17 minute read
Equal Idiots: We blijven rakken...!
Equal Idiots timmert verder aan de weg met nieuw album en optredens
“We blijven op onze gitaar en ons drumstel rakken, maar iets beredeneerder”
MUZIEK MEDIA Door zijn job als presentator op Studio Brussel en de rubriek Klassiekers in Iedereen Beroemd is zangergitarist Thibault Christiaensen prominent aanwezig in het medialandschap. Rond de Equal Idiots, samen met Pieter Bruurs de punkband met Hoogstraatse roots, bleef het lange tijd wat stiller. Maar plots zijn ze weer volop in the picture. Eind april verscheen een nieuwe single “I am the light”, voorbode van een nieuw album dat eind september uitgebracht wordt. Op VRT MAX staat een flitsende reportage “De Kempen in Japan”, waarin de Equal Idiots gevolgd worden op hun toer in Japan, samen met een andere Kempense punkband The Priceduifkes. De aangekondigde try-out van hun nieuwe show in De Singer was in een uur uitverkocht. Deze zomer staan ze op vele grote en kleine festivals, in oktober staan ze geprogrammeerd voor een concert in de AB, waar ze hun nieuw album zullen spelen.
Het was ook al 8 jaar geleden dat we uitgebreid met hen spraken. Hoog tijd voor een update. We schoven bij hen aan tafel in een fijn café in Antwerpen, waar Thibault en Pieter wonen en drukten op de knop ‘record’ voor een lange en leuke babbel.
Voetjes op de grond
DHM: 8 Jaar geleden zaten jullie ook tegenover ons. Alternatieve punk was voor jullie toen “bier drinken en kut roepen”. Is dat nog zo?
(Hartelijke lach) In essentie is het dat nog altijd. Uitgaan en plezier maken, al zouden we het nu anders verwoorden. Met ons tweeën plezier maken is nog steeds een must, maar onze muziek is ondertussen wel wat geëvolueerd. Alternatieve punk is een goede noemer voor wat wij doen, als is het moeilijk te vatten in een term. Harde gitaren en harde drums, en altijd vollen bak.
DHM: Destijds was jullie conclusie: ‘Altijd met twee voetjes op de grond blijven’. Is dat gelukt in de stroom die jullie meesleurde?
Dat is nog altijd ons devies! We hebben wel alle kansen gegrepen die zich aandienden, als je ziet wat we de voorbije jaren allemaal hebben kunnen doen: de AB, Pukkelpop, Rock Werchter, vele andere festivals waarvan een aantal meerdere keren, twee albums uitgebracht… Of we daarbij veranderd zijn? We zijn in ieder geval nog altijd dezelfde twee gasten, maar er zijn zeker evoluties.
Pieter : De muziek die we vandaag schrijven is anders dan op de vorige albums. Het vorige album dateert van net voor corona en hoewel er dan eigenlijk tijd voor was, was voor ons het vat toen even af. Tijd om te reflecteren. Dat hebben we gedaan, eraan gewerkt om onze instrumenten beter te beheersen. En bezinnen: willen we voor onze volgende plaat meer van hetzelfde of willen we wat anders?
Goed gestudeerd
DHM: Jullie stonden in 2016 ook aan het begin van jullie studies. Hebben jullie dat tot een goed einde kunnen brengen?
We zeiden toen al dat muziek niet ons hoofddoel was, we wilden onze studies tot een goed einde brengen, een plan B hebben. Echt wel voetjes op de grond hé. Of zoals Kempense vaders aan hun zonen zeggen: “Zie maar dat ge een diplom hebt en een goei job waar ge uwe kost mee kunt verdienen’. Die Kempense mentaliteit zit ook in ons. Muziek maken is keitof, maar wel realistisch blijven.
DHM: Wat is er effectief van gekomen?
Pieter : Ik heb voor interieurontwerp gestudeerd en werk al een aantal jaren als vormgever. Eerst freelance, nu al een tijd al vaste vormgever voor Fermetti. Ik begeleid klanten vanaf het ontwerp tot aan de oplevering. Maatwerk met een eigen stijl, interieurs “met een hoek af”. Een intense job, maar een goede baas die me de nodige flexibiliteit gunt om mijn ding in de muziek te doen. Maar best pittig, zeker met de nieuwe shows die er aan komen. Ik doe het graag, ook al zijn het lange werkdagen. Ik kom op veel plaatsen en ontmoet veel mensen. Ik ga dat zeker blijven doen, want alles op de muziek zetten is momenteel niet aan de orde.
Thibault : Ik studeerde Nederlandse letterkunde en haalde een masterdiploma in een soort van bedrijfscommunicatie. Het plan was leerkracht te worden en misschien ga ik dat ooit nog doen. Ik zie me nog eindigen op het Klein Seminarie als leerkracht Nederlands-Engels (lacht).
Na mijn passage in de Slimste Mens in 2017, nog voor mijn studie voltooid was, mocht ik wat kleine dingen doen voor radio en tv. Toen ik klaar was met studeren kon ik aan de slag als redacteur voor het productiehuis Roses are Blue (Down the Road, Durf te vragen, De Code van Coppens). Tegelijk mocht ik op zondagavond presenteren op Studio Brussel. Toen kwam corona en Studio Brussel bood me een full time contract aan. Al enkele jaren presenteer ik daar de ochtendshow. Eerst met Michèle Cuvelier, dan met Eva De Roo en nu met Fien Germijns. Alle dagen om half vier het bed uit, naar Brussel, presenteren van 6 tot 9 uur, en dan de volgende dag voorbereiden tot 13 uur. En s ’avonds rond 20 uur het bed in.
Tijdens het festivalseizoen ben ik op alle weides te vinden als reporter voor Studio Brussel. Graspop, Bruce Springsteen, Alcatraz, Rock Herck, Pukkelpop, …. Dikwijls alleen, soms met een kleine crew en op enkele festivals is er een echte studio. Rock Werchter laat ik aan mijn collega’s, want daar moeten we zelf spelen.
Droomjob
DHM: Dus jij kan zeggen dat je zo dicht bij Bruce Springsteen hebt gestaan dat je hem kon aanraken?
Thibault : Haha, mijn collega’s wel, backstage. Ik sta gewoon in het publiek en praat daar met de fans, met de concertgangers, maak foto’s voor de Instagram van Studio Brussel. Soms wel eens een babbel met artiesten. En ’s anderendaags een telefonisch verslag tijdens een programma van Studio Brussel. Geweldige job heb ik. Dat was trouwens mijn droomjob lang voor ik met muziek begon’. (Pieter knikt bevestigend)
Studio Brussel was mijn lijfzender, dat stond altijd op, ze draaiden mijn muziek, ik was er continu mee bezig. Ik kan nu nog niet denken wat ik na Studio Brussel ooit zou gaan doen.
Een plezant nevenproject is met Stijn Van De Voorde DJ gaan spelen op verplaatsing. We doen dat als we gevraagd worden, zoals onlangs op Arendonk Zingt en Swingt en Gladiolen. En Pieter was er ook bij, hij was zo vriendelijk om voor mij chauffeur te spelen!Binnenkort sluiten Stijn en ik opnieuw een tent af op Pukkelpop
Pieter: Plezant om erbij te zijn tijdens één van de eerste evenementen van het seizoen, er rond te gaan en je muzikale vrienden terug te zien.
Thibault: Voor de Studio Brussel maakte ik ook nog de podcast “Thank You Boomer” en af en toe een aflevering van “De Popcast” van Stijn.
DHM: Je hebt ook een item in “Iedereen Beroemd”?
Thibault: Ja, met Sander De Keere van Klara ga ik elke week op zoek naar een klassieker in de muziek in een bepaalde situatie. Heel leuk om te doen en ik leer elke keer wat bij. Het vraagt wel voorbereiding. Alle afleveringen van één seizoen worden overigens na mekaar opgenomen in een vijftal dagen.
Back on track
DHM: Met corona zijn de optredens van Equal Idiots ook stilgevallen. Waren jullie zeker dat het terug zou komen?
Pieter: Dat is toch wel een spannende, vooral nu we met een nieuw album komen. Het is altijd afwachten hoe het publiek reageert. Maar onze single “I am the light”, die eind april uitkwam, is alvast goed opgepikt. Hij staat al weken in De Afrekening, de hitlijst van Studio Brussel. Onze try-out in De Singer, waar we onze nieuwe show uitproberen, was in een uur uitverkocht. Hoopvol.
Thibault: We hebben echt iets nieuws gemaakt, waar we fier op zijn. Of het aanslaat, moeten we afwachten. We gaan zo veel mogelijk spelen, en we spelen graag. Organisatoren weten graag wat ze boeken, dus is het een kwestie van zichtbaar en hoorbaar te zijn, op de radio, op de sociale media.
Half mei hebben we een optreden gedaan met The Priceduifkes, de band waarmee we naar Japan zijn geweest. We hebben gemerkt dat de basis gebleven is en tegelijk hopen we onze fans te kunnen verrassen.
DHM: Hoe gaat het schrijfproces voor nieuw materiaal in zijn werk?
Thibault: Dat begint thuis op mijn gitaar. Daar speel ik wat akkoorden, muzieklijnen, die ik opneem op mijn GSM en dat breid ik stilletjes uit. Dan laat ik het aan Pieter horen.
Pieter: Ik schrijf vervolgens de drumpartijen bij Thibault zijn probeersels. Zo breien we dat stillaan aaneen tot een we heel nummer hebben.
DHM: En de teksten?
Thibault: Mijn probeersels zijn nooit alleen gitaar, daar zijn ook altijd enkele zanglijnen bij. Dikwijls gebrabbel, gezongen klanken, geneurie. Het is maar veel later dat er ook echt woorden bij komen en het een songtekst wordt.
Pieter: Aan het nieuwe album werkten ook Thomas Valkiers en Stijn Vanhoegaerden mee als producer. De laatste is gitarist van Brutus, een stevig Belgische band met internationale uitstraling. Samen met Thomas en Stijn vormen we een prima team. Ze inspireren ons, geven ons tips. Maar op het einde hakken wij de knopen door.
DHM: Hoe gaat het album heten?
Equal Idiots, een “selftitled” album. Een album dat de naam heeft van zijn makers. We vinden het cool om te zegen: dit zijn wij, een nieuwe versie van ons.
DHM: Bij welk label komt het album uit?
We houden dat proces zelf strak in handen, we werken samen met wie wij willen. We willen wel graag een label dat bij ons past. Het nieuwe album komt uit bij PIAS, een van de grootste onafhankelijke en particuliere muziekbedrijven ter wereld.
Eerste provinciale
DHM: En dan rollen de euro’s weer binnen? (knipoog)
Thibault: Het is helaas al lang niet meer zo dat het geld binnen stroomt als je een plaat uit hebt of op een groot podium staat. Veel mensen hier denken dat nochtans. “Doe je er gene op” vragen ze als ze je in het café zien “want jullie zijn ze toch goed aan het verdienen”. Mensen hebben absoluut geen idee hoeveel het kost om alles rond te krijgen. Ondertussen zijn we met een crew van 8 mensen op de baan. We hebben een heel goede installatie gehuurd voor enkele jaren. Een beetje Belpop, want Arno was de vorige gebruiker ervan. Dat materiaal staat in een depot en vandaaruit gaat het met een grote bestelwagen naar de festivals. De crew komt vanuit heel Vlaanderen, zij zorgen voor de opbouw en de afbraak van de set. De meeste van hen werken voor meerdere bands. We hebben een tourmanager die alles regelt, tot de foto’s toe. En één vaste roadie die al lang met ons optrekt - Siemen Mertens afkomstig uit Oostmalle. Hij was drummer van The Queefs, die we leerden kennen toen we pas begonnen. Hij is heel ervaren en stelt Pieter zijn drumstel perfect in.
Alles bijeen is dat een stevige KMO. Je moet goed rekenen om alles te financieren. Maar geld verdienen is nooit de essentie geweest, moest dat zijn, dan zouden we die fulltime job er niet bij blijven doen.’
Pieter: Om echt te leven van de muziek moet je heel goed zijn en een breed publiek hebben. In ons land zijn er weinigen die alleen van optredens en platenverkoop kunnen leven. De meesten hebben er een job bij: muziekles geven, platen producen, tot roadie zijn voor andere bands.
Thibault: We willen er ook geen sleur van maken. We zijn blij dat we het kunnen doen en er onze energie en onze creativiteit in kwijt kunnen. Zie ons eerder als vrij goede sjotters die een vast plaatske hebben weten versieren in 1e provinciale. Een zakcentje en in het weekend een paar bonnekes voor een pint en een zakske chips...
DHM: Er staat heel wat op het programma de volgende maanden?
Jawel, we gaan de baan op en de weiden in. Op 28 juni hebben we onze try-out in De Singer. Daarna Rock Werchter, Campo Solar, Suikerrock, … Op 17 oktober staan we in de AB waar we waarschijnlijk ons volledige nieuwe album zullen spelen.
DHM: Kom je naast De Singer nog in onze regio spelen?
Thibault: Dat wordt heel moeilijk, voor een jeugdhuis of een chirofuif spelen is er niet meer bij met wat wij allemaal bij hebben. En we kunnen ook niet de ene week in een jeugdhuis spelen voor een inkom van 10 euro en de week erna in de AB staan, waar de mensen voor een ticket 25 euro neerleggen. (tickets voor de AB kosten 25 euro, ze zijn al te koop) Heel veel sympathie voor jeugdhuizen en jeugdfuiven, zij hebben ons op pad geholpen. De Singer is apart, dat is een tryout, een generale repetitie. Het kan nog de mist in gaan, het is proberen. Maar het is wel een thuismatch, we kijken er naar uit bekende gezichten te zien voor het podium. En nog een pintje te gaan drinken in Hoogstraten en thuis te gaan slapen.
Big in Japan
DHM: Begin april hebben jullie een week in Japan getoerd. Hoe was dat?
Pieter: Zot! Alles was een verrassing daar, we mochten niet weten wat ons te wachten stond, moesten alles zelf uitzoeken. De Priceduifkes waren er bij hun eerste bezoek geconfronteerd met de taalbarrière, het Japanse schrift, niet overal wifi, … lost in translation zeg maar. Een avontuurlijke tocht. Zij wilden ons hetzelfde laten ervaren. Zeker toen VRT besliste er een docu over te maken. “Zoekt ullije weg” was het motto, het moest allemaal spontaan zijn en dat zie je dus ook. Het was een pittige tocht, vanaf het begin, toen we in Tokio landden na een lange vlucht. Met trein en metro op zoek naar onze B&B, waarvan we de sleutel nog eens op een heel ander adres moesten ophalen. Blij dat we toen in bed zaten.
Thibault: We wilden al lang eens graag naar Japan. The Priceduifkes, een punkband uit Nijlen, die we al heel lang kennen en waar we naar opkeken toen we pas begonnen, hadden een album uit op een Japans label en wilden dat graag gaan spelen. Ze waren er eerder in 2018. Bij een optreden waar we samen waren, hebben ze ons tussen pot en pint meegevraagd. Waarom niet, dachten we.
Toen ik op Studio Brussel vakantie vroeg voor de reis, zeiden een paar collega’s “daar moeten we iets mee doen”. Dat is dus “De Kempen in Japan” geworden, een docu die je kan bekijken op VRT Max. Ze stuurden een kleine equipe mee voor de opnamen, alles is door 1 cameraman gefilmd. Op 8 dagen hebben we 8 shows gespeeld in 7 verschillende steden. Heel veel uren film voor een heel gebalde reportage van goed 16 minuten. Kort en flitsend, dat was een beslissing van het huis van vertrouwen!
DHM: Stevige shows en enthousiast publiek daar
Thibault: Er is een stevige punkscène in Japan met kleine maar goedbezochte clubs. Zulke zaaltjes kunnen hier niet overleven. Een goede vibe, een goede punk attitude!
Er was ook groot respect voor ons als buitenlandse gasten, en respect terug is het minste wat we konden doen. In België verlopen shows heel anders. Publiek staat te praten en te drinken, of gaat een sigaretje roken buiten. Daar blijft iedereen staan de hele set. Wel luisteren, dansen en meebrullen. Maar tussen de nummers zijn ze stil om te luisteren wat de frontman te zeggen heeft. Echt zot om mee te maken. Ik zou het cool vinden mochten hier de muzikanten van optredende bands naar de andere sets blijven luisteren. En op het einde samen een afterparty houden. Helaas verdwijnen de meesten hier na hun set naar de backstage.
Pieter: De punkscéne in Japan vind je in kleine zaaltjes, tot 150 man. De liefhebbers komen van ver en zijn lief voor de muzikanten. Zo was er op een van onze shows een vrouw die van 2 uur verder kwam, ze had 30 euro betaald voor haar ticket. Voor ons had ze twee winkeltassen bij met lekkernijen en leuke kadootjes. Er zaten zelfs “eirbizemme” bij, wel niet zo lekker als die van Hoagstrate, maar toch lief hé?
Samoerai challenge
DHM: Stevige afterparty’s ook, zagen we.
Thibault: Ja, we hebben goed gefeest, maar natuurlijk niet elke avond. Daarvoor was de trip te vermoeiend, meestal waren we stik kapot na onze show.
Pieter: Tijdens die shows komen alle leden van de bands die er die avond optreden ook naar de sets van de andere bands kijken en nadien blijft iedereen hangen. Als het publiek vertrokken is, zetten ze de tafels aan de kant er wordt er samen gegeten en gedronken. Gerechtjes wordt dikwijls op de tafels bereid. Heel tof.
Thibault: In Osaka was er een afterparty met een “Samoerai-Challenge”. Dat is eigenlijk gewoon één tegen één een pint om ter snelste leegdrinken. Daar was een zanger van een Japanse band die zijn eerste challenge tegen ‘de Fets’ van de Priceduifkes verloren had. Hij daagde hem opnieuw uit, maar kapte grote hoeveelheden rode en zwarte peper in zijn bier. Met hilarische gevolgen. Dat was een grellige avond!
DHM: Maar wel lekker eten daar?
Thibault : Oh, geweldig. Als ik daaraan terugdenk, loopt het water me over de kin. We willen zeker nog eens terug.
De liefde
DHM: We hoorden dat je verloofd bent Pieter. Wanneer ga je trouwen?
(lachend) Waar heb je dat gehoord? Dat ga ik hier niet uit de doeken doen, dat is nog niet vastgelegd. Ine en ik gaan dat op tijd laten weten aan wie het moet horen. (knipoog)
DHM: En jij Thibault?
Een nieuwsje: mijn lief Robine en ik komen in september terug in de Kempen wonen: Brecht! Dicht bij het station en de snelweg. Zo kan ik goed op mijn werk in Brussel geraken. En pal op de helft tussen de woonst van de ouders van mijn lief, in Sint-Job, en mijn ouders in Hoogstraten. Trouwen is voor later hé!
DHM: Hoeveel Hoogstraten zit er nog in jullie?
Pieter: Vrij veel, onze ouders wonen er nog. En met Heilig Bloed zijn we er weer graag bij!
Thibault: Ik kom er regelmatig mijn familie bezoeken. Ik was graag nog eens naar de jaarmarkt gegaan en dan blijven hangen. Maar mijn werkuren laten dat helaas niet toe. Ik moet dan in bed liggen.
DHM: En dus nog altijd met twee voeten op de grond?
Jazeker, heel erg zelfs. We durven met de hand op het hart zeggen dat we het niet hoog in onzen bol hebben gekregen. We zijn heel blij met wat we allemaal kunnen en mogen meemaken. We blijven op onze gitaar en ons drumstel “rakken”, maar iets beredeneerder dan 8 jaar geleden. (jaf)