14 minute read
Als een vrouw de leiding neemt...
Lut Van Dun
kapster en organisator van kleine en grotere evenementen
Van het kapsalon naar de hut van Lut
MINDERHOUT - Ze groeide op als ‘haantje de voorste’ en bepaalde al jong haar eigen grenzen. Ze bewandelt nog steeds haar eigen weg, al gebeurt dat veelal samen met en vooral voor andere mensen. Kapster, maar ook veel meer dan dat. Zo heeft ze in “de hut van Lut” een plaats voor ontmoeting en cultuur in haar tuin, en is ze als organisator ook nog eens kind aan huis bij veel artiesten. De Kuipfeesten wist ze een nieuw elan te geven, de Winterfeesten volgden. Corona belet voorlopig dat nog andere plannen het levenslicht zouden zien. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking met Lut Van Dun.
Krantenknipsels
Geboren in het moederhuis in Hoogstraten op 9 mei 1971, groeide Lut, samen met haar twee jaar jongere broer Willy op in Minderhout, als dochter van Christ Van Dun en Maria Van Den Ouweland. Het gezin woonde even in het dorp in Minderhout, maar verhuisde al vlug naar de Hemelstraat.
Vader maakte als vrachtwagenchauffeur vaak lange dagreizen en was daardoor niet veel thuis. Moeder deed het huishouden, ook al ging ze links en rechts wat poetsen. “Maar”, zegt Lut, “de soep stond altijd klaar als we thuis kwamen. Ik ben opgegroeid in een onvoorwaardelijk warm, liefdevol gezin. Ik kan me echt geen betere moeder voorstellen, een ongelooflijk positieve vrouw.”
“Vader was ook op zijn manier erg begaan met ons. Hij nam elke dag de krant door en ’s avonds
kregen mijn broer en ik steevast krantenknipsels die aansloten bij de leefwereld van elk van ons. Achteraf gezien heb ik daar heel veel aan gehad.”
Haantje de voorste
Lut beleefde op die manier een zorgeloze jeugd. Ze was het zonneke in huis en ging elke dag graag naar de kleuter- en daarna naar de lagere school in Minderhout. “Toch was ik blij dat ik naar de middelbare school kon”, herinnert ze zich nu, “ik voelde me altijd beter bij meisjes en jongens die iets ouder waren dan ikzelf.”
Ze was jaren lid in van wat toen nog de KSJ van Minderhout was. Dat ze ook een haantje de voorste was, zorgde wel eens voor een onverwacht moment. “Zo zal ik nooit vergeten dat ik op een keer op kamp tot aan mijn oksels in een moeras wegzakte. Meer dan vier leden en leiders moesten sleuren en trekken om mij uit het drijfzand te bevrijden.”
“Op mijn twaalfde wist ik al dat ik kapster wilde woorden en als zelfstandige zou gaan werken”, kijkt Lut terug. “Maar voor het zover was, moest ik eerst nog enkele jaren naar ’t Spijker en daarna vijf jaar lang met de bus naar Turnhout. Het waren onvergetelijke jaren waaraan ik de beste herinneringen bewaar. Ik was al vlug een leiderstype, degene die aangaf wanneer er plaats was voor deugnieterij maar ook wanneer we serieus moesten zijn, zoals tijdens de praktijklessen. Maar het was eigenlijk één en al genieten, zoals van de reizen naar Italië en Parijs en van de laatste 100 dagen met Soulsister in een grote tent aan ’t stadspark.”
In die periode speelde ze zes jaar in de voetbalploeg van den Boskant. “We hadden een sterk ploegske en hebben een paar jaar veel gewonnen. Maar toen begon het te slabakken tot er uiteindelijk ook een einde aan kwam. Maar met vijf van die voetbalvrouwen gaan we nog elk jaar een paar keer op stap!”
Eigen grenzen
Op haar twaalfde kwam ze Patrick Bevers tegen. “Een eerste keer tijdens een dansnamiddag in het zaaltje achter café De Warande in Hoogstraten, een tweede keer was dat in ’t Slot in Wortel.” Het was liefde op het eerste gezicht.
“Ik kwam thuis en zei dat ik met Pat ging trouwen. Hij was drie jaar ouder, wat op die leeftijd best veel is. Thuis geloofde men dat natuurlijk niet en werd met me gelachen.”
Het bracht haar niet van de wijs. “Neen, ik was daar zeker van. Mijn beslissing stond vast en het is later ook zo gelopen. Ik wou zo jong mogelijk op eigen benen staan en mijn leven in handen nemen. Ik was iemand die al heel vroeg mijn eigen grenzen wou bepalen. Wat dat betreft, stond ik misschien wel jaren voor op de meeste van mijn leeftijdsgenoten. Op mijn veertiende vond ik me al rijp genoeg om uit te gaan, maar daar dacht vader anders over. Dat gevoel, die weg naar de vrijheid vinden, is iets dat nooit meer op diezelfde manier terug komt. Zalig gewoon.”
Tussendoor deed Lut allerhande weekend- en vakantiewerkjes. “Van aardbeien plukken tot werken in de horeca. In de Western en in de Papillon waar ik op woensdag ook ging poetsen. Vijf jaar lang werkte ik in ’t Hoekske bij Sonja Simons. Tussendoor knipte ik er in de keuken af en toe al haar. Al was ik toen nog geen kapster, ook thuis in de garage zou ik al snel haar knippen.”
Zodra ze haar diploma op zak had, ging Lut samen met Marfa Janssens fulltime werken bij Coiffure House in ’t Ginneken en daarna parttime bij Roos Aerts in Meer. Dat deed ze in combinatie met zelfstandig kapster in bijberoep.
Trouwen en bouwen
“Maar iets later, vanaf mijn achttiende was ik ook al bezig met trouwen en bouwen, want samenwonen dat was er bij onze vader niet bij. Ik was het oudste kleinkind en van mij werd, zonder dat het uitgesproken werd, verondersteld dat ik het voorbeeld gaf.”
Lut was twintig toen ze in 1991 met Pat trouwde. “We hadden voordien al grond gekocht in de Carolinestraat waar we nu nog wonen. We huurden een loods bij een tuinder in de Venneweg in Meer en woonden er een drietal jaren in vier kamers van vier op vier meter: een woonkamer, een keuken, een slaapkamer en een badkamer. En terwijl we daar woonden, bouwden we zelf ons huis. In 1994 konden we verhuizen.”
In 1998 werd hun dochter Michelle geboren en in 2000 hun zoon Maxim. “Twee gezonde kinderen
en dat is het voornaamste”, beseft Lut, “een schoonzus heeft het Down syndroom en dan besef je dat een gezond kind niet zomaar vanzelfsprekend is. Ondertussen werkt Michelle als interim leerkracht lichamelijke opvoeding in de lagere school in Minderhout en komt Maxim helemaal tot ontplooiing bij de firma Bogaerts in Hoogstraten. En Pat werkte een tijd in de bouw, maar omwille van rugklachten werkt hij nu in het magazijn bij de firma Solidus Solutions, het vroegere Van der Windt verpakkingen.”
Van zodra er kinderen waren, bleef Lut voltijds thuis werken. Ook al omdat er in Minderhout maar twee kapsters waren, had ze binnen de kortste keren meer dan voldoende klanten. Op enkele zeldzame momenten na koos ze er bewust voor om zonder personeel te werken. “Zo sta ik dichter bij elk van mijn klanten en kan ik alles goed in de hand houden, ook de combinatie met mijn gezin en de activiteiten in mijn vrije uren.”
Heel overtuigend klinkt het, wanneer ze onomwonden zegt dat ze haar “beroep ook na al die jaren met hart en ziel blijft doen. Je hebt eigenlijk op een heel directe, zelfs wat intiem aanvoelende manier contact met je klanten voor wie je een luisterend oor wordt. Het maakt de job zo boeiend.”
De hut van Lut
Zou het de midlifecrisis zijn? “Maar rond mijn 40ste zocht ik naar wat men dan ‘een nieuwe uitdaging’ noemt. Ik miste hier een dagcafé, een plaats waar mensen al vroeg kunnen samenkomen om een kop koffie te drinken, de krant te
lezen, een croque te eten enz. Een café waar niet het bier, maar wel de gezelligheid centraal staat en dat om zes uur ‘s avonds uur al sluit. Zou dat niks voor mij kunnen zijn? Maar na veel wikken en wegen, het feit dat ik de vriendschap van de klanten in mijn kapsalon niet zou kunnen missen en in het besef dat het toch vijf jaar duurt om zo’n zaak uit de grond te stampen, zag ik er uiteindelijk van af.”
Het bleef evenwel kriebelen, zo bleek. “Ik ging regelmatig iets drinken met een aantal vriendinnen, gewoon voor een gezellige babbel met leeftijdsgenoten, liefst met livemuziek op de achtergrond. Omdat ook dat hier niet te vinden was, ontstond het idee om een tuinhuis te bouwen en zelf privaat zo’n avonden te organiseren.”
Dat werd de ‘hut van Lut’, een gezellig ingericht lokaal waar aanvankelijk plaats was voor 30 en na een uitbreiding tot 60 personen. “Het concept is eenvoudig. Ik contacteer een artiest en nodig een aantal familieleden, vrienden en kennissen uit. De kosten van het optreden worden gewoonweg gedeeld. Tijdens het optreden wordt er niet gedronken en voor de betaling van de drank en versnaperingen voor het optreden, tijdens de pauze en later op de avond staat er een spaarvarken.
Per jaar zijn er een viertal optredens, af en toe een barbecue, een aperitief en noem maar op. Omdat het enkel op uitnodiging is en we er op toezien dat er zo weinig mogelijk overlast kan zijn voor de buren, is alles ook wat vergunningen betreft in orde.”
De combinatie van haar kapsalon en haar nieuwe hobby - feestjes organiseren, mensen samenbrengen en genieten van het leven - werkt prima voor haar. “Mensen intens zien genieten van akoestische livemuziek waar alle emoties bij te pas komen, daar doe ik het voor. Muziek heelt en verbindt mensen. Alles in het leven draait uiteindelijk om liefde, evenwicht en harmonie. Mensen komen vaak beladen met stress binnen en gaan tevreden, met een goed gevoel en met dankbaarheid buiten.”
Guido Belcanto
In het hutje hebben al veel plaatselijke artiesten een kans gekregen, maar ook een behoorlijk aantal bekende koppen vond de weg.
“Een van de eerste bekende artiesten was Guido Belcanto. Mijn vriendin Hilde Michiels, de zus van nonkel Ney, had me al enkele keren gevraagd om eens mee te gaan naar een van zijn optredens”, begint Lut haar verhaal. “In augustus 2010 was het dan zover. Hij trad op bij de Vagebondfeesten in Wortel. Na zijn eerste liedje was ik gelijk fan. Achteraf deden we een babbeltje en vroeg hij wie ik was.”
“Toen hij hoorde dat ik kapster was, wist ik al vlug dat hij het daar niet zo erg op begrepen had. ‘kapsters die knippen te graag en te veel’ zei hij. Nadat ik hem verzekerde dat ik altijd de wens van de klant volg en hem uitnodigde, is hij hier vaste klant geworden in mijn kapsalon. Tweemaal per jaar knip ik zijn weelderige haar en dat is voldoende. Ik nodigde hem eens uit hier bij een optreden van Tristan, vader Standaert en zijn twee zonen uit Wortel. Hij was echt onder de indruk van de sfeer in het hutje, sindsdien treedt hij hier ook wel eens op. Ondertussen is hij een zeer goede vriend van mij geworden. Hij springt hier regelmatig eens binnen. We kunnen alles tegen elkaar vertellen en geloof me, het is een heel fijne, gevoelige mens.”
Het bleef niet bij die ene bekende naam. “De ene artiest zorgt voor een andere, het is tenslotte een klein wereldje. Ze vinden het hier allemaal super gezellig, een kleine unieke locatie en een plezier om op te treden. Ik kook voor hun optreden en de aanwezigen in de hut zijn zeer respectvol. Het zijn hier aangename luisterconcerten. Guy Swinnen was hier, Axel Peleman… te veel om op te noemen. Na een optreden van Bart Buls, zei zijn geluidsman ‘Je moet Jean Bosco Safari eens vragen’. Die stond toevallig bovenaan op mijn verlanglijst. Nu komt ook hij hier elk jaar een optreden verzorgen, telkens met een ander repertoire.”
Kuip- en winterfeesten
Haar organisatietalent was inmiddels gekend in Minderhout. Toen fanfare De Marckezonen de organisatie van hun jaarlijkse Kuipfeesten niet meer zag zitten en men geen enkele vereniging bereid vond om de organisatie op zich te nemen, klopten ze bij Lut aan. “Binnen de kortste keren bracht ik een aantal vrijwilligers bijeen, allemaal mensen van Minderhout. Elk met hun eigen vaardigheden: opbouwen van de infrastructuur, praktisch werk, muziek en licht, organisatie van de horeca, administratie, financiën en noem maar op.” Het werd de succesvolle start van een vernieuwd evenement. “Met die groep organiseerden we al twee jaar de Kuipfeesten nieuwe stijl, niet langer gespreid over verschillende donderdagavonden in augustus, maar wel geconcentreerd op een dag. Het succes van de Kuipfeesten smaakte wel naar meer, sindsdien kwam er ook een Winterfeest bij. Het eerste jaar hielden we dat in open lucht, vorig jaar in een grote tent die een dag later gebruikt werd voor de oudejaarsfeesten van de KLJ.”
“Weet ge,” zegt Lut, “om zo’n groep samen te stellen, hoef je niet noodzakelijk op zoek te gaan naar koppels. Moeder en zoon, zus en broer of een andere combinatie dat werkt allemaal goed.
Maar man en vrouw ligt soms moeilijker. Soms aanvaarden mannen meer van mij dan van hun vrouw en dat ligt wel eens gevoelig. Ik weet niet of ik het jaloezie mag noemen, maar het belemmert wel eens een vlotte samenwerking. Als een man de leiding neemt, is dat noch voor mannen noch voor vrouwen een probleem. Als een vrouw de leiding neemt, ligt dat toch anders…”
Relaties
Het gesprek brengt ons bij relaties, vriendschappen en de manier om ermee om te gaan. “Pat is de rode draad in mijn leven. Het lukt ons misschien niet altijd even goed om alles samen te doen, maar we kunnen zeker niet zonder elkaar. We doen dus als koppel weliswaar veel zaken samen, maar ook veel apart. Het maakt dat wij nog altijd samen gelukkig zijn, precies omdat we elkaar de vrijheid geven om jezelf te zijn en op je jezelf op je eigen tempo mag ontwikkelen naar het doel dat je wil bereiken, zonder dat je door je partner wordt tegengehouden.”
“Ik zie maar al te veel relaties waarin dat minder goed of niet lukt. Een van de partners kan niet waarmaken waar hij van droomt, omdat hij of zij de ruimte en de vrijheid niet krijgt. Dan kan een man of een vrouw de weg niet bewandelen die hij of zij graag zou willen omwille van de relatie. De angst om uit elkaar te groeien of elkaar te verliezen, verlamt mensen. Angst of schrik werkt negatief, niet alleen in een relatie maar in alles. Dat merk je nu ook in deze coronatijden. Hoe mensen in elkaar kruipen, humeurig worden en ongelukkig zijn. Voorzichtig zijn is goed, maar angst maakt mensen ziek…”
Het is duidelijk een materie die haar na aan het hart ligt. “Angst om elkaar te verliezen mag geen obsessie worden,” vervolgt ze. “In een relatie moet alles bespreekbaar zijn. Het kan gebeuren dat je iemand tegenkomt waarbij je jezelf echt goed voelt. Dat kan vriendschappelijk blijven, maar laat het toch toe. Je wil het geluk van je partner toch niet in de weg staan? Het komt er op neer hoe je hiermee omgaat. Vrijheid hoeft geen verwijdering of breuk te zijn, integendeel. Laat het toe, leer die andere beter kennen en je zal er niet mee in zee gaan. Integendeel, pas dan zal je opnieuw ervaren waarom je verliefd werd op je partner en dat nog steeds bent.”
“ Het duurt enkele jaren vooraleer je zo’n harmonie in een relatie hebt opgebouwd. Dat is een leerproces om elkaar vrijheid te kunnen geven. In een relatie waarin je niet jezelf kan zijn, ga je zwijgen en blokkeren. En dat zwijgen is niet de schuld van je partner, maar van jezelf. Je laat het gebeuren, je grijpt niet in. Je moet net je grenzen leggen en kennen: dit kan ik hebben en dit kan ik niet hebben. Natuurlijk moet er altijd vertrouwen blijven, en dat komt er maar als je alles bespreekbaar maakt. Alles.”
Coronaproof
De groep rond Lut wordt nu ook gevraagd om optredens te verzorgen voor een groter publiek, zelfs buiten Hoogstraten. Die vraag kan komen van de artiest zelf of van een vereniging. Lut en haar vrijwilligers weten immers van aanpakken, ze zijn afgestemd op elkaar en iedereen is specialist in wat van hem of haar verwacht wordt.
“Zo organiseerden we vorig jaar in november twee uitverkochte optredens van Jean Bosco Safari in zaal Cecilia en dit jaar zelfs al in Brasschaat Polygoon. Maar eigenlijk blijf ik ze toch liever dichter bij huis. Uit de kosten komen volstaat voor mij, het is immers geen broodwinning en dat hoeft het ook niet te worden.” Na elke organisatie organiseert Lut als dank voor de medewerkers een feestje in de hut. De artiest is daarbij aanwezig en brengt vaak zijn gitaar mee, waardoor zo’n avond een wel heel intiem optreden wordt.
Het team heeft nog heel wat ideeën, al moeten er nu een aantal uitgesteld worden door de corona beperkingen. Het eerste optreden waaraan nu gewerkt wordt is er een optreden van Guido Belcanto in februari 2021. “We zijn nu op zoek naar een zaal in de regio waar we zo’n optreden ook coronaproof kunnen organiseren. Je weet maar nooit toe lang corona ons doen en laten nog zal domineren. Ideeën hebben we genoeg. Hopelijk kunnen we volgend jaar terug voluit gaan!” (fh)