Koninklijk Handbooggild Sinte‐Sebastiaen Torhout Statuten, verordeningen en reglementen van het Koninklijk Handbooggild Sint‐Sebastiaan binnen Torhout Aangepast anno 2011 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ art.1 "Ter eere ende weerdigheit van den heraut ende glorieuzen martelaere, Sinte Sebastiaen, behoeder ende beschermer van den haestighen en onvoorsienen doot ..." werd in 1384 te Torhout een schuttersgilde opgericht. art.2 Al die tijd droeg zij de naam van "Sinte‐Sebastiaensgild" art.3 Op 25 november 1921 werd de Gilde koninklijk benoemd door zijne Majesteit Koning Albert I. Sindsdien draagt de schuttersvereniging met waardigheid de naam van "Koninklijk Handbooggild Sint‐Sebastiaan Torhout" art.4 De Gilde wordt bestuurd door samenspraak tussen ‐ de Hoofdman ‐ de Deken
‐ de Raadsleden, zijnde: Griffier, Archivaris, Penningmeester, Commissaris en Zorgen. ‐ de Keizers ‐ de ere‐confraters ‐ de Aalmoezenier in vergadering bijeen, of door een beperkte ad hoc delegatie van de Eed Het bestuur wordt ‐ telkens voor de duur van één jaar ‐ bijgestaan door de Koning en de Baljuw van het jaar. Hoofdman, Deken, Raadsleden, Keizers, Koning en Baljuw, ere‐confraters en de Aalmoezenier vormen samen De Eed. De ad hoc delegatie wordt “dagelijks bestuur” genoemd en bestaat in de regel uit de hoofdman, de griffier, de penningmeester, de commissaris en één gedelegeerde zorge. De “Eed” vernieuwt zichzelf 'de facto' ter gelegenheid van de aanstel‐ling van de nieuwe Koning en Baljuw op de ‘Gaeydagh’, in principe op 1 mei. art.5 In getal onbeperkt, staat de Gilde van oudsher enkel open voor "weerbare mannen", ongeacht hun religieuze, filosofische of politieke overtuiging. art.6 Aanvaarding als nieuw lid gebeurt enkel na: a. voordracht van de kandidaat door 2 peters waarvan één uit de Eed, en de Hoofdman, b. bekendmaking van deze voordracht door aanplakking in het schuttershuis gedurende twee opeenvolgende schietingen, c. het behalen van de gewone meerderheid in een geheime stemming, genoemd “boning”, onder de aanwezige leden. art.7 Men is pas volwaardig lid van het Gild na betaling van het door De Eed vastgestelde jaarlijks lidgeld
Het jaargeld wordt betaald vóór de jaarwisseling. Het uniform van het Gild is verplichtend voor alle schietingen. art.8 Elk lid dat door zijn handel of wandel binnen de Gilde de waardigheid en/of de belangen van de Gilde schaadt, kan door De Eed uit de Gilde gestoten worden. Dit gebeurt mits bijzondere meerderheid van stemmen (2/3) in een buitengewone vergadering van De Eed. Tegen deze beslissing is geen verhaal mogelijk. art.9 Bij het afsterven van een lid van de Gilde zullen de Zorgen tot op de dag van de begrafenis, ter nagedachtenis van het overleden lid, de rouwvlag halfstok bij de wip laten wapperen. Tijdens de rouwperiode worden de voorziene schietingen verdaagd. HET BESTUUR VAN DE GILDE art.10 De Gilde wordt bestuurd door volgende titelhouders en aldus aangesproken op peene van ... ‐ Hoofdman: Hij wordt aangesteld door de Algemene Vergadering. Die aanstelling geldt in principe 'voor het leven'. Hij zit de vergaderingen van De Eed voor. Hij is de eindverantwoordelijke binnen het bestuur van de Gilde. Hij delegeert verantwoordelijkheden naar de andere leden van De Eed.
Deken: Hij wordt aangesteld door de Algemene Vergadering. Hij staat de Hoofdman bij met raad en daad. Hij neemt desgevallend de verantwoordelijkheden van de Hoofdman over. Griffier: Hij wordt aangesteld door De Eed. Hij houdt de resultaten van de schietingen bij. Op vraag van de Hoofdman, drie leden van De Eed of 25% van de Gildeleden nodigt hij schriftelijk uit voor de vergade‐ringen. Hij brengt verslag uit over de vergaderingen. Archivaris: Hij vraagt bij de Hoofdman, de griffier en de penningmeester jaarlijks de documenten op die moeten opgespaard worden in het archief. Hij organiseert het archief op toegankelijkheid voor externen. Hij is verantwoordelijk voor de Stedelijke Gildekamer. ‐ Penningmeester: Hij wordt aangesteld door De Eed. Hij ontvangt alle benefieten van de Gilde. Hij voert alle betalingen uit. Hij houdt de boekhouding van de Gilde bij. Hij beheert alle gelden en goederen als een goede huisvader.
Hij brengt jaarlijks verslag uit aan de Eed en de Algemene Vergade‐ring. ‐ Commissaris: Hij wordt aangesteld door de Algemene Vergadering. Als ‘scheidsman’ waakt hij over het waardig verloop van schietingen, verga‐deringen en feestelijkheden. Hij beboet desgevallend de leden. Hij oordeelt ‐ eventueel na samenspraak met andere leden van De Eed ‐ over geschillen tijdens de schieting. ‐ Zorgen: Zij worden aangesteld door de Algemene Vergadering. Zij schaffen de diverse vogels aan. Zij zorgen voor het opzetten van de wip. Zij beheren het materiaal van de Gilde. Zij alleen of de griffier, noteren de afgeschoten vogels tijdens de schietingen. Bij afwezigheid van beiden, zal een lid van De Eed een vervanger aanduiden. ‐ Keizers: Zij zetelen 'voor het leven' mits het driemaal opeenvolgend behalen van de Koningstitel. Zij vertegenwoordigen de Gildebroeders . ‐ Aalmoezenier: Hij zet zich in voor het geestelijk welzijn van de gildeleden.
art.11 Koning en Baljuw vertegenwoordigen voor de duur van één jaar de Gildebroe‐ders in het bestuur van de Gilde. Ze verwerven hun ambt door hun behendig schieten op de Koningsschieting. Ze zijn als Koning en Baljuw in functie tot de volgende Koningsschieting. De Koning draagt bij alle officiële gelegenheden de Koningsketting, teken van zijn waardigheid. De Koning opent elke gewone gildeschieting, behalve de gejonde schietingen. De Koning kondigt de laatste ronde van de schietingen aan. De Baljuw int, na oproep van de Commissaris, de opgelegde peenen ofte boeten in de boetebus. De zilveren baljuwstaf is het teken van zijn waardigheid. De Baljuw vervangt de Koning bij diens afwezigheid.Hij kan, indien nodig, door de zorgen als tijdelijke, helpende hand opgeroepen worden. VERGADERINGEN art.12 De Gilde wordt op aanvraag van a. de Hoofdman, ofwel b. drie leden van De Eed of c. 25% van de leden door de Griffier schriftelijk ter vergadering opgeroepen, met vermelding van plaats, datum en agendapunt(en) van de vergadering. Eventuele dwingende agendapunten worden schriftelijk bij de griffier ingediend tegen de in de uitnodiging aangegeven datum. art.13 De Hoofdman zit alle vergaderingen voor, of delegeert desgevallend zijn verantwoordelijkheid naar die leden van De Eed die voor een welbepaald agen‐dapunt verantwoordelijk zijn.
art.14 In algemene regel worden beslissingen 'bij consensus' genomen. Indien geen consensus bereikt wordt, geldt als ‘gewone meerderheid’: de helft van de aanwezige leden + één, mits 50% van de leden aanwezig is. Voor uitzonderlijke gevallen geldt een 'bijzondere meerderheid', zijnde tweederde van de leden. Bij staking van stemmen beslist de Hoofdman. Niemand heeft vetorecht. art.15 Onder 'uitzonderlijke gevallen' wordt o.a. verstaan: ‐ uitstoting van een lid van De Eed, ‐ uitstoting van een Gildebroeder, ‐ zware financiële en/of materiële beslissingen, ‐ opheffing van het Gild. art.16 De Griffier bezorgt steeds een omstandig verslag van elke vergadering aan de leden. art.17 Op de eerstvolgende vergadering wordt het verslag ‐ goedgekeurd, ‐ verworpen, of ‐ 'per consensus' ter plekke aangepast. art.18 Alle verslagen worden in het schriftelijk archief analoog of digitaal bijgehouden en zijn op aanvraag ter inzage van de Gildeleden.
Ter gelegenheid van het jaarlijks ‘Gaeyfeest’, in principe de laatste zondag van juni, brengt de Griffier verslag uit over het afgelopen schuttersseizoen. art.19 Alle gesprekken uit de vergadering, die niet in het verslag werden opgeno‐men, moeten als confidentieel begrepen worden, op peene van ... SCHIETINGEN art. 20 De kalender van de diverse schietingen wordt goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Gild, voorafgaand aan het schuttersseizoen. art. 21 Enkel De Eed is bevoegd om de kalender te wijzigen. art.22 Onder 'schietingen' wordt verstaan: ‐ gewone gildeschietingen, ‐ de Koning‐ en Baljuwschieting, ‐ bijzondere prijsschietingen: ‐ v.d. Koning ‐ v.d. Hoofdman ‐ v.d. Deken en Baljuw ‐ v.d. Raadsleden
‐ v.d. Gildebroeders ‐ v.d. Keizers ‐ gejonde schietingen ter gelegenheid van jubilerende leden. art.23 Er wordt enkel geschoten met handbogen die niet voorzien zijn van vizieren of alternatieve miksystemen. art.24 Betreffende de Koning‐ en Baljuwschieting: ‐ De schutter die binnen de eerste drie ronden als enige de hoofd‐vogel velt, wordt Koning. ‐ Indien meerdere schutters binnen de eerste drie ronden de hoofd‐vo‐gel vellen, wordt enkel tussen die schutters per ronde afge‐kampt, eerst voor Koning, dan voor Baljuw. ‐ Indien een schutter tijdens de eerste drie ronden meerdere keren de hoofdvogel velt, wordt hij bij voorrang de nieuwe Koning. ‐ Indien na de eerste drie ronden de hoofdvogel niet valt, wordt, zowel voor de titel van Koning als Baljuw, per ronde afgekampt gedurende maximum één uur. Daarna neemt De Eed de eventueel nodige extra beslissingen. ‐ De Koning wordt door de Gilde gratis 'zijn portret' aangeboden. ‐ Wie zich drie opeenvolgende jaren Koning schiet, wordt Keizer. art.25 Zullen ook als geldig aanzien worden, de vogels die van hun spil vallen voor zover de pijl de wip of zelfs de pluim geraakt heeft, en dit gedurende een tijdsverloop dat normaal een volgende beurt kan
gedaan worden. Mocht de vogel vallen na dit tijdsverloop of zonder dat de schutter iets geraakt heeft, dan zal de gevallen vogel onmiddellijk teruggeplaatst worden, zo mogelijk op dezelfde spil. art.26 Bij ongunstige weersomstandigheden beslissen de aanwezige leden van De Eed over de voortzetting van de schieting: 1. Algemene afgelasting binnen het eerste halfuur: alle geschoten vogels vervallen. (Terugbetaling van de inleggen.) Verwijzing naar een nieuwe datum. 2. Tijdelijke afgelasting: afgeschoten vogels blijven. 3. Een onderbreking duurt minstens 15' en ten hoogste 30'. De verloren tijd wordt zo mogelijk ingehaald. De eerste ronde van de schieting start stipt om 18u30. Uitzonderingen hierop staan desgevallend vermeld in de jaarkalender. De laatste ronde moet begonnen zijn om 21u30. Mogelijke uitzonderingen: door onderbrekingen wegens slecht weer door tijdsverlies bij versnaperingen ( indien mogelijk: max. 30 min.) bij tijdelijk technisch defect de zorgen noteren de tijd van de onderbreking op het bord. de verloren tijd wordt bijgeteld vanaf 21u.30 enkel de hoofdman maant de sire aan tot het aankondigen van de laatste ronde. art.27 De volgorde van de schutters en de samenstelling van de pelotons worden vóór de schieting, onder verantwoordelijkheid van de Griffier en in sa‐menspraak met de Zorgen, door het lot bepaald. Bij prijsschietingen wordt de volgorde eveneens door lottrekking bepaald. De feestelingen gaan altijd voor. De Koning wordt in die gevallen naar de laatste plaats verwezen. art.28
Er wordt steeds geschoten in uitgelote pelotons van 2 schutters; alle vergoedingen voor de geschoten vogels komen op het tegoed en worden gedeeld. art.29 Laatkomers halen één beurt in op het einde van de ronde en nemen dan hun uitgelote plaats in. Na hoogstens een half uur worden de namen van de afwezigen verwijderd en de onvolledige pelotons worden aangepast, bovenaan beginnend. art.30 Niet‐leden, beminders genoemd, schieten ‐ mits toelating van de Hoofdman ‐ enkel op het einde van de ronde. De eventueel door hen afgeschoten kleine vogels worden niet geno‐teerd of uitbetaald en komen terug op de wip bij de eerstvolgende verlaging van de wip. In casu worden vogels uit het topspel onmiddellijk terug op de wip geplaatst. art.31 De geldelijke waarde van de onderscheiden vogels wordt door De Eed vastge‐steld en/of aangepast. Mededeling daarvan wordt gedaan op de Algemene Vergadering, voorafgaand aan het schuttersseizoen. art.32 Toevallige gevers kunnen een prijs op de wip plaatsen na de laatste aanvulling van de reguliere vogels en bij het begin van de nieuwe ronde indien de prijs aanwezig is en onmiddellijk overhandigd kan worden. Een gehandtekende waardebon met duidelijke omschrijving van de prijs valt onder dezelfde bepaling. De minimumwaarde van naturagiften bedraagt minstens deze van een rode vogel. art.33 Wie de uil velt, betaalt de door De Eed vastgestelde boete 'in de palm van de hand' van de Penningmeester. De geschoten uil wordt terug op de wip geplaatst bij de eerstvolgende verlaging.
Geschoten uilen vormen het voorwerp van een afzonderlijke prijs bij afsluiting van het kampioenschap. art. 34 Afgelaste schietingen krijgen door De Eed een nieuwe datum toegewezen als 'uitgestelde', in principe op de eerstvolgende maandag. art.35 De inleggen, vastgesteld door De Eed, worden vóór de aanvang van de schieting of na oproep van de Penningmeester: "Heren schutters, de kas is open!" aan hem betaald. art.36 Om ongelukken zoveel als mogelijk te vermijden, is het verboden te schieten vóór of na de schieting. Met een opgespannen, geladen boog op personen, dieren of voorwerpen mikken, wordt zonder verwittiging zwaar beboet. Deze boete sluit verdere maatrege‐len door De Eed niet uit. art.37 Alle leden verzaken vervolgingen in te spannen, voor welkdanig ongeval ook, bij de beoefening van de handboogsport. art.38 Het is verboden te vloeken of 'onbetamelijke redenen' te houden omtrent de wip, in het schuttershuis of in de gildekamer, op peene van ... Alle gezindheden worden strikt geëerbiedigd. art.39 Het is verboden een schutter die 'in boog' staat aan te spreken, aan te raken of op welke manier dan ook te hinderen of te intimideren, op peene van ...
art.40 De peene wordt jaarlijks medegedeeld op de Algemene Vergadering. Het totaal van de geïnde boeten komt de Gilde ten bate. art.41 Aan deze verordening kunnen geen wijzigingen aangebracht worden, tenzij mits goedkeuring door de Algemene Vergadering. Alle betwistingen of hierboven niet voorziene gevallen worden door De Eed beslecht. art.42 Elk lid van de Gilde wordt geacht kennis te hebben genomen van voorliggende verordening en is verplicht zich ernaar te gedragen. art.43 Hierbij vervallen alle vroegere statuten, ordonnanties of reglementen. art.44 Aldus vastgesteld door De Eed, goedgekeurd door de Algemene Vergadering en van toepassing vanaf de eerstvolgende Gildeschieting. Torhout, sprokkelmaand 2011 De Eed