15 minute read
Drie generaties voetbalpassie
Louis, Karel, Dirk en Leen Koyen
Drie generaties liefde voor het voetbal
Vorig jaar speelde de Dames A-ploeg van HVV kampioen in eerste provinciale en promoveerde hiermee naar derde nationale. Een fervent en vast supporter is Louis Koyen uit de Beemden in Minderhout. Voor geen enkele match van zijn kleindochter Leen die al jaren kapitein is van deze ploeg geeft hij forfait. Hiermee lijkt de cirkel rond, want ook Louis speelde jaren in Hoogstraten hoewel het hart toch sneller klopt voor MVV. Samen met zijn twee zonen Karel en Dirk heeft hij ook een lange carrière achter de rug bij de Minderhoutse voetbalclub. En ook Leen is Minderhout niet vergeten! Drie generaties uit de familie Koyen vertellen over hun passie voor het voetbal.
DHM: Louis, het is niet moeilijk om te zien dat je fier bent op je kleindochter. Ik hoor dat het al lelijk moet doen vooraleer je een match overslaat.
Louis: Ho ja, ik zie ze heel graag bezig. Ze is kapitein van de ploeg en ze gaat er echt voor. Ze moedigt iedereen heel erg aan. Ik ben echt fier als ik ze zo bezig zie. Ik probeer geen enkele thuismatch te missen. Paul Laurijssen, de vriend van mijn zus José is ook altijd van de partij en als het enigszins kan komt ook mijn ander kleinkind Stijn Jansen mee. En het is de moeite om te zien want er wordt mooie voetbal gespeeld.
DHM: Jij hebt zelf ook in Hoogstraten gespeeld hoewel jullie eigenlijk allemaal van Minderhout zijn.
Louis: Zowel Leen als ik zijn eigenlijk allebei door omstandigheden bij Hoogstraten terecht gekomen. Ik ben beginnen voetballen in het seizoen 1946-1947. Op dat moment was er helemaal geen voetbalclub meer in Minderhout. Door de oorlogsjaren was de competitie stilgevallen en in ’46 hield MVV op te bestaan. Het is pas in 1970 dat de club terug heropgestart werd. Zo kwam ik dus terecht bij HVV. Leen heeft als jong meisje gespeeld in MVV tot en met de miniemen, maar nadien was het niet meer toegelaten om in een jongensploeg te spelen en van een meisjesploeg was er in Minderhout nog geen sprake. En zo is ook zij in Hoogstraten terechtgekomen. Onze Karel en onze Dirk hebben echter altijd in Minderhout gevoetbald.
DHM: Hoe lang heb jij bij HVV gespeeld?
Louis: Ik heb 9 seizoenen in de eerste ploeg van Hoogstraten gespeeld. Dat was een heel plezante tijd en ik heb er heel veel aangename herinneringen aan overgehouden. Ze noemden mij altijd “Kooike”, maar ook wel “de man met de vier longen”. Ik moest het vooral hebben van mijn fysiek, ik had inderdaad veel adem. Mijn broer Jos was veel technischer dan ik. Ik speelde in het middenveld, hij rechtsachter. In die tijd kwam er ook heel veel volk naar het voetbal kijken. De beste matchen die ik gespeeld heb waren zeker ook die tegen Geel en Merksplas, en ik herinner me nog heel goed hoe voorzitter Johnneke Brosens mij dan van contentheid na de match stevig vastpakte. Dat ben ik nooit vergeten, dat deed echt deugd. Maar in ’59 ben ik moeten stoppen wegens een serieuze kwetsuur. Ik was toen ook nog maar twee jaar zelfstandige stukadoor, voordien werkte ik bij een aannemer.
DHM: Maar het voetbal liet je niet meer los?
Louis: Nee, dat is er altijd gebleven. Mijn vader zat vroeger ook in het bestuur van Minderhout VV, en toen de club heropstartte in 1970 ben ik vrij snel in het bestuur gekomen. Ik ben 32 jaar bestuurlid geweest en afgevaardigde bij de eerste ploeg waar ook onze Karel en onze Dirk in speelden. Wij hebben in die periode twee keer kampioen gespeeld. Maar eigenlijk was ik ook een beetje ‘duvel doet al’: de kantine verzorgen, lijnen trekken, kleedkamers nazien, enz. Maar ik had er de tijd voor want ik ben gestopt met werken in ’87. Maar die goesting voor het voetbal zat er bij mij al van kleins af aan in. Ik herinner mij nog dat ik misdienaar was bij Deken Lauwerys en dat ik zondags tijdens het lof van 3 uur bij het Tantum Ergo mijn knopjes al los had om zo rap mogelijk naar de Sint Lenaartsebaan te kunnen lopen om daar nog de tweede helft van de match te kunnen zien. Momenteel zit ik niet meer in het bestuur. Ik ben er 81 maar ik ga nog heel veel zien naar de wedstrijden van Leen en naar die van Stijn, de zoon van ons Greet die bij de reserven van MVV speelt. Ik heb een VIP kaart voor alle matchen en ik kan altijd gratis naar de wedstrijden in de provincie. Maar wat ik ook altijd zo geapprecieerd heb in al die jaren en ook vandaag nog is hoe ons Maria (Maria Verschueren, de echtgenote van Louis) mij altijd gesteund heeft in mijn hobby. En ik zie hetzelfde ook bij mijn twee zonen. Dat is plezant.
DHM: En, Karel en Dirk, die voetbalkriebels hebben jullie mee overgeërfd?
Karel: Toen MVV terug begon in 1970 was ik er direct bij om mij in te schrijven maar het heeft toch nog tot mijn 14 jaar geduurd vooraleer ik met de scholieren kon beginnen spelen. De club begon haar jeugdwerking immers met de miniemen en daar was ik toen te oud voor. Het eerste jaar was echt geen succes en een 10-0 nederlaag toen geen aardigheid. Vanaf mijn 16 kwam ik geleidelijk in de eerste ploeg en kreeg mijn vaste stek als rechts voor. Ik was vrij snel. Ik ben in het eerste elftal blijven spelen tot mijn 39 jaar, in totaal meer dan 500 wedstrijden waarvan er een groot aantal samen met onze Dirk. Na mijn viering voor die 500 matchen heb ik nog één seizoen de kleuren van MVV verdedigd en ben toen gestopt. Bij Hand In Hand Turnhout heb ik ook een jaar in de eerste ploeg gespeeld. Het jaar voordien werden we met MVV kampioen en toen werd ik voor 40.000 fr. weggekocht door H.i.H.! Die ploeg had een goede sponsor, de eigenaar van de Cremer wafels. Ik heb daar mijn steentje bijgedragen tot de promotie van de ploeg. Ik raakte er echter gekwetst maar de matchen die ik meegespeeld heb waren echt wel een succes, hoewel de heimwee naar MVV bleef knagen. Daarna ben ik teruggekeerd naar MVV waar ik me nog twee jaar amuseerde bij de veteranen en tot mijn 45 ste speelde ik nog bij de B-reserven.
Dirk: Ik heb ook 350 matchen op mijn teller staan. Ik ben 7 jaar jonger dan Karel en op 10-jarige leeftijd bond ik mijn eerste shoes aan bij de miniemen van MVV.. Van pre-miniemen of duveltjes was toen nog geen sprake, maar ik herinner mij dat wij vroeger al alle dagen aan het voetballen waren op het pleintje naast het kapelletje of op het plein in het dorp. Ik heb alle reeksen doorlopen tot ik op mijn 18 regelmatig mee op de bank mocht bij de eerste ploeg. Toen ik 21 jaar was had ik mijn vaste plaats in het eerste team . Ik speelde meestal rechts midden, onze Karel rechts voor. Wij hebben thuis nooit ambras gemaakt, maar op het veld durfden wij onze mond wel eens opentrekken tegen mekaar. Na twaalf jaar ben ik van de eerste ploeg overgestapt naar de A-reserven waar ik nog vier jaar gespeeld heb en daarna naar de B-reserven. Nu speel ik soms nog mee met de veteranen.
DHM: En hoe zat het met geel en rood al die jaren?
Karel: Weinig last van gehad! Ik ben ooit maar één keer van het veld gestuurd en één keer serieus gekwetst geweest . Wij speelden uiteraard om te winnen, maar wij maakten enorm veel plezier na de wedstrijd. In Minderhout, allemaal vrienden onder elkaar, was het veel leuker voetballen dan bijvoorbeeld in Turnhout.. Wij werden ook niet betaald, hoogstens met een bak bier na de match.
Louis: Maar ge hebt toch veel stampen gekregen, hé Karel !
Dirk: Ik heb één keer een rode kaart gekregen, maar dat was eerder een compensatie voor iets anders. Wij waren alle twee eigenlijk heel faire spelers en zowel wij tweeën als onze vader stonden aangeschreven als heel sportieve spelers. Op zeker moment hebben wij zelfs de trofee van sportiviteit gekregen. Dat was een beker die gegeven werd aan de sportiefste ploeg van gans het land. Het was een enorme cup vol klinkende namen van grote ploegen. En hoewel wij dat jaar degradeerden van derde naar vierde provinciale waren wij toen ontzettend blij en fier met die beker.
DHM: Maar ook na deze actieve periode is de liefde voor de club gebleven?
Karel: Nadat ik gestopt ben met zelf te voetballen heb ik nog een hele tijd de miniemen getraind. Ons vader was toen ook afgevaardigde van die ploeg. We zijn toen zelfs provinciaal kampioen geworden in Westerlo. Momenteel fluit ik nog altijd de wedstrijden van onze duveltjes. Een officiële scheidsrechter ben ik niet, louter een amateur door de club aangeduid. Ik hou mij vooral bezig met de boekhouding van de club en dat is heel belangrijk geworden. De belastingsdiensten maken het de sportverenigingen en zeker de voetbalclubs moeilijker en moeilijker. Er worden door de overheid meer en meer regels opgelegd en alles wordt tegenwoordig erg goed uitgepluisd. Vandaar dat een goede boekhouding heel noodzakelijk is.
Dirk: Ik heb een aantal jaren de jeugdcoördinatie van MVV verzorgd en de pre-miniemen en kadetten getraind, maar daarna heb ik mij vooral bezig gehouden met de coördinatie van de bouwwerken van de nieuwe accommodatie aan de Heistraat . Dat waren meer dan 2 intense jaren met een ganse groep vrijwilligers ,die ongelooflijk veel werk hebben verzet, allemaal mensen met een groot hart voor hun club. Momenteel zit ik nog in het bestuur vooral als verantwoordelijke voor de gebouwen en het onderhoud.
DHM: En Leen, als je ziet hoe gans je familie verankerd zit in het voetbal in Minderhout, hoe kom je dan in Hoogstraten terecht?
Leen: Ik heb die microbe dan schijnbaar toch ook wel meegekregen van thuis, van mijn vader Karel en waarschijnlijk ook wel van vovo. Ik ben als enig meisje beginnen voetballen in de preminiemenploeg van MVV. Na dat jaar speelde ik nog twee jaar bij de miniemen, maar toen was het voor mij gedaan. Volgens het reglement mocht ik als meisje niet meer meespelen bij de kadetten. Gelukkig was men in Hoogstraten toen juist begonnen met een meisjesploeg, en dan was voor mij snel de keuze gemaakt.
DHM: Speelde die ploeg al direct in competitie?
Leen: Nee, het eerste jaar werden er alleen maar vriendenwedstrijden georganiseerd. Er was ook maar één ploeg met meisjes van alle leeftijden, van 12 jaar tot 23 jaar. Het was pas het jaar nadien dat er een tweede ploeg bijkwam en zo speelde het ene team vriendenwedstrijden en het andere in competitieverband. Toen ik 16 jaar werd, waren er al twee elftallen in competitie en moest ik meespelen met de “dames” in plaats van bij de “meisjes”. Het eerste jaar speelde ik in de B-ploeg, daarna bij de A-ploeg en zo is dat tot vandaag gebleven. Ik ben met mijn 28 jaar de oudste speelster en kapitein van de ploeg. Ik begin volgend jaar aan mijn 20-ste voetbalseizoen. Ik heb drie jaar in Minderhout gespeeld en volgend seizoen is mijn 17-de jaar in Hoogstraten. Ik denk dat dat de langste periode is dat een dame gepeeld heeft bij HVV.
DHM: En het gaat jullie blijkbaar heel goed?
Leen: Ja, vorig jaar werden wij kampioen in eerste provinciale en daardoor mochten wij overgaan, nadat we eerst nog de eindronde gespeeld hadden. Momenteel zitten wij in derde nationale en zullen we zesde eindigen in de competitie, wat al een hele prestatie is. Een nadeel is misschien wel de grote verplaatsingen. Zo moeten we ook naar Oostende, Brugge, Waregem, Aalst, enz. Voor die verre verplaatsingen huren we twee busjes, maar als het dichterbij is rijden we met auto’s.
DHM: Toch is het vrouwenvoetbal nog niet erg populair in België. In Nederland zijn er ongeveer 100.000 aangesloten leden, in België slechts 15.000. Komt er wat volk kijken als jullie moeten spelen?
Leen: Het vrouwenvoetbal is wel in opmars, in Hoogstraten zijn er intussen al 6 ploegen en alle andere dorpen hebben ook hun damesploeg, op uitzondering van Meerle. Maar daar start men waarschijnlijk volgend seizoen ook opnieuw. Wortel is dit jaar kampioen geworden in tweede provinciale, Meer en Minderhout spelen in derde provinciale. Er komt inderdaad ook weinig volk kijken als wij moeten spelen. Ik schat dat op een 30-tal toeschouwers en dat zijn dan ook meestal de ouders van de meisjes. Op verplaatsing is dat ook ongeveer hetzelfde.
DHM: En hoe is de kwaliteit van het spel?
Louis: Ik ga elke thuismatch kijken en ik moet zeggen dat de kwaliteit heel goed is. Dat is geen spel meer voor doetjes. Er wordt stevig gespeeld en de conditie van de meisjes is heel wat verbeterd tegenover de beginjaren.
Karel: Ja, er is in de ploeg van Leen een hele grote evolutie gebeurd. In de beginjaren liepen ze met z’n allen naar de bal, maar dat is al lang voorbij. Er wordt vaak heel mooi gecombineerd en gevochten voor elke bal.
Dirk: Er zijn nog altijd mannelijke scheidsrechters die zich miskijken op dat vrouwenvoetbal. Sommigen onderschatten wel eens de kwaliteit ervan.
DHM: En Leen, moet ge er veel voor doen en laten?
Leen: Ik doe er wel heel wat voor. Wij trainen twee maal per week en spelen onze wedstrijden op zaterdagvoormiddag thuis of in de namiddag op verplaatsing. Ik ben linksvoetig en speel vooral rechtsachter of verdedigende middenvelder. Maar ik ben zelf veel met sport bezig. Hoewel ik regentes Lichamelijke Opvoeding ben geef ik geen les in het VITO, maar maak wel deel uit van het opvoedkundig personeel. Ik geef wel les bij de kleuters in de turnkring ’t Spagaatje en ik train ook de duveltjes van Minderhout. Ik ga regelmatig lopen om de conditie wat op peil te houden en na het seizoen doe ik dat ook zodat je bij het begin van het nieuwe seizoen niet helemaal van nul moet beginnen. In de zomer, voor het seizoen begint, gaan we met de ploeg op voetbalstage. Een 3-tal dagen ‘op vakantie’ om te trainen en tussendoor heel wat plezier maken natuurlijk! We hebben een superleuke ploeg en de sfeer is geweldig! Tijdens de wedstrijden is het allemaal heel serieus en wordt er voor elke bal gevochten, maar na de match is het één en al plezier. En op de trainingen kan er ook al wel eens gelachen worden natuurlijk! En af en toe een ploegfeestje op zaterdag is ook niet vreemd!
DHM: Zo komt dan iedereen in de familie Koyen toch weer terug naar de eigen club? Hoe vergaat het MVV momenteel met de nieuwe accommodatie in de Heistraat?
Dirk: Het gaat prima. Wij hebben momenteel 20 ploegen en we spelen op drie velden. Soms is het een echt probleem om alles juist te regelen. Als ik dan terugdenk aan de tijd toen we met 16 ploegen op één veld moesten spelen in het centrum.
DHM: Dat moet voor jullie toch een nachtmerrie geweest zijn?
Dirk: Dat was een ongelofelijke tijd. Wij moesten alles proberen rond te krijgen op dat ene veld, zowel trainen als wedstrijden spelen. Sommigen noemden dat wel eens ‘dat patattenveld’. In het weekend begonnen we zaterdag om 9.30 u en er werd non-stop gespeeld tot zondagnamiddag. Als het dan regende was het daar een echte modderpoel. En dan hebben we het nog niet over de kleedhokjes en de accommodatie. Uiteindelijk heeft het nog heel lang geduurd vooraleer de gemeente een geschikt terrein gevonden had om te kunnen verhuizen. Er zijn onderhandelingen geweest voor de aankoop van gronden op de Vooraard, op Bergen , aan de Heistraat. Er is zelfs een tijdje sprake geweest van ruiling van gronden. We zijn met de club ook een paar keer naar het stadhuis geweest om onze vraag wat kracht bij te zetten. Maar uiteindelijk is alles goed gekomen. Sinds 2007 hebben wij nu een prima terrein waar we al onze jeugdmatchen proberen te concentreren op zaterdagnamiddag. Dit doen we vooral om het onze medewerkers niet te moeilijk te maken.
DHM: Kunnen jullie veel beroep doen op vrijwilligers?
Dirk: Gans die kantine met kleedkamers is volledig gezet met vrijwilligers. Meer dan twee jaar lang werd daar elke zaterdag gewerkt en ook de uitbating van de kantine, de afvaardiging van de ploegen, het onderhoud, enz. gebeurt allemaal door vrijwilligers. Ik heb al dikwijls mogen horen hoe andere clubs onze nieuwe accommodatie benijden. Maar het wordt elk jaar moeilijker en moeilijker om nieuwe vrijwilligers te recruteren. Dat is de grote bedreiging voor het voetbal, maar dat is ook zo in verenigingsleven in ’t algemeen. En dan is er natuurlijk nog het kostenplaatje. De velden liggen er vrij goed bij; maar er is ook hard aan gewerkt. Wij hebben heel zware kosten gemaakt en dat trachten wij allemaal terug te winnen door een goed draaiende kantine, een zeer actief feestcomité, lidgelden en publiciteit. Buiten de reclameboden langs het veld hebben wij geen andere sponsors.
DHM: Het lijkt ons overduidelijk dat de familie Koyen een stevige bijdrage geleverd heeft in de geschiedenis van het voetbal in Minderhout. En niemand zal het kwalijk nemen dat Leen er alles aan doet om hetzelfde waar te maken voor het damesvoetbal in Hoogstraten. Wij wensen haar nog heel veel succes toe en hopen dat ook de fiere supporters uit Minderhout nog veel deugd mogen genieten aan ‘hun’ kapitein, ook al is het dan niet in groen-wit. (rel/hj)