22 minute read
Jeugdclubs, hoe maakt u het?
Jeugdhuizen deel 1: De Mussenakker en 't Slot
Goed, goedkoop, onder ons, eigen baas en dicht bij huis
Jeugdhuis of jeugdclub, het fenomeen is ongeveer een halve eeuw oud. Jeugdclubs zijn een relict uit de jaren zestig, zeventig, grotendeel een aanleiding ‘gemengd’ met mekaar om te gaan. In die tijd was immers alles – tenzij bij de socialisten of in de onchristelijke staatsscholen – strikt gescheiden volgens geslacht, zeker als het onder de kerktoren gebeurde. School, jeugdbeweging, legerdienst …. Na de wekelijkse bijeenkomsten van de jeugdbewegingen durfden de leiders en leidsters mekaars gezelschap wel eens opzoeken om samen nog wat na te praten, een pintje te drinken, wat naar muziek te luisteren. Ouders, burgerlijke en kerkelijke overheden lieten dat oogluikend toe, kwestie van het binnen de radar te houden, om in te kunnen grijpen als het uit de hand zou lopen. De eerste jeugdclubs hadden dan ook meestal een parochiale binding, een lokaaltje in een van de parochiale instellingen. Maar de zestiger jaren werden net gekenmerkt door het feit dat jongeren onder al dat gezag én toezicht uit wilden. Al snel zochten ze hun eigen kot, eigen structuren en deden ze hun ding alleen. Niet dat het altijd de goedkeuring kreeg van de gevestigde machten, hier en daar werden epische gevechten geleverd om de onafhankelijkheid. Maar het bleef dicht bij huis dat ze hun ding deden. Dat en het besef dat de jongeren vast besloten waren meer dan ooit hun gang te gaan, was het begin van het ‘onafhankelijk’ jeugdhuis. Dat datzelfde jeugdhuis bijna vijftig jaar later nog altijd live and kicking zou zijn, konden weinigen toen bevroeden. Zeker als je rekent met het licht anarchistisch karakter van dat jeugdhuis. Maar zie, ze zijn er nog steeds. In Meerle is er enkele jaren geleden zelfs nog eentje bijgekomen. Tijd om eens te kijken hoe ze het stellen, wat en hoe ze het doen en of ze nog steeds die populariteit en aantrekkingskracht hebben die ze in de beginjaren ontegensprekelijk hadden. In dit nummer komen De Mussenakker en 't Slot aan bod. Volgende maand De Cahier en Den Dorpel.
De Mussenakker, Meer
Een jeugdhuis met een ijzersterke reputatie, vooral wanneer het om muziek gaat. Nog altijd krijgen de jongste bands uit de nabije en verre omgeving er hun eerste podium. Jaarlijks staat Akkerpop weer als een huis met al het nieuwe wat de jonge scene te bieden heeft. Is muziek één van de troeven van de Akkermussen, er gebeurt in de ‘Mus’ zoals fervente bezoekers het noemen, nog heel wat meer. We hadden er een babbel over met de broers Guy en Stef Kustermans, respectievelijk de huidige en de vorige voorzitter van de Mussenakker. Geboren en getogen in Meer, dat laatste voor een deel in de Mussenakker; vanaf ze binnen mochten, rond hun 15de , 16de .
DHM: Moet de voorzitter uit Meer komen?
Dat staat nergens geschreven het zou ook kunnen dat die van elders komt. Het heeft met engagement te maken. Maar in de praktijk zijn de voorzitters, voor zover we kunnen nagaan, altijd Merenaars geweest. Ze staan er het dichtste bij, het jeugdhuis maakt deel uit van het dorpsleven.
DHM: Hoe stelt de Mussenakker het deze dagen?
Prima, het gaat dit jaar zelfs weerom in stijgende lijn. Momenteel zijn er 120 leden. In het begin van jaar maken we reclame om lid te worden, dat kost 5 euro per jaar. Daar hangen dan enkele voordelen aan, zoals korting bij optredens, het ledenvat of andere betalende activiteiten. Het is vooral handig om onze nieuwsbrief te verspreiden, onze activiteiten bekend te maken. Je kan het tenslotte niet tegen iedereen persoonlijk gaan zeggen. Je hoeft echter geen lid te zijn om in het de Mussenakker binnen te mogen. Die is altijd voor iedereen vrij toegankelijk, net zoals de meeste activiteiten.
Het is trouwens opvallend dat we dit jaar weer meer leden hebben, de trend van de laatste jaren was dat de jongeren wel kwamen maar niet per sé lid werden. Nu, dat is blijkbaar een golfbeweging. In het begin van het jaar kwamen de ledenactie maar traag op gang en dan plots kwam dat los. We weten niet waaraan dat juist ligt, maar we vinden het wel fijn. Het betekent dat meer jongeren zich meer verbonden voelen.
DHM: Vanaf welke leeftijd mag je lid worden?
Officieel was de leeftijd 16, maar vanaf dit jaar mag het in het jaar dat je 16 wordt en tot je 16e verjaardag is het dan gratis. Velen komen dus al op hun 15e af, voor hen is het de eerste mogelijkheid om ‘uit te gaan’. Bij speciale gelegenheden, zoals Meer-kermis komt er ook jonger volk over de vloer, dat is niet te vermijden. Ze geven zelfs aan van lid te willen worden, in het licht van hun 16e verjaardag. We weigeren ze niet, bij de reguliere werking zijn ze echter nog niet betrokken. En uiteraard kijken we streng toe op het alcoholverbod voor deze leeftijdscategorie.
DHM: Het gros van de activiteiten speelt zich af in jullie lokaal?
Ja, dat is de ankerplaats. Van daaruit vertrekt alles, het is een must voor een jeugdhuis om over een eigen stek te beschikken. Dat vraagt anderzijds natuurlijk wel wat organisatie rond het beheer van dat lokaal. We hebben elke week kuisploegen en tapploegen. Zaak is daar voldoende volk voor te vinden, dat het niet altijd dezelfde zijn die het werk moeten opknappen. Maar dat lukt aardig tegenwoordig. Dat gaat mee met de golfbeweging van het ledental en de bezoekers. Veel leden wil zeggen dat er veel gemakkelijker mensen zich spontaan aandienen om mee te werken. Het is goed dat het regelmatig roteert, jongeren die vijf, zes jaar op de kuis- of de taplijst staan, worden het uiteindelijk toch beu. We proberen ook nieuwe jonge leden aan te spreken om een taak op te nemen, zo worden ze meer en meer betrokken bij de werking van het jeugdhuis.
DHM: Moet je hard aandringen opdat leden zich engageren?
Dat valt al bij al mee. Je moet als ouder lid de jongsten wel het gevoel geven dat ze welkom zijn. Is dat het geval, dan kan je ze ook makkelijker aanspreken om iets te doen. Voordat je vraagt om mee te werken, er van in het begin dat ze komen een praatje mee maken aan de toog, hun muziek laten kiezen zodat ze ingeburgerd raken. Direct vragen om te kuisen is niet de beste manier om dat te doen. Anderzijds, zitten wachten tot ze zich zelf aanbieden om mee te doen, is ook niet de aangewezen weg, dan kan je lang wachten. Het zijn enkelingen die dat doen. We herinneren ons nog uit onze eigen begintijd dat we dachten dat het allemaal redelijk hiërarchisch gestructureerd is, dat je als het ware je tijd moest afwachten om betrokken te worden.
DHM: Hoe komen de ‘aankomende jongeren’ bij de Mussenakker terecht?
Meestal komen ze in groepjes, leeftijdsgenoten die mekaar kennen van school, of van de jeugdbeweging. De Meerse Chiro levert nog altijd de meeste nieuwe Mussen. Ze spreken mekaar aan als ze oud genoeg zijn en komen samen af. Ze kennen de reputatie, ze horen er over van oudere leden. Wat opvalt is dat de ouders niet altijd hetzelfde gedacht over die reputatie hebben. Ze zijn bijvoorbeeld nog altijd bang van drugs, dat hun kinderen er via het jeugdhuis mee in aanraking zullen komen, terwijl we er net op toezien dat het buiten blijft. Als we merken dat er joints gerookt worden op het terras, dan vragen we vriendelijk dat elders te gaan doen. We proberen dat aan de ouders duidelijk te maken zoveel we kunnen. Eens hun kinderen een tijdje over de vloer komen, komt dat meestal goed.
DHM: Wat doen jullie om aantrekkelijk te zijn voor een grote groep jongeren, met toch een aanzienlijk leeftijdsverschil (van 16 tot …..?)
Er staat geen leeftijdsgrens op, sommige oudere Akkermussen springen nog wel eens binnen. Maar 26 – 27 jarigen hebben we regelmatig. Tot ze gesetteld raken zeker. Muziek is een gemeenschappelijk aantrekkingspunt. Eén keer per maand hebben we een optreden in ons lokaal. Daarbij proberen we wat goed in de markt ligt, wat mainstream is, te doorbreken. Nieuwe groepjes een podium bieden, andere muziek te laten horen. We proberen er telkens iets speciaal, wat extravaganter in te steken, zodat het de nieuwsgierigheid van de liefhebbers opwekt. Internet is daar een fijne leidraad voor en daarbuiten het eigen netwerk. Er zijn veel muzikanten in de Mussenakker, die komen er lotgenoten tegen. De Mussenakker is altijd een kweekvijver geweest voor jonge muzikanten, muziek heeft hier voor cohesie gezorgd. Nu hebben we ook niet zo’n groot budget en de eisen de groepen die wij naar hier halen, zijn niet groot, ze zijn meestal blij met de kans die ze krijgen. Daarnaast hebben we om de veertien dagen ook een andere activiteit. Heel divers; Mussenfeest, bierproefavond, een BBQ met wat volksspelen erbij, een petanquetoernooi, we gaan skiën, samen naar een groot optreden elders. We hebben ook een voetbalploeg – dat zijn dan veelal wat oudere leden - die in een competitie spelen. Na de match klikken ze hier samen en soms blijven ze hangen, zoals dat gaat. En zo hebben we hier een zeer divers publiek.
DHM: Hoe zit het organisatorisch in mekaar?
De Mussenakker is een vzw met statuten en een officiële beheerraad. Die bestaat uit een aantal oude leden, die het officiële gedeelte bewaken: de algemene vergadering, de jaarverslagen, de boekhouding. De werking van het jeugdhuis zelf is in handen van een dagelijks bestuur, met een voorzitter en momenteel negen leden. De samenstelling wisselt regelmatig. Er gaan er een paar weg, omdat ze zich te oud voelen, of zich op hun beroepsleven of andere dingen gaan richten. Dan worden die zo snel mogelijk vervangen, gewoonlijk door leden die al een tijdje meedraaien en graag wat meer verantwoordelijkheid opnemen.
DHM: Vraagt het veel van je tijd?
Guy: Toch nogal, ja. Zeker in het begin, nu ik het recent van mijn broer heb overgenomen. Dan moet je een beetje roderen. Maar stilaan kan je de taken weer verdelen en heeft iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid. Het vraagt wel wat engagement. We vergaderen maandelijks en dan leggen we activiteiten vast en spreken we af wie wat doet. En als iedereen zijn ding doet, gaat dat prima. Dan moet een voorzitter alleen maar delegeren.
DHM: En financieel?
Het grootste deel van de inkomsten komt nog altijd van de tap. Als we inkom vragen voor de optredens, proberen we die altijd zo laag mogelijk te houden, kwestie van geen drempels voor muziekliefhebbers te creëren. Als we daarmee break-even draaien, zijn we tevreden; als we er wat aan overhouden, zoveel te beter. We hebben er ook belang bij dat er veel volk naar de optredens komt, dan draait de tap ook goed en dat is goed voor de kas. Daar organiseren we dan weer andere activiteiten mee en maken we een potje voor investeringen in materiaal en ons lokaal. De financiën worden jaarlijks bekeken en dan worden de aanpassingen gestuurd. Of we bv de drankprijzen niet moeten aanpassen. Helaas moet dat soms gebeuren, de brouwer blijft ook niet aan dezelfde prijzen leveren. Daarnaast is er de structurele ondersteuning van de gemeente voor de jeugdhuizen. Werkingssubsidies en lokaalsubsidies als er verbouwingen of aanpassing moeten gebeuren.
DHM: Het lokaal is eigendom van de Mussenakker?
Ja, dat is een geweldige luxe. Dat is een verdienste van de vorige generaties, die op een bepaald ogenblijk de aankoop georganiseerd hebben door borg te staan voor een lening. Onze generatie heeft dat nog een beetje helpen afbetalen. Maar voor de instandhouding en voor het onderhoud moeten we zelf zorgen. Gelukkig kunnen we daar dikwijls rekenen op vakmensen uit eigen ledenbestand. Een goed netwerk helpt altijd: vaders die in de bouw en aanverwante activiteiten zitten bijvoorbeeld.
DHM: Hebben jullie een goede relatie met de buurt?
Een jeugdhuis zorgt voor nogal wat beweging en geluid. We hebben dat redelijk goed onder controle. Er is destijds wat commotie geweest, maar samen met buren, gemeente en politie hebben we daarrond afspraken gemaakt. Eén optreden per maand, ons lokaal goed geïsoleerd, toezicht op straatlawaai. We streven ernaar die afspraken zo goed mogelijk na te komen en slagen daar meestal ook in.
DHM: Is er wisselwerking met de andere jeugdhuizen?
Ja, de ‘Nacht van de jeugd’ onder andere. Dat is een organisatie van de gemeente. Verder proberen we de activiteiten op mekaar af te stemmen, elkaar niet te beconcurreren met optredens. We vinden het prachtig dat er nu een jeugdhuis is in Meerle en als er daar wat te doen is, trekken we er met een groepje naartoe. Echt structureel overleg is er niet, maar we proberen goede relaties te onderhouden. We hebben wel contact via de jeugdraad, die momenteel goed werk levert en overkoepelend werkt. De Mussenakker heeft twee afgevaardigden in de jeugdraad.
DHM: Hoe zien jullie de toekomst van de Mussenakker?
We merken dat er momenteel weer steeds meer volk komt op de avonden dat we open zijn. Er is natuurlijk een wisselwerking met andere activiteiten in de omgeving, we houden daar rekening meer als we zelf wat organiseren. Maar opmerkelijk is dat aantal tentfuiven, die een tijd veel succes kenden, drastisch daalt. Beginnende uitgaanders gaan wel eens naar cafés of dancings, maar worden dan snel met de prijs van een uitgaansavond geconfronteerd. Als ze dan bij ons komen, merken ze dat een avondje uitgaan hier heel wat goedkoper is. En eenmaal ze de weg gevonden hebben, blijven de meesten komen. Het gaat er ook gemoedelijk aan toe. Als je als eerste aankomt, kan je zelf je muziek draaien, je pintje tappen. Vooral de jongste generatie vindt dat heel fijn (ze zijn er altijd vroeg in de avond) en een reden om het te blijven doen. Ook de mix van jong (15) en oud (26 en ouder) is goed. En het blijft dicht bij huis, dat is toch een grote aantrekkingskracht. Je kan te voet of met de fiets naar huis. Er is een goede mix van werkenden en studenten. Die laatste categorie wel wat meer, maar dat is een gevolg van een maatschappelijke evolutie. Alles tesamen is alles daar om het voortbestaan van de Mussenakker nog voor lange tijd te bestendigen. Net als de generaties voor ons (dat horen we toch regelmatig vertellen) beleven wij er een fijne tijd en zijn we er zeker van dat ook de aankomende jeugd hier nog lang zal blijven komen. (jaf)
Historiek van De Mussenakker
De Mussenakker werd in 1970 opgericht en bestaat dus al ruim 40 jaar. De jeugdclub ontstond in die tijd uit het Kelderke. Een aantal jongeren, waarvan ik alleen maar Jan Dufraing durf noemen omdat ik niet graag een verdienstelijk oprichter wil vergeten, kreeg een lokaal toegewezen op de zolder van de gerestaureerde parochiezaal. Ze hadden een “eigen” plek in het Meerse dorpsleven. Geïnspireerd door de gouden sixties, en hielden van popmuziek en hun eigen clubke. Op de zolder was iedereen welkom maar het was ver weg daar achter boven in de Parochiezaal. Toen het ledenaantal begon te stijgen en in Donckstraat een huisje vrij kwam, en nog wel van de Brouwer nota bene, was de beslissing snel gemaakt. Verhuizen ! De nieuwe locatie, het gemeenschappelijk bouwen aan het eigen lokaal dreef de Mussenakker naar een hoogtepunt. Er konden optredens georganiseerd worden. En uit de schoot van de Mussenakker ontstond ook Akkerpop. Sindsdien is het Mussenakker-huis nog een paar keer verbouwd. Eerst een nieuwe binneninrichting, een ontwerp van Jan Stes, en later een nieuw dak. En, onder impuls van Raf Laurijssen en vele helpers ook nieuw sanitair, en verharding van de koer etc. Doordat de eigenaar het lokaal wilde verkopen dreigden, op termijn, donkere wolken. Niemand die er echt mee bezig was, maar toch. Tot op een gegeven moment MA zijn stoute schoenen aantrok en op de eigenaar afstapte. Er volgde een tijd van intens vergaderen en geld zoeken. En met samenwerking van de buren van St Joris en 7 geldschieters van de oud-leden konden de Mussen het lokaal kopen. Een gebeurtenis die de toekomst van de Mussenakker opeens heel wat rooskleuriger maakt. Akkerpop startte als een idee aan de toog. Patrick Christiaansen en Drej Oomen startten in 1986 met de eerste editie, memorabel omwille van het prachtig concert van Herman Brood and his Wild Romance.... Toen in de Mussenakker, nu een legende! (ma / do)
’t Slot, Wortel - op zoek naar jeugd
Het jeugdhuis ’t Slot van Wortel bestaat al meer dan 40 jaar. Bij de gratie van een gulle familie Aerts, een bruisend kermisleven en een goed samenhangend bestuur tracht men de Wortelse jongeren een warme plek te geven. Maar de echte jeugd geeft steeds minder en minder thuis. “We hebben zeven magere jaren gehad, we hopen dat de zeven vette er nu aankomen.” Een gesprek met John Van der Flaas en Peter Van Opstal over het wel en wee van een Wortels Jeugdhuis.
DHM: Wat is het algemeen gevoel vandaag in ‘t Slot? Draait het allemaal zoals verwacht?
John: Het gaat eigenlijk niet meer zoals we zouden willen. Er komt te weinig volk tegenwoordig. Ik denk dat we gemiddeld een 15 à 20 bezoekers hebben op een avond, soms zelfs maar 10 en we bereiken vooral heel weinig jeugd. Hoewel je bij ons binnen mag vanaf 16 jaar zijn de meeste vaste klanten boven de 20. Maar het blijkt dat het vroeger ook wel met ups en downs ging. Ik persoonlijk kom hier nu vanaf mijn 16 jaar. Toen was het hier vollen bak. Elke avond zat hier toch zeker 40-50 man en meer en in de topmomenten wel 100 man.
DHM: Is er dan iets veranderd aan de werking van ’t Slot?
John: Nee, niet direct. Ik ben nu 4 jaar bestuurslid en wij hebben altijd gewerkt zoals het hier de gewoonte was, met dezelfde principes. Iedereen van de jeugd kan hier zijn ding doen, zijn eigen baas spelen, maar ook zelf verantwoordelijkheid dragen of zelf activiteiten organiseren. Iedereen krijgt de kans om zelf iets te organiseren, of in te richten, maar dat is meestal niet simpel. Wij proberen wel voor afwisseling te zorgen, maar voor iedereen goed doen is niet gemakkelijk.
DHM: Hebben jullie een goed bestuur?
John: Ja, dat is een goede groep. We zijn met 14 en we komen één keer per maand samen om alles te plannen en te bespreken. Iedereen heeft zo zijn taak. Ikzelf ben voorzitter, Jan De Bie is ondervoorzitter, Peter is lokaalverantwoordelijke en wij behoren tot de oudsten van de groep. De oudste is Vic Aerts. Hij is vooral verantwoordelijk voor de fotoclub en voor het algemeen beheer. Sinds februari zijn er drie nieuwe bestuursleden maar de jongste is toch ongeveer 24 jaar.
DHM: Wat zijn de activiteiten die jullie organiseren?
John en Peter: Vooreerst is er het jeugdhuis zelf, het café. Wij zijn elke vrijdagavond van 21.00 u tot 2.00 u of 4.00 u open, zaterdag van 19.00 u tot 04.00 u en zondag van 15.30 u tot 21.00 u. Dat vraagt op zich al een heel organisatie om mensen te vinden voor de tap. Elke maand hebben wij een optreden hier, om de 2 à 3 maanden een dj.-avond, regelmatig een themafeestje, zoals een Westernfeestje, een Cantus. Die themafeestjes zijn echter sterk teruggelopen omdat het niet meer aansprak. Ook een kroegentocht, een jeugdhuizentocht, een jeneverwandeltocht, een bierbeurs staan jaarlijks op het programma. En dan is er natuurlijk ook het jaarlijks carnaval. Zondags gaan wij in de stoet met een eigen wagen en zaterdag hebben wij hier in het jeugdhuis de verkiezing van onze eigen prins en prinses carnaval.
DHM: Meestal activiteiten met een stevige pint. Zijn er ook nog sportactiviteiten en andere activiteiten?
John en Peter: Ja, we hebben nog drie volleybalploegen en we starten binnenkort terug met een voetbalploeg. We richten elk jaar een dagje skiën en snowboarden in in het indoorcentrum van Botropp. We hebben ook een mountainbikegroep die elke zaterdagnamiddag op de fiets springt voor een leuk cross parcours in Wortel, Merksplas of verderop. Daarnaast hebben we hier in het Slot in een aparte ruimte ook nog onze fotoclub, die al heel lang bestaat en waarvan Vic Aerts de verantwoordelijke is. Sinds kort hebben we nu ook een iMac-computerclub waar Applegebruikers hun kennis kunnen uitwisselen of we nieuwkomers kunnen inwijden in deze computerprogramma’s. En tenslotte hebben we hier in huis ook nog een wijnclub die maandelijks bijeenkomt. Deze drie clubs spreken echter geen jongeren aan en worden vooral bevolkt door oud –leden. Het Slot bestaat immers al 40 jaar. Veel van die oud-leden komen hier elke zondagnamiddag nog een pintje drinken. Dat noemen zij het ‘4-urenclubje’ of ook wel eens “de ouw zakken van ’t Slot”. Al de informatie over onze activiteiten of organisaties kunnen de leden vinden in ons clubblad: Kontaktslot. Dit bladje verschijnt maandelijks.
DHM: Blijkbaar hebben jullie meer succes bij oud-leden en de meer oudere jeugd. Hoe komt het dat de jonge mannen niet meer naar het Slot afzakken?
John en Peter: Dat is wel zo, wij hebben meer leden van boven de 30 jaar dan echte jongeren. We zijn met 185 leden, en dat ledenbestand wordt nog altijd verzorgd door Lex Wouters die ’t Slot heeft opgericht en vroeger altijd de voorzitter was. Ik denk dat we maar een 50 à 60 actieve leden hebben. Bijvoorbeeld, de oud-leden en leiders van de KLJ komen hier regelmatig binnen, maar van die jongeren zien we niemand meer. Dat heeft te maken met het feit dat veel jongeren, van 16 tot vooraan in de 20, naar Hoogstraten trekken, naar Bizar, het Verschil, sommigen naar de Highstreet en ook wel een generatie van Wortel naar de Cahier. Een paar jaar geleden waren de tentfuiven ook erg in trek, maar dat lijkt wel af te nemen. Tegenwoordig wordt er door de jongeren eerst wat voorgedronken thuis vooraleer ze op stap gaan. Vroeger deden wij dat in ‘t Slot en gingen dan verder. Iedereen heeft tegenwoordig gsm en internet en op die manier wordt er veel gemakkelijker afgesproken en ook wel meer met maten van de school. En dan ligt het Slot meestal niet op hun weg. Voor de financies moeten ze het niet laten, want een pintje kost hier voorlopig maar 1,20 euro en sterkere bieren 1,80 euro. Daarnaast kan je er ook niet naast kijken dat Wortel stilaan aan het vergrijzen is. De klasjes van de lagere school worden blijkbaar kleiner en kleiner. Er is minder jeugd in Wortel.
DHM: Doen jullie nog activiteiten samen met de andere jeugdhuizen?
John en Peter: Er waren eigenlijk maar twee activiteiten en dat was de “Nacht van de Jeugd” en de actie “3 voor 11”. Die twee zaken zijn een beetje vergelijkbaar. Met een bus wordt er van jeugdhuis naar jeugdhuis gereden waar er telkens een bepaalde attractie is. Dat kan zijn: een bepaald optreden, een speciale bieravond, of wat dan ook. Maar wij vertrokken dan met zijn allen in het Slot en dan was het bij ons gedaan. Bij “3 voor 11” werd er constant rondgereden en kan iedereen overal uitstappen waar hij wil. Maar dit jaar zal er geen “3 voor 11” meer zijn. Het slot en de Mussenakker zijn ermee gestopt omdat het niet meer aansloeg. Alleen Cahier doet nog voort. Maar de opbrengst van Cahier was ook altijd meer dan die van ‘t Slot en Mussenakker samen.
DHM: Hoe houden jullie je hoofd boven water? Een lokaal huren, weinig volk en lage consumptieprijzen, dan spring je toch niet ver?
John en Peter: Wij hebben het grote voordeel dat we dit lokaal kunnen huren voor een appel en een ei. We weten natuurlijk niet wat de toekomst brengt. De tapinstallatie is van de brouwer maar de kosten van elektriciteit en verwarming zijn uiteraard voor ons. Wij vragen een lidgeld van 5 euro aan de leden maar zullen dat volgend jaar moeten opslaan naar 10 euro. We krijgen ook subsidies van de gemeente en als we met 11 juli de vlag buitenhangen ontvangen we ook een premie van de Vlaamse Gemeenschap. We zijn een vzw en op het einde van het jaar hebben wij een 0-operatie. Gelukkig hebben wij Wortelkermis nog die voor een mooie cent in ’t bakje zorgt. Hiermee kunnen we al eens een beter optreden organiseren of duurdere dj’s aantrekken. Wij vragen nooit meer dan 10 euro voor een optreden. In feite draait ‘t Slot voor een groot stuk op de opbrengst van de Kermis. Het laatste grote werk dat wij gedaan hebben is de inrichting van de toog in 2009. Met oudjaar geven wij aan alle zangertjes één euro en ’s avonds zorgen we voor het vuurwerk en een drankje.
Historiek 't Slot
Het Slot werd opgericht op 15 november 1968 in de oude boerderij van de familie Aerts aan de Boompjes. De eerst bestuursleden waren Jaak Aerts, Jef Baeten, Rene Beyens, Stan Michielsen, Juul Vannuffelen, Jos Verschueren en Leo Wouters. Sinds 1964 had het lokaal dienst gedaan als opslagplaats en vergaderlokaal van KLJ Wortel Op 25 januari 1969 werd jeugdclub Het Slot officieel geopend voor de Wortelse jongeren. In de beginperiode was Het Slot enkel toegankelijk voor jongens vanaf 15 jaar. Naast de verschillende ontspanningsmogelijkheden bestonden er toen verschillende clubs zoals een fotoclub, die trouwens nu nog bestaat, een boekenclub en twee muziekclubs. Op 6 juni 1970 begon het jeugdhuis met een gemengde werking. In 1979 kwam er een breuk in de organisatie, die leidde tot de afscheuring van een groep jongeren waar later ‘Cahier de Brouillon’ in Hoogstraten zou uit geboren worden Half de jaren tachtig werd er terug opnieuw van start gegaan met de oprichting van een jeugdcomité, en kreeg het jeugdhuis een nieuwe impuls. In de voorbije 40 jaar maakten ruim 3000 leden kennis met Het Slot en 150 bestuursleden stonden er borg voor dat Het Slot uitgroeide tot wat het nu is.
DHM: Hoe zien jullie de toekomst van het Slot?
John en Peter: Als we teruggaan in de tijd dan zien we dat ‘t Slot altijd wel goede en minder goede periodes heeft gehad. Dat zegt Lex Wouters ook vanuit zijn ervaring. Zo zijn er een aantal dieptepunten geweest, bijvoorbeeld de tijd toen Highstreet begon, toen de Cahier opgericht werd, en nu met het succes van bv. Café Bizar. Zeven jaar geleden was het hier vollen bak en daarna is het stelselmatig minder en minder geworden. Wij hopen maar dat na deze magere jaren en weer 7 vette jaren aankomen. Wij weten natuurlijk ook nooit wat er met dit lokaal gebeurt. Moesten we hier vroeg of laat uit moeten, dan willen wij nog wel verder doen. Wij laten ‘t Slot niet graag vallen. Wij zouden natuurlijk het liefst hebben dat de jeugd het verder doet, maar dat is echt afwachten. De meesten van ons willen echt wel verder doen.
DHM: Bedankt John en Peter, nog veel succes en hou je hoofd boven water. Wie toch eens graag binnenspringt in ’t Slot zonder al te veel drem- pelvrees, kan gebruik maken van de kunstexpo op zaterdagavond 12 november en zondagnamiddag 13 november. Dan stellen leden van het jeugdhuis eigen werk tentoon. Een unieke kans?
De wereld van SJAH