3 minute read

Gazet van Hoogstraten 1892-1913

Op het einde van de 19de eeuw zijn er gelijktijdig een aantal factoren aanwezig die een verklaring kunnen geven voor het ontstaan, de groei en de bloei van de weekbladpers ook en vooral op het platteland.

Haast elk dorp en elk belangrijk gehucht heeft in die tijd een lagere school met een of meerdere goed gevormde onderwijzers. Steeds meer kinderen volgen dit basisonderwijs en blijven ook langer naar school gaan. Het aantal mensen die goed kunnen lezen en schrijven groeit sterk.

Ook het groeiende Vlaams bewustzijn, de opkomst van een Vlaamse literatuur en de ontwikkeling van het verenigingsleven zorgen in die tijd voor een gunstig leesklirnaat en ontwikkelen de belangstelling voor het maatschappelijk leven.

Dagbladen waren voor veel mensen te duur en hun eerste succes bleef dikwijls beperkt tot de steden en bij de burgerij. De weekbladen veroverden het platteland en elke belangrijke gemeente of streek kreeg op korte termijn zijn eigen 'gazet'.

Louis Van Hoof

Op zaterdag 13 augustus 1892 verscheen het eerste nummer van de Gazet van Hoogstraten, katholiek nieuws en aankondigingsbiad. In een omzendbrief had Louis Van Hoof, drukker-uitgever te Hoogstraten, het publiek vooraf bericht dat weldra een nieuweling de rangen van de katholieke weekbladpers in de Kempen zou komen aanvullen.

Vanaf het begin werd gedrukt op een bladspiegel van 55x36,5 corn. Het eerste nummer telde vier bladzijden waarop de tekst over drie kolommen was ingedeeld. De abonnementsprijs voor een jaar bedroeg 4 fr. en voor 6 maanden 2,50 fr. Onder de titel 'Ons Streven' legde de uitgever de gedragslijn bloot die de Gazet van Hoogstraten zou volgen: 'Voor Godsdienst, Taal en Vaderland en... wij zullen met eene bijzondere voorzorg op de belangen onzer gemeente en op die van het kanton letten'.

In de keten der regionale weekbladen uit de Kempen, gevormd door o.a. Turnhout, Herentals, Mol en Geel, was Gazet van Hoogstraten de ontbrekende schakel voor het noorden van de Kempen, het land van Hoogstraten en het omliggende. Men moet zich realiseren dat in die tijd dagbladen en tijdschriften in de landelijke gebieden nog zeer weinig afzet vonden, de radio nog geen gemeen goed was en de televisie nog onbekend, zodat de mensen voor informatie bijna uitsluitend op het plaatselijk weekblad waren aangewezen. Meteen is duidelijk welke belangrijke rol dergelijke informatiebron in die omstandigheden kon vervullen, voor welke verantwoordelijkheid de uitgever zich geplaatst zag nu hij, wellicht onbewust, door zijn krant zich in zekere zin een machtspositie verwierf, niet alleen tegenover zijn rnedeburgers, maar evenzeer ten overstaan van de plaatselijke overheid. De vier bladzijden kleine tekst werden gevuld met het belangrijkste buitenlands en binnenlands nieuws, maar ook algemene bijdragen over sociale, economische, religieuze en culturele onderwerpen. Het nieuws uit de omliggende gemeenten en vanuit het verenigingsleven kwam ook uitvoerig aan bod. Ontspanning kon men tenslotte vinden in een gevarieerd mengelwerk. Biezondere medewerkers uit eigen streek verhoogden ongetwijfeld de standing van de krant die praktisch in ieder gezin werd gelezen.•

(Bron: Liber Amicorum Jozef Lauwerys)

This article is from: