SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-magazine als ideeënbus, discussieforum, actieprogram en informatieblad voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 56 – Maastricht, maandag 30 oktober 2006 REDACTIE Hoofdredacteur: Alfred Disch Adjunct-hoofdredacteur: Jelger Visser, tevens redacteur-Kruisboog en webmaster Redacteurs: Mathy Leunissen (Documentatie; Zware Buks) en Ans Moors (Italië) Technisch en zakelijk adviseur: Jeroen Kaasenbrood, Compres Media System, Maastricht --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INHOUDSOPGAVE Redactie, Inhoudsopgave en Internet…………………………………………………………..blz. 983 Van de redactie (11). Voorbij de eerste duizend pagina’s!........................................................blz. 984 Naar een ‘Schuttersfederatie Nederland’? (1)…………………................................................blz. 985 Gilde St.-Sebastiaan te Lage Mierde, provincie Noord-Brabant (1). Hoe oud is zij?................blz. 986 Het interregionale Koningentreffen te Budel in Noord-Brabant (1)…………………………..blz. 987 De semantiek of semasiologie van het woord ‘breuk’ (1)………………………………....blz. 988-989 EGS (1). Bestuursvergadering te Langerwehe bij Aken (D) op 4.11.2006…………………….blz. 990 De pauselijke zoeaven en het schutterswezen (2)………………………………………….blz. 991-992 Het fenomeen ‘burgerschieten’ (2)……………………………………………………………..blz. 993 Vrijmetselaars binnen het schutterswereldje? (2)….…………………………………………..blz. 994 De etymologie van het woord ‘breuk’ (2)…………………………………………………blz. 995-996 Koningschap en keizerschap (3)……………………………………………………………blz. 997-998 Schutterijboeken (5). Hofdijk 1874 (Vervolg 2)……………………………………………………blz. 999 Het SB-redactiebeleid (12)……………………………………………………………………blz. 1000 Vraag en antwoord; vraag en aanbod (22)……………………………………………..blz. 1001-1002 Verschijning van de Schuttersbrief (26)………………………………………………………blz. 1003 Recensie (30). Jubileumboek Schutterij St.-Petrus en St.-Paulus te Arcen (Lb.)…..................blz. 1004 Mededelingen (Afl. 31)…………………………………………………………………….......blz.1005 Colofon en Redactieadres…..…………………………………………………………………blz. 1006 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INTERNET De SB is ook te lezen op de website van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS): www.egs-schuetzen.com => Schuttersbrief [= Schützenbrief = Gazety Strzelcow]. In de maak zijn een SB-website en een SB-jongerensite; geplande uitzenddatum: begin 2007. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
© Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
1
983
VAN DE REDACTIE (11) Voorbij de eerste duizend pagina’s! Beste Schutters en Schuttersvrienden,
Maastricht, 30 oktober 2006
Gaandeweg het hiervoor liggende SB-nummer passeren we de 1.000ste (zegge en schrijve: duizendste) pagina van de Schuttersbrief. Mij dunkt een goede gelegenheid om Uw aandacht te vragen voor de volgende punten. 1) Samenstelling van de huidige SB-redactie In de loop van de tweede helft van het kalenderjaar 2006 heeft er - zoals U inmiddels zelf hebt kunnen bemerken - een uitbreiding van de redactie plaatsgevonden. Die uitbreiding heeft ertoe geleid, dat enkele taken zijn herverdeeld en enkele nieuwe erbij zijn gekomen. Het belangrijkste van dat alles is toch wel, dat er nu óók een plaatsvervangend hoofdredacteur is, die tevens de coördinatie op zich genomen heeft van alle zaken die betrekking hebben op internetwerk, lees vooral: de totstandkoming van een SB-website en een SBjongerensite. Niet onbelangrijk is eveneens het gegeven dat de redactie thans ernaar streeft om een eigen redacteur te hebben voor elke schietdiscipline, zoals daar zijn: de Kruisboog, de Handboog, het Geweer, de Zware of Limburgse Buks alsmede het Pistool. Die specialisatie brengt mij gelijk bij de vermelding van het tweede aandachtspunt. 2) Verdere uitbreiding van de SB-redactie dringend gewenst Weliswaar is de adjunct-hoofdredacteur tevens webmaster èn redacteur-Kruisboog, maar nog mooier zou het zijn indien hij - gezien zijn overvolle portefeuille - de laatstgenoemde taak (nl. die van redacteur-Kruisboog) op termijn zou kunnen overdragen aan iemand anders. Met het oog daarop: wie onder de schutters en schuttersvrienden is bereid om de redactie te komen versterken? Zo ook vragen wij vrijwilligers voor de functies redacteur-Handboog, redacteur-Geweer en redacteur-Pistool. In dat verband maar ook anderszins (bijv. voor het redacteurschap-Jongeren) hebben we héél graag, dat er óók vanuit Vlaanderen (!) dames en heren tot de SB-redactie toetreden. Overigens bestaat er nog de mogelijkheid om assistentie te verlenen, ongeacht bij welk van de eerdergenoemde of overige vormen van redacteurschap. 3) Het internationale (Europese) karakter van de Schuttersbrief Het schaamrood stijgt mij naar de kaken, wanneer ik besef hoe weinig aandacht totnogtoe in de SB geschonken is aan de navolgende aspecten van het schutterswezen. a) Zo is daar het DLS. Ziet U wel: U weet zelfs niet eens waar die afkorting voor staat. Niet Ùw schuld, maar die van de SB-hoofdredacteur! Het wordt dan ook de allerhoogste tijd, dat de SB gaat berichten over het DrieLanden(hoek)-Schuttersfeest (= Dreiländereck-Schützenfest = 3 Frontrières) van de IBG (= Internationale Belangengemeenschap van de schutters in de drielandenhoek België, Duitsland en Nederland). b) Wat ook al lange tijd is blijven liggen, betreft de zogeheten, uit één A4-tje bestaande ‘SB - Verkorte versie’, een idee van drs. Jan Gerits te Spaubeek (Lb.). Wij van de redactie willen in dezen de draad zeker weer oppakken, maar alléén als er onder de schutters en schuttersvrienden personen zijn die zorg willen dragen voor een goede vertaling in een van de volgende talen: Duits, Pools, Frans en Engels, met het Nederlands de voertalen binnen het werkgebied van de EGS. Het liefst hebben we per vermelde vreemde taal een groepje van ten minste twee à drie vrijwilligers, zodat er om toerbeurt vertaald kan worden. Wie onder U meldt zich aan of weet iemand voor de functie redacteur-vertaler? c) En dan zijn er ook nog de diverse edities van het Euregionaal Schutterstreffen (E.S.). In de eerstkomende SB verschijnt alvast een verslag van het E.S. 2006 Maas-Rijn. 4) De voortzetting van de reeks SB-Bijdragen: misschien lukt dit nog vóór 1.1.2007 en anders begin 2007. 5) Donaties En, ocharm! Wie zal het mij kwalijk nemen, dat ik U wijs op de mogelijkheid van een vrijwillige bijdrage? Hoe gering Uw gift ook moge zijn, zij is altijd van harte welkom! In mijn stoutste dromen, denk ik wel eens: als ieder van de 30.000 à 40.000 SB-lezers jaarlijks het symbolische bedrag van één euro zou overmaken op de bankrekening van de SB-stichting (zie de laatste bladzijde van elk SB-nummer), dan zou ik, ambteloos renteniertje, niet alleen in één klap al mijn voor de SB gemaakte onkosten (op jaarbasis 1.000 à 2.000 euro) ook eens vergoed zien maar - wat véél belangrijker is - tevens zou de SB-redactie eindelijk uitvoering kunnen geven aan een aantal plannen, waaronder de uitgave van een aantal naslagwerken op schutterijgebied. En… misschien halen we dan bovendien nog de 2.000ste pagina van de Schuttersbrief!
----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------984
30 oktober 2006
2
Schuttersbrief - nummer 56
NAAR EEN ‘SCHUTTERSFEDERATIE NEDERLAND’? (1) Oftewel: krijgt het Interfederatief Overleg (IFO) eindelijk meer body? AAN: allen die het schuttersgildewezen in Nederland een goed hart toedragen Beste Schutters en Schuttersvrienden,
Maastricht, september / oktober 2006
Velen onder U zullen zich wellicht de open brief herinneren die ik op 16 juni 2005 heb gestuurd naar alle leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en waarin ik op hen een klemmend beroep deed om te voorkòmen, dat de Nederlandse Regering uitvoering zou geven aan haar plan om de drie schuttersfederaties NBFS, OLS en FGS en de bij deze drie provinciale koepelorganisaties aangesloten bonden / kringen en verenigingen te dwingen tot lidmaatschap van de KNSA (zie SB 28, blz. 498). Groot was mijn verbazing dat kennelijk niemand (behalve dan wellicht de stille onderhandelaars van de drie Federaties) zich realiseerde welk gevaar er dreigde voor de identiteit en het voortbestaan van het historische of folkloristische schutterijwezen in ons land indien de ministeriële Circulaire Wapens en Munitie (CWM) nog dat zelfde jaar óók voor de schuttersgilden kracht van wet zou krijgen. Gelukkig reageerde men op alle fronten alert en uiteindelijk besloot de in deze zaak eerstverantwoordelijke minister, die van Justitie, om de één maand later van kracht geworden CWM in elk geval voorlopig (!) niet van toepassing te laten zijn op de historische schutterijen (schuttersgilden) en hun koepelorganisaties waar het de verplichting van het KNSA-lidmaatschap geldt voor elke schuttersorganisatie die vaker dan driemaal per jaar met munitie schiet. Opnieuw is mijn verbazing groot en ditmaal naar aanleiding van een feit waarvan ik wederom kan melden dat kennelijk (bijna) niemand de draagwijdte beseft. Wat toch reeds enige tijd bekend was, is dat Mr. P.H.J. Donner als minister van Justitie op 1 juli j.l. heeft laten weten, bereid te zijn om - gelet op de thans vigerende CWM van 2005 - de juridische implicaties van een eventuele totstandkoming van een nationale schuttersfederatie te onderzoeken en daarover op korte termijn uitsluitsel te verschaffen. Zoals bekend, is inmiddels Donner als minister afgetreden en heeft Mr. Ernst Hirsch Ballin hem opgevolgd. Net iets eerder had d.d. 28 september j.l. op het Ministerie van Justitie een onderhoud plaatsgevonden met de onderhandelaars van de drie Federaties. Een van de gespreksthema’s toen was: de mogelijke totstandkoming van een landelijke koepelorganisatie voor de schuttersgilden (historische schutterijen) in ons land. Verwezenlijking van die nationale koepel op termijn betekent mijns inziens tevens, dat aan zo’n gezamenlijke koepelorganisatie van de drie schuttersfederaties NBFS, OLS en FGS (met hun bonden / kringen en schutterijen / schuttersgilden) bezwaarlijk van overheidswege de verplichting kan worden opgelegd om toe te treden tot de KNSA. Een héél ander verhaal in dit verband is de vorm van samenwerking met de KNSA, waar het gaat om het aanzienlijk minder hete hangijzer van het nationaal georganiseerd verstrekken van schietlicenties, voor welke organisatie op dit moment de KNSA nog steeds als enige adequaat toegerust is en dus voorshands de beste papieren heeft. Realisatie van een nationale federatie van en voor folkloreschutterijen (historische schuttersgilden), waarvoor de SB-redactie van meteen af aan gepleit heeft (zie SB 2, blz. 41, en volgende SB-nummers), impliceert óók, dat de dreigende wettelijke verplichting van een KNSA-lidmaatschap met het daarmee gepaard gaande levensbedreigende gevaar voor de identiteit en het voortbestaan van de huidige drie Federaties definitief voor het schuttersgildewezen in Nederland afgewend is. Er ontbreekt nu nog ‘slechts’ een in dezen door de huidige minister van Justitie positief te nemen besluit. Ook nù weer kan ik het niet nalaten, de prangende vraag op te werpen: waarom is er toch - afgezien van een terloopse en welhaast cryptische mededeling op de OLS-website - over het hierboven staande werkelijk helemaal niets te vinden in de diverse schuttersmedia van ons land? Heeft men op bestuurlijk en redactioneel niveau binnen de federaties, bonden / kringen en schutterijen / schuttersgilden dan wederom zitten te slapen en nog steeds géén lering getrokken uit de indertijd uitermate slecht verlopende onderlinge informatievoorziening (cf. onder meer SB 30, blz. 530, en SB 46, blz. 778-779), toen de wettelijke verplichting van het KNSA-lidmaatschap bijna een realiteit voor het schuttersgildewezen geworden was? En dàt, terwijl er nù juist héél goed nieuws aan de schutters en schuttersvrienden te vertellen valt. Mocht de beoogde nationale schuttersfederatie totstandkomen, dan is dit inderdaad héél goed nieuws, dat - en ik meen niet ver naast de historische waarheid te zitten wanneer ik stel - in de naoorlogse geschiedenis van het Nederlandse schutterijwezen zijns gelijke niet heeft sinds de oprichting van de Gelderse [lees: Gelders-Overijsselse] Federatie van Schuttersgilden in 1947! ----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
3
983
GILDE ST.-SEBASTIAAN TE LAGE MIERDE, PROVINCIE NOORD-BRABANT (1) Hoe oud is zij? AAN: De Heer H.S. (Harry) Kloppenburg, deken-schrijver van Gilde St.-Sebastiaan te Lage Mierde (NBFS-kring Kwartier van Oirschot) Beste Harry Kloppenburg,
Maastricht, 12 oktober 2006
Bij het bekijken van jullie website viel het mij op, enerzijds dat het oudste zilver van Gilde St.-Sebastiaan te Lage Mierde een koningsschild uit 1597 is, en anderzijds dat de Gilde het jaar 1607 (dus een decennium later) aanhoudt als het jaar van haar oprichting. Het een lijkt mij niet te stroken met het ander.
Naam
Sint Sebastiaan
Plaats
Lage Mierde
Kring
Kwartier van Oirschot
Opgericht
1607
Eerste zilver
1597
Bron: www.gildesintsebastiaan.nl (d.d. 12.10.2006) => Het Gilde
Welke verklaring heeft het gildebestuur voor bovenvermelde tegenstrijdigheid? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
VAN: De Heer Harry Kloppenburg Beste Alfred Disch,
Lage Mierde, gemeente Reusel - De Mierden (N.Br.), 18 oktober 2006
Onze Gilde stelt zich op het standpunt dat de bewaard gebleven caerte uit 1607 de oprichtingsakte van onze vereniging is en dat vóór het jaar 1607 onze vereniging slechts een informeel bestaan geleid heeft. Tijdens deze informele periode is wel gestreden om het koningschap, hetgeen blijkt uit het eerst gevonden koningsschild uit 1597. Met gildegroet, Harry Kloppenburg
AAN: De Heer Harry Kloppenburg Beste Harry Klokkenburg,
Maastricht, 18 oktober 2006
Om verschillende redenen ben ik het met het gildebestuur niet eens: 1) zegt de gildekaart van 20 januari 1607 niet met zoveel woorden, dat zij diende ter vervanging van een eerdere, en moet de St.-Sebastiaansgilde van Lage Mierde dan ook niet formeel reeds (lang of kort) vóór 1607 zijn opgericht?; 2) in 1597 hield de St.Sebastiaansgilde van Lage Mierde een koningsschieting, welke schieting alleen gehouden kon worden met voorafgaande toestemming van de wereldlijke overheid, m.a.w.: het is zo goed als zeker, dat het dorp Lage Mierde óók in formele zin al anno 1597 de beschikking had over een eigen (weerbaarheids)schutterij. Bijkomende argumenten zijn: a) schutterijen (schuttersgilden) die in de loop van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) zijn ‘opgericht’, blijken bij nadere bestudering van het bronnenmateriaal nagenoeg allemaal (!) lang of kort vóór 1568 te zijn gesticht; er is géén reden om aan te nemen, dat Lage Mierde op die ‘regel’ een uitzondering zou vormen; b) de parochiekerk St.-Stephanus’ Vinding heeft een toren uit de 15de eeuw (14011500), m.a.w.: het dorp Lage Mierde had reeds héél vroeg een bloeiende kerkgemeenschap en bezat dus sociologisch beschouwd - bereids vóór 1568 voldoende potentie voor de vorming van een schuttersorganisatie. Er tevens van uitgaande dat de St.-Sebastiaansgilde van Lage Mierde in elk geval vanaf minstens 1597 een onafgebroken verenigingshistorie kent, moet ik derhalve concluderen, dat de huidige schuttersgilde te Lage Mierde formeel gegrondvest is vóór 1597 en wel vermoedelijk lang vóór 1597. -----Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
-----986
30 oktober 2006
4
Schuttersbrief – nummer 56
HET INTERREGIONALE KONINGENTREFFEN TE BUDEL IN NOORD-BRABANT (1) VAN: De Heer Luc Compen, PR-bestuurslid van Schutterij St.-Nicolaas en St.-Antonius (alias ‘de Schut van Buul’) te Budel (OLS-bond Eendracht Maakt Macht) Geachte Redactie,
Budel, gemeente Cranendonck (N.Br.), 13 oktober 2006
Bijgaand een foto van het Koning-der-Koningentreffen te Budel. Hierbij een klein verhaaltje. Foto en verslag zijn gemaakt door René Rosseel die tezamen met Jan van Kessel het schutterstreffen heeft georganiseerd. Op zaterdag 9 september 2006 kwamen zo’n 30 schutterskoningen en koningsparen naar Cranendonck voor een jaarlijks terugkerend uniek verbroederingsfeest: Koning der Koningen. Het Koning-derKoningentreffen is na ruim tien jaar uitgegroeid tot een schuttersevenement dat niet meer weg te denken valt in het grens-gebied rond de provincies Nederlands Limburg, Noord-Brabant en Belgisch Limburg, en wordt georganiseerd door Schutterij St.-Nicolaas en St.-Antonius Budel in samenwerking met de gemeente Cranendonck. Om 10.30 uur werden de koningen van de schuttersgilden en schutterijen ontvangen door burgemeester Meinema bij het Schepenhuis te Budel. Na het maken van een groepsfoto, een groet door het trommelkorps, gevolgd door een toespraak door burgemeester Meinema, kwam er een einde aan het officiële gedeelte. Hierna vertrokken de koningsparen en koningen in optocht naar de Schutshoeve van Schutterij St.-Nicolaas en St.-Antonius te Budel. Na het omkleden en het nuttigen van een koffietafel werd om 13.30 uur begonnen met het schieten op de vogel. Bij het 336ste schot schoot de heer Jan Driessen,, koning van St.-Job uit Leuken (gemeente Weert, prov. NL-Limburg), de vogel naar beneden en was hij de nieuwe Koning der Koningen 2006. Al met al was het weer een geslaagd evenement en we hopen dat er volgend jaar nog meer koningsparen en koningen zullen aanmelden om aan dit jaarlijks evenement deel te nemen. Ik hoop, dat bovenstaande informatie voldoende is voor Uw schuttersblad. Mochten er nog vragen zijn, dan kunt U contact met mij opnemen. Groeten, Luc Compen
De koningen die deelnamen aan het schutterstreffen te Budel d.d. 9.11.2006
----------Schuttersbrief – nummer 56
30 oktober 2006
5
987
DE SEMANTIEK OF SEMASIOLOGIE VAN HET WOORD ‘BREUK’ (1) AAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van Schutterij St.-Anna te Merum (Lb.) Beste Fred,
Maastricht, 21 oktober 2006
Eerder en wel in SB 55 van de vorige maand (blz. 961) heb ik getracht antwoord te geven op jouw vraag naar de herkomst van het woord ‘breuk’. De indruk kan toen zijn ontstaan, dat daarmee de kous af was. Niets is minder waar! Als aanloop naar het vervolg (zie zo meteen blz. 995-996) moet ik je namelijk eerst het volgende vertellen. Semantiek, afgeleid van het Griekse semantikos [= betekenisvol, duidelijk], of semasiologie, afgeleid van semasia [= betekenis] en logia [= wetenschap], is de leer van de betekenis der woorden, kortweg: woordbetekenisleer. Vragen naar de semantiek of semasiologie van het woord breuk is dus in feite niets anders dan vragen naar de betekenis van het woord breuk. In het schuttersjargon wordt met breuk meestal bedoeld: òf een koningsbreuk òf een keizersbreuk. Hoe een koningsbreuk eruitziet, heb ik op blz. 961 van het vorige SBnummer kort omschreven: een halsketting met daaraan gehangen een zilveren medaillon (of patroonsplaat), een zilveren vogel en een aantal zilveren schildjes. De traditionele (!) keizersbreuk bestaat uit minimaal een halsketting met daaraan gehangen drie zilveren vogeltjes, begrijpelijkerwijs drie omdat een schutterskeizer het gepresteerd heeft om tijdens drie achtereenvolgende (meer)jaarlijkse schietingen de koningsvogel neer te halen.
Koningsbreuk St.-Jorisgilde te Brecht (Antw) Bron: Ising 1986, blz. 26
Keizersbreuk O.L.Vrouwegilde te Veerle (Antw.) Bron: Ising 1986, blz. 89
Tot dusverre - zou je denken - taalkundig geen vuiltje aan de lucht. Echter: semantiek, semasiologie of woordbetekenisleer dient men terdege te onderscheiden van de etymologie of woordafleidkunde, die de oorsprong en geschiedenis van woorden opspoort. Maakt men niet dit onderscheid, dan dreigt het gevaar dat men in een taalkundige valkuil tuimelt. Ter lering en vermaak: een ‘schitterend’ voorbeeld vormt mijn eerste bijdrage aan de SB-rubriek ‘De etymologie van het woord breuk’ (SB 55, blz. 961). Wat is er toen misgegaan? In mijn korte bijdrage op blz. 961 van SB 55 heb ik een aantal synoniemen opgesomd, in dit geval woorden met dezelfde of ongeveer gelijke betekenis als breuk in de zin van schuttersbreuk. Ik herhaal ze hier in alfabetische volgorde: breuk (ook: braak en brook), haam, halsband, juweel, keten, ketting, krans, plotte, sieraad, span (ook: gespan) en zilver. Homoniemen zijn daarentegen gelijkluidende (!) woorden van afwijkende (!) betekenis, soms te herkennen aan een verschillend gebruik van het lidwoord van bepaaldheid; denk maar aan de bal (in de betekenis van o.m. voetbal) en het bal (in de betekenis van danspartij). Het is dus zaak om eerst (!) de semantiek van een woord vast te stellen en dan pas (!) te gaan zoeken naar de bijbehorende etymologie. In het geval van de bal komt men dan etymologisch uit bij een Indogermaans woord met de betekenis ‘zwellen’; het bal is evenwel rechtstreeks overgenomen uit het Frans. 988 30 oktober 2006 Schuttersbrief - nummer 56
6
Om het exempel bal nog even aan te houden: in een degelijk Nederlands woordenboek zal het trefwoord ‘bal’ (in de betekenis van o.m. voetbal) in superscript of tussen haakjes worden voorafgegaan of gevolgd door het Romeinse cijfer I, het Arabische cijfer 1, de hoofdletter A of de kleine letter a; bij het trefwoord ‘bal’ in de betekenis van danspartij vinden we op gelijke wijze de aanduiding II, 2, B of b. Bij elk der beide trefwoorden of lemmata staat dan de oorspronkelijke betekenis of de hoofdbetekenis voorop en daarna volgen de bijbetekenissen of overige betekenissen, al dan niet allemaal weer aangeduid met cijfers, letters of combinaties daarvan. Het woord ‘breuk’ heeft altijd het lidwoord van bepaaldheid de. Men zegt en schrijft immers niet ‘het breuk’ maar ‘de breuk’. Toch past ook breuk in het rijtje van homoniemen. Ik heb dat helaas te laat onderkend. Hoewel… Aanvankelijk raadpleegde ik Koenen en Drewes 1986 [= Wolters’ Woordenboek. Eigentijds Nederlands. Grote Koenen, 1ste druk, Wolters-Noordhoff, Groningen 1986], met zijn 1553 pagina’s voorwaar geen kleine jongen onder de Nederlandse woordenboeken. Op blz. 173 van dat boek staat breuk vermeld, maar slechts met één lemma of trefwoord i.t.t. bijvoorbeeld bal (zie hierboven) met zelfs meer dan twee lemmata of trefwoorden op blz. 92-93. Een beetje argwanend werd ik, toen ik bemerkte dat onder de vijf betekenissen die Koenen en Drewes aan breuk geven, er niet één is die de betekenis van konings- of keizersbreuk benadert. Ook naar de termen koningsbreuk en keizersbreuk zal men in Koenen en Drewes 1986 vergeefs zoeken. Derhalve heb ik dan maar óók de oude, in mijn bezit zijnde Grote Van Dale (12de uitgave, 3 delen, Utrecht-Antwerpen 1992; 3.897 bladzijden tellend) geraadpleegd. En jawel hoor! Op blz. 473 vond ik 1 twee lemmata of trefwoorden breuk: lemma breuk met negen verschillende betekenissen die allemaal 2 semantisch en etymologisch te maken hebben met het werkwoord breken; en lemma breuk met de vermelding: (vrouwelijk, mannelijk; in het meervoud: breuken), ook: brook (gewestelijk) [brook is dus - i.t.t. breuk - géén algemeen Nederlands!], sierketting met zilveren platen, gedragen door de koning van een (schutters)gilde. Helaas wordt bij dat tweede trefwoord of lemma géén etymologie gegeven. Toch zou die afwijkend van de vorige moeten zijn, want anders had de Grote Van Dale voor het woord breuk in de betekenis van sierketting waarschijnlijk géén apart lemma of trefwoord hoeven te maken. Ik was dus eigenlijk al gewaarschuwd! Voor mij zat er niks anders op dan ten minste één etymologisch woordenboek ter hand te nemen. Het werden er uiteindelijk - zekerheidshalve! - twee, nl.: Van Veen en Van der Sijs 1997 alsmede De Vries en De Tollenaere 2004. En wat allebeide bronnen met betrekking tot de herkomst van het woord breuk melden, heb ik reeds verteld in SB 55 (blz. 961). Alleen: de hooggeleerde etymologen Van Veen en Van der Sijs alsmede de zeergeleerde etymologen De Vries en De Tollenaere behandelen het woord breuk in één enkel lemma en dus niet - wat ik had mogen verwachten - in minstens twee aparte lemmata. Ik raakte in twijfel, temeer omdat 1 2 in allebeide bronnen tevens sprake is van broke. Zouden breuk en breuk (en met deze laatste dus ook brook alsmede braak) dan toch een en dezelfde etymologische herkomst hebben? Had ik mijn twijfel maar meteen op blz. 961 van de SB geuit! Ik zou mezelf een ‘afgang’ hebben bespaard. Want nu weet ik, dat de voormelde twee bronnen onvolledig zijn t.a.v. de herkomst van de woorden breuk, braak en brook! Hoe ik dat weet? Zeker ingeval van semantische en etymologische twijfel - en die was er immers aanvankelijk bij mij! - is het altijd goed om óók te rade te gaan bij het laatste redmiddel, t.w.: het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Het WNT met zijn pakweg 40 (!) lijvige banden wordt niet voor niets ‘het grootste woordenboek ter wereld’ genoemd. Maar ja, ik zat een beetje in tijdnood en SB 55 stond op het punt te verschijnen. Ik zag me geplaatst voor een dilemma: a) wéér wachten met een artikel tot ’n volgend SB-nummer, zodat ik tussentijds de gelegenheid had om het WNT alsnog te raadplegen; of b) toch maar erop vertrouwen dat het semantisch en dus ook etymologisch wel snor zou zitten bij zowel Van Veen en Van der Sijs 1997 als De Vries en De Tollenaere 2004? Ik helde over naar de laatste optie. Ik ging daarbij - maar nu zeg ik: ten onrechte - ervan uit, dat ik later wel zou kunnen volstaan met slechts een kleine ‘aanvullende bevestiging’ (aan de hand van het WNT) van de gegevens uit de beide, eerder door mij genoemde etymologische woordenboeken uit 1997 en 2004. Bovendien zou ik weer een bezoek brengen aan de benedictijnenabdij St.-Adelbert te Egmond Binnen (N.H.), ditmaal een week lang, en dus tijd genoeg hebben om dáár in de uitgebreide bibliotheek rustig en op mijn gemak het WNT te raadplegen, dat ik me nog herinnerde van mijn vorige bezoek. Kortom, ik koos definitief voor de laatste optie. En dàt, beste Fred, had ik nu net niet moeten doen! Raadpleging (deze week) van het WNT te Egmond Binnen leerde mij, dat zowel Van Veen en Van der Sijs 1997 als De Vries en De Tollenaere 2004 onvolledig zijn als het gaat om de semantiek en dus ook om de etymologie van het woord breuk. Anders dan ik in SB 55 (blz 961) beweerde, blijkt het zelfstandig naamwoord breuk ter aanduiding van een schuttersbreuk, volgens het WNT, semantisch en bijgevolg ook in etymologisch opzicht totaal niets uit te staan te hebben met het werkwoord breken! Voor de ware etymologie van de term breuk in de betekenis van schuttersbreuk verwijs ik daarom naar hieronder op blz. 995-996.
----------Schuttersbrief – nummer 56
30 oktober 2006
7
Met vriendelijke groeten, Alfred Disch 989
EGS (1) Bestuursvergadering te Langerwehe bij Aken (D) op 4.11.2006
Heraldisch wapen van de EGS
VAN: De Heer Lothar Heupts, algemeen secretaris van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS)
PERSBERICHTEN [Samengevoegd tot één geheel, ingekort en uit het Duits vertaald door A.D.] Erkelenz-Holzweiler (Noord-Rijn-Westfalen), 29 en 30 oktober 2006 Zeer geachte Dames en Heren, Bij dezen laat ik U weten, dat op a.s. zaterdag 4 november (van 09.00 uur tot ca. 17.30 uur) het Bestuur van de EGS zal vergaderen op Slot Merode te Langerwehe nabij Aken. Adresgegevens: Schloss Merode, D- 52379 Langerwehe-Merode; telefoon: 00.49.(0)24 23 22 96. Om 15.00 uur is er - op hetzelfde adres - te Uwen behoeve een persconferentie. Het EGS-bestuur zal U dan gaarne te woord staan. Ook is dan vanzelfsprekend voor U de mogelijkheid om foto’s te nemen. Het is voor de eerste maal sinds de laatste bestuursverkiezing en -overdracht dat het EGS-bestuur onder het voorzitterschap van de nieuwe president, prins Charles Louis van Merode, op diens slot vergadert ter bespreking van diverse onderwerpen en plannen voor de nabije toekomst. Omdat zo’n vergadering zelden in onze regio plaatsvindt, lijkt het mij ook voor U van belang daarover Uw lezers eens te informeren. De vergaderagenda ziet er als volgt uit: 01) Welkomstgroet door de EGS-president 02) Financiële aangelegenheden 03) Verzekering, onderhoud en bewaring van de diverse ambtsketenen 04) EGS-commissies 05) Activiteiten 2007: a) Bestuursvergadering 23-24 februari te Mayen; b) Voorjaarsvergadering te Peine; c) Bestuursvergadering 12-13 mei te Mondsee (Oostenrijk); d) Item 6-10 juni te Krakau (Polen); e) Najaarsvergadering in Zweden; f) Rome-reis; g) Benefietconcert te Maria Laach 06) Evaluatie van het in Bernheze gehouden 15de Europees Schutterstreffen (EST 2006) 07) Toekomstige Europese schuttersfeesten en overige EGS-manfestaties 08) Diversen 09) 16de Europees Schutterstreffen (EST 2009) in Kinrooi (Belg.Lb.) 10) Mededelingen zijdens de individuele bestuursleden Aansluitend aan de Bestuursvergadering volgt de vergadering van het Kapittel van de Ridderorde van de Heilige Sebastiaan in Europa. Deze vergadering heeft de volgende agendapunten: 01) Richtlijnen voor de commanderijen 04) Investituur te Krakau op 9.6.2007 02) Investituur te Peine in 2007 05) Investituur in Zweden in 2007 03) Investituur te Mondsee op 13.5.2007 06) Investituur te Rome??? Ik mag U wel verzoeken om aan het vorenstaande de nodige bekendheid te geven in Uw persorganen. Heeft U vragen n.a.v. mijn mailing, dan wil ik die uiteraard gaarne beantwoorden.. Met vriendelijke groeten,
Lothar Heupts, algemeen secretaris.van de EGS, Landstraße 29; D - 41812 Erkelenz-Holzweiler; telefoon: 0049 (0) 2164 - 48099; mobiel: 00.49. 017 85 68 87 77; fax: 0049 (0)2164 - 48101; e-mail: generalsekretaer@egs-schuetzen.com; internet: www.egs-schuetzen.com
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
990
30 oktober 2006
8
Schuttersbrief - nummer 56
DE PAUSELIJKE ZOEAVEN EN HET SCHUTTERSWEZEN (2) Vervolg op SB 55, blz. 965-972
VAN: De Heer G.N.F.M. (Georges) Disch, directeur van Schippersinternaat Julia te Zwijndrecht (Z.H.), ridder in de Orde van St.-Gregorius de Grote en lid van de vereniging Pro Petri Sede (broer van de SB-hoofdredacteur) Beste Alfred,
Zwijndrecht (Z.H.), 30 september 2006
Via Jelger Visser ontving ik heden het e-magazine Schuttersbrief, met o.a. uitgebreide teksten over de zoeaven. Ik vind het heel bizar, dat je in zo korte tijd al zoveel informatie hebt weten binnen te halen. Het zijn boeiende verhalen om te lezen. Wie weet wat je nog allemaal naar boven weet te halen. De vereniging Pro Petri Sede dan wel het Zouavenmuseum zal ongetwijfeld verheugd zijn met concrete informatie. Graag wens ik je alle succes toe met het uitdiepen van deze belangwekkende materie. Met mijn hartelijke groeten, ook van Winny,
Georges
P.S. De toezending van SB 55 door Jelger Visser doet mij eraan herinneren, dat ik je nog wat informatie m.b.t. de zoeaven zou toezenden. Ik beloof je, dat ik morgen meteen e.e.a. zal kopiëren en je zal toesturen.
AAN: De Heer Georges Disch Beste Georges,
Maastricht, 3 oktober 2006
Vandaag ontving ik in goede orde de diverse fotokopieën per gewone post. Uiteraard mijn dank daarvoor! Op een tweetal van de bescheiden die je me toezond, wil ik (héél kort) ingaan, omdat mij dit ook voor de in deze materie geïnteresseerden onder de SB-lezers wel van belang toeschijnt. In de brief waarin de secretaris van de Nederlandse afdeling van de vereniging ‘Pro Petri Sede’ jou - n.a.v. jouw benoeming tot ridder in de Orde van St.-Gregorius de Grote - uitnodigt om toe te treden tot voormelde vereniging, wordt onder meer gesteld: Hadden de pauselijke zoeaven de wapens opgenomen om Paus en Kerk [hier zal bedoeld zijn: de Kerkelijke Staat!] te verdedigen, de [thans kerkelijk] gedecoreerden hebben zich op een geheel andere wijze ingezet voor de belangen van de Kerk en haar opperhoofd. Zij zijn te beschouwen als moderne zoeaven. Van de in 1922 te Kortrijk (prov. West-Vlaanderen) opgerichte Belgisch-LuxemburgsNederlandse vereniging Pro Petri Sede kunnen dus niet alleen afstammelingen van pauselijke zoeaven lid worden, maar tevens degenen die een kerkelijke onderscheiding hebben ontvangen. Hoewel dit niet in de brief van de secretaris staat, mogen bovendien sympathisanten zich bij de vereniging aansluiten - althans dàt maak ik weer op uit een ander interessant stuk dat je me toestuurde. Bij de fotokopieën die ik van je gekregen heb, bevindt zich namelijk ook de brochure Wat is… Pro Petri Sede? (Aarle-Rixtel 2004; 12 blz.; A5-formaat), waarvan de tekst afkomstig is van M.J.C. (Martien) Verberne, de huidige vice-voorzitter van de Nederlandse afdeling. Hij schrijft op pagina 10 letterlijk: Welkom bij onze vereniging zijn [a] nakomelingen van zoeaven, [b] pauselijk gedecoreerden en [c] sympathisanten. Op de voorgaande bladzijden van zijn brochure (met illustraties) schetst Verberne de zoeavenhistorie (blz. 14), hoe het de ez-zoeaven verging (blz. 4-5), de oprichting van de vereniging Pro Petri Sede en haar doelstelling [nl. verlening van ‘steun en sympathie aan de paus’] (blz. 5), Vaticaanstad (mooie overzichtsfoto op blz. 6), de pauselijke onderscheidingen (blz. 7-8) en Oudenbosch als het Rome van Noord-Brabant (blz. 8-9). Opmerkelijk vind ik op blz. 3 Verberne’s verklaring van de naam zoeaven: die zou oorspronkelijk ontleend zijn aan ‘het Algerijnse plaatsje Zouavia’. Wel héél wat anders dan de etymologie die ik in SB 55 (blz. 965) gegeven heb! Toen ik vandaag nog informeerde naar diens bron, deelde dhr. Verberne mij mee, die bron zich niet meer te kunnen herinneren. Mogelijk heeft Verberne tòch gelijk en zit ik met de door mij gegeven naamsverklaring er helemaal (?) naast. In dàt geval hebben héél wat méér onderzoekers (zie mijn bronnenopgave in SB 55, blz. 971-972) ‘misgekleund’! Ik kom daar bij gelegenheid nog nader over te spreken. Groetjes, Alfred -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 56 30 oktober 2006 991
9
VAN: De Heer H.L. (Harie) Beckers, secretaris van Schutterij St.-Eligius en Juliana Geachte Heer Disch,
Schinveld (Lb.), 5 oktober 2006
Sorry dat het even geduurd heeft maar ik heb toch nog iets kunnen vinden wat misschien betrekking heeft op Christiaan Dohmen. Ten eerste het verhaal van de Keizersberg [door Johan Dohmen] en bovendien een koningsplaat die momenteel nog aan onze koningsketting hangt. Ik hoop dat U hier iets aan heeft en ik zal zo - als ik tijd heb - eens naar de bank gaan waar al ons oude koningszilver in de kluis ligt. Misschien dat daar nog iets bij is. Met schuttersgroet, H. Beckers P.S. Als U meer informatie omtrent Christiaan Dohmen heeft, zou ik het zeer op prijs stellen als dit ook naar ons gezonden zou worden zodat wij hierover ook iets meer te weten komen.
AAN: De Heer Harie Beckers Geachte Heer Beckers, Maastricht, 5 oktober 2006 Dank voor Uw e-mail en voor de beide bijlagen (foto koningsplaat en fotokopie Johan Dohmens artikel). Zoals ik reeds in SB 55 (blz. 972) heb bericht, ligt het in de bedoeling om - na afronding van het onderzoek in de SB-rubriek ‘De pauselijke zoeaven en het schutterswezen’ aan elke ons bekende zoeaaf-schutter een aparte geïllustreerde aflevering te wijden, dus ook aan de Schinveldenaar Christiaan Joseph Dohmen, zoeaaf, schutterijcommandant en schutterskeizer. Tot dusver ben ik op de hoogte van 8 (acht) bronnen die informatie verschaffen over Chr. J. Dohmen. In alfabetische volgorde zijn dat: 1) Bosch 1972, blz. 69 en 173; 2) Brouwers 1870; 3) Dohmen z.j. = het artikel ‘De Keizersberg te Schinveld’ door Johan Dohmen, dat U zo vriendelijk was om heden als bijlage bij Uw mailing mij toe te zenden; 4) Evers 2005 (blz. 78), welke bron zich m.b.t. Chr. J. Dohmen uitsluitend baseert op de zojuist vermelde publicatie Brouwers 1870 en de navolgende publicatie; 5) Lemmen 1990 = L. Lemmen (‘Limburgse Zouaven’) in Limburgs Tijdschrift voor Genealogie (LTG), jaargang 18 - nummer 1, Maastricht januari 1990, blz. 3, waar ‘Chr.Dodmen [sic!], Schinveld’ genoemd wordt als lid van Kring Maastricht i.c. 1ste Afdeling van de d.d. 18.4.1892 opgerichte Centrale Zouavenbond Bene Merenti; 6) LD 1951; 7) SB 55, blz. 965-972, passim; 8) Schutterij St.-Eligius en Juliana te Schinveld: collectie schutterszilver (blijkens de foto die U als bijlage toegevoegd hebt aan Uw e-mail van vandaag). Ten aanzien van het vorenstaande bronnenmateriaal heb ik twee vragen: 1) kunt U mij bij gelegenheid een betere foto van het koningsschild verstrekken (hetzij wederom digitaal hetzij per gewone post), zodat straks bij publicatie ten minste de gehele inscriptie op het zilveren schild van Christiaan Joseph Dohmen voor iedereen duidelijk leesbaar is?; 2) wilt U mij berichten wanneer en in welk boek of tijdschrift het vorengenoemde artikel van Johan Dohmen gepubliceerd is?; graag in dezen een zo volledig mogelijke bronvermelding, met inbegrip van de paginering; Verder vraag ik U, of U zo goed wilt zijn: a) om mij te laten weten, of de door Chr.J. Dohmen vervaardigde Calvarie op de naar hem genoemde Keizersberg te Schinveld nog bestaat en tevens of U mij een foto daarvan (bij voorkeur in kleur) kunt bezorgen; b) om na te gaan, of wellicht nog aan een of meer foto's van Chr. J. Dohmen als zoeaaf dan wel als schutter te komen is; zo heeft Johan Dohmen het in zijn artikel over ‘een bestaande foto’ van Chr. J. Dohmen. Van mijn kant zeg ik U gaarne toe, dat ik moeite zal doen om ook zelf nog méér informatiemateriaal over de voormalige zoeaaf en schutterskeizer te achterhalen. Ik denk daarbij o.a. aan de archiefverzameling van het Nederlands Zoeavenmuseum te Oudenbosch. Het spreekt voor zich, dat ik U tussentijds hetzij rechtstreeks hetzij via de Schuttersbrief op de hoogte zal houden van de voortgang van mijn onderzoek(je). Overigens wil ik alvast het volgende aan U kwijt n.a.v. wat ik gelezen heb in Bosch 1972 en Evers 2005. De auteur J.H.W. Bosch meldt namelijk op blz. 69 van zijn boek (confer het citaat in SB 55, blz. 968), dat Christiaan Joseph Dohmen de ‘enige’ zoeaaf uit Uw dorp geweest is. Blijkens met name Evers 2005 (blz. 82) is die mededeling van Bosch niet (!) juist. Immers, drs. Ingrid Evers noemt t.a.p. van haar uitgebreide artikel nòg een Schinveldenaar die als pauselijk zoeaaf gediend heeft, nl. Louis Schatting, geboortig van Schinveld! Vraag van mij aan U is in dat verband, of misschien ook Louis Schatting lid geweest is van Schutterij St.Eligius. Kunt U dat eens aan de hand van Uw verenigingsarchief checken? Bovendien vermeldt Evers 2005 op blz. 78 een zekere Jozef Dohmen (eveneens geboren te Schinveld), die ook zoeaaf geweest is. Echter, ik sluit niet uit, dat deze Jozef Dohmen wel eens dezelfde kan zijn als de reeds bekende schutterskeizer Christiaan Joseph Dohmen en dat de roepnaam (!) van laatstgenoemde zeer wel mogelijk Jozef of Joep was. Kunt U ook dàt eens controleren in de oude ledenlijsten van Uw vereniging? Vergis ik me, dan zijn er derhalve zelfs 3 (drie) Schinveldenaren zoeaaf geweest! ----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
992
30 oktober 2006
10
Schuttersbrief - nummer 56
HET FENOMEEN BURGERSCHIETEN (2) Vervolg op SB 55, blz, 962
VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen, documentalist Limburgs Schutterstijdschrift alsook SB-redacteur Zware Buks en Documentatie Beste Alfred,
Klimmen (Lb.), 7 oktober 2006
Naar mijn bescheiden mening doet het burgerschieten de zaak geen goed. Let wel, dan heb ik het niet over het schieten van de burgers tijdens het vogelschieten, maar meer over de verenigingen die bij wijze van spreken hun schietterrein ieder weekend openstellen voor ieder die er maar op los wil schieten. Dat het burgerschieten van alle tijden is en niet alleen op het platteland te vinden is, is mij ook bekend. Wel wil ik hierbij aantekenen, dat heden ten dage het burgerschieten waar ik tegen ben, meer op het platteland voorkomt dan in stedelijke gebieden juist door de vele beperkingen en eisen die gesteld worden aan het schieten. Want ik vraag me af, hoeveel verengingen over vijf jaar (ook op het platteland) er nog ‘vrij’ kunnen schieten mede dankzij dit soort praktijken. Ik heb er geen problemen mee als een schutterij een keer in het jaar voor de bewoners van hun dorp of stad een schietfestijn organiseert (tijdens het jaarlijks vogelschieten of los daarvan). Het is een ideale gelegenheid om mensen die dat willen, te laten ervaren hoe ALLEEN het schieten in zijn werk gaat. Maar ik ben er wel tegen, om het schieten als commercieel product te gebruiken, zoals te veel verenigingen dit doen. Bijvoorbeeld als het schieten te pas en te onpas georganiseerd wordt voor bedrijven of (niet-schutters)verenigingen die met de kliek eens een lekker middagje willen gaan schieten… met aansluitend (dan wel tijdens) een barbecue en zuipfestijn. Want dit heeft niets meer te maken met het schutterswezen, in geen enkel opzicht. En bij deze nodig ik dan ook een vereniging dan wel een lid van zo’n vereniging die dit soort praktijken organiseert, van harte uit om mij eens uit te leggen welke meerwaarde dit heeft voor het schutterswezen en waarom er geen bezwaar is om dit te organiseren Groetjes, Mathy.
AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy,
Maastricht, 7 oktober 2006
Zijn er dan ‘verenigingen die bij wijze van spreken hun schietterrein ieder weekend openstellen voor ieder die er maar op los wil schieten’? Ik stel die vraag louter om informatieve reden. Mij zijn namelijk dergelijke schutterijen in het geheel niet bekend, zowel wat betreft historische of folkloristische schietverenigingen als wat de pure schietsportverenigingen (schietclubs) aangaat, om het even welk wapen (kruisboog, handboog, geweer, zware buks of pistool) ze hanteren. En is het wel zo, ‘dat het burgerschieten van alle tijden is’? Een vraag die al helemaal mijn belangstelling heeft als schutterijhistoricus! Mijn eigen gegevens betreffende het burgerschieten alias dorpsschieten reiken op dit moment niet verder terug dan de 18de eeuw (1701-1800) en betreffen dan óók nog alleen maar het dorp Meerssen (Lb.), waarover ik binnenkort nader hoop te berichten. [Héél iets anders - dunkt mij - is wat ik gemakshalve - bij gebrek aan een betere benaming - voorlopig maar zal aanduiden met de term ‘kermisschieten’, want dàt lijkt mij inderdaad een verhaal apart en ‘dus’ goed om er een afzonderlijke SB-rubriek aan te wijden. Of óók in die zelfde sfeer sommige afbeeldingen op de bekende schilderijen van Pieter Bruegel de Oude (±1525 - 1569) en diens zoon Pieter Bruegel de Jonge (1564-1638) thuishoren, weet ik nog niet zo zeker!] Met vriendelijke groeten, Alfred ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
11
993
VRIJMETSELAARS BINNEN HET SCHUTTERSWERELDJE? (2) Vervolg op SB 55, blz. 960
Een mogelijk vrijmetselaarssymbool (Vervolg 1) VAN: De Heer J.H.A.L. (Jo) Pluymakers, schutterijvorser Beste Alfred,
Beek (Lb.), 9 oktober 2006
Volgens verkregen informatie bij het Cultureel Ma莽onniek Centrum te Den Haag is het bedoelde symbool wel bekend bij de vrijmetselarij, maar zeker niet exclusief door vrijmetselaars gebruikt. De drie puntjes stonden voor: wijsheid, kracht en schoonheid. Ook is er een variant van het symbool, namelijk een driehoek eveneens met drie puntjes. Het is een gebruik dat van oorsprong uit Duitsland of Frankrijk zou stammen. In deze landen werden de vrijmetselaars gekscherend genoemd: de broeders van de drie punten. Het is voor het eerst gesignaleerd in het laatste kwart van de 18de eeuw (1776-1800) en aan het einde van 19de eeuw (1876-1900) in onbruik geraakt. Vijf door mij getraceerde personen uit de schutterswereld van wie de handtekening voorafgegaan werd door het bovenvermelde symbool, bleken niet voor te komen in de ledenregisters van de vrijmetselarij. Men mag dus niet de conclusie trekken, dat een gebruiker van dit symbool lid was van de vrijmetselarij. Bij leden van schuttersgezelschappen in Zuid-Nederland moet al zeker een vraagteken worden geplaatst, omdat de Katholieke Kerk toen bepaald afwijzend stond tegenover de vrijmetselarij. Echter, niet geheel uitgesloten kan worden, dat de bedoelde personen lid waren van een Belgische of Duitse loge. Tenslotte: 贸贸k W. Voeten van het St.-Jorisgilde uit Rijsbergen (zie SB 55 , blz. 960) bleek niet voor te komen in de ledenlijst van de vrijmetselarij. Met vriendelijke groet, Jo Pluymakers
------
Een vrijmetselaarssymbool (?) bij de handtekening van E.M. (Eduard) van Mattemburgh, rijksontvanger en beschermheer van de Koninklijke Handboogschutterij Concordia te Bergen op Zoom (N.Br.), in diens brief van 25.11.1852 aan koning Willem III (Bron: Koninklijk Huisarchief, inventarisnummer HA A45 VIVC / 138-26) A.D.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------994
30 oktober 2006
12
Schuttersbrief - nummer 56
DE ETYMOLOGIE VAN HET WOORD ‘BREUK’ (2) Vervolg op SB 55, blz. 961
AAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van Schutterij St.-Anna te Merum (Lb.) Beste Fred,
Maastricht, 21 oktober 2006
Uit hetgeen ik jou zo-even heb bericht [zie hierboven, blz. 989-990], valt op te maken dat de etymologische woordenboeken Van Veen en Van der Sijs 1997 alsmede De Vries en De Tollenaere 2004 - anders dan ik beweerde in de vorige aflevering van deze rubriek [zie SB 55, blz. 961] - helaas géén uitsluitsel verschaffen omtrent de herkomst van de termen breuk, braak en brook in de zin van konings- of keizersbreuk en dit op grond van een gebrekkige semantische voorstelling van zaken bij de voormelde auteurs. Met andere woorden: de etymologie van breuk, braak en brook heeft helemaal niets uit te staan met het werkwoord breken. Het 1) Woordenboek der Nederlandsche Taal laat dáár geen misverstand over bestaan, althans wat betreft breuk en brook. 2)
De term braak wordt in het WNT weliswaar uitvoerig maar zeker niet uitputtend besproken , want nergens in het WNT is er sprake van braak in de zin van (schutterlijk) halssieraad. Kortom, ook hier een zowel semantische als etymologische omissie. Niettemin lijkt het mij aan geen twijfel onderhevig, dat braak in de betekenis van (hals)sieraad dezelfde etymologie moet hebben als breuk en brook, gelet op het navolgende. Evenals de Grote Van Dale (zie hierboven, blz. 990) maakt het WNT een correct semantisch onderscheid tussen de homoniemen breuk (I) met betekenissen die allemaal iets van doen hebben met het werkwoord 3) breken, en breuk (II) in de zin van halssieraad. Geven de Grote Van Dale en het WNT bij het eerste trefwoord of lemma tevens de bijbehorende etymologische herkomst (hier dus ‘breken’), alleen het WNT doet dit consequent óók bij het tweede lemma of trefwoord en wel in de vorm van de lapidaire verwijzing ‘Zie 4) BROCHE’ . 5)
Gaan we vervolgens kijken bij het lemma broche , dan lezen we daar, dat het Nederlandse woord broche ontleend is aan de Franse taal en dat van broche is afgeleid het woord brook (breuk). Ook wordt duidelijk gemaakt, dat een broche eigenlijk diende om er een vrouwendoek of borstkleed mee vast te hechten. Later werd de broche tevens een (hals)sieraad. In dat verband verwijst het WNT door naar het trefwoord brook. 6)
Bij brook wordt dan onder meer vermeld , dat dit woord - evenals breuk(e) - oorspronkelijk hetzelfde woord is als het Oudfranse broche en dat het reeds vroeg in Noord-Frankrijk voorkwam als broque en broke en ‘in eene bepaalde toepassing’ [nl. als gildeteken] gebruikelijk bleef in ‘Zuid-Brabant’ [= Belgisch Brabant]. Verdam 1964 vermeldt sub voce Broke (derde lemma) letterlijk: Broke, broche, brootse, brootze, brutse, brutsche, bruetse, brossche, zelfstandig naamwoord, vrouwelijk. 1) IJzeren haak, stok met ijzeren punt, 7) breekijzer. 2) Als sieraad gedragen haak, speld; misschien ook: armring, halsring. Mij dunkt, dat Verdam hier de semantische gegevens deels dooreenhaspelt. De termen braak in de zin van schuttersbreuk en breuk in al zijn uiteenlopende betekenissen vermeldt Verdam trouwens nergens, laat staan een gedegen etymologische uitleg! [Confer echter in het eerste lemma Brake de 7de betekenis op blz. 114 van Verdam 1964!!!]. Kort samengevat komt een en ander hierop neer. Conclusie 1 Semantisch of semasiologisch hebben de termen braak, breuk en brook óók de betekenis van (hals)sieraad, overigens niet alleen in het schutterlijke jargon. Conclusie 2 De etymologie van braak, breuk en brook (hier alledrie in de betekenis van sieraad) luidt: broche => broque => broke (=> brook) => [ablautend, dus met klankwisseling] breuke (=> breuk) en brake (=> braak), welke taalkundige ontwikkeling reeds vóór het jaar 1500 zich heeft voltrokken en wel - naar alle waarschijnlijkheid - in het gebied van het oude Vlaanderen (= Noordwest-Frankrijk en Zuidwest-België). Voor het Duitse taalgebied geldt de etymologie, naar ik meen: broche => broque => [bruke? => bruk? =>] bruch. Schützenbruch = schuttersbrook, schuttersbreuk, schuttersbraak!
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
13
995
Conclusie 3 Gelet op de beide voorgaande conclusies, dienen de ‘gewone’ Nederlandse woordenboeken (met minstens enige wetenschappelijke pretentie, dus inclusief de Grote Van Dale en het Woordenboek der Nederlandsche Taal) te worden aangepast. Hetzelfde geldt evenzeer voor de etymologische woordenboeken en voor het Middelnederlands handwoordenboek van Verdam. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch 1) WNT = Woordenboek der Nederlandsche Taal. 40 banden, d.i. overigens exclusief een ‘supplement’, drie ‘aanvullingen’ en een ‘bronnenlijst’. ’s-Gravenhage en Leiden 1882-1998. Voor ons is hier van belang: WNT 1902 = Derde deel, eerste stuk: Bo - Byzantijnsch. 2) WNT 1902, kolommen 952-958. 3) WNT 1902, kolommen 1302-1311. 4) WNT 1902, kolom 1311. 5) WNT 1902, kolom 1405. 6) WNT 1902, kolommen 1577-1578. 7) Verdam 1964 = J. Verdam: Middelnederlandsch handwoordenboek. Onveranderde herdruk en van het woord sterne af opnieuw bewerkt door C.H. Ebbinge Wubben. ’s-Gravenhage 1964. (Meer speciaal het eerste van de drie lemmata Brake op blz. 114 en het laatste van de twee lemmata Broke op blz. 118).
Een breuk (in de betekenis van sieraad) hoeft niet per se een konings- of keizersbreuk te zijn en zelfs niet eens een schuttersbreuk: zie de afbeeldingen hierboven op blz. 989 alsmede de onderstaande afbeeldingen
Koningsbreuk [hier tevens met kazuifel of ‘haam’ ter bescherming van het zilver] St.-Niklaasgilde te Heultje (Antw.) Bron: Ising 1986, blz. 107
Hoofdmansketen of -breuk St.-Sebastiaansgilde te Bergen op Zoom en Borgvliet (N.Br.) Bron: Ising 1986, blz. 212
Voorzittersketen of -breuk Oud-Limburgse Schuttersfederatie Bron: Ising 1986, blz. 205
Voorbeelden van breuken (ketens), zijnde géén schuttersbreuken, worden eventueel later in de SB getoond. -----------
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------996
30 oktober 2006
14
Schuttersbrief - nummer 56
KONINGSCHAP EN KEIZERSCHAP (3) Vervolg op SB 5, blz. 168, en SB 6, blz. 223-224
[N.a.v. Stef Bouwmeesters vragen en een reactie daarop van Alfred Disch in SB 54, blz. 940]
VAN: De Heer J.A.M. (Jan) Wannet, bibliothecaris-archivaris en zilverbewaarder St.-Gangulphus- & St.-Laurentiusgilde te Huissen (FGS-Kring Het Rijk van Nijmegen en de Betuwe) Beste Stef Bouwmeester,
Huissen (Gld.), 24 september 2006
Bij onze gilde zijn er de volgende regels. Als je driemaal achterelkaar koning bent geworden, ben je keizer voor het leven. De gilde schenkt dan een gouden speld of penning aan de keizer. Dit stamt nog uit de oude regels. Toen werd gesteld dat degene die driemaal achterelkander koning is geworden, het zilver mocht houden. De gilde moest dan het zilver ‘afkopen’ door middel van een gouden medaille. De Huissense gilden SintGangulphus en Sint-Laurentius hadden deze bepaling in hun oude gildenboeken staan. Met de fusie in 1889 waarbij de beide gilden onder één bestuur werden samengevoegd, is deze bepaling overgenomen. Het koningsschieten in Huissen vindt elk jaar plaats rond 25 juni. Zes weken daarvoor komen de gildebroeders bijeen om te stemmen of er om het koningschap wordt geschoten. In het verleden was de uitslag soms negatief. Reden was vaak ‘oorlog en duuren tijd’ zoals wordt omschreven in de gildeboeken. Als de zittende koning wordt onttroond, wordt hij keizer. Is er bij het volgende koningsschieten weer een nieuwe koning [d.w.z. is er bij het volgende koningsschieten iemand anders koning geworden], dan wordt de oude koning keizer en degene die keizer was, weer gildebroeder. Dit in het kort de regels die gelden bij onze gilde. Hebt U nog vragen, dan wil ik ze graag beantwoorden. Met gildegroet, Jan Wannet.
AAN: De Heer Jan Wannet Beste Jan,
Maastricht, 24 september 2006
Bij jouw beantwoording van Stef Bouwmeesters vragen wil ik toch de navolgende kanttekeningen plaatsen. Vroeger, d.w.z. tijdens de Late Middeleeuwen (1300-1500) en de Nieuwe Tijd (1500-1789/1794), kon iemand die voor de derde achtereenvolgende keer het koningsschieten had gewonnen, in de praktijk inderdaad keizer ‘voor het leven’ zijn. De kans dat nog tijdens diens leven (!) een medelid een zelfde prestatie leverde door het lossen van een keizersschot, was zo goed als uitgesloten. Dat kwam mijns inziens door een paar gegevenheden, waarvan de belangrijkste misschien wel deze is: het aantal deelnemers aan een koningsschieting was eertijds doorgaans groter dan thans, niet alleen doordat de toenmalige schuttersgilden vaker omvangrijker waren dan de tegenwoordige, maar vooral doordat elk schutterijlid destijds verplicht was tot deelname aan het koningsschieten. Hoogst merkwaardig en in strijd met de eeuwenoude schutterstraditie vind ik de thans binnen jouw gilde geldende gewoonte om een onttroonde koning automatisch te bombarderen tot keizer. Sinds wanneer geldt trouwens die curieuze gewoonte? Ze lijkt mij bovendien moeilijk te handhaven ingeval (conform de kennelijk eveneens bij jullie geldende ‘driemaal-achtereen-koning-is-keizervoor-het-leven’-regel) een èchte schutterskeizer zich binnen jullie gilde aandient. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
15
997
VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandeldrager van Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen, documentalist Limburgs Schutterstijdschrift alsook SB-redacteur Zware Buks en Documentatie Beste Alfred,
Klimmen (Lb.), 7 oktober 2006
Het is je toch ook bekend, dat de vereniging vrij is in de regels van het keizerschap? Er zijn verenigingen die de regel hebben dat je keizer kunt worden als je drie keer in je leven de vogel afgeschoten hebt. Weer andere verenigingen hebben de regel dat dit binnen vijf jaar moet gebeuren. Dus de regel dat je drie jaar achterelkaar de vogel moet afschieten, klopt doorgaans wel, maar niet altijd. Wat de laatste alinea betreft [zie SB 54, blz. 940], beste Alfred, goed schieten is een aspect van het keizer worden. Echter: tenzij er vals gespeeld wordt, moet je ook flink veel geluk hebben. Want onze vereniging schiet doorgaans met pakweg 35 personen op de vogel als het er al niet meer zijn. Dus je moet als dubbelkoning dan maar net het geluk hebben om op het juiste moment onder de buks te staan. Enkele jaren terug trok onze vereniging nogal de aandacht doordat een schutter voor de neus van de dubbelkoning de vogel afschoot. Had hij gemist, hadden we een keizer. Over eerlijk spel gesproken. Groetjes, Mathy
AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy,
Maastricht, 7 oktober 2006
Naar mijn bescheiden mening is geen enkele vereniging die enigszins in de traditie van het eeuwenoude schutterswezen wil staan, zo vrij in de toepassing van de regels betreffende het keizerschap als jij nu wil doen vóórkomen. Zelfs sportschutterijen (= schietclubs of schietverenigingen pur sang), die zichzelf niet willen rekenen tot de historische of folkloristische schutterijen (schuttersgilden) en desalniettemin toch aan koningsschieten doen, hechten - voorzover mij bekend - aan de ‘driemaalachtereen-koning-is-keizer’-regel; zie bijvoorbeeld De Handboogschutter - jaargang 4 (augustus 1954, blz. 153), jaargang 5 (mei 1955, blz. 94) en jaargang 8 (augustus 1958, blz. 153). Met de inhoud van het tweede deel van jouw betoog ben ik het bijna helemaal eens. De geluksfactor speelt bij een konings- en al helemaal bij een keizersschieting een rol van betekenis, zeker wanneer het spel eerlijk gespeeld wordt. Ik spreek hier - althans wat betreft het koningsschieten - een beetje als ervaringsdeskundige. In 1986 wist ik het koningschap te behalen bij de Koninklijke Sociëteit van Handboogschutters ‘Sint-Sebastiaan 1408’ te Maastricht. Na afloop van de wekelijkse competitiewedstrijden, d.w.z. aan het eind van het schietseizoen in dat zelfde jaar, bleek ik tevens van mijn vereniging de beste schutter te zijn op grond van het hoogste aantal door mij behaalde schietpunten. De toenmalige voorzitter zei toen tegen me: Alfred, je hebt daarmee bewezen dat je eerder dit jaar terecht de winnaar van het koningsschieten geworden bent. Ik antwoordde hem toen: Bèr, dat ik winnaar van de wekelijkse competitiewedstrijden geworden ben, heb ik te danken aan het feit dat ik daarvoor hard getraind hebt door nagenoeg op geen enkele wekelijkse schietoefening te ontbreken. Maar wat die ene koningsschieting aangaat, heb ik toch ook wel een dosis geluk gehad! Toen ik het jaar daarop door omstandigheden nauwelijks nog kon deelnemen aan de wekelijkse schiettrainingen van mijn vereniging, bakte ik tijdens de eerstvolgende koningsschieting er ‘dan ook’ totaal niets van. Waarschijnlijk om mij enigszins een hart onder de riem te steken, vertelde me een medelid, dat je nu eenmaal tijdens een koningsschieting óók geluk moet hebben. En die persoon was al elfmaal schutterskoning geweest en daarvan maar liefst driemaal dubbelkoning! Volledigheidshalve moet ik daarbij opmerken, dat bij de vereniging waar ik toebehoorde, in ieder geval de laatste halve eeuw nagenoeg alle 30 à 40 leden steeds aan de koningsschietingen deelnemen. Wie in zo’n ‘groot’ gezelschap geen ervaren schutter is, maakt minder kans op het koningschap. Wie een kundige schutter is, heeft een grotere kans. Mede vandaar mijn oproep (aan de dubbelkoningen) in de slotalinea van mijn reactie aan Stef Bouwmeester in SB 54, blz. 940. Maar (een beetje of misschien wel véél) geluk blijft in dezen ook de meest ervaren schutter nodig hebben. Dit is nu eenmaal inherent aan de ‘driemaal-achtereen-koning-is-keizer’-regel, ook al mag dàt niet altijd eerlijk schijnen! ----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch 998
30 oktober 2006
16
Schuttersbrief - nummer 56
SCHUTTERIJBOEKEN (5) Vervolg op SB 15, blz. 350, SB 30, blz. 524, SB 54, blz. 943-946, en SB 55, blz. 976 (Vervolg 2)
Hofdijk 1874
VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen, documentalist Limburgs Schutterstijdschrift alsook SB-redacteur Documentatie en Zware Buks Beste Alfred, Klimmen (Lb.), 7 oktober 2006 Of Alfons Ising de titel van zijn boek wel ontleend heeft aan Hofdijk, valt inderdaad niet met zekerheid te zeggen… Maar desalniettemin zou het me helemaal niets verbazen. Wat een diepe indruk maakte, was het register dat je bij Hofdijk 1874 gemaakt hebt [zie SB 54, blz. 945-946]. Ik geef toe: ik heb het boek in zijn geheel gelezen, maar kennelijk heb jij het binnenstebuiten gekeerd. Daar heeft toch flink wat werk in gezeten. Dat weet ik uit ervaring: ik ben daar nu ook mee bezig. Maar daar kom ik later nog op terug. Want ik ben nu druk bezig met de boeken (in mijn bezit) ‘uit elkaar te halen’ en alle informatie te categoriseren in verschillende onderwerpen. Dus alles over het koningsschap bij elkaar, over de band met de Kerk etc. Groetjes, Mathy
AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy, Maastricht, 7 oktober 2006 Het zou mij wèl verbazen, indien Alfons Ising de titel van zijn boek uit 1986 zou hebben ontleend aan Hofdijk 1874, omdat beide auteurs - zoals ik je zo meteen zal verklaren - schutterijhistorisch minstens in één opzicht principieel van mening verschillen. Toen ik Alfons Ising recentelijk sprak, kon ik natuurlijk niet nalaten om hem eens te vragen naar de herkomst van de titel van zijn boek uit 1986. Hij gaf me ten antwoord, dat in 1978 (het jaar waarin Ising als ex-onderwijsman met zijn schutterijonderzoek een aanvang nam) het onder NoordBrabanders heel gewoon was om het betreden (door een schuttersgilde) van een kerk te betitelen als met vliegend vaandel en slaande trom. Vandaar! [Hoezeer de Kerk in Isings beoordeling van het schutterswezen een rol gespeeld heeft, zal blijken wanneer we te zijner tijd in deze rubriek zijn boekwerken zullen bespreken.]. Met Hofdijk 1874 heeft de titel van Isings boek uit 1986 dus volstrekt niets uitstaande, zo verklaarde mij de auteur zelf nadrukkelijk. [Het zal overigens ook niet aan iedereen bekend zijn, dat begin jaren 90 van de vorige eeuw Ising te kampen kreeg met een ernstige ziekte, waardoor met name zijn stembanden sterk aangetast werden. Daar kwam een tiental jaren later nog bij, dat Ising een zware hartoperatie heeft moeten ondergaan. Aan schutterijonderzoek doet hij derhalve al vele jaren helemaal niets meer, maar aan zijn oude hobby - de fotografie -sinds kort eens temeer. Met Ising gaat het dus - gelukkig - weer redelijk goed!] Een van de punten waarop ik (ondanks mijn bewondering voor de totstandkoming van diens standaardwerk uit 1986) met Ising ten principale oneens ben, laat zich mede aan de hand van Hofdijk 1874. illustreren. In de vorige aflevering van deze rubriek (zie SB 55, blz. 976) heb ik er al op gewezen, dat Dr. W.J. Hofdijk maar liefst méér dan eenderde deel van zijn boek ‘De oude Schutterij in Nederland’ heeft besteed aan het hoofdstuk over de periode van de zogenaamde Gouden Eeuw (1585-1670). Dat hoofdstuk maakt duidelijk, dat in de Republiek Nederland ‘de tijd van de oude schutterij’ definitief ten einde liep om plaats te maken voor een geheel nieuwe periode in de Noord-Nederlandse (en ten dele ook Zuid-Nederlandse!) schutterijhistorie, nl. voor de periode van ‘de stedelijke schutterij’. Het bijzondere van deze schutterij-nieuwe-stijl. zat ’m hierin, dat in de steden (a) de Middeleeuwse opzet van schutterijen vervangen werd door een meer moderne opzet, d.w.z.: door een op eigentijds-militaire leest geschoeide aanpak (b), een in principe voor alle weerbare mannen verplichte toetreding (c) en een nagenoeg volkomen uitbanning van religiositeit binnen het schutterswezen (d). Moeten we daarentegen Ising 1986 (blz. 31) geloven, dan was pas bij de aanvang van de Gouden Eeuw voor het eerst sprake van ‘de invoering van het begrip schutterijen’. Alsof er vóór de Gouden Eeuw helemaal géén schutterijen zouden hebben bestaan! En alsof de term schutterij niet van Middeleeuwse komaf zou zijn, toen - d.w.z. in de Middeleeuwen - schutterij nog volledig synoniem was met schuttersgilde! Op dit punt ben ik het dus met Ising zeker niet eens en stem ik in met Hofdijks opvatting. Beste Mathy, jammer vind ik het dat Dr. Hofdijk in zijn boek de ontwikkelingslijn via ‘de stedelijke schutterij’ niet helemaal heeft vervolgd tot aan het eind van de Nieuwe Tijd, dus tot ±1789, en zelfs nog verder. Want vlak ná het voormelde revolutiejaar kwam er wéér een wijziging in de opzet van het schutterswezen, een wijziging die op haar beurt medebepalend gebleken is voor latere ontwikkelingen op schutterijgebied. Wie wèl de ontwikkelingslijn via ‘de stedelijke schutterij’ tot in zijn eigen tijd heeft beschreven, is Dr. C. te Lintum met zijn boek uit 1910. Maar dáár meer over in een volgende aflevering van deze SB-rubriek! ----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
17
999
HET SB - REDACTIEBELEID (12) Vervolg op SB 47, blz. 795-796
VAN: De Heer Eric Meeusen, knaap [= bode] en webmaster van O.L.Vrouwegilde te Kalmthout Geachte Redactie,
Kalmthout (Antw.), 1 oktober 2006
In bijlage een kort verslag van de driejaarlijkse koningsschieting van de voetbooggilde Onze-Lieve-Vrouw te Kalmthout, provincie Antwerpen, België. Kan gebruikt worden voor de Schuttersbrief, dacht ik.
Met vriendelijke groeten, Eric Meeusen
AAN: De Heer Eric Meeusen Beste Eric Meeusen,
Maastricht, 1 oktober 2006
Wordt de betreffende kopij niet al gepubliceerd in het HGK-kwartaalblad De Knaap? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
VAN: De Heer Eric Meeusen Beste Alfred,
Kalmthout (Antw.), 2 oktober 2006
U heeft gelijk: ook daar is het naar verzonden.
Met gildebroederlijke groeten, Eric Meeusen
AAN: De Heer Eric Meeusen Beste Eric,
Maastricht, 2 oktober 2006
Dank voor Uw eerlijke berichtgeving. Ik hoop, dat gij het mij niet euvel duidt dat ik Uw artikel (hoe interessant ook!) bezwaarlijk in de SB kan opnemen. In de eerste plaats, omdat ik mijn collega's van De Knaap niet voor het hoofd wil stoten. In de tweede plaats, omdat de SB minder geschikt is voor het plaatsen van verslagen omtrent allerlei schutterlijke activiteiten (tenzij het om uitzonderlijke activiteiten gaat), een redactiebeleid waar ook ik als hoofdredacteur van de SB mij aan te houden heb. Dat alles neemt niet weg, dat ik het ten zeerste waardeer dat gij kopij voor de SB hebt willen insturen. Dat voorgaande woorden van mij beslist géén loze woorden zijn, mag misschien reeds hieruit blijken, dat ik U thans vraag, of U misschien bereid bent om een andersoortig artikel over Uw gilde voor de SB te schrijven. Sterker nog: ik wil zelfs een aparte SB-rubriek aangaande Uw gilde opstarten. In die rubriek kunt U Uw gilde aan de SB-lezers voorstellen door een en ander over haar ontstaan en verdere geschiedenis te vertellen, bij voorkeur met een of meer illustraties. Mag ik in dezen op Uw welwillende medewerking rekenen? Ik zal mij een dezer dagen eens verdiepen in de historie van Uw vereniging. Wellicht dat ik dan naar aanleiding daarvan U nog enkele suggesties voor een SB-rubriek over Uw gilde aan de hand kan doen. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. PS Vindt U het goed, dat ik onze huidige correspondentie publiceer in de SB-rubrïek Redactiebeleid? Dit lijkt mij namelijk relevant voor hen die óók voornemens zijn om op termijn kopij over hun eigen schuttersgilde (schutterij) te versturen voor plaatsing in de SB.
VAN: De Heer Eric Meeusen Beste Alfred,
Kalmthout (Antw.), 2 oktober 2006
U mag onze huidige correspondentie natuurlijk publiceren in de SB-rubriek Redactiebeleid. Verder ga ik proberen een artikel over onze gilde in elkaar te knutselen, maar ik beloof niet dat dit binnen een korte termijn zal zijn. Met gildebroederlijke groeten, Eric Meeusen
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1000
30 oktober 2006
18
Schuttersbrief - nummer 56
VRAAG EN ANTWOORD; VRAAG EN AANBOD (Afl. 22) Vervolg op SB 55, blz. 979
Gelieve Uw antwoord steeds (óók) te richten aan de redactie van de SCHUTTERSBRIEF (redactie@schuttersbrief.nl), zodat niet alléén de vraagsteller maar àlle SB-lezers er profijt van kunnen hebben!
-----VRAAG 70 (inzake optreden voor langdurig zieke kinderen) Duiven (Gld.), 12.10.2006 Geachte Schuttersvrienden, Gildebroeders en -zusters, In de onderstaande mail wordt gevraagd om o.a. ‘vendelzwaaiers’ ten behoeve van een speciale dag, die wordt georganiseerd door een stichting voor zieke kinderen [www.opkikker.nl]. Dit in samenwerking met CliniClowns. Op zich een loffelijk streven lijkt mij. Daarom informeer ik U langs deze weg. Indien U genegen mocht zijn, neem dan s.v.p. rechtstreeks contact op met deze mensen. Adresdetails zie onder. Namens de FGS-kring De Liemers, met vriendelijke schuttersgroet,
Marten Hoekstra
Van: Ruud Sliphorst [mailto:ruudsliphorst@opkikker.nl] Verzonden: dinsdag 10 oktober 2006 10:03 Aan: Kringliemers@hetnet.nl Onderwerp: FW: Evenement 11 november Van: Stichting De Opkikker; contactpersonen: Ruud Sliphorst en Marcia van Beek. Kerkstraat 92, 1354 AC Almere Haven; 036 - 538 66 60; info@opkikker.nl; www.opkikker.nl. Geachte Mevrouw, Heer,
Almere (prov. Flevoland), 10 oktober 2006
Graag vragen wij Uw aandacht voor het volgende: op 11 november a.s. organiseert stichting De Opkikker in samenwerking met stichting CliniClowns een sprookjesdag voor 50 gezinnen waarvan een van de kinderen langdurig ziek is. Deze dag vindt plaats in Sprookjeswonderland te Enkhuizen. In totaal komen er rond de 240 gasten waaronder ongeveer 140 kinderen. De gezinnen worden ’s ochtends om 10.00 uur verwacht. Na ontvangst volgt er een spel waarbij zij over het sprookjespark uitzwerven. De CliniClowns verzorgt het creatieve gedeelte. Rond 17.00 uur is deze dag afgelopen en keren de gezinnen weer huiswaarts. Om deze dag extra speciaal te maken zijn wij op zoek naar partijen die ons behulpzaam willen zijn en het thema ‘sprookjesdag’ hier inhoud aan willen geven door onderstaande activiteiten nader in te vullen. Wij realiseren ons dat wij veel vragen. Echter, de reacties van gezinnen op de dag zelf en achteraf maken telkens weer diepe indruk op alle betrokkenen. Wij hopen dat U kans ziet om ons behulpzaam te willen / kunnen zijn dan. Gezamenlijk kunnen wij er dan voor zorgen dat ‘na veel vervelende dagen de leuke dagen toch net iets langer duren’. Na ontvangst van Uw reactie nemen wij, indien gewenst, contact op om nadere afspraken te maken over tijden, eventuele kosten e.d. Mede namens de betrokken gezinnen, bij voorbaat onze dank voor Uw aandacht. Met vriendelijke groet, Marcia van Beek, stichting De Opkikker Wij zijn op zoek naar: vendelzwaaiers, herauten, goochelaar die pompoen om kan toveren in een koets (of iets kleiners), muziekkorps, sprookjesfiguranten, vijf kikkerpakken, suikerspinnenkraan, gasballonnen, koetsen / huifkarren (in de ochtend, en/of eind van de middag), trompetkorps, iemand die kinderen wil / kan schminken incl. toebehoren, minstreel, barokmuziek, vuurkorven, lampions, troubadour, stadsomroeper, ridders, jonkvrouwen (incl. kleding). PS. Indien U ons aan relevante adressen kan helpen, zijn wij U ook zeer erkentelijk. Is het mogelijk de ontvangst van deze mail te bevestigen? Bij voorbaat dank! Voor het gehele programma zie de navolgende bladzijde
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
19
1001
PROGRAMMA ZATERDAG 11 NOVEMBER 2006 09.45 - 10.45 uur: Rolls Royces (2) brengen gezinnen vanaf parkeerplaats naar Sprookjes Wonderland 09.45 - 10.45 uur: Ontvangst bij de poort door stadomroeper en vendelzwaaiers o.b.v. muziek 10.45 -11.15 uur: Middeleeuwse muziek / gezelschap bij / rond het kasteel Sprookjes Wonderland 10.45 - 11.15 uur: Drankjes met rook in grote zaal 11.15-11.45 uur: Bij vertrek uit Kasteel vendelzwaaiers op het plein van het kasteel 14.00-15.30 uur: Middeleeuwse muziek op Sprookjes Wonderland, rondlopend 15.15 uur: Optreden illusionist omtoveren van een pompoen in ?? 16.00 -16.45 uur: Uitzwaaien onder begeleiding van een drumband Locaties op het park nog aan te wijzen. Gasballonnen, suikerspin, schminken tussen 11.15 en 13.15 uur. Suikerspin, ijs, schminken tussen 14.00 en 15.30 uur. Voor bij het kasteel herauten, trompetten met pauzes tussen 10.00 en 16.00 uur. Erica Terpstra, voorzitter NOC*NSF Veel tegenslagen in het leven kun je met kracht en enthousiasme te lijf gaan. Maar als je kind ziek wordt, zich ellendig voelt, pijn heeft, bang is en tegenslag na tegenslag te verwerken krijgt, sta je machteloos, dat weet ik als moeder en grootmoeder maar al te goed. Als er dan mensen zijn die je een dag lang van de ene verrassing naar de andere voeren, zodat je gedachten even helemaal worden afgeleid, als je je kind (ĂŠn de andere gezinsleden!) ziet strĂĄlen van plezier, dan is dat geweldig, op die dag zelf, maar ook om op terug te kijken en om kracht uit te putten voor wat komen gaat. Ik steun stichting De Opkikker dan ook van ganser harte en zet me heel graag voor hen in. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1002
30 oktober 2006
20
Schuttersbrief - nummer 56
VERSCHIJNING VAN DE SCHUTTERSBRIEF (27) Vervolg op SB 55, blz. 978-979
Zaterdag, 29 september 2006 Beste Alfred, Via Jelger Visser ontving ik heden het e-magazine Schuttersbrief, met o.a. uitgebreide teksten over de zoeaven. Ik vind het heel bizar, dat je in zo korte tijd al zoveel informatie hebt weten binnen te halen. Het zijn boeiende verhalen om te lezen. Met mijn hartelijke groeten, ook van Winny, Georges. G.N.F.M. (Georges) Disch, ridder in de Orde van St.-Gregorius de Grote en lid van de vereniging Pro Petri Sede, Zwijndrecht (Z.H.) [Voor de volledige tekst zie hierboven, blz. 991] -----Zondag, 1 oktober 2006 Jelger, Alvast bedankt voor het verzenden van de Schuttersbrief - nr. 55. Er staan interessante gegevens in, namelijk e-mailadressen die ik nog niet had, en een mooie rubriek over de zoeaven. Ik wist dat dàt leger bestaan had, want door stamboomonderzoek ben ik in de registers ook namen van Vlaamse jongens tegengekomen die in dat leger toen waren en/of gesneuveld zijn. Schuttersgroeten van Julien van Hoof. Julien van Hoof, baljuw [= toezichthouder regelgeving] van de Mechelse Kolveniersgilde, Mechelen (Antw.) -----Maandag, 2 oktober 2006 Beste Alfred, Met plezier heb ik weer de Schuttersbrief - nummer 55 gelezen. Mijn vraag indertijd, of jij wist of mijn gilde ouder is dan 1707, neemt wel heel grote vormen aan en geeft jou veel werk waarbij allerlei verborgen dingen naar boven komen die voor ons gilde uiteraard van belang zijn. Ik weet, dat als men aan jou wat vraagt, het altijd in orde komt en tot in de details uitgewerkt wordt. Ik wil je hiervoor alvast en evenzo de heer Jo Pluymakers hartelijk bedanken. Uiteraard wil ik het volledige dossier graag per post ontvangen. De kosten van het versturen aangevuld met een donatie zal ik naar jou overmaken. De donatie vind ik voornaam om een zo’n goede Schuttersbrief in stand te kunnen houden waar velen van ons met genoegen naar uitkijken, lezen en er steeds weer iets aan over houden wat hen aan het denken zet. Nogmaals mijn hartelijke dank. Met gildegroeten, Henny Hoppenbrouwers. H.E.J. (Henny) Hoppenbrouwers, bestuurslid St.-Jorisgilde te Rijsbergen en voorzitter NBFS-kring Baronie en Markiezaat, Rijsbergen, gemeente Zundert (N.Br.) Reactie van de redactie Beste Henny, De verlangde fotokopieën zijn reeds onderweg. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch -----Dinsdag, 3 oktober 2006 Alfred, Op één of andere wijze ben ik nummer 49 kwijt geraakt. Kun je die nogmaals toezenden? Complimenten voor de leuke, leerzame verhalen! Met vriendelijke groeten, Rob Weijtmans R.C.L. (Rob) Weijtmans, deken-schrijver St.-Joris Udenhout en secretaris Commissie SAT Maasland, Udenhout (N.Br.) Reactie van de redactie Beste Rob, Bijgaand het verlangde SB-nummer. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
21
1003
RECENSIE (30) Vervolg op SB 51, blz. 901
Jubileumboek Schutterij St.-Petrus en St.-Paulus te Arcen (Lb.) Titel:
300 jaar Arcense Jongesellen. Schutterij Sint Petrus en Paulus 1706-2006. Z.pl. [Roermond] 2006.
Auteur: Fons Elbersen. Editor:
Uitgeverij Fontana te Roermond (Lb.).
Formaat: 20 cm bij 20½ cm; slappe kaft; 90 bladzijden tekst met 69 zwart-witfoto’s. Oplage: 600 exemplaren. Er zijn nog slechts ±40 stuks over. Dus wacht niet te lang met Uw bestelling! Prijs:
€ 12,50 plus - wegens verpakking en porti - € 2,50. Wijze van bestelling en betaling: overmaking van het verschuldigde bedrag naar bankrekeningnummer 11.60.69.295 t.n.v. Stg. Vrienden St.-Petrusen St.-Paulusgilde te Arcen; m.v.v. ‘Jubileumboek’ en Uw adres. Internationale bankcodes, t.w. Biccode: RABONL2U; IBAN-nummer: NL21 RABO 0116069295. Voor nadere informatie: Edward Cox (077 - 473 13 40) of Paul Troost (077 - 473 31 95); e-mailen kan ook: schutterij300jaar@tiscali.nl.
---
Schutterij St.-Petrus en St.-Paulus (anno 2005) voor de Hertog Jan-Brouwerij te Arcen (Bron: Elbersen 2006, blz. 77)
--Voor wie het nog niet mocht weten: we hebben hier te maken met - voorzover mij althans bekend (zie SB 46, blz. 766) - de enige (!), vandaag de dag in Nederland bestaande jonge schutterij of jonge schuttersgilde. ‘Jong’ wil in dit verband zeggen ‘vrijgezel’. En vrijgezel moest men bij deze Arcense schuttersorganisatie ook al zijn in 1706, het jaar waarin de ‘Jongmans ende Jongesellen’ van de heerlijkheid Arcen een verzoekschrift aan de plaatselijk gebiedende heer richtten om een ‘gilde’ of ‘compagnie’ (dus een schutterij) te mogen beginnen. Kennelijk hebben daarover de opeenvolgende heren van Arcen zwaar moeten nadenken, want pas bijna 30 jaar later - op 25 juni 1735 - voegde de Pruisische vrijheer Christiaan August van Gelder aan het Nederlandstalige verzoekschrift (tevens conceptreglement!) een tweetal Duitstalige zinnetjes ter approbatie (= goedkeuring) toe. Ondertussen zal - zo mogen we wel aannemen - de Arcense vrijgezellenschutterij reeds menige folkloristische (en misschien toch ook weerbare?) activiteit hebben ontplooid. Fons Elbersen heeft over de 300-jarige Schutterij St.-Petrus en St.-Paulus, vernoemd naar de oude parochiekerk, een lezenswaardig boek geschreven. Hij deed dat op een zeer verfrissende manier. Na de inleidende historische hoofdstukken ‘Oprichtingsakte anno 1735’ (blz. 6-7) en ‘De geschiedenis in vogelvlucht’ (blz. 821) volgt namelijk een hele reeks prikkelende ‘Interviews’ (blz. 24-79), die een duidelijk inzicht geven in het wel en wee van de jonggezellen- of vrijgezellengilde te Arcen tijdens de periode 1945 tot heden. De ‘Extra’s’ (blz. 82-90) betreffen het schutterszilver, het schutterslied en de schuttersvaandels, met op de laatste pagina de gebruikelijke colofon, inclusief de namen der sponsoren. Jongelui, proficiat met zo’n mooi jubileumboek! ----------Alfred Disch --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1004
30 oktober 2006
22
Schuttersbrief - nummer 56
MEDEDELINGEN (Afl. 32) Vervolg op SB 55, blz. 980-981
MEDEDELING 92 (Inzake schenking van handboogtijdschriften) Maastricht, september / oktober 2006 Van de heer J.E.M. (Sjaak) Eijsbouts, eigenaar van de Archief-, boeken- en voorwerpenverzameling Handboog, te Vlierden (gemeente Deurne, N.Br.) mocht ik de complete jaargangen 43 t/m 46 (= 1993-1996) van het tijdschrift Handboogsport ontvangen alsmede de complete jaargangen van de voorgangers van voormeld tijdschrift, t.w.: De Handboogsporter (jaargangen 37 t/m 42 = 1987-1992), De Handboogschutter (jaargangen 1 t/m 36 = 1951-1986) en O.M. [= Officiële Mededelingen] (proefjaargang = 1950). Het betreft hier het orgaan van de voormalige, op 21 december 1940 opgerichte Nederlandsche Bond van Handboogschutterijen (NBvH), sinds augustus 1973 de huidige Nederlandse Handboog Bond (NHB). Daarenboven ontving ik betreffende dezelfde landelijke koepelorganisatie een tweetal gedrukte beschrijvingsbrieven voor de Algemene Vergadering van 30.1.1949 en 29.1.1950, het Verslag van de laatstgenoemde Algemene Vergadering, de statuten en huishoudelijk reglement uit 1952 alsmede de brochure Schietreglement en Bijzondere Bepalingen. Bijvoegsel behorende bij De Handboogschutter van april 1969. Een vluchtige blik in met name alle honderden (!) nummers van genoemde vier periodieken leerde mij snel, dat we hier een schat aan gegevens hebben over talloze (bestaande en inmiddels opgeheven) handboogschutterijen vanaf de 19de eeuw tot heden, verspreid over de noordelijke en vooral zuidelijke provincies van ons land. Niet gering zijn trouwens ook de artikelen die handelen over het ‘schemergebied’ tussen de historische of folkloristische handboogschutterijen (handboogschuttersgilden) en de handboogsportschutterijen (handboogclubs, handboogschietverenigingen). We zullen als SB-redactie weken en weken - zo niet maanden - nodig hebben om alles grondig door te nemen. Het behoeft dan ook géén verder betoog, dat de SB-redactie zéér ingenomen is met de royale geste van dhr. Sjaak Eijsbouts uit Vlierden. Beste Sjaak, hoewel ik telefonisch je reeds hartelijk dank heb gezegd, wil ik toch ook hier - in foro publico mijn erkentelijkheid betuigen aan jou als gulle gever. Nogmaals van harte dank, mede namens de hele SBredactie èn mede namens de SB-lezers. Want ook zij, de SB-lezers, zullen temeer merken, dat we als SBredactie ons licht niet onder de korenmaat plaatsen: de Officiële Mededelingen, De Handboogschutter, De Handboogsporter èn de Handboogsport zullen menigmaal in de Schuttersbrief gaan opduiken als belangrijke informatiebron! [Zie bijvoorbeeld hierboven al, op blz. 998]. Alfred Disch ------
MEDEDELING 93 (inzake St.-Jorisgilde te Udenhout, NBFS-kring Maasland) Beste Alfred, Udenhout (N.Br.), 4 oktober 2006 We zijn bezig om een kruisboogbaan voor de St.-Jansboog aan te leggen. We hopen deze baan eind dit jaar gereed te hebben. Tevens wordt bij ons het jeu-de-boulespel gespeeld. Het hoofdwapen dat de St.-Jorisgilde hanteert, is het geweer. Groetjes, Rob Weijtmans R.C.L. (Rob) Weijtmans, deken-schrijver St.-Jorisgilde, Udenhout (N.Br.) ------
MEDEDELING 94 (inzake het eeuwfeest van de OLS-bond Juliana) Geachte Schuttersvrienden, Venray (Lb.), 27 oktober 2006 Middels dit schrijven wil ik U verzoeken om in Uw vergaderingen aandacht te besteden aan ons 100-jarige jubileumfeest van de Schuttersbond Juliana. Tevens het vriendelijke verzoek om de verenigingen te stimuleren hieraan deel te nemen. Ik dank U bij voorbaat en verblijf, met vriendelijke schuttersgroet, Bernie van Lierop, secretaris-penningmeester Schuttersbond Juliana; bvanlierop@home.nl ------
MEDEDELING 95 (inzake de OLS-commissie Milieu) Beste Schutters en Schuttersvrienden, Merum (Lb.), 29 oktober 2006 Sinds vorige maand zijn de werkgroepen ‘Geluid’ en ‘Schootsvelden’ van de Denktank Milieu van de OudLimburgse Schuttersfederatie (OLS) gefuseerd tot één ad-hoccommissie, mede naar aanleiding van de op 9 mei j.l. door de Provincie Limburg vastgestelde en in juli d.a.v. uitgegeven richtlijnen (brochure) Handreiking *) Limburgs Traditioneel Schieten . Voorzitter van de OLS-commissie Milieu is dhr. Louis Litjens. Voor vragen en suggesties inzake milieuaangelegenheden kan men zich rechtstreeks wenden tot ondergetekende. Met schuttersgroet, E.G.H. (Fred) Hannen, secretaris OLS-commissie Milieu, Beltmolen 44, 6099 GS Merum; 0475 - 33 44 21; e.hannen@hetnet.nl *) Noot van de SB-redactie: voor een samenvatting van de Handreiking zie www.limburg.nl/milieu => Geluid => Nieuwe regels voor schutterijen. Een ambtelijke ‘Werkgroep Schutterijen’, waarin óók de OLScommissie Milieu vertegenwoordigd is, gaat de komende tijd e.e.a. nader onderzoeken. Evaluatie van de Handreiking moet dan - zo is de planning - binnen twee jaar plaatsvinden. A.D. -----------
Schuttersbrief - nummer 56
30 oktober 2006
23
1005
COLOFON De Schuttersbrief (SB) verschijnt sinds 19 juni 2004 en is een uitgave van de SB-stichting i.o. De leden van de SB-redactie (zie volgend kadertje) vormen het bestuur van de SB-stichting. Activiteiten van de SB-stichting c.q. SB-redactie zijn onder meer: de Schuttersbrief, het Schuttersbriefje (voor jongeren), de SB-bijlagen, de SB-website en SB-jongerensite. Zie verder vooral ook de lijst van actiepunten op pagina 759 van SB-nummer 45. Daar de door de SB-stichting te maken kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de in het onderstaande kadertje vermelde (voorlopige) bankrekening. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! De SB wordt gratis verstrekt: zie de verzendlijst op pagina 760 van SB-nummer 45. Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de SB ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en Uw telefoonnummer weten aan: redactie@schuttersbrief.nl. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de voorlaatste pagina van SB-nummer 45. U mag - om o.a. auteursrechtelijke redenen - uitsluitend voor eigen persoonlijk gebruik de SB uitprinten, dus niet (!) ten behoeve van anderen. Oude nummers van de Schuttersbrief kunnen te allen tijde bij de redactie worden opgevraagd. Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Wilt U óók Uw eigen berichten opgenomen zien in de SB, gelieve dan per brief of per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de SB. In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek in de SB geopend. De SB telt thans meer dan 160 rubrieken; die van U kan (kunnen) er dus ook nog bij! Voor een tussentijds overzicht van de SB-rubrieken zie SB-nummer 45, blz. 745-758.
REDACTIEADRES Bezoekadres SB-redactie / SB-stichting: p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht. Telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62. Mobiel: (00.31)06.42 58 70 04 Fax : (00.31) (0)43.310 04 06 E-mail: redactie@schuttersbrief.nl
SB-website: en SB-jongerensite zijn onder constructie; geplande uitzenddatum: begin 2007. Voorlopige bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch, 6221 AE Maastricht 6-B. Voorlopige bankrekening buitenland: IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL-6221 AE Maastricht 6-B.
Redactieleden: Alfred Disch, hoofdredacteur, voor adresgegevens zie hierboven; e-mail, ook: alfred.disch@home.nl Jelger Visser: adjunct-hoofdredacteur, tevens redacteur-Kruisboog en webmaster; jelger.visser@gmail.nl Mathy Leunissen, redacteur voor de Zware Buks, tevens redacteur-documentalist Ans Moors: redactrice voor het Italiaanse taalgebied (Italië, San Marino, Vaticaan) Naast enkele gekwalificeerde zetels zijn er nog vacante redacteurschappen voor diverse EGS-landen en/of EGS-taalgebieden en voor de diverse schietdisciplines. U kunt zich daarvoor aanmelden bij de SB-redactie.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1006 30 oktober 2006 Schuttersbrief - nummer 56
24