SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-magazine als ideeënbus, discussieforum, actieprogram en informatieblad voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 71 – Maastricht, vrijdag 31 augustus 2007
REDACTIE Hoofdredacteur: Alfred Disch Adjunct-hoofdredacteur, tevens ICT-coördinator en redacteur-Kruisboog: Jelger Visser Eindredacteur, tevens redacteur voor Documentatie en Zware Buks: Mathy Leunissen Redactrice voor het Italiaanse taalgebied: Ans Moors Redacteur-webmasters: Peter Peeters, Ab Reuling en Willem van Uden Technisch en zakelijk adviseur: Jeroen Kaasenbrood (Compres Media System, Maastricht) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INHOUDSOPGAVE Redactie, Inhoudsopgave en Internet…………………………………………………………blz. 1335 Radioprogramma ‘Balkon van Limburg’ over het schutterijwezen (1)………………..blz. 1336-1341 Ging het duifschieten in oorzakelijk verband vooraf aan het papegaaischieten? (1)………...blz. 1342 Het kleiduivenschieten (1)………………………………….…………………………………blz. 1343 Het schutterijwezen te Obbicht (Lb.), vroeger en nu (1)……………………………….blz. 1344-1345 Kanttekeningen bij drs. Jos Gerits’ bevindingen inzake het schutterijwezen (2)………blz. 1346-1349 De vrouw in het schutterswezen (7)………………………………………………………….blz. 1350 EST 2006: het Europees Schutterstreffen 2006 te Heeswijk, gemeente Bernheze (7)………..blz. 1351 Het predikaat ‘Koninklijk’ (8)………………………………………………………….blz. 1352-1355 Recensie (33). De jaarkrans, jaarkring of jaarkroniek van een schutterij……………..blz. 1356-1357 Verschijning van de Schuttersbrief (38)………………………………………………..blz. 1358-1360 Mededelingen (Afl. 40)………………………………………………………………….blz. 1360-1361 Evenementenagenda: provinciaal - euregionaal - landelijk - internationaal (7)………blz. 1362-1363 Colofon en Redactieadres……………………………………………………………………..blz. 1364 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INTERNET De SB is ook te lezen op de website van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS): www.e-g-s.eu of www.egs-schuetzen.com => Schuttersbrief [= Schützenbrief = Gazety Strzelcow]. De SB-webstek (www.schuttersbrief.nl) is in opbouw. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
© Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
1
1335
RADIOPROGRAMMA ‘BALKON VAN LIMBURG’ OVER HET SCHUTTERIJWEZEN (1) VAN: Mevrouw Maaike Vroemen, regisseuse-redactrice van het L1-radioprogramma Balkon van Limburg Hallo, Alfred.
Maastricht, 17 juli 2007
Alsnog bedankt voor jouw bijdrage aan de uitzending van afgelopen zaterdag in het programma ‘Balkon van Limburg’. Bij deze stuur ik je een foto van afgelopen zaterdag. De audio-cd komt per post jouw kant op. Met vriendelijke groet, Maaike Vroemen
Het radio-panel van L1 op zaterdagochtend, 14 juli 2007, van 10.00 tot 12.00 uur in de feesttent van het ZLF 2007 te Mheer (Lb.). Van links naar rechts: Alfred Disch (SB-hoofdredacteur), Margriet Willems uit Opoeteren (lid van winnend OLS-zestal 2007), Luc Wolters (LS-eindredacteur en LSM-conservator), Jacqueline Kerkhof (radio-presentatrice) en Sjeng Hutschemaker (oud-schutterskoning en oud-schutter te Mheer). [Fotograaf: Jules Janssen]
------
Tekst van de audio-cd betreffende het radio-panel over het schutterijwezen, uitgetypt (voorzover het gesprek verstaanbaar was!) en uit het Limburgs vertaald door Alfred Disch Jacqueline Kerkhof: Kent U dat? Het is een héél beroemd schilderij van Rembrandt. Bussen vol met Japanners, Engelsen en Amerikanen. Ze staan rijen dik voor dat enorme doek. ‘Look, Honey, it is a real Rembrandt!’ En het kan hun niks schelen, dat het al jarenlang de verkeerde naam heeft. De Nachtwacht? Ho, de Dagwacht! Zo zou het eigenlijk moeten heten. En dat is echt waar! [OP VERZOEK - VIA STILLE WENKEN APPLAUS VAN HET AANWEZIGE PUBLIEK IN DE ZLF-TENT; DAN VOLGT ER MUZIEK…]. De laatste klanken van Carrying Young: Hot Shot. En de schutterij hier mocht wensen, dat ze zes ‘Hot Shots’ in de club had. Goedemorgen, jongens! Het OLS is nog maar net achter de rug, of het ZLF is al weer losgebarsten, het schuttersfeest van de Zuid-Limburgse Schuttersfederatie. En het hele weekend staat Mheer letter op zijn kop om alle 60 ‘sjötterieën’, de bielemannen, de marketentsters, de keizers, de koningen en de duizenden bezoekers te mogen ontvangen. Rondom de kerk het feestterrein ‘Aon Mheerbaom’, waar we nu zitten in de tent. En bij het kasteel is dit weekend het allemaal te doen. We zijn te gast bij Schutterij SintSebastianus en de schietharken staan klaar, de ‘bölkes’ hangen nog en nu maar duimen nog, dat het niet te hard gaat waaien en dat het droog blijft. Luc Wolters - Goedemorgen! - historicus en directeur van het schuttersmuseum in Steyl, is te gast. Luc Wolters: Conservator! Jacqueline Kerkhof: Conservator, ach, doe maar duur, Luc! Goedemorgen! Jezus, ik ben maar net wakker, man! Alfred Disch, hoofdredacteur van de digitale Schuttersbrief, is er ook. Goedemorgen!... Alfred Disch: Goedemorgen! -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1336 31 augustus 2007 Schuttersbrief - nummer 71
2
Jacqueline Kerkhof: …Met een sigaartje erbij. Gezellig! En we hebben Sjeng Hutschemakers, oud-koning en paradijsvogel van Mheer. Zeg ik dat zo goed, Sjeng? Sjeng Hutschemakers: Ja, dat kan ermee door. Jacqueline Kerkhof: Ja, dat is wel goed, hè? Enne… we hebben ook te gast: Margriet Willems. Schutter of schutster? Margriet Willems: Schutster. Jacqueline Kerkhof: Schutster, dat mag ik wel zeggen, ja, van de winnende partij. Ze hebben ‘UM’, Schutterij Sint-Dionysius. En dat betekent, dat volgend jaar Opoeteren het OLS mag organiseren. Tim Opdebroek is er ook. Hij is onze verslaggever ter plaatse en hij is op dit moment met Hannes Senden in gesprek. Goedemorgen! Tim Opdebroek: Goedemorgen, Jacqueline! Ik sta vlak buiten de feesttent. En… [DUIDELIJK HOORBAAR SNUIVEN]… ik kan de bierlucht van gisteren nog heel erg goed ruiken. Ik heb naast me inderdaad Hannes. Hannes Senden uit Mheer, groot fan van Mheer. Zit héél erg diep bij je, hè? Hannes Senden: Ja, het zit héél erg diep bij me, letterlijk. Tim Opdebroek: Daar gaan we het straks heel even over hebben. Maar als eerste, als ik erg brutaal mag zijn… wat zie je er vermoeid uit! Nog pips in het gezicht. Hannes Senden: Het was gisteren erg vroeg op en erg laat naar bed. En vandaag weer vroeg op. Tim Opdebroek: Heel wat uren achter elkaar gedraaid. Gisteren was het hier nog een heel drassige boel. Je hebt, wat dat betreft, geluk gehad met het weer, hè? Hannes Senden: Ja, héél veel geluk! Tim Opdebroek: Hé, zoals ik al zei, het zit heel erg diep bij jou: Mheer en natuurlijk ook de schutterij SintSebastianus. Hoelang zit je al bij de ‘sjötterie’? Hannes Senden: Veertien jaar nu. Tim Opdebroek: En je hebt iets gedaan om de liefde voor de schutterij en voor Mheer te laten blijken. Hannes Senden: Ja, dat zeggen ze, hè? Ik heb een tatoeage laten aanbrengen. Tim Opdebroek: Waar ergens? Hannes Senden: Op mijn kuit. Tim Opdebroek: Stel je voor, de volgende week krijg je een baan aangeboden in Amsterdam. Ik zeg eens iets geks. Dan moet je naar Amsterdam. Maar dan heb je dat op jouw kuit staan! Hannes Senden: Ja maar, met een lange broek aan ziet niemand iets! [HOORBAAR GELACH OP DE ACHTERGROND]. Tim Opdebroek: Mag ik het heel even zien, alsjeblieft? Oh… als ik dat nu zie - met de tenuebroek helemaal opgetrokken - dan zie ik inderdaad een man met pijlen doorboord aan een boomstronk. Dat is het teken van de schutterij? Hannes Senden: Dat is Sint-Sebastianus, ja. Tim Opdebroek: Je hebt ook een trompet bij je. Ik zou willen vragen: zou je even een startsein willen geven voor onze schutterij? En om jouw dorpje een klein beetje wakker te maken. [VOLGT TROMPETGESCHAL]. Dat klinkt nog heel aardig. Dat is net als: ‘Ik blaas me niet kapot!’ [GELACH OP DE ACHTERGROND]. Wat ga je vandaag doen? Hannes Senden: Dadelijk is er de kinderoptocht lopen. En dan is er nog de mis en de opening. Tim Opdebroek: Ik wens je heel veel sterkte. Ga je ook nog schieten? Hannes Senden: Nee, ikzelf niet. Helaas!
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
3
1337
Tim Opdebroek: Heb je geen vaste hand om te schieten? Hannes Senden: Nee, we kunnen helemaal niet meeschieten. We hebben daar geen tijd voor. Tim Opdebroek: Heel veel succes met de organisatie in elk geval! Ik ging gisteren de straat op om te vragen aan de mensen, op wie zij het liefst zouden kunnen schieten. Onbekende vrouw 1: Die Witte! Hoe heet hij ook al weer? Onbekende jongeman: Ja, wat moet ik daarop zeggen? Ja, eigenlijk op de hele Roda JC eigenlijk. Tim Opdebroek: Hoezo? Onbekende jongeman: Het zit me niet lekker. Tim Opdebroek: Wat is er gebeurd? Onbekende jongeman: Ja, dat is wanneer je MVV-supporter bent. Dan heb je het niet zo op die lui. Ik kan er niks aan doen, maar… Wederom de onbekende vrouw 1: Allee, Williger? Of hoe heet hij? Onbekende vrouw 2: Mijn moeder. Haar ben ik even zat. Te veel gezien deze week! Nogmaals de onbekende vrouw 1: De vriend van meneer Fortuyn. Van Willigen? Of hoe heet hij dan? Tim Opdebroek: Wilders? Voor de voorlaatste keer de onbekende vrouw 1: Oh ja, Wilders, ja! Tim Opdebroek: En waarom zou U dan op hem willen schieten? Voor het laatst de onbekende vrouw 1: Omdat hij gewoon de lui van de straat wil halen die een doekje op hun hoofd hebben. Dat hij de lui met rust laat! Dan heeft hijzelf ook rust. En dan heeft hij ook géén bewaking meer nodig. Jacqueline Kerkhof: Dat hij de lui met rust laat! Ik ga eens even aan de gasten aan tafel vragen. Alfred Disch, jij bent hoofdredacteur van de digitale Schuttersbrief: op wie zou jij wel kunnen schieten? Alfred Disch: Op wie? Jacqueline Kerkhof: Ja, op wie? Alfred Disch: Ik heb liever, dat je me vraagt ‘Op wat?’ Jaqueline Kerkhof: Op wat zou jij dan willen schieten, bij dezen? Jij bent gast. Alfred Disch: Natuurlijk op wat ze normaal de ‘bölkes’ noemen, al zijn het in feite ‘blökskes’. Jacqueline Kerkhof: Ach, jij gaat meteen, hup, de inhoud in - merk ik al. Het is dus niet de ‘bölkes’ maar de ‘blökskes’? Alfred: Juist. Jacqueline Kerkhof: Echt waar? Alfred Disch: Het zijn inderdaad blokjes en géén bolletjes. Het Maastrichtse woord voor ‘blokjes’ is ‘blökskes’. Jacqueline Kerkhof: Ja maar, we zitten hier in Mheer, hè? We zijn niet bij de Sjengen, dus niet in Maastricht, te gast. We zitten nu in Mheer. En dat is wat anders! Alfred Disch: Ik denk, dat ‘blokjes’ in het Mheers en in de overige Limburgse dialecten ook ‘blökskes’ is en dat ‘bölkes’ algemeen Limburgs is voor ‘bolletjes’. Jacqueline Kerkhof: We vragen het nu meteen aan Sjeng Hutschemakers. Sjeng, wat zeggen jullie in Mheer? Sjeng, jij bent de paradijsvogel van Mheer. Sjeng Hutschemakers: Bölkes. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1338
31 augustus 2007
4
Schuttersbrief - nummer 71
Jacqueline Kerkhof: Dus niet ‘blökskes’! ‘Onzin’, Alfred, zegt Sjeng. Alfred Disch: Maar je stelde de vraag niet goed, Jacqueline! Nu kan ik wel op je schieten! Jacqueline Kerkhof: Margriet, op wie zou jij kunnen schieten? Margriet Willems: Ikke? Eigenlijk op niemand. Jacqueline Kerkhof: Nee? Jij bent zo tevreden met de prijs, met de ‘Um’ van verleden week, dat… Margriet Willems: Maar zeker! Het kan niet op, hè? Jacqueline Kerkhof: …dat het je helemaal niks uitmaakt. Luc Wolters, op wie zou jij kunnen schieten? Luc Wolters: Ja inderdaad, ook niet op mensen. Want zo rancuneus ben ik niet qua persoon. Maar op de ‘bölkes’. En inderdaad op de ‘bölkes’, een directe versie van… Jacqueline Kerkhof: Okay, dat is dus de eerste zaak die we bij dezen kunnen afstrepen op de lijst van discussiepunten. Het zijn ‘bölkes’. Wij hebben gewonnen. De mensen die vinden dat het ‘bölkes’ zijn… [UITNODIGEND GEBAAR (OM BIJVAL) NAAR HET AANWEZIGE PUBLIEK IN DE ZLF-TENT]. Jongens, we hebben gewonnen! [GEJUICH VAN HET PUBLIEK]. Alfred, helaas een minpunt voor jou! Nou, ik vind het een mooi moment om aan te kondigen, dat we hier ook te gast hebben: de Taolehietse uit Oost-Kerkrade. Welkom, jongens! En ze gaan voor ons spelen: ‘Kom mar op, Luuj!’ [MUZIEK…]. Ja, de Taolhietse met ‘Kom mar op, Luuj!’ Ja, en als U zin hebt om het feestje met ons te vieren, we zitten in Mheer. En dat is eigenlijk heel simpel: als U richting Mheer rijdt, bij de kerk gaat U linksaf en ziet U het feestterrein van het ZLF vanzelf. Goedemorgen, onze gasten! Luc Wolters, je bent historicus en ook conservator, met een duur woord, van het schuttersmuseum in Steyl. Luc, je bent in Leiden afgestudeerd op de schutterij. Wat zeiden je collega’s, toen je zei: ‘Nou, ik ga afstuderen op de schutterij’? Luc Wolters: Nou, dat vonden ze reuze-interessant. Zelfs de prof. Die zei ‘Dat moet je zeker doen! Het is een apart thema. Daar kom je weg mee.’ Jacqueline Kerkhof: Was jij de eerste? Luc Wolters: Zover ik weet, in het verleden wel. Jacqueline Kerkhof: Trots erop? Luc Wolters: Ja, ergens moet je mee beginnen. Jacqueline Kerkhof: En van welke schutterij ben je lid? Luc Wolters: Sint-Sebastaianus te Eys. Jacqueline Kerrkhof: Heten de schutterijen allemaal St.-Sebastianus? Luc Wolters: Nee, niet allemaal. Jacqueline Kerkhof: Maar hij is wel de patroonheilige van de schutterijen? Luc Wolters: Het is een patroonheilige die veel gebruikt wordt voor de schutterijen, ook hier in Mheer. Maar er zijn genoeg uitzonderingen waar ze bijvoorbeeld de parochieheilige hebben overgenomen of zelf een eigen heilige voor de schutterij hebben genomen. Jacqueline Kerkhof: Ja, de schutterij zit blijkbaar in je bloed. We zitten nu op het festivalterrein, in een grote tent, waar gebouwd wordt. Stroomt, kriebelt het dan in je bloed, als je hier dan zit? Luc Wolters: Het kriebelt dan zeker in mijn bloed. Zoals gezegd, we gaan schieten op de ‘bölkes’. Dat is een van de wedstrijden die morgen ook staat te gebeuren. En daar doe ikzelf aan mee. Ook ga ik mee in de optocht. Jacqueline Kerkhof: Dus je gaat morgen ook mee? Luc Wolters: Ja, natuurlijk. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
5
1339
Jacqueline Kerkhof: Wat leuk! Wat is jouw specialiteit eigenlijk? Want je hebt erop gestudeerd, maar ik neem aan dat je een specifiek thema hebt moeten kiezen rond de schutterij? Luc Wolters: Ja, ik heb het thema gekozen: de bewijsbare politionele, beschermende acties die in het Limburgse Maasdal zijn uitgevoerd door de Limburgse schutterijen. Jacqueline Kerkhof: Ja, daar is nogal wat discussie over, hè? Over de oprichting van schutterijen, wanneer het gebeurde. Was het pure hobby of was het echt om de steden te beschermen? Wat zeg jij, Luc? Luc Wolters: De periode waarop ik mij gericht heb, was de tijd van de plattelandsschutterijen. Dat is in de 17de-18de eeuw. Het gaat wat verder terug.. Maar als je naar de oprichting gaat kijken, dan ga je nóg verder terug in het verleden. Jacqueline Kerkhof: Dan zit je ergens rond het jaar 1500? Luc Wolters: Nou, dan zit je nog iets verder terug: 13de-14de eeuw. En dan kom je inderdaad een flink aantal verenigingen tegen die omwille van het beschermen van de stad maar ook met een aantal sociale en religieuze functies actief als schutterij geworden zijn. Jacqueline Kerkhof: En wat is dan de sociale en religieuze functie? Luc Wolters: ‘Sociaal’ is eigenlijk naar de leden toe. Dat schutterijen ook bepaalde feestmaaltijden en bijeenkomsten hadden zoals die voor schutterijen er nog zijn, nl. dat men wat voor de leden deed. En ‘religie’: de Middeleeuwen door was het een bijzonder religieuze tijd. En dus kreeg de schutterij, als ze een bepaalde functie binnen de stad had, ook een functie in de processie bijvoorbeeld. Jacqueline Kerkhof: Nou heb je het over de oprichting in de allereerste tijd., zo rond 12de-13de eeuw, zeg je. Maar jij hebt specifiek de 17de-18de eeuw onderzocht. Waarom die periode? Luc Wolters: Er was een tijdje eerder een doctoraalscriptie geweest*) en die had eigenlijk van alles ter discussie gesteld waarvan ik de indruk had dat er wel goede dingen bij zaten. Dat werd allemaal ter discussie gesteld in de zin van: het is alleen een sociaal-cultureel fenomeen, het zijn alleen de religie en de sociale activiteiten die de bovenhand hadden. Volgens mij was er genoeg om ook te bewijzen, dat de plattelandsschutterijen nog actief geweest zijn om ten dienste van schout en schepenen politietaken te verrichten. Jacqueline Kerkhof: Maar nu zeg jijzelf eigenlijk, dat in de periode die jij onderzocht hebt, dit niet aan de hand was. Dat dit wel in de eerdere periode aan de hand was en toen ontstaan was, maar dat het later niets meer ermee te maken had om schutterijen op te richten. Toch? Dat is wat jij ontdekt hebt? Luc Wolters: Neen, wat specifiek het punt was, was de vraag: zijn er Limburgse schutterijen wel actief geweest met politietaken? En dat is daadwerkelijk het geval geweest. Jacqueline Kerkhof: Alfred Disch, ik kijk even naar jou. Alfred Disch: Ten aanzien van het laatste, over de politietaken, ben ik het volledig eens met Luc. Die maakten inderdaad deel uit van het takenpakket van de schutterijen. Dat betwist trouwens ook niemand. Jacqueline Kerkhof: Nou, dat hebben we alvast binnen. Dat teken ik alvast af. Met dat laatste ben je het dus eens. Waar ben je het dan niet mee eens? Alfred Disch: Ik ben het niet eens met degenen die het hebben over oprichting van schutterijen in ons land vóór 1300. Want de eerste schutterijen in Nederland zijn pas ná het jaar 1300 ontstaan. Jacqueline Kerkhof: Okay. Jij, Luc, zei 1200. Luc Wolters: Dat heb jij ervan gemaakt, Jacqueline! Jacqueline Kerkhof: Och, dat heb ik ervan gemaakt! Ik ben nog verder teruggegaan! Dus ná 1300. Dat klopt dus wel? Daar zijn jullie, Luc en Alfred, het met elkaar over eens? ---------------------
*) Noot van de SB-redactie: Luc Wolters doelt hier op de doctoraalscriptie (uit 1986) van Jos Gerits.
A.D.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1340
31 augustus 2007
6
Schuttersbrief - nummer 71
Alfred Disch: Ik neem aan, dat Luc het met me eens is, dat de allereerste schutterijen in Nederland zijn ontstaan in de loop van de 14de eeuw, dus na 1300. Jacqueline Kerkhof: Okay! Dan hebben we toch nog even een eeuw ervan afgesnoept, Luc! Luc Wolters: Ja, ik bedoel: ik heb ook niets meer beweerd! Jacuqeline Kerkhof: Maar welke bewijzen vinden jullie dan? Alfred Disch: Nou, een discussiepunt is, met welk doel de allereerste schutterijen zijn opgericht. Mijn stelling is, dat de allereerste schutterijen zijn opgericht om reden van weerbaarheid, d.w.z. om reden van hulp aan de landsheer in de oorlog (denk aan ‘heirvaart’= krijgstocht), om reden van bescherming van de stad bij een belegering, om reden van politietoezicht, om reden van hulp aan de schout, om reden van bijstand bij het blussen van brand, om dat soort redenen. Jacqueline Kerkhof: Ik zal maar zeggen: de stadswachten van toen? Alfred Disch: Ook dát, ja. Jacqueline Kerkhof (plagerig): Ze hadden wel een kostuum, maar ze mochten net niks. Ik ben je nu een beetje aan het prikkelen. Dat snap je, hè, Alfred? Alfred Disch: Schutterijen hadden diverse taken, maar voor de allereerste schutterijen waren de weerbaarheids- of beschermingsverplichtingen de verreweg belangrijkste functies. En dit laatste is, mijns inziens, dan ook de ware reden waarom de vroegere en vroegste schutterijen in de steden en op het platteland zijn opgericht. Jacqueline Kerkhof: Maar de latere schutterijen die jij hebt onderzocht, waren opgericht om sociale en religieuze redenen, Luc? Luc Wolters: Een combinatie van: sociaal-culturele activiteiten, maar ook dus politietaken. Jacqueline Kerkhof: Dus ook nog steeds politietaken. Okay. Ik heb het nu allemaal scherp. We gaan naar Shellsea Dagger… [MUZIEK…]. [GERUIS VAN PARKERENDE AUTO’S OP DE ACHTERGROND]. Ja, we hebben vandaag de bumper heel voorzichtig geparkeerd om te voorkomen, dat de ‘bölkes’ ervan afvliegen. We staan op het terrein van het ZLF in Mheer. En dat is: als U bij de kerk naar links rijdt, dan komt U het vanzelf tegen. Tim Opdebroek , onze verslaggever, is er ook. En hij staat op dit moment met organisator Math Smeets. Tim Opdebroek: Klopt inderdaad, Jacqueline. Ik sta nu op het terrein, dat nu hartstikke leeg is, maar vanmiddag en morgen uiteraard stamp- en stampvol zal zijn. Zonet kwam de allereerste kassa voorbijgetrokken op een grote wagen. Tegenover mij de pr-manager eigenlijk van het hele gebeuren, Math Smeets. Er komt héél wat bij kijken, maar eerst: bent U echt iemand uit Mheer? Math Smeets: Nou, ik heb ooit, in de jaren 70, in Mheer gewoond. Tim Opdebroek: Eigenlijk bent U niet echt van Mheer? Math Smeets: Nee, maar ze hebben mij in Mesch opgezocht, want dáár woon ik nu. En ze hebben me gevraagd de sponsoring te doen en uiteindelijk de pr, de public relations. Tim Opdebroek: Daar komt een hoop bij kijken. Maar één ding moet ik even héél duidelijk hebben: het OudLimburgs Schuttersfeest, het OLS, begrijp ik nog wel, maar waarom moet Zuid-Limburg nog een aparte schuttersfeest hebben? Math Smeets: Nou, de geschiedenis schijnt zodanig te zijn - heb ik me ook laten vertellen; dus het zal wel kloppen - dat het OLS meestal naar Noord-Limburg gaat: die schieten beter. Dus dat betekent, dat in ZuidLimburg zelden een groot schuttersfeest plaatsvond. Een aantal jaren geleden - ik dacht einde jaren 40 hebben drie Zuid-Limburgse schuttersbonden (de grens ligt ergens boven Sittard / Echt / Sint-Joost) gezamenlijk besloten om elk jaar een Zuid-Limburgs Federatiefeest te organiseren. En Mheer is nummer 60. Dus pas over 60 jaar is Mheer wéér aan de beurt. Dat maken we allemaal niet meer mee. Ze noemen het ook wel het ‘Klein-OLS’. Daar doen zo’n 60 à 70 schutterijen aan mee. Dit is wat minder massaal. En wat ik me ook heb laten vertellen, is dat het er veel gezelliger is dan bij het OLS, omdat het wat ‘losser’ toegaat, allemaal. -----WORDT VERVOLGD. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
7
1341
GING HET DUIFSCHIETEN IN OORZAKELIJK VERBAND VOORAF AAN HET PAPEGAAISCHIETEN? (1) AAN: De Heer Marc Lemahieu, thesaurier en archivaris van de Koninklijke Hoofdgilde St.-Sebastiaan te Brugge, auteur van het in SB 33 gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden Beste Marc, Maastricht, 20 juli 2007 In jouw zéér interessante mailing van enkele dagen geleden (zie SB 70, blz. 1325-1328) ga je vrij uitvoerig in op het fenomeen of verschijnsel papegaaischieten, waaronder in algemene zin het koningsvogelschieten wordt verstaan en in pregnante of engere (bijzondere) zin het folkloristisch schieten op een houten namaakpapegaai. Bij een historische beschouwing over het papegaaischieten, zoals jij die in de vorige SB gegeven hebt, is het haast onvermijdelijk om óók stil te staan bij de vraag naar de oorsprong van het papegaaischieten. In dat verband vermeld je een drietal theorieën die je - en hierin val ik je bij - min of meer afwijst als zekere verklaringen; en dit benevens een kennelijk wél door jou aangehangen, eveneens vrije oude, vierde theorie: die van het duifschieten. Op een vijfde twijfelachtige theorie (van Dr. Hans-Harold Michaelis) mochten mederedacteur Mathy Leunissen en ikzelf reeds eerder in de Schuttersbrief wijzen: zie SB 14, Maastricht 13 oktober 2005, blz. 338-341. De vijf verklaringen komen hierop neer, kort samengevat: 1) het schieten op een levende duif, vastgebonden boven aan ’n paal (Klassieke Oudheid: Homerus en Vergilius); 2) de folklore van het winterkoninkje-vangen in Engeland en elders in Europa (vroeger en nu) [Dr. Michaelis!]; 3) het koningsvogelschieten als voorjaars- of vruchtbaarheidsritueel (Germaanse vroegmiddeleeuwse traditie); 4) de papegaai als symbool voor de moslims alias muzelmannen (uit de tijd van de Kruistochten, 1096-1270); 5) het verhaal over de graaf van de Provence in Frankrijk n.a.v. de laatste Kruistocht (1272) [cf. vorig punt]. Het is alleszins de moeite waard nader in te gaan op elke van de vorenstaande vijf theorieën. Voor nú wil ik me echter beperken tot de eerst vermelde: die omtrent het duifschieten als mogelijke verklaring voor het ontstaan van het papegaaischieten. Met het oog hierop, beste Marc, wil ik een aantal bezwaren opwerpen tegen deze mede door jou voorgestane theorie. Zelf schrijf je (confer SB 70, blz. 1326): Maar waarom schoot men op papegaaien? Wellicht werd het oorspronkelijke schieten op de duif, symbool geworden van de Heilige Geest, vervangen door het schieten op de meer exotische papegaai, om de Kerk niet voor het hoofd te stoten. Nog in de 16de-eeuwse Contrareformatie merkt men hoe de Kerk tekeergaat tegen het schieten op de duif, die symbool stond voor de Heilige Geest: ‘De Satan heeft de kinderen van het ongeloof aangezet om de H.-Geest een poets te bakken door het vervloekte “Vogelschieten”, dat een rechtstreeks overblijfsel is van het heidendom, als gebruik op te nemen. Dit gebruik is in geen geval te dulden.’ [De bron waaruit je citeert, is: Het Papegayschieten, inleiding tot de studie van een oud Europees volksgebruik, uitgegeven door De Nobele Orde van de Papegay, Antwerpen 1997; auteurs: Koenraad Logghe, Marc de Schrijver, Robert Wuyts en Theo Reintges]. De papegaai is te specifiek, te exotisch, om zomaar over dezelfde kam te scheren als gelijk welke andere traditionele duif, gans of haan van andersoortige vogelschietingen. De niet-inheemse papegaai (eerder halsbandparkiet) was hier wel gekend, maar niet als schuttersdoel. Het papegaaischieten als zodanig, in combinatie met de koningstitel, verschijnt initieel [= aanvankelijk] enkel in Vlaanderen, eerst duidelijk in het begin van de 14de eeuw, samen met de net ontstane schuttersgilden. De oudste en enige sporen uit die periode in Europa treft men aan te Ieper vanaf 1325, te Dordrecht in 1326, te Gent vanaf 1328, te Oudenaarde in 1328, te Leuven in 1332, te Brugge vanaf 1334 en te Aken in 1338. Al deze vermeldingen doen zich voor in dezelfde periode in een straal van 200 km. Mijn bezwaren zijn de navolgende. a) Je bent (enigszins?) in tegenspraak met jezelf: de oorsprong van het papegaaischieten alias koning(svogel-) schieten ligt zéér (?) waarschijnlijk al in de 13de eeuw (= 1201-1300); zie mijn e-mail in SB 39, blz. 631. b) Mij zijn géén bronnen bekend die melding maken van duifschieten in, vlak vóór of direct na de 13de eeuw. c) Zomin zijn er berichten over bezwaren van de Rooms-Katholieke Kerk tegen het duif- en/of papegaaischieten. d) Religieuze bezwaren (overigens alléén van protestantse zijde!) tegen het papegaaischieten - omdat de schutterlijke koningsvogel een duif zou (!) voorstellen - dateren pas van 3 à 4 (drie tot vier ) eeuwen later. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1342
31 augustus 2007
8
Schuttersbrief - nummer 71
HET KLEIDUIVENSCHIETEN (1) AAN: De Heer Marc Lemahieu, thesaurier en archivaris van de Koninklijke Hoofdgilde St.-Sebastiaan te Brugge, auteur van het in SB 33 gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden Beste Marc, Maastricht, 20 juli 2007 In een vorig artikel heb ik zo mijn vraagtekens geplaatst bij de mogelijkheid dat het duifschieten aan de basis zou hebben gelegen van de folklore van het papegaaischieten [zie hierboven, blz. 1342]. Hoe zit het nu met de oorsprong van het kleiduivenschieten? Het duivenschieten (= schieten op duiven als jachtsport) is mijns inziens - om het maar eens zo te zeggen ‘van alle tijden’. Het klassiek duifschieten als schietsport, dus het schieten op een levende, boven aan een paal vastgebonden duif, heeft daarentegen - volgens mij - vermoedelijk (?) uitsluitend ten tijde van de Klassieke 1 Oudheid bestaan: zie de epische werken van de Griekse dichter Homerus (8ste eeuw v.o.j. ) en de Romeinse poëet Vergilius (70 - 19 v.o.j.); de desbetreffende passages zullen ongetwijfeld t.z.t. nog in de SB worden weergegeven. Bewijzen van folkloristisch duifschieten, d.w.z. van het schieten op een houten namaakduif om de koningstitel bij een schuttersgilde, ben ik tot dusverre nergens tegengekomen. Ik ben dan ook geneigd - maar helemaal zeker ben ik er dus niet van! - om te stellen dat het kleiduivenschieten (in het Fries: klaaidowenskieten; in het Engels: clay pigeon shooting; in het Duits: Tontaubenschiessen; in het Frans: tir au pigeon d’argile) zijn oorsprong te danken heeft aan het schieten op duiven als jachtsport. Een eerste (weliswaar vluchtig) onderzoek heeft mij in die opvatting enkel en alleen maar versterkt. De ontstaansperiode van het kleiduivenschieten: 19de eeuw? Op het internet las ik de volgende mededeling 2: In 1822 beschrijft men het kleiduivenschieten als een specifieke sport, die door een bijzondere klasse van sportmensen wordt beoefend, grote schietvaardigheid vereist en gelegenheid geeft tot het afsluiten van grote weddenschappen en het houden van wedstrijden. Deze wedstrijden werden als volgt gehouden. In het schootsveld werden manden met duiven geplaatst. Deze manden waren door middel van een touw verbonden met een helper, die op commando van de schutter de manden opende, waardoor de duiven konden wegvliegen In de 19de eeuw werd deze ‘sport’ beoefend om grove weddenschappen af te sluiten. Bekend is dat in de Verenigde Staten van Amerika hierdoor miljoenen trekduiven zijn uitgeroeid, vergelijkbaar met grote aantallen bizons. Onder invloed van diervriendelijke groeperingen is deze vorm van duivenschieten inmiddels bijna overal ter wereld verboden. In eerste instantie werd daarna geschoten op met veren gevulde glazen ballen ter grootte van een tennisbal. Later zijn dat de nu alom bekende kleiduiven geworden. Hoezo ‘een bijzondere klasse van sportmensen’ en vooral hoezo ‘1822’? De digitale encyclopedie Wikipedia 3 bericht op dit punt slechts: ‘Kleiduivenschieten (…) werd beoefend door de rijkere mensen om ook buiten het seizoen “in vorm” te blijven. In 1822 komt men al gevallen tegen van kleiduivenschieten in de geschiedenisboeken (…).’
Schootsveld
Kleiduif
Werpmachine
[Bron foto’s: Wikipedia] Kan iemand ons verder helpen aan een precisering (met bronvermelding) van het begin van het kleiduivenschieten? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch 1) v.o.j. = vóór onze jaartelling = v. Chr. = vóór Christus = vóór Christus’ geboortejaar. 2) Zie de webstek www.kleiduiven.nl => Meer weten over de sport? 3) Zie de webstek www.wikipedia.nl => [in te toetsen zoekwoord] kleiduiven => Historie. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
9
1343
HET SCHUTTERIJWEZEN TE OBBICHT (Lb.), VROEGER EN NU (1) AAN: De Heer Drs. J.G.W.M. (Jos) Gerits, schutterijvorser Beste Jos, Maastricht, 16 augustus 2007 Je meldde mij vandaag (zie hieronder, blz. 1349), ‘voor 99,9% zeker’ ervan te zijn dat in het reglement van de voormalige schutterij te Obbicht ‘geen aanknopingspunt’ staat dat antwoord geeft op de vraag of deze schutterij ingesteld is als weerbaarheidskorps. Daarom hier eerst een gedeelte van dat reglement alvorens ik er enige toelichting bij geef. Citaten uit het schuttersreglement van Obbicht (1726) Anno 1900 publiceerde A.J. Flament, de toenmalige rijksarchivaris te Maastricht, in het Limburgse tijdschrift De Maasgouw (jaargang 22 - no 4, blz. 13-15) het reglement van de voormalige schutterij uit Obbicht. De aanhef, de diverse relevante artikelen en het slot van dat reglement luiden als volgt: Reglement, ordonnantie met gestatueerde straffe voor de schutterie ende compagnie van St. Sebastiaen der vrij Heerllijcheijt Obbicht ende Papenhoven, waernaer haer deselve in toecomende, tot voorcominge van eenige twis, ofte tweedracht, sal hebben te gedraegen: 1mo. sal tot versterckinge van dese compagnie jeder huijsraet von Obbicht, Papenhoven en Nattenhoven en onder de Heerllijckheit voorss. ressorterende eenen capabelen persoon hebben voor te stellen, den welcken voor schut sal worden aengeteekent; en alwelcken oock altoos hem sal hebben te verschijnen, soo dickwils als de compagnie haer sal hebben te verschijnen, en daertoe behoerlijck zijnde gecommandeert op poene dat bij faute van die jedemael sal worden gestraft in een halve tonne bier; 2do. ende bij soo verre in een van voors. dorpen ofte heerlijckhede waer wonende eenen anderen geloofsinnigen of van andere sekte, den selven sal sijn gepermitteert eenen anderen in sijnen naeme te mogen voorstellen, den welcken in sijn plaetse alsulcken dienst sal aennemen ende bekleden, ende soo wanneer hij sulkx niet en dede, sal worden gestraft in al sulcke amende ende boete als hier vorenende naer sal worden gespecificeert. (…) 5to. [indien bij het koningschieten] jemand hem oppiaterlijck [= opzettelijk] wilde absenteren [= afwezig zijn], sal boven voornoemde straffe aen den gebiedende Heere [= plaatselijk gebiedende heer] ende sijnen officier [= schout] vervallen in een amende [= boete] van drij goltguldens wegens ongehoersaemheijt hetwelcke soo dickwils als jemand hem ongehoersam tonende van te compareren [= aanwezig te zijn], sal plaetse grijpen, ten sij dat jemand waere den welcken hem wettelijck conde verontschuldigen, als sijnde buijtens landts, kranck ende andere wettelijcke redens, welcken alsdan sal sijn verexcuseert. (…). 14. sullen die schutten genieten wie van oudts hebben alle de straffen ende amendes dewelcke innerhalf acht daegen voor en naer den omgang sullen vallen, buijten dat alle crimineele saecken sullen verblijven aen den Heer en sijnen officier. 15. sullen die schutten genieten, wie van oudts van onsen gebiedende Heere eene aeme [= ±150 liter] bier ende van den Heere scholtis [= schout] eene halve aeme.(…), dewelcke door de schutten alle jaers in ordre sullen worden gedroncken. (…) 17.sullen alle over officieren [= schout én dorpsburgemeesters?] de schutten comen te mainteneren in haer oudt recht en preeviligie [= privilege = voorrecht] ende den eenen niet hooger als den anderen beswaeren, ende of ’t waere, dat sulcx contrairlijck [= daarentegen] geschiede naer eijsch van saecke gestraft worde, in soo nodigh aenden gebiedenden Heere daerover beclaegt worden, aen denwelcken alsdan sal vrijstaen van deselve van hun officie te deporteren. (…) Es wirt hiemitten aen alle schutzen als wie officieren, hiemitten anbefohlen om sich in zukomenden, naer voorgaende ordonnantie te regulieren auf poene von drij gortguldens [lees drij goltguldens = drie goudgulden] bruchten ende straffe daer bij vermelt. Gegeven Born, den 25 Junij 1726. J.G. Leerode zu Obbicht --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1344
31 augustus 2007
10
Schuttersbrief - nummer 71
Obbicht Dorp in de Zuid-Limburgse gemeente Sittard-Geleen, voorheen gemeente Sittard-Geleen-Born. Behoorde vóór 1.1.2001 tot de gemeente Born. Maakte vóór 1982 deel uit van de gemeente Obbicht en Papenhoven, waartoe ook Nattenhoven (grotendeels) behoorde. Vormde vóór 1794 met Papenhoven de vrijheerlijkheid en schepenbank Obbicht en Papenhoven en behoorde toen tot Opper-Gelre [= Opper-Gelder = Opper-Gelderland = Vierde Kwartier van Gelderland], ten laatste tot het Oostenrijkse deel daarvan. Werd namelijk bij de Vrede van Utrecht (1713) en het Barrièretractaat (1715) toebedeeld aan Oostenrijk en had dus de keizer als landsheer. Gebiedende (plaatselijke) heer was en bleef tot 1794 de kasteelheer van Obbicht; van een in 1570 verwoest kasteel bestaan nog enkele kelders; op een andere plek werd later het huidige kasteel gebouwd. Obbicht had een schuilschans, gelegen op Harrecoven en genaamd ‘het Lauwierken’. Parochiekerk: St.-Willibrordus. De schutterij vóór 1794. Hoofdtype: weerbaarheidsschutterij. Type: militieschutterij Reeds uit artikel 1 van het door de gebiedende kasteelheer J.G. Leerode in 1726 verordonneerde reglement blijkt overduidelijk, dat de vrijheerlijkheid Obbicht en Papenhoven (= de dorpen Obbicht, Papenhoven en Nattenhoven) de beschikking had over een schutterij die in de allereerste plaats een weerbaarheidskorps was en wel van het type militieschutterij of militiële schutterij, d.w.z.: elk (!) huishouden binnen het rechtsgebied moest (!) ten minste één ‘capabele’ [lees: weerbare] man (!) ‘ter versterking van deze compagnie’ leveren (!). Wat dat betreft, verschilde de plattelands- of dorpsschutterij van de onderhavige vrijheerlijkheid wezenlijk dus niet van de zogeheten ‘stedelijke schutterijen’ in de Republiek Nederland. Dit is misschien des te opmerkelijk, omdat het landsheerlijk gezag over Obbicht toentertijd niet berustte bij de Hoogmogende Heren in Den Haag (lees: de Staten-Generaal van de Republiek Nederland) maar bij niemand minder dan de Oostenrijkse keizer, preciezer gezegd: de Habsburgse keizer van het Heilige Romeinse Rijk van Duitse Natie. Een ‘remplaçantenstelsel’ avant la lettre Artikel 2 leert ons tevens, dat de plaatselijk gebiedende heer van Obbicht-Papenhoven een verstandig persoon was waar het om geloofszaken ging. Ter vermijding van godsdiensttwisten binnen de schutterij bepaalde hij nl., dat huishoudens die een andere religie dan de rooms-katholieke aanhingen, gerechtigd waren om i.p.v. iemand uit hun eigen gezin een katholiek van buiten hun gezin voor het schutterijlidmaatschap voor te dragen. Overheidsinkomsten uit de schutterij De nauwe betrokkenheid van de plaatselijke overheid (= gebiedende heer plus zijn schout) met de schutterij komt ook tot uitdrukking in artikel 5. Bleek een schutter ongeoorloofd afwezig te zijn bij de jaarlijkse koningschieting, dan stond hem een hoge geldboete te wachten die geheel ten goede kwam aan de kasteelheer en diens directe plaatsvervanger, de schout. Een vorm van politierecht Natuurlijk gold ook vroeger: voor wat, hoort wat! De overheid had om zéér uiteenlopende redenen belang bij het voortbestaan van een instituut als de schutterij. Daar stond bijgevolg voor de schutters enigerlei beloning tegenover, hetzij in natura (met name bier) hetzij in geld. Het laatste - uitbetaling in klinkende munt - wordt geregeld in artikel 14. Het bijzondere is hier trouwens, dat het privilege in kwestie de aard had van een vorm van politierecht. [Bij ettelijke schutterijen - maar kennelijk niet of niet meer in de vrijheerlijkheid Obbicht en Papenhoven? - kon dat voorrecht zelfs zó ver gaan, dat de schutterij tevens de bevoegdheid had om op sommige dagen van het jaar verbaliserend op te treden!]. Interessant is het hier ook om erop te wijzen, dat de vrijheerlijke schutterij van Obbicht-Papenhoven het onderhavige voorrecht bereids ‘van oudsher’ bezat. Met andere woorden: de Obbichts-Papenhoofse schutterij was niet pas in 1726 (her)opgericht maar bestond al lang vóór 1726. Bovendien was zij reeds al die tijd een weerbaarheidsschutterij; haar recht op ontvangst van revenuen uit de aan burgers opgelegde ‘gewone’ bekeuringen bestond immers eveneens van oudsher! Subsidie van overheidswege ook in natura Artikel 15 regelt de beloning in natura voor de schutterij, ook nu weer als ‘van oudsher’. Dit soort beloningen werd in de regel vóór 1794 verstrekt aan schutterijen die weerbaarheids- of beschermingstaken verrichtten. Opperste leiding over de schutterij Eigenlijk ten overvloede beklemtoont artikel 17, dat de opperste leiding over de schutterij [gelijk het bij schutterijen elders - in én buiten het Maasdal! - héél gewoon was] steeds bij de plaatselijk gebiedende heer berustte. Onze eindconclusie Beste Jos, ben je het met me eens, dat jouw en mijn conclusie géén andere kan zijn dan dat in het ObbichtsPapenhoofse schuttersreglement van 1726 voldoende aanknopingspunten staan om te mogen beweren, dat de betreffende schutterij ruimschoots vóór 1794 ingesteld was als weerbaarheidskorps? Graag jouw reactie. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch -----------
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
11
1345
KANTTEKENINGEN BIJ DRS. JOS GERITS’ BEVINDINGEN INZAKE HET SCHUTTERIJWEZEN (2) Vervolg op SB 70, blz. 1308-1312
Reacties op de eerste aflevering van deze rubriek VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.), documentalist van het Limburgs Schutterstijdschrift en mederedacteur van de Schuttersbrief Beste Alfred,
Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 13 augustus 2007
Met stijgende verbazing heb ik kennisgenomen van Jos Gerits’ mailing op blz. 1308 van SB 70. De schoenen vielen me zowat uit, toen ik las wat Gerits beweert over de jurist en schutterijvorser Mr. Dr. C.J. Sickesz. Volgens Gerits zou Sickesz in diens proefschrift ‘heel nadrukkelijk tot de conclusie komen dat ook [de schuttersgilden in de Middeleeuwen] niet zijn opgericht om de toenmaals nog jonge steden te beschermen.’ Niets is minder waar: Sickesz beweert precies het tegenovergestelde van wat Jos beweert! Ikzelf ben de gelukkige eigenaar van een exemplaar van Sickesz’ proefschrift De schutterijen in Nederland (Rijksuniversiteit Utrecht; Utrecht 1864). In dit boek staat over de middeleeuwse schutterijen (schuttersgilden) onder meer (!) het navolgende. Blz. 2-3: Uit het regt dat de stedebewoners met hunne vrijwording verkregen hadden om nu als vrije mannen de wapenen te dragen, ontstonden derhalve reeds terstond twee verpligtingen. De eene, uit onderlinge overeenkomst geboren, om de stad tegen gevaar van buiten en innerlijke onrust te verdedigen; de tweede om als onderdanen van hunnen landsvorst zich bij noodige landweer onder diens banier te scharen. Uit deze dubbele verpligting ontleenen de schutterijen haren oorsprong. De burgers toch, trots op hun nieuw verkregen regt dat hen in dezen op eene lijn stelde met den adel, namen met ijver de oefening in den wapenhandel ter hand. Doch hierin stuitte men op eigenaardige moeijelijkheden. Was de oefening in de wapenen de eenige bezigheid bijna van den adel geweest, in de steden waar handel en nijverheid begonnen te bloeijen, werd menigeen door de uitoefening van zijn bedrijf verhinderd zijn tijd aan den wapenhandel te besteden. Buitendien, de aankoop en het onderhoud van wapenen die iedereen zelf moest bekostigen, was duur. Als van zelf vereenigde zich dus langzamerhand in de steden een gedeelte der burgerij, en dat wel de aanzienlijksten, die reeds een zekere trap van welvaart bereikt hadden om op gezette tijden zich in het hanteren der wapenen te bekwamen. Zoo ontstonden er allengs in de steden vrijwillige vereenigingen die, weldra door de stedelijke overheden en de landsvorsten tot gilde verheven en met privilegiën begiftigd, de schuttengilden geworden zijn, welke den steden en landsvorsten van uitstekend nut zijn geweest. Blz. 13-15 (samengevat door mij): De verplichting tot deelname aan de heirvaart (= krijgstocht) ten behoeve van de landsvorst kwam voor schutterijen (schuttersgilden) helemaal aan het eind van dan wel kort na de Middeleeuwen te vervallen door de opkomst van staande legers, grofweg gedurende de periode 1451-1550. Daarnaast hadden de schuttersgilden nog een derde en meer vreedzame verplichting: Ze moesten namelijk met hun aanwezigheid in ‘hunne prachtige kleeding’ luister bijzetten bij het plechtig inhalen van vorsten en andere belangrijke personen. Mijn conclusie Sickesz geeft een volstrekt ándere voorstelling van zaken over het ontstaan van schuttersgilden (schutterijen) dan Gerits ons wil doen geloven m.b.t. Sickesz. Door in dit soort (eenvoudige en makkelijk op te zoeken) zaken al de plank lelijk mis te slaan, doet Gerits afbreuk aan zijn eigen betoog in SB 70. Beste Alfred, het lijkt er inderdaad op dat jouw kritiek (namelijk dat Jos Gerits zijn bronnen niet goed nakijkt) meer dan terecht is. En dat vind ik toch wel behoorlijk jammer voor Gerits, daar ik best wel respect voor deze kerel heb, ook al ben ik het niet altijd met hem eens. Dus ik hoop van harte, dat deze misstap van Jos in deze kwestie eenmalig was. Groetjes, Mathy
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1346
31 augustus 2007
12
Schuttersbrief - nummer 71
AAN: De Heer Drs. L.J.E. (Luc) Wolters, afgestudeerd op het onderwerp schutterijwezen, conservator Limburgs Schutterijmuseum en eindredacteur Limburgs Schuttertijdschrift Beste Luc,
Maastricht, 15 augustus 2007
In mijn repliek aan Jos Gerits in SB 70, blz. 1309-1312 (meer speciaal blz. 1311), ging ik - wellicht ten onrechte - ervan uit, dat jouw afstudeerproject Schutten en Schutterijen. Bescherming en politionele taken in het Limburgse Maasdal tijdens het Ancien Régime (onuitgegeven doctoraalscriptie; Rijksuniversiteit Leiden; typoscript; Simpelveld, voorjaar 1994) nog niet ter inzage lag bij deze of gene bibliotheek of wetenschapsinstelling. Is misschien inmiddels de door mij hierboven veronderstelde situatie gewijzigd? Zo ja, sinds wanneer en waar is jouw doctoraalscriptie te raadplegen? Bij voorbaat dank voor jouw antwoord.
Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
VAN: De Heer Luc Wolters Beste Alfred,
Simpelveld (Lb.), 16 augustus 2007
Dank voor je mail. Aan eenieder die daarom gevraagd heeft, heb ik inzage gegeven. Dat Jos me die vraag gesteld heeft, kan ik me niet heugen. Mocht hij er interesse in hebben, dan kan ik hem de tekst bezorgen. Los daarvan zijn de Leidse doctoraalscripties aldaar publiek. Mogelijk zal ik in de toekomst een nog betere toegang organiseren. Hartelijke groet, Luc
AAN: De Heer Drs. J.G.W.M. (Jos) Gerits, afgestudeerd op het onderwerp schutterijwezen Beste Jos, Maastricht, 16 augustus 2007 In de derde alinea van jouw mailing van 2 juli jongstleden (zie SB 70, blz. 1308) meld je, dat Luc Wolters ondanks ‘een aantal’ verzoeken van jouw kant - ‘tot op heden’ zijn bronnenmateriaal voor jou en anderen niet ontsloten heeft. Vanwege die mededeling van jou ben ik in jouw redenering meegegaan en heb ik op mijn beurt eveneens ervoor gepleit dat Luc ook zijn afstudeerproject - net zoals jij het met het jouwe hebt gedaan voor iedereen toegankelijk zou maken. Echter, ik heb reden om thans aan te nemen, dat óók de door jou gedane - en helaas ditmaal door mij klakkeloos voor correct aangenomen - mededeling inzake de ontoegankelijkheid van Lucs bronnenmateriaal bezijden de waarheid ligt. Verscheidene SB-lezers - zelfs uit Vlaanderen! - hebben mij namelijk de afgelopen dagen laten weten dat Lucs doctoraalscriptie wel degelijk vrij te raadplegen is. Zo is o.a. - met dank aan de Tungelroyse schutterijvoorzitter en -vorser / publicist Peter Korten te Molenbeersel (Belg.Lb.), die mij hierop attendeerde één exemplaar van Wolters 1994 te leen en dito één ter inzage aanwezig in de Stadsbibliotheek (SB) te Maastricht; aanvraagnummers (signaturen): respectievelijk SB 490 C 16 en SB 5039 A 90. Zie ook hierboven Lucs reactie op mijn vraag naar de toegankelijkheid van zijn doctoraalscriptie. Beste Jos, ik mag dus ervan uitgaan, dat ook jij - net als ieder ander - probleemloos kunt kennisnemen van Lucs bronnenmateriaal i.c. van de inhoud van Lucs doctoraalscriptie. Daarmee komt voor jou het argument te vervallen, dat jij je tot nu toe door Luc Wolters belemmerd voelde in jouw pogingen tot falsificatie van jouw eigen stelling. En die stelling van jou luidde en luidt, dat schutterijen (schuttersgilden) in het verleden niet om reden van weerbaarheid werden opgericht en dat zij pas later - bijgevolg eerst enige tijd ná hun oprichting beschermende taken toebedeeld kregen. Met alle genoegen van dien bied ik je bij dezen de mogelijkheid aan om in een eigen SB-rubriek toe te lichten waarom jij van mening bent dat Lucs doctoraalscriptie jou niet kan overtuigen van jouw ongelijk, dan wel dat Lucs afstudeerproject uit 1994 jou alsnog gerede aanleiding geeft om jouw falsificatie-queeste te kunnen staken. Ik denk, dat je met jouw inhoudelijke reactie op Wolters 1994 zeer veel schutters en schuttersvrienden een groot plezier zult doen. Ondertussen ga ikzelf uiteraard gewoon door met waarmee ik - mede op jouw eigen verzoek! - begonnen ben, nl. met mijn commentaar op jouw doctoraalscriptie (Gerits 1986) en jouw daaraanvolgende geschriften, spreekbeurten en digitale berichtgeving m.b.t. het schutters(gilde)wezen. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
13
1347
VAN: De Heer Jos Gerits Beste Alfred, Spaubeek, gemeente Beek (Lb.), 16 augustus 2007 In één ding heb ik me in elk geval niet vergist: de zekerheid dat je op mijn mail zou reageren [zie SB 70, blz. 1309-1312]. Dat doe je dan weer op de jou kenmerkende manier: zeer uitvoerig en gedetailleerd. En dat voor iemand die mij toewenst dat ik mijn meesterschap toon in de beperking. Daarbij gebruik je nogal eens argumenten die voor mij onbegrijpelijk zijn. Maar je koppelt er in mijn geval wel de classificatie ‘selectief bronnengebruik’ aan. En even later beschuldig je mij van ‘hineininterpretieren’. Tjonge, tjonge! Voor iemand die het feit dat een schutterij zich onder het vaandel van St.-Sebastianus of St.-Joris heeft geschaard, al een heel sterk argument vindt om te mogen concluderen dat deze verenigingen niet alleen vóór 1550 kunnen zijn opgericht, maar ook dat ze waarschijnlijk in den beginne met een hand- of kruisboog hebben geschoten (SB 69, pag. 1299-1301), is dat een hele mond vol. Je verwijt me dat ik, in tegenstelling tot wat Luc heeft gedaan en ook tot wat jij wetenschappelijk verantwoord vindt, een te strikte interpretatie van de gegevens geef. Welnu, beste Alfred, daar sta ik, zeker wanneer ik zie welke vrijheden en vergaande conclusies jij je permitteert, nog steeds volledig achter. Ik kreeg geleerd dat alles wat kan zijn geweest, absoluut niet hoeft te zijn geweest. De logica van de bewering nu is geen steekhoudend bewijs voor hetgeen toen plaatsvond. Voordat ik verder ga, moet ook ik een punt van orde voor mezelf inruimen. Je hoopt op een inspirerend publiek debat, waaruit je verwacht lessen in geschiedschrijving te krijgen. Hierboven heb ik er al één ten beste gegeven. Hieronder zullen er nog een paar volgen. Maar anders dan jij moet ik me daarbij wel degelijk beperken. Ik heb namelijk ook nog een drukke baan die niets met het schutterswezen of de geschiedschrijving van doen heeft. Belangrijker is echter, dat ik niet in een welles-nietes-spel met jou ga belanden. Wel wil ik volmondig met ja antwoorden op jouw vraag of ik me wil laten overtuigen door afwijkende standpunten en meningen. Maar die moeten dan wel op een verantwoorde wijze worden onderbouwd. Bronnenonderzoek Ik ben door dat tijdgebrek niet in staat noch qua interesse bereid om alles wat jij schrijft en verkondigt onder het vergrootglas te leggen, zoals jij kennelijk wel bij mij doet. Voorzover ik het kan en wil overzien, kom ik bij het lezen van jouw uiteenzettingen naar mijn gevoel veel te vaak tot de conclusie dat je zoveel argumenten op elkaar stapelt, dat die overdonderen en daarmee heel sterk lijken. Op de keper beschouwd zit er in die argumenten vaak weliswaar een kern, maar kleven er ook zoveel haken en ogen aan wat betreft hetgeen daar nou daadwerkelijk uit kan worden afgeleid dan wel geconcludeerd, dat je bewijsvoering verre van sluitend is. Ik heb hierboven al gerefereerd aan je stuk over de oprichtingsdatum van de schutterij uit Klimmen. Het kan allemaal wat je beweert, de oprichtingdatum kan in 1509 hebben gelegen, maar het is op basis van jouw onderbouwing absoluut niet zeker dat het ook zo is geweest. Selectief bronnengebruik Jouw aanpak bergt het gevaar in zich dat je demagogisch wordt, temeer omdat er onder jouw lezers slechts weinigen bevinden die je argumenten op waarde en juistheid kunnen inschatten. Die demagogie pas je in elk geval toe wanneer je mij beschuldigt van selectief bronnengebruik. Ik heb er niet eerder op willen reageren, omdat je deze zwaarwegende beschuldiging in zo’n warrig stuk tekst uiteenzet, dat het eigenlijk niet de moeite waard is. Maar nu je er op terugkomt en het inderdaad een van de zwaarste beschuldigingen is die je wetenschappelijk kunt uiten, moet ik wel reageren. Wanneer ik dan aan jouw niet onderbouwde opmerkingen over ‘techniek’, ‘methodiek’ en ‘extrapolatie’ toch een betekenis probeer te geven, ga ik ervan uit dat je van mening bent dat ik mijn bronnenonderzoek niet alleen over de Limburgse schutterijen op het platteland, maar ook over de Noord-Brabantse en Vlaamse schuttersgilden en schutterijen en zelfs over de steedse ofwel stedelijke gilden had moeten uitbreiden. Jij bent blijkbaar buiten het door mij onderzochte gebied bronnen tegengekomen waarmee je mijn these gaat ondergraven in 20 à 30 stellingen. En blijkbaar concludeer je dat ik die bewust buiten mijn onderzoek heb gehouden om mijn gelijk niet te schaden. Het meest schandalige van deze beschuldiging is, dat je gewoon bij mij had kunnen verifiëren hoe dat zit, alvorens je zulke nonsens verkondigt. Volgens mij zijn we immers nog steeds ‘on speaking terms’. Had je het gevraagd, dan had ik je uitgelegd dat de waarheid veel simpeler (en harder) is. Want dacht je nou echt dat ik niet achter alle bronnen aan ben gegaan die ik te pakken kon krijgen!? Anders dan Luc en jij begon ik echter met nagenoeg niets. Zelfs cultuurgeschiedenis was als discipline in Nijmegen nog niet ontwikkeld. En op het gebied van de bronnen zaten voor mij twee heel grote beren op de weg. De eerste was niemand minder dan Eugeen van Autenboer, degene die inderdaad een geweldig werk heeft afgeleverd met de inventarisatie (veel meer dan interpretatie) van ‘De kaarten van de schuttersgilden van het Hertogdom Brabant’. Met de verzameling daarvan was hij al aan het begin van de jaren ’80 bezig. Dus bezocht ik hem in Turnhout met de vraag tot medewerking aan mijn bronnenonderzoek. Hij wees dat verzoek vriendelijk maar beslist af, juist om dat eigen werk te beschermen. Toen zijn tweedelige standaardwerk in 1993-’94 verscheen, was ik al lang en breed gestopt met bronnenonderzoek. De tweede ‘beer’ was prof. dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt, die om dezelfde redenen de officiële bronnen in de Noord-Brabantse archieven blokkeerde. Hoewel ik me tevens over de grens in Noordrijn-Westfalen oriënteerde, schoot ook dat niet echt op. Bovendien vond ik het 1348 31 augustus 2007 Schuttersbrief - nummer 71
14
toen (feitelijk ten onrechte) niet vanzelfsprekend voor de hand liggen dat ik dan nog in dezelfde ‘Kulturraum’ zou zitten. Dus beperkte ik me in mijn doctoraalscriptie tot Limburg, een keuze die ik in mijn scriptie heb gemotiveerd. Het was dus onmacht in plaats van onkunde, laat staan fraude. Vergeet daarbij vooral niet dat we toen nog in het pre-PC-tijdperk verkeerden. Bovendien: alle materiaal dat ik toen heb gevonden, had ik dringend nodig om mijn onderzoek in voldoende mate te kunnen substantiëren. Had ik tien reglementen meer gehad, dan zou ik heel veel zekerder en blijer zijn geweest. Dus al had ik het gewild, ik kon door de schaarste geen enkele beschikbare bron achterwege laten. Zwarte zwanen Dit alles gezegd hebbende, ben ik nog niet doorgedrongen tot de kwintessens van ons dispuut. En daar wil ik me nu, en ook eventueel in verdere correspondentie, exclusief op focussen. De vraag luidt: zijn er bronnen te vinden waarin concrete aanknopingspunten staan dat schutterijen op het Limburgse platteland zijn op- of heropgericht ter bescherming van de bevolking en van de Katholieke Kerk. ‘Natuurlijk’, roep jij direct. ‘Wat dacht je van een artikel van de schutterij uit Obbicht in 1726?!’ Dat is kennelijk een van de ‘zwarte zwanen’ die je mij in je 20 tot 30 stellingen zult presenteren. Ik ben heel benieuwd, temeer omdat ik hetzelfde reglement als bron voor mijn scriptie heb gebruikt. En hoewel ik niet meer kan verifiëren wat precies in dat reglement staat omdat ik medio jaren ’90 alle kopieën van de bronnen waarover ik beschikte aan Luc Wolters in bruikleen heb gegeven met de intentie dat die uiteindelijk in een toegankelijk archief van het Schutterijen Museum terecht zouden komen, weet ik voor 99,9 procent zeker dat daar géén aanknopingspunt in kan staan dat antwoord geeft op die vraag. Dit kan dus geen ‘zwarte zwaan’ zijn. Als gezegd, ben ik benieuwd naar je 20 tot 30 stellingen. Je toont daar op voorhand mee aan, dat ik mijn opdracht als geschiedschrijver keurig heb vervuld: bouwstenen aandragen voor verder onderzoek en discours. Ik wil me in die gedachtewisseling beperken tot de bronnen en laat het bij voorkeur aan anderen over om jouw verdere argumenten en interpretaties op hun merites te beoordelen. Niet voor niets heb je daartoe met je SB een openbaar platform gecreëerd. Met schuttersgroet, Jos Gerits
AAN: De Heer Jos Gerits Beste Jos, Maastricht, 16 augustus 2007 Curieus dat jij mij vraagt mijn beweringen serieus te onderbouwen en tegelijk mij min of meer erop aanspreekt, dat ik ‘zeer uitvoerig en gedetailleerd’ reageer. Jouw verwijten op één A4’tje aan mij (zie SB 70, blz. 1308) heb ik eens geturfd: ik kwam op maar liefst vijftien uit. Ik heb die verwijten - naar ik meen - allemaal weerlegd. Dat ik daar welgeteld vier A4-tjes voor nodig had, het zij zo! Waar ik beslist weinig voor voel, dat is echter om voortdurend zelf in herhaling te vervallen. Immers, het blijft moeilijk voor jou om mijn en andermans teksten goed te lezen: 1) ik ‘wenste’ je niet ‘toe’, dat je ‘meesterschap in de beperking’ zou ‘tonen’; ik stelde louter hoffelijk vast, dat je in 1986 jezelf wel beperkingen moest opleggen (zie SB 66, blz. 1223); 2) nergens (op blz. 1299-1301 van SB 69) ‘vind’ ik de naamgeving van de Klimmense schutterij ‘al een heel sterk argument’ om ‘absoluut zekere’ conclusies te trekken; 3) evenmin ‘verwijt’ ik jou ter aangehaalder plaatse, dat je ‘een te strikte interpretatie van gegevens’ geeft; en 4) al helemaal niet ‘verwacht’ ik van jou via een debat in de SB ‘lessen in geschiedschrijving’. En dit zijn nog maar uit de eerste twee alinea’s van jouw huidige mail vier voorbeelden van - jawel! - bij voortduring iemand woorden in de mond leggen die hij niet gezegd heeft. Ik bespaar de SB-lezers een verdere opsomming. Zij zijn mans genoeg om de overige gevallen van hineininterpretieren in jouw mailing van vandaag te onderkennen en om de ermee gepaard gaande cynische opmerkingen van jou door te prikken. Bepaald een zwaktebod is het om niet concreet in te gaan op mijn punten van kritiek en dit ‘bij voorkeur aan anderen over te laten’. Mijn mailing van 2 juli waarop je reageert, bevat immers geen woord Spaans. Niettemin vind je mijn ‘argumenten onbegrijpelijk’ & ‘demagogisch’ en mijn ‘stuk tekst warrig’, heb je ’t over ‘tijdgebrek’ en jouw ‘drukke baan’, wil je niet in een ‘welles-nietes-spel’ belanden, heb je geen ‘interesse’ om een en ander ‘onder het vergrootglas te leggen’, enz. M.i. allemaal uitvluchten om steeds maar weer om mijn kritiekpunten heen te lopen, zonder to the point te komen. Op dat ene punt na: het naslagwerk van Van Autenboer. Waarom niet dit werk (evenals het werk van de in 1995 met emeritaat gegane Nijmeegse hoogleraar Van den Eerenbeemt) geraadpleegd in 1993-1996, toen je wél alle tijd had en je bleef doorgaan met jouw stellingen te verkondigen? Je begrijpt het nog steeds niet of het wil maar niet tot jou doordringen: zowel buiten als binnen de grenzen van de Nederlandse provincie Limburg waren er óók in jouw studententijd meer dan voldoende geschiedbronnen van allerlei aard (waaronder de door jouzelf genoemde) om de vroegere aanwezigheid van weerbaarheidsschutterijen (= lees: schuttersgilden die om reden van weerbaarheid zijn opgericht) te kunnen bewijzen. Wat dit betreft, ben je geschiedtechnisch, methodisch, systematisch en heuristisch tekortgeschoten, waardoor je kleurenblind geworden bent en zwarte zwanen aanziet voor witte zwanen. Je vroeg mij eerder, jouw onjuistheden in dezen aan te tonen. Om te beginnen: zie alvast hierboven, blz. 1344-1345 inzake Obbicht. De reeds aangekondigde ‘rest’ volgt in SB 72 en in latere SB’s. ----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
15
1349
DE VROUW IN HET SCHUTTERSWEZEN (7) Vervolg op SB 3, blz. 83-84, SB 4, blz. 139-144, SB 5, blz. 184, SB 18, blz. 369, SB 57, blz. 1023, en SB 68, blz. 1272
VAN: De Heer Marc Lemahieu, thesaurier en archivaris van de Koninklijke Hoofdgilde St.-Sebastiaan te Brugge, auteur van het in SB 33 gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden Geachte Heer Visser,
Brugge (W.Vl.), 17 juli 2007
Hieronder ook nog een kleine reactie op de vrouwen in de schuttersgilden [n.a.v. SB 68, blz. 1272]. Schuttersgilden ontstonden in Vlaanderen bij het begin van de 14de eeuw uit de stedelijke weerbaarheidskorpsen. Schuttersgilden vormden in essentie caritatieve lekenbroederschappen, net als de eerste ambachtsgilden. De gildenstructuur was namelijk de enige vorm van vereniging die bestond in de Middeleeuwen. Er was dus evenzeer plaats voor niet-schutters in de schuttersgilden. Ze kennen soms een gelaagd tarief voor het toetredingsgeld : ‘…vier ende twintech scellinghe pars. elc sciltcnape, ofte alse cnape der ingaende sestiene scell. par. elc, porter achte scell. ende papen, vrauwen, joncvrauwen ende andre die niet ghesun scutters,…’ (Oprichtingscharter Sint-Joris Oudenaarde in Stedelijk Archief Oudenaarde, charter van 10 februari 1348, 507/2/1A°). Dit zien we ook te Gent bij Sint-Sebastiaan: ‘…zullen gulde broeders ofte gulde susters wesende.’ (oprichtingscharter Sint-Sebastiaan Gent ca. 1357-1379, Bijloke Museum, privilegieboek, no. 1059, f° 1r-6r) en bij Sint-Joris, net als in Brugge: ‘…so waer een ghildebroeder of een ghildezuster storve,…’ (reglementen van 6 december 1400 in Stedelijk Archief Brugge, Fonds St-Jorisgilde, register nr. 292, 1437, f° 50 r tot 59 v.). Zelfs kinderen kunnen rechtstreeks lid worden, zoals in de Sint-Sebastiaansgilde te Brugge, waar Jacob Van der Beurse in 1428 lid werd met zijn echtgenote en zijn 2 minderjarige kinderen (Archief Sint-Sebastiaansgilde Brugge, charter nr. 4, Bul van Paus Martinus V dd. 23 juli 1428). Zoals in sommige broederschappen en ambachtsgilden, konden weduwen van gildebroeders steeds gildezuster worden, zolang ze niet hertrouwden, mits betaling van de helft van het lidgeld : ‘Item, so wat wive de weduwe blyft van enen ghildebroeder, so mach bliven, ghildezuster, up dat zo wille als langhe als zoe weduwe blyft ende zonder enighen andren man, maer dies zal zoe betalen alf jaer ghelt.’ (reglementen Sint-Joris Brugge 6 december 1400). Echtgenotes of partners van de gildebroeders waren doorgaans ook uitgenodigd op de feestmaaltijden. Met vriendelijke groeten, Marc Lemahieu
AAN: De Heer Marc Lemahieu Beste Marc,
Maastricht, 17 juli 2007
De gilde was mijns inziens inderdaad een typisch middeleeuwse verenigingsvorm. Maar of dát nu óók per definitie inhield dat de schuttersgilden en de eerste ambachtsgilden ‘in essentie’ caritatieve lekenbroederschappen waren? Ik zou die bewering niet zonder meer voor mijn rekening durven te nemen! Neemt niet weg, dat de caritas (in de zin van welzijnszorg) een héél belangrijk aspect van het middeleeuwse schuttersgildewezen geweest is en zelfs vandaag de dag ook binnen de schuttersfolklore een niet te onderschatten rol speelt. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1350
31 augustus 2007
16
Schuttersbrief - nummer 71
EST 2006: HET EUROPEES SCHUTTERSTREFFEN 2006 TE HEESWIJK, GEMEENTE BERNHEZE (7) Vervolg op SB 3, blz. 87, SB 47, blz. 787-789, SB 48, blz. 813-815,SB 49, blz. 848, SB 50, blz. 868, en SB 52, 903-914
VAN: De Stuurgroep EST 2007 Heeswijk, gemeente Bernheze (N.Br.), 27 augustus 2007
Herinneringsboek Europees Schutters Treffen 2006. Het herinneringsboek Van toen tot nu… en daarna over het EST dat in 2006 in Bernheze werd gehouden, is een feit. Het eerste exemplaar is op donderdag 23 augustus, precies een jaar na de opening van EST 2006, overhandigd aan de burgemeester van Bernheze. Het is geschreven door drs. Theo Ellerman en rijkelijk geïllustreerd door Gijs de Visser. Burgemeester Heijmans nam graag het boek in ontvangst en na een korte blik door het boek was hij zeer verrast op welke wijze het evenement is beschreven. Een evenement dat zelf ook zeer geslaagd was en dat Bernheze op de kaart heeft gezet en waarover bijna geen enkele wanklank te horen is geweest. Het boek begint - na de gebruikelijke voorwoorden - met de geschiedenis van de vier Bernhezer schuttersgilden en de geschiedenis van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS). Er wordt in het kort geschreven over de gildetradities en over de belangrijkste toeristische plekjes in Bernheze. Ten slotte wordt wat meer ingegaan over het ontstaan van EST 2006 met als klapstuk natuurlijk het evenement zelf, dat van dag tot dag wordt beschreven. Het geheel is geïllustreerd met 300 foto’s, waarvan de meeste in kleur. In eerste instantie zouden slechts zes pagina’s in kleur verschijnen maar nu is behalve de voorwoorden alles in kleur. Het boekje telt 108 pagina’s en kost slechts € 15,- (exclusief porto: € 2,20 voor Nederland en € 4,00 voor daarbuiten). Exemplaren van het herinneringsboek zijn verkrijgbaar bij o.a.: Henk Habraken, Paperpoint en Slijterij ’t Huukske, allemaal in Heeswijk-Dinther. In Vorstenbosch is het boek verkrijgbaar bij Verstegen Elektrotechnisch Installatiebureau. Degenen die het boekje al besteld en betaald hebben, krijgen het vóór 3 september thuis bezorgd. Degenen die wel besteld maar nog niet betaald hebben, krijgen een briefje of mail waarin vermeld staat hoe er betaald kan worden. Tenslotte kan men het herinneringsboek ook bestellen door het sturen van een mailtje naar: EST2006_hh@hotmail.com. Vermeld duidelijk Uw naam en adres en het gewenste aantal boeken en maak tegelijkertijd € 15,- per boek (plus de verschuldigde porto) over op gironummer 247 63 07 t.n.v. Henny v.d. Heijden te Vorstenbosch (IBAN-nummer: NL72PSTB0002476307) met vermelding van Uw naam en adres ter controle. Het boek wordt U dan toegezonden.
Het herinneringsboek EST 2006
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
17
1351
HET PREDIKAAT ‘KONINKLIJK’ (8) Vervolg op SB 70, blz. 1329
VAN: De Heer J.H.A.L. (Jo) Pluymakers, schutterijvorser Beste Alfred,
Beek (Lb.), 13 juli 2007
In oudere statuten lees je wel eens de vermelding: De vereniging wordt beschouwd bij bekrachtiging der Statuten te zijn geconstitueerd. Verstaat men onder bekrachtiging de (tot medio 1976 geldende) koninklijke goedkeuring van de statuten? Is de datum van deze goedkeuring de wettelijke oprichtingsdatum als rechtspersoon? Wat is jouw visie daarop? Groetjes, Jo
AAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Jo,
Maastricht, 13 juli 2007
Antwoord op vraag 1 In mijn antwoord op jouw eerste vraag kan ik eigenlijk héél kort zijn: ja! Toelichting bij antwoord 1 Met ‘bekrachtiging’ is niet anders bedoeld en kan niets anders bedoeld zijn dan de (tot in 1976 wettelijk vereiste) koninklijke goedkeuring der statuten. Met ‘geconstitueerd’ is gemeend: (als rechtspersoon) gevestigd, ingesteld of, zo men wil, in het leven geroepen. Antwoord op vraag 2 Wat betreft jouw tweede vraag, moet het antwoord eveneens bevestigend zijn. Toelichting bij antwoord 2 De datum waarop door toedoen van de notaris de betreffende rechtspersoon werd ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel (KvK) i.c. de koninklijk goedgekeurde statuten van de betreffende rechtspersoon bij de KvK werden gedeponeerd, geldt dus niet als oprichtingsdatum. Groetjes, Alfred. PS Jouw vragen verbazen mij een beetje. Voel ik nu een vervolgvraag aankomen?
VAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Alfred,
Beek (Lb.), 14 juli 2007
Inderdaad, het was vragen naar de bekende weg, maar wel een bevestiging! Niettemin - en dat had je al gedacht - weliswaar geen vervolgvraag, maar een constatering. - Door het opnemen in statuten van dergelijke bepalingen kan verwarring ontstaan over de juiste oprichtingsdatum. In de door mij aangestipte situatie is immers sprake van een oprichting als rechtspersoon, maar vóór die datum hadden de verenigingen doorgaans al een veel ouder leven! - Andere verenigingen noemen in hun statuten een exacte datum die soms tientallen of zelfs honderden jaren vóór de datum van het worden van rechtspersoon ligt; soms is het de datum waarop in de algemene ledenvergadering werd besloten om de koninklijke goedkeuring aan te vragen. En zo zijn er nog wel enkele andere varianten te noemen. En dat maakt het voor een minder geschoolde onderzoeker niet altijd even makkelijk en dat kan hem of haar op het verkeerde been zetten! Zoals we al hebben gezien met ‘koninklijk goedgekeurd’ en ‘koninklijke erkend’, is ook de in mijn vorige e-mail gegeven vermelding ‘De vereniging wordt beschouwd bij bekrachtiging der Statuten te zijn geconstitueerd’ een formulering die tot verkeerde interpretaties leidt óf kan leiden. Groetjes, Jo
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1352
31 augustus 2007
18
Schuttersbrief - nummer 71
AAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Jo, Maastricht, 14 juli 2007 Wij zitten dus op dezelfde golflengte! Wellicht is het wenselijk, zo niet geboden, om in de SB eens een opsomming met toelichting te geven van alle gevallen waarop je - mijns inziens volkomen terecht - doelt in jouw mailing van vandaag. Voel jij er iets voor om eens een overzicht samen te stellen van (Nederlands-Limburgse?) schutterijen / schuttersgilden waarvan de ouderdomsbepaling bemoeilijkt wordt door de factoren waarover wij beiden het thans in onze digitale correspondentie hebben? Groetjes, Alfred
VAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Alfred, Beek (Lb.), 14 juli 2007 Deze variant wil ik je nog even mailen: De vereniging is aangegaan voor de tijd van negen en twintig jaren en 9 maanden , te rekenen van ...... Er volgt dan: - de datum van de ALV waarop besloten werd de koninklijke goedkeuring van de statuten aan te vragen, of - een datum, bijvoorbeeld: 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Is dan de betreffende datum te beschouwen als oprichtingsdatum? (Dus toch een vraag!) Ook komt het voor dat de navolgende formulering wordt gebezigd: De vereniging is aangegaan voor de tijd van negen en twintig jaren, te rekenen van de dag der oprichting zijnde...... Ja en dan is het wel duidelijk, althans..... Graag je reactie. Groetjes, Jo P.S. Omtrent jouw voorstel: daarover zal ik mij beraden en daar kom ik zeker nog op terug.
AAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Jo, Maastricht, 14 juli 2007 Naar aanleiding van jouw vraag: volgens mij moet het antwoord luiden, dat de betreffende schutterijen formeel / juridisch opgericht zijn op de datum die zijzelf (!) aangeven. Immers, de koninklijke goedkeuring impliceert dat de landelijke overheid (‘Den Haag’ dus) akkoord gegaan is met de door de schutterijen zelf aangegeven datum. Of de historicus op dit punt ‘Den Haag’ altijd zal volgen, betwijfel ik ten zeerste. [Een variant hierop: ik herinner mij een geval waarin een rechter (!) in Noord-Brabant een uitspraak over de vaststelling van een oprichtingsdatum deed waarmee ik als historicus het volslagen oneens ben]. Groetjes, Alfred
VAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Alfred, Beek (Lb.), 14 juli 2007 Bij de opstelling van de statuten zal wel vaker een notaris of een andere deskundige uit het dorp / de stad zijn geraadpleegd die de statuten als zodanig heeft geredigeerd. En ook zal menige schutterij het van een andere hebben overgeschreven. De besturen zullen zich vaak niet echt vergewist hebben van de genoemde datum, omdat zij in de praktijk (in geschrift of op het vaandel) zich aanzienlijk ouder ‘maken’ (terecht of niet terecht) dan in de statuten vermeld en dat al vaak voordat de statuten werden opgesteld. Daarnaast is het fenomeen dat er statuten zijn waarin geen enkele datum (die als oprichtingsdatum gezien kan worden) genoemd staat. De vraag die nu, door jouw voorstel inzake een overzicht, aan de orde komt: welke verenigingen hebben hun statuten na 1976 laten vernieuwen en wat staat daar dan weer in? Groetjes, Jo
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
19
1353
AAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Jo,
Maastricht, 14 juli 2007
Daar komt nog bij, dat sommige schutterijen inmiddels weer ter ziele zijn. En wat betreft de nieuwe statuten vanaf 1976: een ‘Tour de Limbourg’ langs die enkele KvK’s is dan nodig. Doe jij dat? Doe ik dat? Groetjes, Alfred
VAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Alfred,
Beek (Lb.), 14 juli 2007
Ook is het naar mijn mening zo, dat in enkele oude gevallen de ‘echte’ oprichtingsdatum niet genoemd werd, omdat men dan een afwijzing verkreeg op het verzoek tot koninklijke goedkeuring van de statuten, tenminste als de vereniging vóór het inwerkingtreden van de wet van 22 april 1855 reeds bestond. En zo’n afwijzing was die schutterij (meestal) niet welgevallig, omdat men daardoor zich niet ‘Koninklijk’ (hoewel ten onrechte) of ‘Koninklijk Erkend’ kon gaan noemen! Ik zal eens bij de KvK informeren, hoe het zit met het Verenigingenregister. Je hoort dus nog. Groetjes, Jo
VAN: De Heer Jo Pluymakers Geachte Heer Bos,
Beek (Lb.), 14 juli 2007
Met verwijzing naar de eerder tussen ons gevoerde correspondentie*), rest nog één vraag aan U ter voorlegging. Verenigingen die vóór het inwerkingtreden van de verenigingswetgeving van 22 april 1855 waren opgericht, kwamen niet in aanmerking voor koninklijke goedkeuring van hun statuten omdat zij geacht werden reeds rechtspersoonlijkheid te bezitten. Hield dit nu ook in, dat deze verenigingen zich niet ‘Koninklijk Erkend’ mochten noemen? Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, is dan niet sprake van rechtsongelijkheid? Vele verenigingen waren trots op die koninklijke erkenning en lieten hun verenigingsnaam voorafgaan door ‘Koninklijk Erkend’ - een mijns inziens niet officiële, maar blijkens Uw vorige brieven een toen wél toegestane aanduiding. De oude gezelschappen, zij die dus vóór de wetgeving van 22 april 1855 waren opgericht, hadden het nakijken en dat werd soms als pijnlijk ervaren! In afwachting van Uw reactie, waarvoor bij voorbaat dank. Hoogachtend, Jo Pluymakers
VAN: De Heer Mr. J.T.K. Bos, Ministerie van Justitie, Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, Sector Privaatrecht Onderwerp: Koninklijke goedkeuring statuten vereniging. Geachte Heer Pluymakers,
Den Haag, 20 augustus 2007
In aansluiting op mijn brief van 7 augustus 2006 en Uw brief van 14 juli 2007 bericht ik U als volgt. Zoals in onze eerdere briefwisseling naar voren is gekomen, vereiste de oprichting van een vereniging op grond van de ‘Wet van 22 april 1855 tot regeling en beperking van het regt van vereeniging en vergadering’ (Staatsblad 1855 - nr. 32) een koninklijke erkenning van de statuten of reglementen van de vereniging. Deze voorwaarde gold niet voor verenigingen die voor de datum van inwerkingtreding van deze wet reeds waren opgericht. Artikel 15 van de genoemde wet bepaalde: Vereenigingen welke voor het in werking komen dezer wet bestonden, worden beoordeeld naar de wetten waaronder zij zijn opgerigt. -----------------------------*) Noot van de SB-redactie: zie SB 54, blz. 949-953.
A.D.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1354
31 augustus 2007
20
Schuttersbrief - nummer 71
Zowel de verenigingen die voorafgaand aan de wetswijziging zijn opgericht, als de verenigingen die na die datum koninklijke erkenning van de statuten zijn opgericht, hebben rechtspersoonlijkheid verkregen. Dat is in het kader van de oprichting doorslaggevend. De kwalificatie ‘rechtsongelijkheid’ is naar mijn mening niet gepast. Ik vertrouw U hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, de Minister van Justitie, namens deze, de Directeur Wetgeving, J.T.K. Bos
AAN: De Heer Jo Pluymakers Beste Jo,
Maastricht, 28 augustus 2007
Dank ervoor, dat je me in staat stelde kennis te nemen van de inhoud van Bos’ brief aan jou dd. 20 dezer. Antwoord op jouw eerste vraag Naar mijn mening omzeilt de heer Bos deels jouw eerste vraag, waardoor er weer onduidelijkheid kan ontstaan. Het antwoord op de eerste vraag in jouw mail van 14 juli zou namelijk m.i. moeten luiden: ‘U hebt gelijk.’ Toelichting Verenigingen die reeds vóór (!) de inwerkingtreding van de ‘Wet van 22 april 1855’ bestonden, hadden niet het ‘recht’ om een aanduiding als ‘Koninklijk goedgekeurd’ of ‘Koninklijk erkend’ te voeren, om de simpele reden dat zij dat ‘recht´ noch formeel noch materieel hebben gekregen. Daarentegen hadden zij wél het (alhoewel tot misverstanden leidende) ongeschreven (in elk geval niet in strijd met de wet zijnde) ‘recht’ om een aanduiding als ‘Wettelijk erkend’ te voeren, zij het dan ook dat die kwalificatie uitsluitend betrekking had op het feit dat de betreffende verenigingen in het rechtsverkeer konden doorgaan als rechtspersoon en dus voor de wet ook werkelijk bestonden (bijgevolg in aanmerking kwamen voor het verrichten van rechtsgeldige handelingen, bijvoorbeeld het in ontvangst nemen van een erfenis of legaat, de aankoop van een stuk grond, etc.). De verenigingen die pas ná (!) de inwerkingtreding van de ‘Wet van 22 april 1855’ opgericht zijn en die op hun verzoek koninklijke goedkeuring van de verenigingsstatuten hebben gekregen (en dit kan uiterlijk tot in 1976 geschied zijn), hadden het (alhoewel tot misverstanden leidende) ‘recht’ om een ‘predikaat’ als ‘Wettelijk erkend’ dan wel een ‘predikaat’ als ‘Koninklijk goedgekeurd’ of ‘Koninklijk erkend’ te voeren, zij het dan ook dat de kwalificatie ‘Koninklijk goedgekeurd’ uitsluitend sloeg op de verenigingsstatuten (waardoor de betreffende verenigingen rechtspersoonlijkheid hadden verkregen, niet meer en niet minder) en de kwalificatie ‘Koninklijk erkend’ - niet minder maar zeker ook niet meer - betrekking had op het feit dat van overheidswege de betreffende verenigingen als rechtspersoon werden erkend (waardoor zij exact dezelfde rechtshandelingen mochten verrichten als de in de vorige alinea bedoelde verenigingen). Antwoord op jouw tweede vraag Op dit punt ben ik het in feite eens met de heer Bos. Diens antwoord op de door jou gestelde tweede vraag had immers eenvoudigweg kunnen luiden: ‘U hebt - formeel beschouwd - ongelijk.’ Dhr. Bos zegt eigenlijk maar wel heel beleefd en zeer bescheiden / voorzichtig - hetzelfde waar hij antwoordt: ‘De kwalificatie rechtsongelijkheid is naar mijn mening niet gepast.’ Toelichting Dat verenigingen van vóór de inwerkingtreding van de ‘Wet van 22 april 1855’ niet in aanmerking kwamen voor het ‘recht’ op een aanduiding als ‘Koninklijk goedgekeurd’ of ‘Koninklijk erkend’, is reeds hierboven in de eerste alinea van mijn toelichting bij het antwoord op jouw eerste vraag - verklaard. Neemt niet weg, dat er - jij beweert dit althans en volgens mij heb je hierin gelijk - verenigingen (waaronder diverse schutterijen) van vóór de inwerkingtreding van de ‘Wet van 22 april 1855’ geweest zijn die een aanduiding als ‘Koninklijk goedgekeurd’ of ‘Koninklijk erkend’ graag in hun naamgeving of op hun vaandel vermeld wilden hebben, en ‘dus’ geprobeerd hebben om via de voormelde wet alsnog aan hun trekken te komen. In de meeste gevallen lukte dat niet door oplettendheid bij het ministerie in Den Haag, in enkele gevallen - door onachtzaamheid van de verantwoordelijke ambtenaren - wél! Ook zijn er gevallen aan te halen waaruit onkunde / onwetendheid omtrent hun ouderdom bij de betreffende verenigingen / schutterijen én bij het ministerie zelf blijkt waardoor onnodig statuten door het Rijk werden goedgekeurd. Daarover later in deze rubriek wellicht meer. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
21
1355
RECENSIE (33) Vervolg op SB 66, blz. 1223-1224
De jaarkrans, jaarkring of jaarkroniek van een schutterij. Schutterij St.-Laurentius uit Spaubeek (Lb.) te boek gesteld Wéér een mooi schoolvoorbeeld hoe men het wel en wee van een schutterij kan beschrijven! --Titel: Research Lay-out: Druk: Editor: Formaat:
2006. Kroniek van schutterij St. Laurentius Spaubeek. Spaubeek 2007. en tekst: Jos Gerits - Greenway Communications Spaubeek. Menno Roosjen - Rosaforma Maastricht. SchrijenLippertzHuntjens Voerendaal. Schutterij St.-Laurentius, Spaubeek. 24 cm bij 17 cm; slappe kaft; 115 bladzijden tekst met ongeveer 250 foto’s in kleur (merendeels) en zwart-wit. Oplage: 400 exemplaren. Prijs: € 9,50 (exclusief € 2,20 wegens verpakking en porto voor Nederland; € 4,00 voor buitenland). Bestelling: door overmaking van het verschuldigde bedrag naar bankrekeningnummer 14 83 07 019 t.n.v. Schutterij-Broederschap St.-Laurentius te Spaubeek m.v.v. ‘Kroniek’ alsmede Uw naam en adresgegevens; IBAN-nummer: NL02RABO01483.13.213. Voor nadere informatie: 2de secretaris en pr-functionaris van Schutterij St.-Laurentius, de heer Henri Willems, Van Lennepstraat 15-A, 6162VX Geleen; telefoon: 0475 - 53 46 28; e-mail: secretariaat@schutterijspaubeek.nl; website: www.schutterijspaubeek.nl. Verkoopadressen: * J. Ketelslegers, Nachtegaalstraat 26, 6165 BL Geleen; 046 - 474 90 21;jean.ketelslegers@home.nl; * J. Ritterbeeks, Merelstraat 11, 6176 EW Spaubeek; 046 - 443 51 21; m.ritterbeeks@home.nl. ISBN: 978-90-811802-1-4.
--Indien ik als recensent een prijs zou mogen uitdelen voor het beste schutterijboek van de afgelopen jaren, dan gooit de meest recente publicatie van schutterijvorser drs. J.G.W.M. (Jos) Gerits beslist hoge ogen, niet alleen qua tekst (inhoudelijk en taalkundig) maar ook qua presentatie (opzet en opmaak). Dat mag - zeker wat de inhoudelijke kant van het boek aangaat - de SB-lezer minstens enigszins verbazen, want hij weet inmiddels (zie onder meer SB 66, blz. 1223-1224, en SB 70, blz. 1308-1312) hoezeer ondergetekende in menig opzicht schutterijhistorisch van mening verschilt met collega Gerits. Laat mij daarom eerst trachten die mogelijke verbazing weg te nemen. Wat men van Jos Gerits als schutterijhistoricus ook moge vinden, op z’n minst moeten hem twee dingen worden nagegeven: hij is origineel én hij motiveert ten minste wat hij beweert. Over die motivatie kan men ernstig verschil van opvatting hebben en dit is dan ook tussen Jos en mij bijna voortdurend het geval. In dat verband verwijs ik duidelijkheids- en kortheidshalve naar de zojuist door mij genoemde vindplaatsen in de SB. En alsof die principiële kant van de zaak al niet erg genoeg is, komt daar nu - in het specifieke geval van de Spaubeker schutterij - óók nog bij dat ik zo mijn bedenkingen heb over hetgeen Gerits in zijn onlangs verschenen boek meldt over de oprichtingsgeschiedenis van de St.-Laurentius. Mij bevredigt namelijk geenszins de onduidelijkheid die de auteur laat bestaan t.a.v. het stichtingsjaar van de schuttersvereniging in zijn eigen woonplaats. Geldt hier misschien 1639 (zilveren vogel!) als het jaar van oorsprong? Zie immers blz. 13, 46 en 54. Maar als dat zo is, hoe zit het dan met het jaar 1619? Want ook dát jaar figureert her en der in Gerits’ boek (blz. 7, 13, 24, 108), echter zonder bevredigende toelichting, naast het jaartal ‘1630’ (blz. 21); het laatste jaartal zal wel een type- of drukfout zijn. Zou het niet kunnen zijn, dat 1639 een heroprichtingsjaar is en 1619 als stichtingsjaar slechts een bedenksel uit veel latere tijd (nadien verheven tot de status van ‘mondelinge overlevering’)? En zou - om redenen die ik meer dan eens in de SB heb uiteengezet - het niet tevens mogelijk zijn, dat de St.-Laurentiusschutterij - zoals zo menig andere oude Limburgse schuttersvereniging - niet in maar vóór de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) ontstaan is? Tegelijkertijd mag, moet en wil ik als recensent ook wijzen op een zéér voortreffelijke, zojuist al vermelde eigenschap van Gerits, t.w.: diens originaliteit en wel als schutterijonderzoeker en als schrijver-presentator. Die eigenschap wordt in Gerits’ boek ‘van dit jaar over vorig jaar’ weer eens overduidelijk gedemonstreerd.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1356
31 augustus 2007
22
Schuttersbrief - nummer 71
Het verreweg opmerkelijkste facet van Gerits’ boekwerk vind ikzelf de vorm waarin de auteur zijn schutterijbeschrijving gegoten heeft. En die vorm is inderdaad iets héél nieuws, althans voorzover ik weet nooit eerder vertoond. In eerdere recensies (zie SB 60, blz. 1087, met aldaar verdere verwijzing) heb ik gepoogd duidelijk te maken, op welke manieren een auteur de geschiedenis van een schutterij (schuttersgilde) te boek kan stellen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik dacht met die opsomming van mogelijkheden klaar te zijn. Niet dus! Jos Gerits toont aan, hoe men - met succes - ook nog op weer een volslagen ándere wijze het wel en wee van een schuttersvereniging de revue kan laten passeren, t.w. aan de hand van een ‘jaarkrans’, ‘jaarkring’ of ‘jaarkroniek’, d.w.z. door middel van verslaglegging van de gebeurtenissen die in de loop van een verenigingsjaar (kunnen) plaatsvinden. Daarbij wordt elke typisch schutterlijke gebeurtenis dankbaar aangegrepen om er de nodige historische achtergrondinformatie bij te geven. Kortom, de ‘jaarkrans’, ‘jaarkring’ of ‘jaarkroniek’ als kapstok om er de geschiedenis van een schuttersorganisatie - en desgewenst de historie van het hele of bijna het hele schutters(gilde)wezen op hoofdlijnen - aan op te hangen. Jos Gerits is dáár, vind ik, meesterlijk in geslaagd. Alleen dáárom al - dus als schoolvoorbeeld hoe het óók kan - beveel ik van harte dit boek aan elke liefhebber van het schutterswezen aan.
Jos Gerits’ jongste pennenvrucht
Wat mij bovendien in positieve zin al direct opviel toen ik Gerits’ boek voor het eerst onder ogen kreeg, is niet alleen het handzame formaat van ‘2006’, maar ook de hoeveelheid waarlijk schitterende afbeeldingen. De oudste foto’s, sommige van vóór en andere van vlak ná de oorlog, zijn natuurlijk allemaal in zwart-wit of ‘bruin-wit’. Verreweg de meeste fotografische afbeeldingen (ik schat zo’n ruim 200) zijn pas vorig jaar genomen en getuigen - qua full colour en qua compositie - van zulk goede kwaliteit, dat ik aanvankelijk dacht er de meesterhand van een vakfotograaf in te zien. Echter, als ik het goed begrepen heb, zijn ze bijna alle afkomstig van Jos Gerits zelf. Mijn complimenten! En de al even schitterende, in het boek voorkomende fotocollages, inclusief die op de voor- en achterkant van de boekomslag? Ik denk, dat daarvoor mijn woorden van lof aan het goede adres gericht zijn, als ik hier de naam van de vormgever noem: Menno Roosjen / Rosaforma Maastricht. Ook de drukker (SchrijenLippertzHuntjens te Voerendaal) verdient zeker een pluim: degelijk kwaliteitspapier, duidelijk lettertype en vakkundig bindwerk. Het hele boekwerkje is een lust voor het oog! En voordat de lezer van deze recensie gaat denken, dat ik hier eer een foto- dan een leesboek aan het introduceren ben: in de acht hoofdstukken vullen de hoofdteksten en de illustraties elkaar op voortreffelijke wijze aan. In een tijd waarin ‘men’ kennelijk (?) het vooral van (af)beeld(ing)en moet hebben i.p.v. het gesproken of geschreven woord, is het misschien goed hier erop te wijzen, dat de door Jos Gerits aangeleverde tekst van meet af aan uitnodigt tot verderlezen. De auteur van ‘2006’ weet zijn lezers te boeien, want hij ‘produceert’ mooi Nederlands en - vind de schrijver van zo’n schutterijboek maar eens! - ook nog foutloos Nederlands! Jos Gerits sluit zijn boekwerkje af met een zevental bijlagen (blz. 111-113) plus een fraaie panoramafoto van Spaubeek (114-115). De eerste van de bijlagen betreft de ‘Ledenlijst 2006’, in zoverre iets nieuws doordat bij de 68 leden ook o.a. hun geboortedatum en woonplaats vermeld staan. Zulke gegevens zeggen uiteraard het nodige over de actuele samenstelling van een schutterij (schuttersgilde); in het geval van de St.-Laurentius onder meer, dat in 2006 bijna de helft van het ledenaantal buiten het dorp Spaubeek woonde en eveneens bijna de helft - natuurlijk niet noodzakelijkerwijs dezelfde of de andere helft - ouder dan 50 jaar was. Alfred Disch
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
23
1357
VERSCHIJNING VAN DE SCHUTTERSBRIEF (38) Vervolg op SB 69, blz. 1303
-----Dinsdag, 2 juli 2007 Beste Alfred, Jouw aanhang groeit. In Noord-Brabant valt jouw naam met regelmaat en er wordt veel over de SB gesproken! De Schuttersbrief blijkt een succes te zijn. Groetjes, Rob. R.C.L. (Rob) Weijtmans, dekenschrijver van de St.-Jorisgilde, Udenhout, gemeente Tilburg (N.Br.)
-----Zondag, 15 juli 2007 Beste Alfred en Jelger, (…) Succes met de samenstelling van de volgende Schuttersbrieven, want ze zijn zeker interessant en leerzaam. Groeten, Jo Kremers. Jo Kremers, penningmeester van de Brabantse Kruisboog Bond (BKB) en tevens lid van de KV Fortuna, Zeeland, gemeente Landerd (N.Br.)
-----Dinsdag, 17 juli 2007 Hallo, Redactie. In ‘Mededeling 126’ van de Schuttersbrief - nr. 68 (blz. 1277) staat mijn e-mailadres vermeld. Mijn postvak wordt geregeld leeggemaakt. Maar de fout kan bij Zonnet liggen. Ik wil wel blijven bestaan in jullie bestand voor ontvangst van de SB. Tevens zou ik het verzoek willen doen om de gemiste Schuttersbrieven alsnog te mogen ontvangen. Met vriendelijke groet, Jorina Zonnenberg. J.C. (Jorina) Zonnenberg-Haazer, webmaster van de St.-Maartensgilde, Epe (Gld.) Reactie van de redactie Om welke SB’s gaat het? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
-----Dinsdag, 17 juli 2007 Geachte Redactie, Op onderstaande aanvraag wordt nog steeds geen Schuttersbrief direct naar mijn e-mailadres gestuurd. Waarschijnlijk zit de aanvrager nog niet in het systeem? Hopende dat ik bij de volgende verzending de Schuttersbrief mag ontvangen. Groetjes, Wim Douven. J.W.M. (Wim) Douven, archiefbeheerder van de Koninklijke Schutterij St.-Lambertus, Oirsbeek, gemeente Schinnen (Lb.) Reactie van de redactie Beste Wim Douven, Jelger Visser (onze adjunct-hoofdredacteur en ICT-coördinator) heeft de boosdoener opgespoord: mijn persoontje namelijk! Abusievelijk heb ik een onvolledig e-mailadres doorgegeven. En ja, dan moet het wel misgaan! Mijn excuses voor de door mij gemaakte fout. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. -----Maandag, 30 juli 2007 Geachte Heer Disch, (…). Met vriendelijke groet en tevens nog mijn grote waardering voor Uw Schuttersbrieven, Jack Jetten. Mr. J.J.A. (Jack) Jetten, docent Universiteit Maastricht, redacteur Bulletin van Wijnandsrade, Wijnandsrade, gemeente Nuth (Lb.)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1358
31 augustus 2007
24
Schuttersbrief - nummer 71
Zondag, 5 augustus 2007 Geachte Heer / Mevrouw, Sinds begin 2007 hebben wij, Sint-Antonius Slek-Echt, een eigen homepage. URL: www.sintantonius-slek.nl. Op dit moment zijn we bezig met de aanpassingen in de fotoboeken. Graag willen wij, webmasters Sint-Antonius, de Schuttersbrief ontvangen. Ons e-mailadres is: contact@sintantoniusslek.nl. Vraag: staat in de oude Schuttersbrieven ook informatie over onze schutterij? Ik denk hierbij vooral aan de geschiedenis. Indien deze gegevens bruikbaar zijn, mogen wij ze dan gebruiken voor onze website? Indien U ons de toestemming geeft, kunnen wij de oude exemplaren dan per mail ontvangen? Wij hopen op een spoedig bericht Uwerzijds. Met vriendelijke groet, H. Meijers. Herman Meijers, webmaster van Schutterij Sint-Antonius, Slek, gemeente Echt-Susteren (Lb.) Reactie van de redactie Beste Herman Meijers, Uw e-mail is de reden, dat Uw schutterij voor de vierde en vijfde maal in de SB genoemd wordt, nl. respectievelijk op deze bladzijde en hierna op blz. 1361. De vorige keren zijn de navolgende geweest. 1) SB 46, 15 januari 2006, blz. 771, waar Uw schutterij vermeld wordt in de rubriek ‘Digitale adressen van de schutterijen in Nederland en Vlaams België (6). De Nederlands-Limburgse OLS-bond Eendracht BornEcht en omstreken’. Uw schutterij had toen (dd. 15.1.2006) nog géén website. Nu wél en dus proficiat en veel succes daarmee! 2) SB 63, 14 januari 2007, blz. 1147, waar in de rubriek ‘Mededelingen’ Theo Hoorens in diens overzicht van bondsfeesten in het kalenderjaar 2007 bericht over het schuttersfeest van Uw bond bij U te Slek-Echt op 12 augustus a.s. Bij dezen wens ik U en Uw vereniging een geslaagd schutterstreffen toe! 3) SB 67, 30 april 2007, blz. 1248, waar in de rubriek ‘Vraag en antwoord; vraag en aanbod’ vermeld staat dat de ‘ZLF-gids Slek-Echt 1990’ te verkrijgen is bij Antiquariaat en Galerie De Bovenste Plank te Maastricht. Uw naam staat inmiddels geplaatst op onze verzendlijst, zodat U vanaf heden de SB gratis en rechtstreeks toegezonden krijgt. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
-----Dinsdag, 7 augustus 2007 Mijne Heren, Bedankt voor wederom een Schuttersbrief met voldoende lectuur om op een zomeravond met slecht weer lekker te zitten lezen. Bij deze zou ik jullie willen vragen de link in de evenementenagenda naar het internationaal schutterstreffen op 21 oktober 2007 te willen wijzigen. De officiele website van de stadsschutterij Sint-Rosa Sittard luidt: www.sjtadssjotterie-st-rosa.nl. Met vriendelijke groeten, Thimo Zegers. Thimo Zegers, vaandrig / Koning 2007 der Stadsschutterij Sint-Rosa, Sittard, gemeente Sittard-Geleen (Lb.). Reactie van de redactie Beste Thimo, Is al gebeurd! Zie SB 70, blz. 1333. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
-----Vrijdag, 10 augustus 2007 Graag wil ik U / je / jullie ervan op de hoogte stellen dat ik een spamfilter heb geïnstalleerd en jullie mailadressen op de witte lijst heb gezet. Dit houdt in dat jullie ervan verzekerd zijn dat jullie mail bij mij aankomt. Indien jullie ook een spamfilter hebben, kunnen jullie het mailadres waar deze mail van verstuurd wordt, op de witte lijst van jullie eigen spamfilter zetten. Als jullie nog geen spamfilter hebben, is SPAMfighter een goede keus. Het is een gratis spamfilter voor Outlook en Outlook Express. SPAMfighter is hier vandaan te downloaden: www.spamfighter.com/Pro. Deze mail is verzonden door ondergetekende, niet door SPAMfighter. Met vriendelijke groet, Hans Hoen. J.G.H.M. (Hans) Hoen, adjudant van de St.-Gangulphus- en St.-Laurentiusgilde, Huissen (Gld.) Reactie van de redactie. Beste Hans Hoen, Sssst…. niet doorvertellen, maar al onze SB-abonnees staan bij ons op een witte lijst. Adjunct-hoofdredacteur en ICT-coördinator Jelger Visser houdt (de actualisering van) het SB-beveiligingssysteem nauwlettend in het oog. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71 31 augustus 2007 1359
25
MEDEDELINGEN (Afl. 40) Vervolg op SB 68, blz. 1277
MEDEDELING 128 (Inzake giften voor de SB-stichting i.o.) Van de volgende donateurs mocht de SB-stichting een periodieke (!) overboeking ontvangen, t.w.: € 7,50 van de heer J.G.M.G. (Jack) Goudsmits te Oisterwijk (N.Br.) dd. 24.5.2007; € 7,00 van de heer H.C.M. (Henk) van den Broek te Berkel-Enschot (N.Br.) dd. 25.5.2007; € 10,00 van mevrouw E.A.M. de Groot - van Keste te Mook (Lb.) dd. 28.5.2007; € 10,00 van de heer J.A.M. (Jan) Wannet te Huissen (Gld.) dd. 28.5.2007; € 1,00 van de heer A.M.H.A. (Anthony) Wehmeijer te Enschot (N.Br.) dd. 29.5.2007 [zie ook hieronder]; € 4,75 van de heer G.B.J. (Gijs) Bakker te Zaltbommel (Gld.) dd. 31.5.2007; € 4,75 van de heer A.M.I. van Dorp te Berkel-Enschot (N.Br.) dd. 25.6.2007; subtotaal: € 45,00. Van de volgende personen mocht de SB-stichting een gift ontvangen, t.w.: € 7,25 van de heer T.J.S.M. (Theo) Kolks te Ulft (Gld.) dd. 31.5.2007; € 5,25 van de heer H.M.G. Smink te Brunssum (Lb.) dd. 15.6.2007; € 5,00 van de heer F.J.G. (Frans) Mennen te Veldhoven (N.Br.) dd. 20.6.2007; € 25,00 van de heer Eric Meeusen te Brecht (Antw.) dd. 20.6.2007; € 5,25 van de heer A.H.M. (Twan) Stemkens te Neer (Lb.) dd. 12.7.2007; subtotaal: € 47,75. Tevens mocht de SB-stichting symbolische bedragen van de volgende personen ontvangen, t.w.: van de heer H.W.L. (Henk) Beckers te Meijel (Lb.) dd. 25.5.2007; van de heer S.M.G. (Sermon) Smitshuysen te Maastricht (Lb.) dd. 28.5.2007; van de heer A.M.H.A. (Anthony) Wehmeijer te Enschot (N.Br.) dd. 29.5.2007 [zie ook hierboven]; van de heer J.C.M. (Jo) Driessen te Urmond (Lb.) dd. 30.5.2007; van de heer R.H.M (René) Hal te Soest (Utr.) dd. 30.5.2007; van de heer en mevrouw D.J. (Daniël) en C.N.A.M. Neutgens-Cleven te Buchten (Lb.) dd. 2.6.2007; van de heer J.A.M. (Sjaak) Eijsbouts te Vlierden (N.Br.) dd. 6.6.2007; van de heer J.M. (Jo) Kremers te Zeeland (N.Br.) dd. 26.6.2007; van de heer J.J. (Jan) Vera te Loon op Zand (N.Br.) dd. 29.6.2007; van de heer Christian Lentz te Evergem (O.Vl.) dd. 27.6.2007; van de heer L.F.M. (Bert) Staals te Soerendonk (N.Br.) dd. 2.7.2007; van de heer J.W.M. (Wim) Douven te Oirsbeek (Lb.) dd. 12.7.2007; subtotaal: € 22,00. In totaal ontvangen: € 114,75 waarvoor hartelijk dank! Donaties uit binnen- en buitenland voor de instandhouding van de Schuttersbrief (SB), de SB-Bijlagen en het Schuttersbriefje (voor jongeren), voor de totstandkoming van de SB-website en de SB-jongerensite alsmede voor de realisatie van de overige SB-actiepunten (zie de colofongegevens) kunnen worden gestort op de bankrekening, vermeld op de laatste bladzijde van elk SB-nummer. Wilt U per se dat Uw naam niet publiekeliijk bekend wordt, vermeldt U dan ‘Gift van NN’ (of in plaats van ‘NN’ Uw initialen) op het overschrijvingsformulier aan Uw bank. Uw donatie, hoe gering ook (al is het maar het symbolische bedrag van één euro per jaar), is zéér welkom: zonder Uw geldelijke ondersteuning redt de SB-redactie het op den duur niet! Een jaaroverzicht van ontvangen en uitgegeven gelden volgt in de SB, begin 2008. Alfred Disch, SB-hoofdredacteur
------
MEDEDELING 129
(Inzake 450-jarig jubileum Schutterij St.-Martinus te Horn)
Woensdag, 1 augustus 2007 Geachte redactie, Gaarne zou ik U op het volgende willen wijzen. Op 30 mei, 31 mei en 1 juni 2008 viert Schutterij St.-Martinus te Horn haar 450-jarig jubileumfeest. Wij hopen dat U dit in Uw Schuttersbrief wilt opnemen. M. vr. gr., R.A.M. v.d. Linden.. R.A.M. (Raymond) van der Linden, secretaris van Schutterij St.-Martinus, Horn, gemeente Leudal (Lb.)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1360
31 augustus 2007
26
Schuttersbrief - nummer 71
MEDEDELING 130
(Inzake 125-jarig jubileum Schutterij St.-Joseph te Buchten)
Zaterdag, 4 augustus 2007 Op zaterdag 19 september a.s. viert Schutterij St.-Joseph te Buchten haar 125-jarige bestaansfeest. Voor méér informatie zie het menu-item ‘125 jaar Schutterij’ op de website www.schutterijbuchten.nl. Met schuttersgroeten, Daniël Neutgens. D.J. (Daniël) Neutgens, keizer van Schutterij St.-Joseph, Buchten, gemeente Sittard-Geleen (Lb.)
------
MEDEDELING 131
(Inzake webstek Schutterij St.-Antonius te Slek)
Zondag, 5 augustus 2007 Geachte Heer / Mevrouw, Sinds begin 2007 hebben wij, Sint-Antonius Slek-Echt, een eigen homepage. URL: www.sintantonius-slek.nl. (...). Met vriendelijke groet, H. Meijers. Herman Meijers, webmaster Sint-Antonius, Slek, gemeente Echt-Susteren (Lb.) [Zie ook hierboven op blz. 1359]
------
MEDEDELING 132
(Inzake wijziging e-mailadres Schutterij / Gilde St.-Dionysius te Gennep)
Donderdag, 9 augustus 2007 Geachte Redactie van de Schuttersbrief, Naar aanleiding van Mededeling 127 in Schuttersbrief - nummer 68 [zie SB 68, blz.1277] kan ik bevestigen, dat het e-mailadres johnvanhaare@hetnet.nl niet meer actief is voor correspondentie met Schutterij / Gilde Sint Dionysius uit Heijen. Het correcte digitale adres waaraan U de volgende Schuttersbrieven kunt sturen, is secretariaat@dionysiusheijen.nl. Ik hoop U hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en reken op een correcte opvolging van dit bericht. Met vriendelijke gildegroeten namens het bestuur, John van Haare. John van Haare, secretaris van Schutterij / Gilde St.-Dionysius, Heijen, gemeente Gennep (Lb.)
------
MEDEDELING 133
(Inzake familiedag op 8.9.2007 bij de St.-Andreas te Melick)
Zaterdag, 25 augustus 2007 Hallo allemaal, Hierbij willen wij iedereen uitnodigen voor de familiedag op 8 september aanstaande. Tussen 15:00 en 17:00 uur kunt U aan het Sjöttequarteer van Melick kennis komen maken met een ‘levendige’ schutterij. Lees voor meer informatie onderstaand persbericht, of bijgevoegde flyer. Groetjes, Dirk van Melick. Dirk van Melick, voorzitter van Schutterij-Broederschap St.-Andreas, Melick, gemeente Roerdalen (Lb.) PERSBERICHT In het kader van haar 375-jarig bestaan, organiseert Schutterij-Broederschap St.-Andreas op 8 september een familiedag. Deze dag is speciaal opgezet voor mensen die willen weten welke activiteiten binnen de Melicker schutterij bestaan. Zo wordt er bijvoorbeeld een exercitiedemonstratie gegeven, is er uitleg over het muziekkorps en zijn er mensen die U alles kunnen vertellen over het schieten met de windbuks en de zware buks. Ook kan men informatie krijgen over de functies binnen onze vereniging. Jong en oud zal aan zijn / haar trekken kunnen komen, want voor de ouderen is er een seniorenkermis. De jeugd kan zich vermaken met een puzzelopdracht die hen langs allerlei schuttersgeheimen voert. De winnaar ontvangt een 4-persoons dagkaart naar een attractiepark. De familiedag is op zaterdag 8 september van 15.00 tot 17.00 uur. Graag ontmoeten we U in ons Sjöttequarteer. Tot dan! Schutterij-Broederschap St.-Andreas Melick
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
27
1361
EVENEMENTENAGENDA: PROVINCIAAL - EUREGIONAAL - LANDELIJK - INTERNATIONAAL (7) (inclusief enkele grote regionale en interregionale evenementen) Vervolg op SB 70, blz. 1332-1333
--Toelichting bij kolom 2: M&F = match en field (Kruisboog) V-T-B-S: V = Vendelen; T = Trommen; B = Bazuinblazen; S = Standaardrijden Antw. Belg.Lb. Fr. Gld. Lb.
= = = = =
Toelichting bij kolom 3: provincie Antwerpen Lk. = provincie Luik provincie Limburg (B) N.Br = provincie Noord-Brabant provincie Friesland Ov. = provincie Overijssel provincie Gelderland Vl.Br. = provincie Vlaams Brabant provincie Limburg (NL) W.Vl. = provincie West-Vlaanderen
Toelichting bij kolom 4: O.W.B. = Onderlinge West-Brabantse Bond [betreft de Kruisboog] In zwart: folkloreschutterijen (= schuttersgilden); in blauw: [betreft veelal!] sportschutterijen (= schietclubs)
---
Anno 2007 Datum
Evenement
Plaats
Info
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------09.09.2007 DLS: Dreil채ndereck-Schuttersfeest Eupen (Lk.; Oostkantons) jeanmarie.vandenbrocke@yucom.be
(Intern. Schuttersbelangengem. B, D, NL) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
09.09.2007 Nationale Kampioenschap Wip (Nederlandse Kruisboog Bond)
De Knipe, gemeente Heerenveen (Fr.)
www.kbv-deknipe.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
15.09.2007 BST: Bielemannen- en Sappeurstreffen (Stichting BST)
Waubach,
http://members.lycos.nl/schutterijjoseph
gemeente Landgraaf (Lb.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
16.09.2007 FGS-Schuttersdag Hengelo (Ov.) (Federatie van Gelderse Schuttersgilden)
www.emmhengelo.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
16.09.2007 LDS: Limburgs Damesschuttersfeest (Stichting LDS)
Stokkem,
www.lds2007.be
gemeente Dilsen-Stokkem (Belg.Lb.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
16.09.2007 NBFS-Toernooi V-T-B-S (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)
Nuland,
www.gilde-st-antonius-abt.nl
gemeente Maasdonk (N.Br.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
16.09.2007 Ned. Kampioenschap 30 m M&F (Nederlandse Kruisboog Bond)
Klein-Zundert, gemeente Zundert (N.Br.)
a3roelands@home.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
30.09.2007 6de Vlaamse Gildedag:
Ieper (W.Vl.)
www.vlaamseschutters.be SB 65, blz. 1203
(Fed. v. Vlaamse Historische Schuttersgilden)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
07.10.2007 Nationaal Koningschieten
Kaulille,
sintjoriskaulille@telenet.be
(Belg. Overlegorgaan v. Hist. Schuttersgilden) gemeente Bocholt (Belg.Lb.) -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
07.10.2007 Nationaal Koningschieten
Kaulille,
sintjoriskaulille@telenet.be
(Belg. Overlegorgaan v. Hist. Schuttersgilden) gemeente Bocholt (Belg.Lb.)
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1362
31 augustus 2007
28
Schuttersbrief - nummer 71
Datum
Evenement
Plaats
Anno 2007
Info
Vervolg
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
14.10.2007 Kampioenendag 20 m (Nederlandse Kruisboog Bond)
Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk (N.Br.)
OWB: 0161 - 22 46 00
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
14.10.2007 Ned. Kampioenschap Wip: Dames & Jeugd (Nederlandse Kruisboog Bond)
Zevenbergschen Hoek, Wippers: 06 - 29 18 63 99 gemeente Moerdijk (N.Br.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
21.10.2007 Euregionaal Schuttersfeest Maas-Rijn
Sittard,
www.sintrosa.sittardweb.nl
gemeente Sittard-Geleen (Lb.)
(Stichting Oktoberfeest)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
21.10.2007 Interland België - Nederland 10 m Leuven (Vl.Br.) (Nationale Unie der Kruisboogschutters)
www.reuzegomleuven.be
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
27.10.2007 Hoofdliedendag
Den Bosch (N.Br.)
www.schuttersgilden.nl
(Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
02.11 - 08.11 Romereis Rome (Italië) 2007 (Europese Gemeenschap v. historische Schutters)
www.egs-schuetzen.com SB 60, blz. 1079-1085
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
11.11.2007 Drie Provinciën Wedstrijd 10 m (LKB / BKB / GKB)
Weert (Lb.); www.tegenonsstrijden.nl locatie: Batavieren/Treffers
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
25.11.2007 MT: Marketentsterstreffen (Stichting MT)
Posterholt,
www.freewebs.com/mathiascornelius gemeente Roerdalen (Lb.) SB 72: in voorbereiding
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Anno 2008 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
12.01.2008 15de Limburgse Schuttersdag
Baexem,
(Stichting Limburgs Schutterstijdschrift)
www.olsfederatie.com
gemeente Leudal (Lb.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
25.05.2008 NBFS-Toernooi Kruisboogschieten op wip (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)
Oeffelt,
www.gildesalvatormundi.nl
gemeente Boxmeer (N.Br.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
06.07.2007 OLS: Oud-Limburgs Schuttersfeest
Opoeteren (Belg.Lb.)
www.ols2008.nl SB: in voorbereiding
(Oud-Limburgse Schuttersfederatie)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
20.07.2008 ZLF: Zuid-Limburgse Federatiefeest (Zuid-Limburgse Schuttersfederatie)
Sint-Joost, gemeente Echt-Susteren (Lb.)
www.zlf2008.nl SB: in voorbereiding
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
07.09.2008 NBFS-Landjuweel (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)
Oisterwijk (N.Br.)
www.landjuweel2008.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
17.09.2008 NBFS-Toernooi V-T-B-S (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)
Hulsel,
www.heiligsacramentsgildehulsel.nl
gemeente Reusel - De Mierden (N.Br.)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
11.10.2008 Hoofdliedendag
Den Bosch (N.Br.)
www.schuttersgilden.nl
(Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Anno 2009 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
31.08 - 03.09 EST: Europees Schutterstreffen Kinrooi (Belg.Lb.) 2009 (Europese Gemeenschap van historische Schutters)
www.egs-schuetzen.com SB: in voorbereiding
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Laat aan de SB-redactie s.v.p. tijdig weten, welke data er nog in bovenstaande agenda ontbreken. Bij voorbaat dank! Met vr. gr., Jelger Visser en Alfred Disch ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 71
31 augustus 2007
29
1363
COLOFON De Schuttersbrief (SB) verschijnt sinds 19 juni 2004 en is een uitgave van de SB-stichting i.o. De leden van de SB-redactie (zie volgend kadertje) vormen het bestuur van de SB-stichting. Activiteiten van de SB-stichting c.q. SB-redactie zijn onder meer: de Schuttersbrief, het Schuttersbriefje (voor jongeren), de SB-Bijlagen, de SB-website en SB-jongerensite. Zie verder vooral ook de lijst van actiepunten op pagina 1115 van SB-nummer 61. Daar de door de SB-stichting te maken kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de in het onderstaande kadertje vermelde (voorlopige) bankrekening. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! De SB wordt gratis verstrekt: zie de verzendlijst op pagina 1116 van SB-nummer 61 Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de SB ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en Uw telefoonnummer weten aan: redactie@schuttersbrief.nl. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de voorlaatste pagina van SB-nummer 61. U mag - om o.a. auteursrechtelijke redenen - uitsluitend voor eigen persoonlijk gebruik de SB uitprinten, dus niet (!) ten behoeve van anderen. Oude nummers van de Schuttersbrief kunnen te allen tijde bij de redactie worden opgevraagd. Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Wilt U óók Uw eigen berichten opgenomen zien in de SB, gelieve dan per brief of per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de SB. In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek in de SB geopend. De SB telt thans ruim 200 rubrieken; die van U kan (kunnen) er dus ook nog bij! Voor een tussentijds overzicht van de SB-rubrieken zie SB-nummer 61, blz. 1091-1114.
REDACTIEADRES Bezoekadres SB-redactie / SB-stichting: p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht. Telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62. Mobiel: (00.31)06.42 58 70 04 Fax : (00.31) (0)43.310 04 06 E-mail: redactie@schuttersbrief.nl
SB-website en SB-jongerensite zijn nog in opbouw Voorlopige bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch, 6221 AE Maastricht 6-B. Voorlopige bankrekening buitenland: IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL-6221 AE Maastricht 6-B.
Redactieleden Alfred Disch: hoofdredacteur; voor adresgegevens zie hierboven; e-mail, ook: alfred.disch@gmail.com Jelger Visser: adj.-hoofdredacteur, tevens ICT-coördinator & redacteur-Kruisboog; jelger.visser@gmail.com Mathy Leunissen: eindredacteur, tevens redacteur-documentalist en redacteur voor de Zware Buks Ans Moors: redactrice voor het Italiaanse taalgebied (Italië, San Marino, Vaticaan) Peter Peeters, Ab Reuling en Willem van Uden: redacteur-webmasters Naast enkele gekwalificeerde zetels zijn er nog vacante redacteurschappen voor diverse EGS-landen en/of EGS-taalgebieden en voor diverse schietdisciplines. U kunt zich daarvoor aanmelden bij de SB-redactie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1364
31 augustus 2007
30
Schuttersbrief - nummer 71