Jaargang 10 • Nr. 1 • maart 2004 • Kantoor van afgifte: Gent X
S in t - R och us Gaz ette
Na 10 jaar uit de startblokken
1ja0 ar
December 1994 – Nr 1 – Jaargang 0, was de start van een volledig nieuwe SintRochus Gazette en dit na 5 stille, onwetende jaren. Een nieuwe start, een noodzaak, welke na een enquete onder de leden tot uiting kwam. Vol goede moed werd door enkele ijverige broeders, onder impuls van Griffier Gilbert Roegiers, de pennenstok terug opgenomen. Onze toenmalige Hoofdman Octaaf Peeters, vermeldde terecht op de voorpagina als titel van zijn artikel “Terug in de startblokken. Geen proefschoten meer!“, verwijzend naar onze laatste uitgave van Balista in 1989. Gedurende deze 10 jaren, groeide onze Gazette uit, van een nog schuchtere uitgave met een 5-tal bladzijden tot een volwaardig “bijna“ tijdschrift, met allerhande artikels en verslagen. Het is dan ook ter gelegendheid van dit 10-jarig jubileum, dat onze Gazette een extra “kleurrijke“ dimensie gekregen heeft. Deze driemaandelijkse realisatie zou niet mogelijk geweest zijn, zonder de inzet,
bereidheid en creativiteit van een aantal leden, die zich telkens inzetten om iets degelijks op papier te zetten. Mijn oprechte dank aan alle koene reporters in het verleden en vooral in de toekomst. Ik nodig dan ook alle broeders uit, even de pen ter hand te nemen en één of andere ervaring neer te pennen. Elke inbreng is welkom, humoristisch, een reisverslag of schietervaring(herrinnering). Want nieuw bloed is zekerheid voor nu en de toekomst. Ik zou zeker in gebreke blijven, mocht ik onze Archivaris Chris Lentz vergeten. Een broeder die, met hart en ziel, instaat voor de opmaak en lay-out, evenals de talrijke opzoekingen over ons historisch verleden, welke hij dan ook neerpent om ons bewust te maken over ons rijk cultureel verleden. Onze en mijn oprechte dank hiervoor. Laten wij dan ook, éénsgezind, onze Gilde waardig, zoals in het verleden de toekomst te gemoed gaan. Ik hoop en wens iedereen een even succesvol jaar toe, zoals wij gekend hebben met onze Gazette. Hoofdman Marc Reynvoet
Dit museum bezit een afdeling over een Lokerse kruisboogschuttersvereniging
Stedelijk Museum • Markt 15a, Lokeren open op woens-, donder- en zondag van 10 tot 12 en van 14 tot 17 uur (de zondag gratis)
Nationale kampioenschappen 2004 gestart Eerste selectie 20 m in Deurne Tijdens het weekend van 21 februari ging het nieuwe nationale kruisboogschuttersseizoen van start. In Deurne, bij de vereniging Marnix, vond de eerste selectie op 20 m plaats. Door het steeds dalende aantal deelnemers, zijn deze selecties niet meer dan een formaliteit geworden. Tenzij er een vrije schieting aan verbonden wordt, zijn deze wedstrijden niet meer dan een saaie sleur en eigenlijk verloren kilometers en moeite. Werk aan de winkel dus voor het sportcomité van de N.U.K.B. om hier terug wat meer zin aan te geven Zowel per ploeg als individueel was SintRochus van de partij. Voor alle duidelijkheid nog even herhalen dat wie wil deelnemen aan de finale, per ploeg of individueel, minstens vier van de vijf selecties
moet meeschieten. Sint-Rochus moet bij 4 selecties minstens met 5 schutters aantreden om in oktober de ploegtitel op 20 m te kunnen verdedigen. Wie de eerste selectie miste, moet dus alle resterende wedstrijden meeschieten, om er bij te zijn voor de finale. Als we dan toch nog even teruggrijpen naar de zin van deze wedstrijden, kunnen we vermelden dat de resultaten, samen met die van de finales van de afgelopen 2 jaar, in rekening gebracht worden voor de ploegopstelling voor de jaarlijkse interland tegen de Nederlanders. Enige troost is dan nog dat deze selecties ons toelaten om zo nu en dan nog wat andere leden van de steeds kleiner wordende kruisboogschuttersfamilie terug te zien.
Driemaandelijks tijdschrift van de v.z.w. Oude Koninglyke Gilde Sint-Rochus • Sint-Pietersplein 13, 9000 Gent Verantw. uitg.: Reynvoet Marc, Adolf Daensstraat 1, B-9040 Gent • www.sint-rochus.be
Sint Rochus Gazette
maart 2004 -
2
Verslag van de Algemene Statutaire ledenvergadering van zondag 8 februari 2004 Om 10u.15 opent Deken Joseph De Schepper de vergadering met een welkomwoord. Als tweede punt op de agenda wordt vastgesteld hoeveel stemgerechtigde leden aanwezig waren (40 leden alsook 7 volmachten). Daarna werd door Griffier Philippe Teetaert het werkingsverslag van het jaar 2003 voorgelezen. Vervolgens was het de beurt aan Thesaurier Marc Reynvoet om het financieel verslag van het boekjaar 2003 aan de vergadering voor te lezen. De commissarissen hebben de financiële documenten gecontroleerd en zijn éénparig tot het besluit gekomen dat deze met de werkelijkheid overeenstemmen. Door de aanwezige leden werd dan ook aan de beheerders en de commissarissen décharge gegeven voor het boekjaar 2003. Volgende leden werden daarna verkozen als commissarissen voor 2004: Broeders Marc De Rudder en Jacques Vervaet. Hoofdman a.i. Marc Reynvoet deed daarna het voorstel om het lidgeld in het jaar 2005 te verhogen en aldus op € 75,00 te brengen. Dit voorstel werd door de vergadering aanvaard. Daarna volgde de herverkiezing en verkiezing van volgende leden:
Archivaris Chris Lentz: 44 stemmen en herkozen. Geheimschrijver Octaaf Geenens: 30 stemmen en herkozen. Doelmeester Roland Van den Bossche: 42 stemmen en herkozen. Meester Marc Reynvoet (kandidaat-Hoofdman): 43 stemmen en verkozen. Meester Christophe Vanderhaeghen (kandidaatGriffier): 43 stemmen en verkozen Broeder Luc Pans (kandidaat Thesaurier): 33 stemmen en verkozen. Er werd dan hulde gebracht aan drie leden die 25 jaar lid zijn: Doelmeester Roland Van den Bossche, Broeder Walter Antheunis en Broeder Maurice Cognaux. Tevens werd er hulde gebracht aan Deken Joseph De Schepper die zijn 25-jarig lidmaatschap als Deken te vieren had. Een kruisboog werd hem als geschenk aangeboden. De vergadering werd beeindigd met een toespraak van onze nieuwe hoofdman Meester Marc Reynvoet en na het zingen van ons gildelied was het ogenblik aangebroken voor het nuttigen van de erewijn gevolgd door een lunch.
Kersvers verkozen Hoofdman Marc Reynvoet legt de eed af.
Deken Joseph De Schepper was ten zeerste verheugd met het 6 m wapen dat hij mocht ontvangen als aandenken van zijn 25-jarig dekenschap.
Sint Rochus Gazette
De Sint-Rochusgilde aan de eer Teneinde de elite van de Belgische kruisboogsport te eren werd verzameling geblazen op zaterdag 13 december ll. in de gotische zaal van het Stadhuis te Brussel. Enkele medaillewinnaars konden spijtig genoeg niet aanwezig zijn, zodat onze Gildedelegatie slechts bestond uit Hoofdman Marc Reynvoet, Doelmeester Roland Van den bossche en Broeder Julien Bauters. Later werden wij versterkt met Keizer Carlo Schollaert en familie. Na het welkomwoord van de Voorzitter van de Nat. Unie van België dhr. Luc Deketelaere gaf Secretaris Generaal Willy Hemeleers het werkingsverslag en werd overgegaan tot de uitreiking van de medailles en plaketten. Bij de medailleoogst kon onze Gilde zich verheugen in niet minder dan 9 gouden, 4 zilveren en 3 bronzen medailles/plaketten. Individueel en als ploeg op 20 m werd telkens goud behaald. De Hoofdman was dan ook een zwaar geladen, doch gelukkig man. Na het Belgisch Volkslied (na enig gesukkel van de Brusselse stadstechnieker: welk was nu het Belgisch?) werd een receptie aangeboden en konden de genodigden in de late namiddag terug huiswaarts gaan. Wat stilaan een traditie geworden is, werd op vrijdag 23 januari laatstleden werkelijkheid. Tijdens een gezellige receptie in onze Gilde, aangeboden door de Eed, werden de medaillewinnaars nl. Roland Van den Bossche, Peter Van De Wiele, Johan Hoste, Christophe Vanderhaeghen, Danny Staelens, Julien en zoon Johan Bauters en Eric Achtergaele, Jean Vanderhaeghen nogmaals in de bloemetjes gezet en ontvingen de medailles die in het stadhuis van Brussel uitgereikt werden. Onze Gilde ontving de beker voor haar prestaties als kampioen van België 20 m, uit de handen van sportambassadrice Mw. Catharina Segers, gemeenteraadslid in Gent, die onze rangen kwam vervoegen. Na diverse glaasjes champagne en lekker keuvelen konden wij dan ook in de latere uurtjes, moe doch gelukkig huiswaarts keren. St.-Rochus had nogmaals bewezen, wat zij waard was! M.R.
Enkele van de laureaten met onze Deken en onze nieuwe Hoofdman
maart 2004 -
3
Jacques Rogge wordt ere-confreer van de Sint-Jorisgilde Op 19 maart laatstleden werd Jacques Rogge ere-confreer van de Sint-Jorisgilde. De eeuwenoude kruisbooggilde was precies 100 jaar geleden op sterven na dood, toen enkele kunstenaars onder aanvoering van schilder Frans Coppejans beslisten om er nieuw leven in te blazen. Die verjaardag van die nieuwe start werd herdacht, met als hoogtepunt de uitreiking van de titel van ere-confreer aan de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité op het Gentse stadhuis. Daarmee treedt Rogge in de voetsporen van onder meer Prins Karel (1929), de Gentse Nobelprijswinnaar Corneille Heymans (1937) en in 2000 nog de voormalige Chileense minister van Buitenlandse Zaken Fernande Morales Barria.
Dit museum bezit een afdeling over een kruisboogschuttersvereniging uit Deinze
Museum van Deinze & De Leiestreek
Lucien Matthyslaan 3-5 • Deinze open van dinsdag tot vrijdag van 14 tot 17 uur zat-, zon- en feestdagen van 10 tot 12 en van 14 tot 17 uur (gesloten op maandag) www.museumdeinze.be
maart 2004 -
Sint Rochus Gazette
4
Ondergesneeuwde start Sablon, 20 februari: op de korte afstand In memoriam Charles Declercq Koning winter had zijn weekend uitgekozen: precies tijdens het eerste competitieweekend op 6 en 10 m, bedekte hij Vlaanderen met een sneeuwdeken. Na enige twijfel, besliste de Sint-Rochusdelegatie toch deels op 28 en deels op 29 februari af te reizen naar Marcinelle, en wel met zeven schutters. Door de weersomstandigheden lag de opkomst aan de lage kant. Een buitenkans dus om van bij de start van deze regelmatigheidswedstrijd klappen uit te delen. Koning Christophe Vanderhaeghen greep deze kans het best, met een maximumscore op 10 m met diopter en 99/100 op 6 m. Meester Peter Van De Wiele moest vrede nemen met een maximumscore op 6 m; op de 10 m presteerde hij ondermaats in beide disciplines. Keizer Carlo Schollaert, terug van de partij op de korte afstand, miste zijn start. Zowel Eric Achtergaele als Danny Staelens koesterden hoop op een betere start dan afgelopen seizoen, maar de verhoopte beterschap kwam er nog niet ten volle uit. Gezien hun prestaties in onze Gilde, kunnen zij rekenen op een gunstige evolutie van hun inbreng, ook bij de nationale kampioenschappen. De wedstrijdleiding troostte ons min of meer met de boodschap dat de scores in het algemeen aan de lage kant bleven. Afwachten dus wat het verdere verloop van deze competitie zal brengen. In ieder geval doen we er goed aan, net als vorige jaren, enkele wedstrijden te betwisten met een versterkte ploeg. De verplaatsing naar Aalst op 3 of 4 april is hiervoor een uitstekende gelegenheid. Ook op de korte afstand mag er maar 1 wedstrijd van de 6 gemist worden om individueel te strijden voor de ereplaatsen. Het ploegresultaat wordt per wedstrijd bepaald door de 5 beste resultaten per vereniging, per discipline. Het speelt dus geen rol of de schutters die instaan voor dit resultaat, individueel het kampioenschap uitschieten of niet. Peter Van De Wiele
Sint-Rochus nog één overwinning verwijderd van de prachtige kristallen ‘coupe’ Voor het derde jaar op rij richtte de Grand Serment de Notre Dame au Sablon de ‘tir à l’ancienne’ per ploeg op 6 m in. 4 schutters per ploeg schieten elk om beurt een pijl, voor een totaal van 6 schoten, voorafgegaan door 2 proefschoten per schutter. Het doel is zoveel mogelijk rozen per ploeg te schieten: enkel de rozen worden in rekening gebracht. De vereniging die over de duur van de volledige competitie (7 jaar) de meeste overwinningen behaalt, mag de prachtige kristallen schaal op bronzen drager met voet definitief aan haar patrimonium toevoegen. Na de twee eerdere overwinningen, kon Sint-Rochus ook dit jaar, zij het met de hakken over de sloot, de concurrentie afhouden. De Vrolijke
Schutters van Brussel strandden op slechts 1 roosje van ons. Het viertal van Sint-Rochus (Peter met 6, Roland met 5, Christophe met 4 en Gaston met 2 rozen) bleef zo zonder veel glans, buiten bereik. Volgend jaar al kan een definitieve stap gezet worden naar winst in deze wedstrijd. Maar laat ons voorlopig het verhaal van de beer indachtig blijven. Ondanks het sympathieke onthaal en de nobele bestemming van de opbrengst van deze schieting (verzorging van kinderen die getroffen zijn door het AIDS-virus), blijft de opkomst beneden alle peil. Noteren we alvast dat op de laatste vrijdag van mei, de andere, individuele wedstrijd ter nagedachtenis van Charles verschoten wordt, dit jaar op 10 m. Ook daar is een mooie kristallen vaas de inzet van het gebeuren.
Vriendenwedstrijd Sint-Rochus/Sablon Op zondag 7 maart hebben wij (we zullen de naam maar eens voluit schrijven) de Ancien Grand Serment Royal et Noble des Arbalétriers de Notre Dame au Sablon ontvangen. Het gebeurt niet veel dat diegene die op bezoek komt met een groter aantal schutters is dan de thuisschutters. Dit keer waren de schutters uit Brussel met een twaalf man sterke delegatie naar Gent afgezakt, terwijl wij nauwelijks aan tien man kwamen. Op de zes meter baan werd naar het grootst aantal rozen geschoten met een individuele winnaar (Peter Van De Wiele: 10/10) en een tweede (Johan Hoste: 9/10) stond er weer geen maat op. Derdes werd Roland Van den Bossche met een 8/10 en vierdes Christophe Vanderhaeghen (7/10). De andere deelnemers: Geenens Octaaf (5/10), Casteels Frans (3/10), Hanquet Gaston (3/10), Vervaet Jacques (2/10), Bauters Julien (2/10) en Verleye René (2/10) sloten de rij.
Van Brusselse zijde haalde alleen Desmet Ludo een redelijk resultaat (7/10). Gelukkig duurt het twee jaar vooraleer onze vrienden uit Brussel hier nog eens op bezoek komen en zijn zij deze nederlaag allang vergeten.
Gildekampioenschappen: ongemeen spannende strijd op 6 m Hoewel het nog vroeg op het jaar is, verdient de tussenstand op 6 m toch even onze aandacht. In de Elitecategorie komt een strijdlustige Eric Achtergaele zich mengen in de strijd om de eerste plaats. Hij heeft zich voorgenomen tot het uiterste te gaan om erbij te zijn bij een eventuele kampreeks. Proficiat met het tussentijdse resultaat ... en succes verder!
Sint Rochus Gazette
maart 2004 -
5
Niets nieuws onder de zon... IV De zomer van 1868 was bloedheet wat dan ook resulteerde in goede graanoogsten. Op de Gentse feesten van dat jaar is het de beurt aan Sint-Rochus om het stadsbeschrijf in te richten en zoals zal blijken met groot sukses. Het grote dodental tengevolge van epidemieën had het stadsbestuur in 1866 doen besluiten een nieuwe begraafplaats aan te leggen buiten de stad. Maar men maakte tevens van de situatie gebruik om het kerkhof aan de kerkelijke overheid te onttrekken wat natuurlijk op grote tegenstand stuitte bij het bisdom (het heeft nog tot 1911 geduurd vooraleer de Westerbegraafplaats ingezegend werd). In 1873 kon eindelijk het kerkhof (aangelegd 1868 Op de eerste vergadering van 1868 (zondag 12 januari) beslist de Eed om een medaille te schenken aan de schutter die op 31 december eerstkomend het meest aantal series heeft geschoten (vereiste is wel, en dit geldt in zekere mate nu ook nog, dat er altijd twee schutters aanwezig zijn bij het gebeuren). Op diezelfde vergadering kijkt men reeds in de toekomst! Er zal 100 fr. (eigenlijk 99,10 fr.) uitgetrokken worden voor een “kasbon” van de stad Rijsel. Dit zal jaarlijks herhaald worden tot in 1872 omdat men dan het vijftigjarig bestaan van de maatschappij wil vieren met de opbrengsten van de rente. Als de obligatie vroeger uitgeloot wordt zal men ze herbeleggen. De rente zal dan echter verdeeld worden onder de leden. En men begint het jaar sterk. Op zondag 2 februari houdt men een “muzikale avondstond” (begin om 19 uur). Een avond die de maatschappij 16 fr. kost (7 fr. voor het huren van een piano bij ene Vits, 5 fr. voor muzikant Dauwe. De zangers moet men blijkbaar niet betalen maar uiteraard wel hun vertier (4 fr.) aan uitbater Hardy. Een week later zal men hen een brief sturen met een bedanking want blijkbaar waren zij vreemd aan de vereniging en hen terzelfdertijd uitnodigen voor een later op de maand te houden carnavalbal. Zondag 16 februari wil men een bijzondere prijsschieting inrichten; Alle leden worden verzocht een “bedekten prijs toe te zenden”. De twee waardevolste prijzen zullen beloond worden met gift van 5 en 3 fr. vanwege de maatschappij. De 23ste (terug een zondag) zal men een gemaskerd en ongemaskerd bal houden (kost: 25 fr. aan Duquenne “voor het spelen van den bal” en 3,76 aan drank voor de muzikanten) en men gaat meteen door tot in maart. De 1ste en 15de van deze maand zal men op kosten van de vereniging een schieting inrichten. Van een felle start gesproken. De prijsschieting aangeboden door Koning Louis Hesters (op zondag 19 januari) wordt gewonnen door hoedenmaker Lammens. Tweede wordt Ad. Desomer. Maar toch ziet men hoe fragiel het verenigingsleven toen ook was. Op de maandelijkse zitting van 9 februari komt de heer Hermans met het voorstel om op alle prijsschietingen te schieten voor afwezige leden (die soms door hun beroep buiten de stad verblijven). Secretaris Henri Westendorp ziet dat niet zitten en
door stadsarchitect Adolphe Pauli) in gebruik genomen worden met 13.300 graven. In april van 1869 is Multatuli in Gent (schrijver van Max Havelaar) voor een lezing. In 1867 was hij reeds in Gent geweest voor het Nederlands Letterkundig Congres. Het comfortabelste vervoermiddel voor grote afstanden was de trein (het Zuidstation bestond toen al meer dan 30 jaar) maar voor de eerste paardentrams van het station naar het stadscentrum moest men nog tot 1873 wachten. Alles gebeurde dus met koetsen of te voet. stelt dat het reglement dat niet toelaat en zal moeten gewijzigd worden. Hermans houdt voet bij stuk en vraagt een stemming aan. Van de 18 aanwezige leden stemmen elf voor en zes tegen. Er is echter één onthouding die Hermans naar zich toe haalt als een stem voor, om zo een 2/3 meerderheid te halen. Wellicht uit onvrede met deze gang van zaken geeft Henri Westendorp daarop zijn ontslag. Maar in buitengewone zitting van 14 februari wordt dit ontslag niet aanvaard en besluit men dat de vorige stemming geen enkele waarde heeft en dan ook niet aanvaardt wordt. Als argumenten haalt men volgende elementen aan: - men zou het huishoudelijk reglement moeten wijzigen; - art. 54 van het reglement bepaalt dat men een 2/3 meerderheid moet hebben om nieuwe voorstellen te doen aanvaarden. Waarop Henri Westendorp bijdraait en zijn ambt weer opneemt (een maand later wordt hij ook herkozen als lid van het middenkomiteit) en blijkbaar is Th. Herman(s) geschrokken van het optreden van zijn secretaris want in maart legt hij zich neer bij de laatste beslissing en ziet hij af van zijn voorstel. Terug een beeld(je) van belangenvermenging. Eveneens in maart moet men prijzen aankopen en waar koopt men die... bij Dangotte (23,10 fr.), Sierens (23,70 fr.) en Lammens (14,90 fr.) allemaal namen die voorkomen op de ledenlijst. Het behalen van een medaille, bv. voor het hoogste aantal schutters, bracht wel een onkost mee want men kreeg die niet gratis. J. Santy zal wellicht op 19 april het geld voorgeschoten hebben. Een maand later krijgt hij zijn geld terug. Wie mijnheer Uytens is blijft voorlopig onbekend. Wel is hij het slachtoffer van een staking en vraagt hiervoor uitstel van maandelijkse bijdragen wat hem toegestaan wordt. Of hij zelf staakt of door een staking in een toeleveringsbedrijf werkloos is geworden, blijft voorlopig in het ongewisse. Op zondag 10 mei trekt men naar de Sleepstraat met 53(!) leden. Het is Eendracht maakt macht die in haar lokaal (de herberg het Yzeren Kruis) een wedstrijd heeft ingericht. Er kwamen 151 schutters opdagen. Max Dhont1 overlijdt op 26 juni en voor de begrafenis 1. Maximiliaan Dhont werd in 1830 te Gent geboren, was werktuigmaker en woonde bij zijn overlijden (op 38-jarige leeftijd) in de Bellevuestraat. Hij was gehuwd. Gustave
Sint Rochus Gazette
heeft men rijtuigen gehuurd bij (lid) Hoentjens. Tevens wil men voor de weduwe en haar kinderen een tombola (met een schieting) inrichten en zal hiervoor de medewerking gevraagd worden van de andere erkende maatschappijen van Gent. Twee maanden later besluit men een medaille te schenken aan de Gentse vereniging die het grootste aantal reeksen verzameld heeft (Amore & Concordia) ten voordele van dit doel. Amore & Concordia moet wel haar best hebben gedaan want men bestelt zelfs een boeket bloemen wanneer men het eremetaal overhandigt. Hoeveel men ingezameld heeft, werd nooit vermeld, wel wie eraan deelnam. Op 12 juli 1868 is het aan Sint-Rochus om tijdens de gemeentefeesten (de latere Gentse feesten) een schieting in te richten. Men moet dit groots aangepakt hebben want men kreeg 230 schutters over de vloer uit diverse steden (Brussel, Antwerpen, Tienen 2 , Dendermonde3, Zele4, Lokeren5 en Ieper). Of men het uitgevoerd heeft blijft in vraag, maar men had wel de intentie de diverse maatschappijen af te halen aan het Zuidstation. De 4e plaats werd behaald door Berckmans, een lid van... Le Grand Serment (ons wel bekend), die tevens de medaille krijgt “voor de talrijkste der vreemden”. De wedstrijd is wel uitgelopen over drie dagen en werd slechts de dinsdagavond afgesloten, de inleg bedroeg 1,50 fr. En dat men op geen frank gekeken heeft leert ons de rekening: drukwerken, dranken voor de fanfares (bij het afhalen der deelnemers), brieven en zelfs een huurrijtuig voor het afhalen der prijzen. Het was ook nodig de prijswinnaars nadien per brief te verwittigen. Het jaar voordien (1867) moeten er tijdens de stadsfeesten reeds schutters uit Brussel, Antwerpen en Tienen naar Gent afgezakt zijn want in een brief voor een subsidieaanvraag verwijst men naar het succes van deze manifestatie (200 schutters). De balboogmaatschappij Nemrod, die zeker een hogere burgerij dan SintRochus in zijn rangen had, haalde op diezelfde dag slechts 120 schutters. Op 2 augustus 1868 gaat men naar Antwerpen (dit is wellicht de eerste maal dat Sint-Rochus naar een Taylor, een 22-jarige halfbroer van hem was getuige op de overlijdensakte. Gustave was ook werktuigmaker en is samen met Max Dhont in november 1863 lid geworden van Sint-Rochus. Een maand voor zijn overlijden nam hij nog deel aan een wedstrijd bij Concordia (24 mei 1868) waar hij 9de werd. Max Dhont schoot zich Koning in 1866. 2. Dit zou de Royale Union du Serment St. Georges moeten zijn die in 1834 opgericht werd. 3. Dit was allicht de Kruisboogmaetschappy Willem Tell (heropgericht in de lente van 1864 in de herberg het Justitiepaleis, Justitieplein te Dendermonde). Op de wedstrijd was ene Collin 15e. Er is slechts één maatschappij uit deze periode bekend te Dendermonde. 4. Uit Zele waren dit allicht de Maetschappij de TellBroeders of Eendragt maekt Magt. De laatste had haar lokaal in het Sint-Sebastiaenshof. 5. Een stadsverslag uit 1866 vermeld een kruisboogschuttersvereniging in Lokeren (Willem Tell). Men is in Lokeren eveneens in het bezit van een vaandel uit 1928 en van een foto uit 1931 van diezelfde vereniging. Er is geen spoor van andere verenigingen die aan kruisboogschieten deden.
maart 2004 -
6
andere stad trekt). De Graaf van Vlaanderen heeft een wedstrijd ingericht en men heeft daaraan deelgenomen. Als verstkomende kregen ze een medaille en ook voor het grootst aantal reeksen dat men als maatschappij geschoten had. Wellicht heeft men later de bode naar Antwerpen gestuurd voor het ophalen van de prijzen want de rekeningen vermelden diverse sommen die aan de bode werden uitgekeerd als vergoeding voor de reis en het verblijf. De Koningschieting van 1868 verliep zonder meldenswaardige gebeurtenissen. Eugène Ripaux schiet zich Koning en een deel van het bestuur wordt voor twee jaar herkozen. Voorzitter blijft P. Vanwaeyenbergh, F. Lammens is ontvanger en verder vier commissarissen. Op de jaarlijkse wedstrijd van Sint-Rochus (6 september) zijn 131 schutters afgekomen. Gemmy is met het grootst aantal schutters aanwezig. Op het einde van het jaar (in november) besluit men terug een obligatie aan te kopen (nu van de lening van de Stad Gent). Louis De Saint Clair, een nogal wispelturig lid (sinds december 1865), die reeds meerdere malen ontslag heeft genomen en teruggekomen is (of was het door zijn beroepswerkzaamheden?), krijgt vrijstelling van zijn bijdragen zolang het nodig is en mag lid blijven. 1869 Koning Eugène Ripaux biedt zijn schieting aan op 15 januari. 14 dagen later wordt een prijsschieting aangeboden voor de leden en in maart zal men dit nog eens doen. Hier en daar wordt toch duidelijk dat het grootste aantal leden uit middenstanders bestaat. Nu en dan worden in de rekeningen namen genoemd van bloemenwinkels of bloemisten (bv. J. Letshart), medaillemakers (Th. Herman), Eug. Ripaux en Dangotte (voor porselein), de laatste een dure vogel die bijna maandelijks grote happen uit de maatschappijkas kost. Ook Santy mag regelmatig de nieuwe schietblokken leveren en aanrekenen. Alleen Stepman (een drukker die veel werkt voor Sint-Rochus) blijkt geen lid te zijn en bij weduwe Slimbroeck blijft men jarenlang zilverwerk aankopen. Met een groter ledenaantal wordt ook het betalingsverzuim groter. In het verslag van februari wanneer telkens een staat van rekening opgemaakt wordt blijken 12 leden schulden aan de vereniging te hebben. Eén van hen is echter Max Dhont die in juni 1868 overleden is (zijn schuld blijkt aangezuiverd). Een tweede (Napoleon Cloostermans) zuivert zijn schuld (1,50 fr.) méér dan een jaar later aan (in april 1870). Gustave Taylor (zie ook voetnoot nr. 1) wordt in juni tijdelijk ontslagen verklaard van maandelijkse bijdragen (als reden wordt afwezigheid op gegeven), in januari 1870 zal men deze beslissing herhalen. Waarom de verslagen vanaf 1869 tot een minimum herleid werden is alsnog niet duidelijk (was het een soort moeheid of routine van Henri Westendorp?) maar tot aan de Koningschieting vermeldt ons verslagboek niet veel zaaks meer. Gelukkig zijn er andere bronnen en hebben ze niet nagelaten deel te nemen aan wedstrijden buiten de Phenixstraat. In april waren
Sint Rochus Gazette
ze te gast bij Borluut (een maatschappij opgericht in 1852). Tijdens de Gentse feesten zijn ze naar de Lange Violettenstraat bij Amore en Concordia getrokken. Er waren daar, net als het jaar voordien, 20 zilveren couverts te winnen. Twee dagen later (13 juli) bewijzen ze dat ze van alle markten thuis waren. De zangmaatschappij “Eendracht” had in het Franse Douai de tweede prijs behaald en werd feestelijk onthaald aan het Zuidstation. In stoet trok men naar het gemeentehuis van Ledeberg voor een verder onthaal. Sint-Rochus was daarbij aanwezig. Op 18 juli trok men met 38(!) schutters de hort op naar Brussel voor een wedstrijd ingericht door le Grand Serment Royal de Saint Georges. Een zestal schutters van Sint-Rochus moeten daar een prijs gewonnen hebben en Sint-Rochus is naar huis gekomen met drie medailles (voor het grootste aantal schutters, om van het verste komen en voor het grootste aantal reeksen). Ook Gemmy en Amore & Concordia waren daar van de partij. Nadien heeft men nog vóór de Koningschieting deelgenomen aan een wedstrijd in het Yzeren Kruis. Dus stilgezeten heeft men niet. De Koning van 1869 werd Jacques Verwee. Nadien houdt men zoals gebruikelijk een vergadering over het hernieuwen van de helft van het bestuur. J. Santy stelt zich blijkbaar geen kandidaat meer als ondervoorzitter. Jos. Lacquet (die dan nog geen jaar lid is) neemt zijn plaats in. In november echter laat Lacquet weten dat hij het ambt niet naar behoren kan uitvoeren door zijn werkzaamheden. Gelukkig is Santy bereid zijn vroeger ambt terug op te nemen. Henri Westendorp blijft secretaris. Aan Gemmy zal een brief gestuurd worden aangaande “een eisch door dezen Kring gedaan”. Was het om een achterstallige inleg van 2 jaar (4 fr.) aan het midden-bestuur die men in oktober dan toch maar betaald? I. Lammens (allicht de hoedenmaker) stelt voor de jaarwedde van de bode te verhogen tot 24 fr. Dit wordt aanvaard. Wat men in augustus of september in Antwerpen gedaan heeft blijft vooralsnog gissen. Een rekening in oktober in 1869 toont wel aan dat de vlag naar Antwerpen moest getransporteerd worden (4,50 fr.) en de medaille die men daar behaald heeft werd ook betaald (2,50 fr.). Wie was onze bode? Als men in december de brave man een zak aardappelen schenkt (9,50 fr.) en men ter zijner voordeel een lijst met inschrijving wil inrichten moet er toch iets mis geweest zijn. Op het einde van het jaar is het Constant Peeters (lid en peintre-decorateur) die de schieting mag herschilderen voor 16 fr. Een oogst van zeven medailles voor het grootste aantal schutters sluit dit jaar af. We maken ons op voor de Frans/Duitse oorlog van 1870, die (wat velen niet weten) door de Fransen begonnen én verloren is. Met speciale dank aan Beatrix Baillieul, Lutgart Vrancken, Aimé Stroobants, Marcel Pieters en Huguette Taymans voor hun waardevolle gegevens.
maart 2004 -
7
Dat er in het Gentse van 1869 eveneens een SintRochusherdenking plaatsvond zal menigeen verbazen. Toch vermeld de Gazette van Gent van 10 augustus 1869 het volgende: De zoogezegde kapellekensviering die den 15 dezer maand gevierd wordt, belooft zeer luisterlijk te zullen zijn in het Berouw. Het aldaar gevestigde Genootschap van den H. Rochus, willende dit jaar meer luister aan deze viering bijzetten, zal, zoo schrijft men ons, eene overgroote fontein doen spuiten, welke omringd door bloemen geschikt door den bloemist Delarue, een allerliefst uitzicht zal opleveren. Zonder twijfelen zal deze gebuurte veel wandelaars tot zich lokken, welk buiten alle andere gebuurten zal uitschitteren.
Gentse sagen en legenden De sage van de Hoofdbrug In 1371 werden een vader en zijn zoon ter dood veroordeeld omdat ze zich verzet hadden tegen graaf Lodewijk van Malle. Deze laatste wilde wel eens zien welke liefde het grootst was: die van ouders voor hun kinderen, of die van kinderen voor hun ouders. Dus besloot hij dat degene, die het hoofd van de andere af zou hakken, in leven mocht blijven. Een verscheurende, onmenselijke keuze. Maar de vader kon uiteindelijk de zoon overtuigen. “Ik ben oud” zei hij “en jij hebt nog een heel leven voor je, en als wij niet tot een besluit komen worden we beiden onthoofd. Waarom dan niet één leven, het waardevolste redden?” Hij pleitte tot zijn zoon eindelijk toegaf. Ze werden naar de gerechtsplaats gebracht, in dit geval de Hoofdbrug, die de Lieve kruist bij het Gravensteen. Maar toen de zoon het zwaard hief om zijn vader het hoofd af te hakken, viel het wapen gebroken voor hun voeten. Dat greep vader en zoon zodanig aan, dat ze beiden het bewustzijn verloren. De graaf schonk hun genade, maar veel baat bracht het de vader en zoon niet. Ze werden overvallen door een hevige koorts en stierven kort na die wonderlijke maar verschrikkelijke gebeurtenis.
maart 2004 -
Sint Rochus Gazette
8
HET NUMISMATISCH ŒUVRE VAN JAN ANTEUNIS door Huguette Taymans BIOGRAFIE Jan Anteunis werd geboren te Gent op 29 maart 1896. Hij voelde zich al vroeg aangetrokken tot de kunst en begon tekenlessen te volgen aan de Gentse Academie. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 vluchtte hij met een jongere broer naar Engeland, waar hij in de “University School of Arts” te Liverpool een artistieke opleiding volgde. Zijn aanleg voor beeldhouwen werd er opgemerkt door zijn leraar, de Engelse beeldhouwer Richard Allen. Na de wapenstilstand van 1918 keerde Anteunis terug naar België en schreef hij zich in aan de Gentse Academie. Hij werd er leerling van Geo Verbanck en Felix Metdepenninghen en behaalde verschillende prijzen in het tekenen en beeldhouwen. Reeds toen kwam hij sterk onder de indruk van het werk van zijn stadsgenoot Georges Minne. De eerste jaren bleef zijn weergave natuurgetrouw en academisch, maar vanaf circa 1926 kregen zijn creaties stilaan een eigen karakter en ontpopte Anteunis zich tot een gevoelige en impulsieve kunstenaar die streefde naar vormschoonheid, een verfijnde lijn en elegantie. Zijn vrije scheppingen waren nu eens van een religieus-filosofische inspiratie en dan weer een hymne aan de vrouwelijke schoonheid en aan het moederschap. Zelf verklaarde hij dikwijls dat zijn beelden bezield waren door de muziek waarvan hij zeer veel hield. Bij zijn talrijke beelden van slanke danseressen, waarin hij een buitengewone gevoeligheid wist te koppelen aan een levendige vormschoonheid, komt dit aspect sprekend tot uiting. Na zijn deelname aan de tentoonstelling van het collectief “Kunst en Kennis” in het Casino te Gent in
deel I
1927 begon Anteunis enige bekendheid te krijgen, onder meer met beelden als “Droom” en “Christuskop” 1. Zijn eerste eigen tentoonstelling, samen met schilder Albert Claeys in de Gentse Galerij Billiet (1930), gevolgd door nog vele andere exposities in binnen- en buitenland vestigde zijn reputatie nog meer. Dit vertaalde zich in een toenemend aantal opdrachten. Veel van deze bestelde bronzen beelden, portretbustes en plaketten waren bestemd voor grafmonumenten op de Gentse begraafplaatsen. Zijn sobere portretten (onder meer van de letterkundigen Karel van de Woestijne, Gaston Martens en Michel Van Vlaenderen, de componisten Toussaint De Sutter en Prosper Van Eeckhaut, de operazangeres Vina Bovy en de musicus Leo Vanderhaegen) worden gekenmerkt door trefzekerheid en psychologisch inzicht. Anteunis haalde ook enkele officiële opdrachten van de stad Gent binnen. Zo werkte hij in 1956, samen met andere gekende beeldhouwers, gedurende tien maanden aan de monumentale fries “Ring van het Leven” voor de zuilengalerij in het Koning Albertpark (Zuidpark). Geen opdracht kon echter Gentser zijn dan het vernieuwen van de “Mammelokker” in 1962. Deze “Caritas Romana” 2 maakte deel uit van de barokke uitbouw boven de ingang van het Gentse belfort en werd in 1741 door David ’t Kindt uitgevoerd. In 1962 was deze beeldengroep door erosie zo diep uitgevreten dat ze volkomen teloor dreigde te gaan. Anteunis kapte een getrouwe kopie uit een blok witte antiorsteen van twaalfduizend kilogram. Daarbij baseerde hij zich op de originele maquette in vier delen, die van uit de kelder van het Museum voor
Grafmonument van Maurice Van Parijs op het Campo Santo
Sint Rochus Gazette
maart 2004 -
9
DE MEDAILLES Anteunis vervaardigde in de loop van zijn carriere verscheidene medailles, zowel voor verenigingen als voor particulieren. Omdat zijn persoonlijk archief grotendeels verloren is gegaan was het niet gemakkelijk om hierover gegevens terug te vinden. Enkel bij de nog bestaande verenigingen was dit in beperkte mate mogelijk. Dit is des te spijtiger omdat Anteunis zijn penningen soms niet signeerde, waardoor ze enkel via archiefstukken of verklaringen van betrokkenen aan hem kunnen toegeschreven worden. Het is dus zeker niet uitgesloten dat in de toekomst nog medailles opduiken die hier niet vermeld zijn. Een aantal sterk met penningen verwante stukken werden opzettelijk buiten beschouwing gelaten: de gildebreuken, de op één enkel exemplaar vervaardigde kentekens en de portretmedaillons. Deze laatste waren een specialiteit van Anteunis (zowel voor huldigingen in verenigingen als voor grafmonumenten), en het is altijd mogelijk dat van sommige een nog niet teruggevonden medaille werd afgeleid.
Graf van De Gezelle op de Westerbegraafplaats Schone Kunsten werd overgebracht naar de door hem als atelier ingerichte werkhuizen Rigelle op de Drongensesteenweg. Het was een fysisch zware opdracht voor de toen reeds vijfenzestigjarige kunstenaar, die hij toch met brio tot een goed einde heeft gebracht. Daarnaast realiseerde de zeer sociaal ingestelde Anteunis een groot aantal artistieke creaties voor de talrijke verenigingen waarvan hij lid was. Aanvankelijk huisde Anteunis met een groep andere kunstenaars, waaronder Jo De Vuyst, Karel Cornel en Victor Lorein, in het pand Onderbergen. Later bevond zijn werkplaats zich nog in de Luxemburgstraat 7 te Gent en in de Bouwmeesterstraat 6 te Sint-Amandsberg, maar uiteindelijk nam hij het atelier van Georges Minne in het Pussimierstraatje naast het Sint Lucasinstituut over. De laatste jaren van zijn leven bracht Anteunis de winter door in Torremolinos (Spanje), waar hij terug schilderijen en aquarellen begon te vervaardigen. Ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag in 1971 vond in het Centrum voor Kunstambachten in de Sint-Pietersabdij van 10 tot 28 november een retrospectieve tentoonstelling van zijn werk plaats. Anteunis overleed te Gent op 16 november 1973. De twintigste verjaardag van zijn overlijden was de aanleiding tot een herinneringstentoonstelling in het Museum Leon De Smet in Deurle (1993).
Kampioenschappen van de “Fédération Royale Belge des Sociétés d’Aviron” (1932) De Belgische roeibond werd in 1887 opgericht onder de naam “Fédération Royale Belge des Sociétés d’Aviron”. Sinds 1888 richt ze jaarlijks de Belgische kampioenschappen in, die aanvankelijk beperkt waren tot twee wedstrijden: de skiff (éénzitter) en de acht met stuurman. Vanaf 1920 werden er andere disciplines aan toegevoegd. Tot 1955 werden de kampioenschappen op verschillende plaatsen gehouden, afhankelijk van de roeivereniging aan wie de organisatie was toevertrouwd. Van 1955 tot en met 1978 gingen ze steeds door op de Watersportbaan te Gent3 en vanaf 1979 op de roeibaan Hazewinkel te Willebroek. Enkel de wedstrijden voor senioren werden officieel als “kampioenschappen” aanzien; die voor de andere categorieën werden “erewedstrijden” of “courses d’honneur” genoemd en gingen op een andere dag en plaats door.
De Mammelokker van Jan Anteunis boven de oude ingang van het Belfort
Sint Rochus Gazette
Gent heeft van bij het ontstaan ervan een vooraanstaande rol gespeeld in de georganiseerde roeisport. De overwinningen die haar twee bekendste roeiverenigingen4 samen behaalden in de prestigieuze wedstrijd op de Theems te Henley vonden overal in Europa grote weerklank5. De afgevaardigden van beide maatschappijen bepaalden ook in de Belgische Federatie mee het beleid6. Het is ongetwijfeld via één van hen dat Jan Anteunis in 1932 werd aangesproken voor het vervaardigen van een plaket als beloning voor de overwinnaars in de Belgische kampioenschappen. Hij werkte hiervoor samen met Wilfried Rooms7, die het ontwerp tekende. Er werden twee formaten uitgebracht: grote bronzen plaketten voor de kampioenen bij de senioren en kleine exemplaren in zilver voor de winnaars van de erewedstrijden.
1. Plaket voor de Belgische kampioenen bij de senioren, z.d. (1932) Vz. Rechts staat een naakte atleet in vooraanzicht, met het hoofd naar links gewend en afgebeeld tot boven de knieën; hij houdt de rechterarm horizontaal gestrekt en steunt met de linkerhand op zijn heup; achter hem vaart een achtriem naar links, onder een door drie halve cirkels weergegeven regenboog; in de linker benedenhoek, Jan / Anteunis; onder dit alles, op een verhoogde rechthoek, F.R.B.S.A.; het geheel is omgeven door een geprofileerde boord; onderaan links, op de boord, ARCH. W.ROOMS (verzonken); links, rechts, bovenen onderaan is de boord langs de buitenzijde afgezoomd met een smalle en iets kortere uitstulping; op de sterk gebogen bovenzijde is een opengewerkte koningskroon geplaatst. Kz. Een gekroond anker is geplaatst op een lauriertak en twee roeispanen; een schuin opwaarts geplaatste speer, met een naar rechts wapperende wimpel is aan het midden van het anker vastgeknoopt; de wimpel draagt het opschrift F.R.B.S.A.; onder dit embleem, CHAMPIONNATS / DE BELGIQUE; rondom, een effen boord met dezelfde uitstulpingen en kroon als op de voorzijde. Uitgesneden langs de beeldenaar – geslagen – atelier: Fisch (Brussel). Brons – 88,6 x 60,2 mm – privé verzameling. Onder de tekst op de keerzijde werd telkenmale het desbetreffend jaartal ingegraveerd. Exemplaren uit 1932, 1935, 1937, 1938, 1950 en 1957 zijn gekend, en er mag aangenomen worden dat de tussenliggende jaartallen – behalve 1940 tot en met 19458 – ook bestaan.
maart 2004 -
10
Het Penningkabinet van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel bezit een exemplaar zonder ingegraveerd jaartal, en een auteursproef van de voorzijde (geslagen op een te groot plaatje en met “EPREUVE D’AUTEUR” ingeslagen op de daardoor ontstane rand). Beide stukken kwamen in deze verzameling terecht bij hun uitgave in 1932. Gelijkaardige auteursproeven bevinden zich in verscheidene privé-verzamelingen9. In de Gentse roeiverenigingen werd deze prijspenning al spoedig omgedoopt tot “het bloot pisserke”. Waarschijnlijk is deze bijnaam – die nu nog steeds wordt gebruikt – aan Anteunis ter ore gekomen, want bij latere gelijkaardige creaties (voor de kruisboogkampioenschappen) heeft hij voor aangepaste kledij gezorgd. 1.1. Plaket voor de Belgische kampioenen bij de senioren, z.d. Vz. Als van nr. 1, maar de namen van de ontwerper en van de graveur ontbreken. Kz. Als van nr. 1. Uitgesneden langs de beeldenaar – geslagen – atelier : Fisch (Brussel). Brons – 57,5 x 40,0 mm – privé verzameling. Van deze aanzienlijk kleinere plaket is een exemplaar met het ingegraveerd jaartal 1969 gekend. Dit is het meest recente jaartal, wat laat vermoeden dat ergens tussen 1958 en 1969 om een of andere reden nieuwe matrijzen dienden te worden vervaardigd. Het ontbreken van de namen van graveur en ontwerper wijst in dezelfde richting. Volgens verklaringen van bestuursleden van de “Royal Sport Nautique” van Gent hebben leden van hun vereniging nog in de jaren tachtig een dergelijke plaket behaald. Men mag aannemen dat voor beide formaten plaketten waarvan voor ieder gedurende ongeveer 25 jaar enkele exemplaren per jaar zijn uitgegeven, een 100-tal exemplaren werden geslagen.
1.2. Draagpenning voor de winnaars van de erewedstrijden, 1936 Vz. Als van nr. 1, maar de naam van de graveur is verzonken weergegeven, deze van de ontwerper is foutief gespeld (ARCH.W.ROOS in plaats van ARCH.W. ROOMS) en een driehoekig draagoog sluit aan op de globe van de kroon. Kz. COURSES / D’HONNEUR / I936; in de rechter benedenhoek is een rechthoekig stempeltje met de letters AR ingeslagen. Uitgesneden langs de beeldenaar van de voorzijde, met bovenaan een draagoog en ring – geslagen – atelier: Fisch (Brussel). Zilver – 37,0 x 23,5 mm – privé verzameling. Deze draagpenninkjes werden waarschijnlijk vanaf 1932 ieder jaar met een andere keerzijdematrijs geslagen, waarbij enkel het jaartal werd aangepast. Om te besparen op de productiekosten werd eerst (vanaf 1937) de kroon niet meer
maart 2004 -
Sint Rochus Gazette
opengewerkt en vervolgens werd het massief zilver vervangen door niet-edel metaal. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tot op heden teruggevonden exemplaren : Jaartal I936 I937 I949
Kroon Opengewerkt Niet opengewerkt Niet opengewerkt
I950
Niet opengewerkt
1952
Niet opengewerkt
Metaal Zilver Zilver Verguld Verzilverd Verguld Verzilverd Verzilverd
Bij de vergulde en verzilverde exemplaren ontbreekt vanzelfsprekend het zilvermerk op de keerzijde.
Het Koninklijk Landjuweel (1949) In 1921 nam koning Albert een reeks initiatieven die moesten leiden tot een jaarlijkse toneelprijskamp voor amateurgezelschappen, waarvoor hij de trofee zou schenken. Het hele opzet was duidelijk geïnspireerd door de oude landjuwelen van de rederijkers. De drijvende kracht achter dit alles was Herman Teirlinck, die datzelfde jaar op aanraden van de Minister van Kunsten en Wetenschappen als privé-raadgever van de koning was aangetrokken in verband met de aanstelling van een leraar Nederlands voor prins Leopold. De statuten van de “Koninklijke Commissie voor Toekenning van het Landjuweel” werden op 23 maart 1922 door de koning goedgekeurd en het eerste tornooi vond nog dat jaar plaats10. De door de koning geschonken trofee was aanvankelijk een beker die definitief behouden mocht worden door de vereniging die twee achtereenvolgende jaren de overwinning behaalde. De winnaar van het tornooi moest het volgend jaar de wedstrijd organiseren, maar de daaraan verbonden kosten en het feit dat de inrichtende vereniging niet kon meedingen naar de overwinning maakten dat veel laureaten er van afzagen 11. Omdat de Koning in 1929 reeds een vierde trofee moest schenken werd het reglement gewijzigd en werd de beker toegewezen via een wedstrijd tussen de laureaten van zeven opeenvolgende jaren.
11
De vijfde trofee werd pas in 1948 geschonken door prins-regent Karel12. 01 Herinneringstentoonstelling..., op.cit., p. 10. 02 De legende van de “Caritas Romana” gaat over een ouderling die in Rome veroordeeld werd tot de hongerdood. Zijn dochter, die pas moeder was geworden, bezocht hem echter iedere dag in de gevangenis en redde zijn leven door hem telkens te zogen. Het beeld toont dit tafereel. 03 Behalve in 1965, 1966 en 1967, toen de kampioenstitel via een puntensysteem toegekend werd op basis van de prestaties gedurende het gehele jaar. 04 De “Royal Club Nautique” (opgericht in 1871) en de “Royal Sport Nautique” (opgericht op 15 april 1883). Hun clubhuizen bevinden zich thans langs weerszijden van de Watersportbaan. 05 Deze “Great Challenge Cup” wordt sinds 1839 betwist. De gemengde ploeg van de Sport Nautique en de Club Nautique, die opkwam onder de naam Royal Club Sport Nautique is de enige buitenlandse boot die er – met overwinningen in 1906, 1907 en 1909 – in geslaagd is om deze beker te veroveren. 06 Op hun initiatief organiseerde de Belgische roeibond op 21 september 1890 en 13 september 1891 in Terdonk internationale wedstrijden onder de benaming “Europese kampioenschappen”. Het is pas vanaf de oprichting van de “Fédération Internationale des Sociétés d’Aviron” (FISA) in 1893 dat jaarlijks officiële Europese kampioenschappen plaatsvinden. Deze laatste gingen door te Gent in 1905, 1913 (tijdens de Gentse wereldtentoonstelling) en 1955 (bij de inhuldiging van de Watersportbaan). (Inlichtingen verstrekt door Mark Rummens, archivaris van de Sport Nautique, met dank).
Medaille uitgereikt tijdens de Europese kampioenschappen te Gent in 1955
Landjuweelbeker van de prins-regent
07 Wilfried Rooms uit Sint-Amandsberg was architect, net zoals zijn vader Jean. Hij studeerde samen met zijn broer Antoine bouwkunde aan de Sint-Lucasschool te Gent. 08 In 1940, 1944 en 1945 werden omwille van de oorlogsomstandigheden geen kampioenschappen georganiseerd. In 1941, 1942 en 1943 werd om politieke redenen gesproken van “federale wedstrijden”; de winnaars werden niet opgenomen in de lijsten van de Belgische kampioenen. 09 Verzameling Willy Faes en verzameling André Despretz (†). 10 Herman Teirlinck zetelde in 1921 in de jury van de prijskamp “toneelletterkunde” die door de Brusselse toneelkring “De Noordstar” ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan was uitgeschreven. Hij was ook volop betrokken bij de voorbereidingen van de wedstrijd “toneelspeelkunde”, die het jaar daarop zou volgen. In plaats van deze eigen prijskamp kon “De Noordstar” nu uitpakken met het prestigieus eerste tornooi van het Koninklijk Landjuweel (F. BEKAERT, op. cit., p. 32). 11 F. BEKAERT, op. cit., p. 39 tot 41. 12 F. BEKAERT, op. cit., p. 80.
maart 2004 -
Sint Rochus Gazette
12
——— Voorlopig klassement Gildekampioenschap 2003-2004 ——— 20 m traditioneel
10 m traditioneel
Cat. Elite
6 m traditioneel
Cat. I
Schollaert Carlo Van De Wiele Peter Van den Bossche Roland Vanderhaeghen Christophe Hoste Johan Vanderhaeghen Jean
800 800 795 793 793 790
Cat. I
Cat. I
Van De Wiele Peter Vanderhaeghen Christophe Van den Bossche Roland Schollaert Carlo Hoste Johan Staelens Danny
800 793 790 789 780 754
Van De Wiele Peter Schollaert Carlo Achtergaele Eric Hoste Johan Staelens Danny Vanderhaeghen Christophe Van den Bossche Roland
800 800 800 799 797 797 794
Cat. II
Bauters Johan De Groote Marc Vervaet Jacques De Meyer Wim Staelens Danny Bauters Julien Hanquet Gaston Vande Papeliere Dirk
773 764 761 753 752 748 746 737
Bauters Julien Pans Luc Achtergaele Juliaan Schotte Christian
759 732 719 715
Cat. II De Groote Marc Bauters Johan Vande Papeliere Dirk Hanquet Gaston Vande Papeliere Philippe Hellemons Statianus
785 777 775 749 722 670
Cat. III Cat. II Antheunis Walter
Geenens Octaaf Bauters Julien Achtergaele Juliaan Antheunis Walter Casteels Frans Verleye René
727
Een foto uit 1960 van een 3e provinciaal volleybalclubke (RCGA). Waarom in een blad over kruisboogschieten zult u zeggen? Twee van de zes zullen nooit gedacht hebben dat zij twintig jaar later zouden verenigd zijn in de Sint-Rochusgilde.
10 m Trophy Schollaert Carlo Van De Wiele Peter Hoste Johan
Inhoudstafel
4
• Sablon, • Na tien jaar • 20 februari: • uit de start• In memoriam • blokken • Charles • Verslag • Nationale kam• Declercq • van de • pioenschappen • OndergeAlgemene • 2004 gestart • sneeuwde start Statutaire • in Marcinelle • op de korte Ledenvergade• De Sint• afstand • Rochusgilde ring • Gildekampioen• aan de eer • schappen: on• Jacques Rogge • gemeen span• wordt ere• Het numis- • nende strijd op • confreer van de matisch œuvre • 6 m • Sint-Jorisgilde van Jan Anteunis,
1
2
3
8
deel I
12 • Voorlopig • klassement • Kalender
7
• Gentse • sagen en legenden
5
• Niets • nieuws onder de zon... IV
Broeder schiet voor broeder als broeders kragt ontbreekt
772 761 756 751 733
783 770 743
De challenge van Wapenmeester Gaston Hanquet loopt van september t.e.m. juni
April 12 19u30 28 20u00
Paasschieting Vergadering van de Eed
8 10 26
De Gelegenheidsschieting Peter Van De Wiele duurt de gehele maand Gelegenheidsschieting Stany Vanderhaeghen Gelegenheidsschieting Stany Vanderhaeghen 20u00 Vergadering van de Eed
Juni 4 6 12 14 26 30
20u00 Vergadering van het Sportcomité St.-Sebastiaan Gooreind/St.-Rochus Challenge Hofmeester Dirk Vande Papeliere Challenge Hofmeester Dirk Vande Papeliere 20u00 Zomersouper 20u00 Vergadering van de Eed
Juli 21 26 28
10-17u Propagandaschieting ‘s Gravensteen 19u30 Gemeentekermisschieting 20u00 Vergadering van de Eed
Mei
KALENDER