10 minute read

Postcoderoosregeling wordt postcoderoossubsidie - Liesje Harteveld

Postcoderoosregeling wordt postcoderoossubsidie

Het PBL heeft de ontvangen reacties op het conceptadvies de afgelopen maanden verwerkt in een eindadvies voor 2021 en daarbij zijn hogere tarieven zijn meegenomen. Siward Zomer, coöperatief directeur Energie Samen: “De tarieven zien er in eerste instantie goed uit. Hier kunnen we mee werken. We zijn erg blij dat we in goede samenwerking tussen onze sector en het PBL tot realistische tarieven zijn gekomen. We gaan de komende jaren samen met onze leden aan de slag om mooie collectieve projecten te realiseren.”

Advertisement

De Postcoderoosregeling wordt aangepast omdat in het Klimaatakkoord is vastgelegd dat de energiebelasting op elektriciteit wordt afgebouwd. Bovendien is de Postcoderoosregeling volgens Zomer door minister Wiebes in het verleden al eens ‘een draak van een regeling’ genoemd. De regeling wordt nu een subsidie en zou eenvoudiger moeten werken dan de huidige Postcoderoosregeling.

Verduurzaming van de bebouwde omgeving

Volgens Energie Samen dragen postcoderoosprojecten bij uitstek bij aan de verduurzaming van de bebouwde omgeving en het benutten van beschikbaar dakoppervlak, in tegenstelling tot grote zon- en windprojecten op land. Zomer: “Bovendien raakt dit een groep mensen die zich de laatste jaren enorm heeft ingezet om op lokaal niveau zoveel mogelijk mensen te betrekken bij de energietransitie.”

Nieuwe, versimpelde subsidieregeling

De systematiek voor de nieuwe Postcoderoossubsidie is vergelijkbaar met die van de SDE: het basisbedrag bestaat uit twee componenten. De marktprijs die je ontvangt voor de geleverde stroom wordt aangevuld met de subsidie van RVO. Dus als je bijvoorbeeld bij zon-pv tegen 6 cent per kWh stroom levert, legt RVO er 8,6 cent bij zodat het basisbedrag van 14,6 cent uitkomt. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde op 24 september het eindadvies voor het tarief 2021 van de opvolger van de Postcoderoosregeling, ook wel Regeling verlaagd tarief. Het voorgestelde tarief voor zonnepanelen: 60 kWp op een kleinverbruikersaansluiting (kva) gaat ten opzichte van het conceptadvies uit juni omhoog van 10,6 naar 14,6 eurocent per kilowattuur. Voor een grootverbruikersaansluiting (gva) van 10,6 naar 12,1 cent.

Dit tot opluchting van Energie Samen, landelijke koepel en belangenorganisatie voor energiecoöperaties, die namens energiecoöperaties lobbyt voor een goede opvolger van de Postcoderoosregeling. Energie Samen constateerde dat het tarief uit het conceptvoorstel veel te laag was voor rendabele projecten. Energie Samen had dan ook een reactie op het conceptadvies ingestuurd.

DOOR LIESJE HARTEVELD

De voorlopige correctiebedragen 2021 inclusief GvO waarde zijn:

3,4 eurocent per kilowattuur voor fotovoltaïsche zonnepanelen, 60 kWp op kva en fotovoltaïsche zonne–panelen, 150 kWp op gva (netlevering)

7,1 eurocent per kilowattuur voor fotovoltaïsche zonnepanelen,150 kWp op gva (niet netlevering)

3,5 eurocent per kilowattuur voor alle andere categorieën (wind en mogelijk ook waterkracht).

Voor wie is de postcoderoossubsidie bedoeld?

Energiecoöperaties en VVE’s met zonne-energieprojecten tussen 15 en 300 kWp en/of windenergieprojecten op land tussen 500 en 1000 kWp kunnen gebruik maken van de subsidieregeling. Mogelijk worden deze grenzen nog aangepast en mogelijk komen ook kleinschalige waterkrachtprojecten in aanmerking. Belangrijk is dat de leden van de energiecoöperatie of VVE particulieren zijn, of ondernemingen met een kleinverbruikersaansluiting en dat ze bij de start van het project in het postcoderoosgebied wonen. Bij verhuizing tijdens de looptijd van de subsidie verandert er niets voor leden, ze kunnen gewoon lid blijven van de coöperatie, ook al wonen ze niet meer in het postcoderoosgebied. Dit is een versoepeling ten opzichte van nu.

Hoe werkt de Postcoderoossubsidie?

De subsidie wordt uitbetaald aan de energiecoöperatie of VVE. Het is vervolgens aan de energiecoöperatie of VVE om de opbrengsten te verdelen onder de leden. Hieraan worden volgens de nieuwe regeling geen nadere eisen gesteld. In de huidige Postcoderoosregeling ontvangen de leden van de energiecoöperatie of VVE het belastingvoordeel via hun energieleverancier.

De subsidie wordt verstrekt gedurende een periode van 15 jaar per geproduceerde kWh, waarbij het uitbetaalde subsidiebedrag meebeweegt met de marktwaarde van de geproduceerde energie in dat jaar. Dit komt overeen met de systematiek van de SDE+. Het PBL adviseert jaarlijks over de hoogte van het tarief, na consultatie van de sector, op basis van de reële kosten van een Postcoderoosproject.

Participatie

Om te borgen dat er voldoende participatie en betrokkenheid is, is een minimum aantal deelnemers in het postcoderoosgebied vereist. Het minimum geldt voor het aantal deelnemers, dus er is een maximum aan het vermogen per deelnemer. Stel dat bij de gebruikte zonnepanelen 5 kWp overeenkomt met 15 panelen, dan mag een deelnemer maximaal voor 15 panelen meedoen. Bij een windproject is dat één lid per 2 kWp. Verder moeten alle individuele leden een even zwaar wegende stem hebben in de besluitvorming , ongeacht de hoogte van hun financiële inleg.

Wanneer gaat de nieuwe Postcoderoossubsidie in?

De huidige Postcoderoosregeling zal per 1 januari 2021 komen te vervallen voor nieuwe projecten. Voor de op 31 december 2020 bestaande gebruikers zal het verlaagde energiebelastingtarief van toepassing blijven gedurende 15 jaren na het tijdstip waarop de energiecoöperatie/VVE is aangewezen (als wordt voldaan aan artikel 59c van de Wet belastingen op milieugrondslag). Navraag bij de Belastingdienst leert dat je tot 31 december 2020 een installatie kan indienen onder de oude regeling.

“Het is aan de energiecoöperatie of de VVE om de opbrengsten te verdelen onder de leden.”

Meer informatie

Q&A over de postcoderoossubsidie: https://zonopnederland.energiesamen.nu/pagina/39/ postcoderoosregelinginhetkort/51/qaoveropvolgervanpostcoderegeling

DOOR ERIK VAN DIEST

Recent verscheen de Wijziging van de Wet windenergie op zee van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Met deze wet regelt de minister de uitrol van windenergie op zee tot 2030. De windsector bouwt op dit moment windparken op zee zonder subsidie, en wil dit graag blijven doen.

Cruciaal daarbij is langjarige zekerheid over de ontwikkeling van de vraag. Dat vraagt om strakke overheidsregie.

NWEA heeft drie suggesties om de wet sterker te maken. De windsector waarschuwt voor het risico dat de uitrol van wind op zee vroeg of laat stagneert. Daarmee komt ook de cruciale bijdrage van windenergie op zee aan het halen van de klimaatdoelstellingen in gevaar.

Laat staan dat met deze wet de sector zou kunnen versnellen om de 55 procent reductiedoelstelling te halen.

Reactie windsector Wijziging Wet wind op Zee

Meer overheids op de vraag

NWEA is blij dat de minister in de nota van wijzigingen de optie opneemt om kavels voor 40 jaar te tenderen. Dat maakt de businesscase van windparken op zee rendabeler en zorgt voor goedkopere groene stroom.

Ook ziet de minister in dat het cruciaal is dat de vraag en het aanbod (met name in de industrie) beter aan elkaar wordt gekoppeld. Dat blijkt onder meer uit het AFRY rapport en het recente rapport van InvestNL.

Tegelijk houdt NWEA nog wel grote zorgen over de ontwikkeling van de vraag, met name in relatie tot de gekozen tendermethode. Dat legt de risico’s volledig bij de windsector terwijl juist de onzekerheid over de ontwikkeling van de vraag sterk bepaald wordt door overheidsbeslissingen. De windsector heeft afgelopen jaren laten zien voor steeds lagere kostprijs te kunnen bouwen. Dat maakt wind de meest goedkope groene bron.

Tegelijkertijd is de potentie voor die vraag enorm, immers nog steeds is ongeveer 90% van de Nederlandse energievoorziening op fossiele energie gebaseerd. Met de in de wet voorgestelde aanpak gaat de overheid voorbij aan het principe dat de risico’s het beste kunnen worden neergelegd bij de partij die ze het meeste kan beïnvloeden. NWEA vraagt de overheid strakker te sturen op de vraagontwikkeling en hier meer regie op te pakken. Dat kan en dat moet ook om het tempo erin te houden.

Reactie windsector Wijziging Wet wind op Zee

regie

VOORGESTELDE WIJZIGINGEN IN DE WET

Daarom adviseert NWEA om het wetsvoorstel op drie punten te wijzigen.

1. Ten eerste door het inbouwen van de optie ‘contract for difference’. Door de lage risico’s zijn de maatschappelijke kosten van dit systeem laag en tegelijk worden eventuele overwinsten teruggegeven aan de overheid. Verschillende andere landen zetten dit systeem wel in. Dat zorgt voor de verstoring van het level playing field in deze internationale markt.

2.Ten tweede door een optie aan de wet toe te voegen waarmee een veiling gecombineerd wordt met een minimumprijs. Hiermee wordt de ontwikkeling van offshore windparken verzekerd en wanneer op voorhand hoge rendementen worden verwacht, vertalen deze zich in hogere biedingen in de veiling. Deze vloeien daarmee naar de Staat.

3.Ten derde door de monitoring van de marktomstandigheden wettelijk te verankeren. Daarmee wordt verzekerd dat voorafgaand aan de keuze voor een tenderinstrument, goed gekeken wordt naar de actuele marktomstandigheden op basis van onafhankelijk onderzoek.

Tenslotte vraagt de windsector om zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de combinatie van tenders met elektrificatie. Basisidee is dat een tender in de markt wordt gezet waarbij partijen die een voorstel indienen zowel het windproject als de afname van de elektronen of waterstof in hun bieding meenemen. Op de website van NWEA vind je de volledige brief aan de Commissie EZK in de Tweede Kamer: https://www.nwea.

nl/reactie-nwea-wijzigingwet-wind-op-zee-meeroverheidsregie-op-de-vraagis-noodzakelijk/20201014brief-nwea-plenairebehandeling-wijz-wetwindenergie-op-zee

Lees hier het AFRY rapport:

https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/ publicaties/2020/03/05/ rapport-afry_the-businesscase-and-supporting-interventions-for-dutch-offshorewind_march-2020

Lees hier het rapport van InvestNL

https://www.nwea.nl/ nieuw-onderzoek-toontinteresse-financiers-windop-zee-maar-onder-voorwaarden

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER WIND OP LAND

IN 2050 KOMT 62% VAN DE EUROPESE ENERGIE UIT WIND

Capaciteit (GW) 80 70 60 50 40 30 20 10

0

H1 2020 Nederland 2030 Klimaatakkoord 2050 NEO model (zee)

Wind op Land Wind op Zee

Bron: Klimaatakkoord (2018) en North Sea Energy Outlook (2020)

HET IS GOEDKOOP

IEDEREEN KAN MEEDOEN

€/MWh (nominal) 100

80

60

40

20

0

EEN BOOST VOOR DE WERKGELEGENHEID

56

40 83

55 85

64 95

70

Gebaseerd op BNEF 2019 data voor Noordwest Europa en SDE++ subsidiemogelijkheden 2020.

300,000

banen in Europa 10,000

bouwbanen in NL €37 mld

aan EU BBP 1.500

O&M banen in NL

Wij kunnen leveren!

Hans Timmers MBA voorzitter bestuur NWEA (Nederlandse Wind Energie Associatie)

Allereerst hoop ik van harte dat iedereen gezond is, en het ook op bedrijfsmatig goed maakt in deze moeilijke tijd. Bij het bureau van NWEA maakt iedereen het gelukkig goed, en ook vanuit de sector horen we overwegend positieve geluiden. Houd vol!

De zomerperiode is normaal gesproken een relatief rustige periode voor de vereniging. Niets bleek dit jaar minder waar, feitelijk ging alles gewoon door. Tekenend voor de belangen en activiteiten in onze sector. De situatie rondom Corona maakt dit geen gemakkelijke opgave en zorgt voor veel onzekerheden. Maar gelukkig zien we ook lichtpuntjes. De Europese Green Deal en het bijbehorende Recovery Fund bieden heel veel kansen voor wind. De voorgenomen extra versnelling vanuit Brussel naar 55 procent CO2-reductie in 2030 ook.

En als windsector kunnen wij leveren, zowel op land als op zee. Naar verwachting komt er een ‘rode’ KEV (Klimaat en Energie Verkenning door PBL) aan, eind oktober. Dit zal voor de windsector kansen geven, Nederland moet immers leveren. Nationaal en internationaal. Als hulp voor export in een grote wereldwijde windambitie. In ons jaarplan voor 2021, waar wij met alle werkgroepen en commissies de afgelopen tijd aan hebben gewerkt, hebben wij dan ook aandacht voor deze kansen. En de problemen/uitdagingen die ons hierbij in de weg staan. Want ondanks het mooie vooruitzicht, zijn we er zeker nog niet. Als windsector hebben wij ons de afgelopen veertien jaar sterk ontwikkeld. Wij zijn inmiddels overal zichtbaar als mede-trekker van de energietransitie, en spreken hierover met een heel breed spectrum aan partijen.

Wij zijn een toonzettende speler in het energiedebat. Onze lobbylijn is aangescherpt, wij vertegenwoordigen de sector bij high levels, debatten en officiële gremia als uitvoeringsagenda Klimaatakkoord, NoordZeeOverleg, Wind meets Industry, IPO, VNG en richting ministeries en politieke partijen. Ook via social media. Wij zijn positief maar kritisch tegenlezer bij alle onderzoeken en rapporten die in hoog tempo verschijnen om de opinie te beïnvloeden. Hier worden ook successen in beïnvloeding geboekt, wij zijn daar trots op. Naast het soms zware en snel anticiperende lobbywerk wordt volgend jaar ook een feestjaar. De vereniging bestaat 15 jaar, en dat gaan wij vieren. Samen met al onze leden, en samen met partijen buiten de sector.

Een jaar ter ere van de successen van de sector, en de enorme kansen die wij bieden voor de hele maatschappij. Viert u met ons mee?

This article is from: