14 minute read
Bart Van Ossel: de dirigent die van zijn stokje ging...
Er beweegt van alles in de hafabra-wereld…
Bart Van Ossel: ”Fanfares blijven muzikale én sociale speerpunten in onze samenleving!”
MEER - HOOGSTRATEN Zaterdag 17 en zondag 18 maart concerteert brassband Sinte-Rosalia uit Meer feestelijk. De reden? Dirigent Bart Van Ossel staat er twintig jaar ‘aan de bok’…Toch wordt het een concert dat velen met een dubbel gevoel zullen beleven, want Bart neemt ook afscheid van Rosalia, Meer, Hoogstraten,… Twintig jaar is vandaag de dag voor een dirigent inderdaad erg lang om bij eenzelfde muziekvereniging te blijven. De Hoogstraatse Maand blikt met Tielenaar Bart terug, maakt een balans op,
DHM: Hoe ben je vanuit Tielen in Meer en Hoogstraten terecht gekomen, Bart?
Bart: Ik was in 1998 laatstejaars student aan het Lemmensinstituut in Leuven. Mijn oorspronkelijke trompetleraar, Eddy Avonds uit Tielen, was toen Fedekam-afgevaardigde (Fedekam was de voorloper van Vlamo, de overkoepelende organisatie van amateurmuziekverenigingen, nvdr) en maakte een ronde bij de fanfares in de Noorderkempen. En daar stelde zich inderdaad een probleem. De legendarische Staf Mertens stopte als dirigent en ineens zaten vier muziekverenigingen zonder dirigent. Eddy bracht mij in contact met Meer en Hoogstraten.
In Meer ging ik meteen aan de slag. Vacatures, sollicitaties, proefrepetities,… dingen die nu de gewoonste zaak zijn als een nieuwe dirigent moet gezocht worden, waren toen nog niet ingeburgerd. Ik werd dus meteen voor de leeuwen gegooid. Ook het bestuur van fanfare Sinte-Catharina zag blijkbaar wel wat in mij als jonge musicus en ook daar nam ik de dirigeerstok op.
Het was de tijd dat brassband Sinte-Rosalia elk jaar bij de inzet van het bouwverlof op bedevaart ging naar Scherpenheuvel. Ik mocht me dus niet laten kennen, mijn taak ging verder dan alleen het dirigeren bij het opluisteren van de eucharistieviering.
Maar dat ging niet helemaal goed. In mijn jeugdige overmoed had ik ook de nachtelijke tocht van Meer naar Scherpenheuvel te voet meegedaan, zonder enige voorbereiding… Ik heb het intredelied nog gedirigeerd, en het volgende wat ik weet, is dat ik buiten naast de basiliek op een bankje zat om te bekomen… Van mijn stokje gegaan, hé. Als entrée kon dat tellen.
Bouwen op erfenis van Staf Mertens
DHM: Je had je diploma ‘Meester in de muziek, optie trompet’. Waar haalde je de inspiratie voor het dirigeren? Bart: Muziek zit toch echt ook wel een beetje in onze genen, denk ik. Zelf begon ik op 8-jarige leeftijd met notenleer en een jaar later op instrument,
allebei opleidingen in de schoot van de Tielense fanfare De Kempenzonen. Heel belangrijk was voor mij ook de fanfare in het Sint- Jozefscollege in Herentals. Die werd geleid door mijn ondertussen overleden oom, Frans Steurs. Hij dirigeerde dat ensemble 35 jaar. En grootvader Steurs was jaren dirigent van fanfare De Toekomst in Olen-Centrum.
Frans Steurs is ook voor de Hoogstraatse hafabra-wereld geen onbekende. Van opleiding Germanist, leraar Duits in Herentals, was hij een meer dan begenadigd musicus. Hij leidde in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw verscheidene keren de ‘play-in’, een gezamenlijk organisatie van de fanfares van Hoogstraten, Meer, Meerle, Wortel, Minderhout, Merksplas, Loenhout, Rijkevorsel.
In Tielen stond ik al snel voor de jeugd. In Meer en Hoogstraten kon ik verder bouwen op de erfenis van Staf Mertens. Het uitwerken van een nieuw, eigen repertoire is een werk van lange adem. In Meer was het eerste nummer dat ik aanbracht ‘Deep Harmony’. Maar het was hard werken om tot muzikale en sociale harmonie te komen…
DHM: Je maakte in Meer een bewogen geschiedenis mee, maar je kende met Ste.-Rosalia ook hoogtepunten?
Bart: Dat is wel het minste wat je kan zeggen. De eerste vier jaar hebben we wel wat aan de gevestigde structuren moeten tornen. Voor enkele muzikanten ging dat te ver en zij verlieten de brassband. Dan zijn we met een enthousiaste en verjongde ploeg langzaam opnieuw beginnen opbouwen. Op muzikaal vlak gingen we terug naar eenvoudige, vierstemmige muziek zelfs. Maar het werk loonde. Op 29 maart 2003 presenteerden we het jaarconcert onder de titel ‘The Return of the Sounds’ en van dan af hebben we toch wel een aantal muzikale ijkpunten in Meer geplaatst.
Bart Van Ossel
• ° 25 februari 1975, Turnhout
• kleuterschool en lagere school in Tielen
• secundair onderwijs: Sint-Jozefscollege Herentals, richting informaticaboekhouden
• hoger onderwijs: Lemmensinstituut Leuven (nu Luca School of Arts, Campus Lemmens)
• diploma: Meester in de Muziek, optie trompet
• woont in zijn geboortedorp Tielen, werkt als payroll-consulent bij SD-Worx in Geel
• woont samen met Karine Van der Vliet
• ze hebben drie kinderen: Joram (13), Remco (10) en Maya (7)
• speelt nu s-cornet bij Brassband Kempenzonen, Tielen
• speelt sinds 1995 trompet en cornet bij en heeft de algemene leiding over Just for Fun, Tielen
• dirigeerde 13 jaar de jeugd bij Tielen, was dirigent bij de jeugd van Poederlee, en stond van zijn 16 tot zijn 20 voor de jongeren van de fanfare van het Sint- Jozefscollege Herentals
• dirigeerde Kon. Fanfare Sinte-Catharina Hoogstraten (1998-2010)
• dirigeert tot vandaag Brassband Sinte-Rosalia Meer (1998-2018)
Hoogtepunten
DHM: Aan welke activiteiten uit het Rosalialeven bewaar je de beste herinneringen?
Bart: Dat zijn er toch wel heel wat… Samen met de zustervereniging Toneelkring ‘t Heidebloempje werden de stukken ’Vast in de kast’, met een hele reeks rocknummers, en het kerststuk ‘Estaminet In Den Boulevard’, beide geschreven door leden van de toneelkring zelf, van live muziek voorzien. Er was een dubbelconcert met covergroep Jiving Sister Fanny, dat zorgde voor een heel nieuw publiek. Maar een schlageravond met charmezanger Ive Rénaarts stond even goed op het programma. En ik vermoed dat de trouwe luisteraars zich ongetwijfeld ook de innig mooie uitvoering herinneren van ‘Gabriella’s Song’, met Ilse Verachtert.
Maar de absolute uitschieter blijft toch de uitvoering van ‘Brassed Off’. De beroemde film van Mark Herman, over de sluiting van de mijnen in Engeland, werd geprojecteerd. Wij met de brassband speelden live de legendarische filmmuziek, met bekende nummers als ‘Danny Boy’, ‘William Tell Overture’ en ‘Pomp and Circumstance’. Bovendien werden er beelden van onze eigen concerttrip naar Londen in de film gemonteerd. Onvergetelijk…
Dat gold ook voor onze Parijsreis. We concerteerden onder de Eiffeltoren op de Seine-oever en op een kiosk in een Parijs’ park. Thuis in Zaal voor Kunst en Volk maakten we daar ons concert ‘Vive la France!’ van. En natuurlijk was het jubileumconcert van 2015, ‘Radio Rosalia’, een onvervalst hoogtepunt. Het jaarconcert werd live op antenne gebracht door Valencia en was via hun internetradio over de hele wereld te beluisteren. We kregen op de concertavond zelf een luisteraar uit Curaçao rechtstreeks aan de lijn in de zaal. En vorig jaar brachten we in het kader van het stedelijk cultuurproject ‘Grenzeloos’ een programma met brassbandmuziek van componisten uit het noorden van Europa.
DHM: Aan fanfare Sinte-Catharina bewaar je ook goede herinneringen?
Bart: Zeg dat wel! Ik beschouw de promotie van 2de afdeling naar afdeling Uitmuntendheid in het orkesttornooi van de provincie Antwerpen nog altijd als een hoogtepunt in mijn carrière en de geschiedenis van de fanfare. Samen behaalden we ook enkele nationale titels in de lagere afdelingen van Fedekam/VLAMO. We speelden met het jaarconcert voor bomvolle Rabboenizalen. Het Begijnhofconcert, de Schotse avond, de samenwerking met het koor Vialta: allemaal top! DHM: Maar in de Noorderkempen zijn het niet enkel de muzikanten van Meer en Hoogstraten die jou kennen? Bart: Dat klopt. Met Hoogstraten beleefden we ook enkele belangrijke momenten. Ik stond echter ook in Wortel voor de brassband, om er een periode te overbruggen toen dirigent Arne Adriaensen er vertrokken was. In Meersel-Dreef ben ik verschillende keren ingevallen voor toenmalig dirigent Hans Arnouts. Dat deed ik ook bij Vermaak na Arbeid in Rijkevorsel. Verscheidene jaren dirigeerde ik het VITO-orkest. Dat bracht ter gelegenheid van de opendeurdagen indertijd elk jaar leerkrachten, leerlingen en oud-leerlingen die in fanfares in de regio spelen, samen in een gelegenheidsorkest. En ook het koperensemble van Hoogstra- ten, eveneens een erfenis van Staf Mertens, mocht ik een aantal keren leiden. Ik was ook betrokken bij het orkest dat Dana Winner begeleidde bij haar optreden in de veiling. Voor de cd van de musical De Gelmel, onder muzikale leiding van Hans Casteleyn, speelde ik de trompetpartij in. Ik heb de beste herinneringen aan de uitstappen met de veloclub in Hoogstraten en in Borderbrass heb ik ook nog meegespeeld. Ik was er een tijd invaller principal cornet. Ik heb in de parochiezaal van Wortel zelfs een keer met een gebroken elleboog een concert meegespeeld: ik was met mijn stoel van het podium getuimeld! In mijn eigen dorp en omgeving stond ik voor de jeugdensembles van de fanfares van Tielen en Poederlee en die van het Sint-Jozefscollege in Herentals.
Academie
DHM: Is er een verschil tussen de fanfares ten zuiden van Turnhout en die hier in het noorden?
Bart: Het viel mij in het begin op dat de opleiding van de jeugd veelal in eigen beheer van de verenigingen gebeurde. Dat vroeg erg veel enthousiasme en persoonlijke inzet van muzikanten en bestuursleden, voor een niet onbelangrijk deel gebeurt dat ook nu nog zo. Maar dat systeem heeft zijn beperkingen. Rondom Herentals bv. is er een veel intensere samenwerking van de fanfares met de muziekacademie. Voor de muziekacademie De Noorderkempen lijken de koper- en slagwerkinstrumenten niet echt prioritair.
Een voorbeeld: als de jongerenafdeling van een fanfare onder de leiding van een gekwalificeerde dirigent staan, gelden de repetitiemomenten van die groep voor die leerlingen als les samenspel voor het curriculum van de academie van Herentals. Hier in de regio moeten leerlingmuzikanten van Meer, Meerle naar Hoogstraten en nu zelfs naar Merksplas voor de samenspelklas. Het is begrijpelijk dat er dan nogal wat afhaken. Mits goede afspraken moet het toch perfect mogelijk zijn om dat anders te organiseren. Dan opent zich een heel andere muzikale wereld. Dan kan je zelfs grotere projecten aanpakken… Ik denk dat er op dat vlak voor de verantwoordelijken van de muziekverenigingen en het stadsbestuur een mooi werkterrein ligt. In elk geval merk ik dat jongeren die doorzetten in de hafabra-wereld er ook muzikaal in kunnen doorbreken: zij zoeken en vinden een gepaste opleiding. Maar de weg ernaartoe zou toch een stuk gemakkelijker kunnen zijn als er meer samenwerking was.
DHM: Je haalt hier eigenlijk impliciet ook een ander probleem van de plaatselijke muziekverenigingen aan: hun verwevenheid met het sociale leven, het dorpsleven.
Bart: Ik blijf vinden dat een fanfare of brassband een belangrijke functie in het sociale leven heeft. Ik verwijs toch graag even naar mijn thuisdorp Tielen. In de loop van het jaar treedt de fanfare op bij verschillende evenementen en dat lukt altijd prima. Maar in Tielen zijn ook zo goed als alle muzikanten inwoners van het dorp. Toch telt Tielen ‘maar’ 4000 inwoners.
In de meeste Hoogstraatse deeldorpen is de situatie wel wat anders. Ten eerste zijn er minder inwoners en de kern van ‘eigen’ muzikanten is de jongste jaren op verscheidene plaatsen een stuk ingekrompen. Het wordt dan moeilijk om op veel activiteiten met een voldoende grote groep muzikanten aan te treden. Het lijkt me haast niet anders mogelijk dan dat er meer samengewerkt wordt. Maar het is natuurlijk moeilijk om een muzikant van bv. Meer op te
trommelen voor een gouden bruiloft in Meerle. Er staat dus ongetwijfeld nog wel wat te gebeuren in de fanfarewereld in het noorden. Muzikale samenwerking lijkt aangewezen en is wellicht haalbaar, maar het sociale luik mee laten evolueren, dat is veel moeilijker en daar zullen ongetwijfeld soms tegengestelde belangen opduiken.
HAFABRA?
In het gesprek met Bart Van Ossel duikt voortdurend de term ‘hafabra’ op. Hafabra staat voor harmonies, fanfares en brassbands. Met de term wordt de dus de hele scène van de amateurblaasmuziek bedoeld. In Hoogstraten zijn er fanfares en brassbands, geen harmonies. In een brassband worden enkel koperinstrumenten en slagwerk gebruikt. In een fanfare vinden we daarnaast ook saxofoons. In een harmonie is het gamma instrumenten nog uitgebreider: klarinet, dwarsfluit, hobo en fagot, de ’houtblazers’ zijn er ook van de partij.
De Hoogstraatse fanfares zijn Sinte-Catharina (Hoogstraten), Sint-Cecilia (Meerle), De Marckezonen (Minderhout) en De Eendracht (Meer).
De brassbands vinden we in Sinte-Rosalia (Meer), Sint Jan-Baptist (Wortel) en Borderbrass.
Fedekam (Federatie van Katholieke Muziekbonden) was de koepelorganisatie van katholieke harmonies, fanfares, brassbands en andere niet-conventionele muziekgroepen. De federatie heeft haar historische wortels in de provincie Antwerpen waar het al in 1919 tot een samenwerking kwam. Na de oprichting van een Belgische federatie in de jaren 1950 ontstonden ook in andere provincies samenwerkingsverbanden. In februari 2002 fuseerde Fedekam met de koepelorganisaties van andere denominaties en veranderde van naam: Vlamo (Vlaamse Muziekorganisatie).
Samenwerking
DHM: Ken je voorbeelden waar zulke samenwerking tussen muziekverenigingen suc- cesvol is geweest? Bart: In Geel bv. ontstond enkele jaren geleden de Centrum Harmonie, na de fusie van de katholieke en de liberale muziekverenigingen Sint- Cecilia, allebei met dezelfde naam. Niet minder dan 150 muzikanten spelen daar in de verschillende ensembles die de vereniging rijk is. In Tessenderlo ontstond uit het samengaan van harmonieën Sint-Martinus en Sint-Lutgardis de Koninklijk Harmonie Tessenderlo, met meer dan 100 muzikanten… Het kan dus echt wel.
Is deze regio rijp voor dergelijk ingrijpende stappen?
Ik weet ook wel dat het lang niet altijd zo is dat het fuseren van twee verenigingen van 25 mensen leidt tot een nieuwe maatschappij met 50 muzikanten. Er zijn altijd mensen die om een of andere reden bij zo’n operatie afhaken. Feit is wel dat het probleem van overleven zich zeker zal stellen bij een aantal verenigingen.
DHM: Biedt een ensemble als Borderbrass al geen antwoord op deze vraag?
Bart: Dat zie ik toch een beetje anders. Een initiatief als Borderbrass is prima als het bedoeld is als extra uitdaging voor de muzikanten van de regio. En die rol wil de vereniging in principe ook spelen, heb ik de indruk. Maar de plaats innemen van de verschillende dorpsmuziekverenigingen zit er op die manier niet in. Je ziet bij Borderbrass en vergelijkbare verenigingen in de Kempen (BB Heist bv.) en het Antwerpse (BB Scaldis) dat die muzikanten aantrekken uit een veel grotere regio dan enkele dorpen. En dan worden de doelstellingen natuurlijk ook anders…
Toekomst
DHM: Wat brengt de toekomst, Bart, voor jou én voor Brassband Sinte-Rosalia?
Bart: De Meerse brassband staat ongetwijfeld voor een nieuwe en grote uitdaging. De muzikale en sociale omgeving verandert snel. Een nieuwe dirigent brengt nieuwe inzichten en nieuwe ideeën mee en er zijn natuurlijk altijd voor- en tegenstanders van zo’n nieuwe aanpak. Dat leert de ervaring in bijna al onze muziekverenigingen. Maar zit in verandering ook niet een basis voor kracht? Nieuwe prikkelingen, hier kan je sterker van worden. De motivatie van de nieuwe dirigent, van het bestuur én van alle muzikanten is van levensbelang.
Zelf plooi ik mij, minstens even, in de eerste plaats terug op mijn gezin. Karine heeft mij de voorbije twintig jaar minstens elke vrijdagavond moeten missen, toen ik nog twee verenigingen dirigeerde, ook de donderdag. Bovendien repeteer ik ook nog in Tielen, en er is een tijd geweest dat ik ook in Brassband Heist speelde… Je kan je voorstellen hoe veel of hoe weinig - ik thuis was. Onze drie kinderen Joram en Maya korfballen, Remco voetbalt. De verplaatsingen voor trainingen en matchen zijn bijna een full time job en vragen heel wat planning. Al blijft muziek voor mij natuurlijk belangrijk. Ik speel cornet/trompet bij Just for Fun een veertienkoppige vriendenband uit Tielen, ontstaan binnen de schoot van de fanfare. En eigenlijk heb ik ook zo’n beetje de algemene leiding over dit dweilorkest. En in brassband Kempenzonen zelf speel ik sopraan cornet, ‘the hottest seat of the band’, noemen muzikanten onder elkaar die stoel.
Maar ik denk wel dat er met Meer en de Rosaliaantjes altijd een band zal blijven bestaan. Met de harde kern daar in Meer hebben we samen zoveel watertjes doorzwommen… dat veeg je niet zo maar uit. (jav)
IT’S st.-BART’S DAY
MEER - Brassband Sinte-Rosalia geeft het voorjaarsconcert een feestelijk tintje, want de muziekvereniging staat twintig jaar onder leiding van dirigent Bart Van Ossel. ‘IT’S Saint-BART’S DAY’, dat is de titel van het concert. Daarmee wordt verwezen naar Saint-Patrick’s day (17 maart) én naar Bart. Die koos daarom voor een programma in de Ierse sfeer. Het concert wordt twee keer uitgevoerd in Zaal voor Kunst en Volk: zaterdag 17 maart om 19.30 uur en zondag 18 maart om 14.30 uur. Het opleidingsensemble De Heideroosjes, o.l.v. Annick Vandenbergh, zorgt voor het voorprogramma. Kaarten voor dit concert kosten € 7 en het is aangewezen om vooraf te reserveren. Dat kan bij de voorzitter, Jos Brosens, 0473 80 75 24 of via www.rosalia-meer.be . (jav)
De wereld van SJAH