dax-ArtEZ_Zwolle2016 Berdien Westerink

Page 1

abwesterink

mens passie

MAGAZINE 2016 bouwen aan de gezonde stad - 8 in gesprek met... schoenmakers en westerink - 12 de warme wereld van de boeken - 18


abwesterink toont in deze editie de passie in de mens door verhalen, gesprekken en beelden.

Colofon

mens passie

MAGAZINE 2016

Redactie Hoofdredactie: Berdien Westerink Eindredactie/samenstelling: Berdien Westerink Uitgever Caroline C. Kruit MENS PASSIE magazine 2016 is een uitgave van: abwesterink i.s.m. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Postbus 49 6800 AA Arnhem www.artez.nl Coverfoto Š 2015 Berdien Westerink, Het Leesdoek Copyright notice & auteursrecht-voorbehoud Š 2016 abwesterink Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Disclaimer Hoewel aan deze uitgave uiterste zorg is besteed, aanvaardt de redactie noch de uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in het magazine.


Š 2014 / Berdien Westerink / Het raam


een column

levens lessen


“ode aan het documenteren”

Een dag niet gedocumenteerd, een dag niet geleefd. Dat is iets wat wij niet onder ogen willen zien, omdat wij denken dat leven is ‘het zijn in het hier en nu’ en ‘het rondlopen op de aardbol’. Echter moeten wij deze opvattingen herzien en zeggen: “Nee, dat is het leven niet alleen. Nee, het leven is ook documenteren.”

door Berdien Westerink, wo 4 okt 2015 Kampen

Om het duidelijk te maken, wil ik de vergelijking maken tussen documenteren en eten. Eten doen wij grof weg drie keer op een dag: ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds. Tussen deze drie vaste momenten eten wij stiekem ook wel eens koekjes, chocolaatjes, chips, of gewoon al het eetbare wat wij tegenkomen. Maar dat houden wij liever geheim, omdat wij op een dieet zijn. ’s Ochtends beginnen wij met een stevig ontbijt om de dag goed te beginnen. In de middag nemen wij een uitgebreide lunch en genieten we volop van het eten dat wij nuttigen. Wanneer wij ’s avonds na een lange dag thuis komt, staan de pannen met eten op tafel te wachten. Samen met vrouw, man, vriend(in) en/of kinderen aan tafel smullen wij van het heerlijke eten. Zonder al dit eten, groeien wij niet. En als wij niet groeien, zal dat betekenen dat wij niet meer kunnen leven. Los van het feit dat eten van levensbelang is, is eten ook een feestje. wij spreken zelfs af met familie en/of vrienden om uit eten te gaan. Gezellig een avondje met zijn allen weg! Zo is het ook bij documenteren. Al het leesbare en informatieve wat wij tegenkomen, moeten wij gaan documenteren. Want als wij documenteren, groeien wij in kennis. Als wij groeien in kennis, gaan wij steeds meer leven. Sterker nog, wij leven dan werkelijk. En dat is toch wat ieder mens wil: leven. Daarnaast is documenteren ook een feestje. wij komen niet alleen nuttige informatie tegen, maar ook verrassende en zoetsappige verhalen. Dus laten we genieten van documenteren. Ode aan het documenteren, leve de documenteerdrift!

MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 7


Š 2011 / foto: Bewonersinitiatief Postzegelpark Indische Buurt & Stichting Postzegelparken / Indische Buurt

mens passie


1 de gezonde stad PAGINA 8

Als de basis op orde is in de stad kan er verder gebouwd worden aan een stad die zijn burgers aanzet tot beweging. Een essentieel onderwerp in deze tijd, waar gezondheid een belangrijke rol speelt.

2 in gesprek met... PAGINA 14

Twee interieurarchitecten die met passie praten over hun vak. Beide beoefenen ze hetzelfde vak, maar hebben elk hun eigen ambitie, visie en droom.

3 het leesdoek PAGINA 18

Een onderzoek van interieurarchitecte Berdien Westerink naar het maatschappelijk probleem van leesachterstand in Nederland. “Interieurarchitect zijn is een (werk)houding op ooghoogte van de mens. Vanuit ruimtelijk onderzoek worden er alternatieve oplossingen aangeboden voor maatschappelijke problemen.�, aldus Berdien.

4 leestip! PAGINA 32

Nederlandse architecten spreken over hun drijfveren, denkbeelden en werkwijze. Het boek is een onderonsje tussen de architect, de schrijver en de lezer.

MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 9


een essay

Š 2015 / foto: De Natuureluur / Waterspeeltuin Amsterdam

De gezonde stad


“ik wens u een gezonde en gelukkige stad.” Het is oudjaarsavond; de klok slaat twaalf uur. De glazen worden geheven en we proosten op ‘een gezond en gelukkig nieuwjaar’. Gezondheid speelt een grote rol in ons leven en maakt ons gelukkig1, maar zijn wij daadwerkelijk gezond bezig? Helaas uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de mensheid een inactieve levensstijl heeft.2 Wanneer de dag begint, pakken we meestal de auto om naar ons werk te gaan. Overal in de leefomgeving vinden we roltrappen, liften en andere hulpmiddelen om ons inactiever te verplaatsen. Na een drukke dag zitten we het liefst ’s avonds voor de tv. Dit alles gaat ten koste van onze gezondheid. De overheid ziet dat in en richt zich, naast het faciliteren van goede en veilige zorg, op de (bebouwde) omgeving.3 De inrichting en kwaliteit van de woonen leefomgeving zijn namelijk van invloed op ons gedrag.

de groei van stedelijke gebieden Momenteel verstedelijkt de wereld in rap tempo. Over ruim 40 jaar zal, aldus de publicatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu,4 wereldwijd meer dan 75% van de mensen in de stad wonen. Dorpen verdwijnen door de groei van de stad en de open ruimte raakt langzamerhand bebouwd. De stad kan verleiden tot gezonder leven en beweging draagt bewezen bij aan de gezondheid van de mens. Daarom is het noodzakelijk om stil te staan bij de vraag welke elementen er nodig zijn om een gezonde stad te bouwen, waarin de burger wordt gestimuleerd te bewegen. Niet alleen de overheid kan de stad hierin voorzien, ook een actieve rol van de burger is een voorwaarde voor het bouwen van een gezonde stad. De bewoner van de stad is medeverantwoordelijk voor de woonen leefomgeving. Door zijn gebruik van de stad heeft hij inzicht in het functioneren van de stad. Met deze inzichten kan hij de overheid voorzien van informatie en adviezen. Ook zijn er de deskundigen op het gebied van gezondheid, beweging, stedenbouw en dergelijke die een ondersteunende rol hebben in de ontwikkeling van de gezonde stad. Terwijl de burger informatie aanreikt vanuit ervaring, kunnen de deskundigen

onderzoeken aanbieden. Het is van groot belang dat deze verschillende partijen samenwerken om resultaten te boeken. Dat is niet zo vanzelfsprekend, want elke partij heeft zijn eigen taal. De partijen moeten elkaars taal leren spreken om het bouwen van een gezonde stad te laten slagen.

de basis van de stad Om tot een gezonde stad te komen, is het allereerst van belang dat de basis op orde is. De basis bestaat uit een schone, veilige en klimaatadaptieve stad. Ruim een eeuw geleden werden de Gezondheidswet en Woningwet opgesteld, die gericht waren op de verbetering van de hygiëne in de vervallen stadswijken. Sindsdien bleef hygiëne een belangrijk streven in de stedenbouw. De afgelopen decennia is het accent komen te liggen op milieuthema’s zoals luchtkwaliteit, geur, geluid en externe veiligheid. Hiervoor zijn richtlijnen en normen vastgelegd. Hoewel in praktijk voldaan wordt aan de normen, wordt er nog te vaak sport- en speelvoorzieningen weggestopt op onaantrekkelijke plekken. Aandacht voor de schone stad blijft nodig. Ook is de verkeersveiligheid en sociale veiligheid belangrijk. Een gevoel van onveiligheid zorgt er voor dat de fietser of wandelaar de openbare ruimte mijdt. Senioren durven de deur niet meer uit. Vanwege de vergrijzing en groeiende thuiszorg waardoor ouderen langer zelfstandig blijven wonen, wordt veiligheid een belangrijke opgave. Ten slotte merken we in Nederland dat we te maken hebben met langere, natte perioden en het wordt gemiddeld warmer. Door de toegenomen verstening is er minder ruimte voor wateropvang en kan er minder goed worden gereageerd op hittestress. In een klimaatadaptieve stad zijn voldoende (groen)voorzieningen die hierop inspelen. De waterpleinen in Rotterdam combineren wateropvang en speelgelegenheid. Zo leveren de waterpleinen tegelijkertijd een bijdrage aan een bewegingsvolle en aantrekkelijke woon- en leefomgeving.5

MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 11


12 / MENS PASSIE / MAGAZINE 2016

© 2015 / infographic: Berdien Westerink / De gezonde stad


de structuur en inrichting van de stad Als de basis op orde is, kan er aandacht besteed worden aan de structuur en inrichting van de stad. Zo zouden er meer aantrekkelijke, veilige, efficiënte en comfortabele fiets- en wandelvoorzieningen moeten komen. Deze routes worden vaker gebruikt en de reistijd wordt als korter ervaren. Een bewegingsvolle stad stopt niet bij de begrensde sport- en speelruimten. Overal en altijd kan worden bewogen. Een aantrekkelijke, stedelijke omgeving voorziet hierin met brede stoepen, 24/7 schoolpleinen, recreatieve routes en dergelijke. Ook het integreren van sport in de wijk versterkt het gebruik. Zien sporten, doet sporten. Tevens leidt groen tot meer buitenspelen en bevordert groen het sociale leven. Het is wel belangrijk dat de inrichting van het groen aansluit bij het gebruik en de doelgroepen. Teveel groen kan namelijk (in)direct leiden tot minder wandelaars en fietsers. Groen kan meerdere functies hebben. In Amsterdam zijn er natuurspeeltuinen aangelegd waarin kinderen met hun ouders lekker kunnen spelen en ontdekken.6

de systemen en beleving in de stad Ook aandacht voor de zelfvoorzienende stad en voedselproductie in de stad kan bijdragen aan een schonere omgeving. Een eigen energieproductie en de braakliggende gebieden inzetten voor stadslandbouw kan een meerwaarde zijn voor stadsnatuur en een positieve ervaring met voedsel. In het gebruik en de beleving van de stad staat de economie en sociale samenhang centraal. Functiemenging en werkgelegenheid in de wijken bevorderen het economische leven van de stad. Bewoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers gaan zich verbonden voelen met hun wijk. Daarbij zorgen steden en wijken met een hoge mate van sociale samenhang aan tot ontmoeting en het bewegen op straat. Meer participatie bindt burgers en bindt ze aan de wijk.7 In Amsterdam hebben bewoners op eigen initiatief braakliggende terreinen omgetoverd tot prachtige postzegelparken.8 Het vergroot de leefbaarheid en veiligheid van wijken en zorgt voor beter gebruik van de openbare ruimte. De bewoners voelen zich verantwoordelijk voor de wijk. De burgermaatschappij komt tot leven.9 Kortom, een gezonde stad, waarin de burgers worden gestimuleerd te bewegen, begint bij de basis op orde brengen. Daarna kan de stad worden uitgebouwd met de elementen mobiliteit, beweging, groen, economie en socialiteit, zodat de structuur en inrichting van de stad, systemen in de stad en gebruik en beleving van de stad op een gezonde manier worden benut. Niet alleen de overheid, maar ook de burger heeft de verantwoordelijke rol als bouwer van de gezonde stad. De overheid legt het fundament, waarop wij als burgers verder kunnen bouwen met ondersteuning van deskundigen. Zo maken wij samen de gezonde stad.

door Berdien Westerink maart 2016

1 Centraal Bureau voor de Statistiek, Gezondheid, relaties en werk belangrijker voor geluk dan geld, 19 maart 2016, https:// www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/11/gezondheidrelaties-en-werk-belangrijker-voor-gelukdan-geld, gebaseerd op: Statline, Welzijn; kerncijfers, persoonskenmerken, 18 maart 2016, http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=S LNL&PA=82634NED&D1=1-3&D2=0-14&D3=a &D4=l&HDR=T&STB=G1%2cG2%2cG3&VW=T 2 Gazet van Antwerpen, Erik Scherder: ‘Inactieve levensstijl is een sluipmoordenaar’, 14 april 2015, http://www.fysioactueel.nl/ artikel/12503/erik-scherder-zitten-is-het-nieuweroken/ 3 Nederlands Instituut Voor Sport & Bewegen, Nu is de tijd om openbare ruimte beweegvriendelijk in te richten, oktober 2015, http://www.nisb.nl/weten/kennisgebieden/ gezondheid-en-preventie/publicaties. html?item=16337&view=1173448 4 Gezonde Verstedelijking (c) .FABRIC & Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Gezonde Verstedelijking, 2012, https://issuu. com/frictiestudio/docs/magazine-gezondeverstedelijking 5 Technische Universiteit Enschede, Rijksinstituut voor Volksgezondheid, Gezond ontwerpen, pag. 8-13, 2013 6 Natuurspeeltuin de Natureluur, geraadpleegd maart 2016, https://www.denatureluur.nl 7 Technische Universiteit Enschede, Rijksinstituut voor Volksgezondheid, Gezond ontwerpen, pag. 13-14, 2013 8 Stichting Postzegelparken, geraadpleegd maart 2016, http://www.postzegelparken.nl 9 Technische Universiteit Enschede, Rijksinstituut voor Volksgezondheid, Gezond ontwerpen, pag. 14, 2013


in gesprek met...

© 2015 / foto: Doreen Westerink Fotografie / Cathérine Schoenmakers

Cathérine Schoenmakers


“ik droom over niet bestaande ruimtes”

catherine schoenmakers, 45 jaar

Wanneer wist je dat je interieurarchitect wilde worden? Als klein kind maakte ik al tekeningen van interieurs. Ik droomde over niet bestaande ruimtes. Eén droom kan ik mij nog goed herinneren: het was een rond gebouw waarin verschillende families woonden. Maar in het gebouw zelf waren er geen deuren. Dagen en weken heb ik zitten nadenken over dit gebouw: Hoe kun je zoiets ontwerpen? Hoe kan zoiets haalbaar worden gemaakt? Ik kwam met een “omweggetjes” terecht bij het vak interieurarchitectuur. Voordat ik de master Interieurarchitectuur ging doen, heb ik meerdere delen van het ontwerpen afgetast. Nadat ik mijn diploma heb gehaald bij bouwkunde, wilde ik weer meer vanuit het gevoel van de mens ontwerpen. Toen ben ik begonnen aan de master Interieurarchitectuur.

Over welke onderdelen van het vakgebied interieurarchitectuur ben je het meest enthousiast? Het ontwerpen vanuit de persoon vind ik erg fascinerend. De vraag stellend: wat heeft de persoon nodig? Het ontwerp moet perfect zijn voor de persoon. Voor mij is het van belang dat de gebruiker terugkijkt op het ontwerp en denk: ik woon hier en het klopt!

Wat is voor jou de belangrijkste opgave binnen de (interieur-)architectuur op dit moment en voor de toekomst? Ik ben altijd op zoek naar vernieuwende inzichten en denk buiten kaders. Bij problemen gebruik ik geen voor de hand liggende oplossingen, maar kijk ik vanuit verschillende hoeken naar het probleem. Met mijn inzichten zoek ik naar een oplossing en deze neem ik mee in mijn ontwerpen.

Bij welk bureau zou je het liefst aan de slag gaan met je diploma op zak? Het liefst ga ik bij een bedrijf aan de slag die net als ik met vernieuwing bezig is. Bovendien vind ik humor erg belangrijk. Een bedrijf waar ik vrolijk van word, ga ik dan ook graag naar toe.

Wat is de eigenheid in je ontwerpen? Ik werk graag met kleuren. Een prachtig voorbeeld vind ik hoe Designers Guild werkt met kleur. Het is geweldig om te zien hoe kleuren invloed op elkaar hebben en op de ruimte.

Hoe overtuig je je opdrachtgever/docent van de kracht van je ontwerp? Ik ben woordelijk niet sterk, dus mijn werk moet ik kunnen laten zien zonder woorden. Met daarbij een vleugje enthousiasme plus een klik probeer ik de opdrachtgever/docent te overtuigen! door Berdien Westerink 17 september 2015 MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 15



Š 2014 / Berdien Westerink / De drempel


in gesprek met...

Š 2015 / foto: Doreen Westerink Fotografie / Berdien Westerink

Berdien Westerink


“met het menselijk lichaam als uitgangspunt”

Berdien Westerink, 23 jaar

Wanneer wist je dat je interieurarchitect wilde worden? Eigenlijk was ik altijd al veel bezig met knutselen, tekenen en schilderen. Het zat er dus al vroeg in. Ik ontdekte op de middelbare school dat ik ruimtes altijd analyseerde en er verhaaltjes bij verzon. Toen ik geslaagd was dacht ik: Daar moet ik iets mee doen. Leuk om achteraf terug te zien dat een werkstuk over mijn toekomstig beroep in de derde klas al over interieurarchitectuur ging.

Over welke onderdelen van het vakgebied interieurarchitectuur ben je het meest enthousiast? Ik vind het erg leuk dat je plekken definieert. Deze plekken spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van onszelf en het ontmoeten van anderen. Hierover heb ik verder onderzoek gedaan in mijn scriptie “Communicatie met en door architectuur”. Een interessant onderwerp. Ik kwam tot de conclusie dat alles communicatie is, ook architectuur.

Hoe overtuig je je opdrachtgever/docent van de kracht van je ontwerp? Dit doe ik door met enthousiasme over mijn project te praten. Ook laat ik zien dat ik goed en uitgebreid onderzoek heb gedaan. Ik vind het belangrijk dat ik het totaalbeeld kan laten zien.

Wat is voor jou de belangrijkste opgave binnen de (interieur-)architectuur op dit moment en voor de toekomst? Op het moment is er heel veel massabouw. Het lijkt mij heel goed dat er een tegenstroming is die pleit voor de identiteit van de gebruiker. Deze opgave vind ik voor nu belangrijk,

maar zie die ook voor in de toekomst.

Bij welk bureau zou je het liefst aan de slag gaan met je diploma op zak? Een bureau zoals DAAD Architecten. Tijdens mijn bachelor hebben wij, als studenten, samengewerkt met DAAD. Zij doen veel onderzoek en het onderzoek waar wij aan mee hebben geholpen ging over de krimpregio Groningen. Mooi vond ik aan het bureau dat ze in dit onderzoek de ontwikkeling van de krimpregio niet negatief maar positief benaderde. Heel leuk bureau, kijk maar eens op hun website: www.daad.nl (projectnaam: “Groei door krimp”).

Wat is het verschil tussen architectuur en interieurarchitectuur? Beide vakken overlappen elkaar en het in hokjes zetten van deze twee is voor mij niet van toepassing. Ik denk juist dat een architect en een interieurarchitect meer moeten samenwerken.

Maar waarom heb je dan juist voor de opleiding interieurarchitectuur gekozen en niet voor architectuur? Vanwege de manier waarop de ruimte wordt ontworpen. Bij deze opleiding wordt veel aandacht besteed aan het ontworpen van binnenuit met het menselijk lichaam als uitgangspunt.

door Cathérine Schoenmakers 17 september 2015

MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 19


een reportage

het leesdoek


Š 2015 / foto: Doreen Westerink Fotografie / Het Leesdoek


Weggekropen in haar capuchon, opende ze haar boek. Een nieuwe wereld ging er voor haar open. Ze las over prinsen en prinsessen, over pratende dieren en boze heksen. Elke keer als ze zich terugtrok in haar capuchon, verscheen er een wonderlijke wereld. Het was steeds een verrassing wat er zou komen. Nieuwsgierig naar wat komen zou, kroop ze nog verder in haar capuchon en sloeg snel de bladzijde om.

Š 2015 / foto: Doreen Westerink Fotografie / Het Leesdoek

de dromer


“DE WARME WERELD VAN DE BOEKEN!”

Er worden al veel initiatieven genomen door scholen en bibliotheken om de leesachterstand bij kinderen te voorkomen. Zo zijn er de Nationale voorleesdagen, wordt jaarlijks de Kinderboekenweek georganiseerd en zijn er samenwerkingsprojecten tussen scholen en bibliotheken. Helaas bieden deze mooie initiatieven te weinig steun aan de ouders en kinderen thuis. De activiteiten spelen op andere plekken af, terwijl juist het huis de basis is voor de relatie tussen ouders en kind.

het ruimtelijk onderzoek naar leesachterstand Om erachter te komen hoe de leesachterstand bij kinderen kan benaderd worden, heeft Berdien Westerink vanuit de interieurarchitectuur een (ruimtelijk) onderzoek gedaan naar de leesontwikkeling van het kind en de relatie tussen ouders en kind in het huis. Ze is in gesprek gegaan met ouders en kinderen om erachter te komen welke rol het lezen speelt. De kinderen krijgen vanuit school een boekenlijst thuis om samen met hun ouders in de vakantie te lezen. Merendeel van de ouders komen hier niet aan toe, hierdoor bereikt de boekenlijst niet zijn doel. Daarbij is een centrale boekenkast verdwenen uit de meeste huizen. Zo moest moeder Geralda, een liefhebber van lezen, wegens ruimtegebrek de boekenkast wegdoen uit de woonkamer. “In onze woonkamer stond altijd een boekenkast met op de onderste plank boeken voor de kinderen. Vaak pakte een kind spontaan een boek uit de kast en gingen we samen op de bank uit het boek zitten lezen. De boekenkast moest jammer genoeg uit de woonkamer; de kinderen hebben toen ieder een boekenkast gekregen op hun slaapkamer.” Ook ontdekte Berdien Westerink dat het domein van het kind in het huis de eigen slaapkamer is. Het is de plek waar het kind zijn waardevolle spullen opbergt. In de woonkamer is de ontmoeting tussen ouders en kind. Een uitgewezen plek om de interactie tussen ouders en kind en het lezen te stimuleren.

Daarom heeft Berdien het Leesdoek ontworpen, die aandacht vraagt voor het boek, meegroeit met de leesontwikkeling van het kind en zorgt voor interactie tussen ouders en kind. Het Leesdoek dient als herkenningspunt in de woonkamer, geeft de mogelijkheid aan het kind om zijn eigen plek te bouwen en neemt het kind mee in de wereld van de boeken! Het kind raakt door het Leesdoek vertrouwd met het (voor)lezen en dit neemt geleidelijk aan zijn plek in binnen het wonen.

de vorm van het Leesdoek De basis van het Leesdoek is een zeshoekige vorm. Om het Leesdoek te beschermen tegen vocht en vuil heeft het aan de onderkant een stevige stof. De bovenkant van het Leesdoek bestaat uit kleurige driehoeken. In het midden is een zeshoekige opbergzak verwerkt. De binnenkant van de zak is van gladde stof en goed schoon te maken. In deze zak kan het kind zijn favoriete boek opbergen. De lijnen, die zijn gestikt langs de driehoeken, zijn vouwlijnen. Hierdoor kan het Leesdoek als een cadeau worden opgevouwen en met de koorden aan de zijkant van het Leesdoek worden vastgeknoopt. De combinatie van tinten groen en oranje geeft het Leesdoek een speelse uitstraling. Daarbij trekken de verschillende stoffen - en vooral het glitterdraad dat verwerkt is in enkele driehoeken - de aandacht van de kinderen. De invulling van het Leesdoek bestaat uit verschillende diktes schuim en biedt hierdoor uitstekend de gelegenheid om erop te zitten, liggen of spelen. Het kind wordt uitgenodigd om gebruik te maken van het Leesdoek door de kleuren, stoffen en zachtheid.

de fases van het Leesdoek De leesontwikkeling kan opgedeeld worden in drie leesfases. Bij elke volgende leesfase wordt er een element veranderd MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 23


Toen het kleine meisje niet meer klein was, maar groot, knipte ze het label van het Leesdoek af. Op het label stonden al haar favoriete boeken. Dat herinnerde haar aan de fijne leesmomenten, diep verzonken in het Leesdoek op de schoot van haar vader of moeder. Ook herinnerde het haar aan haar eigen plekje in de woonkamer, waar ze tal van boeken heeft gelezen. Ze sloeg haar boek dicht. Wat was dit weer een prachtig boek, dit boek mocht ze niet vergeten! Daarom nam ze haar pen en schreef de titel op het label. Bij elk nieuw prachtig boek kwam er weer een titel bij. Zo verscheen er langzamerhand haar top 10 boeken per thema op het label. 24/34 / MENS PASSIE / MAGAZINE 2016

Š 2015 / foto: Berdien Westerink / Het Leesdoek

hoi boek dag boek


basisprincipes

de cijfers over leesachterstand

Herkenning Het kind raakt door herkenning vertrouwd met het (voor)lezen.

Plaatsbepaling Het kind wil geleidelijk aan zijn eigen plek om daar veilig te (leren) lezen.

Fundering Het kind heeft een basis nodig waaruit het voorlezen tot zelfstandig lezen wordt gestimuleerd.

Lezen vormt een belangrijk communicatiemiddel in onze samenleving. Toch is uit recent onderzoek van de Leescoalitie gebleken dat er een leesachterstand is bij kinderen in Nederland. Bijna 14% van de kinderen in Nederland loopt het risico om op latere leeftijd laaggeletterd te zijn. 13,8% van de 15-jarigen in Nederland is laaggeletterd en heeft moeite met het begrijpen van hun schoolboeken. Een belangrijke oorzaak voor de leesachterstand bij kinderen is het achterblijven van de actieve rol van de ouders. Dit is zorgwekkend, aangezien is aangetoond dat voorlezen een grote en positieve invloed heeft op de taalontwikkeling bij kinderen. Bovendien versterkt voorlezen de band tussen ouder en kind.1


Er waren eens twee grote vrienden, die hun hele leven al met elkaar optrokken. Bij het Leesdoek kon hij zijn favoriete boek opbergen. En dat wilde het Leesdoek graag voor hem doen. Als hij verder ging met lezen, pakte hij het boek bij het Leesdoek. Met het Leesdoek op zijn rug liep hij naar zijn favoriete plekje toe in de woonkamer en het Leesdoek zorgde ervoor dat hij een heerlijke zitplek had. Met trots had hij zo zijn eigen plekje in de woonkamer.

Š 2015 / foto: Doreen Westerink Fotografie / Het Leesdoek

de wetenschapper


aan het Leesdoek. Het is dus noodzakelijk dat de ouders betrokken zijn bij de leesontwikkeling van hun kind om zo hun kind te voorzien naar de behoefte van elke leesfase. Aan het Leesdoek zit ook een label waarop de ouders de favoriete boeken van het kind per fase kan bijhouden als herinnering voor later. In de eerste fase van de leesontwikkeling is de actieve rol van de ouders van groot belang. Regelmatig voorlezen levert een goede bijdrage aan het stimuleren van het kind om zelf te gaan lezen. Het Leesdoek als herkenningspunt in de woonkamer herinnert de ouders eraan om tijd te nemen voor het leesmoment samen met hun kind. Het Leesdoek kan worden uitgepakt als een cadeau en kan op meerder manieren gebruikt worden met behulp van de koorden. Als het kind nog jong is, kan het kind ingewikkeld worden door het Leesdoek. Op schoot kan het kind omarmd worden door met de koorden mouwen van het Leesdoek te maken. Op het Leesdoek kan ook gezeten of gelegen worden tijdens het lezen.

door Berdien Westerink juni 2016

1 De Leescoalitie, Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam, (+31) 20 623 05 66, leescoalitie.nl

Vaak gebruiken kinderen in de woonkamer de ruimten onder tafels, achter banken en dergelijke. Het is een zoektocht naar een plekje voor zichzelf op schaal. Het Leesdoek speelt hier op in tijdens de tweede fase, waarin het kind de eerste woordjes leert lezen. Geïnspireerd op drie verschillende leestypes, kunnen er drie elementen aan het Leesdoek worden geritst. Het eerste leestype is de dromer. De dromer bevindt zich in zijn eigen droomwereld en sluit zich het liefst af. Hiervoor is de capuchon ontworpen, waarbij het kind tijdens het lezen kan verstoppen en weg kan dromen bij het lezen. Het tweede leestype is de wetenschapper. Hij verdiept zich in experimenten en theorieën. De schouderbanden zorgen ervoor dat het Leesdoek een rugzak wordt en de wetenschapper op elke plek in de woonkamer kan gaan zitten. Het derde en laatste leestype is de avonturier. Spannende verhalen en op ontdekkingstocht is iets wat de avonturier goed ligt. De tentdoeken met haken helpt de avonturier om met het Leesdoek zijn eigen plek te bouwen onder stoelen en tafels. Uiteindelijk kan het kind zelfstandig lezen. Het kind is rond de 10 jaar en zit in de derde fase van de leesontwikkeling. Als het kind het Leesdoek niet meer gebruikt, kan het label worden afgeknipt. Het Leesdoek kan samen met de oude favoriete boeken worden opgeborgen en het label dient als herinnering aan het Leesdoek. Het kind kan het label gebruiken als dagboek om zijn top 10 per genre bij te houden. Het label kan ook de functie als boekenlegger of beschermhoes van een boek krijgen. Ondanks dat de boekenkast een sta in weg was voor moeder Geralda mist ze hem wel. “Ik heb minder zicht op het lezen van mijn kinderen en een spontaan moment waarbij het kind een boek uit de kast trekt, is verdwenen.” Juist het Leesdoek biedt hulp om aan de slag te gaan met het lezen en begeleidt ouders en kind. Samen met het Leesdoek ontdekken ouders en kind de wereld van de boeken!

Binnenkort is het Leesdoek te verkrijgen via ontwerpbureau abwesterink Volg de Leesdoek en blijf op de hoogte! facebook.com/abwesterink instagram.com/abwesterink


de avonturier

Het meisje was druk in de weer. Met het doek en de touwen maakte zij haar eigen kasteel onder de tafel. Toen haar kasteel af was, pakte zij haar boek en ging meevechten met de dappere ridder uit Ver Ver Hier Vandaan. Zo leerde zij hoe zij haar eigen plekje onder de tafel kon verdedigen. En niemand redde het om haar plekje in te pikken.


‘Van jongs af aan ben ik gefascineerd door taal. Stel je een wereld voor zonder taal. Het is eigenlijk niet voor te stellen, omdat wij niet kunnen zonder taal. Wij zijn een sociaal soort die met anderen wil praten. Communicatie maakt ons mensen tot wat we zijn. Daarbij is taal voor ons een belangrijk systeem waarmee we elkaar kunnen begrijpen en betekenis kunnen aanduiden. Interieurarchitectuur is voor mij een hulpmiddel om communicatie te stimuleren, te verbeteren en zichtbaar te maken. Ik ziet het dan ook als mijn taak om dit in mijn ontwerpen toe te passen. Communicatie ligt immers aan de grondslag van ons menselijk bestaan.’

© 2015 / foto: Doreen Westerink Fotografie / Het Leesdoek

Waarom is dit maatschappelijk probleem een belangrijk onderwerp voor Berdien Westerink?



Š 2014 / Berdien Westerink / De deur


© 2015 / foto: Steen / Architecten

een leestip!

“Steen” Ton Idsinga


“Het gezicht achter de architectuur spreekt” Een verrassend kijkje achter de schermen bij de architect. Als lezer wordt je “meegesleurd” door de inspirerende, uitdagende en drukke wereld van de architectuur. Het boek wordt opgeslagen en de gezichten van dertien architecten kijken de lezer aan. De nieuwsgierigheid wordt gewekt naar wat deze architecten ons te vertellen hebben. Maar voordat we van start gaan met het lezen van de verhalen, leidt Ton Idsinga eerst het boek in. Een verhelderende inleiding waarin de schrijver een mooi vooruitzicht en verdieping geeft. Daarbij onderbouwt hij zijn selectie van architecten en geeft hij zijn kijk op de interviews met de architecten zonder teveel prijs te geven.

Idsinga, T., Steen, Athenaeum, 271 pagina’s, september 2009 € 18,99, ISBN 978 9025366 933 door Berdien Westerink 17 oktober 2015

Het boek vol met interviews zorgt voor een verrassende weergave van de verhalen. De interviews geven het idee dat je als lezer onderdeel bent van het gesprek, daardoor wordt het verhaal levendig. Bij elke vraag ben je benieuwd wat het antwoord van de architect is. Daarbij kan de lezer makkelijk een vergelijking maken tussen de verschillende motivaties, ideeën en werkwijzen van de architecten. Het zijn mooie ronde gesprekken geworden, welke eindigen met afsluitende zinnen die blijven hangen. Het keerpunt aan de interviews is de tijdelijkheid. De interviews zijn over het algemeen afkomstig uit 2009, daardoor raken de antwoorden verjaard. Daarbij zijn de vragen niet objectief; de stempel van Ton Idsinga is goed leesbaar in de vragen. Desondanks zorgen de verschillende motivaties, ideeën en werkwijzen van de architecten voor een prachtige verzameling van voorbeelden. In de antwoorden vindt de lezer veel inspiratie en informatie om verder op door te borduren. Het boek is dus een grote verrijking om te lezen. Het toont de passie en wilskracht van de architecten.

MENS PASSIE / MAGAZINE 2016 / 33



abwesterink toont in deze editie beelden van de architectonische elementen door interieurarchitecte Berdien Westerink.

Terwijl ik daar loop verschijnt het huis als een boek voor mij. Als je het huis benadert, lijkt het raam een boekenkaft, die een impressie geeft wat er binnen of buiten afspeelt. De deur nodigt je uit om de bladzijde om te slaan en het verhaal verder te betreden. De drempel is een punt. Het benadrukt de scheiding tussen ruimte, net zoals een punt twee zinnen scheidt. De muur is een wit regel. Een moment van stilte. Zo doorloop ik de ruimtes, stukje voor stukje lees ik het hele verhaal.

het element is niet dood, het is levend Berdien Westerink, Kampen, 2014

Š 2014 / Berdien Westerink / De muur

Dwalend door de ruimtes, met een camera in mijn hand, vang ik de elementen binnen een kader.


Wil je meer weten? kijk dan op abwesterink.com facebook.com/abwesterink instagram.com/abwesterink twitter.com/abwesterink


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.