31 minute read
Het Groot Circus van het Klein Verdriet
Grootse musical in en over de kolonie van Wortel
MUSICAL Vanaf einde augustus tot begin september leiden alle wegen naar Wortel-Kolonie. Een bruisend project in een grote circustent met 350 Hoogstraatse acteurs, zangers, muzikanten, dansers, circusartiesten, techniekers en medewerkers, allen onder professionele begeleiding. Dat is het Groot Circus van het Klein Verdriet, een nieuwe theaterproductie van vzw la:ch, gebaseerd op verhalen uit 200 jaar leven in de kolonie.
Geen proefstuk
Met het Groot Circus is vzw la:ch uit Hoogstraten niet aan haar proefstuk toe. Iedereen herinnert zich wellicht nog de grote musicals in de Veilinghallen in Hoogstraten. In 2010 was er de verrassende productie Gelmel. In oorsprong opgevat als een kindermusical, maar gaandeweg uit zijn voegen gebarsten, zodanig dat de oorspronkelijke locatie in de Rabboenizaal al snel niet meer van toepassing was.
Tijdens de voorbereidende gesprekken werd ook gaandeweg duidelijk dat professionele begeleiding nodig was en dus werd een professionele regisseur aangetrokken. Het werd Jos Dom die ook de latere productie voor zijn rekening zal nemen. Hij ligt ook nu mee aan de basis van het Groot Circus van het Klein Verdriet.
Enkele jaren na Gelmel volgde in 2014 de musical 1814, De Vergeten Veldslag, als een herdenking aan de slag van Hoogstraten. Waar Gelmel nog met tal van kinderziektes af te rekenen had, zou 1814 uitgroeien tot een denderende productie waar alles vooraf veel beter voorbereid was en de begeleiding veel professioneler zou verlopen. Na een kleinere muziektheatervoorstelling Blauw in 2017 voelde vzw la:ch zich helemaal klaar om een grootse productie te brengen op locatie rond de geschiedenis van 200 jaar kolonies.
Het Groot Circus van het Klein Verdriet doet de verwachtingen hoog oplaaien. Wij blikken tussen de vele repetities in al even vooruit naar het laatste weekend van augustus en het eerste weekend van september. Ann en Maarten Leemans lichten samen met Magali Dejonckheere een tip van de sluier voor ons op.
DHM: Van waar komt het idee voor een voorstelling in de kolonie?
Ann Leemans: “Wij liepen al een tijdje rond met het plan om iets te maken rond de Koloniën van Weldadigheid, zoals de kolonies van Wortel en Merksplas oorspronkelijk heetten. Die van Wortel werd immers in 1822 opgericht, 200 jaar geleden. Nog voor de coronacrisis en de lockdown hebben wij verschillende aftoetsende gesprekken gehad met o.a. mensen uit Merksplas waar ook een dergelijk idee leefde. Ook hebben we heel wat informatie over de kolonies en de landloperij opgezocht.De eerste stappen werden zelfs al in 2017 gezet en in mei 2018 hebben wij met onze kerngroep het scenario afgetoetst. Oorspronkelijk dachten wij er aan om bij de kapel van Merksplas Kolonie te spelen, maar daar zijn we later van afgestapt. Onze medewerkers komen bijna allemaal uit Hoogstraten en de steun van de stad zou ook groter zijn. Wij hebben dan uiteindelijk gekozen voor een grote circustent in Wortel Kolonie.”
DHM: Hoe is de voorstelling opgebouwd ?
”Met alle informatie die we verzameld hadden en gesprekken met Toon Horsten (schrijver van Landlopers) en Frans Horsten (mede-initiatiefnemer van de bescherming van de Kolonies), is Jos Dom aan de slag gegaan voor het script. Tijdens de lockdown werkte hij een verhaal uit aan de hand van de zeven werken van barmhartigheid. Elk van deze zeven werken slaat in de voorstelling op een bepaalde periode uit het bestaan van de kolonie.
Het geheel wordt heel strak gechoreogra-feerd, werkelijk elke beweging en plaatsing is bepaald. Hiervoor werd Ingrid Coppieters aangetrokken. Het podium is wel kleiner dan bij de vorige musicals maar het publiek zit rond de scene zoals in een echte circusvoorstelling. Er zijn zelfs enkele echte circusacts in het scenario opgenomen.
”Jef is niet te regisseren” dachten sommigen...
Alles bij elkaar zijn er toch wel een 350 deelnemers bij betrokken. Hierin zitten het orkest, het koor, acteurs en dansers en een massa medewerkers achter de schermen. De muziek werd geschreven door Florejan Verschueren en gearrangeerd door Ward Opsteyn. Hans Casteleyn heeft als dirigent de muzikale leiding in handen en de zang werd voorbereid door Jens Broes. De regie ligt in handen van Jos Dom en Emelien Raats. Lore Voeten is onze regie-assistente die alle nota’s van de regie mee verwerkt in het script.”
DHM: Is het meegevallen om voldoende volk warm te krijgen voor dit project ?
”We hebben in september onze oproep verspreid en we hadden al snel 180 personen die wilden meespelen. In december 2022 zijn we begonnen met de audities voor zang en acteren. De twee moeten wel samenvallen en dat is niet altijd simpel. Het was een gezellige mix van oudgedienden en nieuwkomers. Je voelde dat er een gezellige sfeer hing en dat de nieuwe mensen snel in het verhaal mee waren. Dat gaf ons direct het gevoel dat de goesting er was.
In januari hebben we de laatste audities gedaan en de rollen verdeeld. Na een succesvolle startdag begin januari zijn we einde februari 2023 begonnen met de repetities. Een belangrijke rol is weggelegd voor Jef Martens. In de voorbereiding was zijn naam al eens gevallen maar sommigen hadden daar hun twijfel over. “Jef is niet te regisseren” dachten sommigen gezien zijn reputatie als straatzanger bij de Spilzakken, waarbij improvisatie en interactie met het publiek belangrijk zijn. In een voorstelling als deze moet alles perfect passen in het script en in de voorgeschreven muziek. Jef heeft niet lang moeten nadenken en vrij snel toegehapt. En hij is inderdaad de juiste keuze gebleken, daar is iedereen het volmondig mee eens.” Tenslotte, hoe dikwijls zou hij ook niet “Als vagebond ben ik geboren” gezongen hebben?”
Repeteren is werkdag
En dat er moet gewerkt worden. Teksten instuderen, thuis zang oefenen, ganse weekends repetitie, het is een hele opgave. De acteurs kunnen de opgenomen liedjes wel thuis verder inoefenen, maar spelen en zingen met medeacteurs is toch nog een heel andere dimensie. Maar ook in het atelier wordt intussen elke maandag, donderdag en vrijdag flink gewerkt aan de decors terwijl een vaste kern van een vijftiental vrouwen zich de ziel uit het lijf naaien om de 425 kostuums klaar te krijgen. Er wordt in de voorstelling immers een hele periode overbrugd van 1810 tot de jaren 2000. Een blik achter de schermen vind je reeds in ons vorig nummer (DHM nr. 448).
Touwtjes
Dank zij de ervaring van de vorige musicals en de verdere professionalisering stevent het initiatief af op een geweldig succes. De verantwoordelijken voor de muziek, de zang, het koor, de regie, de techniek en decor gooien zich met volle overgave op het nieuwe project. En de voorzitter van vzw la:ch Ann Leemans ziet dat het allemaal prima is. Zij is muziekpedagoge, afgestudeerd aan het Lemmensinstituut te Leuven. Toen zij in de zomer van 2008 de oproep vanuit Hoogstraten te lezen kreeg om iets te organiseren rond 800 jaar Hoogstraten, hapte zij vrij snel toe. Als eindwerk in Het Lemmensinstituut had zij immers een cantate gemaakt over de figuur van Gelmel. Dit was echter nooit uitgevoerd in Hoogstraten, enkel één keer in Leuven. Zo groeide het plan om dit nu te gebruiken voor een project in Hoogstraten.
En zo ontstond een groepje van een tiental jongeren met een ruime interesse in cultuur. De groep werd echter groter en groter en dus werd er een vzw opgericht en een boekhouder op de kop getikt. Na brainstorming kwam uiteindelijk de naam LA:CH op de proppen. Het verwijst naar de Liefhebbers en Amateurs met ook een verwijzing naar Art/Kunst terwijl de CH verwijst naar Cultuur in Hoogstraten. In feite verzamelt de vzw een aantal gelijkgestemde cultuurvoorvechters in Hoogstraten. Hun voornaamste betrachting is culturele en erfgoedactiviteiten te organiseren waarin de samenwerking tussen professionele kunstenaars en amateurs centraal staat.
De totale kosten worden geraamd op 600.000 euro
Financies
Al vier jaar lopen de voorbereidingen van het Groot Circus van het Klein Verdriet. De apotheose komt in zicht. In twee weekends zullen ruim 7000 toeschouwers kunnen genieten van een denderend spektakel. De repetities draaien op volle toeren, de techniekers en helpers achter de schermen maken zich klaar voor de finishing touch. De kaartenverkoop loopt en boomde al snel toen de lijnen opengezet werden. Op de eerste dag werden meer dan 1000 tickets verkocht.
Maar achter de schermen wordt er ook naarstig verder gezocht naar sponsors en weldoeners. En dat zal nodig zijn want de kosten zijn ook in verhouding met de grootte van het spektakel. Zo moest men zelfs op zoek naar een grote circustent. In België en Nederland is zulke tent met tribunes niet meer te vinden. Uiteindelijk kwam men terecht bij een Duitse tentenbouwer. Dit kost de organisatie alleen al 70.000 euro. Het vervoer en 3 werkmensen voor het plaatsen zijn hierin inbegrepen. De opstelling van de tent en de tribunes zal 5 dagen in beslag nemen.
Subsidies en sponsoring
Als alle tickets verkocht zijn zal dit een 210.000 euro in de kas brengen. Dit is ongeveer een derde van het budget. De totale kosten worden geraamd op 600.000 euro. Een gigantisch bedrag. Dank zij een co-productie aan te gaan met Per Podium hoopt men heel wat investeerders warm te krijgen via het
Tax Shelter systeem voor theater. Vanuit de Vlaamse Overheid wordt 70.000 euro subsidie voorzien. De stad Hoogstraten draagt 20.000 euro bij en ook Erfgoedcel Noorderkempen en Kempens Landschap tasten eens in hun buidel. Maar alle mogelijke vormen van sponsoring staan nog open en elke hulp wordt met open armen verwelkomd.
Sfeer en dynamiek
De Hoogstraatse Maand ging zaterdag 10 juni de sfeer opsnuiven in de zaal Pax. Normaal verlopen alle repetities sinds begin mei in de Rabboenizaal van het Spijker, maar daar zijn
op dat moment examentafeltjes opgesteld. Terwijl een deel van de acteurs actief deelneemt op de scene in de grote zaal, kijken anderen vanop de zijkant toe, of wachten rustig hun beurt af in de kleine zaal.
Regisseur Jos Dom en choreografe Ingrid Coppieters corrigeren regelmatig en hameren op de beleving. Het zal een lange dag worden, want de dag nadien is het de tweede zondag van Heilig Bloed en dus processie. Heel wat deelnemers zullen hier ook hun opwachting maken, vooral dan in de verschillende koren die mee opstappen. Ook wij wachten geduldig af tot wanneer onze uitverkorene voor een gesprekje even tijd heeft voor een korte babbel.
En het moet gezegd, wij hebben alleen maar enthousiaste mensen ontmoet, blij om er bij te zijn, te kunnen zingen, spelen of acteren. En dan zijn de wachttijden graag meegenomen. Wij geven u een kleine bloemlezing uit een grote beleving.
Begin augustus wordt de tent geplaatst op het terrein achter de Bonte Beestenboel in Wortel Kolonie. Vanaf dan zullen de repetities terug een nieuwe impuls krijgen tot de voorstelling op donderdag 24 augustus (18.30u) in avant-première gaat. De eigenlijke voorstellingen voor het publiek starten op vrijdagavond 25 augustus om 19.30u. Zaterdagavond 26 augustus (19.30u) en zondagnamiddag 27 augustus (14.00u) zijn de volgende opvoeringen. Hetzelfde herhaalt zich de week nadien op 1, 2 en 3 september. Bij een geweldig succes houdt men de eerste zaterdagnamiddag nog open voor een extra voorstelling. Per voorstelling zijn er 1200 genummerde plaatsen voorzien.
De organisatie raadt aan zoveel mogelijk met de fiets te komen, vermits de kolonie een stiltegebied is. Wie met de auto komt, kan parkeren aan de rand van de kolonie en zo tot aan de locatie wandelen of gebruik maken van de transferservice. Kaarten kosten 35 euro, voor kinderen onder de twaalf jaar 25 euro. Tickets zijn te koop via de website van vzw la:ch (www.vzw-lach.be) of via Visit Hoogstraten. Er zijn ook VIP-tickets beschikbaar (voorafgaand aan de voorstelling krijg je een vijfgangenmenu aangeboden door ZoutErover) en tickets met een Bedelaarsbanket (een onbeperkt Kempisch buffet aangeboden door La Belle Belgique in samenwerking met Widar vzw). (jh)
De familie Seeuws
Drie generaties op en naast het podium
Voor de familie Seeuws is deze musical een echte familieaangelegenheid. Leo werkt vooral mee aan de decorbouw en speelt een rolletje op de scene. Echtgenote Lief is verantwoordelijk voor het decor en zingt in het koor. Schoonzoon Hans Casteleyn dirigeert het koor en het orkest, dochter Anke speelt dwarsfluit in het orkest, twee van haar kinderen zitten ook in het orkest, terwijl het derde kleinkind danst. Zoon Sige staat op de scene als acteur en zijn kinderen Amélie en Emma spelen en dansen mee.
Leo Seeuws
Leo is met zijn 75 jaar de oudste deelnemer aan de musical. En hij is niet aan zijn proefstuk. Hij was er ook al bij vanaf de start van Gelmel en ook nadien met 1814 combineerde hij werken aan het decor met een rol op de scene.
“Ik werk vooral aan de opbouw van het decor zoals ik dat ook bij de vorige musicals gedaan heb. Dit keer is het decor wel niet hetzelfde als bij de twee vorige. De locatie in een tent maakt het wel iets kleiner. Toch is er een groot stuk waar we heel wat werk aan hebben, en dat is de bouw van een boot. Eerst bouwen we het geraamte met al de houten ribben en nadien wordt dat afgetimmerd met triplex platen. Het is het belangrijkste stuk in dit project. Het gevaarte is 7 meter lang en 2,5 meter breed. Thuis worden er al wat stukken klaar gemaakt, maar het grote werk gebeurt in een atelier van Benny Kox op de industriezone. Wij werken drie avonden in de week, van zeven uur tot half elf. Als iedereen er is, zouden we met een twintigtal mensen kunnen zijn, maar meestal zijn we wel met heel wat minder.
Eerst dachten we er aan om een boot te maken zonder bodem waarin de acteurs dan kunnen meestappen. Maar daar zijn we van teruggekomen. De acteurs stappen nu naast de boot en trekken hem vooruit waarna ze er allemaal in kruipen. Er staan kleine wieltjes onder. Het is een hele job om hem te maken, maar hij komt slechts 5 minuten op de scene. Maar om het daarna naar de kolonie te transporteren wordt ook nog een hele klus. Dat zal een speciaal transport worden.”
Dit is voor mij een hele emotionele ervaring
Het is niet verwonderlijk dat Leo betrokken is bij de opbouw van het decor. Echtgenote Lief Boeykens is immers de verantwoordelijke van alles wat met decor te maken heeft en moet ook overleggen met Jos Dom, de regisseur. Zij staat zowel voor het artistieke als het technische in en dan vooral voor het fijnere werk met papier en karton, terwijl Leo meer het houtwerk voor zijn rekening neemt. Dus was Leo er ook al vanaf het eerste moment bij betrokken. Neem daarbij zijn technische kwaliteiten als gepensioneerde praktijkleraar uit het VITO, dan weet je dat men met hem safe zit. Maar daarnaast zie je hem ook verschijnen op de scene. “ In 1814 had ik een klein onnozel rolletje, maar ik was er toch zo zenuwachtig voor. Ik moest toen opkomen en met een slipje zwaaien, een vrouw op haar poep kletsen en daarna een klets in mijn gezicht krijgen. Maar eens ik op het podium stond, ging dat vanzelf. Dus ik had weer veel schrik voor wat ze me nu terug in mijn nek zouden draaien. Nu speel ik onder andere een rolletje in de scene met Zwarte Marjan. Ik moet niets zeggen, een klein dansje doen met Veronique (Zwarte Marjan) maar vooral in de ban zijn van die mysterieuze madam, tot mijn vrouw (in het script) mij bij haar moet wegtrekken. En dat is dan weer een rol voor Joos.”
“Het is altijd, en ook zeker nu weer een geweldige ervaring. Het vraagt veel inzet en tijd maar de sfeer groeit met elke keer dat je samen werkt en samen oefent. Dit is voor mij een hele emotionele ervaring.”
Amélie en Emma Seeuws
In het script van de musical zijn - omwille van het verhaal - vanzelfsprekend ook rollen voor heel jonge kinderen. De jongste deelnemers van het geslacht Seeuws, Amélie en Emma, respectievelijk 10 en 9 jaar, troffen we tijdens een grote repetitie. We vroegen hen of ze zich amuseren.
DHM: Hoe komt het dat jullie meedoen? Papa doet ook mee en vertelde erover. Hij dacht dat wij dat misschien ook wel graag zouden doen en dat vonden wij alle twee een goed idee. We zijn van in het begin meegegaan.
DHM: Hebben jullie al eerder toneel gespeeld of misschien in een koor gezongen? Neen, tot hiertoe nog nooit. Kleine toneeltjes in de klas, dat wel. Maar dat was dan alleen voor de juf en de klasgenootjes. En dat is toch veel minder volk dan wat we hier zien.
DHM: Wat spelen jullie? Heel wat verschillende dingen: clowntjes, Napolitaanse kindjes, ballonnen prikken. En dansjes en liedjes meezingen. De clowntjes vinden we heel leuk. De kleren daarvan zijn al klaar en die hebben we al gepast. Supertof!
DHM: Hebben jullie al veel moeten repeteren?
Regelmatig, de laatste tijd. Maar eerst niet zo heel veel want we moeten niet spreken op het toneel. De liedjes hebben we eerst thuis moeten leren. We kregen de teksten mee en ook de muziekjes. Die hebben we eerst ingeoefend en papa heeft daarbij geholpen en geluisterd of we het konden. Maar het was niet moeilijk om te leren, ook al moesten we een liedje in een andere taal leren. In het Italiaans. We vonden dat heel plezant, we zingen graag. Toen we de liedjes goed kenden, moesten we met allemaal tegelijk repeteren. En ook de dansjes leren.
DHM: Zijn er ook vriendjes die mee doen? Er zijn veel kindjes, maar we kenden er maar twee: Wiebe en Sien. Maar ondertussen hebben we hier al wel veel vriendjes en vriendinnetjes leren kennen.
DHM: Al wel eens een grote musical gezien?
Nog niet in het echt, wel op televisie. Wel een echt circus in een grote circustent. En dat wat heel mooi en spannend. We zijn ook al dikwijls gaan kijken naar concerten en optredens van nonkel Hans, de dirigent. Zoals koning Lou. Heel mooi.
DHM: Nu gaan jullie zelf in zo’n grote tent spelen, hoe voelt dat? Heel spannend, want we weten dat het heel groot zal zijn, met heel veel mensen die komen kijken.
Emma vult aan: Ik ben ook wel een beetje zenuwachtig voor die grote tent, denk er wel eens aan dat er iets zou kunnen gebeuren, brand of wind of zo… (Papa Sige stelt haar meteen gerust dat het allemaal heel goed geregeld is.)
DHM: Zijn jullie al zenuwachtig voor de echte voorstellingen na die vele repetities? Een beetje wel. Maar we kijken er heel hard naar uit dat we eindelijk in onze grappige kleedjes op het podium zullen staan en kunnen zingen en dansen!
Sige Seeuws
Sige doet ook al voor de derde keer mee aan het spektakel: “Wal wil je met zo’n familie” lacht hij. “Het is een beetje familiebedrijf hé!”
Sige vond het altijd al plezant om te acteren en te zingen, hij zong van jongs af in een koor en heeft wel vaker rolletjes gespeeld in een toneel. “Maar wel kleinschalig, niet te vergelijken met deze productie. Maar ook in De Gelmel en 1814 heb ik meegedaan en met veel plezier. Dus wou ik maar al te graag er weer bij zijn”.
“In welke rol? Eigenlijk veel verschillende dingen, want er waren te weinig mannen die zich aandienden. Veel figurantenrollen dus, maar dat vind ik zeker niet erg, want daar heb je toch een grote vrijheid om die in te vullen. Daarnaast heb ik een spreekrolletje en mag ik een stukje solo meezingen. Ik sta dus in nogal wat gedaanten op het podium. Daar ben ik heel blij mee, want dat maakt dat ik niet te veel achter de coulissen moet staan wachten. Amélie en Emma zullen meer geduld moeten hebben!”
“Ik sta best graag op een podium. Blijkbaar deed ik dat al vanaf ik heel klein was. Verkleden en onnozel doen, het heeft er altijd een beetje ingezeten. Maar dit is natuurlijk andere koek. Veel repeteren jong! De tijd die het vraagt heb ik toch een beetje onderschat. Maar het is plezant, heb weer al veel bijgeleerd en al heel wat nieuwe mensen leren kennen. Een toffe ervaring. Nieuwe gezichten, knappe spelers en zangers. Het werkt heel stimulerend. En deze productie staat veel dichter bij de tijd dan Gelmel en 1814. Het is heel herkenbaar, zeker voor ons, mensen van de streek.”
In het dagelijkse leven is Sige bezig met techniek, meer bepaald ventilatietechnieken. “Ik verkoop lucht” lacht hij, “en nee, dat heeft niets vandoen met de culturele wereld, met toneel spelen en zingen. Maar het maakt het meespelen in deze toch wel heel professionele productie alleen maar leuker.”
Of ik nog andere hobby’s heb? “Ik hou van goed eten en ging heel graag squashen. Maar nu moet alles wijken voor de musical, die neemt alle vrije tijd in beslag. We kijken wel weer als de opvoeringen achter de rug zijn. Maar nu eerst spelen en zingen, met heel veel goesting!” (jh/jaf)
Ann Rombouts en Anke Verhoeven
“Het is nu soms al heftig”
Muziek neemt een belangrijke plaats in, in het leven van Ann Rombouts en haar gezin. Ann speelt samen met haar oudste dochter Femke in de brassband van Meer en haar andere dochter Anke Verhoeven studeert musical.
Omwille van haar studies gaat Anke uiteraard veel naar musicals kijken en dat werkt aanstekelijk bij de anderen in het gezin. Zowel Ann als Femke gaan graag en dikwijls mee. Voor Femke zit er ook nog een speciale dimensie bij, want zij stond in 2010 al mee op het podium bij Gelmel de musical.
Ann als figurante
Omdat Ann al regelmatig optreedt met Femke in de brassband van Meer, wilde ze nu wel eens samen met Anke aan deze musical meewerken.
Ann is figurant in drie van de zeven verschillende delen van de voorstelling. In bedrijf 3 verschijnt ze als burger, in bedrijf 4 is arbeidster en in het 7de vinden we haar bij de betogers, natuurlijk telkens in andere kledij die past bij het personage en de tijdsgeest.
Dat bekent dat ze veel moet repeteren. En dat geldt niet alleen voor het acteren maar ook voor het zingen. Alle figuranten zingen immers op het podium mee met het koor. En dus zijn er ook speciale zangrepetities.
“Aanvankelijk hoopte ik om deel uit te maken van het orkest. Maar omdat er blijkbaar maar vier koperblazers in het orkest nodig zijn, is het voor mij een rol van figurant geworden en daar ben ik nu wel blij mee. Momenteel oefenen we nog in verschillende zalen en het zal best nog een grote aanpassing vragen wanneer we in de piste van die grote tent zullen moeten spelen. Het is nu soms al heftig, maar in augustus zal het nog een stuk pittiger worden.”
Anke als zanger
Anke, de dochter van Ann, volgt nu het tweede jaar musical aan het conservatorium te Brussel, en dat ziet ze helemaal zitten. “Het zijn zware studies, maar echt leuk. Dit is echt mijn ding. De eerste twee jaren wordt er vooral intern gewerkt en spelen we drie projecten op een jaar. Het derde en het vierde jaar mag je twee openbare producties spelen en op het einde van de opleiding moet je een eigen voorstelling maken.”
In Hoogstraten heeft Anke reeds een bijdrage geleverd bij ‘Blauw’, een kleinere voorstelling van LA:CH. “Toen ik Het Circus zag passeren schreef ik mij in voor een podiumrol. Maar omdat mijn leeftijd niet echt paste bij de rol waarvoor men nog iemand zocht, vroeg men mij om deel uit te maken van het ‘Pitchour’.” Het is iets anders dan Anke gewend is, ook al maakt zang deel uit van de opleiding die zij volgt. Het is een heel toffe groep van ongeveer 20 personen.
Het repetitieschema van het pitchour ligt iets lager dan het andere, maar deze zangers kregen de door Florejan ingespeelde muziek, samen met de partituren, mee naar huis om hiermee volop te kunnen oefenen. Vanaf de tweede week wordt het geheel ‘doorgespeeld’.
Anke is blij dat deze voorstelling past in haar zeer gevarieerde opleiding en hoopt later vooral mee te kunnen werken aan dansmusicals of teksten inspreken voor radio of TV. (jh/fh)
Sibella Verschueren
Bescheiden de eerste viool spelen…
Ook voor de familie Verschueren is deze musical een stukje thuisspelen. Gans de familie is er van doordrongen en actief bij betrokken. Het kan ook moeilijk anders als je weet dat Florejan de componist is van de muziek van dit Groot Circus en zelf in het orkest op de piano speelt. Magali is productieassistente en een dragende kracht in de organisatie maar ook de vier kinderen leveren een stevige bijdrage aan het geheel. De oudste, Victor, is de huisfotograaf, Sibella speelt viool in het orkest, en Lorelei en Castor staan op de scene. Maar ook de opa en oma zijn actief betrokken bij het project. Flor Verschueren speelt accordeon in het orkest en Marleen Franssen springt als vrijwilligster bij tijdens de repetities en leest de publicaties na.
Sibella is wellicht als baby in een bad vol muziek gevallen. Viool en piano zijn haar grote passie en haar eerste hobby. Reeds vanaf vier jaar speelt zij viool. Na de kleuterschool en het eerste leerjaar kreeg zij thuisonderwijs, net zoals ook haar zus en broers. En wat een luxe als ook de grootouders naast de deur een handje toesteken en de muzieklessen mee voor hun rekening nemen. Flor Verschueren en Marleen Franssen zijn ook beiden afgestudeerd aan het Lemmeninstituut in Leuven.
De muzikale genen en de interesse hebben hun werk goed gedaan. De eerste drie jaar van het middelbaar onderwijs volgde Sibella in de Koninklijke Balletschool van Antwerpen maar schakelde daarna terug over naar thuisonderwijs, terwijl ze verder een opleiding viool en piano volgt in de muziekacademie in Turnhout.
De voorbereiding van de musical valt wat samen met de eindexamens voor de examencommissie in Brussel. Op het moment van ons gesprek moest er nog één examen worden afgelegd. Daarna kan alle concentratie terug op de muziek en de musical. Sibella bespeelt in het orkest één van de drie violen. De andere violisten zijn Janne Casteleyn en Els Van Miert. Deze laatste speelt samen met Flor Verschueren en Jan Meyers bij het muzikaal trio ViolAcc#.
Sibella heeft haar debuut reeds gemaakt bij de musical 1814 maar toen vonden we haar op het podium. Bij de muziektheaterproductie Blauw was ze evenwel niet betrokken. Het wordt voor haar dit keer dus een orkestraal debuut.(fh/jh)
Lore Voeten
“Ik heb me echt gesmeten…”
Lore is 25 jaar, geboren en getogen in Minderhout en ze werkt als kleuterleerkracht in Triangel in Wuustwezel. Haar directeur is Roel Everaert die in de musical ook op de scene speelt. Ze werkte al mee aan 1814, de vorige musical, en bood zich ook nu weer aan, al wist ze niet wat ze voor deze productie kon betekenen.
Uiteindelijk vroeg men haar om als regieassistente mee te werken en dat was even schrikken. Ze heeft er geen opleiding voor gevolgd, maar heeft zich gesmeten tot grote tevredenheid van regisseurs Jos Dom en Emelie Raats. Alle repetities is zij present want niets wat op het podium gebeurt mag aan haar aandacht ontsnappen. Zij heeft dus veel contact met de acteurs en de dansers op de scene.
Haar taak bestaat er vooral in om alle opmerkingen en bijsturingen van de regisseur vast te leggen en aan te passen in het script. Dit gebeurt vooral via de computer. Ze kijkt met grote verwachting uit naar de eerste opvoeringen op het einde van augustus en prijst zich gelukkig dat zij in het onderwijs staat. De verlofmaanden zullen goed besteed zijn… (fh)
Astrid Jansen
Bij de groep dansers vinden we ook de jonge Astrid Jansen uit Hoogstraten. Zij is de dochter van Jef Jansen en Benedikte Dewaele. En dansen kan Astrid wel. Ze is al lang lid van ’t Spagaatje, die naast het recreatief en competitief turnen ook nog een belangrijke dansafdeling heeft. En net zoals bij het turnen is er naast het recreatieve dansen ook een groep die zich toelegt op wedstrijddansen en daarnaast ook extra optredens geeft. De zogenaamde Danscompagnie. Als je slaagt in de audities mag je lid worden van deze groep. (fh/jh)
“Liever dansen dan acteren”
“Op zeker moment is men in onze groep reclame komen maken voor de musical met de vraag om mee te komen dansen. Met enkele vriendinnen ben ik op de uitnodiging ingegaan en dit was voor mij de eerste stap naar de musical. En daar ben ik heel blij om en ook fier om erbij te kunnen zijn. Ik heb mij alleen geëngageerd om te dansen, acteren hoefde voor mij niet. Op één persoon na zijn al deze dansers lid van de Danscompagnie van ’t Spagaatje.”
DHM: Had je ook al meegedaan met één van de vorige musicals?
“Ik heb de musical van 1814 gezien, maar toen was ik nog redelijk klein. Ook Blauw heb ik gezien. Maar daar weet ik allemaal niet meer zo veel van. En dit is de eerste keer dat ik zelf mag meedoen, en dat vind ik heel tof.”
DHM: Heb je speciaal moeten oefenen voor deze scenes of ging dat voor u vanzelf?
“Er zijn twee scenes voorzien waarin wij moeten dansen. De eerste is de zogenaamde ‘wings’. Die hebben we eerst geoefend. Dit is een dans rond de boot waarbij de dansers blauwe vleugels dragen en het onweer uitbeelden. Dat was voor mij in het begin wel wat moeilijk, want ik had dat nog nooit gedaan. Maar de dans zelf is niet mega-moeilijk. De andere dans volgt later.
Wij hebben intussen al een viertal weekends geoefend met heel de groep. Ook voor de andere dans maar dat was redelijk kort samen met de andere deelnemers. Eén keer hebben we apart geoefend. We moeten dikwijls wel lang wachten tijdens de repetities maar ik vind dat niet erg. Ik ken hier ook heel wat andere mensen, van de muziek, van de Plussers of van overal zo een beetje in Hoogstraten. Ik heb altijd wel iemand om mee te praten.
DHM: Heb je interesse om na de humaniora in deze richting, met muziek of kunst verder te gaan?
Dat weet ik echt nog niet. Ik zit nu op het Klein Seminarie en heb binnenkort het derde middelbaar afgerond. Ik speel graag muziek en dans heel graag, maar of ik later iets in de artistieke richting wil doen, weet ik nu helemaal nog niet. Daar heb ik nog tijd genoeg voor. (fh/Jh)
Roel Everaert
Een oude droom die in vervulling gaat
Voor Roel Everaert gaat er met deze musical een oude droom in vervulling. ”Ik heb vroeger op het Klein Seminarie al wel eens toneel gespeeld, zelfs toen ik nog in de lagere school zat. Ik zat in het vijfde leerjaar maar het toneel werd vooral gespeeld door leerlingen uit het middelbaar. Het was een heel klein rolletje als ‘roodborstje’ waar men me later nog dikwijls over aansprak. Het gaf me toen wel een heldenstatus in de school. Maar dat is allemaal lang geleden.
DHM: Nog andere speelervaring?
“Ik heb mij later nog wel sterk geëngageerd met Begijntjes Laat Besluit in ons gebuurte en daar toneeltjes aan de kinderen aangeleerd. Ook in de jeugdbeweging KSA hebben mijn broer Bram en ik vaak toneeltjes gespeeld met de kinderen. Bram is meer de man van de improvisatie en het straattoneel. De echte klik is voor mij eigenlijk gekomen toen ik naar de musical 1814 ben gaan kijken. Ik heb toen niet meegespeeld maar vanuit de zaal voelde ik direct een gemis. Dat is iets voor mij, de volgende keer wil ik er bij zijn, heb ik toen gedacht. En vandaag is het zover.”
Ik heb met 1814 niet meegespeeld maar vanuit de zaal voelde ik direct een gemis
DHM: Je hebt een zestal verschillende rollen, deels enkel als figurant, andere als sprekende acteur. Is dat niet extra druk?
“Dat brengt mee dat ik snel moet wisselen van kostuum, want elk bedrijf situeert zich in een ander tijdperk, met telkens een andere mode en dus ook andere kleding. Ik heb dus zes verschillende kostuums en dat gaat van bedelaar tot herder, over joodse burger tot cafébezoeker. Het is dus veel wisselen van locaties en kledij en dat moet soms heel snel gaan.
Maar dit alles geeft een grote dynamiek waar ik echt van geniet. Tijdens de repetities hebben we nog alle tijd, maar eens de optredens beginnen zal het vlug moeten gaan. Maar dat kan ik momenteel nog niet zo goed inschatten. Vanaf begin augustus beginnen we te repeteren in de tent en dan wordt het wel veel duidelijker.”
DHM: Ook wel vermoeiend, vermoeden wij…?
“De repetities zijn heel intensief en dus inderdaad erg vermoeiend. Het vraagt een grote investering in tijd en energie. Door het feit dat ik verschillende rollen heb, moet ik ook wel bij elke repetitie actief aanwezig zijn. En zo kom je in een flow terecht. Het is een geweldige sfeer en heel plezant. Wij oefenen elke vrijdagavond, ganse zaterdag en ook zondag zijn we heel de dag aan het werk.
Ik had mij als kandidaat opgegeven en heb ook meegedaan met de audities. Nadien ben ik opgebeld door Emelie om mee te komen spelen. En zo zijn er geleidelijk aan meer rollen bijgekomen. Wij zijn begonnen met de repetities einde februari. In het begin was het allemaal een beetje zoeken, maar met verloop van tijd begin je je meer in te leven en gaat het allemaal veel vlotter en zie je alles groeien. Ik kijk nu al echt uit naar het spelen voor publiek. Het geeft me wel een prettige druk als ik hoor wie er allemaal gaat komen kijken, maar voorlopig heb ik nog niet te veel zenuwen. Dat gaat wel komen als de ultieme datum nadert. Maar het zal fantastisch zijn.”
DHM: Hoe kijkt men daar thuis naar?
“Ik ben de enige van de familie die meespeelt. Maar door dit engagement heb ik een half jaar veel on hold gezet. Wij hebben daar dus thuis veel over gesproken en men steunt mij daar 100 % in. En dat is wel nodig anders lukt het niet. Mijn echtgenote werkt fulltime en wij hebben vier kinderen. De oudste is 17 maar de jongste nog maar 7. Wij zijn ook altijd gastgezin geweest voor buitenlandse kinderen via de organisatie AFS. Zo is ons Eske nog niet zo lang gelden terug van een verblijf van zes maanden in Costa Rica. Vanaf haar eerste leerjaar is zij reeds in contact met andere nationaliteiten en andere culturen. En dat is heel fijn. Juist vóór het eerste optreden in de kolonie komt onze nieuwe gastjongen uit Mexico bij ons toe. Die kan al direct mee genieten van het Groot Circus. Het wordt spannend.” (jh)
Een voorstelling met zes hoofdrolspelers
Tijdens de voorbereiding van Het Groot Circus van het Klein Verdriet viel het de productieploeg op hoe uniek de geschiedenis van de koloniën is. Al snel bleek ook dat heel wat parallellen te trekken zijn naar onze huidige maatschappij.De koloniën waren een soort sociale dienst avant la lettre en men kan zich zelfs de vraag stellen of er in de maatschappij anno 2023 nog nood is aan een soort Wortel-Kolonie.Het zou een zekerheid kunnen bieden in plaats van de versnipperde hulpverlening die we nu kennen, met ook nog eens veel te lange wachtlijsten.
Vagebonden van nu
Toen men in contact kwam met Geert Dehertefelt vielen de puzzelstukjes in elkaar. Hij nam contact met verenigingen en diensten om op zoek te gaan naar zijn ‘Vagebonden’ en ging een half jaar lang met hen op pad.
Het resultaat was een voorstelling met zes hoofdacteurs, waarin de aanwezigen een stukje met hen mochten meelopen. Elk met hun verhaal, hun rugzak, hun dromen en hun kijk op de wereld. De voorstelling begon met een fragment van het lied ‘De Vagebond’ en eindigde met datzelfde lied en de kreet ‘Laat ons nu eindelijk met rust’…
Maarten Bernaerts van het productiehuis Diplodokus volgde de weg die onze zes Vagebonden van nu afgelegd hebben. In het najaar volgt er een sociaal documentaire hierover. Iets om naar uit te kijken. (fh)