22 minute read

Is de room van de melk?

Jonge landbouwers blijven enthousiast

Op 23 januari 2017 spoten boze landbouwers in Brussel een gebouw van de Europese Unie vol met melkpoeder, uit vrees voor een nieuwe daling van de melkprijzen. Na de afschaffing van het melkquotum op 1 april 2015 gingen de prijzen in vrije val en kwamen anderhalf jaar later terug op een aanvaardbaar niveau. Karen Stes en Nick Leenaerts maakten deze periode als jonge rundveehouders elk in hun beider bedrijf aan de lijve mee. Toch kon dit hun enthousiasme voor de stiel niet bederven. Integendeel zelfs, zij spreken gepassioneerd over het bedrijf en hun toekomst in de landbouw.

Derde generatie

Karen Stes en Nick Leenaerts hebben alle twee een landbouwbedrijf met melkkoeien in Meer. Er zijn tal van gelijkenissen tussen beide bedrijven maar ook heel wat verschillen. Beide bedrijven liggen langs de E19 en de hoge snelheidslijn en hebben in het verleden te maken gehad met onteigeningen voor deze twee grote projecten. Dit speelde zich af in de tijd dat hun grootvader nog het bedrijf runde. Zowel Karen als Nick hebben zich als derde generatie in het bedrijf van hun vader ingekocht en hebben aan het bedrijf een nieuwe stimulans gegevens. Een nieuwe stal, een nieuwe melkinstallatie en meer koeien weerspiegelen het geloof in de toekomst van de landbouw en de rundveehouderij in het bijzonder. De moeilijke periode van de lage melkprijzen ligt achter de rug, maar toch moet het bedrijf nog groeien om mee te kunnen en een aanvaardbaar levensniveau te kunnen opbouwen. Een gesprek met twee jonge bedrijfsleiders over het wel en wee van een hedendaags melkveehouderij.

Karen Stes

Karen Stes (22) is de dochter van Marc Stes en Hilde Van Gils. Samen met vader Marc baat zij het rundveebedrijf Stes LV uit in de Spekenstraat in Meer, vlak over de brug van de E19 aan de Terbeeksestraat. Grootvader Jos Stes kwam in het verleden al verscheidene malen in het nieuws omwille van onteigeningen voor zowel de E19 (toenmalig E10) als voor de aanleg van de hogesnelheidslijn. Het bedrijf verhuisde in die tijd van de ene kant van de autosnelweg naar de andere kant. Karen studeerde in 2013 af na het zevende jaar Landbouw in Vito Hoogstraten en kwam bij vader in de zaak. Zij is voor 50 % aandeelhouder in de vennootschap. In juni 2012 kwam zij in De Hoogstraatse Maand in beeld met vijf andere medeleerlingen uit Vito in het artikel “Voor boer en tuinder, een rake keuze”. Zij is intussen getrouwd met Rob Renders en verwacht een kind voor 21 juli. Wij bezochten het bedrijf en schoven bij aan de keukentafel voor een aangenaam gesprek.

Karen Stes in de nieuwe stal: wij streven ernaar om 150 koeien te kunnen melken.

DHM: Karen, vier jaar geleden droomde je ervan thuis in de zaak te gaan en had je er veel vertrouwen in. Die droom is uitgekomen, maar verliep alles zoals je hoopte?

Ja, ik ben heel content. Ik heb voor de helft het bedrijf overgenomen en werk samen met mijn vader. Dat gaat heel goed, hoewel we alle twee wel een verschillend karakter en verschillende visie hebben. Mijn vader is eerder het rustige type terwijl ik eigenlijk heel gedreven ben. Ik wil vooruit en het op een modernere manier doen. Ik ben in 2013 in de zaak gekomen en intussen hebben we al een nieuwe stal gebouwd en heel wat koeien bijgekocht.

Als er één koe bij zit die ingespoten is met antibiotica, kan je heel je melktank laten opruimen

DHM: Hoe ziet het bedrijf er momenteel uit?

Qua oppervlakte is er niets veranderd tegenover vroeger. Wij hebben 50 hectare in gebruik waarvan 24 ha weiland en 26 ha akkerland. Dat is voor ons voorlopig voldoende voor basisvoeder en om de mest kwijt te geraken, mits nog een gedeelte via burenregeling. Maar we hebben wel een grote nieuwe stal gezet en heel wat dieren bijgekocht. Mijn vader had een paar jaar geleden 85 melkkoeien, nu zijn dat er 130. Op termijn willen we die nieuwe stal voor 150 koeien vol krijgen. We kochten ook bij een collega boer wat vaarzen. Onlangs hebben we nog twee camions hoogdrachtige vaarzen en koeien gekocht en laten overkomen van Tsjechië. Een heel transport, want die vrachtwagens moeten regelmatig stoppen om de dieren te voederen en ook één keer om ze te kunnen melken op een bedrijf onderweg. De kwaliteit van die dieren is heel goed, zelfs beter dan bepaalde koeien die we zelf hadden. Je moet wel kunnen vertrouwen op de verkoper, want als er één koe bij zit die ingespoten is met antibiotica, kan je heel je melktank laten opruimen.

DHM: Hoe wil je dan nog groeien?

Buiten die melkkoeien hebben we ook nog een 80-tal jongvee dat voor de opvolging moet zorgen. Dat is heel belangrijk. Je moet goed vooruit zien en goed jongvee opfokken. Een melkkoe gaat ongeveer 4 à 5 jaar mee en je moet zien dat je voldoende goede aflossing hebt. Tegenwoordig kan men zelfs al uit het haar van een kalf het DNA bepalen om te zien of het een goede melkkoe wordt. Is dat niet het geval, dan zullen we die later laten dekken door een “blauwe” en die dan verkopen voor het vlees. Op termijn hoop ik nog een nieuwe melkstal te zetten en dat zal waarschijnlijk met 3 robotten zijn. Momenteel melken we nog met een melkstal voor 16 koeien, maar die is al 23 jaar oud.

DHM: Hoe verdeel je het werk op zo’n bedrijf?

Het melken en het grote werk op het bedrijf doen we met twee. Mijn moeder werkt bij Janssen Pharmaceutica, maar na haar werk helpt die nog een beetje mee met het voederen van het jongvee. Een bedrijf van 140 koeien alleen runnen is niet evident en ik vind het heel knap dat mijn pa mij de kans gegeven heeft. Wij melken samen elke morgen van 6 tot 8 en ’s avonds nog eens, in totaal vier uur per dag. Dan is er natuurlijk nog het opkuisen, het voederen, het verzorgen van het jongvee en in de zomer natuurlijk het werk op het veld. Wij maaien vijf, zes keer gras per seizoen om in te kuilen. Alle melkkoeien blijven heel het jaar op stal. Het jongvee loopt wel buiten. Er zal misschien nog wel een tijd komen dat ook de koeien terug buiten moeten. Melkerij Campina geeft nu al een premie voor melk van koeien die buiten lopen.

DHM: Jij begon in een moeilijke periode met je bedrijf. In het begin waren de prijzen nog redelijk maar toen zakte alles in elkaar. Hoe heb je dit verwerkt?

Toen ik afstudeerde was de melkprijs al heel wat minder dan hij ooit geweest was. Toen werd in april 2015 het quotum afgeschaft en was het bang afwachten wat het effect zou zijn. In de eerste maanden bleef de prijs stabiel om daarna in mekaar te stuiken. Heel wat bedrijven kochten nieuwe beesten en breidden sterk uit. Zo zijn er in de streek al bedrijven met 900 koeien. Je hebt nu wel 10% meer melk dan tijdens het quotum. De prijs is ooit gezakt naar 20 cent voor een liter volle melk. Tijdens het quotum was je beperkt in het leveren van melk en moest er veel boete betaald worden als je over je quotum ging. Maar dat was dikwijls moeilijk in te schatten. Je zit met een aantal koeien die moeten gemolken worden, de prijs was laag, dus moest er eigenlijk ook meer geleverd worden om nog rendabel te zijn. Zeker met de investeringen in de nieuwe stal. Maar dan zat je met dat quotum en daarbij horende boetes. Dat was soms heel frustrerend. Dan had je een dag hard gewerkt en was je ’s avonds moe, terwijl je die dag eigenlijk niets verdiende. Er zit veel kapitaal in het bedrijf, maar daar ben je niks mee als de melkprijs slecht is. Gelukkig is de prijs nu terug gestegen tot 34 cent per liter. Dat is ongeveer zoals in 2005.

DHM: Terwijl ondertussen alles duurder wordt.

Ja, alles wordt duurder. Je mag rekenen dat de teeltkosten per jaar ongeveer met 3 % stijgen. En dan heb ik het over pachtgelden, loonwerk, zaden, maar ook extra krachtvoeder zoals soja, bierbostel, bietenpulp, enz. Ook de mestverwerking gaat een dure grap worden als we verder groeien. Dat zijn prijzen van ongeveer 18 euro per m³ mest. Daarnaast heb je natuurlijk nog heel wat kosten voor de boekhouding, milieuheffingen, mestbank, enz. Anderzijds zie je dan dat jonge stierkalveren verkocht worden voor 75 euro, daar waar die 20 jaar geleden nog 300 euro opbrachten. Onze pa vertelde dat hij toen alleen al van het kalvergeld bijna een jaar kon leven.

Een nieuwe stal weerspiegelt het geloof in de toekomst van de landbouw

DHM: Wie haalt bij jullie de melk op?

De vroegere afnemer Danone besliste op zeker moment om niet meer verder op te halen voorbij de E 313. Momenteel leveren wij dus aan de Deense/Duitse melkerij Arla. Die geeft ook een stabiele prijs zonder schommelingen.

Met Karen (l) is de familie Stes aan haar derde generatie in het bedrijf bezig. Grootvader Jos Stes (r) kreeg te maken met heel wat onteigeningen voor de aanleg van de autosnelweg en de hogesnelheidslijn waardoor Marc (m) het verblijf verplaatste naar de andere kant van de snelweg aan de Spekenstraat.

DHM: Heb je nog tijd voor andere dingen in al die drukte? Een beetje ontspanning?

Ik was vroeger actief met paardrijden, maar dat is verleden tijd. Ik zit bijna altijd op het bedrijf. Ik ga wel één keer per week zwemmen en heb nog wel wat sociale contacten met enkele vriendinnen. Maar soms ga ik echt eens graag naar de winkel om andere mensen tegen te komen. Doordat we met twee op het bedrijf werken kan ik in de namiddag wel eens vrij nemen en kunnen we meer afspreken. Voor onze pa was dat vroeger veel moeilijker toen hij alleen werkte. Rob heeft het ook druk met het loonwerk. We zijn zelfs nog niet op huwelijksreis geweest. Onze pa zegt dan dat het ook wat aan mezelf ligt. Ik moet maar wat meer kunnen loslaten. Maar alle keuzes die ik in het bedrijf maak, zoals de plannen voor een melkrobot, een nieuwe melkstal, enz. zijn eigenlijk allemaal investeringen om het gemakkelijker en rendabeler te maken.

DHM: Wat is tegenwoordig een rendabel bedrijf?

Dat is moeilijk te zeggen. Dat hangt van zoveel factoren af. Ben je eigenaar van de grond? Moet je grond bijkopen of huren? Hoeveel grond heb je in gewin? Welke soort koeien heb je?... Vandaag moet je toch wel een minimum van 75 melkkoeien hebben. De plaats is natuurlijk ook niet onbelangrijk. In Meer is het voor een landbouwer moeilijk om aan nieuwe grond te geraken en bovendien is die nog heel duur vooral door de concurrentie met de tuinbouw en tegenwoordig ook door de aanplant van aardappelen. Er worden in Meer tegenwoordig al mooie prijzen gegeven voor landbouwgrond. In zo’n geval moet je al heel wat meer draaien om rendabel te zijn of om hetzelfde inkomen te hebben. Toch zijn hier heel wat oudere bedrijfsleiders, vaak zonder een opvolger. Jonge boeren kan je hier in Meer op één hand tellen. (jh)

Nick Leenaerts

Nick Leenaerts (29), de zoon van Frans Leenaerts en Leen Mattheussen , studeerde aan de landbouwschool in Stabroek en stapte in 2006 in het bedrijf van zijn ouders pal naast de autosnelweg aan de Hoge Akker in Meer. Het werd de derde generatie Leenaerts op die plek. In 2010 vormde hij samen met zijn vader een eigen vennootschap en nam de helft van het bedrijf over. Hij trouwde met Evelien Brosens, samen hebben ze nu drie jonge kinderen. Nick maakte in die tien jaar op het rundveebedrijf een hele evolutie mee. Het scheelde niet veel of hij had elders een bedrijf moeten opstarten. Het gezin Leenaerts-Mattheussen bestond immers uit vier kinderen waarvan naast Nick ook zijn oudere zus Tinne interesse had voor de landbouw en mee in het bedrijf stapte.

Nick Leenaerts bouwde een nieuwe melkstal met een carrousel voor 40 koeien. Hiermee halveerde hij de dagelijkse tijd van het melken.

DHM: Het was dus niet zeker dat je thuis mee het bedrijf zou kunnen uitbouwen?

Nee, ik ben in 2006 direct na school thuis beginnen werken als zelfstandige helper. Het jaar voordien hadden wij een bedrijf met het quotum overgenomen van een boer in Minderhout. De wetgeving was toen zo dat die dieren daar vijf jaar moesten blijven en wij dus daar ook moesten gaan melken. Gelukkig werd dat later aangepast en konden die 50 koeien een jaartje vroeger naar ons bedrijf komen. Wij waren intussen in 2008 met de bouw van een nieuwe stal begonnen die juist op tijd klaar was om die koeien op te vangen. Wij werkten toen met drie op het bedrijf, Frans, mijn zus Tine en ik. Mijn moeder is in 2009 terug parttime gaan werken bij thuishulp Hoogstraten en kreeg kleinkinderen wat ook een parttime job werd. Wij zijn dan op zoek gegaan om ergens een bedrijf voor mij over te nemen maar dat viel tegen. Het toeval wilde dat mijn zus verliefd werd op een jonge boer uit Wuustwezel en zij uiteindelijk verkozen om samen ergens anders een nieuw bedrijf op te starten. Zo zijn ze in Tessenderlo terecht gekomen waar er minder landbouwers zijn en dus nog voldoende grond was een melkveebedrijf uit te bouwen. En zo kon ik op het bedrijf thuis blijven.

DHM: Hoe ziet jullie bedrijf er momenteel uit?

Wij hebben met ons bedrijf 80 hectare in gebruik, waarvan 55 ha grasland, 31 ha mais en 4 ha voederbieten. Hiermee moeten we 200 melkkoeien en 160 jongvee voederen. Mijn vader heeft nog een 800 vleesvarkens, maar die zitten niet in de vennootschap. Die hoorden bij het vroegere bedrijf en dat is een uitdovende activiteit. Voor de groei van ons bedrijf zullen we nog jongvee moeten aankopen, buiten de eigen vaarskalveren. In het huidig bedrijf moet je heel goed op voorhad plannen waar je naar toe wil. In 2013 hebben we een oude stal afgebroken en er een nieuwe melkstal gebouwd met een carrousel voor 40 koeien. Hiermee kunnen wij met twee heel wat efficiënter en vlugger werken. Vroeger molken wij in een visgraat-melkstal van 2 maal 8 koeien. Toen melkten we zes uur per dag, drie uur ’s morgens en drie uur ’s avonds. Nu doen we daar in het totaal maar amper 3 uur over. Dat is een hele tijdwinst. De melkkoeien blijven constant op stal, om het comfort te verhogen en hierdoor ook de productie op peil te houden. De droge koeien en het jongvee kunnen buiten.

DHM: Jij bent nu de derde generatie Leenaerts op dit bedrijf?

Ja, grootvader is hier begonnen maar die heeft een stap opzij gezet om mij kans te geven in het bedrijf te komen. Maar hij volgt het allemaal nog heel goed en stimuleert mij ook. Hij staat echt open voor de vooruitgang, het doet hem veel deugd dat het hier goed gaat. Destijds met de aanleg van de snelweg heeft hij grond moeten afgeven. Daar is toen voor betaald, maar er werd geen grond in compensatie gegeven en dat is spijtig, vooral omdat grond hier zo prijzig is als je wil bijkopen.

DHM: Valt het mee om samen met je vader te werken in een eigen bedrijf?

Dat gaat eigenlijk heel goed. Mijn vader is nog heel gedreven en zal me zeker niet afremmen. We hebben soms al wel eens discussies maar dat is gezond. We hebben alle twee hetzelfde doel, maar de ene wil soms eens linksaf en de andere rechtsaf, maar uiteindelijk komen we er alle twee wel uit. Mijn vader zal nog wel een jaar of tien meewerken. En weet je, met je vader samenwerken is altijd het gemakkelijkste. Op zeker ogenblik stopt die en ga je alleen verder. Als je met je broer of zus in een bedrijf zit, moet je heel je carrière samen verder, of het nu klikt of niet. Als het bedrijf dan uit elkaar moet, is het een probleem.

Mijn vader was en is nog altijd een enthousiaste boer. Hij is soms precies nog maar 25. Hij heeft 30 jaar met het melkquotum gewerkt en nu dat afgeschaft is, begint hij precies pas echt te leven. Hij heeft nooit geklaagd en ons die passie voor de landbouw meegegeven, maar nooit opgedrongen. Daarom heb ik er nooit aan getwijfeld om boer te worden. Ik probeer om het met evenveel enthousiasme te doen als hij.

DHM: Dat is misschien wel niet overal zo?

Boeren hebben soms de naam van klagers of zagers te zijn. Toen de melkprijs laag stond, was dat niet simpel maar ik heb er nooit aan gedacht om te stoppen. Ik molk elke dag mijn koeien met dezelfde zorg en goesting als vandaag. Toch vreesde ik van failliet te gaan. Maar voor alles is een oplossing. Problemen zijn uitdagingen, vorig jaar was dit de melkprijs, vandaag zijn het oogsten die tegenvielen en wat is het volgend jaar?

DHM: Hoe zijn jullie de tijd van de slechte melkprijzen doorgekomen?

Wij hebben het laatste jaar van het quotum veel boete moeten betalen, net zoals veel andere boeren. Wij hadden toen veel te veel melk. Eigenlijk was dit te gek, maar met melkkoeien is dit moeilijk precies in te schatten. Je moet zorgen voor voldoende jongvee en dat tijdig klaarmaken voor de productie. Maar dat duurt zo’n twee jaar en in die tijd kan er veel veranderen. Wij hadden toen dus te veel melk, maar er was geen weg terug. Je kan je koeien niet zomaar wegdoen. In 2009-2010 was de melkprijs ook helemaal niet goed. Toen hadden we het geluk dat men daarom in Wallonië minder begon te melken met het gevolg dat het nationaal melkquotum toen niet gehaald werd en diegenen die te veel leverden toen niet beboet werden. Maar het laatste jaar vóór de afschaffing van het quotum hebben wij een superheffing moeten betalen.

Als alles naar wens verloopt melken Nick en Frans Leenaerts binnenkort 200 melkkoeien op hun bedrijf aan Hoge Akker, naast de snelweg.

Nationale veestapel

Voortgaande op de statistieken van de federale overheid stellen we vast dat ondanks alarmerende berichten over hoge productieprijzen en lage verkoopprijzen er toch nog groei zit in de landbouwsector. De varkensteelt steeg in 2015 in België met 0,2 % tegenover 2014. In Wallonië groeide de varkenssector met 11,7 %. Vlaanderen gaat 0,4 % achteruit. In totaal werden er in 2015 nationaal 6,3 miljoen varkens geteld.

Wat de runderen betreft neemt het aantal over het ganse grondgebied van België toe met 1,1 %. In Vlaanderen ligt die stijging op 1,6 %. Bij de telling in 2015 werden er 1,3 miljoen runderen genoteerd. Opmerkelijk hierbij is dat in Vlaanderen het percentage melkkoeien steeg met 4,6 % tot 316.042 dieren. In Wallonië was er een daling van 2%. Voor het ganse land toch een globale stijging van 1,9 %.

DHM: Is dat nu helemaal verleden tijd?

Nu is de prijs van de melk terug in orde. Wij krijgen 36,5 cent per liter, vorig jaar was dat gemiddeld 26 cent. Anderhalf jaar was het minder goed en dan maak je een put in je financies. Die moeten we nu dus terug dichtmaken. Eigenlijk bemerken we daardoor niet dat de prijs nu terug goed is. Toen de prijs zo slecht was, kocht men op Europees gebied heel wat melk op en sloeg dat op in melkpoeder om zo de prijs een beetje te ondersteunen. Zonder die interventie was de prijs misschien wel gezakt naar 20 cent per liter of zo.

Maar nu komt dat melkpoeder terug op de markt en dat brengt weer heel wat onrust teweeg. Zal de prijs van de melk hierdoor weer niet naar beneden duiken? Maar ik wil er geen klaagstuk van maken. Er zijn voor mij geen problemen, alleen maar uitdagingen. Zo zie ik dat. Vorig jaar was er de lage melkprijs, maar er zijn nog heel wat andere zaken die het inkomen bepalen, zoals bijvoorbeeld de kostprijs van het voeder dat je inkoopt. Als ik mijn voeder te duur inkoop, dan mag de melkprijs nog zo goed zijn, dan kan ik mijn kost nog niet verdienen.

DHM: Moeten jullie veel voeder aankopen?

Wij hebben zelf wel voldoende gras maar moeten toch ook wel mais bijkopen. Daarnaast kopen wij vooral krachtvoeder aan zoals soja, raapzaadschroot, palmpitschilfers, maismeel, enz. Maar wij kopen bijvoorbeeld soja aan in voorverkoop voor een heel jaar op de termijnmarkt. Goed onderhandelen over de prijs is dus de boodschap. Zo konden we vorig jaar de lage melkprijs voor een stuk compenseren.

Het inkomen van een bedrijf is van meer factoren afhankelijk. Er is vooreerst het algemeen management van het bedrijf met een goede adviseur, goede boekhouder, goede veearts, de opfok van jong vee, het aantal liters melk per koe, de kwaliteit ervan, de vaste kosten en de leninglasten van je bedrijf. Wij hebben onze stal in eigen beheer gezet en dat scheelt bijvoorbeeld al heel wat. Mijn vader werkte 30 jaar met het melkquotum. Nu dat is afgeschaft, begint hij precies pas echt te leven.

DHM: Wat zijn de grote uitdagingen voor de toekomst?

Vooreerst is het natuurlijk afwachten wat de melkprijs terug zal doen als al dat melkpoeder terug op de markt komt. Daarnaast wordt de verwerking van de mest een dure zaak en de prijs van het voeder gaat ook omhoog. De kosten worden groter, dat moeten we ophalen door meer melk uit het bedrijf te halen en dus zoveel mogelijk te melken. Dat betekent meer koeien maar ook meer liter per koe. Hoe meer melk, hoe beter de algemene kosten verdeeld worden. Wij zitten gemiddeld op een 8.500 a 9.000 liter per koe per jaar. Maar in dezelfde stal heb je koeien die 7.000 liter geven, naast koeien met 13.000 liter. Er zijn tegenwoordig al bedrijven in de streek met 900 melkkoeien. Maar dat betekent wel dat die dieren heel goed verzorgd moeten worden. Als in zo’n stal iets misloopt, kan je misschien al rap 100 koeien verliezen terwijl dat bij een kleine boer heel wat minder is. 100 nieuwe koeien moeten aankopen is een heel andere zaak als 5 nieuwe koeien.

DHM: Heb je nog concrete plannen voor de toekomst?

Ik zou mettertijd willen overstappen naar drie keer melken per dag. Maar dat kun je dan niet meer met twee mensen. Dan moet er zeker iemand bij komen. Nu melken we om de twaalf uur, dan gebeurt dat om de acht uur om 5 uur ‘s morgens, om 1 uur na de middag en om negen uur ’s avonds. Dat gebeurt al op vele plaatsen zo. De melkproductie is beter en het is gezonder voor de koe. Maar de stal is momenteel nog niet helemaal vol. Er zullen nog wat melkkoeien moeten bij komen.

DHM: Intussen heb je ook een gezin. Is er naast werk en gezin nog tijd voor een beetje ontspanning?

Wij hebben drie jonge kinderen, van vier, twee en half en één jaar. Evelien werkt niet in het bedrijf maar op een kantoor. Zij werkt nu tijdens de schooluren om meer bij de kinderen te kunnen zijn. Om mee te helpen in het bedrijf is er dus geen tijd meer. Toch proberen we niet altijd te werken. Ik kom ook graag eens ergens anders. Bedrijfsbezoeken in mijn sector vind ik wel heel interessant en doe ik graag, maar we hebben ook vrienden buiten de landbouw. Daar gaan we soms wel eens een weekendje mee weg, of we nemen eens een weekje verlof met de kinderen in Center Parcs of zo. En zelf heb ik nog een speciaal plan dit jaar: ik wil de Dodentocht in Bornem meelopen voor een goed doel. Dat is voor het Berrefonds, een organisatie voor ondersteuning van ouders die een kindje verloren hebben. Al blijft het afwachten wat dat zal geven, natuurlijk... (jh)

Landbouw in Hoogstraten

Sinds 2012 is de verplichte gemeentelijke landbouwtelling afgeschaft. Voor de juiste cijfers over Hoogstraten moesten wij voortgaan op de resultaten van 2010 en 2015.

Volgens de landbouwtelling van 2010 is 5.956 ha van Hoogstraten landbouwgebied of cultuuroppervlakte, dat is iets meer dan de helft van de totale oppervlakte van de gemeente. Op dat ogenblik waren er 147 bedrijven met runderen, 104 met varkens en 24 met kippen. Ingedeeld volgens oppervlakte is er 4295 ha bouwof akkerland, 1495 ha weiland en 126 ha serre in Hoogstraten. Van de oppervlakte cultuurgrond is 3146 ha in eigendom van de gebruiker en 2672 ha in huur. Uit deze gegevens bleek ook dat 40 % van de bedrijven een bedrijfsleider hadden van 50 jaar en ouder, dus nu 56 jaar en ouder. Van deze 131 bedrijven waren er toen 75 zonder opvolger (totaal 735 ha) en 51 met een onzekere toekomst qua opvolging (840 ha).

In 2015 geven de statistieken over het aantal dieren in Hoogstraten de volgende cijfers. Totaal aantal runderen: 20.214 (19.270 in 2010) waarvan 6.682 melkkoeien (6.940 in 2010). Varkens: in totaal 244.010 (209.266 in 2010). Kippen: 1.096.664 (996.273 in 2010) waarvan 509.718 legkippen en 578.505 mestkippen.

Marieke Pals, eindejaars VITO Land- en Tuinbouw 2012

Karen Stes aan het stuur van de Vito-tractor in 2012 met naast haar klasgenote Marieke Pals. Ook Marieke heeft haar toekomst gevonden in de landbouwsector en begeleidt melkveebedrijven voor een commerciële firma.

Hoogstraten / Meerle - In juni 2012 hadden we een babbel met enkele laatstejaarsstudenten Land- en Tuinbouw van de Vito. Marieke Pals van Meerle vertelde toen dat ze ging studeren aan de HAS in Den Bosch, o.m. omdat ze graag de module ‘geitenteelt’ wenste. We polsten haar even naar haar ervaringen sedertdien.

DHM: Marieke, hoe is het met je studie vergaan is? Heb je ze beëindigd of ben je toch een andere richting ingeslagen?

Marieke Pals: Uiteindelijk ben ik naar Thomas More/KHK te Geel gegaan. Daar heb ik bachelor in Agro en biotechnologie richting rundvee gevolgd. Een pittige maar praktische studie, waarbij je wordt gestimuleerd om zelf het initiatief te nemen om bij te leren. Na 3 jaar studeren en stage lopen ben ik via mijn stagebedrijf bij veevoederfabrikant Agrifirm terecht gekomen. Agrifirm is ook wel bekend als veevoederfirma Cehave van vroeger, die twee bedrijven zijn gefuseerd.

DHM: Wat doe je bij Agrifirm?

Marieke: Dagelijkse begeleiding van melkveebedrijven en bezoeken van potentiele klanten. Ik maak berekeningen in welke verhoudingen (gras-mais) het melkvee het beste gevoerd wordt, welke aanvullingen hiervoor het beste zijn en geef technisch advies om een zo hoog mogelijk saldo op het bedrijf te halen.

DHM: Ben je tevreden over het gelopen traject?

Marieke: Mijn traject is heel fijn en vlot verlopen. Hoewel ik niet uit de sector kwam, heb ik op korte tijd heel veel geleerd en ondertussen nog veel plezier gehad ook.

DHM: Denk je nog terug aan de jaren VITO?

Marieke: Ik denk nog wel eens terug aan de jaren in de VITO, zeker omdat we ook als firma wel eens een groep leerlingen in onze fabriek ontvangen of een aantal uren les geven aan leerlingen. Daar is toch de basis ontstaan van wat ik nu doe.

DHM: Heb je nog contact met de medestudenten van toen?

Marieke: Mijn medestudenten van toen spreek ik nog wel eens op zaterdagavond op een fuif. Met onze firma staan we ook jaarlijks op de landbouwbeurs waar ik heel wat oud-klasgenoten spreek. We zijn elk onze eigen weg gegaan, maar waar en wanneer je elkaar ook tegenkomt, een vlotte babbel kan altijd! (jaf)

De wereld van SJAH

© Karel Huet

This article is from: