16 minute read

“Het leven blijft ook voor mij een grote zoektocht”

Bert Dufraing over opgroeien in Meer, de Mussenakker, toneel en muziek

HOOGSTRATEN - Als we Bert bellen met de vraag of hij het ziet zitten om eens af te spreken voor een babbel lijkt hij even uit de lucht te vallen. De vraag kwam wat onverwacht wellicht, maar zijn project Mullerthal en de respons hierop zijn ook bij de Hoogstraatse Maand niet onopgemerkt gebleven. “Een babbel? Goed, kom maar af. Ik woon in de Korhoenlaan in Wuustwezel.” De Korhoenlaan roept bij mij wel beelden op van een vogel die in onze Kempen al decennia niet meer in het wild voorkomt. Dus, dat moet echt wel op het einde van de wereld zijn. En dat beeld blijkt aardig te kloppen.

“Je komt op een zandweg en je moet die blijven volgen.”, krijg ik nog mee. En het klopt helemaal. Eens Wuustwezel-centrum uit wordt de weg smaller en smaller. De geur is er niet anders dan in Hoogstraten. Auto’s die mekaar kruisen moeten onvermijdelijk de berm in. Uiteindelijk kom ik in een oase van rust terecht. Bert en zijn twee kinderen (Juliette en Alice) wonen hier in een chalet in de bossen. Zou het plaatje van de in zichzelf gekeerde muzikant dan toch kloppen?

Nest

Bert is de zoon van Jan Dufraing en Wis Swaenen. Hij groeide samen met zijn zus Greet op in een warm nest op Ter Beek in Meer. “Ik heb hier echt wel een topjeugd gehad. Ons ma werkte in het rusthuis in Hoogstraten, onze pa gaf les in het Klein Seminarie. Van hen heb ik veel meegekregen en heb ik vooral mijn gang mogen gaan om kansen die zich aanboden te omarmen. Voor een groot stuk ben ik ook gewoon in hun voetsporen getreden.

In 1994 musiceerde Bert tijdens Meermarkt op het terras van de Mussenakker met enkele buurjongens.

Muziek was hun passie en net als onze pa en mijn grootvader ben ik gaan lesgeven. Onze pa sjotte bij FC Meer. Daar ben ik dan op achtjarige leeftijd ook mee begonnen. Trouwens, iedereen in mijn omgeving voetbalde toen bij FC Meer. Ik was geen onverdienstelijke voetballer en hield het vol tot mijn achttiende. Toen ik op kot ging, was het gedaan met voetballen. De liefde voor muziek had toen al een belangrijkere plaats ingenomen.”

Ik heb vooral mijn gang mogen gaan

“Ik ben dankbaar voor hetgeen mijn ouders voor mij hebben gedaan en doen. Mijn jeugd was onbezorgd, ik voelde me geborgen en kreeg veel vertrouwen. Dat is iets dat belangrijk is geweest voor mijn verdere ontwikkeling als persoon en ook als muzikant.”

Van zijn achtste tot zijn achttiende “sjotte” Bert bij KFC Meer. Hier poseert hij als miniem. Uiteindelijk nam muziek toch een belangrijker plaats in.

Snotapen

Jan en Wis waren actief in jeugdhuis De Mussenakker in Meer. “Eigenlijk was onze pa één van de oprichters van toen nog ’t Kelderke, samen met nonkel Marc en Bert Michielsen. Het toeval wilde dat die allemaal op Ter Beek woonden en de kinderen leeftijdsgenoten waren. Het stond dus in de sterren geschreven dat wij als kleine snotapen ooit in de Mussenakker onze opwachting zouden maken.

En daarnaast was er de platenkast van onze pa. De LP’s van Neil Young, Bob Dylan en The Rolling Stones werden thuis grijs gedraaid. Dat heeft een blijvende indruk nagelaten. Het is nog dikwijls de muziek uit die periode. Trouwens, niet alleen bij mij is dat zo. Dat geldt evenzeer voor Wim Dufraing (neef) en heel veel andere muzikanten in onze kennissenkring en in onze generatie.”

“En dan was er Cryptic Skull. Het was een gelegenheidsbandje dat bij festiviteiten het podium onveilig maakte in de Mussenakker. Onze pa was de zanger en het was op één van hun repetities dat ik als bengeltje voor het eerst voelde wat rock ‘n’ roll met een mens kan doen. Wat een openbaring! Snoeiharde drums en gierende gitaren, en het volume maakte toen echt indruk. Ik was direct verkocht. Als elfjarig jongetje “moest” ik van onze pa ook mee naar een concert van The Rolling Stones. Hij dacht toen al dat het de laatste keer zou zijn dat zijn lievelingsband zou optreden en dat moest zoonlief toch meegemaakt hebben! Samen met ons ma boven in de nok van de Kuip in Rotterdam, onze pa en zijn vrienden vlak voor het podium natuurlijk. Het was een ervaring die ik nooit zal vergeten.”

Afgedankt

Vooral de inhoud van vaders platenkast blijkt Bert het meest in de “goede richting” te hebben geduwd. “En dat gold evenzeer voor mijn buurjongens Wim Dufraing en Dolf Michielsen. Het is een geluk geweest dat we buren waren en dat onze vaders aan de zelfde toog hingen en dezelfde muzieksmaak hadden. Zo vonden we mekaar blindelings.

Ik leerde mezelf gitaar spelen op een afgedankt model zonder snaren op basis van akkoorden die afgebeeld stonden in het tijdschrift van de CM. Zittend op de rand van mijn bed met de koptelefoon op 10 speelde ik al grote shows. In onze hof stond een kot en dat mochten we zonder problemen gebruiken als repetitielokaal. We moesten alleen nog een drummer vinden. En zo kwamen we bij Toon Verboven, de zoon van Jacques, uit. Die zat in de fanfare, dus die zou wel kunnen drummen! En zo geschiedde...”

Jiving Sister Fanny verwees het record van Nonkel Ney naar de prullenmand.
20 frank per song

“Het was heel amateuristisch. We waren dertien, veertien jaar en konden op den duur stukjes van liedjes spelen. En toen gingen we voor het eerst tijdens Meer Markt op het pleintje voor de Mussenakker staan en speelden we liedjes op aanvraag voor 20 frank per song. Het was charmant, maar niet meer dan dat. Ons eerste echte optreden gaven we met Eruption op het vrij podium in de Mussenakker naar aanleiding van de kermis. Heel de familie, vrienden en kennissen zaten in de bomvolle Mussenakker en wij het podium op… Kill! Dead! Suicide! Dat was het openingstrio. Eigen songs, haha!”

Met het Gemenebest breidde Bert een vervolg aan de Bonte Avonden van de Mussenakker. Vooral kozijn en vriend Wim blijkt een begenadigd schrijver.

Adrenaline

“Voor sommigen was het er over. Maar wij voelden ons hart bonken en we zijn niet meer gestopt. Nog steeds, na 30 jaar, krijg ik een rilling als ik de basdrum voel pompen en mijn eerste akkoord op gitaar aansla tijdens de soundcheck. Pure adrenaline!”

Voor Bert zal het wellicht nog lang niet stoppen, maar dit is alvast het chronologisch lijstje van de bands waarin hij zijn bijdrage mocht leveren: Eruption, P.Y.G.P., d'Ouw Zakke, Cryptic Skull, Jiving Sister Fanny, The Stitch, AC/QUO, Tangled Horns, Pagan Baby, Nashville Bum, La La Blues, 't Verzet, Mullerthal.

“We begonnen eigenlijk in de periode dat stevige gitaarmuziek heel populair was en heel veel mensen in onze omgeving met allerlei bands op de proppen kwamen. Gasten uit Meer, Wortel en Hoogstraten die toch hun stempel wisten te drukken. Wij waren toen actief met P.Y.G.P., een punkrockband waarmee we onze eerste opnames maakten. We wilden optreden in de Lintfabriek, een beetje het mekka van de harde muziek in Vlaanderen op dat moment. Uiteindelijk is ons dat ook gelukt. We beseften plots dat we ergens konden geraken als we maar creatief genoeg waren en in onszelf geloofden.”

Houdbaarheidsdatum

“Vele bands sneuvelden na enkele jaren en zo was het ook met P.Y.G.P. Uit de assen van enkele groepen is toen The Stitch, later Tangled Horns, ontstaan. Met de laatste band nam ik drie albums op. De vriendschappen die hier nog sterker werden zullen altijd blijven bestaan. Het was een intense, wilde periode. Elke week waren we wel twee keer bij mekaar om te repeteren, muziek te schrijven of op te treden. Na 15 jaar ben ik gestopt omdat voor mij de houdbaarheidsdatum overschreden was. Ik had zin in een nieuwe uitdaging. Natuurlijk volg ik hun reilen en zeilen nog volop.

In hun jeugd kregen Greet en Bert alle kansen en vooral de vrijheid om zichzelf en de wereld te ontdekken. Kansen waar Bert zijn ouders Jan en Wis nog altijd heel dankbaar voor is.

Jiving Sister Fanny was een exclusief Mussenakkerproduct. Het begon uiteraard aan de toog waar iemand het idee opperde om met muzikanten van de Mussenakker iets op poten te zetten. Amusement en rock ’n’ roll moesten centraal staan en daar zijn we naar mijn aanvoelen aardig in gelukt. Het hoogtepunt was het record van Nonkel Ney dat we aan flarden speelden. Op één dag slaagden we erin twaalf optredens te geven. Het was een geweldige ervaring! We werden van optreden naar optreden gebracht met een limo en de fans volgden ons in de spelersbus van Oranje. Er waren twee wisselende p.a.’s nodig om het technisch voor mekaar te krijgen. Zonder twijfel een hoogtepunt.

De eerste jaren traden we veel op, maar na enkele jaren nam de vraag af. Het caféleven begon te slabakken en we besloten nog een laatste keer te knallen. Na meer dan 200 optredens sloten we het hoofdstuk Jiving Sister Fanny af voor 650 mensen in Le Cirq. Rock ‘n’ roll is dead!”

Heruitvinden

Volgens Bert heeft elke groep een bepaalde houdbaarheidsdatum. “Die wordt bepaald door verschillende factoren. Maar dat het op een bepaald moment stopt, is zeker. Ik voel dan elke keer de drang om met iets nieuws te beginnen, gewoon omdat ik het zo graag doe. Samen met Ine Aerts (de ex van Bert en de moeder van hun dochtertjes) startte hij Bart en Ine. “Onze wereldreis bracht ons in de Verenigde Staten en liet ons kennismaken met countrymuziek. We wilden eens iets anders en samen met Wim Dufraing en Maarten Michielsen begonnen we later Nashville Bum. Het was een schril contrast met het (hardere) werk uit het verleden, maar het gaf veel voldoening en mezelf de mogelijkheid om op een nieuw elan verder te gaan.”

De scheiding met Ine viel beiden zwaar. “Ik ben blij dat we nog goed overeenkomen, maar ik ga niet onder stoelen of banken steken dat het een zware periode is geweest. Een relatie van zeventien jaar af moeten breken omdat je geen andere uitweg ziet, is niet eenvoudig. Scheiden doet lijden, maar het heeft me ook goede dingen gebracht. Door alleen te vallen moet je jezelf als het ware ‘heruitvinden’. Je wordt creatief, leert nieuwe mensen kennen en doet veel nieuwe ervaringen op. Het leven wordt plots heel intens.”

Eigen ding

De scheiding en de daarop volgende coronaperiode liggen mee aan de basis van het project dat momenteel veel aandacht opeist: Mullerthal. “Dit is mijn eerste volledig eigen ding. De teksten en de muziek zijn van mijn hand en ik neem voor het eerst ook de zang voor mijn rekening. Het verwerkingsproces en de twee jaar isolement die corona ons allemaal oplegde, zorgden ervoor dat ik de tijd vond om mijn debuutalbum te maken. Het blijkt dat artiesten vooral in moeilijkere periodes heel creatief kunnen zijn. Dat heb ik ook mogen ervaren. De afwikkeling was soms zwaar, maar het proces om een idee om te zetten in een song gaf ook veel voldoening. Ik merk wel dat ik mijn energie voornamelijk haal uit optreden, het op de baan zijn met de bands en de contacten met de mensen. Het opnameproces is echt “werk” voor mij.

De coronaperiode was een eenzame tijd. Het gaf me de gelegenheid om me helemaal terug te trekken en om twee jaar lang bijna dagelijks aan de plaat te werken. Het is dan ook leuk te weten dat het eindproduct gesmaakt wordt. Wat oorspronkelijk enkel mijn ding was, is toch weer uitgegroeid naar een project met een hoop bevriende muzikanten. Maarten Michielsen bood zich aan om samen wat aan de plaat te sleutelen in zijn studio. Uiteindelijk is de productie vooral zijn ding geworden. Mullerthal is nu een zevenkoppige groep. Sinds een half jaar hou ik me ook bezig met de praktische organisatie, ben ik eigenlijk een beetje de manager.”

Reddingsboei

Naast Mullerthal is Bert ook bezig met ’t Verzet. “’t Verzet is een muzikaal project van Luc Meyvis, Simon Standaert, Miel Horsten en mezelf.

Mullerthal kwam tot stand tijdens de pandemie en na een donkere periode in Berts leven.

De aanzet voor dit initiatief kwam er door het benefietconcert voor Think Muco in Oud-Hoogstraten. Het bijzondere aan deze coverband is dat we met mensen uit verschillende generaties muziek maken. Een bont gezelschap met verschillende smaken. Ik merk dat ik dat heel aangenaam vind. Enerzijds spelen we rock ’n’ roll, maar ook de melodieuze nummers hebben een plaats op onze setlist. Voor deze zomer staan er al 14 optredens geprogrammeerd. En dan is er ook nog La La Blues, mijn akoestisch project. Met topzangeres Bea Mertens uit Minderhout breng ik bluesy nummers in een intieme setting.”

Met ’t Verzet “on the road”. Deel uitmaken van een groep en werken aan een gezamenlijk project geeft veel energie. “Tegelijkertijd heeft alles ook een houdbaarheidsdatum.”
Een bont gezelschap met verschillende smaken

Bert is met veel dingen tegelijk bezig en beseft dat ook. “Ik werk halftijds als leerkracht, anders zou dit allemaal niet kunnen combineren. Soms komt die muziek al eens in conflict met mijn taak in het onderwijs. Ik werk graag met jonge mensen en het onderwijs biedt me zekerheid op financieel vlak. Niemand in mijn kennissenkring die muziek maakt kan er de kost mee verdienen. We doen het omdat de drang zo groot is! En we blijven het doen omdat het zo veel voldoening geeft.”

Met muziek kan je de kost niet verdienen

De drukte waar Bert nu mee geconfronteerd wordt is er niet zomaar gekomen. “Tijdens de coronatijd hield ik me voor dat ik er zou staan als het allemaal achter de rug zou zijn. Ik heb me volledig op de muziek gestort en heb deze als een reddingsboei vastgegrepen. Elke week sta ik nu gemiddeld 2 keer op de planken.”

Juliëtte en Alice zijn Berts leven…

Comfortzone

En dan is er ook nog toneel. “Ja, alhoewel toneel wel wat buiten mijn comfortzone ligt. Samen met een collega maakte ik destijds educatief theater rond alcoholisme. Met de productie “Als papa vader wordt” traden we elke donderdag op in scholen in heel Vlaanderen. Nu werken we aan “Samoerai”, een interactief programma met veel muziek en spel voor lagere schoolkinderen. Het thema is verkeersveiligheid.

Muziek was altijd mijn trouwe bondgenoot

De toneelroots stammen uit mijn kindertijd. Onze pa was toen met de Mussenakker actief met de bekende Bonte Avonden. Met E.Z.E.L. gaven ze de fakkel door aan de jonge generatie Mussen. Vier jaren op rij verzorgden we druk bijgewoonde Bonte Avonden. Wim en ik studeerden in Antwerpen en zaten op kot. Regelmatig zaten we met een hoopke in één of ander bruin café - Den Billenkletser, hoe toepasselijk!) - om allerlei ideeën op papier te zetten. Wim ontpopte zich van in het begin als schrijver en bedenker van de hallucinante verhalen. Zo ontstond het Gemene Best. En er is nieuws voor de lezers. Wim heeft laten weten dat een vierde productie klaar is! Waar het over gaat? Dat weet ik niet. Wim komt altijd op het laatste nippertje met het scenario op de proppen. Hij heeft focus nodig als hij aan het schrijven is en bemoeienissen kan hij dus missen als kiespijn.”

Bondgenoot

“Ik heb al heel wat wegen bewandeld na al die jaren. Er zit een soort onrust in mij en het leven blijft ook voor mij een grote zoektocht. Kijk, dit is mijn vierde huis bijvoorbeeld. Ook op dat vlak zoek ik telkens vernieuwing op. Andere omgevingen en nieuwe mensen wekken mijn nieuwsgierigheid en op één of andere manier vind ik dat heel aangenaam. Al gaan die veranderingen niet altijd zonder slag of stoot, toch wil ik het leven uitpuren en ten volle ervaren.

Muziek is altijd mijn trouwe bondgenoot geweest. Ik verdiep me graag in de teksten van songs en begon ook zelf teksten te schrijven. Erg kwetsbaar allemaal, maar het zorgt wel voor bepaalde inzichten over jezelf en anderen. Ik las heel wat biografieën van artiesten en ontdekte dat de zoektocht die wordt afgelegd mij niet vreemd is. Het besef dat ik daarin niet alleen ben, heeft me energie en wilskracht gegeven om het album af te maken en de draad van mijn leven terug op te pikken.

Ik heb de zaken terug op een rij

In die periode ontdekte ik ook dat vriendschappen heel intens kunnen zijn, vooral ook omdat je jezelf kwetsbaar voelt en je jezelf in die vriendschap veilig genoeg voelt om je bloot te geven. Wim is voor mij een rots gebleken. Mijn neef, buurjongen, medemuzikant, Stonesfan, vriend … en creatieve duizendpoot. Ik heb de zaken terug op een rij.”

Belcantogehalte

“Juliëtte en Alice betekenen heel veel voor mij. Zowel Ine als ikzelf zijn blij dat we een goede regeling hebben kunnen treffen. Dat betekent dat ik me een week kan opladen, om dan weer een week alles te geven. Het zorgt er voor dat we een erg intense band hebben met onze kinderen en ja, ze zijn ook muzikaal! Bij Ine staat een drumstel en hier liggen de gitaren. Ze hebben een ongelooflijk gevoel voor ritme. Het zal wel genetisch zijn. Ine is ook zeer muzikaal en natuurlijk krijgen ze de impulsen die ik als kind ook kreeg. Hier wordt veel gerepeteerd, muziek gemaakt en gefeest. Ik woon hier zalig, rustig en in de bossen.”

Een hoog Belcantogehalte precies…

Oeps, een hoog Belcantogehalte precies? “Ja, eigenlijk wel hè! Ik heb hem eens opgezocht na een optreden en hem ineens de LP van Mullerthal meegegeven. De volgende ochtend kreeg ik een mooie recensie van het album van hem. Guido Belcanto is een heel gepassioneerde mens en een zaligheid om mee te praten. Hij sterkt me ook om door te gaan met mijn muziek.”

En nu zou er een tweede album moeten komen? Een vervolg? “Ja, maar daar heb ik de tijd niet voor en als er ook weer miserie aan te pas moet komen, dan pas ik toch liever. Let wel, ik ben blij dat ik dit gedaan heb en dat ik het lef heb gehad om de zangpartijen toch voor mijn rekening te nemen. Maar het proces weer doormaken… ik weet het niet. Geef mij maar de live-optredens, het blijven plakken, de innige vriendschappen met de bandleden, … the life on the road, kortom.” (ao)

DE WERELD VAN SJAH

MUSIC WAS MY FIRST LOVE... ...AND IT WILL BE MY LAST
© Karel Huet
This article is from: