dax-ArtEZ_Zwolle2016 Julia Meyerose

Page 1

Tijd magazine

Tijd

magazine

1


2

Tijd

magazine


Lieve lezer, tijd, dat is iets wondelijks. Ze leert ons, heelt alle wonden, brengt raad, maar ze is ook heel kostbaar. Tijd gaat snel, ze vliegt zelfs en als onze tijd is afgelopen, dan wordt het tijd en we vragen ons „waar is de tijd gebleven?“. Van de tijd die we hebben moeten we het beste maken en daarom hebben we nu geen tijd meer te verliezen. In deze tijdloze uitgave willen wij uw aandacht vestigen op de tijd: Op de verleden tijd, de tegenwoordige tijd, en de toekomst. Zelfs een tijdreis hebben wij er in de aanbieding. Neemt u zich dus gerust een beetje tijd, om de tijd met ons te ontdekken. Hartelijk, Julia Meyerrose (Hoofdredacteur)

Tijd

magazine

3


4

Tijd

magazine


Inhoud 1 interview 2 column 3 tijdlijn 4 timemachine 5 boekrecensie Tijd

magazine

5


Interview met Julia Meyerrose

Wilde toekomstplannen GeĂŻnterviewd door Annika Beuving

Wanneer wist je dat je interieurarchitect wilde worden? Nadat ik vier jaar geleden Mediadesigner had gestudeerd wist ik dat ik nog niet klaar was met studeren. Ik wilde me nog meer ontwikkelen, vooral op ruimtelijk gebied. Hierdoor heb ik voor interieurarchitectuur gekozen. Over welk onderdeel van het vakgebied interieurarchitectuur ben je het meest enthousiast? Tentoonstelling design. Ik vind het spannend, omdat het tijdelijk is. Hierdoor heb je meer mogelijkheden op creatief gebied. Hoe overtuig je je opdrachtgever/docent van de kracht van je ontwerp? Met een goede presentatie doormiddel van beeld en spraak. Door een goede maar simpele beelden kan men mijn ontwerpen goed begrijpen. Wat is voor jou de belangrijkste opgave binnen de (interieur)architectuur op dit moment en voor de toekomst? Duurzaamheid, er is in de loop der jaren veel gebouwd en er is veel kapot gegaan. Ik vind dat we hier niet in mee moeten gaan door nieuwbouw te plaatsen, maar het duurzaam moeten oplossen. Bij welk bureau zou je het liefst aan de slag gaan met je diploma op zak? Kossmann de Jong architecten. Hun doen veel met tentoonstellingen en daar ligt mijn passie ook. Waar zie je jezelf over 5 jaar? Over 5 jaar woon ik nog steeds in Nederland en werk ik bij een architectenbureau dat met tentoonstellingen werkt. Verder heb ik geen wilde toekomstplannen.

6

Tijd

magazine


Tijd

magazine

7


Column van Julia Meyerrose

Goeiemorgen lieve zorgen Het is donderdagochtend. De dag is er nog niet helemaal en alles wat buiten mijn bed ligt is te koud. “Oh nee nu naar school, naar Zwolle? Hoezo?” Ik heb echt geen zin. “Waarom?” vraag ik me nog een keer en mijn hersen begint langzaam weer te werken, “Ah ja, omdat ik Interieurarchitect wil worden!” Ik heb zelf voor deze studie gekozen, ik studeer met een doel dus nu snel het bed uit. Als ik aan de keukentafel zit en op mijn broodje kauw, denk ik, “nou, zo erg is Zwolle ook niet. En de reis met de trein valt ook mee. Ik zie wat van het land. Leuk!” En bovendien is het donderdag, dus les met Caroline. “Oh ja, gelukkig les met Caroline”, denk ik terwijl ik met natte voeten met mijn hond loop. Het regent, maar ik doe het zo als het hoort in dit land, ik pak mijn vouwfiets en haast me naar het station. Hoe je moet fietsen in Amsterdam heb ik bij andere fietsers afgekeken: Bijna twee toeristen omver gefietst, een keer door rood bij een

8

Tijd

magazine

stoplicht en net nog een veel te snelle auto ontweken – “Maar ik had voorrang!” – kom ik precies op tijd bij het station aan. Snel inchecken en naar de trein, maar “biep biep” het werkt niet! “Aaaaah geen saldo meer op mijn ov-kaart!” Ik moet nog snel opwaarderen. Maar voor de automaat is een lange rij met mensen. Terwijl ik moet wachten kijk ik afwisselend naar de mensen voor me en op mijn horloge. “Kom op”, denk ik bijna te luid, “ik moet mijn trein pakken!” Eindelijk ben ik aan de beurt en laad zo snel mogelijk geld op mijn kaart - ondertussen doe ik dit zo vaak, dat ik het bijna blind kan – ik pak mijn vouwfiets en haast me naar het spoor. Volledig nat gezweet sta ik op het spoor en moet vaststellen, dat het bij de NS niet anders werkt dan bij de Deutsche Bahn, “de trein naar Zwolle vertrekt tien minuten later.” Ik heb echt zin in deze dag!


Tijd

magazine

9


Nederlandse designklassiekers

Willem Hendrik Gispen Gispen behoort tot een van de eerste industrieel ontwerpers, die in de jaren 1920 wordt sterk beïnvloed door de Stjl. De serieproductie van Gispens ontwerpen vanaf 1922, werd gestimuleerd door het Functionalisme. Langzaam maar zeker begon hij zich te oriënteren op de veranderingen in het ontwerpersvak waar moderne, machinale produktiewijzen en eigentijdse materialen steeds meer ingang vonden. Zijn doorbraak had hij in 1929 met de opdracht de Van Nelle-fabriek in Rotterdam met meubelen te verzien. Hier begon hij met de seriefabricage van stalen buismeubilair voor woningen en kantoren. De uitdaging was om buismeubels te maken die er niet uitzagen als „ziekenhuismeubels“, want daar wilde het grote publiek niet aan. Uiteindelijk wist hij met accessoires als papieren lectuurbakken toch de woning te veroveren. Vanaf de inrichting van de Van Nelle-fabriek kwam het ene na het andere ontwerp uit de fabriek. Gispen leverde meubelen voor het Van der Leeuwhuis, Huis Sonneveld, de Beurs van Staal en Diergaarde Blijdorp en voor de modelwoning in de Bergpolderflat. In 1934 introduceerde Gispen het beroemde fauteuil no. 412.

10

Tijd

magazine


Willem Hendrik Gispen

1890 - 1981 Tijd

magazine

11


1910

onderwijsdiploma

191112

verblijf in engeland arts and crafts movement

191315

studeert in rotterdam

1916 1918

1920

netwerk van architecten opgebouwd

va. 1922

1926 1927

„die Wohnung“ in stuttgart

1890 - 1927 12

Tijd

magazine


Vanaf 1926 produceerd Gispen Giso lampen. Hij wilde lampen ontwerpen, die veel licht geven en weinig geld kosten. Wat nieuw was aan zijn lampen was een niet transparante glas over de gloeilamp, indirect licht dus, zodat men niet kon verblinden (wat vaak een probleem was in die tijd) . Experten zeiden, dat scholieren zich zonder verblinding beter konden concentreren, waardoor Gispen veel lampen aan scholen kon verkopen. Omdat hij de lampen zelf produceerde, had Gispen altijd de industriĂŤle gedachte in zijn achterhoofd. Vele onderdelen worden voor meerdere lampenmodellen gebruikt. Toen moest hij alleen een mal maken en kon tijd en geld besparen.


Plagiaat?

In de jaren 30 ontwierp Gispen een zwevend stoel, maar hij was niet de eerste met deze idee, omdat Mart Stam al eerder een stoel voor zijn zwangere vrouw bedachte, die op de stoel van Gispen leek. Mart Stam maakte deze ontwerp toen bij van der Vlucht, waar hij werkte, maar liet hem bij Thonet bouwen. Van der Vlucht was een vriend van Gispen, waardoor Gispen de tekeningen zag. Toch volgens Gispen was dit geen plagiaat, omdat Stam nooit een patent had aangemeld op zijn technische inventie. De Nederlandse bedrijf die vandaag de stoel van Gispen bouwt een verkoopt, mag deze stoel overal verkopen, behalve in Duitsland, omdat Thonet zegt dat zij de rechte op een achterpootloze stoel toen hebben gekocht.


1929

meubilair VanNelle Fabriek

1932 1934

verhuizen naar Culemborg

1935

1942

in hechtenis genomen door duitse bezetters

1949

stopt met Gispen

1928 - 1949 Tijd

magazine

15


Piet Hein Eek hedendaagse equivalent?

195053

doceert weekendcursus industrieĂŤel design, kabk

1953 196365

bouwt bungalows in spanje

1970

leert etsen

1981

overlijdt in Den Haag

1950 - 1981 16

Tijd

magazine


He hedendaagse equivalent van Willem Hendrik Gispen zou Piet Hein Eek kunnen zijn. Zoals Gispen heeft ook Eek zich zijn eigen bedrijf opgebouwd, waar hij meubels ontwerpt, maar ook produceerd. Ook Eek is zich bewust, dat door een goed doordachte productie, deze sneller en efficienter kan gebeuren.

Tijd

magazine

17


Belevenistentoonstelling in Zurich

Timemachine Onze reporter Julia Meyerrose maakte zich voor het time magazine op de weg naar Zurich, om de nieuwe tentoonstelling “Timemachine” in het Museum Strauhof te bezoeken. In het oude centrum van Zurich, met zijn zacht gekleurde huizen, wordt de indruk gewekt dat alles rustig zijn gang gaat. Maar sinds een paar dagen geleden de tentoonstelling “Timemachine” in het literatuurmuseum Strauhof zijn deuren opende in verband met het 150e jubileum van de auteur H.G. Wells, heeft dat het slenteren door het oude centrum veranderd. Toen ik op weg was om de tentoonstelling te bezoeken, hoorde ik al van ver een irriterende geluid. Deze geluid, die nieuwsgierig maakt en bezoekers naar de tentoonstelling zal lokken, is deel van het concept van de belevenistentoonstelling. Bezoekers kunnen een tijdreis maken en de roman uit 1895, met zijn nog steeds actuele thema’s, zelf beleven.

„Het gaat er om nieuwsgierigheid te wekken“ Het museum maakt indruk door zijn nieuwe glans, wat de bezoeker meteen aan de gebruikelijke reclameplaat ziet, die tot spiegel werd gemaakt – een oneindige spiegel, die een derde dimensie laat ontstaan. Wanneer ik als bezoeker het museum binnen kom, koop ik een ticket aan de kassa om mijn tijdreis te beginnen. Door een geopend raam kan ik de eerste indruk krijgen, van wat er nog alles te verwachten valt. “Wanneer de bezoekers binnengaan,”

18

Tijd

magazine

volgens de makers van de tentoonstelling, “hoeven zij geen kennis van het boek te hebben. De tentoonstelling zal hen bezig houden en een gevoel geven dat zij kunnen interpreteren.” De makers gaat het er vooral om, een belevenis te veroorzaken, die de bezoekers stimuleert om verder in het thema tijdreis te duiken, bijvoorbeeld in de begeleidende Literaire Salon of in het Filmpodium. Het gaat er om, hun interesse en nieuwsgierigheid te wekken.


Tijd

magazine

19


„Ik heb het gevoel te vliegen“ De tijdreis begint de bezoeker door zich door een draaiend spiegelkabinet van vijf driehoekige spiegelprisma‘s (60 x 250 cm) heen te draaien. Door de oneindige weerspiegelingen en reflecties ontstaat hier een ruimte die niet vatbaar is. Deze ruimtelijke diepte wordt ondersteund door zacht schijnende balletjes, die langzaam van kleuren veranderen. De spiegelende elementen lijken van binnen uit te stralen, maar de ruimte er omheen is donker. Ik krijg het gevoel te vliegen. Het volgende dat de bezoeker ziet is een film, die op een muur aan de overkant geprojecteerd wordt en zich daar-

20 Tijd

magazine

door ook weer in de spiegels spiegelt. Door licht, film, geluid en beweging ontstaat het gevoel van een tijdreis. In het boek wordt de aankomst in de toekomst begeleid door een hagelbui met daarop volgend warme zonneschijn. Ik staan nu in losse heup-lange witte draadjes die van het plafond hangen en zacht over mijn lichaam strelen, als zonnestralen. Ook andere bezoekers staan in de ruimte: daarvan zie ik alleen maar hun benen, zodat het een belevenis is met veranderde interactie. De hoofden, waarmee bezoekers eigenlijk communiceert zijn weg. Dit is een verwijzing naar de ontmoeting met de Eloi, die na jarenlange degeneratie helemaal dom zijn geworden een


Het boek H. G. Wells ontwierp een duister scenario van de toekomst voor de lezers, maar wat hij daarmee wil, is de nog steeds actuele vraag ter sprake brengen: “Wie zijn wij?” Want naar aanleiding van deze wezen in de toekomst, hoe zij uitzien, maar vooral ook hoe zij zich gedragen, spiegelt Wells overdreven zijn eigen maatschappij en zijn medemensen weer. De tijdreisende, die in de toekomst zijn nazaat tegenkomt, beleeft, hoe het gedraag van zijn generatie de volgende generaties beïnvloedt. Als de repressie van de arbeider door de heersende burgers, waar de tijdreisende zelf behoort, zich ononderbroken voortzet, zo de boodschap van het boek, zouden zich de verhoudingen omkeren. De arbeider onder de grond gedrongen, zouden zich naar Morlocks ontwikkelen en de burgers, die geen productieve werk meer kunnen presteren, zich naar domme, kinderachtige Eloi degenereren. De barbarij, met die de burgers de arbeiders behandelden, keert zich uiteindelijk om, wanneer de burgers verwijfd en zwak, van de technisch kundige Morlocks zoals runden voor hun vlees gefokt worden.

niet geïnteresseerd zijn in de aankomst van de tijdreiziger. Tussen de witte draadjes ontdekt ik kasten die ook aan het plafond hangen waar ik met het hoofd via de onderzijde in kan. Ik weet niet wat ik moet verwachten, maar toch, van dat wat ik uiteindelijk zie raak ik in de war. Ik zie een mens zonder hoofd, maar begrijp opeens, dat ik dat zelf ben. Als ik in nog een andere kast kijk, waar ik een andere ruimte van de tentoonstelling kan zien en ook andere bezoekers in het oog kan houden, wordt me duidelijk, dat als ik andere mensen kan observeren, zij mij ook kunnen zien. Dat geeft me een beklemmend gevoel.

Met dit gevoel van een voortdurende bewaking loop ik verder door de tentoonstelling. Omdat het donker is, ga ik voorzichtig op de tast door de ruimte. Ik kom in een gang waar ik stemmen hoor fluisteren en iets zachts raakt me aan. Het voelt alsof het lange vingers zijn. De gang wordt steeds smaller en ik kan me net door het laatste stuk dwingen, om vervolgens in een andere ruimte te staan. Dit stuk verwijst naar de weg naar beneden in een schacht onder de grond die de tijdreiziger maakt en daar voelt hoe de Morlocks steeds dichterbij komen, hem aanraken en vastpakken en hij nog net kan ontvluchten.

Tijd

magazine

21


Uit de enge schacht ontsnapt, sta ik nu op een steiger, ongeveer ene meter boven de grond, en hoor hoe iemand zegt: “Now I felt like a beast in a trap, whose enemy would come upon him soon.” (Wells, p. 28) Een citaat uit de roman, die me van mijn penibele situatie bewust maakt. Ik loop verder over de steiger, die nog verder omhoog gaat, op ca 1,50 meter, en bevind me nu in een donkere gang, met links een muur en rechts een gespannen textiel met netstructuur, die van de buitenkant een zilver coating heeft. Daardoor kan ik van binnen naar buiten kijken, maar niemand ziet mij in de gang staan. Ik voel me weer veiliger op deze plek en hoop tot rust te kunnen komen. Toch opeens gaat het licht fel aan en ik ben onbeschermd voor iedereen te zien.

„Und ich hatte größte Lust mindestens einen Morlock zu erschlagen!“ Langzamerhand wordt het me alles te veel, ik voel me niet meer veilig en ik wil zo snel mogelijk weg. Hiervoor moet ik echter eerst naar helemaal naar beneden en het gevaar niet uit de weg gaan. Op mijn weg hoor ik weer een stem praten: „And I longed very much to kill a Morlock or so.” (Wells, p. 32) De vlucht door het brandende bos staat me te wachten. Nevel stijgt op, het flakkert, het rookt. Zo als ook de tijdreiziger, moet ik mijn weg door het griezelige bos vinden en kan net de Morlocks ontvluchten.

22 Tijd

magazine


„Wie ben ik nu?“

Het eind van de tentoonstelling is in zicht en ik begin aan de terugreis naar mijn eigen tijd. Opnieuw is de film van het begin te zien, maar nu met meer positieve en lichtere beelden. Nog voordat ik de tentoonstelling verlaat, sta ik voor een grote spiegel. Ik zie mezelf en na al de belevenissen vraag ik me nu: “Wie ben ik?” Of misschien: “Wie ben ik nu?”

Tijd

magazine

23


24 Tijd

magazine


Boekrecensie

Engaging Spaces Exhibition Design Explored

Auteur: Kossmann.dejong, Herman Kossmann en Mark deJong Grafisch ontwerp: Kossmann.dejong Uitgever: Frame Publishers, www.framemag.com Taal: Engels Formaat: 24cm x 32cm Samenstelling: 408 pagina’s, colour, soft cover ISBN: 978-90-77174-40-1 Engaging Spaces is een boek dat in het eerste moment op een `coffietablebook ‘ lijkt, maar veel meer in de aanbieding heeft dan alleen mooie foto‘s. Men krijgt verrassend veel informatie door persoonlijke ervaringen van de `exhibition architects ‘ Mark de Jong en Herman Kossmann van het bureau Kossmann. dejong. Het boek is opgedeeld in vijf hoofdstukken: Context, questions, language, practise en draw-ings. In het eerste hoofdstuk `context ‘ staat een essay door Suzanne Mulder, waarin ze verhalende ruimtes in een bredere historische en culturele context plaatst. Een gesprek tussen Frank den Oudsten en de oprichters van Kossmann.dejong over hun gezamelijke zoektocht naar de essentie van tentoonstellingsontwerp is in het tweede hoofdstuk `questions‘ terug te vinden. En het derde hoofdstuk `language‘ presenteert twaalf sleutelbegrippen uit de praktijk van kossmann. dejong, voor het maken van verhalende ruimtes. Het hoofdstuk `practice‘ vormt het grootste deel van het boek en bevat 30 projecten, ontworpen door Kossmann.dejong, die op een eenvoudige manier worden verklaard. Het laatste hoofdstuk is genaamd ‚drawings‘ en bevat schetsen, plattegronden en doorsneden van alle getoonde projecten.

jong. Vooral door het gesprek tussen de twee architecten en hun twaalf sleutelbegrippen voor het maken van verhalende ruimtes, kan men hun manier van ontwerpen en hun ideeën daar achter, goed begrijpen. De projecten, die ze in het eind laten zien, ondersteunen hun eerder genoemde aspecten. De projecten worden heel intensief uitgelegd op meerdere pagina‘s, zodat men zich in de tentoonstellingen kan inleven en het ruimtelijk kan begrijpen. Er worden niet alleen mooie foto‘s getoond, maar er wordt ook geprobeerd de projecten en de concepten uit te leggen. Ook zie je zelden dat architecten zo uitgebreid hun schetsen en plattegronden laten zien, maar het helpt de geïnteresserde lezer om sommige dingen beter te begrijpen. Ook heel interessant was het door Suzanne Mulder geschreven essay. Het omvat veel nieuwe informatie en perspectieven. Hier wil je graag nog meer lezen en dieper in de materie duiken. Engaging Spaces kan ik aanbevelen aan mensen, die in het ontwerpen van tentoonstellingen geïnteresseerd zijn. Beeldende voorbeelden en goed uitgelegde projecten vindt men in dit boek voldoende. Om het vakgebied in te duiken, krijg je door dit boek goede aanknopingspunten. Maar voor diepgaande kennis moet men nog verder zoeken.

Voor iemand die geïnteresseerd is in tentoonstellingen en in het ontwerpen van tentoonstellingen, biedt dit boek veel nieuwe en interessante informatie. Men krijgt een diep inzicht in het werk van Kossmann.de-

Tijd

magazine

25


26 Tijd

magazine


Colofon Tijd magazine 10.2016 Hoofdredactie Julia Meyerrose Einredactie Caroline Kruit en Julia Meyerrose Artdirector en vormgeving Julia Meyerrose Tekst Julia Meyerrose en Annika Beuving Fotografie en Illustratie Julia Meyerrose Opdrachtgever Caroline Kruit Uitgever ArtEZ Redactie en adres meyerrose@gmx.net Onderlangs 9 6812 CE Arnhem Bronnen Kossmann, Herman; de Jong, Mark: Engaging Spaces. Frame Publishers, 2010 Meyerrose, Julia: Timemachine. Bachelorarbeit, 2015 Koch, André; van Schaik, Sylvia: Gispen. WBOOKS, 2011

Copyright © 2016 Julia Meyerrose Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Tijd

magazine

27


28 Tijd

magazine


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.