieting". Deze plechtigheid was voorafgegaan van het bijwonen, door alle schutters in volle wapens, van een H. Mis en werd gevolgd van een feestmaal. Omwille van de vele diensten die de kruisboogschutters aan stad en land bewezen, werden ze door magistraat en vorst met gunsten en voorrechten overladen. De prins zelf wakkerde de prijsschietingen aan en, ten einde de moraal der gezellen hoog te houden, waren alle kansspélen verboden, maar werden prijzen aan de beste schutter geschonken. Zo komt het dat ook de Brugse gildebroeders vrijgesteld waren van stadswacht en andere diensten; eveneens waren ze vrij van de meeste tollen en belastingen en, daarenboven, werden nog speciale voorrechten verleend aan de "sire". 137


Overal waar de belangen van vorst of land het vereisten, gingen de Brugse Sint-Jorisgezellen in de wapens en zo, volgens de oude kronieken, wordt hun tegenwoordigheid gemeld te Groeningen (1302)- Pevelenberg (1304)- Crecy (1346)- Nevele (1381)- Beverhoutsveld en Westrozebeke (1382)- Kales (1436)- Brustem (1467)- Bethune (1487). Maar ze trokken niet alleen ten strijde, ook gingen ze weleens- en dit vooral sinds de vuurwapens in gebruik waren genomen en de kruisboog niet meer als oorlogswapen werd gebezigd - andere gilden bezoeken en zo ontstonden de schuttersfeesten. Bij deze schietspelen worden behalve de prijzen voor de beste schutters, ook beloningen uitgeloofd aan de gilde die van het verst kwam, of die het schoonst gekleed was, of die de prachtigste hofhouding ter plaatse hield en zo meer. Over 't algemeen behaalde de Brugse gilde, bij dergelijke uitstappen, de prijs van het "schoonst inkomen", d.w.z. van de grootste en prachtigste stoet. Als deelnemers aan dergelijke tornooien, ook soms "landjuwelen" genaamd, ontmoet men de Brugse kruisboogschutters te Doornik ( 1394) -Mechelen (1404) - Oudenaarde (1408) - Veurne (14 20) Sluis (1424)- Sint-Omaars (1427)- Eeklo (1428)- Gent (1440)Damme (1447)- Roeselare (1450)- Kortrijk (1451)- Stavele (1454). en zo verder. Het kruisboogschieten was destijds zo zeer in aanzien, dat er in BelgiĂŤ geen gemeente noch stad te vinden was, die geen kruisbooggilde bezat. Steeds hebben de Brugse gezellen het kruisboogschieten in ere gehouden. Ieder jaar wordt een tabel der schietingen - in doel gedurende de Winter en aan de pers in de Zomer - ter goedkeuring voorgelegd aan de "eed", d.w.z. het bestuur onder voorzitterschap van de hoofdman. Deze tabel vermeldt, behalve de gewone schietingen - op zon- en dinsdag voor het doel - op zon, maan- en donderdag voor de pers -, alle bijzondere prijsschietingen en feesten die er in de loop van het jaar zullen plaats hebben. Onder de menigvuldige feestelijkheden gehouden door de Brugse Hoofdgilde ftgureren : het patroons- of Sint-Jorisfeest, met patroonsmis, eedaflegging der nieuwe leden en feestmaal - de Mosselavond - het Hammekensfeest en de drie prachtige bals die ieder Winterseizoen de gildebroeders, hun familie en tal van steunende leden worden aangeboden. Dat deze Brugse schuttersvereniging wel de bijzonderste is-van de vier in BelgiĂŤ resterende perskruisbooggilden blijkt grotendeels uit haar werking en haar actief bestaan, maar ook uit haar bezit. Het huidige gildedomein omvat : -het~ een enig kader, prachtig gelegen schietterein met de vier-endertig meter hoge pers, waar de schietingen worden gehouden van de 138


eerste zondag van Mei tot 30 September; - het Gildelokaal met : - de vier degelijk ingerichte doelbanen - afstand 20 m. - schietingen van de eerste zondag van October tot 30 April; - de gelagzaal, plaats van gezellig samenzijn gedurende de schietingenversierd met een groot aantal persbogen, meestal stukken van ambachtelijke kunst en verder menige herinnering aan het vroegere gildeleven; - de eigenlijke "Gildekamer" of raadzaal - hier zetelt de "EED" en wordt maandelijks de bestuursvergadering gehouden. Menig portret van vroeger hoofdman en enkele andere mooie schilderijen versieren deze kamer, een aantal schoon-op-rij geplaatste doelbogen, echte pronkstukken, en tal van geschiedkundige herinneringen, helpen ter aanvulling van de intieme sfeer die de vergaderzaal van deze eeuwenoude "confrerie" kenmerkt. Als juwelen bezit de gilde : -de zilveren pijl, waardigheidsteken van de hoofdman; -de ereketting en de vergulde vogel, herkenningstekens van de sire; - de erestaf van de ceremoniemeester en een grote verzameling eremetalen, onderscheidingen behaald ter gelegenheid van een of andere schieting of herinneringen aan een merkwaardige gebeurtenis. III. DE KONINKLIJKE EN SOEVEREINE GILDE VAN ST;-JORIS TE GENT

Deze kruiSboogschuttersgilde dagtekent uit de 11e eeuw onder Graaf Boudewijn IV (988-1035 ). Zij nam onder ander deel in de lle eeuw aan de kruistochten naar het Heilig Land toen de wegen daarheen onveilig waren zodat de bedevaarders vergezeld waren door wapenlieden, waaronder kruisboogschutters. Haar glorietijd strekt zich uit over de 14e, 15e en het begin van de 16e eeuw, toen zij deelnam aan talrijke gevechten voor de verdediging van hun stad: Gent.Buiten de krijgsverrichtingen namen de gildebroeders ook zeer dikwijls deel aan feestelijke schietspelen. Een der prachtigste feestelijkheden ooit door de Gilde ingericht was wel het Landjuweel van 1440 waaraan al de schuttersgezelschappen van Vlaanderen en naburige land~n deelnamen. Alhoewel in de loop¡van de 16e eeuw de vuurwapens het pleit zouden winnen en de schuttersgilden hierdoor hun invloed en vermaardheid zagen wegkwijnen, bleef nochtans de roemrijke banier van St.-Joris 139


steeds als eerste wapperen bij de blijde inkomsten van vorsten en andere plechtige gelegenheden. Bij de aanvang van de 17 e eeuw versombert haar geschiedenis ingevolge de verwoestingen van de Calvinisten en door de oorlogen van Ladewijk XIV en ingevolge het afschaffingsdekreet dat de stad Gent bekwam van de .koning van Spanje. Maar de gilden legden zich daar niet bij neer en het duurde tot 1727 alvorens de St.-Jorisgilde recht kon wedervaren. Zij beleefde aldus een nieuwe glansperiode tot in 1796 toen ze voor de tweede maal ontbonden werd tijdens de invasie van de Franse republikeinse troepen. Doch acht jaar later, onder Keizerschap van Napoleon bekwamen de gildeleden opnieuw het recht zic-h te verenigen. Doch de eertijds zo geduchte Gilde was een vereniging van achtbare burgers geworden, waaronder zich talrijke behendige schutters bevonden, doch die alle politieke invloed verloren hadden. Zij werd dan gehuisvest in de "Korenbloem" te Ekkergem en de schietoefeningen werden gehouden in een nabijgelegen hof. Nadat ze gedwongen was enkele keren te verhuizen stierf de gilde langzaam uit en rond het jaar 1887 had zij praktisch alle aktiviteit verloren. Talrijke schatten werden toen verkocht en de opbrengst ervan aan de armen uitgedeeld. Enkele jonge kunstenaars, vol enthoesiasme en bewondering voor het heerlijk verleden van hun stad, besloten in 1904, onder de leiding van kunstschilder Coppejans Frans in de Confrerie der Gentse Kruisboogschutters nieuw bloed te pompen. Met een bewonderingswaardtge zelfopofferingsgeest en onverpoosde toewijding verzamelden zij wapens en talrijke dokurnenten en voorwerpen die verband hielden met de Gilde en haar roemrijk verleden. Zij wisten de aandacht op de Gilde te vestigen en het vertrouwen te kapen van de drie nog in leven zijnde confreers, de heren Alfons Carels, Jules Claeys en Alfred De Vos. Aldus werd in februari 1912 bij officiĂŤle akte bekrachtigd dat voornoemde confreers het lot en de toekomst van de aloude St.-Jorisgilde aan de nieuwe ploeg toevertrouwden. Een nieuwe schakel was inet het verleden gesmeed : de St.-Jorisgilde zou niet uitsterven. Sindsdien kent zij een bestendige bloeiende aktiviteit zodat dit kort overzicht kan besloten worden met de leuze : "Leden komen, leden gaan. de Gilde alleen blijft bestaan" E.E.

140


JEAN-BAPTISTE EN AUGUSTE VAN LOKEREN Jean-Baptiste Van Lokeren werd geboren te Gentbrugge op 5 mei 1764. Hij studeerde te Leuven en behaalde het diploma van dokter in de geneeskunde in 1789. Hij vestigde zich te Gerit, waar hij om zijn uitgebreide kennis al vlug zeer werd gewaardeerd. Hij werd gemeenteraadslid op 6 floréal jaar VI (25 april1798) en bleeflid van de gemeenteraad tot zijn dood op 16 december 1841. J. B. Van Lokeren was een tijd lid van de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen, lid van de geneeskundige commissie, hoofddokter van het Bijlokehospitaal. Prof. Hippolyte Kluyskens schrijft în zijn werk "Les Hommes Célèbres dans les sciences et les arts et des médailles qui consacrent leur souvenir (Gent 1859) : · "Practicien remarquable, il jouit à Gand d'une considération et d'une confiance universelles; à.rbitre dans les cas graves, p~out ses conseils étaient reçus avec déférence, empressement et· reconnaissance. Revêtu de.fonctions médicales et administratives importantes, les,connaissànces qu'il y déploya égalèrent l'exactitude.qu'il.mit àles remplir." Zijn zoon Auguste V all. Lókeren werd geboren te Gent op 4 juni 1799. Na zij~ humaniorastudiën volgde hij de lessen aan de pas opgerichte universiteit en behaalde het diploma van doctor in de rechten in 1821. Na een korte advocatenpraktijk werd hij in 1826 benoemd tot substituut van d:eprocutéürdes konings.Nade gebeurtenissen van 1830 gaf hij zijn OJ;ltslag,om zich volledig te Wijden aan de studie van de geschiedenis, de archeologie en de schone kunsten. In 1832 werd hij benoemd tot ere-archivaris als opvolger van Lieven de Bast ·en in 1835 publi- · ceerde hij in samenwerking met de stadsarchivaris Charles Parmentier een bijdrage over bewaarde documenten in het stadsarchief. Vanaf 1~33 wàS A. Van Lókeren een van de directeurs van het belangrijke tijdschrift. "Messager des sciences et d~s arts" waarin hij gedurende veertig jaar talrijke bijdragen zal publiceren. Van Lokeren had ook leren schilderen bij P. F. de Noter en heeft gedurende vele jaren met talent een aantal stadszichten nauwkeurig getekend. De universiteitsbibliotheek bezit een bundel tekeningen van A. Van Lokeren. In·1835 publiceerde Van Lokeren de kroniek van Sint-Baafsopgesteld door de monnik Jan van Tielrode omstreeks 1294. Wetenschappelijk heeft dit werk thans minder waarde na de kritische uitgave van deze kroniek door dr. J. Heller. Dit was echter voor Van Lokeren het begin voor zijn belangstelling voor de Sint-Baafsabdij. Intussen was Van Lokeren lid geworden van de gemeenteraad in 1842 141


van Lokeren.

142


en in 1848 werd hij schepen van onderwijs en schone kunsten, mandaat dat hij zal uitoefenen tot einde 1854. Dank zij Van Lokeren werden de ruïnes van de Sint-Baafsabdij bewaard. A. Van Lokeren schreef nog de volgende werken : Le chateau espagnol à Gand (1855) Histoire de l'abbaye de Saint-Bavon et de la crypte de Saint-Jean (1855) Chartes et Documents de l'abbaye de Saint-Pierre (1868) Zijn de werken van Van Lokeren thans verouderd, toch waren ze zeer belangrijk in hun tijd, omdat ze de aandacht vestigden op het rijk Gents verleden. A. Van Lokeren overleed te Gent op 9 december 1872. Na zijn dood schonk mevrouw Van Lokeren een aantal documenten en tekeningen aan de stad Gent. Een gedenkplaat werd in de Sint-Baafsabdij ingehuldigd in 1905. BIBLIOGRAFIEVAN DE WERKENVANVAN LOKEREN

Tables générales du Messager des Sciences Historiques. 1854 Messager des Sciences Historiques 1872.

M.S.

TE GENT 1. Op 14 februari werd op het stadhuis te Gent tussen het stadsbestuur Gent en de Honda Motor Co. een koncessiekontrakt getekend, waarbij dit bedrijf aan het Sifferdok een montage-werkplaats en een onderdelendepot zal oprichten. De inverstering wordt geraamd op 450 miljoen frank. Einde 1978 moeten de eerste schepen uit Japan te Gent aankomen.

2. De werken voor het verkeersvrij maken van de Magdeinstraat zijn begin maart begonnen. 3. Te Gent verblijven thans 12 641 vreemdelingen (5 %van de bevolking) uit 90 verschillende landen; hiervan behoren slechts 30 % tot de Europese gemeenschap. De Turken vormen de talrijkste groep met 4 825 inwijkelingen. 4. De stad· Gent heeft een woning in het Gewad aangekocht om het Stadsarchief, dat thans ruimte mist, te vergroten.

143


BIBLIOGRAFIE Onlangs verschenen opnieuw drie delen van de omvangrijke studie "De Gentse Textielarbeiders in de 19e en 20e eeuw". Dossier 5 :Gentse Prijzen; Huishuren en Budgetonderzoeken in de 19e en 20e eeuw (220 fr.). Dossier 6 : Herkomst, huisvesting, arbeids- en levensomstandigheden van de werkkrachten van het bedrijf A. Voortman-N. V. Texas (310 fr.) Dossier 7 : Levensschetsen van een aantal Gentse arbeidersfamilies (360 fr.). Het dossier 4 zal over kort verschijnen. Uitgegeven door het Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis van de V.U.B., Pleinlaan 2, 1050 Brussel. Prijs delen 4,.5, 6 en 7 :800 fr. Er wordt ons een zeer grondige studie aangeboden, die ons toch niet volledig kan bevredigen. In de eerste plaats mochten de vorsers niet persoonlijk de registers van de burgerlijke stand onderzoeken, waardoor het onmogelijk was een aantal gegevens in te winnen (o.a. de ontwikkeling van de werknemers : handtekening bij huwelijk of kruisje). In andere steden en gemeenten wordt in bepaalde gevallen wel de toelating gegeven. In de tweede plaats door een gebrek aan publicaties over bepaalde onderwerpen konden de auteurs moeilijk hun gegevens in het algemeen historisch raam van Gent inpassen. Voor beide bemerkingen is de onderzoekersploeg dus niet verantwoordelijk. Wel zouden we graag hebben gezien dat een Gents historicus zijn medewerking had kunnen verlenen. We kunnen het besluit vanG. Avondts beamen: "We menen nuttig werk te hebben verricht, al was het maar alleen om een methodologisch voorbeeld te hebben gesteld voor een diepgaander onderzoek in de aangegeven richting".

Karel Haerens : STANDBEELDEN VAN GENT Onlangs verscheen van de hand van K~el Haerens een tweede boekje : Standbeelden van Gent. Slechts weinig Gentenaars zouden het aantal standbeelden te Gent kunnen raden. Het getal47 zou vel~n overdreven lijken, en toch is dit getal juist. De auteur bespreekt deze 4 7 beelden : oorsprong, geschiedenis, beeldhouwer, enz. Het boek tellende 120 bladzijden is de vrucht van veel en langdurig geduldig zoeken. Het boekje is keurig uitgegeven en kost slechts 145 fr. 'Degelijk werk, dat naar ons oordeel veel succes zal kennen. 144


VRAAG EN ANTWOORD Antwoord op vraag 81 Van de Heer architect Adr. Bressens ontvingen we de volgende tekst: Ik heb Modest de Noyette gekend, die te Ledeberg geboren is en tevens gewoond heeft in de Kerkstraat 109 te Ledeberg tenjare·1903. Zijn geboortedatum is me onbekend, maar wel enige van zijn voornaamste werken: de Leopoldkazerne te Gent de grote kerk te Aarlen de Sint-Vincentinskerk te Eklo de kerk te Balgerhoeke de ingang westergevel van de Sint-Michielskerk te Gent en het bouwen van de nieuwe sacristie aan deze kerk. De Noyette is ook de restaurateur van de Sint-Martmuskerk te Akkergem, waarvan hij een beschrijving heeft gemaakt. Tevens was hij ook lid van Oudheidkundige Kring van Gent, waar hij dikwijls het woord voerde. Hij staat bekend als een der voornaamste architecten. Vraag 82 Wie kan aan de redactie vanG. T. de volledige of gedeeltelijke Gentse tekst op het lied Tipperary bezorgen ?

DE BENDE VAN ·sMEEROP Komt een familie ergens op bezoek, en zijn daar vele kinderen bij, met gretige magen, dan mompelt de vrouw van 't bezochte huis weleens: daar is de bende van Smeerop ! Dit spreekwoord schijnt te dagtekenen van de tijd der Patriotten-beweging in België ( 1790). Gelijk men weet, werd er toen in elke gemeente een compagnie van vrijwilligers ingericht, tot doel hebbende tegen de Oostenrijkers op te rukken of de orde in steden en dorpen te handhaven. Deze compagnieën gingen beurtelings in de kastelnijhoofdplaatsen de eed aan de Staten van het land afleggen. Te Gent had die plechtigheid telkens plaats op de Vrijdagmarkt. Somtijds kwamen de compagnieën van een zelfde kanton op dezelfde dag de vereiste eed zweren. Als nu de beurt gekomen was aan de Patriotten van Smeerhebbe, werd op de Vrijdagmarkt de bende dier plaats aangekondigd onder de naam van Smeerop, of althans door de Gentenaren, 145


bijzonder spotziek in de tijd der Brabantse omwenteling, aldus aangeduid. Men kan denken, hoe er met die arme Patriotten gelachen werd ! De toenmalige redacteur der Gazette van Gent, die, ofwel mede een spotvogel, ofwel in de plaatskennis van Vlaanderen weinig bekend was, zette de dag daarna in zijn blad (14 October 1790, Bijvoegsel) in 't relaas der plechtigheid, duidelijk : Smeerop, en deze verkrenking van de naam der gemeente Smeerhebbe (bij verkorting Smeerheb), was genoeg om de Patriotten van die plaats een "bijlap" te geven, die in zwang gebleven is en ook op anderen toegepast werd. FRANS DE POTTER Ontleend aan het tijdschrift De Toekomst 1871 Smeerhebbe-Vloerzegem: gemeente tussen Geraardsbergen en Aalst.

GENTSCUE KINDERSPELEN I.

Wij de jongens hier van Gent Voor de leute goed gekend Zijn d'er hiernekeer bijeen Niets en mogen wij nog doen Of 't is deugniet of kapoen Dat begint ons te verleĂŞn Wij mogen niet meer vechten of meĂŞ steenen ruiten uitslaan Ook de pluime niet meer steken Altijd naar die schole gaan Bind je een katje aan een belle Of wilt g'op de deure schuppen gaan Altijd spreken ze van ons te slaan KOOR Ja, ja, 't is wat 'T zijn jij dingen dat De leute is gedaan Als 't alzoo blijft gaan

146


11. Speelt ang'lus of peerd op stal Hoeplen of wegstekerke al 'T en is tons weeral niet wel Ziet dat ge geen vuรป liedje zingt Al achter op een kerre springt Of de koetsier zweept op ons vel Kunsten mogen wij niet maken Of niet spelen kruis-hem dijk Op ons keissens 't zelfs niet loopen In wat morre of wat slijk. Trek ne knop af voor te kaarten Of es u dingen wat gescheurd Ge wordt weeral bij uw haar gesleurd. 111. Als wij spelen met den top Roept maar scheenheit of pas op ! Niemand di~ hem nog geneert Als wij kop of letter slaan Of aan 't schreeflee stekkegaan Loopt als de agent passeert Op 't ijs die mogen wij niet spelen Geen baantje maken zelfs op straat Zonder broekske ook niet zwemmen Z'heete zij dat weeral kwaad Wilde wat aan de klihke strijken Bindt ge iets aan nen hond ze steert Ze zitte weeral op hulder peerd. Ontleend aan de revue : "He, hedde 't zitte dan ? " 1908.

147


AANVULLENDE LEDENLIJST 1270. Mw Mortier Fr., Nieuwbrugkaai 27, 9000 Gent 1271. Mej. Cours D., Lindestraat 35, 9030 Wondelgem 1272. Mw Van Aelst W., Kruisstraat 76, 9810 Drongen 1273. Mw Van Beekhout R., Molenwalstraat 89, 9030 Wondelgem 1274. Mw Goossens M., Nieuwenhove 10, 9000 Gent 127_5. Van Aerde F., Oostakkerstraat 102, 9000 Gent 1276. E. B. Audenaert W., Burgstraat 46, 9000 Gent 1277. VandersaenenJ., Maïsstraat 243, 9000 Gent 1278. Z.E.H. De Jaeger J., Nederpolder 16, 9000 Gent 1279. Van DammeR., Zandekensstraat 25, 9910 Mariakerke 1280. Naeyaert R., Koggestraat 13, 9000 Gent 1281. Boncquet D., Jerusalemstraat 14, 9000 Gent 1282. MwCurio, Maria-Hendrikastraatl226 4e appt, 9110 Sint-Amandsberg 1283. Mw Hanssens-Liekens, Spiegelhof 29, 9230 Melle 1284. Mw Depauw-Anthonis, Martelaarslaan 498, 9000 Gent 1285. Chatelet R., Kon. Astcidlaan Noord 26, 9060 Zeizate 1286. Cnops L., p.a. Veldstraat 45, 9000 Gent 1287. De Neve A., Jan Delvinlaan 3, 9000 Gent 1288. Mw. Quenon E., Maaltebruggestraat 205, 9000 Gent 1289. Dr. Van Leuven Fr., Bergbosstraat 151, 9220 Merelbeke 1290. Berwouts W., Zwijnaardsesteenweg 475, 9000 Gent 1291. De Bruyne P., De Volderstraat 3, 9800 Deinze 1292. De Buck R., Pres. F. D. Rooseveltlaan 226, 9000 Gent 1293. Urmel R., Eeklostraat 127, 9910 Mariakerke 1294. Vercruysse P., Vaderlandstraat 132, 9000 Gent 1295. Kluyskens Ph., Warandedreef9, 9831 Deurle 1296. Dhondt, Voormuide 99, 9000 Gent 1297. Janssens D., Dapperheidstraat 14, 9000 Gent 1298. Vandercruyssen 0., Hoogpoort 34, 9000 Gent 1299. Van Acker A., Sint-Jansvest 40, 9000 Gent 1300. Van Hove A., Krijgslaan 271, 9000 Gent 1301. De Smet J., Oudenaardsesteenweg 36, 9000 Gent1302. Corbisier¡F ., Meilestraat 303, 9230 Melle 1303. Mw Peltier Chr., Hertog Jan zonder Vreesstraat 10, 9000 Gent 1304. Van Belle Pol., Gevangenenlaan27, 9000 Gent 1305. Fasseur 0., Hoevepoort 24, 9910 Mariakerke 1306. Vanlandschoot R., Leopold 11 straat 92, 9110 Sint-Amandsberg 1307. De Broek P., GraafGoethalslaan 11, 9720 De Pinte 1308. Mw Wwe L. Matthys-Declercq, Pontstraat, 9831 Deurle. 148


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 7de Jaargang, nr. 4

15 juli 1978

Ere-Voorzitter : J. Ty tgat , ere-notaris. Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235 , Gent Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. - Tel. 26 23 28 Postrekening : 000-105.04 .73-60 - Heemkundige en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent · Lidgeld : 200 fr. per jaar. INHOUD Gen t in 1860 Schoolmeester Jan Deruelle Het Wenemaersgodshuis De gebroeders Van de Velde Straatnarn'en Bibliografie Te Gen t Doeurnen tatiecen trum Aanvullende Ledenlijst

150 170 181 189 193 194 194 195 195

Bibliotheek en wekelijkse bijeenkomsten : in het Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis, Convent Engelbertus-Groot Begijnhof, huis nr. 46, Sint-Amandsberg (Gent) :elke zondag van 10 tot 12 uur (uitgenomen op feestdagen ). Gesloten in juli en augustus.

Verantwoordelijke uitgever : G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.


GENT IN 1860 Einde 18-60 bedroeg de bevolking van Gent ongeveer 118 000 inwoners. Tussen 1850 en 1860 was de bevolking vermeerderd met ongeveer 10 %. Van deze bevolking had 3,17% kiesrecht voor de gemeenteraad. De randgemeenten telden in 1860 het volgend aantal inwoners :

Bevolking Afsnee Drongen Gentbrugge Ledeberg Mariakerke Oostakker St.-Denijs-Westrem Wondelgem Zwijnaarde

314 4435 1669 4 709 1198 6390 1432 1152 1946

Burgemeester Van Haute L. Rooman-Speelman Jan Van Houtte Louis Vincent Prosper Herry-Vispoel Gust Buysse H. baron Pycke Gabr. markies C. de Rodriguez Dick F.

Totaal: 23245 inwoners. Tussen 1850 en 1860 is de bevolking in de randgemeenten met 3, 7 %gestegen. Deze aangroei is het gevolg van de stijging van de bevolking in twee randgemeenten : Ledeberg (+ 1071 inwoners) en het gedeelte Sint-Amandsberg, dat behoort bij Oostakker (+ 396 inwoners). In zes gemeenten daalde zelfs de bevolking_. 11 Februari : De "Zonder Naam niet zonder Hart" zal op carnaval een cavalcade inrichten met een liefdadige omgang en vraagt medewerkers als rondhaler of als ruiter. Onder de deelnemers zullen de volgende prijzen worden verdeeld : a) een schone zweep met opschrift voor de ruiter met de schoonste kledij b) een gouden ring voor hem, die het meest heeft opgehaald c) een gouden speld voor hem, die het tweede meest heeft opgehaald d) een schone wandelstok met ivoren appel voor de rondhaler met de mooiste kledij. 15 Februari: In de Minardschouwburg wordt het stuk "De wereld binnen duizend jaar" van Van Peene opgevoerd. 16 Februari: De cavalcade lokte een massa volk. Vier wapenherauten kondigden de aankomst van de stoet aan. In de optocht reden een aantal prachtig versierde wagens : een zomerfeest te Gent, een Hollands feest, het fregat Menslievendheid, een monsterorgel met dansende figuren, het goede leven, de rokende schoorsteen, een beweegbaar toneel, waarop ridder Reyas wonderlijke magnetische toeren laat zien. 150


In de cavalcade reed ook het fanfarekorps van het regiment kurassiers. De omhaling had 1500 fr. opgebracht. Op carnaval waren ook talrijke bals : bij de Fonteinisten in de Minardschouwburg, bij de Melomanen, in Nemrod, de Union, de Zonder Naam, Willem Tell, het Willemsgenootschap, de Pataterskapperskring in de herberg de Keizerin buiten de Brugse poort. Overal werd tot in de vroege morgen gedanst. 4 Maart :De nieuwe celgevangenis staat reeds onder dak. 5 Maart : In de haven is de Amerikaanse klipper Maty uit New-Orleans aangekomen met 600 ton katoen voor de fabriek Verhaeghe. 29 Maart : In de lente zal de Predikherenkerk verder worden afgebroken. Reeds zijn de vloerstenen verkocht. Dezekerk werd gebouwd op het einde van de veertiende eeuw; liet moderne gedeelte was van de 17e eeuw. In de kerk was de schilder Gaspar de Crayer (Antwerpen 1584-Gent 1669) begraven (Van daar de Gaspar de Crayerstraat aan de Leopoldskazerne te Gent.) 31 Maart : De gemeenteraad keurt de aanleg goed van een laan langs de spoorweg (de Frère-Orbanlaan) en een nieuwe straat (de Vlaanderenstraat). De aanleg van de straat zal echter worden uitgesteld. De werken zullen 1 100 000 fr. kosten, waarvan 800 000 fr.voor de staat en 300 000 fr.voor de stad. 1 April : Heden overleed te Gent dokter Jozef Guislain. Hij was geboren te Gent op 2 februari 1797 en promoveerde tot dokter in de geneeskunde te Gent in 1819. In 1825 verscheen zijn werk "Traité sur l'aliénation mentale". Hij was hoofdgeneesheer van de Gentse krankzinnigengestichten vanaf 1828. Zijn standbeeld werd ingehuldigd in 1887. 27 Mei : Te Gent verschijnt een nieuw weekblad "Werkmansbelángen. Weekblad voor alle standen". Volgens de inleiding wenst dit weekblad onafhankelijk te zijn met als doel de arbeider en de nijveraar te verzoenen en bij te dragen tot het welzijn van allen en de bloei van de nijverheid. Het eerste nummer bevatte ook een artikel over de verhoging van de lonen en een artikel over de bescherming tegen arbeidsongevallen. Het weekblad kon geen belangstelling wekken en het bleef bij het eerste nummer. Wie was verantwoordelijkvoor deze proef? Volgens de Gazette van Gent werd het weekblad uitgegeven door een comité van werkmansverenigingen (30 mei). Dit is vermoedelijk juist, want het blad werd gedrukt bij F. Hage in de Violettenstraat, die ook drukt voor de verenigingen der spinners en wevers. 151


Een week later en wel op 3 juni 1860 zal een nieuw weekblad verschijnen, Het Werkverband. Dit blad, dat slechts een tweetal jaar zal verschijnen, zal heel wat interne moeilijkheden kennen. Oorspronkelijk uitgegeven door het Werkverbond met als stichter van het weekblad Pol Van Loo, zal door afbrokkeling van het Werkverbond het blad enkel nog worden uitgegeven door de vereniging der werktuigmakers, terwijl ook Van Loo in 1861 uit de redactie zal verdwijnen. In het eerste nummer lezen we : "Onze reden van bestaan : verdediging van de belangen van de geringe burgerklas, zooals kleine handelaars, winkeliers, lagere beambten. Het Werkverbond zal het zich heilig achten tot de verzoening van alle standen der maatschappij mede te werken, verzoening zoo noodig om tot een duurzame en algemeene welvaart te komen". 24 Juni·: Zondag om negen uur zal het weeshuis m~t zijn voor twee jaar opgericht muziekkorps een wandeling in de stad doen. Het korps telt 35 jeugdige muzikanten. 27 Juni: Slechts weinig huizen in de omtrek van de Kalandenberghebben drinkbaar water; hierdoor bewijst de openbare pomp in. de Kalandenstraat een grote dienst, wel te verstaan wanneer de pomp water geeft. Sedert enkele weken is de pomp droog, wat ten andere nog al dikwijls het geval ~· De Gazette van Gent vraagt de pomp te herstellen en regelmatig te doen onderhouden. . Zondag 8 Juli: De koning brengt een bezoek aan de stad Gent. Op straat kon men de volgende opschriften lezen : Vive Ie roi ! Plus d'octroi ! Slechts bekommerd met 't welzijn van zijn land Zoekt hij al d'oude misbruiken uit te roeien. De stedelijke rechten wijst hij van de hand. In 1860 werden nog in 78 steden en gemeenten octrooirechten geheven. Deze binnenlandse tollen hinderden natuurlijk handel en nijverheid. Reeds lang werd gezocht om deze belastingen af te schaffen. De moeilijkheid was echter het probleem van de gemeentelijke financiën, die hoofdzakelijk voortkwamen van de tolrechten. Op voorstel van minister Frère-Orban werden op 1 ~juli 1860 twee wetten goedgekeurd : de stedelijke octrooirechten werden afgeschaft en er werd een Gemeentefonds opgericht, waaruit jaarlijks aan de steden een compensatie zal worden verleend voor de verloren inkomsten van de octrooirechten. 14 Juli :Tijdens de Gentse feest werd het dansfeest op de Koornmarkt

152


door de Zware en Lochte Gentenaars gegeven zo goed onthaald, dat het stadsbestuur voortaan een volksvermakelijkheid meer op het programma van de Gentse kermis zal kunnen plaatsen. Het hoofdpersonnage van deze dansvertoning is Pietervan Acker, gekend onder de bijnaam Pier den Beuling. Ofschoon 51 jaar oud weet deze wakkere man nog de onmogelijkste sprongen te maken. Hij geeft les in het dansen sedert 1835. Hij is vader van 19 kinderen. In de Minard-schouwburg worden kosteloze vertoningen gegeven. Het stuk Teniers te Grimbergen van Prudens Van Duyse en op muziek van Florimond Van· Duyse wordt opgevoerd. Volgens de verslaggever van de G. v. Gent is het een waar kunstjuweeltje. 20 Juli: Het afschaffen van de octrooirechten op 21 juli wordt door het luiden van de grote klok van het Belfort begroet. (Voor de feesten in verband met de afschaffmg van het octrooi en van het poortrecht willen we verwijzen naar ons artikel "Het Poortrecht te Gent in de eerste helft van de 19e eeuw" in Ghendtsche Tydinghen blz. 4 jaargang 2) 't Oktrooi is af.

STEMME : Brigadier, répondit Pandore, Brigadier, vous avez raison. Zeg, Gentenaer, ik moet wat weten; Waerom ligt open nu de stad? 'k Mag nu met alle waer en eten · Vry in, vry uit, zeg wat is dat? Zy wien dit nieuws niet kan bekoren En geven van misnoegen blyk. Gentenaer, zeg my eens, ]andoren, Gentenaer, hebben zy gelyk? Aenhoor my, 't Seef, 'k zal 't u verklaren, Een wet zond 't oktrooi naer de maen, En, jongen, dat zyn goede maren; Geen poorten moeten meer bestaen. Een groot gemak is nu beschoren Aen alle steden door heel 't ryk. . Genten,aer, goede wet, J~mdoren, Gentenaer, ja, gy hebt gelyk. Kwam een boerinken, malsch van leden In stad met een verhaesten stap, Een garde kwam voor haer getreden, En vastgepakt was zy al rap. 153


154


ION

Dl

CAND lT

a

SlS AIIIIS.

......,. ....... ...... . ....... ' ............................. ........... .

'

,,

-· .. • fL

rI r' n

I r.

'

\

.' '

'

..;

Plan van de Frère-Orbanlaan. Op dit plan ziet men duidelijk de Oude Schelde, die nog maar op enkele plaatsen overwelfd is en ook de Dierentuin. Verder zien we de spoorwegverbinding naar de Dampoort.

155


./";

~

....... lTt 0\

--¡rrT;

'

' Predikherenbrug met links de Predikherenlei en rechts


Dat kon geen meisken toch hekoren : Nu is 't gedaen met die praktyk, Gentenaer, goede wet, J andoren, Gentenaer,ja, gy hebt gelyk. Al wie de poort moest binnen komen, Met koets of kar, met pak of zak, Moest houden stil, en zonder schroomen Doorzocht men alles op 't gemak. 't Was altoos kostbren tyd verloren, Men stond daer dikwyls in het slyk, Gentenaer, goede wet,Jandoren, Gentenaer,ja, gy hebt gelyk. 't Is nu zoo als 't allang moest wezen, Tot rust 't land in 't algemeen. Nu moet een kwael nog zyn genezen : De vlaemsche tael, zoo lang vertreen, Vraegt nog dat regt haer zy beschoren, Men doe haer regt door heel het ryk; Gentenàer, goede wet, }andoren, Gentenaer, ja, gy hebt gelyck. (1)

van

(1) Verscheen in Ju1i 1860, bij gelegenheid van de afschaffing van het oktrooi. Drukkerij P .-S. Van Doosselaere. ·

Ondeend aan "Gentsch Museum" 19 aprÜ 1896. De afschaffingvan de octrooirechten heeft het verdwijnen vàn het. verschil tussen intra-muros en .extra-muros voor gevolg, waardoor de · bebouwde oppervlakte zich gemakkelijker zal kunnèn uithreiden.met ook als g(!volg een behoefte aan betere wegen. Tijdens de periode 1836-1849 was gemiddeld 18 431 :fr; per jaar uitge. geven voor het onderhoud van de wegen. Tussen 1850 en 1859 was deze uitgave gestegen töt 21 000 fr. (gewone en buitengewone uitgaven samen). De totale oppervlakte van de wegen te Gent, die het ~tádshe­ stuur moest onderhouden, bedroeg 573 488m2. Berekend aan een uitgave van zes centimes per vierkante meter en per jaar zou ~ gewone begroting 35.000 fr.moeten bedragen. We zien, dat tot 1859 de uitgaven voor het onderhoud van de wegen onvoldoende was. ·Bovendien moèsten 95 294m2 nieuwe wegen worden aangelegd wat aan vijf fr.per vierkant meter een uitgave vergt van ongeveer 475 000 fr.Deze uitgave zal gespreid worden over een aantal jaren; voor 1860 werd een bedrag van 56000 fr. ingeschreven. 157


':

. ,. ....

Ul

co

..' ·~


,J d ~$}1f'V k

fj IJ.

i

;

·•

f"t t•· •ti f,•l'~'

1 '•<11

E 1·

l·f ',"l

Reeds op 2 juni besloot de gemeenteraad de Blaizantvest en de Begijnhofvest te veranderen in lanen. De Blaizantvest van de Tolhuisbrug tot aan het Rabat werd ten Noorden begrensd door de stadsgracht en ten zuiden door de Lieve. De Begijnhofvest ging van het Rabat tot aan de Brugsepoortstraat en lag tussen de omheiningsmuur van het Begijnhof en de stadsgracht Onder het Frans bewind waren de vesten bij het afbreken van de stadsversterkingen slecht genivelleerd de vesten hadden de vorm van een dijk behouden. Het bovenste deel was enkel berijdbaar maar niet overal voldoende breed om het verkeer toe te laten. Om een behoorlijke rijweg te bekomen ken men of wel de dijk afgraven of de zijkanten ophogen. Men besloot de Begijnhofvest af te graven en met de aarde de zijkanten van de Blaizantvest op te hogen. In het rapport lezen we ook iets over het begijnhof, dat nog omringd was door grachten.

159


Ol't'.tslhl<h' H'\ 0.& t\Jt,

.. ',..,.......,_. ! ~·---------

~·~----~~~~ ,..~

l

••>'· •

& j

~~-

'"".a. tU -~

,..._

.Ht

....

jf

ta ·~ ,.

I

"'

1111-

l

~.·10)01

""'~~~

?;

1'111

!

....~{

*

'"'

'"'· .1\U ''lH U· :i"l . M 16 '~'~"· •

··--· "":1.:.::: l1

t:Jtt~

t•

lil'l. •••

...

'-1 ~~

&\f)

~ 'f" '\

Sf,~.

....... iU . W .

~Hl

........ l • .,.., ........

~ ,.. =.?~1.· 11

.• . .; .

.?j/ ~* ~

l

• ~ !ltf ;riL ;1'1'11

A ~

~~--

·~'O't Mwwb'·

'*; \

;rm:.lèr

;,>~ "~-

•:t•. • .

n •• ' l "~~ ~~

/_,"-

\

"'".,J>'

\\ ~ \\ . / '*·~ . • ~~~.L f.,·G. \ ~ /'· ·'I'• ' -. t:~~·~.>··>l· ·-r~·.\

"

~

-·~~· ';-,,~-;.·•-,!

.

\>-"''

\ ...f

/ ' .. '·

,

,...._

À

\

\

,

, ,: """'

\~;;\\~· '> . J!.ifl~( >--' ~

0

'\ \_ /

.

.

i I , ,. " ••

Aanleg van de Rabotstra at.

>u ~- ~-"

,_

.

--

t•N

/ :,., .... ~,.. ..*"'-""' ' -----4<.·•·

.;>"#~:-,

'"*-1 #'-!'·

i

"'""'~·~" 1-

. . ..

"--i ~"'"' ~ ~.

t•

~-r~:~,f~~:·r "( ;' .... -

.............:.........~

Î"'lNI:+ ..... ., ... :/~ ."~

.·· ..

, ,..""._

f//..-v--o'· ""·"'; ~ . ..-'

#~~

·~

?Mr\

.......~-· _____

,.»1'".~.,.,.... -·->!<'·'"+ ./;

~- ~-

.........

- · .. -···

~)

.~/~.;-

fJ;t.. .-~.0"/

. '~ ~- I~"·i -·L".c

~

~~"" r-"·.

,,tlé-

~ .... ~ ..ho-~·-·

~~~~~~~et\ ·Bou\tvar~ ~an \.~ R.a~~\. ~m G~ 'èrut~ch

)

~

. ,' .,, ' • ".?

c:J

-~L

~'""'"

",q

,,.

\,

/)

...._

~ ,\ \'~'·f~~' ~~_j

1'.

J'/

'#Î

~' ·:2: >' ··,, '"

· : .- \ ·. . l. · . ' '" .•. . ,é~ V

r'·.

_,

-./~-er ~...__,


. "le fossé nord-ouest .du Béguinage qui longe Ie req~part sert de réceptaê:Ie aux eaux ménagères et aux immondices des maisons riverairies. Ce fossé, sans eau, répand duiant une grande partie de l'année des émanations putrides. 11 sera remplacé par un aqueduc, haut de 1m 75, large de 0,60 et long de 210 mètres; comblé sur toute cette longueur et incorporé dans la voie publique. Les frais de ce-travail sont estimés à 2520 francs." We hebben er soms op gewezen, dat we ons meestal het oude stadsbeeld te mooi voorstellen. Ooor de uitvoering van deze werken ontstond een weg van ongeveer dertig meter breed en met een lengte van meer dan 1600 m. De gemeenteraad besloot ook een nieuwe straat aan te leggen, gaande van het Elisabethplein tot aan het Rabot en dan ook Rabotstraat genoemd. Alzo ontstond een gemakkelijke verbinding tussen de stad en de Blaizantvest. De Verspeyenstraat en de Van Wittenberghestraat zul: len wat later worden aangelegd. Op 3 maart 1862 zal burgemeester Ch. de Kerckhove in de gemeenteraad verklaren : "Les travaux ont permis à la villede remplacer les anciennes et tristes remparts d'un accès difficile, bordés sur une partie de leurs cours de fossés fougeux, par des boulevards larges et aérés". 1 Augustus: De Gazette van Gent klaagt er over, dat in weerwil van de afschaffmg van de octrooirechtei} de prijzen van het vlees niet zijn gedaald. Deze rechten bedroegen per kg. bruto gewicht: koeien: 5,5 centimes, stieren en ossen : 7 ct.~ vaarzen en kalveren : 7 ct. Enkele dagen late~ vervolgt de krant : "Wij herhalen : het is beklagenswaardig, dat vooral ·onze werkende klas met betrekking tot het vlees verstoken blijft van de weldaden, die de afschaffmg van het octrooi beloofde. 's Anderendaags : Afslag van het vlees op de Brugse poort. Vlées van eerste kwaliteit gecontroleerd door de experten van de stad wordt buiten de Brugse poort verkocht tegen 1,36 fr.per kg. Volgen acht namen en adressen van vleeshouwers. Op 12 september stelt de G. van G .. een daling van de vleesprijzen vast. En op 22 september : "De oprichting _. van goedkope slagerijen draàgt vruchten." Slagerij.Sassepoortstraat: 1e kwaliteit: 1,25 fr., 2e kwaliteit : 1 1 15 fr., 3e kwaliteit : 1,00 fr. 24 September : De Predikherenkerk is volledig afgebroken. Deze afbraak, bracht op : 37 000 kg. ijzer, 10 000 kg lood, 300 kubiek meter arduin en natuurlijk een ongelooflijke massa steengruiS, dat per schip werd vervoerd. l October : Aan het Dok zijn sedert korte tijd meer dan 12 fabrieken

161


of grote werkplaatsen opgericht of in aanbouw. Op alle punten van de stad rijzen als bij toverslag nijverheidsgebouwen op, die de naam van Gent, het Belgisch Manchester, verrechtvaardigen. 19 October : Op vrijdag 19 october deed zich een ernstig ongeval voor bij de aankomst van de marktschuit. Een zestig tot zeventig reizigers bevonden zich in het ruim , op het dek lag een zware lading aardappelen. Na het aanleggen aan de kaai brak plots een luik, waardoor de lading op de reizigers stortte. Hierbij werden enkele reizigers gekwetst. In 1860 was er nog dagelijks een nachtbargie van Gent naar Brugge en vice versa, die ~ertrok om tien uur 's avonds. Op dinsdag en vrijdag voer er een bargie naar Zelzate, die aan de Muidebrug vertrok. Aan het Kaammetershuis op de Graslei vertrok wekelijks een bargie over Winkel, Wachtebeke, Moerbekenaar Stekene. Verder voeren nog een reeks ¡marktschepen en was er een dienst van beurtschepen op Antwerpen, Brussel, Kortrijk, Rijsel, Duinkerke, Ieperen, Diksmuide, Doornik, Amsterdam, Rotterdam. Al die beurtschepen laadden en losten op de Koornlei. In 1860 was het beslist nog erg druk op de Gentse binnenhaven. Op de Bargiebrug is een gedenkplaat, die herinnert aan de trekschuit.

162


24 October :De aanbestedingvan de kerk Sint-Jan Baptiste werd toegewezen voor 126 800 fr. 30 October : V oor de verkiezing van de gemeenteraadsleden stonden twee lijsten tegenover elkaar : een liberale lijst en een lijst voorgedragen door de krant Le Nouvelliste de Gand en die als onafhankelijke liberalen werden voorgesteld. Voorafhad Le Nouvelliste de liberale kandidaten streng beoordeeld; vooral G. Callier moest het ontgelden "le souscripteut de 1848 pour les pillards des Tuileries". Pas op zaterdag 27 october stelt onze krant zijn kandidatenlijst voor : ze telt negen kandidaten, die ook op de liberalelijst voorkomen plus zeven andere kandidaten. Er waren 3 742 kiesgerechtigden, maar slechts 2 412 gingen ter stembus. De zeven kandidaten van Le Nouvelliste, waaronder Snellaert, behaald(!n elk ongeveer 900 stemmen. Van de zestien geko-· zen van de liberale lijst behaalden er negen eengoede 2 200 stemmen, de zeven overige behaa}d.en slecli~s onge~eer 1400 stemmen. Dit waren G. Callier, Colsón,.A. Dub()is, C. Frédericq, Heynderyckx, .!'icquaert en Van. den Berghe. Hoedeze uitslag verklaren? Vermoedelijk hàdden de meeste katholieke kiezers niet ~an de stemming deelgenomen. Negen liberale kandidaten - de gematigden - genoten het vertrouwen van al de deelnemers aan de verkiezing, terwijl ongeveer drie achtsten zich afwende11 van de meer ·rádièale groep en hun stem uitbrachten op de zgn~ onafhankelijke liberalen. · · · 7 November : Se.de.t;t ~nkele dagen bemerkt men.vooi:h~t uitstalraam van de heer d'Hoy karelB.rabantdam, de "uitmuntende Gentsçhe lichtteekenaer"_.portrt?tte.q_ op natuurlijke grootte. Deze portretten zijn van een treffende_ gelijkenis en beste uitvoering1 De. Wegwijzer van Gent voor 186 2 vermeldt reeds, een tiental fotografen. . Onderzoeken .~e thémS .e~en ~e br~odprijzen in 1860. Intra-murwL. 8.1 .. · 37c. 29 c. 21 c.

Gebuild Ongeb~ild Rogge~

Extra-muros Gebuild. Ongebuild. Rogge.·

;

· 36.-c .. 28c.20~.

..

15.4 39 c. 30 c. 23 c-.

1.7 39 c. 31 c. 21 c.

39c. 30 c. 22 c.

38 -c.

. 30 <:;. 20 c.

Door de afschaffing vande-octrooirechten is er na 21 juli geen verschil meer tussen de prijs va:n het brood intra:~muros en extra-muros. Het brood zou dus wat moetenafslaan,-rriaar de graanprijzen van de nieuwe 163


oogst liggen wat hoger, waardoor de afschaffing van het maalrecht niet merkbaar is. Gebuild Ongebuild Rogge

5.8 38 c. 31 c. 21 c.

26.8 42 c. 34 c. 21 c.

30.9 40 c. 32 c. 19 c.

21.10 42 c. 35 c. 20 c.

30.12 40 c. 32 c. 22 c.

In 1860 werden door het Liefdadigheidsbureau 3981 gezinnen met 10 371 personen gesteund. Voor ongeveer 2/3 van de gezinnen was de reden gebrekkelijkheid of onbekwaam om te werken, voor een derde van de geholpen gezinnen was de reden onvoldoende loon en of te veel kinderen. De activiteit van de haven neemt langzaam toe. In 1860 kwamen 357 schepen in de haven aan (110 meer dan in 1850), de gemiddelde ton~ nemaat steegvan 112,5 ton in 1850 naar 138 ton in 1860. In de loop van het jaar 1860 vertrokken een zevental pauselijke zouaven uit Gent naar Rome (Lanckhaert Jacques, Boonants Charles, J anssens Constant, Legieste François, Monti E11gène, Bemeel Frailçois en Boonants Hubert). Ze vertrokken nog onder de benaming Tirailleurs Frailco-Belges. Op 1 januari 1861 kregen ze de benaming Pauselijke Zouaven. be voorwaarden tot toelating waren : katholiek zijn, minimum 18 jaar oud zijn, in regel zijn met de:militiewetten (uitgeloot of dienstplicht. vervuld). De groep, die vertrok in 1860 verbleef ongeveer een jaar in Italië; Monti zal echter nog twee maal terugkeren (in 1867 en 1869). Later vertellen we wel meer over deze Gentse vrijwilligers. (Boek Matricule des Zouaves Pontificaus. Rijsel1910. B.U.G. 213 K 22). De gehele negentiende eeuw door was het onrustig in het verbrokkeld Italië :er was een sterke strekking naar nationale eenheid en naar een liberaal bestuur. De Pauselijke Staten hadden een oppervlakte van 41 407 km2. Toen na hun nederlaag bij Magenta op 4 juni 1859 de Oostenrijkers de Romagna moesten ontruimen, brak daar een opstand los. Het wereldlijk gezag van paus Pius IX zou slechts kunnen gehandhaafd worden door een leger (generaal Lamoricière) en een financiële steun. In october 1859 werd te Gent door enkele leden van het SintVincentins a Paulo genootschap de Sint-Pieterspenning opgericht. Men wees er op, dat "aux beaux ages de la chrétienté les fidèles se faisaient un devoir de contribuer personnellement au soutien du Saint-Siège". Artikel 1 van het reglement bepaalde : "Une association est fondée dans Ie diocèse de Gand dans Ie hut de défendre la foi catholique et les droits de l'Eglise et de venir en aideau Saint Siège par la prière et 164


par les oeuvres". De jaarlijkse minimum bijdrage werd bepaald op 25 centimes; armen konden hun bijdrage betalen door een maandelijkse storting van twee centimes. Ere-voorzitter was bisschop Delebecque, voorzitter graaf Octave d' Alcantara, secretaris Guill. Verspeyen. In 1860 beliepen de ontvangsten voor de St.-Pieterspenning in de dekenij Gent 75 151,65 fr., het totaal voor de provincie bedroeg 198 550,36 fr. We willen niet jaarlijks de ontvangen sommen vermelden. Van af 1865 zal ook door de katholieke kranten met aan de leiding Le Bien Public intekenlijsten voor de nieuwjaarsgift voor de Paus worden verspreid, terwijl voor de pauselijke zouaven ook jaarlijks kleine bijdragen werden ontvangen. In 1869 zal ter voorbereiding van het concilie van 1870 in onze provincie 91 120 fr.worden opgehaald. In totaal werd in onze provincie voor de pauselijke werken tijdens de periode 18601870 (elfjaren) ontvangen: 2111313,84 fr. St. -Pieterspenning 463 851,95 fr. Nieuwjaarsgift 26 305,83 fr. Pauselijke Zouaven 81 120,00 fr. Concilie 18 7 0 Totaal

2 692 591,62 fr.

Voor de dekenij Gent bedroegen de ontvangsten van de Sint-Pieterspenning voor de periode 1860-1870 800.067;44 fr. Samenvattend kan 1860 als een goedjaar worden beschouwd. Wat gebeurde terwijl in de wereld? Multatuli schreef zijn Max Havelaar, Fiorelli begint de opgravingen in PompeĂŻ en Herculanum, in Duitsland sterft Schapenhauer en Krupp maakt zijn eerste kanonnen uit gietstaal. Abraham Lincoln wordt president van de Verenigde Staten en dit zal gevolgen hebben voor onze stad. Hoe zullen we later zien. In het artikel Gent in 1850 (G.T. 15.9.1976) hadden we de begroting voor dit jaar onderzocht. Thans willen we dit doen voor 1860 en tevens deze begroting vergelijken met deze voor 1850 Algemeen beeld : Inkomsten Gewone inkomsten Buitengewone

1850 1 493 488,96 fr. 313 247,03 fr.

1860 2 094 416,70 fr. 491 254,96 fr.

Totaal

1 806 735,99 fr.

2 585 6 71,66 fr.

165


Uitgaven: 1 Gewone 972 753, 73 fr. 2 Aflossingen leningen, inte528 120,65 fr. resten en pensioenen 270 605,42 fr. 3 Buitengewone uitgaven Totaal

1 771 479,80 fr.

Gewone uitgave per inwoner

1 331 530,53 fr. 4 72 723,02 fr. 546 220,50 fr. 2 350 4 74,05 fr.

9,17 fr.

11,28 fr.

Bij het opstellen van de begroting voor 1860 kon geen rekening worden gehouden met de afschaffing van de octrooirechten op 21 juli 1860. Dit verlies aan inkomsten werd door een staatstoelage van 728 815,79 fr. vergoed. Alzo was er practisch geen verschil tussen de voorziene en werkelijke inkomsten. Een eerste vergelijking toont onmiddellijk een sterke stijging aan van de gewone inkomsten en de gewone uitgaven. Wat de voorziene inkomsten voor 1860 betreft moesten de octrooirechten 1 602 000 fr.opbrengen of ongeveer 76,5 %van de totale inkomsten. In vergelijking met 1850 in absolute cijfers zijn deze inkomsten gestegen (ook per inwoner en wel van 11,72 fr. in 1850 tot 13,57 fr. in 1860). In vergelijking met de totale inkomsten is het aandeel van de octrooirechten gedaald van 80 % tot 76,5 %. Er werden dus bepaalde belastingen verhoogd en andere ingevoerd. (o.a. de belasting voor. de nachtwacht). In 1860 bracht de belasting op het huispersoneel (3592 knechten en meiden) 39 073 fr. op, de 1505 herbergen betaalden 33 359 fr., de 185 tabakwinkels 402 7 fr.Ook waren er 795 belaste paarden. De begroting van de uitgaven vertoont natuurlijk een evolutie en wel door de uitbreiding van sommige diensten. Gewone uitgaven 1860 %in 1850 A 1 Administratie 257 144 fr.) 422 212,48 fr. 31,7 % 28,8% 2 Openbare werken:165 068,48 frJ 3 Openbare veiligheid en openbare 341 638,82 fr. 25,66 % 28,8 % 4 Handel; nijverheict (gezondheid 1 7 64 7, 00 fr. 1 ,3 2 % 5 Casemement 39 660,00 fr. 2,98 % B 1 Liefdadigheid 152 644,61 fr. 11,4 % 20,4 % 2 Erediensten 6 450,00 fr. 0,5 % 1,3 % 3 Onderwijs 211 464,85 fr. ) 268 877,62 fr. 20,19% : 19,0% 4 Schone Kunsten 57 412,77 fr ) C Vermakelijkheden 61 300,00 fr. 4,6 % 1 , 5 % Uitgaven per order en onvoorziene 12 000,00 fr. 0, 9 % Totaal

1.331.530,53 fr.

99,93% 100,0% 166


De uitgaven voor de gewone administratie zijn practisch ongeWijzig<\ sedert 1850. De uitgaven voor openbare werken, die in 1850 nogirt~ ·· dit artikel voorkwamen, vormen nu een afzonderlijk artikel en de vermeerdering, die in absolute djfers 142000 fr bedraagt, komt volledig ten goede aan de openbare werken. In dit artikel vinden we de volgende sommen voor onderhoud: stadsgebouwen: 23 000 fr., militaire gebouwen : 20 000 fr., wegen : 20 000 fr., lanen : 6 300 fr., kaaien en bruggen: 20 000 fr., kanalen: 5000 fr., aanleg van voetpaden: 20 000 fr., gezondmakingswerken: 30 000 fr. Er wordt dus een inspanning gedaan om het stedelijk patrimonium beter te onderhouden. 1860

%In 1850

Artikel 3 omvat : Politie : 91 175 fr. Nachtwacht : 36 000 fr. Brandweer Burgerwacht Stadsgevangenis Verlichting Acht wakers op het Belfort Een trom petter Bijzondere taken op feestdagen Reinigen straten Overige uitgaven

127 175

fr.

9,55%

53 800 19 649,82 3 000 102 000 880 245 354 12 500 22 035

fr. fr. fr. fr. fr.

3,98 % 5,8 %

Totaal

341 638,82 fr.

4,6 %

7,66 % 8,5 %

fr. fr. fr. fr.

0,94 %

De uitgaven voor de politie zijn sterk gestegen : dit komt door de uitbreiding van het politiekorps en door de oprichting van de nachtwacht, alsook door een verhoging van de jaarwedde. In 1850 telde de politie slechts 46leden. Thans telt het korps 73leden :zes· kommissarissen (aan 2700 fr.), drie adjunct-kommissarissen, 15 brigadiers (aan 910 fr.), 12 ágenten eerste klas (aan 825 fr.} en 37 agenten tweede klas (aan 800 fr.). De nachtwacht telt 70 leden : tien brigadiers en 60 nachtwa. kers. Op 15 september 1860 zal de gemeenteraad het politiekorps verder uitbreiden. Het politiekorps telt nu 9 5 leden :zes commissarissen, tien adjunct-commissarissen, twintig brigadiers, zeventien agenten eerste klas en 4 2 agenten tweede klas. Daarbij tachtig nachtwakers. Het doel van de reorganisatie is het politietoezicht in het vroegere extra:.muros gebied beter in te richten. De politiecommissariaten zijn nog altijd in de particuliere woningen van de commissarissen. · In absolute cijfers is de uitgave voor de verlichting met 19 000 fr. gestegen; thans zijn er 1156 gaslantaarnenen 178 olielampen, wat in ver167


gelijking met 1850 een vermeerdering is van 132lichtpunten. (aantal olielampen met 146 verminderd). Het artikel in verband met de Liefdadigheid is aanzienlijk gedaald; dit zijn echter slechts toelagen aan de verschillende diensten, die een eigen inkomen bezitten. Wat het hoofdstuk Onderwijs en Schone Kunsten betreft, dè onderverdeling is als volgt : 1 Allerlei studiebeurzen 2 Atheneum : 380 lln. 3 Middelbare school : 320 lln. 4 Lagere en bewaarscholen 5 Nijverheidsscholen : 6951ln. 6 Academie : 6681ln. 7 Conservatorium : 3 20 lln. 8 Overige uitgaven

21 50Ó',OO fr .. 40 000~00 fr. 3 700,00 fr. 120 800,00 fr. 23 714,00 fr. 25 336,00 fr. 18 174,41 fr. 15 653,21 fr.

Totaal

268 877,62 fr.

1,61% 3,00% 0,27% 9,07% i,78% 1,90%. 1,36% 1,17% 20,19 %

%in1850 1,5 % 5,19% - % 3,8 % 1,25% •1,8 ·% 1,7 % 3,6 % 19,0 %

In absolute cijfers zijn al de voorziene uitgaven verhoogdmet uitzondering vari het artikel van het atheneum, dàt door de wet van 18 50 ·een rijksintelling is geworden, waardoor de lasten voor de stad Gent zijn verminderd. Daarentegen kwam er een kleine uitgave bij voor het onderhoud van de gebouwen van de rijksmiddelbare school. Het groot verschilligt bij de uitgaven voor het lager onderwijs. Het aantal stedelijke lagere scholen is vermeerderd van vijf in 1850 tot twaalf in 1860 en dit onder het schepenschap van A. Van Lokeren en G. Callier. Hierdoor ~erdubbelde het aantalleerlingen tussen 1850 en 1860. Het hoofdstuk Vermakelijkheden is nieuw; deze uitgaven kwamen vroeger voor bij Allerlei. Hier komen voor a) feesten : 11 000 fr., b) toelage maatschappij paardenwedstrijden 5000 fr., c) toelage schouwburg 20 000 fr. d) verlichting schouwburg 15 000 fr., e) maken van nieuwe decors 9 500 fr.,f) wedde beiaardier 800 fr. De schouwburg ontving dus in totaal44 500 fr. of 3,34 %van de totale gewone begroting. Hoe is Gent tijdens het eerste decennium van de tweede helft van de negentiende eeuwveranderd? (periode 1851-1860) Het voornaamste feit is wel de afschaffing van de octrooirechten. Daarmede verviel het verschil tussen intra-muros en extra-muros en het poortrecht. De stad heeft nu de mogelijkheid zich uii: te breiden. I

168


Een tweede voornaam feit, waarop Gent lang had moeten wachten, was de spoorverbinding tussen het station en de haven. Ook de aanleg van de spoorlijnen Gent-Oudenaarde, Gent-Brussel over Aalst en GentEklo¡waren belangrijk. Wat de burgerlijke gebouwen betreft kunnen vermeld worden : het herbouwen van de Belforttoren, de bouw van het slachthuis met de verplaatsing van de veemarkt en de jaarlijkse paardenmarkt, die op de Kouter werd gehouden, verder nog de bouw van het krankzinnigengesticht en van het Van Caneghemgesticht op de Coupure, de bouw van de rijschool en van de celgevangenis op de Nieuwe Wandeling. De aanleg van de dierentuin mogen we niet vergeten. De bouw van het slachthuis had ook voor gevolg, dat de slagers thans aan huis vers vlees mogen verkopen, waardoor de koopwaar dichter bij de klant komt. Wat de kerkelijke gebouwen betreft, hier valt de bouw van de SintAnnakerk, van de Sint-Barbarakerk en van de kerk van Sint-Jan Baptiste te vermelden. De oude Predikherenkerk werd afgebroken. Wat de krantenwereld betreft moet de oprichting van Le Bien Public (1853), van de Joumal de Gand (1856), van L'Echo des Flandres (1856) en van de Beurzencourant (1856) vermeld worden. In 1853 werd een dienst van nachtwakers ingericht en in 1857 besloot de gemeenteraad de reglementen ook in het Nederlands op te stellen. Op sociaaLvlak moet aan de cholera-epidemieÍn van 1854 en 1859 herinnerd worden, alsook aan de oprichting in 185 7 van de Broederlijke Wevers en van de Maatschappij der Spinners. In 1857 en 1859 zijn er een reeks stakingen iti de textielnijverheid om loonsverhoging te bekomen. . In 1859 overleden Prudens van Duyse en Ferdinand Lousbergs en in 1860 dokter JozefGuislain. Om te eindigen moeten we nog de oprichting van het Willemsfonds in 1851, van de Zonder Naam niet zonder Hart in 1856 en van het Van Crombrugghe-genootschap in 1857 vermelden. Gent is heel wat verander4 tijdens het decennium 1851-1860; er komen nog veranderingen, maar eerst nog zal de Gentse bevolking buitengewoon zwaar worden beproefd. M. STEELS

169


SCHOOLMEESTER JAN DERUELLE ALIAS SANDER DEN OLIEKOEK Weet u (nog) wieSander den Oliekoeke was wiens handel en wandelfiguurlijk en letterlijk gesproken - zo pittig en boeiend te boek gesteld werd door de bijlange nog niet (volledig) vergeten Emile Andelhof ? De man die zoveel rasechte Gentenaars aan het woord liet komen in zijn sedert lang onvindbaar geworden boek "Galerij van Gentsche Typen" uitgegeven door de "Bond der Oostvlaamsche Folkloristen", Gent, 1942. Het is niet over dat oud mannetje, dat warempel de 90 haalde, dat we het zullen hebben. U herinnert zich nog wel - of in het geheel niet dat ventje dat overal waar in Gent gefeest werd, ten tonele verscheen om zijn oliekoeken te koop te stellen. Vooral kon men Sander - onder die naam was de man gekend als slecht geld- op het lijflopen in de Franse Schouwburg waar hij tussen 2 bedrijven door, met zijn vette ; en flink gesuikerde lekkernij leurde. Blauwe kiel, hagelwitte voorschoot, zwarte broek en dito schoenen, een ronde stijve pet voorzien van een nog stijvere blinkende klep; aan de linkerarm een grote blikken korf, in de rechterhand een vork met extra lange tanden. En wat zijn paspoort, of liever zijn symbool mocht genoemd worden: een statige witte baard Ă la Leopold 11. Ziedaar het portret van Sander den Olie~ koeke wiens evenbeeld in heel de stad van Gent - en daar buiten - onmogelijk te vinden was. Neen, over dat mannetje gaan we het in deze bladzijde Gentse geschiedenis niet hebben maar wel over een heeLandere Sander die om gans verschillende redenen de "bijlap" van "den Oliekoeke" met of zonder zijn goedvinden maar voorzeker met zijn medeweten, gekregen hĂ d. Iemand die niet wegens het bestaan van een smakelijk gebak, maar wegens zijn: activiteiten, zijn kwaliteiten en zijn manier van doen, niet minder dan de echte Sander de eretitel van Gents type ruimschoots verdient. Jan Deruelle werd te Gent geboren op 27 december 1866, veertigjaar na zijn populaire voorganger. Als ik het goed voorheb gebeurde dat evenement buiten de Brugse Poort, in de schaduw van de Sint Jan-Baptistkerk. Wanneer hij dat stadsgedeelte met zijn plat-Gents . sprekende arbeiders verlaten heeft om voor goed zijn intrek te gaan nemen in het land van de Koolkappers kan ik niet zeggen. Wel weet ik dat hij het grootste gedeelte van zijn leven een huis bewoonde palende aan de Salon Napoleon, Coupure. Hij werd, onderwijzer; kreeg weldra een betrekking bij het Stedelijk Onderwijs. 170


Hoelang hij het werk van doodgewoon schoolmeester verricht heeft is mij ook al niet bekend. Evenmin wanneer hij als tekenleraar aangesteld werd. Hoe dan ook beoefende hij die belangrijke functie gedurende vele decennia, met name in al devierdegraadklassen van de 3 betalende (lees Franse) zogenaamde lagere· hoofdscholen voor jongens : de scholen Onderstraat, Begijnhofplaats (thans Begijnhofdries ), Van Monckhovenstraat. Een imposante, rijzige verschijning was hij, getypeerd door een doordringende blik, een zeer verzorgde knevel en puntbaard en een bos golvende haren. Zijn garderobe was al niet minder verzorgd : een vest, genaamd gilet, begiftigd met een zware horlogeketting, een in het oog vallend plat wit halsboord met als sierstuk een brede zwarte strik, een zwarte jas, een breedgerande artiestenhoed. Zijn tekenlessen die wekelijks door zowat 250 leerlingen gevolgd werden waren van drieërlei aard en doelstelling. Nu eens kwam het erop aan wit-zwarte of gekleurde tekeningen naar de natuur (dessins d'après nature, zoals men zei) te maken : plaasteren meetkundige lichamen, bloempotten, kledingstukken, rechtstaande of zittende leerlingen, enz. Uw part stond op de buis als u het waagde met uw potlood te doen wat depennelikkers in 't ministerie, op 't Stadhuis of bij de notaris plachten te doen. Dat was hun pennestok (lees pennehouder) achter hun oorschelp te steken. U mocht zich gegarendeerd aan een opmerking als deze verwachten : Steekt uw moeder haar straatveger ook achter haar oor ? Een volgende maal waren het de meetkundige tekeningen, voor de gelegenheid ''épures" genoemd, die aan de beurt kwamen. Ten slotte waren daar .de gewrochten die in de klas niet aan bod konden komen, dus die thuis dienden opgeknapt te worden: ófwel het tekenen (met potlood, krijt of pen) of het schUderen van zg. stillevens : een tafel met vazen, vruchten, een meubel, een vogelkooi, een poes; ofwel het copiëren van gravures e.d. Al die thuis gemaakte werken droegen de schûderachtige naam van "tekeningen naar keus" (dessins au choix). Bezocht u een Franse schóol ? Of niet ? Het keuren en waarderen van de huiswerken gebeurde met de meeste zorg en plichtsbesef. Ze werden van alle kanten bekeken, gewikt en gewogen en met een goed of minder goed gequoteerd. Wanneer in zijn (argus )oog een grafisch product al te goed, dus verdacht, geslaagd was, dan werd de artiest in spe eventjes op de rooster gelegd om uit zijn mond te vernemen door welk mirakel zijn meesterwerk het levenslicht gezien had. Natuurlijk viel onze Rubens met brio door de mand en moest hij ootmoedig bekennen dat zijn vader inderdaad een handje

171


toegestoken had. Wat Sander van die samenwerkende vennootschap dacht ? "Emiel, dát is nu eens een echt kunstwerk dat ge op papier gezet hebt". Meteen schreef hij onder het vermeend kunststuk mèt een sierlijke letter : Voor vader tien op tien. Voor Em.iel zero op zero. Jan ging pedagogisch te werk. Waarmee ik zeggen wil dat de best geslaagde werken, zowel van de eerste, de tweede als de derde soort, gedurende een bepaalde tijd een van de wanden van de tekenklas mochten versieren. Vanzelfsprekend waren het de tekeningen naar-keus die het meest bekijks hadden. Denk nu maar niet dat die meesterwerkjes na afloop van de tentoonstelling een directe weg vonden naar hun rechtmatige eigenaars. Geen kwestie van. En de lef opbrengen om hun eigendom op te vorderen was iets waaraan gewoonweg niet te denken viel. Een (schrale) troost hadden onze artiesten in de dop wel : ze wisten dat zonder hun (ongevraagde) medewerking van de jaarlijkse exposities maar bitter weinig in huis zou gekomen zijn. Om het met zoveel woorden te zeggen : Het waren de "dessins au choix" die, zonder dat er een haantje over kraaide, zo geruisloos als spoorloos verdwenen. Wie goed overweg kon met potlood, pen, krijt, houtskool, pastel, waterverf, meetlat, passer en graadboog, was zijn vriend en mocht weleens iets mispikkelen. De anderen hadden het beslist moeilijker om in zijn gratie te komen. Tucht had hij in grote mate. Het was dan ook niet aangeraden tegen zijn schenen te lopen, want, was hij een tikje hooghartig - ook jegens zijns gelijken - in bepaalde omstandigheden kon hij zelfs cassant zijn. Zoals we reeds terloops aanstipten stond ook het tekenen van "épures" op 's meesters programma. Of het jonge volkje op die weinig sympathieke dingetjes erg verzot was, laten we maar liefst in het midden. Veeleisend als de man was zocht hij met zijn arendsoog in die dingetjes de geringste tekenfout op. Had men verwaarloosd die ongeliefde tekeningen van een reeks inderdaad onmisbare letters te voorzien - iets dat een dagelijkse zonde was - dan stak hij het foute blad zwierig en met verontwaardiging in de hoogte om uit te roepen : "Wat ge daar gefabrikeerd hebt is geen épure. Knoop het in uw oren : Een épure zonder letters is een soep zonder zout; is een vigilante zonder paard; is een oliekoek zonder suiker. Gij domkop ! (lees met de nadruk op de p. Weet u nu waaraan Jan Deruelle de "bijlap" vanSander den Oliekoek te danken had ? Ook de slordig getekende cirkels, driehoeken en veelhoeken zou hij zo nodig met de half vette, half zoete lekkernij vergelijken. Oliekoek. Moet ik er een éed op doen dat Jan zijn bijnaam nooit kwijtraakte ? Van het 9de studiejaar van de school Van Monckhovenstraat was San-

172


der wat men in die tijd de klassetitularis noemde. Niet alleen in deze klas maar eveneens in het 7de en 8ste was hij belast met het geven van de cursussen Nederlands en "comptabilité". (Zijn we in een Franse school ? Of niet ?) Als ik getuig dat zowel het leervak Nederlands als de "branche" " comptabilité" op een gewetensvolle en onberispelijke manier aan de man gebracht werden, overdrijf ik in genen dele. Wat laatstgenoemde " branche" betreft verzekerde mij meer dan één oud-leerling dat Sanders lessen zo vruchtdragend waren dat hun De heerJan Deruelle op jeugdige leeftijd b agage "b oe kh ou d en " b" lj h e t ondernemen van voortgezette studiën nauwelijks aan te vullen waren. Zelfs niet aan het atheneum. En wat de behandeling van het vak Nederlands aangaat verstond geen als hij de kunst om bij de jongens een waar enthousiasme op te wekken voor het opstel-maken. Geen wonder dat de resultaten van J ans taalonderwijs voor zich zelf spraken. Herinnerde hij zich dat Streuvels in zijn collegetijd zo dikwijls uitgepikt werd om zijn proza in een "guldenboek" neer te schrijven ? Wellicht wel want ook hij riep een "guldenboek" in het leven waarin de beste- niet zelden verluchte - werken van de leerlingen 8ste en 9de geboekt werden. Een duimdik gekartoneerd schrijfboek dat warempel volgeschreven geraakte. Geloof mij vrij dat aan dat schrift heel wat pareltjes toevertrouwd werden. Pareltjes waarvan meer dan een auteur zich later zou ontpoppen als waarachtige schrijvers. Ik noem slechts de twee die nog in leven Zijn : Jan Schepens en zijn jongere broer Norbert, de schilder-schrijver Nojorkam. Jaren lang is het guldenboek een waardevol document en leermiddel geweest voor Sanders collega's die van de resem modelopstellen dankbaar gebruik maakten om er hun lessen mee te spijzen. Jammer genoeg heeft iemand omstreeks het jaar '60 de euvele moed gehad het boek naar de papierkorf te verwijzen. Ik ben ervan overtuigd dat het Archief en Museum van het Vlaams Cultuurleven (Antwerpen ) met dankbaarheid het een plaatsje zou gegund hebben op een van zijn talrijke boekenrekken.

173


In het voorjaar van 1926 besloten een handvol enthousiaste jonge mensen een letterkundig tijdschrift uit te geven. U moest maar durven. En ze dorsten. Onder de titel van "Pan, literair maandschrift" en met Dr. Paul Rogghé als "Redacsie-Secretaris" (sic) kwam het eerste nummer in "junie" (resic) 1 9 26 van de pers. Sander moet een hart van koekebrood gehad hebben toen het bleek dat verschillende van zijn oud-leerlingen als het ware de steunpilaren van de beslist gewaagde onderneming waren. Jan Schepens voornoemd. René Ide die weldra de ziel van het blad zou worden. Joris Hamers die zijn weg in de journalistiek zou maken. Maurits de Doncker die naam als dichter zou verwerven. Hubert de Vogelaere die veel te jong overleed. Kortom een degelijk op stapel gezette J>an, die op de koop toe rijkelijk geïllustreerd werd met merkwaardige houi:snedèn uitgevoerd door Ide's schoonvader Jan Frans Cantré. Jammergenoeg verging het de periodiek bar slecht. Na een paar jaar wanhopige strijd om het hoofd boven water te houden dienden de idealisten van hun hartedief afscheid te nemen. Een onverdiende tegenslag die Jan Deruelle ook sterk aangevoeld heeft. Op de keper beschouwd was onze tekenmeester en taalleraar toch maar een rare vogel. Iets waaraan niemand zou gedacht hebben, daar kwam hij mee voor de dag. Zonder veel omhaal of drukte te maken. Minister Jules Destrée (1863-1936 ), die in de lagere school een cursus zedelijke opvoeding wenste ingeschakeld te zien, zorgde dan ook voor het opstellen en verspreiden van de nodige richtlijnen. Deze had men gebundeld in een brochuurtje dat door het onderwijzend personeel weldra ironisch-glimlachend de "catechismus Destrée" genoemd werd. In de praktijk kwam het hierop neer : Iedere week, zonder een dag over te slaan, zou in al de klassen van de. school eenzelfde zedenkundig devies, regel, aanbeveling, enz. ontwikkeld worden. "Wij moeten onze · ouders eren". "Het alcoholisme is de ergste aller kwalen". "Heb de dieren lief". Het duurde niet lang of Sander had er iets origineels op gevonden. In de zaal die door de leerlingen meermalen daags betreden werd, had hij een groot bord door middel van een paar haken aan een van de wanden bevestigd. Iedere maandag voormiddag, zonder er een over te schrikkelen, stond hij een half uur voor schooltijd in de zaal, , voor zijn bord, in vorm om aan de slag te gaan. Jongens verdrongen elkaar om voor meneer Deruelle emmer water, spons, droge vod en het bakje kleurkrijt te gaan halen. Na de nu voorbijgestreefde leus weggeveegd te hebben, toverde hij in een handomdraai, in veelkleurige letters uitgevoerd, het nieuw devies dat een volle week zal moeten meegaan. "Wij moeten de oude mensen behulpzaam zijn". Enz. Enz. 174


De heer Jan Deruelle en zijn vrouw gekiekt ter gelegenheid van het door de 2 gevierden aangeboden tractatie.

175


Om uit de gewoonte niet te gaan verzocht hij een van de omstanders de pas geschilderde volzin te lezen en te herlezen. Voldaan over zijn werk beëindigde hij;zijn taak met iets in deze zin : ''Hebt ge goed begrepen wat ge komt te lezen? Welnu uw meester zal u daarover meer vertellen dan ik hier zou kunnen doen". Sander was bovendien een gepatenteerd manusje van ·alles. Om maar een enkele anecdote in herinnering te brengen : Op school was het de gewoonte één of twee dagen vóór sinterklaasdag een intiem feestje te organiseren waarop aan de kleintjes een mandje (in karton) gevuld met appelsienen, speculaas en ander speelgoed, uitgereikt werd, Daar kwam natuurlijk een Sinterklaas bij te pas. Wie anders dan rijzige Sander zou in de huid vah de heilige man kruipen ? Uitgedost met een lange bisschopsmantel, een met goud gestikte mijter en hagelwitte handschoenen, en opgetuigd met een even witte baard en wenkbrauwen, troonde hij zo fier als een pauw op een pracht van een zetel. Echt in de weer met het uitdelen van de geschenken. Vanzelfsprekend was hij mild met het ten beste geven van komplimentjes en raadgevingen. Met een droom van een gemaakte stem. Een voor een deftleerden de jongetjes en meisjes voor de heilige Sander, de een al wat banger dan de ander; de een al goedgeloviger dan de ander. Totdat op een bepaald ogenblik een ftlosoof van een jaar of zes, . na de Sint eens terdege gemonsterd en zijn mandje in zijn el gesleept te hebben, ongevraagd, onbeschroomd en met overtuiging zijn menmg te kennen gaf. "He ! Sinterklaas heeft de schoenen aan van de meester van de grote jongens ! ". Tussen haakjes : Sander leefde inderdaad op brede voet, want hij was ·geschoeid met uitdagende buiten-maatschoenen. Apropos van die schoenen. Direct vernomen uit de betrouwbaarste bron, wist iedereen te vertellen dat, als de man naar de winkel stapte om een paar "schuiten" te kopen hij veiligheidshalve twee paar dikke sokken aangetrokken had, bang als hij was voor kwellende eksterogen. Nadat hij oordeelkundig gepast en herpast had besloot hij de gewichtigste handelstransactie met een onverwacht "Geef mij maar een nummer groter". De bijdehand knaap vermocht niet de "meester van de grote jongens" van zijn stuk te brengen, uit zijn lood te slaan, alhoewel de man zich - maar flauwtjes wist te verdedigen met een niet al te overtuigend : "Ge moet een beetje beter kijken vriendje, zulke mooie. schoenen heeft die meester niet". Een tweespraák die niet belette dat de vermeende Sint hartelijk moest lachen. In zijn echte en in zijn valse baard. Lang nog na die gedenkwaardige sinterklaasdag werd over Sanders grappig avontuurtje met welgevallen nagekaart. In de eerste plaats door het 176


slachtoffer zelf. Want zag men in Jan Deruelle bij voorkeur de strenge meester, eens uit de gezichtseinder van de school gestapt trad hij niet zelden op als de "boute-en-train" van het gezelschap. Niemand kon beter dan hij van de smakelijkste moppen vertellen. "Meneer Deruelle - ik zegde reeds dat niemand hem met zijn familienaam, laat staan met zijn voornaam placht toe te spreken- meneer Deruelle, haal eens uw "calepin" voor de dag en vergast ons meteen op een paar goede lollen"! De "calepin" met de honderd grappen werd uit de binnenzak opgediept en de toehoorders waarachtig waar voor hun geld gegeven. Bij andere gezellige samenkomsten, met name ter gelegenheid van het nieuwjaarsbezoek dat ten huize van de directeur plaats greep, ontpopte hij zich bovendien als DE specialist in het organiseren·van altijd originele en zinnige gezelschapsspelletjes. Op die intieme nieuwjaarsfeestjes kon men het beleven dat iemand "meneer Deruelle" met zijn voornaam toespraak, namelijk de heer di-. recteur Théo van Bavinckhove. Dan klonk het van Théo zus en Jean zo. Het geheim van die intimiteit berustte in het feit dat beiden van omtrent· dezelfde leeftijd waren en elkaar gekend hadden in hun studententijd. In juli 1927 zou het eens te meer blijken hoe oprecht de vriendschap tussen die twee mensen wel moet geweest zijn. Een van de twee was gerechtigd om in juli 1 926 met pensioen te gaan. De andere diende nog eenjaar te wachten. Wat deed nu nummer een? Gewoonweg "zijn" heuglijke gebeurtenis met een jaar uitstellen derwijze dat ze het volgende jaar, dus in 1927, tegelijkertijd konden opstappen. Vandaar dat besloten werd in samenwerking van het toneel te verdwijnen in laatstgenoemd jaar. Zowel het personeel als de ouders van de leerlingen wilden zo'n belangrijke gebeurtenis" niet ongemerkt laten voorbijgaan. De beide vrienden werd dus op 10 juli 1927 een schitterend schoolfeest aangeboden. Werkelijk een dat er wezen mocht. Er werd gemusicéerd, gezongen, gedeclameerd, een kinderrevue opgevoerd, toespraken gehoUden. geschenken aangeboden, het spreekt vanzelf dat de gevierden dergelijk huldebetoon niet onbeantwoord konden of wilden laten. In de loop van de weekvolgend op de prijsuitreiking inviteerden ze het voltallig personeel van de school op een uitgebreid en rijkelijkbesprenkeld etentje opgediend in een van de guinguettes waarvan Gent er zo vele gekend heeft : "De Anker" aan de Leie gelegen op Sint-Denijs' grondgebied. Sedert lang omgebouwd in een particulier·buiteng~ed. Het partijtje mocht zich op een daverend succes verheugen : iets om 177


lang in het geheugen te blijven. Om dat geheugen een handje toe te steken werd beroep gedaan op een fotograaf die in de tuin van "De Anker" toonde waartoe hij in staat was. Uit een van de groepfoto's sneden we - beslist ietwat oneerbiedig jegens de andere gekiekten - de portretten van de heer Deruelle en diens vrouw. • Amper enkele weken na de memorabele feestviering, namelijk op 27 september, werd een "vereeniging zonder winstgevend doel" gesticht onder de benaming van "Beschermingscomiteit der Gemeentescholen van Gent". Was het van in den beginn~ de bedoeling geweest door middel van een tijdschrift voor genoemd comiteit propaganda te voeren ? Waarschijnlijk wel alhoewel drie volle jaren dienden te verstrijken om met het eerste nummer van het schrift voor de dag te kunnen komen. 'De Schoolpost half-maandelijksch orgaan van het Centraal Beschermingscomiteit der Gentsche Gemeentescholen" heette het blad waarvan het eerste nummer verscheen op 18 mei 1930. Let wel op : de dag waarop in het Feestpaleis (Park) een reuzetentoonstelling haar deuren zou openen. Ik vergat bijna te vermelden dat de animator èn van het blad èn van de organisatie van expositie schepen Jules D' Asseler was. Het was ter gelegenheid van die opening dat nummer 2 van de "Post" met een week vertraging van de pers kwam ( 25 mei). In het vervolg zal het tijdschrift met de regelmaat van de klok om de 14 dagen de drukkerij verlaten. Een lang leven was het nochtans presentabel en aantrekkelijk blad niet beschoren. Inderdaad, in het nummer van 3 juli '32 zag de redactie·zich verplicht zijn lezers mee te delen dat meteen een punt achter de onderneming gezet werd. Om de bittere pil enigszins te vergulden en zich zelf wat wijs te maken liet de redactie in dat afscheidsnummer weten : "Een blad als het onze vergt veel onkosten en de tijden zijn zóó (de grote crisis van de jaren '30) dat we al onze krachten beschikt moeten houden tot leniging van den steeds stijgenden nood van onze schoolbevolking". Waarom we zoveel plaats inruimen voor dingen die schijnbaar niets te maken hebben met het onderwerp van ons verhaal ? Ik bedoel met de handel en wandel van Sander den Oliekoek. Het programma van de redactie van de "Schoolpost", redactiesecreta, ris de heer Ernest van Daele, zou erin bestaan de schoolfeestjes aan te kondigen; de propagandadagen vast te stellen; de data van vergaderingen en lezingen mee te delen; pedagogische wenken ten beste te geven; het bespreken van voorgestelde ontwerpen. Doch veel vroeger dan verwacht werd, zag men in dat ook andere dan in de grond al te droge, ja, moeilijk te verteren leesstof diende aangeboden te worden. 178


De man die voor die job als het ware in de wieg gelegd was, dacht het Comiteit, was Sander den Oliekoek, pardon]an Deruelle. Die was inderdaad niet alleen geroetineerd in het schrijven maar bovendien werkelijk doorwinterdinhet tekenen, dacht datzelfde Comiteit. Zo iets was echt een kolfje naar Jans hand : "Geen ander zal mij de baard afdoen" sprak hij en hij liet zichniet plagen om zich voor de Post-wagen te spannen. De eerste verhaaltjes die in het tijdschrift verschenen, waren dan ook van Deruelle's hand. Weliswaar zou de heer Michel Thiery, de schepper en conservator van het Schoolmu.seum, regelmatig opstellen leveren over zijn museum en een boel wetenschappelijke wetenswaardigheden; weliswaar verleende de heer Georges Verbrugge, hoofdinspecteur, een enkele maal anoniem zijn medewerking aan het blad; weliswaar vrolijkte Piet Schepens, de op dat ogenblik Vlaanderens eminentste specialist inzake Skandinavische en Finse literaturen, hetzelfde blad op met wat Noorse of Zweedse sprookjes; de rest- en die rest was ruimschoots de aanzienlijkste brok- mocht onze meester Jan klaar spinnen. Gratis voor niet. Dat spreekt vanzelf. Voor hetzelfde geld mocht hij zelfs de .... voeten van zijn lÎjf lopen om aan een paar schamele advertenties te geraken. Want die had "De Post" meer dan nodig. Zijn gaven, zijn vaardigheden, zijn ervaringen, kwamen hem bij de uitoefening van zijn taak uitstekend van pas. Wist hij het aan boord te leggen honderden moppen te tappen, grappen te vertellen, luimige plaatjes op het papier te brengen, raadsels, puzzels, rebussen en knutselwerkjes te bedenken en uit te vinden; teken- en vertelselwedstrijden te organise~en, hij vergat niet ervoor te zorgen dat vo.or het een als voor het ander prijzen konden uitgereikt worden. Terloops vermeldde ik dat hij een verzameling van, door de leerlingen gemaakte "tekeningen naar keus'' aangelegd had. Enkele ervan genoten de eer in de "Post" als illustratie ingeschakeld te worden. Dat hij aan die verschillende activiteiten plezier beleefd heeft dient waarachtig niet gememoreerd te worden. Toen op 3 juli 1932 het tijdschrift ter ziele ging zal dat vroegtijdig verscheiden hem wel pijn gedaan hebben. Tussen die datum en de dag van zijn overlijden is hij zich blijven wijden aan zijn stokpaardjes, maar dan uitsluitend binnen de vier muren van zijn bibliotheek. Met Jan Deruelle alias Sander den Oliekoek verdween een karakteristieke figuur, een volbloed Gentenaar, een onvermoeibare werk~r, een gewetensvolle schoolmeester. Een van die kerels waarvan er geen dertien in een dozijn gaan. ¡ Wie het niet mocht weten of vergeten heeft: Jan Deruelle was de vad~r van een der trouwste lezers van Ghendtsche Tydinghen : Dr. Marcel 179


Veertienjaar na de Wereldtentoonstelling kende Gent nog Franse scholen en tweetalige feestprogramma's.

180


Deruelle, ere-atheneumleraar, historicus, letterkundige (pseudoniem Marc ter Welle), schilder. Wat hoorik u zeggen ? Dat de appel niet ver van de boom valt ? Dat Marc het (zijn deugden) van geen hond gedeeld heeft ? -Inderdaad. M. VAN WESEMAEL

HET WENEMAERSGODSHUIS .

Aanleiding tot dit artikel is een document, dat we terugvonden in het S.A.G. (réeks 011/2) en door Aug.Moyson, landmeter en opzichter der goederen van het bestuur der Burgerlijke Godshuizen te Gent opgesteld op .13 Ïnei 1865, document dat ons een nauwkeurige beschrij- . ving geeft vanhet Wenemaersgodshuis in dit jaar. Het Wenemaersgodshuis draagt de naam van zijn stichter Willem Wene~ maer. Hij was een Gents poorter en was schepen in 1312 en 1315. In 13 23 kocht hij het huis Het Paradijs op het Veerleplein en bestemde het voor een godshuis. Willem We,nemaer sneuvelde in een gevecht aan de Rekelingebrug teDeinze-·?p.21 juli1325 (Fris blz. 53) Hij werd begraven in de kapel van het Wenemarsgodshuis. Zijn vrouw Margaretha Sbrunen ialn,u het godshuis besturen. In 1330 trad ze in het klooster; wat later schonk ze al haar bezittingen aan het godshuis. Ze overleed öp 7 september 1352 en werd naast haar echtgenoot in de kapel begr:aven~ · · In de loop van zijn bestaan werden herhaaldelijk processen gevoerd in verband met betwistingen over de eigendom. Dit was reeds het geval bij het overlijden.:van Margaretha Sbrunen. Er was ook betwisting over de voogden die t-ot; de familie Wenemaer-Sbrunen moesten.behoren en jaarlijks de rekeningen moesten nazien. Deze vergadering werd besloten met een eé~-· Er kwamen zo veel a,fstammelingen op deze jaarlijkse verga<!~~op4agen, zodat de uitgaven voor het maal werkelijk te hoog wetdeti~Oii(l565 stelden de schepenen er een einde aart door te bepale~ dát sleelus _èen~tierttal familieleden op de jaarlijkse vergadering z~udert t~_egèlat~n worden. De Sint-Laure~~sh-p~Lönö;D:apte niet aan de woede van de beeldstormerij, rtiä.:U- fi1·1S89 wa8.de k;tpel herstéld en werd opnieuw ingewijd. Toen ón4it hetF~~~~wijld liet Bestuur der Burgerlijke Godshuizen werd opg.erichr~::wetdhetWenemaersgodshuis bezit van de Burgerlijke Godshuizen. 181


~

R5

Het Sint-Veerleplein. Rechts : de ingang van het Gravensteen. Op de achtergrond : de torenspits van de kapel.


Baron J ules de Saint-Genois gaf on~ een beschrijving van het Wene~ rnaersgodshuis in het midden van de l9e eeuw. Om opgenomen te worden in het godshuis moesten de vrouwen ten ,mms te zestig jaar oud zijn, te Gent zijn geboren en behoeftig·of gebrekkig zijn. Het bestuur was toevertrouwd aan vier zusters. Elke provenièrster bèwoonde een klein huisje en mocht de gemeenschappelijke tuin gebruiken. 's Zomers ontving elke provenierster 27 centimes per dag, 's Winters 32 centimes plus drie frank voor de verwarming. De· zieke. prove~iersters werden verpleegd in de infrrmeiie~ Sommige vrouwtjes verdienden nog wat met naai- en breiwerk. . . Hier volgt het verslag van A. Moyson. "Bij mijn jaarlijkse inspectie van de gebouwen van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen werd mijn aandacht getrokken door de erge bouwvalligheid van het Wenemaersgodshuis. Deze bouwvalligheid is zo ernstig, dat het me onmogelijk lijkt het gebouw nog verder te gebruiken. 1e De woningen bestemd voor de oude vrouwen zijn zeer ongezond, daar de kamers veel te klein zijn. 2e De kamertjes op-de verdieping zijn erg klein en de lucht wordt er bedorven door de uitwasemingen van de latrines. 3e De infrrmerie, waar thans 16 proveniersters verblijven, heeft slechts een inhoud van395M3 of 24,75 M 3 per hoofd, terwijl het minimum volume 50 M 3 zou moeten bedragen. . 4e De nabijheid van de Lieve en van de vismijn, waarvan de afval een onaangename en ongezonde reuk verspreidt, zijn ook zeer nadelig. De beschikbare ruimte voor de 34 proveniersters bedraagt 610 M 3 of ongeveer18M3 per inwoner, terwijl de vier zusters, die het godshuis besturen, beschikken over 1292 M3. Om deze toestand te verbeteren zouden de woningen van de proveniersters beter moeten verlucht worden en de infrrmerie worden vergroot, wat een uitgave zou vergen van ongeveer 25 000 fr. De oppervlakte van het Wenemaersgodshuis bedraagt 1446 M2, de huizen die afzonderlijk worden verhuurd niet inbegrepen. Aan 25 fr. per M2 is het terreîn dus 35 150 fr. waard; voeg daarbij de waarde van de gebouwen (20 000 fr.) en de kosten voor de verbeteringswerken, dan komt men tot een totale som van 81 150 fr. Berekend tegen 5 %geeft dit een interest van 4 057, 50 fr.Bij dit bedrag moet nog 400 fr. gevoegd worden voor het gewoon jaarlijks onderhoud van het gebouw of in totaal4 457,50 fr.voor de huisvesting van de proveniersters. In 1863 bedroegen de uitgaven voor het onderhoud vari de proveniersters en de vier zusters 8 154,27 fr. of 272,14 fr.per hoofd. Voeg hier183


Binnenzicht van de Wenemaerkapel

bij de interest van het kapitaal, indien het godshuis zou worden verkocht en we komen voor 1863 voor een uitgave van 407,39 fr.per provenierster. Het verschil in uitgave per inwoner en per dag van het Sint-Antoniusgesticht en het Wenemaersgodshuis bedraagt 0,57 fr. of voor 30 proveniersters 6 156 fr.per jaar. In het St.-Antoniusgesticht is er voldoende plaats om de proveniersters van het Wenemaersgesticht op te nemen. Ik geloof, Mijne Heren, dat de winst, die zou spruiten uit de overplaatsing van de proveniersters niet de enige drijfveer mag zijn voor uw bestuur, maar er is ook " une question d 'humanité car en retirant les prébendières de l'hospice St. Laurent qui est excessivement mal disposé et insalubre et en les plaçant dans tout autre établissement, offrant les conditions nécessaires, je pense, Messieurs qu'on atteindrait un double but : l'économie pour vos finances et le confortable relatif auquel ont droit les malheureuses créatures confiées à vos soins paternels et intelligents". 184


Gevels op het Sint-Veerleplein.

Tot hier het verslag. Bij besluit van 14 juli 1865 van het Bestuur der Burg. Godshuizen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 februari 1866 werd het Wenemaergesticht gesloten. De drie zusters, aan wie de leiding van het gesticht was toevertrouwd, ontvingen een lijfrente van 1 OOĂ– fr., 700 fr . en 600 fr.per jaar, dit in verhouding met het aantal dienstjaren. 185


Grafmonument van W. Wenemaer.

186


De Vismarkt, die gebouwd was in 1689, werd te klein; op 26 maart 1866 hurde de gemeenteraad een ruiling goed: de stad ontving 428 M2 grond van het Wenemaersgestkht van de Burgerlijke Godshuizen die er voor 2 141 M2 grond ontving op de Bla:isantvest, grond die voort kwam van de demping van de Oude stadsgracht. · Na een lange discussie keurt de gemeenteraad met deitien stemmen tegen twaalf op 20 november 1871 een voorstel goed, waarbij de Vismarkt zal vergroot worden en et haast een overdekte markt zal worden gebouwd,.dit alles op de gronden van het Wenemaersgesticht.·Op 20 october 1873 wordt de akte getekend, waarbij het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen aan de stad Gent het Wenemaersbeluik plus zeven huizen gelegen op het St.-Veerleplein en.in de Hoge Zonnestraat (de huidigeRekelingestraat) verkoopt voor 200 000 fr. De aanbesteding van de afbraak van hetgestiçht werd goedgekeurd op 8 maart·1875 en ditvoor de som van 1800 fr. Op 45 september 1875 zal de aanbesteding van de bouw van de overdekte markt worden goedgekeurd voor een bedragvan 230 000 fr.Deoverdekte markt (thans gebruiktals be~gplaats voor auto's) werd geen succes. De gevel van de Vismarkt, die uitgeeft in de Rekelîngestraat, werd herbouwd in 1912 naar de plannen van architect Janssens. Wat blijft thans nog over van het Wenemaersgodshuis? Op het St.Veerleplein zien we nog het poortje van het godshuis versierd met het beeld van de H. Laurentius. In het Bijlokemuseum kunnen we de beide koperengrafmonumenten bewonderen. Tenslotte herinnert ons de Wenemaerstraat, straat aangelegd in 1903 ter vervanging van de Oude Molenaars~aat, aan de rijke Gents~ poorter. . De sluiting vart het Werieniaersgodshuis is begrijpelijk; de afbraak is echter te betreuren. · BIBLIOGRAFIE 1. Dubois Ad. : Documents)'eiatifs àl'Hospice St.~Laurent à Gand. (1867) 2. Artikels verschenen in de Messagei des ~éiences Historiques : 1853 : Jules de Saint-Genois : Cuivres ciseles du tombeau de Guillaumè Wenemaer et de sa femme à Gand. 1854: Jules de Saint-Genois: Hospièe de Wenemaer. 1871: A. Van Lokeren: Hospice de Wenemaer. 1890 : Robert Schoorman : Anciennes tombes et épitaphes de l'Hosp~ce de Wenemaer à Gand. 3. Gent. DuizendJaar Kunst en Cultuur. Deèl lil, blz. 342: Grafnlonumenten van Willem Wenemaer en Margareta Sbrunnen.

M. VAN BERGEN 187


Poort van het Wenemaer-godshuis. (Copyright : Bureau voor Toerisme . Gent).

188


DE GEBROEDERSVAN DE VELDE -

Tot ongeveer 1875 vertoonde de kaart van Afrika in het midden een grote witte vlek; Centraal Afrika w~ nog een volkomen onbekend gebied. Wel had de Portugese zeevaarder Diego Cao in 1482 de monding van de Kongostroom - ook Zaïre genoemd ~ ontdekt en had hij diie jaar later deze stroom tot aan de stroomversnellingen opgevaren; maar het bleef tot een verkenning van de kust. De-eigenlijke ontdekking van Centraal Afrika begon met David Livingstone. Hij was geboren in 1813 . en vertrok als zendeling naar Afrika. In 1849 ontdekte hij het Ngamimeer in de Kalahari. Hij maakte nog een aantal ontdekkingstochten; tijdens zijn tocht, die aanving fu 1866 bleef men lange tijd zonder nieuws van LiVingstone. Er werden hulpexpedities uitgezonden. Een er van werd geleid door de jonge Stanley (geboren in 1841 ), die het geluk had Livingstone te vinden aan het Tanganikameer in 1871. Samen verkenden ze het meer, waarna Stanley langs Zanzibat naar En-gelan~ terugkeerde. Hij lange verblijf in de tropen had Livingstone erg verzwakt; hijstierfbegin mei 1873 nabij het Banguelomeer. Hij werd bijgezet in Westminster Abbey in 1874. In 1874 vertrok Stariley op kosten van de New-York Herald en de . Daily Telegraph opnieuw naar Centraal Afrika. Deze reis duurde drie jaar; Stanley vaarde dè g:PISe Kongostroom af en toonde aàn, dat het Tanganikameer geen afvloeiing had naar de NijLStanley bereikte Bama op 9 augustUs 1877. In 1876 had koning Leopold II te Brussel een conferentie van geografen en politici belegd en in september 1876 kwam de Internationale Afrikaanse Vereniging tot stand. Natuurlijk werd Leopold II voorzitter van deze vereniging. De ontdekking van Stanley had voor gevolg, dat koning Leopold inzag, dat, men Midden-Afrika moest .pogen te bereiken van uit de westkust.. InJ878 werd inBdgiê het-Studiecomitévoor Opper-Kongo opgericht. Stanley, die practisch geen belangstelling in. Engeland en de Verenigde Staten had-gekregen, was bereî.d !OOr dit Studiecomité (= voor Leopold II) een ontdekkingsreis naar Kongo te ondernemen. Hij vettrok in 1879 en bereikte in 1881 Stanleypool, waar hij Leopoldstad stichtte. Dit als inleiding. Joseph Van de Velde was geboren te Gentop 5 januari 1855. In 1871 neemt hij dienst bij het leger, wordt toegelaten tot de militaire school in 1874 en is luitenant in 1877. In 1881 wordt hij gedetacheerd bij het Kartograftsch Instituut en wordt verbonden aan het Studiecomité voor Opper-Kongo. Hij ontvangt als opdracht een scheepswerf te hou189


Monument Gebroeders Van de Velde in het Park te Gent (copyright : Dienst van Toerisme,-Gent ).

190


wen te Leopoldstad en bestudeert nog een jaar de scheepsbouw. Op 18 januari 1882 vertrekt hij naar Kongo. We stellen vast, dat vanaf 1880 alles snel verloopt. Joseph Van de Velde bereikt Leopoldstad. Weldra heeft hij echter zo hevige koortsaanvallen, zo dat men Van de Velde in een hangmat moet transporteren naar Vivi. We kunnen ons onmogelijk de toestanden in Kongo rond 1880 indenken : geen wegen, geen kennis van de tropische geneeskunde. Op 23 mei 1882 sterft Van de Velde op drie dagen mars van Isanghila. Hij werd begraven te Vivi. J oseph Van de Velde was de eerste Belgische officier, die stierf in Kongo. Lievin Van de Velde was geboren te Ledeberg op 1 december 1850. In 1865 nam hij dienst bij het leger en in 1870 is hij cnderluitenant. Ook Lievin wordt in 1881 gedetacheerd bij het KartograHsch Instituut en wordt alzo ter beschikking gesteld van het Studiecomité. Op 20 october 1881 gaat hij scheep te Southampton om in de Kaap 250 Zan-_ zibaren te halen en ze over te brengen naar Kongo. Hij komt hier aan op 9 december. Lievin wordt belast een lazaret te bouwen voor de Zanzibaren, die leiden aan de pokken.· Er is echter geen geneesheer en Lievin moet zelf de zieken verzorgen. Daarna vervoegt hij de expeditie Valcke, die een stoomketel en 400 vrachten moet transporteren. Op 15 september 1882 wordt Van de Velde door Stanley aangesteld als commandant van de post te Vivi. Van de Velde slaagt er in enkele gunstige overeenkomsten te sluiten met inlandse hoofden, waardoor enkele gebieden onder de bescherming komen van de Internationale Vereniging. Samen met Elliot had Van de V el de op enkele maanden een vijftal posten opgericht. Al deze zware en moeilijke tochten hebben de gezondheid van Van de Velde aangetast en op 1 september 1883 vertrekt hij uit Banana naar Antwerpen. Hij verblijft in ons land tot 1885 en neemt terwijl deel aan de Internationale Conferentie te Berlijn, waar de soevereiniteit van Leopold 11 over het Kongo-bekken werd erkend. Op 30 mei 1885 vertrekt hijuit Rotterdam opnieuw naar Kongo om er samen met de ingenieur Petit-Bois de aanleg van een spoorweg van Vivi tot Manyanga te bestuderen. Van de Velde doet wat aan topograflSch werk, maar moet om gezondheidsredenenen reeds einde 1885 naar België terugkeren. Van de Velde houdt nu een groot aantallezingen (65!) om in ons land belangstelling te wekken voor Kongo. Lievin Van de Velde vertrekt voor een derde maa). naar Kongo op 23 october 1887. Zijn lichamelijke toestand is echter niet meer bestand tegen het klimaat. Hij sterft in Kongo op 17 februari 1888. In zijn boek "Cinq années au Congo" schreef Stanley over L. Van de Velde : "lieutenant Ie plus digne des officiers de la région" en 191


verder : "Van de Velde venait de déployer une capadté, un zèle, une activité lors ligne". Het overlijden van de beide broeders Van de Velde had de Gentse bevolking fel geschokt. Onmiddellijk werd een comité opgericht met als doel een monument ter herinnering aan de broeders Van de Velde op te richten. Het ontwerp van het monument werd getekend door Armand Heins; beeldhouwer Mast werd belast met de uitvoering. Het beeld stelt een jonge neger voor met een marimba (een Kongolees instrument) in de hand en gezeten op een piramide van ruwe stenen. Het monument werd ingehuldigd op 22 juli 1888. Op de Kouter vormde zich een stoet, waarin drie militaire muziekkorpsen opstapten, alsook talrijke verenigingen, waaronder de Koormaatschappij, de Melomanen, de liberale Vlaamse Bond, de cercle libérale wallon, enz. Langs de Veldstraat, Hoornstraat en Onderbergen stapte men op naar Korte Onderbergen (de huidige Gebroeders Van de Veldstraat), waar de ouders Van de Velde woonden. Op de gevel van hun woning werd een herdenkingsplaat onthuld met de tekst lei ont habité les frères van de Velde. Morts au Congo Pour la civilisation.

Deze plaat is bij de urbanisatie van de wijk verdwenen. Dan trÓk de optocht naar het Park. Hier werd een toespraak gehouden door de voorzitter van het inrichtend comité, waarna het monument werd overgedragen aan het stadsbestuur. Schepen Colson dankte in naam van de stad Gent. Op de voorzijde van het monument ziet men een medaillon met de tekst Jos. Liév. Van de Velde Ganguila - Léopoldville 1882 1888 Zo prijkt het "muurken" thans al negentig jaar in het park ter herinnering van twee dappere Gentse officieren. BRONNEN

1. Biographie coloniale Beige. Belgische Koloniale Biografie. delen 1 en 3. 2. Stanley : Cinq années au Congo.

M. VANGENf

192


STRAATNAMEN De persoonsnamen zullen slechts bondig worden behandeld. Zo mogelijk wordt verwezen naar de bibliografie. Fris Victor : De Historische Persoonsnamen der straten van Gent. (FRIS) Biographie Nationale (B.N.) Biografisch Woordenboek (B.W.) Liber Memorialis (hoogleraars) (L.M.) Winkier Prins Encyclopedie van Vlaanderen (W.P.) Ghendtsche Tydinghgen (G.T.) 1. Frans Ackermanstraat (van Veermanstraat tot Apostelhuizen) Fr. A. werd geboren te Gent omstreeks 1330; hij was een der leiders van de Gentse opstand tegen Loclewijk van Male, nam deel aan de slag op het Beverhoutsveld (1382) en werd ruwaard na de dood van Filips van Artevelde (1382). Hij werd te Gent in de Sint-Pietersabdij ver~ moord op 22 juli 1387). Bibl. : Fris, W.P. 2. Koning Albertlaan (van K.M. Hendrikapl. tot Gr. Britt.laan) Geboren te Brussel op 8.4.1875 als zoon van Filips, graafvan Vlaanderen.Huwde in 1900 met Elisabeth, hertogin van Beieren. Werd om zijn houding tijdens de wereldoorlog de Koning-Ridder en KoningSoldaat genoemd. K. Albert verongelukte te Marche-les-Dames op 17.2.1934.

3. Schepen Andrieslaan (van Verenigde Natieslaan tot Bisschop Triestlaan) Geb~ren te Mechelen op 26.11.1821. Burgerlijk ingenieur werd hij reeds in 1846 belast met de cursus machinebouw aan de Gentse universiteit. Hij was rector van de universiteit (1867-1870) en schepen van Openbare Werken (1866) en van Onderwijs (1877). Hij overleed op 11.11.1878. (L.M.).

4. Edward Anseeleplein : Geboren te Gent op 6.7.1856. Stichter van de coรถperatieve maatschappij Vooruit (1880), van de krant Vooruit (1884 ), medestichter van de Belgische Werkliedenpartij (1885). In 1894 verkozen tot volksvertegenwoordiger te Luik en vanaf 1900 te Gent. Anseele nam deel aan de besprekingen te Loppem met koning Albert in november 1918. Hij was na de eerste wereldoorlog minister van Openbare Werken (19181921), van Spoorwegen (1925-27). Hij overleed te Gent op 18 februari 1938. Bibl. : FRIS, W.P., Paul Kenis :Het leven van Edward Anseele. 193


BIBLIOGRAFIE JAN ART :KERKELIJKE STRUCfUUR EN PASTORALE WERKING IN HET BISDOM GENT TUSSEN 1830 EN 1914 (Deel LXXI Standen en Landen, Kortrijk-Heule, 1977) Alhoewel het onderzoeksterrein zich uitstrekt over het ganse bisdom is het hegrijpelijk dat Gent als zetel- van het bisdom een belangrijke plaats in deze studie zal bekleden. Het werk telt LVI plus 423 bladzijden en is de vrucht van enkele jaren opzoekingswerk in binnen- en buitenland. Het is onmogelijk de rijke inhoud samen te vatten; wel hierbij de verschillende hoofdstukken: personeelsrecrutering, de religieuzen, vorming en controle van de seculiere geestelijkheid, oprichting van parochies en benoeming van het personeel, het onderwijs, de volksmissies, het verenigingsleven. Deze studie helpt ons heter de geschiedenis van Gent te begrijpen. Zeer grondige studie. Met spanning zien we het vervolg-van dit werk tegemoet.

ERRATUM Punt 8 blz. 43 vari G.T. januari 1978 moet gelezen worden als. volgt :_ Onlangs promoveerde de heer Marc Reyneheau tot licentiaat in de geschiedenis met het proefschrift "Politieke oriëntatie en ontwikkeling. De strijd om de Gentse gemeenteraad 1848-1869".

TE GENT 1. Sedert 1 mei kunnen de toeristen en natuurlijk ook de Gentenaars in de binnenstad op de Leie varen : de tocht vertrekt aan de Grashrug, gaat tot aan de Predikherenbrug om dan terug te varen tot aan de Zuivelbrug. De tocht gaat verder langs de Lieve achter het Gravensteen tot aan de Augustijnenkaai en de St.-Antoniuskaai. De tocht duurt ongeveer 30 minuten. Prijs : 65 fr. voor volwassenen, 40 fr. voor kinderen. Voor groepen korting van tien frank. Begin juli zal een andere ftrma een gedeeltelijk andere tocht organiseren.

2. Door het Commissariaat voor Toerisme werden dit jaar de "zeven wonderen van België" onder de schijnwerper geplaatst. Vóor Gent staat 194


het retabel van het Lam Gods op het programma. Bezoekuren : tijdens de week van 10 u 30 tot 12 u en van 14 tot 18 u, op zon~ en feestdagen :van 14 tot 18 uur. Prijs: 15 fr.Een audio-visuele montage van ongeveer twintig minuten brengt het publiek een passende inleiding tot het meesterwerk.

DOCUMENTATIECENTRUM VOOR STREEKGESCHIEDENIS

SCHENKINGEN Albert D'HOKER : zijn boek : Zo was Erpe Jan T'KINDT : pak oude schoolboeken GustaafVAN AUDENOVE: Stad Gent,- Gemeenteblad 1872-1955, Mémorial administratiE Flandre-Orientale 1890-97 (onvolledig), Gipsen kop van Conscience, Les C~hiers de la Biloques 1951-64. _ Etinne DIERICK: W. Steeghers, Staten van goed Maldegem 1-3, L. Neyt, Staten van Goed keure Sleidinge 1-2, M. Smessaert, Staten van goed Ursel 5 (in depot). R. VAN AERDE : pak Onze Macht, Belgisch militair tijdschrift en talrijke diverse boeken JozefVAN DE WIELE : pak parochiebladen Sint-Bernadette. F. SIMON: overdruk De Vrije Liberale School te St. Amandsberg KAMER v. AMBACHTEN en NERINGEN 0-VLAANDEREN : jaarverslag '77 W. VAN RILLE : W. Steeghe~s, Staten van goed heerlijkheid van SintBaafs 1-4 Wilfried STEEGHERS :diverse overdrukjes. FransVAN BOST: pak Le Bouquiniste Beige 1890-1914 Gustaaf VAN AUDENHOVE : Lijsten Gentse straatnamen 1796-194 7 Gilbert BOERJAN : map met reproducties van zijn tekeningen van oude Gentse huizen, boek, Het PatershoL ]os GHYSSENS en Jacques DE VOS: hun boek, Aalst zomer 1940 René DE HERDT: overdrukken Bibliografie geschiedenis Gent Frans DE VOS : Leo De Clerq, De landelijke postdienst van Lokeren.

AANVULLENDE LEDENLIJST 1309. Boterman M., Hoogstraat 54, 9110 Sint-Amandsberg 195


1310. Bruyneel G., Belvédèreweg 133, 9000 Gent 1311. Vanderper F., Lindenstraat 97, 9030 Wondelgem 1312. Caphaert G., Helsinkistraat 29, 9000 Gent 1313. Deseyne A., Weidestraat 5, 9030 Wondelgem 1314. Hoste M., Koophandelsplein 13, 9000 Gent 1315. Derycke J., Burg. Chalmedaan 31, 9060 Zeizate 1316. Baert G., Gundlichstraat 14, 9030 Wondelgem 1317. E.H. Lippens, Kapuèijnenham 8, 9000 Gent 1318. Vervenne Y., Riemsesteenweg 68,.9068 Brtvelde 1319. Mw. Verrijeken A., Bredabaan 866 bus 6, 2060 Merksem 1320. Gezelle G., Jan Verspeyenstraat 25, 9000 Gent 1321. Cornelis E., Salviastraat 26, 9110 Sint-Amatidsberg 1322. Rummens E., Koning Albertlaan 128, 9000 Gent 1323. Germanus J., 2JP/C Post 10,4090 B.S.D. 1324. Boussemaere L., Burg. Boanelaan 7, 9720 De Pinte 1325. Mw Vettenburg E., rue C. Lemonnier 117/10, 1060 Bruxelles 1326. Vandeputte F., Zwijnaardsesteenweg 433, 9000 Gent 1327. Mw Wwe Weiss-Van Boxstaele, Gravin Johannastraat 21, 9000 Gent 1328. Verleyen W., Veldstraat 18, 9800 Deinze 1329. Prof. Dr. De Leenheer L., Rozemarijnstraat 126, 9000 Gent 1330. Watcant L.-, Ekkergemstraat 28, 9000 Gent 1331. Mw De Schryver, Twaalfkameren 25, 9000 Gent 1332. Mej. Gulinck, K.L. Dierickxstraat 15, 9000 Gent 1333. Mw Rigoir-Peers, Rozemarijnstraat 74, 9000 Gent 1334. Thielemans E., Gentbruggestraat 65, 9110 Sint-Amandsberg 1335. Dekoning E., E-3 plein 39, 9218 Ledeberg 1336. Mevr. Danneels Chr., Ham 189 A, 9000 Gent 1337. Van Huffel J., Peter Benaidaan 88, 9219 Gentbrugge 1338. Quatacker A., Forelstraat 62, 9000 Gent 1339. Mw. Van Hulle M., Hipp. Lammensstraat 66, 9000 Gent 1340. Mej. Van Hauwaert K., Kortrijksepoortstraat 249, 9000 Gent 1341. Marchal L., Lijnmolenstraat 48, 9110 Sint-Amandsberg 1342. Everaert E., Bevrijdingslaan 5, 8570 Anzegem 1343. Cools G., Carnegielaan 30, 3500 Hasselt 1344. Van de Sompel 0., Meibloemstraat 16, 9000 Gent 1345. Laureyns W., De Loofstraat 32, 9219 Gentbrugge ERRATUM: 1275. Van Nevele Vr., Oostakkerstraat 102, 9000 Gent

196


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V .Z.W. Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 7de Jaargang, nr. 5

15 september 1978

Ere-voorzitter: J. Tytgat, ere-notaris. Voorzitter : G. Hebbelynck Onder-Voorzitter : H. Collumbien Secretaris : R. Van Geluwe Pentringmeester : A. Verbeke Ruildienst: Van Geluwe-Eggermont A., Maïsstraat 235, Gent Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. -Tel. 26 23 28 Postrekeriing: 000-105.04.73-60- Heemkundige-en Historische Kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld: 200 fr. per jaar. INHOUD Ladewijk Mast Gent. in 1861 Hoe Gentprecies 300 jaar geleden door het oog van een naald kroop · Over de ~xpo 1913 Te Gent Straatnamen Bibliografie Aanvullende ledenlijst

198 199 221 246 248 250 251 252

Bibliotheek en wekelijkse bijeenkomsten : in het Documentatiecentrum yoor Streekgeschiedenis, Convent Engelhertus, Groot Begijnhof, huis nr. 46, Sint-Amandsberg: elke zondag van 10 tot 12 . uur. (uitgenomen op feestdagen). Gesloten in juli en augustus. Verantwoordelijke uitgever: G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen. verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het· stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen.

197


LODEWIJK MAST Vele lezers kennen het bronzen beeld "De gewonde kampvechter" van L. Mast, beeld, dat K. Albertpark versiert. Wie was Ladewijk Mast ? Hij werd geboren te Gent op 2 augustus 185 7. Reeds van zijn elfde jaar werkt hij in het werkhuis van beeldhouwer Antoon Van Eenaeme; ¡ terwijl volgt hij de avondleergangen aan de academie. In 1880 behaalt L. Mast de grote prijs voor beeldhouwkunst; in 189lwordt hij leraar aan de academie te Gent. L. Mast vervaardigde een aantal borstbeel- . den: van schepen F. D~uge, schepen A. Wagener, komponist Samuel, kunstschilder Canneel, prins Albert, alsook een portret van Cesar De C~ck. Al~ grote beelden van L. Mast zijn bekend : het gedenkteken van de gebroeders Van de Velde in het Park, de gewonde kampvechter, alsook de vier bronz~n beelden in de nissen van de gevel van de Neder. landse schouwburg. L. Mast woonde op de Parklaan, 22 te Gent. Hij overleed te Gent op 15 juli 1901. M.S.

VRAAG EN ANTWOORD

Vraag 83: Mevr. Lina Ceulemans vraagt informatie over de historiek of bibliografie over het gebied Bourgoyen-Ossemeersen.

In de Conferentiezaal van het Cult\lreel Centrum- Bank BRUSSELLAMBERT, Gr'aaf van Vlaanderenplein 5, Gent : WOENSDAG 18 OKTOBER om 20 uur: Diaprojectie - uit de verzameling van voorzitter G. Hebbelynck : "KRIS-KRAS door het GENT van vroeger" ¡

198


GENT IN 1861 2 Januari: Door de correctionele rechtbank te Gent werden R. De Sl., werkvrouw en N. De T., huisvrouw, beiden wonende te Rijsel de eerste tot twee maand en de tweede tot een maand gevangenis veroordeeld voor de uitoefening van het ambacht kinderen naar de rol te Gent te brengen. · 9 Januari: De Verloren Maandag gaat meer en meer uit de gewoonte. Het getal dronken werklieden was gisteren, eerste maandag van het jaar, niet zo groot als de vorige jaren. 10 Januari: De winter is zeer streng; de thermometer daalde tot -18°. De Zonder Naam heeft talrijke giften ontvangen en zamelt klederen en dekens in. De loge Septentnon heeft een grote uitdeling gehouden van brood en soep. 15 Januari: Het Dok is letterlijk bezaaid met wandelaars; honderden schaatsenrijders en "slidderaars" kruisen elkaar op het ijs. Er zijn ook enkele kramen voor liefhebbers van hetekoeken, lekkernijen en verwarmde "goelekens" (= borrels). 20 Januari : De burgemeester schonk duizend liter soep en honderd broden aan de Zonder Naam voor de behoeftigen; het college van burgemeester en schepen schonk honderd dekens. In de estaminet Den Appel b~j de Augustijnen werden 400 broden uitgedeeld. De Concorde op de ·kouter houdt een eerste uitdeling van 1500 broden. 30 Januari: De personele belasting (een rijksbelasting) wordt herzien. Voor de berekening zijn er zes grondslagen : 1° de huurwaarde van de woning : 5 o/o van de huurwaarde 2° belasting op de deuren : gemeenten inet minder dan 5000 inwoners: 0,85 fr.per deur gemeenten met meer dan. 5000 inwoners : 1 frank per deur koetspoort : 10 frank 3° waarde mobilier : 1 o/o 4° dienstboden: eerste meid: 5 fr., tweede meid: 15 fr., volgende meiden: 20 fr.Dienstknechten zonder livrei : 20 fr., dienstknechten in livrei_: 25 fr. 5° belasting op de paarden: een prachtpaard: 40 fr., elk ander paard: 50 fr.Paarden voor dubbel gebruik : 20 fr. 6 belasting op de rijtuigen : prachtrijtuig met twee wielen zonder blazoen : 5 fr., met blazoen : 10 fr., rijtuig met vier wielen zonder blazoen : 10 fr ., met blazoen·: 15 fr.

°

199


6 Februari : Heden wordt de 1200° verjaring van de gelukzalige dood van de H; Amandus, apostel van Vlaanderen, plechtig herdacht. Het feest werd aangekondigd door het luiden van de klokken van de hoofdkerk en van de 27 parochiekerken van het bisdom, die aan de H. Amandus zijn toegewijd. 13 Februari: Carnaval wordt flink gevierd. Het refrein van het carnavallied luidt : Sies, kom naar huis. Pap mee haring, Pap mee haring. Sies, kom ·naar huis. Pap mee haring. Vader is 't huis. 3 Maart : De Gazette van Gent geeft de namen van negen Gentenaars, die in 1857 en 1858 óverleden zijn in Nederlands Indië. 10 Maart : Gisteren is de windmolen De Keyzer buiten de Dam poort, die sedert een drietal jaar niet meer werkte, ingestort. 11 Maart : In aanwezigheid van de bisschop wordt de eerste steen gelegd van de kerk Sint-Jan Baptist. 13 Maart: Tussen 26 december en 13 maart (elf weken) werd door de Li~fdadigheidswerkplaats 83 400 liter soep uitgedeeld·. 16 Maart : Te Gent overleed Ferdinand Manilius. Hij werd geboren te Ieperen in 1796. Hij werd volksvertegenwoordiger in 1835 en was ook gemeenteraadslid. Tevens was hij kolonel van de burgerwacht en erevoorzitter van de Zonder Naam. Hij was eigenaar va~ een katoenfabriek. 1 April : Sedert gisteren is het water van de pomp op Sint-Pietersplein troebel. De ontle(fing van het bezinksel door een hoogleraar i.Ji de mineralogie heeft aangetoond, dat het goudkorrels bevat. (?) ~ Let op de datum. 12 April : Begin april klaagden de werklieden van de textielfabriek Parmentier-Van Hoegaerden,- fabriek oók de Grasfabriek genaamd en de tweede grootste te Gent met 850 werknemers - over de slechte kwa. liteit van de garens, waardoor de arbeiders hun loon zagenverminderen daar ze per stuk werden betaald. Een afvaardiging van de werklieden vroeg loonsverhoging, omdat terwijl hun loon was gedaald de prijzen v~ de eetwaren waren gestegen. De firma weigerde een loonsverhoging toe te staan. Volgens de patroon bedroeg het gemiddeld weekloon in 1860 13,80 fr. en dit was geklommen tot 14,27 fr. in 1861. Daarop weigerden de wevers op vrijdag 12 april te werken en op 200


maandag 15 april gingen al de werklieden in staking. Op 26 en 27 april verscheen de volgende aankondiging in de Gazette van Gent. : "Men vraagt Wevers en Weefsters voor de weverij in het gesticht ParmenderVan Hoegaerden, bijgenaamd de Grasfabriek aan het Tolhuis te Gent. Goede werkers kunnen meer dan 15 frank per week verdienen." Door dit feit waren de arbeiders erg verbitterd. Op een vergadering van de wevers op zondag 28 april werd De Ridder, voorzitter van de Broederlijke Wevers, uitgejouwd. Op maandagnamiddag 29 april trok een stoet van ongeveer 600 werklieden door de stad. In de Sleepstraat had een incident plaats tussen de heer Parmentier en opgewonden werklieden, waarbifde heer Parmentier werd gewond. De optocht trok verder naar de Grasfabriek, maar op de Tolhuisbrug werd hij door de politie tegengehouden. Toch bereikte de stoet de fabriekspoort, die werd ingebeukt. Op de fabriekskoer.had een gevecht plaats tussen de politie en de rijkswacht tegen de stakers, waarbij een aantal personen werden gewond. Een tachtigtal personen werden aangehouden. De burgerwacht werd opgeroepen om de fabrieksgebouwen te beschermen. Het leger werd geconsigneerd. Nu werd Bilen, voorzitter van de spinners, door de werklieden verzocht om te bemiddelen. Bilen vroeg de wegzending van de vreemde arbeiders en een loonsverhoging van 25 centimes per stuk. Er werd geen overeenkomst tussen de werklieden en de patroon bereikt. Op 1 mei ging Bilen met een delegatie van de arbeiders naar het stadhuis om de burgemeester te vragen tussen te komen om de aangehouden werklieden vrij te laten. De burgemeester weigerde echter de delegatie te OJ?.tvaiĂŽgen. In de late namiddag hielden de wevers een vergadering in de herberg St.-Jacob nabij de Kleine Botermarkt (van Bij St.Jacobs tot de Baudeloolei). Rond zeven uur deed de politie de herberg ontruimen en werden een 36 arbeiders aangehouden. Hoe verliep de staking verder? Bilen bracht verslag uit over zijn mislukte poging om het geschil bij te leggen en hij slaagde er in de werklieden hun werk te doen hernemen. Op 2 mei lezen we in de Gazette van Gent : "Een aantal opgesloten arbeiders werd vrijgelaten. De stad is rustig." Op 1 0 mei verscheen een mededeling ondertekend door Bilen, voorzitter spinners, De Ridder, voorzitter wevers, Gillet, voorzitter werktuigmakers, Seghers, voorzitter handwevers, Massyn, voorzitter huisschilders. De vijf voorzitters verklaren dat hun verenigingen niet verantwoordelijk zijn voor de gebeurtenissen van 29 ĂĄpril en alle verdenking van medeplichtigheid af. wijzen. Integendeel : de voorzitters veroordelen de buitensporigheden. Het doel varr hun verenigingen is de veredeling van de mens door de

201


J. De Ridder - Voorzitter van de Broederlijke Maatschappij der wevers van Gent

F. BÜen "Voorzitter van de Maatschappij der Noodlijdende Broeders (de spin· ners te Gent) ·

F oto:s ontleend aan J. H. Scholl

verzedelijking van de arbeider en door de ontwikkeling van hun verstand. Als bewijzen van hun oprechtheid wijzen ze op de oprichting van een leesbibliotheek door de Broederlijke Wevers en de inrichting van een zondagcursus in tekenen. De voorzitters verklaren verder, dat geweld nooit: iets anders heeft gebracht dan armoede en onderdrukking van de werkman. Ze kunnen bewijzen, dat sinds de oprichting van hun verenigingen het aantal aanhoudingen voor baldadigheden, zwalperijen en dronkenschap verminderd zijn. In de mededeling wordt er verder op gewezen, dat het welzijn van de grondeigenaars en van de winkeliers afhangt van de welvaart van de werkende klas en dat het bestaan van de w'e rkmansgezelschappen moet worden aangemoedigd. De staking bij Parmen tier-Van Hoegaerden had natuurlijk een nasleep. Op 8 mei worden de tamboers van de burgerwacht die tijdens de onlusten niet op hun post verschenen waren, veroordeeld tot een geldboete. Bilen, de voorzitter van de spinners, die ook tamboer was, kreeg ook straf. Op 5 augustus verscheen de zaak voor de rechtbank. De beschuldiging luidde : samenspanning om het werk te staken, ver. bod uitgesproken tegen de vreemde werklieden, gewelddaden gepleegd op officieren err agenten van de politie of medeplichtigheid bij deze gewelddaden. Zeven en dertig wevers werden gestraft : Jan Balkijn kreeg drie jaar gevangenis, twee ontvingen twee jaar, twee negen maand, zeven zes maand, een drie maand, vijf een maand, een zes weken, vijf veertien dagen, twaalf acht dagen en een voortvluchtige drie jaar.

202


Pas in 1863 vernemen we nog iets over het lot van Balkijn in De Beurzencourant. Hij werd te Leuven vrijgelaten begin juli 1863 en stierf kort daarop aan tuberculose. Op de begrafenis werd het woord gevoerd door De. Ridder en Bilen. (zie Beurzencourant 19 en 22 juli 1863). Op zondag 25 augustus 1861 zullen De Ridder en Bilen een meeting beleggen in de herberg Parnassus. Op de dagorde : het belang van de vereniging en een oproep tot steun aan de families van de gestrafte werklieden. De oproep eindigde als volgt : "Wevers en Spinners van Gend, onze vrienden, de penning van het werk is de penning van het lijden ! Sluit uwe händ voor de schreeuw van uw goed hart niet, komt de gevangenen ter hulp! Helpt hen, want hunne armoede is groot ! hunne ellende is bijtend !" Op deze vergadering werden ook de mqgelijke gevolgen van het sluiten van een handelsaccoord met Engeland besproken (zie verder). Le Bien Public van 2 september schreef in zijn verslag : "Le démagogue Emile Moyson présidait la séance. De Ridder l'a nommé un fantome (bedoeld wordt het handelsverdrag), un fantomeau rnayen duquel on s'efforce d'effrayer le gouvernement et les ouvriers". Commentaar van Le Bien Public : "Le meeting de dimanche prouve une fois de plus combien les clubs d'ouvriers sont dangereux pour Ie peuple lui-même". Einde oktober werd de hier afgedrukte mededeling verspreid. We willen de lezers vragen de tekst eens te lezen, want toon en inhoud wekken wel wat verwondering. Persoonlijk menen we hier de hand van Emiel Moyson te herkennen. Trouwens Bilen zelf was ongeletterd en Jan De R~dder zal wel ook niet in staat geweest zijn dergelijke tekst op te stellen. Op 9 februari 1862 werd tijdens een werkmansmeeting in de Parnassus een petitie aan de koning opgesteld, waarin de vrijlating werd gevraagd van de dertien nog opgesloten wevers. In die tijd was een jaar gevangenis een jaar en geen dag minder. Wel kon de koning genade verlenen. 24 April : Na dit lang verhaal over de staking in de Grasfabriek. door de gebeurtenissen die op komst zijn, zal gedurende verschillende jaren niet gestaakt worden - een ander verhaal, waarin weer Gent een rol speelt. Begin maart 1861 was op een banket te Antwerpen het Vlaamsch Verbond opgericht. Het doel was "één bond te vormen, van alle gezindheden om Fransgezinde liberalen en katholieken uit de politiek te weren en te vervangen door oprechte Vlamingen". (Elias, deel3 blz. 14). Op 5 april verscheen een artikel over de stichtingvan het Vlaamsch ·verbond in het Zondagsblad, het blad van advocaat Constant Leirens, dat te Gent verscheen. "De Tael is gans het Volk" besloot op 29 april 203


llt•oedm·s en Vrlcntl.-n. ltt>tll!ll

dut '1\eno zoo behn~i')' IW znck, uls het humlols-

venlrag IUHsi'lll'tl Enw·lan d 1'11 llPI!.[Ie, n1n ftll! l:wiJ do ht>l'ulklu~ clc :H•nrlaclil op zit· h tr·pl,l , ~ lreld hot 1111s, nis Voot·lillt'I'H d (• t• Mat•(Ht:happ.l "''• Int t't'll l'll !;I'OIIl• ' ll pligl, de \Vt•n· r·s 1•11 Spfndt•t·s \tll1 (;,.ut lol c·c• nt·y,n\'d l' \ t ~r~latul­ )wtltlin g:lt•JI lt· llwt •Ûi)-tl ' ll , opda t tJ ,. et· tllli'nj.(l t'h tl1• ht•ot•· det·mln olJzc \\'pl'l,er~ld'iltW' Il tllo<..:c:u l!.•t·s lt:l'l.t•n, t•n dat '' y tuel gt• t·ustlmlû tlc ui11' cl'ldnl;l ntit dit Vül'lh·n g wngcH Ofll<tdih•U.

ludl11ll wy ncu cctw gnt!dl' ,ei'Hinntllwttt!lng oHdOJ' öM lydt•tJ, tHIHJ! zullen W) di! hand der ltHJill'l'l'•lrtd.lq!t·,; zoo lootlt.l\iWI' g.JI'til'ld hehbPJL Zieli "J' nld vun illl uf tlät ct!HI'abl'io~:JII I 11p nl dtJ gdouweH 'au 10 lot :J:, t:tmlil uen pc•r st u!, \'l'l'lllilltl(•nl IH·I'fl , pJI , iod~t·u '' y IICtl t•c ndr·ngt onlhr·cht•tt, VUil de M:H·I~c lwpl') 'H'K hlyi'Cll j luu<'it'll \'Y

on~ nlt•t ' 'CI' IIUChleu, 1.lut tie ;llrdt·n· fuhl'ivbultPil dt•zcn ui f.:Htlw zullt ~ tJ \'OlAeH '! Jlc•tl i• ll i~ tlo lnr~ tt ull·t•t•tl$ le ldc•îu, 11ut zal het tue11 Z)ll Y Zult ~y dun ul.,lcèr• tluol' ophilsJIJg VUt:ll'lfit ' JI'CVI'Il, ll 11 1'11 (OI' I lugl lot tll'lll\ J!!'IOÖ· giug IICIIIUII, llnt!l'itJ gy li\H' HJ lll' it l I CJ·IicNl l'll li llil mHkr~, bJ·nedc·t·s, Vl'ill!ll t' lt l.lndt•l't'lt , op tlt!tt hedelzak , jul'gt '! l.,ap( 11 tnell llh·l l'l't·lllllltlt•tt vl'iclldt·u, ltlislt~ l't op tlc ött•n1 vun llwo VonJ·Y.It te l's, l,om t i•o~t d hu u 1!en b:littl dt•r• vcrhroodt:l'llll( lut•~ ltttl<'rl , oJHint ~y 1h: ong .. lukktm cl! t•ut!lpcu iuoogt vcl'htJdt•fJ \\ tiOI'tHltlor, np ltcuou, uog cculgc li\H'I' l}dgcuot> tcn ztwlltt•u.

De Mauf~t · ltapjty vcr·~ ltll'~t•n lR tlp!i jtligt, hel lwlnng

' 'llll uilen. Dt• gpJc~:e uhelil ~~. 0111 ct· lou 1\! l.nlil t• n ., tl tH• u wy, nh•ndt)n, g•·oot o hetoogiu~ vuu etiP intiJl' l.lh:hcit.l Pil

VI'Cdt'lkftle i ((10ilt'il 1\ .\' hot• li!CI' OIIZI' zil'f; OllZ l' htll'• luu In hel lol mtZt.ll' tW!(t> lt~Hi.~ l' gt ·nt ng eut JI lJt-net!P i'8 th:cltl Laten wy r.lcn tf:d ~;ceHr · n ll·:t••u 1 gt' l' IJI>Il wt:hl

van ocltlt·•· die mur<'H tol \I(' Jl hemel opstygen, zontlcr VIIH nhs alll'll ge\ ul'ld te Wlll'tleu, dal wy hunnen !IHII'11'1, lilliftte rllllhl'\'I' ÎIIg('fl , hutJ ncusl)k ui'IJ!ertlenkcu 'i'rtm• hunn p llliP~It•J J , dat "·'' al htr11110 fnllul'iil;.tcH gt>-

' o<'lt·n. dat 11 y 111\'t hun Wt'I'IJCJJ ('11 l~tl\'n . T llo !H'll wy dal 11y httrlllt'll sn1 al'te ly'IH•HincHluntl 11illcn ' ' CI'Zi\ehh:n, d:1t l)fiJ.~'Il peun î u~ zoo tlun aen tlch uel'hchl R\'11011· tu•n , ulleeu 1\ ct•t·di g ·~ ow hun lot te Vl'thelpou, lJtwrro -dlt•Htlc Ie vtlt'lnindt•i't'll! Unwtlet•s 1 liet lol üor 1\l.'l·k , liedt>ll i~ ueu gciiH'UHM'IiUjJpdy l• lydctî: hcdmJ ik, wnt·gt'll gy . lndk•u Wf Oll.-i Olltforllug hystacu 1 kUIJill'lJ Wy tl u hillt•rlit•hl vau tiJen u utm·u~chclyken vluck vnlll'-

Tool!l'll WJ', tlat wy ucl'lll en vet·stoo!en 1 !ti onzo zid dlo ni et hctlnn tH I is, de nrtroosliug kilrHH•tt ' 'Îu· th•n, tlï.\'1\ l>yslull!l• tli o lwop ueu cll.utulc•· lo(~ il' tlicucn: help u tiCri t'l' rlt' ll tiPn a udcl'l'll, llc:l'iunert u t:lie "ollr• tlcu ,·ntl den t:odtllt'lhlch : ui die tyûeu, zt•gt hy, zyn mync l.!mh~ I'I'IJ . Wy z.' 11 dus lH"octlel'8 1 kom dan, ~:;ln d s in dil W'''ung :d ltt•r\ t•Niyl..c• ba•·tou tu lt·eur·cn én Iu hui~ zfl de lwng!'l' at'll tic ht•ds!udu. Lutcu wy ûie $lagtoiTors ÛtJM lhi'IJS<'hL•I) kt:n l't';.: ls, llu hand nlt>t uitsfcl<oll lol J o w·noki'IJ tlnwr act·!lc ! Huudl'll r .Eon aCilllOL'~ vrageu UOII li rn di!i zich ut•n rntzt:fl ut•rln•id VPlt(•n, i~ ecuc ~chanürJ ! lh• \H rl,t_! l' lwn of nwg td. ct ht•rlclcnl Uë ul·oogu kl'nclll('l! den HtH·!Jt:hl fWWtlllllcu Is tllll'nlllocnllu, ja, uk•lltwliu IIH' H uwd l'l' 11ng ''"ll ~tul; afhi'l'kcu Yóo1· .zyn IJI'öCilcd

. kouum.

\\'r\t'!'~ t:n SpintlN· ~ l'iltl Ccnl 1 on:.~c nlt>uden 1 de pen~

h..t\\'t'l':, h tlr· pt•nniua va,ll hcliJtlcu! Sluit 11\\tl ~rh t·t•c•flw '1111 U\\ gtH'tl hu1·l Jlicl 1 korul du . Hl! l'nn:.z:t·Ht-ll lt•r· llldl'! llt·lpl hun, wuut hUilhEl uct·tuocdu h gruot! htllliW t•llt:mlt) i~ hylcntl !.... u itt ;:

v :1 11

lw"d vuor tlo

~-~~ lfiil!! :.----·

llrt•itJI net• tf~ f'ilenÎII~A#' Jf'êrlltill!'rlll!'lll . Y.ondttg uunKtacntlu, tleu ~:t" d t·~"l' tlllwhd, zul l~r oentl proolti ~IEETJN(l phH'!$ hebbt• n 1 lri

N 0

.jo>.

de e~laminct PctrlléiSsusberrf, lloutfei. uhHwt· ül' 111! 1-!chundt•ld 11nrdt•n oHJl· du verschllltmt.le ~\\l'~tlr•n in twt lilHemoen helung ûcr werkers1 dnnr do YlWt!l'lliHdo \\'nr·kman~·~IIH~i~ehnJll•) t•n, znt> ui~ wt:nJrs 1 SJIIndt!l'd 1 hall<lwt•v .. rs, én hhisilchildt•rK. E~< ~al b~·zond~>t·lyk gt~hautlolu wunlcn \)\'(lr den öudt•)·~l:Jtttl !H'll dt! l'aluilleu dot ongelukkig!:! rubril:!k1Tt\rker8 t•n d(J lwlan~o~cll der Mactschapt!ven. Do i\I('Plilli-f ZhllH•t-tli11i1JillliU H Jtl men 's tuorgcn8. Wy nood!gen ui dtl Wt• rker~ van Gent lilt, en wy \ i.'dumpon dat olltl'll OJJI'Ocp uil.:! unht:autwotH'd :r.al blyvtH1, Ge11t 1 tlèll 21 Auyusry hH.J I. · lihl1

li tt! ~ ' L~h y

lh•-'_; \ <+·h tl~ft~\1 ~~··

tlrWwM rh• Nrwtulmppyen : 1111 \'Oóltr.I1TI:IIs , JIE J\tllllEll i!!t l!IU:~.

HH


toe te treden tot het Vlaamsch Verbond. Op 19 mei werd het Vlaamsch Verbond definitief opgericht; op de vergadering, die te Brussel werd gehouden ontmoeten we de Gentenaars J. Vuylsteke, E. Moyson, Snellaert, Constant Leirens naast J. De Laet, Langlois, Snieders, Jan van Ryswyck, Gerrits en Van der Voort. Constant Leirens werd aangesteld als voorzitter. Het onmiddellijk programma van het Vlaamsch Verbond betrachtte wezenlijke gelijkstelling tussen Vlamingen en Walen, enkele wensen in verband met het onderwijs en de vertaling van de wetboeken en de bestuurlijke reglementen in het Nederlands. In october 1860 had Snellaert ontslag genomen uit de liberale associatie, omdat hij het oneens was met de houding van de associatie tegenover de Vlaamse belangen. Als tegenzet had de associatie het ontslag niet aanvaard en werd Snellaert uitgesloten. Julius Vuylsteke nam nu de leiding van de· Vlaamse drukkingsgroep in de plaatselijke liberale · partij over. Op 11 juni moeten verkiezingen voor het parlement worden gehouden. Hierdoor ontstaat natuurlijk een gespannen stemming. Op 27 mei lezen we in de Gazette van Gent: "We vernemen, dat er in de schoot van het Vlaamsch Verbond een liberaal comité voor het arrondissement Gent is opgericht. Het bestaat uit Constant Leirens, H. van Peene, Julius Vuylsteke, Pieter Geiregat". Julius Vuylsteke publiceert de brochure "La question flamande et le libéralisme". De kandidaten van de beide lijsten verklaren zich accoord met de wensen van het Vlaamsch Verbond. De uitslag van de verkiezing was als volgt : Aantal kiezers: 6468 Uitgebrachte stemmen: 5882. Liberale~

.

Katholieken

J. Vanderstichelen 2952 st. v· Coppens-Bové 2954 st. V A. van den Peereboom 2937 st. V Kervyn de Volkaersbeke 2950 st. V Jacquemyns 2945 st. V Van de Woestijne 3071 st. V Saeyman 2843 st. J. B. De Ghellinck 2848 st: De Maere-Limnander 2862 st. P. de Baets 3017 st. V Delavalye 2752 st. Daumerie 2835 st. 2804 st. Libbrecht 2826 st. Lippens V= verkozen De uitslag was een ware nek aan nek race : drie liberalen en vier katholieken werden verkozen. In het arrondissement Gent-Eklo verloren de liberalen vier zetels. Verder zullen we de twisten in het Vlaamsch Verbond behandelen. Na deze tweede onderbreking zetten we het verhaal van de gebeurtenissen verder. 9 Mei : Overkort zal een nieuwe postzegel verschijnen : een groene 205


zegel Leopold I met een waarde van een centime en bruikbaar voor de frankering van drukwerken en dagbladen. Het is de negende zegel in de catalogus; de reeds bestaande waarden waren 10 c., 20 c. en 40 c. De zegels zijn nog altijd ongetand. 22 Mei : Onze stadsgenoot Victor Lagye werd door de regering belast met de kopij van de twee panelen van Van Eyck, Adam en Eva voorstellend. Deze kopij zal met de kopij van Coxie in de Sint-Baafskerk geplaatst worden. Deze tekst vraagt wat verklaring. Op 28 juni lezen we in de G.v. Gent : "In het staatsblad verschijnt de tekst van de overeenkomst tussen de kerkfabriek van St.:Baafs en de staat betreffende de afstand van de schilderijen Adam en Eva. De regering zal de zes ·panelen geschilderd door Michel Coxie aankopen en kosteloos aan de kerkfabriek schenken, tevens zal de staat de kopij Adam en Eva, die zal gemaakt worden volgens de aangeduide wijzigingen door de fabrieksraad van de hoofdkerk, betalen." In 1794 hadden de Fransen de vier middenpanelen naar Parijs mede genomen. Na de slag van Waterloo kwamen de panelen terug naar Gent. In 1816 werden de luiken met uitzondering van de panelen met Adam en Eva door de vicaris-generaal verkocht aan een kunsthandelaar en in 1821 kwamen ze in het bezitvan de koningvan Pruisen. Pas honde~d jaar later en wel in 1920 zullen de zes panelen door het Verdrag van Versailles naar Gent terugkeren. Wie was nu Victor Lagye ? Hij was geboren te Gent op 20 juni 1825 en vestigde zich later te Antwerpen, waar hij overleed op 1 september 1896. Welke opdracht ontving nu Lagye ? Hij moest Adam en Rva herschilderen, maar bedekt met een dierenhuid. In zijn werk "Vlaamsch België sedert 1830" deel vier blz. 1 99 geeft Fredericq een afbeelding van de oorspronkelijke luiken en de kopij. De Beurzencourànt tekende op 15 april heftig protest aan tegen de overbrenging van de twee luiken van het meesterwerk van Van Eyck naar Brussel. Tevens bracht deze krant kritiek uit om de wijze van herschilderen van Adam en Eva. De Nouvelliste sloot zich bij de kritiek aan. 22 Mei: Op het Oefenveld in het oud Spanjaardkasteel werd Verv., ·ter dood veroordeeldwegens moord op zijn vrouw, terechtgesteld. Rond middernacht werd het schavot opgericht. Tussen 12000 en 15000 nieuwsgierigen woonden de terechtstelling bij. De G.v. Gent betreurt de openbare terechtstellingen. Het was de laatste terechtstelling te Gent. 27 Mei: De nieuwe kerk te Wetteren zal gebouwd worden naar het plan van architect Minard van Gent. 206


2 Juni: We vernemen, dat vanaf 10 juni de koopwarentreinen op het spoorwegvak station-dok zullen getrokken worden door een locomotief. Tot heden werden de wagons door paarden getrokken. 28 Juni: In de Gazette van Gent verschijnt het gedicht "Het ruischen van het ranke riet" door Guido Gezelle. Honderden lezers hebben beslist dit stuk moeten van buiten leren. 1 9 Juni : Door de Landbouwmaatschappij van Oost-Vlaanderen zal op een stuk grond van een ha. buiten de Heuvelpoort (op de Ottergemsesteenweg) een landbouwkundige tuin worden aangelegd. De bedoeling was de kwaliteit van de landbouwproducten te verbeteren door het verspreiden van betere landbouwtechnieken en het bezorgen aan tuiniers en fruitkwekers van betere zaden en enten voor fruitbomen. Enkele lezers zullen zich nog wel hun vrolijke uurtjes herinneren bij de practische lessen in tuinbouw en¡ fruitteelt onder de leiding van Goetgebuer. Door de aanleg van de E3 is de proeftuin verdwenen; enkel een straatnaam - Proeftuinstraat - herinnert er nog aan. 1 Juli: Heden werd de nieuwe

spoorweglijn Gent-Eklo in gebruik genomen. Deze lijn zal het volgende jaar verlengd worden tot Brugge. 6 Juli: Deze morgen heeft men op de Koornmarkt de beeltenis tentoongesteld van H.J.F., die veroordeeld werd tot eeuwigdurende dwangarbeid, maar voortvluchtig is. 9 Juli: De gemeenteraad keurt een besluit van het bestuur van de burgerlijke godshuizen goed, waarbij de pt;oveniersters van Poortakker, van St.-Jan en (Ontleend ~het werk van prof. Dumont) Paul, van het St.-Jacabsgodshuis en vari St.-Jan in d'Olie zullen overgebracht worden naar het Groot en Klein Begijnhof.(zie afzonderlijk artikel in januarinummer 1979). 4 Juli : "We hebben bij herhaling aangedrongen op het kuisen van de . Wannekensaard, waar het Groot Kanon staat. Men heeft p.u de grond rond Oulle Griet wat opgehoogd en die afgezet met blauwe boordsteenen." (De Beurzencourant) 207


6 Juli: Postwagendienst van J.B. Van Gent. Nieuwe dienst tussen Gent en Eklo voor het vervoer van koopwaren en financiële waarden. Vertrek uit Gent om 7 uur. Uit Eklo om 4 uur 's avonds. Pleziertrein van Gent naar Oostende op 7 juli. Prijs heen en terug : 1°klas: 5 fr., 2° klas: 4 fr., 3° klas: 2,70 fr.Deze laatste prijs stemt overeen met het dagloon van een textielarbeider. 7 Juli: De versiering van de grote koffiehuizen met schilderijen op doek begint in onze stad uitbreiding te nemen. Na het Deutsche Gasthof, alwaar werken van de te vroeg gestorven Ottevaere prijken, zagen we in 't Leestje de eerste proeven van de kunstenaar Geirnaert. Thans hangen in het Hotel Den Hert in de Voldersstraat drie Landschappen van De Meulemeester, twee zijn 3 1/2 m. op 3 m. groot. 14 Juli: Spinders van Gent. Op zondag 14, maandag 15 en dinsdag 16 juli: om zes uur :· drié luisterrijke bals in het lokaal Eendracht op de Sint-Pietersvrouwstraat. Bij het inkomen zal men 16 centimes betalen, voor een pint bier; verder zal de prijs van het bier 12 centimes zijn. (Gentse kermis) (Ontleend aan Het Werkverband). 27 Juli: Le Nouvelliste de Gand publiceert de wedden van de officieren. generaal : 16 900 fr., brigade-generaal : 11 600 fr., kolonel : 7 410 fr., Luitenant-kolonel: 5 910 fr., majoor: 5050 fr., kapitein: 3 300 fr., luitenant: 1900 fr., onder-luitenant : 1600 fr. De spanning tussen de laagste en de hoogste wedde bedroeg dus ltegen 10,5. Een generaal had meer dan het dubbel van een kolonel. 31 Julï: Publieke verkoping te Gent van stads ijzeren Poort-Hekkens op vrijdag 2 augustus om 3 uur aan de oude Entrepot/Coupure, om 4 uur in het St.-Agneete, Lindenlei, om 5 uur aan de Sasse Poort. 3 Augustus : Seqert drie weken worden alle dagen wagons geladen met aarde aangevoerd op de plaats, waar het station vergrçot wordt langs de Frère-Orbànlaan. 12 Augustus : Sedert 9 november 1857 regeerde het liberaal ministerie Rogier-Frère-Orban. Rond 1860 was er in de Westeuropese landen een streven om de wederzijdse invoerrechten te verminderen. Er kwam een handelsverdrag tussen Frankrijk en Engeland. België sloot een verdrag met Frankrijk. Toen de regering er aan dacht ook een handelsaccoord af te sluiten met Engeland, kwam er uit Gent heel wat reactie. Op 12 augustus werd door de Cercle commercial et industrie! de Gand in het hotel Wacken op de Poel een meeting tegen het sluiten van een handelsverdrag met Engeland ingericht. Jean Voortman was voorzitter, sprekers waren Rosseel en De Coster-Wittocx. De vergadering drukte de wens uit het sluiten van een verdrag met 208


Engeland uit te stellen tot een ervaring van twee jaar de resultaten van het handelsverdag Frankrijk-Engeland zou aan tonen. Wat heeft 'ne werkman? Des zondags een stuk boullie of een portie schellekens. 's Avonds een boterham mee kaas. En dan de godsgansche weke door ? Den eenen keer pap mee mosselen, den anderen dag soepe waar dat geen ooge op drijft. (door Cies Van Ghendt in De Stad Gent). Door schepen G. Callier werd een verslag over het burgerlijk hospitaal opgesteld. Reeds in 1837 had prof. J.F. Kluyskens een voorstel ingediend om het hospitaal te vergroten. Later had ook prof. A. Burggraeve aangedrongen om het gebouw van het hospitaal te verbeteren. Tussen 1837 en 1861 was de bevolking van Gent gestegen van 91 000 inwoners tot 120 000 inwoners, dit is een vermeerdering met een derde. Hierdoor WaS de behoefte natuurlijk ook toegenomen. Het verslag geeft eerst een beschrijving van de huidige toestand van het burgerlijk hospitaal. De kern van het gebouw is een grote zaal, gebouwd in 1227; in de lengste is deze zaal verdeeld door een gang, waarvan. de zijmuren drie tot vier meter hoog zijn, zo dat het bovenste van de zaal een geheel vormt terwijl er door de gang twee compartimenten zijn gevormd; een voor de mannen en een yoor de vrouwen. Naast de grote zaal zijn er enkele kleinere zalen voor de inwendige ziekten, een refter voor de studenten, een keuken, twee operatiezalen. Al deze zalen hebben enkel een gelijkvloers en hebhen een totale oppervlakte van 2 400 M2. "Ce vieil édifice est loin de répondre aux conditions d'un bon hopital, et malgré les améliorations partielles introduites depuis quelques années dans la ~trihution et l'aménagement des locaux, àinsi que dans différentes parties du service, il'reste malheureusement beaucoup à faire dans l'intérêt du hien-être des malades et de l'organisation d'un bon hopital, hien constitué et hien desservi." De medische commissie heeft voorgesteld het aantal bedden in de zalen te verminderen. Het verslag van schepen Callier geeft ons ook een duidelijk beeld van de woontoestanden te Gent. In 1859 woonden 5 675 gezinnen met meer dan 20 000 personen -·dit is een vijfde van de bevolking van Gent - in beluiken. Het plan van de woningen in de beluiken is bijna eenvormig. "Une seule pièce donnant directement accès sur une cour commune en campose tout le rez-de-chaussée : là se préparent et se prennent les repas, et dans le coin le plus ohscur se dressent un ou deux lits pour les parents et les enfants. Quand les enfants sont trop nomhreux, ou qu'indépendamment ~es parentset des enfants, le ménage se campose 209


eneare soit d'une soeur ou d'un frère du mariet de la femme, soit de l'aïeul oude l'aïeule, on utilise pour Ie coucher la pièce de l'étage qui dans les anciennes constructions n'est qu'un simple grenier sans autre plafond qué la toiture. Sinon cette pièce est louée à patjt et occupée par toute une familie, ce qui est Ie cas dans environ une maison sur

siX. Aux termes du règlement en vigueur, la pièce du rez-de-chaussée, qui sert tout à la fois de chambre à coucher, de cuisine et de lieu de réunion pour la familie doit avoir une aire de 12 mètres carrés et une hauteur de trois mètres : deux mètres suffisent pour la hauteur des pièces à l'étage et ces proportions so~t rarement dépassées. Ajo:utons qu'un nombre beaucoup plus considérable de demeures d'ouvriers ayant front sur la voie publique n'offrent pas de conditions meilleures que les m~ons situées dans des enclos. Là aussi une seule pièce s'ouvrant directement sur la rue sert leplus souvent à toutes les nécessités de la familie, l'étage s'il est habitable étant loué à part." Er zijn twee mogelijkheden om de toestanden in het burgerlijk hospitaal te verbeteren : het huidig gebouw verbeteren en vergroten (uitgave 400 900 tot SPO 000 fr.) of een tweede hospitaal bouwen (uitgave : 600 000 tot 800 000 fr.). Hoe de uitgave financieren ? In het verslag wordt voorgesteld de kleine godshuizen te verkopen. 31 Augustus : Aanstaande woensdag zal ten stadhuize de aanbesteding plaats hebben voor het bouwen van een leeszaal in de bibliotheek van de universiteit. Deze bibliotheek was gevestigd op de Ottogracht en zal op het einde van de tweede wereldoorlog overgebracht worden . naar de boekentoren. 3 September : Colletta De Vos, 13 jaar oud, is in de fabriek De BreyneBrasseur, Sint-Pietersnieuwstraat, gegrepen door een machine en ingedraaid. Ze werd rteselijk verminkt en bezweek aan haar wonden in de Bijloke. · 6 September : Te koop. Herberg La Chaumière, Werregarenstraat 4. Groot 78 M2.Verhuurd tegen 800 fr.per jaar. Voor die tijd was dit voor dit huis een zeer hoog bedrag. Men deed er beslist goede zaken. (?) Pension de B. Quanonne, quai des Chaudronniers, 24. On y admet des jeunes gens de 10 à 18 ans. Le prix de la pension est de 600 fr. pour les élèves ägés de plus de 12 ans et de 500 fr. pour les autres. Demipension 300 fr. On y demande un professeur capable. Een luitenant kon wel zijn zoon niet naar de school van mijnheer Quanonne zenden. Institution Zenner. Rue du miroir. On y enseigne Ie français, Ie flamand, l'anglais et tout ce que demande une éducation soignée. 210


9 September: Door Snellaert en Van Acker werd een oproep verspreid voor een vergadering van Het Vlaamsch Verbond in de herberg Fauconnier. Hierop verscheen een protest ondertekend door Heremans en Vuylsteke tegen de benaming "voorlopige commissie" die de inrichters Snellaert en Van Acker zich zouden hebben toegeëigend. De vergadering verliep uiterst rumoerig; er waren een groot aantal Vlaamsgezinde liberalen opgekomen, die het bureau verhinderden het woord te nemen. Hierop verlieten de inrichters de zaal. De overgebleven liberale aanwezigen keurden een reglement goed. De Beurzencourant weigert verslag uit te brengen over de vergadering in Fauconnier. Snellaert en Van Acker beleggen nu een nieuwe vergadering op 13 september in de Halve Maan op de Hooiaard, waar door een stemming de aanstelling van de voorlopige commissie wordt bekrachtigd. Snellaert belegt nog een vergadering op 30 september, ~at weer heftig protest uitlokt vanwege "het bestuur van het algemeen Vlaamsch Verbond". Op 30 september beslist de groep Snellaert : de besluiten van de vergadering van 9 september zijn onregelmatig genomen, een hoofdafdeling van het Vlaamsch Verbond wordt opgericht en een bestuur met Snellaert en Van Acker wordt verkozen. Hoe al dit gekibbel te beoordelen ? ''De pogingen om een Vlaams front te vormen boven de bestaande partijtegenstellingen liepen op een mislukking uit ingevolge de verscherping van de klerikale-antiklerikale tegenstellingen''. (Prof. Th. Luykx in Winkier Prins Encyclopedie deel 5 blz. 432). 15 September: Vandaag viert "De 'taal is gansch het Volk" zijn 25jarig bestaan. 's Morgens had een feestzitting plaats in de aula. 's Namiddags trok een lange stoet naar het kerkhof te Sint-Amandsberg, waar het monument op het graf van Pr. Van Duyse werd onthuld. Het monument gebeeldhouwd door Van Eenaeme stelt een muze voor, die knielend op een harp leunt. Er werden talrijke toespraken, waarvan de teksten verschenen in. de Gazette van Gent, gehouden. De drie steunpilaren van de Vlaamse lettèrkunde, J. Fr. Willems, K. L. Ledeganek en Pr. Van Duyse rusten thans te Sint-Amandsberg. 's Avonds had nog een banket plaats met toespraken van VerVier, Fr. De Potter, Julius Vuylsteke, De Ridder, voorzitter van de Broederlijke Wevers en E. Moyson, die een heildronk bracht aan Constant Leirens, de stichter van het Vlaamsch Verbond. 15 September : Door de Maatschappij van Landbouw en Kruidkunde wordt in de oude citadel een proviciale tentoonstelling voor vee en landbouwmachines ingericht. G. Scribe- hij woonde in de Fiévéstraat en bezat een brevet voor spinmolens - stelde een vervoerbare stoommachine van drie P .K. tÎ:!n toon, bruikbaar voor dorsmachines en ande211


re landbouwwerktuigen (stokerij, plet~olen, strosnijder, raapmolen). De stoomketel staat loodrecht; de cilinder had een diameter van 14 cm. en een loop van 25,5 cm. Er waren 155 omwentelingen per minuut. De diameter van het voorwiel bedroeg 110 cm. De stoommachine kostte 2 550 fr., de wagen 500 tot 700 fr. Scribe ontving een gouden medaille voor zijn beweegbare stoommachine. Minister Ch. Rogier kwam de tentoonstelling bezoeken. In een rede op het banket in het Casino verdedigde hij de vrijhandel. 20 September : De schilderij "De Zaligmaker aan het Kruis ' van de Gentse kunstenaar Jozef Pauwels werd enkele dagen geleden verzonden naarLouisvillein Kentucky en bestemd voor deS. Johnkerk. 24' September : Op het stadhuis te Brussel wordt een vergadering voor de vrijhandel gehouden. Op de vergadering werd het woord gevoerd . door de Gentse fabrikant De Coster-Wittocx, die zich tegen de vrijhandel verzette. Ook Bilen was op de vergadering aanwezig. Hij verdedigde vrijhandel en wees op de lage lonen betaald in de textielnijverheid. "Bilen prononce en flamand un discours d'une éloquence chaleureuse et entraînante qui est fréquemment interrompue par les applaudissements de !'assemblée" schrijft te Bien Public op 25 september. Dit verslag werd wel opgesteld door een Brusselse medewerk_er van Le Bien J>ublic en is tegenstrijdig met het verslag van de vergadering te Gent van 25.8. In een brief, die verscheen in het liberaal blad De Stad Gent zal De Coster-Wittocx de beweringen van Bilen te Brussel in verband met de lonen weerleggen. In zijn fabriek te Gent werken jonge meisjes van 13 tot 17 jaar, die inderdaad maar 6 tot 7 fr~ per week verdienen, maar het zijn leerlingen-weefsters, die slechts op een getouw werken. Het gemiddeld loon in zijn fabriek bedraagt 13,90 fr.voor 72 uur werk per,week (van 12,40 fr. ·tot 16 fr.) De opgelegde boeten aan de werklieden, die stukken plekken, ze bederven of teJaat komen, bedragen 25 tot S<Y centimes. De totale opbrengst van deze boeten bedroeg in 1858 7,50 fr., in 1859 : 9 fr: en in 1860 9,50 fr. 29 September : In de Parnassus wordt een werkmansmeeting ingericht. Volgens de Beurzencourant zijn er ongeveer 1500 toehoorders. De vergadering werd voorgezeten door E. Moyson met naast hem Bilen en De Ridder. Eerst werd het komend handelsverdrag met Engeland besproken. Er zouden nog ongeveer 15 % tot 23 % invoerrechten op de geweven stoffen uit Engeland worden geheven, waardoor het verdrag niet zo gevaarlijk is voor de Gentse nijverheid. Verder doet E. Moyson een oproep voor samenwerking en voor steun aan het Vlaamsch Verbond. Volgens Bilen bedragen de hoogste lonen voor de kaarden 212


Reeds heht gy uwe milde hand tot de f.lmilit•n van uwe lydende broeders uitgereikt, en de hemel is getuige ge\H'est \:Jo alle de eerlykc aermoede welke gy verbolpen hebt. Op nieuw smeekcn wy u, de hand uit te reikt>n, want de yzingwekl\ende winter is daer: den !v>nger met zyue becnigc Yingeren zal welhn o ·t de klink hunner wooning komen opheffen om er zachljens lJi;wcn te dringen ten einde deze armzaligen by de keel' te grypen en hun mede te slepen naer -zynen haf\eligen kuil ! • Jl e lpen wy, nit>oJen, de familien nlfi die \·erd"::J<'lde werl.er·s, welke in opgewondenheid en .,.er·b~stcring eenen oogeoblik ve rkct'rd heb~en; hel Evangelie gebied he!. De wet des neeren is mcnschlie,·ende, want, _wie het aeng••naemst 1yo aen God, zyn diegenen die troost storten in het hart van hunnen even rucnsch, die lyut en kermt. Vergeten wy uiel dal "Y cenc ze ~ere pligt Ie ycrvull<'n heLben wegens hunne familien die onnoozel zyn in ht•lgenc 1.y ruis;:aen heh!;('n op den ~9 april jongstleden. B1·ocders, u all en zoowel als <ms, heeft de ~>lrengheitl ,·an de reglb~nk tegen de fabriekwerkcrs, pynelyk a en het hart get1·offen; nienwnd had \en\ acht dat de \ïamingen met meerdere hardnel-.kigheid zouden ge.trafl 'zyn geweest dan de \Yu!en, doc.b wy zyn alweder bedr.ogen en teleurgesteld; nog een bewys Ie meer dat "Y• \'lamingcu, nl'~lootcn zyu, Oiunsvolgeus, riglen wy · ons tot u"e liefdadige ltal'lcn, tot uwe me,: elydende zielen Vl.ln hunne broOU\\inners beroofdt bevinden zich de rltiÎ~gezinnen dier on~eluUigen, in de di epste ellende. De '~;inter genaekt, · de honger en de koude, die afschu"el) ke l.nl'gten \an den beul des mar·tddoods, staen reeds aen de aerme wooningep het oogen!Jii~ af te "a<·bten om er de eene of andere prooie ·vas.t te ·grypen en dezeh•e naer hunnen sclu·ikkely!.on .\feeslet· Ie sleuren! .. .. Broeder~ gy ook hebt hejaenle ouders, gy ook hebt vrouwen en kinderkens die gy. teeder be· mind; gy zult het oor ni et 81uitcn mor· onzen oproep; gy wit den noodlydende eene hulpzaae hand toet·eikcn, omdat gy \\eet hoe scherp de nagels ,·a n heL gebrek z.yn, hoe snydend zyne landen, boe Olwcrzat!cl) k zyne ''ocde ; omdat gy weet waedJy lie t !..owt dat de grafdelvers van Vlaenderen in de ladste jaren z.oovcet spaden ver51eten hebben. Broeders, dat elk u" er ecncn pcnniug ~tor·tt.e iu de beurs det· liefdadigheid, hoe ge1·ing hy mot;e wezen, hèl zal het lydcn •·n de droefheden verzllehlen, van diegent'n die. onder den klauw van de onmedoogcndc n~gtv<Jcr•digheid der mcllsclt t>n h <ZW) ken; w:ml, op de l<ofcl waer de plaets des zoons, des t•chlg<'nuots, Jes v;~dct·s ledig hl) ft, z;~l er loch eten stacn, en het \·ocdsel sc~enkt kracht, de J.racht wekt nwcd. Gezdku ,·a n alle ambachten, een rondcJ..en onder 11 yoor de familien der ,·eroordeeldc fabriekwt•r·kers? liwc ahnoe$ zal op het hoek der eeuwigheid aengctcekend worden, en den dag van den Rl·gter der regters ZJl !.omen.

l.Jen gcnaemden PIETER KOII~, herbergier, estaminet St-Jacobs, kleine botermerk!, gelast zich met bet inzamelen der gelueu. Gent, den 29 Oktvber 1861. •

De }'oor::;itte,·s , ~.

DE IUJ;'D:&B. CU •• JULIIII'.

213


meisjes acht tot negen frank voor 72 uur per week. Op 29 september verschijnt in De Beurzencourant een artikel "De Katoenhandel". "Er is vrees voor gebrek aan katoen door de oorlog tussen de zuidelijke en de noordelijke staten van de Verenigde Staten van Amerika, daar de havens van de zuidelijke staten Charleston, Savannah, New-Orleans door de zeemacht van de noordelijke staten geblokkeerd worden". Even wat verklaring. Op 6 november 1860 werd Abraham Lincoln verkozen tot 16° president van de Verenigde Staten. Reeds op 20 december 1860 besloot Zuid-Carolina de Unie te verlate~. Kort daarop vormde zich de €onfederated Statesof Am erica, waarbij al vlug elf staten waren aangesloten. Op 21 april was de oorlog begonnen, toen de zuidelijken met generaal Beauregard het Fort Summer in Zuid-Carolina onder vuur namen. De oorlog zou vier jaar min drie dagen duren. · 3 October : De stoomboot Flèche heeft onze haven verlaten met een rijke lading oranjebomen van de bloemenkwekerij Jan Verschàffelt. 5 October : Het bestuur van de vereniging "de Grondwet" te Antwerpen heeft een inschrijving geopend voor de gezinnen van de Gentse veroordeelde fabriekwerkers. 10 October : De Boldermaatschappij De Koolkappers geyestigd in salon-Napoléon zal ter gelegenheid van Akkergemkermis op zaterdag 13 otober haar jaarlijks feest vieren door een prijsballing en gevolgd door een vriendenmaal. 13 October : De Gazette van Gent klaagt over het duur leven en toont dit aan door de volgende prijslijst. Prijs tarwe per hl. Prijs aardappelen per hl. 1835 14,03 fr. 1833 3,06 fr. 1856 30,73 fr. 1853 8,70 fr. 1857 22,96 fr. 1854 ·10,03 fr. 1858 23,55 fr. 1855 10,20 fr. 1859 24,00 fr. 1856 7,78 fr. 1860 30,00 fr. 1858 6,24 fr. In october golden de volgende prijzen : aardappelen : 10,40 fr.per 100 kg. jenever: 0,92 fr.per I. rijst : 0,46 fr. per kg. azijn : 0,22 fr>për I. rundvlees : 1,25 fr.tot 1,37 per kg. zout : 0,28 fr. per kg. kalfvlees : 1,57 fr. varkensvlees: 1,52 fr. Ookhet Werkverbond had reeds op 1 september geklaagd over delevensduurte en wees er op, dat hét grootste deel van de werklieden 214


Woning Gouvermentstraat 7 (thans Braille-liga)

215


De tydsomstandighedcn waerin den werker thans verkeerd zyn aldemoodlottigst en ellendig; , al waer men het oog wend in het werkmans leven, ziet men niet anders als armoede en druk : d_e loon is niet 'geth·enredigd met de duerte der levr.ns.middelen; dë pryzen verminderen niet, integendeel slagen die nog op. Alles verlamd, nyverheid en bandel kwynd uit redeu dat er geenen verkoop is, en geven derhalven de gelegenheid aen de bazen om met den werker te handelen Yolgcns goedtlunken. De fabrieken werken het grootste gedeelte dry kwaert of een hal'fen dag, terwyl er veel fabrikanten zyn die hunne molens o( getouwen stil leggen, Wl\er door er met duizcnde langs benen de siraten loopen zonder werk en zonder brood, en bygevolg, ' 'eroordeeld om te bedelen of wel omtekomen -van lwnger en l;oude met den strengen winter .die naekt, en derhalven ons bedreigd met alle zyne noodlottige geyo'lgen !.... · Diensvolgens rigten wy ons tot de werklieden, om zedelyke maetregelen te nemen welke bes!aen in eene petitie toe te sturen-aen de Kamer der volksvertegenwoordigettf, ten einde ben te ver. zoeken maetregelen te nemën om het lol des werkmans te verbeteren, wiens toestand zoo bytend en k wynend is. · Gevolgcntlyk noodigen wy alle stielen, ambachten en oefeningen uit tegen zondag aenstaende, om 9 lj'J ure 's morgens, in den estaminet Eendragt, St-Pielersnouwstrael, by F. BILEN,alwaer er breedvoerig zal gehandeld worden o~·er 't hela~ van al dat werker is, en er van afb.angd of met leeft. Eene petitie ter onderteekening zal aen den ingang der zael berustend zyn.

DAGORDE DER llEETINGS : i• Lezing Yan de petitie wt-lke reeds H dagen in omloop is oru aen de kamer der volksvertegen-

woordigers teegestnerd te ":orden; 2• Verhandeling over de,k,,cstien wm 't werk in verband ruct den hedendac;;schen toestand; ~o Ontwerp van reglement \·oor het acnkoopen ·der levensmiddelen in 't groot doot• t!e Yereenig~ de We1·kers llaetsclwppyeu. Ger1t, den 13 Notcmlref· 1861.

De Yoor::;itters : en r.

J. :DE BI:D:DEa

BJ:r.:Ea.

(ZEGT liET VOORTS.)

N. ll. De persoonen well..e pclilien onlfangcn Lebben, zyn verzocht ticzelve in te dienen hy de vooriîttcrs der maetschappyen van Wevers of Spinders.

216


slechts 20 tot 24 centimes per uur verdiende. Het uurloon bedroeg dus de prijs van een roggebrood of van een half kg. gebuild brood of nog van twee kg. aardappelen. 19 October : In dè Havermaet, dicht bij de Zottepoort, hebben alle zondagen en maandagen concerten plaats, die een talrijke menigte lokken. Er staat een goede piano en al wie wil zingen is welkom. . Uit een artikel van Le Nouvelliste blijkt, dat te Gent de karren van de slagers getrokken worden door honden en dit "de temps immémorial". 31 October: Het hotel van de heer de Kerchove van Geselgem in de Gouvernementstraat, 21 werd voor enige jaren verbouwd naar het plan van architect Minard. Thans werd de grote poort in gebeeldhouwd eikenhout' gepláatst. 11 Novemb.er·: Pavillon de l'Océan. Lt:: sieur De Jong apporte à la connaissanc~ ~ti puhlic qu'il vient d'ouvrir son nouvel établissement consistanten un café-restaurant ou l'on pourra se procurer déjeûners, diners et beefsteaks à toute heure; en outre toutes sortes de vins, li. . queurs et bières tels que faro, lam bic, cavisse, bière d' Audenaerde, bières champagneuses, bière anglaise, double uitzet de Gand. Chambres garnies à louer. ~iano et harmonium pour les amateurs. Journaux. (De Stad Gent). Het Pavillon de l'Océan was te Oostende. 23 November : De reizigers worden bericht, dat vanaf 1 januari het vetrek van de treinen niet meer zal gegeven worden ·door· een trompet. De treinen zullen voortrijden bij het eerste gefluit van de treinwachter. 23 November : Het plan van A. Pauli voor het te bouwen Lousbergsgesticht werd goedgekeurd door de gemeenteraad. 1 December : De vermaarde muilentrekker Charles zal op 2 december een vertoning geven in Het Gouden Hoofd op de Kalvermarkt.

9 December : Men klaagt over de onregelmatige gang van de electrische uurwerken. Als het niet beter wordt, ware het beter geen uurwerken te hebben. 15 December: De bewoners van Rooigem klagen over de slechte toestand van de weg van dit gehucht naar de stad. De hoveniers kunnen er dikwijls niet over. Een verzoekschrift wer.d naar de gemeenteraad gezonden om de weg te kasseien. 19 December : Het verkeer op de spoorlijn station-stapelhuis neemt meer en meer uitbreiding. De gemeenteraad verzoekt het ministerie van openbare werken een goederenstation op te richten op het Oefen plein aan de nieuwe Veemarkt. Dit terrein is 500 m. lang en ongeveer 100 m. breed. (zie plan). 217


BYVOEGSEL AEN

218

D


PlaD 'van: aanleg van een !~plaats voor goederen aan de Dampoort. Op het plan bemerkt men : a) het station Land van Waas b) het station Gent-Eklo c) de verbinding Zuidstation-Stapelhuis d) de Rietgracht.

219


We hebben reeds gezien, dat sommige kranten klaagden over het duur leven. Kijken we even de broodprijzen na. (in centimes) Gebuild Ongebuild Rogge 6 januari 40 32 21 3 februari 38 30 20 3 maart 37 30 20 31 maart 39 31 20 28 april 39 32 21 26 mei 39 32 21 16juni 41 33 20 18 augustus 44 36 21 23. september 46 36 25 8 november 45 37 24 12 december 41 33 23 In 1861 werden 3968 gezinnen met 10 068 personen door het Liefdadigheidsbureau gesteund plus 727 gezinnen die een tijdelijke hulp ontvingen. Wat de openbare werken betreft, in 1861 werden 2870 meter riolering aangelegd, er werden voetpaden gemaakt in de Dampoortstraat, aan het Groot Kanon en op de Elisabethgracht. De niveleringswerken op de Blaizantvest en de Begijnhoflaan zijn voltooid en er werden bomen geplant. In 1861 vertrokken zes Gentenaars om dienst te nemen bij de pauselijke zouaven: De Baeckx Isidoor; Corijn Amand, De Backer François, Roggen Guillaume, Gillemin Pierre, die nog twee maal zal terugkeren en Marchand Hipp., die te Rome stierf op 9.8.1863, De voornaamste gebeurtenis op wereldvlak - het uitbreken van de Secessieo~rlog- hebben we reeds vermeld. Einde 1861 is er reeds een begin van werkloosheid in de katoenindustrie, maar de kranten schenken er nog geen aandacht aan. In België ontdekt Solvay (1838-1922) de Solvay-reactie voor het ifldustriëel bereiden van natriumcarbonaat (soda). Zeer moeilijke tijden zijn op komst. We kunnen nog vermelden dat op 14 december te Windsar Castie prins Albert, Prince-Consort of her most gracious Majesty overleed. Prins Albert was geboren te Rosenau in 1819 en huwde in 1840 met zijn nicht koningin Victoria. Dit huwelijk was vooral het werk van zijn oom koning Leopold I. M. STEELS

220


HOE GENT, PRECIES 300 JAAR GELEDEN, DOOR HET OOG VAN EEN NAALD KROOP of HOE EEN SPOTZIEKE STROP ONS KOMT VERTELLEN OVER "EEN GENTSCRB TRAGEDIE IN DE GENTSCRB TAELE" Reeds op de lagere school (tegenwoordig spreekt men liever van basisschool) knoopte men het ex cathedra in ons oor: de 17de eeuw was voor onze gewesten die in die dagen Zuidelijke of Spaanse of Katholieke Nederlanden of ook wel Belgica genoemd werden, een vrijwel ononderbroken opeenvolging van triestige winters en rampzalige zomers. Elkaar in het haar zittende naburen maakten er hun geliefkoosd slagveld van. Waarmee met zoveel woorden .k;an gesteld worden dat die gewesten herhaaldelijk te vuur en te zw~d verwoest werden, waarbij· plundering, brandstichting, moord en verki:achting schering en inslag waren. Dingen die te huidigen dage weliswaar verre van huis maar niettemin dagelijkse kost zijn. Zowel binnen als buiten onze grenzen werd om wedstrijd geïntrigeerd, gekonkelfoesd, met de natte vinger gemanoeuvreerd, naar hartelust verraad gepleegd. 1632

De miserie begon met de wankele gezondheidstoestand van onze landvoogdes, Aartshertogin Isahella. U weet wel die voorname dame van wie Rubens en Van Dijck zulke mooie, enige portretten geschilderd hebben. Het noodlot had het aldus gewild : Isabella zou kinderloos sterv~n. Had ze wél een kroost gehad, dan ware ze de stammoe~ der geworden van een - in principe althans - onafhankelijke staat. wel te verstaan in de problematische veronderstelling dat onze lieve(?), onbaatzuchtige(?) geburen Engeland, Frankrijk, Hollan~ in het stichten van zo'n staat geen graten zouden gevonden hebben. En aan het geval hun zegen zouden willen geven hebben. Slaap gerust op beide uw oren : die zegen gaven ze geenszins want twee hunner : Frankrijk en Holland (of liever de Noordelijke Nèderlanden of Republiek der Verenigde Provinciën of kortweg Republiek) hadden zich in het hoofd gehaald Isabella's erfgoed gezwind maar dan toch enigszins voorbarig onder elkaar te verdelen. Op papier natuurlijk. Menende het ijzer te moeten smeden terwijl het heet was droegen de Franse koning Ladewijk XIII en zijn eerste minister, qe beruchte Richelieu, een van hun agenten op zonder dralen roet in Isabella's eten te gaan gooien. Volgens hun plan zouden ontevreden edelen van de bovenste plank zoals de prins van Epmoy, de hertog van Aarschot, de graaf van

221


Egmond - om slechts enkele der hijzonderste samenzweerders te vernoemen - het volk ertoe aanzetten "sich te hevry.den van het beswaerlijcke ende ondraeglijcke jock der Spaengiaerden ende haere adherenten". Een overeenkomst werd te Den Haag ondertekend op 22 mei. Zodra de Spanjaarden feestelijk wandelen gezonden wareri zou Richelieu ten tonele verschijnen en zich Henegouwen, Namen, Luxemburg en Frans Vlaanderen toeëigenen. Op zijn beurt zou Prins Frederik Hendrik der Republiek de rest van de Spaanse koek in zijn "elle" slepen: Vlaanderen, Brabant, Mechelen (Land van Mechelen), Limburg,Gel der. Het Frans-Hollands komplot viel echter gans en gaar in duigen. In de eerste plaats omdat Isabella lont geroken hebbend, meneer de Franse agent François Carondelet naar een klooster expedieerde. In de tweede plaats omdat de resident van de Engelse koning te Brussel, Balthazar Gerbier, een schilder, die goed bevriend was met Rubens, tot de laatste bijzonderheid van de samenzwering, aan het Spaans klokzeel ging hangen. Tegen - dat spr.eekt vanzelf- betaling van-een stapel blinkende goudstukken. Wat stond er de al te fantasierijke plannenmakers anders te doen dan ofwel de vlucht te nemen ofwel een ongemakkelijk reisje naar een Spaans rustoord te ondernemen ? 1633-

0p 2 december overleed Infante Isabella. Zoals sedert lang voorzien was legde de Spaanse Kroon stante pede de grijpende hand op het ongelukkig Belgica. Een lange resem plaatsvervangende landvoogden of gouverneurs-generaal zullen door de koning Filips IV naar de Zuidelijke Nederlanden gezonden worden om het wingewest in zijn plaats en in zijn naam te besturen. 1634

Onze mislukte Franse en Hollandse komplotsmeders schijnen hun hekomst niet gehad te hebhen van hun triestige activiteiten want reeds in april- steken ze weer de koppen bijeen om eens en voor goed (! ! ! ) hun part van de Spaanse koek in de wacht te slepen. Ze zouden er geen gras laten over groeien maar de handen uit de mouwen steken · om de een vanuit het noorden en de ander vanuit het zuiden hun "blijde intrede" te doen in het beloofde land. Ze wisten warempel heel goed op welke plaatsen ze elkaar de hand zouden komen drukken. Het was een kinderspel om die plaatsen van samenkomst te onthouden : een ingenieus uitgedachte waterlijn bestaande uit de kanalen van Oostende naar Brugge en van Brugge naar Gent; een eindje Schelde; de Rupel; de Demer tot Bilsen in Limburg; 222


ten slotte een kort stukje steenweg om Maastricht te bereiken. Prins Frederik Hendrik en Ladewijk XIII mochten zich de handjes kussen. Vooral deze laatste want werden hem niet door de vrijgevige Noorderbuur de expliciet Vlaamse steden Gent en Brugge op een gouden schaaltje gepresenteerd ? Helaas voor beide dromers herhaalde zich wat 3 jaar voordien gebeurd was : hun plan werd een feestelijk fiasco. Ze zwoeren blijgezind dat ze, elk op zijn manier, hun plan zouden trekken. Wat uiteraard inderdaad zal gebeuren. Op het einde van het jaar zond Filips IV een nieuwe gouverneurgeneraal naar Belgièa : zijn enige broeder Kardinaal-Infant Ferdinand, gezegd van Oostenrijk. Een niet onbekwaam soldaat maar een nulliteit van een staatsman. Wat niet belette dat de bevolking hem op een uitbundige wijze verwelkomde. Omdat ze .in hem, och arme, de door God gezonden vredesengel meenden te herkennen. Die vredesengel vond het zelfs niet min zijn naam (of portret) aan meer dan een uithangsbord te leen te geven. Lokeren had zijn "In den Prins Cardinael", Knesselare had die eveneens. En Machelen. En Olsene. En St.-Niklaas. En Temse. En Waasmunster. En Wichelen. En Assenede. En Erembode_gem. En; natuurlijk, ook Gent : een aan het Dobbel Slot; een aan de Baliestraat; een aan de Muidepoort; een aan de "Beestenmerct". Deze laatste nog in 1822 ! De blijde inkomsten die Ferdinand achtereenvolgens in de grote steden deed, draaiden dan ook uit op schitterende successen. Op 4 nov~ had de Intrede plaats te Brussel. Triomfbogen ontworpen door een De Vos zorgden voor een decorum uit de duizend. 1635

Weldra zouden ook Gent en Antwerpen aan de beurt komen om de Infant te verwelkomen. Antwerpen op 16 mei. Het was Rubens (altijd die Ruhens ! ) die de ontwerpen van de talrijke poorten tekende. Gent was Antwerpen met enkele maanden voorafgegaan namelijk op 28 januari. U bent hoofdstad van Vlaanderen. Of niet ? Op een door sneeuw en ijs gepeste dag. De schilderijen die zowel de grote als de kleine zegebogen versierden war~n van de hand van de Brusselse schilder Gaspar d~ Crayer (o.a. wegens dat feit gaf het dankbare Gentse nageslacht zijn naam aan een straat) geassisteerd door de Antwerpenaar Theodoor Rombouts, van wie in het Stadhuis (kapel van de schepenen van Ghedeele) een indrukwekkend doek bewaard ¡ wordt. Nog andere kunstenaars verleenden hun medewerking aan de uitvoering van de versieringswerken : Niklaas de Liemacker, gezegd Roose (van wie verschillende schilderijen in de St.-Niklaaskerk 223


'·········

•••••

...............

·······

Q

••

........

) ......

..·+ ~

•••

······

• ••••

-'fro#-t r'·-.l.,. ..,.<;1... t

t.,.A'_. . . .,. ...'Stjij".,.~"'

Kaart- v.d.SPAANSE Nederla~den in her be9Ln· v.1618 qeproje reerd N N

~

op dle van her huid. tg BELG l E ......... fran!> Verdellngsptan 1631 .. 1632 .. • Hollands Vercleltnq~pla.rl 1634, 1635 1

Afb. 1. De Zuidelijke Nederlanden aan de vooravond van het beleg van Gent. Let op de ligging van de stad.

~


hingen); Gerard Seghers; en nog anderen. Talrijke van die doeken worden, zoals u wel zult weten, in het Bijlokemuseum bewaard. De massa Gentse duiten gekost hebbende stadsversieringen waren nauwelijks onttakeld of Ferdinands Blijde Inkomst moest full-speed de plaat poetsen voor veel minder Blijde Oorlogsbezigheden. Iets waarvoor de lieve buren met plezier zullen zorgen. 1636

en volgende jaren maken die Hollandse en Franse "vrienden" er een spelletje van van eerst te komen en dan te gaan, van eerst te nemen en dan ontnomen te worden. Een tijdverdrijf waarbij de onschuldige en machtelozf? bevolking de gebroken potten te lijmen had. 1637

Frederik Hendrik maakt zich meester van Breda. Geen lacheding. Hij probeert eveneens Antwerpen in de wacht te slepen, doch de Spanjaard stak er een stokje voor. 1640

Ladewijk XIII komt met èen breed gebaar Atrecht "bevrijden". 1641

De Infant sterft op 9 nov. Van dat ogenblik af zullèn de ene gouverneur-generaal na de andere in zijn Brusselse zetel komen paraderen en in naam van de Madrileense Hofkliek de plak zwaaien. 1642

Dood ~an de hardvochtige maar intelligente kardinaal Richelieu. Als opvolger krijgen we de even hardvochtige maar vooral sluwe kardinaal Mazarin. 1643

De eerste aanval van de Hollanders op Gent wordt verijdeld dank zij de ondergelopen meersen. Ladewijk sterft op 14 mei. Zijn zoon volgt hem op. Zijn naam ? Louis Ie Quatorzième ofte Louis Ie Grand ofte Le Roi-Soleil. Met deze meneer "L'Etat C;est Moi" zal het met de oorlogsmisede echt menens worden. Al de veldslagen welke die "Fauve perruqué" tegen Holland en Spanje zal voeren zullen op onze vaderlancke bodem uitgevochten worden. 1644

De Republiek neemt Vlaanderens Sas van Gent in.

225


1645 Met reuzenschreden nadert het Frans gevaar de Gentse contreien. De Schelde wordt bij Gaver overgestoken en het Land van Aalst bezet~ 1646 Kortrijk ondergaat hetzelfde lot. 1647 Dood van Frederik Hendrik. Willem 11, prins van Oranje en graaf van Egmont zet zich op zijn plaats. 1648 Op .30 januari tekenen de gezanten van Spanje en die van de Republiek dt;, Vrede van Munster (Westfalen). De Hollanders waren zo dwarsdrijverig dat ze wachtten tot de 5de juni om ze af te kondigen. Waarom? Omdat Egmont en Hoorn in 1568 op de 5de juni te Brussel onthoofd werden. Wie dacht dat het nu amen en uit was met - het branden .en plunderen van tientallen dorpen en het afslachten van dieren en mensen, vrouwen en kinderen incluis, was maar een triestige naïeveling want waarom anqers zou men in 1659 met een nieuwe (äefmitieve ?) Vrede voor de dag gekomen zijn? Die van de Pyreneeën. 1661 Dood van Mazarin. Ook het Franse volk slaakte een zucht van verlichting bij het vernemen van de gebeurtenis. En de konihg was er gaarne bij want nu kan hij het besluit nemen voortaan zelf voor eerst~ minister te spelen. · 1662 De Engelse koning Charles 11 (1660-1685) is zo vriendelijk aan sire Louis, van huize uit zijn aartsvijand, de versterkte stad Duinkerken te verkopen. · 1665 ·Dood van Filips IV in september. Zijn vierjarige ziekelijke (het zit in de familie) zoon Carlos II, aldus gekerstend naar zijn betovergrootvader Carlos I (onze Keizer Karel) neemt plaats op de Spaanse troon. 1667 Op 24 mei brengt Louis een ongevraagd bezoek aan Vlaanderen. "U s'amuse à prendre la Flandre" zoals men te Parijs 's konings avontuur waarderend commentarieerde. 226


Natuurlijk is Francisco de Castd-Rodrigo, onze papieren gouverneurgeneraal, tegen die militaire wandeing niet opgewassen. Met de gevolgen vandien. Hij moet dan ook hulpeloos toezien hoe Armentières, Charleroi, Doornik, bouai, van eigenaar veranderen. ·

1668 Dood van halfgebakken Carlos II. Hij wordt opgevolgd door Filips V, een kleinzoon van Louis le Grand. 1670 De ELFDE gouvern~ur-generaal sedert de dood van Isabella(1633), de 21-jarige Don Juan Domingo de Zuninga y Fonseca, op de koop toe graaf van Monterrey (met rr), verlaat Madrid met in zijn bagage. de bijna onmogelijke opdracht een ondoordringbaar pantser rondom de Katholieke Nederlanden letterlijk uit de grond te stampen. Zeer jammer voor hem, maar ook zeer jammer voor ons, want het Spaanse Hof gaf hem wd hopen goede raad mee maar geen duiten. Wat bleef er hem in dat geval anders over dan de staats- en de stadskassen aan te sprekenen-en passant- wat nieuwe belastingen op te VISsen. Monterrey was een gewetensvol man die er niet voor terugdeinsde initiatieven te nemen. Zijn bdangstelling ging in de eerste plaats naar. de 2 grote steden Gent en Brussel, die kost wat kost uit 's vijands handen dienden gehouden te worden. Duizenden door de stadskas betaalde werklozen trokken, gewapend met houweel, schop, hamer, truweel en kruiwagen, de stad Ûit om de bestaande verwaarloosde vesten te versterken en nieuwe verdedigingswerken op te richten. Het duurde tot 1673 aleer die werken min of meer voltooid wàren. Aldus kreeg Brussel zijn fort te Sint-Gillis en Gent bezuiden de inmiddels opgekalefaterde stadsmuur, die de Leie bij de tegenwoordige Pal~ fijnbrug verbond tnet de Schelde, bij de tegenwoordige Ter Platenbrug onderWeg de Petercellepoort en de Henverpoort opslorpend. Van die· stadsmuur:js vanzelfsprekend niets overgebleven behalve een van de twee uitkijktorentjes dat we Peperbus genoemd hebben. Waarom Monterrey het fort dat later zijn naam zaldragen zowat 500 m ten zuiden van diezelfde muur, op grond van de St.-Pietersabdij, opgetrokk~n had, is gemakkelijk te verklaren. Op elk ogenblik kon de stad door het openen:van de sluizen driekwart van zijn omgeving onder water zetten. (Doet die kunstgreep u niet denken aan de historische 29 okt. 1914 toen op aanraden van de Veurnese sluismeester Karel Cogge de IJzervlakte onder water gezet werd?). Op een plaats was het uitvoeren van dat manoenver niet mogelijk wegens de te hoge ligging 227


228


Afb. 2. Versterkt Gent omstreeks 1678 1. Montereyfort; thans Citadelpark 2. Grote infanteriekazerne gebouwd NA 1678 3. Eykhout of Eikhout. Eraan herinnert de tegenwoordige straatnaam Eekhout 4. Tyckstraete; thans Kortrijksepoortstraat 5. Jan Palfijnbrug 6. Leie 7. Meerschstraete 8. Kortrijkse Steenweg 9. Landweg; thans Burggravenlaan 10. Landweg; thans Hofbouwlaan 11. Thans Karel de Kërchovelaan 12. Brug;thans Muinkbrug 13. Thans Ter Plat"enbrug 14. Oude Schdde; thans overwdfd 15. Thans St.-Lievenslaan 16. Opperschdde 17. Zwijnaardse Steenweg 18. Landweg; thans Herfststraat 19. Landweg; thans St.-Juliaanstraat 20. Ottergemse Steenweg

van d~ vesten zijnde de helling van de Blandinusheuvel. (Zie afb. 2) Van dat fort is al evenmin iets bewaard gebleven. Wel herinneren een laan (Fortlaan) en een straat (Montereystraat) eraan. Maar dat is slechts eert mager beestje in vergelijking met de omvang van het gesloopte bouwwerk. Ook Brussel hield eraan twee straten naar dat bouwwerk te noemen : de Fortstraat en de Montereystraat. Om de Hollanders de daver op het lijf te bezorgen tekenen de Franse en de Engelse koning een geheim verdrag waarbij laatstgenoemde enige voordelen toegewezen worden. Die toestand noopte de Spanjaarden tot het nemen van tegenmaatregelen.

1672 Ze worden goede vriendjes met de Hollanders door· het sluiten van een defensief verdrag. Daarbij is Monterrey zo vrijgevig 10000 man ter beschikking te stellen van Willem van Oranje. Helaas oogst deze maar weinig lauweren. Loclewijk verklaart de oorlog aan Holland. Op 12 juni steekt hij de Rijn over om aan dat land een bevrijdend bezoek te brengen. Op 8 juli neemt Willem lil de teugels van het bewind in handen. 1673 13 mei: de Fransen trekken door Vlaanderen, dorpen verbrandend en · verwoestend. 229


16 mei : Aankomst van de koning te Kortrijk: 23 mei : Lodewijks legerbenden doorkruisen de omgeving van Gent zonder met een beleg te beginnen. Wel proberen ze Brussel te veroveren maar de Brusselaars slaan de aanval af. juni : Op het onverwachtst verschijnen ze voor Maastricht.· 2 juli : Na een moeizaam beleg moet de stad zich overgeven. Het was onder de muren van die stad dat Charles de Batz comte de Montesquiou, gentilhomme gascon, de ons allen goed bekende musketier d' Artagnan, sneuvelde. september : De Brusselaars slaan een tweede aanval af.

1674 Monterrey doet de stadsversterking (+fort) verstevigen. 1675 Dood van Louis' grootste generaal, maarschalk Turenne. Daar Monterrey in Spanje de boter opgegeten hag mocht hij hier zijn matten oprollen en naar Madrid rijden. Zijn ongenade was evenwel van geen lange duur want reeds in 16 77 werd hij onderkoning van Catalonië. Hij overl~ed in 1716. Per slot van rekening moet hij in Spanje's ogen geen belangrijk personage geweest zijn want geen van de twee grootste Spaanse encyclopedieën vermeldt zijn naam. Een andere Spaanse grote, Don Carlos van Villa-Hermosa, haast zich de vacante zetel te bezetten. 1676 Ladewijk stelt zich aan het hoofd van zijri leger. Dat belooft ! Hij stelt aan Willem 111 voor de'zoveelste keer voor Belgica broederlijk te verdelen. Hij loopt koninklijk tegen de lamp. 1677 Op 1 7 maart zet hij een nieuwe campagne in. Ditmaal wil hij er met de vuile voeten doorgaan. Valendennes en andere plaatsen stell.en hun poorten voor de zonnige bezoeker wagewijd open. De arme man schrikt zich een ongeluk als hij verneemt dat zijn Hollandse bondgenoot het .geweer van schouder veranderd heeft en zoete broodjes gaan bakken is met de Epgelsen die niet zo lang voordien hun hevigste vijanden waren (denk aan de admiralen Tromp en De Ruyter !). Terzelfder tijd stapt de prins in het huwelijksbootje met de nicht van de Engelse koning. Zonder de medewerking van de genoemde admiralen en zonder de toestemming van de grote Louis. De rest van het jaar kent 'i~Etat C'est Moi" zowel duistere als zonnige dagen. 230


Afb. 3. Gent zoals het door de koning van Frankrijk (Lodewijk XIV) is gewonnen op den 9 maart 1678. ¡ Een fantasievolle plattegrond die als curiosum dient beschouwd te worden. Zelfs de windroos schijnt een slag .van de molen gekregen te hebben. Een paar oriÍnteringspunten : boven rechts de Muinkmeersen gelegen tussen de Opperschelde en de Oude Schelde; boven in het midden het Spanjaardskasteel; heel in het midden de Vrijdagsmarkt met de St.-Jacobskerk. Van het Montereyfort geen spoor. Dat heeft de Fransman stellig ingeslikt. (Prentenkabinet R .U.G .)


1678 Wie zich ingebeeld had dat enig pech de koninguit zijn lood. zou geslagen hebben, was waarachtig van 't goe jaar. Wat de Gentenaars betreft begonnen ze hoe langer hoe meet te vrezen dat het Frans geweld qok wel eens boven hun hoofden zou kunnen losbarsten. Niettegenstaande de inondaties, de muren en het Monterey-fort. Lodewijks voornaamste streven bestond erin zowel Spanje als de coalitie Engeland-Holland te dwingen een voor hem voordelige vrede te sluiten. Het eventueel belegeren en innemen van Gent betekende voor hem minder het behaltm van een -overwinning dan het scheppen van een psychologisch effect; al zijn tegenstrevers moesten ervaren waartoe de Zonnekoning in staat wàs. Zijn "wandeling" naar Vlaanderens hoofdstad moest derhalve zo spectaculair mogelijk gemaakt worden. Aan de verhoopte vreugde moest iedereen zijn part mogen krijgen. . Daarom nam hij een legertje hovelingen op sleeptouw en liet hij zich vergezellen van de koningin eh zijn minnaressen. ~ijn maî tress~s, dat klinkt beter. Het was te Merelbeke dat hij zijn hoofdkwartier ~richtte. 28 februari Gouverneur-gener-aal Villa-Hermosa, hopende aldus het krijgsgewoel ver buiten Gent te houden, zendt· een aanzienlijk gedeelte ván zijn leger (~7 bataljons infanterie en 40 eskadrons ruiterij) Ieper om het garnizoen van die stad te versterken.

naar

1 maart Opschudding te Gent : vernomen wordt dat maarschalk d'Humières met zijn ruiterij al de naar de stad leidende wegen geblokkeerd heeft. De Gentenaars haasten zich de sluizen open te zettèn zodat in een minimum van tijd driekwart vah de omgeving blank staat. Don Francisco de Pardo, de plaatscommandant van Gent, ziet zich een uiterst moeilijke taak toebedeeld. Met riauwelijks.een paar bataljons voetvolk en wat geschut zal hij het hoofd moeten bieden aan een overweldigende overmacht. 6 maart Hij dringt er bij de magistraat op aan de burgers effectief bij de verdediging van de stad te betrekken. Om die medewerking aanlokkelijk te maken worden in het vooruitzicht gestelde privileges als pasmunt gebruikt. Al de gilden zijn voor het opnemen van de-wapens niet te vinden. De Spanjaarden liggen hun niet nauwer aan het hart dan de Fransen. Alleen de prinsenkinderen (vleeshouwers en visverkopers), de brouwers en de schippers "onder de conduite van Joncheer Jan de Kerchove, heere van Vaulx, en ·heurlieden heuversten" gaan post vatten achter de stadsmuur of in het fort. 232


8 maart De Fransen die over 80000 manschappen en 20000 pontemers beschikken gaan omtrent 11 uur in de avond tot de aanval over. Meer om paniek te zaaien dan wegens een bepaald strategisch manoeuvre, komen enkele kanonnen in actie. Van de beschieting heeft vooral de St.-Pieterswijk te lijden. Onder het bevel van de hertog de Villeroy - dezelfde vandaal die van 13 tot 15 augustus 1695 Brussel beschoot waarbij eventjes 3830 huizen volledig vernield werden en heel de Grote Markt met de grond gelijk gemaakt- worden de twee bastions (zie afb. 2) stormenderhand ingenomen. Pardo's soldaten zoeken hun heil in het SpanjaardskasteeL De Gentse strijders moeten maar zien hun plan te trekken. Wat de te nemen maatregelen betreft zijn de magistraat en de Raad van Vlaanderen verre van eensgezind. De enen willen weerstand bieden, de anderen de handen in de schoot leggen. Uiteindelijk gaat een delegatie bestaande uit de hoogbaljuw vergezeld van enkele schepenen de koning opzoeken om de overgave vail de stad te bespreken. Het spreekt vanzelf dat de intrede van Louis niet spectaculair genoeg moet plaats grijpen. Keizer Karels slogan "Je mettrez Paris dans mon Gand" zal de koning eens en voor goed uit de geschiedenisboeken verdrijvèn. Tot plaatscommandant wordt generaal de Montbro~ aangesteld. Deze tiran zal van maatt tot september zijn intrek nemen in de grootste burgerlijke woning van Gent : het Hof van Wackene alias Hotel de Nockere, gelegen aan de Poel. Een klein paleis dat gedurende eeuwen tot pleisterplaats gediend had vo'?r prinsen en koningen. Onze Filips de Goede verbleef er van 24 april tot 18 mei 1457. Keizer Karels zoon, de latere Filips 11, zaliger gec4-chtenis, overnachtte er op 7 september 1555. Karel zelf, vergezeld van twee zijner dochters en van Filips, vooraleer voor goed naar Spanje te trekken; verbleef er van 11 tot 28 augustus 1556. De beruchte Willem van Oranje nam er zijn intrek in 1577. In maart 1587 waren de ambassadeurs van de Engelse koningin Elisabeth er te gast. Enzovoort. U moet niet vragen hoe de triomferende soldateska huis hield in de door hen bezette woningen. Gelukkig dat de miserie van korte duur zal zijn.

9 maart De ·Fransen maken zich gereed het Spanjaardskasteel met groot geweld aan te pakken, in de mening verkerend met een ta4ijk goed bewapend garnizoen te maken te hebben. In werkelijkheid was dat garnizoen slechts een flauw beestje, dat zëker niet meer had kunnen doen ·dan wat blaffen. De Pardo oordeelde het dan ook verstandig aan de koning een eervolle ontruiming van het kasteel voor te stellen. Met 233


Afb. 4. De hoeve gelegen tussen de Hundelgemse Steenweg en de Schelde,.op het grondgebied van Merelbeke aan de Verloren Brood-straat, waar Lodei.vijk XIV ingekwartierd was tijdens het beleg van Gent. Thans herschapen in een danszaal DON PEPESNACK. (Foto D. Janssens)

opgeheven hoofd ging hij zelf zijn overgave aan Lod~wijk aanbieden die ze met beide handen aanvaardde. Hij was zelfs zo ridderlijk de overwonnene te complimenteren. Op heel de lijn was die Gentse historie een fameuze overwinning voor de Zonnekoning. "Ainsi le roi par sa conduite, serend en six jours maître de cette ville si renommée, qui fesoit autrefois la loy à ses princes même, et qui prétendoit égaler Paris par la grandeur de son enceinte et le nombre de ses habitants" Racine, Précis historique; aangehaald door de Lettenhove~

25 maart Niettegenstaande de naar Ieper gezonden versterkingen moet deze stad zich overgeven. Niet lang maar toch nog veel te lang duurde de Franse bezetting van onze stad. 10 augustus (dus verleden maand precies 300 jaar geleden) De Hollandse diplomatie vermocht het " het" wonder te verrichten te 234


Afb. 5. Rechts van d-e monumentale ingangspoort werd een stenen plaat aangebracht die aan dat historisch feit herinnert. IN MAART 1678 TIJDENS HET BELEG VAN GENT HIELD LODEWIJK XIV KONING VAN FRANKRIJK ZIJN VERBLIJF IN DIT HOF ZUNDE HET VERLOREN BROOD-HOF ARCH(ieven) DER S. PIETERS-ABDIJ (Foto D. Janssens)

Nijmegen : de Vrede van die naam wordt getekend. In feite een heel kortstondige vrede, een vluchtig vrede-tje. U hebt maar te denken aan de barbaarse vernieling van Brussels mooiste gebouwen. ·En ware het niet geweest dat barmhartige handen het beeldje in veiligheid gebracht hadden, ook Brusselseerbaarsteen meest geëerde burger, Manneken Pis, ware toen een zeer eerloze dood gestorven.

*

*

*

235


In verband met dit onzalig stukje geschiedenis moge ik de aandacht vestigen op een document dat zo goed als onbekend gebleven is maar dat daarom nog niet als onbelangrijk zijnde in het vergeetboek mag blijven liggen. Het betreft een handschrift dat bewaard wordt in de G.U.B. (G 2325) en dat deze veelzeggende titel draagt: van·het belegh van Gent het welke begost den 1 maerle ende eyndigde den 8 dito ·1678 door den koninck van Vrakerijck selfs in persoone; De anoniem gebleven auteur van het lied zal wel geweten hebben waarom hij onbekend wenste te blijven. Hij hield niet alleen de zot met de vechtende gemeentenaren, hij nam ook de plaatscommandant lekker in het ootje. Iets dat hem door de eventueel zegevierende Spanjaard erg ~walijk zou genomen worderi. Vooral als het moest blijken dat hij iemand was die zich wegens. zijn betrekking het schrijven ervan niet veroorloven mocht. ~nk eens aan da.t die iemand een stadhuisklerk, een gildenian, een schoolmeester was. Hoe dan ook schijnt onze waarschijnlijk niet-professionele - amateur-straatliedjesrijmelaar hee niet zo slecht gedaan te hebben. Dat zijn tamelijk vlot geschreven regels in onze ogen van een minder fatsoenlijk gehalte waren ? ln de 1 7de eeuw was men niet zo kieskeurig op zijn uitdrukkingen en niet gewend een blad voor de mond te nemen. Twee personages moeten het vooral ontgelden. Lieven van wie we niet weten of hij de aanvoet;der van de Gentse ·militie was, jonkheer de Kerckhove, of alleen maar een gildedeken, misschien: van de schippers, en anderzijds Franciscos de Pardo op wiens knevels Lieven het toch z~ gemunt heeft. Het staat als een paal boven water dat het lied direct na de dramatische gebeurtenis geschreven werd, nog vóór het sluiten vaq de Vrede van Nijmegen. Wie zou het inderdaad in zijn hoofd krijgen jaren na het voorval spotdichten riit zijn mohw te schudden ? Trouwens, klinkt . het lied niet uitgesproken actueel ? Daarmee weze niet beweerd dat de G.U.B. het authentiek, dus door de dichter eigenhandig geschreven tekst bezit. Wel integendeel, want heel waarschijnlijk is dat manuscript verloren gegaan. Wat we afschrijven is garant een 18de-eeuwse kopie. Dat is af te leiden uit het gebruikte geschrift. Heeft de kopiist veel of weinig aan de 29 strófen tellend1ied-geprutst ? Waarschijnlijk niet want anders zou hij de platte tekst "gekuist" hebben. Wat voor ons jammer zou geweest zijn. We publiceren dus het lied zoals het waait en draait, met zijn stijl, zijn spelling, zijn gewaagde woordenkeus. Maar ook - vooral - met zijn humor en zijn spotzucht. Slechts waar het broodnodig leek hebben we .sommige niet al te bevattelijke gezegden in margine verklaard. We dachten er dan ook geen ogenblik aan het 1 00 %volks stukje literatuur te hertalen. M: VAN WESEMAEL 236


BIBLIOGRAFIE 1. K. de Lettenhove, La Flandre pendant les 3 demiers siècles, V, Bruges, 1875. 2. P. Claeys, Pages d'Histoire locale, I, Gand, 1885. 3: V. Fris; Histoire de. Gand, Bruxelles, 1913. 4. H. Pirenne, Geschiedenis van België, 111, Brussel z.d. 5. Wmkler Prins Geschiedenis der Nederlanden, 11, Amsterdam, Brussel, 1977.

GENTSCHE TRAGEDIE IN DE GENTSCHE TAELE van het belegh van Gent het welke begost den 1 Maerte ende eyndigde den 8 dito 1678 door den koninck van Vrankerijck selfs in persoone 1 hoort vrienden eens altemaele een liet in onse gents"che taelle t'es soo jent, t'es soo jent t'es soo pertig pertinent t'es hoe schippers op· hun kaijen mestraepers en Mortecrraijen laesten keer hun hebben ghadt als belegert was hun stadt 2 twas 4 uren soo geslegen twas nog niet klaer ter degen als men lieven op de wacht sulck een droeve rnaere bracht lieven kleptige alaerme en twas in sijn broeck soo waerme dat men soo tbeleg begost al van verre rieken kost

schoon

·slim marktroepers

waarschijnlijk een kapitein

3 keijser Carel stont en beefde want de burgers gheel vervaert quamen naer de vrijdagsmaert om met Carel raet te scheiren hoe dat s'hulder sauden weiren sa seij Carellieven schiet schiet, schiet met auw dulle griet··

4 Lieven quam met geheele hoopen naer de dulle griet geloopen up tup grietjen up tup aen gij moet naer de catte gaen maer wat lieven smeet of stoorde t scheen dat grietjen niet en hoorde en op t'leste gheel den braes was datse vemaegelt was

van een dak voorzien werpwerktuig = kattapult. Dênk aan Kattenberg hutsepot (op een voetstuk) bevestigd

237


N Vl 00

Zinneprent het bombardement van Gent voorstellend. Ook hier heeft de graveur aan zijn fantasie de vrije loop gelaten. Brandbommen die de hemel op kolossale rookwolken trakteren. Zelfs wordt de stad vanuit het noorden beschoten. Van meer belang is het te weten dat de gepluimde Lodewijk, de degen in de handen begeleid door generalen op het voorplan staat te prijken. (Prentenkabinet R.U.G.)


5 hij niet wetende wat maecken keeck om hooge naer sijn draeke draeke seyd (hij) staedt mij bij het raeck auw soo wef als mij alle menschens herte graude dat de Draeke soo vier spauwde nauw sij Lieven est gedaen laet ons naer het eeckhaut gaen

6 een deèl schippers metsers mulders die geeleet met dobbel culders wulle mutsen op den cop quamen tketelvestjen op daer wiert schrikig bloet vergoten soose maer elck eens en schoten wandt daer was justement niet een levende herte qntrent

gruwde

omtrent de huidige Leopoldskazeme denk aan de straatnaam Eekhout lang kledingstuk zonder mouwen

7 al hun hair was opgebonden sij schuymbeckten gelijck als honden en. sij schteuwden:bloet wel hoe waer om sijn ons poorten toe al waeren die ftansche pesten boven tot up ons vesten sulle mense vallen aen en afvoor den deijvel slaen

8 Ksaggher soo veel osse vellen dats ick.schaes erikoste tellen elck seij, lieven wat es dat lieven seij, tes veur ons stadt want.soose met bomen schieten ¡ daer in doemese al te niete manen sa packt dek een vel soo beginnen sal het spel

lieven, in de betekenis van goed vloedje

doen we ze

9 men schonck lieven soo veel maetjens door de groote ende klijne straetjens dat als den assaut begost lieven qualijck staeri en kost lieven liep ende riep alaerme met tmuusket in sijne arme dustelende lancks de stadt want den burger die was sat

borrels jenever

zwingelend, waggelend

239


Afb. 7 Zinneprent de uittocht van het (Spaans) garnizoen voorstellend. In het midden het Spanjaardskasteel waarvan 2 bastions zichtbaar zijn. Op de voorgrond de Franse overwinnaar. Erboven de Spaanse soldaten herkenbaar aan hun vaandels die ze mogen meĂŠdragen hebben. In de cartouche bemerkt men de plattegrond van het Spanjaardskasteel met de onder water gezette omgeving. (Prentenkabinet R.U.G.)

240


10 lieven seij daer es een rnaere godtgeef dat niet waer en waere want - ick hebbe daer verstaen dat men wilt apel gaen.slaen dat de brauwerij de tassche licht van eenen bom in dassche jae men roept van allen bnt sente pièters turre brant 11 ksag uyt t'enghlant gat met hoopen roers draegen maer sonder loopen kseijde wat daer me gedaen ? kwil oock naer de veste gaen dat sal oock een schrik gauw geven om de fransche te doen beven want sij sullen. haest gaen vlien als sij die roers sullen sien

reeds in 1446 bestond een brouwerij van die naam

geweren

~eglopen

12 al de lievens van de muije hoorden t' oock allarm luijen packten het geweir in dhant d'een riepmoorten d'ander brant daer me lancks de draijende vesten gram ende steijt gelijck als pesten maer hun furie was verflauwt als sij quamen op t'eeckhaut

13 soo shet canon hoorden blaesen liepen sij gauw als haesen en sij sogten elck een gat pijsende wat peste es dat haeme togh ons dulle griete om daer me n.auw gauw te schieten kwed en dat den fransen haen haest sau de retrete slaen

soo

14 dat was justement de saecke om de fransen weg te rnaeken maer al soo se niet comt aen sal het wel wat qualijck gaen laet ons daer in ons cartauwen doen ter stont de vlamme dauwen sa canstable pack uwe lont schiet de duyvels in den gront

ze het

hadden we

zou

terugtocht

kleine kanonnen uitdoven zee-officier belast met de uitdeling van de schietbenodigdheden

241


Afb. 8 Zinneprent de overgave van Gent voorstellend : L 'Espagnol sans Cand. In een cartouche staat een zesregelig vers dat aldus luidt : Charles qui dans son Gand se vantait de pouvoir enfermer+tout Paris, serait surpris de voir que Ie Français l'emporte au bout de son épée. l'Espagnol a beau faire avec Ie soin qu'il prend sa peine à Ie chercher est en vain occupée. Il ne !'aura jamais si la Paix ne lui rend.

242


Afb. 8 (vervolg) Het was> Keizer Karel die luidens een overlevering zou gepocht hebben Parijs in zijn gant (handschoen)= Gand te kunnen plaatsen. Op de prent zien we een stralende Ladewijk die de gant = Gand op de punt van zijn degen gestoken heeft. De gouverneur van de stad, Don Francisco de Pardo, zoekt met de bril op de neus en een lantaren in de hand naar wat hij komt te verliezen. Een toeziende Gentenaar (Lieven?) wijst de Spanjaard in wiens handen de stad terechtgekomen is. De laatste regel van het gedicht voorspelt de toekomst van de stad: door het sluiten van een Vrede·zal ze opnieuw Spaans worden. De prent werd uitgegevenAParis chez le Blond rue St.-Jacques a la cloche dargent C.P.R. Afbeelding naar een exemplaar bewaard in het Bijlokemuseum. Copyright Koninkl. Instituut Kunstpatrimonium. (216546 M)

15 daer liep eenen op de veste staut ende kloeck gelijck een peste die daer stampte met sijn roer en als eenen duijvel swoer d'eersten frans die k' crijgh in dhanden kbijt sijn cop af met niijn tanden jae den burger was soo gram dat tschuym uijt sijn backhuis quam 16 k'riep hem schiet eens hedde therte dan seij lieven leekt mijn kerte en seijd hontsot komt eens aen komt wat in mijn plaetse staen k'seij hem neen het mogter vuijllen stopt seij heij begut uw muylle wat komt ghier gecken met mij jauw gat spant gelijck een eij

stoute durver, van een jongen zei men "gij lelijke peste". vloekte

Lieven

schede, synoniem van konte en tegenhanger van "kust mijn konte, enz." Kertsmerte had een kind of-volwassene die wegens het gebrek aan hygiëne tussen de benen openlagen. door de hond houd

17 daer entusschen deen de fransen desen burger braeve dansen want sij schoten jent en net door sijn gat met een musquet hij lag met den stiet omhooge en stierf daer voor onse oogen ksient wel, seijense, comt aen t'es ons·hier watteet te staen

deden schoon

te heet

18 kwamper vijf of sesse tegen k'vraegder hoe ester me gelegen .tester sijden sij soo eet dat menbloetende waeter sweet fransehen vallender gelijck mussen in dalve maene en daer en tusschen waster ivers nauwers noot twee gequets en eenen doot

demi-lune, gelegen tussen 2 bastions van een fort

243


19 k'had wel willen eens gaen kijken wie dat t&eijl sauw moeten strijcken maer sij riepen wilde gaen wuider kennent auw niet raen men sag soo veel doo lichaemen als me wuider van daer quamen dater van nauw, in hun bloet misschien wel een dusent vloet

het zeil aanraden

20 sij sijn besig in dalve maene met de fransehen uijt te slaene t'gaeter soo afgrijselijck soo hermertig schomelijck sij laetendre soo veel menschen dack geloove datse wenschen ¡datse noijt aen t'herte gÊhaedt van de commen voor ons stadt

21 daer quam eenen oock geloopen die seij khebbe met gheel hoopen het secours sien kommen aen om de fransche te verslaen sij kommen vant sas gelijck mieren al dholansche vindels swieren van nauwe af op onse vest lieven vegt dan om te best

sas van Gent

22 k'gaf geloof aen dese dieven kseijde wel w:at bruijt mij lieven sou den bugger desen dat,s nog welleeren aen dcm frans maer soo k'quam op het clockhecken twas peurmentig om te gecken hoe afgrijselijck ende bont lieven in posture stont

brouwt

?

23 achter d'erde van de vesten glijck als honden op hun nesten . schreuwde lieven sa wel aen maer gen meugt niet voorder gaen want willem ons bloet gaen geven seker laetmer het leven ider dan sijn eirsgat boog en sij schoten soo omhoog

willen we laten we er plat voor achterwerk met winden (denk aan Pallieter)

244


24 pist eens hoe de fransche vielen t'was omt leger te vernielen met hun schreuwen en gerucht van de cogels in dè lugt het was schrikelijek om siene want claer lagger seventiene in het leste vant gevegt elf doot en ses heregt

25 t'sal ons duijnckt mij sijn gesonder dat wij ons geven ten onder want soo wij nog wachten lanck k'vreese voor nog meer bedwanck dan quam lieven soo t'behoorde met den fransman in accoorde en daer me /I: o wat groot spijt :// was nu gent heur maedom quijt

Maagd van Gent zinnebeeld van macht

26 als de fransche binnen quammen lieven sijn geweir afnamen met een vitte met gewelt lieven stont geheel verstelt moet ick sien hellebaerde nemen uijt mijn cortegaerde en wagdraegei:l uijt ons stadt wat een duijvels volck is dat

27 nemense mijn dulle griete waer me sal i.ck konnen schieten k'ben alle mijne musquetten quijt meijnde dat mij niet en spijt nemense mij af mijn draecke wel wat duijvel sal ick maeke maer nauw, het spaens casteel dat en hense nog niet g'heel

vijandschap

Fr. corps de garde= wachthuis

nemen ze

meent ge

28 Petjen Pardo salse erauwen met sijn dobble cartauwen eers al dhoije comen aen ofte op dhernisse stil.en want het is soo op de fransehen dat sijn kneuvels staen ende dansen doen de fransen quamen aen graet een hoet het es vergaen

knevels toen raad eens

245


29 sonder slag of scheut te schieten of een dreupel bloet te gieten sag men de chamade slaen en t'casteel soo overgaen petjens kneuvels erompen innen soo het spel sau gaen beginnen want hij vreesde voor assaut daer om was hij gheel benaut FINIS

aftocht

met wat krulletjes

NOG OVER DE EXPO '13

In het maartnUmmer van G.T. hebben we ter gelegenheid van de 65ste verjaring van de opening van de tentoonstelling een tamelijk omstandig opstel geschreven dat, als we enkele oude pruiken mogen geloven, nogal in de smaak gevallen is. Het past dan ook dat we de 65ste verjaring van de sluiting kort en bondig herdenken. Natuurlijk met het aanbieden van een amusante doodsbrief. We publiceerden er reeds twee met Vlaams-Gentse teksten. Vandaag hebben, we het voorrecht er een Franse te presenteren. Het is Prof. Pierre Kluyskens die zo vriendelijk en onbaatzuchtig was onze aandacht te trekken op het exemplaar dat hij in zijn verzameling bewaart. Wat meer is gafhij ons de toestemming er in G.T. gebruik van te maken. Waarvoor we hem in naam van ons talrijk lezerspubliek hartelijk danken. Alhoewel commentaar overbodig is houden we eraan de namen van de grote bazen va~ de Expo te kopiÍren di~ (de namen natuurlijk) op de doodsbriefop een¡ intelligente manier of niet, zo onbarmhartig vermassacreerd werden. En die op de brief wellicht moeilijk te lezen vallen: Joseph Casier; Emile Coppieters; de Smet de Naeyer; Cooreman; E. Braun burgemeester; Henri Boddaert; J.-B. Storms; Jean de Hemptinne; Cadola; Hennequin colonel. En passant zetten we een paar mindere onnauwkeurigheden recht. Prof. P. Kluyskens gaf voor de zoveelste keer het goede voorbeeld door anderen van zijn wetenschap en documentatie te laten profiteren. Het is te hopen dat hij navolgers moge hebben. M.V.W.

246


Vous è.te<~ pri!c d'assist~r au service convoi et e n!errement de sa digne Majest~ 1'

EXPOS ITION DE GAND fnternation-ale et Uniserveile dec~dêe en la sixitme el fun~bre mois de sa triste existence Je 3 no,·ernbre 1913; elle emporte avec elle les souvenirs inoublîabtes de ccux qci contriäuèrent .=t h•i donner la \·ie, déc~d e sans auc1.:n sacrement ni bénédiction, après de long mois d'agonic de la

J. CACfER DES ARCHIVES, son père ; MlMILE COPI-TER~E, son beau-père; DESUITE A NOYER, son oncie; GOlJRMAI>:D, sen IIUcur ; E. BRANDEBOURG, maître de córémonie; F.~ RlilOTTE A HER, son royal ;"~' !;aire; .JAU:-::-<E STORS, son <levoué a1joint; J 'HEM; HA>.:, petit.. .... n:veu ; 0. A C. DC CADEAU. Ie mnt~m en s:èn'; A:\ KIX ZE ROUNN, gar<Jt! de! co rps. Le cortège se rtunira à la Colossa le eturée .· don! on pourra admirer Ja grüce, la légèreté; fe cortège

sera mené au pas cade.ncé pour aroir Ie tcmps d!arpeuier la Jcngueur, Ie êo.1roi nc sera pas obstruer par l es vis-iteurs qui l'l!ncombre. L'Exposifion, étanl plus tót :ut cimelière ou de rares promeneurs viennenf

}eter un dernier adieu de pit ie sur les monummls (Palais, Cu]ë , A flractions ..... de Combien) et opporter une dernièr e consolatlon aux

~·icfimes.

Les cordons seront tenus par :

La France qui n'en 11!st pas plus fl~ re da l'avoir tant encombrée sans profit, gioire, n i gratitude. L'AIIerriagne et son four, L'5spagne et la pompé à lll ... ouche, $cflr.').;_}:_a Perse et soutenue par Ie Zi-lair-Tall. Lc cortège ne passera pas par l<s attraclions que !'on a retournées dans Ie four crématoir (B revet BRAK HËRR) qci est chargé ~e les reme!lre onlrè-mer. . :D"""",;,...:;!;11-r> ~n pa,;sant a•enue d" BELLE-AIR, Ie cort~ge slationnera à !a HOTETA fl!ERE (musique symphonique, du '..J~._T~UX RATS BAL TIC L ainsi qu·au CHAT :\OiR devenu~ hlanc de rriskS$2, afin de déguster Ie dernier -,;. ptlt du jour ; .\(oules et iri!os, grn< succès d'Exposition Flamande, ainsi qu'au Zl-t.AII},TA~Jjemlêrc chope et marche mélodiëuse par l'orch~stre. :< • t'Vl -iLJ_ ~\.\t. BEAU DE GATS qui s'en .\lOQUA; PRE:\DS-T:\1\IA; CENTRE-HAL; PUR GRAS-DQS; BOULERA:-<GE (en convalescence) ; PARI- QUI CHA~TA; KA!R et :>loucho Rahil; SINISTRE RAJLWAY suivront Je eor!ège et tiendront la_ queue de la poelet ce quî Ie chnngcra. .J «..~ .. ~ ·t-.:.l

Jl...__t:::;-

vv/

La ·l'IEILLE FL.4.NDRE drainera fes curi<ux sur Ie parcours ou el/e peut se quérir Ie succès si longtemps attendu el fermera Ie cortège.

PRlEZ POUR SON REPOS. DEPROFUNO I S. P. S . - P rière de n'apporte< ni neurs ni couronnes. -La veillée du corp> aura Jieu jusqu'à Dimanche soir, au Chat .1\loîr, Avenue du Bel-Ve-Der, de 3 h. de releY<!!e à 12 heures. Lts dergcs sant accept~.

E. C.

TEMPLIER. éJ.it~tw,

14, rue longu6 des Casemes. Gand.

247


TE GENT

1. De kermis in mei te Drongen is buitengewoon geslaagd : een veertigtal oude beroepen, een interessante antiekmarkt en een zeventigtal kunstenaar hebben een massa volk gelokt. Wie die dag niet naar Drongen is gegaan, heeft veel verloren. Proficiat en tot volgend jaar !

2. Op 4 juni had een kruisboogtornooi van de drie zustersteden plaats in het Gravensteen, een enig kader voor een dergelijk feest. N~t het schuttersfeest, dat een grote belangstelling mocht genieten, kon het publiek schieten met de salonkruisboog en met de blaaspijp. De Gentse rederijkerskamers verleenden ook hun medewerking : "Jesus met den .Balsemblomme" voerde het wagenspel "De klucht van Mie Gendarm" op en "Mariakring"Marien Theeren" het wagenspel "Sa Breugel kus de bruid". Beide stukken werden prachtig opgevoerd en. oogstten terecht veel applaus. Terwijl werden door de jeugdgroep Tijl van Oostakker volksdansen uitgevoerd. Ook hier : proficiat aan al de inrichters en de medewerkers en ... tot over drie jaar. 3. In de verkeersvrije Mageleinstraat werden de gevels van al de huizen met bloemhakken .versierd. Proficiat ! Wie volgt dit voorbeeld na ? Ook de gevel van het Bestendig Politiecommissariaat, de gevel van het Sint-Jorishof, het postkantoor, twee grootwarenhuizen in de Veldstraat, enkele bankinstellingen op de Kouter en het gebouw van Bruggen en Wegen op de Sint-Michielshelling werden begin juni met bloembakken v:ersierd. Na te volgen voorbeelden. 4. Te Heusden overleed in juni 1978 de beeldhouwer Ernest d'Hondt. Hij werd geboren te Balegem op 12.12.1889. Hij was een oud-leerling van d~ academie te Gent. Oud-striider, was hij voornamelijk bekend. om zijn beelden en monumenten opgericht ter herdenking van de gesneuvelden. (Ledeberg, Nevele, Boekhout, Vlamertinge, Ha;z;ebrouck)~ 5. In het mei-nummer van 1977 suggereerden we, dat de stad Gent het prachtig hotel d'Haene-Steenhuyse in de Veldstraat zou aankopen. We vernemen met de grootste vreugde, dat het stadsbestuur van Geilt heeft besloten het gebouw aan te kopen. Alzo is dit buitengewoon merk~aardig gebouw, dat zo een rijke geschiedenis heeft - LadeWijk XVI verbleef er tijdens de Honderd Dagen - beveiligd en is het patrimonium van onze stad verrijkt. In de jaargang 1979 zal Ghendtsche Tydinghen wat vertellen over het verblijf van Ladewijk XVI te Gent. 6. Te Gent overleed op 9 augustus 1978 Johan Daisne, schrijversnaam van Dr. Herman Thiery. Hij werdgeboren te Gent op 2.9.1912. Doctor in de economische wetenschappen was hij sedert 194 5 hoofdbihliothe248'


caris van de stadsbibliotheek Ottogracht. Hij was ook een aantal jaren leraar aan de stedelijke normaalschool te Gent. Johan Daisne was een buitengewoon rijke persoonlijkheid: dichter, romanschrijver, essayist, auteur van toneelstukken. Hij laat een rijk en aanzienlijk oeuvre na waaronder we willen vernoemen "De Trap van steen en wolken" en "De man die zij haar kort liet knippen". Johan Daisne ontving dan ook talrijke prijzen : 1946 : staatsprijs voor toneelletterkunde, 1948 : prijs van de K; Vlaamse Academie, 19 54 : letterkundige prijs van de stad·Gent, 1960 : staatsprijs voor de roman. Een aantal werken van Johan Daisne werden vertaald in het Frans, ~uits, Spaans, Engels; André Delvaux verftlmde twee werken van Johan Daisne : "De man, die zijn haar kort liet knippen" en "De Trein der Traagheid", ftlmen, die in binnen- en buitenland een groot succes. kenden. Johan Daisne was ook een voornaam ftlmcriticus. In het bijzonder moet zijn "Filmograftsch Lexicon der Wereldliteratuur" worden vermeld, werk waarmede hij internationale bekendheid verwierf. Terecht schreef Jos. Murez: "met Johan Daisne verdwijnt een eminente figuur in onze literatuur". 7. Tentoonstelling: De inname van Gent in 1678 en de gevolgen ervan. In de Universiteitsbibliotheek, Rozier 9 te Gent, loopt van 18 sept. tot 6 okt. a.s. een tentoonstelling gewijd aan de Inname van Gent door het leger van Ladewijk XIV, driehonderd jaar gelegen. Opzet ervan is het gebeuren van die tijd in zijn historische samenhang voor te stellen. · De oorlogen tussen de koning van Spanje en de Franse koning, die het gewapend met de opvatting van absoluut vorstendom en Frans imperialisme- op de Nederlanden gemunt had, werdensedert 1635 met wisselende kansen gevoerd en hadden een rampzalige terugslag op het leven van de bevolking van onze streken. Dorpen en steden werden immers nu eens door de Spanjaarden, dan weer door de Franse troepen geplunderd en gebrandschat. De tentoonstelling besteedt bijzondere aandacht aan de nasleep van armoede en ellende, die zo erg werden dat beide kampen noodgedwongen tot een soort afspraak kwamen om die te milderen. Ze onderstreept bovendien welk belang in politiek opzicht de inname van Gent zelfhad: dreigend Engels ingrijpen; de Vrede van Nijmegen en de afscheiding van een belangrijk deel van Vlaanderen, dat voorgoed door Frankrijk ingelijfd werd. De tentoonstelling is van 9 tot 12 en van 14 tot 17 u. geopend, maar niet op zaterdag en zondag. 249


STRAATNAMEN 5. Antheunisstraat : Karel Antheunis werd geboren te Gent op 11 september 1802. Hij behaalde het diploma van doctor in de rechten in 1825. Hij was een fel organist en zal zich later aansluiten bij de Liberale partij; het zetelde in de gemeenteraad van 1851 tot 1863. In 1844 bekwam hij de toelating van het gemeentebestuur twee straten aan te leggen om zijn eigendom in de Lange Violettenstraat : zo ontstonden de Vijfwindgatenstraat en de Antheunisstraat. K. Antheunis overleed te Gent op 21.4.1882. (Fris) 6. Koningin Astridlaan: Geboren te Stockholm op 17.11.1905 huwde ze met prins Leopold in 1926. Na de dood van koning Albert werd ze koningin op 23.2.1934. Nauwelijks een jaar later en wel op 29.8.1935 vond ze de dood bij een autoongeval te Küssnacht in Zwitserland. De verslagenheid in ons land was onbeschrijfelijk." Uit het huwelijk sproten drie kinderen : prinses Jozefma-Charlotte ( 11.1 0.1927), onze koning Boudewijn (7.9.1930) en prins Albert (6.6.1934 ). 7. Prof. L. Baekelandstraat : straat rechts op de Kortrijksesteenweg voor de brug over de Ringvaart. Leo Hendrik Baekeland werd geboren te Gent op 14 november 1863. Na studies voor scheikundige week hij in 189Q uit naar de Verenigde Staten. Hij stichtte er de Nepora Chemica! Company, die het Veloxpapier vervaardigde. Deze maatschappij werd in 1899 door Bastman Kodak Company opgeslorpt. Nu richtte Baekeland de Hooker Electrochemical Company op. Na lange onderzoekingen slaagde Baekeland in 1909 er in uit phenolen en aldehyden kunstharsen te bereiden, waaraan de naam Bakeliet werd gegeven. Baekeland overleed te Beacon bij New-York op 24 februari 1944. 8. Albert BaettsÇJenkaai: Geboren te Gent op 9.1.1866loopt hij school bij de schilders G. den Duyts en J. Delvin; in 1886 vestigt hij zich in het Land van Waas en ondergaat er de invloed van de landschapschilders Meyers, Rosseels en Courtens, waarna hij nog een tijd te Parijs gaat studeren. Hij reist naar Londen, Venetië en Zeeland; tijdens de oorlog verbleef hij te Londen. In 1919 is hij terug te Gent, waar hij zal overlijden op 9 juni 1922. Oscar Roelandts schreef in 1928 ~'Alhert Baertsoen dankt zijn meesterstukken aan zijn vaderstad; zijn gehoortegrond is hem erkentelijkheid en eerbied verschuldigd voor de liefdevolle verheerlijkingen, prachtstukken der musea, welke we bezitten. Onze vereering voor zijn artistieken arbeid is een hulde aan wat hij in hoogst esthetisch betrachten voortbracht, eene uitdrukking van dankbaarheid voor wat hij den mensch schonk. Hij behoort tot de groote schilders van onze tijd" (zie : Cataloog Retrospectieve Tentoonstelling Albert. Baertsoen 186 6-1922. 28.10.1972). 250


BIBLIOGRAFIE

1. P. fordanus Piet De Pue: 750 ]aar Dominikaans Leven te Gent. Zeer verzorgde en prachtige brochure vol teksten, die belangstelling zullen wekken bij allen, die interesse hebben voor de geschiedenis van Gent .. Zeer fijne illustraties. Deze brochure is het werk van jarenlang vlijtig zoeken en mag zeker in onze bibliotheek niet ontbreken. Prijs : 100 frank. Verkrijgbaar in het klooster van de Dominikanen, Hoogstraat Gent. 2. C. Van Severen : Het Sint-Pietersdorp te Gent. (In "Toerisme in Oost-Vlaanderen, n. 2, 1978) Interessant artikel over een weinig behandeld onderwerp. Dezelfde auteur publiceerde in het juli-nummer - · van Toerisme in Oost-Vlaanderen het artikel "Het Sint-Baafsdorp te Gent". 3. Johan Decavele : Schenkt Gent binnenkort zijn eigen klare wijn ? De ontworpen wijngaard achter de Sint-Pietersabdij in "Toerisme in Oost-Vlaanderen" (n. 4, 27o jaargang). Boeiend artikel in verband met wijngaarden en wijnhandel in de middeleeuwen. Zeker zal de wijngaard van ongeveer 600m2, die achter de Sint-Pieterskerk zal worden aange... • legd, het zicht op de Sint-Pietersabdij veel verfraaien. 4. Jacques De Vos: Mei 1940 ten zuiden van Gent. Alhoewel de inhoud van dit boek niet rechtstreeks in verband staat met Gent, willen we het toch vermelden, omdat het werk ons het verhaal brengt van de militaire voorvallen van 19, 20, 21 en 22 mei 1940 in het bruggenhoofd Gent. Bij qe lezers, die deel genomen hebben aan de veldtocht 1940, zal de lectuur heel wat herinneringen oproepen. 5. N. Maddens : De opstandige houding van Gent tijdens de regering van Keizer Karel V ( 1515-1540) in "Appeltjes van het Meetjesland. Jaarboek van het Heenikundïg Genootschap van het Meetjesland. N. 28-1977". Zeer grondige studie. De Heer Maddens brengt ons een duidelijk beeld van de voorgeschiedenis, waardoor we de gebeurteniSsen in 1537 beter kunnen begrijpen. Wie belangstelling heeft voor dit onderwerp - en wie als Gentenaar zou er geen belangstelling voor. hebben- moet deze 32 bladzijden tellende studie lezen. Tevens rijke bibliografie. Het Jaarboek bevat ook een artikel "Sint-Gerolf in de geschiedenis en legende" van R. Moelaert, dat beslist belangstelling zal wekken bij onze leden van Drongen. Het Jaarhoek kost 300 fr. en kan besteld worden bij de Heer 0. Lippens, Gentstraat 12 Lembeke. (postrekening : 000-0604056-37 Heemkundig Genootschap van het Meetjesland, Lembeke). 251


AANVULLENDE LEDENLIJST

1346. Sterckx M. Nekkerputstraat 69, 9000 Gent 1347. Minsart K. L. Dierlexstraat 35, 9000 Gent 1348. Desmyter A. Ter Platen 75, 9000 Gent 1349. Mw Vanlommel-Beuzelin F. Lindestraat 50, 9810 Drongen 1350. Rodrigues R. Stropstraat 37 9000 Gent 1351. Stad Gent-3e Directie Giltiestraat 8 9000 Gent 1352. Verheggen F. Sint-Lievenslaan 308 9000 Gent 1353. Boone E. Hoeksken 41 9068 Brtvelde 1354. Poelman R. Zavelput 18 9110 Sint-Amandsberg 1355.. Thielens G. Willem Teilstraat 19 9000 Gent 1356. Meerschaut A. Mekbeekstraat 11 9853 Bachte-Maria-Leerne 1357. Hellinck A. Elsstraat 5 9000 Gent 1358. Depuydt D. Henri Pirennelaan 17 9219 Gentbrugge 1359. De Geyter R. Dr. M. Dewulflaan 8 9820 Sint-Denijs-Westrem 1360. Spanoghe P. Sint-Baafskouterstraat 14 9110 Sint-Amandsberg 1361. Mw Penth J. Marseillestraat 90 9000 Gent 1362. Nopens P. Krijgslaan 157 9000 Gent 1363. Rass~wM Pacificatiestraat 10 9218 Ledehei"g

VRAAG

De Heer R. De Herdt, die belast is met het voorbereidendwerk van het in oprichting zijnde museum voor Industriële Archeologie en Tex" tiel te Gent stelt de volgende vraag : "Het ligt in de bedoeling getuigenissen te verzamelen van mensen die vóór 1940 in de textielnijverheid werkzaam waren en die ons zouden kunnen inlichten niet alleen over de werkomstandigheden, maar ook over productietechnieken, bepaalde functies in fabrieken, enz. Er moeten ongetwijfeld nog mensen leven die werkzaam waren op de blekerijen in open lucht (bijv:bij Alsberge & Van Oost), die nog op een selfactingmule gewerkt hebben of die machinist waren van één van de stoommachines in de Gentse textielbedrijven. Kunnen de lezers van G.T. namen en adressen bezorgen van personen, die vóór 1940 in de textielnijverheid gewerkt hebben ?" Te zenden aan de Heer R. De Herdt, Stadsarchief, Abrahamstraat, 13 Gent. Offsetdruk VITA, 9750

Zin~tn.

252


GHENDTSCHE TYDINGHEN Tweemaandelijks Kultureel Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent V.Z.W. · Redactie-adres : Sint-Lievensdoorgang 1, 9000 Gent 7deJaargang,nr. 6

15 november 1978

Voorzitter: G. Hebbelynck Ondervoorzitter : H. Collumbien Secretaris: R. Van Geluwe Penningmeester : A. Verbeke Ruildienst : Van Geluwe-Eggerinoot A., Maïsstraat 235, Gent. Secretariaat : Maïsstraat 235, Gent. -Tel. 26 23 28 Postrekening: 000-105.04.73-60- Heemkundige en Historische kring Gent, Koggestraat 14, Gent Lidgeld : 200 fr. pet; jaar. INHOUD Te Gent tijdens de eerste wereldoorlog Iets over de uitgifte van oorlogsgeld . Wie puzzelt er mee ? Inhoudstafel 1978

257 311 315 318

Bibliotheek en wekelijkse bijeenkomsten : in het Documentàtiecentrum voor Streekgeschiedenis, Convent Engelbertus-Groot Begijnhof, huis nr. 46, Sint-Amandsberg (Gent) :elke zondag van 10 tot 12 uur (uitgenomen op feestdagen). Gesloten in juli en augustus. Verantwoordelijke uitgever: G. Hebbelynck, Voorhoutkaai 40, Gent Elke auteur is alleen verantwoordelijk voor zijn bijdrage Uitgegeven met de steun van het Stadsbestuur van Gent en van het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen

253


WAARDE LEDEN, Het maartnummer van de huidigejaargang in verband met de Wereldtentoonstelling te Gent in 1913 oogstte een reuze-succes¡ bij. onze leden. Onze beste dank dan ook aan onze trouwe medewerker Maurice Van Wesemael. De lezers. zullen vastgesteld hebben, dat het novembernummer van G.T. bijna een jaarboek is geworden. Met dit nummer eindigt de zevende jaargang van G.T., jaargang, die 318 bladzijden telde. In de loop van 1978 werden meer dan honderd nieuwe leden aangeworven, meestal dank zij leden van G.T. Ook aan hen onze oprechte dank. Door de twee nummers van G.T. volledig gewijd aan een onderwerp, was het de redactie onmogelijk in 1978 al de beloofde artikels te publicerèn. In de achtste jaargang komt de geschiedenis van de jaren 1862 tot en met 1867 met de katoencrisis in de katoennijverheid als gevolg van de Secessieoorlog, de inhuldiging van het standbeeld van ]acob van Artevelde en een reeks andere gebeurtenissen plus een reeks artikels over diverse onderwerpen. Ook het antwoord op de vraag van blz. 158 van het julinummer komt in de volgende jaargang.

-

Voor 1979 blijft het lidgeld onveranderd: TWEEHONDERD FRANK of 33 fr.per nummer, minder dan een koffie of een pakje sigaretten. Van die 33 fr.gaat meer dan drie frank naar de postzegel en het omslag. Met dit nummer ontvangt U een formulier, dat kan gebruikt worden voor een overschrijving of storting. We durven er bij de leden op aandringen nog deze maand de bijdrage van TWEEHONDERD FRANK te storten. Alzo helpt U de H. en H. Kring Gent. Hiervoor onze dank bij voorbaat. Oni te eindigen wensen we al Onze lezeressen en lezers een vrolijk Kerstfeest en een voorspoedig 19 79.

254


1. Betaal uw bijdrage nog in november. Uitgesteld is vlug vergeten. 2. Vul duidelijk Naam en Adres in en dit op de beide delèn van het formulier. Vermeld ook uw lidnummer (zie omslag). 3. De lidkaarten worden verzonden met het januarinummer. 4 . .Indien voor een der-de betaald wordt, vermeld dit duidelijk in de mededeling onderaan. 5. Het formulier kan gebruikt worden in het postkantoor, voor het postcheckambt, in banken en financiële instellingen.

OP WOENSDAG 42 NOVEMBER OM 20 UUR VOORDRACHT MET KLEURENDIA-PROJECTIE DOOR DE HEER L. HOSTE OVER "UITHANGBORDEN TE GENT" IN DE CONFERENTIEZAALVAN HET KULTUREEL CENTRUM- BANKVAN BRUSSEL-LAMBERT, GRAAFVAN VLAANDERENPLEIN 3, GENT.

Necrologie Op 20 september 1978 ÇJVerleed de Heer Pierre Uyttendaele. Hij was stichtend lid van de Heemkundige en Historische Kring Gent. De Raad van Beheèr van de H; en H. Kring Gent biedt de faftJ.ilie zijn oprechte deelneming aan.

255


256


TE GENT TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG NOOT : Zestigjaar geleden eindigde de eerste wereldoorlog. De redactie van G.T. meende dit feit niet ongemerkt te mogen laten voorbijgaan. In dit artikel gaat de aandacht in de eerste plaats naar het leven van de gewone man te Gent; het politiekgebeuren wordt in dit artikel niet behandeld.

Op 4 augustus 1914 viel het Duits leger België binnen. De stad Luik werd ingenomen op 7 augustus, terwijl de forten rond Luik nog een week zullen standhouden. Op 20 augustus trokken de Duitse troepen de hoofdstad binnen. Antwerpen viel op 9 october. Op 8 september meldden de kranten reeds een veldslag te Melle-Kwatrecht. Heel wat Gentenaars gaan ter plaatse kijken, nadat de Duitsers zich wat hebben teruggetrokken. Op 11 october waren er nieuwe gevechten te Melle. Het oorlogsgedenkteken te Melle ingehuldigd in 1934 herinnert aan de strijd van Franse mariniers (les pompons rouges). Op inaandag 12 october wordt Gent door de Duitse troepen bezet. In de ontelbare textielfabrieken te Gent werkten in 1914 ongeveer 20 000 werklieden. Als gevolg van de oorlog komt er een grote werk~ loosheid onder de textielarbeiders. Daar geen grondstoffen kunnen ingevoerd worden, vallen bijna al dè fabrieken stil en verliezen talrijke gezinnen hun inkomen. Tijdens de oorlog zal bezet België bestuurd worden door een Duits gouverneur; de provincies West- en Oost-Vlaanderen alsmede een deel van Henegouwen lagen in het etappengebied met éen ander bestuur, voor wie enkel het militair belang gold. Onmiddellijk werd hèt stadsbestuur geconfronteerd met de zwaarste problemen. In zijn werk "Oevres de philanthropie et de dévouement créées pendant la première .. année de la guerre"vernoemt burgemeester Braun niet minder dan 28 werken, die werden opgericht. We kunnen de~e werken 'niet allem~al vermelden. Over de voornaamste werken toch wat gegevens. De Werkloosheid We hebben reeds gezien, dat als gevolg van de oorlog de meeste textielfabrieken stil vielen door gebrek aan grondstoffen. Het onmiddellijk gevolg was, dat duizen~en families geen inkomen hadden. Reeds op 6 augustus 1914 meldt een krant, dat te Gent op 10.000 werklieden in de katoenindustrie 3000 zonder werk iijn : BaertsoenBuysse ligt stil (650 werknemers), in New-Orléans (500 werklieden) en in La Louisiana (850 werklieden) worden slechts halve dagen ge257


werkt. Reeds in juli 1914 was de werkloosheid te Gent tamelijk groot : 2556 arbeiders, die vrijwillig bij het werklozenfonds waren aangesloten en regelmatig hun bijdrage hadden betaald, waren werkloos. Ze on ivingen een vergoeding van 1,11 fr. per dag, vergoedin·g die bij het uitbreken van de oorlog gebracht werd op vijftig centimes per dag. Toch was de reserve van het werklozenfonds vlug uitgeput. Aanvankelijk schonk het stadsbestuur een steun van 10 000 fr. per week aan het werklozenfonds. Op 15 mei 1915 zal een Nationaal Werklozenfonds worden opgericht, waarván de werking het ganse land zal bestrijken. Tijdens de tussenperiode schonk de stad Gent zesfr.per week per aangesloten lid aan het werklozenfonds. Werklieden, die meer dan 30 uur per week werkten, ontvingengeen steun; de anderen ontvingen een vergoeding in verhouding met het aantal wekelijkse werkuren (1 fr.: van 26 tot 30 u., 2 fr.van 21 tot 25 u., 3 fr.van 11 tot· 20 u.,-4 fr.minder dan 11 uur). De nieuwe uitgaven vergden nieuwe inkomsten : op 9 november 1914 werden nieuwe belastingen goedgekeurd : vijf centimes per kg. mout voor de brouwerijen, twee centimes per liter of fles ingevoerd bier in de stad, een verhoging van de belasting op de hönden en een taks op de ongehuwde mannen. Begin 1915 zal de belasting op kolen, bier en zout worden ingetrokken. De reden was, dat de prijzen van deze drie producten sterk waren gestegen. Op 15 augustus 1914 meldt Le Bien Public, dat in de vlasindustrie, met ongeveer 11 000 werknemers het aantal werkuren van elf op acht uur per dag werd vermiilderd. Half september zijn van de 22 259 werklieden aangesloten bij het werklozenfonds een derde werkloos, een derde werkt gedeeltelijk en een derde werkt nog normaal. Begin november is de helft van de katoenarbeiders zonder werk; de metaalnijverheid,: ·die 4000 werknemers telt, ligt volledig stil (bedrijven Carels en Ph oe~ nix). De meeste metselaars en timmerlieden zijn zonder werk. In het Jaarverslag voor 1915 lezen we : "Gedurende het jaar 1 915 breidde de werkloosheid in de nijverheid zich nog uit; de loonen verminderden en de economische toestand werd nog slechter. Een groot deel van de bevolking moest geholpen worden". · Terwijl in vredestijd de 11 450 werknemers in de vlasindustrie 60 uur per week werkten, wordt einde october 1915 gemiddeld nog slechts 16 uur per week gewerkt.

258


259


La Lys La Linière gantoise La Liève La ·Linière St-Sauveur Feyerick La Linière des Flandres Morel & Verbeke Talieriaere ]. Grenier Manila L'Union Linière La nouvelle Linière du Canal Rey

met 3,000 werklieden " 2,800 " 1,575 " " 950 " " 700 " " 700 " " 675 " " 100 " " 100 " " 100 " " 400 " " 275 " " 75 " "

17 uur 17 16 12 12 16 17 16 16 24 12 24 12

per week

"

" " "

" "

" "

" " " "

De vlaspatroons poogden de nood van hun werklieden te lenigen; wekelijks werd voor ongeveer 22 600 fr. onder de behoeftige werknemers verdeeld; sedert het begin van de oorlog hadden de patroons tot einde october 1915 reeds meer dan 800 000 fr extra steun aan hun werklie. den verleend. Einde october 1915 waren te Gent (plus Ledeberg, Gentbrugge en Sint-Amandsberg) 32 033 behoeftige werklozen. (14,5 %van de totale bevolking, in meer dan de helft van de gezinnen is het gezinshoofd werkloos). Einde december 1915 waren er 35 590 ondersteunde werklozen, al volgt verdeeld: 14 642 onafhankelijke werklozen (gemiddeld 3,36 fr.steun per week) 5 457 gesyndikeerde werklozen (3,23 fr.per week, plus steun van hun vakvereniging) 3 861 mutualisten werklozen (3,38 fr.steun per week plus steun mutualiteit) . 8 630 werklozen door het stadsbestuur tewerkgesteld (gemiddeld 4,24 fr.per week). Hierover verder wat meer. Maar de werkloosheid zal nog groter worden. Einde maart~ 916 zijn er 38 44 7 ondersteunde werklozen. Om misbruiken te voorkomen werd een controle ingevoerd: de werklozen moesten dagelijks gaan stempelen in een van de twaalf opgerichte stempellokalen. Het COmité, dat de werklozen steunde, ontving de nodige gelden van het Nationaal Hulp- en Voedingscomité (zie verder). Vanaf het begin van de oorlog tot op 31 maart 1916 had het Comité aan de werkloozen van Groot-Gent 5.198.401 fr. uitgedeeld.

260


Stad Gent

Villede Gand

Bewerkinu van nat Brood Fahrication du Pain De

lierzien ziju besluit \<til H~o\t•mht•r· hwist, twtr·pf. rende drn rnnximumprijs .vau het hl'ood ; BESLUIT : Tc> rt>l-.<•neu van Wot'nsdag 18 :\oH•mher• znl ltPI vtWhodt1U zijn aau dt> BukiH'f'!" en l)l'ondwr·koop('f·s ~~~\ efo'ti~d 11• t ;eul i'll omg<'' i n~ ((;t•utht·uggt•, .L•·<I•·· lwrg rn ~~- \mmul,lwr~O nm Pt'I! Îg :u ult•r. Iwood (t•

lever·t•n dan dil gl'hakkr·u met bloem aan 87 1;2 per honderd IHÎI't l!î·tmildt• hlo('lfl ).

ne rwi.is

hliift

\a'<\f{('S!~·Irl

op 0,30 fr.

.

IWI'

!wood

\H"'ewiP nwt t'.i'Uc' ituln'l" . ~"t>hahhP'J èell. kilfwram " !l'ieE•l•• afwijki!Jg ':m :;o ).(t'ammrn fH 'I'. !wood.

N

a-

>--'

Le IJourgme.'itr·e . Bt•vu so11 nl'l'ti tt~ clu ~ Huwrnlm:~ dernier, coucer-

Bw•getm·e~ter,

\\ if• dit H•rbofl 0\Pl'l!'l'l'fll. Z:ll 1110!.!:1'11 hPI'Oof!l "m·dm ; an tk all('\ ~·rin(.( '> :m llioem. ·;lil on;;PIIIÎJJ· denl tie hWJllh.... ifl~ dP!' ·poli! ir~lralko i norÎwP hü lwo~er b<~tlth•ld lu•..,luü lan H '\o\ (•miH•t• lL ~...,~~~n ~en ~r•Hih"w.

rwnl k pl'i\ rWl\iruutu du paiu ; · AIWETt: ;

A pm·tir· d(' IIH't'<'i'P•Ii 18IJO\('mhre il st~t·a Mlcndu au x Boulaugt•r•s t'l dt'• hitants tlr paiu t'tablis il (;aml PI dans l 'ag~o; lomt'·r·u lion 1(;enthrug~( ', Lt•dd)crg f'l "ortl-~1 - .\ w:uul l ~ k Mhili'r d'aulJ•t• pa in (lUC' <>dui fahriqué avec de la .farine à 8'7 12 pour '\, (lariue nou hlutt't:> J. · Le prix tlf' t'P pa in rl':-.1(' Ji·ü · it 0.30 fr. ptu· 1\ iln~r. apt•t\s r uisson, :n <'t' ww 1nh'• !'at~t·t• industrit•llt• de ;)() !41':llllllH'S p:w pain. Ü'U\ tjl li !'Olll l't'\ i(•Jldt•H!ll ·li la pr•t''"if'll{i' dÎSJW::-i· l ÎHII p olli'I'O!ll f'l!'t' (•\flll, dt• la t!t'•li\ I'<IIH'!' de flll'Îih', rt> "all:-- pr·Pjudir<' tk:-- f'<'i llP!'I d(• ~impl(• polir•• <·ommillt''t'~ par I!Otl'<' CWt Ollllall('(' Slh\Î~(•p t'H ~laii• du K IlO\ l'lllhl'(' lit'I'JiiPl'. [:di <~ j ! {1;!1•i h '\ Jlit• Ie' 14i \s'

•h·u ll\ \, , .,;~.,., l ')l \,

E~ ERAUN~

-----------------··Wo

,__'_

t~t·nt. YftllE·uv.l·lj...HJd~~

----·-

~ \l~lïr<::-;tütslh~·nJ

ltü.~1.;i<•H'r!,

djj[ifï'

t ~~ f 1t

Ew BRAUN· ·l'J

-~

·- ,.


Reeds in 1914 besloot de gemeenteraad enkele grote openbare werken te laten uitvoeren om een aantal werklozen te kunnen te werk stellen. Het voornaamste werk was het gr~ven van het middendok in de haven. Het Groot Dok was gegraven in 1890 en volgende jaren; het Noorddok tussen 1908 en 1913. Voor het graven van het middendok (groot 500 m. lang en 290 m. breed) werden ongeveer 7300 werklieden aangeworven. Ze werkten in drie ploegen; elke arbeider ontving 12 fr. per week voor 24 uur werk. Men kon enkelgraven tot ongeveer de hoogte van de waterspiegel, dit door gebrek aan de nodige baggermolens. Er werd gewerkt met een schop en een kruiwagen, waardoor het rendement buitengewoon gering was. Einde 1915 bedroegen de uitgaven voor de tewerkstelling van werklozen 4 590 000 fr. Bij het graven van de dokken deed men heel wat archeologische vondsten; spijtig werden deze vondsten niet wetenschappelijk verwerkt. (zieLe Bien Public v~' 16.1, 23.1, 30.1, 6.2 en 14.3.1916) Andere werken uitgevoerd door werklozen waren : a) het met as beleggen van de niet-geplaveide pleinen en het kuisen van de riolen b) wegeniswerken c) werken tot aanleg van. de Stroplaan en de beplantingen van de wijk van de oude Wereldtentoonstelling. d) schilderwerken in de gemeentescholen (vanaf 1 maart 1915) De Voeding van d~ Bevolking Het probleem voor de burgerbevolking- en dit in de eerste plaats in de grote steden - en voor de overheid was de voeding. Dit probleem was nog scherper in het etappengebied, waartoe de provincies Oost- en West-Vlaanderen¡ behoorden. Gent ligt trouwens slechts 60 km. van biksmuide. Reeds in normale tijden vertegenwoordigde de inlandse opbrengst van het graan slechts 60 tot 70 %van het eigen verbruik. Door vernielingen en opeisingen verminderde de opbrengst natuurlijk. Talrijke werken werden opgericht om de noden van de bevolking te leningen in de mate van het mogelijke. Een eerste werk, dat. onmiddellijk was opgericht, was het Voedingswerk, dat brood en soep uitdeelde aan de behoeftige gezinnen. Naast de gezinnen, die door de werkloosheid waren getroffen, waren er natuurlijk ook de gezinnen, waarvan het gezinshoofd of de broodwinner opgeroepen was door het leger. Begin augustus 1914 waren de klassen 1899 tot en met 1914 gemobiliseerd. De echtgenote van de militiaoen ontvingen een vergoeding van 7 5 centimes per dag plus 25 centimes per kind met als maximum 1 ,85 &. per dag. Naast de wederopgeroepenen waren er ook talrijke .vrijwilli262


PRIJS VAN HET BROOD

De Burgemeester, Aangezien de buitengewone omstandigheden eischen dat een maximumprijs voor den verkoop van brood te Gent en voorsteden (Gentbrugge, Ledeberg en Sint-Amandsberg) officieel worde vastgesteld : BESLUIT: Artikell. ~Te rekenen van 9 November 1914, wordt er verbod gedaan aan de bakkers en broodverkoopers, gevestigd te Gent of in de voorsteden, van hunne waar te verkoopen aan hoogere prijzen dan die hierna vermeld : Brood, helft niet gebuilde bloem en helft bloem 00, wegende gebakken één kilogram, fr. 0,30. Brood, uitsluitend gemaakt met bloem 00, wegende één kilogram, fr. 0,32. Het brood dat, gebakken, min dan één kilogram weegt, zal moeten verkocht worden volgens bovenstaand tarief, in verhouding met zijn gewicht. Artikel 2. - De overtreders van deze voorschriften zullen gestraft worden met de politie-straffen. Gedaan ten Stadhuize van Gent, den 8 November 1914.

De Burgemeester, E.BRAUN.

BEKENDMAKING

Uitvoer Het is verboden uit het gebiedder Etappe de volgende voorwerpen uit te voeren : Spaden, schoppen, aksen, bijlen, pikken, kruispikken, breekijzers, handzagen, boomzagen, beitels, handhamers, smidshamers, mijnwerkershamers, schaven, stallantarnen, kazemenlampen, fakkels, pompen met darmen en zuigpijpen, buizen met toebehoorten, teerpapier, nagels van allen aard, voorhangsloten, ijzeren kachels, pikkeldraad en gewone ijzerdraad, bandijzers en Carbid. Ieder poging om dit verbod van uitvoer te ontduiken, heeft het in beslag_ nemen der waren zonder vergoeding alsook straffen voor _de schuldigen, voor gevolg. Gent 16 Februari 1915 De Kommandant.


gers ; rond 10 augustus 1 914 hadden zich in Oost-Vlaanderen 5 130 vrijwilligers aangeboden. Het Voedingswerk werd gespijsd door giften en ~~or toelagen van het stadsbestuur. Een tweede werk was het Werk der Goedkope Eetmalen, waaronder verschillende organisaties ressorteerden. In de eerste plaats moet hier het Croix-Verte- het Groen Kruis- vermeld worden. Het was een privé-werk, oorspronkelijk opgericht om de duizenden vluchtelingen van Mechelen en Dendermonde.,die te Gent verbleven, te helpen. Waarvan de naam? Het Rode Kruis met zijn gekende vlag stond enkel ten dienste van militairen. Het Groen Kruis had als vlag een wit veld met een groen kruis. Voorzitster van dit werk was mevr. L. Feyerickde Kerchove, ondervoorzitter M. E. Steyaert, voorzitter Rechtbank van Eerste aanleg, mevr. De Keyser-Buysse was schatbewaarster. De volkskeuken van het Groen Kruis werd geopend op 30 november 1914 in de foyer van de Nederlandse schouwburg. De prijs van een eetmaal bedroeg 35 centimes; er werden echter ook een groot aantal kosteloze eetmalen uitgedeeld. In maart 1915 bedroeg het aantal eetmalen per dag 800; dit aantal zal snel stijgen om in juni 1916 reeds 1900 eetmalen per dag te bereiken. In maart 1917 werden 3 900 eetmalen per dag uitgedeeld. Begin maart 1915 werd te Ledeberg een tweede refter geopend (in maart 1 91 7 : 24 50 eetmalen per "dag). In juni 1 916 werd een derde refter geopend in de fabriek Floridavan graaf de Hemptinne. (einde juni 1916: 2500eetmalen per dag, februari 1917:4000 eetmalen per dag). In de drie refters samen werden tot maart 1917 2 4 76 158 eetmalen uitgedeeld, waarvan 215 7 50 kosteloze eetmalen. In maart 1.917 stond het Groen Kruis voor onoplosbare problemen, dit door het gebrek aan voedingsproducten. Vanaf 25 maart 1917 werd nu samengewerkt met het Nationaal Voedingscomité. Tussen 25 maart 1917 en 22 februari 1919 - datum, waarop de activiteiten van het Groen Kruis eindigden, werden nog eens 24 379 350 eetmalen plus 1 164 773 bijzondere eetmalen (voor kinderen en zwangere vrouwen) uitgedeeld; in totaal dus 25 544 303 eetmalen of gemiddeld 37 565 eetmalen per dag voor een bevolking van ongeveer 210 ooo· inwoners (Gent plus Ledeberg, Gentbrugge en Sint-Amandsberg), wat betekent dat ongeveer 1 7,5 % van de bevolking eten ontving van het Groen Kruis. Het Groen Kruis had nog enkele onderafdelingen, zoals het werk Hulp aan de geteisterden (slachtoffers van bombardementen) en na de wapenstilstand een militaire kantien. Het Groen Kruis was een reusachtige organisatie, die gelukkiglijk kon rekenen op meer dan 650 vrijwillige medewerkers. · 264


Naast het Groen Kruis werkten nog enkele andere organisaties, waaronder Ledrapeau bleu (volkskeukens) en Het Geel Kruis, gevestigd in de Peperstraat : hier werden in mei 1915 15 1 7 5 eetmalen per dag aan 25 centimes uitgedeeld. Het Nationaal Hulp- en Voedingscomité Reeds einde 1914 werd de Belgische bevolking met hongersnood bedreigd, schrijft prof. Th .. Luykx. In october 1914 werd het Nationaal Hulp- en Voedingscomité opgericht door Ernest Solvay en EmUe Franqui. Dit comité zorgde voor de invoer van levensmiddelen, die uitsluitend voor de burgerbevolking waren bestemd. De eetwaren kwamen van de Verenigde Staten, waar een Commission for Relief in Belgium onder het voorzitterschap van Herhert Hoover werd opgericht. De schepen kwamen over Nederland naar België. Per provincie was er een plaatselijk comité : in Oost-Vlaanderen was H. De Baets, advocaat, voorzitter, in 1 915 opgevolgd door J. de Hem ptinne, nijveraar, Constant Heynderyckx; advocaat en schepen, was ondervoorzitter, advocaat A. Ligy was secretaris en Jacques Feyerick penningmeester. Het doel van het Hulp- en Voedingscomité was de bevolking eten te bezorgen en dit aan een voordelige prijs. Deze voedingsproducten waren gerantsoeneerd en werden verkocht in de zogenaamde Amerikaanse huizen. "Sans le secours de l'Amérique notre pauvre pays était exposé à souffrir des plus cruelies privations" -schreef burgemeester E .. Braun. Het eerste Amerikaans huis werd geopend in de Veldstraat 58. Einde juni 1915 waren er al tien Amerikaanse huizen, einde october waren er 25 en in october 1916 waren er dertig verkaapspunten in GrootGent. In elke winkel waren twee geranten aangesteld. Het aantal ingeschreven gezinnen bedroeg meer dan 60 000, die over de dertig winkels waren verdeeld. De voornaamste ingevoerde producten waren : rijst, spek, smout, bonen, erwten, maïsmeel, conserven. De producten werden per rantsoen verkocht. Door de Amerikaanse huizen bekwam de bevolking een zekere hoeveelheid voedsel, hoe gering dit ook was en werden de prijzen van de vrije verkoop enigzins gedrukt. Hier moeten we nog vermelden, dat de _stad Gent een stedelijke winkel in de SintAgnetestraá.t opende in 1916 waar ook een aantallevensmiddelen gerantsoeneerd werden verkocht. Ter illustratie enkele berichten over de verkoop van gerantsoeneerde producten. "30.8.1917 : St.-Agnetestraat. kristalsuiker : 500 gr. per persoon en per maand chicoree : 250 gr. per persoon en per maand 265


BERICHT De Commandant der Etappe, 1!1 uitvoering van zijn besluit in¡ datum van 17 Mei 1915. BEVEELT aan al de mannen geboren tusschen 17 Mei 1880 en 17 Mei 1898, daarin begrepen die welke tot de Burgerwacht behooren, zich op het politiebureel hunner wijk aan te bieden, van 9 tot 5 ure (Belfortuur) drager van hun portret en dit in de¡volgende orde, Vrijdag4 Juni,' diegene wier naam begint met een der letters A, B, C,D. Zaterdag 5 Juni, diegene wier naam begint met een der letters E, F, G,H,I,J. Zondag 6 Juni, diegene wier naam begint met een der letters K, L, M,N,O,P,Q. Maandag 7 Juni, diegene wier naam begint met een der letters R, S,T,U. Dinsdag 8 Juni, diegene wier naam begint met een der letters V, W,X,Y,Z. Zij, die, in 't vervolg den ouderdom van 17 jaren bereiken en zij van 1 7 tot 35 jaar welke zich te Gent komen vestigen, moeten zich, denzelfden dag, op het Polkiebureel hunner wijk aanbieden ten einde er hunne verklaring te doen en hunne eenzelvigheidskaart te ontvangen. Gedaan teGent, den 29 Mei 1915.

De Commandant, von WICK.

VERORDENING

De verkoop en het dragen van teekensin de fransche, russische, engelsche en japansche kleuren, inzonderheid ook in vereeniging met de belgische kleuren, wordt voor het gebied der Etappen-Kommandantur Gent hierbij verboden. ¡ Ieder drager en iedere dragerin, alsook ieder verkooper dezer teekens zal onder verbodverklaring der teekens, met boete tot 300 Mark resp. gevangenis tot 6 weken gestraft worden. Gent, den 25 April1915.

De Etappen-Kommandant

266


waspoeder : 125 gr. per persoon en per maand. 1.8.191 7 : Amerikaans huis : (voor veertien dagen) smout 100 gr. per persoon bonen 200 gr per persoon harde witte zeep : 100 gr. per persoon zout : 250 gr. per persoon 24 maart 1918: St. Agnetestraat: rantsoen voor twee weken. Smout: 250 gr., spek¡: 125 gr., haring: een per persoon, marmela. de: 250 gr., rijst: 250 gr., koffie : 50 gr., malt: 50 gr., zout: 250 gr., leverworst : 200 gr. Inpakpapier mede brengen. De rantsoenen werden bepaald _naar de beschikbare hoeveelheden; het gebeurde ook, dat in sommige wijken de verkoop van een product doorging, terwijl andere wijken nog een tijd moesten wachten, dit omdat de beschikbare hoeveelheid onvoldoende was voor de bevoorrading van de ganse bevolking. De geweldige schaarste aan voedingsmiddelen gaf natuurlijk aanleiding tot woekerprijzen. Vooruit schrijft op 20.7.1917 : "De officiÍle prijs van de aardappelen is 20 fr.per 100 kg. bij de landbouwer, terwijl er aardappelen worden verkocht tegen 1,25 fr., 1,50 fr.tot zelfs twee frank per kg.; rosbief wordt verkocht tegen 17 fr.per kg., boter tegen 14 tot 15 fr per kg., de eieren zijn verkrijgbaar aan 60 tot 65 centimes per stuk". Naarmate de oorlog duurt, wordt de westandergeren erger. Vooruit publiceert.op 18.2.1917 een brief van een lezer: "Onze bestendige armoede is nu ondragelijke ellende en honger geworden; melk en aardappelen zijn weelde-artikelen. De bevoorrading is onvoldoende. Er is geen brandstof meer voor de verwarming en het bereiden van het eten". En op 15 maart 1917lezen we in Vooruit : "Waar gaat het naar toe, als kinderen van drie. tot vijf jaar geen melk kunnen krijgen dan op bewijs van een dokter. Zo een getuigschrift kost op zijn minst twee frank. Vlees is onkoopbaar, aardappelen zijn er niet, het brood is te weinig en te slecht". Op 20 augustus 1917 lezen. we in De Morgenbode, een blad dat op 3.6.1917 was opgericht, een mededeling van de stedelijke reinigingsdienst van Gent, waarbij het publiek wordt medegedeeld, dat aardappelschillen en groentenafval niet bij het vuilnis mogen worden gevoegd; deze producten moeten gegeven worden aan de personen, die belast zijn met een bijzondere ophaaldienst. Vermoedelijk werden deze afvalproducten gebruikt voor de voeding van dieren. 267


Het Brood

Uit het artikel "Een Erge Toestand. Gebrek aan brood te Gent en omliggende" in de krant Vooruit van 16 februari 1916 blijkt, dat het in de voorbije week onmogelijk was brood te bekomen voor de broodbons. De oorzaak ligt in het feit, dat de bakkerijen minder meel ontvangen dan waarop ze recht hebben naar het aantal ingediende broodbons. In Vooruit van 30 maart 1916 verschijnt een brief van een lezer : RANTSOENKWESTIE Het volk rantsoeneeren is geheel wel, doch men mag de zaken niet drijven tot verhongering. Voor den oorlog was er voor een huishouden van 6 personen, als het mijne, in de week noodig: 18 à 20 kgr. goed wit voedzaam brood, nu beschikt men over 13,500 kgr. slecht bruin brood; 15 à 1_8 kgr. aardappelen, nu 9 kgr. als het goed gaat; 3 à 3,50 kgr. vleesch, nu 0,9000 als het goed gaat, want de eerste week heb ik niets gehad, deze week 700 grammen. Wij zullen ons bij deze drie hoofdartikels bepalen, gezien de anderen, zoals boter, vet, eieren, suiker en andere toespijzen niet te koopen zijn door de schaarste of door de duurte. Nu er nood is aan aardappelen en vleesch, denk ik wel het oogenblik gepast om de menschen wat meer en voedzamer brood te verschaffen; maar integendeel de heeren uit de Lakenhalle vinden dat het rantsoen nog te groot is en brengen met de nieuwe gezinskaart op 12,600 in de week of 0,900 kg. min. Iedereen klaagt met rede over de hoedanigheid van het brood, geen wonder dan dat men leest in de verslagen over de landbouwbelangen. Geen gruis te koop voor veevoeder, de menschen moeten het opeten. Of moeten wij wit brood koopen.aan 0,75 of 1 fr. of bloem aan 1,25 en meer de kil. Alles wel, maar ik ben een werkeloos staatsbediende, gelijk velen, die zich vruchteloos tot alle komiteiten en openbare besturen gewend heeft om werkstellig gemaakt of geholpen te worden en voor alle inkomen heeft 15 fr in de week. · Gaat men ons verplichten te bedelen ! Vooruit bevestigt, dat de klachten gegrond zijn, maar zegt dat de overheid al het mogelijke doet om de nood te lenigen. Het commentaar van 30 maart stemt echter niet overeen met de bemerkingen van 16 februari. Toen schreefVooruit: "Mijne Heeren (=leden van het provinciaal voedingscomité), uw verantwoordelijkheid is groot; het volk lijdt honger en ze kan niet het slachtoffer zijn van een handvol oneerlijken, die zich door de valsche bons wisten op te werken". 268


BEKENDMAKING

Het tekoopstellen van afbeeldingen, photographiën, postkaarten en dergelijken derbelgischekoninklijke familie, alsook de verkoop van zelfde afbeeldingen in magazijnen of op de straat is verboden in het Etappengebied. Tegenhandelingen worden met geldstraffen tot 300 Mk. of gevangenis gestraft. De straffen kunnen verschillend of gezamenlijk toegepast worden in het geval dat, volgens de wet geene strengere straffen verdiend zijn. Al wie druksels, schriften of afbeeldingen, die eene beleediging tegen duitsche zouden bevatten, opstelt of hierbij zou med~werken, ze koopt, in bezit heeft, verkoopt ·of op andere wijze zou verspreiden wordt met gevangenis en geldboete tot 5000 Mk. of eene dier straffen gestraft voor zooveel geene strengere straffen door de wet vereischt wordt. . Dezelfde straf treft ook deze die vrijwillig of onvrijwillig plomp onware berichten betrekkelijk den oorlog verspreidt. Gent, den 21 April1915. .

De Kommandant.

·ETAPPEN-KOMMANDANTUUR, GENT VERORDENING

Het gedrag van een deel der be.volking gedurende den .21 Juli, en vooral het overdreven en u~tdagende algemeen dragen der belgische kleuren noodzaakt mij de volgende bevelen te geven : · "Ik verbied van heden af het dragen, ten toon stellen, leuren en ver"leuren en verkoopen der belgische kleuren, van beelden en portretten "der koninklijke familie, van groene bladen met en zonderopschrift " en van alle andere afteekens of kleurensamenstellingen welke geschikt "zijn eene politieke neiging ten toon te spreiden. Ook verbied ik voor "de Belgen het dragen van orden en eereteekens." "Tegenhandelingen worden met eene geldboete tot 5000 Mark en "en met gevangenis tot 5 jaren of met eene dezer straffen beide ge"straft, wanneer geene strengere straffen toegepast worden." Dit bevel moet met plakkaten aan de muren bekend gegeven worden en zal onmiddellijk in werking treden. Ge~t, den 23 Juli 1915

(get.) Graaf von WEST ARP, Generaalluitenant en Etappen-Inspekteur. 269


In de brief van de lezer is er sprake van wit brood tegen 0,75 fr.tot 1,00 fr.Dit brood werd ingevoerd uit Nederland en eenzëstigtal bakkers te Gent en de drie randgemeenten hadden de toelating dit brood, dat me~stal in Sas van Gent werd gebakken, in te voeren en te verkopen. De prijs van dit brood was de grote hindernis voor de massa van de bevolking. Wat was de samenstelling van het rantsoenbrood? Officiëel was het brood in juni 1 91 7 samengesteld uit : 15 % buitenlandse tarwe, 20 % inlandse tarwe, 1 ~ % maïsmeel én 50 % roggemeel. Uit een verslag (reeks 0 39/ 8) blijkt echter, dat de werkelijke samenstelling zou zijn : 30% buitenlandse tarwe, 10% inlandse tarwe, 10% roggemeel, 45 % mischmeel en 5 % crakes. We weten niet, wat de beide laatste termen betekenen. Uit een ander verslag blijkt, dat bakkers van de buiten in de stad roggebrood komen verkopen tegen 1,00 fr. per kg. Dit wordt in juni 1916 verboden; de ganse roggeoogst moet worden ingeleverd. Te Gent zijn nog een aantallandbouwbedrijven en wel in de 6°, 8°, 9°, 10° en 11° wijk; de gezamenlijke in te leveren hoeveelheid rogge wordt geschat op 107 278 kg. voor 1917 (1600 kg. per ha.) (reeks 0 39/13) Hoe werd het gerantsoeneerd brood beoordeeld ? Op 1.9.1917 schrijft De Morgenbode : "Het brood is slecht. 't Is gelijk mastiek; het valt bij het snijden in stukken". Wat betekende de hulp uit Amerika? Tijdens de periode 19.12.1915 tot 31.5.1916 werden voor de provinCie Oost-Vlaanderen 54 580 522 kg. eetwaren ingevoerd (tarwe, maïs, rijst, bonen, spek, smout) voor een waarde van 25 545 700 fr.Dit betekent 5 458 wagons van tien ton. Een geweldige massa. En toch : dit was slechts 321 gram per inwoner en per dag. We moeten hierbij bemerken, dat het eerste semester van 1916 een normale invoer vertoonde; tijdens het tweede en derde trimester van 1917 zal de invoer minder zijn door de intrede van de U.S.A. in de oorlog. We onderzoeken nu de betekenis van de Amerikaanse hulp ~ijdens het laatste trimester van 1917 voor een persoon wegende 65 kg. Product

Behoefte per dag

Eiwitstoffen 70 gram Vetten 65 gram Koolhydraten 411 gram

Ontvangen rantsoen Percent 25,3 gram 34,8 gram 199,5 gram

36% 53,5% 48,5%

Voor de gewone man was er buiten de producten van het Amerikaans 270


De Kuiperskaai in 1915

huis practisch niets te krijgen : soms 35 gram vlees met beenderen per week en per persoon, soms wat aardappelen, soms wat groenten;-wat suiker. We mogen besluiten, dat zonder de hulp uit Amerika duizenden zouden omgekomen zijn. Het is begrijpbaar, dat de voeding de bekommernis was van de bevolking. Het aantal katten, diè opgegeten werden als "konijnen zonder kop" zallegio geweest zijn. In maart 1917 ontdekte de Gentse politie een aantal hondenslachterijen. Bezorgd om de volksgezondheid stelde de gemeenteraad een reglement op , waarbij bepaald werd, dat de honden slechts in een bijzonder lokaal van het slachthuis en na controle door een veearts mogen afgemaakt worden en dat aari de huizen, waar hondevlees wordt verkocht het opschrift " Hondenbeenhouwerij " moet hangen. 271


Het baart geen verwondering, dat in 1917 het aantal personen, die zich wegens longtering in een dispensarium aanbieden, voortdurend stijgt. Stelde de voeding voor de volwassenen zeer zware problemen, dan was het-probleem van de voeding van de kinderen even ernstig. Om de nodige melk aan de kleine kinderen te bezorgen, zal de stad Gent in october 1915 een stedelijke boerderij oprichten voor het kweken van vee. Het werk der bescheiden armen We hebben reeds aandacht geschonken aan het lot van de tienduizenden Gentse werklozen. Maar er waren nog andere slachtoffers van de oorlog; namelijk de talrijke kleine zelfstandigen, zoals behangers, loodgieters, enz. die door gebrek aan grondstof niet konden werken en ook de kleine winkeliers, die door het te loor gaan van hun handel hun inkomen hadden verloren. Om deze behoeftigen te steunen werd Le Secours Discret, te Gent "de secour secree", op gericht. Waren er in december 1914 slechts een tachtig ondersteunde gezinnen; dan zal dit · aantal snel stijgen. maart 1915 : 400 gezinnen october 1915 : 1 108 gezinnen april1915 : 500 gezinnen november 1915 :·1 314 gezinnen december 1915: 1471 gezinnen mei 1915:600 gezinnen juni 1915: 800 gezinnen maart1916: 1 760 gezinnen . september 1916 : 2400 gezinnen De steun werd verleend onder de vorm van levensmiddelen en kledingsstukken. Deze steun had eenwaardè, die lag tussen 18 fr.per maand (gezin van een persoon) tot maxitnum 52 fr.per maand (gezin van vijf pesonen). In werkelijkheid lag de steun hoger, gezien de waarde van . de uitgedeelde levensmiddelen berekend werd aan de inkoopprijs. "Le secours discret" had een naaiwerkplaats opgericht, waar kledingsstukken werden gemaakt of versteld. Zo werkten in december 1915 in deze werkplaats 849 naaisters, die ongeveer 1,60 fr.per dag verdienden en in het laatste trimester van 1915 niet minder dan 32 442 stukkenhadden gemaakt (meestal linnen). Tijdens het eerste trimester van 1916 werd ook een geneeskundige dienst ingericht; zeven gçneesheren verzorgen kosteloos de personen gesteund door Le Secours Discret, terwijl43 apothekers de geneesmiddelen afleverden aan een verminderde prijs. Het werk werd gespijsd door giften en door een maandelijkse toelage van het provinciaal hulpcomité. Het Half Kluitjes Werk In september 1915 bleek het, dat er een groot aantal behoeftigen wa272


ren, die niet de voorwaarden vervulden om gesteund te worden door het werklozenfonds noch door "le secours discret". Een nieuw werk werd opgericht, nl. het Half Kluitjes Werk. Begonnen met 121 ondersteunde families op 7 october 1915, wa8 dit aantal reeds aangegroeid tot 1721 op einde december 1915 en op einde maart 1916 waren er 3 154 ondersteunde families; De dienst was ondergebracht in de lokalen van het Volksbelang op de Garenmarkt. Het HalfKluitjes Werk vergde een hele organisatie : er was een secretariaat belast met het onderzoek van de aanvragen bijgestaan door toezichters, die een bezoek brachten aan de aanvragers, een aankoopcomité zorgde voor de aankoop van de levensmiddelen (er werd enkele steun verleend in natura), verder was er nog een·werkgroep onder de leiding van de dames J. Van den Heuvel, A. Van der Stegen enjuffr. Boddaert. Ten slotte was er nog een propaganda-comité, dat moest zorgen voor de inkomsten. In maart 1916 telde het werk 1 456leden, die regelmatig hun bijdrage betaalden. Geheel het werk werd gedaan door vrijwilligers onder de leiding van de voorzitter Georges De Smet en de secretaris J. De Brabandere. Woeker en erzatsproducten De oorlog heeft niet enkel als gevolg een practisch volledig stil vallen van de economische activiteit, maar heeft ook een snelle prijsstijging van de goederen tot gevolg, dit door het wegvallen van de invoer, door · de opeising van de producten door de bezetter - hierover straks wat meer ~ en ook door het hamsteren en het ontstaan van een zwarte markt. Reeds op 16 augustus 1914 oordeelde de gouvèrneur van de provincie.Oost-Vlaanderen het noodzakelijk de maximumprijzen te bepalen voor een aantal levensmiddelen. Aardappelen: 7 fr.per 100 kg;, bloem: 0,40 fr.per kg., brood: 0,32 fr.per kg., melk : 0,16 fr.per liter; keukenzout : 0,40 fr.per kg., suiker: 0,75 fr.per kg., steenkool: 1,60 fr.per 50 kg. Begin november 1914 zijn de prijzen reeds merkbaar verhoogd : rijst: 0,58 fr.per kg., suiker: 0,80 fr.per kg., koffie : 25 % opslag, zout: 6 tot 15 centimes ópslag per kg., steenkool: 40 tot 42 fr.per duizend kg., kaas : 30 centimes opslag (nu 2,70 fr.per kg.) . Tijdens de oorlog zal een nieuw soort rijken ontstaan : de zeepbarons of de barons-zeep. Wàarom deze naam? Tijdens de oorlog ontbraken de producten om goede zeep te Illaken; denk maar aan de stukjes "zeep" die we tijdens de oorlog 1940-45 ontvingen. Slimmeriken zochten natuurlijk naar allerlei middelen om erzatszeep (de Duitse term is typisch) te maken, maar in de eerste plaats zochten ze naar een middel 273


274


om veel geld te verdienen. En met het maken van zeep kon wel een aardige stuiver verdiend worden. Natuurlijk deden de zeepbarons meestal wel andere zaken. Hier toch even een parenthesis voor enkele Gentse moppen in verbandmet de zeepbarons. Mijnheer Kareitje Wittekop heeft een piano gekocht voor vrouw en dochter. Zonderling is wel dat tijdens de beide oorlogen de pianohandel zo in trek was. Natuu,rlijk komt een pianoleraar aan moeder en dochter les geven. Leraar Domisol heeft zijn beide leerlingen een quatremains aangeleerd. Beide zitten vlijtig te oefenen, als de vader des huizes binnenkomt. Hij ziet dat vrouw en dochter samen op de piano zitten te tokkelen. "Hij schiet hem in een kattekoleire" en zonder nader uideg te vragen schreeuwt hij : "Wa es da? Wa moeten de meinsen daervan zeggen als ze da huren ? En we soms gien geld genoeg veur twie piano's te kupen ?"En als de wind vliegt hij het huis uit.recht naar een pianohandelaar om een tweede exemplaar aan te kopen. Enkele weken later heeft madame Wittekop enkele vriendinnen zeepbaronessen uitgenodigd voor een vieruurtje. Ze komt zien of Katrien de meid de tafel behoorlijk heeft gedekt. Ze bemerkt de suikerpot met één suikertang. "Katrien, roept ze, wa is da ? len suikertange voor zes mensen ? 'k Hè verleden weke expres een dozijne zelvere tange gekocht; bij iedere tasse moetgeien tange leggen." Wat later gaat madame Wittekop wandelen in de Lange Munt. Voor een winkel z~et ze een fijn geklede dame naar een uitstalraam kijken met een face-à-main in de hand. Wat geluk : enkele huizen verder ziet ze bij een juwelier een prachtige face-à-main leggen. Ze stapt onmiddellijk de-winkel binnen en zegt aan de juwelier.: Meniere, 't es voor zu'n ring mee een stokske." "Mevrouw, antwoordt eerbiedig onze winkelier- hij kent zijn nieuw kliënteel - het is de schoonste face-à-main, die ik heb. Zuiver goud, achttien karaat. Driehonderd vijftig frank. Natuurlijk zult ge nog bij de brilmaker moeten gaan voor een passend glas". Waarop madame Wittekop antwoordt : "Da es nie nudig; 'k hè goe ugen en 'kzie nog goe". Nu nog wat over erzatsproducten. Le Bien Public van 17.7.1916 publiceerde de uitslagen van de ontleding van enkele producten door het stedelijk laboratorium. Olivine : water : 99,25 %, stijfsel : 0,75 % Olivina: water : 98 %, stijfsel 2 % Saladine: water: 99,30 %, stijfsel 0,40 %, zout: 0,3Ö% Een m"ayonaisesaus, die zeer duur verkocht werd als een extra product 275


bevatte 86 %water, 1,3 % olie, 10,7% stijfsel en 2% zout. Een vleesextract bevatte 65 %water, 15 % karamelsuiker en 20% zout. Een bouilloncube bevatte 3,5 % water.,. 17 % organische stof (brood, stijfsel), 79,5% zout. · Maar trots honger en ellende blijft de Gentse humor. Hier een voorbeeld.

Roste Fiele.- Wa sneukelde gij daar ? De Krijscher.- Een bloeèndeke.da 'k mij daar gekocht hên. Mie De Loete.- Bloeèndekens ?! Van waar zoen ni die bloeèndekens komen, ter zijn geen virkens meer. Roste Fiele.- Wadde, zijnder geen virkens meer ? Wa zijn 't anders aas virkens die alles opkoopen en ons laten verhongeren ? Mie De Loete. - Ze maken van die virkens toch geen bloeèndekens ? Roste Fiele.- Spijtig genoeg, ze zoen z'in sossietjes moeten kappen. De Krijscher. - 'k Geloove toch ook dan de deze van geen virkensbloed gemaakt zijn, want nen aardiger smaak en hèk nog nuunt van mijn leven nie geproefd. Uit kerjeusheid, Nelle, bijt ne keer. Nelle (proevend).- 't Es kafégruis ! (Allen te gelijk) : Kafégruis ! Hoe zijn ze nie beschaamd !. .. Nelle. - Wa voedsel kan er daar nu toch inzitten ? De Krijscher. - Est geen voedsel, 't es" toch vulsel, en daarom zal te kik toch maar voorts opeten. De Smous. -De meinschen druumen ni toch van duvels om aan geld te geraken. 't Bedrog en de afzetterijen es 't land meester. De Krijsch~r. - 't Es toch waar, ge zoet wel beschaamd worden da ge Belg zijt, den dag van vandage, want we zijn 'n echte bedriegersnatie. Roste Fiele.- We zijn wij toch eerlijk. De Krijscher.- Ja, da zijn me; da pluirnke meuge m' op ons hoedje steken, maar 'k geluuve dat es omdame wij nie anders en keune. Wanne Miauw.- Zoo dage gij kost bedriegen en stelen dage 't uuk zoet doen? De Krijscher. - 'k En wete kik da nog nie, 'k peinze kik da, ~ant waarvan zoe me wij zooveel beter zijn aas -d'anderen ? (Ontleend aan het weekblad De Waarheid) Hongerige magen kennen geen wetten en het schrijnend gebrek heeft natuurlijk de vermeerdering van het aantal diefstallen tot gevolg. De kranten- ze stonden onder censuur- publiceerden hierover practisch niets; wel hebben we het een en ander teruggevonden in de dagelijkse 276


STADGENT Stedelijke bevoorradingsdienst .

YLEESCHRAN TSOEN llt>t Gemet<ntehe$luur brengt ter kennis del' bevolking dt> mlgemle maalregelen: t. lll't rantsoen 'fee~th b voorloopil! uslj!.:stel!i op ongeveer Hm grauHHen per jn>rsuou en per week. · 2. Ue \t-rl.oop \.an vlees('h \\Ordl gere!!eld bij rniddt'l Yan vlt>t-sehbons. 3. Ot>zl' huns W()rden de eN·.~tf maal telmis bPstc-ld düot· de plaalseli[ke politie. !~. Ik • vlf'!'sehb()ns • moNen dadelijl. afgege~en \\orden aao rPn \'leest•hhon\\er nam· ken,s: l)rzc• overh:uHli!!l aan zijn hhuil, als onl\an~tslht'\\ ijs tlam·vau · Nm kaarl.jt• mN np dt> t'<'lle zijde lijn stelllfH'I c•n op dt• andtTC :ûjdt• naam t>!l wuoust v;m dt~zen hlant en ooi" lwt aantal ranl<;oPneu waarop hji rt't'ht heeft. 5. Haags vo<lr d1•u t'<'!>slcn u-riwop ov.·r·handigl. de \lt'('i<thhou\\er· in den Ham 11' S 1le HH tl(•t· per~üm•n óie ht•m humu• !mus lfli.'Vt'l'!t·ouw(kft, en oul\augt <'r, iu ruil der et~rslt~ bnn~. andrrt> YlN~Selihous lwstcmd v"or dPn 2• n•t•kóop. (i. Jo \'ervan!.(iO!! van hd kaarljP onhan~sl he\\ ijs, \ ermeld orodt>r n. '/, VI:'!'· . koopt de \l(·t·s~·hhouw~:>r lwl !'antsoeu dPPSdt F.!' overhandig! Jt•r·zpffder Hjd dl• 1\\ e1•de Î.

\'jersrhhons "aar\ an spraaJ, .onder JL .!j. Bij midclel dc•zcr • bons fl !.oo1it de klant de lweede

· WPl'k

zijn r·antsoen.

S. De pel'SOw.m \\Pikt' eten iu rest.1uratiPs en, in 'l algemeen. in al de inriehtingen \\aar er!nm!Pn wr~trekt \\Ordt•Jl, nweten hmme u huns • O\ eJ·haudiucu a;m de ei![eua;.u., nl lwlwènlt!t's dit>r .insteiHnl!eu. ~ 9. lle personen, omlt·rsleantl door lwt ~ted(•lijl. We1'k (h·r \'o(•tlinu,ll:'\ Pren . hunne bons af·aau hJ.>t ContilPit <IPr hcukeu \\.aar zij 1SOep ont vangt>n. · · Gntt, drn 17 Jlaarf 1910.

De Burgemeester. E. BRA.UN.

277


rapporten van de Gentse politie. Hier een aantal gevallen als illustratie. 17.10.1 916 : Gestolen op het veld va:n Gustaaf Vermaercke : ongeveer 300 struiken en aardappelen. 9.10.1916 : Patijntjesstraat: gestolen ongeveer 100 struiken aardappelen. 15.11.1 916 : gestolen 50 savooien in de Gentstraat. 5.3.1917 : gestolen een haan, vijf kippen en een zakje met 15 kg. aard· . appelen. 16.9.1916 :gestolen: een blauwe lijnwaden schort, een pelerine, drie leghennen, 150 kg. aardappelen.op het veld, 500 kg. aardappelen op het veld, 700 kg. aardappelen op het veld, 500 kg. aardappelen in de Waterstraat, 250 kg. aardappelen in de Oostakkerstraat. In het begin van 1 91 7 wordt de toestand zeer erg. In het dagblad Vooruit van 6 maart 1917lezen we: "Verleden week werden broodkarren van broodmaatschappijen aangevallen en geplunderd, o.a. op de Bijlokevest en een paar dagen later op de Geuzenberg-en op de Rabotwijk"; Vooruit erkent, dat de nood de drijfveer was en zegt dat hongerige magen geen oor hebben, maar moet de feiten toch afkeuren. Volgens de krant werden de broodkarren van Vooruit het meest aangevallen. Over de distributie van eetwaren stromen klachten binnen. Een politieverslag van 26.1.1917 meldt, dat 50 tot 70 personen, die vruchteloos hadden gewacht op een rantsoen melk, met hun kan naar het stadhuis zijn opges~apt; het publiek was verbitterd door het vruchteloos wachten bij erg guur weder. De voorZitter van de Volkskeuken· Geitstraat schrijft aan de schepen in januàri 1917 : "Om 5 uur 's morgens stonden reeds een driehonderd personen te wachten aan de spinnerij Rooigem voor de melkbedeling. Om acht uur stond de menigte reeds tot aan de Lucifersfabriek aan de Leiè. Dan komt het bericht, dat er geen melkbedeling zal zijn. Om halftwaalf staan toch nog honderden mensen in de~ rij. Om drie uur komt de melk toch aan. De 500 liter moeten dienen voor 1500 rantsoenen, maar eerst moeten 25 1. voor de gevangenis en 25 1. voor het Visitatieklooster worden afgenomen. De verdeling geschiedt in zeer slechte hygiënische voorwaarden :de melk is in houten tonnen, de verdeling geschiedt bij kaarslicht". "Le Joumal de Gand" zal in augustus 1918 de toestand als volgt beschrijven : "Produits de guerre. Au lieu de boire du café, nous avalons 278


du malt, de la chicorée, de la torréïne, au lieu de fumer du tabac nous aspirons voluptueusement la fumée produite par la cambustion de persil séché ou de feuilles de betteraves, au lièu de manger du boeuf nous sommes heureux d'avoir parfois sous les dents unpeu de cheval même quand il est eneare plus dtir que de I 'automobile. Les chaussures sant en train d'opérer leur révolution. Dormezen paix, bottines en · cuir de jadis. Nous mangeons du platte en guise de fromage et du pain de seigle maché en guise de saucisson de foie. Nous nous lavons avec de la terre glaise et nosbretelles proviennent decorsets hors d'usage". Ook de dochters van de rijke burgers dragenin 1917 klompen, die ze met versieringen beschilderen en de randen afhoorden met konijnenpels. Opeisingen Thans een woordje over de opeisingen, alhoewel we zeker erg onvolledig zullen zijn. In de Gazette van Gent van begin januari 1915 - deze krant zal niet meer verschijnen vanaf 29 januari 1915 -lezen we : "In de Gentsche vlasfabrieken werden voor 15 miljoen vlasgaren aangeslagen en naar Duitschland vervoerd". Terwijl vernemen we nog, dat in de vlasfabrieken, waar nog gewerkt wordt, de arbeiders slechts 24 uur per week werken, maar 36 uur worden uitbetaald. Van: de 11 000 werknemers in de vlasindustrie zijn er 3000 verenigd, bij werkloosheid ontvangen ze ·zes frank per ~eek als steun. Tijdens de oorlog verschenen duizendeQ. verordeningen, die· op straat werden aangeplakt. Hier een·bondigen onvolledig overzicht van de verordeningen in verband met opeisingen. 6 maart 1917 : alle voorwerpen in koper, nikkèl, tin gebruikt in het huishouden en de bedrijven, moeten ingeleverd worden. (Veel koperen wasketels zullen ingedolven worden). 12 maart 1917 : alle rijwielen moeten in het Rabatstation worden ingeleverd. 20 juli 1 917 : geheel de notenoogst (hazelnoten en walnoten) wordt in beslag genomen in het etappengebied. 1 augustus : alle aanbeelde!l van meer dan 25 kg. worden in beslag genomen .. 21 augustus : alle voorr~den van wijn in flessen en in vaten worden in beslag genomen. 4 september 1917 : inbeslagneming van alle gemaakte klederen, verbandstoffen, weefsels. 28 september : alle nieuwe eh gebruikte matten uit riet, stro, bamboe, die bif de hoveniers gebruikt worden, worden in beslag genomen. 279


280


19 october 1917 : alle eikels, kastanjes en beukenootjes zijn in te zamelen en zullen ingeleverd worden aan de Untersammelstelle in het Rabot. 23 october 1917 : alle verlichtingstoestellen in spaarmetaal (brons, koper, messing) moeten ingeleverd worden in de Vismarkt. 31 october 1917 : Alle nog bestaande voorraden appels worden in beslag genomen. Na 31 october is alle groot- en kleinhandel in appels verboden. 5 november 1917 : de gehele oogst iri paardebonen is in beslag genomen. 11 november 1917 : Door een verordening van 8 september werden alle wollen kussens en matrasse~ in beslag g_enomen. In strijd met dit bevel werden slechts geringe hoeveelheden ingeleverd, zo dat weerspannigheid bij de bevolking moet aangenomen worden. Het opeisingsbevel wordt herhaald. Bij overtreding kunnen straffen tot drie jaar gevangenis en geldboeten tot 50 000 mark worden uitgesproken. Dit bevel zal met de grootste strengheid worden uitgevoerd. 18 november i 917 : de gehele oogst olievruchten (lijnzaad, koolzaad) wordt in beslag genomen. 20 november : in beslagneming van alle nieuwe schoenen uit leder. 26 november : alle notelaars, die op borsthoogte een omtrek van 80 cm. hebben, zijn tegen 30 december te vellen en in de gemeente te stapelen. Het ¡vellen moet 30 cm. onder de grond geschieden, zo dat ook de wortelstok medegenomen wordt. . 6 december 1917 : alle witloofwortels zijn aangeslagen en moeten ingeleverd worden. . 16 mei 1918 : Wegens het achterhouden van de deur- en vensterknoppen in spaarmetaal, wordt de afleveringsdatum verlengd. Overtredingen bij huiszoekingen vastgesteld, zullen streng gestraft worden. Begin mei 1918 zal de bezetter de koperen dakbedekking van het Belfort doen wegnemen (7.204 kg. koper), dit niettegenstaande het protest van het stadsbestuur. Ook de koperen afvoerpijpen van de Universiteit in de Voldersstraat ~erden weggenomen. Zelfs voor de standbeelden had de bezetter geen eerbied, o.a. het standbeeld van graaf Oswald de Kerchove met de daarbij behorende beelden en de twee kinderen op het Graaf van Vlaanderenplein (dit standbeeld werd na de eerste oorlog vervangen door een nieuw beeld, dat na de aanleg van de parking verplaatst werd naar het Park), de twee grote beelden Nijverheid en Zeevaart van Dom. Van den Bossche, die de Verlorenkostbrug versierden, het beeld Schelde en Leie door J acob de Lalaing, dat 281


STAD · -G ENT

STEDELIJKE WINKELS Nrs 1 en 2,. gte Agnaatestraat

open van 9 tot I en van 3 tot 7,uren Verdeeliug der !Jlntlll&fletlet•rde

artikel~t

:

Suikerij aan 0.651r. de kgr. '!1i0 granHOetl v11o f tol 't pti':S(HJen !}0(1

' p

750 f IWO

» »

3·4

» 5 • 6 » 7 en nteer

l)

pvt '~'O.oec

Suiker aan 2.20 Lr. den .kf,!. tlOO fl:l'3Ullllf'O fll'r

rrerz.~~m en per Vt'Crtien dagen

Waschpoeder a>m .0 .25 rr.. !leu kgr. tOO grammen Jtel' rrersoou en per M,\A:'\0 He gera.ntsoeueerde artikelen \\Orden in de V()lgende nrde :

1• en f V wijk dt'h ~n en i' )) ~ · )) á• . • !i" .• !• 6• n . 1}• » 6" • 6• j; 7• ll 7• J) 8" )J s• 9" •

tw· ~t- .\wandshc rg

t 6" Juni t 7' )) 4!1' l) to• » . il ' !} 'îlî' • \!3" •

t.t.• » » tO" , 26'. )) j)

Lt• delwr·~

1;pu!h' ugg••

twt Ma{l.atijn n" I verkotlil in

»

u• » ':!7' u.· • 28'

»

u·, ~g·

..

i J.• » iiO'

..

l)c niet gerantsoeneerde artikelen worden iu hel m ali!liZÎjn u• t \'PI'· \\ ;;m nau de lOO!tallg vrij is.

k<~ ehl,

N. B. . E r wor<!t een d~infP'nde <>P•'OOP tor h<>t publiek g<>ri<-.l:!t; om door het moo.,bren!Wo van pasmunt, het u!twi$.$6len 16 Vt;!rgeruakkelijk~n. .

282


prijkte op de hoek van de Kortrijksesteenweg en de toenmalige Citadellaan (thans K. de Kerchovelaan) en dat later geplaatst werd in de grote vijver van het Park; het standbeeld van prof. Guislain, de vier standbeelden en de elf duiven van het Postgebouw door Hip. Le Roy. Na de oorlog werden de standbeelden van Guislain en Schelde en Leie teruggevonden; de andere beelden waren gesmolten. Ook de vier beelden, die de gevel van de Nederlandse schouwburg versieren, .waren weggenomen, maar werden teruggevonden in de Filature du Rabat (Journal de Gand: 5.12.i8). Naastal deze opeisingen waren er nog de individuele gèvallen : talrijke fabrieken en werkplaatsen werden ontmanteld : drijfriemen,.machines, electrische toestellen, enz. werden uitgebroken en naar Duitsland ~ervoerd .. De Belg en ook de Gentenaar ging natuurlijk zich niet zo gemakkelijk laten scheren. Koperen voorwerpen werden ingedolven of verborgen achter een dubbele wand, ook matrassen werden weggestopt .. De Duitse bezetter had ook een grote belangstelling voor kunstvoorwerpen. Toen d.e Duitsers te Dendermonde waren had burgemeester Braun aan de conservator van het Museum van Oudheden, de heer Alfans van Werveke, opdracht gegeven de waardevolste voorwerpen van het museum te verbergen. Zo werden de zes zilveren hechtels van de schalmeiers of Gentse stadsboden en de gouden halsbanden en gouden medailles van .de St.-J misgilde en de St.-Antoiliusgilde door de conservator goed verborgen. Het personeelvan het museum was van.niets op de hoogte. Toen de Duitsers Gent hadden bezet, kwamen ze naar het museum e:p eisten 15 kruisboge~, drie degens en een ruiterijvaandel door de Oostenrijkers in 1758 op de Pruisen veroverd en aan de St.-Jorisgilde geschonken op en verzonden alles naar Spandau bij Postdam. Na de wapenstilstand Zijn al de opgeëiste voorwerpen naar het museum teruggekeerd. Toen de Duitsers het tin opeisten van de tinnengieterij De Keghel, werden de prachtige koperen vormen verborgen in het Museum van Oudheden. Dikwijls zijn Duitsers naar het museum gekomen en vroegen naàr bepaalde voorwerpen. Het antwoord luidde telkens "In een tentoonstelling te.Londen" .. Ook voor het retabel van het Lam Gods hadden de Duitsers de grootste belangstelling. In 1914 had dit wereldberoemd meesterwerk reeds een lange geschiedenis achter de rug. In 1794 hadden de Fransen de vier middenpanelen naar Parijs overgebracht, terwijl de deuren waren verborgen .. Na de Slag van Waterlo was in 1816 de schilderij weer volledig op zijn plaats. Echter niet voor lang, want in 1816 werden de luiken min de Adam- en Evapanelen verkocht en kwamen uiteindelijk te 283


V

dening

aangaande het·gasverbruik vau de . burgerlijke bevolking van Gent Alet ophèffing nn de verordrniog van UU 7 aangitlinde het gasverbruiK in Gent, alsüok van alle al.z;underlijke tot uu toe door de Kommanuantuw· verl~.->ende tof'lalingen, wordt.,.met dadelijk. in werking treden, het volgewle·hepaald : 1. Het verbruik van gas voor werk•. kook· en verlichtin;:odoeleinden wordt met de u.iienlt& beperklog toegestaan en door d.e politie nagezien. om a lta misbra ik te voorko1118n.

2. ou1 oone ·wo golijkmatig<' verdatding mog~dijk te hekomen is voor het verb!"Jik voor de

burge 1·Hjke bevolkiu!l' eene eenlmtdsboeveelbetd bepaald geworden V&JI 20 kubtakmeter per màand. plus 50 , d"'t hoeveelheid voor de lll!Uiod Sept&mber, boven de 20 kbm:., f.oè• gcstaan door de gas-ir.r•chting. ~ ~·~

..

s.

.

.

De priJs V&JI OOll knbiekU\eter b$(1rM1ft0,2f>b'. {)e boVen hetbepa&lifeln'tximum VMhriiikte hoeveelheid wordt tegen 1,25 Fr. berekend. In geval h&t getal der tegen .l.,2aFr. her-kend& kubiekmet-era 10 •:; van b.et toegestane_ maximum•v&rbrn'ik overschrijdt; wordt de gaalevet'ÏJ!1f de oorste maal voor zeven dagen. de tweede maal voor 14 dagen, de derde ma&l voor altijd onttrokken. Daarenboven behoudt dti Kommandant.u r zioh b&atra:lling voor. 4. · 9.) Bakkerijen , Volkskeu'kens en andel'e voor de -voeding der bevolking werkend& en noodtge inrichtingen: , . . _; b) Ziekenhuizen en .gevangentesen. v<>or ~oover het verbrwk tot. het verzeke-re.n van hnn· nen oogestoorden dienst noodig is; . cl Hotels, en verhuurde kamers bij hui-gers, voor zoover zij kunnen bewijzen dat zij ten minste 1 S dagen in d~ maand inkwartiering hadden, hetalen 2 3 van h= verbruik van Sep. temher tegen 0.26' Fr .. het verbrui!, gaande tot de hoeveelheid der maand September tegen 0 60 Fr. en een hooger verbru.ik tot ten hoogste 26 •j, tegen 1.2& Fr. Een overschrijden -vq d~ze grens wordt volgen• de m 3 aa.ngeatipte maatregelen beatraft. · &.

In dringende gevallen kunnen bij de -Kommandantu.ur toelayh1,:en om meer te. verbru.ikeJt dan in de verordeniug bepllald wordt aa~ge.vraagti worden .

6. · Overtredingen Ván deze val'Qrdening, alsook verspilling van gas wordeu, indien geen andere ~t.ralfen moeten toegepast worden, met een boete tot dl'ie.dulzend Mark (3000 Mark) en een gevangenis11tral tot een jaar of met een de7..er straffen bestraft. • Bevoegd zijn .de Militaire overbeden eu de militaire rechtbanken. Gent, den 16 Okwber 1917. :Oer Efappenko.tnnl&.Ddant , VON WI"K, Oberstleutnant.

-----------------------------------------{)(•ukhel'ij "· lloogpoorl, '29.

284


recht in het museum te Berlijn. In 1861 werden de Adam- en Evapanelen met de Staat geruild voor kopieën van de panelen te Berlijn en van de Adam- en Evapanelen. Toen de oorlog uitbrak, was kanunnik Van den Gheyn erg bezorgd om dit unieke meesterwerk. Na gesprekken met burgemeester Braun en het minister Van den Heuvel besloot kanunnik Van den Gheyn het schilderij te verbergen. Dit was natuurlijk geen gemakkelijk werk, want de bergplaats moest de volledigste waarborg bieden wat betreft veiligheid, bescherming tegen vochtigheid en behoorlijke luchtverversing. Al deze problemen wist kanunnik Van den Gheyn goed op te lossen. Noch het kerkpersoneel noch iemand van het bisdom was op de hoogte van de schuilplaats. Kan. Van den Gheyn zorgde ten slotte nog voor een fictief bewijsstuk, ondertekend door minister Poulet, waarbij verklaard werd dat het meesterwerk op last van de Belgische regering naar Londen was verzonden. Pas in augustus 1916 begonnen de Duitsers systematisch naar het schilderij te zoeken. Hierbij werden tientallen personen ondervraagd, maar gezien enkel kanunnik Van den Gheyn van de zaak op de hoogte was, kon niemand een inlichting verstrekken. Toen de DUitsers begin 1918 talrijke huizen opeisten, was het noodzakelijk het meesterwerk naar een andere schuilplaats over te brengen; dit gebeurde in volle dag ('s nachts zou de overbrenging zeker mislukt zijn). Na de wapenstilstand waren op 30 november 1918 de verborgen panelen terug op hun plaats. Door het verdrag van Versalies kwamen de. twee maal zes panelen - in 1894 hadden de Duitsers de zes panelen te Berlij!l in de dikte doorgezaagd-, die te Berlijn waren, terug naar ons land. Wat later was het volledig retabel terug te Gent. Kan. Van den Gheyn verdient onze blijvende dank voor zijn moedige daad; zeker had de bezetter het kunstwerk naar Duitsland overgebracht indien hij het had gevonden, waarbij gevaar van beschadiging niet was uitgesloten. De Opgeëisten Tijdens de oorlog 1914-1918 werden echter niet alleen levensmiddelen en nijverheidsproducten opgeëist, maar begin october 1916 werden ook werkkrachten opgeëist; om voor de bezetter te gaan werken in Frankrijk voor het aanleggen van spoorwegen, het vellen van bomen, enz. In totaal werden in Groot-Gent 11 782 personen opgeëist, waarvan 9 049 één maal, 2 373 twee maal, 319 drie maal, 40 vier maal en één zelfs vijf maal. Wat een totaal geeft van 14 877 opeisingen. De Gentse opgeëisten werden eerst ondergebracht in de t.extielfabriek La Ganto~se - vandaar de huidige benaming Opgeëistenlaan - en werden dan vervoerd naar Noord-Frankrijk. Velen kwamen ziek terug (aantal 285


2 648 of 22,4 ~ ) ; 333 Gentse opgeëisten stierven aan hun ontberingen . Een aantal vluchtten of doken onder tijdens een verlofperiode. De bezetter legde de gemeenten een boete van duizend frank op voor elke niet opgekomen of gevluchte opgeëiste. Vanaf 20 november 1918 verscheen in Vooruit een feuilleton "Uit het leven der opgeëiste werkers. Mijn verblijf van negen weken ballingschap te Dercy-Mortier" waarin een opgeëiste vertelt over de geleden ontberingen. Tijdens de oorlog werd door de gemeenteraad een commissie opgericht met Ed. Anseele als voorzitter, commissie belast.met het bezorgen van klederen en levensmiddelen aan de opgeëisten. (de Z.A.B.'s) Nog enkele feiten

Bisschop A. Stillemans·

"

Op 6 november 1916 overleed bisschop Antoin'e Stille mans. Hij werd geboren te Sint-Niklaas op 10 december 1832 en werd priester gewijd in 1856. Na doctoraatstudies te Leuven werd hij directeur van het groot seminarie te Gent en na het overlijden van bisschop Lambert werd Stillemans door paus Leo XII I in 1889 aangesteld als XXIV 0 bisschop te Gent. De begrafenis had plaats op donderdag 9 november in aanwciigheid van kardinaal Mercier en de bisschoppen van Luik en Namen. 's Nachts werden in de stad vlugschriften verspreid met een protest van kardinaal Merder tegen de opeisingen van de Belgische burgers.

Op 3 mei 1916 overleed stadsarchivaris Victor van der Haeghen, die · zal opgevolgd worden door Victor Fris. Te Brussel overleed· op 12 september 1917 Arthur Verhaegen. Alhoewel te Brussel geboren in 184 7 woonde hij van af 1863 te Gent. Deze veelzijdige persoonlijkheid- hij was ingenieur, maar was ook architect, historicus, arche'oloog - was een van de belangrijkste figuren van de kristelijke arbeidersbeweging; hij was ook stichter van de Antisocialistische Werkliedenbond te Gent in 1891 en was volksvertegenwoordiger vanaf 1900. A. Verhaegen werd door de Duitsers aangehouden in 1915 en werd in 1917 om gezond-

286


287


heicisredenen vrijgelaten; hij stierf kort na zijn vrijlating. De herbergen en drankhuizen waren verdeeld in twee groepen : "Nur für Deutsche Heeresangehörigenu en "Für Deutsche Heeresangehörigen verboten". In de tramrijtuigen hingen opschriften . "V orsich t in Gespräche ! Spionengefahr". De winter van 1916-1917 was zeer streng. Er was practisch geen brandstof te krijgen. Honderden armen en kinderen gingen langs de spoorbanen op zoek naar sintels, gewapend met een Baron Arthur Verhaegen (1847-1917) Pionier van de Katholieke Arbeidersbeweging zeef. Vanaf begin februari te Gent. 1917 werd door gebrek aan gas de stadsverlichting uitgeschakeld. Dit zal zo blijven tot het einde van de oorlog. In de winkels moeten de lichten gedoofd worden om zes uur 's avonds. 's Avonds heeft de stad .een akelig uitzicht en slechts weinig Gentenaren wagen zich op straat. Begin april 1917 worden de aardappelen verkocht tegen 1,25 fr. per kg. In het Park en op de terreinen van de wereldtentoonstelling worden aardappelen geplant . Op 6 juni 1917 schrijft Baertsoen in zijn dagboek : "La viande, le beurre, la margarine, les oeufs, les pommes de terre, le lait n'existent plus pour la grande majorité de la population". Bij verordening 288 van begin 1917 wordt de verkoop van klompen zonder de toelating van de Etappen-inspektion verboden. Verordening 296 beveelt, dat aan al de huizen een lijst wordt gehangen met de namen van al de bewoners van het huis. · Op 1 november 1917 verschijnt de volgende verordening : 1 Voor iedere gevluchte opgeëiste moet de gemeente een boete van duizend frank betalen. 2 Voor iedere gevluchte opgeëiste wordt in de gemeente, waar de gevluchte woonachtig is, een man als gijzelaar aangehouden. 3 Alle drankhuizen voor Belgische onderdanen worden gesloten. (dit zal zo blijven tot het einde van de oorlog) · 4 De verkoop van sterke drank is verbonden. 288


Te Gent in 1918 Januari 1 918. De oorlog duurt reeds 41 maand, de vierde oorlogswinter. De oorlogsberichten in de kranten luiden meestal : "Van het westelijk front geen nieuws". Toch zijn voor 1917 enkele voorname feiten te herinneren. Door de voorjaarsrevolutie van 1917 in Rusland verdween tsaar Nicolaas II van het toneel (geboren in 1868, regeerde van 1894 tot 1917, gefusilleerd in 1918) en kwam de regering Kerensky aan het bewind, regering die door de octoberrevolutie zal vallen. Op 6 april1917 verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. In Oostenrijk was de oude keizer Frans Jozef I in november 1916 overleden (geboren in 183-0, keizer van Oostenrijk seder 1848). In Frankrijk was in november 1917 Georges Clemenceau (1841-1929) aan het bewind gekomen; op 14 april1918 zalF. Poch de aanvoerder worden van al de geal1ieerde legers. 19 januari 1918 : De Hollandse scheepskapitein Arie Hougée heeft spionagebrieven van Belgen naar Nederland vervoerd. Hij werd ter dood veroordeeld; het vonnis is op 19 december 1917 door de kogel voltrokken. 25 januari: Woeker in de kloefen. (klompen). De klompen worden verkocht tegen 5,50 fr.voor mannen, 4,50 fr.voor vrouwen en3,50 fr. voor kinderen. In de stedelijke kloefkapperij zijn de prijzen 2 fr., 1,75 fr. en 1,50 fr. 16 februari: Vanaf 15 februari is de verkoop van zeep in alle winkels verboden. 1 maart : in de Salvatorstraat wordt de revue "Een uurken rond de Muide" van Isidoor Van Daele opgevoerd ten voordele van de krijgsgevangenen. _ _ 5 maart: Verkoop van cokesstofmet vertoon van de gele ge~inskaart. 22 maart: Wegens papierschaarste zijn we verplicht tijdelijk 3 of 4 maal per week op half formaat te verschijnen. (Vooruit). (dus één · blad van ongeveer 38 cm. op 26 cm.) 20 maart : De stedelijke vl~esdienst ontvangt van de Duitse overheid het bericht, dat er geen rantsoenen vlees meer voor de burgerlijke bevolking ter beschikking zullen worden gesteld. 28 maart: Dr. Kuenzer wordt tot burgemeester van de stad Gent benoemd. Getekend: von Falkenhausen, Generaloberst. Burgemeester Braun en schepen De Weerdt worden door de bezetter afgezet en naar Duitsland weggevoerd. Hierop dienen de overige Gentse schepenen hun ontslag in; door de bezetter worden vier personen tot 289


GEBRUIKBARE VOEDENDE BESTANDDEELEN vervat in de dagel!jks.che rantsoenen per hoofd-inwoner.

ÉLÉMENTS NUTRÏTIFS UTILISABLES cont~nus dans les rations journalières par tête d' habitant. YERVOL.G S Ut TE

OVERZICHT ~ÉSUMÉ

GRAI'/!Mf:N. GRAM MI'S .

r-r------r-.

~

I

l I

I 1

I I I

I

KOOL•

I ~co

I

•Sc·

I

160

I I

flto

WATERSTOF GRAMMEN

HYDRA TE$

I'

GRAMMES .

DC CARBONE

Ûû('

1~0

100 .

80 (\()

VET

4o

GRAJSSE

1C 10

EIWITSTOF ALBUMINE

gz .. lîcw A~éc~<>;)"'''-" à..

65

~.t,.~

"'-

u-•~ j{.,....,..._,.," .d~ ~ 5

160

~"'-""'

·h.·~ .ftv'ta.iu:- äv ~J'\> r~~tr >é.J~.~~. . eo...jé-._...,d ,d..o....~.;..,...,·· e•.v

..

\ 6(): o() d?.')i,!>t-tMi~ -

1916 ~ .f-.;,~)

.. .

65Kgj10Kg. WEGENDE·, PéSANT.

-6SKgi70K9·

290


schepen aangesteld. 15 mei : Het Nationaal Comité te Gent heeft besloten de kleine bakkerijen te sluiten en al het brood in de vijf coöperatieve bakkerijen te doen bakken. (Vooruit, Volksbelang, het Volk , Vrijheidsliefde en V ooruitziende Bakkers ). Te Gent waren 209 bakkers, 22 te Ledeberg, 25 te Gentbrugge en 41 te SintAmandsberg. )

Burgemeester Emile Braun

(1895-1921 )

16 mei :Wegens het achterhouden van de deur- en vensterknoppen in spaarmetaal wordt de afleveringsdatum verlengd. Overtredingen bij huiszoekingen vastgesteld zullen streng gestraft worden. Ook waterpompen, buisleidingen en kranen in koper , nikkel of tin moeten ingele-

verd worden. 17 juni : Samenwerkende maatschappij Vooruit n . I. Verkoop van een pint azijn aan 0 ,18 fr.deze week voor de nummers 5001 tot 10 000 in het centraal magazijn Chartreuzenlaan. Broodboekje medebrengen. 24 juni : Ter herinnering : van af 14.12.1917 moet elk mannelijk persoon van veertien tot zestig jaar in het bezit zijn van een afgeleverd werk bewijs. 25 juli; R~mtsoen voor de perióde 28 juli-10 augustus. Gezouten spek 100 gr. per persoon prijs per rantsoen Smout: 260 gr. Rijstbloem : 150 gr. Azijn : een deciliter Zout : 400 gr .

: : : : :

0,55 0,65 0,21 0,03 0,12

fr. fr. fr. fr. fr.

18 october : In de loop van de laatste dagen hebben we delen van Vlaanderen en het Noorden van Frankrijk met de steden Oostende , Tourcoing, Roubaix, Rijsel, Douai ontruimd (Duits Hoofdkwartier ). In Vlaanderen hebben we Brugge, Tielt, Kortrijk ontruimd. Op 26 september was het algemeen offensief van de geallieerden aan het westelijk front begonnen. 21 october : Vandaag verscheen het laatste nummer van de Nieuwe Gentsche Courant. Dit werd natuurlijk niet medegedeeld door deze activistische krant. 291


.\~n~nit'll \'r 1&or drn anu~ln~udtu "'ni<•r ;t<'t'fl ;nldwnJe lw!t'l! fOilrran,lz~l ûjn nm t•l~p lamilit• 1an tl t•n nodi~t· bnm•!bt.. r lf' hlllr?.ÎI'H, ht>NI lwl ~b d ~ hl'\lUUr ht•<lotP!t-o'l'll

groot getal lokalen tot openbare verwarmde plaatsen in te richten. f't' llif'll <'ifh1t• rhll'l twt t•eR Pfl <~prui•(l lul a flt• hifto•HlrrNt, ha!l<l<'lMr<, fabri~aDICft, ('Îp;enaars. hUt3llfl' Of f>t•,llmrd~r> \ nll pril'lal· ui polilit·li.•· lokako. vm htumr• tllil!!nTifn~JL labrit•kt•n. hallfars, zalen t>!lloi;alen vóür 4 Oerember ~31~l~nnuP. als lw1 Lau. ter 'l tjntr he-rhi~~iO\! te slelleo . .\1 dt>l.<' phwht>rl zoud••n. 011 l.o;;lt•tt •Ier •lad, '""~' ht!~~naanJttlhaald doel .-ordt•n ingt•ricbl. llt:7-<' 1Ji~11~t dt>r Opt•Ab3t'é \'t·rwanoing •tul onde•· loeûrht e~ner "tedelijke Commi~e. belitaaode uit J! leden. 4 1a11 ciL der drij ~;ronte pM1ijcn. WMI'\311 •Ie helft tot Jen t;emel'nteraatll~.boort. fk•ll~ ( /muni·~it> z,l, in !1\l'r•>t'O'!Nmniu!( mE'! de eil!enaa1~, buroars ol bestuurders dezt"r Yerwumde plaal!en. dl' •mie dof'lt handhavcu cu nlle~ r~~..lt>o wat den dien-t rm'<ll'lm~ngt. - Lh• lo~all'n 7.oudeu \ueJ.(ankelii~ ZiJn ~om· de inwonPI'S der gebuurte en '"m· de lt·d~·n de•· mu.tsebappij, Z•i 1.ull~n llflNt zijn bij vo.•rkenr ~tt>rlun•nde de ~es weekdagen, YM 4 tol Sllreo. l·:r U~l~:•• zm-gd ~-..rdetl •··mr ord~ en ru~t. "!J<I:lt dl' kinderen daar hun srlloollli~K lUOIIen afmaken, en meer dan waarschifoliJI.. Y(l()r een poljl' loffie. wmlal d~ 001.(1('~('r.l d"ar hel avoudmaal Ltmnen nemen alvorens unr huis te gaán. \'oor ver•l•!rt' regelingen zal de t:Ommis;~e zich nwl de helaogbebbendeo versla:m.

Medeburgers. In di'Jen moeilljkt'n lij<! W\'rd nooit te vPrjli'el< een Dei'Ofll op U gedaan en wij zijn O\'ertuigd dnl :~llcn tlie maar ('cni~zins innlll!n, Iw! Stadsbe.,tuut in zijn boog>! n~HsdtPlijt.. werk zullen bijstaan. Alwie dus eeoe ov~rdel.t~ fllaats been, dw voor dt> openbare verwarming dirn~ij{ l..~n word~11 J!ema;\kt, wordt bij dele dringend "o:rzoeht die ter ~ikking van hel .:t.artslk·~tour te willen stellen, en dil voor 1 /)ècember aanstaande.

Wij zouden w~m;chetl dat

Waar is uw

nm~azijn.

g1.ï bij uw aanbod het antwoord t10egdet op de volgende vragen :

fabri(•k.,

hm~gaar

thw groot is het 1

ol loluutl gelegen 't .

Hrbt ~ij zitplaatst>n! · Wt'IIH• "! fhwvet:'l? Tafels t Schragen met plankeu op 1 lloeYeel '! Hcw zijo M plaatsen H•rlicbl t Beschikt gij OYf'r speleu't .ka:trtrn, dominos, tdc-trae. eu1. O('nkt gij :tndert• vraj(('f} tt> moeteu · s.teUen en te beantwom•den of bij7.ondft•e voorw~arden te willt'n, W('Cst zoo goed ze te laten kermen. · uiel H:e! l<' moett•n <utwipkn nwr bt'l nut, uil~ uiét over de <lriug;•nd•· unodzaheli;kheid der im il'hllu.! t•pt•oba•·en 'er"'afmÎH![sdieu..:.t. Bij al •Ie nun["'"· , martel!, weet~u ûit• den tltu'log ua .zkh ~kó'jll. is ·~ llfinlers lll<!l moeder en ki11d zondl'l' Hl\11' litn.

Wij 'au

dt'H~<' Il

dt~u•n

\\<!I hN I'I'!!Slf'.

-ll;oilrtlll< wt· wa~hlt'll \\ t( <'Pfl all!<'mn•n dt·~lnemen '"ll onz~ mrdrbur-g,·r~ en drukken hen op '""rh:md t'U in naan1 vat> h<'l "ladslw: uur en van hel' I •h• lwl'olhing unze innigst<' ge' uclen~ van daukb1arh~id en boogacl.llin!l: uit.

Voor de stedelijke Commiui• der openbare •erwarmiag : /)". .~·~tw·i>i.

I# St:hepm.

wn.

E. HSEEI,E. LIEü:rnorw-r.ooi'MA~. ik l.ed'·" : M.M. Bont.inck, D~ Carte. Joseph Casier, Crevaels, Léon De Smet, De Telde.r, gemeentm·aadsleJen ; _ Des. Cnudde. Ferd. De Clercq. Fr. Demey, Eggermont, E. Van Swieten, J . Zenner, bijzonderen. i..n !.

"~•~ htij M""'~~-

'-•

292


De Bevrijding 4 november : Alle Belgische inwoners der Stad Gent, mogen van dit oogenblik af hunne huizen niet meer verlaten. Er zal geschoten worden op iederen Belgischen inwoner die. zich op straat laat zien. Dit bevel treedt in werking terzelfdertijd met zijne bekendmaking.

Der Kommandant, (get.) von BLĂœCHER, Major. E. Anseele, Siffer, prof. Vercouillie (gemeenteraadsleden) en kanunnik de Baets, groot-vicaris, werden naar het hoofdkwartier van de Duitse legerstaf gebracht. Hier werd hun medegedeeld, dat ze verantwoordelijk zijn voor de rust en de orde in de stad. Verder deelden de Duitsers mede, dat indien de orde niet gehandhaafd bleef, tien artillerie-divisies ten oosten van de stad opgesteld, de stad zouden beschieten. De Gentse afvaardiging kon de verantwoordelijkheid niet aanvaarden. Na een zeer lange discussie stemde het Duits commando er eindelijk in toe, het uitgangsverbod te beperken van vier utlr 's avonds tot acht uur 's morgens. Onmiddellijk werden de nodige maatregelen getroffen om de coĂśperatieve bakkerijen weer in werking te stellen. Op aandringen van de bisschop ontruimden de Duitsers ook de observatiepost op het dak van de St.~Baafskathedraal (wat in strijd was met het volkenrecht). Door de tussenkomst van het quatuorviraat bekwamen de dokters en een priester per parochie de toelating om tijdens de beloken uren hun zieken te bezoeken. ¡ "Om tactische redenen, had de.bezetter al onze kerkhoven doen sluiten. Deze waren immers gelegen aan de uiteinden van de Stad, waar het Belgisch leger meer en meer vooruit drong. Ten gevolge van de. Spaanse griep, was de sterfte aanzienlijken, vermits de begraafplaatsen ontoegankelijk waren, wachtten reeds meer dan honderd lijken op begrafenis. In het dodenhuis van het Burgerlijk hospitaal bevonden er zich gehele stapels; er lagen er, de ontbinding nabij, tot in enge werkmanshuizen; doodkisten werden, in afwachting, inde kerken neergezet, en sommigen begonn~n zelfs hun doden ter aarde te bestellen in hun hovingen. De toestand was hachelijk en vol gevaar voor de openbare gezondheid. Onze vier vertegenwoordigers bekwamen dat de oude buiten gebruik gestelde kerkhoven, Dendermondse steenweg en De Smetstraat, mochten heropend worden en aangewend tot tijdelijke begraafplaatsen. Juist 165 dooden vonden daar eene voorlopige rustplaats" (Siffer) De Duitsers hadden de viaducten op de spoorbaan Gent-Brussel.opge-

293


Commission for Relier

IB

Belgiim

---.~. .~~~a..-wo~ ·~ "' ·=·--~~--

Provinciaal Komiteit voor

Comité Provincial de Secours &d' Alimentation

Hulp en Voeding

.----.... r-""'·~~0

w~!·i.tJf~ ~-\

J:j

Van aC :.t·1'" April 19tt), is bet brOOtlrani!JMII vasl«e-

stt•ht OJI i " "' 100 gr. IWI' J1t'I'SOOn .-o rM>r week. t)(• lwoodt'll tullt•n roinslt'll!l 10~0 or r.'lu 11101'11'11

N

""..,..

~ramwen

.

\~t'!Çf'll.

O:tar lo(f'l'n ~>nkl"h' a(\\ijkiu~ v:m gcwidtl anu de bakkers to••gt>fatN• i~. \\Ordt hl'l ·Jlublif'k driug.-od vel".tctebt. In sameo• ~erkiu~t uwt hf'l Kmnllt'il, te waken, dat het l1em ar. t(t'lt•H•rd.. !.rood. lwl voorgc•1wbreven gewicht bt>bbe. A I d.,. lda('hlf'n daarorutrl'nt, door bewijien ~estaafd, mo~-tru :mu IH't hurfd ~' ~. UKEl'UIALl.E, g~tuurd 'fordea.

IIE1~ l!l'~.- .• :r~d;;:';'"'ii:J'IU: ~ Hmn, '"•

(i-<>AI

KOMITEIT.

A

')

·i --i' ,•

A parlir du i anll 1916, h• ral iooJwnwnt t~sl fixt'• :t t k"' 100 K'· par fk'I'!I4) DIW et Jnlr ~Pm:tioe-. 1..('8 paius devronl JlllSt~r au muius IOaO nu .'i':ltl gr:unm~>l> . ..\ucuue tolérant;e n'èlant :wt•ordèe :un houlan~c·rs, I•• public· mil instamment tn·ie de veillt•r, de c•ounrt · un•t• I•· Comité, à ce tfue Ie Jlain, qlll' lui ~si r•·mis, l"'~·s•·utt~ I~ polds 11rt~rit. Tonles les tilèlamatjonlll à (Jt' suj.-e, th'uneut ju~tilit•t•~>. pt'uvent Hre adressc1es au bureau ~· ~, flallc au:~. Urar~t.

LE COHITF:.


blazen (Voskenslaan, Kortrijksesteenweg, Krijgslaan, Zwijnaardsesteenweg, Ottergemsesteenweg, Stropbrug) alsook al de wissels in de stations en de spoorstaven om de vijftig meter. Ze legden nu mijnen op al de bruggen ~n aan de sluizen om ook deze kunstwerken te vernietigen. De vernieling zou een groot gevaar voor de stad hebben opgeleverd en wel omdat al de verbindingen in de stad onmogelijk zouden worden (denken we maar even aan bevoorrading, ziekenzorg, brandbestrijding). Na lange en·moeilijke qnderhandelingen gaf de Duitser toe de mijnen op de Verbindingsvaart, de Coupure en de Opperschelde weg te nemen. Op vrijdag 8·november roldé de Duitse burgemeester dr. ~ünzer zijn matten op. Het Quatuorviiaat moest weer op de commandatuur verschijnen, waar hun werd medegedeeld dat het bestUur van de stad werd overgedragen aan de heren Coppieters, Siffer en Vercouillie. Op 9 november werd de gemeenteraad samengeroepen en werd het college aangesteld : E. Anseèle als dienstdoende burgemeester in afwezigheid van burgemeester Braun,C. Heynderyckx enE. Cappieters hemamen hunschepenambt en A. Vàn der Stegen, H. Fraeys en V. Carpentier werden als di~stdoende schepen aangesteld. 's Avondsho.od.de stad Gent een akeliguitzicht niet zijn doodse en duistere straten,. met patrouilles. droriken, woeste,zwaar bewapende . · . Duitse soldaten. Op zondag 10 novembe~ in de namiddag werd de Duitse vlag, die sedert vier jaar :îa:n: het stadhuiS wapperde, door Duitse soldaten weggenomen. De zondagavond tiissen:l 9 ·en· 23 uur hadden de zeldzame personen,.die zich op straaüv~de,n, de Duitse schildwachten hun posten zien verlaten. Rond middertÏacht trok van de Brugse poort een groep Gentenaars naar de stadpatriotische liederen zingend. Rond één uur 's nachts vornu!.e zich een stoet op de Koornmarkt, de massa droeg . lampiois en vlaggen: ttok langs de Hoogstraat naar de Brugse steenweg. be Belgische troepenonder het bevel van generaal Druhbellagèn aan de rand van .de stad.

en

Op woe:nsdag;lJ no~ember.deed het Belgisch leger met aan het hoofd koning Albert en ~oning1n Elisabeth hun intrede te Gent. Het enthousiasme is niet te beschrijyen. Persoonlijk menen we dat in november · 1 918 dit erithoU$iasJne groter was dan bij de bevrijding in september 1944 en wel" om vefs~hillende redenen : in 1918 ging de bevrijding van Gent gepaard met de wapenstilstand, ons zegevierend leger met aan het hoofd de zo geliefde vorsten deden hun intrede te Gent, de Gentse bevolking wachtte met spanning en ongeduld op het wederzien van de duizenden· 295


GENT. GflND

N

\{)

0\

Nieuw~ Hoofdpost ¡ Nouvelle Paste C~ntrale

Op de foto bemerkt men de bronzen beelden, die tijdens de oorlog werden weggenomen.


Gentse soldaten en oorlogsvrijwilligers - vader of zoon, broeder of vriend, echtgenoot of verloofde, die vier jaar aan de IJzer hadden gestreden. Le Bien Public zal schrijven : "L'Entrée du Roi Albert à Gand. Le soleil de novembre ordinairement si parcimonieux de ses rayons, doit avoir su que la Capitale des Flandres attendait aujourd'hui, libre, fière.et heureuse ses augustes Souverains, Leurs Majestés, Ie Roi Albert et la Reine Elisabeth. '' en verder "Journée du 13 novembre ·1 918 : la plus belle, la plus mémorable de l'histoire contemporaine de Gand." Aan al de huizen wapperden Belgische vlaggen. De straten langs waar het Belgisch leger zijn intrede zou doen, waren van in de vroege morgen zwart van het volk. In de stratenkongeen enkel mens meer bij; in al de uitstalramen van de winkels stonden kijklustigen, al de ramen van de huizen waren vol mensen; Rond tien uur deed het leger zijn intrede met aan het hoofd koning Albert, koningin Elisabeth en prins Leopold allen te paard. De zegevierende tocht ging langs de De. Smetstraat, Rabotstraat, Peperstraat, Hoogstraat, Sint-Michielsstraat, over de Koornmarkt langs de Veldstraat, Zonnestraat naar de Kouter, al waar het défilé plaats had van het 2°, 22° en 3° linieregiment, het 1° artillerie en een bataljon genie. De ganse Gentse bevolkingjuichte op de doortocht de vorsten en de IJzersoldaten toe. Tijdens het défllé speelde het muziekkorps m-archen, het Belgisch volkslied en ook de Vlaamse Leeuw (Journal de Gand). Na het déf:dé hadden de vorsten een onderhoud in de Club des Nobles met markies Villalobar, ambassadeur van Spanje, Franqui, voorzitter van het Nationaal Hulpcomité, bisschop Seghers, 't Kint de Roodebeke; ondervoorzitter van de senaat, Jean de Hemptinne, Ligy eil Jacques Feyerick, senatoren. Daarna werd het vorstenpaar ontvangen in de Pacificatiezaal op het stadhuis door gouverneur baron de Kerchove, graaf de Hemptinne en dienstdoende burgemeester E. Anseele. Anseele sprak de vorsten in het Nederlands toe, waarop koning Albert in het Nederlands dankte. 's Namiddags werden de vorsten door bisschop Seghers ontvangen in de Sint-Baafskathedraal. Daarna keerden de vorsten naar Loppem terug. Enkele dagen later kwamen burgemeesterE.Braun, schepen De Weert, Maurice Lippens, Albert Ceuterick (oud stafhouder), C. de Bruyne (schepen), P. Boël, Ferd. Feyerick, professors Paul Fredericq en H. Pirenne terug. uit hun ballingschap. · Reeds op 11 november had koning Albert in zijn hoofdkwartier te Loppem Paul Emile Janson en Edward Anseele ontvangen. De onmiddellijke invoering van het algemeen enkelvoudig stèmrecht en de oprichting van een Nederlands hoger onderwijs werd besproken. Op 297


Het standbeeld Graaf Oswald de Kerchove.

298


21 november werd het ministerie L. Delacroix gevormd bestaande uit zes katholieken, drie liberalen en drie socialisten. Anseele werd minister van Openbare Werken. Het was een regering van nationale unie. Op 22 november deed koning Albert zijn intrede te Brussel. 's Namiddags las de koning voor het verenigd parlement de troonrede voor, waarin de voornaamste hervatmingen werden opgesomd. In de regeringsverklaring voorgelezen op. 28 november beloofde minister Delacroix de invoering van het algemeen stemrecht voor alle mannen van 21 jaar en erkende hij het recht van de Vlamingen op een hoger onderwijs in het Nederlands. (Luyckxblz. 295) Op 28 november schreef Le Bien Public : "Le discours du trone a annoncé que le gouvernement proposerait au Parlement de créer dès à présent les assises d'une université flamande à Gand. Cette dédaration accueillie par les Chambres avec une froideur significative, a jeté l'émoi à Gand": Terwijl stafhouder L. Verhaeghe een protest publiceerde tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit verscheen te Gent een brochure "La question flamande jugée par un Flamand" door André Gandavus. Het probleem werd ook tijdens een gesloten vergadering besproken in de gemeenteraad op 2decembèr. Naeen ~cussie werd de volgende motie goedgekeurd : ."De Duitschè activjstën-hoogeschool moet onmiddellijk worden afgeschaft, De bestaande hoogeschool nibet in haar vooroorlogsche toestand worden hersteld". 28 Gemeenteraadsleden keurden de motie goed, terwijlVercouillie en De Vynck tegenstemden en acht leden zich onthiel{len~ Schepen ·c. De Bruyne verklaarde: "Ik heb gestreden tegen alles ~at gesticht werd onder en door den overweldiger. Maar ik blijf het als èen misdaad beschouwen het Vlaamsche volk beroofd te houden van het middel om zich teJ:l volle te ontwikkelen, namelijk van een volledigVlaamsch onderwijs, vari hoog tot laag". De twisten in verband met de vernederlandsing van de Gentse universiteit zullen·nogjaren duren. · . Methet einde van de oorlog waren echter al de problemen niet opgelost. Al vlug verschenen de Gentse kranten in hun oude vorm. La Flandre Libérale schreef op 12 november : ''Nousavons volontairement cessé de paraî tre dès le 12 octobre 1914, jour néfaste ou notre ville a été envahie par les hordes barbares que le kaiser déchu avait envoyées pour conquérir la Belgique". Le Joumal de Gand schreef: "Dès aujourd'hui le .Journal de Gand redevient quotidien."Deze krant verscheen tijdens de oorlog ''de cette façon Gand possédait au rnains un joumal belge d'expression française. S'étant dégagé de toutes·in299


300


fluences pendant la guerre Ie J ournal de Gand continuera à suivre cette voie ". De rantsoenering zal nog een tijd voort duren. Op 24 maart eindigde de rantsoenering van het brood. Stilaan zullen een aantal producten vrij verkocht worden. Wel zijn de prijzen aanzienlijk opgeslagen. De Gazette van Gent, die tijdens de oorlog niet was verschenen en op 1 januari 1919 opnieuw verscheen met het hoofdartikel "250 jaar oud" (eerste nummer verscheen op 1.1.1667) zal op 9.8.1919 schrijven : "De levensduurte is zo~ danig dat een huisvader, die alleen een gezin van drie of vier kinderen te onderhouden heeft, er niet moet aan denken een stukje vlees te kopen". Onmiddellijk werd begonnen m~t de opruiming van de vernielde bruggen en viaducten. Aan het Sint-Pietersstation werd een voorlopige spoorbaan gelegd op de begane grond voor het station. Op 1 juli 1919 kon het Zuidstation weeringebruik worden genomen. Uit de Verenigde Staten werd heel wat ingevoerd, o.a. bevroren vlees. Op 13 januari 191 9lezen we in de Gazette van Gent : "Muilezels. Deze week zullen honderd muilezels aankomen. Prijs: 1000 fr.tot 1200 fr.Deze dieren mogen gedurende eenjaar niet verkocht worden". De fabrieken lagen nog stil en wel omdat ze waren geplunderd door de bezetter : riemen en electrische motoren waren weggenomen, drie katoenfabrieken hadden zelfs geen stoomketel meer. Einde februari 1919 zal koning Albert te Gent een aantal geteisterde fabrieken bezoeken. De vlasfabriek Casier was de eerste waar het werk in maart 1919 kon hernomen worden. In deze bijdrage was het onmogklijk alles te vermelden. We hadden nog kunnen vermelden; het Werk van de Melkdruppel (voor de zuigelingen), de hulp verleend door het Sint-Vincentiusgenootschap, door de Zusters van Liefde. door de Zusters van de Armen, de hulp aan de werklorz.e kunstenaars, het werk Hulp aan de kantwerksters (te Gent een vijftigtal. voor Oost-Vlaanderen 1745), de stedelijke klompenmakerij, het gebrek aan kolen en de rantsoenering van het gas, enz., enz. De periode 1914-1918w3;8 voor de Gentse bevolking een periode van koude, honger, ellende, ziekte. Zondèr de hulp uit de U.S.A. waren duizendèn gestorven; de invoer uit Nederland was ook wel belangrijk. Maar 1914-1918 was ook een periode van intense solidariteit. De oorlog vond natuurlijk zijn weerklank in het volkslied. Sommige liederen werden na de oorlog gezongen in de revues opgevoerd in het circus. Dank zij de medéwerking van enkele leden was het mogelijk enige teksten te verzamelen. Hetgekendsteen meest gezongen lied was 301


302


natuurlijk Tipperary. TIPPERARY Bij het binnentreden der gevierde alliés, Vergat men het verleden en men danste als bébés. Scheef, recht, kreupel en mank, 't Was allemaal op zijne gang. En ja, voortdurend hoorde men den zang :

Refrein: Jij nie mee zijnkleintse, Mee zijn blekske aan zijn· gat. De keizer hee één beintsje In neus en kelegat. Nu zit hij op zijn gat, Want hij hee inderdaed, Ne grute lek al in zijn ugegat (gehad). De kejz_er mee zijn pinne, Mee zijn kruisen_ en galons, Die sprak ; wij moeten winnen Want de Goddie esmèe ons. -_Maar Goq, den heiligen Man, Trok heni daer mets van aan, Hij _vaagdigde~ hij daer wel zijn botten aan.

Refrein: It's a long ~ay to Tipperary, It's a longway, toebak. · Aan den IJzer krijgt den, keiZèt: - Op zijnen grijzen frak. Schotsen, Amerikanen, Fransosen, E~gelsmans, · En.de dappre ~eigen-hen (hebben) hém. daar geduimd; (of: (gelapt). Oegroteilrend werd daar gepluimd. (of: gepakt) Over de klompen zong men_:

en

Danles Hieren, Mij ziet gij nu altijd floreren, Mee mijn kloefkens aan. 303


\.>.)

0

~

De beelden Nijverheid en Zeevaart op de Verlorenkostbrug


't es nie veur te stoefen, Maer 'k draege altijd Mijn nieuwe kloefkens Van 't comiteit. Sommige mensen naaiden tijdens de oorlog zandzakjes (vaderlanderkens) voor de bezetter. Dit werd niet graag gezien door de bevolking. En na de oorlog klonk het : 't Zijn de dieje die de zakskens naaien, 't Zijn de dieje diên ons land verraaien. · En de verbondenen die hèn 't gezeid; Dan ze Gent ne mier en zulle spaeren Veur al de dieje dien de zakskens naaien. Lafaards, lafaards van Gent Daarom zijn zij gekend. Met de bezetter werd ook gespot. Den zondag op de Keiter, Stond daer nen commandant. Nen echten ijzerbijter, Mee zijnen adjudant, Hij dee ze daer marcheren, Zelfs nen paradestap. Want al die ewe peeren Marcheren veel te slap. Duitse lire, g'hettet girre. Keizerlijke schoteldoek,.· Gij moet zwirte u te wirre · Hier in België zijnen hoek. Over de Duitse zeppelin zong men : Boven Gent kwam ter iene zeppelin 't Was weereiene van de Duitsers. Hij vloog naar 't front; Maar de verbondenen kwamen ter stond, Zij begonnen seffens te bombarderen. Hij vloog ien en weere. En als hij kwam weere, 305


V-> 0 0\

Koning Albert, koningin Elisabethen prins Leopold op de Kouter te Gent op 13 novem


Was hij giel (geheel) vermassacreerd. En den duitSman die es zu opgewonden, Omdat hij niet geraakt was in Londen. Maar 't was de gruutste, En hij was er aen, Hij es gevallen op sint Amand. Het verbod van de bezetter Belgische strikjes te dragen kon geen genade vinden. . Overlaetst al in de Vlaenderstraete, · Kwam er iene duitsman mee zijn pinne. Hij die zei: Wa zijde gij van zinne ? Doe da streksken af of 'k draai u binnen. Da strekske af, meniere, Da doe ik nimmermier. Mijn vaderland verachten, Waer zijn toch uw gedachten. Wat herinnert ons thans te Gent nog aan de eerste wereldoorlog? Reeds op 2 december 1918 besloot de gemeenteraad een aantal straatnamen te wijzigen en een naa~ te geven, die herinnert aan de oorlog : Bevrijdingslaan (langs waar de Belgisch~ troepen de stad zijn ingekomen), Martelaarslaan, IJzerlaan, Wilsonplein, Frankrijkplein, GrootBrittaniëlaan; later kwamen er riog bij Offerlaan en Opgeëistenlaan. In de verschillende wijken van de stad werden door de gebuurtedekenijen herdenkingspiaten met de namen van de gesneuvelde soldaten en van de overige oorlogsslachtoffers aangebracht, terwijl het Oord van de Gefusilleerden herinnert aan de door de Duitsers terechtgestelde burgers. Op het groot kerkhof zijn honderden graven van gesneuvelde Belgische en gealliëerde soldaten en verschillende oorlogsmonumenten. Op verschillende plaatsen in de stad werden Duitse kanonnen als oorlogstrofee opgesteld (twee op het Maria Hendrikaplein, drie ap het Emiel Braunplein, een in de Cataloniëstraat, een op het Sint-Baafsplein, vijf in het Park, een aan het Geeraard Duivelsteen en een op de Parklaan). De Belgische burger is echter geen militarist en de kanonnen zijn al zeer lang verdwenen. We kunnen nog de jaarlijkse stoet op een november naar het kerkhof vermelden, al waar een dodenhulde plaats heeft en de jaarlijkse plechtigheid op de Kouter met èen optocht naar het standbeeld van koning Albert op 11 november. Ook in sommige

307


..

*. ~t"'""~

.

<}). ...&:~...,!;,-...u ~f ~:

'

. .~~·"' ""· ;. .

d),~~~-s

/... 'ih-rj /., 308


(Figuur hiernaast) Gulden bladzijde ter herinnering aan de intrede van de Belgische Vorsten te Gent op 13 november 1918 . De handtekeningen zijn : koning Albert, koningin Elisabeth, prins Leopold , V. Fris; stadsarchivaris, E. Anseele : d.d. burgemeester, de schepenen Heyndryckx , Coppieters, A . Van der Stegen, V. Carpentier en Fraeys, en de stadsarchivaris De Bruycker.

scholen te Gent werd ee~ herdenkingsplaat aangebracht met de namen van de gesneuvelde leraars en oud-leerlingen van de school , terwijl het standbeeld Pro Patria herinnert aan de offerdood van leraars en oudleerlingen van het atheneum. De bronzen gedenkplaat aan een huis op de Kortrijksesteenweg herinnert aan de Engelse verpleegster Edith Cavell, die door de Duitsers werd gefusilleerd. Een andere gedenkplaat op de gevel van de school O.L. Vrouw Visitatie in de Gentstraat herinnert aan het neerschieten van een Duitse zeppelin door de Engelse vlieger Warneford op 7 juni 1915. Op het gemeentekerkhof staat het monument opgericht door de Duitsers voor de gesneuvelde bemanning van hun zeppelin. De oorlog had nog een ander gevolg. Na de twisten tussen katholieken en liberalen in verband met de kerkhoven en na de aanleg van het gemeentelijk kerkhof, dat niet door de geestelijke overheid werd gewijd,

Gedenkplaat Warneford

309


werden de begrafenissen op dit kerkhof niet door een priester vergezeld. Dit betekent natuurlijk niet, dat de personen, die op het nieuw kerkhof ter aarde werden gesteld, .burgerlijk begraven werden. Enkel, dat na de kerkelijke dienst, de priester de begrafenis niet ·vergezelde naar het kerkhof. Vele katholieken lieten zich dan ook te Mariakerke of te Sint-Amandsberg begraven. Op 24 juli 1919 verscheen een schrijven van bisschop Seghers : "Aangezien op het gemeentekerkhof van Gent overblijfselen rusten van een aantal onzer gesneuvelde soldaten besluiten Wij : voortaan zullen op gemeld kerkhof de kristelijke lijkplechtigheden mogen gedaan worden en zullen de priesters de lijken mogen vergezellen en het graf wijden". M. STEELS BRONNEN 1. Gemeentebladen van de stad Gent. (1914 tot en met 1919) 2. Jaarverslagen van de stad Gent (idem) 3. Ville de Gand. Oeuvres philantropiques et de dévouement créées pendant la 10 année de laguerre. (3.8.1914-1915) 4. Croix-Verte de Belgique. 1914-1919 5. S.A.G.: Reeks 0 39 (17 dozen) 6. Verzameling der officiële bekendmakingen tijdens de oorlog in Gent en omgeving. (12 october 1914-31juli 1915) 7. Marc Baertsoen: La guerre de 1914-1918. Notes d'un gantois. 8. OpgeëÏ$Chten van Gent. (B.R.U.G. 172 N46) 9. Kriegsalbum von Gent. 10. Ch. Van den Gheyn: L'agneau mystique sous l'occupation à Gand. 11. Al de Gentse kranten van de periode 1914-1918. 12. Comité national de secours et d'alimentation. Rapport de comité provincial. (B.R.U.G. : G 10 122). We konden de volgende delen raadplegen : van oprichting tot 28.1.1915, van 29.1.1915 tot 25.2.1915, van 25.2.1915 tot 31.3.1915, van 1.4.1915 tot 30.6.1915, van 1.7.1915 tot 30.9.1915, van 1.10.1915 tot 31.12.1915, van 1.1.1916 tot 31.3.1916, van 1.4.1916 tot 30.6.1916, van 1.7.1916 tot 30.9.1916, van 1.10.1915 tot 31.12.1916, van 1.10.1917 tot 30.12.1917. Deze verslagen verstrekken gegevens over al de steden en gemeenten van Oost-Vlaanderen, als ook overTielten Beernem en omgeving. 13. Siffer : De laatste dagen der Duitsche bezetting te Gent. · 14. Rapportset Doeurneuts d'enquête.

310


IETS OVER DE UITGIFTEVAN OORLOGSGELD De Eerste Wereldoorlog was maar enkele dagen aan de gang of de Overheid zag zich genoopt hulpgeld onder de vorm van bankbiljetten (en later van geldstukken ) in omloop te brengen. Belgische briefjes van 1000 F en 20 F waren opgesmukt met een portret van Rubens, de briefjes van 100 F, 5 F, z F en 1 F met dat van koningin Louise-Marie.

31 1


312


1..» ,__. 1..»


Weldra zouden de gemeenten die evenals het land met een steeds groter wordende muntinkrimping af te rekenen hadden, overgaan tot het uitgeven van zg. kassabons, die slechts lokaal geldig waren. Grotere steden als Brussel, Luik, Brugge en Oostende vonden in liet brié_fjes drukken ijverige concurrenten in minder grote steden en gemeénten : Dinant, Lambermon.t, Marke, Merksplas, Moeskroen, Wenduine, om maar enkele plaatsen te noemen. .. Het spreekt vanzelf dat Gent zich in dat drukken niet onbetuigd kon of wilde laten. Reeds op 9 nov: 1914 werd bij gemeentebesluit het uitgeven van oorlogsgeld in het vooruitZicht gesteld. Om in de loop van 1915 tot de actie over te gaan. Twee verschillende typen van briefjes zagen aldus het levenslicht, een getekend door Braemt (?)en een gedrukt(?) door J. Verschueren Antwerpen-Brussel. Beide typen dragen de handtekening van burgemeester Braun, schepen Anseele en stadssecretaris De Bruycker en zouden geldig zijn vanaf 1 jan. 1916. De Braemt-briefjes hebben een rectozijde die versierd mag genoemd worden. Die zijde draagt een Franse tekst behalve de hoofding STAD GENT en een reeksnummer. De versozijde is volledig tWeetalig en mist het reeksnummer. Waardoor nog al eens aangetoond werd dat al de Gentenaars niet gelijk waren voor de wet. De Verschueren-briefjes vallen beter mee. Voor- en achterzijden vertonen hetzelfde silhouet met dien verstande dat alleen de Franse kant van een reeksnummer voorzien is. Aan de uitgifte van deze briefjes is een "petite histoire" verbonden, dat ongetwijfeld weinig bekerid is. Die uitgifte is niettegenstaande deoorlogsdagen gepaard gegaan met een luisterrijk intermezzo. De burgemeester en de schepenen trakteerden zichzelf met ijvere spoed op een klein album waarin de 3 soorten briefjes : van 1 00 F, van 20 F en van 5 F gedrukt op van de fijnste zijde geplakt waren. Uiteraarde van iedere waarde de afbeelding van de voor- en de achterzijde van de briefjes. · . Vanzelfsprekend zonder de aanbrenging van enig reeksnummer. Ik vraag mij af in welke openbare of private verzamelingen .dat klein aantal precieuze documenten na ruim een halve eeuw nog kunnen aangetoond worden. · V.W.

314


PUZZEL 1978

Onze quizmaster had in een rooster bestaande uit 100 vierkante vakjes de namen geschreven van 15 personages die we tegenkomen (de namen, niet de personages) op evenveel straatnaamborden. Een boze plaaggeest sneed achter de rug van de meester het rooster in 25 stukjes en schudde ze goed dooreen denkend dat de man de aldus ontstane legpuzzel niet zou kunnen terecht brengen. Een foute berekening natuurlijk.

9 rm tmc T

N

~ y

m N

m IWIEI~I E

0 RT

K E N •

p DE

u

L

MA R

• BE E

A L

• 315


Welke lezer( es) doet het de meester na? Om hem of haat op dreef te brengen geven we de plaats aan van 3 letters E en van 3 scheidingspunten. De amateurs doen best de 25legstukjes op een blad stevig papier te kopiëren en uit te knippen. Let wel op dat voorzetsels en lidwoorden achterwege werden gelaten. Dus niet Van de Velde maar Velde. Wie bezorgt het lijstje met de 15 namen aan G.T.? Vanzelfsprekend vóór 1 januari '79 !

E

• E E

• •

AANVULLENDE LEDENLIJST

1364. Uyttendaele G. Distelstraat 44 9000 Gent 1365. Scheir R. Beekstraat 4 9219 Gentbrugge 1366. Geirnaert P. Kortrijksesteenweg 385 9000 Gent 1367. Caoman Fr. Waterstraat 22 9110 Sint-Amandsberg 1368. De Smedt E. Alb. Rodenbachlaan 9 9910 Mariakerke 1369 .. De Rocker R. Rijmenmse Weg 53 2820 Bonheiden 1370. Dr. Hamerlynck J. Schubertstraat 32 Amsterdam (Nieuw Zuid) 1371. Mw Moeykens Ph. Godshuizenlaan 163 9000 Gent 1372. E. Story-Scientia p.v.b.a .. 9000 Gent 316


1373. 1374. 1375. 1376. 1377. 1378. 1379.

De Meyer L. Coupure Links I 9000 Gent Mw Wieme A. Onderbergen 79 9000 Gent Semal Pr. Sint-Jozefstraat 13 9220 Merelbeke De Veirman J. Steendam 76 K 9000 Gent Mw Symons Ch . Frère-Orbanlaan 252 9000 Gent Meert Fr. Godshuizenstraat 64 9110 Sint-Amandsberg Van Aerde R. Bouwmeesterstraat 79 9110 Sint-Amandsberg

STEUNFONDS 1978 Generale Bankmaatschappij 1000 fr.- H. Collumbien 500 fr. - J. Van Bocxstaele, J. De Backer , M. Buysse, Dr. H. Depoorter 300 fr.-Mej. R. De Porre, Ir. A. J. Impens, A. Acke, Dr. A. Mathys, J. De Somme , Dr. L. De Vos, M. Cambier, H. Janssens, P. Van Eeckhaut 200 fr.A. Hellinck 150 fr. - H. De Schryver, A. De Baets, Th. De Smet, Mw Den Dooven, P. De Meunynck, Mw Zaman-Libijn , R. Verbeke, L. De Rammelaere, G. De Backer, P. De Caluwé, L. Elderweirt, J. -P. Van Aerde, J. D'hont, H. De Graeve, J.-F. Leten, Mej. F. Nuyttens, Ch. Van Hecke, Mw De Vogelaere-De Groote E., A. Baert, J. Koninckx, Mw Wwe L. Matthys, R. De Rocker 100 fr.- E.P.P. De Pue , G. Portie, , F. Lauwers, R. De Geyter, C. Block, R. Van Damme, G. Langie, J. Heidens, Mw Allaeys-D'Hooge 50 fr.- W. Deschoolmeester 20 fr.

BESCHERMLEDEN 1978 Mw De Staute-De Loore 2000 fr.

STEUNENDE LEDEN 1978 Franklin Goethals Lucien Roegiers Francis Leys Kredietbank Gent Henri Brasseur Jean Tytgat

500 fr. 500 fr. 500 fr. 500 fr. 500 fr. 500 &.

Willy Minnebo Anne Cocriamant Paul De Coninck Francine Peleman Noordstarfonds v.z.w. Marcella Cottinie

500 500 500 500 500 500

fr. fr. fr. fr. fr . fr.

317


INHOUDSTAFEL 1978 65 Jaar geleden opende de Gentse Wereldtentoonstelling 51,246 haar deuren Gent in 1858 3 107 Gent in 1859 Gent inl860 150 Gent in 1861 199 Te Gent tijdens de oorlog-1914-1918 257 Gentse stads- en binnenhuisgezichten in functie van de adreskaart 17 De St.-Pieterskapel in de St.-Amandstraat te. Gent 38 Het Lakenmetershuis 46 101 Hoe kunstwerken van Gentse schilders in Mexico kwamen¡ Drie vergeten Gentenaars voor een wijl uit het vergeetboek gehaald 124 Een nieu liedt van de moordadighe feyten gecommiteert door Adriaen de Jode binnen de stede van Ghendt 127 Kruisboogtornooi van de drie zustersteden 132 Jean-Baptiste en Auguste Van Lokeren 141 De bende van Smeerop 145 Gentsche Kinderspelen 146 Schoolmeester Jan Deruelle alias Sander den Oliekoek 170 Het Wenemaersgodshuis 181 De gebroeders Van de Velde 189 Straatnamen 193,250 Hoe Gent.precies 300 jaar geleden door het oog van een naald kroop 221 Bibliografie 42,102,144,194,251 Vraag en Antwoord 44, 145 Te Gent 43,103,143,194,248 Aanvullende Ledenlijst 45,104,148,195,252,316

318


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.