Harpoen: Lente 2012 - Einde van de Wereld

Page 1

Harpoen 2012

1

Digitale uitgave


02

Redactie

03

Inhoudsopgave 4 -Voorwoord

Samuel Nelemans hoofdredacteur

Bernet Meijer hoofdredacteur

Rimke de Kroon hoofdredacteur

Michelle van der Kind - eindredacteur

5 - “Always deny the apocalypse. You’ll usually be right, and when you’re wrong, no one will be left to say, I told you so.” 7 - Ome Tahrim’s gezeik 9 - Kiezen of delen 10 - De rugzak van 2012

Maud van Boven redacteur

Tahrim Ramdjan redacteur

To Wiersma redacteur

Sebastian Weisshaar redacteur

13 - Pleuns poging om aan het einde van de wereld te ontkomen 15 - Een kopje koffie met Meneer Murzan, Meneer Guijt, Mevrouw Halfschepel en Roderick.

28 - Afval bestaat niet 31 - Guess that shoe 32 - Night at school 36 - Schoolstrijd 39 - Try before you die 40 - Moderubriek 44 - Wat is dat? 46 - Jonge Dichter des Vaderlands?

p. 10

20 - Armageddon Pleun Brink redacteur

Annique Snel redacteur

Roos Prins Fotografe & Redacteur

Josephine van Schendel Vormgeefster

22 - Wall Of Fame: Merry Go Round 26 - Muziekrubriek

p. 46

p. 40


4

Always deny the apocalypse

Voorwoord En ja hoor, ze zijn weer zo idioot om mij het voorwoord te laten schrijven. Ik begin deze harpoen met excuses aan de trouwe voorwoordlezers die mijn hopeloze voorwoordschrijfstijl nog een kans geven, omdat zij weer teleurgesteld de pagina kunnen omslaan als ze merken dat deze voorwoordschrijfstijl nooit zal veranderen laat staan verbeteren. Daarnaast, mijn dank aan de mensen die zich er toch nog toe kunnen brengen om door te lezen na dit dramatische begin, en uiteraard mijn voorwoordschrijfstijlliefhebbers. Jammer dat dat niet in Wordfeud past. We hebben veel commentaar gekregen op de laatste Harpoen, en ondanks het feit dat 90% van de commentatoren een stelletje notoire zeikerds is, ligt voor u, geachte lezer, een poging om hier iets mee te doen. Zo is de lay-out vrolijker, zijn er meer foto’s, de lerarenquotes zijn terug en hebben we weer een thema! Happy 2012! Het is een […] begin (ik mocht het Engelse woord voor kaas niet meer gebruiken), dus daarom zijn we er ook niet mee begonnen. Maar dat getal… en was iets met dat getal… was het niet iets met de Maya’s… hmm… O MIJN GOD DE WERELD VERGAAT DIT JAAR!!!

5

‘‘

You’ll usually be right, and when you’re wrong, no one will be left to say, I told you so.

“Nee, de wereld vergaat niet!” Jaaá, mr. Buzzkill, de wereld vergaat niet echt. Dit is een spirituele revolutie, aangekondigd door de New Age, waarin de wereld zal veranderen, en alles zal gaan om liefde en blijdschap en samen en de emmer waarin we nu zitten te kosten. Maar het einde van de wereld is een veel leuker thema. Voor iedereen die graag wil lezen over liefde, vriendschap, eenhoorns, regenbogen en glinsterende vampiers, verwijzen wij door naar onze collegalectuurproducenten (past ook niet op Wordfeud) van Spirit-NL. Hoe dan ook, in deze Harpoen lees je alles wat je moet weten voor het overleven van de Apocalyps. Dus geniet ervan en succes met het bevechten van aliens terwijl om je heen duizenden zombies rondstruinen, opgewekt door de radioactieve straling van de meteorietenregens, vulkaanuitbarstingen en overstromingen van 21 december 2012…

Samuel Nelemans

Er zijn een aantal redenen waarom 2012 wordt beschouwd als het jaar waarin de wereld vergaat. Een mogelijke oorzaak, waardoor we volgens sommige de bal niet meer zullen zien vallen op Times Square in New York, zou de grootste vulkaan ter wereld in Yellowstone National Park in de VS kunnen zijn. Deze vulkaan hoort iedere 650 duizend jaar uit te barsten. Bij een uitbarsting van deze vulkaan wordt er zoveel as uitgespuwd in de atmosfeer dat het zonlicht de aarde niet meer kan bereiken en de hele planeet verandert in een grote sneeuwbal. Vervolgens zouden we zo’n 15 duizend jaar moeten wachten op de ontdooiing. De vulkaan is al ver over tijd en wetenschappers verwachten, gezien de steeds groter wordende druk in de grond, dat de vulkaan dit jaar uit zal gaan barsten. Een iets bekendere theorie over het einde van de wereld is bedacht door de Maya’s en wordt ondersteund door hun kalender. De Maya’s, die leefden van circa 2000 voor Christus tot 300 na Christus, waren een bloeddorstig volk dat zich bezig hield met onder andere astronomie, astrologie en ingewikkelde wiskunde.

Volgens de berekeningen van Maya’s komt ons zonnestelsel op 21 december 2012 op één lijn te staan met Hunab K’u, beter bekend als het centrum van de Melkweg. Daarom eindigt de kalender van dit volk ook op deze dag. De Maya’s beschouwen Hunab K’u als de ‘kosmische baarmoeder’. Zij beschrijven 21 december 2012 als de overgang naar een nieuwe bewustere wereld. Volgens dit volk, dat onder andere maagden offerde aan de zon, moeten we ons voorbereiden op deze overgang. Maar hoe moeten we dat doen? Moeten we massaal zwemvesten in gaan slaan voor het geval dat er een gigantische tsunami ontstaat? Of moeten we wapens gaan aanschaffen voor een oorlog die eventueel zou kunnen uitbreken? Ook zijn er voorspellingen dat er helemaal niks gaat gebeuren. En dan zitten we opgescheept met al die zwemvesten en wapens. Maar wat als we helemaal niets doen? Straks wonen we in een sneeuwbal, en geloof me; dan overleven we het echt niet lang met onze Woolrich jassen en Abercrombie & Fitch vesten.

’’


6

Ome Tahrim’ s gezeik Gelukkig hebben de Maya’s ons een tip gegeven om goed voorbereid te zijn op de overgang naar de nieuwe wereld. We moeten op ontdekkingstocht gaan naar onszelf. Had het nog zweveriger gekund? Het is inmiddels geen kwestie van je rugzak inpakken en kijken waar je uit komt. Volgens Janosh, die het boek “De kunst van Creëren” heeft geschreven, moeten we ons hart volgen en ontdekken wat onze passie is. Wie zijn we, waar worden we blij van en wat willen we doen met ons leven, ook al duurt dat misschien niet meer zo lang.

Persoonlijk ben ik nogal sceptisch over het einde van de wereld. Ik bereid me alvast voor op een tripje naar New York voor Oud & Nieuw en net als de leraar van Amerikaanse schrijver John Green ontken ik gewoon de Apocalyps. Maar of we nou wel of niet het zonlicht zullen zien op de ochtend van 22 december, het kan geen kwaad om je zo nu en dan af te vragen waar je staat in het leven en waar je naar toe wilt, of ben ik nu te zweverig?

Rimke de Kroon

‘Jij ‘Jij hebt hebt verbale verbale diarree. diarree. Als Als het het komt komt kan kan je je het het niet niet inhouden.’ inhouden.’ – – Meneer Meneer Bakker Bakker

Nou, dit is al mijn tweede column in de schoolkrant. De vorige keer heb ik mezelf niet echt voorgesteld, dus laat ik dat maar alsnog doen. Ik ben Tahrim en ik zit in de tweede klas. Misschien zie je me wel eens, want mijn huidskleur valt nogal op, en zeker als ik zoals laatst met een afro of in een mummiepak rondloop. Omdat deze schoolkrant over het einde van de wereld gaat zou deze column daar eigenlijk ook over moeten gaan, maar dat vind ik te mainstream. Tegen de tijd dat je dit leest is de vakantie al voorbij en de schoolstrijd enkele weken geleden, maar toch wil ik het er even over hebben: de schoolstrijd 2012. Dit was mijn tweede keer en het een en ander viel me op dat ik even kwijt moet. Deze schoolstrijd voelde voor mij en ook voor heel wat van mijn vrienden iets minder gezelliger en juist wat gespannener dan in de Klencke. Als je een eersteklasser bent, zal je je misschien afvragen: “Wat is de Klencke?” Dit was het tijdelijke gebouw waar we vorig jaar in zaten. Dat gebouw was wel oud, klein en vervallen, maar misschien was juist daardoor de sfeer gezelliger – denk aan de lokalen met hun beschilderde muren. Het gebouw waar we nu in zitten is heel mooi, maar waarom zo groot als we allemaal al in de Klencke pasten en zelfs het hele lesrooster om dit gebouw anders moest?

En was de schoolstrijd dit jaar wat strenger of ligt dat aan mij? Dit jaar moest onze klas elke dag van 8:30 tot 15:30 aanwezig zijn in het gebouw. De schoolstrijd was toch een van de weinige kansen om doordeweeks uit te slapen? Tenslotte is het ook wel een beetje raar als de schoolstrijd net over is. Je oefent er uren- en dagenlang voor, en dan is alles na 3 dagen meteen over. Voor mij gingen de drie dagen erg snel, maar gelukkig was er nog de vakantie. En het is ook wel tragisch als je 5e van de jaarlaag en 20e van de school wordt (2BOKITO!), maar dat is ook een prestatie.

7


8

9

Kiezen of delen

Toch, begrijp me niet verkeerd hoor. Ik wil niet te negatief klinken. De schoolstrijd was ook dit jaar weer op z’n eigen manier wel leuk en gezellig en ik heb ook zeker veel plezier gehad. Nu ga ik deze iets te lange column toch maar afsluiten met een boodschap over het einde van de wereld. Ik geloof er zelf niet in en of jij er in gelooft moet je zelf weten. Als de wereld vergaat hebben we onder onze school nog de (ex-)bunker om in te schuilen. Maar als de wereld niet vergaat weet ik zeker dat er veel baby’s geboren zullen worden op 21 september 2013. If you know what I mean.

Keuzes maken. Het is altijd al een dilemma geweest, maar wij van de Harpoen houden wel van dilemma’s. Dus wat zou jij kiezen? De hele klas vertellen dat je een bejaarde hebt gezoend

Of...

je vriend/vriendin vertellen dat je herpes hebt?

Van het dak van de bijenkorf springen

Of...

iemand ervan af duwen?

Allebei je armen geamputeerd

Of...

allebei je benen?

Geen familie of vrienden maar wel rijk, en je droombaan

Tahrim Ramdjan

‘Anyways… Wie ‘Anyways… Wie heeft er gister heeft er gister How I Met Your How I Met Your Mother gezien?’ Mother gezien?’ – Meneer – Meneer Wildschut Wildschut

veel familie en vrienden maar wel fulltime achter de kassa bij de Albert heijn?

In de wereld van Harry potter leven

Of... Of... Of...

Een knappe vriend/vriendin hebben die vreemdgaat

Of...

helemaal geen vriend/vriendin?

In alleen Uggs naar school komen

Of...

met alleen een Nickelson jas aan?

Terug in de tijd reizen

Of... Of...

vooruit in de tijd?

Gymnasium met kutleraren

Trouwen met Geert Wilders

vmbo met leuke? in de wereld van Pokémon?

met Vladimir Poetin?

Of... Voor de jongens: je hele leven manboobs Of...

je hele leven uit je mond stinken?

Allebei je ogen die worden uitgestoken

Of...

je broertje die dood gaat?

Nooit meer nieuwe kleren

Of...

nooit meer op internet?

Voor de meisjes: je hele leven kaal

je hele leven een snor?

To Wiersma & Roos Prins


10

11

De rugzak van 2012 De wereld vergaat, en dan? Lekker thuis blijven en wachten op je dood is waarschijnlijk niet zo’n aantrekkelijk idee. Inpakken en wegwezen dus. Maar als je maar één rugzak en weinig tijd hebt, wat pak je dan in? Redactieleden To Wiersma en Samuel Nelemans vertellen het ons.

Samuel 1 Een ringband, “om eventuele zombies van me af te slaan.” 2 Legoblokjes, “elk fort begint klein.” 3 Een zakmes 4 Een brillenhoesje 5 Een ijskrabber en een oude fietsstandaard, “de eerste voor als er een nieuwe ijstijd aanbreekt en de tweede kan ik gebruiken als koevoet.” 6 Tape 7 Een Nokia, zodat je ook na een atoomramp nog kan bellen 8 Een knijpkat, als de stroom uitvalt 9 Een scheerapparaat 10 Speelkaarten in miniformaat

9.

9.

3.

1.

2.

4.

7.

5,

6.

8.

‘Dus niet met de V van Victor, maar ‘Dus niet met de V van Victor, maar met de F van Falafel.’ – Mevrouw met de F van Falafel.’ – Mevrouw Comat Comat


12

Pleuns poging

6.

13

om aan het einde van de wereld te ontkomen 7.

4.

To 1 Een van mijn favoriete cd’s 2 Mijn dummy voor tekenen, “ik heb er twee jaar lang bijna elke dag iets in gedaan en het lijkt me wel leuk om te bewaren” 3 Mijn pinpas, “het lijkt misschien nutteloos om geld mee te nemen als de wereld vergaat, maar je weet maar nooit. Misschien wordt geld wel weer in gebruik genomen en dan heb ik er toch nog wat aan.” 4 Een stevig paar schoenen, “je weet nooit waar je terecht komt.” 5 Een dik boek 6 Een camera, “om foto’s te maken van de ondergang van de wereld, voor de mensen die het overleven.” 7 Mijn Ipod 8 Mijn telefoon

5.

1.

2.

3.

8.

Ik rende. Steeds harder. Ik keek niet achterom. Het groen en bruin van het bos flitste langs me heen. Ik hoorde niks meer, alleen het geruis van de wind die langs mij raasde. Toch bleef ik rennen. Het was alsof ik vloog. Nog harder. Ik sprong over een omgevallen boom. Het werd donkerder. Kouder. Toch bleef ik rennen. Ik moest nog verder. Ik hoorde iets, maar ik mocht niet wegkijken. Mijn ogen bleven gericht op alles voor mij. Alles wat nog komen zou. De rest liet ik achter me. Ik kon niet stoppen. Ik moest door. Ik proefde bloed in mijn mond, maar ik mocht niet spugen. Spugen was een teken van zwakte. Daarna zou het allemaal achteruit gaan. Nee. Afleiding kon ik absoluut niet gebruiken. Doorgaan. Al het andere negeren. Gewoon blijven r ennen. Rennen tot ik gek werd, en dan nog harder. Ik voelde tranen opkomen. Ik moest ze laten stromen. Wegvegen was afleiding. De tranen maakten mijn beeld wazig. Het duister vervaagde mijn zicht. Maar ik moest door. Door tot ik niet meer verder kon, en dan nog verder. Ik kon en ik mocht niet stoppen. De wind suisde in mijn oren. Het was koud, maar ik had het warm. Kwijl stroomde uit mijn mondhoek over mijn kin. Niet op letten. Blijven rennen. Rennen was het enige dat telde. Ver weg. Ik zag niks meer. Ik knipperde met mijn ogen.

Een paar vage vlekken licht. Ik rende nog steeds. Geen paniek. Wel paniek. Ik mocht niet denken aan paniek. Van geen paniek komt wel paniek. Nee, wel paniek. Van wel paniek komt geen paniek. Blijven rennen. Door en door. Geen bochten maken. Geen afleiding. Niet te veel nadenken. Rennen. Rennen. Rennen. Ik had geen andere keuze meer. Stoppen was geen optie. Geritsel in de bosjes. Niet bang zijn. Ik mocht vooral niet bang zijn. Een huilende wolf. Een rilling ging over mijn rug. Gewoon blijven rennen. Die wolf was vast ver weg. Niks was meer belangrijk. De maan scheen tussen de bomen voor mij. Licht, maar toch donker. Mijn lichaam begon te protesteren. Ik negeerde het. Ik moest door. Mijn lichaam moest naar mij luisteren. Mijn benen probeerden te stoppen, maar ik dwong ze door te gaan. Mijn voeten wilden niet meer over de obstakels heen springen, maar toch deden ze het. Ik moest de controle houden. Ik was de baas. Ik kon mezelf niet stoppen. Niks kon mij stoppen. Stemmen om mij heen. De wind fluisterde woorden die niet tot mij wilden doordringen. Niks van buitenaf mocht tot mij doordringen. Dat was afleiding.


14 Bij elk protest van mijn ledematen rende ik harder. Ik mocht me niet gewonnen geven. Niet opgeven nu ik zo ver was gekomen. Mijn ogen wilden niet meer open blijven. Langzaam zakten ze dicht. Maar ik bleef doorgaan. Het bos draaide om mij heen. De wind fluisterde steeds harder, maar toch kwam er geen geluid. Met moeite opende ik mijn ogen. Een open plek vlak voor me. Afleiding. De plek wilde mij laten stoppen. Maar ik mocht niet stoppen. Ik was bijna op de plek. Bijna op een plek waar ik niet zou hoeven springen over takken en modderkuilen. Bijna op een plek waar ik nog sneller zou kunnen gaan. Mijn lichaam ging langzamer. Een gil probeerde uit mijn keel te ontsnappen, maar ik hield hem tegen. Een omgevallen boom. Ik zag hem te laat. Ik struikelde. Viel voorover. Ik moest opstaan, maar het lukte niet. Uit mijn mond stroomde een warme, slijmerige vloeistof. Ik werd gek. Er was niets meer.

Geen geluid uit mijn keel. Geen beweging in mijn lichaam. Geen zicht voor mijn ogen. Geen gedachten in mijn hoofd. Niets.

Pleun Brink

‘Je ‘Je komt komt steeds steeds terug, terug, je je lijkt lijkt wel wel een een wederkerend wederkerend werkwoord.’ werkwoord.’ – – Meneer Meneer van van der der Meer Meer

Een kopje koffie met...

15

Meneer Murzan, Meneer Guijt, Mevrouw Halfschepel en Roderick.

Tussen alle drukte van de schoolstrijd heen dook ik met meneer Guijt, meneer Murzan en Mevrouw Halfschepel de Coffee Company in. Helaas kon mevrouw Halfschepel er niet vanaf het begin bij zijn, maar daarvoor stond een aangename verassing te wachten: de nieuwe stagiaire Roderick Franken deed een bakkie mee. Goed, dat bakkie koffie was er alleen voor meneer Murzan want de andere mannen kozen de chocolademelk. meneer Murzan en Roderick waren nog niet bekend met het concept van de Coffee Company, maar meneer Guijt regelt de bestelling wel even. PM: Ja, die komt hier wel vaker, in de Coffee Company RF: Oh, ook in de coffeeshop? Eindelijk staan de drankjes op tafel en het gesprek met deze sportievelingen van het Ignatius kan beginnen.

Het thema voor deze editie van de Harpoen is 2012: het einde van de wereld. De Maya’s hadden voorspeld dat in 2012 de wereld aan zijn einde zou komen. Gelooft u hierin? PM en EG in koor: Nee. LH: Nee daar geloof ik niets van. Ik zie het wel positief tegemoet eigenlijk, het leven. EG: Anders had ik hier niet gezeten namelijk, als ik wist dat het het einde van de wereld was in 2012 dan was ik al lang aan het reizen geslagen. Dan zou ik stoppen met werken, dan zou ik echt met mijn vriendin gaan reizen en nog genieten van het leven, zolang het nog duurt. PM: Nee, je moet gewoon doorgaan. Als het gebeurt gebeurt het, weetjewel. Maakt niet uit. EG: Ja? PM: Ja, ik kijk er niet van op als er iets gebeurt. Er komen natuurlijke enorme complottheorieën. EG: Het schijnt ook zo dat in de Bijbel, als je dan elk lettertje van de zoveelste regel pakt, dan komt er ook weer een theorie uit en dat is gebeurd.


16 Maar ik denk dat als je elk boek pakt en je gaat het wiskundig analyseren dan zit er altijd wat in, achteraf gezien. PM: Er gaat wat gebeuren. En bent u dan bang voor wat er gaat gebeuren? Bang voor uw einde? EG: Nee, ik denk daar eigenlijk helemaal niet over na. RF: Dat is zo ver weg, hoop ik. EG: Ja dat weet je niet he, wie weet je loopt straks over straat en dan zo’n taxi weer zoals vanmorgen. En dan huppakee daar zit je dan tussen.

(korte stilte) PM: Nou, ik moet er altijd iets langer over nadenken. Maar ik ben wel voorzichtig. Want iemand anders kan ook een fout maken. Maar bang, bang is een groot woord. EG: Ik ben niet bang voor de dood, maar onlangs is er een goede vriendin van ons overleden aan kanker, en dan ga je wel weer nadenken. Maar dan denk ik: ik ben gelukkig wel gezond, alles gaat goed en ik kan mijn leven ook een beetje sturen. Naja, dat is natuurlijk de volgende vraag: of je je leven kan sturen of dat alles voorbestemd is. PM: Oh dit gaat wel heel diep. EG: Ja nu gaan we wel even heel diep in gesprek. PM: Jemig, ik dacht een luchtig interview, maare.. Tjonge jonge jonge. Goed. Iets simpeler dan. Als dit werkelijk het laatste jaar zal zijn, wat zou u dan nog willen ondernemen?

17 LH: Dan zou ik sowieso nog naar Australië en Nieuw-Zeeland zijn geweest. EG: Dus jij gaat ook reizen? Tik ‘m aan! RF: Ik zou me helemaal nergens meer wat van aantrekken. Ik zou overal door rood rijden... PM: Voor zulk soort figuren moet ik dus uitkijken. RF: Dan loop je door de winkel en dan denk je: dat wil ik hebben, maar je moet zuinig zijn met je geld. Maar nu denk je: nou, kopen maar. Gewoon nergens meer over nadenken. En eindigen met zelfmoord, voordat het gebeurt. PM: Ik zou nog even genieten van wat me te wachten staat. Ik word namelijk vader. En dan heb ik nog een korte tijd met mijn zoontje. Oh, gefeliciteerd! PM: Ja, zeer binnenkort word ik al vader. Verwacht op 20 juni. EG: Ja hij is ook apetrots hoor. (geeft zijn buurman een schouderklopje) En wat betreft een sportieve prestatie die u als gymdocenten nog willen bereiken? EG: Ik zou graag een bergtop willen beklimmen van 6000 meter of hoger. RF: Ik zou de top 30 van Nederland willen behalen met tennis. PM: Dan krijgen wij wel gratis Davis Cup kaarten he? Voor mezelf vind ik het al heel wat als het lukt om voor een nageslacht te zorgen. LH: Dat is al een sportieve prestatie op zich! Ik wil wel graag nog een keer de halve marathon lopen. Maar dat is meer een lange termijn doel.

‘Het ‘Het is is een een steruur steruur wiskunde, wiskunde, dus dus dan dan denk denk je je natuurlijk natuurlijk … … film! film! Maar Maar gelukkig gelukkig geef geef ik ik het het zelf zelf ook ook dus dus doen doen we we gewoon gewoon wiskunde!’ wiskunde!’ – – mevrouw mevrouw van van der der Geer Geer PM: Tja, ik heb niet echt dat ik berg wil beklimmen of marathons wil lopen, maar ik zou wel graag een keer de World Series of Poker willen spelen. EG: Dat is meer gokken he. PM: Ja, maar als er geld in het geding is wordt het pas écht spel. Heeft u zelf weleens iets meegemaakt van een bijna-dood situatie, bijvoorbeeld in de gymles? RF: Ik stond eens les te geven en toen kreeg iemand op de baan naast mij een hartaanval. Ik ben naar binnen gesprint naar de AID. Ik was er in tien seconden bij en hij was al helemaal paars, eigenlijk al dood. Maar we hebben hem kunnen reanimeren. PM: Wat een held! LH: Heftig. PM: Ik heb nooit iemand gereanimeerd. Wel met ski-ongelukken geholpen. Maar in de gymles ben ik ook nooit bang daarvoor. Ik zorg er altijd voor dat de leerlingen goed weten waar ze om moeten denken. EG: Een van je voornaamste taken als gymdocent is natuurlijk letten op de veiligheid.

Stel, u moet uw huis uit vluchten door een enorme brand in de stad. U heeft nog tijd om één ding mee te nemen. Wat zou dat zijn? EG: Mijn vriendin. Aangenomen dat zij zelf ook kan lopen. PM: Ja, jij dacht zeker zó met haar op je rug het huis uit rennen... EG: Zo op mijn nek, hup. PM: Hm, tja mijn Macbook Air heeft niet zoveel zin, want er is natuurlijk geen internet. RF: Ik zou m’n tennisracket meenemen. PM: Oh neem die van mij ook mee, dan kunnen we een potje spelen. (de mannen geven elkaar een bevestigende handdruk) RF tegen EG: Neem jij de bal mee! PM: Ik zou inderdaad, als ik naar een onbewoond eiland ging, een bal meenemen. Daar kan ik me uren mee vermaken. Een gezichtje erop tekenen, beetje tegen praten... Wilson II (uit de film Cast Away met Tom Hanks) EG: Ik denk dat ik dan toch mijn portemonnee zou pakken. Daar zit mijn identiteitskaart in, mijn bankpas. Ik denk dat dat heel belangrijk is want als je helemaal niets hebt, moet je maar zien te bewijzen wie je bent.


18 PM: Dat is waar. Dan krijg je zo’n situatie als in The Bourne Identity (Mnr. Murzan heeft de klassiekers duidelijk op een rijtje). LH: Oeh, das een goeie vraag... Ik zou denk ik toch een fotoboek meenemen. Ik heb een tas waar al mijn oude liefdesbrieven en foto’s in zitten, dat zou ik wel erg vinden om kwijt te raken.

Scenario twee: er komt een giftig gas vrij in de stad en je moet alle ramen en deuren sluiten. Je kan slechts wachten en hopen op hulp. Hoe lang zou u, met de dingen die u in huis heeft, kunnen overleven? EG: Wij hebben inderdaad wel flessen water staan en we hebben ook conservenblikken staan, voor als er wat gebeurt. En een zaklampje, en een radiootje. Ik ben wel voorbereid. RF: Nou ik woon op mezelf, ik heb alleen een fles frisdrank in de koelkast staan. PM: Zolang ik de AH bezorgingsservice heb houd ik het wel vol. EG: Die rijdt dan natuurlijk ook niet meer.

19 En water uit de kraan is ook giftig dus je hebt flessen nodig. PM: Heb je deze vraag al eerder gehad? EG: Nee, maar je moet toch weten wat je moet doen als de sirene gaat. PM: Wat er ook gebeurt, ik houd het wel een tijdje vol. Ik ben wel heel inventief, ik ga er een soort nest van maken. EG: Een soort winterslaapje. PM: Ik houd het langer vol dan een week, dat weet ik zeker. Condens van de muur likken. EG: Je eigen plas drinken. PM: Precies. Maar ik wil niet te diep ingaan op de details.

‘Sinterklaas ‘Sinterklaas is is gewoon gewoon een een slavendrijver slavendrijver en en het het Orakel Orakel van van Delphi Delphi een een junkie.’ junkie.’ – – Meneer Meneer Boschman Boschman

Als u nou zelf een scenario zou moeten kiezen om ten onder te gaan, wat zou dat dan zijn? RF: Pure strijd. PM: Rug tegen rug. Samurai. EG: Dan moet je ook bedenken dat je al die steken gaat voelen. PM: Maakt niet uit joh. EG: Ik ben niet zo’n superheld. Ik ga dan liever dood aan een toverdosis aan paddenstoelen. LH: Ik denk dat ik kies voor een inslag van een komeet. EG: Dan heb je wel een mooie show aan het einde. Het laatste wat je ziet is een hele grote vallende ster.

En dan de laatste vraag alweer: u weet dat over een week de wereld ten onder zal gaan. U mag nog één week gym geven: hoe zou deze laatste gymles eruitzien? PM: Apenkooien, apenkooien! RF: Zwaaien, vliegen, herrie... Echt gekkigheid. PM: Maar daar gaan natuurlijk allemaal dooien vallen.

RF: Ze hebben toch nog maar een week. Of het nou maandag of vrijdag gebeurt... EG: Als ik zelf zou mogen kiezen zou ik grensverleggend bezig zijn met de kinderen. Dat ze trots zijn op zichzelf dat ze iets behalen wat ze niet hadden verwacht. LH: Ik zou een klassikaal spel doen. Plezier met elkaar. PM: Misschien zou ik wel een busje huren en met de hele jaarlaag naar Oostenrijk. Laat ze maar eens afvragen waar de vierde of de vijfde klas is. En dan sturen we wel een kaartje.

Pleun Brink & Bernet Meijer


20

Armageddon De ondergang van de wereld is een geliefd thema in de media. Al sinds mensenheugenis wordt er nagedacht over de dood: sinds wij op aarde leven realiseren wij ons ook dat er op een gegeven moment een einde aan moet komen: species come and go. De film 2012 was onze inspiratiebron voor deze editie van de Harpoen, maar er zijn nog talloze andere, soms vergeten, films die dezelfde boodschap brengen. Elke film met z’n eigen thema.

De IJstijd The Day After Tomorrow (2004) Climate change schijnt echt geen fabeltje te zijn wat niet serieus te nemen valt. New York wordt bedekt met een laag sneeuw en ijs. Een groepje jongeren probeert te overleven in een verlaten bibliotheek. Spanning, wetenschappelijke feiten, romantiek en shockerende beelden: deze film heeft het allemaal. Niet voor niets een grote bioscoophit. De Infectie 28 Days Later (2002) Het scenario van een wereldwijde infectie: eigenlijk valt dit thema samen met het zombiethema. Honderden films zijn hierover gemaakt, de een nog slechter dan de ander, maar deze film heeft toch een iets genuanceerdere verhaallijn.

Een jongen wordt wakker uit zijn coma, in een verlaten Londen. Hij ontmoet nog twee andere overlevenden, en samen gaan ze op zoek naar een veilige thuishaven. Ondertussen moeten ze proberen de geïnfecteerden, die, rochelend en met een intrigerende motoriek – wat het virus dus kennelijk ook veroorzaakt - , door de straten rennen, te ontvluchten. Simpel scenario maar het verhaal neemt hier en daar een onverwachte wending en het beschikt over een goede spanningsopbouw. De infectie – parodie Zombieland (2009) De makers van deze film zagen de humor van bovenstaand thema wel in en hebben daar een geweldige ‘hoe overleef ik’- draai aan gegeven. We reizen mee met weer een groepje overlevenden, waarvan de jongen ons begeleidt met uitvoerig commentaar en uiterst bruikbare tips en tricks. Zo heb je rule no. 2: double tap. Een zombie dient twee keer neergeschoten te worden om er zeker van te zijn dat hij het loodje heeft gelegd. Een fijne cynische film en een goede balans tussen humor en een potje doelloos schieten.

21 De Vervuiling Wall-E (2008) Misschien wel mijn lievelingsfilm uit het rijtje. De wereld is onleefbaar geworden door de mens: er is te veel vervuiling, te veel afval, geen voedsel en geen schoon water meer. We volgen het ‘leven’ van Wall-E: een robotje dat op de aarde is achtergebleven. Op een dag ontmoet hij Eve, een robot van buitenaf. Wall-E is meteen verkocht en de strijd om haar hand, die eindigt op een ruimteschip waar nog enkele mensen vertoeven, begint. Zoals Wall-E bij het eerste aanzicht betoverd was door Eve, zo werd ik opslag verliefd op dit kleine robotje, die op het laatst ook nog even de mensheid redt. De Oorlog A Boy And His Dog (1975) 1950-1983: World War III. 2007: World War IV. Deze duurt slechts vijf dagen: vijf dagen waarin alle civilisatie met de grond gelijk wordt gemaakt door een kernoorlog. Dan, 2024: de wereld is een lege vlakte, waar mensen vechten om wat verborgen conservenblikken en een jongen met zijn hond proberen te overleven. Ze praten met elkaar. De hond heeft honger en de jongen ‘wants to get laid’. Bizarre film, ietwat slechte kwaliteit door de leeftijd maar hij geeft zeker stof tot nadenken. De boodschap: een meisje kan de oplossing bieden in hoge nood, in welke vorm dan ook...

De Slechterik Austin Powers (1997-1999-2002) Dr. Evil wil de wereld ten onder brengen. Eigenlijk is dit geen echte ‘einde van de wereld’- film, want door een zekere geheim agent komt Dr. Evil hier niet eens in de buurt. Austin Powers is het, die zijn plannen om de wereld te verschroeien met een laser in de soep gooit. Prachtige parodie op James Bond (die natuurlijk ook gezien moet zijn, maar dat spreekt voor zich, niet?). Kijk hem gerust een stuk of acht keer. Special Effects The Terminator (1984- ->) Na het zien van alle bovenstaande films denk ik dat de gemiddelde persoon zijn portie bloed wel heeft gehad. Maar als toetje voor de liefhebber: The Terminator. Welke van de oneindige delen maakt niet veel uit, alle special effects zijn even mooi. Zet er gewoon eentje aan en doe gerust ondertussen iets anders. Om de tien minuten even naar het scherm gluren en je hebt alle belangrijke shots op een rijtje.

Bernet Meijer


22

Wall of fame Deze zomer stonden ze op het Borneo Festival, even later speelden ze in de Winston en misschien heb je ze toevallig op Amsterdam FM voorbij horen komen. De band Merry Go Round maakt grote stappen. Sjaak (zanger en bassist) en Titus (gitarist) uit klas 5 maken samen met Rafaël (drummer) en Yurian (keyboard) van hun hobby bijna een serieuze baan. Van dit groepje muzikale talenten willen we wel eens wat meer weten. Hoe zijn jullie begonnen? T: Ik ben begonnen met een basisschoolvriendje en nog een andere jongen. En toen kwam er een bassist bij maar die ging weer weg. Toen kwamen Sjaak als bassist en Joep als zanger erbij. Joep ging weer weg en Sjaak ging naast bassen ook zingen. Nog een andere jongen is erbij gekomen en eentje is weggegaan, en nu zijn we met z’n vieren: Rafaël, Yurian, Sjaak en ik. What’s in the name? T: Twee jaar geleden zei iemand: ‘Jullie maken wel een beetje circusmuziek’. S: We waren een beetje naar onze stijl aan het zoeken en naar een goede naam aan het zoeken. En als het bij elkaar past is het helemaal mooi. Toen iemand vond dat een van onze nummers aan circus deed denken, kwam het idee van een draaimolen bij ons op.

23 Merry Go Round

Eerst dachten we nog aan The Carrousel, maat toen kwam Titus met Merry Go Round en dat vonden we nog vetter. En jullie stijl is dus ook: kermismuziek? S: Nee, dat was echt één nummertje. T: Omdat het een beetje een rare maatsoort was. S: Toen waren we nog echt onze stijl aan het zoeken, maar nu hebben we wel een richting gekozen denk ik. T: In ieder geval geen kermismuziek meer. S: Hoe wij het nu definiëren is Indy-Pop. En voor wie is jullie muziek? S: We maken het niet voor een bepaalde doelgroep, maar ik denk wel dat het een bepaalde doelgroep aanspreekt. En dat is toch wel de jeugd. We hebben wel een keer meegemaakt dat we speelden voor voornamelijk 40- of 50-plussers. Ze vonden het leuk, maar het is nou niet echt publiek wat staat te zwingen. T: Nou mijn vader vindt het geweldig, maar dat is misschien omdat het mijn vader is. Wat vonden jullie het leukste optreden tot nu toe? S: Ja dat weet ik wel, dat was Liverpool. (in de club waar de Beatles een stuk of 300 keer live hebben gespeeld) T: Ik zou toch zeggen Miauw. S: Ja miauw was het beste optreden, maar Liverpool is natuurlijk wel een reis die je maakt. Je staat wel met al je koffers een beetje stoer te doen op het vliegveld.

En we zaten daar backstage op die bank, en dan zag je posters hangen van het podium waar je zo meteen op gaat staan, met Adele, Arctic Monkeys en nog meer grote namen. Voel je je dan ook een beetje een celebrity? S en T in koor: Nee, echt totaal niet. S: Alleen als het is afgelopen. Als je je optreden net hebt gehad en je mag door die zaal lopen en je wordt aangekeken weetjewel. Dat is wel echt een te gek gevoel. Hebben jullie idolen of andere artiesten als inspiratiebronnen? T: Qua nummers schrijven Alex Turner, van de Arctic Monkeys, en Bob Dylan. Dat zijn wel mijn grootste helden, of inspiratiebronnen, qua songwriting. S: Titus schrijft de meeste teksten inderdaad. En wat we met de band qua muziek nastreven is toch wel de Beatles, The Kooks en ook de Arctic Monkeys. T: Maar iedereen in onze band luistert een beetje naar andere dingen. S: Inderdaad. Sinds Yurian erbij is hebben we een nummer gemaakt waarin een drumcomputer zit. Dat zouden we eerste niet in ons hoofd halen. T: Ik denk ook dat we daarom niet een klakkeloze overname hebben van een stijl, maar ik denk dat we wel kunnen zeggen dat het onze eigen stijl is.

Willen jullie na je school een carriere maken in de muziek? S: Als het nu echt lekker gaat dan kan ik hier wel mee leven. Maar als we, tegen de tijd dat ik ga studeren, nog niet echt zijn doorgebroken dan denk ik dat ik eerst rustig ga studeren. T: Voor mij is het meer dat ik in ieder geval wil gaan studeren, en blijven spelen natuurlijk. Maar als het we echt door zouden breken zou dat natuurlijk te gek zijn en zou ik er ook voor gaan. Is er nog iets wat jullie sowieso nog willen bereiken met de band? S: Sowieso Paradiso. T: Een CD uitbrengen lijkt me wel heel gaaf. S: Een CD uitbrengen in Paradiso is wel het mooiste.

Bernet Meijer


24

25

“You “You have have happy happy hair, hair, happy happy hair!’ hair!’ – – Mevrouw Mevrouw Sanichar Sanichar

(Leerling: (Leerling: ‘Hoe ‘Hoe lang lang duurt duurt de de les les nog?’) nog?’) ‘Nog ‘Nog even even wachten, wachten, schat, schat, de de marteling marteling is is bijna bijna voorbij.’ voorbij.’ – – Mevrouw Mevrouw Padding Padding

‘Hey, ‘Hey, ga ga jij jij eens eens naar naar je je eigen eigen plaats! plaats! Suburbaniseer Suburbaniseer jij jij eens eens even even naar naar je je eigen eigen buitenwijk.’ buitenwijk.’ – – Meneer Meneer Wildschut Wildschut

‘Latijn ‘Latijn en en Grieks Grieks zijn zijn je je favoriete favoriete vakken.’ vakken.’ – – Meneer Meneer Hamel Hamel

‘En de winnaar is …. 1F!’ – Meneer Hamel ‘Hey, ik zag jou net pfeiffer uitwis‘Hey, ik zag jou net pfeiffer uitwisselen met je liefje!’ selen met je liefje!’ – Mevrouw Breedveld – Mevrouw Breedveld

‘Nu ben ben je je gedist, gedist, accepteer accepteer je je ‘Nu nederlaag!’ – – Meneer Meneer Boschman Boschman nederlaag!’ ‘Voel ‘Voel maar. maar. Heb Heb ik ik spierballen? spierballen? Heb Heb ik ik spierballen? spierballen? Ja Ja he?’ he?’ – – Meneer Meneer Guijt Guijt


26

27

Muziekrubriek

Jazz - Josephine van Schendel klas 4

5 leerlingen - 5 muziekstijlen - 5 nummers.

John Coltrane & Duke Ellington In a Sentimental mood Joshua Redman Elastic Band - Put It In Your Pocket Jungle By Night - Ethiopino The Kyteman Orchestra - The Mushroom Cloud Gretchen Parlato - Within Me

Soul - Ezinne Molenkamp klas 4 Sly and the Family Stone - If You Want Me To Stay Slakah the Beatchild - Wanna Do Betty Davis - Shoo-B-Doop and Cop Him D’Angelo - The Root van Hunt - Down Here In Hell (With You)

Dubstep - Joran Redha klas 3 Kryptic Minds - Badman VIP Mala - Alicia Manman - Think Hitop Music - Loose Control Nanobyte - Dem A Talk Techno - Igor Piperčić klas 6 Pan Pot - Confronted David August -Hamburg Is For Lovers The Advent - Fhe Flash Alex Kenji - El Circo Del Sol Moonbeam - Cocoon

Alternatief - Jonne Kramer klas 4 Leine - When I Rise Merry Go Round - Procrastination Bertolf - Mary The Kooks - Taking Pictures Of You Room Eleven - You Made Me See It

r&

el

e ch m S a Kr van e ne nn Jo ephi s Jo

d en


28

Afval bestaat niet De stad wordt gebombardeerd: dit is de laatste wereldoorlog. De alarmen op het Hilton gaan af, maar het is niet de eerste maandag van de maand. Alle deuren moeten gesloten worden, de ramen moeten dicht en onder geen beding mag men de straat op: bij hoeveelheid giftig gas in de atmosfeer zou men het geen kwartier volhouden. Dit is het ultieme doemscenario: je bent gevangen, maar je weet dat het enige wat je kan doen is wachten en hopen op hulp. Wie weet hoe lang het nog duurt? Zonder een supermarkt of de AH berzorgingsservice komt men er niet onderuit om op rantsoen te gaan. Voor degenen die dan echt denken alles opgegeten en afgeknaagd te hebben (en voor wie niet, zoals je oma, een voorraad bonen in blik in de kelder hebben liggen als voorzorg voor een nieuwe oorlog) zijn hier een aantal handige recepten. Onthoud deze tips over oude aardappelschillen, broodkruimels en zure melk goed!

Aardappelschillen-gratin 1 teen knoflook, gehalveerd 25 g boter 100 ml slagroom 100 ml volle melk 1 tl nootmuskaat 400 g aardappelschillen 50 g geraspte gruyère ook nodig: 1 grote ovenschaal Verwarm de oven voor op 175°C. Wrijf met de snijkant van de knoflookteen de ovenschaal in en vet daarna in met de helft van de boter. Roer de slagroom en melk door elkaar en voeg de nootmuskaat, 1 tl zout en 1 tl peper toe. Schep de schillen erdoor tot alles bedekt is met het roommengsel. Schep ze in de ovenschaal, schenk het restant van het roommengsel erover tot de schillen net onder staan. Strooi de kaas erover en verdeel de rest van de boter in klontjes erover. Gaar de gratin ±50 min. in de oven tot hij goudbruin en gaar is.

29 Bouillon van alles wat er in huis te vinden is 2,5 liter water 2 grote mergpijpen (botten van je kat, hond of konijn) 2 winterwortels 1 prei 1 ui ½ bosje bladselderij (andere kruiden zoals tijm, rozemarijn, oregano en peterselie kunnen ook) 1 eetlepel citroensap 4 peperkorrels 3 laurierblaadjes Ook nodig: grote pan Breng de mergpijpen met 2,5 liter water in een grote pan aan de kook. Intussen: Boen de wortels onder de koude kraan schoon, snijd ze in plakken en doe die bij de mergpijpen en het water in de pan. Snijd het onderste stukje van de prei af (gooi het weg) en snijd de prei in de lengte doormidden. Was de preibladeren en de bladselderij en doe die ook in de pan. Was de ui (pel alleen de lelijkste velletjes van de ui, het bruine schilletje geeft kleur aan de bouillon) en snijd hem in vieren. Doe de parten ui, de laurierblaadjes, de peperkorrels en het citroensap in de pan. Wacht tot het water kookt, leg een deksel op de pan en zet het gas zo laag dat het water net blijft koken.

Zet het gas, na 2 uur koken, uit en laat de bouillon tot lauwwarm afkoelen. Giet de lauwe bouillon, door een zeef, in een schone pan. Als je in deze barre tijden zo veel honger hebt dat je bijna sterft door ondervoeding, kun je de inhoud van de zeef ook opeten, maar dat is eigenlijk niet de bedoeling…


30

guess that shoe

Super makkelijk te maken apple crumble Je zit al een aantal dagen vast in je huis en je hoort op de radio dat de wereld de enorme bombardementen niet meer aankan en dat het snel gedaan zal zijn met je leven. Je laatste wens is het eten van iets zoets en fruitig, maar je hebt niet veel meer in huis dan alleen nog een paar appels, een beetje bloem, suiker en boter… Niet getreurd, hier het laatste recept voor een hele lekkere en snelle apple crumble!

31

Verwarm de oven voor op 200 Celsius. Schil de appels en snijd ze in stukjes. Kneed de suikers, de boter, de bloem en een beetje zout tot een korrelig deeg. Meng de stukjes appel en de kaneel en verdeel ze over de ovenschaal. Kruimel het deeg erover heen en zet de ovenschaal ±20 minuten in de voorverwarmde oven.

150 gram boter 150 gram suiker 1 theelepel kaneel 300 gram bloem 5 appels 1 zakje vanillesuiker Mespuntje zout Ook nodig: ovenschaal

Bernet Meijer & Annique Snel

‘Oeh, ‘Oeh, ik ik zou zou ook ook wel wel seksuele seksuele voorlichting voorlichting van van meneer meneer Bogert Bogert willen willen hoor!’ hoor!’ – – Mevrouw Mevrouw van van de de Poel Poel

Roos Prins

‘Thuis gooi je toch ook geen papier ‘Thuis gooi je toch ook geen papier in de prullenbak?!’ in de prullenbak?!’ – Mevrouw Shaya – Mevrouw Shaya


32

night at school Het was koud in lokaal B15, die zaterdagnacht rond een uur of vier. Iedereen die langs liep kon vijf mensen in het lokaal zien zitten werken. Drie zaten er aan het geïmproviseerde tafelblok dat we tegen de muur hadden gezet te schrijven, iemand lag in bed geconcentreerd te lezen. Verborgen voor de wereld lag iemand midden in een berg van luchtbedden en slaapzakken al diep te slapen. Zelf ijsbeerde ik door het lokaal, om af en toe naar het bord te lopen, drie woorden op een briefje te schrijven, en die dan een paar seconden later te verfrommelen en uit het raam te mikken. We zaten te wachten op twee mensen die nog rondzwierven in het gebouw, waarschijnlijk hingen ze rond met de Barleanen, of een van de andere delegaties die de school hadden ingenomen. Rotspeech. Ik keek, wanhopig op zoek naar inspiratie, naar een poster op de muur die ons lokaal scheidde met dat van mevrouw Shaya. Af en toe klonk van achter die muur er een doffe “bonk” als iemand van het Taborcollege en weer eens iets tegenaan gooide. ‘Rottabor. Kunnen ze niet gewoon normaal doen!’ zei iemand dan telkens. Dit keer was het mijn beurt. Het Tabor was een school uit Hoorn die we al hadden ingemaakt bij de voorrondes en nooit meer hoopten tegen te komen. Nu sliepen ze naast ons, waar ons nachtelijke humeur niet beter van werd.

Het was telkens een kort moment van irritatie als we iets van ze vernomen, maar toch ook een heerlijke doorbreking van de spanning veroorzaakt door de werkdruk als we op ze konden vloeken. “Rottabor”, zei ik, te lui om een langere zin te formuleren. Er klonk instemmend gemompel, en iedereen ging weer aan het werk. Morgen van zondag, de laatste dag van EYP. Bijna iedereen moest een speech schrijven, sommigen twee, en aangezien we pas om één uur bij Wildschut waren vertrokken hadden we nog een lange nacht voor ons. Ik besloot dat de poster mij geen inspiratie zou geven, noch dat ik hem eindelijk eens zou kunnen verslaan in een staarwedstrijd, en vertrok op mijn nachtelijke wandeling door de school. De gang van klassieken was zo goed als leeg. Iemand hopte in slaapzak een lokaal uit, zei iets tegen een vriend op de studieplek, zwaaide even naar mij en hopte weer naar binnen. Ik kende zijn gezicht vaag, al is twee dagen toch wel wat kort om pakweg 120 namen uit je hoofd te leren. Hij leek een beetje op meneer Faber, maar dat kan ook gewoon zijn omdat hij net in deze gang liep. Ik ging naar beneden, de grijze trap af die de verdiepingen van gebouw B verbindt in al zijn grijsheid. Het was de meest doodse plek van het gebouw, en zo midden in de nacht, ook een beetje eng. Toch wist ik dat ik niets te vrezen had:

33 het was zelfs voor de meest afgrijselijke wezens in het universum gewoonweg te kil. Maar een nachtelijke school heeft altijd iets engs. Hoewel het gebouw zo nieuw en steriel is als je maar kunt verzinnen, er zou toch vast wel ergens een rusteloze geest zijn die elke nacht de rust komt verstoren met zijn eeuwige geklaag? Als die er al zou zijn, dan zou die in het oude deel wonen. Met dat in mijn achterhoofd liep ik verder naar beneden, en probeerde ik de andere kant van het Ignatius te bereiken. Dat was niet zo makkelijk als gehoopt. Ik kwam uit in de kerkers. De meesten zijn hier vast wel eens geweest, waarschijnlijk per ongeluk. Voor de rest: als je dacht dat je de meest levenloze kant van de school al had gezien, heb je het mis. Het was ijskoud en om één of andere reden ging het licht niet aan, wat ik helemaal niet leuk vond. Ik riep, zonder te weten waarom of naar wie. Alleen mijn eigen echo klonk na door de holle gangen. En toen, heel ver weg, eerst heel zacht, het onmiskenbare geluid van… voetstappen! Ik versteende. Ik was vlak bij de gymzaal belandt, de slaapplaats van de jury! Als die wisten dat ik zomaar bij hun kamers rondspookte, dan waren mijn kansen snel verkeken! De voetstappen kwamen dichterbij. Ik hoorde suède op beton. Geen flauw idee hoe ik daarbij kwam, want suède is niet bepaald het meest klankvolle materiaal van de wereld, maar op dat moment hoorde ik suède. De voetstappen kwam nog dichterbij. Mijn hart klopte als een bezetene in mijn keel, en alle opties gingen door mijn hoofd. Wegduiken? Vluchten?

Lachend naar hem of haar toelopen en doen alsof ik verdwaald was? Steeds dichterbij. Wat moest ik doen? Dichter bij… En ineens, stopte het. Het bleef twee seconden stil, waarschijnlijk de langste twee seconden van mijn leven. Een deur ging open. Een streep licht, een halve trap boven mij, een schaduw die langs mij gleed, en toen stilte. Opgelucht, maar nog steeds vol adrenaline, sprintte ik naar boven. Ik moest zo snel mogelijk naar ons eigen lokaal. Ik probeerde een deur, die zat op slot, probeerde een tweede, die ging open. Ik liep door een gang die ik niet kende. Het licht sprong aan, ik bleef staan. Als je de trap afloopt, en je denkt dat je beneden bent, maar er is nog een trede. Die mini-hartaanval, die ging door mij heen toen zonder enige waarschuwing het licht aanfloepte. Ik bedekte mijn ogen, nog gewend aan de duisternis van een paar minuten geleden. Langzaam doemde het muzieklokaal voor mij op in de duisternis. Niemand. Op het bord stond huiswerk voor klas 3. Het was vreemd om zo door de lege school te lopen, midden in de nacht, in het weekeind, zonder een levende ziel. In een vlaag van verstandsverbijstering en overmoed schoten ineens de mogelijkheden door me heen. Ik ga ze niet allemaal opnoemen, dan wordt ik van school getrapt. Om diezelfde reden liep ik maar door naar boven.


34

35

‘Mensen ‘Mensen die die een een gum gum hebben hebben zijn zijn onzeker.’ onzeker.’ – – Meneer Meneer Hamel Hamel De trap vanuit het muzieklokaal/gymzaal komt uit bij Mohammeds hokje. De feestplaats van de organisatie. Gevangen tussen de openheid met betrapping en de duisternis achter me, duurde het een klein kwartier voor ik het erop waagde. Toen ik voor de zesde keer om het hoekje keek, en besloot dat niemand keek, waagde ik het erop, en rende ik mij schuilplaats uit. Ik dook om één of andere reden het trapgat van de fietsenstalling in. Dom. Zat ik dáár vast. Ik ging maar naar beneden. De oude bunker moet een hel zijn geweest tijdens de oorlog. Het was groot, leeg, kouder dan waar dan ook tot nu toe, en niet heel herbergzaam. Ik liep een rondje, en dacht na over hoe ik hier was gekomen. Als ik niet zo nieuwsgierig was geweest… Als ik beter had nagedacht… Altijd rustig nadenken voor je iets doet. Vluchteling zijn is nooit leuk. Wacht. Vluchteling… Ik sprong op. Ik wist niet wanneer ik was gaan zitten, maar ik sprong in ieder geval op. Dat was het begin van mijn speech! Een zielig herhaal over vluchtelingen die naar Europa komen! Ik rende naar de deur, bedacht me, en rende terug. Hoe kwam ik hier uit. Niet langs buiten.

Zeker niet langs buiten. Een rode deur doemde uit het niets voor me op. Plotseling wist ik het weer. De geheime gang! Voor de mensen die nu geen flauw idee hebben waar ik het over heb, we gaan geheimen publiceren! Er loopt een geheime gang door de school, van de fietsenkelder, omhoog naar de jongenswc naast de docentenkamer. Er komt nog een Harpoen waarin we die gang uitgebreid gaan doorzoeken. Maar dat is een ander verhaal. Nu niet. Nu zat de grote rode deur genadeloos op slot. Teleurgesteld liep ik terug. Er was maar één uitweg. Met een stalen pokerface liep ik de trap op. Zodra ik boven was snelde ik tussen de kluisjes. En achter de volgende. En de volgende. In het kamertje van Mw. van Mossel sliepen ook belangrijke mensen, dus koos ik voor de grote trap. Eindelijk vrij! Vanaf nu kon ik zeggen dat ik gewoon naar de wc was. Geen vreemde plekken, geen jury in de buurt, helemaal niets. Het was een klein stemmetje in mijn achterhoofd. Een kleintje maar. En toch verdomd sterk. “Als je nu toch overal geweest bent, kun je net zo goed ook de A-vleugel verkennen. Dan heb je het hele gebouw bij nacht gezien”.

Met een waarom-niet-houding liep ik naar boven. Ik opende lokaal A23 en feliciteerde mezelf. “Dit moet in de Harpoen”, dacht ik. Ik schreef “Shmuley was hier” op het bord en liep weer weg, met alleen de mediatheek nog te gaan. Onverwacht kwam ik iemand van mijn eigen team tegen. Hij vroeg of ik hem kon helpen: er lag iets in de mediatheek wat hij nodig had. En zo kwam het dat ik uiteindelijk om half 5 ’s nachts bij A41 stond, verscholen achter de hoek. We waren nog wat mensen vergeten, die ons ook heel wat problemen konden bezorgen. De journalisten, zo noemden ze zichzelf. De mensen die het hele weekeind rondliepen en foto’s van ons maakten, ons lastig vallend met irritante vragen over of we wel goed voorbereid waren. Ze kwamen altijd net iets te opvallend binnen op het precies verkeerde moment, en we vonden ze geweldig! We hadden net iets te onvoorzichtig gedaan. Een aanspringende lamp. Gestommel. Een boze stem die vroeg wie daar waren. We vluchtten zo snel als we konden de mediatheek in. Weggedoken onder een tafel kwamen ze binnen, met zaklamp en al, en het kat-en-muis spel begon. Het duurde lang. Te lang. Telkens weer kropen we 3 cm verder of verscholen we ons achter een andere kast. De jager, we wisten toen niet wie het was, liep rustig rond, maar maakte telkens onverwachte bewegingen die ons uit onze tent moesten lokken. Ze wisten dat er iemand was, maar niet wie. En dat gebruikten wij in ons voordeel. Er kwam nog iemand aan. “Come on, just go to bed. I bet they’re long gone anyway”.

Het was een vrouwenstem. Na een tijdje gaf de eerste toe en liep hij de mediatheek uit. Opgelucht kwamen we uit onze schuilplaatsen. Net iets te opgelucht. De journalist kwam terug, opgeschrikt van een klein geluid. We verstijfden. Stemmen. De vrouw die net had gesproken, zei tegen de ander dat zij wel zou kijken. De deur opende. Ze zag ons staan. Met een schok van opluchting herkende ik haar. Zonder namen te noemen die mensen in de problemen kunnen brengen, ze zit bij ons op school, en had zo te zien het beste met ons voor. Ze legde haar hand op haar lippen, gaf een knipoog en sloot zachtjes de deur. “Nothing” zei ze. We maakten dat we wegkwamen, blij en dankbaar. “Waar zijn jullie geweest?” was meteen de vraag toen we weer binnen kwamen, bezweet en opgetogen. “Lang verhaal”, zei ik. “Bonk”, klonk uit de muur. “Rottabor!” zei iemand. Ik schreef het woord “vluchtelingen” op een papiertje, gooide de helft van mijn oude aantekeningen weg, en kroop in mijn slaapzak. “Vreemd toch, om hier te slapen, en woensdag op dezelfde plek weer Herodotus te vertalen?” zei ik. Een paar mensen bromden. Het laatste wat ik bedacht voor ik in slaap viel, los van hoe veel geluk ik had gehad, was dat het toch jammer was, dat we het schoolspook niet gevonden hadden.

Samuel Nelemans


36

Schoolstrijd De schoolstrijd heeft al weer een aantal weken geleden plaatsgevonden, maar wij wilden toch even terugblikken op hét evenement van het IG. Op 22 februari barste de strijd los. De klassen deden hun best om op de meest originele manier die felbegeerde punten te behalen. De gekste teamnamen kwamen voorbij: Swag 4 di Canabis, 3Badjas, the GodFa1Ber, enz. Niet alleen op het gebied van namen werd er geëxperimenteerd, maar ook de thema’s werden op hele bijzondere manieren geïnterpreteerd (zag ik daar nou meneer Graves in een bananenpak?!).

Na drie dagen van bloed, zweet en tranen werd dan eindelijk de hoofdprijs van 250 euro uitgereikt door meneer Hamel. Alsof de spanning nog niet groot genoeg was, moest meneer Hamel weer eens de lolbroek uithangen (‘En de winnaar is …. 1F!’). Maar na enkele woordgrapjes werd duidelijk dat klas 1C (Ch1mpanC) de cheque had bemachtigd, maar bovenal natuurlijk eer en eeuwige roem! Genoeg gepraat. Dit spektakel komt, naar mijn mening, pas echt tot zijn recht in de volgende fotoreportage, gemaakt door onze eigen Harpoen fotografe Roos.

37


38

Try before you die Je komt er vandaag achter dat de wereld in december 2012 vergaat, dat staat zonder meer vast. Wat doe je? Wij liepen rond door de school, deden onderzoek onder leerlingen en docenten en verstoorden lessen om aan zo veel mogelijk mensen deze vraag te kunnen stellen. Houd geen rekening met de toekomst, verleg je grenzen, face your worst fears en laat je vooral niet tegenhouden door bordjes met levensgevaarlijk, want dood ga je toch wel binnenkort!

Awesome logo’s van de creatievelingen tijdens de schoolstrijd

39

Meneer de Marez Oyens: “Ik zou gewoon doorleven zoals ik nu doe, maar ik zou wel extra tijd en aandacht besteden aan de mensen die ik liefheb.” Manuel: “Heel veel eten en niet mijn tijd verdoen met slapen. Ik zou wel veel slapen, maar niet héél veel.” Kaya: “Ik zou gaan backpacken op Madagascar.”

Lolita: “Ik zou de wereld rond reizen, naar warme landen, zoals Jamaica.” To: “Een bunker maken in mijn tuin, waar ik in zou gaan zitten als de wereld vergaat.”

Daniël: “Met een auto door een brandende hoepel springen.”

Toon: “ Ik zou alle festivals bezoeken die er nog zijn dit jaar.”

Fleur: “Ik zou nieuwe plekken willen ontdekken, die ik nog helemaal niet ken.”

Anna: “Ik zou sowieso stoppen met school!”

Marijn: “Ik wil wel reizen, naar Kongo.”

Ruben: “Wereldkampioen schaken worden.” Sanne (2e van links): “Ik zou leraren uitschelden die ik haat, feesten en dingen stelen Bibi: “Ik wil bungeejumpen. Ennn… in een hippiebus door Amerika reizen! En ik zou ook nog alle regels overtreden die er zijn.”

Meneer Heinneman: “Ik zou vooral doorgaan met ademenhalen!”

August: “Ik zou zeker stoppen met school en ik zou ook Justin Bieber heel hard willen trappen!” (Wij weiden hier niet verder over uit, maar August doelt op een voor jongens zeer gevoelige plek.) Mevrouw Comat: “ Ik zou wel eens willen bungeejumpen.”

Maud van Boven & To Wiersma


Kik Ya i , I r i sm s e ine n Kla s6

Ya ’g e lk las 4

40

Moderubriek

41


No or

Leanne Klas 6

42 43

Roos Prins


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

De brievenbus van mevrouw van Mossel Een Andy Warhol poster bij het tekenlokaal Een appelsticker op een van de kluisjes achterin de gang De muur bij de ingang van de kantine De koekoeksklok in A16 Een kraantje in A16 De muur en de ventilatieschacht bij de kluisjes Een van de nog overgebleven oudje kluisjes bij B20 Het medelingenbord bij de garderobe

8.

2.

4.

1.

9.

7. 6. 3.

Stagiaire: Stagiaire: ‘Weet ‘Weet iemand iemand wat wat een een mossel mossel is?’ is?’ Leerling: Leerling: ‘Iets ‘Iets waar waar je je naar naar toe toe moet moet als als je je te te laat laat komt….’ komt….’

5.

Wat is dit?

44

45


46

47

Jonge Jonge Dichter Dichter Des Des Vaderlands Vaderlands Nederland kent een Dichter des Vaderlands, namelijk Ramsey Nasr. Dit jaar wordt er voor het eerst naast deze ‘oude’ dichter ook een Jonge Dichter des Vaderlands gekozen. Wat houdt deze titel precies in? De Jonge Dichter des Vaderlands: • schrijft minstens vier keer per jaar een gedicht naar aanleiding van een actuele gebeurtenis; • treedt op tijdens poëzie- en jongerenfestivals als Poetry International, het Wintertuinfestival en Doe Maar Dicht Maar; • doet verslag van je activiteiten en gedichten via website/twitter/facebook; • krijgt coaching door een professionele dichter; • doet onder meer mee aan de masterclass internationale poëzie tijdens Poetry International; • krijgt zakelijke begeleiding van het Poëziepaleis; • wordt voor twee jaar benoemd Ik, Kenza Bolsius, heb me in oktober aangemeld als kandidaat voor de Jonge Dichter des Vaderlands. Er werden eind oktober 15 dichters geselecteerd en uitgenodigd voor het masterclassweekend in Delfzijl. Ik zat bij deze selectie. Tijdens het masterclassweekend kregen de jonge dichters allerlei trainingen, lessen en workshops van bekende schrijvers. Aan het einde van het

weekend moest elke jonge dichter optreden en zijn of haar gedicht voordragen. Een vakjury (bestaande uit o.a. Arie Boomsma, Frans Timmermans en Vrouwkje Tuinman) beoordeelde de prestaties en koos drie finalisten. Ik ben samen met twee meisjes uit Friesland uitgekozen en een van ons zal de Jonge Dichter des Vaderlands worden. De winnaar wordt op 2 juni bekend gemaakt. Als finalist heb ik samen met een producer een videoclipje van mijn gedicht gemaakt, uiteraard hebben de andere twee finalisten dit ook gedaan. Mijn gedicht is een actueel gedicht en heet Begrip. Vanaf half april kan er gestemd worden. De kijker beslist. Spannend dus!

Meer te lezen (en straks vooral te stemmen!) op www.poeziepaleis.nl.


48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.