Schuttersbrief 006 (2004 12 23)

Page 1

SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 6 – Maastricht, donderdag 23 december 2004 Redactie-adres SB-redactie, p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62 mobiel: 06.42 58 70 04 fax : (00.31) (0)43.310 04 06 e-mail: redactie@schuttersbrief.nl (voorlopige) bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch te Maastricht (voorlopige) bankrekening buitenland IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of : Alfred Disch, NL - 6221 AE Maastricht

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INHOUDSOPGAVE: Colofon en Actiepunten, blz. 204 respectievelijk blz. 205 Correspondentie inzake ‘Het schutterijwezen op het eiland Goeree-Overflakkee’ (1), blz. 206 - 210 Correspondentie inzake ‘De schermgilden’ (1), blz. 211 Correspondentie inzake ‘De Mechelse Kolveniersgilde St.-Christoffel’ (1), blz. 212 - 217 Correspondentie inzake ‘Het Openluchtmuseum Bokrijk’ (1), blz. 218 Correspondentie inzake ‘Het schutterswezen te Urmond vóór en na 1794’ (1), blz. 219 - 220 Correspondentie inzake ‘Schutterswebsites’ (1), blz. 221 Correspondentie inzake ‘Bibliografieën en repertoria’ (2), blz. 222 Correspondentie inzake ‘Koningschap en keizerschap’ (2), blz. 223 - 224 Correspondentie inzake ‘Het koning(svogel)schieten’ (2), blz. 225 - 226 Correspondentie inzake ‘Het meervoud van gilde’ (2), blz. 227 - 228 Correspondentie inzake ‘Schutterscontacten over de taalgrenzen heen’ (3), blz. 229 - 230 Correspondentie inzake ‘De Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen’ (4), blz. 230 Correspondentie inzake ‘Websitewedstrijden’ (5), blz. 231 - 234 Correspondentie inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ (5), blz. 235 Recensie (06): het ‘Themanummer Gilden’ (2003) van het tijdschrift ‘Brabants Heem’, blz. 236 Recensie (07): het jubileumboek (1952-2002) van de Hoge Raad der Kempen, blz. 237 Recensie (08): nummer 5 van het halfjaarlijkse FVHS - Tijdschrift, blz. 238 - 240 Recensie (09): De Gildetrom, jaargang 51 - afleveringen 3 en 4, sept. en dec. 2004, blz. 241 Recensie (10): LS-nummers 64 & 65; het Limburgs Schutterstijdschrift in een nieuw jasje, blz. 242-243 Recensie (11): schuttersbladen uit Antwerpen, Huissen en Valkenburg a/d Geul, blz. 244 Recensie (12): Schuttersgilde St.-Jan Babberich stelde 130 jaar geschiedenis te boek, blz. 245 Recensie (13): een indrukwekkend jubileumboek van de Duitse schuttersfederatie BHDS, blz. 246 Mededelingen alsmede Vraag- en antwoord, blz. 247 respectievelijk blz. 248 - 250 Digitale adressen van enkele schuttersorganisaties in binnen- en buitenland, blz. 251 - 254 Digitale adressen van musea, van belang voor het schutterswezen, blz. 255 - 256 Verzendlijst van de Schuttersbrief en Doorlopend gebruikte afkortingen, blz. 257 resp. blz. 258 ----------203


COLOFON SCHUTTERSBRIEF. Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterswezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS. Nummers 1 en volgende. Maastricht, 19 juni 2004 - heden. Met de e-mailing Schuttersbrief (SB) worden bij tijd en wijle meegezonden: de zogeheten ‘SBBijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen’. De SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar. Zowel de SB-nummers als de SB-Bijlagen worden GRATIS verstrekt: zie de verzendlijst op de voorlaatste bladzijde van elk SB-aflevering. _________________________________________________________________________________________________________________

Daar de aan de uitgave van de SB-nummers en SB-Bijlagen verbonden kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de (voorlopige) bankrekening van de SB-redactie (zie voorgaande bladzijde). Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! Alle (!) eventuele door de SB-redactie verkregen meeropbrengsten zijn bestemd voor: 1) betaling van de installatie-, abonnements- en webmasterskosten van de binnenkort operatieve SBinternetsite; 2) oprichting en instandhouding van een onafhankelijke geschiedwetenschappelijke adviesraad die zich (o.a.) bezighoudt met de kwaliteitsbewaking van de Schuttersbrief (SB) en de SB-Bijlagen; 3) oprichting en instandhouding van de SB-stichting ter administratieve en andersoortige ondersteuning van de SB-redactie; 4) diverse actiedoeleinden die vermeld staan in dit nummer van de Schuttersbrief alsmede vermeld zullen worden op de toekomstige SB-website; 5) uitgave van zowel de Schuttersbrief als de SB - Bijlagen in print- en/of drukvorm; alsmede 6) een nog op te richten SB-Boekenfonds. ____________________________________________________________________________________________________________________

Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de laatste pagina van elk SB-nummer. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Het is toegestaan, de Schuttersbrief - zij het uitsluitend digitaal en zonder winstoogmerk geheel, gedeeltelijk of in samenvattende zin te reproduceren. Het is - om o.a. auteursrechtelijke redenen - niet (!) toegestaan de SB uit te printen dan alleen voor eigen persoonlijk (!) gebruik. Geprinte uitgaven van de SB en SB-Bijlagen (met speciale omslag en met rugband) zijn te verkrijgen door overmaking vooraf van 8 euro per exemplaar (inclusief 3 euro porto) naar de bankrekening van de SB-redactie. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de Schuttersbrief ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en telefoonnummer weten aan redactie@schuttersbrief.nl. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Redacteurs: 1) Alfred Disch;

voor diens adres zie het Redactie-adres, vermeld op de 1ste pagina van elk SB-nummer;

2) vacature(s). © Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht, MMIV. - 204 -


ACTIEPUNTEN Voor het gehele werkgebied van de EGS Een toptien van schutterswebsites (met prijs) binnen elke federatie Een stichting voor periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken Een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen Een leerstoel voor het schutterswezen Een e-mailblad voor (elk taalgebied binnen) de EGS Op elk EST een perscentrum, een informatiestand voor het publiek en een tentoonstelling Elke (secretaris van een) schuttersorganisatie dient een e-mailadres te hebben! Elke schuttersorganisatie zou moeten beschikken over een (al dan niet eigen) internetsite!

Voor het Nederlandstalige EGS-gebied Nauwere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersfederaties (Er is nog steeds géén overlegstructuur!) Krijgt het Interfederatief Overlegorgaan (voor Nederland) meer body? (Zie SB-nummer 1, blz. 8-9) Naar een (nog) betere samenwerking tussen de diverse koepelorganisaties in Vlaams België (Een rubriek hierover is in voorbereiding) Alternatieven voor het traditionele schieten-met-de-zware-buks (Zie SB-nummer 1, blz. 32-36) Help de SVS mee aan haar eerste 1.000 Vrienden! (Zie o.a. SB-nummer 2, blz. 68, en SB-nummer 5, blz. 196) Ter attentie van secretarissen en PR-functionarissen op alle organisatieniveaus: vermelding (en dan natuurlijk juiste en volledige vermelding) van Uw adresgegevens in tijdschrift en op website! (Zie SB-nummer 5, blz. 162) Een bibliografie van het schutterswezen in Nederland en een van dat in Vlaams België (Zie SB-nummer 5, blz. 170, 174, 177 en 180) Een geactualiseerd repertorium op het Noord-Brabantse schutterstijdschrift De Gildetrom (Zie het hier voorliggende SB-nummer, blz. 222) ----------VERZOEK AAN ALLE CORRESPONDENTEN Gelieve per brief en per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de Schuttersbrief (SB). In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek geopend. - 205 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Schutterijwezen op het eiland Goeree-Overflakkee’ (1) AAN: Mevrouw Drs. Eva Lassing - van Gameren, historica Betreft: vervolg op vraag en antwoord 21 in SB-nummer 5, blz. 194. Maastricht, 14 oktober 2004 Geachte Mevrouw Lassing, Het door U aangekaarte onderwerp ‘mortificatie van katholieke schutterijen tijdens de Tachtigjarige Oorlog in het algemeen en die van de St.-Joris en de St.-Sebastiaan te Oude-Tonge meer in het bijzonder’ interesseert mij buitengewoon. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik mezelf de tijd (méér tijd) moet gunnen om me in de onderhavige materie te verdiepen. Daar komt nog bij, dat U mij waarschijnlijk heel wat meer kunt vertellen dan ik U over de schuttersgilden St.-Joris en St.-Sebastiaan te Oude-Tonge. Van beide schutterijen had ik totnogtoe nimmer gehoord! In eerste instantie wil ik - gelet op het vorenstaande - mij dan ook beperken tot het navolgende. 1) Ik neem morgen telefonisch contact met U op om te bespreken hoe we elkaar kunnen helpen, al weet ik op dit moment niet wat Uw telefoonnummer is. Staat U vermeld in de digitale telefoongids van de KPN? 2) Zonder tegenbericht ga ik ervan uit, dat U het goedvindt dat ik Uw e-mail opneem in de rubriek ‘Vraag- en antwoord’ in het door mij sinds kort uitgegeven en geredigeerde e-mailblad "Schuttersbrief" (SB). Nummer 5 daarvan verschijnt een dezer dagen. Ik zal het U uiteraard toesturen. Alvast doe ik U bij deze de voorlaatste aflevering toekomen, omdat dáárin een vraag- en antwoordrubriek voorkomt: zie bijgaande bijlagen, meer speciaal blz. 95-97. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

AAN: Mevrouw Eva Lassing - van Gameren Maastricht, 14 oktober 2004 Geachte Mevrouw Lassing - van Gameren, Onderstaand vermelding van wat algemene literatuur inzake het schutters(gilden)wezen, overigens literatuur waarvan ik mij niet kan herinneren dat ze iets vermeldt over het onderwerp ‘mortificatie van schutterijen’ in de zin zoals U het bedoelt. Het lijkt me wel dienstig, dat U kennisneemt van wat achtergrondinformatie betreffende de schutterijen (schuttersgilden) in verband met de aard van Uw onderzoek. 1) Carasso-Kok en Levy - van Halm 1988 M. Carasso-Kok en J. Levy - van Halm (ed.): Schutters in Holland. Kracht en zenuwen van de stad. Zwolle - Haarlem 1988. - 206 -


2) Ising 1986 A. Ising: Met vliegend vaandel en slaande trom. Ontstaan en ontwikkeling van schuttersgilden en schutterijen in Brabant en Limburg. Hapert 1986. 3) Ivens e.a. 1986 W. Ivens, J. Bogaerts en T. van Gerwen: Schuttersgilden in Noord-Brabant. Helmond 1983. 4) Jolles 1934 J.A. Jolles: De Schuttersgilden en Schutterijen van Zeeland. Overzicht van hetgeen nog bestaat. 1934. 5) Knevel 1994 P. Knevel: Burgers in het geweer. De schutterijen in Holland, 1550-1700. Series: Hollandse Studiën, deel 32. [Proefschrift]. Uitgegeven door de Historische Vereniging Holland [te Haarlem] en Uitgeverij Verloren te Hilversum. Hilversum 1994. Ik ben voornemens Uw vraag naar nadere informatie over de mortificatie van schutterijen voor te leggen aan de juridische faculteit (afdeling rechtshistorie) van de Universiteit Maastricht. Zodra ik van die zijde wat verneem, laat ik het U onmiddellijk weten. Uw e-mail van gisteren heb ik inmiddels integraal opgenomen in SB-nr. 5 en voorzien van een eerste reactie mijnerzijds: zie bijgaande bijlage. Overigens, in welke gemeente ligt Oude-Tonge? Het thema van Uw onderzoek boeit mij in hoge mate. Wilt U van Uw kant zo vriendelijk zijn om mij in tweeërlei opzicht zo uitvoerig mogelijk te informeren, nl.: a) wat betreft Uw bronnen (inzonderheid literatuur) inzake het onderwerp ‘mortificatie van schutterijen’?; b) wat U inmiddels al achterhaald hebt inzake de beide voormalige schuttersgilden van OudeTonge? Wellicht, dat ik aan de hand van Uw gegevens dan nog wat nader onderzoek kan doen om U te helpen (en mezelf te plezieren). Laat U mij rustig weten, waarmee ik U nog verder van dienst kan zijn. Ik was trouwens vergeten U mijn adresgegevens te verstrekken: zie onderstaand. Wat is Uw adres en Uw telefoonnummer? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

Mijn adresgegevens zijn: Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht; telefoon: 043 - 325 76 62; e-mail: alfred.disch@home.nl.

- 207 -


VAN: Mevrouw Eva Lassing - van Gameren Oude-Tonge (Zuid-Holland), 14 oktober 2004 Beste Meneer Disch, Hartelijk dank voor Uw snelle reactie. Het verbaast mij eigenlijk niet dat U nog nooit van de Oude-Tongse gilden gehoord heeft. De historie van deze streek is sowieso tot voor kort amper een aandachtspunt van historici geweest. Oude-Tonge behoort tot de gemeente Oostflakkee, provincie Zuid-Holland. Het dorp heeft in zoverre een bijzondere geschiedenis dat na de Reformatie hier altijd een groep bewoners roomskatholiek is gebleven. De groep kon groeien, omdat er een zekere bescherming was van de r.-k. gebleven ambachtsheren. Er werd eerst kerk gehouden in de pastorie en in 1759 kon een eigen kerk gebouwd worden. Een aantal predikanten berustte in deze situatie, maar Adam van Halen (predikant van 1679 tot 1719) begon zijn ambtsperiode met het bestrijden van oude, zijns inziens paapse, gebruiken in het dorp. Vandaar de opheffing der beide schuttersgilden. Er is in Oude-Tonge een straat genoemd naar deze man; mijns inziens om nogal dubieuze redenen. Ik hoop dat wij elkaar spoedig spreken! Vriendelijke groeten, Eva Lassing.

VAN: Mevrouw Eva Lassing - van Gameren Oude-Tonge (Zuid-Holland), 15 oktober 2004 Beste Heer Disch, Na ons telefooncontact van gisteren dan hier de beloofde gegevens. Ik had nog niet gezegd dat Ooltgensplaat (eveneens tot onze gemeente behorend) ook een Jorisgilde heeft gehad. Daar is eigenlijk nog meer materiaal van bewaard gebleven. Maar tot nu toe heeft er nooit iemand naar omgekeken. Ik ook niet, maar ik zal binnenkort in het archief toch ook eens die nummers opvragen. Vriendelijke groeten, Eva Lassing OVERZICHT ARCHIEFMATERIAAL inzake SCHUTTERSGILDEN OP HET EILAND GOEREE-OVERFLAKKEE Archiefmateriaal m.b.t. de schuttersgilden van Oude-Tonge 1) Gemeentearchief Oostflakkee te Oude-Tonge Archieven van het dorps- en gemeentebestuur van Oude-Tonge tot 1904 Nr. 2367 Akte waarbij de baljuw van Voorne en de ambachtsheren van Grijsoord aan de schutters van St.Sebastiaan te Oude-Tonge statuten en ordonnantiĂŤn verlenen, 16 juni 1521. 1 stuk op perkament. - 208 -


Nr. 2368 Akte waarbij Joest Claesz., baljuw van Goedereede, en Jan Pieter Aliaensz., verwanten van Ariaen Gillisz. en zijn zoon Joris, het gilde van St.-Sebastiaan toestaan het altaar met toebehoren, door Ariaen Gillisz. in de kerk van Grijsoord gesticht, onder zekere voorwaarden te gebruiken, en voorts zijn fundatie van 7 gemeten land gedeeltelijk aan dat altaar verbinden, 26 juni 1539. 1 charter. Nr. 2369 Akte waarbij Karel V vidimus geeft van een akte van 20 november 1548, waarbij de ambachtsheren van Grijsoord aan de schutterij van St.-Joris van de voetboog te Oude-Tonge statuten en ordonnantiÍn verlenen, deze akte goedkeurt en tevens aanvult, 2 maart 1553, met authentiek afschrift, z.d. (16e eeuw). 1 charter en 1 katern (perkament). [Transcriptie bijgevoegd]. 2) Nationaal Archief te Den Haag Archief van de Nederlands-Hervormde Kerk te Oude-Tonge (alleen plaatsingslijst) Doos 27 bevat: Register ende memoriael vanden broederen der confrerie gebroederschaps ende gulde van Heyligen Ridder Sint Joris (‌), 1588-1679. Dit boek bevat voornamelijk de jaarrekeningen en namen van nieuw benoemde deken en kwartiermeesters. (groot deel moeilijk leesbaar). In de kerkenraadsnotulen zijn gegevens over de gang van zaken bij de opheffing der gilden te vinden. Archiefmateriaal m. b. t. Sint-Jorisgilde van Ooltgensplaat Gemeentearchief Oostflakkee te Oude-Tonge Archief van het bestuur van het ambacht Sint-Adolphsland (Ooltgensplaat en Den Bommel) tot 1812. Nrs. 1152-1163 hebben betrekking op het Sint-Jorisgilde. Het oudste stuk is uit 1535 (een ledenlijst), het jongste uit 1689 (een rekening). Bevat reglementen, ledenlijsten, rekeningen, schuldboeken. Archiefmateriaal m.b.t. schuttersgilde te Sommelsdijk Ook in Sommelsdijk zijn er schuttersgilden geweest. Materiaal over Sommelsdijk in Gemeentearchief Middelharnis te Middelharnis. --Noot van de SB-redactie a) Zoals reeds hierboven bij nummer 2369 gemeld, heeft Mw. Lassing bij vorenstaand overzicht de transcriptie gevoegd van een vidimus [= gelegaliseerd afschrift] van de akte van 20.11.1548 inzake de statuten van de voormalige voetbooggilde St.-Joris uit Oude-Tonge. b) Eveneens verstrekte Mw. Lassing ons de tekst van een tweetal gedichten die gegraveerd staan op de koperen kaarsenkronen in de protestantse kerk van Oude-Tonge. De tekst is ook te vinden in de kerkenraadsnotulen. De kaarsenkronen waren aangeschaft uit de opbrengst van de (schutters)gildengoederen. - 209 -


c) Aan het overzicht heeft Mw. Lassing tevens de tekst van de in de kerkenraadsnotulen opgenomen verklaring toegevoegd, waarbij de St.-Jorisgilde van Oude-Tonge al haar bezittingen overdroeg. d) Wij hopen met hulp van Mw. Eva Lassing - van Gameren het overzicht verder te kunnen vervolledigen. e) Bekeken zal worden, of de mogelijkheid bestaat om het complete overzicht tezamen met diverse bijbehorende archiefbescheiden te publiceren in de SB-Bijlagen. f) In het telefoongesprek waaraan Mw. Lassing in haar e-mail van 14.10.2004 refereert, meldde zij ons, dat er vergevorderde plannen zijn voor oprichting van een Streekarchief GoereeOverflakkee te Middelharnis. Het is niet uitgesloten, dat ook het aan het Nationaal Archief in bruikleen afgestane archief van de Ned. Hervormde Kerk van Oude-Tonge t.z.t. zal worden ondergebracht bij voormeld streekarchief i.o.

VAN: Mevrouw Eva Lassing - van Gameren (Fragment) Oude-Tonge (Zuid-Holland), 18 oktober 2004 Beste Meneer Disch, Waarschijnlijk zal ik in het decembernummer van ‘De Oude Waerelt’ (O.W.), viermaandelijks tijdschrift van de Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee ‘De Motte’, het artikel over dominee Adamus van Halen publiceren. Ik wil nog wel iets schrijven over het Memoriaelboek van het St.-Jorisgilde in Oude-Tonge. Wanneer is nog maar de vraag. Voorlopig ben ik nog wel even bezig met de transcriptie. U mag Uw vragen wel bij mij deponeren. Als redactielid van de O.W. heb ik regelmatig contact met een aantal mensen (en sommigen weten weer meer van de westkant van het eiland). Ik speel de vragen dan wel door. Uw idee om te zijner tijd in de reeks ‘SB-Bijlagen’ en/of in de O.W. een apart deel aan het schutterijwezen van Goeree-Overflakkee te wijden, zal ik in de O.W.-redactie inbrengen. Mij was niet bekend, dat tijdens de periode 1816 - 1903/1907 in elke gemeente op Goeree-Overflakkee een zogeheten ‘Rustende Schutterij’ geweest is. Er kan bekeken worden, of daarover nog iets te vinden is in de archieven der betreffende gemeenten. Ik zal binnenkort op het gemeente-archief kijken naar het reglement (de reglementen) van het St.Jorisgilde van Ooltgensplaat. Ik zal met de webmaster - De Motte / hoofdredacteur - O.W. de mogelijkheid bespreken om iets over de SB te vermelden op de website www.demotte.nl en/of in het tijdschrift Er zijn te Sommelsdijk 3 (drie) schuttersgilden geweest: St.-Joris, St.-Sebastiaan en de Schutterij van de Busse. Hierover is vorig jaar in een groter werk geschreven maar zonder bronvermelding. In Nieuwe-Tonge is ook iets geweest tot ca.1678, blijkt uit een opmerking van ds. Van Halen; in het archief van Nieuwe-Tonge is niets daarover te vinden. De rest van Goeree-Overflakkee is nog nooit onderzocht. Ikzelf wil me eigenlijk beperken tot Oude-Tonge en eventueel Ooltgensplaat, omdat ik van die dorpen het meeste afweet door allerlei onderzoek in de afgelopen jaren. Op 8 november hebben we weer redactievergadering; dan zal ik verslag doen van mijn correspondentie met U. Vriendelijke groeten, Eva Lassing.

----------- 210 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De schermgilden’ (1) AAN: De Heer Yves Bertino, bestuurslid van de ‘Serment Royale des Saints Michel et Gudule’ te Brussel Maastricht, 20 oktober 2004 Geachte Heer Bertino, In aansluiting op ons korte telefoongesprek van zo-even laat ik U nog het volgende weten. 1) Ik hoef U niet te vertellen, dat de schermgilden vroeger (!) héél vaak ook voorzien waren van schietwapens en qua beschermingstaken (en dus als wapengilden) gelijkgesteld waren aan - zo ze al niet beschouwd werden als evenzeer behorende tot - de schuttersgilden (schutterijen). Weet U, of de scherm- alias zwaardgilden ook meededen aan schietwedstrijden en hebt U daar voorbeelden van? 2) Gelet op het vorenstaande, ben ik zéér geïnteresseerd in de (vooral alleroudste) geschiedenis van de schermgilden in het algemeen en in die van Uw eigen schermgilde meer in het bijzonder. Zoudt U mij daarover nader (zowel digitaal als anderszins) willen informeren? 3) Hoe luidt trouwens de officiële (statutaire) naam van Uw vereniging? Ik kom namelijk op de website www.synec-doc.be/escrime verschillende benamingen tegen, t.w.: niet alleen ‘Le Serment des Escrimeurs’ [= letterlijk: De Eed van de Schermers; dus: De Scherm(ers)gilde] maar ook ‘Serment Royale des Saints Michel et Gudule’ [= Koninklijke St.-Michaël- en St.-Goedelegilde]. 4) Uw medebestuurder Francis Devisscher meldde mij reeds, dat André van Gillet iets over Uw schermgilde heeft gepubliceerd. Wilt U mij een exemplaar (kopie) van die publicatie doen toekomen? 5) Is het voor U mogelijk om na te gaan, wanneer en in welke plaatsen in België en in Nederland er schermgilden vóór het jaar 1789 (1794) zijn opgericht? Bestaat daarover misschien al literatuur? Het (bitter) weinige dat ik weet, is o.m. dat vóór de komst van de Fransen (1794) schermgilden alleen of uitsluitend voorkwamen in de steden (althans in sommige steden) en dus niet of nauwelijks op het platteland. De patroonheilige van deze wapengilden was bij uitstek - om begrijpelijke reden - de aartsengel Michaël (Michiel, Michel). Van de steden met een scherm- of zwaardgilde vóór ca. 1794 (en eventueel ook nog tot kort daarna) zijn mij slechts bekend: Bergen op Zoom en - tenminste naar in de vakliteratuur beweerd wordt! - Maastricht (dit wat Nederland aangaat) en verder, in alfabetische volgorde, de Belgische steden Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Mechelen en Tongeren. 6) Ik ga er voorlopig van uit, dat in elk geval na (!) de komst van de Franse sansculotten (1794) tot minstens 1799 (einde Franse Revolutie, 1789-1799) geen enkele schermgilde in België en Nederland meer het schieten beoefende. Kunt U dit laatste bevestigen? 7) Zoals ik U al telefonisch heb bericht, ben ik uitgever-redacteur van het e-mailblad ‘Schuttersbrief’ (SB). Ik zal in dit e-mailblad een aparte rubriek openen die geheel gewijd zal zijn aan het onderwerp ‘schermgilden’, uiteraard voorzover schermgilden direct of indirect iets te maken hebben (gehad) met het schieten en met het schutters(gilden)wezen. 8) Om U enige indruk te geven van de SB, doe ik bij deze U SB-aflevering 4 toekomen. Ik zeg U graag toe, dat ik voortaan aan U elk SB-nummer zal toezenden als daarin iets over schermgilden vermeld wordt, mede ook met het oog op het hierna gestelde onder punt 9. 9) Ik zou het buitengewoon fijn vinden, indien U en andere (bestuurs)leden van Uw vereniging gevraagd en ongevraagd willen reageren op de afleveringen van de SB-rubriek ‘De schermgilden’.

Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. PS Omdat ik weet dat U het Nederlands (Vlaams) uitstekend spreekt en schrijft, heb ik mijn e-mail in het Nederlands opgesteld. Ikzelf versta het Frans redelijk goed, waarmee ik maar wil zeggen dat U mij gerust ook Franse teksten kunt voorleggen; ik zal ze dan met genoegen voor de SB-lezers in het Nederlands vertalen.

----------- 211 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De Mechelse Kolveniersgilde St.-Christoffel’ (1) VAN: De Heer Jan Severyns, hoofdman van de Mechelse Kolveniersgilde (MKG) Mechelen (Ant.), 6 november 2004 Geachte Heer Disch, Beste Confreer, Vooreerst mijn verontschuldiging voor de laattijdige reactie op de eerste toezending van de Schuttersbrief en Uw e-mails van 19 oktober ll. Diverse redenen liggen aan de basis daarvan. Vooreerst wat de Schuttersbrief - nummer 4 betreft. Het document werd afgedrukt, gebundeld en ligt ter inzage in de ‘Gildencamer’. Een eerste lezing maakt mij duidelijk dat dit een zeer interessant middel is tot communicatie met andere schuttersgilden. Het is een verrijking te lezen hoe gildenconfreers denken en werken, met als gemeenschappelijk doel de instandhouding en de verdere uitbouw van ons rijk historisch verleden en het veiligstellen van een cultureel erfgoed dat de rest van de wereld ons alleen maar kan benijden. Het is dikwijls roeien tegen de stroom in, maar uit Uw Schuttersbrief blijkt dat wij met velen zijn om het tij te keren. Ten gepaste tijde zullen wij zeker onze medewerking verlenen. Proficiat. De Mechelse Kolveniersgilde is aangesloten bij de volgende organisaties: - Antwerpse Confederatiegilden (ACG); - Confederatie van Historische Schuttersgilden (CHS); - Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS); - Belgisch Overlegorgaan van Historische Schuttersgilden (BOHS); - Federatie van Karabijn- en Pistoolschutters Antwerpen (FKPA); - Landelijk Sportschutters Verbond FROS (LSVF). [FROS = Federatie voor Recreatie en Omnisporten]. De Kolveniersgilde geeft ‘voorlopig’ geen eigen gildenblad uit. Ooit komt het er wel van. De Franse schuttersgilde die deelnam aan het jubileumfeest van 12 september 2004, is een schuttersgilde uit Armbouts-Capel. Het betreft de kruisbooggilde: Craeyhof Ghilde Capelle la Grande; adres: p/a. Erik De Bril; 9, rue du Bourg, F - 59380 Armbouts-Capel. Geen e-mailadres noch telefoonnummer is ons bekend. Andere adressen die wij bezitten van Franse gilden, zijn onbetrouwbaar gebleken. Wie wij zijn en wie wie is binnen de Kolveniersgilde, vindt U in de bijlagen 1 en 2. Met vriendelijke groeten, Jan Severyns, hoofdman Een toemaatje In de bijgevoegde historiek over onze gilde zult U merken dat wij steeds schrijven: de gilde, de gildenbreuk, de gildenkamer etc. Jullie hebben het steeds over het gild, de schat van het gild etc. Volgens Van Dale is dat de correcte schrijfwijze. Wanneer wij de oude manuscripten raadplegen over de schuttersgilden, merken wij dat degenen die ons zijn voorgegaan, het steeds hebben over de gilde. Daarom houden wij het bij ‘de’, al lijkt het dan foutief. Confer: Confreer versus Confrère. - 212 -


BIJLAGE 1 bij de mailing van MKG-hoofdman Jan Severyns d.d. 6.11.2004. Tussen teksthaken [ ] woordverklaring door de SB-redactie.

Adresgegevens van de ‘Strickte Camer’ [ = Bestuur] en haar leden Overhoofdman [= erevoorzitter]

De Heer Bart Somers, burgemeester van Mechelen

Hoofdman [= voorzitter]

Jan Severyns Meerminnenstraat 22, 2800 Mechelen GSM: +32.474 83 55 64 Telefoon: 015.21 04 16

Onderhoofdman [= vice-voorzitter] Frans Gooskens alsmede pandhouder [= lokaal- en Meerminnenstraat 24, 2800 Mechelen materiaalbeheerder] Telefoon: 015.21 03 31 Coninck [= schutterskoning]

Gommaar Liekens Steenweg op Kortenberg 79, 1820 Steenokkerzeel Telefoon: 02.759 40 87

Griffier [= secretaris]

Gommaar Schaepherders Betaniënstraat 50 2800 Mechelen Telefoon: 015.26 08 56

Thesaurier [= penningmeester]

Robert Engelen Boudelostraat 52, 9190 Stekene Telefoon: 09.346 63 76

Baljuw:[= toezichthouder regelgeving]

Julien van Hoof Lambrechtshoekenlaan 94 / bus 9 2170 Merksem GSM: 0496.21 70 72

1ste Dienende Deken [= organisator activiteiten]

Jeannine Jonckers Sint-Lambertuslaan 23, 2812 Muizen GSM: 0476.64 54 54 Telefoon: 015.42 03 32

2de Dienende Deken [= medebestuurslid ]

Jan Neeus Mechelsebaan 8, 2570 Duffel Telefoon: 015.31 70 76

Griffie [= secretariaat]

Mechelse Kolveniersgilde vzw Grote Nieuwedijkstraat 433, 2800 Mechelen Telefoon: 015.55 43 98 E-mail: mk.gilde@worldonline.be Website : www.kolveniersgilde.be - 213 -


BIJLAGE 2 bij de mailing van MKG-hoofdman Jan Severyns d.d. 6.11.2004

Historiek De par le Duc de Bourgogne, de Brabant et de Lembourg, Conte de Flandres, d'Artois, de Bourgogne, de Haynnau, de Hollande, de Zeellande et de Namur. Tres ch[e]rs et bien a[i]mez… [In vertaling door de SB-redactie] Van de Hertog van Bourgondië, van Brabant en Limburg, Graaf van Vlaanderen, van Artesië, van Bourgondië, van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en van Namen. Zeer geliefde en welbeminde… Aldus luidt de aanhef van een hertogelijk schrijven, gericht aan het Mechelse stadsbestuur, waarin Filips de Goede Mechelen verzoekt om hem ‘deux canonniers et autant de couleuvriniers’ [= twee kanonniers en evenveel kolveniers; noot van de SB-redactie] ter beschikking te stellen om hem te helpen het ongehoorzame Gent opnieuw aan zijn gezag te onderwerpen. De brief is gedateerd: ‘Lille le 6emme jour d'avril 1453’ [= Lille / Rijsel, de 6de dag van april 1453; noot van de SB-redactie]. Het is meteen het oudst gekende document waarin Mechelse kolveniers worden vermeld.

Afbeelding zal te zien zijn op de binnen afzienbare tijd operatief geworden SB-website

Brief van Filips de Goede, hertog van Bourgondië; Lille / Rijsel d.d. 6.4.1453

Militaire dienstbaarheid aan de landsheer behoorde tot de taken die een gildenbroeder op zich nam wanneer hij toetrad tot een gewapende gilde. De stad voer er wel bij, aangezien zij in ruil voor die militaire bijstand privileges en rechten verkreeg die de steeds in nood verkerende stadskas dienden te spijzen. Het verlenen van die stedelijke rechten werd uiteindelijk een zware last voor het Bourgondische Hof. We merken dan ook, dat de hertogen beroep gaan doen op beroepssoldaten, aangevuld met huurlingen en avonturiers. Een systeem dat onder keizer Karel V wordt veralgemeend, en we zien dan ook dat militaire overwinningen meer en meer worden gevolgd door plunderingen want er was steeds een tekort aan soldij voor soldaat of huurling. De militaire rol van de schuttersgilden is bij de aanvang van de 16de eeuw uitgespeeld. Voortaan houden zij zich nog enkel bezig met de bewaking van de stad, deelname aan processies en ommegangen en vermaken zij zich met schietspelen en teerfeesten. - 214 -


In 1504 verleent de stad Mechelen de Kolveniersgilde een reglement waarin, onder meer, bepaald wordt dat in ruil voor die bewakingsopdrachten de gilde vergoed wordt met kledij, lood en poeder. Wie werd er nu opgenomen in het getal der gezworenen? Laat er geen misverstand over bestaan. Alleen de gegoede en bezittende burgerij kon en mocht deel uitmaken van de schuttersgilde. Voor ‘Jan met de pet’ of, zoals men hem noemde, ‘de geringhste borger’ was er in het elitaire midden geen plaats. De godsdienstoorlogen braken uit en die fnuikten niet alleen de vrijheid van gedachten, maar waren tevens een catastrofe voor de culturele, sociale en economische ontwikkeling van onze contreien. Ook de schuttersgilden blijven niet onberoerd. Hun samenstelling was immers een weerspiegeling van de toen heersende maatschappij. Een maatschappij waarin katholieken, protestanten en andersdenkenden in wederzijds respect samenleefden en werkten. Uit een studie der registers van de Antwerpse schuttersgilden is gebleken dat in die periode de schuttersgilden in meerderheid waren samengesteld uit protestanten, goed voor 65% van het effectief (⅔ calvinist en ⅓ Lutheraan); de overige 35% beleed het katholieke geloof. De sympathie van de stedelijke schuttersgilden voor het Huis van Oranje mag ons dus niet verbazen en dat zij openlijk de zijde kozen voor de partij die de vrijheid van overtuiging ondersteunde, lag voor de hand. Deze houding werd hun niet in dank afgenomen door Filips II, nadat onze gebieden opnieuw onder zijn gezag werden gebracht. Hij ontzegde de schuttersgilden het recht van bestaan en schafte hen meteen af. Een ondoordachte beslissing, die nefaste gevolgen had voor de veiligheid binnen de steden. Gelukkig zag de brave ziel na enige tijd zijn vergissing in en liet, na de reconciliatie in 1585, opnieuw schuttersgilden toe en legde hun een eigen nieuw reglement op. Voornaamste bepaling was dat de toetredende gezel diende te zweren het katholieke geloof te belijden. Van dan af is er geen plaats meer in de schuttersgilden voor andersdenkenden, voorzover die nog niet gevlucht waren naar Holland of Duitsland. Ter vergelijking: in 1565 bedroeg het inwonersaantal van Mechelen 27.000, maar in 1591 nog slechts 11.000. De Sint-Christoffel- of Kolveniersgilde kon dus opnieuw de wacht betrekken aan de Overste Poort (= de huidige Brusselpoort), aan de Hanswijkpoort en op de Grote Markt. De andere Mechelse schuttersgilden bewaakten de overige poorten en verder de openbare gebouwen en kerken. Er is niets nieuws onder de zon: ook toen werden er kunstschatten geroofd uit de kerken, en ook toen was er straatvandalisme door jeugdige benden.

Afbeelding zal te zien zijn op de binnen afzienbare tijd operatief geworden SB-website

Overste Poort anno 1875

Mechelen bezit nog steeds enkele zeer mooie gildenhuizen, waaronder het huis van de Oude Voetbooggilde op de Graanmarkt (huis ‘Den Duits’) en het ertegenover gelegen gildenhuis van de Jonge Voetbooggilde (wijnhandel Brecqpot). Beide gilden waren kruisbooggilden. Een gildenhuis van de Kolveniers zal je tevergeefs zoeken. Alhoewel zij in de Sint-Jacobsstraat een woning hadden opgetrokken die toegang verleende tot hun schiethof en thans nog steeds de Sint- 215 -


Jacobsstraat afsluit, vonden zij dit te ver afgelegen van het stadscentrum en hielden zij er een gilden-kamer op na in diverse Mechelse herbergen.

Afbeelding zal te zien zijn op de binnen afzienbare tijd operatief geworden SB-website

Toegang tot de Kolveniersdoelen in de Sint-Jacobsstraat

In 1617 verleende de stad hun de toelating de bovenverdiepingen van het leegstaande ‘Oude Paleis’ (beter bekend als het archief, alhoewel het die functie sinds enkele jaren niet meer vervult) in te richten als gildenkamer. De benedenzaal werd vanaf 1638 gebruikt door de rederijkerskamer De Peoene, die er haar literaire activiteiten ontplooide. De bovenzaal werd door de Kolveniers ingericht als hun gildenkamer. Op de schouwbalk van de grote openhaard zijn nog steeds de kleurrijke versierselen van de gilde te bewonderen. Het moet een prachtige zaal geweest zijn: de muren waren bekleed met Mechels goudleer, terwijl diverse schilderijen de ruimte rijkelijk versierden. Sommige van die schilderijen kan je heden nog bewonderen in het Hof van Busleiden. 180 Jaar zouden de Kolveniers in het Oude Paleis verblijven. De Franse bezetter verboden onder het motto ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid’ de gilden. Het nieuwe regime kon de georganiseerde, gewapende burger missen als kiespijn. Hun bezittingen werden verbeurdverklaard en in 1798 openbaar verkocht. Na 350 jaren hield de Kolveniersgilde op te bestaan. Maken wij meteen een sprong naar 1983. In dat jaar ontstond, naar aanleiding van de organisatie van de VEDEA-mastercupwedstrijden, bij Jan Severyns en Frans Gooskens het idee om de draad van het historische verleden van de Kolveniersgilde op te rapen en de gilde eventueel nieuw leven in te blazen. Onderzoek en studie zouden de antwoorden moeten verschaffen. Het heropstarten van een stedelijke schuttersgilde is niet een keuze maken tussen al of geen historische kledij en evenmin een keuze maken tussen al of geen historische wapens maar is vooral het creëren van een samenlevings-vorm waarin met wederzijdse achting broederschap, vriendschap en altruïsme geen ijdele woorden zijn maar een levensvisie. Geen eenvoudige opdracht in een maatschappij waar het ‘eigen ik eerst’ centraal staat en de ‘verkleutering’ van onze leefgemeenschap door het nieuwe medialandschap is ingezet. Op 9 februari 1984 werden de statuten van de v.z.w. Mechelse Kolveniersgilde in het Belgische Staatsblad gepubliceerd en was de heroprichting een feit. 4 Jaar later verwierf de Kolveniersgilde een schiethof in eigendom. Zij slaagde erin om de militaire schietbaan, gelegen aan de Zavelberg, aan te kopen. Heden is onze accommodatie uitgerust met een aangename gildenkamer, werd er een 10 meter schietstand voor luchtdrukwapens bijgebouwd met 9 geautomatiseerde banen. De bestaande infrastructuur voor vuurwapens werd in 2004 voorzien van automatische banen, lopende van 12 tot 50 meter. Zodoende bieden wij de schutter dan ook een rijke waaier van schietdisciplines aan, die hij op een veilige manier kan beoefenen. De Kolveniersgilde behelst dan ook een schietvereniging van meer dan 250 leden en die zorgen er dan voor dat de gilde middelen verwerft om langzaam te groeien en haar voortbestaan te verzekeren. - 216 -


BRONNEN 1) Stadsarchief Mechelen (S.A.M.): - EE Chronique XXII n°1 = Cronijcke van Memoriën, Resolutiën, Ordonnantiën ende Geschiedenise van de Koloveniersgilde. - EE SIII, 1 = Generale vergaderplaatse der Stad Mechelen. - E SII, 1 = Guldeboek der Stad Mechelen, p. 105 - 139. - E SI, 2 = Ordonnanties Rakende de vijf Gilden. - E SI, 1 = Privilegiën, Ordonnantiën ende Statuten Rakende de Gulden der Stadt ende Provincie van Mechelen. - SIII, 1 = Arquebusier. - Register: Resolutieboek Coloveniersgulde, vanaf 1723. - E SI,1 = Reglementen ende Costumen voor de Coloveniers gulde binnen de Stadt Mechelen, 1729 vernieuwd. 2) Dr. J. van Roey: De zuiveringen van de Antwerpse gewapende Gilden na de val van de stad, in: Liber Amicorum E. van Autenboer, 1985, p. 199. 3) Leopold Godenne: Malines jadis et aujourd'hui [= Mechelen vroeger en nu], 1908; C. de VriesBrouwers, facsimile 1973, p. 132-140, 212.

AAN: De Heer Jan Severyns Maastricht, 7 november 2004 Geachte Heer Severyns, Dank voor Uw complimenteuze woorden aan het adres van de SB. En eveneens dank voor de door U verstrekte informatie, inclusief de beide bijlagen. In Uw e-mail maakt Uzelf er al melding van, dat de digitale communicatie met Franse schuttersgilden te wensen overlaat doordat het schort aan bekendheid met e-mailadressen van onze ‘confreers’ in het land van Marianne. Ik betreur dat zéér, temeer omdat ik én anderen dolgraag óók in contact zouden willen treden met historische schutterijen in de uiterste noordwesthoek van Frankrijk. Zoals U ongetwijfeld weet, wordt dáár vandaag de dag nog steeds Nederlands (Vlaams) gesproken. En bovendien maakte die streek deel uit van Kroonvlaanderen, het voormalige graafschap waar in de loop van de 13de eeuw de allereerste schuttersgilden benoorden het Alpengebied zijn ontstaan. Onze schuttersvrienden in de omgeving van Dunkerque (= Duinkerken!), Armbouts-Cappel (!), Cassel (= Kassel!) en Lille (= Rijsel!) zullen ons zeker het nodige kunnen vertellen over de (voor)geschiedenis van het schuttersgildenwezen in hun contreien. Bericht ons a.u.b., zodra U een e-mailadres weet. Ik probeer het via de Convention Française des Gildes historiques de tir. Wat betreft Uw ‘toemaatje’, kan ik U geruststellen: niet alleen volgens de Dikke Van Dale maar - en dit is belangrijker! - ook volgens het Groene Boekje mag er worden gesproken van en geschreven over: zowel ‘het gilde’ als ‘de gilde’. Ik ben het dan ook oneens met de journalist Willem Iven, die in zijn boek ‘Schuttersgilden in Noord-Brabant’ (Helmond 1983, blz. 4) ten onrechte stelt: ‘Het is dé guld, maar hét gilde of gild. De Belgen spreken consequent van dé gilde; hier en daar vindt deze verkeerde [sic!] geslachtsaanduiding ook bij ons ingang.’ Als U de SB goed leest, dan zult U merken dat ikzelf de voorkeur geef aan ‘de gilde’ boven ‘het gilde’. U vindt mij dus aan Uw zijde. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

----------- 217 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Het Openluchtmuseum Bokrijk’ (1) VAN: De Heer Dr. Robert Nouwen, collectiebeheerder Openluchtmuseum Bokrijk Bokrijk (Belg.L.), 19 november 2004 Geachte Heer Disch, In antwoord op Uw e-mail kunnen wij U het volgende antwoorden. 1. De collectie schutterijen is te bezichtigen op de bovenverdieping van de Pastorij van Schriek ter plekke van het terreingedeelte dat gewijd is aan de Kempen. 2. De collectie wordt niet op de website weergegeven, omdat zij slechts een beperkt onderdeel van de verzameling van het Openluchtmuseum is. U moet namelijk weten dat wij circa 100 gebouwen bezitten en 30.000 objecten allerhande. De 30 objecten uit de geschiedenis van de schutterijen, hoe belangrijk ook, vormen dus slechts een kleine minderheid. 3. De collectie bestaat vooral uit breuken uit de verzameling Baron en Barones van Bogaert. Deze collectie werd gedeeltelijk gepubliceerd in het themanummer ‘Schutterijen’ van het tijdschrift ‘Ons Heem’. Het is mij niet mogelijk om binnen een kort bestek een correcte omschrijving van de verzameling te geven. 4. Alle schuttersvoorwerpen zijn voor het publiek toegankelijk tijdens de opening van het Openluchtmuseum. Dit is vanaf april volgend jaar. 5. Indien U een tekst wenst samen te stellen, kan ik U de noodzakelijke bibliografische referenties bezorgen. Ik moet hiervoor echter het een en het ander even nakijken. Alleszins zijn de volgende referenties zinvol: a) R. NOUWEN, 2000: Twee schuttersbreuken uit Grote Spouwen bewaard in het Openluchtmuseum van Bokrijk, in: Limburg. Het Oude Land van Loon, nr. 79, blz. 321-338. b) R. JORISSEN, 1957: Bibliografie van de Limburgse schutterijen, in: Limburg, nr. 36, blz. 228-236 c) F. VAN LOFFELD, 1984: Van huyslieden tot schutten. Limburgse schutterijen vroeger en nu, Eisden; d) J. ROMBOUTS, 1994: Legaat Baron en Barones van Bogaert. Schutterszilver permanent tentoongesteld in de pastorij van Schriek, [Brochure Provinciaal Openluchtmuseum Bokrijk]. Indien U nog meer informatie wenst, sta ik te Uwer beschikking. Ik hoop U hiermee van dienst te zijn, en verblijf, met vriendelijke groeten, Dr. Robert Nouwen, collectiebeheerder Openluchtmuseum Bokrijk, Domein Bokrijk V.Z.W., B-3600 Genk; telefoon: 00.32.11.26 5 3 23; fax: 00.32.11.26 53 10; e-mail: rnouwen@limburg.be. ----------- 218 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Het schutterswezen te Urmond vóór en na 1794’ (1) AAN: Het Bestuur van de Stadsschutterij St.-Leendert te Urmond Maastricht, 23 november 2004 Geacht Bestuur, Er wordt meer dan eens erover gespeculeerd, of er vóór de totstandkoming (in 1992-1993) van Uw schutterij al dan niet een schuttersorganisatie te Urmond geweest is. Zo meldde majoor W.M.J. (Wim) Pijpers, destijds hoofdredacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS), op blz. 31 van nummer 20 van zijn periodiek (september 1993) letterlijk: Een schutterij is in de rijke Urmondse historie uniek. Want hoewel er volgens de legenden ooit een stadswacht heeft gefunctioneerd, was er nooit een schutterij in het Maasstadje.

En in hetzelfde LS, ditmaal op blz. 6 van de 54ste aflevering (maart 2002), kan men lezen: Volgens overlevering heeft het Maasstadje Urmond in het grijze verleden een eigen stadswacht gehad. Men heeft nog niet kunnen achterhalen of er in Urmond een schutterij bestaan heeft.

Welnu, ik kom nochtans tot een totaalaantal van maar liefst 5 (zegge en schrijve: vijf) schutterijen te Urmond! Telt U mee? 1) Het meest interessant is natuurlijk de schutterij die er te Urmond was vóór de komst (in 1794) van de Fransen. Hoe deze Urmondse schutterij geheten heeft en welk wapen zij hanteerde, is vooralsnog onbekend. Maar het bewijs dat die schutterij inderdaad vóór 1794 moet hebben bestaan, wordt geleverd door een tweetal ovale koningsplaten die thans berusten bij het Bonnefantenmuseum te Maastricht (huidige inventarisnummers 2000a en 2000b). De ene koningsplaat is vervaardigd naar aanleiding van de op 9 juni 1726 te Urmond gehouden koningsvogelschieting, de tweede in verband met het koningsvogelschieten te Urmond d.d. 24 mei 1733. Beide platen of schilden werden op 15.1.1973 aan het Bonnefantenmuseum geschonken door de Stichting Limburgs Kunstbezit. Voormelde stichting had ze beide aangekocht: de oudste plaat op de veiling Mak van Waay te Amsterdam en de jongste (dus die uit 1733) bij kunsthandel Pijnenburg (vestigingsplaats mij onbekend). De twee schuttersplaten heb ik in het voorjaar van 1999 aangetroffen in een der vitrines van het Bonnefantenmuseum; momenteel bevinden ze zich - naar mij onlangs werd medegedeeld - in het depot van het museum. Op het schild of de plaat van 1726 zijn de volgende inscripties aangebracht: ‘Monsieur Jacques de Heusy Amodiateur des Droits De SASE Palatin a Urmund a tire l’oiseau Le 9 juin 1726’ en het meesterteken ‘MD’ of ‘MB’. Zeven jaar later blijkt de plaatselijk gebiedende heer van Urmond te zijn overleden, want in het gegraveerde opschrift van het Urmondse object uit 1733 is ditmaal sprake van de weduwe van De Heusy: ‘Madame Veuve de lacque Heusy - Nee Gerardy - Admodiatris des Droits de S.A.S.E. - palatinne dans son Comptoire D’Urmond at Tirez l’oiseau. Le 24 May 1733’. Blijkbaar ging het annis 1726 en 1733 om een schenkingsplaat voor de schutterij van het toenmalige Urmond, dat als Gulikse halfstad in 1614 was toegevallen aan het landsheerlijke huis Palts-Neuburg en van 1742 tot 1794 zou toebehoren aan de linie PaltsSalzbach. Met de komst (in 1794) van de Fransen zal de Urmondse schutterij ongetwijfeld zijn opgedoekt. 2) Na het vertrek (in 1814) van de Fransen heeft Urmond - net als elke andere gemeente in Limburg (uitgezonderd de vestingstad Maastricht?) - een ‘Landstorm’ alias ‘Schutterij’ ge- 219 -


had tijdens ‘de overgangsperiode 181¾-1815’. Deze Landstorm dient niet verward te worden met de gelijknamige landelijke uit de 1ste helft van de 20ste eeuw. De begin 19de-eeuwse Landstorm alias Schutterij werd met ingang van 1 januari 1816 overal in ons land vervangen door de Dienstdoende Schutterij (in de grotere plaatsen) en de Rustende Schutterij (in de kleinere plaatsen, waaronder ook Urmond!). 3) De Rustende Schutterij te Urmond, 1816-1830 en 1868 - 1903/07. De inrichting daarvan was geregeld bij de zogeheten ‘1ste Schutterijwet’ van 1815 en nadien bij de zogenaamde ‘2de Schutterijwet’ van 1827. Pas lang na de Belgische Opstand (1830-1839, toen héél Limburg met uitzondering van Maastricht en Sint-Pieter - deel uitmaakte van België) werd bij Koninklijk Besluit in 1867 de eerdergenoemde ‘2de Schutterijwet’ weer van kracht verklaard voor het naar Nederland teruggekeerde deel van Limburg. 4) De Garde Civique te Urmond, 1830-1867. Niet alleen tijdens de Belgische Periode (18301839) maar ook nog lang nadien (namelijk t/m 31.12.1867) heeft Urmond een ‘Garde Civique [= letterlijk: Burgerwacht] gehad. De Garde Civique was te beschouwen als de Belgische tegenhanger van de Dienstdoende en Rustende Schutterijen in Nederland. Héél curieus is het, dat deze Belgische staatsinstelling eveneens in het anno 1839 aan Nederland teruggegeven deel van Limburg gehandhaafd bleef en wel gedurende 28 jaar (1839-1867)! Zie daarover SB-nummer 3, blz. 76-78, en SB-nummer 4, blz. 132. 5) Na een schutterijloze periode van 85 jaar (1907-1992) werd in 1992 het initiatief genomen tot de vestiging van wederom een schutterij te Urmond; ditmaal geen publiekrechtelijke maar een privaatrechtelijke schuttersorganisatie: de ons welbekende ‘Stadssjötterie St.-Leendert Uermend’ [= Stadsschutterij St.-Leonardus Urmond]. Daarmee kom ik, zoals reeds gezegd, op een totaalaantal van 5 (zegge en schrijve: vijf) schutterijen te Urmond. Ik spreek hier de hoop uit, dat door of namens Uw Bestuur en/of door derden de moeite genomen wordt om méér gegevens te achterhalen over alle hierboven genoemde voormalige Urmondse schutterijen. Over de bij name nog onbekende schutterij van vóór 1794 valt misschien iets te vinden in het archief van de St.-Martinusparochie en in het schepenbankarchief van Urmond. Over de ‘Landstorm’, de ‘Rustende Schutterij’ en de ‘Garde Civique’ kan het Urmondse gemeentearchief (thans in depot bij de Gemeentelijke Archiefdienst van Stein) wellicht enige uitkomst bieden. Gaarne een reactie van U tegemoetziend, tekent, met vriendelijke groeten, Alfred Disch. PS Typologisch heb ik in voorgaand overzichtje me beperkt tot de weerbaarheidsschutterijen en de folkloreschutterijen; de laattbedoelde ook wel genoemd: ‘historische schutterijen’ of ‘folkloristische schutterijen’. Niet (!) in het overzichtje is opgenomen het 3de en jongste schutterijtype, t.w.: de sportschutterijen = schietsportverenigingen = ‘schuttersmaatschappijen’. Van dit laatste type is mij uit Urmond trouwens alléén bekend: Schietsportvereniging De Veteranen; deze vereniging moet vóór 2002 zijn opgericht; welk wapen zij hanteert, is mij niet met zekerheid bekend: vermoedelijk (?) het vuurwapen. Misschien dat U mij daarover nader kunt (wilt) informeren? ----------- 220 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Schutterswebsites’ (1) VAN: De Heer Hein Toussaint, webmaster van Schutterij St.-Mauritius te Strucht BETREFT: reactie op de e-mails van Fred Hannen en Alfred Disch (zie hierna op blz. 231-234).

Strucht (Lb.), 23 december 2004 Beste Alfred Disch, De website van Schutterij St.-Mauritius heb ik n.a.v. Uw opmerkingen inmiddels deels aangepast. Zo is er een nieuw menu-item toegevoegd, t.w.: het onderdeel ‘Vereniging’, waar de bestuurssamenstelling en de organisatorische gegevens te vinden zijn. Na overleg met het bestuur zullen persoonlijke gegevens zoals e-mailadres en andere gegevens tevens worden opgenomen. De menuknoppen zijn gewone links in tegenstelling tot de fraaiere knoppen bij het onderdeel ‘Schietploeg’ (java). Dit nog ter aanvulling op de mailing van dhr. Fred Hannen. Ik ben het met zijn opmerking dat iets niet te openen valt, wél eens maar niet met de argumentering dat bestanden in Tiff opgeslagen moeten worden want Tiff heeft alleen betrekking op de manier waarop men foto’s e.d. zal opslaan; zie jpeg, bitmap, tiff enz. Als bijlage stuur ik U bij deze een uittreksel van mijn IE_v_6.0 instelling. Laten we het deze dagen daarbij laten, want we willen onder het Kerstmaal niet over internetproblemen praten. Een Zalig Kerstfeest voor U en Uw familie toegewenst door Schutterij St.-Mauritius Strucht. Met vriendelijke groet, Hein Toussaint.

AAN: De Heer Hein Toussaint Maastricht, 23 december 2004 Beste Hein Toussaint, Dank voor Uw aanvullende informatie. Uw bijlage (afdruk van een dialoogvenster met technische gegevens) zal ik, zodra de SB-redactie uitgebreid is met iemand die computertechnisch van wanten weet en de betreffende bijlage probleemloos van mijn digitale ‘Postvak In’ naar de SB kan overhevelen, opnemen in een der volgende afleveringen van de Schuttersbrief. Bovendien zal Uw bijlage dan tevens te zien zijn op de momenteel nog onder constructie zijnde SB-website. Ik ben geen ‘techneut’. Dus ik onthoud mij dan ook wijselijk van commentaar op de door U in e-mail en bijlage verstrekte technische gegevens, die mij zeker van belang toeschijnen voor wie computertaal verstaat. Ook voor U en de Uwen Gezegende Dagen en mijn beste wensen voor 2005! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 221 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Bibliografieën en repertoria’ (2) AAN: Stichting De Gildetrom en Redactie van De Gildetrom CC aan: het Bestuur van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden. Onderwerp: Actualisering van DGT-repertorium. Maastricht, 13 september 2004. Geacht Bestuur en Geachte Redactie, Al enkele jaren lang irriteert het me, dat ik nu eens vergeefs zoek naar bepaalde artikelen in de vele en vele tientallen afleveringen van De Gildetrom (DGT) dan weer de gezochte artikelen alleen met de grootst mogelijke moeite kan (terug)vinden. Een en ander is voor mij vaker aanleiding geweest om te denken aan de mogelijkheid om voor mezelf - en eventueel ook ten behoeve van anderen - een geactualiseerd ‘repertorium op DGT-artikelen’ te gaan samen-stellen. Een naslagwerk dus, waarin bij wijze van spreken in een oogwenk specifieke gegevens gevonden kunnen worden die ergens op een of ettelijke van de duizenden DGT-bladzijden vermeld moeten staan. Het enige dat mij totnogtoe ervan heeft weerhouden om aan een dergelijk monnikenwerk te beginnen, is de overweging dat Uwerzijds wellicht al gewerkt wordt aan de totstandkoming van een up-to-date DGT-repertorium. In verband met het vorenstaande wil ik U, in Uw hoedanigheid van uitgever respectievelijk redactie van het onvolprezen schutterstijdschrift De Gildetrom, de volgende vragen voorleggen. 1) Bent U of is namens U iemand reeds bezig met het samenstellen van een geactualiseerd DGTrepertorium? Zo ja, wanneer kunnen we dan de realisering van dat naslagwerk tegemoetzien? 2) Indien de eerstgestelde vraag ontkennend moet worden beantwoord, valt er dan misschien iets te regelen waardoor alsnog uitzicht ontstaat op verwezenlijking van het gewenste repertorium binnen redelijk afzienbare tijd? 3) Hebt U al eens de mogelijkheid van jaarlijkse uitgifte van een persoons- en zaaknamen-register (annex index) op De Gildetrom serieus in overweging genomen? Zo niet, wilt U dan over die mogelijkheid Uw licht eens laten schijnen en bij Uw beraadslaging daarover de bij deze graag gedane aanbod om een dergelijk register eventueel in het kader van de door mij uitgegeven SB-Bijlagen te doen uitgeven als alternatief betrekken? In afwachting van een spoedige reactie verblijft, met vriendelijke groeten, Alfred Disch, uitgever-redacteur van de Schuttersbrief (SB).

VAN: De Heer L.G.J. (Lau) Huijbers, secretaris van de Stichting De Gildetrom en administrateur van het schutterstijdschrift De Gildetrom Gemert (N.Br.), 15 september 2004 Geachte Heer Disch, Van de jaargangen tot en met 1991 bestaat een index. Deze is in 3 delen totstandgekomen en is nog verkrijgbaar. Al verschillende malen is in ons bestuur gesproken over het samenstellen van een index op de nadien verschenen nummers. Degene die dit eerst heeft gedaan, is er wegens het bereiken van een bepaalde leeftijdsgrens mee gestopt. Het vinden van een - vrijwillige - gildenbroeder die dit omvangrijk werk nu zou willen doen, is moeilijk. Wij zullen Uw verzoek in de eerstvolgende vergadering van 1 december aan de orde stellen. Mocht U suggesties in deze aangelegenheid hebben, dan houden wij ons gaarne aanbevolen. Met dank voor Uw belangstelling en met vriendelijke groet, L.Huijbers, secretaris.

- 222 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Koningschap en keizerschap’ (2) VAN: De Heer Eddy Bruyère, vice-président de la Compagnie Royale des Anciens Arquebusiers de Visé (vice-voorzitter van de Koninklijke Compagnie van de Oude Kolveniers van Wezet) BETREFT: reactie op SB-nummer 2, blz. 49-50; zie ook SB-nummer 5, blz. 168. Visé / Wezet, 26 oktober 2004 Beste Alfred Disch, Hier krijg je een eerste antwoord. Ik hoop dat je het zult kunnen begrijpen. Ik zou graag meer inlichtingen geven. Maar Le Papegaie n° 76 maakt een en ander misschien nog duidelijker. Les Arquebusiers de Visé, depuis près de deux siècles, nomment leur empereur, contrairement à la tradition qui veut que le titre soit accordé au tireur qui, trois années de suite, emporte le titre de ‘roy du tir’. Le sujet a été abordé dans Le Papegaie n° 76 de septembre 1998, page 23. Les archives ayant disparu dans le criminel incendie d'août 1914, nous ne savons pas depuis quand remonte cette coutume. Mais il est pratiquement certain qu'elle fut instaurée après les bouleversements liés à l'invasion par les troupes françaises de la principauté de Liège. Peut-être faut-il même voir un lien avec l'empire français, même si je n'y croit pas trop. A ma connaissance, le premier empereur ‘nommé’ est cité en 1830. In vertaling door de SB-redactie: De Kolveniers van Visé (Wezet) benoemen sedert

bijna twee eeuwen hun keizer, in tegenstelling tot de traditie die wil dat de titel wordt toegekend aan de schutter die in het derde achtereenvolgende jaar de titel ‘schutterskoning’ behaalt. Het onderwerp is aan de orde geweest in Le Papegaie nummer 76 van september 1998, blz. 23. Doordat ons verenigingsarchief tijdens de misdadige brand van augustus 1914 vernietigd werd, weten we niet wanneer het gebruik van de keizersbenoeming bij ons in zwang is geraakt .Maar het is zo goed als zeker, dat dit gebeurd zal zijn na de roerige tijd i.v.m. de inval in het prinsdom Luik door de Franse troepen. Misschien moet men zelfs een link zien met het Franse keizerschap, ook al geloof ik dáár niet zo in. Voorzover mij bekend, wordt de eerste ‘benoemde’ keizer in 1830 vermeld. Met vriendelijke groeten, Eddy Bruyère. --- 223 -


In zijn e-mail van 26 oktober 2004 (zie hierboven, op de vorige bladzijde) verwijst de heer Eddy Bruyère naar aflevering 76 (september 1998) van Le Papegaie [= De Papegaai], het verenigingsblad van de Koninklijke Compagnie van de Oude Kolveniers van Visé. Op blz. 23-24 vindt men van diens hand het artikel ‘Vive l’empereur’. Wij geven van dat artikel hierbeneden een vrije vertaling in het Nederlands. SB-redactie

Leve de Keizer! Een vraag die soms gesteld wordt, luidt: Vanwaar de functie van keizer? Volgens onze eerste statuten verwierf de schutter de keizerstitel, wanneer hij in het derde achtereenvolgende jaar (!) zich tot koning had geschoten. Géén gemakkelijke opgave! Zéér weinigen binnen onze vereniging konden prat gaan op die indrukwekkende titel vóór de Franse bezettingstijd. Sterker nog: ons is dát zelfs van geen énkel verenigingslid bekend. Binnen onze gilde is al sinds lang de benoeming (!) tot keizer een traditie. Maar de ramp in 1914 [d.w.z. de verwoesting van Visé door de Duitsers - noot van de SB-redactie] maakt het ons onmogelijk de precieze aanvang van die nieuwe traditie aan te geven, want te veel documenten zijn letterlijk in rook opgegaan. De Franse bezettingstijd [1794-1814] die een totale breuk inhield met het prinsdom Luik en zijn regime, schijnt die belangrijke wijziging van onze schutterstraditie te hebben veroorzaakt. Men moet namelijk weten dat met name de schuttersgilden verboden en ontbonden werden door de Franse bezettingsmacht. De Kolveniers hebben daarin moeten berusten. Ten minste aanvankelijk, want weldra moest de politie erkennen dat zij niet bij machte was het uittrekken van de Kolveniers te verhinderen.¹ Daarbij zal - zoals onze burgemeester Marcel Neeven mij wijselijk liet weten - de bewondering van bepaalde inwoners van Visé voor keizer Napoleon wellicht een rol hebben gespeeld! Maar kan wellicht (ook) iets anders van invloed geweest zijn? Kan het zijn, dat de Compagnie een van haar leden vanwege een uitzonderlijke daad heeft willen eren? Of heeft een kandidaat zijn kansen op de verheven titel weten te verdedigen en is toen de verlening van de keizerstitel traditie geworden? Of wilden de Kolveniers, dat de kostbare halsketting voortaan steeds bij een achtenswaardig en betrouwbaar lid zou blijven? Ziedaar diverse vragen waarop we het antwoord schuldig blijven. Feit is, dat wij een lange naamlijst van Kolveniers hebben uit 1775, op welke lijst schutterskoning Henri Dodémont vermeld staat. Maar de lijst maakt geen melding van een keizer. Welnu, in 1830 komen we keizer Jean Merx tegen. En sedert dat jaar heeft altijd een keizer statig in onze gelederen meegelopen. Een niet gering voordeel [van de benoemde keizer] is trouwens, dat onze historische halsketting nu steeds in goede handen verkeert.2 De keizer waakt over een waardevol brok edelsmeedkunst, waarvan de historische waarde en de gevoelswaarde in de loop der tijd alleen maar nóg groter geworden zijn. Vóór de Revolutie werd de nieuwe koning omhangen met de papegaai en daarna met de gehele ketting [d.w.z. inclusief de schilden]3. Deze persoon verstrekte dan een ontvangstbewijs en behield de ketting gedurende het jaar van zijn bewind. Dat kon het risico van diefstal of beschadiging en andere problemen met zich meebrengen. Thans blijft de halsketting op haar vaste bewaarplaats en wordt zij - behalve tijdens onze beide jaarfeesten - nog slechts bij hoge uitzondering tevoorschijn gehaald. 1) Zie: persoonlijke notities van Martin Cuitte. Zo ook John Knaepen: La révolution, l’empire et le XIXième siècle à Visé et dans sa région, Société royale archéo-historique de Visé et de sa région, 1991, blz. 131. 2) In nummer 75 van Le Papegaie herinnerden we eraan, dat keizer Jean Leers het ‘juweel’ heeft gered uit de ruïnes van augustus 1914. 3) De huidige halsketting bestaat uit zilveren en halfzilveren schilden die aan de zilveren vogel zijn toegevoegd. Dit laatste gebeurde in verschillende fasen, zoals blijkt diverse gewijzigde aanhechtingen. Zie ‘Le Collier. Livre d’or d’une gilde’, in: Le Papegaie, nrs. 60 en 61, Visé mei resp. september 1993, niet gepagineerd.

----------- 224 -

Eddy Bruyère


CORRESPONDENTIE inzake ‘Het koning(svogel)schieten’ (2) VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de schutterij St.-Anna te Merum Merum (Lb.), 8 november 2004 Beste Alfred, Er zijn bij de koningschieting mooie gebruiken. Vroeger hield onze schutterij, de St.-Anna te Merum (gemeente Roermond), het koningschieten op pinkstermaandag. Omdat de schutters liever een vrij ‘long weekend’ hadden met Pinksteren (hepi-vakantie), is uiteindelijk besloten om voortaan de koningschieting te houden op de eerste zondag van april. Sinds 1999 gebeurt dát dan ook. De feestelijke dag begint om 09.00 uur: we verzamelen ons dan bij het schutterslokaal. Daarvandaan vertrekken we om het koningspaar af te halen en wonen we aansluitend de H.-Mis bij. Na de kerkdienst maken we een kleine rondgang langs enkele cafés. Om 13.00 uur gaan we gezamenlijk aan tafel. Om 14.30 uur houden we eerst een rondgang door het dorp, alvorens op weg te gaan naar de schietstang. Bij de opening van het schieten zijn er diverse rituelen. Eén daarvan is, dat de heersende koning het schutterszilver wordt afgedaan. Een ander gebruik betreft het ere- of openingsschot, dat door de heersende koning wordt gelost. Van 1948 (= oprichtingsjaar van onze schutterij) t/m een aantal jaren later hield de koningschieting bij ons in: het schieten naar de vogel, bestaande uit een zogeheten knoest. Vervolgens, t/m 1988, hield de jaarlijkse koningschieting bij ons in, dat er geschoten werd op de ‘bölkes’ (= harkschieten of ‘raekschieten’). De wedstrijd om het koningschap was toen een afvalrace: alleen wie raakschoot, kon door naar de volgende ronde (kavel). Wanneer er dan nog 3 schutters overgebleven waren, werd er afgekaveld, schot voor schot, d.w.z.: bij elk schot moest door de schutters de buks geschouderd worden; nr. 1 deed een schot, vervolgens nr. 2 en tenslotte nr.3. Men deed dat, omdat het afmattender was voor de schutter. Immers, de schutter werd zo uit zijn concentratie gebracht. Veelal was het ook zo, wanneer van het schieten op blokjes van 1,5 bij 1,5 bij 1,5 cm overgegaan werd op blokjes van 1,0 bij 1,0 bij 1,0 cm. Bovendien werd met de koningschieting doorgegaan, ook al was de duisternis ingevallen. Ikzelf heb nog meegemaakt, dat de lorrion (= verstelbare kijker) verwijderd werd van de buks om nog meer zicht te hebben; je richtte dan gewoon met het vizier op de korrel. Ik heb vroeger wel eens geschoten tot elf (11) uur ’s avonds bij dergelijke wedstrijden. Zo maakten enkel en alleen de beste schutters een kans op het koningschap. Ikzelf zat altijd bij de gegadigden voor de afkaveling. In 1963 werd ik keizer. Ook nadien zat ik steeds weer bij de afkaveling. Men werd daar moe van! Als voorzitter heb ik daarom in 1988 voorgesteld om het kavelsysteem bij koningschieting af te schaffen en weer over te gaan op het oude systeem: dat van het échte koningsvogelschieten, dus schieten op de vogel. Dat voorstel werd aangenomen. En sinds 1989 wordt er tijdens de koningschieting bij ons dan ook geschoten op de knoest. Als de koning of koningin bekend is, volgt er weer een rondgang door het dorp: presentatie van de nieuwe koning of koningin! Daarna keren we terug naar het schutterslokaal, waar nog enkele uren een gezellig samenzijn is. - 225 -


Ik ben ervan overtuigd dat andere schutterijen (schuttersgilden) op de dag van hun koningschieting iets andere gebruiken kennen. Het zou leuk zijn om dát van hen via de SB te vernemen! Groeten, Fred. ------

VAN: De Heer J.H.A.L (Jo) Pluymakers, auteur van diverse publicaties over het schutterijwezen Beek (Lb.), 20 november 2004 Geachte Heer Hannen, Op Uw vraag ‘Wat moet het nu zijn: koningschieten of vogelschieten?’ (zie SB - nummer 5, blz. 166) wil ik graag een reactie geven. Bij het strijden om de koningstitel zou het aan te bevelen zijn de term koningsvogelschieten óf koningschieten te hanteren en wel als volgt: - koningsvogelschieten bij het schieten naar de vogel; - koningschieten indien geschoten wordt op een ander doel dan een vogel, zoals blazoen en klep. Naast bovenstaande vraag stelt U in Uw brief, dat men bij het handboogschieten en kruisboogschieten koning wordt door middel van puntentelling. U doelt daarbij ongetwijfeld op het schieten in horizontale richting naar het blazoen. Er zijn echter ook handboogschutterijen en kruisboogschutterijen die naar de op een stam of paal geplaatste vogel schieten, en dan spreken we ook over koningsvogelschieten! Met vriendelijke groet, Jo Pluymakers ------.

AAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen Maastricht, 21 november 2004 Beste Fred, Op blz. 166-167 van de SB som ik een aantal vormen (met varianten) van koningschieting op, zowel qua schietwijze als qua wedstrijdsysteem. Een aardig voorbeeld (met variant) van wéér een vorm van koning(svogel)schieten vermeldt Erik de Vroede op blz. 98-97 van zijn publicatie Het grote volkssporten boek (Leuven 1996; met illustraties): ‘In sommige verenigingen wordt voor de koning- of keizerschieting ook [de] volgende [schietwijze] toegepast: in het midden van de roos wordt een knalbuis geplaatst, gevuld met kurk en kruit. Wie op de buis schiet en ze aldus doet knallen, wordt koning. Dit gebruik stamt uit de tradities van de oude [schutters]gilden die één keer per jaar een speciale wedstrijd hielden om zo een koning aan te duiden. (…). Opmerking: in sommige verenigingen plaatst de koning van het vorige jaar het knalbuisje op om het even welke plaats op het doel, dus niet noodzakelijk in de roos.’ Bij het vlakbaanschieten (= een schietwijze) hoeft het dus, zoals uit voorgaand citaat blijkt, niet altijd te gaan om punten (= een wedstrijdsysteem)! Kan iemand vertellen, in welke plaatsen het zojuist beschreven knalbuisschieten - niet te verwarren met: het knalbusschieten of kamerschieten (in het Duits: ‘Prangschiessen’) noch met de knalbuksschieting (= het m.n. in Beieren en Oostenrijk eveneens geheten ‘Prangschiessen’) wordt / werd toegepast? En werd / wordt het knalbuisschieten alléén door sportschutterijen beoefend? M. vr. gr., Alfred Disch.

----------- 226 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Het meervoud van gilde’ (2) VAN: De Heer Wim Daniëls, neerlandicus en publicist Eindhoven, 14 november 2004. Hallo, Van de correspondentie over het onderwerp ‘Het meervoud van gilde’ in de SB - aflevering 4 (blz. 127-129) heb ik met belangstelling kennisgenomen. Over hetzelfde ontwerp heb ik twee jaar geleden al eens iets gepubliceerd: zie onderstaand artikel. Met vriendelijke groeten, Wim Daniëls.

Gilde(n)broeder Bij de hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad kwam een keer een brief binnen van de secretaris van de Brabantse stichting De Gildetrom, de heer Huijbers. De secretaris schreef het volgende: In uw dagblad worden samenstellingen met ‘gilde’ geschreven met een tussen-n (gildenfeest, gildenkring). Datzelfde idee wordt ook door enkele gilden aangehangen. Andere schrijven echter consequent over ‘gildebroeder’ en ‘gildekoning’. De eerste groep gaat er van uit, dat het meervoud van gilde ‘gilden’ is, terwijl de meervoudsvorm ‘gildes’ even zo vaak voorkomt. De laatste vorm wordt aangehouden in ons kwartaalblad ‘De Gildetrom’. Met de brief aan de hoofdredactie van de krant hoopte de heer Huijbers te bereiken dat de krant voortaan óók geen tussen-n meer zou schrijven in gildewoorden, zodat Brabant op dat punt weer één werd. De brief had alles te maken met de nieuwe spelling die sinds 1996 voor het Nederlands van kracht is. Een van de nieuwe spellingsregels is namelijk de volgende: in woorden als ‘note(n)dop’en ‘ziele(n)poot’moet een tussen-n komen als het eerste deel van zulke woorden (noot, ziel) uitsluitend een meervoud op –n heeft. Het meervoud van ‘noot’ en ‘ziel’ is uitsluitend ‘noten’ en ‘zielen’, dus is het ‘notendop’ en ‘zielenpoot’. Dat op deze hoofdregel verschillende aanvullende regels en maar liefste vijf uitzonderingsregels zijn geformuleerd, laten we hier nu buiten beschouwing. Om de spelling van ‘gilde(n)broeder’ te kunnen bepalen, moet je het meervoud van ‘gilde’ weten. Als dat meervoud alleen ‘gilden’ is, dienen we volgens de hoofdregel ‘gildenbroeder’ te schrijven. Heeft ‘gilde’ ook een meervoud op -s, dan moet de tussen-n wegblijven: gildebroeder. Nu wil het geval dat in het Groene Boekje, de veronderstelde officiële woordenlijst van de - 227 -


Nederlandse Taal, aan ‘gilde’ maar één meervoud is toegekend: gilden. Vandaar dat samenstellingen met ‘gilde’in het Groene Boekje ook allemaal een tussen-n hebben. Maar het geval wil ook dat veel mensen de meervoudsvorm ‘gildes’ gebruiken. Moeten ze dat nu als een fout zien en zich keurig houden aan wat het Groene Boekje voorschrijft? Het is duidelijk dat ‘gildes’ als meervoudsvorm bestaat, want je kunt het taalgebruik van duizenden taalgebruikers natuurlijk niet negeren. Het is sowieso gevaarlijk om woorden die op een stomme ‘e’ eindigen maar één mogelijke meervoudsvorm te geven. De in 1946 gestorven taaladviseur Charivarius deed dat in zijn boek ‘Is dat goed Nederlands?’ (1940) ook. Hij gaf daarin dertien voorbeelden van woorden op een -e die volgens hem allemaal uitsluitend een meervoud op –n hadden: bate, schade, belofte, bode, boete, gemeente, gevaarte, gewoonte, gezindte, groente, leemte, rede en ziekte. Inmiddels hebben al deze woorden - met uitzondering van ‘bate’ - allang een meervoud op -s, ook in de woordenboeken. Bij sommige van de woorden is het s-meervoud inmiddels gangbaarder dan het meervoud op -n. Dat is ook duidelijk een tendens in het Nederlands: woorden die op een stomme ‘e’ eindigen, worrden steeds vaker gebruikt met een meervoud op -s ten koste van een meervoud op -n. Bij ‘gilde’ is dat ook zo. Het Groene Boekje maakt bij ‘gilde’ dan ook simpelweg een fout. En waarom zouden taalgebruikers fouten in het Groene Boekje als norm moeten nemen? Een feest, trom of broeder van een gilde zou ik daarom niet als ‘gildenfeest’, ‘gildentrom’ of ‘gildenbroeder’schrijven, maar als ‘gildefeest’, ‘gildetrom’en ‘gildebroeder’. De tegenhanger van het Groene Boekje: de Spellingwijzer Onze Taal, onder andere samengesteld door het genootschap Onze Taal, doet dat overigens ook. Wim Daniëls in Ollieklonje, Eindhoven 2002, blz. 64-66. -----Noot van de SB-redactie W. Daniëls: Ollieklonje. [Een boek over Brabantse namen, woorden en zegswijzen]. Uitgeverij: Kempen Uitgevers. Eindhoven 2002. Het boek is in de boekhandel verkrijgbaar onder de nummers ISBN 90665572310; NUR 610. Wim Daniëls - is eigenaar van het taalbureau ‘Wim Daniëls Tekst en Training’ en is tevens schrijver van diverse taalboeken, jongerenboeken, variaboeken, columns en overige artikelen; - geeft op verzoek aan bedrijven een oordeel over de kwaliteit van de teksten die binnen die bedrijven voor intern en extern geproduceerd worden: bedrijfscorrespondentie, brochures, reclameteksten, vakbladen, enzovoort; .- verzorgt taaltrainingen voor bedrijven en particulieren: algemene schrijfvaardigheid, kinderboeken schrijven, teksten redigeren, spelling, voordrachten houden; - houdt voor volwassenen, scholen en bibliotheken voordrachten over taal, taalverzorging, naamgeving, spelling, de geschiedenis van jongerentaal, de geschiedenis van het Nederlands en het Vlaams en de geschiedenis van de komma; - begint m.i.v. 1.1.2005 op zijn website een internetcursus schrijfvaardigheid voor iedereen die betere zakelijke teksten wil leren schrijven. E-mailadres: wim@wimdaniels.nl. Internetadres: www.wimdaniels.nl. ----------- 228 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Schutterscontacten over de taalgrenzen heen’ (3) VAN: De Heer Eddy Bruyère, vice-président de la Compagnie Royale des Anciens Arquebusiers de Visé (vice-voorzitter van de Koninklijke Compagnie van de Oude Kolveniers van Wezet) BETREFT: reactie op de e-mail van Alfred Disch in SB-nummer 2, blz. 49-50. Visé / Wezet (B), 16 augustus en 26 oktober 2004 Beste Alfred Disch, Het zou nu te ver voeren om een compleet antwoord te geven op de vraag, of de Oude Kolveniers buiten Visé hun feest mogen ‘reproduceren’ dan wel buiten de stad mogen defileren. Een antwoord zal in het volgende of anders zeker in het daaropvolgende nummer van ons verenigingsblad ‘Le Papegaie’ worden geplaatst, want de tekst is klaar. Wij zijn al eens naar Luik, Parijs, Heerlen en Vichy geweest. Maar nu is het zeer lastig om met meer dan 200 mensen samen te reizen, enz. De gang van zaken is ook niet zo makkelijk. De ware bestaansreden van onze vereniging ligt trouwens hier in Visé. Les Anciens Arquebusiers quittent extrèmement rarement la ville de Visé en corps et en uniforme. Les statuts exigent, pour pouvoir sortir de Visé, qu'une assemblée générale ratifie la proposition. Mais cela arrive rarement. Il faut savoir que les Anciens Arquebusiers ont de nombreuses manifestations sur l’année: deux grandes fêtes, l'ouverture et la fermeture du tir, le tir dominical, le souper annuel, les assemblées générales et le bal de gala. Les anciens Arquebusiers assistent également à l'enterrement de chacun de leurs confrères décédés en corps et en grand uniforme. Toutes ces manifestations laissent peu d'occasions de sortir de Visé. Et il faut se rendre compte qu'organiser le départ de 250 membres en uniforme, avec le matériel, demande une préparation très importante. De plus, il faut prévoir la possibilité pour l'harmonie de nous accompagner. Pour toutes ces raisons, ce n'est que tout à fait exceptionnellement que nous quittons la ville de Visé. [Vertaling door de SB-redactie: De Oude Kolveniers komen hoogst zelden - als groep en in uniform - buiten de stad Visé (Wezet). De statuten eisen voor een optreden buiten Visé de voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering. Maar dát gebeurt zelden. Je moet namelijk weten, dat de Oude Kolveniers jaarlijks talrijke activiteiten hebben: twee grote feesten (t.w.: het zogeheten Zomer- en Winterfeest - noot van de vertaler), de opening en de beëindiging van het schietseizoen, het schieten tijdens de zondagen, het jaarlijkse feestmaal, de ledenvergaderingen en het galabal. De Oude Kolveniers zijn tevens en groupe en in ceremonieel tenue aanwezig bij de begrafenis van elk van hun overleden medebroeders. Al deze manifestaties laten nauwelijks een optreden buiten Visé toe. Daarbij moet ook nog er rekening mee worden gehouden, dat het organiseren van een reisgezelschap van 250 geüniformeerde personen met al het bijbehorende materiaal een enorme voorbereiding vergt. Bovendien moet men ervoor zorgen, dat ook de deelname van de harmonie mogelijk is. Om al die redenen treden wij slechts bij hoge uitzondering,buiten de stad Visé op.] Ik hoop zo een bevredigend antwoord te hebben gegeven. Met vriendelijke groeten, Eddy.

----------- 229 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen’ (4) VAN: De Heer Drs. LJ.E. (Luc) Wolters, auteur van een doctoraalscriptie over het schutterswezen, schrijver van vele tientallen artikelen en boeken over het schutterswezen, waarnemend hoofdredacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) Simpelveld, 17 november 2004 Hoi Mathy, Enige verheldering in je vraag naar het aandeel van de adel in de schutterij van Klimmen, kan mede aan de hand van een bestudering van de bronnen gegeven worden. Er is een tweetal 17de-eeuwse schuttersreglementen bekend van Klimmen (1640 en 1687), het laatste met een complete ledenlijst eraan toegevoegd. En in de ondertekening van noch de 17de noch de meerdere 19de-eeuwse reglementen valt de naam van een adellijk personage te bespeuren. Ook uit andere bronnen blijkt me zo vlug geen betrokkenheid van de (lokale) adel. Er zijn twee uitzonderingen: 1) de eeuwenoude trommel, die in het bezit is van de Klimmense schutterij, waarop het wapen van koning Christiaan VI van Denemarken afgebeeld is en die als legertrom gediend heeft, in ieder geval vanaf 1730; 2) de zilveren koningsplaat van baron van Fürth, burgemeester van Klimmen, 1826. Over nummer 1 is de informatie voorhanden, die ook reeds op de website van Klimmen gepubliceerd is. Over nummer 2 vinden we meer informatie in het boek van Emile Brouwers: Duizend jaar Klimmen 968-1968, p 171-172. Drie broers van de familie Von Brewer genaamd Von Fürth werden 1593 in de adelstand verheven. De betreffende schutterskoning in 1826, Franz von Fürth, was burgemeester van Klimmen van 1819 tot 1830 [jaar van de Belgische afscheiding]. Hij was in 1774 geboren en overleed in 1847. Zoon van Carolus of Karl Theodat van Fürth, overleden 1803. Hij liet slechts een dochter na, Laura von Fürth (1808-1885), waarvan je de grafsteen hebt aangetroffen. Zij werd opgevolgd op het goed Rivieren door een ver familielid Carl Friedrich Marie von Fürth (1854-1902), waarvan je eveneens de grafsteen hebt aangetroffen: hij was een achterkleinzoon van de broer van de grootvader van Laura. Ongetwijfeld is in adelsboekjes en de archieven nog meer informatie te vinden over de adellijke familie Von Fürth. Echter, de bemoeienis van de adel met de Klimmense schutterij schijnt uiterst gering. Dus waarom met een vergrootglas deze adel bestuderen, die slechts een klein aandeel gehad heeft. De bewoners van Klimmen hebben het zelf gedaan: al die tijd een schutterij in stand houden. Houdt dit in ere. Veel succes verder met je onderzoek. Met schuttersgroet, Luc. ----------- 230 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Websitewedstrijden’ (5) VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de schutterij St.-Anna te Merum Merum (Lb.), 17 december 2004 Beste Alfred, Het blijkt dat bij een bepaald type website dat door schutterijen wordt opgezet, soms niet alle documenten te openen zijn. Bijvoorbeeld op de website van Schutterij St.-Mauritius te Strucht krijg ik de gegevens van de schietploeg niet geopend. Deskundigen hebben mij gezegd dat het niet aan mijn PC ligt maar aan het opslaan van de gegevens bij het opzetten van de website. Wanneer nu alle schutterijen die een website opzetten, onder TIFF opslaan, kan praktisch elke computer het openen. Het nadeel hiervan is, dat TIFF-bestand groter is in bewaren. Mogelijk iets voor de SB om hier een deskundige in te schakelen voor een algemene afspraak te maken dat iedereen de schutterswebsite kan openen. Zeker als het Federatiebestuur een prijs beschikbaar stelt voor de beste website. Ik kan wel een mooie website opzetten en in het opslaan de documenten zo klein mogelijk houden zodat ik ruimte heb, doch wanneer de ontvanger niet alles kan openen heeft hij nog niets. Het lijkt mij ook een oneerlijke strijd voor de mooiste of beste website. Op dit moment is de keuze nog niet gemaakt doch het duiveltje ligt al op de loer. Houd mij ten goede: ik ben geen deskundige. Vandaar dat ik enkel en alleen maar doorgeef wat ik ervaar en wat ik hoor. Nu heb ik gelezen in het Limburgs Schutterstijdschrift, dat de prijsuitreiking van de beste website in januari zal plaatsvinden. De winnaar wens ik nu al van harte proficiat. Het is ook een goed en leuk idee om er een prijs aan te verbinden. Maar mijn vraag is, of mijn bovenstaande opmerking gerechtvaardigd is en of daar rekening mee is gehouden? Mogelijk krijg ik het antwoord van jou. Alfred, dit zijn mijn zaken niet! Ik ben in de veronderstelling dat het idee over het toekennen van een prijs aan de beste website mede door jou tot stand is gekomen. Of ben ik hier mis mee? Groeten, Fred.

AAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, Maastricht, 22 december 2004 Beste Fred, Jij constateert een ‘mankement’ op de website van de schutterij St.-Mauritius te Strucht (Lb.). Ik ben dat eens nagegaan. Het curieuze is, dat ik - in tegenstelling met jou - wél alle subpagina’s met de schietwedstrijduitslagen kon openen, maar daarentegen niet een drietal andere subpagina’s (t.w. ‘De Groep’ via de pagina ‘Drumband’ alsmede ‘Materiaal’ en ‘Strucht / Klimmen’ via de pagina ‘Schutterij’)! Reden temeer voor mij om eens contact op te nemen met de webmaster van de St.-Mauritiusschutterij. - 231 -


Webmaster Hein Toussaint was zo vriendelijk om onmiddellijk te reageren: zie zijn e-mail van vandaag, meer speciaal punt 4. Ik twijfel er niet aan, dat zijn antwoord helemaal correct is, al snap ik er nauwelijks iets van. Maar dat laatste ligt natuurlijk helemaal aan mijzelf; ik ben nu eenmaal een volslagen leek op computertechnisch gebied. Ik verbeid dan ook het moment waarop mijn technische manusje-van-alles uit Italië is teruggekeerd (zal nog wel even duren!) dan wel iemand - het liefst op zeer korte termijn - mij in redactioneel verband technische steun komt verlenen. Tegelijk leg je in jouw eigen e-mail van afgelopen 17 december een link tussen het door jou gesignaleerde probleem van gedeeltelijke (on)toegankelijkheid van schutterswebsites en de OLS- websitewedstrijd, die dit jaar voor het eerst gehouden wordt. Zoals je weet, is de redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) belast met de praktische uitvoering van die wedstrijd. Het zou me niet verbazen, als de jury in haar rapport of anderszins ook zal ingaan (direct of indirect) op ‘kwesties’ zoals die, welke je thans aangesneden hebt. Over de voorgeschiedenis van de OLS-websitewedstrijd verwijs ik je kortheidshalve naar de eerder verschenen SB-afleveringen (o.a. nummer 1, d.d. 19.6.2004, blz. 4-5) en naar het LS (o.m. nummer 63, juni 2004, blz. 38). Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

AAN: De Heer Hein Toussaint, webmaster van Schutterij St.-Mauritius te Strucht Bijlage: forward van de e-mail van dhr. Fred Hannen d.d. 17.12.2004. Maastricht, 21.12.2004 Geachte Heer Toussaint, 1) Hoewel U nergens als zodanig op de internetsite van de St.-Mauritius te Strucht vermeld wordt, bent U - denk ik - de webmaster van voormelde schutterij. Klopt dat? 2) Waarom wordt het secretariaatsadres van Uw schutterij (postaal, telefonisch, digitaal) nergens op de website van Uw schutterij genoemd? Of heb ik misschien iets over het hoofd gezien? 3) Wat is het adres van Uw website? Dát wordt trouwens evenmin vermeld op de OLS-website; waarom niet? Enkel via ‘www.schutterij.kabelnet.nl’ (alwaar wél ‘automatische doorschakeling’ naar maar géén vermelding van Uw internetadres) was / is Uw website voor mij bereikbaar. 4) Zoals Uzelf kunt vaststellen in bijgaande bijlage, levert een Limburgse schutter enige kritiek op Uw website: diverse rubrieken van Uw website zouden niet te openen zijn! Ik heb dit gecheckt. En inderdaad: de geleverde negatieve (maar overigens als opbouwend bedoelde!) kritiek lijkt mij terecht. Hebt U wellicht een verklaring voor de onderhavige manco op Uw website? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch, uitgever-redacteur van het e-mailblad "Schuttersbrief" (SB). - 232 -


VAN: De Heer Hein Toussaint Strucht, 22.12.2004 Geachte Mijnheer Disch, Punt 1 Klopt. Ik maak en onderhoud deze site. Punt 2 Hebt U niet over het hoofd gezien: het staat inderdaad nergens op de website vermeld!.Ik zal een en ander rechtzetten en binnen een maand zullen de door U gevraagde gegevens te vinden zijn op de site. Punt 3 Het adres is www.stmauritiusstrucht.nl. Waar moet je dat aanmelden bij de OLSwebsite?.Deze domeinnaam is aangevraagd bij Planet maar wordt gedirigeerd naar mijn homepage-adres (touss044.nl). Dit om kosten te besparen, omdat we aan deze site niets hoeven te verdienen. Punt 4 Dat sommige rubrieken niet zijn te openen, zal waarschijnlijk liggen aan het feit dat de laatste versie van Internet Explorer géén Java-ondersteuning biedt. Deze moet separaat van SUN gedownload worden en geïnstalleerd op de cliënt-computer; dit is: msjv3809.exe Microsoft virtual javamachine. Dat is wat ik installeer bij mensen die me die opmerking ook gemaakt hebben; meestal zijn dat de laatste XP-installaties algemeen. Het is opbeurend om kritiek te krijgen van buiten onze gemeenschap en U bent de eerste die dit zo doet (Chapeau!). Wél zou ik graag de uitgave waarin de beoordeling van deze site ter sprake komt, willen zien; alleen al om hieruit lering te trekken. Mijn hartelijke dank voor Uw opmerkingen en ik hoop, dat verdere aan- en opmerkingen niet zullen uitblijven. Met vriendelijke schuttersgroet, Hein Toussaint. PS Ik ben geen redacteur maar een techneut. Dus: men vergeve mij mijn taalfouten.

AAN: De Heer Hein Toussaint Maastricht, 22 december 2004 Beste Hein Toussaint, Hartelijk dank voor Uw snelle reactie. Ad punt 1 Wees niet te bescheiden en vermeld rustig Uzelf als webmaster op Uw website. U hebt daar recht op. Menigeen onder Uw gasten zal trouwens ook wel eens willen weten, wie technisch verantwoordelijk is voor al het schoons dat Uw website te bieden heeft! Ad punt 2 Ik weet haast zeker, dat vele schuttersvrienden met mij U dankbaar zijn voor Uw toezegging dat óók het secretariaatsadres van Uw schutterij binnenkort op Uw website zal worden vermeld. - 233 -


Ad punt 3 De secretaris van Uw schutterij had de volledige (!) actuele (!) adresseringen (d.w.z. met inbegrip van het e-mailadres en het websiteadres!) moeten doorgeven aan OLS-secretaris Jac van der Vorst (info@olsfederatie.nl)! Deze licht dan op zijn beurt de OLS-webredactie in en - naar ik aanneem - verder alle overige OLS-organen die het moeten weten, inclusief - naar ik andermaal veronderstel - de redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift. Trouwens, Uw schutterijsecretaris is bij lange na niet de enige die jegens het OLS-secretariaat enigszins tekortgeschoten is: vele tientallen schutterijsecretarissen laten helaas in deze het afweten, zo leerde een representatieve steekproef mij. En dan heb ik het nog niet eens over die bij de andere schuttersfederaties in Nederland en Vlaams België! Niet voor niets heb ik aan deze problematiek een redactioneel artikel gewijd in de vorige aflevering van de SB: zie aldaar blz. 154. Wie de schoen past, trekke hem aan! Ad punt 4 Uw verklaring komt mij aannemelijk voor, ook al begrijp ik er niet veel van. Maar dat laatste ligt dan uiteraard niet aan U maar aan mij als leek op computergebied. Ik begrijp, dat ik in deze zelf actie moeten ondernemen om bepaalde onderdelen van Uw website voor mij toegankelijk te maken. Zodra ik weer kan beschikken over een technische assistent, zal ik Uw e-mail aan hem voorleggen. Overigens bezigt U in Uw uitleg de term ‘waarschijnlijk’. Zijn er dan wellicht nog andere verklaringen mogelijk? Ad slotregels Uit Uw vraag waar U de beoordeling van Uw website kunt vinden, meen ik te mogen afleiden dat U het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) niet ontvangt. Ik raad U aan om zo spoedig mogelijk een abonnement op het LS te nemen. Ook voor U als webmaster van een Limburgse schutterijsite is de aanschaf van voormeld tijdschrift eigenlijk een must! In nummer 63 van dat blad staat duidelijk aangegeven waarop de jury zoal let. Overigens zal de jury van de OLSwebsitewedstrijd op zaterdagmiddag 8 januari (12de Limburgse Schuttersdag) te Baexem (Lb.) de schutterijwebsites bespreken. Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken, dat in de eerstvolgende LS-aflevering ná genoemde datum tevens verslag gedaan zal worden van de bevindingen van de jury. Ik vermoed trouwens, dat ook de OLS-website (www.olsfederatie.com) aan de prijsuitreiking en aan het juryrapport de nodige aandacht zal schenken. Maak U zich geen zorgen over eventuele taalfouten in Uw e-mail: die worden door mij (als redacteur) gecorrigeerd. En wat de eventuele taalfouten op Uw website aangaat, dáár zal Uw eigen webredactie zorg voor moeten dragen, dunkt me. ---

AAN: De Heer A.Th.J.M. (Ton) Banning, secretaris van het Interfederatief Overlegorgaan Maastricht, 22 december 2004 Beste Ton Banning, Per e-mail van 8 mei (zie ook SB, blz. 7) liet je weten, dat je mijn ‘Open brief’ waarin ik o.m. het voorstel doe om een prijs voor de beste schutterswebsite in te stellen, zou agenderen voor de najaarsvergadering van het Interfederatief Overlegorgaan (IFO). Kun je inmiddels iets naders berichten over het resultaat van de besprekingen binnen het IFO ten aanzien van het door mij gedane voorstel? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 234 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ (5) -----Stuur met plezier Uw SB; ik zal hem selectief lezen. Prof. dr. Roland Renson, hoogleraar ‘Bewegings- en Revalidatiewetenschappen’ aan de Katholieke Universiteit Leuven, Oud-Heverlee (Vl.Br.) -----Via-via ontving ik een uitdraai van Uw ‘Schuttersbrief’. Met een milde glimlach heb ik de correspondentie gelezen over: al of niet de tussen-n, over de vrouw in het gilde en wat dies meer zij, zonder er ‘beroepsmatig’ bij betrokken te zijn. Want sinds enige jaren ben ik uit het actieve bestuurlijke gildenwezen op federatie- en EGS-niveau gestapt. Toch ben ik nog steeds zeer geïnteresseerd in deze materie. Ik stel het dan ook zeer op prijs als U mij op Uw verzendlijst wilt plaatsen. Met dank en gildengroet. Rein Haase, oud-secretaris van de NBFS, oud-secretaris van de EGS-regio 3, regerend deken van de St.-Catharinagilde te Tongelre, Eindhoven (N.Br.) -----Vooreerst wat de Schuttersbrief - nummer 4 betreft. Het document werd afgedrukt, gebundeld en ligt ter inzage in de ‘Gildencamer’. Een eerste lezing maakt mij duidelijk dat dit een zeer interessant middel is tot communicatie met andere schuttersgilden. Het is een verrijking te lezen hoe gildenconfreers denken en werken, met als gemeenschappelijk doel de instandhouding en de verdere uitbouw van ons rijk historisch verleden en het veiligstellen van een cultureel erfgoed waar de rest van de wereld ons alleen maar om kan benijden. Het is dikwijls roeien tegen de stroom in, maar uit Uw Schuttersbrief blijkt dat wij met velen zijn om het tij te keren. Ten gepaste tijde zullen wij zeker onze medewerking verlenen. Proficiat. Jan Severyns, hoofdman van de Mechelse Kolveniersgilde St.-Christoffel, Mechelen (Ant.), [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 212] -----Ik heb de Schuttersbrief met belangstelling doorgenomen, gezien mijn op dit moment zeer beperkte tijd eigenlijk niet meer dan gescand. De opzet lijkt me, afgaande op de vele reacties, uitstekend. Veel succes ermee (en ik blijf graag op de hoogte). Dr. Pieter Breuker, kaats- en sporthistoricus, wetenschappelijk medewerker aan de Rijksuniversiteit Groningen, Leeuwarden (prov. Friesland) ---------------- 235 -


RECENSIE (06): het ‘Themanummer Gilden’ (2003) van het tijdschrift ‘Brabants Heem’ Onlangs kreeg ik van een schuttersvriend een exemplaar toegezonden van het ‘Themanummer Gilden’. Het betreft hier aflevering 4 (= blz. 129 t/m 164) van jaargang 55 van ‘Brabants Heem. Tijdschrift voor archeologie, geschiedenis en volkskunde’, uitgegeven door de Stichting Brabants Heem en de Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, ’s-Hertogenbosch 2003.

In het ‘Ten geleide’ (binnenzijde van de omslag) deelt de redactie mede, dat zij tot maken van het themanummer heeft besloten naar aanleiding van een studiedag die over het onderwerp Noord-Brabantse schuttersgilden was gehouden op zaterdag 14 december 2002 te Oirschot. Het themanummer bevat de tekst van enkele van de op de studiedag voorgelezen verhandelingen. Het ging toen niet zozeer om de tradities en materiële cultuur als wel om de functie en identiteit van de schuttersgilden door de eeuwen heen. In het artikel ‘Het sociaal kapitaal van gildenbroeders’ (blz. 129-133) vestigen Arnoud-Jan Bijsterveld (hoogleraar Cultuur in Brabant) en Wim Knulst (hoogleraar Vrijetijdswetenschappen) de aandacht op twee begrippen (uit de sociologie) die een veelbelovende invalshoek bieden op de schuttersgilden als historisch fenomeen. Het eerste begrip (‘sociabiliteit’) is in feite een onderdeel van ‘sociaal kapitaal’ (het tweede begrip). Sociabiliteit wil zeggen: de natuurlijke neiging (van de individuele mens) om zich aan te sluiten bij grotere verbanden, bijv. bij een schuttersgilde. Het zich aansluiten bij een groter verband kan om een of meer redenen geschieden, bijv. vanwege veiligheid, vriendschap, prestige, verwantschap; al die redenen tezamen vormen het sociaal kapitaal! Vragen naar de reden(en) om zich aan te sluiten bij een schuttersgilde is vragen naar de functie(s) en daarmee naar de identiteit van zo’n organisatie. Bovendien kan (kunnen) in de loop der tijd de functie(s) en bijgevolg de identiteit zich wijzigen. Mr. Bruno Indekeu (jurist) stelt in zijn artikel ‘Dekt de vlag ook altijd de lading? De schuttersgilden van Lommel’ (blz. 134-140) vast, dat de schuttersgilden te Lommel (Belg. Lb.), een plaats die eertijds deel heeft uitgemaakt van de Meierij van ’s-Hertogenbosch (N.Br.), onderlinge verschillen vertonen in hun ontstaanshistorie en verdere ontwikkelingsgeschiedenis. Drs. Simon Dickens (historicus) ziet in zijn artikel ‘Kleine jongens en grote boeren. De gildenbroeders van het Sint-Jorisgilde van Hooge Mierde’ (blz. 141-147) duidelijke bindingen van ‘verschillende belangen- of sociale groepen in de dorpsgemeenschap’ met de schuttersgilden in Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel, kerkdorpen die tot aan de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1997 een bestuurlijke eenheid vormden. Drs. Jette Janssen-Beij komt - aan de hand van vergelijkend onderzoek - in haar artikel ‘De deugd van broederschap. Sociaal kapitaal van gildenbroeders in heden en verleden’ (blz. 148-156) eveneens tot de slotsom, dat broederschap nog steeds het belangrijkste bindende element is binnen de schuttersgilde; eveneens, want de voormelde slotsom was twee decennia geleden een der hoofdconclusies in de doctoraalscriptie van de overigens nergens in het themanummer genoemde geschiedkundige drs. J.W.G.M. (Jos) Gerits (‘Schutterijen op het Limburgse platteland in de 16e, 17e en 18e eeuw. Een kultureel fenomeen’, Spaubeek 1986)! Het themanummer sluit af met een ‘Heemkundige tijdschriftenparade. De oogst van het derde kwartaal 2003’ op blz. 157-160 (door Johanna Jacobs), ‘Gildennieuws. [Het onderwijspakket] Daor hedde de guld’ op blz. 161-163 (door Hans van der Linde) en de ‘Inhoudsopgave jaargang 55 (2003)’ op blz. 164. Op de binnenzijde van de achteromslag zijn de personalia van de eerste vijf hierboven genoemde auteurs te vinden. Hoewel dit niet direct de opzet was van de redactie, is het themanummer - zeker mede gelet op de uitvoerige eindnoten (m.v.v. nogal wat bronnenmateriaal) bij elk artikel - tóch een soortement van naslagwerkje geworden voor wie zich nader Alfred Disch wil verdiepen in ‘het sociaal kapitaal’ van schuttersgilden (schutterijen). Het tijdschrift Brabants Heem verschijnt vier keer per jaar. Prijs per nummer: € 6,-. Een jaarabonnement kost € 18,- (binnenland); voor buitenland: € 22,50; voor leden van de bij de Stichting Brabants Heem aangesloten heemkundekringen: € 15,75. De prijs van een proefabonnement (4 nummers) bedraagt € 12,50. Abonnementen en losse nummers kunnen als volgt worden aangevraagd. Postaal: Tijdschrift Brabants Heem, t.a.v. Mw. Tineke Hollenberg - de Heer, Postbus 1325, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch. Telefonisch: 073 - 615 62 62. Per fax: 073 - 615 62 63. Per e-mail: brabantsheem@erfgoedbrabant.nl.

- 236 -


RECENSIE (07): het jubileumboek (1952-2002) van de Hoge Gildenraad der Kempen Titel:

50 Jaar Hoge Gildenraad der Kempen. De Wet. 1952 - 2002. Z.pl. [Turnhout], z.j. [2004].

Auteur: E. van Autenboer. Editie: Uitgave van de Hoge Gildenraad der Kempen (HGK). --Recent verschenen Jubileumuitgaven plegen doorgaans vlak vóór of tijdens een jubileumviering te verschijnen. Het gedenkboek 1952-2002 van de HGK is echter pas ná de jubileumviering verschenen en wel in april van dit jaar (2004). Voordeel van een zo’n late publicatie kán zijn, dat een rapportage van de herdenkingsfestiviteiten wordt meegenomen in de feestbundel. En dát is hier gelukkig het geval. Na de ‘Slotbeschouwing’ (blz. 91) en vóór de ‘Bijlagen’ (blz. 98-104) is in het jubileumboek plaats ingeruimd voor het uitvoerige ‘Verslag. Hoge Gildenraad der Kempen viert zijn gouden jubileum 1952-2002’. De Wet Uit 2003 staat op blz. 82 trouwens ook nog een groepsfoto van het 16 leden tellende bestuur (= ‘De Wet’). Ik meld dit laatste, mede daar het voor een niet-ingewijde eerst op bladzijde 46 n.a.v. een soortgelijke illustratie als op blz. 82 enigszins duidelijk wordt en bij lezing van de statuten uit 1952 (1ste bijlage) en die uit 1982 (2de bijlage) het écht helemaal evident is, dat de benaming ‘De Wet’ uitsluitend slaat op het bestuur (!) van de HGK. Waarom de aanduiding ‘De Wet’ dan én op de harde kaft van het jubileumboek én op de titelpagina voorkomt, zal wel hiermee van doen hebben, dat zij deel uitmaakt van de tekst van het HGK-vignet en het vignet zelf weer in zijn geheel (of misschien toch slechts ten dele?) tegelijk dient tot titel voor het ganse boek. Vlot geschreven feestbundel Wie de vele tijdschriftartikels en boekwerken van dr. J.E.M. (Eugeen) van Autenboer kent, zal zich wellicht ietwat verbazen over de inhoud van diens onderhavige pennenvrucht. Ik bedoel dat overigens niet negatief. Integendeels zelfs! In dit boek(je) - handzaam formaat van ca. 21 cm bij 15 cm - nl. géén wetenschappelijk aandoende maar simpele vlotgeschreven teksten, opgevrolijkt met tientallen fotootjes. Wie kennis wil nemen van het ‘Kempisch Gildenlied’ (tekst: J. Ernalsteen; muziek: J. Nuijts), vindt in de derde en laatste bijlage zelfs de bijbehorende partituur afgedrukt. Uit het ‘Ten Geleide’, helemaal voor in het boekwerkje, valt op te maken, dat Van Autenboer voor zijn geschiedoverzicht rijkelijk heeft kunnen putten uit het door de voormalige HGK-secretaris J.Ernalsteen verzamelde archief en uit de publicatie (1968) van dr. H.Wouters over de HGK. De 8 hoofdstukken (blz. 9-90) handelen over: 1) ‘Ontstaan en ontwikkeling der schuttersgilden’; 2) ‘De oprichting van de Hoge Gildenraad der Kempen’; 3) ‘De werking [lees: de structuur] van de Hoge Gildenraad’; 4) ‘De gilden leven’; 5) ‘Steun aan de gemeenschap’; 6) ‘De zorg voor het patrimonium’; 7) ‘Financiën’; en 8) ‘Contacten met andere federaties’. Hoe te verkrijgen? De jubileumuitgave kan men bestellen bij de HGK-penningmeester: Dhr. Frans van Hasselt, Wuustwezelseweg 1, B - 2990 Loenhout; telefoon: (00.32)(0)36.69 74 88. Ondanks telefonische, mondelinge en digitale verzoeken om nader geïnformeerd te worden over de prijs, porti en internationale bankcodes (zie ook de Schuttersbrief, blz. 174) zijn deze gegevens mij tot op heden niet verstrekt. Zodra die bekend worden gemaakt, zal ik ze graag in de SB vermelden. Alfred Disch ----------- 237 -


RECENSIE (08): nummer 5 van het halfjaarlijkse FVHS - Tijdschrift De Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS) is een nog vrij jonge koepelorganisatie, opgericht in 2002. Niettemin verscheen inmiddels alweer de 5de aflevering van haar A4 grote periodiek ‘Tijdschrift van de Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden’. Onderstaand een impressie van het 42 bladzijden tellende en rijkelijk van illustraties (in kleur en zwart-wit) voorziene septembernummer 2004. Voorwoordje van de federatievoorzitter FVHS-voorzitter Paul Stoop is ‘van één zaak bang geworden’, nl. van ‘het individualisme van deze tijd’. Volgens Stoop is dat euvel ook het schutterswereldje binnengedrongen. Stoop wijst dan ook op een dreigend gevaar: ‘Wanneer wij mekaar niet meer kennen, niet meer waarderen, ons niet aan de gemaakte afspraken houden, naast mekaar gaan staan met wetten en reglementen, er mekaar mee rond de oren kletsen, dan… dan vergaat de broederschap. Dit kan toch niet de bedoeling zijn.’ En dus: ‘Ik doe daarom een beroep op allen. Alléén de broederschap, verstandhouding, wederzijds begrip en vertrouwen kunnen de schuttersgilden in stand houden. Indien we mekaar goed blijven verstaan, is het leven véél aangenamer. Dit wens ik iedereen van harte toe.’ Ook een oproep van de FVHS-hoofdredacteur Pater Karel de Wilde constateert, dat na de verschijning van het vorige FVHS-nummer ‘er - juist geteld - geen enkele spontane reactie binnenkwam! En nochtans: er gebeuren in onze gilden- en schutterswereld zoveel mooie dingen en er gaat geen week voorbij zonder feestelijke manifestaties.’ En dus: ‘De hele redactieploeg doet nogmaals een dringende beroep tot alle leden van alle gilden en schutterijen uit alle bonden. Aan de toog weet gij dikwijls zo veel te vertellen over het wel en wee van Uw gilde; welnu, zet dat eens op papier en bezorg het ons. De redactie doet dan wel de rest.’ Wat een schuttersgilde is Stan Krolicki, FVHS-secretaris en secretaris van de EGS-regio 4, schetst in een notendop de geschiedenis van de schuttersgilden (blz. 5-7). ‘Er zouden al schuttersgilden bestaan hebben voor onze tijdrekening’, meldt hij onder meer. Maar die mededeling van Krolicki moet - naar mijn vaste overtuiging - toch echt wel op een misverstand berusten. Aan het slot van zijn overzicht wijst Krolicki erop, dat de in 1955 opgerichte Europese Gemeenschap van Schuttersgilden (EGS) binnenkort haar 50-jarige jubileum viert [cf Schuttersbrief, blz. 198 en 248]. ‘Deze schuttersgemeenschap bestaat uit 25 federaties en/of bonden uit 12 verschillende landen met in totaal 2.800 verenigingen en ongeveer 6.000.000 leden.’ Bij die ‘ongeveer 6.000.000 leden’ wil ik echter een vraagteken plaatsen: het genoemde aantal lijkt, mij althans, ietwat overdreven. Over de kniebroek Aan de ‘Volkskunst’, het door het Instituut voor Vlaamse Volkskunst (I.V.V.) uitgegeven kwartaalblad (Zamenhoflaan 4-8, B - 2900 Schoten), is het artikel ‘De kniebroek’ (blz. 8-9) ontleend. Frans Geens schreef het artikel. De kniebroek ontstond uit de 17de-eeuwse kuitbroek. Deze laatste is op zijn beurt een verbeterde versie van de ‘broek’, die omstreeks 1500 nog bestond uit twee afzonderlijke pijpen (‘hosen’), welke met veters bevestigd werden aan het wambuis; de opening tussen de beide pijpen aan de voorkant werd bedekt met een losse schaamlap, terwijl aan de achterzijde de twee pijpen meestal aan elkaar genaaid waren. De kniebroek is blijkens diverse afbeeldingen bij m.n. Vlaamse schilders, van Bruegel t/m Portielje - lange tijd (begin 17de - begin 20ste eeuw) bij het mansvolk in de mode geweest. Frans Geens concludeert dan ook: ‘Duidelijk blijkt, dat de kniebroek ooit gedragen werd door alle lagen van de bevolking. Dat het dragen van kniebroeken ook bij ons [= schuttersgilden] historisch verantwoord is, kan voorzeker niemand nog betwijfelen.’ - 238 -


Religiositeit bij schuttersgilden Op blz. 10-12 staat van pater Karel de Wilde de toespraak afgedrukt die hij hield bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de St.-Lambertusgilde te Laren (gemeente Lummen, Belg. Lb.). In zijn korte verhandeling beperkt De Wilde zich tot de beantwoording van de vraag, hoe het komt dat schuttersgilden zo religieus zijn ingesteld en hoe bepaalde godsdienstig getinte gildengewoonten ooit in de schutterswereld zijn binnengedrongen. En die vraag beantwoordt hij dan aan de hand van ‘twee leidraden’, t.w. het devies ‘Voor Outer, Heerd en Vaderland’ [moet dit niet zijn: ‘Voor Outer, Heerd en Troon’?] en - aldus De Wilde - de daarmee van nature verbonden gedragscode ‘Broederlijkheid, Gelijkwaardigheid en Vrijheid’. Maar of alle voormelde ‘schuttersgildenidealen’ ook werkelijk vanuit ‘de oude Perzische wereld’ via de ‘Germanen, Kelten en Romeinen’ aan ons zijn ‘doorgegeven’ (zoals pater Karel de Wilde stelt), waag ik toch te betwijfelen: een oorzakelijk verband zie ik in elk geval niet!

‘Het Belang van Limburg’ als bron Ook de tekst op blz. 13 komt mij voor als een (bewerkte?) overdruk en wel uit de regionale krant ‘Het Belang van Limburg’; helaas zonder verdere bronvermelding. Volgens de tekst telt de Belgische provincie Limburg ‘bijna 90 schuttersgilden’ (zijnde buksschutterijen, karabijnschuttersgilden en ‘zelfs enkele gilden die nog met de handboog schieten’), tezamen ‘met ongeveer 4.000 actieve leden en nog eens zoveel passieve’. De buksschutters mikken op ‘bölkes’, de karabijnschutters op een stalen klep. Volgens het artikel voerden de eerste schuttersgilden (16de en 17de eeuw) het motto ‘Voor Outer, Heerd en Troon’, maar volgens mij ontstonden de eerste schutterijen in Belgisch Limburg reeds tijdens de 14de (!) eeuw en dateert het zojuist vermelde motto als schuttersdevies pas uit de 20ste (!) eeuw. Ook de mededeling dat Napoleon de schuttersgilden heeft afgeschaft, klopt van geen kanten. Het tegendeel is waar, want tijdens het bewind van Napoleon (1799-1814) mochten schutterijen (schuttersgilden) nu juist weer worden opgericht, zij het dan niet als weerbaarheidskorps. Stoetvendelen Wederom is er een overdruk uit de ‘Volkskunst’ en andermaal van de hand van Frans Geens. Op blz. 1416 geeft de auteur een aantal tips ten beste voor het stoetvendelen, d.i. het vendelen (vlaggenzwaaien) in stoeten (optochten). De m.i. waardevolle tips zijn te beschouwen als aanvulling op het standaardwerk ‘Het Vliegende Vendel’ (door Fr. Geens, e.a.; Schoten 1984; ruim 300 blz.; uitgegeven door het eerder door mij genoemde I.V.V.) en op de (mij onbekende) brochures Vendel NU, afleveringen 1 t/m 5. De Aloude Schuttersgilde (A.S.G.) ‘Den Crans’ te Antwerpen Ik heb nooit goed begrepen, waarom het woord ‘schuttersgilde’ in het meervoud stond (dus met een -n op het eind) als ik ergens de verenigingsnaam ‘Den Crans van Aloude Schuttersgilden Antwerpen’ tegenkwam. Maar dankzij het anonieme artikel op blz. 17-22 (waarom toch zonder vermelding van de auteursnaam?) is mij een en ander glashelder geworden. De huidige ‘Den Crans’ bestaat namelijk uit: 1) de sectie Kruisboog; 2) de sectie Handboog; en 3) de sectie Kolveniers (buks en karabijn). In het hoogst interessante artikel wordt de lezer uitgebreid geïnformeerd over de A.S.G. Den Crans, d.w.z.: over haar doelstelling, haar wapenschild en -spreuk, haar vlaggen (incluis standaard), haar strijdkreet, haar schuttersboek, haar kostelijke jaarlijkse maaltijd en alles wat daarmee samenhangt, haar functionarissen en tenslotte haar (voor)geschiedenis. Wat het laatste aangaat, ben ik - in weerwil van wat de mij onbekende auteur betoogt - de mening toegedaan dat ‘Den Crans’ van oorsprong niets anders is dan een tamelijk recente schuttersgilde. Over het precieze oprichtingsjaar kan men twisten: 1971 of misschien toch 1955? Suggereren (ook al is het met de relativerende opmerking ‘volgens de overlevering’), dat de verenigingshistorie terugreikt tot het jaar 1181, werkt - althans bij mij - op de lachspieren. De St.-Martinusschutterij van Houtissen (Belg. Lb.) Het volgende artikel (blz. 23-26) is eveneens - althans merendeels - gewijd aan de geschiedenis van een schuttersgilde; alleen de begin- en slotalinea’s handelen over het programma van het op zondag 3 oktober 2004 in Dilsen-Stokkem gehouden Nationaal Koningschieten met voorprogramma op de daaraan voorafgaande vrijdag en zaterdag. De ‘Koninklijke Schutterij Sint-Martinus Dilsen-Stokkem’ trad op als gastheer. Vandaar de uitgebreide aandacht aan deze schutterij in het FVHS-Tijdschrift. Zie ik het juist, dan is Pierre Mathijssen, de huidige schutterijvoorzitter en voorzitter van de OLS-bond De Maasvallei, de feitelijke auteur van het artikel, waarvan de gegevens voornamelijk geput zijn uit de in het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) verschenen artikelenreeks van Joannes Daamen: ‘De St.Martinusschuttersgilde(n) van Dilsen’ (confer LS, 1992-1995, nummers 14 t/m 18, 20 t/m 23, 25 en 28). De (voor)geschiedenis van de thans bestaande Koninklijke St.-Martinusschutterij is wellicht nog gecompliceerder dan de zojuist besproken A.S.G. Den Crans te Antwerpen, zeker wat betreft het oude schutterszilver. Kort gezegd komt het hierop neer: zowel het dorp Dilsen als het dorp Houtissen, beide deel uitmakend van de huidige gemeente Dilsen-Stokkem, hadden eertijds een zogeheten ‘oude’ én een

- 239 -


zogeheten ‘jonge’ St.-Martinusschutterij. De ‘Oude’ van Houtissen ging al dan niet kort na 1810 ter ziele, de ‘Jonge’ van Dilsen vermoedelijk kort na 1898. De ‘Oude’ van Dilsen en de ‘Jonge’ van Houtissen fuseerden in 1947, maar scheidden een jaar later weer van elkaar. De ‘Oude’ van Dilsen hield in 1984 op te bestaan. De ‘Jonge’ van Houtissen bestaat nog steeds, zij het dan onder de naam ‘Koninklijke Schutterij Sint-Martinus Dilsen-Houtissen’. De St.-Hubertusgilde te Bekkevoort (Vl. Br.) D. Ickx is de schrijver van het artikel ‘De Sint-Hubertusgilde van Bekkevoort, een buitenbeentje’ (blz. 2729). Als lid van de Hoofdschuttersgilde van Brabant (HvB) is de Bekkevoortse schuttersgilde inderdaad een buitenbeentje: zij hanteert als enige binnen haar koepelorganisatie het geweer; de andere, bij de HvB aangesloten organisaties hebben de boog als wapen. Ickx is een van de weinige auteurs die de lezer attendeert op de volgende voor schutterijonderzoekers belangwekkende bron, t.w.: de zogenaamde Ferrariskaart, d.i. de tussen 1771 en 1778 vervaardigde Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden. Op die kaart komt namelijk bij een aantal plaatsnamen een teken voor, dat de aanwezigheid van een schietstam (en dus van een schuttersgilde!) aangeeft. Jaren geleden wees oud-journalist Albert Janclaes, samensteller van het naslagwerk ‘Schützen in Ostbelgien. Neue Erkenntnisse zum Schützenwesen in Ostbelgien’ [= Schutters in Oost-België. Nieuwe inzichten inzake het schutterijwezen] (Walhorn 1984), mij te zijnent voor het eerst op dit soort gegevens van de Ferrariskaart. Het is goed, dat Davy Ickx eraan herinnert dat er eveneens bij Bekkevoort op de Ferrariskaart een schietstam staat afgebeeld. De schuttersgilde St.-Franciscus te Hulst (Belg. Lb.) Relatief jong (immers ‘slechts’ 50 jaar oud) is de St.-Franciscusgilde van Hulst in de gemeente Tessenderlo. Deze schuttersgilde kwam in 1954 tot stand naar aanleiding van de ‘Buitingkermis’. ‘Buiting’ is de volksbenaming voor Paal, een dorp in de Kempense gemeente Beringen. Het op de ‘Buitingkermis’ gehouden koningschieten werkte kennelijk aanstekelijk op een aldaar op bezoek zijnde jager uit Hulst. Bij thuiskomst in zijn café te Hulst kon hij niet nalaten over het koningschieten in Paal te berichten. En zo werd alras besloten tot oprichting van een schuttersgilde te Hulst, aldus het anonieme artikel op blz. 30. De OLS-bonden in Belgisch Limburg Uit ‘Het Belang van Limburg’ is ook afkomstig het artikel (blz. 31-34) dat gewijd is aan de BelgischLimburgse bonden ‘Maas en Kempen’ en ‘De Maasvallei’ van de OLS (= de Oud-Limburgse Schuttersfederatie). Omdat de schutters van de St.-Amandus ‘te Opglabbeek’ [lees: te Ophoven in de gemeente Opglabbeek!] in 2003 het OLS (= het Oud-Limburgse Schuttersfeest) hadden gewonnen, mochten zij het volgende OLS (dus dat van 2004) organiseren. Het krantenartikel doet daarvan uitvoerig verslag. De Kolveniersgilde te Mechelen (Ant.) en haar beschermheilige St.-Christoffel Wéér een anoniem artikel - wat heeft de FVHS-redactie toch tegen het vermelden van auteursnamen? handelt over de Mechelse Kolveniersgilde en meer speciaal over de legende en een relikwie van haar patroon (blz. 35-38). Voor nadere, niet in het FVHS-Tijdschrift opgenomen bijzonderheden over de verenigingshistorie van de St.-Christoffel zie elders in de hier voorliggende Schuttersbrief en wel op blz. 212-217. Bijzondere omslag Op de omslag (voorkant) van het FVHS-Tijdschrift ziet men een schitterende foto (in kleur) van het Begijnhof te Diest (Vl. Br.) en op de achterkant, eveneens in fullcolour, een viertal ‘Herinneringen’ aan Laren (Belg. Lb.), Diest, Mechelen (Ant.) en Kessenich (Belg. Lb.). Aan de binnenzijde (voorin) vindt men de colofon en zijn de heraldische wapens van - naar ik aanneem - de vijf Vlaamse provincies afgebeeld (waarom niet bij elk wapen vermelden, om welke perovincie het gaat?); de inhoudsopgave treft men aan op de binnenzijde achterin, alwaar tevens de naamlijst van medewerkers.

Het FVHS-Tijdschrift verschijnt om de zes maanden. Een abonnement kost € 6,- voor het binnenland en € 10,- voor het buitenland, vooraf te betalen aan bank KBC: nr. 735 - 0011152 82, met vermelding van ‘Abonnement FVHS-Tijdschrift’. Het redactieadres luidt: Nieuwland 22, B - 3600 Genk; telefoon: (00.32).(0)89.35 48 40; fax: (00.32) (0)89.30 53 92; e-mail: stan krolicki@tijd.com; website: www.vlaamseschuttersgilden.be. ----------- 240 -


RECENSIE (09): De Gildetrom, jaargang 51 - afleveringen 3 en 4, sept. en dec. 2004 De in de 2de helft van 2004 verschenen nummers 3 en 4 uit de 51ste jaargang van het kwartaalblad De Gildetrom (GT) verschaffen weer een hoop interessante informatie voor wie graag op de hoogte wil blijven van het reilen en zeilen van de NBFS en de bij haar aangesloten schuttersgilden. Evenals de Schuttersbrief kent de GT een doorlopende paginering, althans voor elke hele jaargang. Burgemeesters aan het woord Elke GT-aflevering vangt gewoontetrouw aan met het redactionele ‘Ter Inleiding”. In dat van nr. 3 (blz. 67) wijst hoofdredacteur Ad Dams op een typisch verschijnsel van onze tijd: schaalvergroting. Had vroeger een plaats maar één schuttersgilde, tegenwoordig hoeft een burgemeester er niet van op te kijken als hij binnen zijn gemeente te maken heeft met ‘4, 6, 8 of nog meer schuttersgilden’. Vandaar, dat de GT-redactie op het leuke idee gekomen is om een serie interviews met burgemeesters van gildenrijke gemeenten te starten en aan hen de vraag te gaan voorleggen, hoe zij tegen het grote aantal schutterijen aankijken en wat zij die gilden te bieden of te vragen hebben. In GT-nummer 3 is de eerste burger van Oirschot aan de beurt (blz. 69-70), in GT-aflevering 4 de burgervader van Eindhoven (blz. 96-97). Véél kringnieuws Het zwaaien en draaien van vendels zit vol symboliek, bekend als ‘het vendelgebed’. In het artikel ‘Alles bij het vendelen heeft een betekenis’ (blz. 68) legt René Klaassen een en ander uit. Na de jeugdpagina ‘Jeugdtrom’ (blz. 71) - waarom iets dergelijks niet óók in andere federatiebladen? - volgt het nieuws uit de zes NBFS-kringen. Véél, zéér veel nieuws, want er zijn in hetzelfde septembernummer maar liefst 17 bladzijden daarvoor uitgetrokken (blz. 72-88). Aan het slot (blz. 89-90) een aantal in memoriams en aansluitend een viertal korte berichtjes. Zoals gebruikelijk op de omslag (achterzijde) de agenda van schuttersgildenfeesten. Op de vooromslag overigens een alleraardigste kleurenfoto van de Kringdag Duizel 2004. Decembernummer Ook het decembernummer heeft een mooie blikvanger: in fullcolour het schilderij ‘Drie Tilburgse [schutters]koningen in een Brabantse Kerststal’ van de Tilburgse schilder Bernard van Rijthoven. [Wat op de achteromslag te vinden is, hoef ik nu zeker niet meer te vertellen, gelet op de voorlaatste zin van de vorige alinea hierboven.]. Het decembernummer is trouwens dikker dan de GT-aflevering van september. En dus nóg meer (handelsmerk van de GT!) kringnieuws (blz. 104-123). Ook hier weer gevolgd door in memoriams, een 20-tal, de meeste voorzien van een portretfoto (blz. 124-126). Helemaal voor in het blad herinnert hoofdredacteur Ad Dams in zijn ‘Ter Inleiding’ (blz. 95) aan het overlijden van prins Bernard. Dat op blz. 96-97 een interview met de burgemeester van Eindhoven staat, meldde ik reeds. Th.A.G.M. (Tom) van der Weijden nam afscheid als NBFS-voorzitter, bericht een rapportage van de ‘Hoofdliedendag 2004’ te ’s-Hertogenbosch (blz. 98-99) door Ad Dams. In de rubriek ‘Federatie-nieuws’ (blz. 100-101) onder meer het voorlopige programma van het Gildencongres op 7 mei 2005 te Geel (prov. Antwerpen). De rubriek ‘EGS-nieuws’ (blz. 101) is ditmaal beperkt tot een kort verslag van de op 27 en 28 augustus te Brussel gehouden ‘najaarsbijeenkomst’ van de afgevaardigden van de Europese Gemeenschap van Schuttersgilden; bij die gelegenheid nam pater Karel de Wilde afscheid als proost van de gilden. Hoofdman Roger van Laere vertelt in lyrische bewoordingen over het kerkhof van Liempde (blz. 102-103) en Jan Schakenraad weet ‘Een manier om duidelijke foto’s te maken van een zilveren schild met een digitale camera’ (blz. 103). Alfred Disch ----------- 241 -


RECENSIE (10): LS - nummers 64 en 65; het Limburgs Schutterstijdschrift in een nieuw jasje Diverse veranderingen ten goede Voormalige LS-hoofdredacteur Wim Pijpers zou als ‘eindredacteur’ nog zorg dragen voor twee afleveringen i.c. de nummers 62 en 63. Vervolgens zou Luc Wolters als waarnemend hoofd- of eindredacteur het estafettestokje overnemen teneinde in elk geval verzekerd te kunnen zijn van het verschijnen van de edities 64 en 65 in hetzelfde kalenderjaar. En dan…? Ja dan…! Laat ik de meest aangename mededeling in deze recensie maar tot het laatst toe bewaren. Ondertussen liggen voor mij de beide jongste LS-afleveringen van 2004. Als eerste vallen mij twee dingen op: het kwartaalblad van de OLS is niet alleen in een nieuw jasje gestoken (dankzij een nieuwe en inderdaad beter ogende lay-out!) maar het tijdschrift is warempel! - nóg dikker geworden óók, want het telt geen 48 pagina’s zoals voorheen doch nú 8 bladzijden méér. Trouwens, er zijn méér veranderingen te melden: een nieuwe drukker, een nieuwe opmaker, een nieuwe stichting en nieuwe correspondenten, al mis ik onder hen de LScorrespondent van en voor de Schuttersbond Midden-Limburg. Nieuw is daarenboven de uitbreiding van de redactie met een inventarisator (voor het bijhouden van het digitale LSrepertorium) en een documentalist. Inhoudsopgave van LS-aflevering 64 OLS-president drs F.L.A.J. Wolters: ‘Beste Schuttersvrienden’ (blz. 1). L.Wolters: ‘ZLF na voortijdig einde op herhaling’ (blz. 2-5). J. van Lieshout: Een triptiek van Kritiek. Luis in de pels van het Limburgs schutterswezen’ (blz. 6). T.Stemkens: ‘Schutterskoningin’ (blz. 7-8). J.Bloemen: ‘Een gesmaakte samenwerking (1934-2004). Brouwerij Sint-Jozef Opitter en Koninklijke Schutterij Sint-Servatius Raam’ (blz. 9-10)..[Red.]: ‘Verschenen publicaties’ (blz. 10). L.Wolters: ‘Schuttersbrief per e-mail’ (blz. 11-12). L.Wolters: ‘De eeuweling: Schutterij St.-Joseph Stein’ (blz. 12-13). L.Wolters: ‘Voor U gelezen’ [betreft recensie van J.Soetemans Schutters Historie van Stein 1904-2004. 100 Jaar schutterij Sint Joseph Stein] (blz. 14). L. Wolters: ‘Heiligdomsvaart Maastricht: Wij zijn de tijd’ (blz. 15-16). J. van Lieshout: ‘OLSoptocht heiliger dan Heiligdomsvaart’ (blz. 16-17). L.Wolters: ‘OLS 2004 Opglabbeek’ (blz. 1823). L.Leunissen-Ritzen, e.a. : ‘Fotocollage OLS 2004’ (blz. 24-29). L.Wolters: ‘Prijs voor de beste schutterswebsites’ (blz. 30). L.Wolters ‘De Grote Bronk van Gronsveld’ (blz. 31-32). L. Wolters: ‘Voor U gelezen’ [betreft recensie van het ‘schutterszilverboek’ van Gronsveld] (blz. 33). J. van Lieshout: ‘D’n Um, De Ut en D’n Uk: Waar gaat dat heen?’ (blz. 34-35). [Red.]: ‘Koningschieten Schutterij St.-Oda’ (blz. 35. L.Wolters: ‘Schutterij Prins Hendrik Sint Odiliënberg 100 jaar’ (blz. 35-36). Th. Zegers: ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ (blz. 37). L. Wolters: ’60 Jaar bevrijding: Amerikaans kerkhof’ (blz. 38). L. Wolters: ‘Keizersinstallatie Born’ (blz. 39-40). NN: ‘Jubilarissen bij St.-Joseph Vijlen’ (blz. 40-41), H.Kusters: ‘Koningsvogelschieten Vijlen’ (blz. 41). L.Wolters: ‘Voor U gelezen’ [betreft recensie van Hutschemakers’boek Schutters lief en leed. Anekdoten uit het schuttersleven van de achttiende eeuw in de landen van Overmaas] (blz. 42). NN: ‘Jubilarissen en koning voor St.-Lucie Nederweert’ (blz. 43). Fr.Lebens: ‘Gouden jubileum als start van 750 jarig bestaansfeest; deel 1’ (blz. 44). NN: ‘Schutterij St.-Sebastianus Heel 350 jaar’ (blz. 45). Red., e.a.: ‘Onder de schietboom…’ (blz. 46-50). [Red.]: ‘Wij feliciteren…’ (blz. 51-53). [Red.], e.a.: ‘Wij gedenken…’ (blz. 54-55). H.Ramakers: ‘Sjeet-Gebedje’ (blz. 56). [Red.}: ‘Inhoudsopgave’ (blz. 56). [Red.}: ‘[Adressenlijst van] Redactie [en] Correspondenten’ (blz. 56). - 242 -


Inhoudsopgave van LS-aflevering 65 L.Wolters: ‘Beste Schuttersvrienden’ (blz. 1). L.Wolters: ‘Provincie steunt de schutterijen bij het schieten. Gedeputeerde Ger Driessen tijdens de OLS-vergadering’ (blz. 2). L.Wolters: ‘Alsnog een ZLF in Oost Maarland’ (blz.3-4). P.Stienen: ‘Voorzitter 50 jaar lid in Oost-Maarland’ (blz.4). Schutterij St.-Sebastianus Oost-Maarland: ‘Aan de vooravond van het Zuid-Limburgs Federatiefeest in Oost-Maarland: de keizersinstallatie op zaterdag 17 juli…’ [Fotocollage] (blz. 5-6). L.Wolters: ‘Voor U gelezen’ [betreft recensie van T.Huijnens publicatie ‘Schutterij St.Sebastianus Oost-Maarland’ (blz. 7). [Red.]: ‘DVD van het ZLF te koop’ (blz. 7). S.CardinaelsCreemers:‘Verslag van een deelneemster. Het LDS’ (blz. 8-9). R.Fleuren-Swinkels: FleurenSwinkels: ‘Limburgs Dames Schuttersfeest moet blijben’ (blz. 10-11). Fr. Wolters: ‘Souvereine Orde van de Rode Leeuw van Limburg en de Heilige Sebastianus 25 jaar’ (blz. 11). L.Wolters: ‘Teun Roosenburg, maker van d’n Um, overleden’ (blz. 12-13). [Red.]: ‘Nieuwe uniformen (blz. 13). L.Wolters: ‘Nationaal Koningschieten in Dilsen’ (blz. 14-15). [Red.] ‘OLS-schutters gehuldigd’ (blz. 15). M.Leunissen: ‘Hoe kun je de groepsbinding bevorderen?’ (blz. 16-17). NN: ‘Adreswijzigingen’ (blz. 17). L.Wolters: ‘Paus verklaart Keizer Karel zalig. Vader Europees schuttersbeschermheer zalig verklaard’ (blz. 18-19). J.Hermans: ‘Het OLS 2003 zal nog lang nagalmen over Kessnich’ (blz. 19). T. Stemkens: ‘Tachtig jaar schutter. Sterke schuttersverhalen van vroeger, toen alles nog ‘’beter’’ was’ (blz. 20-22). P.Peeters: ‘Huldiging jubilarissen en benoemingen ereleden. St.-Martinus Holtum’ (blz. 22). P.Peeters (‘Vertrekkend commandant koninklijk onderscheiden. St.-Martinus Holtum’ (blz. 23). B. van Lierop: ‘40-jarig Bestaansfeest Sint Urbanus Grashoek’ (blz. 24). H. Willems: ‘Schutterij St.-Laurentius Spaubeek 385 jaar’ (blz. 25-26). L.Wolters: ’Toch geen kleurenfilter bij Wijlre!’ (blz. 26). Fr. Lebens: ‘Schuttershistorie in Limbricht. Deel 2’ (blz. 27-28). F. Firing: ‘Wijnandsrade zoekt uniformen’ (blz. 28). A. van Gaans: ‘Dreilandereck-treffen in Montenau België’ (blz. 29). J. Bloemen: ‘Een feestavond die insloeg. Feestavond van de bond Maas en Kmpen.’ (blz. 30). J. Bloemen: ‘www.maasenkempen.be. Een website voor en door schutters’ (blz. 31). T. Schmitz: ‘Afsluiting OLS-jurycursus 2004’ (blz. 32). [W.B.A Hoenen]: ‘Nieuwe OLS-jurycursus’ (blz. 32). L.Wolters: ‘Schutterij Prins Hendrik Sint Odiliënberg 100 jaar’ (blz. 33-37). [Red], e.a.: ‘Onder de schietboom…’ (blz. 38-41). [Red.], e.a.: ‘Kampioenen’ (blz. 42-44). [Red.], e.a.: ‘Koningen’ (blz. 45-48). [Red.], e.a.: ‘Wij feliciteren’ (blz. 49-51). [Red.], e.a.: ‘Wij gedenken…’ (blz. 52-54). [Red.]: ‘[Aankondiging] 12e Limburgse Schuttersdag’ (blz. 55). NN: ‘Van de Bestuurstafel’ (blz. 56). [Red.]: ‘Gedicht’ (blz. 56). [Red.]: ‘Oproep agenda’ (blz. 56). [Red.]: ‘Inhoudsopgave’. (blz. 56). [Red.]: ‘Kalender 2005’ (blz. 56). [Red.]: ‘[Adressenlijst van] Redactie [en] Correspondenten’ (blz. 56). Jammer, 1) dat bij sommige artikels géén autersnaam (-namen) genoemd wordt (worden); 2) dat nog steeds het pleonasme ‘de OLS-federatie’ gebruikt wordt i.p.v. de correcte vermelding ‘de OLS’: zo langzamerhand mag men toch wel weten, dat ‘de OLS’ al de betekenis heeft van ‘de OudLimburgse Schuttersfederatie’; en 3) dat men de aanduiding ‘de OLS’ bezigt als men in plaats daarvan ‘het OLS’ (= het Oud-Limburgse Schuttersfeest) bedoelt te zeggen. Een nieuwe hoofdredacteur m.i.v. 1.1.2005 Het meest verblijdende nieuws dat met betrekking tot het Limburgs Schutterstijdschrift te melden is aan het einde van 2004, is ongetwijfeld de komst van een nieuwe LS-hoofd- of eindredacteur in de persoon van Herman Hawinkels uit Puth met ingang van 2005. Met diens komst, met de inmiddels plaatsgevonden hebbende veranderingen waarover hierboven reeds bericht is, en met de toenemende aanlevering van kopij door ook ánderen dan alleen maar van de zijde van redacteurs en correspondenten lijkt het voortbestaan van het Limburgs Schutterstijdschrift voor de langere termijn verzekerd. Reden om het LS te schrappen van de lijst van ‘SB-actiepunten’. Proficiat, OLS en LS! Alfred Disch ----------- 243 -


RECENSIE (11): schuttersbladen uit Antwerpen, Huissen en Valkenburg a/d Geul Van elke schuttersfederatie in Nederland en Vlaams België ontvangt de SB-redactie de betreffende periodiek, uiteraard voorzover die federaties over een eigen tijdschrift beschikken. Dat is óók het geval met de Hoge Gildenraad der Kempen (HGK); alleen: van zijn orgaan De Knaap moet de SB-redactie nog de laatste aflevering van het kalenderjaar 2004 ontvangen. Zodra die binnen is, zullen daarover nadere mededelingen in de Schuttersbrief worden gedaan. Overigens mag ik het genoegen smaken eveneens van een enkele kleinere koepelorganisatie op schuttersgebied haar tijdschrift te ontvangen. Ik doel dan met name op de Hoge Schuts, het halfjaarlijks verschijnende tijdschrift van de gelijknamige Noord-Brabantse koepelorganisatie. Bij deze ‘kleine kring’ of ‘groep’, die zich bevindt binnen de grenzen van de NBFS-kring Maasland, zijn 12 schuttersgilden aangesloten. Ik verwacht elk moment nummer 2 van de 21ste jaargang in huis te krijgen. Ook dán volgt daarover in de SB nadere berichtgeving. Steeds meer schutterijen (schuttersgilden) maken er een gewoonte van om tevens de SB-redactie een exemplaar te sturen van hun verenigingsblad. Ik ben die schuttersgezelschappen daarvoor erkentelijk: hun tijdschriften verrijken mijn kennis van het schutters(gilden)wezen! Het minste wat ik bij wijze van tegenprestatie kan doen, is bij tijd en wijle de SB-lezers iets over die bladen vertellen. Mijn keuze valt thans op een drietal. De ‘Cronycken’ Ik vermoed, dat ik er niet aan ontkom om in de toekomst vaker in de SB te mogen berichten over het driemaandelijkse tijdschrift van ‘Den Crans van Aloude Schuttersgilden van Antwerpen v.z.w.’ Het tijdschrift ‘Cronycken’ bevat namelijk óók bijdragen die de thematiek van een enkele schuttersgilde verre overstijgen. Zo vindt men in het maar liefst 62 pagina’s tellende nummer 69 (A4-formaat) van okt.-nov.-dec. 2004 o.a. de artikelen: ‘De slag bij Azincourt: 25 oktober 1415’ door Willy Baeke (blz. 6-8), ‘Het vaandel, het vendelzwaaien en de schuttersgilden’ door idem (blz. 27-28) en ‘De nar in het gildenwezen’ door wederom dezelfde auteur (blz. 46-48). Redactie-adres: Mw. Diane Streûmer, Turnhoutsebaan 102 / 7, 2140 Borgerhout; telefoon: 03 272 16 25; e-mail: dencrans.streumer@yucom.be. Het internetadres van Den Crans luidt trouwens: www.members.net4all.be/p.wegner/dencrans.htm (wel jámmer van die lange adresaanduiding, want het kan ook anders!). De ‘Huissense Gildenkroniek’ Het drie keer per jaar verschijnende periodiekje (A5-formaat) van de formeel één schuttersorganisatie vormende St.-Gangulphusgilde en St.-Laurentiusgilde te Huissen (provincie Gelderland) heeft inmiddels zijn 17de jaargang (kalenderjaar 2004) achter zich. In aflevering ‘01’ (mei/juni) vindt men onder meer de verslaglegging van het Vendel (= ledenvergadering) van de Kring van Gelderse Gilden, waarbij 12 schuttersverenigingen zijn aangesloten. En nummer ‘03’ (december) heeft een aardig artikeltje over de ‘Schuttersbrief’. Redactie-adres: Huissense Gildenkroniek, p/a dhr. J.Wannet, Wieken 15, 6852 BR Huissen; telef.: 026 - 325 09 73; e-mail: kroniek@gildenhuissen.nl. Voor de website van deze schuttersgilde zie: www.gildenhuissen.nl. De ‘Schutbode’ De Valkenburgse schutterij is wel érg bescheiden: zij noemt nergens in het ten minste éénmaal per jaar uitgegeven, A5 grote blad ‘Schutbode’ - d.w.z. noch in nr. 8 (= juli 2003) noch in nr. 9 (= maart 2004) - haar eigen verenigingsnaam. Jammer, want - zeg nu zelf - waar in het schutterswereldje vind je zo’n welluidende benaming: ‘Edele Nobele Agtbaere Jonge en Oude Loffelijke Schutterye der Stadt en Vryheid Valkenborch’! Redactie-adres (tevens adres van het schutterijsecretariaat): Postbus 16, 6300 AA Valkenburg; telefoon: 043 - 459 23 29; e-mail: h.c.m.tabbers @hccnet.nl. De schutterij heeft - helaas! - géén website. Maar wat niet is, kan nog komen! Alfred Disch

P.S. Wanneer komt er óók een periodieke prijs voor schuttersbladen? En wie gaat dát organiseren? -----------

- 244 -


RECENSIE (12): Schuttersgilde St.-Jan Babberich stelde 130 jaar geschiedenis te boek Titel:

Voor u staat aangetreden. Het Schuttersgilde ‘St. Jan’ van Babberich. Babberich - Zevenaar 2004.

Redactie: Th.J.G. Goossen, T.G.H. Boekhorst, Th. Keultjes, E. Stender en G.A.J. Willemsen. Editie:

Uitgegeven door Schuttersgilde St.-Jan te Babberich en Cultuurhistorische Vereniging Zevenaar te Zevenaar.

Oplage:

725 exemplaren.

Opmaak: 26½ cm bij 21½ cm. Harde kaft. Aantal pagina’s tekst: 168. Vele tientallen illustraties, veelal foto’s in kleur en zwart-wit. Prijs:

€ 22,95 (= afhaalprijs, dus exclusief porto). Verkoopadressen: 1) Schuttersgilde St. Jan: secretaris L.A.M. Polman, Zwanenwaay 32, 6909 BR Babberich; telefoon: 0314 - 69 17 76; e-mail: postmaster@gildestjan.nl. Bankrekening: 304 80 25 49; IBAN-code: NL66RABO - 0304 8025 49; BIC-code: RABONL2U; 2) Rebers Boek en Buro, Marktstraat 29-31, 6901 AK Zevenaar; telefoon: 0316 - 52 49 70.

--Een schitterend uitgevoerd boekwerk! Een stevige en mooi ogende harde omslag. Loepzuivere foto’s. Prettig leesbaar lettertype. Alles nodigt uit om het boek - in één ruk - van kaft tot kaft te lezen. Alléén daarom al een compliment aan Drukkerij Zeegers te Doesburg, die tevens verantwoordelijk is voor de lay-out, en aan de vijfhoofdige redactie, inclusief ‘fotoverzamelaar’ Theo Keultjes. Auteurscollectief Wanneer een boek door meer dan een auteur geschreven wordt, dreigt het levensgrote gevaar van tekstuele overlappingen. Daarvan is in dit boek gelukkig helemaal niets te bespeuren! De acht hoofdstukken vormen als het ware een organische eenheid. Eerst een algemene inleiding (‘Van buurschap tot schutterij’), waarin drs. Ernest Stender de ontwikkeling van het schutterswezen in het pal oostelijk en zuidoostelijk van de Gelderse hoofdstad gelegen gebied De Liemers schetst, mede tegen de maatschappelijke en culturele achtergronden vanaf de Middeleeuwen tot in de 19de eeuw toe. Daarna is het voor Stender de hoogste tijd om het estafettestokje over te geven aan Theo Goossen, die in de hoofdstukken 2, 3 en 4 de geschiedenis van de anno 1874 opgerichte schuttersgilde St.-Jan tot leven wekt (blz. 22 t/m 116). In het 3de en vooral 4de hoofdstuk staan in aparte tekstvakken uiteenlopende anekdotes (‘oude herinneringen’), die bestuurslid Mr. Tjeerd Boekhorst met hulp van nog anderen heeft opgetekend uit de mond van plaatsgenoten. Vervolgens maakt Stender een korte vergelijking tussen het schuttersreglement van meer dan een eeuw geleden en dat uit het jaar 2000. Nogmaals is hij in hoofdstuk 6 aan het woord, dit keer om te verhalen over het ‘Huis Babberich’ alias ‘Kasteel Halsaf’, waarvan de bewoners de successieve presidenten van de St.-Jansgilde leveren. [De huidige kasteelheer schreef dan ook in het boek een nawoord op blz. 163, zijn directe voorganger als president het ‘Ten geleide’ op blz. 56.]. Wie weten wil hoe het precies toegaat op en rond het jaarlijkse (vier dagen durende!) Schuttersfeest, doet er verstandig aan het door Gerrie Willemsen verzorgde hoofdstuk 7 aandachtig door te nemen. Het laatste hoofdstuk, geschreven door het trio Stender-GoossenWillemsen, handelt over de figuur van St.-Jan de Doper in de kerkelijke overlevering en in de folklore. Een naamlijst van presidenten en een overzichtslijst van schutterskoningen sluiten, tezamen met 102 eindnoten (tevens bronvermelding!), het boekwerk af. Aanbevolen Van harte beveel ik dit boek over de St.-Jansgilde Babberich aan! ----------- 245 -

Alfred Disch


RECENSIE (13): een indrukwekkend jubileumboek van de Duitse schuttersfederatie BHDS Titel:

75 Jahre Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften 1918-2003. Für Glaube, Sitte und Heimat. Leverkussen - Opladen 2004.

Auteur: Dr. Richard Baumann, met medewerking van BHDS-archivaris Uta Kirsten-Remmers. Editie: Uitgave van de Bund der Historischen Deutschen Schutzenbruderschaften e.V. Prijs:

€ 19,- (d.i. wél exclusief porto!).

ISBN: 3-00-013796-3. --Voor een prikkie In het Nederlands zou de titel van het boek letterlijk hebben geluid: ’75 Jaar Bond van de Historische Duitse Schuttersbroederschappen. Voor Geloof, Traditie en Vaderland’, ook al is naar onze begrippen - de BHDS eigenlijk een federatie, derhalve méér dan een bond. Maar liefst 328 pagina’s tekst met ruim 500 foto’s en overige illustraties worden de lezer voorgeschoteld. Het 1½ kilo zware boekwerk (stevige harde kaft) heeft de breedte van een folio en de lengte van een kwarto. En dat - ja, U leest het goed - voor de prijs van maar 19 euro. Een prikkie dus! Een staaltje van ‘Deutsche Gründlichkeit’ Na de inhoudsopgave en na het ‘Grusswort’ van de BHDS-leiding schetst Baumann in het eerste hoofdstuk (blz. 11-19) kort en bondig de ontstaanshistorie en de verdere ontwikkeling van het schutters(gilden)wezen in Duitsland. De daarop volgende 24 hoofdstukken (blz. 20-249) zijn dan helemaal gewijd aan de geschiedenis van de BHDS. Je raakt - al lezende - haast versteld van de hoeveelheid gegevens die hier bijeenvergaard zijn. Baumann heeft monnikkenwerk verricht! Géén elk denkbaar aspect van verleden en heden van het grootste schuttersverband binnen de Europese Gemeenschap van Schuttersgilden lijkt aan de aandacht van de auteur te zijn ontsnapt. Want wat in die 24 hoofdstukken van het chronologische overzicht niet goed inpasbaar was of slechts aan te stippen viel, komt op de een of andere manier wel weer - nader uitgewerkt - aan bod in een der 15 ‘aanvullende’ hoofdstukken (blz. 250-283). Tegelijk leert men door woord en beeld het vanaf het oprichtingsjaar 1928 tot op heden uitgegeven bondstijdschrift ‘Der Schützenbruder’ [= De Schuttersbroeder] en zijn successieve (hoofd)redacteurs kennen, reist men in gedachte met Baumann kriskras mee door het land van onze oosterburen voor een bezoek aan deze of gene groots opgezette bondsschuttersfestiviteit, worden ook uitstapje naar het buitenland (Rome!) niet geschuwd, zit men een volgend moment als het ware midden in een vergadering van bondsafgevaardigden en/of bondsbestuurders en krijgt men inzage in de belangrijkste beleidsstukken die de afgelopen 75 jaar de door de BHDS gevolgde koers hebben bepaald. ‘Leuk’ is het trouwens om als Nederlander of als Vlaming zo nu en dan óók de naam of het gezicht van een bekende schuttersbobo uit eigen land tegen te komen in dit boekwerk. Twee interessante overzichtslijsten Twee indrukwekkende naamlijsten sluiten het kloeke boekwerk van Baumann af. De eerste lijst (blz. 284-320) vermeldt alle schutterijen die thans aangesloten zijn bij de BHDS. Dát blijken er als ik tenminste goed geteld heb - exact 1292 te zijn. En dan heb ik nog niet eens de besturen van de 6 diocesane verbanden, van de 106 districtsverbanden en van dat ene landelijk verband van kruisboogschutters meegerekend! De tweede lijst (blz. 321-328) bevat de namen van 208 schutterijen die vanwege opheffing, fusie of anderszins op 1.1.2004 géén deel meer uitmaakten van de BHDS. Wat beide lijsten nóg interessanter maakt, is dat bij elke schutterij en bij elk regionaal schuttersverband het oprichtingsjaar vermeld staat. De Karelsschutters Aken (vóór 1198), de H.-Maria Winterswick (1182), de St.-Sebastianus Gymnich (1139) en de SS.-Sebastianus / Rochus te St.-Vith (B) (1107) zouden - jawel - ’t oudst zijn; zie echter SB, blz. 117-118. -----Alfred Disch ------ 246 -


MEDEDELINGEN MEDEDELING 3

VAN: De Heer T.W.M. (Theo) Hoorens, secretaris van Schutterij St.-Stephanus Dieteren

BONDSSCHUTTERSFEESTEN 2005 30 Apr

de H.-Sebastianus te Stramproy St.-Joris Wessem: Persoonlijk

01 Mei

Kampioenschap OLS Federatie

08 Mei

St.-Sebastianus Neer. 450-jarig jubileum

22 Mei

St.-Petrus & St.-Paulus Susteren-Heide: Wisselkruis voorm. gemeente Susteren

05 Juni

St.-Lambertus Birgelen-Wassenberg (D):

BOND ‘EENDRACHT’ BORN-ECHT E.O.

08 Mei 05 Juni 14 Aug. 28 Aug.

St.-Gregorius Illikhoven St.-Lambertus Broeksittard St.-Joseph Buchten Wilhelina Hingen

BOND ‘GERARDUS’ AMSTENRADE

12 Juni 19 Juni 14 Aug. 28 Aug.

St.-Hubertus Schaesberg St.-Sebastianus Puth St.-Gregorius de Grote Brunssum St.-Lambertus Oirsbeek

ZUID-LIMBURGSE SCHUTTERSBOND EYS

29 Mei 12 Juni 21 Aug.

D.D. Stadsschutterij Maastricht St.-Joseph Vijlen St.-Martinus Houthem-St.Gerlach

Dekenaatsfeest. Dekenaat Roermond 12 Juni

Dekenaatsfeest. Dekenaat Heythuysen

12 Juni

St.-Petrus Kelpen-Oler: Dekenaatsfeest. Dekenaat Thorn

26 Juni

St.-Stephanus Dieteren: Zestal-schietconcours

03 Juli

St.-Joris Wessem: Oud-Limburgs Schuttersfeest

17 Juli

St.-Martinus Born: Zuid-Limburgs Federatiefeest

28 Aug.

St.-Paulus Roggel: 50-jarig jubileumfeest

1, 2 en 3 Sept.

St.-Leendert Urmond: 12½-jarig jubileumfeest

11 Sept.

St.-Martinus Vaesrade:

BOND ‘BERG EN DAL’ NOORBEEK

04 Sept.

St.-Leendert Urmond

MIDDEN-LIMBURGSE BOND ROERMOND

22 Mei 19 Juni 21 Aug.

St.-Martinus Horn St.-Agatha Haelen St.-Georgius en St.-Sebastianus Beesel

BOND ‘EENDRACHT MAAKT MACH’ WEERT

22 Mei 05 Juni 19 Juni 14 Aug. 28 Aug.

St.-Willibrordus Meijel St.-Margaretha Ittervoort St.-Catharina Stramproy St.-Hieronymus Weert-De Bies St.-Paulus Roggel

BOND ‘JULIANA’ BAARLO

22 Mei 19 Juni 21 Aug.

St.-Hubertus Kessel St.-Martinus Tegelen St.-Leonardus Panningen-Egchel

BOND ‘MAAS EN KEMPEN’ (B)

22 Mei 05 Juni 19 Juni 24 Juli 14 Aug.

St.-Dionysius Opoeteren St.-Sebastiaan Grote Brogel

BOND ‘DE MAASVALLEI’ (B)

22 Mei 05 Juni 19 Juni 24 Juli

St.-Pieter Leut St.-Mon. & St.-Gond. Maasmechelen 2

St.-Ambrosius Kinrooi St.-Joseph Koningsbosch

OVERIGE SCHUTTERSFEESTEN

23 Apr.

Schuttersfeest Im Dreiländereck (DLS)

17 Sept.

St.-Hubertus Kessel: Dekenaatsfeest. Dekenaat Helden

17 Sept.

H.-Kruis Grevenbicht: Bielemannen- en Sappeurstreffen

18 Sept.

St.-Antonius Nederweert: Limburgs Dames Schuttersfeest

13 Nov.

De Heeg Maastricht: Marketentsterstreffen

St.-Harlindis en St.-Relindis Ellikom

St.-Pieter Elen St.-Laurentius Bocholt

25-jarig jubileum Souvereine Orde van de Rode Leeuw van Limburg en

St.-Aldegundis Buggenum:

Met schuttersgroet, Th. Hoorens; telefoon: 06-11 30 52 54; e-mail: theohoorens@zonnet.nl. Data voor 2006 kunt U doorgeven op bovenvermeld telefoonnummer of e-mailadres.


VRAAG- EN ANTWOORD Gelieve het antwoord steeds (óók) te richten aan de redactie van de SCHUTTERSBRIEF (redactie@schuttersbrief.nl), zodat niet alléén de vraagsteller maar álle SB-lezers er profijt van kunnen hebben! -----VRAAG 22 (bronzen geweertje) De heer Sjoerd Hoogenkamp te Wolvega (hoofddorp van de gemeente Weststellingwerf, provincie Friesland) stuurde ons het volgende e-mailtje toe. Hallo Alfred. Omdat U een en ander over de schutterij heeft gepubliceerd, kom ik bij U terecht. Ik heb namelijk een vraag. Enige jaren geleden heb ik in Oosterwolde (hoofddorp van de gemeente Ooststellingwerf in Friesland) een klein bronzen geweertje gevonden. Het is 46 mm lang. Aan beide kanten van de kolf zijn tekens (letters?; cijfers?) aangebracht, maar helaas niet niet goed te lezen. De bijvondsten zijn te dateren tussen 1650 en 1850. Ik heb een afbeelding toegevoegd. Ik wil dit geweertje graag opnemen in een publicatie over bodemvondsten in deze regio, maar eerlijk gezegd weet ik er niks over te vertellen. Het lijkt me geen speelgoed. Wellicht is het speldje van een schutterij. Ik heb al aardig wat schuttersstukken bekeken, maar niets soortgelijks gezien. Kent U dergelijke speldjes? Zo nee, is het wel te verwachten dat het uit deze hoek afkomstig is? Elke aanvulling of aanwijzing is welkom. Bij voorbaat dank, Sjoerd Hoogenkamp, Bernhardlaan 21, 8471 RM Wolvega; telefoon: 0561 - 61 83 84. (Sjoerd Hoogenkamp: sjoho@yahoo.com) ANTWOORD 22 SB-redactie: Beste Sjoerd, hier alvast een eerste reactie. In het Limburgs Schutterstijdschrift (nr. 59, juni 2003, blz. 27, kolom 1, waar het bronzen geweertje is afgebeeld, ongeveer 1½ x de ware grootte) stelde je dezelfde vraag. Heb je op die vraag helemaal geen reactie ontvangen? Ikzelf weet niet, wat ik van het door jou gevonden geweertje denken moet. Mij is slechts bekend: het ‘Gebroken geweertje, Nederlands en Belgisch embleem voor anti-militaristische gezindheid, vooral bekend uit de jaren 1935-39, als reversspeld gedragen, in het bijzonder gepropageerd en in de handel gebracht door de organisatie Kerk en Vrede. De dragers hadden veelal linkspolitieke sympathieën; het dragen van het insigne was dan ook tijdens de Duitse bezetting (194045) verboden’ (H.W.J.Volmuller: Nijhoffs Geschiedenislexicon Nederland en België, ’s-Gravenhage - Antwerpen 1981, blz. 207). Echter, over het type geweertje waar jij nu melding van maakt, ben ik in de schutterijhistorische vakliteratuur nimmer iets tegengekomen, behalve dan in het zojuist door mij genoemde periodiek LS. Misschien kan ik je toch nog enigszins verder helpen met het volgende. 1) Toen ik geschiedenisstudent was en als bijvak ‘Prehistorie en Archeologie’ had, heb ik menigmaal meegeholpen bij oudheidkundige opgravingen in Nederland. Ik herinner mij nog van die tijd, dat het Fries Museum te Leeuwarden een zeer uitgebreide collectie archeologica herbergde. Heb jij dáár al eens geïnformeerd? 2) Ik heb jouw vraag inmiddels doorgespeeld aan de Stichting Maastricht Vestingstad (SMV). Misschien dat dáár iemand iets zinnigs weet te melden over het onderhavige bronzen geweertje. En anders is de stichting wellicht bereid om jouw vraag (met de meegestuurde illustratie) voor te leggen aan de lezers van het door de SVM uitgegeven periodiekje ‘Om de Vesting’. 3) Ik betreur het zéér, dat ik ook nú weer - door mijn onervarenheid in lay-outaangelegenheden - géén afbeelding kan plaatsen. Die afbeelding zal in elk geval er wél komen, zodra de SB-website klaar is en alle oude SB-afleveringen - mét diverse illustraties - op die site te zien zullen zijn. De kans is dus niet uitgesloten, dat ook dán een of meer antwoorden op de door jou gestelde vraag gegeven zullen kunnen worden. Met vriendelijke groeten. Alfred Disch. ------ 248 -


VRAAG 23 (opzetstuk pompstok musket) Eerdergenoemde Sjoerd Hoogenkamp uit Wolvega (provincie Frieland), die een verwoed amateurarcheoloog is en in dat verband een ‘eigen’ internetsite (www.geocities.com/sjoho) heeft, meldt tevens het volgende. Ik heb in Nijeholtwolde (dorpje in de gemeente Weststellingwerf, provincie Friesland) een loden voorwerp gevonden met restanten van hout erin; lengte 42 mm, breedte 17 mm. Het heeft aan een houten steel gezeten en mijn gedachte was aanvankelijk dat het een knop van een kolfstok zou zijn. Kolfen was namelijk in de 17de en 18de eeuw een populaire sport en is een voorloper van het huidige golfen. Een soortgelijk voorwerp van een andere amateur-archeoloog werd onlangs echter door een oudheidkundige gedetermineerd als een opzetstuk voor een pompstok, waarmee je een vastgeslagen loden kogel en/of kruitresten kunt verwijderen uit een musket. Wie kan hier meer over zeggen? (Sjoerd Hoogenkamp: sjoho@yahoo.com) ANTWOORD 23 SB-redactie: ook hier alvast een eerste reactie, inhoudende dat m.b.t. de meegestuurde illustratie en het doorspelen van de vraag aan de SVM hetzelfde geldt als wat we bij ‘Antwoord 22’ hebben opgemerkt. Neemt uiteraard niet weg, dat elke SB-er vrij is om te reageren op de door Sjoerd Hoogenkamp voorgelegde kwestie. -----VRAAG 24 (fragment van een kanon) Tenslotte wil dhr. Sjoerd Hoogenkamp uit Wolvega (provincie Friesland) nog een derde vraag aan de SB-lezers voorleggen. In Scherpenzeel, een dorpje in de westhoek van Weststellingwerf (prov. Friesland) vond ik een kanonfragment. De rest van het kanon ligt er waarschijnlijk ook nog, maar bevindt zich te diep onder de grond om die eventjes op te graven. We zijn er nog wel mee bezig om dit te realiseren. Het gevonden fragment is 25 cm lang en weegt meer dan 3 kilo. Het is volgens mij de achterkant en het zal een diameter hebben gehad van 40 tot 45 centimeter. De volgende tekst is erop te lezen ‘+ V A + ’. Hiervoor is nog een letter A op de kop te herkennen. Volgens mij moet het kanon rond 1500 te dateren zijn. Wie kan hier meer over vertellen? (Sjoerd Hoogenkamp: sjoho@yahoo.com) ANTWOORD 24 SB-redactie: zie voor een gelijkluidende eerste reactie hierboven bij ‘Antwoord 22’. Daarenboven nog een korte toelichting bij de plaatsing van dit soort vragen in de SB, want wat heeft - zo kan men ‘tegenwerpen’ - een kanon eigenlijk met het schutterijwezen uit te staan? Men vergete echter niet, dat diverse Dienstdoende Schutterijen in Nederland (1816-1903/1910) een of meer compagnieën hadden die bestemd waren voor de dienst der vestingartillerie. De Wet bezigde in zulke gevallen de term ‘artillerieschutterij’! Dergelijke compagnieën waren elk ±110 man sterk, met inbegrip van het kader. Onder de Dienstdoende Schutterijen met zulke compagnieën waren er nogal wat die in haar geheel (!) bestemd waren voor de dienst der vestingartillerie, nl. (tussen haakjes het aantal compagnieën): Grave (2) in Noord-Brabant; Doesburg (1) in Gelderland; Brielle alias Den Briel (1), Gorinchem alias Gorcum (2), Hellevoetsluis (1), Schoonhoven (1) en Woerden (1) in Zuid-Holland; alsmede Den Helder (2) en Weesp (1) in Noord-Holland. Voor- 249 -


zover wij dit konden nagaan (cf. Schreuder en Van Maanen 1869, blz. 304-311), hadden in de genoemde periode verder de navolgende vestingsteden eveneens een Dienstdoende Schutterij met - naast nog ándere compagnieën - een of meer compagnieën die met de dienst der vestingartillerie speciaal belast waren (tussen haakjes hun aantal), t.w.: ’s-Hertogenbosch (1) in NoordBrabant; Nijmegen (2) en Zutphen (1) in Gelderland; Dordrecht (1) en ’s-Gravenhage (3) in Zuid-Holland; Amsterdam (4 = een bataljon!) in Noord-Holland; Vlissingen (1) in Zeeland; Utrecht (3) in de gelijknamige provincie; Deventer (1, maar exact 110 man sterk) in Overijssel; alsmede Groningen (2, elk van of omtrent 110 man sterk). Van de toenmalige 11 (elf) provincies waren er dus 3 (drie) zonder een artillerieschutterij in enge of ruimere zin, nl.: niet alleen Drenthe en Limburg maar ook Friesland zelf. Alleen al om die reden is de kans dat het bij het door dhr. Sjoerd Hoogenkamp gevonden kanon zou kunnen gaan om een schutterijkanon, nagenoeg nihil! Of de voormalige Landstorm alias Schutterij (1813-1815) zich eveneens van kanonnen bediend heeft, is ons onbekend. Overigens, ook nog veel vroeger en wel in de Middeleeuwen zouden - confer o.a. De Groot 2003, blz. 131-132, 228-229, 234-235 en 248-249 weerbaarheidsschutterijen met het gebruik van kanonnen te maken hebben gehad. Behalve alle zojuist bedoelde schutterijtypen waren er nog - althans in de 19de / begin 20ste eeuw - sommige folkloreschutterijen die er een échte kanon op nahielden (bijv. de St.-Sebastianus te Heerlen!) dan wel een namaakkanon. En eveneens vandaag de dag zijn er ettelijke particuliere gezelschappen te vinden met beheer over een of meer kanonnen, zoals de Schutterij St.-Gregorius de Grote te Brunssum (Lb.), de Stadsschutterij te ’s-Hertogenbosch (N.Br.) en de Schuttersgilde St.-Rochus te Stevensweert (Lb.) alsmede militair-historische groepen als bijv. de Davy Crockett te Horst (Lb.), de Kanonniersgroep (voorheen Kanonniersgroep Paravicini di Capelli) onder auspiciën van de hierboven bij ‘Antwoord 22’ reeds genoemde SMV te Maastricht, de onlangs (2004!) opgerichte en eveneens in de Limburgse hoofdstad gevestigde Vereniging Historische Artillerie Maastricht (VHAM; www.vham.nl; info@vham.nl) en de Kanonschuttersvereniging Het Zuiden te Oirsbeek (Lb.). De militair-historische groepen, waarover we ongetwijfeld t.z.t. nader zullen berichten in de SB, zijn aangesloten bij de in 1995 opgerichte Nederlands-Belgische koepelorganisatie Napoleontische Associatie der Nederlanden (NAN) te ’s-Hertogenbosch (digitaal bereikbaar via www.nanweb.org dan wel secretariaat@ nanweb.org) of bij de in 1988 opgerichte Nederlandse Kanonniers Vereniging (NKV) te Vogelwaarde in de Zeeuwse gemeente Hulst (= woonplaats van de NKV-voorzitter J.A. de Smet; www.svnkv.nl; e-mailadres van de in het Noord-Brabantse Steenbergen woonachtige NKV-secretaris C.Suykerbuyk: csuyk@home.nl), dus nóg wat adresjes om iets meer aan de weet te komen. Tot de zo-even genoemde schutterijen en militair-historische groepen zullen derhalve specialisten horen die aangaande het determineren van kanonnen verstand van zaken hebben of anders wel personen weten die over de hier door dhr. Hoogenkamp aan de orde gestelde kwestie hun licht kunnen laten schijnen! Geraadpleegde bronnen 1) Schreuder en Van Maanen 1869 = L.F.G.P. Schreuder en C.J. van Maanen: Handleiding ter uitvoering van de Wet op de Schutterijen d.d. 11 April 1827. Maastricht - Utrecht 1869. 2) De Groot 2003 = H.J.M. de Groot: Venle / Venlo. Hoe een stadje begon. Een studie over hoe

de middeleeuwse handelsplaats zich ontwikkelde kort na de verheffing tot stad. Met verrassende ontdekkingen. Zutphen 2003. Alfred Disch

----------- 250 -


DIGITALE ADRESSEN VAN OVERKOEPELENDE SCHUTTERSORGANISATIES IN BINNEN- EN BUITENLAND Via diverse hierbeneden aangegeven internetsites komt men uit bij de websites en e-mailadressen van minstens twee- à drieduizend schuttersgilden (historische schutterijen) in Europa. Diverse koepelorganisaties (waaronder bijvoorbeeld de HGK, de KGG en de ZLF) hebben geen of nog geen website en worden dus ook niet genoemd. Persoonlijke e-mailadressen van secretariaten en redacties worden niet vermeld, daar dit soort adressen te zeer aan wijziging onderhevig is; men raadplege in dat verband steeds de betreffende website. Onderstaande opsomming maakt géén aanspraak op volledigheid. De SB-lezers wordt daarom verzocht de redactie te informeren over eventueel nog ontbrekende adressen.

Europese Gemeenschap van Schuttersgilden (EGS) EGS

www.egs-schuetzen.com; secretariaat: generalsekretaer@egs-schuetzen.com. Namen en e-mailadressen van alle bestuursleden: website > Präsidium. Namen en e-mailadressen van alle stemgerechtigde deelnemers aan de Algemene Ledenvergadering (‘Plenarversammlung’): website > Kontakt.

EGS-regio 1 EGS-regio 2 EGS-regio 3 EGS-regio 4 EGS-regio 5

website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region1@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region2@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region3@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region4@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region5@egs-schuetzen.com

En verder

Organisatie van het 50-jarig EGS-bestaansfeest te Mayen (Eifelgebied, Duitsland) in 2005: www.schuetzen-mayen.de > Jubiläum > NL; secretariaat: info@schuetzenmayen.de. Organisatie van het 15de Europees Schutterstreffen in 2006 (EST 2006) te Heeswijk (gemeente Bernheze, provincie Noord-Brabant): www.est2006.nl; secretariaat: info @est2006.nl.

Binnen het werkgebied Nederland en Vlaams België EMM

= OLS-bond ‘Eendracht Maakt Macht’: www.schuttersbondemm.nl. Voor de websites der 26 aangesloten schutterijen: website > Links > Schutterijen. Voor de postale secretariaatsadressen der aangesloten schutterijen: website > Informatie > Adressen schutterijen; aldaar helaas nog géén vermelding van e-mailadressen.

FGS

www.schuttersnet.nl; secretariaat: secretaris@schuttersnet.nl. Voor de digitale en postale adressen der 4 aangesloten kringen: website > Kringen > [de betreffende Kring]. Item inzake de 63 aangesloten schutterijen (schuttersgilden): 1) website > Verenigingen > Adressen; 2) nog eens maar dan alléén de internetadressen: website > Links. Zie ook hierbeneden op blz. 253 sub voce Schutterscontact. - 251 -


FVHS

www.vlaamseschuttersgilden.be; secretariaat: vlaamseschutters@tiscali.be. De website vermeldt jammer genoeg nog helemaal géén adressen, d.w.z. noch van de 6 aangesloten schuttersverbanden (wél ieder met een ‘eigen’ pagina op de FVHS-website) noch van de ±105 aangesloten schutterijen (schuttersgilden).

GHS

= Gildengroep Hoge Schuts [binnen de NBFS-kring Maasland]: www.hogeschuts. nl; secretariaat: secretariaat@hogeschuts.nl. Op een en dezelfde pagina (‘Gilden Hoge Schuts’): adresgegevens van bestuur, vaste commissies, redactie (tijdschrift ‘Hoge Schuts’) en de 12 aangesloten schuttersgilden; jammer, dat nu net dáár de directe link met elke der 12 schuttersgilden ontbreekt! Voor de 12 afzonderlijke schutterswebsites klikke men evenwel op de op de homepage afgebeelde gemeentewapens.

GVB

= Genkerverbond = Verbond der Schuttersgilden Genk (van de PVKSG): http:// users.pandora.be/genkerverbond. Op de homepage een duidelijke doorverwijzing naar de 7 aangesloten schuttersgilden.

LSG

De Lommelse Schuttersgilden vzw: www.lommelsegilden.be = tevens de website van elke der 3 (drie) aangesloten schuttersgilden.

M&K

= OLS-bond ‘Maas en Kempen’: www.maasenkempen.be (nog onder constructie); waarom niet al meteen het e-mailadres vermeld?

NBFS

www.schuttersgilden.nl; secretariaat: info@schuttersgilden.nl. De NBFS-website vermeldt wél de namen van de 6 aangesloten kringen en ±203 aangesloten schuttersgilden maar - curieus genoeg - niet hun secretariaatsadressen. Voor de internetadressen der schuttersgilden: 1) website > Links > [Betreffende Kring] > [Betreffende schuttersgilde]; óf 2) website > NBFS > De Kringen > [Betreffende Kring] > Aangesloten Gilden > [Betreffende schuttersgilde]. Voor het aan de NBFS gelieerde tijdschrift De Gildetrom zie de pagina met die naam.

OLS, de

www.olsfederatie.com; secretariaat: info@olsfederatie.nl. Voor de digitale en postale adressen van het hoofdbestuur (en zijn leden), de 9 aangesloten bonden (en hun bestuursleden) en de ±175 aangesloten schutterijen: website > Adressen; helaas is hier de rechtstreekse verbinding met welgeteld slechts 5 (!) schutterijsites mogelijk. Voor de samenstelling van de vaste OLS-commissies: website > ‘O.L.S. Federatie’; zo ook voor de samenstelling van de besturen van de aan de OLS gelieerde organisaties LS (tijdschrift!), LSM (museum!), SAS (hand- en spandiensten!) en SVS (fondswerving!); deze 4 stichtingen hebben overigens ieder evenals de Edele Eed-Broederschap van de Souvereine Orde van de Rode Leeuw van Limburg en de Heilige Sebastianus - een eigen pagina op de OLS-website.

OLS, het

www.ols2005.nl. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat er helemaal géén e-mailadres van de betreffende organiserende stuurgroep wordt vermeld!

SB

www.schuttersbrief.nl: helaas nog steeds in opbouw!; webredactie: redactie@schuttersbrief.nl. Zie voor méér adresgegevens ook de 1ste pagina van elke SB-aflevering.

SKDL

= FGS-Schutterskring De Liemers: www.home.zonnet.nl/kringliemers; secretariaat en webredactie: kringliemers@zonnet.nl. Voor alle soorten adressen van zowel het Kringbestuur als van de 13 aangesloten schutterijen: website > De Kring. - 252 -


ZLF, het

www.zlf2005.nl. De website is nog in opbouw.

En verder

GRENSLAND SCHUTTERSFEEST: www.grensland.tiscaliweb.nl; secretariaat: grens-

land@worldmail.nl. MARKETENTSTERS: www.freewebs.com/marketentsters. SCHUTTERSCONTACT (= een ‘mailinglist’): schutterscontact@schuttersnet.nl, een

nevenactiviteit van de FGS-website; cf. hierboven op blz. 251 sub voce FGS.

Taalgrensgebied met Duitsland, Oostkantons en Wallonië BBSV

= Brabants en Brussels Schuttersverbond; website (adres onbekend): onder constructie.

BHDS

= Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften: www.bund-bruderschaften; secretariaat: info@bund-bruderschaften.de. Voor de digitale en postale adressen van de meer dan 1400 (!) bij deze koepelorganisatie aangesloten schutterijen en schuttersverbanden: website > Weitere Rubriken > Link / Vereinsliste.

Nota bene Binnen het relatief kleine gebied van de Oostkantons bestaan maar liefst 3 (drie) koepelorganisaties van historische schutterijen, t.w. de OSV [= Ostbelgischer Stangenschützen-Verband = Oost-Belgische Stamschutters Verband], OFV [= Ostbelgischer Flachbahnschützen-Verband = Oost-Belgische Vlakbaanschutters Verband] en 3F [= Association des Sociétés de Tir des 3 Frontrières = Associatie van de Schietverenigingen in het Driegrenzengebied]. Helaas heeft elke van de voormelde drie koepelorganisaties nog steeds niet (!) de beschikking over een eigen internetsite en een zakelijk e-mailadres. Visé / Wezet Het Waalse stadje Visé, dat in het Nederlands / Vlaams ‘Wezet’ heet en gelegen is

tussen de steden Luik (B) en Maastricht (NL), telt 3 opmerkelijk grote historische schutterijen, ieder met een eigen museum (!), café (!), schouwburgzaal (!) en schuttershof (!), t.w.: 01) Compagnie Royale des Anciens Arbalétriers Visétois (dite Saint-Georges) [= Koninklijke Compagnie van de Oude Kruisboogschutters van Wezet (alias SintGeorges alias Sint-Joris)]: www.arbaletriers.be; voor de Nederlandse tekst klikke men op de op de startpagina afgebeelde Nederlandse vlag; 02) Compagnie Royale des Anciens Arquebusiers de Visé (dite Saint-Martin) [= Koninklijke Compagnie van de Oude Kolveniers van Wezet (alias SintMartinus)]: www.membres.lycos.fr/arqueb; voor tekst in het Nederlands: www. membres.lycos.fr/arqueb/nederlands; secretariaat: arqueb@mygale.org; 03) Compagnie Royale des Francs Arquebusiers Visétois (dite Saint-Martin) [= Koninklijke Compagnie van de Vrije Kolveniers van Wezet (alias Sint-Martinus)]: www.users.skynet.be/arquebusiers-vise; secretariaat: arquebusiers@skynet.be. Jammer genoeg géén tekst in het Nederlands; komt hopelijk nog!

En verder buiten het werkgebied Nederland en Vlaams België Duitsland

01) Sauerländer Schützenbund (SSB): www.sauerlaender-schuetzenbund.de; secretariaat: info@sauerlaender-schuetzenbund.de; - 253 -


02) Deutscher Schützenbund (DSB) [= de grootste sportschutterskoepelorganisatie (met meer dan 15.000 verenigingen!), waarbij ook diverse historische schutterijen zijn aangesloten]: www.schuetzenbund.de; secretariaat: info@schuetzenbund.de; 03) Bund Deutscher Sportschützen (BDS) [= de op één na grootste sportschutterskoepelorganisatie, waarbij eveneens diverse historische schutterijen zijn aangesloten]: www.bdsnet.de; secretariaat: bdsberlin@web.de. Frankrijk

Convention Française des Gildes historiques de tir [= Franse Conventie der Historische Schuttersgilden]: de digitale adressen (zo die er al zijn!) zijn ons helaas vooralsnog onbekend.

Italië

01) La Federazione Balestrieri Italiana [= De Italiaanse Kruisboogfederatie]: internetadres en e-mailadres zijn ons vooralsnog onbekend; 02) Südtiroler Schützenbund [= Zuid-Tiroler Schuttersbond]: www. schuetzen.com; secretariaat: info@schuetzen. com.

Oostenrijk Bund der Tiroler Schützenkompanien [= Bond der Tiroler Schutterscompagnies]: www.tiroler-schuetzen.at; secretariaat: kanzlei@tiroler-schuetzen.at. Polen

[Poolse Schuttersfederatie]: www.bractwakurkowe.org.pl; secretariaat: biuro@bractwakurkowe.pl.

San Marino Federazione Balestrieri Sammarinesi [= Sanmarinese Kruisboogfederatie]: www.

federazionebalestrieri.sm; secretariaat: fbs@omniway.sm. Zwitserland SSV = [Schweizerischer Schützenverband = Zwitsers Schuttersverband =] Schweizer

Schiesssportverband [= Zwitsers Schietsportverband!]: www.fst-ssv.ch; secretariaat: fst-ssv@bluewin.ch.

Verzamelsites inzake het schutterswezen, inclusief de schietsport www.schutterij.startkabel.nl www.schuetzen-links.de www.volker-helmig.de/links/index.html www.schietsport.beginthier.nl www.shooting.th

----------- 254 -


DIGITALE ADRESSEN VAN MUSEA, van belang voor het schutterswezen Onderstaande opsomming maakt géén aanspraak op volledigheid. De SB-lezers wordt daarom verzocht de redactie te informeren over eventueel nog ontbrekende musea. Over elk der vermelde musea worden in de SB-afleveringen nadere gegevens verstrekt, om te beginnen op blz. 218 van het hier voorliggende SB-nummer. Nederland

01) Rijksmuseum te Amsterdam (prov. Noord-Holland): www.rijksmuseum.nl; secretariaat: info@rijksmuseum.nl. Voor het schuttersstuk ‘De Nachtwacht’ van Rembrandt van Rijn: website > Nederlands > Ontdek zes van de meesterwerken. Voor schutterszilver: website > Collectie > 1250 Topstukken > Thema’s > De Meesterwerken > Zaal 13: Schutterszilver. 02) Amsterdams Historisch Museum te Amsterdam (prov. Noord-Holland): www.ahm.nl; secretariaat: info@ahm.amsterdam.nl. Zie ter plekke de zgn. Schuttersgalerie. Voor schutterszilver en schuttersstuk: website > Nederlands > Museum > Collectie > Collectie Snelmenu > 1500-1600 resp. > 1600-1650. 03) Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem (prov. Gelderland): www.openluchtmuseum.nl; secretariaat: info@openluchmuseum.nl. Voor info over handboogschietbaan uit Kapel in ’t Zand (gemeente Roermond) met mogelijkheid van schietdemonstratie: website > Gebouwen > 12.3. 08) Het Legermuseum te Delft (prov. Zuid-Holland): www.legermuseum.nl; secretariaat: info@legermuseum.nl. Op de website géén gegevens inzake het schutterswezen. Zie daarom vooral het volgende SB-nummer. 05) Gelders Schuttersmuseum te Didam (prov. Gelderland): heeft géén eigen website noch zakelijk e-mailadres; zie daarom: www.schuttersnet.nl > Museum. 06) Streekmuseum Schippersbeurs te Elsloo (prov. Limburg): www.streekmuseum.nl; secretariaat: info@streekmuseumelsloo.nl. Voor schutterszilver: website > Collectie > En verder… 07) Frans Hals Museum te Haarlem (prov. Noord-Holland): www.franshalsmuseum.nl; secretariaat: franshalsmuseum@haarlem.nl. Voor de aanwezige schuttersstukken: website > Collectie > Schilderkunst > Schutters. 08) Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch (prov. Noord-Brabant): www. noordbrabantsmuseum.nl; secretariaat: info@noordbrabantsmuseum.nl. 09) Bonnefantenmuseum te Maastricht (prov. Limburg): www.bonnefanten.nl; secretariaat: info@bonnefanten.nl. Helaas niet vermeld op de website: de aanwezigheid van diverse schuttersrealia. Zie o.a. dit SB-nummer, blz. 219. 10) Gemeentemuseum Echt-Susteren te Schillersberg (prov. Limburg): krijgt in de loop van 2005 een eigen website; secretariaat: museum@echt-susteren.nl. 11) Limburgs Schuttersmuseum te Steyl (prov. Limburg): www.olsfederatie.nl > ‘Het Limburgs Schutterij Museum’. [Betreft tevens het schutterijwezen in Belgisch Limburg]. - 255 -


12) Streekmuseum ‘Land van Valkenburg’ (aldaar de ‘Schutterijzaal’) te Valkenburg (prov. Limburg): (nog) geen eigen website; secretariaat: streekmuseum @zonnet.nl. Voor meer gegevens zie de Klimmense schutterswebsite: www. sint-sebastianus.nl > Geschiedenis > Schutterijen > De Schutterijzaal van het Streekmuseum ‘Land van Valkenburg’. 13) Limburgs Museum te Venlo (prov. Limburg): www.limburgsmuseum.nl; secretariaat: info@limburgsmuseum.nl. Op de website helaas (nog) géén melding noch afbeeldingen van de in het museum voorhanden schuttersobjecten. België

01) Openluchtmuseum Bokrijk [van Het Domein Bokrijk vzw] te Bokrijk (prov. Limburg): www.limburg.be/bokrijk/openluchtmuseum; secretariaat: bokrijk @limburg.be. Voor de collectie schuttersrealia (niet vermeld op de website!) bezoeke men ter plekke het gebouw ‘Pastorie van Schriek’, deel uitmakend van het aan de Kempen gewijde terreingedeelte. Zie voor meer gegevens dit SB-nummer, blz. 218. 02) Sportmuseum Sportimonium te Hofstade (gemeente Zemst; prov. Vlaams Brabant): www. sportimonium.be; secretariaat: sportimonium@sportimonium. be. Op de website zijn helaas nog géén gegevens te vinden over de in het museum aanwezige schuttersrealia. Voor digitaal contact met zowel de Uitleendienst en Administratie, beide gevestigd te Leuven (Tervuursevest 62), als het schuin ertegenover gelegen Documentatiecentrum (Tervuursevest 101 = het sportcomplex van de Katholieke Universiteit Leuven) en ook voor digitaal contact met het museum zelf in het strandgebouw op het Blosodomein te Hofstade gebruike men een en hetzelfde e-mailadres: zie hierboven. 03) Musée d’Armes [= Wapenmuseum] te Luik (prov. Luik): www.museedarmes. be; secretariaat: info@museedarmes.be. Wegens fusie met het Curtiusmuseum vindt er thans een verbouwing plaats; heropening pas in 2005. De website geeft helaas geen toegang tot informatie inzake ontwikkeling van met name de kruisboog, de handboog en de vuurwapens. 04) Drietal schuttersmusea te Visé (prov. Luik): zie hierboven blz. 253, sub voce Visé / Wezet

Duitsland

Deutsches Schützenmuseum [= Duits Schuttersmuseum] in Slot Callenberg te Coburg-Beiersdorf (deelstaat Beieren): www.schloss-callenberg.de; secretariaat: mail@schloss-callenberg.de.

Frankrijk

Gegevens ons vooralsnog onbekend.

Oostenrijk

Schützenscheibenmmuseum [= Schietschijvenmuseum] te Scheibbs (bondsland Neder-Oostenrijk): heeft geen eigen website noch zakelijk e-mailadres; zie daarom: www.noemuseen.at > Ort > Scheibbs > Schützenscheibenmuseum, Scheibbs.

San Marino Il Museo Storico della Federazione Balestrieri Sammarinesi [= Het Historisch Museum van de Sanmarinese Kruisboogfederatie] te San Marino: www. federazionebalestrieri.sm > Museo Storico (voor de Italiaanse tekst) of > Historical Museum (voor de versie in het Engelse). Zwitserland Schweizerisches Schützenmuseum [= Zwitsers Schuttersmuseum] te Bern (kanton Bern): www.schuetzenmuseum.ch; secretariaat: info@schuetzenmuseum.ch. ----------- 256 -


VERZENDLIJST VAN DE SCHUTTERSBRIEF (tevens verzendlijst van de SB – Bijlagen) BINNEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË Gelderland en Overijssel: 01) Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen ‘St.-Hubertus’ (FGS); 02) Redactie van de FGS-website (het Schuttersnet); 03) Redactie van het Schutterscontact (nevenactiviteit van het Schuttersnet); 04) Kring van Gelderse Gilden. Limburg: 01) Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS); 02) Stichting Limburgs Schutterstijdschrift; 03) Stichting Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen (SAS.); 04) Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen (SVS); 05) Redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS); 06) Redactie van de OLS-website; 07) Zuid-Limburgse Schuttersfederatie (ZLS). Noord-Brabant: 01) Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden ‘St.-Joris’ (NBFS); 02) Stichting De Gildetrom; 03) Redactie van De Gildetrom; 04) Redactie van de NBFS-website. 05) Federatie van Scherpschuttersverenigingen [betreft tevens de provincies Gelderland en Limburg] Vlaanderen (= Vlaams België): 01) Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS); 02) Redactie van het Tijdschrift van de FVHS; 03) Redactie van de FVHS-website; 04) Hoge Gildenraad van Brabant (HGB); 05) Hoge Gildenraad der Kempen (HGK); 06) Redactie van het HGK-tijdschrift De Knaap; 07) Antwerpse Confederatiegilden (ACG).

En verder: 01) de secretaris Interfederatief Overlegorgaan en de secretaris Culturele Commissie Oud Hertogdom Brabant; 02) alle schuttersbonden (gildenkringen, schuttersverbonden, gildenraden) en hun respectieve redactie(s); 03) alle schutterijen (schuttersgilden) die over een e-mailadres beschikken, en hun respectieve redactie(s); 04) overige organisaties en personen die hebben laten weten de toezending van de SB op prijs te stellen. BUITEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË: 01) alle bestuursleden (‘Präsidiumsmitglieder’), alle verenigingsraadsleden (‘Mitglieder der Plenarversammlung’) en de webredactie van de Europese Gemeenschap van Schutterijen (EGS); 02) meer speciaal in het Duitse grensgebied: de Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften, Köln e.V. (BHDS) ter publicatie op de BHDS-website www.bund-bruderschaften.de ten behoeve van de ruim 1400 bij de BHDS aangesloten schutterijen en schuttersverbanden in de deelstaten Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts; 03) meer speciaal in het Waalse en Kantonnale gebied: diverse Franstalige en Duitstalige schuttersorganisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toezending van de SB op prijs te stellen; 04) elders in Europa: overige organisaties en personen die hebben laten weten de SB te willen ontvangen. ATTENTIE Mocht bij de toezending iemand vergeten zijn, gelieve dit dan zo spoedig mogelijk aan de SB-redactie te melden. Geeft a.u.b. ook tijdig aan de SB-redactie de wijziging van Uw e-mailadres door. -----------

- 257 -


DOORLOPEND GEBRUIKTE AFKORTINGEN ACG BOHS CCOHB CHS DK DLS EGS EGS-regio 1 EGS-regio 2 EGS-regio 3 EGS-regio 4 EGS-regio 5 EST FGS FSSV FVHS GT HGB HGK HvB IFO KGG LDS LS LSG NBFS OLS OLS PVKSG SAS SB SVS ZLF ZLF

Antwerpse Confederatiegilden [betreft de provincie Antwerpen] Belgisch Overlegorgaan Historische Schuttersgilden [= Vlaams-Waals-Kantonnaal overleg inzake EGS] Culturele Commissie Oud Hertogdom Brabant [voorheen: ‘Noord-Zuid’ en ‘Gildencongressen’] Confederatie van Historische Schuttersgilden [betreft o.a. (?) de provincie Vlaams Brabant] De Knaap [= kwartaalblad van de HGK] Drielandenpunt-Schuttersfeest = Dreiländereck-Schützenfest [België, Duitsland, Nederland] Europese Gemeenschap van Schuttersgilden = Europese Gemeemschap van [historische] Schutterijen Europa Midden-Noord, d.w.z.: Duitsland ten noorden van de Main Europa Midden-Zuid, d.w.z.: Duitsland ten zuiden van de Main; alsmede: Lichtenstein, Oostenrijk; Zwitserland Europa Noord-West, d.w.z.: Denemarken; Finland; Groot-Brittannië; Nederland, Noor-wegen; Zweden Europa Zuid-West, d.w.z.: België (o.a.Vlaanderen); Frankrijk;Griekenland; Italië; Luxemburg; Portugal; San Marino;Spanje Europa Oost, d.w.z.: Estland; Georgië; Hongarije; Letland; Litauen; Oekraïne; Polen; Rusland; Slowakije; Tsjechië

Europees Schutterstreffen Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen (‘St.-Hubertus’) [betreft Gld. en Ov.] Federatie van Scherpschuttersverenigingen (‘Op de Wipboom’) [betreft N.Br., Lb. en Gld.] Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden; FVHS-Tijdschrift: halfjaarlijks blad van de FVHS De Gildetrom [= kwartaalblad van de NBFS] Hoge Gildenraad van Brabant [betreft de provincie Vlaams Brabant] Hoge Gildenraad der Kempen [betreft noordelijk en oostelijk deel van de provincie Antwerpen] Hoofdschuttersgilde van Brabant [betreft de provincie Vlaams Brabant] Interfederatief Overlegorgaan [= Overleg tussen de Nederlandse schuttersfederaties] Kring van Gelderse Gilden Limburgs Damesschuttersfeest [betreft Nederlands en Belgisch Limburg] Limburgs Schutterstijdschrift [= kwartaalblad van de OLS] De Lommelse Schuttersgilden [betreft de gemeente Lommel in Belgisch Limburg] Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (‘St.-Joris’) de OLS = Oud-Limburgse Schuttersfederatie [betreft Nederlands en Belgisch Limburg] het OLS = Oud-Limburgs Schuttersfeest [betreft Nederlands en Belgisch Limburg] Provinciaal Verbond Karabijnschuttersgilden Limburg [betreft Belgisch Limburg] (stichting) Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen [betreft Belg. en Ned. Limburg] Schuttersbrief [= e-mailblad; onafhankelijk; betreft EGS-werkgebied Nederland en Vlaams Belgie] Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen [betreft Belg. en Ned. Limburg] de ZLF = Zuid-Limburgse Federatie = Zuid-Limburgse Schuttersfederatie (de ZLS) [in NL-Limburg] het ZLF = Zuid-Limburgs Federatiefeest = Zuid-Limburgs Schuttersfeest (het ZLS) [in NL-Limburg] ACHTER SOMMIGE GEOGRAFISCHE NAMEN:

(Ant.) = provincie Antwerpen (B) = België (Belg.Lb.) = Belgische provincie Limburg (D) = Duitsland (Gld.) = provincie Gelderland (Lb.) = Nederlandse provincie Limburg

(N.Br.) = provincie Noord-Brabant (NL) = Nederland (Ov.) = provincie Overijssel (O.Vl.) = provincie Oost-Vlaanderen (Vl.Br.) = provincie Vlaams Brabant (W.Vl.) = provincie West-Vlaanderen

Nederlandse koepelorganisaties (ca. 477)

IFO, waarbij aangesloten: FGS met 4 kringen (63) NBFS met 6 kringen (203) OLS met 7 Ned. bonden (140), 2 Belg. bonden (32)+LSG (3) FSSV met 10 bonden / kringen (60, waarvan 36 tevens bij de NBFS aangesloten zijn) KGG (12)

Vlaams-Belgische koepelorganisaties (ca. 195) FVHS, waarbij aangesloten: CHS (9) HvB met 2 gewesten (12) LSG (3), tevens aangesloten bij de OLS OLS-bonden ‘Maas en Kempen’ (24) en ‘De Maasvallei’ (8) PVKSG met 4 verbonden (41) ACG (11) waarvan ten minste 1 gilde via de CHS tevens aangesloten is bij de FVHS HGB met 3 gewesten (17) HGK (71) Tussen haakjes in rood: het aantal aangesloten schutterijen (schuttersgilden)

----------- 258 -


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.