Thuis in Thailand

Page 1

Mini-stadsgids

Op de fiets door

Bangkok Door Marcel de Korte


Een enorme varaan sprint over het betonnen fietspad het riviertje in. Het groepje witte westerlingen schrikt, houdt even de adem in, maar frapt dan weer geconcentreerd verder door de jungle. Dat moet ook wel, want het fietspad rust op palen in het water en is slechts een meter breed. 'Wat een grote hagedis,' roept het jongste fietsertje. De Thaise gids kijkt achterom, glimlacht en roept: 'Lunch!' Tussen struikgewas en bomen doemt een bamboe-restaurant op. De licht verbrande volgelingen draaien naar rechts en houden halt. Twee uur geleden glipten de toeristen met de fiets aan de hand een van de drukste straten in het kleurrijke Chinatown over. Nu peddelen ze door prehistorisch Bangkok, waar alleen de natuur de stilte doorbreekt. En af en toe een plukje passanten tijdens de tochten van touroperator Co van Kessel; een Nederlander die zijn hart heeft verpand aan Bangkok. Bangkok is hot. Letterlijk en figuurlijk. Jaarlijks wurmen miljoenen toeristen uit alle werelddelen zich door de Aziatische smeltkroes. Op jacht naar bezienswaardigheden, leuke uitjes en aantrekkelijke aanbiedingen. Het is hier 24 uur per dag Big Sale. In de wijk Sukhumvit bijvoorbeeld vind je honderden hotels die hun logees voor bizar lage prijzen volledig in de watten leggen. Maar ook bars die snooker en 'pleasure' bieden, na elke tien meter een restaurant om je vingers bij af te likken en megawinkelparadijzen waar elke koopjesjager helemaal kan losgaan. Mocht die jacht niks opleveren, dan kan zij, of hij, altijd nog terecht aan beide zijden van de brede boulevard die dwars door de buurt snijdt. Bij de duizenden Thai, die elke dag hun straathandeltjes opzetten: met T-shirts, houten olifanten, games, cd's, inheemse hoofddeksels, zijden badjassen, zilveren opsmuk, uit visgraat gesneden


massagestaven en nog veel meer spullen waarop elke toerist gek schijnt te zijn. Als je de kunst van het afpingelen beheerst, kun je in Sukhumvit een megaslag slaan.

Energieke hoofdstad Bangkok telt twaalf miljoen inwoners, vijf miljoen auto's, negentigduizend taxi's en vierduizend stadsbussen. Geen wonder dat het verkeer dagelijks vastloopt in de fuiken van het filespook. Boven de hoofden en autodaken flitst de Skytrain over een betonnen bypass om het vervoersinfarct voor een deel te ontlasten. Dit comfortabele alternatief - airco aan boord - brengt je snel van A naar B in Bangkok. Bijvoorbeeld tot de met bladgoud bedekte tempels en het koninklijke paleis in hartje stad. Ook daar ontvouwt zich op elke stoeptegel een mobiel restaurant met allerlei lekkers, zoals heerlijk gekruide kippenpoten op stok inclusief een geurige salade voor amper twee euro. En voor de echte liefhebber krokant gebakken insecten. Boeddha, het koningshuis en eten vormen de drie peilers waarop Thailand rust. Waag het trouwens niet op goed geluk de Sukhumvit boulevard over te steken. Het middenstuk is het domein van mobiel Bangkok. Taxi-brommers suizen als nijdige wespen over het asfalt. Op de hielen gezeten door gewone taxi's in alle kleuren van de regenboog. En een sliert bussen,


waarvan de motor uit de kont steekt en zwarte walmen uitscheidt. Een westerling zal zich bij een illegale straatrace wanen, maar voor de Thai is de gekte op de weg doodnormaal. Er klinkt ook geen enkele claxon en aanrijdingen zijn zeldzaam. Beleefdheid en verkeerskunde gaan hier hand in hand. Dankzij de talloze oversteekplaatsen - op de begane grond of door de lucht via betonnen loopbruggen - kunnen voetgangers veilig de overkant bereiken. Al blijft het ook tussen de kraampjes oppassen geblazen. Vanwege de drukte uit alle windstreken en de 'Sukhumvit-slider', die regelmatig als een slang over het trottoir kronkelt. Niet voor zijn plezier, maar omdat hij geen benen heeft en toch zijn dagelijkse kostje bij elkaar moet scharrelen. Dat gaat hem goed af, want hij draagt een compleet pak, inclusief lange broek. Zijn collega's in hun haveloze plunje vangen beduidend minder.

Er opent zich een totaal andere souvenirshop als je de opzichtige sluiers van Bangkok opzij schuift en de moeite neemt af te buigen van de routes die de reisgidsen voorschotelen. In die periferie trekt de Nederlandse touroperator Co van Kessel al ruim twintig jaar met een oer-Hollandse attractie rond; per fiets door de meest exotische delen van de populaire hotspot. De oud seminarist kent de metropool op zijn duimpje en voegt regelmatig nieuwe trajecten toe aan zijn stad-safaries. Ruim dertig jaar geleden strijkt hij voor het eerst neer in Thailand. Samen met een goede vriend en op aanraden van een kennis: Daar


moet jij naartoe, Co; echt een land voor jou. 'Nederlanders hebben in die tijd net de Spaanse Costa's ontdekt en weten echt niet waar Thailand ligt. Maar mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Voor 1850 gulden kopen mijn maat en ik een ticket bij Ad Latjes; een van de eerste prijsvechters in de luchtvaartindustrie. In Bangkok dalen we de vliegtuigtrap af en een heerlijke tropische deken omhelst me. 'Hier ga ik niet meer weg', roep ik tegen mijn vriend. 'Ja ja Co. Loop nou maar door, want je staat nog niet eens met beide benen op de grond.' Hollands Glorie In 1902 haalt koning Rama V een Nederlandse ingenieur naar zijn rijk. Om de Thaise waterhuishouding op orde te brengen. Dankzij Jan Homan van der Heide houdt het moerasachtige Bangkok - in het Engels liefkozend tot 'Swampy' omgedoopt - jarenlang droge voeten. Maar de huidige klimaatveranderingen hebben het levenswerk van de Nederlander ingehaald. Daarom zijn onlangs enkele waterbouwkundigen uit Nederland in zijn voetsporen getreden. Voor de aanleg van een nieuwe verdedigingslinie, die de stijgende wateroverlast moet indammen. Een andere landgenoot timmert ook aan de weg in Thailand: de wereldberoemde architect Remco Koolhaas. Begin 2014 zal zijn schepping - de hoogste wolkenkrabber in Bangkok - klaar zijn. Het Mahanakhon (Thai voor 'metropool') gebouw biedt dan plaats aan een hotel met honderdvijftig kamers, een mega-winkelcentrum en een restaurant op zo'n driehonderd meter hoogte. Bovendien kunnen sommige bezitters van de tweehonderd luxe appartementen genieten van een adembenemend uitzicht. Vanuit een skybox, die voor een deel uit hun woning steekt.


Thailand is een jonge democratie met een bewogen geschiedenis. Co van Kessel en zijn maat komen midden in een oorlogsroman terecht, als ze er in 1974 naartoe vliegen. Het leger is voor de zoveelste keer aan de macht en het land verkeert in staat van beleg. Tijdens een massaal protest tegen de coup laten de machthebbers tientallen studenten doodschieten. Vanwege dat instabiele politieke decor raadt het thuisfront Co aan af te zien van zijn vakantietrip. Ook al omdat de hele regio na dertig jaar oorlog in Vietnam, Laos en Cambodja bekend staat als een, groot mijnenveld.

'Kiezen voor een reis naar Zuid Oost Azië was toen vergelijkbaar met nu een ticket boeken naar Afghanistan. Toch voel ik me tijdens die vakantie volkomen op mijn gemak. De tweede dag duiken we de oude wijken van Bangkok in. De bewoners maken gewoon een praatje met ons en de militairen leggen geen strobreed in de weg. “Pure mazzel,” roepen medewerkers van reisbureaus en andere gasten in het hotel: “Maar ga in elk geval niet tijdens de avondklok naar buiten, want dan krijg je zeker een kogel tussen je ogen.” Mijn maat en ik geloven er niets van en na het diner lopen we op ons dooie gemak weer naar buiten. Na een paar honderd meter houdt een vriendelijke politieman ons aan. Die bevestigt dat de straat verboden terrein is op dit tijdstip. Maar in plaats van een kogel krijgen we een lift. Twee agenten hebben ons keurig voor het hotel afgezet.'


Een van de levendigste buurten in Bangkok is het oude Chinatown. Volgepakt met hotels, restaurants en winkels in allerlei soorten en maten. Midden in deze bruisende volkswijk bevindt zich ook nog een ander koopparadijs; de grote dagmarkt. Duizenden kraampjes liggen bezaaid met Boeddha's, bijzondere kruiden, slippers, gouden sieraden, oude paspoorten, vogeltjes en bruin gebakken varkenskoppen die je sullig aanstaren. Dwars door alle drukte duwt een tanige Thai een torenhoge stapel met rieten manden op zijn fiets voor zich uit. De marktpaadjes zijn niet breder dan een halve meter en iedereen zet keurig een stapje opzij. Dat doet ook het trio toeristen uit Nederland. De oudere man en zijn jonge metgezellen kijken vol verbazing naar de wiebelende rietberg en vragen zich af hoe deze Thai de zwaartekracht naar zijn hand weet te zetten. Hoofdschuddend vervolgen ze hun jacht op snuisterijen. 'Of zullen we eerst zo'n lekker noedelsoepje gaan eten?' roept de mooiste van de twee vrouwen met een net aangeschafte 'Ray Ban' op haar verbrande neus. Populaire koning De huidige koning Bhumibol zorgt tijdens de coup van 1974 persoonlijk ervoor, dat zijn volk weer het pad van de democratie kan bewandelen. Na de moordpartij op de studenten ontbiedt hij de hoogste militaire leider op zijn paleis. In Thailand schrijft het protocol voor, dat elke onderdaan de koning op de knieÍn moet naderen. Dat geldt ook voor de opperbevelhebber van het leger. Terwijl de generaal naar de koning kruipt en zijn neus de paleisvloer raakt, krijgt hij een enorme uitbrander van de populaire monarch. Dat betekent meteen einde oefening voor officier en staatsgreep. Na een afgebroken priesteropleiding en succesvolle carrière als 'platenbaas' in Tilburg, vestigt Co van Kessel zich in


1977 definitief in Thailand. Die keuze heeft hij eigenlijk na zijn eerste trip al gemaakt. Bovendien is drie kapiteins aan boord van de Tilburgse platenzaak teveel. Daarom nemen zijn broer en de andere compagnon Co's aandeel in het bedrijf over. Hij gaat dus niet met lege zakken naar het land van Boeddha. 'Mensen vragen nog steeds wat mij heeft bezield God en vaderland achterlaten en in die vreemde Oosterse wereld een bestaan opbouwen. Ik ervoer het leven in Nederland als te benauwend. Misschien ook wel door mijn opleiding op het seminarium. Vooral als je dat vergelijkt met de afwisseling die Bangkok biedt. Ik had lucht nodig en vond die in deze speeltuin voor volwassenen. Je kunt hier met gemak zeven levens leiden. Verveling bestaat niet. Na elke straathoek ontvouwt zich een nieuwe werkelijkheid. Bovendien kent dit land niet alleen lekkere temperaturen, maar heerst er ook een heel prettig sociaal klimaat. Bijna iedereen is goed gehumeurd, respecteert elkaar en toont oprecht interesse voor de ander. Naast dat persoonlijke comfort heb je voor weinig geld prima huisvesting, excellent eten en volop mogelijkheden om uit te gaan. Natuurlijk kom je ook leuke Thaise vrouwen tegen, maar ik ben nog steeds vrijgezel. In tegenstelling tot veel mannen die hier na een scheiding aanspoelen, een locale schone ontmoeten, alles door een roze bril zien en nog tijdens de vakantie trouwen. Zoals die kerel die de Nederlandse ambassade binnenstormt en roept: “Mag ik voor, want ik moet morgen terug naar Amsterdam en vandaag nog trouwen.� In de meeste gevallen zijn dat gammele huwelijksbootjes, die een hoop drenkelingen voortbrengen.' De eerste jaren in Thailand maakt Co alleen familie en vrienden blij met zijn toertochten. Maar de reacties zijn zo positief, dat hij kiest voor een professionele aanpak. Hij


peddelt duizenden uren op zijn fiets door Bangkok om alle straten, steegjes en kanalen tussen de grote verkeersaders in kaart te brengen. In die eeuwenoude buurten speelt het Thaise leven zich af; van een eenvoud en rust, waarvoor zelfs de meest gestreste wereldburger door de knieĂŤn gaat.

'Het begin is met vier ritjes per maand heel bescheiden. Nu bieden we dagelijks tot wel twintig tochten. Met de boot of op de fiets; overdag en 's avonds. Als je de weg kent, dan zijn er genoeg rustige plekjes om te fietsen. En droge, als een andere wijken blank staan door wateroverlast. Het is ook de meest verfrissende manier van voortbewegen in een stad die altijd warmte uitademt. Ik doe dit samen met mijn Thaise compagnon en zo'n dertig stafleden en gidsen. Je kunt best spreken van 'big business' en het succes werkt aanstekelijk op de ondernemingszin van Nederlandse klanten. Sommigen hebben dit concept op andere plekken gekopieerd. Zoals in Bombay, Peking, Hongkong en Saigon.' Het Grand China Princess Hotel in hartje Chinatown is een van de twee startplaatsen van de tochten. In de lounge van het hotel staat een opgewonden gezelschap gereed voor het komende avontuur. De gids loodst de groep naar een van de drukste straten in de buurt. Daar maant ze de deelnemers even te wachten, loopt dwars door het verkeer naar het midden van de weg en steekt haar gele petje in de lucht. Het teken voor elke chauffeur om het rempedaal diep in te


trappen. Nagestaard door verbaasde Thaise blikken steken de toeristen met de fiets aan de hand over. Hoog water De echte tocht voert door smalle achterafstraatjes, waar bewoners voor de deur koken en oma's met hun kleinkinderen spelen. En dan naar een van de vele tempelcomplexen. Hier komen de fietsers oog in oog te staan met een krokodil; ooit aangespoeld tijdens hoog water, dat de stad eens in de zoveel tijd bezoekt. Binnen het Boeddhisme is het wet, dat je op het terrein van een heiligdom geen dier mag doden. Vandaar dat de monniken van deze tempel het gigantische beest omgeven door stevig beton - als een huisdier vertroetelen. Tuk Tuks laten knetterend horen, dat zij nog steeds de wegkapiteins zijn in Chinatown. De herrie steekt wreed af bij de lieflijke lampions die overal heen en weer wiegelen in de wind. Een lang lint handelshuizen bepaalt het aangezicht van de eeuwenoude buurt. Aan een van de gebouwen hangt een groot bord met de tekst: J.K.Inderfabric. De wijk telt talloze kleine supermarkten, een modern hospitaaltje zonder wachtlijsten, vijftien apotheken en een halte van de Skytrain. Co van Kessel is een van de weinige vreemdelingen, die is neergestreken in dit deel van Bangkok. Prima, vindt hij, want de meeste 'farang' (Thai voor westerling) passen zich niet aan, weten niet hoe het systeem werkt en klagen teveel. In dit land werkt dat juist averechts, omdat je dan minder service krijgt. Co lacht zich altijd slap als hij een farang met een kapotte koelkast ziet sjouwen: 'Dat moet je laten doen in Thailand, zodat jij je rug spaart en een arme Thai een paar centen verdient. Je kunt zelfs in de supermarkt iemand erop uit sturen om jouw boodschappen te doen voor een kleine vergoeding. Eten doe


je sowieso buiten de deur. Keus genoeg. Nederland telt misschien 6000 restaurants, maar in Bangkok vind je er 200.000. Met alle smaken van de wereld. En geloof me; er zijn hier betere Italiaanse restaurants dan in Italië zelf. Je kunt elke dag, jaar in jaar uit, voor een ander restaurant kiezen. Voor een paar euro per keer. Michelin wil nu voet in Thailand zetten, maar de Thai zien daar niets in. Die weten zelf wel wat goed en lekker is. Een club uit Frankrijk hoeft dat niet te bepalen.'

Bangkok telt ook tienduizenden cafés. Zoals New Wave, in een van de vele zijstraatjes van Sukhumvit. In de poolbar wordt weliswaar flink gescoord, maar dan vooral óp de groene lakens. De clientèle bestaat uit Thaise meiden, farang en een Zuid-Koreaan met de bijnaam Kor. Een goed gemutste ict-er met een kek brilletje en een eigen koffertje met keu. Zijn Engels en ogen zijn erbarmelijk slecht, net als zijn kunsten op de biljarttafel. Maar een blik op dit beminnelijke mens tijdens zijn intensieve poolsessies en zelfs de diepste depressie verandert in een verfrissend manische bui. Als een roofdier sluipt Kor rond de tafel. Hoe krijgt hij die gekleurde bal, zonder de witte te verspelen, in dat gat? Hij zakt licht door de knieën, buigt zich over de tafel en legt aan voor de stoot. Zachtjes glijdt het gladde kokoshout door zijn vingers. De frêle Thaise tegenstander zit intussen gezellig aan de bar te kletsen en van haar Bee Fifty Two te genieten. Maar sommige aanwezigen kijken gebiologeerd naar poolkeizer Kor. Dan raakt het topje van


zijn keu de witte speelbal. Die schiet als een kogel weg, mist het doel, vliegt over de rand van de tafel en stuitert zeven meter verder voor de maatjes 35 van zijn uitdager op de grond. Het spichtige wezentje fladdert van haar kruk, raapt het ivoor op en zegt onbewogen: 'I like your balls, Kor.'

Veiliger dan Amsterdam In het voorjaar van 2010 woedt in een klein deel van Bangkok een regelrechte oorlog. Met rode Tshirts uitgedoste aanhangers van oud-premier Thaksin voeren wekenlang strijd met de regering. Elke dag stijgt het aantal doden en niemand weet wanneer het geweld stopt. De toeristenindustrie van Thailand krijgt ook flinke klappen. Want de gemiddelde vakantieganger vliegt niet naar de andere kant van de wereld om naar het gefluit van kogels te luisteren. Volgens Co van Kessel was er in 2010 - net als tijdens de staatsgreep van 1974 - geen enkele reden voor angst. 'De onrust bleef beperkt tot enkele straten in het zakencentrum. Drie blokken verderop struinden toeristen de mega-warenhuizen af. Zelfs in die heftige weken kon je in deze metropool veiliger op stap dan pak 'm beet zaterdagavond op het Leidseplein in Amsterdam. Ik ben bijvoorbeeld in mijn eentje door Bangkok gaan fietsen. Overal zag je Thaise families naar de populaire


televisiesoaps kijken. Alsof er niets aan de hand was. In 95 procent van de hoofdstad was dat ook zo. De Thai zadelen bovendien buitenstaanders zo min mogelijk op met hun eigen problemen. In de meest beroerde omstandigheden toveren ze voor elke toerist die prachtige glimlach tevoorschijn.' Thailand is populair in Nederland. Na de Verenigde Staten is het de meest favoriete niet-Europese bestemming voor veel Nederlanders. Die oordelen overigens minder kortzichtig dan de Amerikanen. Zij beschouwen elke Thai als een rijst etende spleetoog. Maar het contact tussen Nederlandse toeristen en de locale bevolking blijft meestal beperkt tot zwaaien uit een hoge bus met airco. Toch neemt Co van Kessel het op voor dit type reiziger uit Amsterdam of Eindhoven. Volgens hem kiezen de meesten voor comfort en gemak, omdat de vakantie na drie weken weer voorbij is. Daarom trekken ze het liefst erop uit met een groep onder leiding van een reisbureau. Dan betaal je weliswaar iets meer, maar is alles wel strak geregeld en kun je in twee weken elke bezienswaardigheid bekijken. 'Het koninklijk paleis Ă­s ook prachtig. Net zo goed als de eilanden in het zuiden van Thailand of het gebied rond de stad Chiangmai in het noordwesten. Maar wijk voor de lol een keer af van het uitgestippelde pad en trek je eigen plan. Bangkok bijvoorbeeld beschikt over een prima openbaar vervoerssysteem: snel, veilig en goedkoop. Aan boord van de Skytrain gedraagt iedereen zich fatsoenlijk. Een ritje met de lokale stadsbus voor een halve euro is al een avontuur op zich. Bovendien maak je op deze manier snel contact met je omgeving. Met een beetje Engels en een Thais woordenboekje in de hand kom je een heel end. Laat de Thai wel even wennen aan ons tempo. Wij zijn soms zo ongeduldig, maar zij nemen graag de tijd voor de ander.'


Er is ook een categorie bezoekers, dat voor heel andere bezienswaardigheden naar Bangkok afreist. Op hun verlanglijstjes staan meisjes. Bijvoorbeeld uit een van de vele go-gobars in de wijk Pathong, waar Thaise poppetjes als groene blaadjes naar grijpgrage mannenhanden dwarrelen. Ook Soi Cowboy staat bekend om dit soort vermaak. Aan weerszijde van het smalle straatje zeuren tientallen bars om aandacht van de doelgroep. Het is iets voor elven in de ochtend en al behoorlijk druk. Voor de ingang van een vaal cafeetje staan twee vijftigers zich tegoed te doen aan bier en mogelijke versnaperingen voor de nacht. Iets verderop bevindt zich een van de weinige 'fatsoenlijke' restaurants. Met Heineken en bitterballen op de kaart. Een Nederlandse echtpaar met dochter doet zich tegoed aan de Hollandse snack. In Bangkok is geen plaats voor heimwee.

Stad der Engelen Bangkok was ooit een piepklein handelscentrum met haventje bij Ayutthaya; de oude hoofd- en hofstad van Siam zoals Thailand vroeger heette. In 1767 verwoest het leger van buurland Birma de koningsstad. Bij de haven van Bangkok verrijst daarom aan de overkant van de rivier een tijdelijke hoofdstad. Met het paleis van koning Rama op het nabij gelegen eilandje Rattanakosin. Vervolgens roept de vorst Bangkok uit tot de nieuwe hoofdstad Krung Thep. Een afkorting, want de volledige naam luidt: 'De stad van engelen,


de grote stad, de woonplaats van de Smaragdgroene Boeddha, de ondoordringbare stad van de god Indra, de grote hoofdstad van de wereld die met negen kostbare edelstenen is begiftigd, de gelukkige stad, rijk aan een enorm Koninklijk Paleis dat de hemelse woonplaats gelijkt waar de gereïncarneerde god regeert, een stad die door Indra is gegeven en die door Vishnukarn is gebouwd.' Inmiddels woont en werkt Co van Kessel 35 jaar in Thailand. Geen wonder, dat landgenoten vaak met vragen bij hem aankloppen. Of om te klagen. Over Thai die nooit openstaan voor een diepgaand gesprek. Steek de hand eens in eigen boezem, reageert Co op zulke klachten: 'Mijn huidige compagnon is een van mijn beste vrienden. Ze is academisch gevormd, praat uitstekend Engels - mijn Thai is een stuk minder - en we hebben geen geheimen voor elkaar. Maar de meeste Nederlanders laten bijna nooit iets los over hun privé-leven. Hoe kun je verlangen, dat een Thai de diepte ingaat, terwijl jij voortdurend afstand houdt? Op de maandelijkse borrel van de Nederlandse Ambassade gebeurt dat ook. Iedereen heeft het over het Thaise eten, de Thaise vrouw en de Thaise zakenrelatie. Laat het woordje 'Thaise' weg en zeg gewoon verpleegster, ober of chauffeur. Bouw een mini-relatie op met elke Thai waarmee je in gesprek gaat. Ook als je maar een paar weken hier bent.' Vertrouwen is ook een toverwoord in Thailand weet Co van Kessel. Maar pas op voor de internationale straatverkopers met hun gladde praatjes. Op het drukke terras van de zeven visrestaurants aan het begin van Sukhumvit, schuift de keurig verzorgde Indiase man het linker manchet van zijn zijden blouse omhoog: 'Real Rolex. Special price. Only for you, beautiful lady'. Een batterij glimmende horloges lacht het potentiële slachtoffer toe. De ogen van het meisje worden groot en de


blik begerig. Maar haar tafeldame schudt nee: 'Niet doen. Je wordt genept.' Zij is duidelijk beter op de hoogte van de spelregels rond dit type wereldhandel. 'Ach, jij bent altijd zo negatief,' reageert de spilzieke vriendin kribbig: 'Het is vakantie en ik neem 'm.' De handelaar grist de 1200 Thaise bath, ruim twintig euro, van tafel en maakt zich met een sportief drafje uit de voeten. Op jacht naar nieuwe argeloze klanten. Als de toeriste na een half uur op het glimmende klokje kijkt, weigert de secondewijzer dienst. Twee dagen later verdwijnt 'de Rolex' definitief in de tijd.

Eerlijke taxichauffeur Voor een hoge glazen toren in Sukhumvit, stopt een taxi; zo roze als een kauwgombal. De chauffeur krijgt geen kans om beleefdheden uit te wisselen met zijn passagier. Die stormt meteen de lobby van het Asian Hotel binnen. Daar wachten zijn vrienden, na enkele minuten een verrassing. De toerist heeft zijn rugzak in de taxi laten staan. Stom. Weg paspoort, vliegticket, goed gevulde portemonnee en camera. De net begonnen vakantie verandert in een hel. Een razendsnel bezoek aan de Thaise Toeristenpolitie brengt de zenuwen niet tot bedaren. 'Mijn collega's kijken al uit naar de taxi', probeert de hoofdofficier hem gerust te stellen. Maar een uur later is er nog geen melding binnengekomen en keert de man terug naar het hotel. 'Nee', zegt hij tegen zijn vrienden: 'Die


spullen ben ik kwijt. Morgen dus naar de Nederlandse Ambassade.' Op dat moment klinkt de Thaise groet 'Sawadee' door de lobby. De gedupeerde veertiger draait zich om en staart naar het glimlachende gelaat van de chauffeur. Die had na dertig kilometer de rugzak in zijn taxi opgemerkt, bedacht zich geen moment, draaide zijn taxi honderdtachtig graden en reed het hele stuk terug om de eigendommen aan die arme toerist terug te geven.

Co van Kessel overleed in juli 2012. Hij is gecremeerd in Thailand


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.