dax-ArtEZ_Arnhem2015 Erik Geerts

Page 1

HIER Herbestemming Industrieel ERfgoed

voorjaar 2015

transformatie postkantoor Tiel


INHOUDSOPGAVE INTERVIEW

De dromen, interesses en doelen van de auteur van dit magazine.

BEELDREPORTAGE Verschillende manieren waarop gebouwen, die in het verleden voor de voedingsmiddelen-indsutrie zijn gebruikt, een nieuwe bestemming hebben gekregen.

DEAD ARCHITECTS SOCIETY Het nalatenschap van Barteld Kornelis Dertien, architect uit Losdorp en omstreken.

RESEARCH Vergelijking tussen twee herbestemmingen van industriĂŤle panden in twee verschillende situaties.

INFOGRAPHIC Is het mogelijk om woningen van stro te bouwen voor de armste bevolking van Letland?

PROJECT

Beleef de transformatie van het voormalige postkantoor in Tiel.

COLUMN De versteende ruimtes van Rachel Whiteread.

BRONNEN Voor de liefhebbers...


4 5 8 10 20 22 30 31


INTERVIEW “Hoe meer je moet vertellen over je ontwerp, hoe minder sterk je ontwerp eigenlijk is.’’ aldus Erik Geerts. Twee weken voordat de beslissing genomen moest worden sloeg bij Erik Geerts de twijfel toe. Zou hij iets met ontwerpen gaan doen waar hij altijd al van gedroomd had of werd hij toch piloot, een droom die elke jongen wel heeft. Erik besloot zijn hart te volgen en de opleiding bouwkunde te gaan volgen in Leeuwarden. Momenteel is Erik afgestudeerd bouwkundige en is hij begonnen aan de master Architectuur. Wellicht is Erik Geerts de architect waar we over vele jaren maar niet uitgepraat over raken. Reden genoeg om te kijken hoe het met de jongensdroom zit en waar Erik zichzelf over 10 jaar ziet. De droom Om zijn passie, de jongensdroom, verder te kunnen realiseren vond Erik aansluiting bij de architectuur. Architectuur is een vakgebied wat uit vele onderdelen bestaat en een stuk breder is dan alleen ontwerpen. Maar grootste interesse uit het vakgebied architectuur is en blijft het ontwerpen en vormgeven van ruimtes aldus Erik. Wat hij een zeer belangrijk punt vind betreft het ontwerpen en vormgeving, is de manier waarop er verbanden en relaties ontstaan met de gebruiker. Deze moet zich uiteindelijk prettig kunnen voelen in de ontworpen ruimte. Erik zijn ‘hogere’ doel of belangrijkste ontwerpopgave binnen de architectuur is dan ook om uiteindelijk een ruimte te maken waar gebruikers ook daadwerkelijk tevreden mee kunnen zijn. Daarnaast wil hij dat zijn plannen niet duidelijk maken met enorme verhalen of teksten. Het moet in een oogopslag duidelijk zijn, een prater is hij namelijk zelfgezegd niet. Een gedurfde maar duidelijke uitspraak doet Erik hier dan ook over; “Hoe meer je moet vertellen over je ontwerpen, hoe minder sterk je ontwerp eigenlijk is.’’ Dit is ook de manier waarop Erik zijn ontwerpen momenteel toets aan opdrachtgevers of docenten.

Toekomst Dat hij erg gericht is op de gebruikers laat hij duidelijk zien in zijn toekomstvisie maar ook in de uitdagingen die de architectuur momenteel kent. De uitdagingen zitten hem voor Erik op dit moment vooral in het verbeteren van de kwaliteiten van de leefomgeving door middel van gebouwen. Dit geldt zowel voor bestaande gebouwen of panden die nog bedacht, ontworpen of gerealiseerd moeten worden. Dat Erik dit echt als belangrijk ziet wordt duidelijk als hij het heeft waar hij zichzelf over tien jaar ziet; ‘’Over tien jaar zou ik graag zelfstandig willen zijn en goede projecten hebben opgezet. Met goed bedoel ik, ruimtes of plekken waar de gebruikers ook blij mee zijn. Daarnaast wil ik me blijven ontwikkelen.’’ Voordat het zover is en Erik zijn eigen bedrijf opzet ziet hij zichzelf bij kleine, persoonlijke bedrijven werken. Op de vraag of hij er specifiek een zou kunnen opnoemen weet hij niet direct een antwoord. Wel benadrukt Erik dat het hem vaker gaat om de projecten dan om grote namen of bureaus. Bij Rem Koolhaas zullen we hem dan ook niet zien, dat lijkt hem helemaal niks. De toekomst ziet er veelbelovend uit voor Erik, aan drijfkracht en passies zal het in ieder geval niet ontbreken. In de toekomst heerlijk verblijven in een ruimte die geheel gericht is op de gebruiker, wie wil dat nu niet?!

4


BEELDREPORTAGE Tussen 1950 en nu is de werkgelegenheid in de landbouw enorm teruggelopen; zeven op de acht bedrijven zijn in deze period verdwenen. De voedselverwerkende industrie heeft hier ongetwijfeld ook onder geleden hebben. Dit beeldverslag is het resultaat van het onderzoek naar de verschillende manieren waarop de karakteristieke panden uit de voedingsmiddelenindustrie worden herbestemd. Hierbij is een zo breed mogelijk scala aan voedingsmiddelen onderzocht

5


De Graansilo in Wehl is gebouwd tussen 1920 en 1956 en werd gebruikt voor de opslag van graan. Door de hoogte werd de silo ook wel de kathedraal van het platteland genoemd. De silo ligt op een ideale locatie; tussen het station en het dorp in. De silo wordt momenteel gebruikt als bedrijfsruimte en maakt onderdeel uit van een uitbreidingsplan met ondermeer 200 tot 400 woningen, bedrijfsruimte en een voetbalstadion.

Het oudste gedeelte van De Oude Mouterij in Wageningen stamt uit 1864. Tot 1908 was het een brouwerij, die handig gebruik maakte van het water dat vanaf de Veluwe stroomde. Vervolgens werd de brouwerij omgevormd tot mouterij, waar mout als grondstof voor bier werd geproduceerd. Dit is zo gebleven tot 2004, toen de mouterij niet verder uit kon breiden doordat deze ingesloten was door de omliggende woonwijk. In de oude mouterij bevinden zich nu een aantal woningen.

Over de jeneverstokerij in Schiedam heb ik weinig informatie kunnen vinden. Wel is het zo dat er momenteel vier verschillende destilleerderijen te koop worden aangeboden, als gevolg van het wegvallen van de jeneverindustrie. Op oude foto’s is te zien dat het pand aan een gracht lag, maar van die oude structuren is niets meer terug te vinden in de huidige situatie.

Suikerfabriek de Zeeland is gebouwd in 1917 en heeft slechts tot 1925 suiker geproduceerd. Daarna is het pand gebruikt door defensie voor de opslag van munitie. In het pand zijn twee grote kledingwinkels gerealiseerd, waarbij het centrale deel van de fabriek als atrium dient. Het complex is opgenomen in de laatste stadsuitbreiding van Bergen op Zoom.

6


Slachthuis Augustinus in Tiel is in 1932 gebouwd in opdracht van de gemeente, om beter toezicht te kunnen houden op de hygiĂŤne rondom het slachten. Na het faillissement van de slachter is het pand overgenomen door de gemeente Tiel. Er heeft tijdelijk een dierenopvang ingezeten, evenals andere bedrijfsfuncties. De gemeente wil het pand echter verkopen, waardoor het momenteel leegstaat.

Deze leerlooierij was de laatste nog functionerende looierij binnen de bebouwde kom van Dongen, waar de leerlooierij een belangrijk aandeel heeft in de locale economie. In verband met stankoverlast is het bedrijf verplaatst, en in de looierij zijn woningen gerealiseerd.

De visafslag van Volendam is gebouwd in 1934. Het gebouw staat op palen, wat een herinnering is aan de vorige visafslag die in het water stond. In 1990 is de visafslag failliet gegaan, waarna het gebouw meerdere functies heeft gehad. Op dit moment wordt er eens per week vis aangeleverd voor de verkoop, hoewel dit meer voor het vermaak van de toeristen is.

De oesterputten in Yerseke worden gebruikt om de opgeviste oesters te laten rusten voordat ze verpakt en verhandeld worden. De oesterputten stammen uit 1870 en moeten zowel het visitekaartje van de schelpdiervisserij in Zeeland worden.

7


DEAD ARCHITECTS SOCIETY Welke architect droom er niet van om overal ter wereld zijn ontwerpen gebouwd te zien, in alle boeken te staan en in de media besproken te worden. Maar wat als zit niet gebeurd? In de serie Dead Architects Society behandelen we het nalatenschap van de onbekende architect.

Barteld Kornelis Dertien werd geboren in 1890 in Losdorp, als zoon van de lokale aannemer. Dit vak leerde hij dan ook van zijn vader. Ook volgde hij enkele cursussen architectuur in Groningen.Naast zijn werkzaamheden als architect was Barteld Kornelis Dertien ook belastinginner van Losdorp en werkzaam als verzekeringsagent.

In 1920 ging B.K. Dertienaan de slag bij architect Henk Wegerif in Apeldoorn. Daar was Barteld al bekend; hij was hier tijdens de Eerste Wereldoorlog bewaker geweest bij het interneringskamp. Lang heeft Barteld Kornelis Dertien het niet volgehouden in Apeldoorn; in 1921 verhuisde hij terug naar Losdorp om een eigen bureau op te richten. In 1938 voegde hij zijn bureau samen met dat van G.W. Burema in het nabij gelegen Appingedam. Naast zijn werkzaamheden als architect had B.K. Dertien een aantal interessante hobby’s; zo was hij voorzitter van de konijnenfokvereniging, hij had een actieve rol in het verenigingsleven in Losdorp en maakte in zijn vrije tijd graag een aquarelschildering van het Groninger landschap.

8


Barteld Kornelis Dertien werkte voornamelijk binnen de Amsterdamse School, een stijl die relatief veel werd toegepast in Groningen. De oorzaak hiervan lag bij de industrialisatie in de landbouw; landarbeiders raakten werkloos en trokken naar de stad, waardoor sociale woningbouw groeide. Landeigenaren hadden geld over om te investeren in een eigen woning. De Amsterdamse School was toen al op zijn retour in Amsterdam; Groningen wou wel moderner worden, maar vooral niet voorop lopen.

In 1965 overleed Barteld Kornelis Dertien in Losdorp, waar hij vrijwel zijn hele leven gewoond heeft. Al zijn werken staan in een straal van vijftien kilometer rondom het dorp.

Enkele gebouwen naar de hand van Barteld Kornelis Dertien; Garage voormalig busbedrijf Scheper & Mulder, Holwierde, 1926. Voorhuis boerderij Haykensheerd, Zeerijp, 1930 Woonhuis Holwierde, 1933 Winkel en woonhuis, Spijk, 1936 Garage Scheper & Mulder

Woonhuis Holwierde

9


RESEARCH Vanaf halverwege de twintigste eeuw is de werkgelegenheid in grote delen van de industriesector teruggelopen. Deze daling is het grootst geweest in de textiel- en lederindustrie, waar het aantal werknemers tussen 1969 en 2008 met ruim 86% is teruggelopen. De daling in werkgelegenheid in de papierindustrie lijkt op het eerste gezicht minder groot, met een terugloop van 47%. Maar doordat deze industrie sterk aan ÊÊn regio gebonden is, zijn toch grote gaten gevallen in de locale arbeidsmarkt. Naast de persoonlijke en economische problemen die gemoeid zijn met wegvallen van deze bedrijven, blijven ook de bijbehorende panden achter zonder functie. In dit rapport heb ik onderzocht op welke manieren de vrijgekomen ruimte benut wordt, hoe hieruit nieuwe kansen en ontwikkelingen ontstaan en welke risico’s dit met zich meebrengt. Dit heb ik gedaan door de herontwikkeling van twee in onbruik geraakte fabriekspanden in Scheemda en Enschede met elkaar te vergelijken.

10


Strokartonfabriek ‘De Toekomst II’, Scheemda.

Transformatie van de wijk Roombeek, Enschede.

11


Opkomst strokartonfabrieken in Groningen Vanaf 1870 begon de strokartonindustrie zich te ontwikkelen in Groningen. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. Door de opkomende industrialisatie binnen de landbouw hielden landeigenaren meer geld over om te investeren, terwijl landarbeiders op grote schaal op zoek moesten naar ander werk. Ook kwam men tot de ontdekking dat het stro, wat tot dan toe een vrijwel waardeloos bijproduct van de graanteelt was, een grondstof was waar een winstgevend product mee gemaakt kon worden. Daarnaast was in Groningen een uitgebreid netwerk van kanalen en sloten aanwezig, dat gebruikt kon worden voor de toevoer van stro, het leveren van water voor de productieprocessen en het afvoeren en verhandelen van het strokarton. Wereldwijd was er vraag naar strokarton als verpakkingsmateriaal, en de Groninger industrie ontwikkelde zich tot een van de grootste producenten van dit materiaal. De afzetmarkt lag voornamelijk in Engeland en Duitsland, waar het karton via de Eemshaven in Delfzijl naar toe werd vervoerd. In het noorden van Nederland werden tussen 1870 en 1940 eenentwintig strokartonfabrieken opgericht, waarvan negentien in Groningen. In de omgeving van Oude- en Nieuwe Pekela was de concentratie van fabriekscomplexen het hoogst, met in totaal negen bedrijven die strokarton produceerden. De fabrieken maakten gebruik van, voor die tijd, moderne mechanismen als stoommachines en elektriciteit. In de architectuur zelf is duidelijk de mentaliteit van de Groningers terug te zien; de technologische ontwikkelingen en de daarbij behorende economische groei werden wel nagestreefd, maar tegelijker tijd bestond er een enorme terughoudendheid in deze ontwikkelingen. Vooruitgang was prima, maar voorop lopen was niet nodig. In de fabriekspanden is dit terug te zien aan een vrij conservatieve bouwstijl, waarbij in de compositie of het materiaalgebruik nog enige vorm van vooruitgang of ontwikkeling viel af te lezen. Ondergang strokartonfabrieken in Groningen Tussen 1940 en 1965 is de werkgelegenheid in de strokarton door verschillende oorzaken sterk teruggelopen. Zo begon grijskarton, gemaakt

12

van gerecycleerd papier en karton, een steeds groter marktaandeel te krijgen vanwege de hogere kwaliteit. Veel bedrijven hadden niet de financiÍle middelen om de productieprocessen aan te passen van strokarton naar grijskarton. Ook kon de sterk vervuilende industrie zich moeilijk aanpassen aan de steeds strenger wordende milieueisen. Naast deze harde feiten speelde ook de weerstand tegen verandering een rol; het aanpassen van de productieprocessen ging in tegen de oprichtingsbeginselen van de strokartonindustrie. De fabrieken waren ten slotte coÜperatief opgericht om de graanboeren van hun stro af te helpen. Momenteel is de kartonindustrie nog een relatief grote bedrijfstak in Groningen, hoewel geen enkele fabriek nog stro als grondstof gebruikt. Momenteel zijn er nog vijf kartonfabrieken in bedrijf, waarvan drie in de Pekela’s. Wel is de werkgelegenheid tussen 1970, nadat een groot deel van de industrie al was ingestort, en 2008 met nog 47% teruggelopen.


Toekomst strokartonfabrieken in Groningen Van de negentien strokartonfabrieken in Groningen staan er op dit moment nog vier, hetzij gedeeltelijk, in originele staat. Drie hiervan, in Hoogezand en Oude Pekela, zijn nog in gebruik. De vierde, strokartonfabriek ‘De Toekomst II’ in Scheemda, wordt momenteel herontwikkeld. De Toekomst II is gebouwd in 1908 naar het ontwerp van architect P.G. Cremer. Het neoclassicistische gebouw is grotendeels de gespiegelde versie van het naastgelegen complex De Toekomst I uit 1903. In 1968 werd de fabriek gesloten, waarna de ruimte gebruikt is voor het stallen en repareren van landbouwmachines. Tot aan 1996, toen het gebouw de status van rijksmonument kreeg, is het complex compleet verwaarloosd. De Toekomst I bleek in een dermate slechte staat te verkeren, dat deze in 2005 is afgebroken. In 2009 is begonnen aan de restauratie van het pand. Hierbij heeft de geschiedenis van het gebouw een leidende rol gespeeld, waarbij de gevolgen van veertig jaar leegstand zichtbaar moesten blijven. Naast restauratie van de gevels is het dak in zijn oorspronkelijke vorm teruggeplaatst. Bij de werkzaamheden zijn vijfenveertig studenten

en werkelozen betrokken om de locale werkgelegenheid te bevorderen. Op dit moment heeft het gebouw nog geen functie. Dit komt doordat het pand eigendom is van de aannemer, die in 2014 aan het project failliet is gegaan. De ontwikkeling kan pas verder gaan wanneer de curator het complex wil verkopen aan het Groninger Landschap. Vanuit verschillende overheden is tot nu toe 9,4 miljoen euro in het pand geïnvesteerd. Ondanks dat De Toekomst II niet dicht bij een noemenswaardige plaats ligt zijn er grootse plannen voor de herontwikkeling. Zo zijn er plannen voor een klimaatmuseum, watereducatiecentrum, evenementenhal en –terrein, marktterrein, uitkijktoren, horecagelegenheden, verblijfsaccommodaties en een amfitheater onder de noemer van Erfgoedpark De Toekomst. Recentelijk is de bodem gesaneerd en zijn de voormalige vloeivelden gereed gemaakt voor de zuivering van afvalwater. Echter zijn deze, bij gebrek aan afvalwater, op dit moment ingezaaid met graan. Daarnaast zijn er plannen om evenementen op het terrein te organiseren, ruimte voor zakelijke ontmoetingen te creëren en de centrale hal om te vormen tot ‘belevenisfabriek’.

‘De Toekomst II’ voor de renovatie.

13


Opkomst textielindustrie in Twente In 1830 scheidde België zich af van Nederland. Hierdoor verloor Nederland ook een groot deel van de textielindustrie, gevestigd in de regio van Gent. Binnen Nederland werd gezocht naar een locatie om een eigen textielindustrie op te zetten. De keuze viel op Twente; de boeren op de arme zandgronden werkten thuis al als textielarbeiders, als aanvulling op hun inkomen. Tot aan 1950 vond de productie van textiel voornamelijk op huiselijke schaal plaats. Tussen 1850 en 1880 werden de eerste textielfabrieken ontwikkeld, waar het textiel goedkoper geproduceerd kon worden dan op de verschillende boerderijen. Door de aanleg van verschillende spoorlijnen in de regio Twente kon deze vorm van industrie zich nog verder ontwikkelen, met op het hoogtepunt meer dan 160 fabrieken. Ondergang textielindustrie in Twente Ondanks de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders en de daarmee samenhangende sociale onrust, bleef de textielindustrie in Twente groeien. De eerste tegenslag ontstond in te Eerste Wereldoorlog. Door de Engelse blokkade van Het Kanaal kon er vrijwel geen textiel meer geëxporteerd worden, en de rol van marktleider in de textielproductie werd overgenomen door Japan. Het gevolg was dat de werkgelegenheid in Twente terugliep en veel arbeiders ontslagen werden. Na de oorlog zal de productie echter al snel weer op het oude niveau, en bleef doorgroeien tot de hoogtijdagen eind jaren twintig. Met het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog begon ook de krimp van de textielindustrie. Vele fabrieken werden gebombardeerd, en na de oorlog was er geen geld om de industrie weer op te bouwen. De bedrijven die bleven bestaan kregen opnieuw een grote klap te verwerken in 1949, toen Indonesië onafhankelijk werd van Nederland. Hiermee viel een groot deel van de afzetmarkt weg. Tussen 1965 en 1975 is de Twentse textielindustrie volledig ingestort, doordat de productie naar lagelonenlanden werd verplaatst. Met 80 tot 85 procent van de bevolking werkzaam in deze sector in 1940, moest een enorme werkeloosheid worden opgelost. Een bijkomend probleem was dat in een aantal steden grote, onbruikbare gebieden ontstonden, doordat de aanwezigheid van de textielfabrieken een belangrijke rol had gespeeld in de ontwikkeling van deze plaatsen.

14

Herontwikkeling Roombeek Enschede De wijk Roombeek, gelegen ten noorden van het centrum van Enschede, bestaat momenteel uit een combinatie van herbestemd cultureel erfgoed en nieuwbouw. Van oudsher bestaat de wijk uit fabrieksterreinen en de daarbij behorende arbeiderswoningen, maar ook de middenstandsbuurten en openbare parken die ontwikkeld zijn met geld uit de textielindustrie. Na 1975 zijn een groot aantal fabriekspanden in onbruik geraakt, waarvan een deel gesloopt is. In de jaren ’90 is het gebied opgenomen in de monumentenlijst. Op dat moment werden de arbeiderswoningen grotendeels bewoond, de fabriekspanden werden door verschillende ondernemers en kunstenaars gebruikt. Met de vuurwerkramp in 2000 werd een groot gedeelte van de wijk onherstelbaar verwoest. Waar mogelijk werden historische gebouwen bewaard, maar de nadruk kwam te liggen op de herontwikkeling van het gebied. Particulier opdrachtgeverschap heeft hierin een belangrijke rol gespeeld, waardoor een gevarieerd en levendig stadsbeeld is ontstaan. Binnen de wijk staan nog meerdere fabriekspanden, waarvan het grootste gedeelte niet uitsluitend gerestaureerd is, maar waar ook nieuwe ingrepen of toevoegingen in zijn gedaan. De nadruk in gebruik ligt op de creatieve industrie, gecombineerd met woningen. Zo zijn er meerdere musea, een sterrenwacht, horecagelegenheden, ateliers, filmhuis, basisscholen en kunstacademie gevestigd in de voormalige fabriekspanden. Op dit moment is het gebied deels in gebruik en deels in ontwikkeling.


Balengebouw Het balengebouw van textielfabriek de Bamshoeve is gebouwd in 1907. Het pand had als doel het opslaan van balen katoen. Via de aanliggende spoorlijn werden grondstoffen aangevoerd en verder gedistribueerd naar de fabrieken. In 1973 is het bedrijf failliet gegaan, waarna het pand leeg kwam te staan. Ondanks dat het pand na die tijd is gebruikt door kleine ondernemers en kunstenaars is er vrijwel geen onderhoud uitgevoerd, waardoor het pand sterk verpauperde. In de jaren negentig werd besloten het Balengebouw een culturele bestemming te geven. Bij de vuurwerkramp in 2000 is het pand beschadigd geraakt, maar niet dermate ernstig dat een herbestemming onmogelijk was. Het ontwerp voor het balengebouw is gemaakt door Search en OMA. In het nieuwe ontwerp is onder anderen (deels) een nieuwe gevelbekleding aangebracht en zijn glazen wandelgangen aan de buitenzijde toegevoegd. Daarnaast is het pand is 2,5 meter opgevijzeld om extra verdiepingshoogte

te creĂŤren. De oorspronkelijke verdiepingen zijn met 2,20 meter erg laag. De ruimtes zijn dan ook altijd bedoeld geweest voor de opslag van katoen, en niet voor het verblijven van mensen. In het pand zou onder anderen het Jan Cremer museum gevestigd gaan worden. Nadat de renovatie van het pand al in gang was gezet, bleek de stichting te weinig geld te hebben voor de exploitatie van het museum. Er is geprobeerd het museum samen met een deel van het theater in het pand onder te brengen, maar hiervoor was vanuit het museum geen interesse. Vervolgens ontstond het plan om het theater geheel onder te brengen in het Balengebouw. Hiermee was de gemeente het niet eens, omdat deze functie dan te ver uit het centrum kwam te liggen. De woningcorporatie, die eigenaar het pand is, moest het vanuit overheidswege verkopen in 2014. Op dit moment staat het pand al enkele jaren zonder functie leeg. Wel is er door de gemeente voor een half miljoen en door de woningbouwvereniging 4,5 miljoen euro in het pand geĂŻnvesteerd.

Het Balengebouw tijdens de renovatie.

15


Locatie In de locatie van beide projecten zitten grote verschillen. Zo ligt De Toekomst II net buiten het dorp Scheemda, met zo’n 2.500 inwoners. De enige grotere plaats in de omgeving is Winschoten, op ongeveer vier kilometer afstand. Ook ligt de Blauwe Stad vrij dicht bij het voormalige fabrieksterrein. De locatie is zichtbaar vanaf de A7 en ligt tussen twee afritten in. Ook ligt het op loopafstand van station Scheemda. Feit blijft echter dat het

Positionering in het landschap; boven Scheemda, onder Enschede.

16

dorp zelf vrij geĂŻsoleerd in zijn omgeving ligt. Het Balengebouw in Roombeek ligt in Enschede zelf, op relatief korte afstand tot het centrum. Enschede heeft 158.000 inwoners en ligt in een netwerk van verschillende plaatsen in Nederland en Duitsland. Naast dat de wijk op loopafstand van het station ligt, lopen er ook meerdere buslijnen door de wijk. Door deze ligging is de locatie goed bereikbaar vanuit de stad zelf en de omgeving.


Relatie met stedenbouwkundig plan De Toekomst II ligt midden in een weiland, net buiten het dorp. Het heeft dan ook geen relatie met een stedenbouwkundig plan. Sterker nog, de laatste uitbreiding van Scheemda stamt uit de jaren ’90 van afgelopen eeuw. Door de geïsoleerde ligging zal het lastiger zijn een geschikte invulling te vinden voor dit relatief grote gebouw.

Voor Roombeek is een nieuw stedenbouwkundig plan ontwikkeld, waarbij bestaande en nieuwe structuren over elkaar heen zijn gelegd. Op deze manier ontstaat er een goede relatie tussen de bestaande fabriekspanden en de nieuwbouw. Daarnaast is er ook veel aandacht besteed aan de inrichting van de openbare ruimte.

Ligging van het plangebied (midden van de foto) ten opzichte van de overige bebouwing; boven Scheemda, onder Enschede.

17


Invulling / functies In Scheemda lijken de functies voor herontwikkeling van bovenaf te zijn opgelegd. Ook lijkt er een bepaalde grootheidswaanzin te heersen, zoals de ontwikkeling van het amfitheater. Naast dat dit vrijwel niet aansluit op de locatie, staat dit ook in contrast met het terughoudende karakter, zoals dit in het verleden ook een rol heeft gespeeld voor dit pand. Hoewel er vanuit het dorp Scheemda zelf waarschijnlijk weinig behoefte is aan nieuwe functies, is een evenemententerrein of klimaatmuseum misschien wat ver gezocht voor deze locatie. Ook een zakelijke ontmoetingsplaats is waarschijnlijk minder functioneel, aangezien er weinig bedrijven in de directe omgeving liggen en Scheemda niet op een knooppunt ligt. In Enschede is de invulling iets vrijer gehouden. Hoewel de creatieve industrie misschien niet de meest stabiele pijler is, heeft deze keuze in dit geval wel goed uitgepakt. Dit komt waarschijnlijk door het relatief grote publiek dat in de omgeving aanwezig is, maar misschien nog wel belangrijker het integreren van de kunstacademie. Door het vermengen van functies ontstaat er al een meer gevarieerd gebruik van het gebied. Met de stimulering van particuliere initiatieven is goed ingespeeld op de behoeftes van invulling van de ruimte.

Betrekken bevolking Bij de herontwikkeling van De Toekomst II wordt ingespeeld op het betrekken van de bevolking en het ontwikkelen van kwaliteiten voor op de arbeidsmarkt. In de praktijk lijkt het er echter meer op dat de kosten worden gedrukt door goedkope arbeidskrachten aan te nemen; de herontwikkeling levert uiteindelijk geen structurele bijdrage aan kennisontwikkeling en werkgelegenheid. Bij de herontwikkeling van Roombeek is de burger nauwer betrokken bij inrichting van de ruimte. De belangrijkste factor hierin is het particulier opdrachtgeverschap, zoals eerder beschreven is. Vermogen tot vernieuwing In Scheemda lijkt het vermogen tot vernieuwen beperkt te zijn. Hoewel het oude fabriekspand als basis voor de toekomst moet dienen, bestaat het nog in exact zijn oude vorm. Hoewel er in de renovatie gestreefd is naar een vorm waarin de geschiedenis zichtbaar is, is exact hetzelfde dak weer teruggeplaatst. Hierdoor is de grote ruimte, waar de afgelopen veertig jaar geen bestemming voor te vinden was, weer naar zijn oude vorm teruggebracht. Misschien had de renovatie ook plaats kunnen vinden aan de hand van concrete invullingen van het complex, waarbij de bouw volgt op de functie in plaats van andersom.

Tetem, voormalige textielfabriek waar nu de Artez kunstacademie gevestigd is.

18


In Roombeek is een deel van de industriële bebouwing gesloopt. Enkele karakteristieke gebouwen zijn bewaard gebleven. Opvallend hierbij is dat in veel gebouwen wel ingrepen zijn gedaan. Op deze manier is de bestaande omgeving mee geëvolueerd in de tijd, zonder dat het historische karakter verloren is gegaan. In het geval van het balengebouw was het bestaande pand misschien niet het meest ideaal voor herbestemming. De lage verdiepingshoogte ligt hieraan ten grondslag. Ook is de aangebrachte gevel specifiek ontworpen voor het Jan Cremer museum, en is daardoor minder geschikt voor andere gebruikers.

Conclusie Bij het wegvallen van een lokale industrie valt het op dat de bijbehorende fabriekspanden vaak lange tijd leeg hebben gestaan of een laagwaardige bestemming krijgen toegewezen. Hierdoor raken de gebouwen aan verval onderhevig, wat bij een renovatie vaak tot kosten leid. De ligging van het pand speelt een grote rol vanwege het beschikbare publiek voor een nieuwe functie. Ook de integratie in het stedenbouwkundig plan en de combinatie met nieuwbouw kan de slaagkans van een herbestemming verbeteren. Dit kan ook bewerkstelligd worden door de toekomstige gebruikers te betrekken bij de herontwikkeling en werkzaamheden af te stellen op concrete vragen vanuit de omgeving. Ook is het zo dat een gebouw niet voor niets zijn functie kwijt is, en restaureren naar de oorspronkelijke vorm kan dan ook een belemmerende factor gaan vormen. Het toevoegen of aanpassen van ruimtes kan wel een toegevoegde waarde hebben door in te spelen op nieuwe wensen of mogelijkheden.

De nieuwe Sterrenwacht van Search en de oude watertoren van J.J. Rozendaal, beide onderdeel van de Twentse Welle.

19


INFOGRAPHIC

20


21


PROJECT Het voormalige postkantoor in Tiel is gebouwd in 1949, in de Delftse schoolstijl. Deze stijl is veelvuldig toegepast in Tiel, nadat de stad in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd was geraakt. Doordat men steeds minder gebruik is gaan maken van brieven is het postkantoor in onbruik geraakt. Op dit moment staat het postkantoor al meerdere jaren leeg, waarbij aan het onderhoud geen aandacht besteed is. Dit kenmerkende gebouw, wat ook nog eens een van de grootste gebouwen in het centrum van Tiel is, verdient het om zijn plaats terug te krijgen in de stad. Met dit ontwerp is niet alleen een functie aan het gebouw teruggegeven, maar fungeert het voormalige postkantoor ook als verbindende schakel binnen het centrum. Tiel is ĂŠĂŠn van de oudste steden van Nederland. De geschiedenis is nog duidelijk in het straatbeeld terug te zien; de kerk als kern, van waaruit het centrum zich in noordelijke richting heeft uitgebreid met het verschuiven van de Dode Linge. Tiel is groot geworden met de handel over de Waal. Om de verworven rijkdommen te beschermen werd een serie van grachten en verdedigingswallen aangelegd. De grond binnen deze grachten en verdedigingswallen, waarvan een groot deel nog aanwezig is, vormt tegenwoordig het centrum van de stad. In de negentiende eeuw begon de politieke situatie in Nederland stabieler te worden, waardoor de vestingwallen hun functie begonnen te verliezen. Overal in Nederland werden de wallen omgevormd tot wandelparken, veelal in Engelse landschapsstijl. Zo ook in Tiel; over de vestingwallen kwam een rondgang, en een in onbruik geraakte begraafplaats* werd aangepast tot wandelpark. Het ontwerp hiervoor werd gemaakt door de bekende landschapsarchitect Zocher.

22

Hoewel het wandelpark over de wallen vandaag de dag grotendeels verdwenen is, bestaat de bijbehorende groenstructuur nog wel. Samen met de Ambtmanstuin, het park rondom de St. Maartenskerk en het overloopgebied aan de Waal beslaat dit groen een aanzienlijk gedeelte van het centrum. Wanneer men echter door het centrum heen loopt, lijkt elke relatie met dit groen te missen. Van wandelroutes die niet aansluiten tot parkbankjes die uitkijken op benzinestations, op veel plaatsen lijkt het mis te gaan. Met een nieuw stedenbouwkundigplan en de herbestemming van het postkantoor als uitgangspunten is de relatie tussen het centrum en het groen hersteld.

*

Binnen de vestingwallen van Tiel was een tweede wal, de zogenaamde ringwal, aanwezig. Deze is ook nu nog duidelijk terug te zien in het stratenpatroon en heeft in het verleden ook over de locatie van het postkantoor gelopen. Binnen deze ringwal woonden de meest welvarende burgers van Tiel. Om op zondag niet tussen de paupers en armoedzaaiers te hoeven zitten, werd binnen de ringwal een tweede kerk gebouwd. Erg succesvol was dit echter niet; de kerk is meerdere malen afgebrand en weer opgebouwd. In de negentiende eeuw werd besloten de kerk niet opnieuw op te bouwen. Alles wat overbleef was het kerkhof, waar enkele jaren later het park Kalverbos gerealiseerd werd. Uit archeologische opgravingen is gebleken dat deze begraafplaats nog op enkele tientallen centimeters onder het maaiveld aanwezig is.


Impressie van het plein op het huidige achterterrein van het voormalige postkantoor van Tiel. Dit plein vormt een belangrijk onderdeel van de nieuwe wandel- en fietsroute door het centrum.

23


Het doel van het nieuwe stedenbouwkundig ontwerp is het creĂŤren van een betere verbinding tussen het centrum van Tiel en de aanwezige groenstructuur. De ingreep vind plaats op de locatie van het voormalige postkantoor.

Een bestaand pand, een gedeelte van de tuinmuur en een deel van het postkantoor worden verwijderd ten behoeve van de doorbraak tussen het centrum en het park Kalverbos.

24

Het blok aan de noordzijde van het postkantoor wordt aangevuld om de stedenbouwkundige situatie te verbeteren.


Een hap uit een monument Het voormalige postkantoor ligt aan het Hoogeinde, een zijstraat van de belangrijkste winkelstraat van Tiel. De kavel grensde van oorsprong aan het Kalverbos, maar tegenwoordig staat hier een uitbreiding van een restaurant. Samen met twee oudere panden blokkeert deze de verbinding tussen het postkantoor en het park. Om deze relatie te verbeteren is er voor gekozen één van deze panden te slopen en de functies elders op het terrein een nieuwe plaats te geven. Vervolgens staat het postkantoor zelf in de weg. De ruimte aan weerszijden van het gebouw zijn niet bruikbaar om de verkeersstromen van voetgangers en fietsers te verwerken. Vandaar dat het postkantoor als het ware door midden is gezaagd; één stramien is over de volledige hoogte van het pand verwijderd. Door deze ingreep wordt ook meteen een nieuwe impuls gegeven aan het gebouw. In plaats van een toevoeging te doen, wordt het gebouw bijzonder door iets weg te halen. Ondanks deze ingreep blijft het grootste gedeelte van het postkantoor behouden. Van het oorspronkelijke postkantoor wordt het grootste gedeelte hergebruikt in de nieuwe situatie. Om de hele dag door een levendig beeld te krijgen op het maaiveld, komt op de begane grond een restaurant met bijbehorende terrassen. Door het sorteercentrum met het karakteristieke glazen dak

Ter plaatse van het nieuwe plein en de snede in het postkantoor word een aantrekkelijke route en verblijfsruimte gecreërd.

bij het restaurant te betrekken, ontstaat een bijzondere atmosfeer waarbij deze moeilijke ruimte toch een meerwaarde biedt aan de nieuwe functie. In de snede komt de entree voor de ecomarkt, die gevestigd is op de eerste en tweede verdieping van het postkantoor. Via een glazen loopbrug in de snede zijn de verdiepingen bereikbaar vanuit het trappenhuis. De ecomarkt kan gezien worden als een overdekte markt, waarbij verkopers van biologische en lokale producten hun waar aan de man brengen. De distributieruimte komt aan de steeg te liggen waar in het verleden de postauto’s hun lading kwamen ophalen. Hierdoor kunnen de bestaande laad- en los platforms gebruikt worden. Langs deze steeg staat op dit moment een blinde achtergevel van het blok dat dwars op het postkantoor staat. Omdat deze wand geen meerwaarde biedt voor de kavel, is gekozen om het maaiveld op te tillen. Onder dit tweede maaiveld ontstaat daardoor ruimte voor de fietsenstalling. Door de stalling aan beide zijden open te houden kunnen fietsers vanaf de twee meest gebruikte routes aan komen rijden. In de fietsenstalling is ook ruimte opgenomen voor een fietsenmaker, waarvan er nog geen aanwezig is in het centrum van Tiel.

De nieuwe route wordt gemarkeerd met gruitbomen. De bestaande groene gebieden worden onderling met elkaar verbonden en snijden daarbij de bestaande verkeersroutes.

25


Tweede maaiveld maakt blok compleet Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het blok met de blinde achtergevel aangevuld. Tussen de fietsenstalling en het nieuwe plein komt een winkelplint. Om in de avonduren geen uitgestorven gebied te krijgen worden hier winkel- en horecafuncties met elkaar gemengd. Bovenop deze plint komt een tweede maaiveld, met daarop een drietal appartementen. Binnen het centrum van Tiel wordt het combineren van winkels en woningen aangemoedigd, waar ik in mijn ontwerp rekening mee heb gehouden. Naast de drie appartementen is er op het tweede maaiveld ruimte opgenomen voor de tandartspraktijk, die op dit moment in het te slopen pand zit. Ook voor de horecagelegenheid die nu zit is ruimte vrijgehouden in de winkelplint.

26

Het tweede maaiveld sluit aan op de balkons van het bestaande woningblok. Op dit moment bieden deze balkons weinig meerwaarde, aangezien ze erg klein zijn en weinig beschutting bieden. Door een grotere collectieve tuin te bieden kan een betere buitenruimte geboden worden. Aan deze collectieve tuin komt ook de kas te staan, voor het verbouwen van groenten en fruit voor de ecomarkt en het restaurant in het voormalige postkantoor. Ook de beplanting op het tweede maaiveld is geschikt voor consumptie, zodat het groen ook daadwerkelijk een meerwaarde kan bieden voor de gebruikers, en niet alleen maar leuk is om tegenaan te kijken.


Groene route Een dominante bouwstijl in Tiel is de Delftse School, en stijl die veel is toegepast tijdens te wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Deze stijl kenmerkt zich door de toepassing van baksteen, een vrij terughoudende vormgeving en de toepassing van een enkel ornament. Vrijwel alle panden in het centrum hebben een zadel- of schilddak. In de vormgeving van de nieuwbouw is hiermee rekening gehouden. Hoewel Tiel bekend staat om zijn fruitteelt, is hiervan in het centrum vrijwel niets terug te zien. Het Flipje-museum en het beeld van Flipje zijn eigenlijk de enige aanwijzingen. Door de nieuw aangelegde route tussen het winkelgebied en het park te voorzien van fruitbomen wordt deze relatie versterkt. Naast dat de laanstructuur van fruitbomen deze route aangeeft, kan het fruit geplukt worden door voorbijgangers of verkocht worden in de ecomarkt.

Het plein is bestraat met klinkers, die in een groot deel van het centrum structureel zijn toegepast. Rondom de fruitbomen komen betonnen bakken die een tweede functie toevoegen; dit kan een bankje zijn, een marktkraam of een begeleiding van de fietsroute. Het plein zelf wordt ingericht volgens de shared-space gedachte, waarbij niemand duidelijk voorrang heeft. Door de laanstructuur door te laten lopen over de toegangsweg naar het centrum wordt de dominantie van deze route duidelijk gemaakt en loopt de wandelroute door tot in het park, in plaats van tot aan de weg. Het beton van de bakken om de fruitbomen, wat een verwijzing is naar het materiaalgebruik in de wederopbouwpanden, is ook toegepast in de gevels van de appartementen. Door de combinatie van traditionele vormgeving en een onverwacht materiaalgebruik is een mooie combinatie tussen traditioneel en modern, bestaand en nieuw ontstaan.

27


Door connecties te leggen tussen bestaande kwaliteiten in het centrum van Tiel is het voormalige postkantoor op een centrale plaats komen te liggen. Door de toepassing van fruitbomen, symbool voor de fruitteelt waar de stad om bekend staat, wordt de nieuwe route nog eens extra benadrukt. Door een snede te maken in het pand wordt deze verbijzonderd, terwijl het karakteristieke gebouw verder grotendeels bewaard blijft. Door gaten in het bestaande bouwblok op te vullen en functies met elkaar te mengen ontstaat op het huidige achtergebied een levendig straatbeeld. Hierdoor is het postkantoor wederom een toegevoegde waarde in het centrum van Tiel geworden.

28


29


COLUMN Rachel Whiteread – de gefossieleerde geschiedenis van het boothuis Rachel Whiteread is bekend geworden met haar negatieve ruimtes; afgietsels van bestaande maar vaak vergeten ruimtes. Deze beelden maken niet alleen de normaal lege ruimtes zichtbaar, maar ook de sporen die tijdens het jarenlange gebruik zijn ontstaan in de mal. Sporen die normaal in deze ruimtes niet opvallen, maakt Whiteread zichtbaar. De grondslag voor haar kunstwerken is doorgaans klein en persoonlijk. Een van haar eerste werken was Closet, een afgietsel van een kledingkast, bedekt met zwart vilt. Deze contramal verbeeldt de veiligheid van de kledingkast, waar Rachel zich als kind graag in terugtrok. Een stap groter is Ghost, een betonnen contramal van een typisch Engelse woonkamer, gelijk aan het huis waar ze als kind is opgegroeid. Net als bij Closet is hier een hang naar een veilig verleden in te zien. Door het toepassen van beton, wat toch een vrij kil materiaal is, ontstaat een vervreemdend effect. Het verleden valt niet meer terug te halen, de ruimte bestaat alleen nog als fossiele kern; een herinnering aan iets dat niet meer terug zal komen. Dit beeld geeft het vergaan van tijd weer, de herinneringen die blijven bestaan, en de uitwerking daarvan op de menselijke geest. In veel van de werken van Whiteread is een bepaalde lijn terug te vinden. Eerste ideeÍn zijn klein en persoonlijk. Op de werken die hier uit voortkomen wordt vervolgens voortgebouwd, waarbij het principe als grondbeginsel behouden blijft, maar de schaal groter wordt. In een aantal gevallen, zoals in de installatie Embankment en in

mindere mate in Nameless Libraby, gaat een deel van het persoonlijke verhaal of de emotie verloren. In de lijn van Closet en Ghost is dit echter niet het geval. Volgende in lijn is House, misschien wel het bekendste werk van Whiteread. Het afgietsel van een Victoriaanse woning in Londen, opgekocht en op de nominatie om gesloopt te worden door projectontwikkelaars, heeft hierbij een maatschappelijke lading gekregen. Ondanks de opschaling heeft dit kunstwerk de persoonlijke lading niet verloren. Opmerkelijk is het laatste werk in deze lijn, het Gran Boat House. Dit afgietsel van een boothuis in Noorwegen is qua schaal kleiner dan dat van house. Wel ontstaat een heel sterk beeld, namelijk dat van een door de mens gemaakte ruimte in een open landschap. Van een afstand lijkt het beeld op de andere boothuizen, pas bij nadere beschouwing wordt de contramal met zijn sporen uit het verleden zichtbaar. Het idee hierachter is om aan te zetten tot reflectie van hetgeen wat we om ons heen zien, het aanmaken en ophalen van herinneringen en hieruit een opinie op te bouwen over iets wat anders zwijgzaam ten onder zou zijn gegaan. Door de ruimte binnen het boothuis te verstenen ontstaat een surrealistisch beeld; de contramal van een ruimte in een verder vrijwel lege ruimte. Ook hier gaat het om de herinnering aan een ruimte die anders verloren zou zijn gegaan. Het werk heeft een sterke relatie met zijn omgeving, is vervreemdend maar niet schreeuwerig. Op een ingetogen manier wordt toch een sterke en heldere boodschap overgebracht.

Gran Boat House

30


BRONNEN Interview Tap, Jojanneke, Interview met Erik Geerts, 31-01-2015 Beeldreportage http://www.boei.nl/projects/view/11/de_ oude_mouterij (04-03-2015) * http://www.boei.nl/projects/view/53/graansilo (04-03-2015) * http://www.boei.nl/projects/view/16/ leerlooierij_driesen (04-03-2015) * http://www.vvv-volendam.nl/nl/kunst-en-cultuur/de-visafslag/ (04-03-2015) * http://www.pzc.nl/ regio/bevelanden/oesterputten-moeten-meer-toeristen-naar-yerseke-trekken-1.1923313 (04-03-2015) * http://bouwkosten.bouwformatie.nl/nieuws/herbestemming-monumentale-suikerfabriek-de-zeeland (06-03-2015) * http://www.vdtempel-vastgoed.nl/site/ nieuws/artikel/Herbestemming%20monumenten%20Dirkzwager%20Schiedam.20070011.html (06-03-2015) * http://www.webcare.nl/muiterij/ (04-03-2015) * http://www.boei.nl/projects/view/53/graansilo (04-03-2015) * http://www.moons.nl/Gallery/Architecten/Projecten/Restauratie/Looijer-te-Dongen/86.html (04-03-2015) * http://zoom.nl/foto/overig/visafslag-te-volendam.1425918. html (04-03-2015) * http://www.pzc.nl/regio/bevelanden/oesterputten-moeten-meer-toeristen-naar-yerseke-trekken-1.1923313 (06-03-2015) * http://www.redres.nl/erfgoedmakelaar/erfgoed-aangeboden/1049/tiel-voormalig-slachthuiscomplex-vrijwillige-gesloten-inschrijving.asp (06-03-2015) * http://www.railtrash.net/images/Bergen_op_Zoom/slides/036_DSC_7109.html (06-03-2015) * http://www.vdtempel-vastgoed.nl/site/nieuws/artikel/Herbestemming%20monumenten%20Dirkzwager%20Schiedam.20070011. html (06-03-2015) Dead Architects Society Reenders, Anja, 2011, Versteende Welvaart; Amsterdamse School op het Groninger Hoogeland, Uitgeverij Noordboek * Keijzer, Richard (2014), winkel/woonhuis, Spijk, http://www.amsterdamse-school.nl/ objecten/gebouwen/winkelwoonhuis,-spijk/, bezocht op 07-03-2015* Keijzer, Richard (2014), Garage, Holwierde, http://www.amsterdamse-school.nl/objecten/gebouwen/garage,-holwierde/, bezocht op 07-03-2015 * http://www.holwierde.net/foto/slides/183. html, bezocht op 07-03-2015 * Baggelaar, Sebas (5 juni 2014), De Amsterdamse School in Groningen, http://spqa-am.blogspot. nl/2014/06/de-amsterdamse-school-in-groningen.html, bezocht op 07-03-2015 * Weijs, Karin, (21 januari 2013), D66; krimp als motief voor innovatie, http://www.veendammer.nl/evenementen/14419/d66-krimp-als-motief-voor-innovatie/, bezocht op 07-032015 * http://nl.wikipedia.org/wiki/B.K._Dertien, bezocht op 07-03-2015 * http://nl.wikipedia.org/wiki/Henk_Wegerif, bezocht op 0703-2015 * http://www.losdorponline.nl/, bezocht op 07-03-2015 * http://www.holwierde.net/foto/slides/183.html, bezocht op 07-032015 * https://www.flickr.com/photos/eworm/sets/72157602620934871/, bezocht op 07-03-2015http://demensenvandestrokarton. nl/de-strokartonindustrie-in-groningen/(12-04-2015) Research http://www.hetverhaalvangroningen.nl/verhalen/de-toekomst68-jaar-strokarton(12-04-2015) * http://www.detoekomstscheemda.nl/toekomst_o-t-i.html(12-04-2015) * http://www.rtvnoord.nl/ artikel/artikel.asp?p=144987(12-04-2015) * http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=7511nr&D1=03&D2=3-18&D3=0,36-39&HD=090909-1036&HDR=T&STB=G1,G2(16-04-2015) * http://ifthenisnow.nl/nl/artikelen/de-twentsetextielindustrie-als-voorbeeld-van-de-industrialisatie-in-nederland(25-04-2015) * http://www.industrieelerfgoedtwente.nl/pages/ erfgoed.htm(25-04-2015) * http://www.industrieelerfgoedtwente.nl/pages/fabrieken/jannink/jannink.htm(25-04-2015) * http://www. kennisbankherbestemming.nu/projecten/tetem-portiersloge-annex-trafogebouw-enschede(25-04-2015) * http://nl.wikipedia.org/ wiki/De_Toekomst_%28strokartonfabriek%29(25-04-2015) * http://www.roombeek.nl/6_architectuur/index.html(26-04-2015) * http://nl.wikipedia.org/wiki/Scheemda(26-04-2015) * http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Toekomst_%28strokartonfabriek%29#/media/File:De_Toekomst_II_-_schuin.jpg(02-05-2015) * http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/68/Overzicht_strofabriek_De_Toekomst_II%2C_westzijde_-_Midwolda_-_20378644_-_RCE.jpg(02-05-2015) * http://www.iconeye.com/component/ k2/item/3483-roombeek-culture-cluster(02-05-2015) * http://www.boukegeerlings.nl/images/overig/enschede_vuurwerkramp. jpg(22-05-2015) * http://www.volkskrant.nl/binnenland/drie-miljoen-verlies-op-culturele-hart-roombeek~a3825033/(24-05-2015) * http://cultureelerfgoedenschede.nl/monumenten/industrieel-erfgoed/balengebouw%20roombeek.html(24-05-2015) * http:// www.enschede-stad.nl/industrie.php?gebouw=Balengebouw(24-05-2015) * http://www.architectuur.org/nieuwsitem/2629/Vertraging_bouw_Cremer_Museum.html(27-06-2015) * http://www.rtvoost.nl/cookieWet.htm?r=http%3A//www.rtvoost.nl/nieuws/default. aspx%3Fnid%3D184707 (27-06-2015) * afbeeldingen Google Earth Infographic Geerts, Wim, Landbouw Economisch Instituut * Veen, van der, Casper, Strobouwer * Heinsius, Dr. H.W. en Thijsse, Dr. Jac. P., GeĂŻllustreerde Flora van Nederland, 12e druk, 1942 * http://wheatatlas.org/country/LVA * http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Agricultural_census_in_Latvia * http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/EuDASM/LV/SU_13005.jpg Project Geerts, W. F., eerstejaars student academie van bouwkunst, OLA3 context * Analyse Tiel, eerstejaars studenten academie van bouwkunst, OLA3 context Column Geerts, W. F., eerstejaars student academie van bouwkunst, cultuurbeschouwing, presentatie rachel whiteread * http://www.luhringaugustine.com/artists/rachelwhiteread (30-05-2015) * http://www.skulpturstopp.no/en/gran (30-05-2015) * http://www.skulpturstopp.no/en/gran (30-05-2015)  

31


Colofon Redactie: Erik Geerts egeerts@hotmail.com 06 – 13 737 050 Tekeningen Erik Geerts Opmaak Erik Geerts Druk met dank aan Cute pdf writer Met dank aan Caroline Kruyt, voor haar wijze lessen en de opoffering van haar zaterdagochtend en -middag. Verder aan iedereen die op welke manier dan ook heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit magazine. Reproductie De redactie geeft eenieder toestemming om alles uit deze uitgave te vermenigvuldigen of openbaar te maken, op voorwaarde dat de bron op correcte wijze vermeld wordt. Of laat even weten dat je met mijn teksten, foto’s, tekeningen of ideeën aan de haal gaat :)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.