Welkom in het house
Er is iets donkers in de ogen van Karin Slaughter. Iets waardoor je soms een glimp opvangt van die duistere fantasiewereld die maakt dat ze de boeken schrijft die ze schrijft. José Rozenbroek zocht Karin op in haar ‘werkhuis’ in de bossen buiten Atlanta. ‘Ik ben geobsedeerd door de donkere kant van álles.’ 4
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 4
Interview José Rozenbroek Fotografie Inga Powilleit Productie Tatjana Quax
5/15/12 9:34 PM
5
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 5
5/15/12 9:41 PM
6 Op weg door de nacht naar het Slaughterhouse... Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 6
Interview
#1 Karin Slaughter
Tekst Jose Rozenbroek Beeld Inga Piowlleit, Tatjana Quax
5/15/12 9:41 PM
Tekst Jose Rozenbroek Beeld Inga Powilleit, Tatjana Quax
crime 3_2504 Interview.indd 7
Interview
Karin Slaughter
7
Crime Magazine
5/15/12 9:43 PM
8
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 8
Interview
#1 Karin Slaughter
Tekst Jose Rozenbroek Beeld Inga Piowlleit, Tatjana Quax
5/15/12 9:43 PM
De overloop naar de werkkamer waar de boeken worden geschreven.
crime 3_2504 Interview.indd 9
Tekst Jose Rozenbroek Beeld Inga Powilleit, Tatjana Quax
Interview
Karin Slaughter
9
Crime Magazine
5/15/12 9:49 PM
De guest cabin, een paar honderd meter vanaf het schrijfhuis.
10
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 10
Interview
#1 Karin Slaughter
5/15/12 9:44 PM
vitrines met glaswerk en kasten vol boeken. Bij de voordeur staat een rijtje sneakers keurig in het gelid. Op de veranda geurt het naar bloesem en mos, schommelstoelen wiegen zachtjes in de warme lentebries.
De nacht is gevallen over de glooiende heuvels van Georgia. Onder de sterrenhemel waar het sikkeltje van de maan op zijn billen ligt, rijdt Karin Slaughter in haar zilvergrijze BMW X3 ons naar haar houten huis diep in de bossen. We hebben zojuist met Karin, haar vader Howard Slaughter en zijn huidige lady friend BJ gegeten in zijn hometown Blue Ridge, een typisch Amerikaans stadje in de uitlopers van de Appalachen. Harvast bleek een verweerd houten restaurant met hoge spanten. Aan de muren hingen reusachtige koppen van elanden en herten, we aten gedroogde worstjes, geroosterde kip, een donkergroene, niet thuis te brengen groente, reusachtige stukken chocoladecake en ice cream. Een hysterische nicht had deze avond these lo-ovely girls bediend en om de haverklap, één hand in zijn zij, de glazen met water bijgevuld uit een kan vol rinkelende ijsblokjes. Het was zondag en dan wordt er geen alcohol geschonken in Blue Ridge. I’m sooo sorry, girls. Blue Ridge was tot een paar jaar geleden dry; er werd geen druppel alcohol verkocht. Howard zelf heeft er eindeloos voor gelobbyd dat daar een einde aan kwam. Vanwege de toeristen uit de stad die een glaasje wijn of bier willen drinken als ze een lang weekend doorbrengen aan het meer. Vanwege het feit dat hij zelf ook graag een biertje drinkt. En vanwege de jeugd die, bij gebrek aan alcohol in hun eigen woonplaats, een dorp verderop zich in ging drinken. Om vervolgens op de terugweg de auto van pa of ma tegen een boom te zetten – of erger. Howard kreeg uiteindelijk zijn zin en het alcoholverbod werd opgeheven. Niet iedereen in het dorp is blij met de nieuwe plaatselijke verordening: Zijn dochter: ‘Soms komt er een dame op hem af, die hem bij zijn mouw grijpt en hem toesist: ‘you go to hell!’’ Howard heeft Karin een tweeliterfles Moonshine meegegeven voor haar gasten, illegaal gestookte eau de vie van perziken die je al bij de eerste slok de adem beneemt. ‘Daar slaap je straks je jetlag mee weg,’ lacht ze, wanneer ze thuis aan de keukentafel de limonadeglazen volschenkt. Zelf neemt ze een glas water. Nee, sorry, ze drinkt zelden of nooit. Ze houdt er niet van de controle te verliezen. ‘Dan ga ik heel foute dingen zeggen.’ Een half uur later brengt ze ons in de stikdonkere nacht naar haar houten guest cabin een paar honderd meter verderop. Sleep well, ladies! Die middag heeft Karin Slaughter ons telefonisch de laatste kilometers gegidst naar haar huis in the middle of nowhere. Ze staat op de weg als we het eindelijk hebben gevonden: klein van stuk, lief gezicht, robuust lijf. Een stoere verschijning in haar zwarte overhemd, op haar New Balance sneakers en met haar duimen gehaakt door de lussen van haar spijkerbroek. Het huis, ontworpen door haarzelf en gebouwd door haar vader, is opgetrokken uit hout, met grote ramen die uitzicht geven op bomen en een beekje, ‘soms een koe of een ezel’. Het is er brandschoon, opgeruimd en zorgvuldig ingericht met klassieke meubels,
De meeste tijd van het jaar woont Slaughter in Atlanta, de hoofdstad van Georgia, twee uur rijden zuidwaarts. Ze woont er in een huis met een tuin, samen met haar vriendin die ze consequent weghoudt van alle publiciteit, en haar geliefde katten. Maar het is in dit huis, in die ruime werkkamer boven met een bureau en whiteboards vol aantekeningen, waar ze Sara, Jeffrey, Lena, Will, Faith en Amanda tot leven heeft geroepen. Hier trekt ze zich regelmatig twee, drie weken terug om te schrijven aan haar bloedstollende thrillers waarvan er alleen al in Nederland 2,5 miljoen zijn verkocht en wereldwijd meer dan 30 miljoen. Op 28 juni verschijnt haar nieuwste boek, Genadeloos, met Will, Sara en Amanda in de hoofdrollen. Tijdens ons bezoek maakt ze grapjes en lacht ze veel; een opgewekte, vrolijke lach. Maar ze is ook alert, geconcentreerd en op haar hoede. Er is iets donkers in haar ogen, iets waardoor je soms een glimp opvangt van die duistere fantasiewereld die maakt dat ze de boeken schrijft die ze schrijft. Zou je hier het hele jaar kunnen wonen? ‘Als ik schrijf, ben ik ’t liefst hier. Ik doe de zonwering naar beneden, en de enige levende wezens die ik zie als ik op de veranda sta, zijn de ezels en de koeien. Maar ik zou hier nooit permanent kunnen wonen. Er is niks te doen en er staan veel te veel kerken. Blue Ridge is een typisch Amerikaans stadje, zoals je ze overal in de States tegenkomt, of je nu in Ohio bent of in Georgia of de staat New York. Onschuldig, zo op het eerste gezicht; vriendelijk. De bevolking doet er alles aan om het zo te houden. Maar ondertussen kun je hier nu op elke straathoek methadon en amfetamine kopen.’ Legaal? ‘Nee, o nee. Het is de nieuwe Moonshine. Door de week worden die drugs hier geproduceerd en verkocht en op zondag gaan ze naar de kerk en protesteren ze tegen de verkoop van alcohol.’
--- ‘Als ik in deze tijd een kind was geweest dan was er ongetwijfeld een etiketje op me geplakt, en had ik in therapie gemoeten’ 11
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 11
5/15/12 9:44 PM
Hoe zag Jonesboro eruit, waar jij bent opgegroeid? ‘Als Blue Ridge, met een slaperig centrum en een handvol mensen, die de boel runt, je kent het wel: the good old boys network. Heartsdale, het stadje waar Sara is opgegroeid: net zoiets.’ Wat was je voor een meisje? Wachtte je op de dag dat je dat alles kon ontvluchten? ‘Weet je, ik wist niet beter, het was gewoon mijn leven. Maar ik voelde me wel altijd een outsider: ik was de enige in het gezin die boeken las.’ Wat deden je zusjes in hun vrije tijd? Lacht: ‘Achter de jongens aan. Krystal is zeven jaar ouder, Jatha vier. Ze vonden me maar vreemd. Ik was het liefst alleen. Dagdromen, verhalen schrijven. Als ik in deze tijd een kind was geweest dan was er ongetwijfeld een etiketje op me geplakt, en had ik in therapie gemoeten. Dat doen we nu met kinderen die anders zijn. Maar mijn vader accepteerde dat ik een beetje raar was, hij liet me mijn gang gaan.’ En je moeder? ‘Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 12, 13 was. Na de scheiding is mijn moeder opnieuw getrouwd en naar Florida verhuisd. In het begin zag ik haar nog af en toe. Dat werd steeds minder, tot ik haar helemaal nooit meer zag. Maar ik had er eigenlijk geen last van, omdat ik zo’n goeie band had met mijn stiefmoeder. Ze was de manager van de lokale bank en anders dan de andere vrouwen in het dorp, die huisvrouw waren, of verpleegster of juf. Mijn stiefmoeder vond ’t wel grappig dat ik niet geïnteresseerd was in jongens, maar wel in boeken en schrijven. Dat was ze zelf ook, touched in the head, zoals we dat hier in het zuiden zeggen.’ Wilde je toen al schrijver worden? ‘Ja, maar ik wist ook dat de meeste schrijvers niet van hun boeken kunnen leven. Ik heb extreem geluk gehad, daar ben ik me elke dag van bewust.’ Je kunt ook zeggen: je bent extreem getalenteerd. ‘Misschien allebei: er zijn genoeg heel goeie schrijvers die er niet van kunnen leven. Advocaat, dat leek me ook wel wat. Tot ik op school een debatwedstrijd verloor, toen wilde ik niet meer. Het is maar goed dat ik geen rechten ben gaan studeren; dan word je gedwongen op een andere manier na te denken. Dat is goed voor juristen, maar niet voor schrijvers.’ Wat voor beroep had je vader? ‘Hij komt uit een arbeidersgezin, hij is nauwelijks naar school geweest. Toen we klein waren handelde hij in auto’s. Elke dag kwam hij me in een andere auto van school halen. Nu runt hij een wasserij en handelt hij een beetje in onroerend goed. Hij is autodidact. Mijn zussen ook. Mijn oudste zus Krystal heeft een uitzendbureau voor verpleegkundigen. Mijn middelste zusje Jatha is meer van de dertien ambachten en twaalf ongelukken. Momenteel verkoopt ze lolly’s en ander snoep op een militaire basis.’ En je moeder? ‘Geen idee. Ik denk dat ze met pensioen is.’ Er zijn niet veel moeders die hun kinderen voorgoed verlaten. ‘We zijn geneigd moeders meer moederlijke gevoelens toe te dichten dan vaders vaderlijke gevoelens. Onzin: kijk naar de criminaliteitscijfers en je ziet dat vrouwen gruwelijke misdaden begaan. Vrouwen kunnen extreem sadistisch zijn. Maar zelfs vrouwen die hun kinderen op afschuwelijke wijze ombrengen, krijgen nooit de doodstraf. Mensen kunnen zich eenvoudigweg niet voorstellen dat ze ertoe in staat zijn. In Florida was een 12
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 12
--- ‘Kijk naar de criminaliteitscijfers en je ziet dat vrouwen gruwelijke misdaden begaan. Vrouwen kunnen extreem sadistisch zijn’ vrouw, Casey Anthony, die haar kind vermoordde. Ze werd vrijgesproken door de jury die, hoewel de feiten zonneklaar waren, het eenvoudigweg niet kon geloven.’ Maar raakte het je niet diep, dat je moeder je verliet op je twaalfde? ‘Ik wil niet ingaan op hun scheiding, mijn ouders zijn nou niet bepaald vriendschappelijk uit elkaar gegaan. Samen met Jatha werd ik die zomer naar mijn oudste zus gestuurd, die al getrouwd was en in Engeland woonde. Toen we terugkwamen waren ze uit elkaar. Natuurlijk was dat schokkend, zoals voor elk kind. Mijn vader was altijd heel erg een familyman. Hij was de oudste van 9 kinderen en heeft een enorm verantwoordelijkheidsgevoel. Ik zag hoe moeilijk ‘t voor hem was dat ons gezin uit elkaar viel. Het was een tijd dat veel Amerikaanse vrouwen gingen scheiden, sommige verlieten ook hun kinderen. Ik had zo met hem te doen. We werden uit de kerk gezet. Mijn vader, die een trouwe kerkganger was, heeft dat de kerk nooit vergeven. Hij haalde ons meteen van onze christelijke scholen af.’ In je boeken kom het christelijk geloof er niet best vanaf. ‘Ik begrijp dat voor veel mensen het geloof belangrijk is en ik wil ze dat niet ontnemen, maar als kind al vond ik het allemaal zo onlogisch en hypocriet. Aan de muur van de zondagsschool hingen plaatjes van Adam en Eva en ik vroeg waarom ze een navel hadden. Mijn lerares moest huilen om die schandalige vraag, maar ik hield vol: dat klopt toch niet? In onze baptistenkerk werden vragen niet geapprecieerd, je moest gewoon blind geloven.’ In Amerika lijkt iedereen gelovig. ‘In de politiek zie je inderdaad, helaas, steeds meer extreem religieuze types. Maar steeds meer jongeren voelen zich niet meer thuis in een geloof dat vrouwen hun rechten wil afpakken: op onderwijs, op kennis, op anticonceptie, op abortus.’ Ha, daar spreekt de rechtgeaarde feministe. Geïrriteerd: ‘Als mannen schrijven over really tough guys, zal niemand daarvan opkijken. Maar als Tess Gerritsen of Kathy Reighs of ik over sterke vrouwen schrijven, heten we meteen feministen. Ik heb zo langzamerhand geaccepteerd dat ik zo word gezien. Mijn Amerikaanse uitgever wil het liever niet, feministen zijn niet zo geliefd. Zoals mijn grootmoeder altijd zei: ‘Niemand houdt van boze vrouwen.’ De clichés zijn dat we mannen haten
Interview
#1 Karin Slaughter
5/15/12 9:45 PM
De achtertuin met schommelstoelen. 13
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 13
5/15/12 9:45 PM
14
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 14
Interview
#1 Karin Slaughter
5/15/12 9:46 PM
en vrouwen haten die thuis blijven om voor hun kinderen te zorgen. Alsof feministen alleen maar kunnen haten.’ Je wil niet een boze feministe zijn. ‘De meeste meisjes worden feministisch of lesbisch, of allebei, als ze gaan studeren. Ik heb eigenlijk nooit een echt studentenleven gehad. Mijn vader gaf me de keus: of ik kon naar een meisjesschool in Atlanta, het Agnes Scott College, en dan zou ik thuis blijven wonen. Of ik kon naar Georgia State University, en dan mocht ik op mezelf gaan wonen. Maar dan moest ik een baantje nemen om mezelf te onderhouden. Ik koos voor de tweede optie. Ik ging werken voor een schildersbedrijfje dat gerund werd door een oudere vrouw. We waren de enige vrouwen in deze bedrijfstak en we werden geháát. Toen we voor een aannemer een badkamer schilderden, urineerden de bouwvakkers op de muren. Daarna begon ik een bedrijfje waarvoor ik uithangborden ontwierp en beschilderde; ik was weer een van de weinige vrouwen in het vak en moest met mannen samenwerken. In die tijd heb ik geleerd hoe mannen denken en hoe je met ze om moet gaan. You know, vanaf het moment dat het duidelijk is dat je geen seks met ze wil, kunnen mannen heel open zijn.’ Is het handig dat je seksueel niet geïnteresseerd bent in mannen? ‘Jazeker. Ik heb heel goede vriendschappen met mannen; in de schrijverswereld met Lee Child en met Mark Billingham, een schat van een man. Mannen hebben de wereld veel te bieden; de goeie althans.’ Jouw vrouwen zijn niet alleen maar sterk; ze hebben ook zo hun zwakke kanten. ‘Het is best moeilijk om gelaagde vrouwen te schrijven. Neem nou Sara: de shit die haar overkomt, is vaak haar eigen schuld. Dat is lastig om te beschrijven. Maar als ze perfect is, is ze niet meer interessant.’ Ze is bijna te mooi om waar te zijn met haar lange benen, rode haar en groene ogen. Lachend: ‘Dat is vanuit de perceptie van de mannen die verliefd op haar worden.‘ Je schrijft met veel plezier over heteroseksuele seks. ‘Ik realiseerde me tijdens het schrijven van m’n tweede boek
--- ‘Als kind was mijn favoriete boek Bloemen op zolder. Over broertjes en zusjes die jaren werden opgesloten op een zolder’
dat seks een heel belangrijk bestanddeel is van de relatie tussen Jeffrey en Sara, en later tussen Sara en Will. Weet je, heel veel vrouwen houden van seks, maar dat mogen ze nooit toegeven. Waarom niet? Een vrouw die plezier beleeft aan seks: dat is empowering voor andere vrouwen. Toch lees je dat zelden in boeken. Terwijl je wel de hele tijd leest over mannen die goeie seks hebben.’ Vrolijk: ‘Misschien moet ik de damesschrijvers eens toespreken!’ Is het eng om over seks te schrijven? ‘Toen ik bezig was met het derde boek, las ik Vingervlug van Sarah Waters. Ik vond de manier waarop zij over seksualiteit schreef geweldig. De wijze waarop haar hoofdpersonen aan seks doen, zegt iets over hen, het is functioneel voor het verhaal. In Onzichtbaar ben ik voor het eerst de seks tussen Sara en Jeffrey gaan beschrijven; het voegde iets toe aan hun relatie. Dat is de test waaraan ik al mijn boeken onderwerp, of het nu gaat over seks of over geweld: zegt het iets over de hoofdpersonen? Is het dienstbaar aan het verhaal? Als ik het eruit kan halen, zonder dat het verhaal eronder lijdt, dan hoort het er niet in thuis. Dat Sara fijne seks heeft, vind ik ook belangrijk omdat ze als jonge vrouw is verkracht. Sara heeft, met de steun van haar familie en vrienden, die afschuwelijke ervaring goed verwerkt, haar zelfrespect is niet aangetast. Lena, die ook wordt verkracht, laat de meer gangbare reactie zien. Veel vrouwen die dit overkomt schamen zich, verliezen zichzelf in drugs en alcohol, in mannen die hen slecht behandelen. Ze vinden zichzelf toch niks waard.’ Je lijkt al twintig jaar een kalm liefdesleven te leiden. Toch weet je alles over de dark sight of love. Haar ogen lichten op: ‘Ik ben geobsedeerd door de donkere kant van álles. Als kind was mijn favoriete boek Bloemen op zolder van Virginia Andrews. Over een stel broertjes en zusjes dat door een gemene grootmoeder jaren werden opgesloten op een zolder. De oudste broer en zus worden verliefd, plegen incest, krijgen kinderen. Geweldig vond ik dat. Gruwelijk.’ Giechelt. ‘Kate, mijn redacteur, plaagt me er altijd mee, dat ik zo van goede incestverhalen hou.’ Maar waarom? Waarom ben je aangetrokken door de donkere kant van de mens? ‘Ik weet het niet helemaal. Toen ik een jaar of tien was, was er in Atlanta een kindermoordenaar actief. Opeens mochten we niet meer buitenspelen en werd het leven beangstigend. Misschien heeft dat die interesse getriggerd. Ik ben niet alleen geïnteresseerd in de feiten, maar vooral in het waarom: waarom doen mensen de dingen die ze doen? De aanleiding is vaak onbenullig; je was dronken en toen werd je kwaad en toen pakte je een mes. Ik wil de essentie weten: wat bracht deze mens tot deze daad?’ Je schrijft over moord, geweld, mishandeling, verkrachting, pedofilie, incest. Hoe kom je aan al die kennis? ‘Ik heb altijd veel boeken over psychologie gelezen, autopsierapporten, documentaires bekeken over misdaden. Ik praat met politiemensen, met dokters, met mensen die werken op spoedafdelingen. In noodsituaties komt het slechtste in een mens los. Een voorbeeld: mijn kat Pete, hij is nu dood, was de liefste kat van de hele wereld. Toen we hem een nachtje ter observatie hadden achtergelaten bij de dierenarts, was er op zijn dossier een oranje sticker geplakt met de aantekening: mean cat. Dieren en mensen worden, wanneer ze in het nauw zijn gedreven, gruwelijk en gemeen. Iedereen heeft die kant in zich.’ Wanneer ben jij gemeen? ‘Helaas kan ik niet meer ongegeneerd gemeen en vervelend 15
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 15
5/15/12 9:46 PM
zijn. Als ik op een vliegveld in de rij sta, en er wordt voorgedrongen of ze duwen tegen me aan, en ik eens lekker wil uitvallen, is er altijd wel iemand die zegt: He, bent u niet Karin Slaughter?’ Vrolijk: ‘Ik hou ervan om boze mails te sturen naar kranten en magazines – maar dat doe ik onder de naam van mijn partner.’ Houdt je vriendin van je boeken? ‘Ze heeft Engelse letterkunde gestudeerd en is, ehh, nogal kritisch. Ik wil niet dat ze van tevoren mijn boeken redigeert.’ Grote grijns: ‘We zijn al 20 jaar samen en dat wil ik graag zo houden. Dus leest ze de boeken pas na publicatie. Sommige vindt ze goed, andere minder. Gevallen, mijn laatste boek, vond ze matig, Terwijl het een van mijn favorieten is, vooral vanwege de vrouwen in dat boek. De relatie tussen Faith en haar moeder, Evelyn, is een beetje zoals die tussen mij en mijn stiefmoeder. Een deel van het nieuwe boek speelt zich af in de jaren ‘70, wanneer Amanda en Evelyn als jonge vrouwen samenwerken binnen het dan vrouwonvriendelijke politiecorps. Bij Gevallen had ik dat voor ’t eerst: dat ik de lezers wilde vertellen hoe geweldig deze vrouwen zijn. Daarvoor durfde ik dat niet goed; ik was erg bang om gebrandmerkt te worden als een women’s writer. Weet je, als mannen schrijven over sterke relaties tussen vrouwen dan heet dat Grote Literatuur; als vrouwen dat doen schrijven ze chicklit.’ Ik ben dol op Amanda, maar ik begrijp weinig van haar. Liefkozend: ’I love Amanda too. She is such a ball breaker! Ik schrijf nu al vier boeken over haar, maar ze blijft een raadsel. In Gevallen geef ik de eerste aanwijzingen. Het nieuwe boek werpt een nieuw licht op haar, dan ga je haar beter begrijpen. In de komende boeken wordt langzaam onthuld waarom ze is zoals ze is. Weet je, elke vrouw van de wereld kent wel een vrouw als Amanda, zo’n keihard type dat zich naar de top heeft gevochten. Maar ze is wél eerlijk.’ Hoeveel boeken plan jij vooruit? ‘De verhaal- en ontwikkelingslijn van drie, vier boeken tegelijk. Je zag mijn krabbels op mijn werkkamer. Wanneer ik aan het schrijven ben, maak ik aantekeningen over wat in mijn volgende boek zal gebeuren en hoe het zal eindigen. Dat weet ik ook al van het boek erna. En ook van het boek dat ik dáárna zal schrijven. Ik ben altijd een planner geweest; ik weet altijd wat er komen gaat. Een van de grote vreugdes van het schrijven van een serie, met personages die langer dan een boek meegaan, is dat je niet alles in een boek hoeft te stoppen.’ Dus als je een litteken van Will Trent noemt, weet je de oorzaak en weet je ook al in welk boek je die zal verklappen. ‘Precies. Dat Jeffrey moest sterven; die gedachte kwam al bij me op tijdens het schrijven van het derde boek. Ik belde mijn redacteur Kate Elton; ik was echt aan het trillen. Ik was ervan overtuigd dat ze tegen zou zijn. Maar ze zei: je hebt absoluut gelijk. Voor de ontwikkeling van de verhaallijnen was het noodzakelijk. Ze weet dat ik vind: elk boek moet beter zijn dan het vorige.’ In literair opzicht? ‘Precies. Elke boek heeft ook zijn eigen toon. De Grant County-serie heeft een trager ritme dan de Atlanta-boeken die zich afspelen in de stad. Alles doe ik met een vooropgezet doel.’ Ben je een schrijver die eindeloos schaaft en herschrijft? ‘Thuis, of op reis; ik denk altijd aan mijn verhalen, altijd. Elke inval, gedachte, scène, verhaallijn, schrijf ik op een kaartje. Als ik dan ga zitten, schrijft het boek zich vanzelf: 100, 150 pagina’s, in twee, drie weken tijd. Dat zijn goede pagina’s, daar 16
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 16
--- ‘Elke inval schrijf ik op een kaartje. Daarna schrijft het boek zich vanzelf: 100, 150 pagina’s, in twee, drie weken tijd’
hoef ik nog maar weinig aan te doen. Mijn redacteur schrijft alleen wel eens in de kantlijn: over explain it. Leg het duidelijker uit. Ik ben soms te subtiel. Die lezer in Friesland moet me nog wel kunnen volgen.’ Wil je entertainen of wil je ook een boodschap meegeven? ‘Mijn boeken moeten voor alles onderhoudend zijn. Als jij mijn boek wilt lezen aan het strand, be my guest. Maar als je dieper wil gaan, als je er meer uit wil halen, dan kan dat.’ En wat is dat dan? ‘Ik wil de realiteit laten zien zoals die is. Zodat je die beter begrijpt. Op de plaats delict, door de ogen van Will. Of door de ogen van Sara in het mortuarium op de autopsietafel.’Opeens vernauwen haar ogen zich. Ze zegt: ‘Die snelweg waar je net vandaan komt, Highway 75, is een doorgangsweg voor allerhande drugs: meth, amfetamine, marihuana, cocaïne. Atlanta is een knooppunt voor de drugsbendes. Vandaaruit wordt het naar het noorden en het zuidoosten vervoerd. Daarom maken ze in dit soort kleine slaperige stadjes al die stuff. Voor de verkoop, maar ook voor eigen gebruik. Heel veel jongere mensen zijn verslaafd. In mijn nieuwste boek Genadeloos schrijf ik over die wereld, over Lucy, een verslaafde prostituee. De drugshandel maakt heel veel vrouwen tot slachtoffers. Ook rijke witte meisjes worden via loverboys verslaafd gemaakt en vervolgens de prostitutie ingeschopt. Mijn zusje Jatha is bijna 20 jaar aan speed verslaafd geweest. Ze begon ermee toen ze 15 was. Dat was verschrikkelijk, ook voor ons. We waren een doodgewoon middleclass gezin, en we hadden geen idee hoe we hier mee om moesten gaan. Er bestond geen behandeling, er was geen speciale opvang. We stopten haar in een psychiatrische inrichting, met echte gekken. Ik heb die wereld van nabij gezien, door haar ogen. Daarom ben ik absoluut tegen drugs. Ook tegen marihuana. Veel gangs stoppen heroïne in hasj om mensen maar sneller verslaafd te doen raken.’ Ze springt op: ‘Genoeg. Nog een flesje water?’ Nog een laatste vraag: wat doen die grote mannensneakers bij de voordeur?’ Karin Slaughter giechelt. ‘Die zijn van mijn vriendin. Ze heeft maat 44. Daarom heeft Sara ook van die grote voeten.’ <
Interview
#1 Karin Slaughter
5/15/12 9:46 PM
me, myself and... Karin & Lena ‘Net als Lena was ik als twintiger behoorlijk heetgebakerd. In die jaren sta je zo onder stress, dan moet je nog ontdekken wie je bent en wat je wilt. Ik werd al kwaad als iemand in de winkel met haar kinderwagen het gangpad blokkeerde. Of als ik in een restaurant de wc inging en ontdekte dat de vrouw voor me de bril had onder gespetterd. Ik greep haar dan echt in haar kraag. Dat doe ik niet meer. Lena is niet langer in mij, en ook Lena is veranderd. Heel lang zie je geen ontwikkeling in haar, blijft ze onvolwassen, zonder grip op haar leven. Maar in Verbroken doet ze echt haar best om die slechte kant in haar van zich af te schudden.’
Karin & Sara ‘Ik denk logisch, gestructureerd en rationeel. Net als Sara. Ook ik had best dokter willen worden, maar helaas was ik niet zo goed in de exacte vakken. Ze is praktisch en vastberaden. Vanaf het eerste boek wilde ik dat Sara zich zou ontwikkelen zoals ik me heb ontwikkeld. Als ze ouder wordt en het een en ander heeft meegemaakt, realiseert ze zich meer en meer dat ze kwetsbaar
is, en niet onfeilbaar. Dat ze ook fouten maakt. Zo ben ik ook; ik dacht toen ik jong was dat ik onfeilbaar was. Net als Sara ben ik vreselijk competitief. Competitief met mezelf, welteverstaan. Het moet altijd nog beter van mezelf. Ik moet leren soms de dingen te laten gaan. Dat streberige en gelijkhebberige, dat moeten we allebei kwijt. Als Sara zich niet zou ontwikkelen, zou ze nooit in staat zijn om Will op waarde te schatten. Met Will heeft ze een relatie met een getrouwde man. Ze moet haar normen en waarden bijstellen en leren: niet alles in het leven is zwart of wit.’
Karin & Faith ‘Faith is mijn oudere ik, zoals ik later wil worden. Ze heeft dat relativerende, zo van: ach, shit happens. Ze is voor alles moeder, en dat al vanaf haar 14e. Ze heeft die onvolmaakte relaties met mannen; de enige manier waarop ze met ze om kan gaan, is door ze weg te duwen of ze te bemoederen. In dat opzicht is Faith zoals sommige vriendinnen van mij: met een talent om altijd mannen uit te kiezen, die haar zullen teleurstellen. Sluit haar op in een gebouw met 1000 mannen en ze pikt de meest waardeloze vent eruit.
We lijken wel op elkaar in de manier waarop we over kleren denken. Net als Faith heb ik daar ook geen verstand van.’
Karin & Jeffrey ‘Jeffrey reflecteert die karaktertrek in mij die altijd alles maar wil oplossen. Problemen dienen te worden opgelost, zo simpel is dat. Ik ben nog steeds zo, ik ben niet zo van het weifelen en twijfelen. Hup, aan de slag.’
Karin & Will ‘Ik heb mijzelf altijd als introvert gezien. Ik dacht dat ik als schrijver extraverter zou worden, maar het tegendeel is waar. In het vliegtuig deed ik eens een test - de vlucht was vertraagd en tegen die tijd had ik zelfs alle advertenties gelezen en bekeken - die in Cosmopolitan stond: Ben jij een extravert of introvert persoon? Op alle vragen scoorde ik introvert, op één vraag na. Die vraag luidde: Doe je alles om je doel te bereiken? Die vraag moest ik met ‘Ja’ beantwoorden. De uitleg was: als extreem introverte mensen werkelijk hun doel willen bereiken, zijn ze bereid extraverte dingen te doen.’ Met een grote grijns: Zoals interviews en photoshoots als deze. Dat functioneel extraverte, dat is ook Will ten voeten uit.’
17
Crime Magazine
crime 3_2504 Interview.indd 17
5/15/12 9:46 PM