17 minute read
Een moederkloek voor de Dreefse kindjes
Kris Van Loon
MEERSEL-DREEF / HOOGSTRATEN – Goed anderhalf jaar terug werd Kris Van Loon vast benoemd als directeur van de gemeenteschool ’t Dreefke van Meersel-Dreef. Ze was er al sedert 2000 aan de slag als kleuterjuf en later als interim directeur Ze maakte er de hele turbulente periode mee van een school waar op een bepaald ogenblik chaos heerste en zwarte vlaggen aan de poort hingen, tot de “Warmste school van Vlaanderen” en splinternieuwe schoolgebouwen. Ze vertelt er met veel enthousiasme over, over de school, maar ook over haarzelf. We geven het u graag mee.
‘Ik stond nochtans klaar met mijn botten aan om naar hier te komen’ zegt Kris als we in haar bureau in de school binnenkomen. De week ervoor hadden we het geplande interview afgezegd wegens de overvloedige sneeuwval die ’s zaterdag voormiddag de wegen in de noordhoek onberijdbaar maakte. Wij vonden het toen veiliger om thuis te blijven en de zaak even uit te stellen. Een week later regent het alleen maar, en zitten we samen voor een ruime babbel. En hoewel de koffie uitnodigend geurt, wil ze ons toch eerst even in de school, haar school, rondleiden. Want ze is ontzettend fier én blij dat ze in zo’n omgeving mag werken.
Lange weg
De weg ernaartoe liep, zoals in de meeste mensenlevens, niet via een rechte lijn. ‘Het heeft vrij lang geduurd voor ik besloten heb om voor kleuterleidster te gaan studeren, eigenlijk maar enkele weken voor mijn middelbare studies eindigden. Dat het iets in de sociale sector zou zijn, dat lag wel voor de hand. Van in mijn jonge jaren was ik sociaal geëngageerd. Als jongere actief in de jeugdbeweging – de Roodkapjes –, bij het kinder- en later het jeugdkoor. Zodra het kon aan de slag als babysit, op kamp met de CM. Volgende stap was monitrice en uiteindelijk kampleidster. Samen met andere jongeren aan de gang, dat was een constante in mijn jeugd’.
Kris volgde sociaal technische in het VTI. ‘Gestart in de moderne in het Spijker, dat was een beetje boven mijn krachten. In het VTI voelde ik me echt op mijn gemak. Een brede opleiding; een goede theoretische basis, maar ook veel praktijk. Ik vond dat fantastisch, want als ik het niet in mijn beroepsleven zou kunnen gebruiken, dan leerde ik alle dingen die me in een huishouden – ik zag me al als moederkloek met minstens vier kinderen – goed van pas zouden komen. Maar toen kwam het moment van de keuze. Na eliminatie hield ik nog twee opties open: verpleegster of kleuterleidster. Dat ik graag en veel met kinderen bezig was, deed me voor het laatste besluiten’.
Op naar het Kardinaal Van Roey-instituut in Vorselaar, het eerste jaar in het internaat. ‘Geen goede keuze. Na de schooluren hadden we vrij tot acht uur, dan moesten we binnen zijn om te studeren. Maar dan had ik al lang geen goesting meer. Een dikke buis en dubbelen. Dat mocht van thuis, maar slechts één keer. Mijn broers en ik kregen alle kansen, maar niet om er mee te rammelen. Dat wisten we al te goed. Ik ben dan met drie medestudenten op kot gegaan en daar deed ik net andersom. Eerst mijn studiewerk en als dat klaar was, een pint gaan pakken in het studentencafé. Ik heb me geweldig geamuseerd en tegelijk mijn diploma gehaald.’
Hoogstraten
Kris is Hoogstraatse in hart en nieren zegt ze, hoewel ze in Wilrijk geboren is. ‘Mij vader, Jac Van Loon, is van Hoogstraten, van de Achtelsestraat. Mijn ma, Terry Jacobs, van Meerle, dochter van Ward Jacobs in de Kerkstraat. Maar vermits pa rijkswachter was, kreeg hij in het begin van zijn carrière standplaatsen toegewezen. Toen ik eraan kwam, was hij gestationeerd in Wilrijk. Vandaar dat ik daar ter wereld kwam. Maar bewuste herinneringen heb ik er niet aan. Via Meer en Meerle kreeg mijn pa uiteindelijk een vaste standplaats in Hoogstraten en kochten mijn ouders daar een stukje grond. Achter de hoek van het ouderlijk huis van zijn vader Bert Van Loon. Dat ik later het huis van mijn vava gekocht heb bewijst hoezeer ik aan Hoogstraten gehecht ben.’
Heel haar jeugd heeft Kris dus in Hoogstraten doorgebracht, het was dan ook geen verrassing dat ze daar als kleuterleidster aan de slag ging.
De start van een carrière van een leerkracht in het onderwijs loopt meestal via een grillig parcours. Zo ook voor Kris. ‘Ik kon direct in de gemeenteschool van Hoogstraten aan de slag voor een paar interims. Vervangen van zieke leerkrachten of leerkrachten die bevallen waren. Dat begint met een paar uren, voor een paar weken. Later wordt dat wat meer, vooral als je mag invallen voor een bevallingsverlof. Je moet opdrachten combineren, in verschillende klassen, soms in verschillende scholen. Ik stond nogal eens in Wortel. Maar ik had een job en trok mijn plan. Ik heb het ook een tijd gecombineerd met internaatwerk in het Spijker, bij zuster Christina. ‘s Nachts ging ik er slapen, als permanentie bij de internen, en ’s morgens met hen ontbijten. Daarna kon ik naar mijn andere job. Een fijne ervaring en het inkomen was welkom.
Ooit heb ik een dag interim arbeid gedaan in een fabriek in Brecht. Een hele dag stoppen op flessen draaien en die in dozen zetten. Bij het signaal van de claxon alles laten vallen om gauw iets te eten. Een refter vol met foto’s van blote madammen en aangebrande spreuken (lacht smakelijk).
Het was me rap duidelijk dat ik daar niet thuis hoorde. De meest ontnuchterende ervaring van mijn beroepsleven! Gelukkig kon ik snel terug in de school aan de slag. En zo doe je langzaam anciënniteit bijeen, krijg je meer en langere opdrachten in dezelfde school. Het heeft wel 5 à 6 jaar geduurd voor ik een vaste klas had. En uiteindelijk ben ik ook vast benoemd als kleuterjuf in het gemeentelijk onderwijs in Hoogstraten.’
Naar Meersel-Dreef
Door ingewikkelde voorrangsregels was er op een bepaald ogenblik geen plaats voor Kris in de gemeenteschool van Hoogstraten of Wortel. Ze zou aanvankelijk naar de kleuterschool van Meer (die één inrichting vormde met de school van Meersel-Dreef), maar wegens een personeelswissel daar kwam ze in Meersel-Dreef terecht.
‘Een coté van onze gemeente die ik echt niet kende. Voor mij stopte Hoogstraten in de Kerkstraat in Meerle, waar mijn grootouders woonden. Ik heb toen speciaal een auto moeten kopen, daarvoor deed ik alles met de fiets. Het was een grote overstap, maar weigeren was geen optie. Op mijn 24 e had ik immers het huis van mijn vava in de Achtelsestraat gekocht. Alleen, dus veel financiële overschot was er niet. De meeste spullen voor de inrichting had ik ergens gekregen. Een grasmachine leende ik thuis als het gras moest gemaaid worden, de stofzuiger leende ik van de buren. Voor mijn 28 e verjaardag heb ik van de buren samen een stofzuiger cadeau gekregen. Op mijn eerste TV-tje moest ik mijn vinger constant op de geluidknop houden, anders geen klank. Best harde jaren, maar als je jong bent heb je niet veel nodig. En nu ben ik natuurlijk heel blij dat ik dat gedaan heb.’
Turbulente periode
‘Weigeren om in Dreef te gaan werken was dus geen optie, maar het was een grote overstap. Ik kende de mensen niet, er heerste een andere mentaliteit, ik had geen binding met de omgeving zoals ik dat in Hoogstraten wel had. De school was klein, er was weinig ruimte en constant gebrek aan middelen. Het was precies of deze school vergeten was door het stadsbestuur in het verre Hoogstraten. Door perikelen met politieke inslag vormde de school van Dreef één administratieve inrichting met de kleuterschool van Meer. De directeur had zijn bureau in Meer en moest naar Dreef pendelen. Bovendien was er steeds een interim-directeur die niet vast benoemd kon worden, wegens afwezigheid van de vast benoemde directeur. Die interim directeur was op zijn beurt langdurig afwezig wegens een val en werd vervangen door een andere interim. Enfin, het kwam er op neer dat er geen echt leiding was in die school.
De leerkrachten vormden wel een hechte groep, maar leefden als het ware op een eiland in het geheel van het gemeentelijk onderwijsnet. Ze stonden er ook alleen voor, ze trokken hun plan.
Een grondige doorlichting door de inspectie deed de bom barsten. Het rapport van de doorlichting was desastreus. Leerplannen waren verouderd, nieuwe niet ingevoerd. Sommigen volgden een eigen leerplan. Het ontbrak aan leiding, coaching en ook het stadsbestuur ging niet vrijuit.
Er moest dus dringend orde op zaken gesteld worden, anders was het voortbestaan van de school bedreigd. Heel de zaak had voor tweespalt tussen de leerkrachten gezorgd. Een aantal van hen wilde er zeker voor gaan om bij de volgende doorlichting te slagen, anderen dachten dat het wel niet zo’n vaart zou lopen en lieten het liever bij het oude.
De sfeer was op de duur helemaal verpest. Ik had het daar heel moeilijk mee, vertrok elke dag met lood in de schoenen. Onderweg nog wat vertragen om zeker niet te vroeg te zijn, zodat ik direct naar mijn klasje kon.’
Een onhoudbare situatie, werd ook op het stadhuis vastgesteld. Ook na druk van de lokale Dreefse gemeenschap die bang was dat hun school zou verdwijnen en daarmee één van de bindende factoren voor een dorpsgemeenschap. Er werd uiteindelijk drastisch ingegrepen: de leerkrachten van de lagere school werden overgeplaatst naar andere gemeentescholen, de school werd afgesplitst van de Meerse kleuterschool en er kwam een directeur voor de school die vrijgesteld werd van klasopdrachten. Dat was May Laureyssen.
‘Dat is voor een aantal mensen een pijnlijke zaak geweest, ze hebben er zeer onder geleden. Maar als er niet ingegrepen was, had de school er misschien helemaal niet meer geweest. Samen met de nieuwe directeur en de nieuwe leerkrachten hebben we er onze schouders onder gezet. Toen zijn we terug vertrokken, met veel overleg, met veel bijkomend werk, maar gelukkig ook met veel steun van het oudercomité en van heel de Dreef. En ook van het gemeentebestuur, dat op dat moment ook beslist heeft sterk in de school te investeren.’
De Warmste School van Vlaanderen
In 2008 ging de organisatie Leefsleutels op zoek naar de Warmste School van Vlaanderen. (Leefsleutels is een organisatie die zich richt naar het onderwijs door het ontwikkelen van educatief materiaal, het organiseren van vormingen en het begeleiden van scholen en leerkrachten).
‘Ondertussen was hier een positieve sfeer ontstaan, vormden we een goed team en werd hard gewerkt om bij de opvolgingsdoorlichting een positieve evaluatie te krijgen. Dat is ook gelukt. Hier werken werd fijn. Daar waar ik ooit geweend had van ellende omdat ik naar deze school moest komen, kom ik nu bij wijze van spreken vrolijk fluitend naar hier. We hebben toen beslist ons kandidaat te stellen voor het project van Leefsleutels. Daarvoor moesten we aantonen hoe we aan een aantal criteria beantwoordden, die Leefsleutels beoordeelde als een warme school. Na een schriftelijke evaluatie bleken we één van de kandidaten te zijn en kwam een mevrouw van Leefsleutels ter plaatse voor de eindbeoordeling.
Bleek dat zij enkele jaren eerder in de school aan het werk geweest was op vraag van het schoolbestuur, om begeleiding te geven en te trachten de troebele situatie recht te trekken. Die begeleiding was na een paar weken stopgezet wegens gebrek aan resultaat. Zij kon amper geloven dat het nu over dezelfde school ging. Niet alleen omdat we hoog scoorden in het project, maar ook omwille van de grote omslag die we gemaakt hadden, werden we uitgeroepen tot de Warmste School van Vlaanderen. Dat leverde een prijs van 2.000 euro op en werd gevierd met een groot feest.
Nieuwe schoolgebouwen
Ondertussen hadden ook de plannen van het gemeentebestuur om een nieuwe school te bouwen stilaan vorm gekregen. ‘We zijn daar als personeel zeer nauw bij betrokken, wat het een heel plezant proces maakte. We hebben vele scholen bezocht, om te zien hoe het kon, hoe het zeker niet moest. De ervaring met de school
van Meer – waar spijtig genoeg heel wat niet gelopen was zoals het moest – heeft ons heel wat bijgebracht. We hebben die fouten kunnen vermijden. Natuurlijk zijn er dingen die we nu misschien toch anders zouden doen, maar dat zijn eigenlijk kleinigheden. We hebben hier een ongelooflijk aangename en praktische school. Pluspunt is dat een aantal lokalen zo ingericht zijn dat ze ook gebruikt kunnen worden door de lokale gemeenschap, zoals de refter en de turnzaal. Dat is een groot voordeel, het versterkt de band met de mensen van Dreef alleen maar. We zijn het gemeentebestuur er zeer dankbaar voor.’
Directeur
Echt ambitie om directeur te worden heb ik nooit gehad. Ik voelde me prima met mijn vaste klas. Ik had directeur May enige korte periodes vervangen, maar dat was maar inspringen. Toen werd May voor een lange periode ziek en kwam de vraag van het gemeentebestuur of er binnen de school iemand was die zich geroepen voelde.
Ik was hier de enigste voltijdse leerkracht en had de langste staat van dienst. Eerst heb ik de boot nog afgehouden, maar toen er niemand anders was en vanuit het stadshuis de boodschap kwam “het er zomaar wat bij te doen”, dacht ik dat het beter was er helemaal voor te gaan. Ik had de volle steun van mijn collega’s.
Het beviel me meer dan ik verwacht had. Mijn ervaring als kampleidster bij de CM bleek een goede ervaring. Het was wel een heel andere job dan kleuterjuf. Ineens was ik de moederkloek van heel de school.
Toen May haar pensioen aankondigde, werd het echt serieus. Ondertussen liep er een aanwervingsprocedure voor de vacante betrekkingen als directeur in Hoogstraten en Wortel. Ik ben er volledig voor gegaan, maar wel in het achterhoofd dat ik alleen in Meersel-Dreef aan de slag wou blijven. Met de scholen van Hoogstraten en Wortel had ik de feeling gaandeweg verloren, ik was Drevenier geworden.’
Na nog wat administratieve hindernissen, werd Kris bij het begin van het schooljaar 2013 officieel aangesteld als directeur van ’t Dreefke.
‘Ik doe mijn job ontzettend graag, heb goede relaties met alle collega’s, waarvoor ik heel hard mijn best wil doen zodat ze in de beste omstandigheden kunnen werken. Ik heb de luxe dat ik twee jonge mannelijke leerkrachten heb, in de vele scholen is nog uitsluitend vrouwelijk personeel. Jonge gasten met veel passie voor de stiel én zonder huishouden. Zij nemen vanzelf taken op zich die al eens buiten de uren vallen en voor leerkrachten met een gezin moeilijker liggen.
Leen
Vanaf 2000 is Kris samen met Leen Anthoni. ‘Ik kende Leen toen al 15 jaar, van bij de CM. Een toffe madam, maar ze had een vaste partner, een vrouw. Toen die relatie op de klippen liep, hadden we een ernstige babbel over die dingen. Dat gebeurde wel meer, maar die keer stelde ze de vraag direct: “Hoe zit dat nu eigenlijk met jou, Kris. Mannen of vrouwen?”. Want ondanks het feit dat ik veel vrienden en vriendinnen had, een druk sociaal leven en regelmatig uitging, had ik nog nooit een relatie gehad.
Alle vriendinnen hadden dat ondertussen wel. Ik wist inmiddels wel dat ik gevoelens had voor vrouwen, maar blijkbaar was de vonk nog met niemand overgesprongen. Toen Leen die vraag stelde, was die vonk er wel. Meteen nadat ik het gezegd heb, kwam alle passie – normaal voor alle prille liefdes denk ik – er meteen uit. En vermits Leen al langer een oogje op mij had, was dat wederzijds.
Ik heb het meteen aan heel mijn omgeving verteld, ik kon het wel van de daken schreeuwen. Ik ben er van begin af aan heel open over geweest en ik heb er alleen maar positieve reacties op gehad. Moeilijkste stap was het aan mijn ouders vertellen. Zij komen uit een ander tijdperk. Heb toen lang gezocht naar het juiste moment, want ik wilde het graag gelijk aan hen samen vertellen. Uiteindelijk was het een fijn gesprek. Onze pa luisterde en zei een hele tijd niets, alleen op het laatst. “Gij zijt ons Kris, onze dochter, en wij zien je graag. Dat is alles wat telt”. Ons ma
haar reactie was verrassend. “Meisje” zei ze, “gij moet het moeilijk gehad hebben al die jaren dat ge er alleen mee geworsteld hebt”. Maar dat was helemaal niet het geval, ik was altijd gelukkig geweest, had er nooit echt van wakker gelegen. Natuurlijk droomde ik wel van een relatie, van een huishouden met kinderen zelfs. Maar het was er gewoon niet van gekomen. Met Leen was nu ineens alles in de juiste plooi gevallen. De vroegere droom van vier kinderen heb ik moeten opbergen, Leen heeft me onmiddellijk gezegd dat ze geen kinderen wou. Ik heb er geen moeite mee, ik heb een hele school kinderen. Mijn voorwaarde aan Leen was dat ik niet uit Hoogstraten weg wilde. En daar wonen we nu in ons huis in de Achtelsestraat, op de grond van mijn vava. Ondertussen zijn we al 15 jaar een heel gelukkig koppel.’
Geiten, kippen en een elektrische gitaar
Wie Kris bezig ziet en hoort, weet direct dat ze niet het type is dat lang in de zetel voor TV zal hangen. Haar drukke jeugd is daar de voorbode van. ‘Ik ben een uitgesproken sociaal wezen, ben graag onder de mensen. En ik koppel dat graag aan iets doen. Muziek is een constante daarin. Vanaf mijn zevende zing ik in een koor. Eerst het kinderkoor, dan het jeugdkoor en tot vandaag in het Piuskoor.
Met hart en ziel, ik zou niet zonder kunnen. Daarnaast heb ik zowat alles gedaan wat in een gemeenschap zoal voorhanden is: toneel bij KWB, tekenen en schilderen in de IKO, catechese geven en zorg dragen voor de kindervieringen van de parochie. Drie jaar volgde ik de opleiding meubelmaker in Horito, de vaardigheid komt wel van pas.’
In 1999 ging Kris met de Damiaanactie op bouwkamp naar India, om er in een dorp voor melaatsen en tbc-lijders een schooltje te bouwen. ‘Als ik zeg dat van Hoogstraten naar Meersel-Dreef gaan les geven een hele verandering is, dan is dat natuurlijk relatief. Dat kamp in India, dat was een echte cultuurschok. De onvoorstelbare armoede, voor ons ondenkbare ziektes als melaatsheid. Het was een ingrijpende ervaring, ik wilde eigenlijk direct terug om daar te gaan werken. Niet echt realistisch. Maar de volgende grote vakantie ben ik voor zes weken terug gegaan en heb er twee bouwkampen begeleid. In de school heeft men hier toen nog een spaghetti-avond georganiseerd om geld bijeen te brengen. Daarna heb ik vanuit België nog lang meegewerkt met de Damiaanactie aan de praktische organisatie van bouwkampen.
Thuis heb ik al vele jaren drie geiten en een paar kippen. Eigenlijk een familietraditie. Vava en mijn pa hadden dat ook. Ik heb wel eens gedacht,
ik stop ermee maar stel vast dat ik het niet kan. Elke morgen mijn botten aan en de dieren verzorgen in de stal. Heel rustgevend, het maakt mijn hoofd even leeg. Hoe gelukkig kan een mens zijn, denk ik dan regelmatig. Ik heb ook lang een groentetuin gehad, maar dat heb ik moeten laten gaan. Ik heb er geen moeite mee dat dingen ophouden, dat is nu eenmaal zo. Een dag telt maar 24 uren. We hebben nog wel fruitbomen en hadden dit jaar een oogst van 150 kg pruimen. We hebben heel de buurt van een emmer pruimen voorzien, we hebben heel wat potjes confituur terug gehad. Plezant hé!
Mijn laatste nieuwigheid is elektrische gitaar spelen. Pas op, ik neem dat ernstig op. Ik volg al vijf jaar muziekschool. En het leven zit vol toevalligheden. Via de leraar van de muziekschool leerde ik Stef Peeren kennen, die bouwt en herstelt gitaren. Ik was al een tijdje jaloers op de gitaar van mijn leraar. Het toeval wil dat er wat aan kwam en hij die bij Stef ingeruild had voor een andere. Op een keer zei Stef me: “Ik denk dat ik hier iets voor jou heb, probeer dat eens”. Hij had de gitaar hersteld en toen ik ze omhing, voelde ik meteen dat het de juiste was, een juweeltje. En blij dat ik was. “Vergeet niet, zei Stef, niet gij kiest een gitaar, een gitaar kiest jou”. Een geweldig man hé!’.
En Kris, een geweldige madam, hé? (jaf)
De wereld van SJAH