2 minute read

Column polyfonie-groupie

Mocht Josquin vandaag de hitlijsten regeren, ik zou zijn Instagram volgen, een T-shirt kopen en mijn hart voelen breken als hij ergens met een starlet aan de arm verschijnt

Advertisement

COLUMN

Polyfonist Josquin des Prez is vijfhonderd jaar geleden gestorven. Dat verdient niet alleen een concert van ons huisensemble GRAINDELAVOIX, maar ook een persoonlijke hommage van De Standaard-journaliste en Josquin-kenner Sofie Taes.

Polyfonie-groupie

Van alle oudemuziekvedetten die ik naar de kop van de kunstenkoers tracht te schreeuwen, is Josquin des Prez degene van wie ik in het geniep hoop dat hij de anderen uit het wiel zal rijden. Mocht hij vandaag de hitlijsten regeren, ik zou zijn Instagram volgen, een T-shirt kopen en mijn hart voelen breken als hij ergens met een starlet aan de arm verschijnt. Maar zijn ‘fifteen minutes of fame’ liggen ver achter ons: Josquin verruilde Frans-Vlaanderen voor de Elysese velden in 1521, precies vijf eeuwen geleden. Daarom is hij dit jaar, ook in De Bijloke trouwens, eregast op vele partijtjes.

Ben ik als Josquin-groupie een intellectualiserende snob? Ik begrijp je reserve. De polyfonie van Josquin is inderdaad ‘geleerde’ muziek: genietbaar zonder voorkennis, maar met een beetje pokken en mazelen zoveel meer dan mooi. ‘Ars perfecta’ of ‘voortreffelijkste kunst’, doopte theoreticus Heinrich Glareanus haar. De nagel op de kop.

Een canon schrijven, ooit geprobeerd? Klinkt simpel maar dat valt tegen: zorg dat verschillende stemmen die op een ander moment inzetten, exact dezelfde melodie zingen maar dan zó dat het geheel niet in een gordiaanse kakofonie ontaardt. Een normaal mens doet er een leven over, voor Josquin is zoiets klein bier. Slappe koffie.

Josquin maakt stapels van canons. Plukt fijne muziekjes uit de lucht – werk van collega’s, bijvoorbeeld, of deuntjes die Jan met de pet wel eens onder het afwassen durft te neuriën – en verzint er nieuwe stemmen rond. Geef hem drie noten en hij boetseert er een half uur muziek uit. Beter nog: geef hem een naam. Josquin maakt er een klinkerrijm van en gebruikt dát als eerste steen voor zijn klankenkathedraal.

Telkens als Josquin zo’n steen vindt, keilt hij hem door alle stemmen. Alle zangers krijgen dus een even boeiende partij voor de kiezen maar klinken toch harmonisch samen. Het is een kritisch pad, dat van de polyfonie, en Josquin is een meester-sherpa. Een fenomenale storyteller ook. Wie geen Latijn begrijpt of roestig is in het renaissance-Frans, kan de verhalen van zijn missen, motetten en chansons toch volgen, van glorieuze jubelkreet over diepe ellende tot stille weemoed. Uit de tekst perst Josquin emotie: een kleine stap voor onze overprikkelde zintuigen, maar een reuzensprong voor de muziekgeschiedenis.

Nu hij de man van het moment is, acht ik de tijd gekomen om – tussen alle hommages, reconstructies, premières en creatieve konkelfoezerij door – de lippen aan zijn oor te leggen. En te fluisteren. Het spijt me dat men eeuwenlang heeft gedacht dat je niet echt was. Té goed om waar te zijn. Dat jij, die stoutweg je naam kraste in de muur van de Sixtijnse kapel, zo vaak bent verkwezeld. Dat er een jubileum voor nodig was om je opnieuw tot headliner te maken. Trek je van onze herdenkingsdrang niets aan. Of lach er eens mee. En mocht je ooit beslissen om terug te komen: ik laat alvast wat T-shirts drukken.

Za 25.09 | 20:00 | Concertzaal | €28

Josquin the Undead

GRAINDELAVOIX & Björn Schmelzer

HEMELSE STEMMEN

This article is from: