24 minute read
Toon Verheijen & Ronny van den Ackerveken
Toon Verheijen en Ronny van den Ackerveken doen een journalistiek boekje open
HOOGSTRATEN - “Het staat in de gazet”, een veelgehoorde uitspraak. En als het in de gazet staat dan is het waar. Ten minste, dat is het gevolg dat men er dikwijls aan verbindt. Maar eer het zover kan zijn, moet er ook iemand dat in de krant gezet hebben. De journalist! Het Laatste Nieuws en de Gazet Van Antwerpen/Het Nieuwsblad hebben daar een regiojournalist voor, iemand van ter plekke, met voeling voor wat er hier waait en draait. Wij hadden dus een leerrijke babbel met onze regiojournalisten Toon Verheijen en Ronny van den Ackerveken over hun stiel en onze streek…
Journalist worden
DHM: Beantwoordt jullie huidige job aan de ambitie waarmee jullie je studie aanvatten?
Toon: Helemaal. Van toen ik als liefhebber sportverslaggeving deed en tot op de dag van vandaag heb ik er nog geen moment spijt van gehad. De sport is wel gestopt, omdat het niet meer te combineren is met de huidige job.
Ronny: Idem. Ik was blij dat ik destijds bij TV-Gids kon beginnen schrijven. Vandaag ben ik een tevreden regiojournalist. Sportverslaggeving is er bij mij ook niet meer bij.
DHM: Wat is jullie werkterrein?
Toon: Aanvankelijk was dat Turnhout en de Noordhoek, ondertussen is dat fel uitgebreid met gemeenten als Brasschaat, Brecht, Wuustwezel, Kalmthout, Essen… In totaal 12 gemeenten. Dat is soms moeilijk behapbaar, als er nieuws is op dezelfde tijdstippen. Ook de afstand natuurlijk. Essen is een heel eind weg. Maar ik heb daarvoor goede contacten die ik in zulke gevallen kan aanspreken.
Ronny: Mijn terrein is in principe beperkt tot Hoogstraten, Merksplas, Rijkevorsel en BaarleHertog. Soms moet ik inspringen in Turnhout, Weelde, Ravels… Maar meestal heb ik mijn handen vol aan mijn vier gemeenten. Vroeger deed ik daar ook de Rechtbank van Turnhout bij. Ergens wel blij dat ik dat niet meer moet doen, alleen nog uitzonderlijk als mijn collega’s niet kunnen. De afstand, moeilijk parkeren, lang wachten, soms voor niets, slechte akoestiek in de rechtszaal…
Wie is Toon?
Toon Verheijen is 42 jaar, afkomstig van Turnhout. Toen hij zijn tweede echtgenote leerde kennen, is hij negen jaar geleden naar Hoogstraten verhuisd. Hij was al goed bekend hier omdat hij er al 20 jaar werkte als regiojournalist.
Toon studeerde communicatiebeheer, optie journalistiek, aan de Plantijn hogeschool in Antwerpen. Daarvoor deed hij een jaar communicatiewetenschappen aan de KU Leuven, maar die opleiding vond hij te weinig praktijkgericht en bovendien was er in Leuven teveel afleiding. “Noem het maar een feestjaar,” zegt hij lachend.
Na zijn studie werkte hij zes maanden in een bedrijf dat laminaat verkocht tot hij een vacature zag bij persagentschap Belga. Tijdens zijn sollicitatiegesprek kreeg hij een lijstje van 10 woorden uit de actualiteit. Die moest hij binnen een minuut kunnen plaatsen. Hij had er 9 van de 10 goed en mocht meteen aan de slag.
Vanaf zijn 17e deed hij als liefhebber al sportverslaggeving voor Hoogstraten VV, Zwarte Leeuw en KFC Turnhout voor Het Laatste Nieuws (HLN). Toen er daar een plaats als regiojournalist vacant kwam, kon hij er meteen aan de slag.
Een groot speelveld
DHM: Wat is het speelveld waarop jullie actief zijn? Voor welke onderwerpen?
Toon: (beslist): Alles behalve sport!
Ronny: Hetzelfde, ook geen sportverslaggeving, tenzij het om ander nieuws over een club zou gaan, los van wedstrijden of het sportieve. Zoals een verslag van de opbouw van het circuit voor de cyclocross.
Toon: Zulke zaken doe ik ook. Als er op een bepaald ogenblik vanuit Hoogstraten enkele tientallen bussen met HVV supporters vertrekken voor een wedstrijd in de beker van België dan zit daar voor mij een leuk artikel in. ‘Human interest’ zeg maar.
DHM: Krijgen jullie voldoende vrijheid van jullie hoofd- of eindredacties?
Toon en Ronny unisono: Alle vrijheid. Sterker nog, ze verwachten van ons nieuws. Het kan dat zich in ons werkgebied feiten voordoen die het regionale overstijgen, dan zal de redactie daar iemand bij zetten. Maar dan nog blijven wij het aanspreekpunt.
Ronny: Het gebeurt zeer zelden dat een artikel niet verschijnt, dat is echt heel uitzonderlijk.
DHM: Krijgen jullie specifieke opdrachten?
Ronny: Soms, in het kader van een groter project van de krant. Bijvoorbeeld als men de mening wil van de burgemeesters van zeg maar alle Kempische gemeenten over een bepaald onderwerp, dan zal men mij vragen de burgemeesters van mijn regio te interviewen.
Toon: Met 95 % van het nieuws kom ik zelf, 5% kadert in een grotere opdracht of een project.
Ronny wie?
Ronny van den Ackerveken: 45 jaar, een van de laatste borelingen in het Hoogstraatse moederhuis, dat drie maanden later zijn deuren sloot. Op enkele jaren na woont hij heel zijn leven in Meerle. Ging er naar de kleuter- en lagere school, werd lid en later leider bij de chiro en is ondertussen al 20 jaar KWB-bestuurslid.
Na zijn middelbaar in het Klein Seminarie volgde hij de opleiding communicatiebeheer pers en voorlichting (de optie journalistiek bestond nog niet) aan de Provinciale Hogeschool Antwerpen, later de Plantijn Hogeschool. Ook hij vond niet meteen werk in de journalistiek en deed bijna twee jaar allerhande jobs, o.m. bij De Ster. Tegelijk verzorgde hij voor Het Nieuwsblad verslaggeving voor Hoogstraten VV, Zwarte Leeuw en KFC Turnhout.
Hij zag een vacature voor redacteur bij TVGids en mocht er aan het werk. Twee jaar lang interviewde hij mensen uit het televisie-milieu, zeg maar TV-BV’s zoals Rob Van Oudenhoven, Tom Lenaerts (de Pappenheimers) en acteurs uit Vlaamse tv-reeksen. Vanaf dan is hij gestopt met sportverslaggeving
In 2004 stapte hij over naar HLN en twee jaar later naar het Nieuwsblad (NB), dat in dezelfde mediagroep zat als De Standaard. Sinds die kranten 6 jaar geleden in één groep kwamen met Gazet Van Antwerpen, werkt hij dus voor deze kranten. Alle regiowerking verloopt via de GVA.
Hoofd- en eindredactie
DHM: Hoe verloopt het contact met jullie redacties?
Toon: Vooral via mail, soms per telefoon. Niet vanzelfsprekend, want HLN heeft meer dan 100 regioverslaggevers. Voor de Kempen is er onlangs een nieuwe chef aangesteld, die wil de regioverslaggevers af en toe samenbrengen voor een babbel. Om nieuwtjes uit te wisselen, een aantal zaken op mekaar af te stemmen en vooral samen een pint te drinken. Geen strakke vergaderingen, eerder een gezellige bedoening. Helaas maakt Corona dat nu niet mogelijk. We hebben wel eens via het scherm vergaderd. Maar dat is niet zo plezant.
Ronny: 1 tot 2 keren per jaar komen bij GVA de regiojournalisten samen met de redactie, waarbij de werking besproken wordt. Controle is er weinig tot niet, we werken immers van thuis uit en zijn bijna altijd alleen op pad. Maatstaf is de kwaliteit van ons werk.
DHM: Wordt er aan jullie teksten gesleuteld?
Ronny: Dikwijls wordt de titel veranderd. Heb van in het begin gezegd dat titels niet mijn sterkste kant zijn. Aan de teksten wordt weinig veranderd. Soms wordt er een zin geschrapt om het een beetje in te korten, maar slechts heel sporadisch. Ik krijg aangegeven welke lengte een stuk mag hebben, met een kleine marge. Als ik me daaraan houd, is er geen probleem.
Toon: Idem bij mij. Aan de inhoud wordt niet geraakt tenzij in overleg. De aanleversoftware geeft aan hoe lang het artikel mag zijn. En als er al iets geschrapt wordt, maakt dat inhoudelijk geen verschil uit. In de digitale versie wordt er nooit geschrapt.
Digital First
DHM: Moeten jullie rekening houden met deadlines?
Ronny: Door de online werking is dat heel flou geworden. Men wil het nieuws nu heel snel op de digitale pagina van de krant. Die maken dan nog eens gebruik van een ochtend-, middag- en avondupdate van de nieuwsbrief die bij iedereen die aangemeld is in de mailbox terechtkomt. Men legt de lat heel hoog als het op snelheid aankomt. Zodra het klaar is insturen dus, meteen staat het online.
Toon: “Digital first” is het ordewoord. Ik beslis zelf wat ik schrijf en zet het meteen zelf online op de pagina van de krant. Het artikel in de papieren editie komt daarna.
Toon: Digital first is het ordewoord
DHM: Heeft het digitaal werken jullie stiel sterk beïnvloed?
Toon: Bij mij zeker wel. Vroeger had ik de gewoonte het nieuws gedurende heel de dag te verzamelen. Je had dan meer tijd om wat rond te bellen en misschien meer aan de weet te komen. Pakweg van 17 tot 20 uur stuurde ik mijn stukken naar de krant. Nu is het een stuk maken zodra je de nodige info hebt en meteen online zetten. Dan op naar het volgende nieuwsitem.
DHM: Hebben jullie een idee of jullie stukken veel aangeklikt en gelezen worden?
Toon: Onze website is onlangs vernieuwd en ik kan op elk moment zien hoeveel clicks een artikel heeft en hoe vaak het gedeeld wordt op sociale media. Via een tool kan ik op weekbasis alle statistische gegevens bekijken die mijn artikels gegenereerd hebben.
DHM: Wie bepaalt er wat voor iedereen leesbaar is of dat het achter de betaalmuur staat (de +artikels)?
Toon: Dat bepaal ik zelf. Hangt van de belangrijkheid en de lengte van het stuk af. Je doet dat vooral als je vermoedt dat veel mensen er graag meer van weten. Zo lok je ze naar abonnementen.
Ronny: Bij GVA staat bijna alles achter de betaalmuur, dus alleen voor de abonnees volledig leesbaar. Kleinere artikels, bv. een foto met enkele regels of kort verenigingsnieuws zijn nog vrij te lezen.
DHM: Ondergraaf je daarmee de verkoop van de papieren krant niet en op termijn misschien je eigen job?
Toon: Daar werd voor gevreesd, ja. Maar het blijkt niet zo te zijn, eerder integendeel. Het digitale nieuws is een aanjager voor abonnees. Al is de kwaliteit van de papieren editie uiteraard belangrijk.
Ronny: Men houdt er wel rekening mee dat in een verre toekomst de papieren krant zal verdwijnen. Jong publiek leest digitaal en vroeg of laat wordt dat de norm…
In de toekomst zal de papieren krant verdwijnen
Ronny
Toon: Er is nog een uitzondering voor paginagrote stukken, die blijkt men nog altijd liever op papier te lezen. Maar als het nieuws belangrijk is, wordt zelfs een lang stuk digitaal gelezen. Zoals vorige maand het artikel over Robotland in Essen. Een splinternieuw en hypermodern thema- en belevingspark genre Technopolis, maar eigenlijk veel indrukwekkender. Dat was paginagroot, maar het werd 100.000 keren aangeklikt en de gemiddelde leestijd was 4 minuten.
De visvijver
DHM: Hoe vergaren jullie het nieuws?
Toon: Dat gaat heel breed. Sociale media spelen daar een niet onbelangrijke rol in. En vooral een breed netwerk: gemeentebesturen, politici, verantwoordelijken van organisaties en verenigingen, bedrijfsleiders, cafébazen… (lacht). Jaja, je moet die niet onderschatten hé.
Ronny: Vooral de ogen en oren open houden. Dat is vanzelfsprekend voor journalisten, dat ligt in hun aard. Maar met nieuwsgierig zijn alleen kom je er niet, je moet snel contacten kunnen aanspreken om voldoende info te verzamelen.
Toon: Een groot netwerk is het belangrijkste
Toon: Dat geldt zeker voor nieuws uit de verdere omgeving. Ik woon in Hoogstraten en daar vang ik vanzelf veel op. Maar ik heb ook graag het nieuws uit Brasschaat, Essen, … Een groot netwerk is dus het belangrijkste, zeker met zo’n grote regio. Dat zie je aan mijn telefoonboek, daar staan 3200 nummers in!
DHM: Krijg je ook rechtstreekse meldingen van burgers?
Toon: HLN speelt daar samen met VTM (behorend tot dezelfde mediagroep) heel hard op in. Met een SMS en een telefoonnummer, een mailadres en een app om snel iets te melden.
Ronny: Op onze website en in de krant wordt ook opgeroepen nieuws te melden. Het gebeurt regelmatig dat we zo een melding krijgen dat er iets aan de hand is.
Toon: En niet alleen ongevallen of inbraken, ook veel leuke dingen.
Ronny: Verenigingen spelen er op in. Als ze iets speciaal organiseren, weten ze ons gemakkelijk te vinden. Als we er dan iets over schrijven wordt het bericht gemakkelijk gedeeld op de sociale media. Dat werkt als een multiplicator.
DHM: Wordt er soms betaald voor informatie?
Ronny: Eerder andersom. Mensen vragen me wel eens wat het kost om een artikel over hun evenement te maken.
Toon: Betalen is verleden tijd. Toen ik een weekend dienst had in Antwerpen probeerde iemand me filmpjes van een granaataanslag te verkopen tegen 200 euro per stuk. Categoriek afgewezen.
Overheid
DHM: Hoe zit het met contacten met veiligheids- en hulpdiensten, zoals politie en brandweer?
Ronny: Op vraag van brandweer- en politiezones is er een vaste afspraak van kracht met wat zij de ‘persketen’ noemen (d.i. HLN/GVA/NB, RTV en Belga). Er mag iemand bellen in de voormiddag en nog een keer in de namiddag. Ze geven dan de belangrijkste gebeurtenissen door, met respect voor de privacy.
Toon: De verhalen van het scannen van politie en brandweerradio’s behoren tot het verleden. Ik heb zelf ooit nog zo’n scanner gehad. Maar met Astrid (specifiek en beveiligd netwerk voor veiligheids- en hulpdiensten - nvdr) was dat niet meer mogelijk. Ik ken wel een persfotograaf in het Antwerpse met een heel uitgebreid netwerk van contacten met politie- en brandweermensen die hem verwittigen over interventies.
Nu, sociale media zijn ook razend snel. Mensen delen snel gebeurtenissen in hun buurt of op hun weg. Dan kan je snel iemand contacteren die het voor jou even kan checken.
DHM: Hoe ga je om met persberichten van openbare besturen, van bedrijven en organisaties?
Ronny: Daar maken we natuurlijk dankbaar gebruik van en dikwijls proberen we daar een persoonlijke toets aan toe te voegen.
Toon: (lachend) We krijgen zelfs wel eens persberichten over zaken die in de volgende uren nog moeten beslist worden. Nu, persberichten zijn meestal niet wereldschokkend. En soms had je al wel iets horen waaien nog voor het bericht verspreid werd. Dan is het meestal de officiële bevestiging waar je nog op wachtte.
Zoals met de zaak van de Pax die door de gemeente zou overgenomen worden voor de bouw van een cultuurhuis. Ik had het nieuws vernomen uit parochiekringen en vroeg de bevoegde schepen, Arnold Wittenberg, om een reactie. Hij vroeg me om te wachten, dat ze nog niet klaar waren. Maar ik had een gecheckt bericht en zei dat ik het sowieso zou publiceren. Toen heeft hij ook zijn uitleg gegeven. Later kreeg ik van de burgemeester te horen “Jullie wisten meer dan ik wist!”.
Interactie
DHM: Hoe is jullie verhouding met de politieke partijen?
Ronny: Arnold Van Aperen heeft HLN altijd als spreekbuis van zijn partij gezien. In vroeger tijden was dat immers dé krant van de liberalen.
Toon: Ik had er een goed contact mee, maar ook met andere mensen van andere partijen. Partijbinding van kranten met de politiek is niet meer van deze tijd. Maar het klopt dat Arnold eerst HLN belde als hij iets te vertellen had. Zoals toen hij CD&V wisselde voor Groen. Arnold zelf heeft me gebeld toen hij buiten stapte bij de onderhandelingen met Groen. Ik hoorde de deur nog achter hem dichtklappen. Maar deze tijd hangt het meer van persoonlijke contacten af. Heb trouwens ook een goed contact met Tinne Rombouts.
Ik heb ook over Arnold wel eens een stuk geschreven waar hij helemaal niet blij mee was. Hij heeft toen een week niet met mij geklapt en draaide dan weer bij. Uiteindelijk hebben zij ons meer nodig dan wij hen.
DHM: Krijg je ook negatieve reacties? Of kritiek van de oppositie dat ze te weinig aan bod komen?
Ronny: Algemeen gesproken heb ik goede contacten met meerderheid én oppositie. Ik denk niet dat je aan mijn stukken kan zien wat mijn politieke voorkeur is.
We trachten zo objectief mogelijk te zijn
Toon: We trachten zo objectief mogelijk te zijn, maar soms zijn negatieve reacties niet uit te sluiten. We hebben hoe dan ook maar een beperkte ruimte om ons verslag te doen en dan is het moeilijk om alles omstandig en genuanceerd uit de doeken te doen. Ik tracht in ieder geval zoveel mogelijk het standpunt van de oppositie aan te halen.
DHM: Heb je invloed op de plaats in de krant van je artikels?
Ronny: De meeste stukken komen op de regiopagina’s. Groot nieuws ook op de algemene pagina’s. Bij ons beslist de eindredactie daar over.
Toon: Ik werk veel via de telefoon. Ook vanwege de afstanden in mijn regio. Ik merk ook dat de mensen vandaag de dag veel voorzichtiger zijn in hun fysieke contacten.
Ambitie
DHM: Hebben jullie ambitie om vaste redacteur te worden of op de eindredactie te werken?
Toon: Nee bedankt! Ik geniet al 20 jaar van mijn vrijheid en ook van de vele sociale contacten. Ik zou die niet graag missen.
Ronny: Idem. Trouwens om op de redactie te gaan werken zou ik naar linkeroever moeten, alle dagen de ring over. Liever niet.
Door de grote variatie aan verhalen en onderwerpen blijft dit werk elke dag boeiend. De ene dag maak je een luchtig artikel over vijftien broers en zussen die samen 1000 jaar oud zijn, een dag later over iets serieuzer zoals het nieuwe cultuurcentrum. Uiteraard is het niet allemaal rozengeur en maneschijn, maar dat is bij andere jobs ook zo.
DHM: Hoe is jullie onderlinge verstandhouding?
Samen: Wij zijn geen concurrenten, maar concullega’s. Als we van mekaar weten dat we aan hetzelfde onderwerp werken, overleggen we dikwijls wanneer we het brengen. Je hebt misschien wel eens een primeur, maar we vangen mekaar geen vliegen af. Door mekaar niet op te jagen kunnen we fatsoenlijk werk afleveren. Scoops zijn sowieso moeilijk geworden door de sociale media. Daar is iedereen journalist en dat nieuws gaat snel rond. Of het even goed aan de deontologische standaarden voldoet, is een andere kwestie.
Op de sociale media is iedereen journalist
Statuut
DHM: Wat is jullie arbeidsverhouding met jullie opdrachtgevers?
Ronny: We zijn allebei zelfstandigen in hoofdberoep en hangen van onze inkomsten volledig af van wat we schrijven. Gelukkig is ons volume werk niet gedaald tijdens de Coronaperiode. Het was wel een beetje zoeken in het begin.
Toon: De eerste weken van de uitbraak was het al Corona wat de klok sloeg. Geen gebrek aan kopij!
DHM: Hoe zit het met de jobtevredenheid, denk maar aan de jobinhoud, werklast, verloning?
Toon: Niet over te klagen. Ik herhaal dat ik geen moment spijt heb van de voorbije 20 jaar. Voor mij is het op alle vlakken een heel leefbare job. Nu denk ik wel dat het voor een beginnende regiojournalist niet simpel zou zijn om meteen een leefbaar inkomen op te bouwen, dat vraagt tijd. Bij HLN nieuws zijn er verschillende vergoedingen naargelang de anciënniteit. Ervaring wordt gewaardeerd. Maar let wel, als men niet tevreden is over mijn werk, lig ik er met een opzeg van twee maanden uit.
DHM: Hoe wordt je vergoeding bepaald?
Ronny: Bij het NB was dat vroeger per artikel, bij GVA per regel. Nu is er één tarief, of het nu in GVA en NB en DS verschijnt.
Toon: Ik ben bij HLN begonnen aan een tarief per ingeleverd stuk, verschillend naargelang de lengte, kort - midden - lang. Dan werd ik een tijd per letter betaald, toen werden mijn artikels eens zo lang (lacht). Nu is het weer per artikel. Stukken die nationaal verschijnen, mag ik extra factureren. Er is wel een limiet aan de lengte van de stukken, maar ik ga er dikwijls over. Men maakt er geen probleem van.
Privéleven
DHM: Hoe combineer je deze job met je privéleven?
Ronny: Voor mij is dat simpel: ik ben vrijgezel en woon alleen. Ik moet met niemand rekening houden. Natuurlijk streef ik naar een gezond evenwicht, zorg dat er tijd is voor een sociaal leven.
Toon: Bij mij is het niet altijd evident, ook mijn partner heeft een druk beroepsleven. Maar ik heb ervaring genoeg om dat deftig te regelen. Toen onze tweelingdochters geboren zijn, was het wel een heel moeilijke periode. Maartje is geboren met een ernstige hartafwijking en moest meerdere hartoperaties ondergaan in het UZ Leuven. Joyce en ik wisselden mekaar af: ofwel bleef ik in Leuven bij Maartje en bleef Joyce bij Lisse thuis of net andersom.
Ik had wel altijd mijn laptop bij in Leuven. Ik mocht telkens maar een beperkte tijd bij mijn dochtertje, dan weer een drietal uren niet. Die tijd gebruikte ik dan om te werken. Maar dan ben je wel ver weg van je werkterrein en het was ook niet gemakkelijk om de aandacht bij het werk te houden.
Op de redactie heeft men daar altijd wel rekening mee gehouden, ze hebben zelfs mijn vergoeding blijven betalen volgens het maandelijkse gemiddelde. Ik ben ze daar zeer erkentelijk voor.
Ronny: Ik doe dit met alle plezier tot aan mijn pensioen
DHM: Zouden jullie iets anders willen doen?
Ronny: Ik zie me dit met alle plezier tot aan mijn pensioen doen. En mocht de papieren krant in die tijd verdwijnen, dan zal men nog altijd ervaren journalisten nodig hebben voor het digitale nieuws.
Toon: Ook graag tot aan mijn pensioen als het kan. Ik doe het veel te graag! (jaf)
In het journalistieke geheugen
Welke stukken uit de ontelbare artikels die ze ondertussen hebben gemaakt, zijn in het journalistieke geheugen blijven hangen? Aangrijpende gebeurtenissen, mooiste stuk, missers…?
Ronny: “Een keuze maken is niet eenvoudig…”
Aangrijpend
“Een artikel over een overlijden grijpt je altijd aan. Wat ik nooit vergeet, is een brand in een woning boven een tuincentrum in Weelde in de zomer van 2009. Vader, moeder en de jongste dochter kwamen om. De oudste dochter was aan het studeren in Gent. Toevallig had ik de vader twee maanden eerder nog gesproken omdat er in het tuincentrum een ramkraak was gepleegd.
Dichter bij huis blijven de verkeersongevallen met Deveney Smits op de Vrijheid en Bram Van den Broeck op de Bredaseweg, allebei in december 2011, me bij omdat het jonge mensen waren. Net als de massale zoekactie naar een 24-jarige in Hoogstraten, vlak na nieuwjaar 2015. Enkele dagen later heeft men hem gevonden in een gracht.”
Mooiste
“Een keuze maken voor het mooiste stuk is niet eenvoudig. Misschien het artikel uit 2016 over vier familieleden uit Meer die vlakbij elkaar wonen en twee keer per week kaarten.
Ze zijn allemaal 80+ en van alle vier is de partner overleden. De aanleiding was een reportage in het programma 4x7 op Canvas, in beeld gebracht door de dochter van een van hen en dus een nicht van de drie anderen. Enkele dagen voor de uitzending, de opnames waren al eerder gebeurd, woonde ik het begin van hun kaartnamiddag bij. Een eenvoudig, maar mooi tafereel.
Ook het verhaal van de vijftien kinderen De Bie uit Minderhout, die vierden dat ze op dat moment samen exact duizend jaar oud waren, vond ik de moeite. Mijn grootste verbazing was toen ik de eerste keer het prachtig ingerichte kersthuis van André Hoefkens en zijn vrouw Nancy in Meer binnenstapte.”
Misser
“Een combinatie van anekdote en misser : enkele jaren geleden openden op korte tijd een aantal nieuwe horecazaken in Hoogstraten.
De redactie stelde voor om de artikels van die nieuwkomers te bundelen en er een kaart bij te zetten van alle horecazaken in het centrum van Hoogstraten. Ik maakte eerst uit mijn hoofd een lijst, toen ik de volgende dag door Hoogstraten reed lette ik er goed op dat ik zeker niks vergeten was. De dag van publicatie kreeg ik een vriendelijke mail van de uitbaters van restaurant Noordland dat ze er niet bij stonden. Een onvergeeflijke fout, zeker omdat ik een viertal jaar tegenover Noordland heb gewoond.
Een misser was dat ik de coalitiewissel tussen de lijst van Arnold Van Aperen en Tinne Rombouts gemist heb. Ik was in de zaal in Meerle aan het volleyballen en mijn GSM stak in mijn jas in de kleedkamer. Later zag ik een gemist gesprek, maar het was al na de deadline. ’s Anderdaags in alle kranten: Tinne dan toch niet de jongste burgemeester van het land. Behalve in het Nieuwsblad.” (rvda)
Toon: “Dan ben je stil, heel stil…”
Aangrijpend
“De aangrijpendste gebeurtenissen zijn ongetwijfeld de ongevallen waar kinderen bij betrokken zijn. In juli 2007 overleden een moeder en haar twee kinderen op de Voort in Meerle in een bijzonder zwaar verkeersongeval. We waren snel ter plaatse. De moeder was ter plaatse overleden, de twee kinderen stierven tijdens de bevrijdingsactie, als ik me het goed herinner. Het was een heel beklijvend moment. Hulpdiensten die er alles aan deden om de kinderen te redden, maar telkens moest een agent komen zeggen: het kind heeft het niet gehaald... Tot twee keer toe. Dan stap je nadien de auto in en ben je stil. Heel stil. De uitvaart nadien was een heel emotionele gebeurtenis. De slachtoffers waren amper 36, 7 en 5 jaar...
Ook het ongeval met Deveney Smits op de Vrijheid heeft me zeer aangegrepen en het heeft ook veel losgemaakt bij de lezers. Er is nog veel over te doen geweest nadien.
In augustus 2009 was er een zware brand in de doehetzelfzaak/tuincenter De Koster in Weelde. Al snel werd duidelijk dat ze de eigenaars, een koppel, en de twee kinderen niet konden bereiken. Uiteindelijk lukte dat bij een van de kinderen wel... Toen werd duidelijk dat de alles verwoestende brand later een menselijk drama zou worden. Het duurde nog uren, maar het was uiteindelijk een brandweerploeg die de drie lichamen vond... Heel hard was het. Je voelde gewoon de teneergeslagenheid. Vooral omdat de brandweer van Ravels een familiaal gebeuren is van vrijwilligers. Iedereen kent iedereen en als je dan die lichamen vindt... Voor mij persoonlijk was het ook vreemd. Enkele weken voordien had ik nog met de uitbater staan praten. Urenlang. Eerst naar aanleiding van een ramkraak op zijn zaak, maar uiteindelijk nog heel lang over grasmaaiers en allerlei andere spullen. Hij had me zelfs uitgenodigd om nog eens langs te komen en dan zou hij me nieuwe snufjes laten zien. Die afspraak is er helaas nooit gekomen.
En er was de moord op de Turnhoutse schepen Toon De Preeuw. Het was gemeenteraad. De zetel van Toon was leeg. Op dat moment was hij officieel als vermist opgegeven. Een beklijvende stilte tot kort daarna het nieuws doorsijpelde dat hij dood was teruggevonden in Cadzand. Vermoord op het strand. De keel overgesneden. Door Ira Toendang en Sven Stamm, twee nietsnutten uit Nederland en Duitsland. Die laatste pleegde nog moorden in Duitsland ook. Toon was een toevallig slachtoffer. Ze hadden hem zijn wagen zien parkeren in Turnhout en dachten: voilà, gemakkelijke prooi. De processen nadien, de begrafenis, de vele gesprekken: ze zullen me altijd bijblijven.
Nog zo een is een moord in Baarle-Hertog. Het lijk van een Wit-Russische vrouw, Katarina, dubbelgeplooid in een groene afvalcontainer gestoken, gewikkeld in de zak waar de bruidsjurk vroeger in zat. De container overspoten met PUR-schuim en in een dichtgetimmerde houten kist gezet. De kist stond op de kinderkamer en de dochter gebruikte de kist/kast om er haar tekeningen aan op te hangen... De verdachte, haar man, werd uiteindelijk in Nederland veroordeeld. Niet voor moord, want dat konden ze niet bewijzen. Tot de dag van vandaag houdt hij vol dat hij het niet gedaan heeft: ik heb er ook nog altijd contact mee af en toe.”
Misser
“Een misser was zeker het EPO-dossier in het wielrennen. De speurders in Turnhout vielen in maart 2006 op vijftien plaatsen binnen in de Kempen. Onder meer Dave Bruylandts, Geert Omloop, Luc Van den Broeck en Peter Van Santvliet werden ondervraagd. Ook een tiental andere personen uit het wielermilieu werden op de rooster gelegd. Bij de huiszoekingen werden onder meer Chinese epo, nandrolon en groeihormonen gevonden. De dag na de feiten hadden wij de namen niet en GVA wel. Die bleken weliswaar niet allemaal te kloppen, maar het was een pijnlijke misser. Ik heb het toen wel even moeten aanhoren, maar uiteindelijk koelde het wel door het goede werk dat we daarna hebben geleverd.” (tv)