Carin Kiezebrink
GROEI MAGAZINE
• Ambities van een architect in spé • Vijf bronnen van inspiratie • Studentenhotel maakt het centrum van Nijmegen groener • Groene daken
ArtEZ
2018
Academie van Bouwkunst Arnhem
COLOFON
GROEI
WOORD VAN DEZE EDITIE
Betekenis
(woordenboek Van Dale)
Themanummer Groei, juni 2018 Dit architectuurmagazine wordt jaarlijks gemaakt door eerstejaars masterstudenten Architectuur, in het kader van de collegereeks documenteren & publiceren. Uitgever ArtEZ Academie van Bouwkunst Onderlangs 9, 6812 CE Arnhem 026 35 35 600 Redactie, tekeningen en vormgeving Carin Kiezebrink Met dank aan: Janira Christiaans Caroline Kruit Coverfoto: Carin Kiezebrink Š Carin Kiezebrink Bij het samenstellen van deze uitgave is getracht iedere bron te vermelden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de redactie wenden: kiezebrinkcarin@gmail.com. Eenieder heeft toestemming om alles uit deze uitgave te vermenigvuldigen of openbaar te maken, op voorwaarde dat de bron op correcte wijze vermeld wordt of om toestemming is gevraagd.
groei (de; m) 1. het groeien: in de groei zijn (nog) groeien; iets op de groei kopen kinderkleren e.d. te groot en te wijd kopen, met het idee dat ze later alsnog zullen passen; economische groei toename van het bruto binnenlands product groei¡en (groeide, is gegroeid) 1. groter worden
Synoniem
(synoniemen.net) groei (zn): aanwas, groeien, groeiproces, ontplooiing, ontwikkeling, ontwikkelingsgang, opgroeien, opkomst, rijping, rijpingsproces, stijging, toename, toeneming, uitbreiding, verhoging, vermeerdering, vooruitgang, was, wasdom groei (zn): groeikracht
INHOUD
IN DIT NUMMER
04 INSPIRATIE 06 BOEKRECENSIE 08 PROJECTREPORTAGE 10 20 ESSAY RESEARCH 22 INFOGRAPHIC 28 COLUMN 29 INTERVIEW
De ambitie en drijfveer van de auteur van dit magazine.
Vijf bronnen van groei.
Thomas Rau: ‘Afval is materiaal zonder identiteit.’
Studentenhotel maakt het centrum van Nijmegen groener.
Rob Voerman: ‘Verbind economie aan ecologie om de wereld te redden.’
Groene daken, waarmee rekening te houden en waarom toepassen.
Hoe zijn de tuinontwerpen van Piet Oudolf opgebouwd?
Terugblik op de lessen van Caroline Kruit.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
3
INTERVIEW
IN GESPREK... Aan het begin van de collegereeks documenteren & publiceren interviewen architecten in spĂŠ elkaar over hun ambitie en drijfveer.
In deze editie een interview met Carin Kiezebrink door haar medestudent Janira Christiaans.
4
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
INTERVIEW
door Janira Christiaans, 3 februari 2018
1. Wanneer wist je dat je architect wilde worden?
Eigenlijk weet ik niet zeker of ik echt architect wil worden. Dat ben ik nu aan het ontdekken door de opleiding aan de Academie van Bouwkunst te doen en zo te ondervinden of ik het in me heb en me er lekker bij voel. Ik werk al ruim 20 jaar als bouwkundige in een technische functie en weet dat er bij ontwerpen andere vaardigheden komen kijken. Werken op een architectenbureau, waar creativiteit gecombineerd wordt met het analytische en het ‘nuchtere’ van techniek, past wel heel goed bij mij.
2. Wat kan je vertellen over jouw drijfveer (in de architectuur)?
Voor mij is het belangrijk om samen naar oplossingen te zoeken voor ruimtelijke vragen die spelen in de leefomgeving. Het leukste deel van het vak is samenwerken in het proces waar creativiteit en vakmanschap van verschillende mensen samenkomen.
3. Hoe overtuig je je opdrachtgever/docent van de kracht van je ontwerp?
4. Wat is voor jou de belangrijkste opgave binnen de architectuur op dit moment en voor de toekomst?
Ik vind het belangrijk dat er in de architectuur en de bouw een gesloten systeem is, waarbij er geen afval wordt geproduceerd. Dus circulair bouwen. Het hergebruiken van bouwmaterialen en het toepassen van hernieuwbare materialen, zoals hout, vind ik een belangrijke thema in de architectuur.
5. Bij welk bureau zou je het liefst aan de slag gaan met je diploma op zak?
Ik werk al ruim 20 jaar met veel plezier bij Sacon in Zwolle. Het heeft een mooi team vakmensen van verschillende disciplines waarbij ik me goed thuis voel. Naast architectuur doet het ontwerpbureau ook projecten voor stedenbouw en landschap, dus binnen het bureau zelf zijn er ook andere gebieden om verder in te ontwikkelen. Als ik toch een architectenbureau of een architect zou moeten kiezen, dan zou ik met Thomas Rau willen werken, omdat zijn ideeën en visies voor de toekomst mij inspireren.
6. Waar zou je heel graag iets willen bouwen?
Ik zou een bestaand gebouw, dat met vakmanschap is gebouwd willen herbestemmen. Bijvoorbeeld ergens op het platteland een leegstaand agrarisch gebouw een nieuwe functie geven.
Foto: Sacon - bureau voor architectuur, stedenbouw en landschap
In eerste instantie luister ik goed naar de vraag van de opdrachtgever. Ik probeer de essentie te ontdekken waar naar gezocht wordt. Daar kan ik dan mijn ontwerp op baseren. Mijn ontwerpen kan ik het beste overbrengen en beargumenteren door mezelf te zijn en door te vertellen wat ik heb gedaan en waarom ik het zo heb gedaan.
VOORUITBLIK
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
5
INSPIRATIE
Foto: Waanders in de Broeren
GEBOUW
Foto: Piet Oudolf
INSPIRATIE
VIJF BEELDEN
6
˄ Schoonheid ontstaat waar vanuit
vakmanschap wordt samengewerkt. Bijvoorbeeld de Hortus Conclusus in het Serpentine Paviljoen, Londen: een samenwerking tussen architect Peter Zumthor en tuinarchitect Piet Oudolf.
˂ Een gebouw dat meebeweegt met de tijd. Bijvoorbeeld de herbestemde Broerenkerk in Zwolle, die nu plaats biedt aan literatuur en cultuur.
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
INSPIRATIE
˂ Vlas, een veelzijdig gewas waarvan elk deeltje een
Foto: Faay
toepassing heeft als bouwmateriaal: isolatie, vezelplaat, pleistermateriaal, lijnolieverf, linoleum.
Foto: VPRO Tegenlicht
˂ Thomas Rau, een bevlogen en betrokken bedenker.
˅ De IJssel, prachtig in elk seizoen. Een dynamisch rustpunt dat voor mij voelt als thuis.
Foto: Mario van Weerd
PLEK
HELD M / V MATERIAAL
door Carin Kiezebrink, 10 februari 2018
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
7
BOEKRECENSIE
MATERIAL MATTERS
Het alternatief voor onze roofbouwmaatschappij Thomas Rau en Sabine Oberhuber ‘Einde van bezit’, de aflevering van VPRO Tegenlicht van 8 november 2015, waarin architect Thomas Rau een pleidooi houdt om anders na te denken over bezit en over te stappen naar een circulaire economie, was de basis van het boek Material Matters. Die uitzending werd verkozen tot meest favoriete aflevering van het seizoen 2015-2016.
Bertram+de Leeuw Uitgevers ISBN 9789461562258 224 pagina’s | december 2016 Nederlandstalig | Paperback | € 19,95
Op dezelfde manier als in de documentaire ontvouwt Rau in dit boek stapsgewijs zijn visie op dit complexe onderwerp. In het boek, dat hij samen met zijn partner Sabine Oberhuber (bedrijfseconoom) schreef, gaat hij met aansprekende en herkenbare voorbeelden dieper in op het thema. Het idee van circulaire economie speelt al langer, maar Thomas Rau heeft er een economisch verdienmodel bij bedacht waardoor er een motivatie is bijgekomen om de ommezwaai naar circulaire economie te maken. In het boek stellen de auteurs dat bedrijven verantwoorder keuzes gaan maken als ze zelf de consequenties moeten dragen voor hun manier van produceren en als consumenten de producten niet langer kopen, maar een functie huren. Bovendien introduceren ze het idee dat materialen een paspoort en zelfs rechten moeten krijgen, zodat het hergebruik wordt gefaciliteerd. Bijzondere ideeën die vragen om een nadere uitleg. In het boek wordt die op een toegankelijke manier gegeven.
“Afval is materiaal zonder identiteit” Voor Thomas Rau is cyclisch denken vanzelfsprekend. Al jaren houdt hij zich bezig met deze ontwerpbenadering en de ontwikkeling van energiebesparende technologieën. Hij ontwikkelde samen met Philips ‘Light as a service’, een baanbrekende innovatie waarbij de gebruiker alleen voor het licht betaalt en niet voor de lampen. Dit resulteerde 2010 in de oprichting van Turntoo, een organisatie waarmee een aantal vernieuwende concepten, producten en diensten worden ontplooid om de circulaire economie handen en voeten te geven. De activiteiten passen goed in de trend van kantelen en omdenken. De landelijke overheid lanceerde in september 2016 het programma ‘Nederland circulair in 2050’. Hiermee is de transitie van een lineaire naar circulaire economie door de Nederlandse overheid op de agenda gezet. De bouwsector is één van de vijf sectoren die prioriteit hebben gekregen. Met de introductie van Madaster in januari 2017 komt het materialenpaspoort van Thomas Rau een stapje dichter bij. Het boek helpt om recente ontwikkelingen, zoals bovenstaande, in een breder context te kunnen plaatsen. Het is een prettig leesbaar boek, mede door het gebruik van woordspelingen en treffende citaten. De lezer wordt gestimuleerd open te staan om op andere manier te kijken naar uitdagingen en problemen. Dat het een kwestie is van kritisch durven zijn en daarna gewoon doen.
8
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
BOEKRECENSIE
door Carin Kiezebrink, 11 april 2018
14
Ma t e r ia l Ma tt e r s
‘De sleutel tot economische voorspoed is de georganiseerde creatie van ontevredenheid’ Charles Kettering, voormalig CEO General Motors
1 Het product als georganiseerd probleem Onze smartphone is na twee jaar al niet meer up-to-date, een printer begeeft het na een vast aantal kopieën en met onze schoenen van vorig jaar lopen we dit jaar voor gek. Is dat altijd zo geweest? En wat heeft ontevredenheid met onze economie te maken?
Pagina’s uit het boek.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
9
PROJECTREPORTAGE
EEN GROEN WELKOM
Studentenhotel in de binnenstad van Nijmegen
Zes rotte houten deuren op geregelde afstand van elkaar, met afbladderende verf, graffiti en resten van stickers en afgescheurde affiches. Vreemd genoeg blijken het voordeuren, want naast elke deur in de oude bakstenen muur is een huisnummer bevestigd. Ook bij die ene deur met sierlijk gebogen beslag, waar duidelijk meer aandacht uit spreekt dan de naastliggende deuren.
2017 Eerste Walstraat
10
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
PROJECTREPORTAGE
Dit ontwerp is gemaakt in het kader van Ontwerplaboratorium ‘Context’, februari-maart 2018. Beelden en tekst door Carin Kiezebrink.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
11
PROJECTREPORTAGE
Het verhaal van de Eerste Walstraat
De hoge muur buigt mee met de weg en loopt op in hoogte door de lichte helling van het terrein. Wat er zich direct achter de muur bevindt is vanaf de weg niet te zien. Tuintjes of ruimten van de woningen waarvan de witte achtergevels - in sterk contrast met de donkere bakstenen - op enkele meters erachter boven de muur uit steken. “Hoewel de straat duidelijk de uitstraling had van een achterkant waren er toch woningen die de entree eraan hadden. Dit maakte mij nieuwsgierig naar het verhaal van dit bouwblok”, herinnert Carin Kiezebrink zich, die het ontwerp maakte voor het studentenhotel in het centrum van Nijmegen. Het hotel is gebouwd in een bestaand bouwblok tussen de In de Betouwstraat en de Eerste Walstraat.
Uit balans
Het straatbeeld van de In de Betouwstraat wordt gedomineerd door statige, rijk versierde gevels met op de begane grond de etalages van winkels en kleine terrasjes van horecabedrijven. “Het contrast met de sobere achterkant aan de Eerste Walstraat was groot; in deze straat is overduidelijk sprake van een voorkant. Er ontbrak echter een tand in dit fraaie gebit. Tussen de winkel van een lijstenmakerij en een ander pand, zat een gat in het bouwblok van ongeveer 5,5 meter breed. Het stond vol met kriskras gestalde fietsen. De blinde zijmuren van de panden ernaast waren ooit opgesierd met muurschilderingen, maar die zaten inmiddels onder de graffiti. Ik had sterk het gevoel dat het bouwblok uit balans was en dat er verschillende knelpunten waren die een negatief effect hadden op de buurt. Ik wilde met mijn ontwerp het bouwblok weer enigszins in evenwicht te brengen.”
Puzzelen
Alvorens een locatieonderzoek te doen verdiepte Carin zich in de wensen en eisen van de opdrachtgever. Anders dan bij reguliere studentenhuisvesting gaat het bij een studentenhotel om ‘short stay-kamers’: kamers speciaal voor buitenlandse studenten die maximaal een jaar in Nijmegen studeren. Deze zijn al gemeubileerd en studenten mogen er maar een jaar in wonen.[1] “Ik las een artikel van het Algemeen Nijmeegs Studentenblad dat het voor veel internationale studenten lastig blijkt om in contact te komen met de ‘inheemse’ studentenbevolking. Daar wilde ik verandering in brengen”, aldus Carin. Het locatieonderzoek bestond uit het analyseren van de geschiedenis en stedenbouwkundige opbouw van de locatie. Waar komt het contrast tussen de In de Betouwstraat en de Eerste Walstraat vandaan, hoe is dat gat in het bouwblok ontstaan en hoe zit dat met die deuren met huisnummers in de muur? “Door de antwoorden op die vragen te vinden kreeg ik grip op de locatie en de opgave en vond ik de puzzelstukjes waarmee ik een concept voor het ontwerp bedacht”, aldus de architect.
De opdracht buiten de kaders gedacht
Carin kreeg de opdracht om op de onbebouwde kavel van 5,5 x 18 meter een studentenhotel te ontwerpen waarin tien studio’s van 24 - 35 m2 zijn ondergebracht met enkele gemeenschappelijke ruimten, een fietsenstalling en een buitenruimte. In totaal moest het studentenhotel een oppervlak van 600 m2 BVO beslaan. Al gauw kwam ze er achter dat het gewenste ruimte niet op de kavel past binnen de contouren van de naastliggende bebouwing. Er moest dus een vernuftig plan gedacht worden, letterlijk buiten de kaders.
12
2017 In de Betouwstraat
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
PROJECTREPORTAGE < De Eerste Walstraat wordt gedomineerd door de donkere bakstenen muur. Voor de ingreep had het een anonieme, gesloten sfeer. Het gat in het bouwblok gaf aanleiding tot overlast.
“De sfeer van de groene achterkant schemert door in de voorgevel.” Een impuls voor de buurt
Met het realiseren van het studentenhotel wilde Carin een aantal knelpunten oplossen, zoals de overlast van mensen die het gat als sluiproute gebruiken en van her en der geparkeerde fietsen. “Bovendien”, legt Carin uit, “staat in deze buurt, net als in veel binnenstedelijke gebieden, het groen onder druk. Dit versterkte bij mij het gevoel van onbalans. De tuintjes die er zijn, hebben het formaat van een postzegel. Bij verdere verdichting van de leefomgeving zijn de bewoners er extra bij gebaat als er, naast de extra functies ook groen wordt toegevoegd.” Door dit groen een collectief karakter te geven zag ze kansen om de onderlinge contacten tussen bewoners, ondernemers en de buitenlandse studenten te stimuleren en de buurt een extra impuls te geven.
^ Het studentenhotel past qua vorm en afmetingen precies tussen de
naastliggende panden aan de In de Betouwstraat. De houten latten als gevelbekleding geven het pand een eigentijds uiterlijk en bieden een voorproefje van de sfeer aan de achterkant.
< Voorheen was er een gat in het straatbeeld van de In de Betouwstraat. Bij veel panden lijkt het dat de begane grond een extra hoge verdiepingshoogte heeft, maar meestal ligt de begane grondvloer, vanwege het souterrain, op een meter boven straatniveau. Dit niveauverschil wordt binnen of buiten bij de voordeur opgelost met een trapje.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
13
PROJECTREPORTAGE
HISTORISCH ONDERZOEK & STEDENBOU
Waal
rand
historisch centrum Nijmegen
e alig
rm voo
«
vesting
1880 Plan van uitleg na sloop stadswal
1890 Nieuwe rand van bouwcluster in historische centrum.
1950 Het pand tussen In de Betouwstraat 32 en 36 is in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd, wat uiteindeijk resulteerde in sloop. Het pand was verwant aan het pand rechts ervan; beide entree’s lagen iets terug en ze hadden gelijkvormige gevelopeningen en detaillering.
Foto: studiezaal.nijmegen.nl stadsuitbreiding historisch centrum
1890 Statige herenhuizen vormen de nieuwe rand van het bouwcluster in het historische centrum.
33 35+
29 27 27
25
21 28 a
Functies begane grond
14
Functies eerste verdieping
19
23
30 a
26
17 15
25
22
17
15
29
23
31
21
44
20 31
20
18 a
20 a
24
26
wonen horeca detailhandel retail (kapsalon) kantoor overige bedrijven
Toegang bovenwoningen
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
PROJECTREPORTAGE
UWKUNDIGE ANALYSE Historie en morfologie De locatie tussen de In de Betouwstraat en de Eerste Walstraat ligt op de rand van het historisch centrum van Nijmegen. Het Kronenburgerpark en het Centraal Station liggen op steenworp afstand, evenals het bekende Keizer Karelplein met de drukke rotonde als onderdeel van de rondweg om het centrum. Nadat de middeleeuwse stadswal rond 1880 werd gesloopt is op de vrijgekomen ruimte de stad uitgebreid. De oorspronkelijke ligging van de stadswal is nu nog herkenbaar in de huidige stadsplattegrond. De straten die oude centrum omsluiten staan bekend als de Ringstraten. De In de Betouwstraat en de Eerste Walstraat maken hier ook onderdeel van uit. Nieuwe rand historisch cluster Na de sloop van de stadswal werd de rand van het historische centrum afgewerkt door de bouw van statige herenhuizen, zodat de stad een nieuw aanzicht kreeg. Het bouwblok tussen de In de Betouwstraat en de Eerste Walstraat is onderdeel van deze rand. De bebouwing aan de In de Betouwstraat, bestaande uit herenhuizen van drie bouwlagen met souterrain, kreeg een statig en rijk geornamenteerd uiterlijk. De achterkanten van de herenhuizen liggen aan de Eerste Walstraat. Deze straat heeft een veel smaller profiel, vergelijkbaar met een steeg, en sluit aan op de oudere bebouwing van de historische binnenstad. In de loop van de jaren zijn in veel panden aan de In de Betouwstraat op de begane grond winkels gekomen.
2018 â&#x20AC;˘ ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
Open plek in bouwblok Hoewel in Nijmegen in de Tweede Wereldoorlog behoorlijk werd gevochten is de In de Betouwstraat is redelijk ongeschonden uit de strijd gekomen. Uitzondering vormt het pand met huisnummer 34. Dit raakte zwaar werd beschadigd door een granaatinslag. Na de oorlog stond het jarenlang leeg om vervolgens te worden gesloopt. Sindsdien is er het open plek het bouwblok. Hoogteverschil Opmerkelijk aan de open plek is het hoogteverschil tussen de In de Betouwstraat en de Eerste Walstraat. Deze bedraagt ongeveer 1,2 meter. De naastliggende bebouwing heeft veelal een souterrain met daarboven de begane grondvloer die ongeveer een meter boven het straatniveau van de In de Betouwstraat ligt. Door het hoogte verschil voor en achter loopt het begane grondvloer aan de achterzijde nagenoeg gelijk met het straatniveau van de Eerste Walstraat. Functies In het bouwblok bevinden zich op de begane grond aan de In de Betouwstraat, de Smetiusstraat en de Molenstraat voornamelijk horecazaken, winkels en retail bedrijven, zoals kapsalons. Daarboven wordt gewoond. De bovenwoningen hebben vaak hun toegang naast de entree van het bedrijf eronder, maar in een aantal gevallen zijn de woningen alleen te bereiken via een deur in de muur aan de Eerste Walstraat. Achter de muur bevinden zich onder andere bergingen, kleine tuintjes en binnenplaatsjes. De kaartjes hiernaast geven een overzicht van de functies en de toegangen van de bovenwoningen in het bouwblok.
15
PROJECTREPORTAGE
Tweede verdieping
Derde verdieping
C
Smetiusstraat
at
In de Betouwstraat
Begane grond
16
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem â&#x20AC;˘ 2018
Karrengas
C
B B
Eer ste Wa lstr a
Piersonstraat
A A
Eerste verdieping
PROJECTREPORTAGE Chirurgische ingreep
De ingreep is ogenschijnlijk eenvoudig, maar zit slim in elkaar. “Het is een fijngevoelig en zorgvuldig ontwerp waarbij is ingegrepen met chirurgische precisie.”, aldus de welstandscommissie. Het nieuwe studentenhotel heeft het gat in gevelwand van de In de Betouwstraat netjes opgevuld. Aan de rechterkant is aansluiting gezocht doordat de gevel, net als het naastliggende pand, iets terugwijkt van de rooilijn. De gootlijn en het dakprofiel is gelijk aan die van de buren. De entree van het hotel bevindt zich onder een vooruitspringende erker en is extra hoog doordat de verdiepingshoogte en de afmetingen van gevelopeningen zijn afgestemd op het pand links ervan. Hierdoor biedt de entree een royaal welkom voor de buitenlandse gasten. Door houten latten als gevelbekleding en het groen op het balkon van de tweede verdieping schemert de sfeer van de achterkant door aan de voorzijde. De achterkant aan de Eerste Walstraat mag nu ook gezien worden. Deze kant heeft, ondanks dat er een gat is opgevuld, meer openheid gekregen en een uitnodigende levendige sfeer. Dit is gedaan door op de plek van de oude toegangsdeuren van de bovenwoningen nieuwe voordeuren te plaatsen die toegang bieden aan zes studentenstudio’s. Ook de fietsenstalling heeft een plek gekregen achter de muur. Groene geveltuintjes verzachten het stenige karakter van de steeg. Bovendien is er een gezamenlijke daktuin op het niveau van de eerste verdieping toegevoegd. Deze buitenruimte wordt gedeeld met de bovenwoningen die in het bouwblok zitten. Via deze gemeenschappelijke buitenruimte krijgen de bovenwoningen hun nieuwe entree.
herinnert zich een winkelier aan de In de Betouwstraat. De nieuwe fietsenstalling bij het hotel biedt nu ook ruimte voor fietsen van de omwonenden. Dat hier door de bewoners van de bovenwoningen goed gebruikt van wordt gemaakt komt doordat de gemeenschappelijke fietsenstalling op de route ligt naar hun nieuwe voordeur. Veel bovenwoningen, die voorheen alleen bereikbaar waren via een kruipdoor-sluipdoor-route achter de toegangsdeur in de muur van de Eerste Walstraat, hebben een nieuwe ontsluiting gekregen via de gezamenlijke daktuin op het niveau van de eerste verdieping. “Het leuke is dat je nu je buren veel vaker spreekt, bovendien kun je eens een praatje maken met één van de buitenlandse studenten.”
“Zonder te verhuizen heb ik nu wel een grotere tuin!” De tuin op de eerste verdieping was een welkome aanvulling in de buurt. Hoewel het Kronenburgerpark op loopafstand ligt wordt de woonomgeving als aantrekkelijker ervaren wanneer in de directe nabijheid van woningen groen aanwezig is. Bovendien verbetert het de leefomgeving doordat planten de lucht zuiveren en de kans op hittestress helpen verminderen. “Zonder te verhuizen heb ik wel een grotere tuin gekregen!” reageert een blije bewoner, die met plezier samen met zijn buren aan het tuinieren is gegaan. Trots kijkt Carin naar het resultaat: “Ik verheug me op al dat groen dat gaat ontspruiten.”
Beleving
De buitenlandse studenten die in het hotel verblijven zijn blij met de kleinschalige groene huisvesting nabij het centrum. Ze hebben allen een relatief kleine kamer van ongeveer 24 m2 die sober is ingericht, voorzien van een goed uitgeruste badkamer maar zonder keuken. “Ik wilde dat de gezamenlijke eetkamer in het hotel als een internationale huiskamer functioneert waar verschillende culturen kunnen mixen.” De eetkamer ligt op de eerste verdieping aan de In de Betouwstraat en biedt door de erker een blik door de straat en op historische panden in de omgeving. De ondernemers aan de In de Betouwstraat zijn ook erg tevreden met de komst van het nieuwe studentenhotel. Niet alleen omdat de studenten hun weg weten te vinden naar de winkels en horecagelegenheden in de buurt, maar ook omdat ze een stuk minder overlast ervaren nu het gat in het bouwblok is opgevuld. De plek werd volgens de ondernemers niet goed gebruikt. Veel mensen die na het uitgaan in het centrum terugliepen naar huis of het station namen de kortste route via het gat. Deze sluiproute gaf aanleiding voor overlast zoals lawaai en doordat de ruimte werd gebruikt als openbaar toilet. Ook de overvolle fietsenstallingen was de ondernemers een doorn in het oog. “Er was geen plek voor onze klanten, omdat de fietsenstallingen langs de straat werden gebruikt door bewoners van de bovenwoningen”,
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
Doorsnede A
Doorsnede B
Doorsnede C
17
PROJECTREPORTAGE Zes van de tien studentenkamers zijn direct achter de muur gebouwd, op plekken waar voorheen kleine binnenplaatsjes en schuurtjes van bovenwoningen waren. Deze zijn opgeofferd om daarna meer ruimte en kwaliteit te krijgen middels een gezamenlijke tuin op de verdieping. De overige vier studioâ&#x20AC;&#x2122;s zijn vanuit de gezamenlijke ruimten van het hotel bereikbaar. Het hoogteverschil tussen de In de Betouwstraat en Eerste Walstraat was aanleiding om het hotel uit te voeren in split level. In de lobby bij de entree is een trap naar boven die leidt naar de loungeruimte op de eerste verdieping aan de achterzijde. Van daaruit kunnen de studenten naar de eetkamer, een halve verdieping hoger, of naar buiten op het dakterras en de gezamenlijke tuin. Het terras is op een uitgekiende plek gemaakt, zodat er mooie zichtlijnen zijn naar beide kanten van de Eerste Walstraat en de Piersonstraat.
18
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem â&#x20AC;˘ 2018
PROJECTREPORTAGE
De daktuin is ook vanaf de Eerst Walstraat te bereiken. Op de plek waar het gat in de muur was is een brede trap naar boven gemaakt die zowel door de hotelgasten als de omwonenden wordt gebruikt. Ook het publiek mag er komen maken, want het is niet afgesloten. De nieuwe entrees van de bovenwoningen zijn allemaal te bereiken via dit semi-openbaar gebied boven maaiveld. Door de tuin is een looppad aangelegd op enige afstand van de achtergevels. In die zone zijn kleine trapjes naar de voordeuren van de woningen opgenomen om de wisselende hoogten te overbruggen. Daartussen wisselen plantenbakken af met verhoogde daklichten waardoor daglicht de onderliggende studioâ&#x20AC;&#x2122;s kan binnenstromen.
2018 â&#x20AC;˘ ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
19
ESSAY
THE EXCHANGE
@SONSBEEK2016
foto: Maurice Boyer
‘Verbind economie aan ecologie om de wereld te redden.’
20
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
ESSAY
door Carin Kiezebrink, 2 juni 2018
ROB VOERMAN
Door de waarde van valuta te koppelen aan een specifieke locatie op aarde krijgt de mens een extra motivatie om de aarde goed te beheren. Als hij installaties maakt voor een speciale locatie geeft hij ze vaak een sociale functie. Hij ontwerp ze zodanig dat er mogelijkheden zijn waar mensen met elkaar in gesprek gaan over hun omgeving. Voor de beeldententoonstelling Sonsbeek 2016 maakte Voerman over de waterval in Sonsbeekpark een grote installatie The Exchange. Ook hier maakte hij een ontmoetingsplek van. Hij koos voor de waterval gekozen als plek in het park, omdat deze in de 19e-eeuwse landschapskunst een representatie was van de natuur.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
In dit werk wil hij twee verschillende werelden met elkaar te verbinden: ecologie en economie. Volgens Voerman is dat de enige manier om natuurlijke hulpbronnen van de wereld en de wereld zelf te redden. The Exchange is een bankgebouw met een kluis waar de natuur in bewaard wordt. Het is gemaakt van aluminium en gekleurd glas. Harde materialen tegenover de waterval, de natuur. Bezoekers van de tentoonstelling konden bij de ingang door Voerman bedachte bankbiljetten kopen. De valuta, square genaamd, is gekoppeld aan een oppervlakte van 1 m2 ergens op aarde. De waarde is gebaseerd op de conditie van die vierkante meter: 100 square is volledig schoon en onaangetast, 1 square is vergelijkbaar met een chemisch toilet. De QR-code kan worden gescand en dan wordt zichtbaar wat de waarde van het biljet is en waar de plek zich op aarde bevindt. Rob voerman wil met dit werk mensen bewust maken van de ruimtelijke impact die de aankoop van een product kan hebben. Vaak is de ecologische footprint groter dan je vermoedt. Zijn gedachte is dat de mens een extra motivatie krijgt om de aarde goed te beheren, door de waarde van valuta te koppelen aan een specifieke locatie op aarde. De waarde kan vermeerderen door de vervuiling op te heffen en de ecologie te herstellen. Een sympathieke gedachte: een belegging in moeder aarde.
Foto: studiumgenerale.artez.nl
Een grote verscheidenheid aan kunstwerken komt in beeld als je op internet zoekt naar de Arnhemse kunstenaar Rob Voerman: etsen, linosneden, aquarellen, foto’s, sculpturen en grote installaties. Architectuur is de gemeenschappelijke deler. Utopische gebouwen en landschappen waarin verval of vernietiging een rol speelt. In zijn biografie schrijft hij dat hij zich heeft verdiept in de architectuur en ideeën van het modernisme in relatie tot onze huidige tijd: Le Corbusier, Frank Loyd Wright, Rietveld, Mies van der Rohe. Die fascinatie blijkt ook uit de sculpturen en maquettes van enorme complexen en tekeningen op stedenbouwkundig niveau. Aan de andere kant stelt hij ook dat hij zich verzet tegen het over-designede, aangeharkte van de Nederlandse stedenbouw. Kennelijk heeft hij er een wat ambivalente relatie mee. Zijn benadering wekt interesse in de wereld van architectuur en stedenbouw. Daarom is Voerman bijvoorbeeld ook gevraagd om een stedenbouwkundige visie voor de ontwikkeling van het Deventer stationsgebied te maken.
21
RESEARCH
G RO E N E DA K E N Gezamenlijke daktuin van 700 m2 op het gerenoveerde flatgebouw De Boel aan de Boelelaan in Amsterdam. Foto: Dakdokters
Waarmee moet rekening worden gehouden bij het ontwerpen van een groendak? Groen levert een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van de stad. Mensen hechten veel belang aan groen in de leefomgeving, ze voelen zich prettiger en gelukkiger in een groene omgeving[9]. Groen kan zelfs een sleutelrol spelen bij een gezonde leefomgeving[13]. Het aanleggen van een daktuin of ander groendak is een slimme manier om meer groen in de stad te brengen.
Sinds de jaren negentig van vorige eeuw groeien de grote steden harder dan kleinere gemeenten. Om te voorkomen dat de steden steeds meer ruimte innemen wordt er ingezet op inbreiding in plaats van uitbreiding. In de compacte stad, waar de ruimte intensief wordt gebruikt, staat de kwaliteit van de leefomgeving onder druk[1].
22
Tekst en tekening: Carin Kiezebrink 14 april 2018
Sinds het verschijnen van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) in de jaren negentig wil de rijksoverheid de groei van de stad binnen de huidige stedelijke contouren laten plaatsvinden door de aanwezige ruimte efficiënter te gebruiken. Dit wordt ook wel aangeduid als ‘de compacte stad’. De aanwezigheid van gebouwen en verharde oppervlakken beïnvloedt het plaatselijke klimaat, denk aan zomerhitte en wateroverlast. Maar ook lawaai en luchtvervuiling beïnvloeden het klimaat[9]. Extra groen in de stad lost deze stadsproblemen op[4]. In stadscentra en dicht bebouwde wijken en industriegebieden is groen op maaiveldniveau niet beschikbaar of te duur. Het aanleggen van groendaken biedt een oplossing, omdat daarmee onbenut oppervlak gebruikt gaat worden.
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
RESEARCH Om een groendak te maken moet men rekening houden met de volgende fysieke eigenschappen: • draagkracht • hellingshoek • dakoppervlak • dakhoogte • bereikbaarheid • beschikbaarheid water en elektriciteit • ligging ten opzichte van de zon • lokaal klimaat • omringende bebouwing en beplanting
Draagkracht
De dakconstructie moet uiteraard het extra gewicht van het groendak kunnen dragen. Een substraatlaag van 3 tot 15 cm geeft extra gewicht op het dak van 30 tot 160 kg per m2. Om de belasting laag te houden worden lichtgewicht materialen toegepast, zoals puimsteen, lava of kleikorrels. Behalve met het gewicht van het dakbegroeiingssysteem zelf moet ook rekening worden gehouden met de extra hoeveelheid water dat de beplanting en het substraat kan opzuigen. Nat substraat weegt al gauw 1000-1500 kg per m3. Bovendien moet het dak reservecapaciteit hebben om een laag sneeuw te dragen. Op daken die niet zijn ontworpen als
Redenen om een groendak toe te passen Beter gebruik van de ruimte Een steeds groter deel van de bevolking woont in een stedelijke omgeving[7]. Nu wonen ruim 7 miljoen Nederlanders in stedelijk gebied (43%), terwijl 6,4 miljoen mensen op het platteland wonen (39%). De rest woont in de zogeheten overgangsgebieden, wijken aan de randen van de steden en grote dorpen. Wereldwijd woont bijna 60 procent in een stedelijke omgeving, in 2050 zal dat circa 70 procent zijn. Multifunctioneel gebruik van de ruimte is een mogelijkheid om aan de ruimtevraag te voldoen. Door de lucht in te bouwen wordt het mogelijk om meer mensen te laten wonen of werken op een relatief klein stukje grond. Het aanleggen van groen hoog boven maaiveld compenseert de ruimte die verloren gaat bij de bouw. Verbetering leefomgeving Bomen en planten verhogen niet alleen de aantrekkelijkheid van de stedelijke ruimte, maar hebben ook een luchtreinigend vermogen[1]. Ze vangen fijnstof op en nemen stoffen uit uitlaatgassen op die smog veroorzaken, stikstofoxiden en andere vluchtige organische stoffen (VOS). Doordat planten water laten verdampen verhogen ze de luchtvochtigheid. Hierdoor warmt de lucht boven een groendak minder op en zorgen ze voor lagere piektemperatuur in de zomer. Dit kan helpen om gezondheidsklachten tijdens een hittegolf te beperken[13]. Bovendien levert dat een besparing op voor de kosten voor airconditioning. Het warmte-accumulerend vermogen van het groendak werkt, door het dempen van temperatuurschommelingen, als hitteschild in de zomer en koudeschild in de winter[4]. Vasthouden regenwater en vertraagde waterafvoer Als gevolg van het veranderende klimaat valt de regen steeds vaker in korte maar hevige buien[1]. Dat betekent een grote piekbelasting voor de hemelwaterafvoer van de stad. In een stenige omgeving zijn weinig mogelijkheden om het water in de bodem te laten infiltreren. Veel neerslag wordt daardoor direct via het riool afgevoerd naar oppervlaktewater en waterzuiveringsinstallaties. Veel riolen zijn echter te klein om die piekbelasting aan te kunnen, waardoor straten, tunnels en kelders regelmatig blank komen te staan. Door meer groendaken aan te leggen wordt de hoeveelheid af te voeren water verminderd en vertraagd. Planten houden regenwater vast en gebruiken dit voor groei en verdamping. De substraatlaag heeft een opvangcapaciteit voor water, en zolang deze buffer niet vol is, wordt dit water niet afgevoerd.
Een overbodig geworden verhoogde spoorlijn in Manhattan, New York is herbestemd tot een openbaar park van 2,3 kilometer lang. Foto: Fieldoperations
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
23
RESEARCH Opbouw
Een dakbegroeiingssysteem wordt bovenop een waterdichte dakconstructie aangebracht. De dikte van het systeem is afhankelijk van de beplantingskeuze (zie tabel). Water dat nodig is voor de beplanting wordt vastgehouden met substraat, de drainage- en bufferlaag en het bescherm- en absorptievlies. Overtollig hemelwater wordt zo snel mogelijk afgevoerd. Het aantal hemelwaterafvoeren kan gelijk zijn aan het aantal afvoeren en noodoverlopen dat op het dak zou worden toegepast zonder begroeiingssysteem[5].
Opbouw groendak 1. vegetatielaag 2. substraatlaag 3. drainage-bufferlaag 4. bescherm-absorptielaag 5. waterdichte dakconstructie
1
2
1
2
1 2 3 4
3 4
5
3 4
5
5
Type dakvegetatie (bron: Hop, 2010)
Extensief groendak
Semi-intensief groendak
Intensief groendak
dikte substraat
2-15 cm
15-20 cm
15-80 cm, soms plaatselijk meer
gewicht per m
30-130 kg
130-300 kg
250-1000 kg
planten
mos, sedum
gras, kruiden, bloembollen, rotsplanten
kruiden, gazon, heesters, bomen
toegankelijkheid
meestal niet
niet of deels
meestal wel
draagkracht dak
vrijwel altijd voldoende
soms voldoende, met dakaanpassing vaak mogelijk
vergt extra stevig dak
irrigatie
meestal niet
nodig bij droogte
altijd nodig
onderhoud
weinig
matig, vooral wieden en/of maaien
veel, vergelijkbaar met tuin op begane grond
hellingshoek dak
tot 45°
tot circa 15°
meestal vrijwel vlak of in terrassen
aantrekkelijkheid
jaarrond begroeid, vrij monotoon, wel kleurvariatie
meer variatie in planthoogte en -kleur, ‘s winters deels dor
kan door de brede keuze aan planten en andere elementen jaarrond aantrekkelijk gemaakt worden
2
24
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
RESEARCH toegankelijk dak moet het type daktuin worden gekozen op de nog aanwezige reserve in de bestaande dakconstructie of is verzwaring van de bestaande dakconstructie noodzakelijk. Een extensief groendak, zoals omschreven in de tabel hiernaast, kan bijna overal toegepast worden[3]. Bij prefab betonvloeren is het over het algemeen mogelijk om een daktuin aan te leggen zonder verzwaring van de bestaande constructie. Dat geldt ook voor daken met een ballastlaag van grind, want een dunne substraatlaag voor een extensief groendak is ongeveer net zo zwaar. Als bestaande daken niet verzwaard kunnen worden kan gekozen worden om de zwaardere elementen zoals potten en bakken ter plaatse van de opleggingen van de daken te plaatsen. Als de draagcapaciteit minimaal 250 kg/m2 is kan er een intensieve daktuin met vaste planten, heester en eventueel bomen op worden aangelegd, zodat het als een echt verblijfsdak gebruikt kan worden. Hoewel niet verplicht, is het altijd raadzaam om vooraf een constructeur te raadplegen wat de invloed is van het aanleggen van een groendak en eventuele verzwaring van de bestaande dakconstructie. Voor een omgevingsvergunning moet een constructieve berekening worden aangeleverd.
Hoe schuiner het dak, hoe sneller het water wil weglopen. Dit moet tot het meest noodzakelijke worden beperkt om te voorkomen dat onnodig water aan de beplanting wordt onttrokken. Een absorptievlies houdt water vast en het overtollige water wordt afgevoerd via een drainagelaag en afwateringsgoot.
Hellingshoek
Dakhoogte
Op daken met een helling tot 45° is het mogelijk om een groendak aan te leggen. Steilere daken kunnen ook wel worden vergroend, maar daarvoor moet het dak vanuit technisch oogpunt als een groene wand worden beschouwd. Hiervoor zijn andere begroeiingssystemen. Op steile daken met een helling tussen 15° en 45° kan alleen een extensief groendak worden toegepast. De beplanting bestaat dan uit mos, sedum, of kruidenvegetatie. In de onderconstructie is extra bescherming nodig tegen afschuiven van het hele pakket.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
Dakoppervlak
De grootte en de verdere inrichting van het beschikbare dakoppervlak beïnvloedt de keuze van het type groendak. Hoewel de belevingswaarde totaal verschilt kan voor een kleine, intensief gebruikte daktuin een even grote investering nodig zijn als voor een groot dak met extensief groendak. De keuze van de beplanting is ook van belang als het dakoppervlak wordt ingericht met zonnepanelen. Hoge beplanting is vanwege de beschaduwing van de panelen niet gewenst. Een groendaken heeft echter wel een gunstig effect op de efficiëntie van de zonnepanelen, doordat de optimale werktemperatuur van de panelen minder vaak wordt overschreden[4]. Dit komt door het vermogen van de begroeiing om piektemperaturen op daken in de zomer te verlagen (zie kader ‘Redenen om groendak toe te passen’).
Hoge daken vangen veel wind, dus ook de beplanting op het dak. Hoe groter de beplanting is, hoe dikker de substraatlaag moet zijn om goed te kunnen wortelen. Tijdens de aangroeifase wordt bij grote heesters en bomen een verankering aangebracht zodat omwaaien niet mogelijk is. Dit kan met verankeringsmatten of tuidraden. Ook pergola’s worden verankerd aan de dakconstructie.
˅ Bovenop de parkeergarage is een gezamenlijke tuin voor de bewoners van het nieuwe appartementencomplex Graaf Florishof in Deventer. Belangrijk element van de daktuin is een border van bijna 60 meter lang en 7 meter breed. De gebruikte vaste planten vragen buitengewoon weinig onderhoud. Foto: Buro Mien Ruys
25
RESEARCH
Uiteraard moet bij groendaken, net als bij elk dak, de dakbedekking worden gefixeerd om te voorkomen dat het opwaait als gevolg van windbelasting. Daarnaast is het belangrijk om te voorkomen dat het grind of de substraatlaag wegwaait. Het dakoppervlak kan worden onderverdeeld in windzones, waarbij verschillende systeemdiktes en vegetatiesoorten toegepast worden[5]. Bij daken hoger dan 2,5 meter moet een valbeveiliging worden toegepast. Voor onderhoudswerkzaamheden kan dit een vast verankeringspunt of een veiligheidskabel zijn, tenzij men niet binnen 4 meter van de dakrand hoeft te zijn. Deze 4-meterlijn moet duidelijk gemarkeerd zijn[5]. Bij semi-intensief en intensief gebruikte daken is een balustrade noodzakelijk.
Bereikbaarheid
De keuze van het type groendak is sterk afhankelijk van de bereikbaarheid van het dakoppervlak. Een verblijfsdak zoals een privé of collectieve dak(moes)tuin moet uiteraard goed bereikbaar zijn, bijvoorbeeld via een dakopbouw met een trap. Een dakpark, op een parkeervoorziening, winkels of kantoren bijvoorbeeld, dat functioneert als openbare ruimte kan ook als zodanig ingericht worden. De beplanting, verharding en overige inrichtingselementen worden daarop afgestemd om het tot een aantrekkelijke en vandalismebestendige verblijfsruimte te maken. Is het dak niet toegankelijk maar kijken er wel veel mensen op uit dan kan een extensief begroeid dak met kleurvariatie een aantrekkelijk uitzicht bieden, zeker vergeleken bij een bitumen of een grinddak. Een dak met extensieve begroeiing heeft wel onderhoud nodig en zal daarvoor dan ook wel beloopbaar en bereikbaar moeten zijn.
26
Beschikbaarheid van water en elektriciteit
Een pas aangelegd groendak heeft extra water nodig om aan te gaan en te kunnen groeien. Bovendien moet er soms in droge tijden ook water gegeven worden. Daarom is een kraan binnen bereik noodzakelijk. Het aanleggen van een irrigatiesysteem is een goede oplossing om te kunnen doseren en waterverspilling tegen te gaan, bijvoorbeeld met druppelbevloeiing of systemen die het water in de drainagelaag op peil houden met een vlotter. Voor onderhoud is een aansluitmogelijkheid voor elektrische apparaten gewenst.
Ligging ten opzichte van de zon
De beplanting moet worden afgestemd op de hoeveelheid licht en schaduw. De standaard begroeide matten met mossedumvegetatie zijn vaak bedoeld voor in de volle zon. Plekken die permanent in de schaduw liggen vragen extra aandacht. Door gebruik te maken van losse planten of zaad kan de beplanting op de schaduwrijke situatie afgestemd worden. Een dak voornamelijk met grassen en kruiden ontwikkelt zich het best op luwe en schaduwrijke plekken.
Lokaal klimaat
Nederland heeft een klimaat dat relatief gunstig is voor een groendak. Er is geen sprake van extreme kou en warmte en de regenval is meestal redelijk goed voorspelbaar. Toch kunnen er lokale omstandigheden zijn waardoor het wat lastiger wordt om een groendak aan te leggen. Denk bijvoorbeeld aan plekken die permanent in de schaduw liggen. Ook de zoute zeewind in de kuststreek beïnvloedt de beplantingskeuze.
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem • 2018
RESEARCH Bij hellende daken is de overheersende windrichting van invloed op de dikte van het dakbegroeiingssysteem. Met extra aandacht is het meestal wel mogelijk om ook op die ‘lastige’ plekken een groendak te maken.
Omringende bebouwing en beplanting
Bij het ontwerpen van een daktuin voor particulieren zullen de bewoners vragen om bij de inrichting rekening te houden met privacy. Vanuit het perspectief van bewoners of gebruikers van omringende bebouwing kan een mooie daktuin ook iets toevoegen aan het uitzicht. In een intensief gebruikte stedelijke ruimte kan, door daktuinen onderling te verbinden via loopbruggen, een groen bovenstedelijk netwerk ontstaan. Op die manier zou een nieuwe laag met een grote gebruiks- en belevingswaarde aan de stad toegevoegd kunnen worden, wat een grote meerwaarde kan bieden[2]. Daktuinen kunnen ook bijdragen aan de biodiversiteit in de stedelijke omgeving. Ze bieden extra leefruimte voor planten en dieren. Groendaken kunnen speciaal aangelegd worden om hun ecologische functie. Beplanting in de directe omgeving kan ook nadelig zijn voor een groendak. Als er naast een extensief dak een boom staat die veel zaailingen geeft moet er vaker gewied worden, waardoor het groendak minder onderhoudsarm is dan gepland.
< Een dak vol kiezels van ongeveer 100 m2 van een particulier aan de
Keizersgracht in Amsterdam is getransformeerd naar een kleurrijk extensief groendak met sedum, kruiden en grassen. Foto: Dakdokters
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
Dakcondities
Het groendak is een toevoeging aan een al functionerend dak. Het dak moet in goede staat van onderhoud zijn: voldoende stevig, isolerend en waterdicht. Vlakke daken liggen bij voorkeur onder een afschot van minimaal 1:10 mm. De isolatie dient altijd drukvast te zijn en afgestemd op de belasting en het gebruik. Voor de dakbedekking geldt dat deze wortelwerend moet zijn.
Vergunning
Voor het aanleggen van een groendak moet in veel gevallen een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Uitzondering hierop is een extensief, niet permanent betreedbaar groendak. Omdat met de aanleg daarvan de bestemming van het dak niet verandert, is geen toestemming nodig van de plaatselijke autoriteiten. Wel moet worden gecontroleerd of de ingreep voldoet aan de regels op het gebied van ruimtelijke ordening, zoals het bestemmingsplan.
Conclusie
Groendaken kunnen zowel bij nieuwbouw als bij renovatie worden toegepast. De keuze voor het type dakvegetatie wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. Bij bestaande daken met een beperkte draagkracht zijn er minder mogelijkheden, maar een extensief groendak is bijna overal toepasbaar.
˅ Een particulier dakterras aan de Beulingstraat in het centrum van
Amsterdam. Door het gebruik van houten plantenbakken en een pergola met spandraden waar planten in klimmen is het een intieme groene buitenruimte geworden. Foto: Dakdokters
27
INFOGRAPHIC
door Carin Kiezebrink, 17 februari 2018
Welke lagen gebruikt Piet Oudolf in zijn ontwerpen?
vulplanten (30%)
structuurplanten (70%)
bomen en knipvormen
hagen
paden en contouren borders
}
}
DYNAMISCHE VASTE PLANTENLAAG
STATISCHE FORMELE LAAG
tuinontwerp
^ Bloemenlabyrint in landschapspark Trentham Estate, Stoke-on-Trent, Engeland
28
ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem â&#x20AC;¢ 2018
BRONNEN
COLUMN
door Carin Kiezebrink, 2 juni 2018
TERUGBLIK De lessenreeks documenteren & publiceren van Caroline Kruit begonnen in februari met een interview door een medestudent over je ambities. Begin juni sluiten we de colleges af met het samenstellen van een magazine en een reflectie op de lessen door het schrijven van column over de inhoud van de colleges. Wat is blijven hangen, wat sprak je aan? Dus in het kader van het thema Groei van dit magazine, wat viel in goede aarde? Terwijl ik dit schrijf moet ik ineens denken aan een verhaal in de bijbel over de zaaier. Iets met zaad, vogels, rotsen, distels en goede grond (Matteüs 13:1-9). Citeren mag, zolang er maar een goede bronvermelding bij staat. Carolines wiskundige benadering voor het schrijven van een artikel sprak mij wel aan: 5xW+H. Of een alinea = 100 woorden, een paragraaf = 3 alinea’s, dus 300 woorden. Een thema per paragraaf, dus een artikel van 1200 woorden heeft 4 thema’s. Handige weetjes die ik intuïtief al eens had toegepast, maar prettig om ze door een deskundige bevestigd te zien. Het levert niet minder werk op, maar geeft je wel een kapstok. Deadlines zijn onderhandelbaar bij Caroline. Heerlijk die flexibiliteit, maar tegelijk is ze ook heel duidelijk. Al het werk moet wel gedaan worden en wees daarbij gerust kritisch op je woordkeuze. Om voor dat laatste het goede voorbeeld te geven opende ze de les wekelijks met een woord van de week. Een leuke manier om eens te reflecteren op vanzelfsprekendheden. En met het bespreken van de architect van de week worden je eigen ambities verder aangescherpt. Caroline is een prettige coach in bewustwording en het maken van keuzes. Naast de inhoudelijke lessen bracht ze ook persoonlijke verhalen. Hoe ze van een constructeur in staal een jongleur met taal is geworden. Kortom, een goed voorbeeld van je intuïtie volgen en doen wat je leuk vindt en waar je goed in bent.
Foto: Chihiro Hagiwara
Nog even terugkijkend naar het interview van februari en mijn ambitie, ik denk dat er al groei in zit.
2018 • ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem
Projectreportage
[1] Crienen, V., 2016, ‘Buitenlandse bubbel’, Algemeen Nijmeegs Studentenblad, bezocht op 2 mei 2018 via https://www.ans-online.nl/ opinie-achtergrond/reportages/10317buitenlandse-bubbel.
Essay
[1] http://robvoerman.nl/, bezocht op 2 juni 2018
Research
[1] Bade, T., Tonneijck, F., Middendorp, B., 2007, Groen boven alles; over daken gevelgroen als fundament onder de groene stad, Triple E Productions, Arnhem. [2] Court, A., Dolsma, A., Mattemaker, L., Veenstra, A. & Vreedenburgh, E., 2006, Bovenstad verandert de horizon; een nieuwe kijk op het daklandschap, Stichting Bovenstad, Delft. [3] Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam, 2004, Handleiding daktuinen, Spinhex & Industrie, Amsterdam. [4] Hop, M.E.C.M, 2010, Dak en gevel groen, Uitgeverij Thieme, Deventer. [5] Optigroen, 2014, Ontwerp& technische handleiding dak- en gevelbegroeiing, Optigroen, Nijkerk. [6] Buro Mien Ruys, bezocht op 8 april 2018 via http://www.mienruys.nl [7] Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018, Regionale kerncijfers Nederland 30 maart 2018, bezocht op 8 april 2018 via http://statline.cbs.nl/StatWeb/pub lication/?VW=T&DM=SLNL&PA=70072 ned&D1=0-118&D2=0%2c12&D3=1415&HD=100914-1525&HDR =T&STB=G1%2cG2 [8] De Dakdokters, Dakpark De Boel, Begroeid dak Keizersgracht, Dakterras Beulingstraat, bezocht op 8 april 2018 via http:// dakdokters.nl/ [9] De Groene Stad, dossiers Klimaat en Gezondheid, bezocht op 8 april 2018 via http://degroenestad. nl/ [10] Field Operations, High Line, bezocht op 8 april 2018 via http://www. fieldoperations.net/project-details/ project/highline.html [11] Piet Oudolf, High Line, bezocht op 8 april 2018 via https://oudolf.com/garden/highline [12] Planbureau voor de Leefomgeving, bezocht op 15 april 2018 via http://www. pbl.nl/onderwerpen/verstedelijking-eneconomie [13] Spijker, J.H en Vries, S. de, 2017, ‘Gezondheidseffecten onder de loep: weldadig groen’, Stadswerk 6, 3436, via http://library.wur.nl/WebQuery/ wurpubs/fulltext/419251
Infographic
[1] Kingsbury, N., Piet Oudolf Landschap in Landschap, Uitgeverij Terra Lannoo B.V., Arnhem, 2011 [2] Oudolf, P., Kingsbury, N., Ontwerpen met planten, Uitgeverij Terra, Warnsveld, 2000 [3] Oudolf, P., Kingsbury, N., Planten voor morgen, 2e druk, Uitgeverij Terra Lannoo B.V., Warnsveld, 2006 [4] Cohen, M., ‘Piet Oudolf, de Rembrandt van de tuinen’, bezocht op 10 februari 2018 via https://www.vn.nl/piet‐oudolf‐de‐ rembrandt‐van‐de‐tuinen/ [5] Oudolf, P., ‘Trentham’, bezocht op 10 februari 2018 via https://oudolf.com/garden/trentham [6] Chihiro Hagiwara ‘Floral Labyrinth Trentham’ bezocht op 10 februari 2018 via http://www.chihiro.eu/ florallabyrinthtrentham
29